4 minute read
Feitenreconstructie 2012-2017
de situatie langzamerhand onhoudbaar wordt en dat het schadeafhandelingsproces op de schop moet. De NAM moet verder op afstand komen van de schadeafhandeling.
Onderzoeken in het buitengebied: noodzaak voor een schone lei
De door NAM geïntroduceerde schadecontour, die bepaalt of een schademelding wel of niet in behandeling wordt genomen, wordt vanaf 2015 ook door het CVW gehanteerd. Het gebruik van deze contour is niet onomstreden. Mensen die buiten de contour wonen zijn ontevreden omdat hun schademeldingen niet worden afgewikkeld. Ook de Dialoogtafel en de Onafhankelijke Raadsman zijn kritisch op het gebruik van de contour en dringen er bij
NAM-directeur Schotman op aan dat de NAM álle schademeldingen serieus moet nemen, ook die buiten de schadecontour die dus in het ‘buitengebied’ vallen. Onder deze druk besluit de NAM om onderzoek te laten doen. In het voorjaar van 2015 start Arcadis – opvallend genoeg een van de aandeelhouders van het CVW – in opdracht van de NAM een onderzoek naar schademeldingen buiten de contourlijn. Arcadis onderzoekt 40 gebouwen in vijf gebieden in het buitengebied waar opvallend veel schade is gemeld. De conclusie in oktober 2015 is dat de schade niet veroorzaakt is door bevingen en dat de kans op bevingsschade in de onderzochte gebieden verwaarloosbaar klein is.447 Een validatieonderzoek, uitgevoerd door de TU Delft in opdracht van de NCG, noemt de conclusie van het Arcadis-onderzoek in augustus 2016 te stellig en onvoldoende onderbouwd.448 NCG Alders oordeelt op basis van de bevindingen uit het validatieonderzoek dat de schadecontourlijn ‘niet houdbaar’ is.449
In augustus 2016 gaat het Centrum Veilig Wonen (CVW) alsnog langs bij alle woningen in het buitengebied waar schade is gemeld. Dit doet het centrum op verzoek van de NCG en in opdracht van de NAM: de ‘proef Buitengebied’. Dit alles gebeurt onder toeziend oog van een begeleidingscommissie, ingesteld door de NCG. Het ingenieursbureau Witteveen+Bos start september 2016, in opdracht van het CVW, met de inspectie van de schades. De inspecteurs leggen alle schades in een gebouw vast, ook schades die niet zijn gemeld.450
Witteveen+Bos hanteert in de proef de ‘TNO-methodiek’: er wordt niet alleen gekeken of schade al dan niet veroorzaakt is door aardbevingen, maar er is ook aandacht voor andere mogelijke oorzaken van schade (en het samenspel tussen de verschillende oorzaken). Ook kijken de inspecteurs niet alleen naar de schade zelf, maar ook naar kenmerken van het gebouw en de omgeving die kunnen helpen bij het vaststellen van de oorzaak van de schade. Een panel (van Witteveen+Bos) bestaande uit deskundigen met verschillende achtergronden krijgt de opgenomen schades vervolgens voorgelegd en komt in een aantal stappen tot een beoordeling.
De NCG stelt een onafhankelijke begeleidingscommissie in die de proef gaat ‘valideren, monitoren en evalueren’. De begeleidingscommissie gaat ook na of de gehanteerde procedure voor het opnemen van schade in de toekomst breder kan worden toegepast. De begeleidingscommissie bestaat uit vijf personen: drie vertegenwoordigers van de bestuurlijke en maatschappelijke stuurgroep van de NCG aangevuld met twee deskundigen. De NCG heeft deze stuurgroepen ingesteld met het oog op afstemming en om draagvlak te creëren voor zijn aanpak (zie paragraaf 6.5.2). In haar evaluatie van de proef stelt de begeleidingscommissie: “Over het geheel concludeert de commissie dat de gehanteerde methodiek ten opzichte van de eerdere wijze van schadeafhandeling een betere duiding en onderbouwing oplevert van de oorzaken van schades aan gebouwen [ ].” Tegelijkertijd plaatst de begeleidingscommissie de kanttekening dat zelfs met het hanteren van deze grondige systematiek er een ‘marge van onzekerheid’ zal blijven bestaan bij het vaststellen van de schadeoorzaak. Het is ook nog steeds lastig om vast te stellen of een aardbeving ‘het laatste tikje’ is geweest waardoor schade is ontstaan.451
