5 minute read

Feitenreconstructie 2012-2017

Onvrede over het schadeproces groeit De onvrede over het schadeproces blijft toenemen. Schades in het buitengebied worden niet afgehandeld, en schades die het CVW wel behandelt, worden steeds vaker afgedaan als niet-bevingsgerelateerd (‘C-schade’). Er is volgens de Groninger Bodem Beweging (GBB) een ‘zee van C-schades’ ontstaan. Haar verklaring is dat het CVW en de schade-experts schades strenger zijn gaan beoordelen, waardoor gedupeerden vaker met lege handen achterblijven. Bij de GBB komen signalen binnen dat schade-experts tegen gedupeerden hebben gezegd dat ze de opdracht hebben gekregen om ‘richting C’ te gaan. Andere signalen zijn dat de vooringenomenheid van de schade-experts is toegenomen, en dat vergelijkbare schades verschillend worden afgehandeld.

Tijdens een bijeenkomst die plaatsvindt in mei 2016 ontkennen CVW-medewerkers dat de toename van het aantal C-schades te wijten is aan een andere houding of werkwijze van de schade-experts.456 In NRC duikt in 2020 het verhaal op van Pieter Bouwman, een voormalige medewerker van het CVW. Bouwman vertelt over een voorval in 2015 waarbij een schadeverzekeraar uit Rotterdam [mogelijk CED, een van de aandeelhouders van het CVW] tijdens een personeelsbijeenkomst van het CVW komt vertellen over schademeldingen. De verzekeraar vertelt volgens Bouwman dat ongeveer 75% van de binnengekomen schademeldingen kan worden afgewezen. “Onthutst staat Bouwman op, en zegt dat dat niet in het belang is van de Groningers. Na de bijeenkomst wordt hij op het matje geroepen door zijn leidinggevende”, schrijft NRC.457

De onvrede over de C-schades is goed te verklaren. Cijfers bevestigen het beeld dat het aandeel ‘toegekende’ schademeldingen door de jaren heen slinkt, en het aandeel afgewezen schades flink toeneemt (zie figuur 6.8). Werd in 2015 (start van het CVW) ongeveer een kwart van de meldingen afgewezen, in 2017 geldt dat voor meer dan de helft van de schademeldingen. Het CVW en de NAM dragen hiervoor verschillende verklaringen aan. Het CVW wijst op ‘het voortschrijdende technische kennis en inzicht’ van de schade-experts, waardoor zij beter kunnen inschatten of een schade wel of niet door bevingen is veroorzaakt. Waarom deze kennis en dit inzicht resulteren in het afwijzen van meer schades is niet toegelicht. Een andere verklaring is dat de bevingen in frequentie en intensiteit zijn afgenomen.458 Cijfers van het KNMI bevestigen dat het aantal bevingen boven een magnitude van 1,5 in 2016 en 2017 ten opzichte van 2015 is afgenomen, maar laten zien dat er in totaal meer bevingen zijn in 2016 en 2017.459 Uit eigen onderzoek van de NAM zou daarnaast blijken dat het aantal schademeldingen maar deels verklaard kan worden door de hoeveelheid en de zwaarte van een beving.460 Volgens hoogleraar Tom Postmes is er wel degelijk een verband tussen seismiciteit (de trillingen) en schade. Volgens hem is het niet verrassend dat de een-op-een relatie ontbreekt tussen een beving en de schademeldingen direct daarna, vanwege de ‘na-ijlende’ schademeldingen, veroorzaakt door bevingen op een ander moment waarvan mensen ook nog hun schades melden (waardoor het niet goed mogelijk is om het aantal binnengekomen meldingen af te zetten tegen één specifieke beving).461

456 Hebels (7 juli 2016).

457 Middel (14 augustus 2020).

458 CVV. Informatie-overzicht door het CVW geleverd aan de Commissie, 31 maart 2021.

459 KNMI (13 januari 2022).

460 NAM. Schriftelijke inlichting met een overzicht van de schademeldingen bij NAM en CVW NAM, 13 juni 2022.

461 Verslag openbaar verhoor van de heer Postmes, 1 juli 2022.

NAM-directeur Schotman herhaalt in zijn verhoor dat er in de jaren 2012 en 2013 nog een sterke relatie was tussen een beving en het aantal meldingen. Na 2013 komen schademeldingen ‘continu’ binnen. Volgens Schotman: “een signaal van echte onvrede, van boosheid, van frustratie”.463

De NAM verstaat onder ‘toegekende’ schademeldingen alle schademeldingen waar ongeacht de oorzaak van de schade, een financieel aanbod ten behoeve van het schadeherstel is gedaan en dit aanbod door de schademelder is geaccepteerd. Dit omvat ook de schademeldingen waar geen door aardbevingen veroorzaakte schade is vastgesteld, maar waar wel een financieel aanbod voor vergoeding van de schade is gedaan.

