Energiescans bij KMO's

Page 1

Het energieverbruik van KMO’s kan, afhankelijk van de sector, verantwoordelijk zijn voor

een aanzienlijk deel van de productiekosten. Aangezien KMO’s vaak niet de mensen, noch de middelen hebben om een voltijdse energieverantwoordelijke aan te stellen, blijft het moni-

toren van het energieverbruik vaak onder de radar. Om aan dit probleem tegemoet te komen biedt het Agentschap Ondernemen nog tot eind maart 2015 gratis eerstelijnsenergiescans

aan. Op deze manier wordt getracht om inzicht te bieden in het huidige energieverbruik en een aanzet te geven om energie zo rationeel mogelijk te gebruiken en op te wekken. F. Christiaens, E20 - Gent en F. Vercammen, Ecorem (ABO-Group) - Aartselaar

E

en energiescan start met een volledige rondgang doorheen het bedrijf, waarbij wordt gekeken naar de gebouwschil, alle technische installaties (stookplaats, koeling, ventilatie, perslucht, stoom, batterijladers), verlichting, elektrische toestellen, … Tijdens dit plaatsbezoek worden bij de gebouwverantwoordelijke en eventueel de gebruikers gepolst naar tekortkomingen, klachten en gewoonten. Na het opmeten van de gegevens en het verwerken van de bestaande toestand in een be-

schrijvend rapport, worden de vaststellingen gebruikt om verdere analyses uit te voeren. De resultaten van deze analyses worden toegevoegd aan de beschrijving van de bestaande toestand. Hieronder volgt een opsomming van enkele analyses die kunnen uitgevoerd worden: · Berekening van de warmteverliezen doorheen de gebouwschil en vergelijking van de verschillende warmteverliezen per gebouwschildeel (in %).

· Berekening van relevante installatieparameters zoals het aantal vollast-uren van de stooktoestellen, inschatting van rendementen van stook- en koudetoestellen en distributie. · Vergelijking van het geïnstalleerde stookvermogen met de gebouwgrootte en de bouwfysische eigenschappen van het gebouw. · Bekijken en berekenen van relevante parameters inzake verlichting.

oktober-november 2014 | 5

Energiescans bij kmo’s


ENERGIESCAN

energie

5% motor

verlies 95% warmte in perslucht 5%

straling, convectie

85%

5% mee met perslucht

beschikbare warmte

Van de elektrische energie voor het aandrijven van de luchtcompressor kan 85% teruggewonnen worden als warmte.

oktober-november 2014 | 5

Na een uitvoerige bespreking van de bestaande toestand en het aanvullen met analyseresultaten, worden alle verzamelde energiegegevens in kaart gebracht en geanalyseerd. Hiervoor wordt een opsplitsing gemaakt naar volgende energiedragers: elektriciteit, aardgas, stookolie en overige bronnen (biomassa, pellets, steenkool, propaan, …). Per energiedrager wordt, afhankelijk van de gegevens die beschikbaar zijn, de evolutie van het maandelijkse energieverbruik in kaart gebracht. Voor de maandelijkse trends per type verbruik wordt het laatste beschikbare volledige kalenderjaar gebruikt. Tot slot wordt nog een overzicht van de energiestromen binnen het gebouw en een verdeling van het verbruik over de verschillende gebouwschil-delen en technische installaties opgemaakt en weergegeven in een tabel. Deze zullen onder meer de besparingsprioriteiten bepalen.

Uit de inventarisatie van het gebouw en de analyse van de energiegegevens worden een aantal prioritaire maatregelen afgeleid. Deze mogelijke energiebesparende maatregelen worden geclusterd volgens thema (bouwkunde, HVAC, verlichting, …) en er wordt gedetailleerd beschreven wat de mogelijke energetische verbeteringen inhouden en hoe men ze kan realiseren. Daarnaast worden per maatregel volgende parameters bepaald: · mogelijke besparing in kWh en euro (volgens de meest recente energieprijzen van de kmo); · geraamde investeringskost (excl. BTW); · interne rendementsgraad (IRR) op twintig jaar; · eenvoudige terugverdientijd (jaar); · eventuele subsidies of premies die men kan verkrijgen. Daarna wordt een kosten-batenanalyse gemaakt van alle voorgestelde acties en maat-

regelen, ingedeeld in volgorde van terugverdientijd, investeringskosten en geraamde energiebesparing in kWh. De quickwins en REG-investeringen op middellange en lange termijn worden op die manier duidelijk onderscheiden.

