De VLAREM-trein 2013 en de GPBV-bealingen van VLAREM III - Deel 1

Page 1

VLAREM & G De VLAREM-trein 2013 en de GPBV-bepalingen van VLAREM III Op 16 mei 2014, zowat een jaar na de VLAREMtrein 2012, keurde de Vlaamse regering het besluit goed dat bekendstaat als de VLAREMtrein 2013. Op

24 september 2014 verscheen het besluit in het Belgisch Staatsblad. Het

besluit trad inmiddels in werking op 4 oktober 2014, maar omvat ook een aantal overgangsbepalingen.

Eerder al, namelijk op 22 september 2014, werd ook het VLAREM III gepubli-

ceerd. Het besluit, dat eveneens was goedgekeurd op 16 mei 2014, houdende bijkomende algemene en sectorale milieuvoorwaarden voor GPBV-installaties werd van toepassing vanaf 2 oktober 2014.

In dit artikel gaan wij kort in op de belangrijkste veranderingen die hiervan het gevolg zijn. In een eerste deel wordt in hoofdzaak stilgestaan bij het VLAREM III-besluit en de gevolgen van de afstemming op de CLP-verordening. In een tweede deel komen de overige bepalingen aan bod.

oktober-november 2014 | 5

K. Merckx, Sertius - Leuven

36

VLAREM III Naar analogie met de opbouw van het VLAREM II werd beslist om de algemene en sectorale voorwaarden die van toepassing zijn op de zogenaamde Geïntegreerde Preventie en Bestrijding van Verontreiniging of GPBV-installaties te groeperen in een nieuw besluit, het VLAREM III. Als gevolg van de omzetting van de richtlijn industriële emissies1, werden immers specifieke bepalingen van toepassing op de industriële activiteiten met de hoogste kans op vervuiling, gedefinieerd in bijlage I van de richtlijn. In de indelingslijst van VLAREM I betreft het de met een X aangemerkte inrichtingen. Het gaat hierbij onder meer om de energie-industrie, de productie en verwerking van metalen, de minerale en chemische industrie, activiteiten met betrekking tot afvalbeheer enzovoort. Elke industriële installatie van dit type moet aan bepaalde eisen voldoen, die verband houden met het nemen van preventieve maatregelen nemen tegen ver-

vuiling en het toepassen van de beste beschikbare technieken (BBT - BREF). De installatie mag geen aanzienlijke vervuiling veroorzaken en moet het voortgebrachte afval op de minst vervuilende manier beperken, recycleren of elimineren en moet de energie-efficiëntie maximaliseren. Verder dienen ongevallen voorkomen en hun gevolgen beperkt te worden. De locaties waar dergelijke activiteiten hebben plaatsgevonden, dienen in hun oorspronkelijke staat hersteld te worden, wanneer de activiteiten worden beëindigd. Dit zijn bepalingen die als algemene milieuvoorwaarden worden geformuleerd in VLAREM III, meer bepaald in de hoofdstukken 2.1. en 2.2. De lidstaten moeten op hun beurt een systeem voor milieu-inspectie opzetten voor de betrokken installaties. Alle installaties moeten opgenomen worden in een milieu-inspectieplan, dat regelmatig wordt gereviseerd


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.