Feitenreconstructie 2012-2017

Naast dat het aandeel afgewezen schades toeneemt, neemt het gemiddelde uitgekeerde schadebedrag af. Dit is in figuur 6.9 te zien. Voor de berekening zijn alleen de dossiers meegenomen waarbij sprake is van erkende A- of B-schade. Volgens de NAM ligt de verklaring voor de neerwaartse trend “zeer vermoedelijk in de toename van het aantal schademeldingen die zijn beoordeeld als niet ontstaan of verergerd door aardbevingen.” Deze verklaring is moeilijk te volgen, aangezien het gemiddeld schadebedrag is berekend op uitsluitend de zaken waarin schade erkend is (het kan dus niet anders dan dat er per erkende schade minder is uitgekeerd; dit staat los van het feit van de vraag hoeveel schades er in totaal wel of niet zijn erkend).

Het was op dat moment ook weleens een beetje van: ik heb tenslotte schade, laat ik eens proberen of ik die vergoed kan krijgen.

Openbaar verhoor Johan de Haan, 30 juni 2022

Figuur

Gemiddeld uitgekeerde schadebedragen naar jaar van schademelding, 2012-2017

Bron: NAM464

De C-schades blijven binnen de NAM en het CVW niet onbesproken. Tijdens een vergadering van het College van Beheer Maatschap in juli 2015 merkt een aanwezige op dat het CVW –sinds januari 2015 verantwoordelijk voor de schadeafhandeling – in vergelijking met de NAM meer schades toekent.465 Het contrast met de mededeling van december 2015 is groot. Dan staat in de notulen van een vergadering van het College dat van de schades die het CVW afhandelt, het aandeel C-schades juist groot is.466 Ook in overleggen tussen het CVW en de

464 NAM. Een helder overzicht van de schademeldingen bij NAM en CVW, juni 2022.

465 College van Beheer Maatschap. Notulen van de 568e vergadering van het College van Beheer Maatschap, 1 juli 2015.

466 College van Beheer Maatschap. Notulen van de 578e vergadering van het College van Beheer Maatschap, 17 december 2015.

NAM komen de C-schades aan bod. CVW-directeur Peter Kruyt merkt in juni 2016 op dat “de klanttevredenheid scores dalen en dit heeft te maken met de vele C-schades, toenemende intolerantie inzake die C-schades en een te strak procedurele/proces ingerichte aanpak die het CVW dient te volgen.”

Ondanks dat de samenwerking tussen de NAM en het CVW over het algemeen goed verloopt, zijn er tegelijkertijd zorgen. “De aansturing vanuit NAM is niet eenduidig, de veranderde activiteits-niveaus en schademeldings-patronen worden al snel vertaald in verzoeken om kostenreducties”, licht Kruyt toe. Door de strakke protocollen waar het CVW zich aan moet houden, stellen gedupeerden soms dat ze bij de NAM eigenlijk beter af waren. Op het voorstel van de CVW-directeur om schades sneller te herstellen of ‘meer coulance’ te betrachten bij C-schades reageert de NAM afwijzend. Dat lost het probleem niet op en “Johan [de Haan van de NAM] duidt ook op het risico dat je dan alles op moet lossen en dus ook betalen.”467 Johan de Haan, asset manager van het Groningenveld, verklaart in zijn verhoor dat de NAM niet bereid was om C-schades te honoreren: “hoe fijn dat misschien ook wel voor het CVW was.” “Gewoon met geld strooien […] dat is geen oplossing”, aldus De Haan.468

Wat je ziet is dat het aantal C-schades zienderogen toeneemt. De onvrede daarover, niet alleen bij degenen die het betreft, maar ook bij de bestuurders en de maatschappelijk organisaties, neemt echt ongekende vormen aan. Dit is niet vol te houden.

Openbaar verhoor Hans Alders, 28 september 2022

In de verhoren ontkennen de NAM en het CVW ten stelligste dat er ooit gestuurd is op bepaalde schade-uitkomsten. NAM-directeur Schotman verklaart dat er nooit is gedacht “er moet meer of minder schade worden gehonoreerd. Het is wat het is.”469 Ook het dossieronderzoek van de commissie heeft geen concreet bewijs opgeleverd dat er actief gestuurd is op het vaststellen van zo veel mogelijk C-schades ten koste van de A- en B-schades. De neerwaartse trend in het aandeel toegekende schades blijft desalniettemin opvallend, des te meer omdat een sluitende verklaring ontbreekt. Daarnaast is het begrijpelijk dat de toename in C-schades met veel achterdocht is bekeken. Ondanks dat de schadeafhandeling zelf in deze periode niet langer meer bij de NAM ligt, blijft de NAM wel een belangrijke rol spelen in het schadeproces. Het is dus goed voor te stellen dat er vervolgens twijfels rijzen over de vraag of het schadeproces wel eerlijk verloopt.

This article is from: