STRES
Wanneer is ecologiesteun strategisch? De recente ecologiesteunregeling STRES is een belangrijk instrument om groene spitstech-
nologie te stimuleren. Wat is het verschil tussen STRES en de Ecologiepremie Plus (EP-PLUS)?
Welke investeringen komen in aanmerking voor de subsidie? En hoe wordt het bedrag van de steun berekend?
E. Hooyberghs, VITO - Mol
B
april-mei 2014 | 2
edrijven die in Vlaanderen ecologische investeringen uitvoeren, kunnen via de ecologiesteunregeling subsidies krijgen van de Vlaamse overheid. Momenteel zijn er twee steunregelingen van kracht: de Ecologiepremie Plus (EP-PLUS) en de aanvullende strategische ecologiesteun (STRES). Dat laatste steunregime is vrij nieuw: het trad op 20 december 2012 in werking. Met de strategische ecologiesteun wil de Vlaamse overheid kmo’s en grote ondernemingen stimuleren om te investeren in groene spitstechnologie. Het doel: een groenere economie. De ecologiesteunregeling is een instrument van het Agentschap Ondernemen en ressorteert onder de bevoegdheid van minister-president Kris Peeters.
38
Ecologische investeringen De ecologische investeringen worden ingedeeld in drie groepen. Ten eerste zijn er milieutechnologieën, met als hoofddoel emissies van schadelijke stoffen voorkomen of beperken. Energietechnologieën vormen de tweede groep; daarbij staat de reductie van het primaire energieverbruik centraal. De derde groep omvat de investeringen in hernieuwbare-energietechnologieën.
Technologieën die al ondersteund worden via een andere weg, komen in het algemeen niet in aanmerking voor de ecologiepremie. Als
bedrijven bijvoorbeeld investeringen doen waarbij ze recht hebben op groenestroomcertificaten of WKK-certificaten, dan kunnen ze
STRES
Strategische waarde Om in aanmerking te komen voor de strategische ecologiesteun (STRES) moet het investeringsproject een strategische waarde hebben voor de onderneming. De beoordeling van dat strategische karakter gebeurt door een beoordelingscommissie binnen het Agentschap Ondernemen aan de hand van een aantal criteria. Zo moeten de projecten onder meer een integrale milieu- of energieoplossing op bedrijfsniveau bieden. Wettelijk kader Op Europees vlak is de ecologiesteunregeling (zowel STRES als EP-PLUS) gebaseerd op de verordening (EG) nr. 800/2008 van de Commissie van 6 augustus 2008 (de algemene groepsvrijstellingsverordening). Op Vlaams niveau vindt de strategische steunregeling haar wettelijke grondslag in:
een 160-tal technologieën die in aanmerking komen voor de ecologiepremie. Voor elke technologie van de lijst worden het subsidiepercentage en de ecologische meerkosten vermeld, zowel voor kmo’s als grote ondernemingen, waardoor het steunbedrag onmiddellijk gekend is. In tegenstelling tot de technologieën die in aanmerking komen voor de EP-PLUS, kan men strategische investeringen niet standaardiseren. Door hun unieke bedrijfsspecifieke karakter is een ad-hocbenadering noodzakelijk. Men kan die investeringen dus niet opnemen in de limitatieve technologieënlijst (LTL) voor de EP-PLUS. De steun voor een strategisch ecologieproject dient daarom aangevraagd te worden via een aanvraagformulier. Hoe wordt het bedrag van de steun bepaald? Het steunbedrag is gelijk aan de ecologische meerkosten vermenigvuldigd met het subsidiepercentage. Ecologische meerkosten
De steun wordt berekend op basis van de ecologische meerkosten van de essentiële investeringscomponenten van de technologieën waarin geïnvesteerd wordt. Die ecologische
Het subsidiepercentage hangt af van de grootte van het milieuvoordeel en van het belang van het milieuthema voor Vlaanderen. · het decreet betreffende het economische ondersteuningsbeleid van 16 maart 2012; · het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2012 tot toekenning van steun aan ondernemingen voor strategische ecologie-investeringen in het Vlaamse Gewest. Welke technologieën? De ecologie-investeringen die in aanmerking komen voor STRES moeten minstens 3 miljoen euro bedragen. Strategische ecologieprojecten kunnen sterk uiteenlopen. Het kan gaan om doorgedreven aanpassingen of omvormingen aan bestaande installaties, maar ook om nieuwe milieu- en energievriendelijke productieprocessen. Andere mogelijke investeringen zijn bedrijfsoverschrijdende warmtenetten of diepe-geothermieprojecten voor het opwekken van elektriciteit. EP-PLUS versus STRES De EP-PLUS-steunregeling loopt via een webapplicatie, met een limitatieve lijst van
ONDERSTEUNING MILIEU MILIEUCOÖRDINATOR MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG UITBOUW ZORGSYSTEEM WERKGROEPEN OP DE WERKVLOER ADMINISTRATIE & ADVIES DATA STORAGE SYSTEEM
meerkosten berekent men door de geplande ecologie-investeringen te vergelijken met de respectieve standaardtechnologieën. Is de (sub)sector onderwerp van een Vlaamse of Europese studie over Beste Beschikbare Technieken (BBT) of een Best Available Techniques Reference Document (BREF)? Dan worden de hierin beschreven BBT of Best Available Techniques (BAT) als standaardinvestering genomen. Als de (sub)sector geen onderwerp is van een BBT-studie of BREF, dan is de standaardinvestering een technisch vergelijkbare installatie met eenzelfde productiecapaciteit als de vooropgestelde ecologie-investering. De standaardinvestering voldoet minimaal aan de geldende Vlaamse of Europese normen inzake milieubescherming en energie-efficiëntie. Subsidiepercentage
Het subsidiepercentage voor een strategisch ecologieproject wordt bepaald op basis van: - het type investering; - de ecoklasse waartoe een technologie be-
DUURZAAM ONDERNEMEN OPLEIDINGEN
Kortrijkstraat 75 bus 1 8550 Zwevegem Kerkstraat 108 9050 Gentbrugge T +32 (0)56 499 499 milieu@consultes.be preventie@consultes.be www.consultes.be
april-mei 2014 | 2
daarvoor geen ecologiepremie krijgen. Bovendien komen technologieën enkel in aanmerking voor subsidies als ze performanter zijn dan de standaardtechnologie of als de emissies meer gereduceerd worden dan wettelijk opgelegd.
39