bieden een hoger lichtcomfort en verbruiken tot 20% minder energie. Daarnaast zijn de bestaande armaturen vaak ook slecht geplaatst, waardoor met minder armaturen op een meer doordachte plaats vaak betere resultaten bekomen worden. Een nog grotere besparing kan gerealiseerd worden door het vervangen van halogeenspots door LED-verlichting. Voor hetzelfde lichtcomfort zal LED-verlichting tot 80% minder elektriciteit verbruiken. Verwarming

Een andere verbruiker waarrond veel kmo’s significante energiebesparingen kunnen realiseren, is de verwarming. Bij veel kmo’s die gevestigd zijn in oudere gebouwen, is nog steeds een verouderde stookinstallatie in gebruik. Deze verouderde installaties hebben over het algemeen twee problemen: ze zijn overgedimensioneerd en zijn van het niet-condenserende type. Wanneer een ketel overgedimensioneerd is, zal deze veel op deellast draaien, wat slecht is voor het rendement van de installatie.

Een eerstelijnsenergiescan zorgt voornamelijk voor een bewustwording bij het management en kan leiden tot het begin van een duurzamer energiebeleid. Veelvoorkomende maatregelen Bij het uitvoeren van energiescans in kmo’s valt het op dat in veel bedrijven dezelfde problemen terugkomen. Deze zijn onder te verdelen in volgende categorieën: verlichting, verwarming en perslucht. Verlichting

Op het gebied van verlichting is het probleem vaak dat er gebruik wordt gemaakt van verouderde armaturen die gebruikmaken van TL-verlichting van het type T8 met conventionele voorschakelapparatuur. Deze verlichting heeft de volgende nadelen: · Het elektrisch verbruik van conventionele ballasten bedraagt ongeveer 25% van het verbruik van de lampen. · Het lichtrendement van T8 TL-lampen is laag vergeleken met moderne T5 TL-lampen (90 lumen/W versus 100 lumen/W). · De optieken van deze armaturen zijn niet erg lichtefficiënt en kunnen mogelijk storend zijn (reflectie op pc-scherm). · De flikkering aan 50 Hz van de lampen kan als ‘storend’ worden ervaren. Dit type lampen wordt dan ook beter vervangen door de zuinigere T5 TL-lampen. Deze

Ook het feit dat deze ketels niet-condenserend zijn, zorgt ervoor dat er veel latente warmte verloren gaat in de rookgassen. De warmtewinst door deze warmte via condensatie uit de rookgassen te recupereren, bedraagt bij stookolie 6%, bij aardgas zelfs 11%. Een condensatieketel kan probleemloos op de meeste verwarmingssystemen worden aangesloten. Zelfs een combinatie met aangepaste convector is mogelijk. Condensatie vindt plaats bij lagetemperatuur-verwarmingssystemen. Om echt het allerzuinigst te verwarmen, kan best de temperatuur van het ketelwater zo laag mogelijk gehouden worden. Bijvoorbeeld: 70°C voor het CV-water naar de radiatoren en 50°C voor het retourwater van de radiatoren naar de ketel. In de tussenseizoenen zullen de warmteafgiftesystemen nog voldoende warmte afgeven bij een lage keteltemperatuur om het gebouw te verwarmen. Gedurende deze periode kan het maximale voordeel uit de condensatieketel gehaald worden, wat een besparing tot 11% betekent op het gasverbruik. Tijdens de koudste periode zal de ketel echter een hogere temperatuur moeten aanhouden om voldoende warmte in het gebouw te kun-


ENERGIESCAN

Perslucht

Veel kmo’s beschikken over één of meer compressoren voor de aanmaak van perslucht die nodig is om bepaalde toestellen te doen draaien of voor andere toepassingen in het productieproces. Perslucht is echter een dure vorm van energie. Het rendement van een compressor is immers zeer laag. Slechts 5 tot 10% van de aangewende elektriciteit wordt omgezet in nuttig te gebruiken persluchtenergie. Bij een elektriciteitsprijs van 10 ct/kWh betekent dit dat de perslucht tussen de 1 en 2 euro/kWh kost. Eerst moet worden nagegaan of perslucht wel de juiste energievorm is voor de toepassing. Elektrisch aangedreven apparaten hebben een veel hoger energierendement dan persluchtaangedreven apparaten. Is perslucht onvermijdelijk, dan zijn een goede dimensionering, een optimale uitbating en regelmatig onderhoud van de luchtcompressor en het persluchtnet ten zeerste aan te raden. Wanneer lucht wordt gecomprimeerd, wordt

de toegevoerde energie (meestal elektriciteit) voor ongeveer 95% uiteindelijk omgezet in warmte. De rest gaat verloren in de elektromotor. Van die 95 % wordt circa 5% afgevoerd door convectie en straling, 5% gaat mee met de perslucht in de leiding, en de rest staat ter beschikking voor mogelijke warmteterugwinning.

Uiteraard moet elke situatie vanuit economisch standpunt worden bekeken. Meestal zijn er bijkomende investeringen nodig die afhankelijk zijn van elementen als de afstand van de compressoren tot de te verwarmen ruimten, de benutting van de warmte, ...

Van de elektrische energie voor het aandrijven van de luchtcompressor kan 85 % teruggewonnen worden. Vooral luchtgekoelde compressoren geven de mogelijkheid om dit zonder grote investeringen te doen. De koellucht kan relatief eenvoudig via kanalen naar afnemers van ruimteverwarming worden geleid. Via een klep kan de koellucht naar buiten worden geleid indien er geen warmtevraag is (buiten het stookseizoen). De warme lucht is doorgaans beschikbaar op een temperatuur van 50 à 60°C. Bij water- of oliegekoelde systemen kan de temperatuur van het koelwater of de olie tot 90°C bedragen, vergelijkbaar met de temperatuur van een gebruikelijke centrale verwarming. Het plaatsen van een warmtewisselaar volstaat om deze warmte over te dragen op lucht of water.

Met milieubeleid ga je best om met kennis van zaken.

Besluit Uit de resultaten van uitgevoerde energiescans blijkt dat er in kmo’s nog zeer veel energie kan bespaard worden en er nog ruime CO2-uitstootreducties mogelijk zijn. Een eerstelijnsenergiescan is hierbij een eerste stap. Vaak zorgt deze scan voornamelijk voor een bewustwording bij het management en kan de energiescan leiden tot het begin van een duurzamer energiebeleid in de onderneming. De energiescans bieden verder ook een eerste inzicht in de mogelijke besparingsmogelijkheden en welke van deze maatregelen ook economisch efficiënt zijn. Op deze manier wint iedereen: het milieu, door een verminderd energieverbruik, en de ondernemer, door een lagere energiefactuur. frederik.christiaens@abo-group.eu flor.vercammen@abo-group.eu

D$k\Z_ `j ^\jg\Z`Xc`j\\i[ `e1 n D`c`\lm\i^lee`e^\e n <ok\ie\ d`c`\lZf i[`eXk`\ n D`c`\lXl[`kj \e @JF n M\`c`^_\`[jiXggfikX^\ \e Æjkl[`\j n D`c`\l\]]\Zk\eiXggfikX^\ \e Æjkl[`\j n Fg\e il`dk\ \e gcXefcf^`\ n <e\i^`\jkl[`\j n 8;I$i\^\c^\m`e^ n 8]mXc$ \e Yf[\dn\k^\m`e^

Hasselt Gent Brussel Namen

Maastrichterstwg 210, 3500 Hasselt T. 011/22 32 40 • F. 011/23 46 70 Industrieweg 118-b4, 9032 Gent T. 09/216 80 00 • F. 09/375 36 17 Clovislaan 82, 1000 Brussel T. 02/734 02 65 • F. 02/734 61 80 Route de Hannut 55, 5004 Bouge (Namur) T. 081/22 60 82 • F. 081/22 99 22 info@m-tech.be

www.m-tech.be

oktober-november 2014 | 5

nen afgeven. Dit vermindert het rendement van de ketel. Toch zal een condenserende ketel in alle omstandigheden een hoger rendement halen dan een klassieke of HR-ketel.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.