![](https://assets.isu.pub/document-structure/210622100846-7511ac50432f5253ea304bfe07a94120/v1/5820d918a3e31329d72399eea0bcac85.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
2 minute read
Meubilair
c. Geef aan welke actie je gaat ondernemen om het toestel beter te leren kennen.
d. Met welke toestellen kom je nog meer in aanraking?
e. Welke toestellen zou je beter willen leren kennen?
f. Wat ga je doen om deze toestellen beter te leren kennen?
Een multifunctionele zaal of een recreatiezaal wordt voor talloze doeleinden gebruikt. Je hebt daarvoor meubilair nodig. Meubilair als stoelen, banken en tafels. Je let bij de keuze van het meubilair op de doelgroep waarvoor je deze gebruikt. Kinderen zitten niet goed op te hoge stoelen en tafels. Je zorgt voor aangepast meubilair. Kinderen en jongeren kunnen onbezonnen en daardoor onzorgvuldig omgaan met apparatuur, materialen en meubilair. Ook daar houd je rekening mee.
Materialen moeten veilig zijn in gebruik en niet beschadigd raken. Stel dat je een knutselactiviteit organiseert en je hebt alleen de tafels uit het restaurant. Je zorgt in dat geval dat het tafelblad geen beschadigingen op kan lopen, daarom gebruik je beschermende materialen als papieren tafelkleden of plastic zeil. Stel dat je een disco organiseert, dan zorg je voor een grote bewegingsruimte met zo min mogelijk obstakels. Ook is er ‘plastic’ glaswerk. Zo voorkom je ongelukken, beschadigingen en vernielingen.
Een zaal die dienst doet als vergaderruimte of congreszaal vraagt om extra voorzieningen. Denk aan apparatuur voor licht en geluid, microfoons, speakers en versterkers. Ook de aanwezigheid van een beamer, laptop en videoapparatuur is een noodzakelijke voorziening. Naast alle elektronica zorg je voor flip-overs en/of (digitale) schrijfborden. Over de inrichting van de zaal voer je altijd vooraf overleg. Meubilair zet je klaar in de gevraagde opstelling.
De zaal geef je een passende aankleding met materialen als een tafelkleed, bloemen, water en glazen op de tafel. Koffie, thee en fris staat met alle toebehoren overzichtelijk opgesteld op de aangewezen plek.
Gebruiksklaar. De vergadering kan beginnen.
Opdracht 4 Meubilair
Bekijk de vergaderruimte op de foto. a. Welk meubilair is aanwezig?
b. Welke eisen stel je aan dit meubilair?
c. Wat vind je van de plaats waar het beeldscherm hangt?
Opdracht 5 Poster
Bij deze opdracht werk je samen met vier klasgenoten.
Samen vormen jullie een team. In het team is regelmatig onduidelijkheid over de materialen die je bij een programma gebruikt. De leidinggevende vraagt jou en enkele collega’s om voor enkele standaardactiviteiten een poster op A4-formaat te ontwerpen. De posters komen in de voorraadruimte te hangen. Zo hoeft niemand meer om raad te vragen en kan iedereen zelf aan de slag. Ook vraagt de leidinggevende om op de poster een eenvoudige instructie op te nemen waarmee beschadigingen en ongelukken in de ruimte voorkomen kunnen worden.
De leidinggevende wil een poster voor de benodigde materialen en instructie voor: • een bingoavond • een schminkuurtje • een les sh’bam • een spetterfestijn voor peuters in het peuterbad • een badmintontraining.
a. Welk onderwerp kies jij voor je poster?
b. Bespreek in het team de verdeling van de posters, zodat er vijf posters gemaakt worden. c. Zoek eventueel informatie op internet. d. Maak de poster. Zorg voor een overzichtelijke indeling. Gebruik zo veel mogelijk afbeeldingen en/of foto’s en zo weinig mogelijk tekst. e. Bespreek het resultaat van de posters met elkaar. f. Pas eventueel jouw poster aan. g. Hang de posters naast elkaar op een opvallende plek in het lokaal. h. Je kunt de uitwerking van deze opdracht in je portfolio opnemen. Maak hierover dan afspraken met je docent. Geef bij de uitwerking aan welke bijdrage jij aan het resultaat van deze opdracht hebt geleverd.