Geluidshinder en geurhinder worden door de Vlaamse burger vandaag aangemerkt als
de belangrijkste milieugerelateerde vormen van mogelijke hinder en overlast. De verschijningsvorm van geluid kan bovendien zeer
divers zijn. Het kan gaan om ‘stabiel’ geluid
maar irritaties ontstaan nog vaker ten gevol-
ge ‘incidenteel’, ‘fluctuerend’, ‘impulsachtig’ en ‘intermitterend’ geluid. Wij staan even stil bij een aantal belangrijke aandachtspunten. K. Merckx en J. Boelanders, Sertius - Leuven
Geluidsnormering in Vlaanderen Incidenteel, impulsachtig of intermitterend
februari-maart 2014 | 1
D 20
e Vlaamse regering heeft in het VLAREM II, meer bepaald de hoofdstukken 2.2 en 4.5 en hun bijlagen, de milieukwaliteitsnormen en richtwaarden vastgesteld voor omgevingslawaai. De wetgeving hieromtrent is vrij complex en voor bedrijven is het niet altijd duidelijk aan welke eisen zij precies moeten voldoen. Dit heeft onder meer te maken met het onderscheid dat wordt gemaakt tussen zogenaamde ‘bestaande inrichtingen’, ‘nieuwe inrichtingen’ en ‘veranderingen’ die in de loop van de tijd kunnen worden aangebracht aan deze inrichtingen. Een bestaande inrichting is een ingedeelde inrichting of onderdeel ervan waarvoor de
exploitatie op 1 januari 1993 was vergund of waarvoor vóór 1 september 1991 een vergunningsaanvraag was ingediend. Voor de bepaling van geluids(druk)niveaus wordt onder meer gebruikgemaakt van de term LA95,1h. Deze term geeft de geluidsniveauwaarde aan die gedurende 95% van de meetduur van 1 uur wordt overschreden. Om het veranderende geluidsniveau, veroorzaakt door een nieuwe inrichting of de verandering aan een bestaande inrichting, te beschrijven wordt gebruikgemaakt van de begrippen ‘oorspronkelijk omgevingsgeluid’ en ‘specifiek geluid (Lsp)’.