447 NAM (2 december 2015).
448 Rots et al. (14 juli 2016).
449 Nederlands Dagblad (20 augustus 2016).
450 Witteveen+Bos. Schadeonderzoek Groningen buitengebied – Technische rapportage, 29 maart 2017.
In de evaluatie komt niet aan bod wat voor de buitenwereld hoogstwaarschijnlijk de belangrijkste bevinding is van de proef Buitengebied: bij de geïnspecteerde schades kan ‘niet geconstateerd’ worden dat de schades zijn veroorzaakt door mijnbouwactiviteiten.452
De schades hebben andere oorzaken (de alternatieve oorzaken zijn benoemd in het rapport van Witteveen+Bos). Witteveen+Bos plaatst wel de kanttekening dat “voor een klein aantal individuele schades beïnvloeding door mijnbouwactiviteiten niet met zekerheid is uit te sluiten.”453 De drie leden uit de begeleidingscommissie die namens de NCG-stuurgroepen deelnemen, reflecteren op deze uitkomsten in een brief die ze versturen aan de overige leden van de stuurgroepen en aan de NCG. Uit hun brief van maart 2017: “Wij stellen vast dat we met dit onderzoek aan de rand lijken te zitten van zowel de praktische als wetenschappelijke kennis die er nu is om de oorzaken van schade vast te stellen.” Het vermoeden is dat de NAM op basis van de bevindingen van de proef geen schadevergoedingen zal toekennen. Deze boodschap zal niet in goede aarde vallen bij Groningers, voornamelijk omdat gedupeerden al langer hun vertrouwen hebben verloren in het schadeproces. De leden pleiten daarom voor een onafhankelijker schadeproces en een ‘schone lei’: schades uit het verleden ruimhartig afsluiten om zo een eerste stap te zetten richting herstel van vertrouwen.454
Halverwege maart neemt NCG Alders het initiatief voor gesprekken met minister Kamp over een ‘schone lei’ voor Groningen. Het idee is dat de NAM alle openstaande schades – inclusief de schades in het buitenbied – versneld gaat afhandelen. Ook moet er een gebaar komen naar alle gedupeerden met schades die geen vergoeding hebben ontvangen. Ambtenaren van Economische Zaken schrijven in een nota aan minister Kamp dat de schone lei ‘in de kern een goed idee is’, maar nog wel vragen oproept over de uitvoerbaarheid. In dezelfde nota staan de ambtenaren stil bij de gesprekken die er tussen het ministerie van Economische Zaken, de NCG en de NAM lopen over een nieuwe aanpak van schadeafhandeling waarbij de NAM verder op afstand komt te staan (de ‘NoA-gesprekken’, zie paragraaf 6.4.5).455 De NAM steunt het idee van een schone lei.
De uitkomsten van de proef Buitengebied vormen een belangrijke aanleiding voor NCG Alders om op 31 maart 2017 aan te kondigen dat het schadeproces op de schop gaat en ook dat er een schone lei komt.
451 NCG. Evaluatie en aanbevelingen begeleidingscommissie – Proef Afhandeling schade buitengebied (Fase 1). 30 maart 2017.
452 Witteveen+Bos baseert zich onder meer op de gemeten trillingssnelheden in het buitengebied. Deze snelheden liggen onder de grenswaarde die de SBR (de ‘trillingsrichtijn) hanteert om te beoordelen of trillingen door bevingen schade aan gebouwen kunnen veroorzaken.
453 Witteveen+Bos. Schadeonderzoek Groningen buitengebied – Technische rapportage, 29 maart 2017.
454 Brief Gerard Beukema, Koos Wiersma, Merijn Wienk aan de NCG en de bestuurlijke en maatschappelijke stuurgroep NCG, 17 maart 2017.
455 Ministerie van EZ. Nota minister Kamp inzake gesprek met Alders 16 maart over ‘schone lei’, 15 maart 2017.