4 minute read

Feitenreconstructie 2012-2017

Een wetsvoorstel waaraan ambtenaren van Economische Zaken samen met de NCG sinds het najaar van 2016 werken, moet ervoor zorgen dat de positie van de NCG versterkt wordt en dat de NAM meer op afstand komt van de afhandeling van schade en de versterking. Minister Kamp wordt begin oktober 2016 middels een nota geïnformeerd over de hoofdlijnen van het wetsvoorstel. In de nota staat dat de rol van de NAM bij de schadeafhandeling en de versterking een terugkerend onderwerp is van maatschappelijke en politieke discussie. De positie en bevoegdheden van de NCG zijn daar volgens de ambtenaren onderdeel van. Twee gebeurtenissen na eind augustus 2016 leiden ertoe dat er opnieuw discussie ontstaat over de rol van de NAM bij de schadeafhandeling.

Tekstkader 6.9 Oorspronkelijke voorstellen in wetsvoorstel versterking positionering NCG367

1. Eigenstandige positie NCG en meer gewicht NCG

1.1 Wettelijke verankering NCG en meerjarenprogramma;

1.2 rechtstreeks aan de NCG opdragen van taken: taken bij wet aan hem opdragen (attributie). Zo kan de NCG op eigen titel taken uitvoeren (en niet langer meer namens de minister van Economische Zaken);

1.3 bevoegdheid aan de NCG geven om zelf privaatrechtelijk rechtshandelingen te verrichten (onderzoeken laten uitvoeren, goederen kopen);

1.4 bevoegdheid aan de NCG geven om zelf subsidies te verstrekken;

1.5 bepaling dat andere bestuursorganen het meerjarenprogramma ‘in acht moeten nemen’. Niet nodig om bevoegdheden van gemeenten te verschuiven naar de NCG.

2. Schadeafhandeling en versterken op afstand van de NAM

2.1 De NAM verplichten om externe uitvoeringsorganisatie in te richten (is nu al het geval: het Centrum Veilig Wonen);

2.2 de NCG heeft de bevoegdheid om instructies te geven aan de NAM en de uitvoeringsorganisatie, bijvoorbeeld ten aanzien van de kaders en normen die de NAM moet hanteren.

Zo is daar allereerst de aankondiging van de NAM dat zij niet langer samenwerkt met contraexpertisebureau Vergnes. Daarnaast besluiten de Groninger Bodem Beweging en het Groninger Gasberaad om het overleg met de NCG over een nieuw schadeprotocol op te schorten uit onvrede dat de NAM een te grote beslissende rol in het protocol blijft spelen.368 De ambtenaren schrijven in hun nota: “Beide genoemde onderwerpen – schadeafhandeling op een grotere afstand van NAM en versterking van de positie van de NCG te attribueren – vragen om wetgeving en worden momenteel uitgewerkt in een wetsvoorstel, met als voornaamste doel het herstel van vertrouwen. Uitgangspunt van het wetsvoorstel is de rolverdeling waarin NAM aansprakelijk is, CVW uitvoert en NCG regisseert.”369

367 Ministerie van EZ. Nota aan minister Kamp inzake Nationaal Coördinator Groningen en andere maatregelen in verband met bodembeweging door de gaswinning uit het Groningenveld, 3 oktober 2016.

368 Het Groninger Gasberaad is ontstaan uit de deelnemende maatschappelijke organisaties uit de Dialoogtafel. Zie paragraaf 6.5.3.

Vanuit het ministerie en de NCG komen in 2016 verschillende maatregelen die moeten bijdragen aan een sterkere positie van de NCG en het op afstand plaatsen van NAM. Samengevat komt het erop neer dat door het wetsvoorstel de NCG een formele wettelijke taak zou krijgen, en meer regie. De NCG zou normen kunnen definiëren en deze normen kunnen opleggen aan de NAM. De NAM zou daarnaast wettelijk verplicht worden om een uitvoeringsorganisatie op te tuigen (een bevestiging van de bestaande praktijk). Ook zou het meerjarenprogramma van de NCG een veel zwaardere status krijgen (zie ook tekstkader 6.9).

Ondanks Alders’ voorkeur om via overleg tot overeenstemming te komen, is de ‘heel vergaande wet’ die voorligt volgens hem wel echt nodig. In zijn verhoor verklaart Alders “Er is crisis. Het is hartstikke leuk dat wij zo met elkaar bezig zijn, maar de mensen die het aangaat, zitten op ons te wachten. Dus een keer moet je zeggen: nu is het gebeurd! Dat had dus te maken met NAM.”370 Uiteindelijk moet er iemand zijn – de NCG – om knopen door te hakken, bijvoorbeeld over de hanteren normen bij de versterking. Het wetsvoorstel beantwoordt aan die behoefte. Secretaris-generaal Camps zegt in zijn verhoor dat hij heeft waargenomen hoezeer de versterkingsoperatie werd ‘gehinderd’ vanwege het ontbreken van doorzettingsmacht van de NCG. “Er werd veel gebeld, veel gepraat, veel overlegd, en dan kwamen de zaken vaak wel weer goed, maar hij [de NCG] komt niet zeggen: en vind ik dat het zo moet en gaan we het zo doen”, stelt Camps vast.371 Op zijn beurt noemt minister Kamp het in zijn verhoor ‘jammer’ dat het wetsvoorstel überhaupt nodig was. Volgens Kamp had het met ‘de wil van samenwerking’ in combinatie met de gezamenlijke overheidsdienst al mogelijk moeten zijn om stappen vooruit te zetten.372 Minister Kamp lijkt niet goed voor ogen te hebben dat het voor de NCG handig kan zijn om de beslissende stem te hebben als het de NCG niet lukt om er samen met de NAM uit te komen.

Wetsvoorstel stuit op verzet in Den Haag en in de regio Het voorgenomen wetsvoorstel wekt veel verzet op: bij de NAM, in de regio maar ook interdepartementaal. Bij de NAM overheerst wrevel, of zoals NAM-directeur Schotman in zijn verhoor verklaart: ‘zeer gemengde gevoelens’. Schotman vindt het een goed idee om de NCG meer zeggenschap te geven, maar acht het onverstandig dat de aansprakelijkheid wel bij de NAM blijft. Dat de NAM instructies van de NCG moet opvolgen terwijl de aansprakelijkheid van de NAM ongewijzigd blijft, noemt Schotman een ‘fundamenteel probleem’. 373 In interne documenten uit 2016 is de toon van de NAM aanzienlijk feller. In een nota aan minister Kamp staat dat de NAM heeft aangekondigd dat zij zich ‘tot het uiterste’ zal verzetten tegen

369 Ministerie van EZ. Nota aan minister Kamp inzake Nationaal Coördinator Groningen en andere maatregelen in verband met bodembeweging door de gaswinning uit het Groningenveld, 3 oktober 2016.

370 Verslag openbaar verhoor van de heer Alders, 28 september 2022.

371 Verslag openbaar verhoor van de heer Camps, 28 september 2022.

372 Verslag openbaar verhoor van de heer Kamp, 3 oktober 2022.

373 Verslag openbaar verhoor van de heer Schotman, 7 september 2022.

This article is from: