PREVIEWVERSIE
COMMUNICATIEENGEDRAGVOORSOCIAALWERK
COLOFON
BoomBeroepsonderwijs
info@boomberoepsonderwijs.nl www.boomberoepsonderwijs.nl
Auteur(s):L.Benjamin,I.Campfens,T.Cremers,C.M.vanEck,R.deGroot, HansoEducatie,G.Hingstman,A.Klaassen,M.deKnikker,N.Koopman,V. Landsmeer-Dalm,M.Liebregts,D.v.Loon,S.vanMameren
Inhoudelijkeredactie:V.Landsmeer-Dalm,M.Liebregts
Titel:Communicatieengedragvoorsociaalwerk
ISBN:9789037266917
1edruk/1eoplage
Bronvermelding:
©2024BoomBeroepsonderwijs|Boom BehoudensdeinofkrachtensdeAuteurswetgesteldeuitzonderingenmagnietsuit dezeuitgavewordenverveelvoudigd,opgeslagenineengeautomatiseerd gegevensbestand,ofopenbaargemaakt,inenigevormofopenigewijze,hetzij elektronisch,mechanisch,doorfotokopieën,opnamenofenigeanderemanier,zonder voorafgaandeschriftelijketoestemmingvandeuitgever.
Voorzoverhetmakenvanreprografischeverveelvoudigingenuitdezeuitgaveis toegestaanopgrondvanartikel16hAuteurswetdientmendedaarvoorwettelijk verschuldigdevergoedingentevoldoenaandeStichtingReprorecht (www.reprorecht.nl).Voorhetovernemenvan(een)gedeelte(n)uitdezeuitgavein bijvoorbeeldeen(digitale)leeromgevingofeenreaderinhetonderwijs(opgrondvan artikel16,Auteurswet1912)kanmenzichwendentotStichtingUitgeversorganisatie voorOnderwijslicenties(Postbus3060,2130KBHoofddorp,www.stichting-uvo.nl).
PREVIEWVERSIE
Deuitgeverheefternaargestreefddeauteursrechtenteregelenvolgensdewettelijke bepalingen.Degenendiedesondanksmenenzekererechtentekunnendoengelden, kunnenzichalsnogtotdeuitgeverwenden.
Doorhetgebruikvandezeuitgaveverklaartukennistehebbengenomenvanen akkoordtegaanmetdespecifiekeproductvoorwaardenenalgemenevoorwaarden vanBoomBeroepsonderwijs,tevindenopwww.boomberoepsonderwijs.nl.
VOORWOORD
AngerensteinZorg&Welzijniseencompleteserieleermiddelenvoordevolgende kwalificatiedossiers:
• Maatschappelijkezorg
• Pedagogischwerk
• Sociaalwerk
• Verzorgende-IG.
Voordesociaalwerkerisvakkennisvanuiteenlopendeonderwerpenvangrootbelang. Ditvormtdebasisvoorhethandelenindeberoepspraktijk,waarbijdecliëntmetzijn wensenenbehoeftencentraalstaat.DebronnenboekenvanAngerensteinZorg& Welzijnbevattenallebenodigdetheorievoordebeginnendeberoepsbeoefenaar.
DeserieleermiddelenvoorhetkwalificatiedossierSociaalwerkbestaatuitvijf bronnenboekenmetonlineaanvullendeverwerkingsopdrachten,kritische beroepssituatiesentoetsen:
• Decontextvansociaalwerk
• Mensenenproblematiek
• Communicatieengedragvoorsociaalwerk
• Methodischhandelenvoorsociaalwerk
• Professionalsociaalwerk
Koppelingkwalificatiedossier2024
Elkthemaheefteenkoppelingmeteenofmeerwerkprocessenvanhet kwalificatiedossier.Hierondertrefjeperthemaaanmetwelk(e)werkproces(sen)dit isgekoppeld:
PREVIEWVERSIE
Communicatieengedragvoorsociaalwerk
‘Communicatieengedragvoorsociaalwerk’iseenvandevijfboekenvoordeopleiding sociaalwerk.Ditboekbeschrijftallekennisoverelkcommunicatie-engedragsaspect datvanbelangisvoordesociaalwerker.Hetgaathierbijom communicatievaardighedenengedragsvaardighedendiedehijinzettijdenszijn werkzaamhedenrichtingdedoelgroep,andereprofessionals(zoalscollega’s), ketenpartners,instantiesenorganisaties.
PREVIEWVERSIE
Debeschreventheorieenverwerkingsopdrachtenzijngebaseerdopdevisiewaarbij decliëntcentraalstaatenhijofzijzoveelmogelijkdeeigenregiebehoudt.
Decliëntcentraal
Decliëntenzijnondersteuningsvraagstaancentraaltijdensjouwwerkalssociaal werker.Metbehulpvandeuitgangspuntenvande‘PositieveGezondheid’gajeals sociaalwekermetdecliëntingesprekomteachterhalenwelkeondersteuningvoor hembelangrijkis.Uitgangspunthierbijisdatdecliëntzoveelmogelijkderegieover zijneigenlevenbehoudt.Deondersteuningkomtindeeersteplaatsvanuitdeeigen leefomgeving(interprofessioneel)enindetweedeplaatsvanuitdeprofessional(s).
PREVIEWVERSIE
Opbouwtheorie
1. Basistheorie
2. Kritischeberoepssituatie
3. Verdieping
4. Begrippen
Basistheorie
Debasistheoriebevatinformatiedierelevantisvoordesociaalwerker.Detheorie wordtverlevendigdmetvoorbeelden.Belangrijkebegrippenwordenindetekst uitgelegdenzijnvetgemaakt.
Wanneerjeindelinkerkantlijnditicoontjeziet,kunjeindebijhorendedigitale leeromgevingeenonlineaanvullingvindenindevormvaneenvideofragment, verwijzingnaareenwebsiteofeendocument.
Kritischeberoepssituatie(KBS)
IndeKBSwordjegeconfronteerdmeteenprobleemstellingofdilemmawaarbijje nietkuntterugvallenoproutinematighandelen.ElkeKBSheefteenkoppelingmet eenkernwaardeeneenvandeartikelenuitdeberoepscodevoordesociaalwerker. Doorallethema’svanalleboekentedoorlopenmaakjekennismetdediverseartikelen uitdeberoepscode.OnlinevindjebijelkeKBSaanvullendeopdrachten.Destructuur vandeopdrachtenvolgtdestappenvanhetethischredeneren.Opdiemanieroefen jealsbeginnendberoepsbeoefenaarregelmatigmetdezemaniervanredeneren,leer jediversesituatiesgoedtedoorzienenkunjeberedeneerdhandelenendelinkleggen metdeartikelenuitdeberoepscodevoordesociaalwerker.
Verdieping
Enkelethema’sbevatteneenaanvullendeverdieping.Inditonderdeel,dat deonderzoekendehoudingstimuleert,wordthetthemaverderuitgebouwd.De verdiepinghoudtnietalleenverbandmethetonderwerpvanhetthema,maarheeft ookeenrelatiemeteenvandevolgendeaspecten:deberoepscode,onderzoek,wetenregelgevingofeendilemma.
Begrippen
Aanheteindevanelkthemawordendebelangrijkstebegrippen(dieindetheorie vetgedruktzijn)overzichtelijkopgesomd,metdaaronderdebetekenisvanhetbegrip.
Digitaleleeromgeving
DaarnaastkentAngerensteinZorg&Welzijnonlineenkeleaanvullingen,diebeschikbaar zijnviawww.boomdl.nl.Hetgaatomdevolgendezaken:
• verwerkingsopdrachten
• kritischeberoepssituaties
• uitdagingen
• toetsen
• videofragmenten.
Voordatjededigitaleleeromgevingkuntgebruiken,moetjejelicentieactiveren:
• Overlegmetjedocentwelktypeaccountjegebruikt.
• Ganaarwww.boomberoepsonderwijs.nl/licentie.
• Bekijkdeinstructiefilmofleeshetstappenplan.
• Volgdestappen.
Daarnakunjeaandeslag!
Verwerkingsopdrachten
Bijelkthemahorenenkeleverwerkingsopdrachten.Dezeopdrachtenhelpenjede informatieuitdetheorieteverwerkenentoetepassen.
Uitdagingen
Tijdensdeuitdagingwerkjemetmeerderestudentenaaneengroteopdrachtopbasis vanverschillendethema’s.Daarbijwordteenberoepgedaanopje samenwerkingsvaardighedenenjecreativiteit.Deuitdaginglevertaltijdeenproduct opdatwordtbeoordeeld.
Aanspreekvorm
AanspreekvormIndetheorieenverwerkingsopdrachtenwordtdelezerzoveelmogelijk aangesprokenmetdeneutraleje-vorm,metalsdoelomeeninclusieveomgevingte creërenwaariniedereenzichvertegenwoordigdvoelt.Daarnaastwordterter afwisselingbeperktdeaanspreekvormen'hij'of'zij'gehanteerd.Hetisbelangrijkop temerkendatwaar'hij'staat,ook'zij'gelezenkanwordenenandersom,omervoor tezorgendatallelezerszichaangesprokenenerkendvoelen.
VeelplezierensuccesmethetwerkenmetAngerensteinZorg&Welzijn!
PREVIEWVERSIE
Wecommunicerendeheledag,bewustenonbewust.Communicatieisbijvoorbeeld nodigominformatieovertebrengenensamentekunnenwerken.Goedcommuniceren isnieteenvoudig.Komtjouwboodschapwelgoedover?Alsdecommunicatieniet goedverlooptontstaaterruis.Doormiddelvanhetmakenvandeopdrachtendoeje kennisenvaardighedenop,waardoorjebeterinstaatbentomgoedtecommuniceren.
Stelling
Ookalsiknikszeg,communiceerik.
Doelen
Tijdensdeverwerkingsopdrachtenwerkjeaandeonderstaandedoelen:
PREVIEWVERSIE
• Jeomschrijftdebegrippenbinnenhetcommunicatieschema.
• Jeintegreertdeverschillendedoelenvancommuniceren.
• Jegeefaanhoedeverbaleennon-verbalecommunicatieopelkaarafgestemd zijn.
• Jegeeftaanhoeinhoudsniveauenbetrekkingsniveauingesprekkenvoorkomen.
• Jedemonstreerthoemetacommunicatieencommunicatieruisinhetwerk voorkomen.
1.1 Opwarmenenoriënteren
Opdracht1 Communiceren
Iedereencommuniceert.Datkanzijnthuis,opschool,metvrienden.Zijnerook momentendatwenietcommuniceren?Indevolgendeoefeninggajedestelling bespreken.Doeditmetdegroep.
Stelling
Ookalsiknikszeg,communiceerik.
a. Watvindjevandestelling?Onderbouwjeantwoord.
b. BekijkhetfilmfragmentvanMr.Bean.
c. Noteerzoveelmogelijkvormenvancommunicatiediejewaarneemtinhetfilmpje.
d. Bespreekdewaargenomencommunicatievormenendestellingmetelkaaren komgezamenlijktotconclusiesrondomdestelling:'Ookalsiknikszeg, communiceerik'.
Opdracht1 Hints
Communicerenvindtopiedermomentplaats,zowelverbaalalsnon-verbaal.Inde volgendeopdrachtbrengjeeenboodschapopnon-verbalewijzeover,jemagerdus nietbijpraten.Voordezeopdrachtformeerjeeengroepjemetviermedestudenten.
PREVIEWVERSIE
a. Verzinindividueeleenwoord,begripofzindiejenon-verbaalgaatoverbrengen opjemedestudenten.
b. Zetnon-verbalecommunicatie,zoalsgebaren,mimiekenzovoortinomjouw gekozenwoord,begripofzinzogoedmogelijkovertebrengen.
c. Deanderestudentenproberenteachterhalenwatjijzeduidelijkwiltmaken.
d. Zodrahetjemedestudentenisgeluktomjouwnon-verbaleboodschapte achterhalen,isdevolgendestudentaandebeurt.
e. Alsiederestudentuithetgroepjeeenboodschapheeftovergebracht,wisselen jullieervaringenuitoverzowelhetoverbrengenalshetachterhalenvande boodschappen.Trekvervolgensgezamenlijkeconclusies.
1.2 Wetenenbegrijpen
Opdracht1 Communicatieschema
Alsjeingesprekbentmeteenanderverlooptdecommunicatievolgenseenproces. Maakonderstaandevragenoverhetcommunicatieproces. Doedezeopdrachtenindividueel.
a. Watisdeomschrijvingvanhetbegripcommunicatie?
b. Wanneerisersprakevantweerichtingsverkeerindecommunicatie?
c. Communicatieverlooptvolgenseenproces,waarbijverschillendeaspectenvan invloedzijn.Zetdejuisteaspectenbijdejuisteomschrijving.
Aspect
Omschrijving
hetoverbrengenvaneen boodschapviaeenkanaal,zoals e-mail,WhatsApp,socialemedia zender
iederspersoonlijkewaarden, normen,ideeënengewoontendie vaninvloedzijnophetcoderenen decoderenvanboodschappen boodschap
degenevoorwiedeboodschapis bedoeld ontvanger
PREVIEWVERSIE
hetomzettenvangedachtenineen specifiekeboodschap medium
degenediedecommunicatie opstart coderen hetontcijferenvaneenboodschap decoderen deinformatiediewordt overgebracht referentiekader
d. Dezenderbrengtnaardeontvangereenboodschapmeteenbepaalddoel.Dat kunnenverschillendedoelenzijn.Vuldejuistedoeleninbijdeverschillende communicatievormen.
Jekuntkiezenuit: activeren, contact onderhouden, informeren, instrueren, overtuigen.
Jewiltbepaaldeinformatieoverbrengenopeenander,bijvoorbeeldtijdensde overdrachtvandeavonddienstnaardenachtdienst.Hetdoelvandeze communicatieis .Is jedoel,dan wiljedatdeanderinactiekomtzodathetgesteldedoelwordtbehaald.Wanneer jewiltdatdeanderjouwmeningoverneemtomdatjebijvoorbeeldeenbepaalde interventiewiltuitvoerendanisjedoel Indecommunicatie kunjeookzorgenvoorpersoonlijkeaandacht,inlevingsvermogenenhettonen vanempathie.Jedoelvancommunicatieisdan Tenslotte kanjedoelook zijn.Jewiltdeanderlerenhoedezeiets moetdoen.
e. Zetdevolgendewoordenopdegoedeplekinhetcommunicatieschema: Zender, ontvanger, coderen, decoderen.
PREVIEWVERSIE
f. Geefaanofdevolgendestellingjuistofonjuistisenonderbouwjeantwoord.
'Eenboodschapvandezenderheeftnietaltijdeendoel.'
g. Geefaanofdevolgendestellingjuistofonjuistisenonderbouwjeantwoord.
'Wanneereenzendereene-mailstuurtnaareenontvanger,wordthetgebruikmaken vane-mailhetmediumgenoemd.'
h. Geefaanofdevolgendestellingjuistofonjuistisenonderbouwjeantwoord.
'Bijcoderenendecoderenwordjebeïnvloeddoorjereferentiekader.Je referentiekaderwordtgevormddoorhoejejeopdatmomentvoelt.'
Opdracht1 Verschilleninnon-verbalecommunicatie
Communicatievindtzowelverbaalalsnon-verbaalplaats. Maakdeonderstaandevragenhieroverindividueel.
a. Watisdeomschrijvingvanhetbegripmondelingecommunicatie?
b. Watisdeomschrijvingvanhetbegripnon-verbalecommunicatie?
PREVIEWVERSIE
c. Doordemanierwaaropjejefysiekpresenteert,zendjeookinformatieaande ander.Hebjebijvoorbeeldeenbruiloft,dankleedjejeandersdanopeenzondag diejelekkerthuisopdebankwiltdoorbrengen.
Kiesuitdejuistecategorievannon-verbalecommunicatiehetantwoorddatvan toepassingisopdezesituatie.
peri-verbaal para-verbaal
infra-verbaal
supra-verbaal pre-verbaal
d. Geuren,kleurenenvormenkunneninvloedhebbenopdemaniervan communicerenmetelkaar.
Kiesuitdejuistecategorievannon-verbalecommunicatiehetantwoorddatvan toepassingisopdezesituatie.
peri-verbaal
para-verbaal
infra-verbaal
supra-verbaal
pre-verbaal
e. Ineenvollewachtkamervandehuisartslaatjeandergedragziendanineen concertzaal,jepastjegedragdusaanopbasisvanderuimtewaarjejeopdat momentbevindt.
Kiesuitdejuistecategorievannon-verbalecommunicatiehetantwoorddatvan toepassingisopdezesituatie.
peri-verbaal
para-verbaal
infra-verbaal
supra-verbaal
pre-verbaal
f. Communicerendoejemetjelichaamstaal.Alsjetijdenseengesprekonderuitgezakt injestoelzit,jegesprekspartnernauwelijksaankijktenregelmatiggaapt,geefje doormiddelvanjelichaamstaaleenongeïnteresseerdehoudingalsboodschap.
Kiesuitdejuistecategorievannon-verbalecommunicatiehetantwoorddatvan toepassingisopdezesituatie.
peri-verbaal
para-verbaal
infra-verbaal
PREVIEWVERSIE
supra-verbaal
pre-verbaal
g. Jekuntzinneneenheelanderebetekenisgevendoordemanierwaaropjeze uitspreekt.Benjebijvoorbeeldflinktelaatopjewerkenzegteencollega:“Fijn datjeerookbent!”,danhoorjeaandetoonenintonatiedatereigenlijkietsanders wordtbedoeld.
Kiesuitdejuistecategorievannon-verbalecommunicatiehetantwoorddatvan toepassingisopdezesituatie.
peri-verbaal para-verbaal infra-verbaal supra-verbaal pre-verbaal
h. Geefvanhetvolgendevoorbeeldaanofersprakeisvanverbaleofnon-verbale communicatie.
Eengesprektussentweevrienden. verbalecommunicatie non-verbalecommunicatie
i. Geefvanhetvolgendevoorbeeldaanofersprakeisvanverbaleofnon-verbale communicatie.
EenbriefdiejekrijgtvanjevriendinuitZuid-Amerika. verbalecommunicatie non-verbalecommunicatie
j. Geefvanhetvolgendevoorbeeldaanofersprakeisvanverbaleofnon-verbale communicatie.
Jezieteenvriendinaandeoverkantvandestraatlopenenzijzwaaitnaarjou. verbalecommunicatie non-verbalecommunicatie
k. Geefaanofdeuitspraakwaarofnietwaarisenlegjeantwoorduit.
‘Gebarentaalvaltondernon-verbalecommunicatie.’
PREVIEWVERSIE
l. Geefaanofdeuitspraakwaarofnietwaarisenlegjeantwoorduit.
‘Deboodschapdiejezendtishetmeestduidelijkvoordeontvangeralsereen juisteafstemmingistussenverbaleennon-verbalecommunicatie.’
Opdracht1 Deboodschapbrengen
Onderstaandevragengaanoverdeverschillendelagenvancommunicatie.Maakdeze individueel.
a. Geefeenomschrijvingvanhetvolgendebegrip:zakelijkaspect.
b. Geefeenomschrijvingvanhetvolgendebegrip:relationeelaspect.
c. Omschrijfwatwordtbedoeldmethetexpressieveaspect.
d. Omschrijfwatwordtbedoeldmethetappellerendeaspect.
e. Koppelhetbegripaandejuisteomschrijving. communicatiediezichrichtopde feiten appellerendaspect eenverzoekaandeontvanger inhoudelijkaspect verteltietsoverjoualspersoon,hoe jijerinstaat relationeelaspect hoejetegenoverdeanderstaat expressiefaspect
f. Geefeenvoorbeeldvaneenzinwaarinhetappellerendeaspectnaarvorenkomt.
g. Geefeenvoorbeeldvanhetzakelijkeaspect.
PREVIEWVERSIE
Opdracht1 Ruisindecommunicatie
Wanneerdecommunicatiebijdeontvangernietgoedoverkomt,kanersprakezijn vanruis.Maakdeonderstaandevragenoverruis. Doeditindividueel.
a. Geefeenomschrijvingvanhetbegripruis.
b. Geefeenomschrijvingvanhetbegripexterneruis.
c. Geefeenomschrijvingvanhetbegripinterneruis.
d. Geefeenomschrijvingvanhetbegriptaalbarrière.
e. Communicatieverlooptnietaltijdgoed.Erkansprakezijnvanruis.Koppelde juisteomschrijvingenhetjuistevoorbeeldaandesoortenvormenvanruis.
externeruis
interneruis
PREVIEWVERSIE
Eriseenverstoringinde communicatiedoorfactorenbinnen hetdirectecommunicatieproces. Eriseenverstoringvande communicatievanbuitenaf.
Eenpersoonheefthoofdpijnenhoort hierdoordeboodschapvandezender niet.
Erzijnveelpersonenineengroep waardoorjedeboodschapniet verstaat. Jestaatopeenfestivalenerisveel omgevingsgeluid.
Depersoonspreektmeteendialect waardoorjedeboodschapniet verstaat.
f. Erzijntweesoortenvaninterneruis.Hoehetendietweesoorten?
g. Geefeenomschrijvingeneenvoorbeeldvanpsychologischeruis.
h. Geefeenomschrijvingeneenvoorbeeldvansemantischeruis.
i. Geefaanofdevolgendeuitspraakwaarofnietwaarisenlegjeantwoorduit. 'Externeruisisruisdieindeboodschapzelfzit.'
Opdracht1 Niveauvancommuniceren
Ineengesprekwisseljealszenderverschillendesoortenboodschappenuitmetde ontvanger.Elkeboodschapkenttweeniveaus,namelijkinhoudsniveauenhet betrekkingsniveau.Doorhetmakenvandeoefeningenweetjehetverschiltussen inhoudsniveauenbetrekkingsniveau.Beantwoorddevolgendevragenindividueel.
a. Geefeenomschrijvingbijhetbegripinhoudsniveauvancommunicatie.
b. Geefeenvoorbeeldvanhetinhoudsniveauvancommunicatie.
c. Geefeenomschrijvingbijhetbegripbetrekkingsniveauvancommunicatie.
PREVIEWVERSIE
d. Opbetrekkingsniveauomvateenboodschapdriepunten.Selecteerdedriepunten. hoejejezelfziet hoedeanderjouziet hoejedeanderziet watjevoelt watjebijdeanderziet hoejedeonderlingerelatieziet
e. Geefeenomschrijvingvanhetbegripmetacommunicatie.
f. Wanneerkunjemetacommunicatietoepassen?
g. Zetdevolgendewoordenopdegoedeplekinhetcommunicatieschema.
externeruis
PREVIEWVERSIE
psychologischeruis metacommunicatie
h. Geefaanofdevolgendeuitspraakwaarofnietwaarisenlegjeantwoorduit.
‘Alsjemetacommuniceert,zegjeietsoverhetinhoudelijkeaspectvande boodschap.’
i. Geefaanofdevolgendeuitspraakwaarofnietwaarisenlegjeantwoorduit. ‘Bijcommunicerenopbetrekkingsniveauisvooraldenon-verbalecommunicatie belangrijk.’
Begrippentrainer
1.3 Analyserenentoepassen
Opdracht1 Coderenendecoderen
Coderenishetomzettenvangedachtenineenspecifiekeboodschap.Decoderenis hetontcijferenvandeboodschap.Indevolgendeopdrachtoefenenjullieofde boodschapmetcoderenendecoderengoedoverkomt.Doedezeopdrachtindegroep.
a. Eenstudentkrijgteentekenopdrachtvandedocent.Destudentlaatdeopdracht nietaandegroepzien.
b. Deoverigestudentenhebbenalleneenvelpapierenpen/potlood.
c. Destudentdievoordegroepstaatbeschrijftdetekenhandelingendiehij,niet zichtbaarvoordegroep,uitvoertopdeflipover(coderen).
d. Deoverigestudentenmakendetekeningopbasisvandeinformatiediezekrijgen vandestudentdievoordegroepstaat(decoderen).
e. Wanneerdeomschrijvingklaaris,laatdestudentdievoordegroepstondde tekeningaandegroepzien,daarnalatenallestudentenhunversieookaanelkaar zien.
f. Ingroepjeswordendeervarenverschillentussencoderenendecoderenbesproken.
Opdracht1 Hetproces
Tijdensdezeopdrachtanalyseerjehetcommunicatieproces.Leesonderstaande situatiedoor.Legaandehandvandebegrippenuithoehetcommunicatieproces verloopt.Dezeopdrachtdoejeindividueel.
Willy
Willywerktindemaatschappelijkeopvang.HijvraagtaancliëntJerrelofhijhulpnodig heeftbijhetwassen.Jerrelgeeftaandatdatnietnodigis.
a. Wieisineersteinstantiedezender?
b. Watisdeboodschap?
c. Watishetmedium?
d. IsJerrelaanheteindedezenderofdeontvanger?Legjeantwoorduit.
Opdracht1 Misvattingindecommunicatie
Interneenexterneruiskomeninhetdagelijkslevenregelmatigvoor.Indezeopdracht schrijfjedrievoorbeeldenophoeinterneenexterneruisdeafgelopenperiodehebben geleidtotruisindecommunicatie.Doedezeopdrachtmetdriemedestudenten.
a. Beschrijf,individueel,driesituatieswaarinjemiscommunicatiemetiemandhebt ervaren.Watkwamdoorinterneenexterneruis?
b. Bespreekmeteengroepsgenootdeeerstesituatiediejeovermiscommunicatie hebtgeschrevenenwelkeruisjijhebtervaren.
c. Bespreeksamenhoejedeervarenruiskuntvoorkomen.
d. Bespreekmeteenanderegroepsgenootdetweedesituatiediejeover miscommunicatiehebtgeschrevenenhoejeditinhetvervolgzoukunnen voorkomen.
PREVIEWVERSIE
e. Bespreekmeteenderdegroepsgenootdederdesituatiediejeover miscommunicatiehebtgeschreven.
f. Maakvoorjezelfeensamenvattingvandesituatiesdiejegehoordhebtendieje zelfhebtingebrachtovercommunicatieruis.Indesamenvattingkomendevolgende itemsnaarvoren:welkeruishebjebesproken,hoekonditwordenvoorkomenen watkunjedoenbijruis.
Opdracht1 Fotomoment
Non-verbalecommunicatieiseenbelangrijkonderdeelvancommunicatiemetanderen. Viagebaren,houdingenmimiekverteljesomsmeerdanmetwoorden.Dooropde non-verbalecommunicatieteletten,leerjebeterwatlichaamstaalbetekentenhoe jehetherkent.Doedezeopdrachtsamenmeteenmedestudent.
a. Bekijkdefotoenbeantwoorddaarnadeonderstaandeviervragen.
b. Watvoorgevoelroeptdefotobijjouop?
PREVIEWVERSIE
c. Watvaltjeopaandenon-verbalehoudingvandepersonenopdefoto?
d. Watdenkjijdaterindecommunicatiegebeurtopdefoto?
e. Bespreekjeantwoordenmeteenmedestudent.Waarzittendeverschillenende overeenkomsteninjullieantwoorden?
f. Bekijkdefotoenbeantwoorddaarnadeonderstaandeviervragen.
g. Watvoorgevoelroeptdefotobijjouop?
h. Watvaltjeopaandenon-verbalehoudingvandepersonenopdefoto?
i. Watdenkjijdaterindecommunicatiegebeurtopdefoto?
PREVIEWVERSIE
j. Bespreekjeantwoordenmeteenmedestudent.Waarzittendeverschillenende overeenkomsteninjullieantwoorden?
k. Bekijkdefotoenbeantwoorddaarnadeonderstaandeviervragen.
l. Watvoorgevoelroeptdefotobijjouop?
m. Watvaltjeopaandenon-verbalehoudingvandepersonenopdefoto?
n. Watdenkjijdaterindecommunicatiegebeurtopdefoto?
PREVIEWVERSIE
o. Bespreekdeantwoordenmeteenmedestudent.Waarzittendeverschillenende overeenkomsteninjullieantwoorden?
p. Bekijkdefotoenbeantwoorddaarnadevolgendeviervragen.
q. Watvoorgevoelroeptdefotobijjouop?
r. Watvaltjeopaandenon-verbalehoudingvandepersonenopdefoto?
s. Watdenkjijdaterindecommunicatiegebeurtopdefoto?
PREVIEWVERSIE
t. Bespreekdeantwoordenmeteenmedestudent.Waarzittendeverschillenende overeenkomsteninjullieantwoorden?
Opdracht1 Ingesprek
Jevoerteenfictiefgesprekvanongeveervijfminutenenneemthetgesprekop(video) zodatjehetlaterkuntterugkijkenenanalyseren.Aandehandvandeopname beantwoordjevervolgenseenaantalvragen.Tenslottemaakjeeenverslag.Doedeze opdrachtmeteenmedestudent.
a. Kiessamenmetjegesprekspartnereenduidelijkgespreksonderwerpen gespreksdoelenneemdetijdomhetgesprekvoortebereiden.Jekuntbijvoorbeeld eengesprektusseneensociaalwerkerencliëntnaspelen,waarbijdesociaalwerker eenbepaalddoelheeftmethetgesprek.Eenanderideeisomeengesprektussen
tweecollega’sdieonderlingespanningervarenuittespelen.Leefjezoveelmogelijk ininderoldiejeaanneemtenbedenkvoorafwatditbijvoorbeeldbetekentvoor jouwverbaleennon-verbalecommunicatie.
b. Beschrijfkorthetgespreksonderwerpendecontextvanjouenjegesprekspartner.
c. Voersamenhetgesprekengebruikdeopnamesdaarvanvoorhetbeantwoorden vandevragen.
d. Beschrijfdrievoorbeeldenvaneenmomentdatjijdezendervaneenboodschap was.
e. Beschrijfdrievoorbeeldenvaneenmomentdatjijdeontvangervaneenboodschap was.
f. Hebjeeenmediumgebruikttijdenshetgesprek,lichtdantoewatvoorsoort mediumdatwasenwaaromjehiervoorgekozenhebt.
g. Beschrijfwatjeopvaltaanjouwcommunicatieaandehandvandebegrippen intonatie,articulatie,stemsterkte,spreeksnelheidenbijgeluiden.
PREVIEWVERSIE
h. Welkecategorieënvanlichaamstaalherkenjeinjouwnon-verbalecommunicatie ofdievanjegesprekspartner?Kiesuitperi-verbaal,para-verbaal,infra-verbaal, supra-verbaalenpre-verbaal,gebruikdrievandezecategorieëninjeantwoord.
i. Beschrijftweevoorbeeldenvanhetzakelijke,relationele,expressieveof appellerendeaspectvaneenboodschapdiejeherkendeinhetgesprek.
j. Geefeenvoorbeeldvaninterneenexterneruisdiejijen/ofjegesprekspartner hebbenervaren.
k. Hadderuisindevorigevraagvoorkomenkunnenworden?Zoja,beschrijfdanhoe jeditdevolgendekeerzoukunnenaanpakken.Zonee,beschrijfdanwaaromje datdenkt.
l. Beschrijftweevoorbeeldenvanwatjijgoedvondgaaninhetgesprek,gerichtop jouwcommunicatievevaardigheden.
m. Beschrijftweevoorbeeldenvanleerpuntendiejeuithetgesprekhaalt,gerichtop jouwcommunicatievevaardigheden.
n. Maak,individueel,eenverslagvanongeveereenA4'tjevanjebevindingenten aanzienvanjeeigencommunicatie.Geefjezelftipsenhandelingsadviezenmee voorindeberoepspraktijk.
1.4 Verdiepenencreëren
Opdracht1 MevrouwDeVries
LeesdecasusovermevrouwDeVriesenbeantwoordsamendevragen.
MevrouwDeVrieskomtbijdedokter
MevrouwDeVrieskomtbijdedokter.Deartszitachterhaarlaptoptetypen.Zonder depatiëntaantekijkenzegtzij:'MevrouwDeVries,gaatuzitten.Hoegaathetmet u?'MevrouwDeVriesgeeftgeenantwoord.Zevindthetonbeleefddatdeartshaar nietaankijkt.'Ikvroeg:"Hoegaathetmetu?",zegtdeartsnuietsluider.MevrouwDe Vrieszwijgt.Deartskijktop,buigtietsnaarvorenenzegtluid:'MevrouwDeVrieskunt umijhoren.Ikvraag:hoegaathetmetu?'
'Uhoeftnietzoteschreeuwen,ikhoorprima',antwoordtmevrouwDeVrieskortaf. 'Waaromgafudangeenantwoord?',vraagtdearts.'O,haduhettegenmij?Ikdacht datuhettegenuwlaptophad',zegtmevrouwDeVriesdroogjes.Zedenktbijzichzelf: datzalhaarlerennietzoonbeleefdtezijn.
a. Leguithoejemerktdathiersprakeisvanruis.
b. DeartsmerktdatmevrouwDeVriesnietantwoordt.Watdenktzijdatderedenis?
c. MevrouwDeVriesheefthaareigenredenomgeenantwoordtegeven.Welke?
d. Deartsvraagt,zonderaankijken:‘Hoegaathetmetu?’Watcommuniceertzij daarmeeopinhouds-enbetrekkingsniveau?
e. OpwelkniveauvandeboodschapvandeartsreageertmevrouwDeVriesalsze zwijgt?
f. Watcommuniceertzemetditzwijgenopinhoudsniveauenopbetrekkingsniveau?
g. MevrouwDeVrieszegt:‘Ikdachtdatuhettegenuwlaptophad.’Watzouzedaarmee bedoelen?
h. VindjedatmevrouwDeVriesaanheteindemetacommunicatielaatzien?
i. Watzoujijalsprofessionalzeggenomhetmisverstandoptehelderen?
Opdracht1 Informerenovercommuniceren
PREVIEWVERSIE
Aandachtvoorgoedcommunicerenisbelangrijkonderprofessionals.Jemaaktin dezeopdrachteeninformatiefoldervoorsociaalwerkers,overhetonderwerp communiceren.Doedezeopdrachtsamenmeteenmedestudent.
a. Bedenkwelkeinformatiejijovercommunicatiebelangrijkvindt,diejewiltdelen metjecollega's.
b. MaakdeinformatiefolderengebruikhiervoorhetstappenplanFoldermaken.
c. Presenteerjefolderaandegroepenbespreekdeuitkomstenmetelkaar.
Opdracht1 Werkoverleg
Jevoerteenwerkoverlegoverdekansendiedeinzetvandigitalecommunicatiein hetwerkveldmetzichmeebrengt.Bijdigitalecommunicatiekunjedenkenaanhet gebruikmakenvanbeeldbellenofhetinvoerenvanapps.Doedezeopdrachtmetde groep.
a. Verdeeldevolgenderollen:
• Collega1isheelenthousiast,zietvolopkansenenvoorhaarmaghetallemaal welwatsnellergaanmetdeinvoeringvandigitalecommunicatie.
• Collega2heefttwijfelsoverdeinzetvandigitalecommunicatie.Hijzietwel voordeleninbijvoorbeeldbeeldbellen,maarisbangdathetpersoonlijkecontact tussendeprofessionalencliëntinkwaliteitzalafnemen.
• Collega3wasineersteinstantieenthousiastoverdeontwikkelingvandigitale communicatie,maarheeftnueenpaarkeerervarendatderandvoorwaarden zoalseengoedewifiverbindingengoededevicesnognietopordezijn.Deze colleganeigthierdoornaareennegatievehoudingtenopzichtevandigitale communicatie.
• Collega4isvandeIT-afdelingenheeftalsdoelominformatietevergarenom tezienwateropdewerkvloernodigisomdigitalecommunicatiesuccesvoller intezetten.
• Collega5isdegespreksleiderenheeftalsdoeliedereenhetwoordtegeven omuiteindelijkdrieconcreteafsprakentemakenoverdeverdereontwikkeling vandigitalecommunicatie.
b. Vijfstudentenspelencollega1t/m5,derestvandegroepobserveertéénvande collega's.Spreekafwelkestudentenwelkecollega'sobserveren.
c. Voerhetwerkoverleg.Zorgervoordatditnietlangerdantienminutenduurt.
d. Evalueer:
• Bespreekdeinhoudvandecommunicatiemetelkaar.Wateriseruithetoverleg gekomen?
• Bespreekdecommunicatieopbetrekkingsniveau.Welkeconclusiestrekken jullie?
• Warenerooknogandereopvallendezaken?Zoalshetgebruikvannon-verbale communicatie?Heeftermetacommunicatieplaatsgevonden?Etcetera.
• Welkecommunicatietipshebbendeobservatorenvoordecollegadiezij observeerden?
1.5 Evaluerenenreflecteren
Opdracht1
Beoordeling
Vuldebeoordelingin.
Jeomschrijftdebegrippenbinnenhetcommunicatieschema. 1.
2.
3.
4.
5.
Jeintegreertdeverschillendedoelenvancommuniceren.
Jegeeftaanhoedeverbaleennon-verbalecommunicatieop elkaarafgestemdzijn.
Jegeeftaanhoeinhoudsniveauenbetrekkingsniveauin gesprekkenvoorkomen.
Jedemonstreerthoemetacommunicatieencommunicatieruis inhetwerkvoorkomen.
Opdracht1 Hoehebjegeleerd
Aanheteindevandezeopdrachtenreflecteerjeopjeeigenleeropbrengsten.Ditdoe jedoordevolgendevragentebeantwoorden.Doedezeopdrachtindividueel.
a. Wathebjegeleerdnujedeoefeningenhebtafgerond?Wathebjeontdektoverje eigencommunicatiepatronen?
b. Tegenwelkeeventuelemoeilijkhedenofobstakelsbenjeaangelopentijdenshet makenvandeoefeningen?
PREVIEWVERSIE
c. Welkeopgedanekennisovercommunicatiegajetoepassenindepraktijk?Hoe doejedat?
d. Waarbenjepersoonlijkhetmeesttrotsop,ofhetmeesttevredenovernuditthema isafgerond?
Opdracht1 Presenteerjezelf
Aanheteindevanditthemahebjenieuweinformatieopgedaanovercommunicatie. Jehebtverschillendeopdrachtengemaaktmetmedestudenten.Daarinwerkjesamen. Jegaatnudoormiddelvaneenvloginéénminuutmotiverenwaaromjijeengoede samenwerkingspartnerbentgeweest.Maakdevlogindividueelenlaatdezevervolgens aandegroepzien.
a. Jemaakteenvlogwaarinjeineenminuutuitlegtwaaromjijeengoede samenwerkingspartnerbentgeweest.
b. Presenteerjevlogaandegroep.
c. Degroepmagtipsentopsgeven;medestudentenvertellenhunervaringoverde samenwerkingmetdestudentdiedevlogheeftgemaakt.
PREVIEWVERSIE
Alssociaalwerkervoerjemetverschillendemensenprofessionelegesprekken.Je hebtdaarbijeendoelvoorogenenluistertactief.Jepastverschillendetechnieken toe,steltverschillendesoortenvragenenhoudvalkuileninhetoog.Jeluisterten zorgtdatdeanderdatookmerkt.Metdezeopdrachtenoefenjekenniseninzicht, houdingenvaardighedenopditgebied.Zehelpenjeomdelesstofteverlevendigen enindepraktijkteherkennenentoetepassen.
Stelling
Luisterendoejealleenmetjeoren.
PREVIEWVERSIE
Doelen
Tijdensdeverwerkingsopdrachtenwerkjeaandeonderstaandedoelen:
• Jeoefentmetvraagsoorten.
• Jeoefentgespreksvaardigheden.
• Jeherkentverschillendevalkuilentijdensdecommunicatie.
• Jemaakteenwebinarover'heteerlijkegesprek'.
• Jeonderzoektjeeigenluistertype.
2.1 Opwarmenenoriënteren
Opdracht1 Luisteren
Bijdezeopdrachtonderzoekjemetdegroepdestelling:'Luisterendoejealleenmet jeoren.'
Bespreekeerstintweetallendestelling:'Luisterendoejealleenmetjeoren.'
a. Bespreeknaindegroep.Inhoeverrezijnjulliehetmetdestellingeens?
b. Maakweertweetallenengabijelkaarstaan.
• StudentAvraagtaanstudentB:Hoewasjeweekend?
• StudentBvertelt,studentAluistert.
c. Bespreekmetelkaar:
• MerktestudentBdatstudentAluisterde?
• Zoja,waaraanmerktehijdat?
d. Wisselvanrol.
• StudentAvraagtaanstudentB:Hoewasjeweekend?
• StudentBgeeftantwoordopdevraag,maarzondertespreken.Geengeluid, geenbewegingenvanjemond.Probeertevertellenhoejeweekendwasin gebaren,houding,gezichtsuitdrukking,mimieketcetera.
Wisseldaarnakortuit:watheeftstudentAbegrepenuitdegebaren?Geefelkaar complimentenvoorallesdattochisovergekomen.
e. Bespreekmetdegroep:
• LuisterdestudentAnaarstudentB?
• Welkerolspeeldenjullieorenhierbij?
PREVIEWVERSIE
f. Bespreekmetdegroepopnieuwdestelling.
Opdracht1 Cirkel
Bijdezeopdrachtvoerjemetdegroepeennon-verbaalgesprek.
a. Vormmetdegroepeencirkel.Steljevoordatereenballetjerolt,preciesonder jullievoetendoor.Hetisgeenechtballetje,jedoetsamenalsofereenballetjeis. Hetroltmetdeklokmee.Alshetbijjoukomt,stapjeeroverheen:eerstmetje linker-endanmetjerechtervoet.Zogeefjehetderuimteomdoorterollennaar destudentrechtsvanjou.Endiestapteropdezelfdemanieroverheen.Zogaat hetdehelekringrond.
• Eerstrolthetballetjelangzaam.Kijkofhetluktomsamendatrustigetempo voltehouden.
• Nadrierondjesversnelthetballetje.Langzaamaangaathetsnellerensneller. Hoesnelkunnenjulliehetsamenlatenrollen?
• Alshetsnelstepuntisbereikt,vertraagthetballetjeweerlangzaam.Tothet uiteindelijktotstilstandkomt.
Bespreekna:
• Hoewashetomdittedoen?
b. Nuvolgtongeveerdezelfdeoefening,maardanmetklappen.Jeklapteerstsamen eenritme:
• kort,kort,tweekorteklapjesachterelkaar
• kort,kort,tweekorteklapjesachterelkaar
• etcetera.
Alshetritmeerinzit,geefjehetdoorindekring:
• Deeerstestudentklaptkort.
• Detweedestudentklaptnaeentelkort.
• Dederdestudentklaptnaeenteltweekorteklapjesachterelkaar.
• Devierdestudentklaptnaeentelkort.
• etcetera.
Jeklaptdushetzelfderitmedatjeeerstsamenoefende,maarnuhebjeelkaar nodigomdatritmetelatenklinken!
Bespreekna:wathebjeervaren?Watmoestjedoenomsamenhetritmetelaten klinken?
c. Bespreekmetelkaar:
• Maaktehetverschil,ofjeeengesprekvoerdedoortebewegen,ofdoorte klappen?Watwaseranders?
• Iserindegroepietsveranderddoordezeoefeningen?Iserbijvoorbeeldiets veranderdindesfeer,indeluchtigheidofvrijheiddieeris?
Nadeoefeningkunjevoorjezelfreflecterenopvragenzoals:
• Laatjijjemakkelijkzienenhoren,ofjuistniet?
• Welkegedachtenengevoelenshebjedaaromheen?
• Waarkomendievandaan?
2.2 Wetenenbegrijpen
Opdracht1 Actiefluisteren
Dezeopdrachtgaatoveractiefluisteren. Doedezeopdrachtindividueel.
a. Watbetekentactiefluisteren?
b. Watherhaaljeinjeeigenwoordenbijactiefluisteren?
hoejijoverhetonderwerpdenktenjeerovervoelt jouwinterpretatievandeboodschap jouwmeningoverdeboodschap watdeandervertelde
c. Waaromherhaaljedat?
d. Watdoejebijactiefluisteren?
Letop!Tweeantwoordenzijnjuist.
Jeadviseert.
Jeevalueert.
Jegeeftjemening.
Jegeeftzelfeenboodschap.
Jereageertzonderoordeelopwatdeanderzegt. Jezetjeeigengevoelensengedachtenopzij.
e. Watwilactiefluisterenduszeggen?
PREVIEWVERSIE
f. Actiefluisterenvraagtconcentratieenzelfbewustzijn.Terwijljeluistert,schieten ergedachten,meningenenoplossingendoorjehoofd.Maardiekunjebeterniet hardopzeggen.Waaromniet?
g. Wathoortbijactiefluisteren? Letop!Vijfantwoordenzijnjuist.
doelgerichtevragen frunniken knikken oogcontact samenvatten stiltes
h. Watlaatjemerkendoorbepaaldegeluiden?
i. Watlatenjehoudingengezichtsuitdrukkingzien?
j. Watisdebelangrijksteredenomactiefteluisteren?
Deandermerktdatjijvakbekwaambent. Deandervoeltzichserieusgenomen. Jewordterrustigervan.
k. Welkevoordelenheeftactiefluisteren?
Drieantwoordenzijnjuist.
Deanderoverhalenwordtmakkelijker. Deandervoeltzichbegrepen.
Jebegrijptdeanderbeter.
Jehoortinwelkematedeanderdetaalbeheerst.
Jekrijgtfeitelijkeinformatieopeenrij. Jeleertdeanderomookactiefteluisteren.
l. Inwelkedriegevallenisactiefluisterenvooralbelangrijk?
PREVIEWVERSIE
m. Actiefluisteren,vraagtconcentratieenzelfbewustzijn.Terwijljeluistert,schieten ergedachten,meningenenoplossingendoorjehoofd.
Watdoejedaarmee?Je: spreektzenietuit spreektzeuit
n. Erzijntwaalfvalkuilendiekunnenmakendatjenietactiefluistert.
Welkezijndat?
Opdracht1 Gespreksdoelen
Dezeopdrachtgaatovergespreksdoelen. Doedezeopdrachtindividueel.
a. Waaroververtelthetgespreksdoeliets?
b. Hoegajebijeenprofessioneelgesprekmethetgespreksdoelom?
Je:
bedenktnaderhandwathetgespreksdoelwas neemttijdenshetgesprekdedoelenvandeanderover verheldertvoorafvoorjezelfhetgespreksdoel zoektsamenmetdeanderuitwathetgespreksdoelis
c. Eriseenverschiltussenkennisdoelen,houdingsdoelenengedragsdoelen. Waarovergaandoelenuitdezedriecategorieën?
doen/handelen kennisdoelen meningen,motieven,waarden, normen,opstelling houdingsdoelen weten,begrijpen,benoemen, inzichthebben gedragsdoelen
PREVIEWVERSIE
d. Wathoortbijkennisdoelen,houdingsdoelenengedragsdoelen? Koppelactiesaandejuistecategorie:
aanzettentotandergedrag
informatiegeven
kennisdoel
houdingsdoel
gedragsdoel
e. Geefeenvoorbeeldvaneen:
• kennisdoel
• houdingsdoel
• gedragsdoel.
PREVIEWVERSIE
kennisuitwisselen meningendegevoelensvandeander beïnvloeden verzamelenvaninformatie voorogenhoudenhoejewiltdatde anderhetandersgaatdoen
f. Zetdejuistewoordenopdelegeplekken:'geen'of'weleen'?
VolgensMovisieheefteeneerlijkgesprek:
gedragsdoel
houdingsdoel
kennisdoel.
g. Watiseenvoorbeeldvaneendoelbijeeneerlijkgesprek?
deanderaanzettentotgezondergedrag verhelderenhoejijnaardesituatiekijkt wetenwatdeandervindt,weetenwenst zorgendatdeanderopeennieuwemaniernaardesituatiekijkt
Opdracht1 Vraagsoorten
Dezeopdrachtgaatovervraagsoorten.
Doedezeopdrachtindividueel.
a. Watzijnredenenomtijdenseengesprekvragentestellen? Letop!Vierantwoordenzijnjuist.
Jedraagterinformatiemeeover. Jehoudthetgesprekermeeopgang. Jeoefenterinvloedmeeuitopderichtingvanhetgesprek. Jevoorkomtermeedatjeaannamesdoet. Jevoorkomterruismee.
b. Watiseenaanname? ietsdatjedenktofvindt,zonderheteigenlijkechtteweten ietswaarvanjemeerwiltweten ietswaarvanjezekerweetdathetklopt
c. Welkenadelenhebbenaannames?
d. Watzijnvoorbeeldenvansoortenvragendiejekuntinzetten?
PREVIEWVERSIE
e. Watzijn(kenmerkenvan)openengeslotenvragen? Koppelhetkenmerkaandejuistesoortvraag.
begintmetwatofhoe
openvraag
geslotenvraag
PREVIEWVERSIE
begintmeestalmeteenwerkwoord ofmetwie,waar,wanneer beperktdeanderinzijnantwoord
éénantwoordmogelijk ‘Hebjedaarallanglastvan?’ 'Hoegaathetmetje?'
meerdereantwoordenmogelijk ‘Waarwoontu?’ 'Wathebjegisterengedaan?'
f. Watdoejenadatjeeenopenvraaghebtgesteld?
g. Wanneeriseenopenvraagzinvol?
h. Wanneeriseengeslotenvraaghandig?
i. Zijndestellingenjuistofonjuist?
I-Deandervoeltzichvrijeralsjegeslotenvragenstelt.
II-Jekrijgtvaakmeerinformatiemeteenopenvraag. Beidezijnjuist. Beidezijnonjuist.
Iisjuist,IIisonjuist.
Iisonjuist,IIisjuist.
j. Watdoejebijeenkeuzevraag?
Jegeeftdeanderzoveelmogelijkkeuzevrijheid. Jelaatuitmeerderealternatievenkiezen. Jesteltmeerderevragentegelijk.
k. Inwelketweesituatiesiseenkeuzevraagaangewezen?
l. Watisgééngoederedenomeenkeuzevraagtestellen?
PREVIEWVERSIE
m. Watzijnkenmerkenvaneenreflecterendevraag? Letop!Vierantwoordenzijnjuist. geeftdeandermeerinzichtinzichzelf laatdeanderoverzijneigensituatie,gevoelofrolnadenken iseenopenvraag iseengeslotenvraag maaktattentopeentegenstrijdigheidinhetverhaalofdehoudingvandeander zinvolalsdeanderzijnideeënengevoelenshelderwilkrijgen
n. Welktypevraagsteljeomeentegenstrijdigheidtussenwatiemandzegtendoet aantekaarten? confronterendevraag keuzevraag reflecterendevraag suggestievevraag
o. Welkevoorwaardengeldenerbijeenconfronterendevraag?
p. Welkevraagtypenvermijdjemeestal? Drieantwoordenzijnjuist.
dubbelevraag geslotenvraag openvraag reflecterendevraag suggestievevraag waarom-vraag
q. Watishetprobleemmeteendubbelevraag?
r. Watdoejealsjemeerderevragenhebtwaaropjesnelantwoordwilt?
s. Watishetprobleemmeteensuggestievevraag?
t. Watiseenvoorbeeldvaneensuggestievevraag?
u. Welkevraagkunjestellenomhetzelfoplossendvermogenvaniemandte stimuleren? geslotenvraag keuzevraag waarom-vraag wondervraag
v. Hoewerktdewondervraag?
PREVIEWVERSIE
w. Watzijnvoordelenvandewondervraag?Je: (Letop!Vierantwoordenzijnjuist) bentkortenduidelijk beperkthetaantalmogelijkheden biedtruimteaanoplossingen geeftregieoverdeeigenoplossing laatdepersoonbuitendeeigenkadersdenken stimuleerthetzelfoplossendvermogen
x. Hoeverschuifjemeteenwondervraagdeaandacht?
y. Welkeeffectenheefteenwaarom-vraag? Letop!Vierantwoordenzijnjuist. biedtduidelijkheid geeftveelinformatie kanalseenafwijzingofgebrekaanacceptatiewordenervaren kanconfronterendzijn roeptweerstandop isvaaklastigtebeantwoorden
z. Inwelkesituatiekunjeeenwaarom-vraagstellen?
Opdracht1 Valkuilentijdenseengesprek
Dezeopdrachtgaatovervalkuilentijdenseengesprek. Doedezeopdrachtindividueel.
a. Watzijnveelvoorkomendevalkuilentijdenseengesprek?
PREVIEWVERSIE
b. Koppeldeomschrijvingenaandejuistevalkuilen.
jeopbasisvanéénpositieve ervaringeenpositiefalgemeen beeldvormen attributie
letterlijkherhalenwatiemand vertelt bagatelliseren eenanderebetekenisgevenaande woordenvandeander diagnosticeren
eigenschappenofoorzaken toerekenenaanjezelfofaande ander foutiefinterpreteren
conclusiestrekkenovereensituatie zonderdatjeweetwataandehand is halo-effect dooréénnegatiefpunt,meer negatieveeigenschappenkoppelen horn-effect
gevoelensvandeandernegerenof minderbelangrijkmaken moraliseren
deandervertellenwathijvolgens joumoetdoen papegaaien
c. Welkerisico'sheefthethalo-effect?
PREVIEWVERSIE
d. Hoeverminderjehetrisicoophethalo-effect?
e. Watishetomgekeerdevanhethalo-effect? attributie bagatelliseren foutiefinterpreteren hethorn-effect
f. Watzijnrisico'salsjedeboodschapvaneenanderfoutiefinterpreteert? Letop!Vierantwoordenzijnjuist.
Erkanmiscommunicatieontstaan. Jebeoordeeltdeandersneltepositief. Jekuntdoorpratenzonderhettemerken. Jekunthetverhaalvandeanderdooreensoortfilterhoren. Jeschrijftoorzakentoeaanhetgedragvandeander. Jevangtopwatjedenktdatdeanderbedoelt.
g. Watkunjedoenalsjemerktdatjedeboodschapvaneenandermisschienverkeerd interpreteert?
Letop!Tweeantwoordenzijnjuist. aannemendathetvanzelfwelgoedkomt hetbagatelliseren hetbenoemen hetverdernegeren vertellendatdeanderonduidelijkis vragenofhetkloptwatjijhebtbegrepen
h. Wanneerjeenkelekerennaelkaarpapegaait,valthetgesprekwaarschijnlijkstil. Hetisnamelijknietprettigomvoortdurendzonagepraatteworden.
Watkunjebeterdoendanpapegaaien?
i. Waarommakenmensengebruikvanattributie?
Om: aardiggevondenteworden gedragteverklarenenbegrijpen invloeduitteoefenenophetgesprek misverstandentevermijden
PREVIEWVERSIE
j. Steldatjezaktvooreenexamen.Watiseenvoorbeeldvaninterneattributie?
'Ikhaaldehetniet,omdat: dedocentdestofnietgoedheeftuitgelegd.' detoetsveeltemoeilijkwas.' erveelteweinigtijdwas.' ikniethebgeleerdvoorditexamen.'
k. Watisdefundamenteleattributiefout?
l. Vanwelkevalkuilisersprakealsjetegeniemanddiepijnheeft,zegtdathetallemaal welmeevalt? bagatelliseren foutiefinterpreteren externeattributie moraliseren
m. Watzoujeinplaatsvanbagatelliserenmoetendoen?
n. Bijwelketaakvanjoualssociaalwerkerpasthetnietomtemoraliseren?
Bijdetaakom: bijtedragenaanparticipatie inclusietebevorderen mensenmetelkaarteverbinden zelfredzaamheidtestimuleren
o. Watkunjebeterdoendanmoraliseren?
Opdracht1 Verschillendegesprekstechnieken
Dezeopdrachtgaatoververschillendegesprekstechnieken. Doedezeopdrachtindividueel.
a. WaarstaatdeLSD-techniekvoor? Letop!Drieantwoordenzijnjuist. denken doorvragen leren luisteren samenvatten stellingnemen
PREVIEWVERSIE
b. WatdoejebijdeLSD-techniek?
c. WatbereikjemetdeLSD-techniek? Letop!Drieantwoordenzijnjuist.
Deandergaatjoubeterbegrijpen. Deanderkrijgtinformatieoverdesituatie. Erkomtstructuurinhetgesprek. Hetgesprekverdieptzich. Jekrijgtinformatieovergevoelens,gedachtenenideeënvandeander. Jekunteendiagnosestellen.
d. Zijndestellingenjuistofonjuist?
BijdeLSD-techniek:
I-vatjesamendoortepapegaaien. II-controleerjedoorsamentevatten,ofjedeandergoedhebtbegrepen. Beidezijnjuist. Beidezijnonjuist. Iisjuist,IIisonjuist. Iisonjuist,IIisjuist.
e. Luisterendoejemetjeoren,maarookmetanderezintuigen. Waarluisterjeallemaalnaar,opverschillendeniveaus?
f. Watwilsamenvattenzeggen?
g. Watzijnvierfunctiesvansamenvatten?
h. Voorsamenvattenisselectiefluisterennodig.
PREVIEWVERSIE
Watdoejedaarbij?
Letop!Tweeantwoordenzijnjuist. aangevenwatjewelennietwilthoren dekernuithetgesprekhalen elkwoordinjeopnemen jegrenzenaangeven informatiefilteren tussenderegelsdoorluisteren
i. Inwelkesituatiesvraagjedoor?
Bij:
(Letop!Vierantwoordenzijnjuist) algemeneofgeneraliserendeuitspraken klaretaal langeverhalen non-verbaleuitingen onjuisteaannames vageuitspraken
j. Watzijnvijfaandachtspuntenbijluisteren,samenvatten,doorvragen?
k. Kiesdejuistewoordenopdelegeplekken.
Parafraserenis:eenkortstukjevaniemandsverhaal herhalen.Hetis papegaaien.Jegebruikt meerdantweezinnen.Jekunteenparafrasebeginnen met‘ ’eneindigenmet‘ ’
l. Watzijneffectenvanparafraseren?Noteererdrie.
m. Iemandzitteschelden:‘DiestommeKarel,diezitsteedsmetzijnvuilepotenop mijnstoel!’
Hoekunjeparafraseren?
PREVIEWVERSIE
n. Inwelkesituatieszijndevolgendeezelsbruggetjeshandigomaantedenken?
alsjetesnelaanneemtdatje begrijptwatdeanderzegtof bedoelt DoealseenKOE.
alsjehetprobleemvandeander nietkuntloslaten NeemANNAmee.
alsalleaandachtgaatnaarwatfout isgegaan MaakjenietDIK.
alshetgoedisomevenhelemaal nietstezeggen WeeseenHELD.
o. Welkeezelsbruggetjesgaanover(h)erkennenwatdeanderzegt? Letop!Drieantwoordenzijnjuist. LaatOMAthuis. MaakjenietDIK. NeemANNAmee. SmeerNIVEA. WeeseenHELD. WeeseenOEN.
p. WaarstaanNIVEA,OMAenHELDvoor?
q. Enwatbetekent:weeseenOEN?
PREVIEWVERSIE
Opdracht1 Luisterstijlen
Dezeopdrachtgaatoverluisterstijlen. Doedezeopdrachtindividueel.
a. WelkeluistertypenonderscheidendeAmerikaansewetenschappersLarryBarker enKittieWatson?
b. Waarinverschillendezetypen?
hoegoedjegespreksvaardighedenzijn hoejeeengesprekervaart
hoejeineengesprekopdeanderoverkomt watjewelennietoppiktineengesprek
c. Zijndestellingenjuistofonjuist?
I-Sommigeluistertypenhebbenvooralkwaliteiten,anderevooralvalkuilen.
II-Hetisbelangrijkdatjealleluisterstijlentoekuntpassen.
Beidezijnjuist.
Beidezijnonjuist.
Iisjuist,IIisonjuist. Iisonjuist,IIisjuist.
PREVIEWVERSIE
d. Welkekenmerkenhorenbijwelkeluistertypen?
doel-entaakgericht
inhoudsgerichtetype
handelingsgerichtetype
mensgerichtetype
tijdgerichtetype
PREVIEWVERSIE
focustopdemenselijkekantvanhet verhaal gaatdiepopdezakenin geeftvantevorenaanhoelanghet gesprekgaatduren geïnteresseerdindegevoelensvan deander geefthetgesprekeenduidelijke structuur gevoeligvoorstemmingenvan anderen zorgtdatergeentijdverspildwordt komtsneltotdekernvandezaak luistertgraagnaardetails
e. Bijwelkluistertypehoortdebeschrijving?
duidelijk,komtsneltotdekern mensgerichttype zorgvuldig,oogvoordetails handelingsgerichttype houdtzichaandeafgesprokentijd inhoudsgerichttype steltdeanderopzijngemak tijdgerichttype
f. Elkluistertypeheeftookzijnnadelenenvalkuilen. Welkezijndat?
g. WatishetWIER-model?
h. WatkunjemethetWIER-model?
i. DevierelementenvanhetWIER-modelhebbenallemaalhunaandachtspunten. Welkaandachtspunthoortbijwelkonderdeel?
Laatmerkendatjeéchtluistert. waarnemen
Trekpasconclusiesalsjehethele verhaalgehoordhebt. interpreteren
Stelverhelderendevragen. evalueren
PREVIEWVERSIE
Luistermetaandacht. reageren
Begrippentrainer
2.3 Analyserenentoepassen
Opdracht1 Echtluisteren
Bijdezeopdrachtoefenjemetactiefluisteren.
Doedezeopdrachtmeteenmedestudent.
a. Probeerditsamenuitineengesprek:
• StudentAstelteenopenvraag,bijvoorbeeld:'Welkeplannenhebjijvoorde komendevakantie?'
• StudentBreageertvanuitzichzelf.
• StudentAluistertwel,maarlaatdatnergensaanmerken,hijkniktniet,humt niet,maarkijktenkelnaardeander,zonderoogcontacttemaken.
b. Bespreekna:
• WelkeffecthadhetgedragvanstudentAopstudentB?
• LuktehetstudentAomdeinformatiegoedtotzichtenemen?
• Welkeconclusieskunjehieruittrekken?
c. Bespreeksamenwatactiefluisterenis.Hoedoejedat?
d. Oefennumetactiefluisteren:
• StudentAstelteenopenvraag,bijvoorbeeld:'Hoehebjijhetafgelopen schooljaarervaren?'
• StudentBreageertvanuitzichzelf.
• StudentAluistertactief.
e. Bespreekna:
• WatdeedstudentAomactiefteluisteren?
• WelkeffecthaddatopstudentB?
f. Wisselvanrolenherhaaldeopdracht.
g. Bespreeksamen:
• Watlevertactiefluisterenop?
h. Kijksamenterugopeerdereluisterervaringen:
• Inwelkesituatieluisterdejeactiefnaareenander?Welkeffecthaddat?
• Inwelkesituatieluisterdeiemandactiefnaarjou?Welkeffecthaddat?
• Inwelkesituatieluisterdeiemandjuistnietactiefnaarwatjevertelde?
– Watdeeddepersoondanwel,enwelkeffecthaddat?
• Inwelkesituatieluktehetjounietomactiefnaareenanderteluisteren?
– Watspeeldedaarbijmee?
i. Bedenkeenvoorbeeldvaneen(werk-)situatiewaarinactiefluisterenopzijnplaats is.
j. Bedenkookeenvoorbeeldvaneensituatiewaarinactiefluisterennietopzijn plaatsis.
k. Oefennogeenkeersameneengesprek,maarnuovereenonderwerpdatjeallebei interessantvindtenwaarjeheelverschillendoverkuntdenken.Liefsteen onderwerpdatjeookemotioneelraaktofbezighoudt.
Bijvoorbeeld:
• Hoedenkjijovervleeseten?
• VindjedatiedereeninNederlandeenbasisinkomenzoumoetenkrijgen,ook alsdiepersoonnietwerkt?
Ofeenanderonderwerpwaarjeeenstevigemeningoverhebt.Deprocedureis hetzelfde:
• StudentAsteltdevraag.
• StudentBverteltvanuitzichzelf.
• StudentAluistertactief.
l. Bespreekna:
• HoeluktehetstudentAomactiefteluisteren?
• WelkegedachtenengevoelensgingendoorstudentAheen?
• Hoeluktehetomdieopzijtezettenenmetalleaandachtteblijvenbijwat studentBvertelde?
• Wathielpjedaarbij?
Wisseldaarnavanrolenherhaaldeprocedure.
Opdracht1 Verschillendesoortenvragen
Bijdezeopdrachtoefenjeverschillendevraagsoortenaandehandvaneencaseen oefenjeineenrollenspel.
Doedezeopdrachtmettweemedestudenten.
Case:Willibrord
Willibrordheeftgeenvastewoon-ofverblijfplaats.ZijnbegeleiderRicardowerktvanuit presentie,enondersteunthemomteontdekkenwatvoorhemeenzinvoldoelisom aantewerken.ZijnideeisomerachtertekomenwatWillibrordvroegergraagdeed, toenhijjongerwas.Misschiengeeftdateenaanknopingspunt.
a. Formuleerbijdezesituatieeen:
• openvraag
• geslotenvraag
• keuzevraag
• reflecterendevraag
• confronterendevraag
• dubbelevraag
• suggestievevraag
• wondervraag
• waarom-vraag.
b. Welkevraagtypenzijnhiergeschiktenwelkeniet?Motiveerjeantwoord.
c. Speeldesituatienaineenrollenspel:
• RicardogaatmetWillibrordingesprek.Zijndoelis:onderzoekenwatvoor Willibrordeenzinvolenbetekenisvoldoelzoukunnenzijnomnatestreven.
• Willibrordleeftzichinindesituatievaniemandindezepositie,enreageertvan daaruitinhetgesprekmetRicardo.
• Dederdestudentobserveertennoteert:
vraagtypes
actieveluistervaardigheden – valkuilen
diehijinhetgesprekherkent,enwelkeffectdiehebben.
d. Bespreekna:
• HoevondRicardodathetlukte?
• WatheeftWillibrordervaren?
• Watisdeobservatoropgevallen?
Opdracht1 Valkuilen
PREVIEWVERSIE
Bijdezeopdrachtbespreekjevalkuilenaandehandvanminicases,enbedenkjehoe hetbeterkan.
Doedezeopdrachtmeteenmedestudent.
a. Leesdeonderstaandeminicases.Overlegsamen:
• Vanwelkevalkuilisersprake?
• Welkeffectkandiehierhebben?
• Welkeoplossingkunjebedenken?
Situatie1:
Janiceinterviewtvoorhaarafstudeeropdrachteensociaalwerker.Zeishartstikke nerveus.Steedsalsdesociaalwerkereenpaarzinnenheeftgezegd,herhaaltzein preciesdezelfdewoordenwatdesociaalwerkerzegt.
b. Bespreeksamen:
• Vanwelkevalkuilisersprake?
• Welkeffectkandiehierhebben?
• Welkeoplossingkunjebedenken?
Situatie2:
Bentewerktmetmensenmeteenverslavingsprobleem.Meteenvandecliëntenging heteentijdjeheelgoed,ennuvalthijterug.Benteziethemopstraatblowenenzegt: 'O,o,o,watjammer!Jewaszogoedopweg,jeweettochdatjehetjezelfzonog moeilijkermaakt?'
c. Bespreeksamen:
• Vanwelkevalkuilisersprake?
• Welkeffectkandiehierhebben?
• Welkeoplossingkunjebedenken?
Situatie3:
PREVIEWVERSIE
MarathiisHindoestaans.Zewerktineenomgevingmetveelverschillendeculturen, maarheeftgeenHindoestaansecollega's.Danbeginteennieuwecollega,endieis ookHindoestaans.ZemakenkennisenMarathivoeltzichmeteenvertrouwd.Ze verwachtdatdezecollegazijnwerkheelgoedzaldoen!
d. Bespreeksamen:
• Vanwelkevalkuilisersprake?
• Welkeffectkandiehierhebben?
• Welkeoplossingkunjebedenken?
Situatie4:
Kasperergertzichermateloosaandateencliëntaltijdtelaatkomtvoorhunafspraak. Hijdenkt:kennelijkvindthijhetnietbelangrijk.
e. Bespreeksamen:
• Vanwelkevalkuilisersprake?
• Welkeffectkandiehierhebben?
• Welkeoplossingkunjebedenken?
Situatie5:
Barbarabegeleidteenfamilie,waarveelruzieis.Zeweetbijnazekerdathetdoorde vaderkomt,endatdieeenpsychischprobleemheeftdatzeherkent.
f. Bespreeksamen:
• Vanwelkevalkuilisersprake?
• Welkeffectkandiehierhebben?
• Welkeoplossingkunjebedenken?
Situatie6:
Myrabegintineennieuwebaanalsvrijwilligerscoördinator.Deeerstewekenisze vooralaanhetkennismaken.Zekijktopverschillendeplekkenmeeenmaaktgesprekjes metdevrijwilligers.Eendaarvan,Willem,komtnogalnorsophaarover.Myravraagt zichafofhijwelgeschiktisvoorzijnvrijwilligerswerk.
PREVIEWVERSIE
g. Bespreeksamen:
• Vanwelkevalkuilisersprake?
• Welkeffectkandiehierhebben?
• Welkeoplossingkunjebedenken?
Situatie7:
Carolinewerktsamenmeteencollegameteengroepkinderen.Hetishartstikkeleuk omtedoen,maarookweldruk.Preciesalszebezigzijnmethetwisselenvanactiviteit, valteenvandekinderenopzijnknie.'Gaathet?',vraagtCaroline.Hetjongetjegaat uitgebreidopdegrondzittenenstrooptzijnbroekomhoog.Daarishelemaalgeen tijdvoor...'Kom',zegtCaroline,'zohardvieljenuookweerniet.Evenwrijvenenover, jebenttocheengrotejongen?'
h. Bespreeksamen:
• Vanwelkevalkuilisersprake?
• Welkeffectkandiehierhebben?
• Welkeoplossingkunjebedenken?
Situatie8:
Jokezietopdeganghetkoffiekopjevanhaarcollegastaan.Zezethetevenvoorhem indekeuken.Eentijdjelaterzietzehaarcollegaoveralzoeken,waarhebikdatkopje nougelaten?Hijhadhetopdeganggezetomevenhettoiletintegaan,opwegnaar dekeuken.
i. Bespreeksamen:
• Vanwelkevalkuilisersprake?
• Welkeffectkandiehierhebben?
• Welkeoplossingkunjebedenken?
PREVIEWVERSIE
j. Bespreeksamen:
• Welkevalkuilenherkenjebijmenseninjeomgeving?
• Welkeherkenjebijjezelf?
Opdracht1 Oefengesprek
Bijdezeopdrachtoefenjegesprekkenineenrollenspel. Doedezeopdrachtmetdegroep.
a. Bedenksameneenvoorbeeldvaneensituatiewaarinjealssociaalwerkereen gesprekvoert.Bijvoorbeeld:jewerktineenbuurthuis,eneenvandebewoners deeltzijnzorgenmetjeovereengroepjongerendievaakbuitenrondhangt.Een situatiemetmeerderecliëntenofburgersmagook,bijvoorbeeldeengesprekmet eenfamiliewaarvandevader/moedernaareenverpleeghuisgaat.Ofeengesprek opstraatmeteengroepjejongeren.
Verheldersamen:
• Watishierhetgespreksdoel?
• Welkewensenenbelangenheeft(ofhebben)decliënt(en/burger(s)?
• Watzijnaandachtspuntenvoordesociaalwerker?
b. Verdeelderollen;spelers(hoeveelernodigzijn)enobservatoren(derestvande groep).Bereidingroepjeseenrollenspelvoor:
• Despelers(sociaalwerkerencliënt(en)ofburger(s))helpenelkaarinhunrol, dooraanelkaartevertellenwiezestrakszijnindierol.Jekunterwatvragen omheenstellen,bijvoorbeeld:'ikbensociaalwerkerinhetbuurthuis'-'Hoelang doejedatal?','Watdoejeprecies?'etcetera.'IkbenBertenikwoonhierinde buurt,ikkomsomsophetbuurthuis'-'Hoeoudbenje?','Hoelangwoonjeal indezewijk?',etcetera.Jebentvrijomjeeigenrolnaareigeninzichtinte vullen.
• Deobservatorenverdelenzichinvierevengrotegroepjes.Elkgroepjekrijgt eenonderwerpenbereidtditvoordooreenlijstjetemakenvanonderdelen dieerbijhoren,endiehandigopteschrijvenzijn,zodatjeobservatieserachter kuntnoteren.Deonderwerpenzijn:
– vraagtypen
– valkuilen
– luisterstijlen
– actieveluistervaardigheden.
• Bijhetobserverennoteerjesteedsconcreetgedrag.Dusbijeenvraagtype, noteerjewoordelijkdevraagzoalsdiewordtgesteld.Daarbijletjeopheteffect ervan,endatnoteerjeookzoconcreetmogelijk.
• Bijvoorbeeld:steldatjeletopactieveluistervaardigheden.Onderanderelet jeopluisteren,samenvatten,doorvragen.Diehebjeonderelkaaropjeblad genoteerd.Inhetrollenspelherkenjeeensamenvatting.Jenoteertdewoorden, bijvoorbeeld:'Dusalsikhetgoedbegrijp,maakjejezorgenomdatgroepje'. Vervolgensletjeopheteffectendatnoteerjeookzoconcreetmogelijk, bijvoorbeeld:Debewonerkniktenkijktdesociaalwerkeraan.Of:Debewoner zegt(noteerweerzowoordelijkmogelijk).
c. Alsallevoorbereidingenklaarzijn,starthetrollenspel.Neemongeveervijfminuten detijd,enkijkdansamenterug:
• Desociaalwerkervertelthoehetlukte.
• Decliënt(en)ofbewoner(s)vertellenhoehetgesprekiservaren.
• Degroepjesobservatorendeleneenvooreenhunfeedback.Aandachtspunt: Formuleerdefeedbackobjectiefenfeitelijk.Ditzagofhoordeik,enditeffect (concreetgedrag)namikwaar.
d. Treksamenconclusies:
• Watwarenindezesituatiegoedegesprekstechnieken,vraagtypenetcetera?
• Welkeaandachtspuntenkunnenjullieformuleren?
Opdracht1 TrainTool-Luisteren,samenvattenendoorvragen
TrainTool
InTrainToolstaanrollenspellenvoorjeklaarwaarinjeoefentmetheteffectieftotde kernvaneengesprekkomen.Jeleertwelkesoortenvragenjekuntstellenalsjewilt doorvragenopiemandsverhaal.
2.4 Verdiepenencreëren
Opdracht1 Gespreksvaardigheid
Bijdezeopdrachtbedenkjeeenwerkvormomeengespreksvaardigheiduithetthema teoefenen.
Doedezeopdrachtmetdegroep.
Kiessamenmeteenmedestudenteenvaardigheiduithetthema.Bijvoorbeeld:
• samenvatten
• dewondervraagstellen
• eenvalkuilherkennen-enwetenhoehetwelmoet
• ofeenanderevaardigheid.
a. Bedenksameneenoefeningofactiverendewerkvorm,omdievaardigheidte oefenenmetdegroep.Probeerietsteverzinnendatleukis,enleerzaam.
Aandachtspunten:
• Deoefeningduurtmaximaalvijfminuten.
• Deoefeningstaatnognietmetdiegespreksvaardigheidinditthema.
Verheldervoorjezelfhetdoelvandeoefening.
Watkunnendestudentennadatzedeoefeninghebbengedaan?
b. Bereiddeoefeningvoor:
• Watverteljeomdeoefeninginteleiden?Iseenpaarzinnentheorienodig?
• Welkeuitlegofinstructiegeefje,zodatdeopdrachtduidelijkis?
• Welkmateriaalhebjenodig?Bijvoorbeeld,alseencaseofsituatienodigis,dan werkjedieuit.Gebruikjeeenfilmpje,danzoekjedatopenbedenkjehoeje hetkuntlatenzien.Isandermateriaalnodig,zoalsbijvoorbeeldplakbriefjesof ietsanders,danverzameljedat.
Voerdeoefeninguitmetdegroep.
Vraagfeedback:
• Hoevonddegroephetomdezeoefeningtedoen?
• Watleverdehetop?
Opdracht1 Eerlijkgesprek
Bijdezeopdrachtmaakjeeenwebinarover'heteerlijkegesprek'. Doedezeopdrachtmetviermedestudenten.
a. Inhetthemawordt'heteerlijkegesprek'beschreven,enverwezennaarMovisie. Zoekopinternetaanvullendeinformatieovereerlijkegesprekken:
• Watisdeachtergrondervan?
• Hoevoerjeeeneerlijkgesprek?
• Watleverthetop?
JevindtbijvoorbeeldinformatieindeflyervanMovisieoverditonderwerp.
b. Watzijnverschillentusseneengewoongesprekinhetsociaalwerk,eneeneerlijk gesprekinhetsociaalwerk?Noteerervijf.
Maaksameneenwebinaroverheteerlijkegesprek.Inheteerstedeeldaarvanstelt eeninterviewervragenoverheteerlijkegesprekaaneendeskundige.Inhettweede deellaatjezienhoeeeneerlijkgesprekerindepraktijkuitkanzien.Bijvoorbeeldaan dehandvandeonderstaandecasus'Koffie-uurtje',eenanderesituatiemagook.Er zijndusvijftaken/rollen:
• interviewer:steltvragenoverheteerlijkegesprek.
• deskundige:verteltoverheteerlijkegesprek,inreactieopdievragen.
• sociaalwerker,dieeeneerlijkgesprekvoertmet(bijvoorbeeld)demoederuitde case.Ofeenanderepersoon,afhankelijkvandesituatiediejenaspeelt.
• cameramanofvrouw,dieverantwoordelijkisvoordeopname.
PREVIEWVERSIE
Oefenvoorafdetweedelenvanhetwebinar.
Koffie-uurtje
Bjornisalssociaalwerkeropbezoekinhetbuurthuis.Hetstaatineenvrijrustige buurtwaarmensengemiddeldeengoedinkomenhebbenenredelijkhoogzijn opgeleid.Natuurlijkzijnerweldegelijkproblemenachterdiemooievoordeuren.Daar wordtnietmakkelijkovergepraat,mensenschamenzichervoor.
Ophetbuurthuisiseenkoffie-ochtendvoormoedersmetkinderen.Bjorngaataan tafelzitten,verschillendemoederszittendaarook.Zezijningesprek.Maareenvan henkrijgtdaarweinigkansvoor,haarkleineblijftbijhaarhangenenvaagtveel aandacht.Demoederlijktgestrest,methogestemprobeertzehaarkindertoete bewegenomtegaanspelenmetanderekleintjes.Bjornprobeertaantesluitenen zegt'lastighè,dezeleeftijd'.Hijvraagtzichafofhetwelgoedmethaargaatenvraagt zichafwaaromzezogestrestis.
Laatjullieopgenomenwebinaraaneenandergroepjezienenvraagomfeedback.
Opdracht1 Miscommunicatie
Bijdezeopdrachtbedenkjeeengrappigesketchovermiscommunicatie. Doedezeopdrachtmettweemedestudenten. Ineengesprekkanvanallesmisgaan.Alsjevraagsoortenverkeerdinzet,ofmetopen ogenineenvalkuilterechtkomt,ofjuistgéénNIVEAsmeert,OMAjuistwelmeeneemt etcetera,kunnenallerleimisverstanden,ergernissenenonbegripontstaan.Inhet echtdoejenatuurlijkjebestomdattevoorkomen.Maarerkunnenookgrappige situatiesdoorontstaan.
a. Vormgroepjesvantweeofdrieenbedenksameneenvoorbeeldvaneensituatie waarinhetmisgaatdoordat:
• eenvraagtypeverkeerdwordttoegepast
• eenvandeezelsbruggetjesnietgoedwordtmeegenomen
• ineenvalkuilwordtgestapt.
b. Werkdesituatieuitineenkortesketch.Maakhetzograppigmogelijk.
c. Voerdesketchesopvoordegroep.Naafloopraadtdegroepomwelkefouthet ging.
Opdracht1 WIER-luistermodel
Bijdezeopdrachtonderzoekjeopeenkunstzinnigemanierdebetekenisvanhet WIER-luistermodelinhetsociaalwerk. Doedezeopdrachtindividueel.
a. WaarstaathetWIER-modelvoor,enwelkeaandachtspuntenhorenerbij?
b. Zoekaanvullendeinformatieoverhetmodelopinternet,zodatjeeencompleet beeldhebtvanwaarhetmodelvoorstaatenhoehetwordtgebruikt.
c. HoeherkenjehetWIER-luistermodelinjouweigenluisterhouding?
Omditteonderzoekenkijkjeterugoptweesituaties:eenwaarinjenaarjouwidee preciesvolgenshetmodelwerkte,eneenwaarindatjuistnietlukte.Hetkunnen gesprekkenzijninverschillendecontexten,zoalswerk,studieofindeprivésfeer. Beschrijfvoorallebei:
• Watwasdesituatie?
– Waar,inwelkesettingvondhetplaats?
– Wiewarenaanwezig?
– Wienamhetinitiatieftothetgesprek,metwelkereden?
– Watwasjouwbelang,taakofdoelinhetgesprek?
– Watwildedeander(mogelijk)inhetgesprek?
• VergelijkvervolgensjeaanpakmethetWIER-model:
– Hoenamjewaar,metwelkeaandacht?
– Hoegingjeommetinterpretaties?
– Hoegingjeommetevaluaties?
– Hoelietjedeandermerkendatjeactiefluisterde?
• Onderzoekaandehandhiervan:
– Welkeonderdelenvanhetmodelluktengoed?
– Welkekwaliteitenlietikdaarmeezien?
– Welkeffecthadhet?
– Welkekenmerkenvandesituatiehielpenerbij?
– Welkeonderdelenluktennietgoed,ofvondiklastig?
– Welkevalkuilenwarener?
– Welkeffecthaddit?
– Welkegedachtenofgevoelensspeeldenmee?
d. Goedluisterenisnietvooriedereenevenmakkelijk.Bedenkperonderdeelvanhet WIER-luistermodeltweevoorbeeldenvanmensenuitjeeigenomgeving(eventueel: vanuitde(social)media)diedatonderdeelheelgoed,ofjuisthelemaalnietgoed latenzien.Intotaaldusachtmensen:
• waarnemenwel/nietgoed
• interpreterenwel/nietgoed
• evaluerenwel/nietgoed
• reagerenwel/nietgoed
Omschrijfvoorjezelf:
• hoejeditmerkt(e)
• welkeffecthetheeft(had)
• watdepersoonzouhelpenomditbetertedoen.
e. Jehebtnueenlevendigbeeldvanwatergebeurtalsiemanddeonderdelenvan hetWIER-modelwel,ofjuistnietgoedtoepast.Drukdituitopeenkunstzinnige manier.Jekrijgtdusachtkunstzinnigewerkjes,steedsbijwel/nietvandevier onderdelen.
Devormisvrij.Hetkanbijvoorbeelddoortekenen,schilderen,eenafbeelding zoeken,eenstripje,gedicht,muziek,liedofdoorinkleurenenvormenuittedrukken wathetdoetalsditwel,ofjuistnietgoedgaat.Hulpvragenkunnenzijn:
• Hoezietheteruit(alsditonderdeelwel/nietgoedgaat)?
• Welkebeweginghoorterbij?
• Welkekleur,vorm,klank?
• Welkereactieofwelkgevoelroepthetop?
• Watdoethetmetdedynamiekvanhetgesprek?
f. VatvoorjezelfsamenwathetWIER-luistermodelinhetsociaalwerkkanbetekenen, welkewaardehetheeftomdieelemententeoefenen.Ditmagjegewoon opschrijven,ofsamenvattenineenkortgedichtjeofeenkorterap.
Opdracht1 Luistertypen
Bijdezeopdrachtzoekjevoorbeeldenvandeverschillendeluistertypen. Doedeopdrachtindividueel.
a. Indeverdiepinglasjeovervierluistertypen:
• mensgerichteluisteraars
• handelingsgerichteluisteraars
• inhoudsgerichteluisteraars
• tijdgerichteluisteraars.
Zoekbijalleviereenbekendepersoon(vantelevisieofsocialmediabijvoorbeeld) diejeindietypenherkent.Jemagookopzoekgaannaareenfilmpjeopinternet waarinjedeluisterstijlherkent.
b. Inwelkeberoepenzijndeluistertypenophunplek?
c. Inwelkesituatiesinhetsociaalwerkzijndezeluisterstijlenzinvol?
2.5 Evaluerenenreflecteren
Opdracht1
Beoordeling
Vuldebeoordelingin.
Jeoefentmetvraagsoorten. 1.
Jeoefentgespreksvaardigheden. 2.
Jeherkentverschillendevalkuilentijdensdecommunicatie. 3.
Jemaakteenwebinarover'heteerlijkegesprek'. 4.
5.
Jeonderzoektjeeigenluistertype.
Opdracht1 Luistertypen
Bijdezeopdrachtreflecteerjeopjeeigenluisterstijlaandehandvaneentestjeen driekorteinterviews.
a. Inwelkvandevierluistertypenherkenjijjezelf?Lichthetantwoordtoe.
b. Welkegedragingenvanjezelfpassenbijdittype?
PREVIEWVERSIE
c. Maakvialeren.nleenkorteluisterstijlentest.Vergelijkdeuitkomstmetjeeigen inschatting.
Meteentest,het'ListenerPreferenceProfile',kunjeerachterkomenwatjouw persoonlijkevoorkeuris.Opdewebsiteleren.nlvindjeeenverkorteenvertaalde versievandezetest.
Mensenuitjeomgevingzienweeranderedingenvanjoudanjijzelf.Vraagfeedback overjouwluisterstijlaandriemensen:
• iemanduitjeprivé-omgeving
• iemanduitjestudie-omgeving
• iemanduitjewerkomgeving(alsjediehebt).
OefendaarbijmetdeLSD-techniek.Vragenkunnenzijn:
• Hoevindjijdatikluisteralsjemijietsvertelt?
• Welkekwaliteitvaltdaarbijop?
• Welkaandachts-ofontwikkelpuntkunjeaangeven?
Steedssteljedevraag,danluisterjetotdeanderhelemaalisuitverteld.Vatsamen, checkofjesamenvattingkloptensteldevolgendevraag.
d. Verwerkjebevindingenineenreflectieverslag.Onderwerpenzijn:
• eersteinschattingvanjeeigenluisterstijl,metconcretevoorbeelden
• uitslagvandeluisterstijlentest,enhoejedieherkent
• samenvattingvandefeedbackdiejekreeg,enhoejedieherkent
• reflectieopjeluisterstijl:
– Inhoeverreisdiesituatie-afhankelijk?
– Welkekwaliteitenhebjeopditgebied?
– Welkeaandachts-ofontwikkelpuntenzijner?
– Hoegajedaaraanwerken?
Opdracht1 Eengesprekvoeren
Bijdezeopdrachtreflecteerjeopjeleerproces.Doeditindividueel.
a. Maakeenlijstjevandetienvaardighedenuitditthemadiejijvooreensociaal werkerhetmeestbelangrijkvindt.
b. Leguitwaaromdiealssociaalwerkerbelangrijkzijn.
c. Kijkterugopjeervaringenbijhetstuderen,tijdensdelessenenbijhetmakenvan deopdrachten.
• Inwelkematebenjegegroeidinjebeheersingvandezevaardigheden? Onderbouwmetconcretevoorbeeldenvansituatieswaarinjedatmerkte.
d. Waarjegroeimerkt:
• Welkeactiviteitenhebbendaaraanbijgedragen?
e. Waarjenietbentgegroeid:
• Hoekomtdat?
f. FormuleerminstenséénSMART-doelbijeenvaardigheidwaaraanjenogverder wiltwerken.
PREVIEWVERSIE
Jevoertdagelijksgesprekken.Endatdoejevaakopdeautomatischepiloot. Professionelegesprekkenvragenmeeraandacht.Dezegesprekkenvoerjebewust, omdatjeietswiltbereiken.Jevoertdezegesprekkenmeteenbepaalddoelendaarom bereidjezegoedvoor.Jebepaaltvantevorenwelkeonderwerpenjewiltbespreken enwatjewanneerwiltvragenofzeggen.Jevolgteenbepaaldestructuuromderichting vanhetgesprekvasttehoudenenervoortezorgendatalleswatjewiltbespreken aanbodkomt.
Stelling
Professionelegesprekkenmoetjealtijdvoorbereiden!
Doelstellingen
PREVIEWVERSIE
• Jeherkentverschillendesoortenprofessionelegesprekken.
• Jekentdeviergespreksfasenineenprofessioneelgesprek.
• Jebereidteenspecifiekprofessioneelgesprekvoor.
• Jevoerteenklachtengesprekeneenevaluatiegesprek.
• JebereidteensollicitatiegesprekvoormetdeSTARRT-methode.
• Jeformuleerttipsdiejekunttoepassenbijspecifiekegesprekken.
3.1 Opwarmenenoriënteren
Opdracht1 Stellingnemen
Werksamenmeteengroepjevandriemedestudentenendaarnametdehelegroep. Bijdezeopdrachtverdiepenjulliejeindestelling:
Stelling
Professionelegesprekkenmoetjealtijdvoorbereiden!
a. Ishetechtnodigomalleprofessionelegesprekkenvoortebereiden?Jekunthet gesprektochooknogaanhettoevaloverlaten?Watvindenjullie?
b. Kieseenvoorzitterinjegroepje.
c. Geefmettweeargumentenaanofjehetwelofnieteensbentmetdestelling. Bespreekditmetelkaar.Verwerpenjulliedestellingofnemenjulliedestelling aan?
Devoorzittergeefteenkortesamenvattingvandeopbrengstvandegesprekkenin dehelegroep.
Opdracht1 Kennismakingsgesprek
Bijdezeopdrachtvoerenjullieeenkennismakingsgesprek.Doedezeopdrachtmet eenmedestudent.
a. Zoekeenmedestudentmetwiejenormaalgesprokenweinigsamenwerkt.
b. Voereenkennismakingsgesprekmetelkaar.Probeerelkaarinvijfminutenbeter telerenkennendoorvragenaanelkaartestellen.
c. Evalueersamenhetgesprek.Doorloopdaarvoordevolgendevragen:
• Hebbenjulliejegoedvoorbereidophetgesprek?Waarmerktejedataan?
• Hebbenjulliegoedevragenaanelkaargesteld?Welkevragenleverdenveel informatieop?
• Watkunnenjullieconcluderennaaraanleidingvanhetgesprek?
• Hoezoudenjullieelkaarnogbeterkunnenlerenkennentijdenseengesprek?
• Watzoudenjullieandersdoenwanneerjetijdensjewerkalsbegeleidereen kennismakingsgesprekvoertmeteencliënt?
3.2 Wetenenbegrijpen
Opdracht1 Gesprekkenvoorbereiden
Onderstaandevragengaanoverhetvoorbereidenvangesprekken.Maakdeze individueel.
a. Geefdrievoorbeeldenvanpraktischezakendienodigzijnvoorhetvoorbereiden vaneenprofessioneelgesprek.
b. Waarmoetjeiniedergevalrekeningmeehoudenvoordatjeeenuitnodiging verstuurtvoorhetvoerenvaneenprofessioneelgesprek?
c. Waaraanmoeteengeschikteruimtevoorhetvoerenvaneenprofessioneelgesprek minimaalvoldoen?Geeftweevoorbeelden.
Opdracht1 Gespreksstructuur
Leesdevolgendestellingen.Doedezeopdrachtindividueel.
a. Geefperstellingaanofdezejuistofonjuistis.Legookuitwaarom.
1. Eengespreksstructuuriseenhulpmiddelomjegesprekeenbepaalderichting tegeven.
Dezestellingis:juist/onjuist,want
2. Socialtalkpasjealleentoeindeaanloopfasevaneengesprek.
Dezestellingis:juist/onjuist, .
3. Eengespreksstructuurkentvierfasen:aanloopfase,planningsfase,themafase, slotfase.
Dezestellingis:juist/onjuist,want .
PREVIEWVERSIE
4. HetSMARTformulerenvanafsprakenisvooralbelangrijkomvoorjezelfalles goedopeenrijtehebben.
Dezestellingisjuist/onjuist,want .
5. Tijdensdeslotfasevaneengesprekissocialtalknietmeervanbelang.
Dezestellingisjuist/onjuist, .
b. Welkevraagpastbijwelkefasevaneenprofessioneelgesprek?
Hoelanggaathetgesprekduren?
Welkeafsprakenhebbenwe gemaakt?
slotfase
planningsfase
aanloopfase Waargaathetgesprekover?
Wieisdevoorzittervanhetgesprek?
themafase
c. Wathoortbijelkaar?KiesdejuistevraagbijeenvandeonderdelenvanSMART.
Isergenoeganimoomhetdoelte behalen? Specifiek
Meetbaar
Acceptabel
Realistisch
Tijdgebonden
Opdracht1 Telefoongesprek
Watwiljebereikenenwaarom?
Ishetdoeluitdagendmaar haalbaar?
Wanneerwiljehetdoelgerealiseerd hebben?
Hoeweetjedatjejeresultaathebt behaald?
Beantwoorddevolgendevragenovertelefoongesprekken.Doeditindividueel.
a. Vuldejuistewoordeninopdelegeplekken.
PREVIEWVERSIE
Bijeentelefoongesprekontbreekt .Daaromishetbelangrijk datjeinhetgespreklaatmerkendatjeerbentenluistert.Ditkunjedoendoor hummenen .Doorwatlangzamertepratentijdenseen telefoongesprek,kunjewoordenbeter enhelemaal uitspreken.
b. Zijndevolgendestellingenjuistofonjuist?
c. Eennadeelvantelefonerenisdatjeelkaarnietzietendusgebruikkuntmaken vanintonatie.
juist onjuist
d. Aanheteindevaneentelefoongesprekbesteedjeaandachtaanhetsamenvatten ofhetmakenvaneenafspraak.
juist onjuist
e. Dedriefasenineentelefoongesprekzijndeaanloopfase,deplanningsfaseende slotfase.
juist onjuist
Opdracht1 Baliegesprek
Beantwoorddevolgendevragenoverbaliegesprekken.Doeditindividueel.
a. Watdoejebijeenbaliegesprekalseenbezoekernaardebaliekomt?
b. Watismeestalhetdoelvaneenbezoekerbijeenbaliegesprek?
c. Watdoejeindeslotfasevaneenbaliegesprek?
Opdracht1 Kennismakingsgesprekenintake
Beantwoorddevragenoverkennismakingsgesprekkenenintakegesprekken.Doedit individueel.
Zijndevolgendestellingenwaarofnietwaar?
PREVIEWVERSIE
a. Eenkennismakingsgesprekvoerjemeestalnaeenintakegesprek. waar nietwaar
b. Watishetdoelvaneenintakegesprek?
c. Jevolgtbijeenintakegesprekeenbepaaldestructuur.Watisdejuistevolgorde?
Jevraagtnaaronduidelijkheden.
Jebesteedtaandachtaaneengoedesfeer.
Jeverteltwathetdoelisvanhetgesprek. Jevatgemaakteafsprakensamen.
d. Watishetdoelvaneenkennismakingsgesprek?
Opdracht1 Keukentafelgesprek
Beantwoorddevolgendevragenoverkeukentafelgesprekken.Doeditindividueel.
a. Watishetdoelvaneenkeukentafelgesprek?
b. Welkepersonenkunjenaastdecliëntnogmeeruitnodigenvooreen keukentafelgesprekominformatietekrijgenoverdedehulpdienodigis?Geef tweevoorbeelden.
c. Waarmoetjealertopzijnalseencliëntzijnverhaalvertelttijdenseen keukentafelgesprek?Geeftweevoorbeelden.
d. Watdoejeindeslotfasevaneenkeukentafelgesprek?
Opdracht1 Kritiekgesprek
PREVIEWVERSIE
Beantwoorddevolgendevragenoverkritiekgesprekken.Doeditindividueel.
a. Watishetdoelvaneenkritiekgesprek?
b. Watisbelangrijkbijhetvoorbereidenvaneenkritiekgesprek?
c. Wanneerbenoemjedekritiekpuntenineenkritiekgesprek?
indeaanloopfase indeplanningsfase indethemafase indeslotfase
Opdracht1 Klachtengesprek
Beantwoorddevolgendevragenoverklachtengesprekken.Doeditindividueel.
a. Vulhetjuisteantwoordindezinin. Een klachtiseenterechteklacht.Daaroverzijndeklager éndeontvangerheteens.Een klachtiseenniet-terechteofonredelijkeklacht.De klachtontvangerervaartdeklachtdusalsniet-terechtenonredelijk.
b. Eencliëntisniettevredenoverheteten.Zezegtdathetetenkoudisenhetvlees nograuwis.Jesnijdthetvleesdoorenzietinderdaaddathetnietgoedgebakken is.
Watvoorklachtisdit?Kieshetjuisteantwoord. eenobjectieveklacht eensubjectieveklacht
c. Watishetdoelvaneenklachtengesprek?
d. Welkspecifiekvervolggesprekvoerjenaeenklachtengesprek?
Opdracht1 Slechtnieuwsgesprek
Beantwoorddevolgendevragenoverslechtnieuwsgesprekken.Doeditindividueel.
PREVIEWVERSIE
a. Plaatsdejuisteuitlegbijdeverschillendefasenvaneenslechtnieuwsgesprek. emotiesbegrijpenenopvangen fase1 eventueeloplossingbedenken fase2 rondaf fase3 slechtnieuwsvertellen fase4
b. Vuldejuistewoordeninopdelegeplekken.
Bijhetbegrijpenenopvangenvanemotiestijdenseenslechtnieuwsgesprekis vooraldevaardigheidconcretiseren/parafraserenvanbelang.Doorte concretiseren/parafraserenwordtvoordeontvangerduidelijkdatermet aandachtgeluisterdwordtendatjegoedbegrijptwatdeontvangerzegt.
Zijndevolgendestellingenjuistofonjuist?
c. 'Ineenslechtnieuwsgesprekbrengjedirectkortenkrachtighetslechtenieuws over.'
juist
onjuist
d. 'Eenslechtnieuwsgesprekheefteenvoorbereiding,eenaanloopfase,een planningsfase,eenthemafaseeneenslotfase.'
juist
onjuist
Opdracht1 Evaluatiegesprek
Beantwoorddevolgendevragenoverevaluatiegesprekkenindividueel.
a. Watishetdoelvaneenevaluatiegesprek?
b. Stel,jevoerteenevaluatiegesprekmeteencliëntoverdegebodenbegeleidingbij hetzoekennaareennieuwewerkplek.Watvoorvragensteljedan?Geeftwee voorbeelden.
c. Watdoejeindeslotfasevaneenevaluatiegesprek?
PREVIEWVERSIE
Opdracht1 Beginnendeberoepsbeoefenaar
Maakdevolgendevragenoverhetsollicitatiegesprek,functioneringsgespreken beoordelingsgesprek.Maakdezeopdrachtindividueel.
a. Leguitwatjekundoentervoorbereidingvaneensollicitatiegesprek.Geeftwee voorbeelden.
b. Noteerdriepuntenwaarjeopkuntlettenalsjejezelfgoedwiltpresenterentijdens eensollicitatiegesprek.
c. Watbespreekjeindethemafasevaneensollicitatiegesprek?
d. Wathoortbijelkaar?
Watwashetresultaatvanjouw handelen? situatie
Alsjehetoverzoukunnendoen, zoujehetdanandersdoen? taak
Waarspeeldedesituatiezichaf? actie
Waarzoujeextraoplettenineen vergelijkbaresituatie? resultaat
Welkestappenhebjeconcreet gezet? reflectie
Wathebjepreciesgedaan? transfer
e. Watpastbijeenfunctioneringsgesprek?Letop!Meerdereantwoordenzijnjuist.
Eenfunctioneringsgesprekiseengesprektussenjouenjouwleidinggevende.
Deonderwerpendieindethemafasevanhetfunctioneringsgesprekaanbod komen,liggenvaakalvast.
Hetmeetresultaatvanjouwleidinggevendeishetuitgangspuntvanhet functioneringsgesprek.
PREVIEWVERSIE
Tijdenshetfunctioneringsgesprekbespreektjouwleidinggevendehoejij verbeteringenzoukunnenofmoetenaanbrengen.
Defunctiebeschrijvingwordtvaakalsuitgangspuntvanhet functioneringsgesprekgebruikt.
Eenfunctioneringsgesprekvindtvaakeenkeerperjaarofhalfjaarplaats.
f. Watpastbijeenbeoordelingsgesprek?Letop!Meerdereantwoordenzijnjuist.
organisatiebelang gezamenlijkeafspraken formelegevolgen
leidinggevendeisbegeleider gezamenlijkeagenda eenrichtingsverkeer
3.3
Analyserenentoepassen
Opdracht1 Eenfouttelefoongesprek
a. Indezeopdrachtnoteerjedefoutendietijdenseentelefoongesprekworden gemaakt.Doedezeopdrachtmeteenmedestudent.
b. Bekijkhetvideofragmentennoteerallefoutendiedetweepersonenmakentijdens hetvoerenvaneenprofessioneeltelefoongesprek.
c. Formuleerminimaaldrietipsdiedepersoneninhetvideofragmentkunnen opvolgen,zodatereenbetertelefoongesprekontstaat.
Opdracht1 Specifiekgesprekuitwerken
Julliegaanbijdezeopdrachteenspecifiekgesprekuitwerken.Werksamenmeteen medestudent.
a. Zoekopinterneteenfilmpjevaneenspecifiekgesprekwaarbijeenprofessional eengesprekvoertmeteencliënt.Bijvoorbeeldeenkennismakingsgesprekofeen intakegesprek.
b. BekijkhetfilmpjeenmaakeensamenvattingvanhetgesprekinWord.
PREVIEWVERSIE
c. BeantwoorddevolgendevrageninhetWord-bestand:
1. Omwelksoortprofessioneelgesprekgaathetenwaaruitblijktdit?
2. Pasthetsoortgesprekbijdesituatie?
3. Welkegespreksfasenherkenjeinditgesprek?
4. Watginggoedinhetgesprek?
5. Watgingmindergoedinhetgesprek?
6. Watzoujezelfandersdoen?Waarom?
d. Laatjulliesamenvattingvanhetgesprekendeantwoordenopdevragenaaneen andertweetalzien.Vraagomfeedback.
Opdracht1 Keukentafelgesprek
Indezeopdrachtvoerjeeenkeukentafelgesprek.Inhetkeukentafelgesprekgajeals sociaalwerkersamenmetdecliëntopzoeknaardeondersteuningsvraag.Jeprobeert teontdekkenhoehetdagelijkslevenensociaalnetwerkvandecliënteruitzietenje gaatookinopwatjezietinhethuis.Werksamenmeteenmedestudent.
Jamie
AlssociaalwerkerkomjebijJamieopbezoek,hijheeftproblemenmethetbijhouden vanzijnadministratieenheefthierondersteuningvooraangevraagd.Wanneerje binnenkomtruikthetnietfrisenjezietdaterinhuisallangetijdnietisschoongemaakt.
a. OefenineenrollenspelhetkeukentafelgesprekmetJamie.Spreekafwieindit gesprekdesociaalwerkerisenwieJamie.Bereidhetgesprekvoor.
Sociaalwerker:
Bedenkwelkeonderwerpenjemetdecliëntwiltbespreken,noteervragendieje wiltstellenennoteerdeze.
Stelvragenzoals:
• Hoeishetdeafgelopenmaandgegaanmethetbijhoudenvanuwadministratie?
• Watwasuinhetverledengewendomtedoenenhoegaatdatnu?
• Hoegaathetuafomhulptevragen?Enaanwelkemensenvraagtuhulp?
Jamie:
Leefjeininjerol,bedenkhoeeencliëntindezesituatiezoukunnenreageren.
b. Voerhetrollenspeluit.
c. Bespreekhetgesprekna:
• Hoeheeftdecliënthetgesprekervaren?
• Hoeheeftdesociaalwerkerhetgesprekervaren?
• Watleverdehetgesprekop?
• Watginggoed?Watkonbeter?
d. Draaiderollenomenvoerhetgespreknogmaals.Bespreekooknuhetgesprek na.
e. Welkeconclusiestrekkenjullieuitdegevoerdegesprekken?Noteerdeze.
Opdracht1 Klachtbesprekenenevalueren
Voereenklachtengesprekeneenevaluatiegesprek.Doedezeopdrachtmettwee medestudenten.
a. Leesdevolgendecasus.
Michael
Michael(33)heefteenverstandelijkebeperkingenverblijftopeenwoongroep.Michael steltbehoorlijkhogeeisenaanzijnomgeving.Sommigemedebewonersnoemenhem ookweleenzeurkous,omdathet‘allemaalnooitgenoegisvoormeneer’.Hijvindt dathijtekortnaarbuitenmag,daterteweinigsportactiviteitenwordenaangeboden, datertevroegopdeavondgegetenwordt,datzetevaakhetzelfdeetenetcetera.Hij heeftdanookaleenaantalkeereen klachtengesprekgevoerd.Vandaagbespreekt debegeleidereenvolgendeklachtmetMichael:hetbezoekmagmaarkortblijven.
b. Verdeelderollen:
1. deleerrol destudentdiehetgesprekvoert:debegeleider
2. deacteerrol degesprekspartner:Michael
3. deobservator destudentdiehetgesprekobserveert.
c. BereidjevoorophetgesprekmetMichaeloverdeklachtdathetbezoekmaarkort magblijven.Bespreekmetelkaarwatervolgensjulliespeeltindezesituatie.
Denknaovervragenzoals:
• WatverwachtjedatMichaelinbrengtinhetgesprek?
• WatisbelangrijkvoorMichael?
• Hoezoujehieropkunnenreageren?
PREVIEWVERSIE
d. VoerhetklachtengesprekmetMichaelwaarinhijzijnklachttegendebegeleider uit.Neemtijdenshetgesprekeentime-outalsjeanderenomtipswiltvragen.
e. Bespreekhetgesprekna.
• HoeheeftMichaelhetgesprekmetdebegeleiderervaren?
• Hoeheeftdebegeleiderhetgesprekervaren?
• Tops:Watgingergoed?
• Tips:Watkonerbeter?
f. VoereenevaluatiegesprekmetMichaelwaarindebegeleiderdeklachtmetMichael evalueert.
g. Bespreekhetgesprekna.
• HoeheeftMichaelhetgesprekmetdebegeleiderervaren?
• Watzouandersofbeterkunneninhetevaluatiegesprek?
h. Oefenhetgespreknogeenkeermeteenanderebegeleiderengesprekspartner.
Watgingertijdensditgespreknubeter?
Opdracht1 Slechtnieuwsgesprekoefenen
Jullieoefenenhetvoerenvaneenslechtnieuwsgesprek.Werksamenmetdrie medestudenten.
a. Voereenslechtnieuwsgesprekineenrollenspel.
Bedenkeerstsamenwaaroverhetslechtnieuwsgesprekgaat.Bijvoorbeeldeen gesprekmeteenvrijwilligerdienameerderegesprekkennogsteedstelaatkomt ofeengesprekmeteencliëntdieinverbandmetziektevaneenbegeleidervandaag nietnaareenactiviteitkan.
b. Verdeelderollen:
1. deleerrol destudentdiehetgesprekvoert
2. deacteerrol degesprekspartner
3. deobservatoren destudentendiehetgesprekobserverenmetdeobservatielijst.
c. Bereidhetgesprekvoorenvoerhetslechtnieuwsgesprekineenrollenspel.
Aandachtspunten voordeleerrol:
• Vertelhetslechtenieuwshelderenduidelijk.
• Geefdeontvangerdetijdomhetnieuwsteverwerkenentereageren.
• Ondersteunenhelpbijhetverwerkenvaneventueleemoties.
• Reageeropdereactiesvandeontvanger.Laatmerkendatjedeandergoed gehoordhebtenerkendeemotiesvandeontvangerdoorempathieenbegrip uittespreken.
• Onderbouwhetslechtenieuwsengeefargumenten.
• Sluithetgesprekafmeteensamenvatting.
Aandachtspuntenvoordeacteerrol:
• Reageerophetslechtenieuwsdoorgebruiktemakenvanemoties.
• Laatmerkendathetslechtenieuwsjeraaktenstelvragen,bijvoorbeeldofer eenandereoplossingisvoordesituatie.
Aandachtspuntenobservatoren:
• Observeerhetgesprekengebruikdeobservatielijst.
• Evalueerhetgesprekmetdeobservatielijst.
• Geefjemedestudentindeleerroltipsentops.Watgingergoed?Watkoner nogbeter?
d. Wisselvanroltotdatiedereendeleerrolheeftgespeeld.
e. Schrijf,individueel,eenverslagoverhetslechtnieuwsgesprek.Doeditaandehand vaneenstellingenzorgervoordatjeverschillendetipsmeegeeftaaneen toekomstigesociaalwerker.HetverslagismaximaaleenA4'tje.
Voorbeeldenvanstellingen:
'Bijeenslechtnieuwsgespreksteljejeterughoudenderopdanbijandere gesprekken.'
'Eenslechtnieuwsgesprekvindiklastigenteconfronterendomtevoeren,ikmoet hiernogveelmeeoefenen.'
f. Laatjeverslagaaneenmedestudentlezenenvraagomfeedback.
Opdracht1 TrainTool-Gespreksstructuur
InTrainToolkunjeoefenenmetdestructuureninhoudvaneenevaluatiegesprek, eenkennismakingsgesprekeneenslechtnieuwsgesprek.
3.4 Verdiepenencreëren
Opdracht1 Telefoongesprekcliënt
Voereenprofessioneeltelefoongesprekmeteencliënt.Werksamenmeteen medestudent.
a. Bedenksameneensituatiewaarinjealssociaalwerkertelefonischcontactopneemt meteencliënt.Bijvoorbeeldomeenafspraaktemakenvooreengesprekofjebelt terugnaeenterugbelverzoekvaneencliënt.Bedenkeensituatiewaarinhet telefoongespreknietheelgemakkelijkverloopt.Decliëntbegrijptbijvoorbeeld nietwatjebedoeltofprobeertsteedsweerietsnieuwstevertellenterwijljeweinig tijdhebtenhetgesprekeigenlijkwiltafronden.
b. Bereidhettelefoongesprekvoor.Eenstudentvoerthetgesprekmetdecliënt,de anderestudentspeeltderolvandecliënt.Leefjeininderoldiejehebt.
c. Voerhettelefoongesprekmetdecliëntineenrollenspel.Zorgervoordatjeallebei ineenandereruimtegaatzitten,zodatjegeengebruikkuntmakenvanelkaars non-verbalecommunicatie.
d. Wisselvanrolzodatjullieallebeieenkeersociaalwerkerzijneneenkeercliënt.
e. Evalueernaafloopdegevoerdetelefoongesprekken.Geefelkaartipsentops.
• Tops:Watgingergoed?
• Tips:Watkonerbeter?
f. Watneemjeuitdezeervaringmeenaardeberoepspraktijk?
g. Bespreekdeopdrachtnaindegroep.
Opdracht1 STARRTantwoorden
DevolgendeopdrachtgaatoverhetformulerenvanSTARRTantwoorden.Deze opdrachtdoejeindividueel.Leesdevacature.
Vacature:Jongerenwerker
AlsjongerenwerkervoordegemeenteDrontenwerkjevoorenmetjongerentussen de12en23jaar.Jelegtcontactmetdezejongerendoormiddelvanactiviteiten,sociale mediaendejongerenraad.Alsjongerenwerkercreëerjeverbindingentussenjongeren enhunomgeving.Hetdoelvanjewerkzaamhedenispreventievanproblemenen jongerenbegeleidendiedatnodighebben.Jeondersteuntjongerenbijhunhulpvraag enzetheninhunkrachtdoorhentestimulerenhunmogelijkhedenentalentente ontwikkelen.DitdoejeinnauwesamenwerkingmetpartnersalsHALT,depolitie,het jongerencentrumensportverenigingen.
Wevragenvanjoueenmbo-opleidingsociaalwerkenflexibelebeschikbaarheid.Je hebtaffiniteitmethetwerkenmetjongeren.Jehebtgoedecommunicatieve vaardighedenenspreektdetaalvandejongere.Jebentinstaatnetwerkenopte bouwenenteonderhouden.
Voeljejeaangesprokendoordezeeigenschappen:flexibel,proactief,stressbestendig, doortastendencreatief?Danzoekenwejou!
Jebentopzoeknaareennieuwebaanenreageertopbovenstaandevacature.Je wordtuitgenodigdvooreensollicitatiegesprek.Desollicitatiecommissievraagt:We zoekeniemanddiegoedoverwegkanmetjongeren.Kunjijdat?
Watzoujijantwoordenopdezevraag?Geefeenzouitgebreidmogelijkantwoordmet behulpvandeSTARRT-methode.
Opdracht1 Solliciteren
Jullieoefenenhetvoerenvaneensollicitatiegesprek.Werksamenmetdrie medestudenten.Leesdevacature.
Vacature:Opbouwwerker
Beschrijving
Wijzoekeneenvlotte,netwerkerdiealsopbouwwerkeraandeslagkanineengezellige Amsterdamsewijk.Jebelangrijkstetaakisdeinwonerstestimulerengezamenlijkin bewegingtekomen.Contactenleggenendaarbijdoortastendcommunicerenmetde buurtbewonersisdekernvandezefunctie.Jebentverantwoordelijkvoorhetopzetten vanprojectenindebuurt,waarbijjederegiebijbuurtbewonerslegt.Momenteelzijn erplannenvooreennieuwewijkkrant,ditwordtjeeersteproject.Jouwrolis voornamelijkcoördinerendenondersteunend.Ookishetbelangrijkdatjeproblemen signaleertenstuurtrichtingoplossingen.Daarbijgajeuitvaneigen verantwoordelijkheid.Ditprojectenookandereprojectendraaijezelfstandig.
Jeprofiel
Mbo/hbo(bijvoorbeeldSociaalWerkofSocialWork).Ervaringineenvergelijkbare functie.Driveomdingenterealiseren.Ervaringmetzelfstandigbegeleidenen coördinerenvanprojecten.Instaatzijncontactenteleggenendraagvlaktecreëren. Journalistiekeachtergrond(ofaantoonbareinteresse).
Benjegeïnteresseerdenvoldoejeaanhetprofiel?Solliciteerdannu!
PREVIEWVERSIE
a. Voereensollicitatiegesprekineenrollenspel.Eenstudentissollicitant,eenstudent voerthetgesprekmetdesollicitantentweestudentenobserverenhetgesprek.
b. Verdeelderollen:
1. deleerrol destudentdiehetgesprekvoertmetdesollicitant
2. deacteerrol desollicitant
3. deobservatoren destudentendiehetgesprekobserveren.
c. Bereidindividueelhetgesprekvoor.
Aandachtspuntenvoordeleerrol:
• Bedenkvragendiejekuntstellentijdenshetsollicitatiegesprek.
• MaakgebruikvandeSTARRT-methode.
• LaatdesollicitantsituatiesbeschrijvenmetSTARRT.
Aandachtspuntenvoordeacteerrol:
• Leesdevacaturegoeddoorenbedenkalvastwaaromjijeengeschiktekandidaat bentvoordezefunctie.
• Presenteerjezelfalsofjenaareenechtsollicitatiegesprekgaat.
Aandachtspuntenobservatoren:
• Observeerhetgesprek.
• Maakaantekeningen.
• Evalueerhetgesprek.
• Geefjemedestudententipsentops.
Wisselvanroltotdatiedereendeleerrolheeftgespeeld.
Opdracht1 Do'sendon'ts
Indezeopdrachtinterviewenjullieeenprofessionaloverzijnervaringenmethet voerenvanprofessionelegesprekken.
a. Intervieweensociaalwerkeroverzijnervaringenmethetvoerenvanprofessionele gesprekken.Bereidhetinterviewvoorenformuleerminimaaltienvragenoverhet voerenvanspecifiekegesprekken.Vraagnaarervaringenmetgoedlopende gesprekkenenooknaarmomentenwaaropgesprekkenmindergoedverlopen.
b. Maakeenafspraakvoorhetinterview(live,telefonisch,ofsteldevragenviae-mail), steldevragenenmaakaantekeningen.Vraagdoor,vraagnaardo'sendon'tsdie jealsbeginnendberoepsbeoefenaarindeberoepspraktijkkuntgebruiken.
c. MaakvandeinformatiediejulliehebbenverzameldeenpresentatiemetPowerPoint ofPrezi.Geefindepresentatiealgemenetipsvoorhetvoerenvanprofessionele gesprekkenentipsvoorhetvoerenvanspecifiekegesprekken.Endaarnaastde belangrijkstedon'tsdiejulliehebbenmeegekregenvandeprofessional.
d. Presenteerdezeindegroep.Geeftijdensdepresentatiepraktischetipsmeedie julliemedestudentenkunnengebruikenindeberoepspraktijk.
Opdracht1 Handboekjespecifiekegesprekken
Maakeenhandboekjevoorspecifiekegesprekken.Doedezeopdrachtindividueel.
a. Kieseenvormvoorhetmakenvaneenhandboekje.Ditmagoppapierofdigitaal metbijvoorbeeldPadlet.
b. Schrijfopdevoorkant‘Handboekjespecifiekegesprekken’.Maakeen inhoudsopgavemethoofdstukkenoverallespecifiekegesprekkenuithetthema.
c. Maakeenkortesamenvattingvandespecifiekegesprekkenennoteerde belangrijkstepunten.Gebruikdekennisdiejehebtopgedaantijdenshetwerken aanhetthema.
d. Noteerminimaaldrietipsdiegaanoverzakenwaarjeextraopmoetlettenbijelk typegesprek.
e. Zorgervoordathetboekjebruikbaarisindeberoepspraktijkendaterruimteis vooraantekeningenomhetboekjelatermeeaantevullen.
3.5 Evaluerenenreflecteren
Opdracht1 Beoordeling
Vuldebeoordelingin.
1.
2.
3.
Jeherkentverschillendesoortenprofessionelegesprekken.
Jekentdeviergespreksfasenineenprofessioneelgesprek.
Jebereidteenspecifiekprofessioneelgesprekvoor.
Jevoerteenklachtengesprekeneenevaluatiegesprek. 4.
5.
JebereidteensollicitatiegesprekvoormetdeSTARRT-methode.
Jeformuleerttipsdiejekunttoepassenbijspecifiekegesprekken. 6.
Opdracht1 Evalueren
MaakeenmoodboardoverhetthemaSpecifiekegesprekken.Dezeopdrachtdoeje individueel.
Maakeenmoodboardenkoppelditaaneenonderdeelvanditthemadatjemoeilijk oflastigvindt.Gavoorjezelfnawatjehierinnogtelerenhebtenwatjouhierbijkan helpen.Maakditduidelijkmetjemoodboard.
Eventueel:
• Vraagjemedestudentenomhulpbijhetvindenvandeantwoorden.
• Bespreekdemoodboardsindegroep.
Opdracht1 Functioneringsgesprek
Voersamenmeteenmedestudenteenfunctioneringsgesprek.
a. Verdeelderollen:student1iszichzelf,student2isdeleidinggevende.
Student1:Denknaoverjouweigenfunctionerentijdenshetwerkenaanhetthema Specifiekegesprekkenenmaakhiervannotitiesvoortijdenshetgesprek.-Hoe hebjeaandeopdrachtengewerkt?-Watginggoedenwatgingmindergoed?Mistejeinformatie,begeleidingetcetera?
Student2:Bepaaldeonderwerpenvoorhetfunctioneringsgesprek.Bedenktien vragendiejekuntstellenaanstudent1omerachtertekomenhoehijdeopdrachten gemaaktheeftenhoehijhetthemaSpecifiekegesprekkenheeftervaren. Bijvoorbeeld:-Wathebjegedaantoenjeeenopdrachtnietbegreep?-Welke opdrachtenwarenmoeilijkvoorje?
b. Starthetfunctioneringsgesprek.Student1gebruiktdenotitiesenstudent2stelt debedachtevragen.Zorgervoordatdevragengoeduitgevraagdworden (doorvragen).
c. Komsamentoteenplan.Watisernodigomstudent1nogbetertelaten functioneren?
d. Evalueerhetfunctioneringsgesprek.Hoehebbenjulliehetallebeiervaren?
PREVIEWVERSIE
Draaiderollenomenvoernogeenfunctioneringsgesprek.Pashetgesprekeventueel aanmetdeervaringendiejulliehebbenopgedaantijdensheteerstegesprek.
Injewerkkrijgjetemakenmetmensenuitverschillendeculturen.Omgaanmet verschillendeculturenisnietmakkelijk.Iederheeftzijneigenwaardenennormen. Alsdecommunicatienietgoedverlooptkunnenermisverstandenontstaan.Kennis overcommunicatiemetmensenmetverschillendeculturenenhoedaarmeeomte gaan,geeftjehouvastindebegeleidingvancliënten.Doormiddelvanhetmakenvan deopdrachtendoejekennisenvaardighedenop,waardoorjebeterinstaatbentom tecommunicerenmetmensenmetverschillendecultureleachtergronden.
Stelling
Alsiemandmeteenanderecultureleachtergrondmijnbegeleidingofondersteuning weigert,accepteerikdit.
Doelen
PREVIEWVERSIE
Tijdensdeverwerkingsopdrachtenwerkjeaandeonderstaandedoelen:
• Jeomschrijfthetbegripinterculturelecommunicatie.
• Jeomschrijftdemeestvoorkomendecultuurverschillen.
• Jebenoemtdeaandachtspuntenenvalkuilenindeinterculturelecommunicatie.
• JegeeftaanhoehetTOPOI-modeltoegepastkanworden.
• JedemonstreerthoedeBOSPAD-methodeingezetkanworden.
• JeonderzoekthoedeTolkentelefooningezetkanworden.
4.1 Opwarmenenoriënteren
Opdracht1 Watvindjijbelangrijk?
Iedereenheeftzijneigenwaardenennormen.Kunjijvertellenwatjijbelangrijkvindt? Gametjemedestudenteningesprekoverwatjijbelangrijkvindtenhoedattotuiting komtinjedagelijksleven.Dezeopdrachtdoejemettweemedestudenten. Vertelaandeanderdriewaardendievanuitjouwcultuurvoorjoubelangrijkzijn. Benoemwelkenormenengedragsregelsvanuitdegekozenwaardennaarvoren komen.
Jebenoemtookwatjeervaartalseenanderjouwwaardenoverschrijdt. Deluisteraarsreagerenofdewaardenennormenovereenkomenenwaarze verschillen.
Opdracht1 Cliëntzegt'nee'
Doedezeopdrachtmetdegroep. Leesdestellingdiebijditthemahoorten beantwoordeerstindividueeldevragen.
Stelling
Alsiemandmeteenanderecultureleachtergrondmijnbegeleidingofondersteuning weigert,accepteerikdit.
a. Hebjijweleensmeegemaaktdatiemandmeteenanderecultureleachtergrond jouwhulp,begeleidingofondersteuningweigerde?
b. Hoegingjijmetdiesituatieom?
PREVIEWVERSIE
c. Hoezoujijreagerenalseencliëntgeenbegeleidingofondersteuningvanjouwil?
Bespreekdeantwoordenmetdegroep.
4.2 Wetenenbegrijpen
Opdracht1 DebasiswaardenvanHall
DezesbasiswaardenvanHallgeveneengoedbeeldvanhoedecommunicatiepatronen vanmensenuitverschillendeculturenzijn.Maakdeopdrachtenoverdeverschillende culturen.
Doedezeopdrachtindividueel.
a. Watisdedefinitievaninterculturelecommunicatie?
PREVIEWVERSIE
b. Welketermenhorenbijeenlage-contextcultuurenwelkebijeenhoge-context cultuur?
Eerstdecontext,dandekern.
Eerstdekern,dandebijzaak.
Directecommunicatie
Indirectecommunicatie
China
hoge-contextcultuur
lage-contextcultuur
PREVIEWVERSIE
c. Isdevolgendebeweringwaarofnietwaar?
Duitsland
Letterlijkeinformatie
Veelfiguurlijkecommunicatie
Non-verbalecommunicatieisnetzo belangrijkalsverbalecommunicatie.
Informatiewordtgestructureerd overgebracht.
'Ineenmonochromecultuurdoejevooraleendingtegelijk,zodatjezooptimaal mogelijkhetplankuntvolgen.'
waar nietwaar
d. Isdevolgendebeweringwaarofnietwaar?
'Ineenpolychromecultuurdoejemeerderedingentegelijkenisderelatietussen mensenbelangrijkerdanhetmakenenuitvoerenvanplannen. waar nietwaar
e. Noteerzevenkenmerkenvaneenmonochromecultuur.
f. Noteerzevenkenmerkenvaneenpolychromecultuur.
g. Leghetverschiluittussenculturenmeteensnelleenlangzameinformatiestroom.
Opdracht1 Omgaanmetcultuurverschillen
Maakdeopdrachtenoverdebasishoudingbijinterculturelecommunicatieindividueel.
a. Bijinterculturelecommunicatieiswederzijdsbegripvanbelang.Daarbijzijnvier aspectenbelangrijk.Noteerdevieraspecten.
PREVIEWVERSIE
b. Koppelhetjuistevoorbeeld.
Neemdetijd.
Luisteroprecht.
Vulnietinvooreenander.
Vatsamenenvraagdoor.
Eencollegakomtvoordetweede keerdezeweektelaatvooreen overlegindeochtend.Eerstdenk jedatzijzichweerverslapenheeft, maardoorernaartevragenkomje erachterdatdezecollegatweezieke kinderenthuisheeftwaardoorze watlatermochtstarten.
Eencollegaverteltoverhaar zelfacceptatiedatzehomoseksueel ismaarookwelkproceszedaarvoor heeftafgelegd.Jeluistert,vatin eigenwoordensamenwatzevertelt enjesteltverdiependevragenzodat jehaarverhaalnogbeterbegrijpt.
Tijdensdelunchschuifjeaanbij eencliëntdievanmorgenis opgenomen.Jestarteengesprek ommeertewetentekomenover zijncultureleachtergrond.
Eencollegadiemeedoetaande ramadanverteltoverhetgezellige samenzijnmethaarfamiliena zonsondergang.Jijbent nieuwsgierigenlaathaaruitgebreid vertellenoverdegezamenlijk genuttigdemaaltijdvandeavond ervoor.
Opdracht1 Aandachtspuntenenvalkuilen
Alssociaalwerkerhoudjerekeningmetintercultureleaspecteninjecommunicatie. Omdecommunicatiemetcliëntenencollega'svanverschillendeculturele achtergrondengoedtelatenverlopen,benjejebewustvaneventuelevalkuilen.Maak devolgendeopdrachtenoveraandachtspuntenenvalkuilen.Doedezeopdracht individueel.
a. Watisdeomschrijvingvanhetbegripvooroordeel?
b. Watisdeomschrijvingvanhetbegripaanname?
c. Watmoetjenietgebruikenwanneererbijinterculturelecommunicatieeen taalverschilis?
d. Non-verbalecommunicatieheeftinverschillendecultureneenanderebetekenis. WatisdebetekenisvaneenduimomhooginNederlandenwatisdebetekenisvan eenduimomhooginNigeria?
e. Zetdejuisteomschrijvingbijjuistebegrip.
Ditishetbeoordelenvanandere culturenopbasisvande maatstavenvanjeeigencultuur.
Alleculturenzijngelijkwaardig,de enecultuurisnietbeterdande anderecultuur.
Jijvoeltjebeterdandeanderenje verwachtdaaromdatdeanderzich aanpastaanjouwwaardenen normen.
Opdracht1 TOPOI-model
PREVIEWVERSIE
superioriteitsgevoel
cultuurrelativisme
etnocentrisme
Doorverschillendewaarden,normen,houdingenengewoontenkunnener misverstandenindecommunicatieontstaan.Ditisvervelendzowelvoordecliënt, collegaofjezelf.Eenmanieromjebewusttewordenvanmisverstandeninde communicatieisdoorhetTOPOI-model.Maakdevolgendeopdrachtenoverhet TOPOI-modelindividueel.
a. WieheefthetTOPOI-modelontwikkeld?
Trompenaars
VanHall
Watzlawick
b. WelkestellingoverhetTOPOI-modelisjuist?
HetTOPOI-modelmaaktcommunicatiemisverstandeninzichtelijk HetTOPOI-modelgeeftinzichtwelkewaardenennormenbelangrijkzijnom goedtekunnencommuniceren.
HetTOPOI-modelgeeftinstructiehoejeintercultureelkuntcommuniceren.
c. HetTOPOI-modelmaaktcommunicatiemisverstandeninzichtelijkopvijfgebieden. Noteerdezevijfgebieden.
d. Welkemisverstandenintaalkunnenvoorkomenbijinterculturelecommunicatie? Noteerdrieitems.
e. Bijordeninggaathetomdelogica.Watvoordeeenlogischis,kandoorhetverschil ingewoonten,normenenwaardenvoordeanderveelminderlogischzijn.Hoe kunjeonderzoekenwaarhetmisverstandontstaatophetgebiedvanordening?
f. Geefaanofdevolgendestellingwaarofnietwaarisenonderbouwjeantwoord.
'Misverstandentenaanzienvanderelatieininterculturelecommunicatiekunje bespreekbaarmaken.'
g. Geefaanofdevolgendestellingwaarofnietwaaris.
'Misverstandenkunjevoorkomendoorbijheteerstecontactmeteenduidelijkte makenwatdecliëntkanverwachtenendoordecliëntzijnverwachtingenuitte latenspreken.'
waar
nietwaar
PREVIEWVERSIE
h. DelaatstestapvanTOPOI-modelisinzet.Watwordtmetdezestapbedoeld?
Opdracht1 BOSPAD-methode
DoorhetmakenvandeopdrachtenoverdeBOSPAD-methode,weetjehoejedeze methodeindedagelijksepraktijkkunttoepassen.Maakdeopdrachtenindividueel.
a. IndeonderstaandetekstoverdeBOSPAD-methodestaanfouten.Zoekdefouten openverbeterdezinnen.Doedezeopdrachtindividueel.
DeBOSPAD-methodeiseentheoretischmodelbinnendehulpverleningdatingaat opdeontwikkelingvaneengoedoverdrachtssysteemtenaanzienvanintercultureel werken.Dezemethodeisontwikkeldalsantwoordopdemoeilijkhedendie hulpverlenerskunnenervareninhunwerkzaamhedenmetmensendieeenandere cultureleachtergrondhebbendanzijzelf.Detweebelangrijksteuitgangspunten vandeBOSPAD-methodezijndatdezemethodeeenpasklareoplossingbiedtvoor interculturelevraagstukkenendatdeculturenvandezorgvragerenzorgverlener eenevenzogroterolspelen.BOSPADstaatvoordezesstappendiejeals hulpverlenerconstantdoorlooptinhetprocesvanzorgenhulpverlening:
• basishouding
• overdracht
• signaleren
• personaliseren
• analyseren
• doen.
b. WelkewoordenbehorentotdeafkortingBOSPAD-methode?
Letop!Meerdereantwoordenzijngoed.
basishouding ontwikkeling systematisch probleemanalyseren analyseren doen
c. BijhetgebruikvandeBOSPAD-methodeiseengoedebasishoudingessentieel. Welkehoudingsaspectenhorenbijeengoedebasishouding?
Letop!Meerdereantwoordenzijngoed.
Staopenvoordeander.
Deeigencultuurishetuitgangspunt.
Toonrespect.
Vulnietinvooreenander.
Demeningvaneenanderisleidend.
Opdracht1 Eentolkinzetten
AlshetsprekenenbegrijpenvandeNederlandsetaaleenbelemmeringvormt,kan wordenbeslotenomeen(professionele)tolkintezetten.Beantwoorddevolgende vragenoverdeinzetvaneentolk.Maakdevragenindividueel.
a. Isdevolgendebeweringwaarofnietwaar?
'Eentolkisiemanddiemeerderetalengoedspreektendaaromingezetkanworden omgeschreventaaltevertalen.' waar nietwaar
b. Isdevolgendebeweringwaarofnietwaar?
'Wanneereencliëntzijnzusalstolkmeeneemt,noemjediteenformeletolk.' waar nietwaar
c. Isdevolgendebewegingwaarofnietwaar?
'Eenprofessioneletolkverlooptaltijdviaeentolkentelefoon.' waar nietwaar
d. Isdevolgendebeweringwaarofnietwaar?
'Hetvoordeelvaneenprofessioneletolkisdatdezebekendismetdeterminologie vandezorgendaardevertalingzogoedalsmogelijkopafkanstemmen.' waar nietwaar
e. Welkestellingisjuist?
Eeninformeletolkvertaaltgeenmedischeboodschappen,eenprofessionele tolkwel.
Eenformeletolkwordtalleeningezetopverzoekvandecliënt.
Eeninformeletolkkaneenfamilielidzijn.
f. Watishetbelangrijkstevoordeelbijdeinzetvaneenfamilielidalsinformeletolk?
PREVIEWVERSIE
Erzijngeenkostenverbondenaandeinzetvaneenfamilielidalsinformele tolk.
Decliëntvoeltzichvertrouwdbijhetfamilieliddatalsinformeletolkoptreedt.
Eenfamilieliddatalstolkoptreedtkrijgtalseerstevandefamiliedeinformatie tehoren.
Begrippentrainer
4.3 Analyserenentoepassen
Opdracht1 Zowerkik
Jemaakteenmindmapoverjeeigenwaardenennormenenbespreektdezemeteen medestudent.
Maakeenmindmapoverjouwwaardenennormenalssociaalwerker:
• Welkewaardeninjewerkalssociaalwerkervindjijbelangrijk?
• Welkenormenhorendaarbij?
Vergelijkjemindmapmetdievaneenmedestudent:
• Welkeovereenkomsteninwaardenzijner?
• Welkeverschilleninwaardenzijner?
• Welkeovereenkomsteninnormenzijner?
• Welkeverschilleninnormenzijner?
• Waarkomendieverschillenvandaandenkenjullie?
• Hoekomjetoteenmiddenwegwaardoorjetochgoedkuntsamenwerken?
Opdracht1 Basishouding
Alssociaalwerkerhebjeregelmatigtemakenmetdiversiteit.Indezeopdracht herschrijfjeeentekstoverjouwcontactmetcliënten.Doedezeopdrachtindividueel.
a. Watkanerbeteraandevolgendetekst?Herschrijfdetekstzodatdezeklopt.
'Injouwcontactmetcliëntenishetvanbelangdatdecliëntenjouwnormenen waardenrespecteren.Jijhebtbepaaldegewoontesendaarhoudjijjegraagaan vast.Jijwerkthardalssociaalwerkerendeanderheeftzichmaaraantepassen enmoetblijzijnalshijgeholpenwordt.Ookalsdiehulpnietaansluitbijzijn waardenennormen.'
Bespreekjouwtekstmetineensubgroepvandriestudenten.Bespreekdaarbijde volgendepunten:
PREVIEWVERSIE
• Welkeovereenkomstenleesjeindetekst?
• Welkeverschillenleesjeindetekst?
• Waarkomendeverschillenvandaan?Gebruikindeonderbouwingde aandachtspuntenenvalkuilen(vooroordelen,aannames,verschilinverbale communicatie,etnocentrisme.)
b. Noteertweepuntendiejegeleerdhebtvanhetgesprekmetjemedestudenten.
Opdracht1 TOPOI-model
Cultuurverschillenkunnenweleenstotmisverstandenleiden.HetTOPOI-modelhelpt jedanomditsoortmisverstandenteanalyseren.Leesdecasusenmaakde bijbehorendeopdrachten.Doedezeopdrachtindividueel.
MevrouwHendriks
MevrouwHendriks(77jaar)verblijftineenverpleeghuisomdatzesnelachteruitgaat inhaargezondheidstoestand.Zeheeftéénzoon:Thomas.Sofiaissociaalwerkeren biedtwekelijkseenactiviteitaaninhetverpleeghuis,omdebewonersactieftehouden. Zevindthetbelangrijkdatdeactiviteitenookdesocialebindingenversterken,ze verwachtdanookveelbetrokkenheidvannaasten.SofiaheeftThomasinvierweken tijdmaareenkeergezienbijeenactiviteit.Toenishijampereenkwartiertjegebleven. Sofiakanditmaarmoeilijkbegrijpen.Zijisgewenddatjerespectvoorjeoudershebt endatheteeneerisomervoorzetemogenzijn.Bovendien,zijnmoedergaatsnel achteruit.ThomaszouinSofia'sogenmoetengenietenvandetijddiehijnogmetzijn moederheeft.AlsThomasnatweewekenweereensopeenactiviteitkomtenSofia vragensteltoverdedeelnamevanzijnmoeder,reageertzekribbigophem.Thomas schrikthiervanenraaktplotselinggeëmotioneerd.
a. OpwelkgebiedvanhetTOPOI-modelisindezecasuseenmisverstandontstaan? OphetgebiedvanTaal,Ordening,Personen,OrganisatieofInzet?Lichtjeantwoord toe.
b. WatzijndemotievenenintentiesvanSofia?
c. Totwelkegedragleiddedit?
PREVIEWVERSIE
d. ThomasreageerdeplotselinggeëmotioneerdophetkribbigeantwoordvanSofia. Watzoudaardeoorzaakvankunnenzijn?
e. WatzouSofiakunnendoenomditmisverstandoptelossen?
Bespreekjeantwoordenmeteenmedestudent.
f. Welkeovereenkomstenenverschillenwarenerindeantwoordenvanjoueneen medestudent?Welkinzichthebjegekregen?
Opdracht1 DeBOSPAD-methode
DeBOSPAD-methodebiedtgerichtehandvattenomtezorgenvooreengoede,heldere communicatiemetmensenmeteenanderecultureleachtergrond.Deeerstestapvan deBOSPAD-methodeisdatjejebewustbentvanjeeigenhouding.Jewerktde
BOSPAD-methodeeerstuitvanuiteeneigenervaringenvervolgensaandehandvan decasus.Dezeopdrachtdoejemeteenmedestudent.
Neemallebeiiemandingedachten,waarjeineersteinstantienietzo'ngoedeklikmee hebt.
a. Stelelkaardevolgendevragen,zodatjulliebewustnagaandenkenoverjullie houdingtegenoverdepersoonwaarjulliegeenklikmeehadden/hebben:
• Stajeopenvoordeander?
• Hebjerespectvoordeander?
• Benjeoprechtinjecontactmetdeander?
• Benjealertopsignalenvanetnocentrismevanjezelf(hebjehetideedatjouw waardenennormenbovendewaardenennormenvandeanderstaan)?
Noteerjouwantwoorden.
b. Benjedoordezereflectievevragentotnieuweinzichtengekomenoverjouw basishoudingnaardepersooninjouwgedachten?Lichtjeantwoordtoe.
LeesdecasusoverBouchra.
PREVIEWVERSIE
Bouchra
BouchraissociaalwerkerenkrijgttemakenmethetgezinTromp.Ditgezinbestaat uiteenvader,eenmoederendriekinderen,waarvandeoudste(19jaar)hethuisal uitis.Bouchramerktdatzegeïrriteerdraaktalshetoudstekindertoevalligookisals zijlangskomtbijhetgezin.Zevindthemveeltedrukentevrijopgevoed.Inhaarogen toonthijnauwelijksrespectvoorzijnouders.Doorhaarirritatieverloopthetcontact methemdanookstroef.
c. WatzouBouchrakunnendoenomhaarcontactmetdekindereninhetgezinte verbeteren?WerkdecasusverderuitwaarbijBouchradestappenvande BOSPAD-methodevolgt.
d. Bespreekdeuitwerkingvandecasusmettweemedestudenten.Schrijfde verschillenenovereenkomstenop.
Opdracht1 Inzettenvaneentolk
Zorgverlenenaaniemanddienietjouwtaalspreekt,kaneenuitdagingzijn.Insommige gevallenzetjedaneentolkin.Maarhetinzettenvaneentolkdoejenietzomaar.In dezeopdrachtmaakjeeenstappenplanvoorhetinzettenvaneentolk.Dezeopdracht doejesamenmeteenmedestudent.
Schrijfwelkestappenjezoalmoetvolgenalsjedenktdatjeeentolknodighebt.
Illustreerjestappenplanineeninfographiczodatprofessionalsdieeentolknodig hebbenineenoogopslagkunnenzienwatzijkunnendoen.
Presenteerjeinfographicaandegroep.Vraagnadepresentatieaandemedestudenten omeenpositiefpunteneenontwikkelpuntoverjepresentatietenoemen.
4.4 Verdiepenencreëren
Opdracht1 Omgangsvormen
Eenvandeeffectievetipsomculturelecommunicatieteverbetereniskennisopdoen overdeomgangsvormenbinnenandereculturen.Dezeopdrachtdoejeineensubgroep vanvierstudenten.
Bekijkhetanimatiefilmpje.
Kiesmetjesubgroepeencultuur.
Zoekinformatieopoverdeomgangsvormenvandeanderecultuur.
Maakeenanimatiefilmvaneenminuutwaarinduidelijkwordthoedeomgangsvormen indeanderecultuurzijn.
Hetanimatiefilmpjemoetookgetoondkunnenwordenaaneenspecifiekedoelgroep, zoalscollega's,familievancliëntenenzovoort.Kieseendoelgroepvoorwiejijhet filmpjemaakt.
Presenteerjullieanimatiefilmaandegroep.Wanneeralleanimatiefilmpjes gepresenteerdzijn,magiederzijnstemuitbrengen:welkanimatiefilmpjegeefthet duidelijkstdeomgangsvormenbinneneenbepaaldecultuurweer?
Opdracht1 Voorkomdevalkuil
Omeengesprekgoedtelatenverlopenishetbelangrijkjebewusttezijnvanpotentiële valkuilen.Indezeopdrachtbespreekjeineensubgroepvanvierstudentenwelke valkuilenerzijnenhoejeermeeomkuntgaan. Maakgroepjesvanmaximaalvierstudenten.
Iedereenkrijgtvandedocenteenbriefjemetdaaropeenbekendecommunicatievalkuil geschreven.
Iedereenverteltombeurtendebetekenisvanzijnvalkuil.Beschrijfdaarbijeen praktijkvoorbeeldwaarinjijwellichtindievalkuilbentgetrapt,ofbedenkeensituatie waarindatzozoukunnenzijn.Legtenslotteuitwatjekuntdoenomtevoorkomen datjeindezevalkuiltrapt.
Degroepmagreagerenopjouwverhaaleneventueelnogaanvullendetipsgeven.
Opdracht1 TimenChung
Leesdecasusenbeantwoorddebijbehorendevraagindividueel.
TimenChung
TimenChungzijncollega's.TimstuurtregelmatigmailtjesnaarChung,dieleestde mailsengaatermeeaandeslagmaarstuurtgeenantwoordofbevestigingterug.Tim weetnunietwaarhijaantoeisenofdeinformatiegoedisovergekomen.Hijraakt geïrriteerdenvindthetnietcollegiaaldatChungnietsmetzijnmailtjesdoet. UiteindelijkspreekhijChunghieropaan.ChungheefteenChineseachtergronden begrijptdeirritatievanTimniet.Sterkernog,hijheeftdemailsgoedgelezenenactie ondernomenwaarhijdatnodigvond.Chungisnietgewendomantwoordtegeven opmailtjesalsergeenconcretevraaginstaat.AlsTimeenantwoordopzijnmailtjes wilkrijgen,zalhijduidelijkermoetenzijninwathijverwachtvanChung.
WelkadviesgeefjijaanTimenChung?
Opdracht1 Wijwerkensamen
Indezeopdrachtleerjeomvanuithetperspectiefvanverschillendeculturen overeenstemmingtebereikenovereenbepaaldesamenwerking.Doedezeopdracht indegroep.Inderuimtehangengrotevellenpapierwaardrielandenopgeschreven staan,daarondervuljeperlandeenaantalonderwerpenaan,diespecifiekgelden voordatland.
Voordatjeindegroepmetdeopdrachtbegint,gajejeindividueelvoorbereidenop deopdracht.Jezoektinformatieopoververschillendeculturenenmaaktvoorjezelf eenoverzicht.Geefantwoordopdevolgendevragen:
• Hoeishettaalgebruikvandeverschillendeculturen?
• Welkerolheefteenleidinggevendebinneneenbepaaldecultuur?
• Hoeverlooptinverschillendeculturendesamenwerkingtussenwerknemers?
• Welkestatushebbendewerknemerenwerkgeverbinnenverschillendeculturen?
• Hoewordenerafsprakengemaaktbinnenverschillendeculturen?
• Hoeisdebeloningvoorwerknemersbinnenverschillendeculturen?
Iedereenlooptdoorderuimteenschrijftperlandopwelkegewoontenengebruiken leidendzijnbijdevolgendeonderwerpen:taalgebruik,rolvanleidinggevende, taakgerichtheid,samenwerking,status,afsprakennakomenenbeloning.
Degroepwordtindriesubgroepengedeeld,iederesubgroepvertegenwoordigteen land.Overlegwelkegewoontenengebruikenvoorjouwgekozenlandhetbelangrijkst zijnvoordeonderlingecommunicatie.
Vanuitiederesubgroepzijnertweevertegenwoordigers.Dezesvertegenwoordigers gaaningesprekomafsprakentemakenvooreengoedesamenwerking.Ermoeten afsprakengemaaktwordenoverdeaspecten:taalgebruik,rolvanleidinggevende, taakgerichtheid,samenwerking,status,afsprakennakomen,beloning.Alseen vertegenwoordigerhetnietmeerweetmaghijoverlegvoerenmetzijnsubgroep.De overigestudentenvandesubgroepenobserverenhetverloopvanhetgesprek.Wanneer ertussendooroverleggevoerdwordt,kunnenzijinformatieaandragen.Nahetoverleg mogenooktweeanderenuitdesubgroephetoverlegvertegenwoordigen.
Nadatergezamenlijkeafsprakenzijngemaaktbesprekenjulliedeopdrachtna.Tijdens hetnabesprekenkunnendevolgendevragenbeantwoordworden:
• Werdendeverschillendeculturelestandpuntenbesproken?
• Welkeideeënzijnerontstaanrondomdesamenwerkingtussendedrielanden?
• Werdergeluisterdnaarallestandpuntenofwerddedominantecultuurals uitgangspuntgenomen?
• Wathebjegeleerdvandezeopdrachtenwatneemjemeeindepraktijk?
4.5 Evaluerenenreflecteren
Opdracht1 Beoordeling
Vuldebeoordelingin.
Jeomschrijfthetbegripinterculturelecommunicatie. 1.
Jeomschrijftdemeestvoorkomendecultuurverschillen. 2.
3.
Jebenoemtdeaandachtspuntenenvalkuilenindeinterculturele communicatie.
JegeeftaanhoehetTOPOI-modeltoegepastkanworden. 4.
JedemonstreerthoedeBOSPAD-methodeingezetkanworden. 5. JeonderzoekthoedeTolkentelefooningezetkanworden. 6.
Opdracht1 Terugkijken
Indezeopdrachtevalueerjeditthemadoorhetbeantwoordenvandeonderstaande vragen.Dezeopdrachtmaakjeindividueel.
a. Benjedoorditthemaandersnaarandereculturengaankijken?Zoja,opwelke manier?
b. Watzijndedriemeestopvallendedingendiejetijdensditthemaoverinterculturele communicatiegeleerdhebt?
c. Opwelkemanierdenkjedatjedebehandeldeonderwerpeninditthemalater tijdensjewerkalssociaalwerkergaatgebruiken?
d. Wareneronderwerpeninditthemawaarjealkennisoverhad?Zoja,welke?
PREVIEWVERSIE
e. Watvondjehetminstinteressantvanditthema?Enhoedenkjedatjeditinde toekomstwelgaatgebruiken?
Opdracht1 Jezelfbeoordelen
Indezeopdrachtschrijfjejeeigenbeoordeling.Doedezeopdrachtindividueel.
a. Schrijfeentekstoverjezelfwaarinjejezelfbeoordeeltoverhoejemetdeuitwerking vanditthemabentomgegaan.Bijvoorbeeld:'Ikhebeengoedeplanninggemaakt, maarikvindhetmoeilijkommijdaaraantehouden.Desamenwerkingmetmijn medestudentenverliepgoed.Ikbengoedinhetgevenvanfeedback,maarfeedback ontvangenvindikmoeilijk.'Gebruikindetekstdevolgendeonderwerpen:
• planning
• creativiteit
• zorgvuldigheid
• geduld
• samenwerking
• communicatie
• outoftheboxdenken
• feedback.
PREVIEWVERSIE
b. Leesjeeigenbeoordelingnogeensgoeddoor.Komjebijhetlezenvanjeeigen beoordelingtotnieuweinzichten?Lichtjeantwoordtoe.
Somszaldecommunicatietussenjoueneencliëntomaanpassingenvragen. Bijvoorbeeldomdatdecliëntslechthorendisofslechtziend.Ookkomthetvoordat jetemakenkrijgtmetcliëntenmeteenandertaalniveau,ookdanstemjeje communicatieafopdecliënt.
Stelling
Goedecommunicatiekomtvantweekanten.
Doelen
Tijdensdeverwerkingsopdrachtenwerkjeaandeonderstaandedoelen:
• Jebeschrijftverschillendeoorzakendiecommunicerenmoeilijkermaken.
PREVIEWVERSIE
• Jelegtuitwaterbedoeldwordtmethetbegriptaalniveaus.
• Jekuntopverschillendemanierenjecommunicatieafstemmenopdecliënt.
• Jelegthetbegriptotalecommunicatieuit.
• Jegeeftvoorbeeldenvanondersteunendecommunicatieinverschillendesituaties.
• Jepastondersteunendemiddelentoeindecommunicatiemetdecliënt.
• Jezeteenvoudigegebarenintijdensdecommunicatieofzetextraondersteuning in.
5.1 Opwarmenenoriënteren
Opdracht1 Aandacht
Jewiltwatvertellenaaneenvriendin,maarzijzitsteedsophaarsmartphonetekijken, zehumtopdeverkeerdemomentenenzezegt'ja'wanneerhet'nee'moetzijnen andersom.Zowiljetochnietmetelkaaromgaan?Bespreekdevolgendevragenmet driemedestudentenensteleentoptiensamen.
a. Watzijnjulliegrootsteergernisseninhetcontactmetanderen?Maakgezamenlijk eentoptienvandegrootstecommunicatie-ergernissen.
b. Watvindenjulliebelangrijkindecommunicatiemetanderen?Denkdaarbijaan contactmetbekenden,maarookmetvreemden(bijvoorbeeldineenwinkel,in eenziekenhuisenopstraat)?Maakeentoptienvandeaspectendiejulliehet belangrijkstvindenindecommunicatie.
c. Inhoeverrekomtdestelling:'Goedecommunicatiekomtvantweekanten'terug injullietoptien?
Opdracht1 Goedecommunicatie
Bespreekmetdegroepdevolgendevragen.
a. Moetjeelkaarvolledigbegrijpenomtekunnencommuniceren?
b. Wanneeriscommunicatiegoed,volgensjullie?
PREVIEWVERSIE
c. Isgoedecommunicatienoodzakelijkvoorjou,alssociaalwerker?
d. Inwelkesituatieswordthetlastigomiemandechttebegrijpen?Bedenkminimaal zesvoorbeeldenmetelkaar.
5.2 Wetenenbegrijpen
Opdracht1 Communicerenkunjeleren
Alssociaalwerkerwerkjemetmensen.Jemaaktcontactenbentjebewustvanje beroepshouding.
Doedezeopdrachtindividueel.
a. Welketweekernwaardenzijneenleidraadomincontactmetdeandertekomen?
b. Opwelkemaniermaakjebewustcontactmetiemand?
c. Hoemaakjeonbewustcontact?
d. Incontactmetdeanderbenjejebewustvanjeberoepshouding.Waarletjeop?
e. Watdoejebij(heftige)emotiesofweerstandvandecliënt?
Opdracht1 Gebruikvantaal
Waaromishethebbenvaneenbepaaldtaalniveaubelangrijk?Metsteenkolenengels, handenenvoeteneneenvertaalappkomjetochookeenheeleind?
Doedezeopdrachtindividueel.
PREVIEWVERSIE
a. HetEuropeesReferentiekaderonderscheidtzestaalniveaus,aangeduidmetde lettersA,B,Cgekoppeldaanhetcijfer1of2.Welkeomschrijvinghoortbijwelk taalniveau?
A1
A2
B1
B2
C2
PREVIEWVERSIE
begrijpenvantekstenmet veelgebruiktewoordenen moeilijkeretaalalsditveel voorkomtdoorbijvoorbeeldwerk ofhobby
begrijpenvanlangeencomplexe teksten,zoalsoudereliteratuur, maarookspecialistischeartikelen, technischeinstructiesinandere vakgebieden
begrijpenvanlangeretekstover standpuntenvanactuele onderwerpenenhedendaagse literatuur
begrijpenvanvertrouwdewoorden ennameneneenvoudigekorte zinnen
begrijpenvanalleteksten,zowel concreetalsabstract,iszeer taalvaardig
begrijpenvankorteeenvoudige teksteneninstaatominformatiete vindenineenvoudigetekstenals eenadvertentieofmenukaart
b. Eriseenfundamenteelniveaueneenstreefniveauvoorbasiskennisen -vaardigheden.Vulinomwelkniveauhetgaat.
Omtefunctionerenindemaatschappijhebjehet nodig.
Debasisdieleerlingenmoetenbeheersenishet .
c. WelkeviertaaldomeinenonderscheidthetReferentiekaderTaal?
d. Waarhoudjerekeningmeebijhetschrijvenvanteksten? Letop!Tweeantwoordenzijnjuist.
Voorwieenwelkedoelgroepjeschrijft.
Jesluitaanbijtaalniveau.
Jeschrijftcijfersuit.
Jeschrijftuitvoerig.
e. Vuldeontbrekendewoordenin:
Sommigekinderenwordenvanafdegeboortemeertaligopgevoed,ditnoemje
taalverwerving.Anderenlereneentweedetaaldooreen tweetaligprogrammaopschoolofdoorimmigratie.Ditnoemje
taalverwerving.
f. Meerderemogelijkhedenzijnintezettenbijdecommunicatiemetiemandmet eentaalontwikkelingsstoornis.Noteererminimaalvier.
g. HoekunjeinjeverbalecommunicatieaansluitenbijtaalniveauA1?
h. HoekunjeinjeverbalecommunicatieaansluitenbijtaalniveauB1?
i. Vuldeontbrekendewoordenin.
PREVIEWVERSIE
Eendeelvanjongerendiestraattaalspreekt,loopteen op.Datkomtnietdoorgebruikvanstraattaal,maaromdatdejongerenopgroeien meteen .Thuissprekenzemethunoudersvaakde enmetvriendensprekenzestraattaal.Verdiepjeinde taalvanjongerenenmaakdevertaalslagnaarhet . Uiteindelijkmoetenookdejongerendearbeidsmarktopenmeedoeninde maatschappij.
Opdracht1 Communicerenondanksbeperkingen
Maakonderstaandevragenovercommunicatiebijeenbeperkingindividueel.
a. Watdoejebijmensenmeteenvisuelebeperkingenwatdoejebijmensenmet eenauditievebeperkingomcontacttemaken?
visuelebeperking
auditievebeperking
PREVIEWVERSIE
Noemjeeigennaamendenaamvan decliënt. Begroetbijbinnenkomstenbij vertrek. Letopjelichaamstaal.
Verteldecliëntwatjekomtdoen.
Maakcontactdoortepratenendoor decliëntvoorzichtigaanteraken.
Raakdecliëntvoorzichtigaan.
Verteljeboodschapzonder omwegen.
Kijkdecliëntaan,zodathijjespraak kanaflezen.
Doeééndingtegelijk.
Vermijdwoordenals hier en daar.
b. Isdevolgendestellingjuistofonjuist?
'Eenmethodevoorondersteunendecommunicatieisgebarentaal.' juist onjuist
c. Isdevolgendestellingjuistofonjuist?
'DegrammaticavandeNederlandseGebarentaalishetzelfdealshetNederlands.'
juist onjuist
d. Eenslechthorendeofdovecliëntkangebruikmakenvanverschillendediensten. Welkezijndat?Noteererminimaaldrie.
e. Isdevolgendestellingjuistofonjuist?
'HetUWVbeslistofeencliënteentolkvoorzieningkrijgt.'
juist onjuist
f. Isdevolgendestellingjuistofonjuist?
'Eenvoorbeeldvaneencommunicatievormishetgebruikvanverwijzers.'
juist onjuist
g. Isdevolgendestellingjuistofonjuist?
'Doorgebruiktemakenvantotalecommunicatiebrengjeinformatieopéénmanier over,waardoorhetduidelijkenconcreetis.'
juist onjuist
h. Watkunjemethetvingeralfabet?
PREVIEWVERSIE
i. Isdevolgendestellingjuistofonjuist?
'Mettotalecommunicatiespreekjemeerderezintuigenaanenwordtinformatie beteropgepakt.'
juist onjuist
j. Welkeproblemenervarenmensenmeteen(licht)verstandelijkebeperkingtijdens decommunicatieenwatisdaardeoorzaakvan?
k. Alsjealssociaalwerkercommuniceertmetiemandmeteenlichtverstandelijke beperking,danishetookvanbelangomjecommunicatieaantepassen.Waarlet jeop?Noteerminimaalzesaandachtspunten.
Begrippentrainer
5.3 Analyserenentoepassen
Opdracht1 Hè?
Jehoortdetelefoongaanenjeneemtop.Meestalziejealophetschermverschijnen wieerbeltenjebeginttepratenenluistertnaarwatdeanderzegt,aandeandere kantvandelijn.Datisheelgewoonalsjekunthoren.Vooriemanddiedoofis,werkt datnatuurlijknietzo.Maarhoezoudatvoelen?
Doedezeopdrachtmeteenmedestudent. Bekijkonderstaandfragment.
a. Neemeenvideoboodschapopvooreenmedestudent,waarinjeietsgaatvertellen overjemotivatieomdezeopleidingtedoen.Engeefaanwatjegraagwiltbetekenen voorjemedemens.Vertelzoalsjedatineengesprekzoudoen.Hetfilmpjeduurt minimaaltweeminuten.
b. Wisseljouwvideoboodschapmetjemedestudent.
c. Jebekijkthetfilmpjezondergeluid.
d. Beantwoorddevolgendevragen:
1. Waaromdoetjemedestudentdezeopleiding?
2. Watwiljemedestudentbetekenenvoordemedemens?
3. Hoewashetomiemandtezienpraten,zonderdezepersoontekunnen verstaan?
4. Watzoujeineengesprekandersdoen,alsjeweetdatiemanddoofof slechthorendis?
PREVIEWVERSIE
e. Bespreekjeantwoordenenervaringenmetjemedestudent.
Opdracht1 Leguit
Hoelegjeeensituatieuitaaniemanddiedetaalnietspreektofeenbijkomende beperkingheeft?Datislastig,maarondersteunendecommunicatiekanhelpen.Lees devolgendesituatiesenleginjeeigenwoordenuitwatjezoudoenenwelke hulpmiddelenjeeventueelzougebruiken.
Doedezeopdrachtmetdriemedestudenten.
Asielaanvraag
DeheerUzumoetnaarderechtbankvoorzijnasielaanvraag.Derechtbankisineen anderestad.Hijkrijgteentreinkaartjeenmoetverderzelfzienhoehijdaarkomt.
a. HoezoujedereismetdeheerUzuvoorbereiden?
Niet-aangeborenhersenletsel
MevrouwDeGraafheeftniet-aangeborenhersenletseldooreenauto-ongeluk.Ze verteltgraagoverhaarkleinkinderen,maarzebegintsteedstehuilen,omdatzeniet uithaarwoordenkankomen.
b. Watzegjeenwelkehulpmiddelenzetjein?
Visuelebeperking
PREVIEWVERSIE
DooreenoogziekteishetzichtvanCharlienogmaar15%.Hijkomtgraaginhet buurthuisvoordesocialecontacten,maarverschillendeincidentenhebbenertoe geleiddatanderewijkbewonershemontwijken.Hijheeftaleenpaarkeerzijnkop koffieomgestotenenoveranderenheengegooid.Hijispontificaaltegeneenvrouw aangelopen,diehemvervolgensbeschuldigdevanongewenstseksueelgedrag.En hijheefteenkeerdejasvaniemandandersaangetrokken.
c. HoekunjeCharlieondersteunenomverdereincidentenenescalatietevoorkomen?
d. Watzoujecommunicerenmetdewijkbewoners,watbetreftCharlieenzijn beperking?
Opdracht1 Buitengesloten
Doedezeopdrachtoverervaringsverhalenindividueel.
a. Zoekverschillendeervaringsverhalenvanmensendievertellenhoelastighetis omslechthorendtezijnenmaakeenlijstvanhunervaringen.Zoekminimaaltien voorbeeldenbinnenverschillendedomeinen,zoalsbijvoorbeeldopsociaal (relationeel)vlak,invrijetijd,opwerk,schoolenzingeving.
Bijvoorbeeld:‘Hoorjedevogeltjesfluiten?Heerlijk,hè?’Eengoedbedoeldevraag, maarvoormijconfronterendenverdrietig'(sociaalvlak).
Opdewebsitezijnervaringsverhalentelezenvanmensendieomverschillende redenendoofen/ofslechthorendzijn(geworden).
b. Kiesvijfervaringsverhalenuitenbepaalhoejejecommunicatiekuntafstemmen opdepersonenuitdeverhalen.Maakaandehandvanjeanalyseeen aanbevelingspostermetdaaropmeerdereaandachtspuntenindecommunicatie metslechthorenden.Bijvoorbeeldeen'Doendon'tposter'.
Kai
Eencobragingvlakachterhemaf...Hetisinmiddelsvierjaargeleden,maarnogsteeds heeftKai(16)lastvandegevolgenvandieeneexplosie.Metzijnrechteroorhoorthij nietsmeer.Hijverteltjedathijhetheellastigvindtomteaccepterendathijnooit meerietszalhorenmetdatoor,maarookdathijzichbuitengeslotenvoeltinzijn vriendengroep.Danlachenzeomiets,maarhijheeftdegrapgemist.
c. Kaiisnaarjetoegekomen.Hijaccepteertzijnbeperkingnognietenervaart belemmeringeninzijnsocialecontacten.Opwelkemanierpasjejouw communicatieaan?WatzouKaienwatzouzijnvriendengroepkunnendoenom Kainietbuitentesluiten?
Opdracht1 Taalniveau
Mettaalniveauskunjehettaalniveauvantekstenmetenenjekuntlezersindelenop taalniveau.VooranderstaligenwordthetookgebruiktomhetNederlandstaalniveau tekunnenbeoordelen.HetinburgeringsexamenisbijvoorbeeldoptaalniveauB1. Doedezeopdrachtmettweemedestudenten.
a. BeschrijfdekenmerkenvanlezersdietekstenkunnenlezenopA1-niveau.Zoek vervolgensopinternet,intijdschriftenofinboekeneentekstopA1-niveau.
b. BeschrijfdekenmerkenvanlezersdietekstenkunnenlezenopB1-niveau.Zoek vervolgensopinternet,intijdschriftenofinboekeneentekstopB1-niveau.
c. BeschrijfdekenmerkenvanlezersdietekstenkunnenlezenopC1-niveau.Zoek vervolgensopinternet,intijdschriftenofinboekeneentekstopC1-niveau.
d. Maaknuzelfdriekorteteksten,jemagzelfwetenopwelkedrieniveausjedatdoet enoverwelkonderwerpdetekstengaan.
Zorgervoordatjetekstminimaaltienzinnenbevat.
Voeromdebeurtdeteksteninoponderstaandesite.Leesvervolgensafopwelkniveau detekst,volgensdesite,isgeschreven.
e. Bespreekmetelkaarofjullieheteenszijnmetdebeoordeling.
f. Laatjullietekstendooreenandertweetallezen,dezemogenookhetniveauervan bepalen.
g. Bespreekmetelkaarna.
5.4 Verdiepenencreëren
Opdracht1 Naamgebaar
Jenaamisietspersoonlijksdatjejelevenlangalmetjemeedraagt.Vooriemanddie deNederlandseGebarentaalalseerstetaalheeft,iseennaamgebaarhetzelfdealsdat jijjeeigennaamuitspreekt.Hetisietsheelpersoonlijks.Envaakbestaathetgebaar uitdeeerstelettervanjenaamgecombineerdmeteenkenmerkvanjezelf.Bijvoorbeeld krullendhaar,eenshawl,petje,oordopjes,glimlach. Doedezeopdrachtmetdegroep.
a. Maak,individueel,jouweigennaamgebaaraandehandvandeeerstelettervan jenaam,gecombineerdmetietspersoonlijksvanjou.
b. Steljezelfvervolgensvooraandegroepaandehandvanjouwnaamgebaarenleg uitwathetpersoonlijkmaakt.
c. Oefennuintweetallenmethetvingeralfabet.Probeerjenaamtemakeneneen paaranderewoordendiejeveelgebruikt.
Opdracht1 Negeren
Communicatiedraaitomsocialeinteractie.Debasiswordtalgelegdbijdeallerkleinsten engaateenlevenlangmee.Naardeimpactvannegerenisveelonderzoekgedaan, zoalshetbekendeStillFaceexperiment.Eenmoederspeelthierbijmethaar1-jarige kindjetotzestoptmethetspelenhetkindnegeert.Kijkwaterdangebeurtinhet volgendefilmpjeenbeantwoorddebijbehorendevragen.
Doedezeopdrachtindividueel.
a. Watgebeurteralshetkindgenegeerdwordtdoordemoeder?Noteerdevier verschillendesignalendiejeziet.
b. Welkeconclusietrektdeonderzoeker?
c. Wathebjijgeleerdvanditfilmpje?Enwatneemjijmeealstoekomstigsociaal werker?
Opdracht1 Ingewikkeldemaatschappij
Watalsjedemaatschappijeigenlijkteingewikkeldvindtenjijnietbegrepenwordt. Watzoudatmetjedoen?Welkegevolgenheeftdatvooreenmens?Doedezeopdracht meteenmedestudent.
Vooranderstaligeniseralveelgelobbyd,geanalyseerdenopgeschreven.Leeshet artikelterinspiratie.
a. Schrijfeenpleidooivanmaximaalvijfhonderdwoordenenkomopvoorje medemensdienetnietmeekankomenindemaatschappij.Hoevindjijdatde communicatieaangepastmoetwordenvoorhen?
Hetpleidooimoetaandevolgendevoorwaardenvoldoen:
1. Hetmoetminimaaltweeproblemennoemenwaarmensentegenaanlopen.
2. Hetmoetminimaaltweeoplossingenbiedendiekunnenhelpenomde communicatiebeteraftestemmenophunmogelijkheden.
b. Houdjulliepleidooivoordegroepenvergelijkdeverschillenenovereenkomsten dieuitdeverschillendepleidooiennaarvorenkomen.
Opdracht1 Jongeren
'Ikwilwerkenmetjongeren!'Hetiseenuitspraakvaneenstudentsociaalwerk.Maar... ,willendejongerendatook?Hoekomjeincontactmetdejongerenenwatbetekent datvoordejongeren?
Doedezeopdrachtmeteenmedestudent.
Bekijkhetfilmpjeenbeantwoorddevolgendevragen.
a. Hoekomendejongerenwerkersincontactmetdejongeren?
b. Hoekijkendejongerennaardejongerenwerkers?
c. Watisheteffectvandejongerenwerkersopdejongerenendeomgeving?
d. Hoedenkenjulliedatjejecommunicatieafkuntstemmeninjewerkmetdeze jongeren?Bespreekditeerstmetelkaarendaarnaindegroep.
5.5 Evaluerenenreflecteren
Opdracht1 Beoordeling
Vuldebeoordelingin.
1.
Jebeschrijftverschillendeoorzakendiecommunicerenmoeilijker maken.
PREVIEWVERSIE
Jelegtuitwaterbedoeldwordtmethetbegriptaalniveaus. 2.
3.
Jekuntopverschillendemanierenjecommunicatieafstemmen opdecliënt.
Jelegthetbegriptotalecommunicatieuit. 4.
5.
6.
7.
Jegeeftvoorbeeldenvanondersteunendecommunicatiein verschillendesituaties.
Jepastondersteunendemiddelentoeindecommunicatiemet decliënt.
Jezeteenvoudigegebarenintijdensdecommunicatieofzetextra ondersteuningin.
Opdracht1 Jekennis
Doedezeopdrachtindividueel.
a. Metwelkeondersteunendehulpmiddelenwasjijalbekend?Inwelkesituatie gebruikjijze?
b. Hoevindjijhetomgebarentegebruikenterondersteuningvanwatjezegt?
c. 'Nietkunnencommunicerenofnietbegrepenworden:detaalnietspreken,een auditieve,visuelebeperkingofeen(licht)verstandelijkebeperking'.Moeilijke omstandighedenwaarmensenmeemoetenlerenleven.Watgajijdoenomhet levenvanhenprettigertemaken,alshetgaatomcommunicatie?
d. Denkjenugenoegtewetenoverdeverschillendehulpmiddelendiejekuntinzetten bijjecommunicatie,ofzoujeernogmeeroverwillenweten?Hoegajeervoor zorgendatjedattewetenkomt?
e. Watzoujewillendateensociaalwerkervoorjoudoetalsjijineenanderland terechtkomt,detaalnietspreekt,delettersnietkuntlezen?Welketipskunjede sociaalwerkergeven?
f. Datcommunicatiebelangrijkisendatjedaarmeealssociaalwerkerhetverschil kuntmaken,datweetjeinmiddels.Leginjeeigenwoordenuit(minimaal vierhonderd)watcommunicerenmetdecliëntzomooienzomoeilijkmaakt.En natuurlijkbenoemjeookhoetotalecommunicatiedaarineenplekheeft.
Opdracht1 Werkenaanditthema
Maakonderstaandevragenindividueel.
a. Watneemjemeeuitditthemadeberoepspraktijkin?Enwatgajenietgebruiken? Motiveerjeantwoord.
Meenemen: .
Nietgebruiken:
b. Hoehebjehetwerkenaanditthemaervaren?Enwelkeervaringenneemjemee naarhetvolgendethema?
Jouwervaring: .
Meenaarhetvolgendthema: .
c. Hoeverliepdesamenwerkingtijdenshetmakenvandeverwerkingsopdrachten? Motiveerjeantwoord.
PREVIEWVERSIE
Alssociaalwerkerindewijkishetbelangrijkdatjeaanwezigbent,zodatmensenje kennenenjeweetwaterspeelt.Contactmakenenverbindendoejedoorlopend:met wijkbewoners,collega'senandereorganisaties.Daarbijkomjesomslastigesituaties tegen.Metdeopdrachtenoefenjekenniseninzichtopditgebied,oefenjemetcases enverdiepjejeverderdooraanvullendeinformatietezoeken.
Stelling
Alssociaalwerkerneemjijmeestalhetinitiatiefvoorcontactmetmensenindewijk.
Doelen
Tijdensdeverwerkingsopdrachtenwerkjeaandeonderstaandedoelen:
PREVIEWVERSIE
• Jeoefentkenniseninzichtincontactleggenenverbinden.
• Jeoefentverschillendemanierenvanaanwezigzijnencontactmaken.
• Jemaakteenoverzichtvanmogelijkeverbindingen.
• Jeverdieptjeineenlastigesituatie.
• Jepresenteertinspirerendevoorbeeldenvankwartiermaken.
6.1 Opwarmenenoriënteren
Opdracht1 Initiatief
Indezeopdrachtvormjeeenmeningbijdestelling:Alssociaalwerkerneemjijmeestal hetinitiatiefvoorcontactmetmensenindewijk.Doedezeopdrachtmetdegroep.
a. Maakgroepjesvanvierenbespreekgezamenlijkdestelling.Doorloopdevolgende vragen:
• Inwelkesituatieszaleensociaalwerkervooralhetinitiatiefnemenvoorcontact metmensenindewijk?
• Inwelkesituatieszullenmensenindewijkcontactzoekenmetdesociaal werker?
• Bijwieligtvolgensjulliedeverantwoordelijkheidvoorcontacttussendesociaal werkerendemensenineenwijk?
– Heeftdesociaalwerkerdeverantwoordelijkheidomzichtbaartezijninde wijk,omdathijdeprofessionalis?Of:
– Hebbendemensenindewijkzelfdeverantwoordelijkheidomcontactte zoekenmetdesociaalwerker,omdatzezelfondersteuningwillen?
b. Maaknieuwegroepjesvanvierenbespreekwederomdevragenmetelkaar.
c. Kom,individueel,toteenconclusie:Ishetvooraldeverantwoordelijkheidvande sociaalwerkeromcontactteleggenmetmensenindewijk?Enwelkerolhebben demensenineenwijkzelf?Onderbouwjemening.
Opdracht1 Profileren
Alssociaalwerkerwiljedatdemensenjekennen.Jewiltdatzejekunnenvindenals erietsaandehandis,endatzeweteninwelkesituatiesjeietsvoorzekuntbetekenen. Indezeopdrachtprofileerjejezelfalssociaalwerker.Doedezeopdrachtmetdrie medestudenten.
Buurtfeest
Eriseenbuurtfeest.Hetiseengezelligeboel.Eensociaalwerkerstaatinderijomeen drankjetehalen,enmoetevenwachten.Hijmaakteenpraatjemeteenwijkbewoner dieookstaattewachten.
a. Bedenkmetelkaarwatdesociaalwerkeraandewijkbewonerkanvertellen(wie ishij,welkefunctieheefthij,hoeenwanneer,metwelkevragen,kunnen wijkbewonersbijhemterecht).NoteerditopeenlosA4'tje.
b. GeefjullieA4'tjeaaneenanderviertal.
c. Bepaalwiedesociaalwerkerspeeltenwiedewijkbewoner.Speelvervolgensde situatiena(eensociaalwerkerstaatinderijomeendrankjetehalen,enmoet evenwachten.Hijmaakteenpraatjemeteenwijkbewonerdieookstaatte wachten).
DesociaalwerkermaaktgebruikvanhetA4'tjemetinformatie.Dewijkbewoner improviseertzijnrol.Detweestudentenzonderrolobserverenhetgesprek.Zij noterenvoorzichzelf:
• Watdoetdesociaalwerker?
• Hoereageertdewijkbewoner?
d. Bedenkmetelkaarminimaalvijfgoedevragendiedesociaalwerkerzoukunnen stellenaandewijkbewoner.Hetgaatomvragenwaarmeejekennismaakt, belangstellingtoonteneenbeeldkrijgtvandesituatievandeander.Devraagof jeietskuntbetekenenvoordeanderhoorterzekerookbij.Noteerditopeenlos A4'tje.
e. Bepaalweerwiedesociaalwerkerspeeltenwiedewijkbewoner.Speelvervolgens desituatiena(eensociaalwerkerstaatinderijomeendrankjetehalen,enmoet evenwachten.Hijmaakteenpraatjemeteenwijkbewonerdieookstaatte wachten).
DesociaalwerkermaaktgebruikvanhetA4'tjemetvragen.Dewijkbewoner improviseertzijnrol.Detweestudentenzonderrolobserverenhetgesprek.Zij noterenvoorzichzelf:
• Watdoetdesociaalwerker?
• Hoereageertdewijkbewoner?
f. GeefjullieA4'tjeaanhetandereviertal.
g. Bespreekna:
• Watdeeddesociaalwerkerdeeerstekeerandersdandetweedekeer?
• Wasdereactievandewijkbewonerookanders?Hoe?
• Wasereenverschilinhetcontactdatontstond?
• Hoezoujejealssociaalwerkerhetbestkunnenprofileren?Waarom?
6.2 Wetenenbegrijpen
Opdracht1 Aanspreekpuntindewijk
Beantwoordindividueeldevolgendevragenoverdeaanwezigheidvandesociaal werkerindewijk.
a. Watiseenredenomaanwezigtezijnindewijk?
b. AanwezigzijnbetekentvolgenshetNederlandswoordenboekVanDale:terplaatse, present,voorhanden,terbeschikkingzijn.Datbetekentletterlijkdatjejeopeen bepaaldeplaatsbevindt.
Watbetekentaanwezigzijninhetsociaalwerk? Hetzelfde.
Ietsanders,namelijk:aanwezigzijn'injezelf'. Meerdandat:fysiekenmentaalaanwezigzijn. Minderdandat:jehoefternietaltijdtezijn.
c. Omechtaanwezigtezijnalssociaalwerkermoetjefysiekaanwezigzijnopeen bepaaldeplekéninhethierennuzijn.
Watbetekentdat?
d. Waaromwiljealssociaalwerkeropdiemanierindewijkaanwezigzijn?
e. Welketipszijneromjeaanwezigheidindewijktevergroten?
Bijvoorbeeld: eenvasteontmoetingsplek verschillendeontmoetingsplekken eenvastinloopmoment opafspraakwerken eenvasterondedoordewijk daneenshier,daneensdaarzijn
f. Omgevondentewordenindewijkprofileerjejezelf.
Wathoortdaarbij?
PREVIEWVERSIE
altijdopjeplekzijn duidelijkmakenwaarjevoorstaat duidelijkmakenwatjouwkwaliteitenzijn latenwetendatjeerbent latenweteninwelkesituatiesjeinzetbaarbent zorgendatwijkbewonersjemobielenummerhebben
g. Jezelfprofilerenisnietaltijdeenvoudig.
Zijndevolgendestellingenjuistofonjuist?
I-Omjealssociaalwerkerteprofileren,handeljevanuitjepositie.
II-Alssociaalwerkerprofileerjejehetsterkstdoorjegesprekspartnerstevragen ofenwatjevoorzekuntbetekenen.
Beidezijnjuist. Beidezijnonjuist. Iisjuist,IIisonjuist.
Iisonjuist,IIisjuist.
Opdracht1
Contactmakenenonderhouden
Onderstaandevragengaanovercontactmakenenonderhouden. Doedezeopdrachtindividueel.
a. Contactiseenonmisbaaronderdeelvansociaalwerk.Alssociaalwerkerbenje voortdurendcontactaanhetmakenenaanhetonderhoudenmetallerlei verschillendemensen.
Metwiehebjezoalcontact?Noteerdrievoorbeelden.
b. Waaromiscontactzobelangrijkinhetsociaalwerk?
c. Contactmakenkanopverschillendemanieren.Hoebijvoorbeeld?Noteererdrie.
d. Voorhetmakenvancontactiseenbepaaldekwetsbaarheidnodig.
PREVIEWVERSIE
Watwordtdaarmeebedoeld?
e. Watzijnvoorbeeldenvangrenzendiejeopmoetheffenomcontacttemaken?
f. Hoemaakjealssociaalwerker(inzijnalgemeenheid)contact?Letop!Meerdere antwoordenzijngoed.
begrensd onbevangen open sturend vanuiteigenideeën vanuitvakkennisentheorieën
g. Hoemaakjemeestalalseerstecontact? fysiek non-verbaal verbaal
h. Contactmakenkanopverschillendemanieren.
fysiek non-verbaal verbaal
PREVIEWVERSIE
Koppeldevoorbeeldenaandejuistecategorie. aantikken 'hallo'zeggen handopiemandsschouderleggen knikken naamvandeandernoemen zwaaien
i. Zijndevolgendestellingenjuistofonjuist?
I-Lichamelijkcontactwerktmetnamegoedalsjeiemandnognietzogoedkent.
II-Bijhetcontactmakenkanhetbestgebeurendatjeevenstilbent.
Beidezijnjuist. Beidezijnonjuist. Iisjuist,IIisonjuist. Iisonjuist,IIisjuist.
j. Hoegajealssociaalwerkerommethetmakenvandirectfysiekcontact? Lichtjeantwoordtoe.
k. Vulsteedsin:'wel'of'niet'.
Contactmakengaat verderdankoetjesenkalfjes.
Hetbetekent datjealjekwetsbareofpersoonlijke ervaringendeelt.
Echtcontactmakenbetekent datjeinhetmomentkunt zijn.
l. Welkegedragingenkunnenhelpeninhetmakenvancontact?Noteerervijf.
m. Waaromhandeljealssociaalwerkerproactief?Geefdrieredenen.
n. Welkeaanpakpastbijproactiefzijn? actiefluisteren eropaf presentie
o. Waaromgajealssociaalwerkereropaf?
PREVIEWVERSIE
p. DepresentiebenaderingvanAndriesBaartkanhouvastbiedenbijhetmakenvan contact.
Welkeachtkenmerkenheeftdezebenadering?
q. Watdoejealsereenmaalcontactisontstaan?
Jeblijftervoorzorgen. Jehoudthetkrampachtigvast. Jelaathetopzijnbeloop. Jewachttotdeanderinitiatiefneemt.
r. Hoeonderhoudjecontact?Geefdriepraktischetips.
s. Watkunjedoenindevolgendesituatieswaarincontactonderhoudenmoeizaam gaat?
• Alsjetwijfeltofiemandnogwelcontactmetjouwil
• Alsjeweetdatiemandlievernietbelt,maarwelveelappt...
• Alsjetwijfelenonzekerheidvoelt...
t. Welkvoordeelheefthetomeene-mailofkaarttesturen,inplaatsvanlangste gaanofoptebellen?
u. Welknadeelheefthetomeene-mailofkaarttesturen,inplaatsvanoptebellen oflangstegaan?
v. Welkeredenenkaniemandhebbenomniettereagerenalsjeprobeertomcontact tehouden?Noteererdrie.
Opdracht1 Verbinden
Dezeopdrachtgaatoververbinden. Doedezeopdrachtindividueel.
PREVIEWVERSIE
a. Sociaalwerkdoejealtijdsamen. Metwiewerkjezoalsamen?Noteerdrievoorbeelden.
b. Watdoejealsergeenofonvoldoendesamenwerkingontstaat?Dan: laatjelos stimuleerencreëerjedie
c. Welkebelangrijkefunctieheeftverbinden?
d. Hoecreëerjeverbinding?
Jebrengtindividuelevragen,behoeftenenoplossingenmetelkaarincontact. Jegaatmetbewonersomdetafelenbespreektwiegraagmetwieomgaat.
Jekoppeltindividuelevragenenmogelijkhedenaanelkaar. Jeluistertnaarideeënensteltjeopen.
Jemaaktonderlingeontmoetingmogelijk.
Jeverteltdatmensenelkaarmoetenhelpen.
e. Watiswederkerigheid?
Deeengeeftwathijkanendeanderneemtwathijnodigheeft. Jedoetietsvoordeanderenkrijgtdaarietsvoorterug.
Jeverdeelteerlijkwatjetegevenhebt,zodatniemandjaloerswordt.
f. Zijndevolgendestellingenjuistofonjuist?
I-Demeestemensenwordenlievergeholpendandatzeanderenhelpen.
II-Mensendieelkaarhelpenvoelenzichvaakmeerverbondenmetdesamenleving. Beidezijnjuist.
Beidezijnonjuist.
Iisjuist,IIisonjuist.
Iisonjuist,IIisjuist.
g. Watzijnvoorbeeldenvangroependiejealssociaalwerkerkuntverbinden?Noteer ervijf.
h. Waargaatsocialesamenhangover?
PREVIEWVERSIE
i. Watiseenanderwoordvoorsocialesamenhang? saamhorigheid sociaalcontact socialecohesie verbondenheid
j. Wanneerisersprakevaneensterkesocialesamenhang?
Als:
burgersveelgebruikmakenvaninstituties burgersvoldoendevertrouwenhebbenininstituties burgerszichmetelkaarverbondenvoelen burgerszichverbondenvoelenmethuneigengroep burgerszichzelfstandigontwikkelen institutieszichbekommerenomdeburgers
k. Watzijnvoorbeeldenvaninstituties?Noteererdrie.
l. Alssociaalwerkerverbindjeookorganisatiesmetelkaar. Watzijnredenenomdattedoen?Noteererdrie.
m. Watzijnvoorbeeldenvanondernemers? bakkerij buurtsupermarkt drukkerij horecagelegenheden politie winkels
n. Ondernemerszijn,samenmetalleindividueleburgers,groepen,organisatiesen professionals,désamenleving.
Waarblijktdatbijvoorbeelduit?
o. Hoekunjealssociaalwerkerondernemersverbinden?
PREVIEWVERSIE
Opdracht1 Lastigesituatiesenkwetsbaremensen
Dezeopdrachtgaatoverlastigesituatiesenkwetsbaremensen. Doedezeopdrachtindividueel.
a. Insommigegevallenishetlastigomcontactteleggenenteverbinden. Hoekomtdat?Noteerdrieredenen.
b. Alscontactmakenenverbindenmoeilijkgaat,ishetvanbelangdatjegoednaar jezelfendeanderkijkt.Welkedrievragenkunjejezelfdaarbijstellen?
c. Wathelpt,wanneerjealssociaalwerkereenlastigesituatietegenkomt? betrouwbaarzijn duidelijkzijn geduldigzijn jeinzetforceren
d. Watzijnvoorbeeldenvanlastigesituaties,waarinjevaakvoordilemma'senlastige keuzeskomttestaan?
e. Zijndevolgendestellingenjuistofonjuist?
I-Verwardgedragwordtnietaltijdgoedbegrepen.
II-Verwardgedragontstaataltijddoordrugsgebruik. Beidezijnjuist. Beidezijnonjuist. Iisjuist,IIisonjuist. Iisonjuist,IIisjuist.
f. Watdoejealsjetemakenhebtmetiemanddiezichverwardgedraagt,enjeniet goedweetwatjeermeeaanmoet?
g. Bijoverlastisersprakevanonrechtmatigehinder.
Watbetekentdat?
PREVIEWVERSIE
Datdebetrokkenenernietsaankunnendoen.
Datdeoverlastbijwetverbodenis.
Dateralmeerderekerenisgewaarschuwd. Datermeerderemensenzijndieerlastvanhebben.
h. Ookalsergeensprakeisvanonrechtmatigehinder,kunnenmensenveeloverlast ervaren.
Watisdaarvaneenvoorbeeld?
i. Buren-ofwoonoverlastiseenveelvoorkomendesituatieinsociaalwerk.
Welkerolhebjedaaralssociaalwerkerbij? bemiddelaar gids ondersteuner richtingwijzer
j. Wathoudtdierolin?
k. Koppeldebegrippenaandejuisteomschrijving. (acute)dreigingvangevaar acuteonveiligheid jevoeltjeonveilig onveiligheid levensbedreigendesituatie psychologischeonveiligheid
l. Watstaatinonveiligesituatiesaltijdvoorop?Lichthetantwoordtoe.
m. Watdoejealsjeineensituatiepsychologischeonveiligheidervaart?
PREVIEWVERSIE
n. Welketweedingendoejealsjealssociaalwerkertemakenkrijgtmetagressie?
o. Erbestaatgeenlijstvankwetsbaregroepen. Hoekomtdat?
p. Watzijnvoorbeeldenvangroepenmeteenverhoogdrisicoopkwetsbaarheid? Noteerervijf.
q. Zijndevolgendeuitsprakenjuistofonjuist?
I-Kwetsbaremensenzijnmensendieondersteuningnodighebben.
II-Kwetsbaremensendieondersteuningnodighebben,vragendienietaltijd. Beidezijnjuist.
Beidezijnonjuist. Iisjuist,IIisonjuist. Iisonjuist,IIisjuist.
r. Watzijnaandachtspuntenbijhetwerkenmetkwetsbaremensen?
Noteererdrie.
s. Jekuntinsituatiesterechtkomenwaarinjejeonprettigofonveiligvoelt.Welke vijfvragenkunjejezelfstellenomjefysiekeenemotioneleveiligheidtechecken?
t. Watdoejealsjeinschatdateensituatieteriskantis? ernaarhandelen:hetcontactstoppenenuitdesituatiestappen jeintuïtieopzijzetten
Opdracht1 MethodeKwartiermaken
Onderstaandevragengaanoverkwartiermaken. Doedezeopdrachtindividueel.
a. WatiseenkwartiermakervolgenshetVanDalewoordenboek? eencoach eenorganisator eenverdeler eenwegbereider
PREVIEWVERSIE
b. Waardraaitkwartiermakenom?
c. Watzijnvoorbeeldenvangroepenwaarvoorkwartiermakenveelkanbetekenen?
d. Watwordtmetdemethodekwartiermakengeprobeerd?
e. Noteerminimaaldriekenmerkendeactiviteitenvankwartiermaken.
f. Watzijnwerkzameelementenvankwartiermaken?Noteerervijf.
g. Beschrijftweevoorbeeldenvankwartiermaken.
Begrippentrainer
6.3 Analyserenentoepassen
Opdracht1 Case:Willem
Bijdezeopdrachtbespreekjehoejecontactmaaktenhoudtaandehandvaneen case.
Doedezeopdrachtmetdriemedestudenten.
Nieuwebaan
Gefeliciteerd!Jehebteennieuwebaanalssociaalwerkerineenvrijrustigewijk.Je neemtdeelaanverschillendeoverleggenenverdeeltmetjecollega'sdediverse aandachtsgebieden.Jebentonderandereverantwoordelijkvoorhetreilenenzeilen indiversebuurthuizen.
a. Jebentnognieuw...Hoeleerjedewijkenzijnbewonerskennen?
PREVIEWVERSIE
b. Hoeonderhoudjeditcontact?
Vervolg
Jebentnuzo'nviermaandenaanhetwerk,enjebegintalaardigdewegteweten. Mensenkennenjeenjijkentinmiddelsookveelwijkbewoners.Opvastemomenten benjeindeverschillendebuurthuizentevinden.
IneendaarvankomjealtijdWillemtegen,70+maarnogaardigvitaal.Meestalmaak jeweleveneenpraatje.'HaWillem,hoeishet?'ensteevastmaakthijhetgrapje:'Ik hoorhierbijhetmeubilair'.Hijlijkterinderdaadweltewonen.
Tothijeropeengoededagnietis.'WaarisWillem?',vraagjeaaneenanderevaste bezoeker.'Geenidee'zegtdie.'Hijiserdeheleweekalniet'.
DeweekernaisWillemernogsteedsniet.Enniemandlijkttewetenwaarom.
c. Hoegajehiermeeom?Lichthetantwoordtoe.
Vervolg
OpeeneerdermomentheeftWillemjeeenkeerzijntelefoonnummergegeven.Je weetdathijalleenwoontenweinigcontactenheeft.Daarombesluitjeomhemopte bellen.Jeprobeerthetopverschillendemomentenenspreektdevoicemailin,maar zonderresultaat.
d. Watdoeje?Weegjeoptiesaf.
Vervolg
Jeweegtallesafenmerktdatjejezorgenmaakt.Daarombesluitjeomlangstegaan. JebeltaanenWillemdoetopen.
PREVIEWVERSIE
e. Hoemaakjecontact?
Vervolg
Willemvindthetaardigdatjelangsbentgekomen.Maarhijvraagtjenietbinnen.Het duurdeeentijdjevoorhijopendeed,enhijzieternietbestuit.Vermoeid,verdrietig misschien?Eenbeetjesomber,warrig,nietzoalsjehemkent.Maarhijzegtdaterniets aandehandis.
f. Hoereageerje?
g. SteldatWillemzouhebbenvertelddathethemnietmeerluktomnaarhet buurthuistegaan,bijvoorbeeldomdathijzichnaarvoelt.Ofhettedrukvindt.Of nietmeerzogoeduitdevoetenkan.Watzoujedandoen?
Opdracht1 BuurtondersteunerinTilburg
Bijdezeopdrachtonderzoekjehoejedetheorieuithetthemaherkentindewerkweek vansociaalwerkerBreeTahapary. Doedezeopdrachtindividueel.
a. BuurtondersteunerBreeTahaparyhieldvoorEenVandaageendagboekbijvan zijnwerkweekindeKruidenbuurt-WestinTilburg.Leeszijnverhaal.
b. HoeisBreeaanweziginzijnwijk,enwatlevertdatop?
c. HerkenjeinhetverhaalvanBree:
• verbaalcontact
• non-verbaalcontact
• fysiekcontact
• 'stil'aanwezigzijn
• pro-actiefzijn,initiatief? Motiveersteedsjeantwoord.
PREVIEWVERSIE
d. HoeversterktBreedesocialesamenhangindewijk?
e. HoeverbindtBreeindividuen,groepen,organisaties,ondernemersen/of professionals?
f. Breekrijgtooktemakenmeteendilemma.Hoegebeurtdat?
Opdracht1 Contactmaken
Bijdezeopdrachtoefenjeverschillendemanierenvancontactmaken. Doedezeopdrachtmeteenmedestudent.
Contactmaken
Bijcontactmakengaathetinhetsociaalwerkomaandachtdiejebewustopdeander richt:Datkanopverschillendemanieren,bijvoorbeeld:
• fysiek
• non-verbaal
• verbaal
• (metdeander)stilzijn
• proactiefoptreden.
Daarbijhandeljesteedsvanuitpresentie:bewustaanweziginhetcontact,meteen deelvandeaandachtbijjezelfeneendeelbijdeander.
Doesamendevolgendeoefening:
• StudentAnodigtstudentBmeteenopenvraaguitomtevertellenovereenmoment dathemblijofgelukkigmaakte.
• Breageertvanuitzichzelf.
• Aluistertmetaandacht,maarzonderverdernogietstezeggen.
• PasalsBhelemaalisuitverteld,ishetklaar.DanbedanktAstudentBvoorhet vertellen.
Noteerzonderoverlegiedervoorjezelfwatjehierbijhebtervarenenwisseldanvan rol.
a. Bespreeksamenna:
• Hoeverliephetcontact?
• Wathebjehierbijervaren?
• Welkevormenvancontactpastenjullietoe?
• Hoemerktejedatdeanderwasuitverteld?
PREVIEWVERSIE
Doenusamendevolgendeoefening(alleenalsdatvoorallebeigoedvoelt).Jespreekt ernietbijenletenkelopwatjeinjezelfervaart.
• StudentAraaktstudentBaan.Heelbewust.
• StudentBreageertweervanuitzichzelf.
Noteeropnieuwzonderuitwisselenwatjehebtervaren.Wisseldaarnavanrol.
b. Bespreekna:
• Hoevondjehetomdittedoen?
• Voeldejejeontspannenofjuistniet?
• Welkegedachtengingendoorjeheen?
• Warenergevoelens?Zoja,welke?
• Voeldejeeenneigingofbehoefte?
Bespreeksamenookeventueleovereenkomstenofverschilleninervaring.Waar komendievandaan?
c. Bedenksamenvoorbeeldenvansituatieswaarinjealssociaalwerker:
• verbalecommunicatieinzet
• non-verbalecommunicatieinzet
• fysiekecommunicatieinzet
• proactiefhandelt
• stilbentenruimtegeeft.
Opdracht1 Organisatiesverbinden
Bijdezeopdrachtmaakjeeenoverzichtvanmogelijkeverbindingentussen organisaties.
Doedezeopdrachtindividueel.
a. Kieseenfunctiebinnenhetsociaalwerkdiejebelangstellingheeft.Zoekerextra informatieoveropinternet:
• Watdoeje,voorwie?
• Welkeandereorganisatiesendisciplineszijndaarbijrelevant?
b. Alssociaalwerkerrichtjejenietalleenopdecliënt,maarverbindjeookorganisaties metelkaar.Maakeenoverzichtdatlaatzienhoejijdezeorganisatieszouverbinden:
• Zetopeengrootvel'decliënt(en)'ofdoelgroepinhetmidden(maakereen tekeningetjebijofplakeenafbeelding).
• Zeteromheendenamenvandeorganisatiesdierelevantzijn(maaker tekeningetjesbijdielatenzienwatzedoen,ofwaarhunexpertiseligt,ofplak eenafbeelding).
• Laatzienwelkeverbindingenjezouwillenmaken,doorbijvoorbeeld:
– lijnen,pijlennaardecliëntentussenorganisaties
– waarje(metkleuren)erbijaangeeftomwelkesoortverbindinghetgaat.
Opdracht1 Lastigesituatie
Bijdezeopdrachtoefenjeineenrollenspelhetomgaanmeteenlastigesituatie. Doedezeopdrachtmetdegroep.
Verward
NikosisgeboreninGriekenlandenjarengeledenmetzijnoudegitaarvertrokken.De laatstejarenverblijfthijinNederland.Hijheeftgeeneigenplekomtewonenenslaapt daneensbijeenkennis,daneensindenachtopvangofbuiten.Somslegthijeen kleedjeneerenmaaktmuziekindehoopdatvoorbijgangershemietsgeven.Daarmee omzeilthijhetbedelverbod:bedelenisgeldvragenzondererietstegenovertestellen. Hijsteltzijnmuziekertegenover.Tochbekijktdepolitiehemmetargwaan:hijzieter ongewassenuitengeeftsommigevoorbijgangerseenongemakkelijkgevoel.
BuurtwerkerBerendzietNikosregelmatigopplekkeninzijnwijk.Hijweetdatsommige wijkbewonersdatvervelendvinden.Hetiseenvrijnettewijkenzo'n'zwerver'vinden zeaanstootgevend.ErzijnookwijkbewonersdieNikosenzijnmuziekwelwaarderen enhemsomsietsgeven.BerendwilcontactmakenmetNikosomtezienofhijiets voorhemkanbetekenen.MaarNikosspreektgeenNederlandsenmaarheelbeperkt Engels.Ookishijvrijachterdochtigensomsookverward.
a. Bespreekingroepjesvandrie:
WatkanBerenddoenommetNikosincontacttekomen?Laatjeonderandere inspirerendoorwatjeleestoverpresentie.
Probeerinhetgroepjevandrieuitwatjulliehebbenbedacht,ineenkortrollenspel.
• Berendprobeertcontacttemaken.
• Nikosleeftzichininzijnrolenreageertvandaaruit.
• Dederdestudentobserveert.
PREVIEWVERSIE
Wisselvanrolzodatiedereenheteenkeerheeftgeprobeerd.
b. Bespreeknaindegroep:
• Watisuitgeprobeerd?
• Watwerkteenwat(nog)niet?
• Hoezoudenjulliehiermeeverdergaan?
Vervolg
Eriseenbijeenkomstvanhetbuurtcomité.Berendisvanuitdewelzijnsorganisatie aanwezigbijhetoverleg.Eenvandewijkbewonersheeftdeagendagemaaktenzit hetoverlegvoor.Heteersteonderwerpis:'bedelaarsindewijk'.Bijhetbespreken vanditpuntontstaateenverhittediscussietussendedeelnemers.Sommigenvinden daterietsmoetwordengedaantegen'ditsoorttypes'.Anderenvindendatdewijk vooriedereenmoetzijn.Berendvoeltzichuiteindelijkgeroepenomintegrijpenen derolvanbemiddelaartevervullen.
Verdeeldegroepindrieën:
• GroepAbespreektmetelkaarwaarommensenzoalsBerendnietindewijkpassen. Zijkiezenuithunmiddenookeenwijkbewonerdiehetoverlegvoorzitenbespreken hoediehetoverlegkanstarten.
• GroepBbespreektmetelkaarwaarommensenzoalsBerenderookbijhorenin dewijk.
• GroepCbespreektsamenhoeBerendeenbemiddelenderolinkanvullen.
c. Speelmetdegroephetbuurtoverlegna.StudentenuitgroepAenBzittendoor elkaar.StudentenuitgroepCzittenbijelkaar:zijkunnenelkaartehulproepenof metelkaaroverleggenalsBerendvastloopt.
Devoorzitterstartdevergaderingenintroduceertheteersteagendaonderwerp.
Bespreekna:
• Hoeverliepdevergadering?
• WatdeedBerendomtebemiddelen?
• Watleverdedatop?
Vervolg
PREVIEWVERSIE
BerendbeseftdathetindezewijknietvanzelfsprekendisdatmensenzoalsNikos welkomzijn.Hijwildaargraagietsaandoen,metbehulpvandemethode Kwartiermaken.
d. Bespreekingroepjesvandrie:
• MetwelkepersonenoforganisatieskanBerendsamenwerkingzoeken?
• Bedenkdrieactiviteitendiezoudenkunnenhelpenomindewijkplaatste makenvoormensenzoalsNikos.
6.4 Verdiepenencreëren
Opdracht1 GayindeBiblebelt
Bijdezeopdrachtverdiepjejeinkwartiermaken. Doedezeopdrachtmeteenmedestudent. LeesopdeNOS-websitehetverhaalvanNiels.
a. Nielswistaleentijdjedathijgaywas.Maarhijdurfdedaarnietovertepratenin deomgevingwaarhijisopgegroeid.
Hoeginghijdaarmeeom?
b. Waaromdeedhijdat?
c. Welkereactieskwamenerop?
d. Welkeffectheeftzijninitiatiefgehad?
PREVIEWVERSIE
e. WatgeeftNielsmeeaananderehomoseksuelejongerendiezichnietvrijvoelen inhunomgeving?
f. DemoeitedieNielsbijhetopgroeienheeftervaren,zegtookietsoverde samenlevingencultuurwaarinhijisopgegroeid.
Watbijvoorbeeld?
g. Metkwartiermakenzoujeopditgebiedvoorjongerenindezepositieietskunnen betekenen.Maakeenplanvanaanpakhoejedatzoukunnendoen,aandehand vandekenmerkendeactiviteiten:
• inkaartbrengenvanwensenenbehoeftenvandekwetsbaredoelgroep
• draagvlakorganisereninbetrokkenorganisatiesofsamenlevingsverbanden voordeelnamevandekwetsbaredoelgroep
• eenkwartiermakeraanstellenalsprojectaanjager
• concreteactiviteitenvormgevendieinclusieagenderenenmogelijkmaken
• zoekennaarduurzamesamenwerkingsverbandenomdegastvrijheidte verankeren.
Werkdezeeenvooreenconcreetenuitgebreiduit.
Opdracht1 Lastig
Bijdezeopdrachtschrijfjeeenartikelvoorcollega'sovereenlastigesituatienaar keuze.
Hetartikelschrijfjeindividueelenlaatjevervolgenslezendooreenmedestudent. Kieseenvandevieronderwerpenuitdeparagraaf'lastigesituaties':
• verwardgedrag
• overlast
• agressie
• onveiligheid.
a. Zoekviainternetinformatieoverditonderwerp:
• Hoevaakkomthetvoorinjouwstad,wijkofbuurt?
• Hoepastdatbijhetlandelijkgemiddelde?
• Iserlokaalbeleidopditgebied(relevantvoorhetsociaalwerk)?
• Welkepartijenwerkenopditgebiedmetelkaarsamen?
• Welkewetgevingisrelevantbijditonderwerp?
b. Zoekeenillustratievevoorbeeldsituatiedielaatzienhoejealssociaalwerkermet ditonderwerptemakenkuntkrijgen.Jemagerookzelfeenuitwerken.
c. Werkuithoejijalssociaalwerkermetdezecasezouomgaan.Verwerkdaarinde theorieuithetthemazoveelmogelijk.
d. Verwerkjebevindingenineenartikelvoorcollega's:
• Kieseenpakkendetitel.
• Leidinmetdealgemeneinformatieenkaders.
• Illustreeraandehandvanhetvoorbeeldjeaanpak.
• Sluitafmeteenpakkendeconclusieofaanbeveling.
e. Laatjeartikellezenaaneenmedestudentenvraagomfeedback.
Opdracht1 Kwartiermakers
Bijdezeopdrachtzoekjeinspirerendevoorbeeldenvankwartiermaken. Doedezeopdrachtmetdegroep.
Zoeksamenmeteenmedestudentnaarinspirerendevoorbeeldenvankwartiermaken.
Kieshetmooistevoorbeeldenverwerkditineenkortepresentatie:
• Lichthetvoorbeeldtoe(watwerdgedaan,voorwelkegroep,metwelkresultaat?)
• Verbindhetvoorbeeldmetdekernelementenvankwartiermakenuithetthema.
Verzorgdepresentatiesvoordegroep.Reageeropelkaarspresentatiesendenkmet elkaarmee.
Bespreekmetdegroep:
• Welkemeerwaardeheeftkwartiermaken?
• Voorwelkegroepenzoukwartiermakennogmeernodigzijn?
6.5 Evaluerenenreflecteren
Opdracht1 Beoordeling
Vuldebeoordelingin.
PREVIEWVERSIE
Jeoefentkenniseninzichtincontactleggenenverbinden. 1.
Jeoefentverschillendemanierenvanaanwezigzijnencontact maken. 2.
Jemaakteenoverzichtvanmogelijkeverbindingen. 3. Jeverdieptjeineenlastigesituatie. 4.
Jepresenteertinspirerendevoorbeeldenvankwartiermaken. 5.
Opdracht1 Aanwezigzijnencontactmaken
Bijdezeopdrachtreflecteerjeopjouwmaniervanaanwezigzijnencontactmaken. Doedatindividueel.
a. Aanweziginhetsociaalwerkwilzeggendatjemetjeaandachtbijdeanderbent.
Beschrijfeensituatiewaarindatgoedlukte:
• Watwasdesituatie?
• Hoekon(den)deander(en)merkendatjemetaandachtaanwezigwas?
• Wathielpjeomhetinditgevalzotedoen?
• Watbetekendehetvoorhetcontactmetdeander?
b. Beschrijfeensituatiewaarinhetjuistnietlukteommetaandachtaanwezigtezijn.
• Watwasdesituatie?
• Waaruitbleekdatjeermetjeaandachtnietbijwas?
• Watmaaktedathetindiesituatiezoging?
• Watbetekendehetvoorhetcontactmetdeander?
c. Kijkendnaardezetweevoorbeelden:
• Wathelptjouommetaandachtaanwezigtezijn?
• Watwerktjuisttegen?
• Watkundoenomhiernogverderinteontwikkelen?
d. Verbindenwilonderanderezeggendatjebijdraagtaanpositieverelatiestussen demensenomjeheen.Isdatietsdatjouligt,ofjuistniet?Beschrijfeenconcreet voorbeelddatditlaatzien.
e. Alssociaalwerkerkrijgjesomsmetlastigesituatiestemaken,zoalseenverward persoon,overlast,agressieofonveiligheid.
Welkekwaliteitenvanjouhelpenjeomdaarmeeomtegaan?
f. Welkekwaliteitzoujeverderwillenontwikkelenomdaar(nog)beterinteworden?
g. Hoezoujedatkunnenaanpakken?
Opdracht1 Belangstelling
Bijdezeopdrachtreflecteerjeopdeinhoudvanhetthema.Doedatindividueel.
a. Welkonderwerpuithetthemavondjehetmeestinteressant?Lichthetantwoord toe.
b. Welkonderwerpsprakjeminderaan?Lichthetantwoordtoe.
c. Vanwelkonderwerpuithetthemazoujenogmeerwillenweten?
d. Waarkunjedieinformatievinden?Wieofwatkanjedaarbijhelpen?
PREVIEWVERSIE
Hetgevenvanadvies,instructiesenvoorlichtingdoejenietzomaar.Jezultmerken dateengoedevoorbereidingergbelangrijkis.Zozuljeeerstnadenkenoverhoeje hetbestjedoelkuntbereikenenwelkehandelingenjedaarvooruitvoert.Indeze opdrachtenoefenjemethetgevenvanadvies,instructiesenvoorlichting,zodatje goedvoorbereidhetwerkveldkuntbetreden.
Stelling
Indepraktijkzuljevaakongevraagdadviesmoetengeven.
Doelen
Tijdensdeverwerkingsopdrachtenwerkjeaandeonderstaandedoelen:
PREVIEWVERSIE
• Jebeschrijfthoejeadvies,voorlichtingeninstructiegeeft.
• Jevoerteenadviesgesprek.
• Jestelteenstappenplanopvooreenvoorlichting.
• Jebenoemtenonderbouwthoejeeengoedeinstructiegeeft.
• Jebereidteengroepsvoorlichtingvoorenvoertdieuit.
7.1 Opwarmenenoriënteren
Opdracht1 Jeeigenmening
Injewerkzuljevaakcliëntenadviseren.Daargaatdezeopdrachtover.Doehemmet degroep.
a. Bespreekmetdehelegroepdevolgendevragen.Eenstudentsteltdevragenen alsjewiltreageren,steekjejehandop.Anderenmogendaarvervolgensweerop reageren.Zorgervoordatpervraagnietlangerdandrieminutengediscussieerd wordt.
• Wanneerisadviespreciesongevraagd?
• Hebjezelfweleensongevraagdadviesgekregen(jeouders/verzorgersniet meegerekend)?Geefeenvoorbeeld.
• Watvindjevanhetkrijgenvanongevraagdadvies?Motiveerjeantwoord.
b. Eenstudentleestdeonderstaandetekstvoor.Steekweerjehandopalsjewilt reageren.Anderenmogenweerreagerenopjouwreactie.
Eenverrevriendvanjevaderisopvisiteenvraagtje,terwijljeziekopdebank hangt,hoehetmetjegaat.Voordatjekuntantwoordenkomthijmetallerleitips entrucsomvanjegriepaftekomen.Watvindjedaarvan?Motiveerjeantwoord.
c. Bespreekdevolgendevraag.Weerleesteenstudenthemvoorenjemagopde vraagreageren.
Hebjezelfweleensongevraagdadviesgegeven?Geefeenvoorbeeld.Hoereageerde degenediejeongevraagdadviesgaf?Waaraanmerktejedatjeadviesongevraagd was?
d. Dezevragengaanoverjetoekomstigewerk.Bespreekdevraagnetalsdevorige vragen.
• Hoedenkjedathetvooreencliëntisomongevraagdadviestekrijgen?
• Denkjedatersituatieszijnwaarinjeongevraagdadvieszultmoetengeven? Motiveerjeantwoord.
e. Watisjouwindividuelemeningoverdestelling:'Indepraktijkzuljevaak ongevraagdadviesmoetengeven?'Motiveerjeantwoord.
Opdracht1 Debesteinstructie
Eendeelvanditthemagaatoverhetgevenvaninstructie.Injewerkzuljeregelmatig uitlegmoetengevenendaargebruikjeinstructietechniekenvoor.Maarjijbent natuurlijkzelfexpertophetgebiedvaninstructie.Jezitaljehelelevenopschoolen daarwordtheelvaakinstructiegegeven.Jijkuntfeilloosaangevenwelkedocentgoed instructiekangevenenookwaarom.Endatgajeookdoen.Jegaatsamenmeteen anderestudenteenpodcastopnemen.Indiepodcastbespreekjeeendocentdieje hebtgehadendieheelgoedinstructiekonofkangeven.Datkaneenleraarvande basisschoolzijnofeendocentvanhetvoortgezetonderwijsofhetmbo.Jemedestudent bespreektookeendocentensamenproberenjullieinhetgesprekuittevindenwaarom diedocentennouzogoedwaren.
a. Kiesvoorjezelfeendocentdiejealtijdbijisgebleven,omdathijzogoedinstructie kon/kangeven.Bedenkhoehetkomtdatdiedocentzogoedinstructiekon/kan geven.Schrijfditvoorjezelfop,maardeelditnognietmetjepodcastmaatje.
b. Bedenksameneenopzetvoorjepodcast.Wordtheteengesprek?Ofgaatdeeen deanderinterviewen?Luisternaarverschillendepodcastsvoorinspiratie.Jekunt dangelijkookalnadenkenoverjullieonderwerp.Gajeallebeijulliedocenten bespreken,ofinterviewteenvanjulliedeanderoverzijnkeuze?
c. Schrijfsamendepodcastingrotelijnenuit.Zoweetjeeenbeetjehoedepodcast gaatverlopen.Alsjenaarpodcastsluistert,danlijkthetmisschienofdiemensen alleenmaargezelligaanhetkletsenzijn,maardatisniethelemaalwaar.Zehebben goednagedachtoverdeonderwerpendiezewillenbespreken.Bereidjedaarom goedvoor.
d. Neemdepodcastopeneditdepodcastdan.Letopdathetgaatoverhetgeven vaninstructie.
e. Alsjeklaarbent,laatjedepodcastaandegroephoren.Bespreekdanmetelkaar welkeconclusiesjekunttrekkenovereengoedeinstructie.Probeersamenvast testellenaanwelkeeiseneengoedeinstructiemoetvoldoen.
7.2 Wetenenbegrijpen
Opdracht1 Adviesgeven
Jegeefteenadviesaancliëntenomdatzijdaaromvragenofomdatjedenktdatde cliënthetadviesgoedkangebruiken.Dezevragenzijnkennisvragenoverdestofvan deparagraafAdviesgeven. Doedezeopdrachtindividueel.
a. Uitwelkeonderdelenkanjeadviesbestaan? Letop!Drieantwoordenzijnjuist. instructie mening oordeel raad suggesties tips
b. Bijhetgevenvanadvieswiljenietalleeninformatiegeven.Jehebtooknogeen anderdoel.Welkdoelisdat?Legjeantwoorduit.
c. Eencliëntkantweeverschillendesoortenvragenstellen.Kiessteedshetjuiste woordindeonderstaandetekst.
Eenvraagoverwelkspeelgoedhetbestpastbijdeleeftijdvaneenkindiseen voorbeeldvaneen adviesvraag.Eenvraagoverwelke studiekeuzeiemandhetbestkanmakeniseenvoorbeeldvaneen adviesvraag.
d. Alsjeeenadviesgesprekgaatvoeren,kunjekiezenvoorhetdiagnose-receptmodel. Watishetdiagnose-receptmodel?
e. Hetdiagnose-receptmodelkaninsommigegevallengoedwerken.Tochzijner valkuilen.Welketweevalkuilenzijndat?
Depersoonaanwiejeadviesgeeft,wordtnietbetrokkenbijhetdenkproces. Omdatjeeenpersoonwiltovertuigenomjeadviestevolgen,kanerweerstand ontstaan.
Jekuntalleenmaarheeleenvoudigeadviezengevendiegaanoverkleinezaken. Depersoonkanindewarrakenendaaromdeverkeerdekeuzemaken.
f. Alsjeadviesgeeftaaneenpersoon,kunjegebruikmakenvanhetparticipatiemodel. Waaromheethetparticipatiemodelzo?
g. Hetparticipatiemodelbestaatuittweefasen.Kiesindeonderstaandetekstvoor dejuistefase.
Indeexploratievefase/probleemoplossendefasedoejebepaaldesuggesties enkijkjehoedepersoonhieroverdenkt.Jekijktookofdepersooneralemotioneel aantoeisomdevolgendestaptemaken.Indeexploratievefase/ probleemoplossendefaseverkenjedesituatieofhetprobleemvandepersoon dooropenvragentestellen.
h. Hetparticipatiemodelkangoedwerken.Maarhetmodelkentookeenpaar valkuilen.Welkeviervalkuilenvanhetparticipatiemodelkenje? Letop!Vierantwoordenzijnjuist.
Jehebtgeengoedbeeldvanhetprobleemvandepersoon.
Depersoonhoudtbepaaldeinformatieachter. Depersoonwiltesnelnaareenoplossing.
Depersoonwordtkwaadomdathijnietgenoegbetrokkenwordt.
Jegeefttipsdienietaanvaardbaarzijn,omdatjenietgoedluistertenkijkt. Jesteltteveelvragenwaardoorhetgesprekopeenverhoorlijkt.
Opdracht1 Voorlichting
Hetgevenvanvoorlichtingdoejenietzomaar.Jedenktnaoverwiedevoorlichting ontvangtenhoejedeinformatiegaatoverbrengen. Doedezeopdrachtindividueel.
a. Watishetdoelvanhetgevenvanvoorlichting?
b. Hetgevenvanvoorlichtingiseenmethodischproces.Datbetekentdatjevolgens eenvaststaandemanierwerkt.Hetprocesheeftdriefasen:voorbereidingsfase, uitvoeringsfaseenevaluatiefase.Welkebeschrijvinghoortbijwelkefase?
voorbereidingsfase
uitvoeringsfase
evaluatiefase
Samenmetdecliëntbekijkjede informatieenjelegtzakenuit.Je gaatookinopvragenvandecliënt.
Jevraagtaandecliëntofhijde informatiebegrepenheeft.Jestelt vastofhetdoelbehaaldis.
Jeverzameltinformatieoverde cliëntdiejebegeleidt.Jekijktook naardeinformatiediehijnodig heeft.
c. Alsjevoorlichtinggaatgeven,bereidjejeeerstvoor.Tijdensdievoorbereiding verzameljeachtergrondinformatievandecliënt.Overwelkevieronderwerpen verzameljeinformatieoverdecliënt?
PREVIEWVERSIE
d. Bijhetvoerenvaneenvoorlichtingsgesprek,kunjedevijfb'sgebruiken.Watzijn dievijfb's?
blijvend begrijpelijk boeiend beklijvend bruikbaar beschikbaar belangrijk
e. Tijdensdeevaluatievanjevoorlichting,gajeingesprekmetdecliënt.Jewiltgraag tweedingenweten.Watwiljegraagweten?Enwaaromwiljedatweten?
f. Alsjevoorlichtingwiltgeven,moetjerekeninghoudenmeteenaantal aandachtspunten.Watzijndeaandachtspuntenvanhetgevenvanvoorlichting?
Decliëntendenaastbetrokkenenmoetenopenstaanvoordevoorlichting. Decliëntmoetgemotiveerdzijnomietsmetdeinformatietewillendoen. Devoorlichtingmoetbijdecliëntthuisgegevenworden.
Devoorlichtingmoetinallerustgegevenworden. Jemoeteenexpertzijninhetonderwerpwaarjevoorlichtingovergeeft.
g. Hetgevenvanvoorlichtingbestaatnietalleenuithethoudenvaneenverhaal.Je geeftookvaakvoorlichtingsmateriaalmee.Jekuntbijvoorbeeldauditieveof visuelematerialenmeegeven.Watzijnvoorbeeldenvanvoorlichtingsmateriaal?
Opdracht1 Instructiegeven
Eeninstructiegaataltijdovereenhandeling.Injewerkzuljevaakwatmoetenuitleggen aancliënten.Datdoejealtijdopeengoeddoordachtemanierenmeteendoel.De vragendiejenugaatmaken,gaanoverdetheorievanhetgevenvaneengoede instructie.
Doedezeopdrachtindividueel.
a. Watiseeninstructie?
b. Alsjeeeninstructiemoetgeven,doorloopjevijfstappen.Zetdeonderstaande stappenindejuistevolgorde.
Jelaatdecliëntdehandelingonderjouwbegeleidinguitvoeren.
Jelaatdecliëntdehandelingzelfuitvoeren.
Jedemonstreertdehandeling.
Jebepaaltwatjegaatinstrueren.
Jebereidtdecliëntvoor.
c. Alsjeinstructiegeeft,verteljewatoverdehandelingofdoejehemvoor.Hetis nietaltijdnodigomeenhandelingvoortedoen.Hoekomjeerachterhoejedeze stapmoetinvullen?
d. Alsjeinstructiegeeft,doejesamenmetdecliëntdehandeling.Jewiltgraagweten ofdecliëntsnaptwathijmoetdoen.Hoekunjedaarachterkomen?
e. Voorhetgevenvaneeninstructie,kunjepraatje-plaatje-daadjegebruiken.Wat houdtpraatje-plaatje-daadjein?
f. Foutlooslereniseeninstructiemethode.Wathoudtdiemethodein?
g. Kieshetjuistewoord.
Jelegteerstdelaatstestapvaneenhandelinguitenjelaatdecliëntdiestap uitvoeren.Daarnalaatjedehelehandelingzienenlaatjedecliëntdelaatstestap zelfuitvoeren.Ditisforwardchaining/backwardchaining. Jewilteencliënteenhandelingaanleren.Jelegtsteedskleinestapjesvande handelinguitenjelaatdecliëntsteedsoefenen.Ditblijfjedoentotdecliëntde helehandelingzelfkanuitvoeren.Ditisforwardchaining/backwardchaining.
h. Eenoptimaleinstructieisalleenmogelijkalsdecontextwaarinjeinstructiegeeft inordeis.Welkevijfrandvoorwaardenzijnbelangrijkvooreengoedeinstructie?
Letop!Vijfantwoordenzijnjuist. ruimte afsluiting veiligheid materialen verbinding overwicht pauzes
Opdracht1 Psycho-educatie
Eenbijzonderonderdeelvanjewerkishetverzorgenvanpsycho-educatie.Naastdat jegoednadenktoverhoejedezevoorlichtingofinstructiegeeft,moetjeookoverde nodigekennisvanziektebeeldenbeschikken.Eengoedevoorbereidingisduserg belangrijk.Devragendiejegaatmaken,gaanoverdetheoriediejehebtgelezenin deverdieping. Doedezeopdrachtindividueel.
a. Watispsycho-educatie?
b. Watzijnvoorbeeldenvanvormenvanpsycho-educatie?
Letop!Vierantwoordenzijnjuist.
Hoedecliëntomkangaanmeteenstoornis. Hoeeenstoorniskanontstaan.
Hoeerindesamenlevingtegendestoorniswordtaangekeken. Wateenstoornisinhoudt.
Welkegevolgenvoorhetdagelijksleveneenstoornisheeft.
Welkemensennogmeereendergelijkestoornishebben.
c. Alsjepsycho-educatiegeeft,moetjevoldoenaaneenbelangrijkevoorwaarde. Watisdievoorwaarde?
d. Jekuntpsycho-educatieineengroepgeven.Watisdaarvaneenvoordeel?Enwat isdaarvaneennadeel?
e. Eencliëntdieeenbepaaldeaandoeningheeft,kanhetvervelendvindenomeen bepaaldetiketopgeplakttekrijgen.Jekuntdandevooroordelenontkrachten. Hoedoejedat?
deaandachtrichtenopherstel defocusleggenophetlerenomgaanmetdeaandoening doortezeggendatdecliënthetnietzosombermoetinzien stereotypenontkrachtendoorrealistischevoorbeeldentegeven richtenopdementaleacceptatievandeaandoening richtenopdeomgevingvandecliënt
Begrippentrainer
7.3 Analyserenentoepassen
PREVIEWVERSIE
Opdracht1 Betoog
Voorhetvoerenvaneenadviesgesprekkunjetweemodellengebruiken:het diagnose-receptmodelofhetparticipatiemodel.Jeschrijfteenbetoogovereenstelling. Jemaginjebetoogdestellingverdedigenofjemagdestellingonderuithalen.Gebruik hetstappenplanindeopgavevoorhetschrijvenvanjebetoog.
Jemaaktdezeopdrachtindividueel.
Schrijfeenbetoogoverdevolgendestelling:
Alsjerespecthebtvoordecliënt,kunjehetdiagnose-receptmodeleigenlijkniet gebruikenineenadviesgesprek.
Schrijfhetbetoogvolgenshetvolgendestappenplan:
• Bedenkofjeheteensbentmetdestellingofniet.
• Bedenkargumentendiejouwmeningonderbouwen.
• Indeinleidingbeschrijfjedestellingenookofjehetermeeeensbentofniet.
• Geefjeargumentenenonderbouwze.Gebruikvoorelkargumenteenapartealinea.
• Schrijfindelaatstealineaeenconclusie,waarinjenogeenskortaangeeftwaarom jouwmeningdejuistezouzijn.
Tip
Jemaakteenbetoogsterkerdoornietalleenjeeigenargumententeonderbouwen, maarookdoortebeschrijvenwaaromtegenargumentennietjuistzijn.
Opdracht1 Adviesgesprek
Jeoefentmethetvoerenvaneenadviesgesprek.Jegebruiktvoorhetgesprekhet participatiemodel.
Doedezeopdrachtmettweemedestudenten.
a. Neemdecasusdoor.
Contactleggen
Jeontmoeteencliëntdiehetlastigvindtomcontactenteleggenmetleeftijdsgenoten. Decliëntvindthetheelspannendomopanderenaftestappenenomeengesprekte beginnen.Dithoudtindatdecliëntveelophaarkamerzitenverderniksdoet.De cliëntvindtdatnietfijn,zewilgraagmeervriendinnenenzewilookweleenswatleuks doen.
b. Voereenadviesgesprek.Jevoerthetgesprekdriekeer.Eenvanjullieisalseerste desociaalwerker,detweedededocentendederdeobservator.Indetweede rondeschuivenjullieallemaaleenrolopenindederderondedoejedatweer.Aan heteindhebjealledriederolleningevuld.
Deobservatorbekijkthetgesprekenmaaktgebruikvandekijkwijzer.
Kijkwijzer:
Beoordeeltijdenshetgesprekdestudentdiedesociaalwerkerspeelt.Geefje meningoverdevolgendepunten.Geefaanwaaromjedatvindt.
• Deexploratievefaseisduidelijkzichtbaar.
• Devragendiegesteldwordenzorgenvooreengoedbeeldvandesituatie.
• Erwordtgevraagdwelkeoplossingendecliëntzelfziet.
• Erwordtbesprokenofdecliëntdeoplossingkanuitvoeren.
• Erwordenafsprakengemaakt.
• Desociaalwerkerkomtoprechtover.
• Desociaalwerkerkomtgeïnteresseerdover.
• Desociaalwerkerlegtgoedcontactmetdecliënt.
c. Bespreeknaelkadviesgesprekdevolgendepunten:
• Watheeftdeobservatorgezientijdenshetadviesgesprek?
• Hoeheeftdecliënthetgesprekervaren?
• Welketipsentopskunnendecliëntenobservatoraandesociaalwerkerinhet gesprekgeven?
Opdracht1 Adviseren
Jemaakteenfilmpjewaarinjeadviesgeeftaaneencliënt.Jegebruiktvoordatadvies hetparticipatiemodel.
Doedezeopdrachtmeteenmedestudent. Leesdecasusenvoerdaarnadeopdrachtuit.
Lianne
Lianneiseenvrouwvaninde20.Zeheeftinhaarjeugdverschillendesoortendrugs gebruikt,opditmomentiszevanalledrugsaf.Maarzeheefthaarlevennognietop orde.Lianneleeftvaneenuitkeringendoorhaarproblemeninhaarjeugdheeftze geendiploma.HetzouvoorLiannegoedzijnomweernaarschooltegaan,maardaar heeftzezelfnietechtzinin.
a. EenvanjulliespeeltLianneinhetgesprekendeandergaathaaradviesgeven.De studentdieadviesgeeft,bereidthetgesprekeerstgoedvoor.
• Bedenkwelkevragenjegaatstellenindeexploratievefase.
• Bedenkwelkadviesjehetliefstzouwillengevenenprobeerdatadvieste onderbouwen.
• Denknaoverhoejehetgesprekgaatvoeren.
DestudentdieLiannespeelt,leeftzichgoedin,inderol.
b. Voerhetadviesgesprekuit.Filmhetgesprekzodatdestudentdieadviesgeeftgoed inbeeldis.Hetbestisalsjeallebeiinbeeldkuntzijn,wantdankunjeookdereactie zienvandestudentdiehetadviesontvangt.
Kijkhetfilmpjeterug.Bespreeksamendevolgendepunten:
• Isdeexploratievefaseduidelijkzichtbaar?
• Zijndevragenindeexploratievefasegoedgesteld?
• IsereencompleetbeeldontstaanvandeproblemenvanLianne?
• Zijnerverschillendeoplossingenbesprokenindeprobleemoplossendefase?
• Isereengoedadviesgegeven?
• Hoeheeftdestudentdiehetadviesgeefthetgesprekervaren?
• HoeheeftLiannehetgesprekervaren?
Maakeenkortverslag,vanongeveereenhalfA4'tje,vanjulliebevindingen.
c. Laathetfilmpjeaaneenandertweetalzienenbespreeksamenhetverslagje.Vraag hettweetalomtipsentopstenaanzienvanhetgesprekenhetverslag.
Opdracht1 InstructievoorDigiD
IndezeopdrachtschrijfjeeeninstructievoorhetaanvragenvaneenDigiD.Die instructiekunjegebruikenalsjeiemandmoetbegeleidendieeenDigiDmoet aanvragen.
Doedezeopdrachtindividueel.
a. Leesdecasusenmaakdandeopdracht.
Selma
SelmaisdebegeleidervanSonja.Sonjaiseenmoedervantweekinderenenzeheeft alleeneenuitkering.Dieheeftzegekregentoenzeeenkeerbijdegemeenteisgeweest vooreengesprek.SelmawilSonjagraaghelpenmethetaanvragenvantoeslagen, maarSonjaheeftgeenDigiD.
b. OntwikkeleenstappenplanvoorSelma.SchrijfinhetstappenplanhoezeSonja moetbegeleidenbijhetaanvragenvandeDigiD.Gebruikvoorhetontwikkelen vanhetstappenplandestappendiejedoorlooptvoorhetmakenvaneeninstructie:
• BeschrijfwatSelmamoetinstrueren.
• BeschrijfhoeSelmadecliënt(Sonja)kanvoorbereiden.
• BeschrijfhoeSelmadehandelingkandemonstreren.
• BeschrijfhoeSelmaervoorkanzorgendatSelmadehandelingonderhaar begeleidinguitvoert.
• BeschrijfhoeSelmaervoorzorgtdatSonjadehandelingzelfuitvoert.
Letop!DeinstructiemoetgaanoverhetaanvragenvaneenDigiD.Zorgerdusvoor datjedejuisteinformatiegebruikt.Gebruikbijvoorbeeldookscreenshotsvande sitezodathetvoorSelmaduidelijkiswatzemoetdoen.
MaakvoormeerinformatiegebruikvandesitevanDigiD.
Opdracht1 Voorlichtingspresentatie
Jemaakteenvoorlichtingdieaansluitbijdecasusindeopdracht.Alsjewilt,magje ookzelfeencasusbedenken.DevoorlichtingmoetbestaanuiteenPowerPoint-of Prezi-presentatie,ofjemaakteeninformatieposterof-filmpje,bijvoorbeeldinCanva.
Doedezeopdrachtmetdriemedestudenten.
a. Leesdecasusdoorenmaakdandeopdracht.
Hetonderwijssysteem
Deambtenarenvandegemeentewaarinjewoontkrijgenvaakvragenoverhet Nederlandseonderwijssysteem.Devragenkomenvaakvanmensendielaagopgeleid zijnofdieniethunheleleveninNederlandwonen.Sommigenhebbeneenandere cultureleachtergrondenzijnnietbekendmethetNederlandseonderwijssysteem.
Degemeenteheeftjulliegevraagdeenvisuelevoorlichtingteontwerpenoverhet Nederlandseonderwijsysteem.Julliemoetenrekeninghoudenmethetvolgende:
Toehoorders:
• hebbenvaakdebasisschoolenhetvmboafgerond
• komensomsnietuitNederland(sprekenweldeNederlandsetaal)
• zijnopzoeknaarlaagdrempeligeinformatie.
b. MaakeenvoorlichtingoverhetNederlandseonderwijsyssteeminPowerPoint, PreziofCanvaofineenandereomgeving.
• Houdrekeningmetdedoelgroep.Bieddeinformatieduidelijkaan.
• Houdrekeningmetde5b's.
Informatieoverhetonderwijssysteemkunjeopdezesitevinden.
PREVIEWVERSIE
c. Presenteerdevoorlichtingaandegroep.Vraagdegroepomantwoordtegeven opdevolgendevragen:
• Isdeinhoudvandevoorlichtingduidelijk?
• Hoeisdepresentatievandevoorlichting(hoezietdevoorlichtingeruit?)?
• Iservoldoenderekeninggehoudenmetdedoelgroep?
• Welkevande5b'szijngoedzichtbaar?
• Welketipsentopshebbenjullie?
Opdracht1 TrainTool-Adviesgesprek
InTrainToolstaanrollenspellenvoorjeklaarwaarinjeoefentmetvragenstellenin eenadviesgesprekmeteencliënt,omvasttestellenmetwelkprobleemdecliëntzit enwatmogelijkeoplossingenkunnenzijn.Jeoefentmethoejedeanderzelf vervolgstappenlaatbedenken.
Begrippentrainer
7.4 Verdiepenencreëren
Opdracht1
Eennieuwmodel
Adviserengebeurtnietalleenbinnensociaalwerk,maarookinbijnaalleandere beroepsgroepen.Binnenhetbedrijfslevenwordterbijvoorbeeldheelveeladvies gegeven.Datisinteressant,wanthetisbestmogelijkomdaarvanteleren.Indeze opdrachtbestudeerjeeensitemetinformatieoverhetgevenvanadviesinhet bedrijfsleven.Daargajemeeaandeslag. Doedezeopdrachtmeteenmedestudent.
a. Bekijkdezesiteenmaakdaarnadeopdracht.
b. Vergelijkdevijffasenopdesitemethetparticipatiemodelindetheorie.Welke verschillenziejeenwelkeovereenkomsten?
c. Jezietdathetmodelopdesiteveeluitgebreideris.Ontwikkeleennieuwmodel voorhetgevenvanadviesbinnenhetsociaalwerk.Verwerkdaarindeinformatie diejehebtgevondenopdesiteoverhetvragenengevenvanadvies.
Gebruikvoorjeeigenmodelvooraldepunten1en5vanhetmodelopdewebsite.
d. Presenteerjenieuwemodelaandegroepenvraagfeedbackoverhetmodel.Is hetmodelgoedtegebruikenindepraktijk,ofmoetenernogzakenverbeterd worden?
Opdracht1 Voorlichtingsfilmpje
Jegeeftnietaltijdvoorlichtingineengesprek.Jekuntbijvoorbeeldeenfoldermaken ofeenfilmpje.Jegaateenfilmpjemakenovereenonderwerpwaaroverjegraag voorlichtingwiltgeven.
Doedezeopdrachtmettweemedestudenten.
a. Bekijkvoorjebegintnaarditvoorlichtingsfilmpje.Kijknaardeboodschapdie wordtovergebrachtenhoedieinhetfilmpjenaarvorenwordtgebracht.
b. Watisdevoorlichtingsboodschapvanhetfilmpje?
c. Jemaaktnuzelfeenvoorlichtingsfilmpje.Brainstormeerstoverdedoelgroepen hetonderwerp.Geefantwoordopdevolgendevragen:
• Watisdedoelgroep?(Voorwiegajehetvoorlichtingsfilmpjemaken?Ditmag jehelemaalzelfbedenken.)
• Overwelkonderwerpwiljevoorlichtinggeven?
• Welkeboodschapwiljeoverbrengen?
• Hoegajedeboodschapoverbrengen?
• Hoegajerekeninghoudenmetde5b's?
Kleinonderwerp
Kiesvooreenoverzichtelijkonderwerp.Eenfilmpjemakenisbestveelwerk.Maakhet onderwerpdaaromniettegroot.
d. Maakhetfilmpjezoalsjehetzelfwiltmaken.Jemageenprogrammagebruiken zoalsCanvaofPowtoon,maarjemagookeenfilmpjemetechtemensenmaken.
Gebruikhetvolgendestappenplanvoorhetmakenvanjefilmpje.Hetstappenplan isgerichtophetmakenvaneenfilmmetmensen,maarkunjeookgebruikenvoor eenanimatie.
PREVIEWVERSIE
e. Laatjefilmpjezienaandegroep.Steldevolgendevragen:
• Isdeboodschapinhetfilmpjeduidelijk?
• Hoeishetfilmpjegemaakt?
• Welketipsentopshebjevoorons?
Opdracht1 Instructieenfeedback
Jebeantwoordtvragenoverhetgevenvanfeedbacktijdenseeninstructie. Doedezeopdrachtindividueel.
PREVIEWVERSIE
a. Alsjeinstructiegeeft,ishetbelangrijkdatjeopdejuistemanierfeedbackgeeft alsdingennietgaanzoalszemoetengaan.Leesdecasusenbekijkalvasthoe Cynthiafeedbackgeeft.
Joost
Cynthiabegeleidtinhaarwerkmensendiezelfstandigwonenmetondersteuning. Joostiséénvandiecliënten.Hijis36jaar.AlsCynthiadoordeachterdeurbijJoost naarbinnenkomt,zietzegelijkdatdeafvalbakovervolzit.Erligtafvalnaastenzeziet datmadenoverderandvandeafvalbaklopen.DaarbaaltCynthiavan,wantzeheeft hethieralvakermetJoostovergehad.Enzeheefthemuitgelegdhoehijdezakmoet vervangen.'Joost!Komeens!'AlsJoostbinnenkomtwijstCynthianaardeafvalbak. 'Kijknoueens,dathoorttochniet?Iklaathetjenogéénkeerzien,oké?Endanmoet jehetzelfdoen.'CynthialegtuithoeJoostdezakdichtkanbindenenhoehijhem eruitkanhalen.Zelaatookzienhoehetmoet.Danmaaktzedezakweerlosenstopt hemterugindeafvalbak.'Nujij,'zegtCynthia.Joostprobeertdezakdichttebinden, maarhetlukthemniet.Cynthiakijktophaarhorloge.'Weetje,zowordthetniksen ikhebookgeentijd.Laatmijmaar.'ZepaktdesluiteruitdehandenvanJoost,bindt dezakdichtenhaalthemuitdeafvalbak.
b. WatvindjevandefeedbackdieCynthiageefttijdensdeinstructie?Leguitwater misgaat.
c. HoekanCynthiahaarfeedbacktenopzichtevanJoostverbeterentijdensde instructie?Schrijfdesituatieuitzoalsindecasus.
Opdracht1 Voorlichtingoveraandoening
Indezeopgavekomtbijnaalleswatjegeleerdhebtsamen.Jegeefteen groepsvoorlichtingovereenaandoening.Devoorlichtinggeefjeaandegroep,maar jedoetnetofdatallemaalnaastenvaniemandzijndiedeaandoeningheeft.Jepubliek weetnogniksoverdeaandoening. Doedezeopdrachtmettweemedestudenten.
a. Bedenkeerstoverwelkeaandoeningjewatwiltvertellen.Enzoekdaninformatie overdeaandoeningopinternet.Dezesitegeeftbijvoorbeeldveelinformatieover ADHD.
b. Ontwikkelnudegroepsvoorlichting.Voorhetontwikkelenvandevoorlichting gebruikjehetvolgendestappenplan:
• Watisjedoel?
• Watisdedoelgroep?
• Welkeinformatiewiljeoverbrengen?
• Hoegajedeinformatieoverbrengen?Denkdaarbijaandeonderdelenvanje verhaal,maarookaandemaniervanoverbrengen.
• Hoegajejepubliekbijjeverhaalbetrekken?Probeereenverrassende voorlichtingtegeven.Misschienbetrekjejepubliekwelbijdevoorlichting?
• Watisderolverdeling?(Wiedoetwattijdensdevoorlichting?)
• Welkematerialengajegebruiken?Denkdaarbijaanhetdigibord,post-itsof informatieblaadjes.Hetmateriaalmoetpassenbijjullieenbijdeaandoening waarjeoververtelt.
• Hoegajebepalenofjejedoelbehaaldhebt?
c. Voerdevoorlichtinguitvoordegroep.Vraagnaafloopfeedbackaandegroep. Vraagomfeedbackoverdeinhoudendevormvandevoorlichting.
7.5 Evaluerenenreflecteren
Opdracht1 Beoordeling
Vuldebeoordelingin.
1.
Jebenoemthoejeadvies,voorlichtingeninstructiegeeft.
Jevoerteenadviesgesprek. 2.
3.
4.
5.
Jestelteenstappenplanvooreenvoorlichtingop.
Jebenoemtenonderbouwthoejeeengoedeinstructiegeeft.
Jebereidteengroepsvoorlichtingvoorenvoertdieuit.
Opdracht1 Weeskritisch
Voordezeopdrachtkijkjeterugopdeleerstof.Jebedenktwatjemetdeleerstofkunt enwatjenoghebtgemist.Verderwordjeookuitgedaagdomkritischtekijkennaar jeeigenmaniervanleren.Doedezeopdrachtindividueel.
a. Dithoofdstukgaatoverhetgevenvanadvies,instructieenvoorlichting.Overwelk onderdeelwistjevoordatjeaanhetthemabegonhetmeest?Legjeantwoorduit.
b. Overwelkevandedrieonderdelen(adviesgeven,instructiegeven,voorlichting geven)hebjeindithoofdstukhetmeestgeleerd?Geefookaanwatjehebtgeleerd.
c. Welkevandedrieonderdelen(advies,instructie,voorlichting)spreektjouhet meestaan,enwiljegraaginjewerkgaangebruiken?Legjeantwoorduit.
Kritischdenkenwilzeggendatjegoednadenktoverhoejehebtgeleerd.Alsjedoorhebt datjedingenandersenmisschienwelbeterkuntdoen,kunjeopdrachtendevolgende keerandersaanpakken.
d. KijknogeensterugnaardevragendiejehebtbeantwoordbijWetenenbegrijpen. Jemoetdaarookopenvragenbeantwoorden.Benjebijhetbeantwoordenvan dievragencompleetgeweest?Hebjedevragenpreciesenaccuraatbeantwoord? Legjeantwoorduit.
e. Jehebtsamenmetjemedestudenteneenvoorlichtingmoetenmakenenjehebt sameneeninstructiegemaakt.Hoehebjetoengewerkt?Hebjevooralgedaanwat indeopdrachtstond,ofhebjeeeneigendraaiaandeopdrachtgegeven?Legje antwoorduit.
f. Voorsommigeopdrachtenhebjebronnenmoetenzoeken,bijvoorbeeldvanhet internet.Kijknogeensterugnaardebronnendiejegebruikthebtenbeschrijfwat voorbronhetis.Isheteenbetrouwbarebron?Hoekunjedatzien?Legjeantwoord uit.
Opdracht1 Samenwerken
Samenwerkenisnietaltijdevenmakkelijk.Somsmoetjevanjeeigenideeënafstappen. Maardatmoetjealleendoenalsjedaargoederedenenvoorhebt.Bijvoorbeeldals iemandeengoedargumentheeft.Jehebtinditthemaeenpaarkeersamengewerkt. Daargaandezevragenover.Maakzeindividueel.
a. Hebjetijdenshetmakenvandesamenwerkingsopdrachtenhetzelfvertrouwen omvasttehoudenaanwatjezelfgoedenbelangrijkvindt?Oflaatjejevaak overvleugelendooranderen?Legjeantwoorduit.
b. Voorsommigeopdrachtenmoestjeeenpresentatiemakenendiebesprekenmet degroep.Alseenmedestudenteenpresentatiegeeftenjouvraagtomjemening, geefjediedan?Waaromdoejedatwelofwaaromdoejedatniet?Legjeantwoord uit.
PREVIEWVERSIE
Alssociaalwerkeroverlegjeopverschillendemanieren:somsinformeel,bijvoorbeeld alsjeevenietsvoorlegtaaneencollegadiejetoevalligtegenkomt.Ensomsformeel, officieel,zoalsmeteenvergadering.Inditthemaleesjeoververschillendesoorten vanoverlegendezeopdrachtenhelpenjeomdeinformatiedaaroveractiefte verwerken.Jegaatonderandereopzoeknaarvoorbeeldenenoefentvaardigheden diebijhetoverleggenvanbelangzijn.
Stelling
Eendagzonderoverlegiseendagzondersociaalwerk.
Doelen
PREVIEWVERSIE
Tijdensdeverwerkingsopdrachtenwerkjeaandeonderstaandedoelen:
• Jeoefentkenniseninzichtophetgebiedvanoverleggen.
• Jemaakteenmindmapvanverschillendesoortenoverleg.
• Jezoektvoorbeeldenvanoverlegindepraktijkvanhetsociaalwerk.
• Jeoefentvaardighedendiebijhetoverleggenvanbelangzijn.
• Jegeefttipsvooreffectiefoverleg.
8.1
Opwarmenenoriënteren
Opdracht1 Overlegensociaalwerk
Bijdezeopdrachtmaakjemetdegroepeenstripvaneenoverlegdatjealssociaal werkervoert.
Kijkmetdegroepnaaronderstaandevideo.
a. MetwelkeverschillendemensenoverlegtAnasstijdenszijnwerk?
Vormgroepenvanvierstudenten.Elkgroepjekiestéénpersoonofgroepmetwie Anassinzijnwerkoverlegt.
b. Bespreeksamen:
• WaaroverzouAnassmetdezepersoonofgroepzoaloverleggen?
c. Hoezouhetoverlegmetdiepersoonofgroepanderszijndanmetanderepersonen ofgroepenwaarAnassmeeoverlegt?
d. Kieséénoverlegmomentuitenverwerkditineencartoonofkortestrip.Probeer erinnaarvorentelatenkomenwatnujuistzokenmerkendisvoorhetoverlegmet dezepersoonofgroep.
Stelhetwerktentooninhetlokaal.Bekijkelkaarsuitwerking,demakersgevenuitleg overdesituatiedietezienis.Geefelkaarcomplimentenenstelvragenalsjediehebt.
Opdracht1 Overleginbeelden
Bijdezeopdrachtzoekjemetdegroepbeeldenbijverschillendeoverlegsituaties. Overleginhetsociaalwerkkankleinzijn,eenkortmomentjebijdekoffie-automaat bijvoorbeeld,ofgroot,zoalsbijeenbesprekingmetnaastbetrokkenenenmeerdere collega's,ofzelfseenlandelijkebijeenkomstovereenbepaaldthema.
Desfeerkanerheelverschillendzijn.Somsverlooptallessoepel,eenanderekeerzijn erheftigediscussiepunten.Ofwordenonverwachteoplossingengevonden.
Somsisereenvoorzitterdieallesstrakindehandhoudt.Somsverloopthetjuist ongeregeldenlopenonderwerpendoorelkaar.
a. Kijkintweetallenterugopeeneigenervaringmetoverleg.Bijvoorbeeldopjewerk, opschool,injefamilie,ineensportteam,metvrienden,etcetera.Hoeverliepdat overleg?
Bijvoorbeeld:
• gestructureerdofchaotisch?
• sneloflangzaam?
• helderofonduidelijk?
• Warendezelfdemensensteedsaanhetwoordofdeediedereenmee?
• Hoewasdesfeer?
b. Zoekallebeiopinterneteenafbeeldingdiebijjouwoverlegpast.
Hetmageenafbeeldingvaneenoverlegzijn,maarookietsheelanders.
Bijvoorbeeld:
• eenzonnigefotoalsdesfeerheelgoedwas
• eenrommeligefotoalshetrommeligverliep etcetera.
c. Bespreeksamendeafbeelding:
• Hoepastdiebijhetoverleg?
• Welkekenmerkenofelementenuitdeafbeeldinglatendatzien?
Hangdeafbeeldingeninhetlokaal.Sorteerzedaarbijmetdegroepnaarkenmerken zoals:
• kleuren
• anderekenmerkenvandeafbeelding
• inhoudelijkthema.
PREVIEWVERSIE
d. Bespreekna:
• Welkeverschillendekwaliteitenzieje?
• Hoepassendiebijhetoverlegwaarvoorzestaan?
e. Bespreekmetdegroep:
• Hoehebbenwijbijhetsorterenmetelkaaroverlegd?
• Welkeafbeeldingzoudaarhetbestbijpassen?
8.2 Wetenenbegrijpen
Opdracht1 Overleggen
Bijdezeopdrachtoefenjekenniseninzichtophetgebiedvanoverleggen. Doedezeopdrachtindividueel.
a. Overleggeninhetsociaalwerkkanverschillendedingenbetekenen.Wat bijvoorbeeld?
b. Metwieoverlegjeinhetsociaalwerkbijvoorbeeldvoortdurend?
c. Welkevijffunctiesheeftoverleginhetsociaalwerk?
d. Watzijnverschillentussenformeeleninformeeloverleg?Noteererdrie.
PREVIEWVERSIE
e. Zijndeonderstaandesituatiesvoorbeeldenvanformeeloverlegofvaninformeel overleg?
formeeloverleg
informeeloverleg
f. Noteervijfvoorbeeldenvanformeeloverleg.
PREVIEWVERSIE
aankloppenbijjeleidinggevendemet eenvraaghoejemetiemandzult omgaan bijelkaarkomenombepaalde doelstellingentebereiken evenmeteencollegabesprekenhoe jeeengesprekmeteenburgergaat organiseren overlegmetallebetrokkenen,om ideeënteverzamelen overlegomdeparticipatievan teamledenteverbeteren overlegtijdensdelunch,overietsdat jebezighoudt
g. Koppeldedoelstellingenaanhetjuistesoortoverleg: ondersteuningafstemmen brainstormoverleg praktischezaken,zoalsonderhoud vangezamenlijkeruimtes informatiefoverleg ideeënverzamelen multidisciplinairoverleg(MDO) elkaarinformeren teambespreking
h. Bijwelkevormenvanoverlegkunjesprekenover(deondersteuningaan)een specifiekecliënt(en)waarmeejewerkt?
Letop!Vierantwoordenzijnjuist. besprekingindividuelesituatie brainstormoverleg informatiefoverleg managementoverleg multidisciplinairoverleg(MDO) voortgangsoverleg
i. Waarovergaateenwerkoverleg? deinhoudenvormgevingvanjouwwerk devoortgangvanondersteuningaaneencliënt doelenvandeorganisatie praktischezaken,zoalswiewelkeruimtesbeheert
j. Watisintervisie?
k. Isdestellingoverintervisiejuistofonjuist? 'Jedenktmetelkaarmeeovereensituatiediedeinbrengeralseenpuzzelervaart.' juist onjuist
l. Watisvooroverleg?
m. Inwelkesituatievindtvaakvooroverlegplaats?
PREVIEWVERSIE
n. Watzijndrieredenenomvooroverlegtehouden?
Opdracht1 Vergaderen
Bijdezeopdrachtoefenjekenniseninzichtophetgebiedvanvergaderen. Doedezeopdrachtindividueel.
a. Watiseenvergadering?
b. Zijndeuitsprakenjuistofonjuist?
I-Eenvergaderingheefteenduidelijkdoel.
II-Tijdenplaatswordenvantevorenbepaald. Beidezijnjuist. Beidezijnonjuist. Iisjuist,IIisonjuist. Iisonjuist,IIisjuist.
c. Watdoendevoorzitterendenotulisttijdensdevergadering?
d. Jekuntagendapuntenbesprekenmetvijfverschillendedoelenvoorogen.
Welkezijndat?
e. Wiehoudtbijeenvergaderingindegatenofdeinbrengershundoelnogvoorogen hebben? alledeelnemerssamen denotulist devoorzitter elkedeelnemervoorzich
f. Waaromzitdenotulistvaaknaastdevoorzitter?
g. Hetvoorbereidenvaneenvergaderinggebeurtmeestaldigitaal.
Waaromisdat?
PREVIEWVERSIE
h. Watzijndrieaandachtspuntenvoordenotulist?
i. Isdeuitspraakjuistofonjuist?
'Alsnotulistishettoegestaanomnaderhandjeeigenmeningaandenotulentoe tevoegen.' juist onjuist
j. Watiseenanderwoordvoorbesluitenlijst? aandachtslijst actielijst keuzelijst optielijst
k. Hoezieteenbesluitenlijsteruit?
l. Vergaderingenhebbenbijnaaltijddezelfde,vastestructuur.
Zetdeonderdelendaarvanindejuistevolgorde,vanbeginnaarheteindvande vergadering:
watverdertertafelkomt(w.v.t.t.k.) opening besprekenagendapunten vaststellenvorigenotulen vaststellenagenda mededelingen afsluiting rondvraag
m. Deeerstedrieonderdelenvandeagendagaanvrijsnel.Wathoudenzein?
PREVIEWVERSIE
n. Wanneergebruikjeeenraamagenda? alsjewiltdatallewerknemersdeagendazien bijvergaderingendieregelmatigterugkeren insituatieswaarindeagendapuntennietpreciesbekendzijn tijdensvergaderingenwaarveeldeelnemersietswilleninbrengen
o. Watbetekent:'denotulenvandevorigevergaderingvaststellen'?
p. Hoegaathetbesprekenvandeagendapunten?
q. Watwordtbesprokenbijwatverdertertafelkomt(w.v.t.t.k.)? allesdatdeelnemersnogwillenvertellenoftoevoegen inbrengvangastenvanbuitenaf,dienietvantevorenwasingepland onderwerpendiezobelangrijkzijndatzeopdatmomentbesprokenmoeten worden waternadevergaderinggebeurt,tervoorbereidingopdeactielijst
r. Welkmomentindevergaderingisgeschiktomeenagendapuntvoordevolgende keernaarvorentebrengen?
s. Wathoortbijwelkdeelvandevergadering?
PREVIEWVERSIE
Koppeldeonderdelenaandejuisteinhoud. voorlezenactielijst opening controlerenofiedereeneris mededelingen discussiestussendedeelnemers vaststellenagenda verslagvandevorigekeerchecken vaststellenvorigenotulen vragenofiedereenakkoordismet watinwelkevolgordewordt besproken besprekenagendapunten nagaanofermededelingenzijn watverdertertafelkomt(w.v.t.t.k.) kortrondje rondvraag belangrijkomnunogtebespreken afsluiting
t. Watzijntipsvooreffectiefvergaderen?
Opdracht1 Besluitvorming
Bijdezeopdrachtoefenjekenniseninzichtophetgebiedvanbesluitvorming. Doedezeopdrachtindividueel.
a. Watisbesluitvorming?
b. Watiseenbesluitvormingsregel?
c. Inwelkesituatiepasjeeenbesluitvormingsregeltoe? Alshetnietluktomiedereenopéénlijntekrijgen. Alsiedereenhetmetelkaareensis.
Alsvanuitdeorganisatiewordtbeslistwatgebeurenmoet.
d. Wathoudendevijfbesluitvormingsregelsuithetthemain?
Koppelderegelaandejuistenaam.
‘dehelft+1’beslist. consensus
Deelnemershebbenhetrechtom eenbesluitteblokkeren. delegatie
Erwordtovereenstemming gevonden. meerderheid
Iedereenmoethetermeeeenszijn. unanimiteit
Éénpersoonmagnamensde anderenbeslissen. veto
e. Watdoendedeelnemersnadathetbesluitisgenomen?
PREVIEWVERSIE
f. Alshetdoeliseenprobleemoplossenofeenbeslissingmaken,danhoudtde voorzittervaneenvergaderingdoorgaansdeBOB-fasenaan. Watgebeurtindatgeval,inwelkevolgorde? oordeelsvorming besluitvorming beeldvorming
g. WatgebeurtindeBOB-fasen?Koppeldeomschrijvingenaandejuistefase.
Hoewillenweerermeeomgaan? beeldvorming
Overwelkonderwerphebbenwe het? oordeelsvorming
Welkezienswijzenzijner?Hoeishet onderwerpvanbelang? besluitvorming
Opdracht1 Overleggenmetexternen
Bijdezeopdrachtoefenjekenniseninzichtophetgebiedvanoverleggenmetexternen. Doedezeopdrachtindividueel.
a. Alssociaalwerkervoerjeregelmatigoverlegmetexternen. Watzijnvoorbeeldenvanexternen?
b. Watzijndemeestvoorkomendevormenvanoverlegmetexternen? Letop!Drieantwoordenzijnjuist. digitaal indewandelgangen ineenhoreca-gelegenheid opeenexternelocatie opjeeigenlocatie telefonisch
c. Watzijnvoorbeeldenvanexternelocaties?
PREVIEWVERSIE
d. Zijndeuitsprakenjuistofonjuist?
I-Telefonischoverlegkanmeestalzonderafspraak.
II-Telefonischoverlegkanookmetmeerdantweedeelnemers. Beidezijnjuist. Beidezijnonjuist. Iisjuist,IIisonjuist. Iisonjuist,IIisjuist.
e. Watzijnaandachtspuntenbijtelefonischoverlegmetexternen?Noteererdrie.
f. Bijdigitaaloverleghoortdekeuzevooreencommunicatiemiddel.
Metwelkeaspectenhoudjedaarbijrekening,voordeexternenenvoorjezelf?
g. Watzijndriebekendedigitalecommunicatiesystemendieveelwordengebruikt?
h. Waarhangtdekeuzevooreendigitaalcommunicatiemiddelvaakvanaf?
Opdracht1 Digitaaloverleggen
Bijdezeopdrachtoefenjekenniseninzichtophetgebiedvandigitaaloverleggen. Doedezeopdrachtindividueel.
a. Desamenlevingdigitaliseertendatheeftinvloedopsociaalwerk.
Opwelkeverschillendemanieren?
PREVIEWVERSIE
b. TijdensdecoronapandemiedeedHogeschoolSaxionmeeaaneenonderzoeknaar deervaringenvansociaalwerkersmetdigitaaloverleg.Hetzelfdeonderzoekwerd ookinDuitslanduitgevoerd.
Welkvoordeelheefthetdateenzelfdeonderzoekintweelandenwordtgedaan? Deresultatenkunnenwordenvergeleken. Hetisgoedkoper. Hetisminderwerk.
c. DeervaringenvansociaalwerkersinNederlandenDuitslandwerdenvergeleken. Watbleek?
Inbeidelandenwerdenvrijwelalleenvoordelenervaren. InDuitslandervoerensociaalwerkersveelmeernadelendaninNederland. InNederlandervoerensociaalwerkersveelmeervoordelendaninDuitsland.
Deervaringeninbeidelandenwarenvergelijkbaar.
d. Indeonderzoeksresultatenvalteenaantalzakenop. Kiesdejuistewoordenopdelegeplekken.
Hetbeeldbellen
.Decontacttijdmetmensen facetoface . Ruimzestigprocentvanderespondentenvindtdezewijzigingenindevormenvan contact . Een konhaaropdrachtooktijdenscoronatijdvervullen.
Hetgemiddeldeoordeeloverdeinzetvantechniekinhetsociaalwerkwas .
e. SocialeVraagstukkeninterviewdetweeonderzoekersoverdeduidingvande onderzoeksresultaten.
Welkemogelijkenadelenenrisico'svandigitaaloverleggennoemdenzij?
PREVIEWVERSIE
Begrippentrainer
8.3 Analyserenentoepassen
Opdracht1 Verschillendesoortenoverleg
Bijdezeopdrachtmaakjeeenmindmapvanverschillendesoortenoverleg. Doedezeopdrachtindividueel.
Maakeenmindmapvandeverschillendesoortenoverlegdieinhetthemazijn beschreven.
Geeferinaan:
• formeel/informeel
• wiebijhetoverlegaanwezigzijn
• inwelkesituatiehetwordtingezet
• wathetdoelervanis
• eenzelfbedachtvoorbeeldervan.
Maakjemindmapzomooimogelijk.Gebruikkleuren,maaktekeningenetcetera.
Opdracht1 Voorbeeldenvanoverleg
Bijdezeopdrachtbespreekjevoorbeeldenvanverschillendesoortenoverleg. Doedezeopdrachtmeteenmedestudent.
a. Welkeoverlegsituatieshebjeweleensmeegemaakt?
Legerbijuitomwatvooroverleghetging:
• formeelofinformeel?
• indienformeel:welktypeoverleg?
• wiewarenerbij,metwelkdoel?
b. Hoeverliephetoverleg?Bijvoorbeeld:
• Hoegestructureerdverliephet?
• Wasereengespreksleider,ofniet?
• Hoehebjehetoverlegervaren?
PREVIEWVERSIE
c. Zoekopinterneteenvoorbeeldvanbrainstormoverleg.
Vatsamen:
• Waarvoorwerdditoverlegingezet?
• Watleverdehetop?
d. Zouindesituatiediejulliehebbengevondenvooroverlegzinvolzijn?
Leguitwaaromwelofniet.
Klusjes
Chiaraheefteenoverlegmethaarteamoverdedagelijksegangvanzaken.Onder anderewordenklusjesverdeelddienaasthetwerkookmoetengebeuren.Watzullen wedoenvooronzemanagerdiebinnenkortmetpensioengaat?Wieneemthetmaken vanhetroosterovertijdenshetzwangerschapsverlofvandegenediedatnudoet?
e. Vanwelktypeoverlegisditeenvoorbeeld?Lichthetantwoordtoe.
Complexeondersteuningsvraag
Jehebteenoverlegafgesprokenmetcollega'somaftestemmenoverdeondersteuning aaneenfamiliemeteencomplexeondersteuningsvraag.Eenanderecollegavanuit jeugdzorg,eenpsycholoogeneenondersteunervanhetLegerdesHeilszijnook aanwezig.
f. Omwelktypeoverleggaathetinhetbovenstaandevoorbeeld?
g. Watzoudenaandachtspuntenzijnbijeenoverlegmetmensenvanuitverschillende disciplines?Kijksamenwatjekuntbedenken.
h. Eenvergaderingiseenvrijstrenggestructureerdevormvanoverleg.Deagendais voorafbekend.Envanalleagendapuntenisduidelijkwaaromhettijdensde vergaderingwordtbesproken.
PREVIEWVERSIE
Bedenkeenvoorbeelddatlaatzienwaaromditbelangrijkis.
i. Watkunjealsvoorzitterdoenalseeningediendagendapuntonduidelijkis?
j. Kijkterugnaardeaandachtspuntenvooreffectiefvergaderendieinhetthemazijn beschreven.
Bedenksamenhoeeenvergaderinglooptals:
• allerichtlijnenvooreffectiefvergaderenzijnnagekomen
• geenenkelerichtlijnvooreffectiefvergaderenisnagekomen.
k. Digitaaloverleggenwintsindsdecoronapandemiesteedsmeerterrein,ookinhet sociaalwerk.
• Watzijnvoordelenvandigitaaloverleg?
• Inwelkesituatiesishethandig?
l. Bespreekookhetomgekeerde:
• Watzijnnadelenvandigitaaloverleggen?
• Inwelkesituatiesishetjuistniethandig?
Opdracht1 Vergadering
Bijdezeopdrachtoefenjemetvergaderen. Doedezeopdrachtmetdegroep.
Dagbesteding
Mischaheeftautisme.Jemerkthetnietmeteenaanhem,hijzietergewoonuitenis bestslim.Hijwoontbegeleidzelfstandig.HijheefteenWIA-uitkeringenvolgtgeen opleiding,heeftgeenbetaaldwerkendoetgeenvrijwilligerswerk.Hijweetnietgoed hoehijzijndagenkaninvullen.
OmhemteondersteunensteltbegeleiderJosinevoorommensenuitzijnomgeving bijelkaarteroepen,ensamenmetMischanatedenkenoverdevraag:hoekanMischa zijndagenbetekenisvolinvullen?Vantevorenmaaktzeeenagendaendiestuurtze toenaaralledeelnemers.HaarstagiaireBettinazalookbijhetoverlegzijnennotulen maken.
PREVIEWVERSIE
a. Bespreekmetdegroep:
• Watkaneendoelzijnvandezevergadering?
b. Josineisvoorzitter.Welketakenheeftzijdaarmee?
c. Bettinaisnotulist.Watdoetzij?
Kieswiestraksderolspelenvan:
• Mischa
• sociaalwerkerJosine
• stagiaireBettina.
Mischa,JosineenBettinabereidenzichsamenvoor:
• Praatmetelkaarinderol(vragenstellen).
• Denkmetelkaarmeeoverdetails.
• Bespreekhetoverlegvoorenmaakeenglobaleagenda.
Voorbeeldvaneenkorteagenda,hetmagookanders:
• Iedersteltzichkortvoor.
• Mischalichtzijnvraagtoe.
• brainstormvanideeën
• afsluiting-MischaenJosinezullensamenoverdeideeënnadenkenennaderhand latenhorenwathetheeftopgeleverd.
Hebjeeenandergoedideedanmagdatook,misschienkunjejuistwelalnaar oplossingengaan?Hetismaaroefenen. DeanderenzijnmensenuithetnetwerkvanMischa.
Verdeelrollen,bijvoorbeeld:
• ouders
• broers,zussen
• vriend,vriendin
• vriendofvriendinvanvader,moeder,broer,zus
• buurvrouw,buurman
• tante/oom.
Etcetera.
PREVIEWVERSIE
Omvoortebereidenwisseljeuitintweetallen:
• HoekenjeMischa?
• Hoekijkjenaarzijnvraagoverinvullingvanzijndag?
• Welkeoplossingenziejij?
d. Maakhetlokaalklaarenspeeldevergaderingna.Mischa,JosineenBettinazijnal inderuimteaanwezig.Deanderenkomenbinnengedruppeld.Josineheetiedereen welkom,leidthetoverlegensluithetoverlegaanheteindeaf.
e. Bespreekna:
• Hoeverliephetoverleg?
f. Welkeonderdelenvaneenvergaderinghebbenjulliehiermeegeoefend?
g. ZijnindevergaderingdeBOB-fasenherkenbaar?Hoezagen:
• beeldvorming
• oordeelsvorming
• besluitvorming erinditgevaluit?
h. Steldatjeindezegroepooktoteenbesluithadwillenkomen.
Welkebesluitvormingsregelzoudanpassendzijn?
i. Zijnernogandereonderwerpenuithetthemadiejeaanhetrollenspelkunt koppelen?
Opdracht1 Intervisie
Bijdezeopdrachtoefenjemetintervisie. Doedezeopdrachtmetdegroep.
Iederbedenktvoorzichzelfeensituatieofprobleemwaarhijinvastloopt.Hetmag gaanomietsinjestudie,ofopjewerkofopeenanderemanier.Niettezwaar,maar weleenechtprobleemwaarbijjedenkt:nuweetikhetevennietverder.
Noteervoorjezelf,insteekwoorden:
• Watisdesituatie?
• Wiezijnbetrokken?
PREVIEWVERSIE
• Wathebiktotnutoegedaanommetdiesituatieomtegaan?
• Welkevraagzouikaandegroepwillenstellenomverdertekomen?
Inventariseerdeonderwerpen(korthetonderwerpnoemen)enbeslisalsgroepwelke vraagjegaatbehandelen.
Destudentvanwiedevraagwordtbehandeldverteltzijnuitwerkingvandeviervragen. Degroepmagnuvragenstellenomdesituatieverderteverhelderen.
Aandachtspunt:
• Hetgaatomhetbegrijpenvandesituatieenwaaromdievoordestudenteen probleemis.Hetgaathiernognietomoplossingen.
Alshetbeeldhelderis,noteertelkgroepslidvoorzichzelfwelkeoplossingenhijziet. Daarnanoemendegroepsledeneenvooreenhunoplossing.
Deinbrengerluistertenmaaktaantekeningen.Erontstaatgééngesprekover. Alsalleoplossingenzijngenoemd,magdevraagstellerdaaropreageren.Bijvoorbeeld:
• doorvragen
• aangevenwelkeoplossingenvoorhembruikbaarzijn
• bedanken.
Kijksamenterugophetintervisieproces.
• Hoeverliephet?
• Watleverdehetop?
8.4 Verdiepenencreëren
Opdracht1 Besluitvorming
Bijdezeopdrachtoefenjehetbesluitvormingsproces. Doedezeopdrachtmetdegroep.
Pluktuin
Ineenparknetnaasteenvrijgroenewoonwijk,wordteenpluktuingerealiseerd.Een groepjevrijwilligersheeftzichervanafhetbeginvooringezetdatdiepluktuinerzou komen.Ennuishetzover.
Inhetvoortrajectwerdheelgoedsamengewerkt.Iedereenwildegraagdatdiepluktuin erzoukomenenduswerdallesuitdekastgehaaldomdegemeentevanhetideete overtuigen.Nudepluktuinmagwordenaangekleedblijktechterdaterheel verschillendeideeënzijnoverdeinvulling.
Erzijndriepartijen:
• Deeerstegroepvindtdatmetdebeperktemiddelendieerzijn,zosnelmogelijk zoveelmogelijkmoetwordengerealiseerd.Datbetekent:vrijwilligerswerven, goedkoopzaaigoedinkopenenbeginnen.Alsereenmaalietsstaat,kanerlater welwordenverfijnd.
• Detweedegroepvindtkwaliteitbelangrijkerdankwantiteit.Ditstukjeaardeisin handenvandezegroependatbrengtdeverantwoordelijkheidmeeomerzogoed mogelijkvoortezorgen!Dus:gedegenvoorbereiding,goedeaarde,goedzaaden ophetjuistemomentdaarietsmeedoen.
• Dederdegroepvindtdatdetuinvooralvandewijkmoetzijn,endatzijdusniet alsgroepjekunnenbeslissenoverdeinrichting.Zijwilleneersteenenquête uitzettenindewijkenvragenwaarbehoefteaanis.Misschienisdatnietalleen maardepluktuinmaarookeenplekjeomtezittenofeenspeeltuintjevoorde kinderen.
a. Departijenzijnbijelkaaromsameneenbeslissingtenemen.
Geefhenalsgroepbruikbareadviezenwatbetrefthetnemenvanbeslissingen,op basisvandetheorie.
Wijsdriehoekenvanhetlokaalaanenspreekafwelkegroepzichwaarverzamelt.Ga indehoekstaanvandepartijwaarjijjehetmeestbijbetrokkenvoelt.
Kijkofalledriedepartijenzijnvertegenwoordigd.Zoniet,danzoekjealsgroepeen oplossing.Erzijnvoordeopdrachtdriepartijennodig.
Wisseluitmetjeeigenpartij:
• Waaromvindikdatdezepartijgelijkheeft?
• Welkeargumentenlatenziendatonzemanierdebesteis?
Daarnakomtiedereenterugindegroep. Julliezijnalspartijennubijelkaarvooroverleg.Hetdoelis:beslissenhoehetverder gaatmetdepluktuin.Hetlastigeisdatdetijdbeperktis:tienminuten.
Eneenbeslissingisechtnodig!
b. Kijksamenterug:
• Zijnjullietoteenoplossinggekomen?
• Hoehebbenjullieditaangepakt?
• Hebbenjullietheorieuithetthematoegepast?Zoja,welke?
c. Kijkterugopdesamenwerking:
• Welkeinitiatievenwerdengenomen?
• Hoewerdernaarelkaargeluisterd?
• Hoewerdhetoverleggestructureerd?
• Watgebeurdedatinvloedhadopdesfeer?
• Hoekwamenjullietotoplossingen?
d. Formuleersamenvijftipsvoorbesluitvormingineenvergelijkbaresituatie.
e. Kijkindividueelterugopjeeigenbijdrageaandebesluitvorming.
• Welkerolhadje?
• Welkeffecthaddatophetbesluitvormingsproces?
• Welkekwaliteitenherkenjebijjezelfopditgebied?
• Watiseenaandachts-ofontwikkelpunt?
Opdracht1 Digitaaloverleg
Bijdezeopdrachtmaakjeeenpresentatieoverdigitaaloverleg. Doedezeopdrachtmeteenmedestudent.
a. Ommeerinzichttekrijgenindevraagstukkenmetbetrekkingtotdedigitalisering vandemaatschappij,isvanuitMovisiehetprojectMeedoenindedigitale samenlevinggestart.
LeesviadelinkhetartikelvanMovisieoverdedriefocuspuntenvanditproject.
b. Welkedriefocuspuntenheefthetproject?
c. Neemingedachtendecontextbinnenhetsociaalwerkwaarinjewerktofzou willenwerken.
Kieseenvandedriefocuspuntenenverheldervoorjezelf:
• Hoehebbenwealssociaalwerkersindezecontextmetditprobleemtemaken?
• Watkunnenwijvanuitonzepositieopditgebieddoen?
• Waaromisdatbelangrijk?
d. Bereideenpresentatievooroverditonderwerp,bedoeldvoorcollega'stijdens eeninformatiefoverleg.Tips:
• NeemhetartikelvanMovisiealsbasis.
• Zoekaanvullendeinformatie.
• Vertaaldeinformatienaarjulliesituatie.
• Neemietsmeedatjekuntlatenzien,zoalsdia's,ofeenfilmpje,etcetera.
Jedoelisomcollega'steinformerenoverhetprobleemensamentebedenken watjulliekunnendoenopditgebied.
Speelmetdegroepdevolgendesituatiena:
Jebentbijelkaarvooreenregionalestudiedagoverdigitaliseringvanhetsociaalwerk. Eenaantalsociaalwerkers(jullie)isgevraagdomhierietsvanuithuneigenorganisatie tevertellen.
Eenvooreenverzorgenjulliejepresentatie,gevolgddoor'tops,tipsenvragenvanuit hetpubliek'.
Sluitafmeteengroepsgesprekoverdevraag:
• Watbetekentdigitaaloverleginhetsociaalwerkannonu?
Opdracht1 Overlegoppapier
Doedezeopdrachtmetdegroep.
Dezeopdrachtdoejemetz'nallentegelijk:
• Kieseenonderwerpuithetthemadatjelastigvindt.
• Bedenkwatjedaaroverwiltwetenomhetbetertebegrijpenenzetdatomineen vraag.
• Schrijfjevraagbovenaantweestukkenpapier.
Bijvoorbeeld:'WatishetverschiltussenteamoverlegeneenMDO?'of'Waaromiser bijintervisieeenbeperktaantaldeelnemers?',etcetera.
Alsjeallesuithetthemaalbegrijpt,danbedenkjeeenvraagdiesamenhangtmeteen onderwerpuithetthema.Hetgaatinelkgevalomeenvraag:
• waaropjezelfniethetantwoordweet
• enwaaropanderenmisschienweleenantwoordweten.
Geefdepapierenaantweemedestudentenwaarvanjeverwachtdatzijdezevraag misschienkunnenbeantwoorden.
Wieeenvraagkrijgt:
• denktoverdevraag
• schrijftzijnantwoorderonder
• engeefthetpapierterugaandevraagsteller.
Leesdeantwoordenenformuleervoorjezelfhetantwoordopjevraag.
• Luktdathelemaal,danbenjeklaar.
• Isnognietallesduidelijk,dankiesje:
– dezelfdevraagaaneenanderestudentvoorleggenof
– devraagaanscherpenenaandezelfdeofeenanderestudentvoorleggen.
• Ontstaateennieuwevraag,dangajedaarmeeverder.
Alsiedereenklaaris:
• Deeldegeformuleerdeantwoordenmetdegroep.
• Bespreekvragendienietzijnbeantwoordmetdegroep.
Welkevormenvanoverlegherkenjeindezewerkwijze?
Bijvoorbeeld:
• informeeloverleg,alsofjeindewandelgangenietsvoorlegt.
• informatiefoverleg,omdathetominhoudelijkekennisgaat.
• schriftelijkoverleg,zoalsbijvoorbeeldviae-mail.
Opdracht1 Teamoverleg
Bijdezeopdrachtmaakjeeenbrochuremettipsvooreffectiefteamoverleg. Doedezeopdrachtindividueel.
Maakeenbrochurevanvierpagina'smettips&tricsomoverlegmetcollega'seffectief enaantrekkelijktemaken.Omdattedoen,werkjedeonderstaandeopdrachteneen vooreenuit.
a. Beschrijfinongeveer250woordeneenteamoverlegzoalsjedatNIETzouwillen meemaken.Jemagzelfverzinnenwaterallemaalmisgaat.Beschrijfhetzolevendig mogelijkenvanuitde'ik-vorm'.Laatjefantasiedevrijeloop.
Bijvoorbeeld:
"Erisweerteamoverleg...Leukomelkaartezien,maareigenlijkheeftniemander echttijdvoor,hetiseenverplichtnummer.Ikgazittenenleesdeagendadoor.Op devalreepgemaaktzoalsaltijd.Tweepuntenzijnrelevantvoormij,jammerdat ikdatvoorafnietwistdanhadiknogevenietsopkunnenzoeken!Ikkijkrond, tweecollega'szijnernogniet.Wegaantochbeginnen.Devoorzittermaakteen rondje,zijnernoganderepunten?Twintigminutenlaterzijnwenogsteedsmet datrondjebezig.Erkomtvanallesnaarvorendatnietopdeagendastaat.Dan gaatdedeuropen:daarzijndetweecollega's.'Sorrydatwelaatzijn,wathebben wegemist?'Endaargaanwedeeerstetwintigminuteninomgekeerdevolgorde, nogeensdoor!Erzijnnogtienminutenoveralswemetdeagendabeginnen.Na heteerstepuntstaateencollegaop:hetspijtmemaarikhebzoeenafspraak... hijvertrekt,deanderenrakenindiscussieofwenogdoorgaanofstoppen. Uiteindelijkwordtéénvandepuntendievoormijrelevantistochnogaangestipt. Maardecollega'sdieerbelangrijkbijwarenzijnalweg.Hetiswathetis,denkik bijmezelf.Ikzoekzestraksindewandelgangenwelevenop."
b. Zoek(ofmaak)eenafbeeldingbijdit'vreselijkeoverleg'.Zetdiebovende beschrijving.
Houdbovendeafbeeldingruimteover,voor:
• detitelvandebrochure
• eenkorteinleidingopdebrochure(watkandelezererinvinden?)
Tip
Opdeeerstepaginakomendusachtereenvolgens:
• titel
• korteinleiding
• afbeelding
• negatiefvoorbeeld.
c. Verzameltientipsofaandachtspuntendiehelpenomteamoverleggoedtelaten verlopen.
Zetzeinjeeigenwoordenineengenummerdelijst.Geeferbijaanwaarde informatievandaankomt(bronvermelding).
d. Schrijfbovendelijsteenbruggetje.Ditiseenovergangszinvanhetnegatieve voorbeeldopdeeerstepagina,naardetipsopdezepagina.
Bruggetje
Verplaatsjeindelezerenhelphemomdeovergangbegrijpelijktemaken.Eerstwas ereennegatiefvoorbeeld,nukomenertipsenaandachtspunten.
Bijvoorbeeld:'Eensituatiezoalsinhetvoorbeeld,wiljenatuurlijklievervoorkomen. Maarhoedoejedat?Deonderstaandetips,helpenjeerbij.'
Maakereenmooieovergangvan,opjeeigenmanier.
e. Zoekopinternetnaarwerkvormendiejebijeenteamoverlegkuntinzetten.
Bijvoorbeeld:
PREVIEWVERSIE
• omideeënteverzamelen
• omiedereenactieftebetrekken
• omtoteenwerkverdelingtekomen
• etcetera.
Hetmagvanalleszijn.Hetgaateromdathetbruikbaarisineenteamoverlegen dathethelptomdatoverlegleukereneffectievertemaken.
f. Werkuitinjebrochure:
• kortebeschrijvingenvantweeofdriewerkvormenof
• eenenkelewerkvorm,watuitgebreideruitgelegd.
Kijkwatmooiopdepaginapast.
Aandachtspunt:
• Zorgookhiervoorbronvermeldingen.
g. Maakbovenaanweereenbruggetje,nuvandetipsnaardevoorbeeld(en)van werkvormen.
Afbeelding(en)
Alsjeruimtehebt,plaatsjemooieafbeeldingen.Zoekopinternetenkiesietsdatbij detekstpast.
Metafbeeldingenmaakjejebrochureaantrekkelijkervoordelezer.
h. Zoekopinternetbijvoorbeelddriewebsitesdiehandigzijnalsjejeteamoverleg wiltverbeteren.ZetzeopdelaatstepaginaondereenkopjeHandigewebsites.
i. Maakeen(APA-)bronnenlijstmetdaarindeliteratuurenwebsiteswaarnaarjein deteksthebtverwezen.
j. Maakeenkadertje'colofon'.Daaringeefjeaanwiedezefolderwanneerheeft gemaakt,voorwelkeopleiding.
k. Kijknaarhetgeheelencheck:
• Hebjeeentiteleneeninleidinggegevenaanhetbegin?
• Pastallesmooiopdepagina's?
• Zijndebruggetjeshelder?
• Isnogergensietsnodig?
Zetdepuntjesopdei,maakereenmooigeheelvannaarjeeigensmaak.
PREVIEWVERSIE
Devierpagina'szijnverdeeldin:
1. Titelpagina:
– passendetitel
– tweeofdriezinnen:waarovergaatdezebrochure?
– afbeelding
– beschrijvingvande'slechteervaring'methetteamoverleg.
2. Tweedepagina:
– inleidendezin:ditwiljedusniet...hoekanhetbeter?
– aandachtspuntenentipsomhetweltelatenslagen.
3. Derdepagina:
– aantalleukewerkvormendiejebijeenteamoverlegkuntinzetten.
4. Vierdepagina:
bronnenlijst
relevantewebsites – eventueel:nogeenafbeelding – colofon(wiedebrochurewanneermaakte).
l. Legdebrochuresopeenleestafelenneemmetdegroepdetijdomzetebekijken.
Jekuntbijvoorbeeldvragen:
• Wiewilzijnzelfbedachtenegatievesituatievoorlezen?
• Welketipshebbenjulliebedacht?
• Welkewerkvormen?Inwelkesituatiekunnendiewordengebruikt?
• Welkehandigewebsiteszijngevonden?
En:
• Hoekijkenjullieterugopdeopdracht?
• Hebbenjulliehandigetipsvoorhetmakenvanzo'nbrochure?
8.5 Evaluerenenreflecteren
Opdracht1 Beoordeling
Vuldebeoordelingin.
Jeoefentkenniseninzichtophetgebiedvanoverleggen. 1.
Jemaakteenmindmapvanverschillendesoortenoverleg. 2. Jezoektvoorbeeldenvanoverlegindepraktijkvanhetsociaal werk. 3.
PREVIEWVERSIE
Jeoefentvaardighedendiebijhetoverleggenvanbelangzijn. 4. Jegeefttipsvooreffectiefoverleg. 5.
Opdracht1 Weegschaal
Bijdezeopdrachtevalueerjehetthemaaandehandvaneenweegschaal.Doedeze opdrachtindividueel.
a. Tekenschematischeenouderwetseweegschaalna,opeengrootpapier.
b. Noteer:
• aandeenekantvandeweegschaalalleonderwerpenuitditthemadiejepositief hebtervaren
• aandeanderekantvandeweegschaalalleonderwerpendiejenegatiefhebt ervaren.
Laatmetkleurzienwelkeonderwerpendaarbijzwaarwegenvoorjouenwelke niet.
c. Kijknaarhetgeheel:
• Naarwelkekantslaatdeweegschaaldoor?
d. Drukwatdeweegschaaljelietzienuitineenrapportcijfertussen1(uiterstnegatief) en10(uiterstpositief).
e. Waaromishetvoorjouditcijfer,ennieteenlagercijfer?
f. Watzouhelpenomhetcijfereenkleinbeetjehogertemaken?
Opdracht1 Spiegel
Bijdezeopdrachtreflecteerjeopjeontwikkelingmetbehulpvaneenspiegel.Doe dezeopdrachtindividueel.
PREVIEWVERSIE
a. Tekenschematischeenspiegel(bijvoorbeeld,groterechthoek)opeengrootpapier, metdaaringlobaaldeomtrekvanjehoofd,borstenarmenmethanden.
b. Geefbijdehandenaan,metwoordenoftekeningetjes:
• Inwelkevaardighedenbenikdoorditthemagegroeid?
Gebruikdegrootteomtelatenziehoeveeljedaaringroeide.Laatmetdekleur zienhoejedatervaart.
c. Kieseenafbeeldinguiteentijdschrift,ofvaninternet,dieuitdruktwatjijvoeltbij hetthemaoverleggen.Bijvoorbeeld,alsjejedaarheelsterkenzekerinvoelt,een afbeeldingvanbijvoorbeeldeenbodybuilder,ofeentrotseleeuw.Of,alsje overleggengezelligvindt,eenheelgezelligeafbeelding.Jebentvrijomietste kiezendatbijjoupast.Jemagooktekenen,bijvoorbeeldeengroothart,ofeen zonnetjeofeenblijgezicht.Ofeensmileydielaatzienhoejijjeoverditonderwerp voelt.
d. Kijknaarhetgeheelenvatsamen:
• Hoeleerdeikdezeverschillendedingen?
• Watdeedikdaarbijzelf,ommijnleerprocestesturen?
• Welkerolspeeldemijnomgevingdaarbij?
e. Werktotslotuit:
• Welkekennisenvaardighedenoverditonderwerpwiliknogverderuitbreiden?
• Hoekanikdatdoen?
• Wieofwatkandaarbijhelpen?
PREVIEWVERSIE
Feedbackgevenenontvangenleerjehetbestdoorhettedoen.Dezeopdrachten helpenjeomdetheorietelerenkennenentebegrijpenennodigenjeuitomteoefenen indepraktijk.
Stelling
Vanpositievefeedbackleerikniets.
Doelstellingen
• Jelegtuitwelkekenmerkenverbale,non-verbale,positieve,negatieveen constructievefeedbackhebben.
• Jepastdefeedbackregelstoe.
PREVIEWVERSIE
• JeoefentmetdeJohari-matrix.
• Jeverzamelt360gradenfeedback.
• Jeonderzoekthoemensenfeedbackervaren.
9.1 Opwarmenenoriënteren
Opdracht1 Lerenvanfeedback
Bijdezeopdrachtbrainstormjeonlinemetdegroepnaaraanleidingvandestelling: 'Vanpositievefeedbackleerikniets.'
Doedezeopdrachtonlinemetdegroep.
a. Éénpersoonvanjulliegroepmaakteenonlinecanvasaanmetalsonderwerp Feedbackenzetdestelling:‘Vanpositievefeedbackleerikniets’ophetcanvas.
b. Iedereenreageertophetonderwerpdoorpost-itsteplaatsenophetcanvas.Je zetopdepost-itwatbijjeopkomtbijdezestelling.
c. Bespreeknaindechat.Stelvragenalsjeopmerkingennietbegrijpt.
d. Leesdeopmerkingenvanjegroepsgenoten.
Eventueel:Doedeopdrachtnogeensmetdezestelling:‘Vannegatievefeedbackleer jeméérdanvanpositievefeedback’.Geefaanofjeheteensofoneensbentmetdeze stelling.Draagargumentenaanendiscussieer.
Opdracht1 Loesje-poster
BijdezeopdrachtbedenkjeeenstellingvooropeenLoesje-poster. Doedeopdrachtmetdegroep.
Materialendiejenodighebtvoordezeopdracht:
• blancokaarten(ofA4'tjes,invierengeknipt)
• gekleurdemarkers.
Loesje-spreuken
Loesjeheeftaltijdeigenwijze,tegendraadsespreuken.Eenaantalvoorbeelden:
• Ikkanalles,maardaarisweergeendiplomavoor.
• Aanheteindvanmijngeldhoudikaltijdeenstukmaandover.
• Wordikwakker,staikmiddeninhetleven!
a. BedenkeenLoesje-spreukoverfeedback. Schrijfjespreukopeenkaart.
b. Legallespreukenoptafel.
c. Kiesomdebeurteenspreukenleesdespreukvoor.Vertelerbijwaaromjedeze spreukhebtgekozen.
Hebbenjullieeenheelgoedespreukbedacht?Stuur‘mdandoornaarLoesje.Misschien komtjulliespreukwelopeenposter!
9.2 Wetenenbegrijpen
Opdracht1 Hetbegripfeedback
Bijdezeopdrachtoefenjekenniseninzichtophetgebiedvanfeedback. Doedezeopdrachtindividueel.
a. Vuldejuistewoordenin.
Feedbackiseenboodschapoverhethandelenof vaneen ander.Feedbackkanpositiefof zijn.Feedbackkunje gevenmet ,gebarenenmimiek.
PREVIEWVERSIE
b. Feedbackkanpositiefofnegatiefzijn.
Horendekenmerkenenvoorbeeldenbijpositievefeedback,bijnegatievefeedback, ofbijallebei?
positievefeedback
negatievefeedback
PREVIEWVERSIE
bijhetgevenletjeopjelichaamstaal enwoordgebruik
bijvoorbeeld:aangevendatiemand geengoedwerklevert
bijvoorbeeld:eencomplimentgeven
bijvoorbeeld:jeduimopsteken
doel:datdeanderhetgedragaanpast ofvermindert doel:datdeanderhetgedraginstand houdtofvakerlaatzien
gaatoverietsdatjeeffectief,nuttig ofprettigvindt gaatoverietsdatjeineffectief, ongewenstofonprettigvindt kanverbaalwordengegeven
kannon-verbaalwordengegeven
c. Iedereboodschapbestaatuitvieraspecten.Heteersteaspectishetinhoudelijke aspect.Datnoemjehetinhoudsniveau.
Zijndestellingenjuistofonjuist?
I-Hetinhoudelijkeaspectisdefeitelijkeboodschap.Waterletterlijkwordtgezegd.
II-Alsjeinhoudelijkietszegt,zegjeautomatischookietsopdedrieandereniveaus. Beidezijnjuist. Beidezijnonjuist. Iisjuist,IIisonjuist. Iisonjuist,IIisjuist.
d. 'Hetvaltmeopdatjevaaktelaatbent'.
Welkeboodschapgeefjedaarmeeopdeverschillendeniveaus?
Opdracht1 Feedbackregels
Metdezeopdrachtenoefenjekenniseninzichtophetgebiedvandefeedbackregels.
Doedezeopdrachtindividueel.
a. WathoudendevierG'sin?
PREVIEWVERSIE
b. Welkealgemeneregelsvoorhetgevenvanfeedbackzijnerdaarnaast?Noteerer vier.
c. Alseencollegaaltijdeenflauwgrapjemaaktoverjoualsercollega’sbijzijn,kun jejegekwetstofgefrustreerdgaanvoelen.Jeschietdaardoormisschienuitjeslof. Jezegtdanbijvoorbeeld:'Watbenjijeenirritantetreiteraar,jemoetmealtijdvoor gekzettenalseranderenbijzijn.'
Watgaaterhiermis?
Letop!Vierantwoordenzijnjuist.
Jebenoemtnietwatjouwgevoelerbijis.
Jebenoemtenkeldefeiten.
Jegeefteenwaardeoordeel.
Jegeeftfeedbackophetgedrag.
Jegeeftfeedbackopdepersoon.
Jeonderbouwtjefeedbacknietmetfeiten.
d. Alseencollegaaltijdeenflauwgrapjemaaktoverjoualsercollega’sbijzijn,kun jejegekwetstofgefrustreerdgaanvoelen.Jeschietdaardoormisschienuitjeslof. Jezegtdanbijvoorbeeld:‘Watbenjijeenirritantetreiteraar,jemoetmealtijdvoor gekzettenalseranderenbijzijn.’
‘Altijd’,zoalsinhetvoorbeeldhierbovenstaat,isgeenfeit.Watzouweleenfeit zijn?
e. Watdoejealsjezegt:‘Ikvindhetvervelenddatjedezeweekaldriekeereenflauwe grapovermijhebtgemaaktinhetbijzijnvancollega’s,jekwetstmedaarmee.'
Jegeefteenik-boodschap. Jegeefteenjij-boodschap.
Jegeeftpositievefeedback.
Jegeefteenwaardeoordeel.
f. Zijndestellingenjuistofonjuist?
I-Hetjuistemomentomfeedbacktegevenismeestaleentijdjenadatde gebeurtenisplaatsvond.
II-Alsernoganderedingenzijndiejedwarszittenaanwatiemanddoet,kunje diehetbestmeteenerbijvertellen.
Beidezijnjuist. Beidezijnonjuist. Iisjuist,IIisonjuist. Iisonjuist,IIisjuist.
Opdracht1 Feedbackontvangen
Bijdezeopdrachtoefenjekenniseninzichtoverfeedbackontvangen. Doedezeopdrachtindividueel.
PREVIEWVERSIE
a. Waaromishetontvangenvanpositievefeedbackbelangrijk?
b. Watmagjedoenalsiemandjepositievefeedbackgeeft?
c. Negatievefeedbackisnietaltijdevenprettigomtekrijgen.Jekuntjeerbijvoorbeeld dooraangevallenvoelen,ofjevathetopalskritiek.
Watmaaktnegatievefeedbacktochwaardevol?
d. Welkepuntenzijnbelangrijkbijhetontvangenvannegatievefeedback?
Noteerervijf.
Opdracht1 DeJohari-matrix
BijdezeopdrachtoefenjekenniseninzichtindeJohari-matrix. Doedezeopdrachtindividueel.
a. WatisdeJohari-matrix?
b. HoeveelgebiedenheeftdeJohari-matrix? twee drie vier zeven
c. WatlatendegebiedenvandeJohari-matrixzien?
d. Koppeldejuistekwadrantaandeomschrijvingen.
Omschrijving
PREVIEWVERSIE
Kwadrant
hetverborgengebied informatiediezowelbijjoualsbij deanderbekendis hetonbekendegebied informatiediejijnietweetover jezelf,maareenanderwel
deopenruimte informatiediejenietwiltprijsgeven aaneenander,jouwgeheim
deblindevlek informatiedievoorzoweljoualsde anderonbekendis
e. WelkgebiedvandeJohari-matrixwiljezogrootmogelijkmaken? blindevlek onbekendgebied openruimte verborgengebied
f. Waaromwiljedeopenruimtezogrootmogelijkmaken?
g. Alsjedeanderegebiedenkleinermaakt,wordtdeopenruimtegroter. Watkunjedoenomjeblindevlekkleinertemaken?
h. Watkunjedoenomhetverborgengebiedteverkleinen?
i. Hetonbekendegebiedisonbekendvoorjezelf,maarookvooranderen. Hoekomjeerdantochachterwatzichhierbevindt?
Opdracht1 360gradenfeedback
Bijdezeopdrachtoefenjekenniseninzichtvan360gradenfeedback. Doedezeopdrachtindividueel.
a. Watdoejebij360gradenfeedback? Letop!Drieantwoordenzijnjuist.
Jevraagtalleenfeedbackoverjesterkekanten. Jevraagtalleenfeedbackoverjemindersterkekanten.
PREVIEWVERSIE
Jevraagtfeedbackoverjesterkeenmindersterkekanten.
Jevraagtmeerderemensenfeedback.
Jevraagtfeedbackuiteenspecifiekeinvalshoek.
Jevraagtfeedbackuitmeerdereinvalshoeken.
b. Aanwiezoujebijvoorbeeld360gradenfeedbackkunnenvragen? Noteerervier.
c. Hoenoemjedemensenaanwieje360gradenfeedbackvraagt?
informanten respondenten
d. Waarvoorkunje360gradenfeedbackgebruiken?
e. Zijndezestellingenover360gradenfeedbackjuistofonjuist?
I-Hetkanzowelmondelijkalsschriftelijk.
II-Hetkanovermeerdereaspectenvanhetfunctionerengaan. Beidezijnjuist. Beidezijnonjuist. Iisjuist,IIisonjuist. Iisonjuist,IIisjuist.
f. Jekunt360gradenfeedbackmondelingofschriftelijkvragen.
Watzijnvoordelenvanschriftelijk?
g. Watzijnnadelenvanschriftelijk360gradenfeedbackvragen?
h. Watiseenvoordeelvanmondeling360gradenfeedbackvragen?
i. Watzijnnadelenvanmondeling360gradenfeedbackvragen?
PREVIEWVERSIE
Opdracht1 Onderzoeknaarfeedback
BijdezeopdrachtoefenjekenniseninzichtvandeverdiepingOnderzoeknaarfeedback. Doedezeopdrachtindividueel.
a. Zijndestellingenoverdeeffectiviteitvanfeedbackjuistofonjuist?
I-Positievefeedbackisaltijdbeterdannegatievefeedback.
II-Heteffecthangtafvandoorwie,wanneerenwaaromfeedbackgegevenwordt.
Beidezijnjuist.
Beidezijnonjuist.
Iisjuist,IIisonjuist.
Iisonjuist,IIisjuist.
b. DewetenschappersFinkelsteinenFischbach(2012)dedenonderzoeknaarde functievanfeedback.
Watliethunonderzoekzien?
Bijbeginnersenbijexpertswerktnegatievefeedbackbeter.
Bijbeginnersenbijexpertswerktpositievefeedbackbeter.
Positievefeedbackwerktbetervoorbeginners,negatievefeedbackwerktbeter voorexperts.
Positievefeedbackwerktbetervoorexperts,negatievefeedbackwerktbeter voorbeginners.
c. Watbetekentpositievefeedbackvoorbeginners?
d. Waaromsluitnegatievefeedbackbeteraanbijdebehoeftevanexperts?
e. DewetenschappersZengerenFolkman(2014)vroegenaannegenhonderd medewerkers:‘Wiljelieverpositievefeedbackopjeprestatiesofsuggestiester verbetering?’.
Aanwelkefeedbackblekendezemedewerkersbehoeftetehebben?
f. WatverstaandewetenschappersZengerenFolkman(2014)ondercorrectieve, opbouwendefeedback?
PREVIEWVERSIE
g. DewetenschappersZengerenFolkman(2014)onderzochtendebehoefteaan feedbackvannegenhonderdmedewerkers.
Waarmeeblijkthetwillenontvangenvannegatievefeedbackinhunonderzoek samentehangen? betrokkenheid ervaring motivatie zelfvertrouwen
h. WetenschappersvandeVrijeUniversiteitdedenonderzoeknaardebereidheidvan mensenomelkaarfeedbacktegeven.
Welkedriefactorenblekensamentehangenmetdebereidheidvanmedewerkers omelkaarfeedbacktegeven?
i. Watgaatlocusofcontrolover?
j. Zijndestellingenjuistofonjuist?
I-Iemandmeteeninternelocusofcontrolgelooftdathijinvloedheeftopde uitkomstvaneenbepaaldesituatie.
II-Iemandmeteenexternelocusofcontrolgelooftdatuitkomstenafhankelijk zijnvanbijvoorbeeldtoeval.
Beidezijnjuist. Beidezijnonjuist.
Iisjuist,IIisonjuist.
Iisonjuist,IIisjuist.
Begrippentrainer
9.3 Analyserenentoepassen
Opdracht1 Tip3
Bijdezeopdrachtletjeopfeedbackdiejeomjeheenhoort. Doedeopdrachtmetdriemedestudenten.
a. Voorbereiding:
PREVIEWVERSIE
• Leteenaantaldagenopfeedbackdiejeomjeheenhoort.Injeeigenomgeving, ofoptelevisieofsocialmedia.
• Noteer:
– desituatie(wie,inwelkecontext)
– defeedback(verbaal,non-verbaal)
– heteffect(bijvoorbeeld,dereactievandeontvanger).
• Kiesdrievoorbeeldenuitvoordezeopdracht.
b. Bespreekmetdriemedestudentensamendeverzameldevoorbeelden.Ensorteer zeop:
• goede,effectievefeedback
• feedbackdievoorverbeteringvatbaaris.
c. Bespreekmetelkaar:
• Waarinzithetverschil?
• Hangthetsamenmetdefeedbackregels?
d. Vormtweetallen(splitsjulliesubgroepje).
e. Kiessamenéénsituatiewaarindefeedbacknietgoedwerdgegevenenspeeldie situatienaineenrollenspel:
• Leefjeallebeiininjerol.
• Defeedbackgevergeeftdefeedback.
• Deontvangerreageertopdefeedback.
Letdaarbijopwatjevanbinnenervaart,aangedachtenengevoelens.
f. Bespreekna:
• Hoewashetvoordefeedbackgeveromtedoen?
• Hoeervoerdeontvangendepersoondefeedback?
• Welkegevoelensengedachtenkwamenop?
• Wasdefeedbackeffectief?
Noteerjebevindingen.
g. Bespreekhoedefeedbackbetergegevenzoukunnenworden.
h. Herhaaldestappen:
• Speeldesituatiena.
• Bespreeknaennoteerjebevindingen.
i. Komweermetz'nvierenbijelkaarenwisseluit.
PREVIEWVERSIE
j. Maaksameneen'tip3'(eentop3vanvantips)voorhetgevenvanfeedback.
Opdracht1 Hoeconcreter,hoebeter
Bijdezeopdrachtbespreekjesameneenvideowaarinfeedbackwordtgegeven. Doedezeopdrachtmetdegroep. Kijkmetdegroepnaardevideo.Jezieteenwerkgeveringesprekmetwerknemer Anja.
a. Watvindenjullievandemanierwaaropdezewerkgeverfeedbackgeeft?
b. Welkeffectheeftzijnfeedback?
c. Hoezouhetbeterkunnen?
Bespreekingroepjesvandriedeonderstaandecasesenwerkdevragenuit.
Elisa
Elisawilaaneencollegavertellendatzehetvervelendvindtdathijsteedstelaatkomt.
d. Hoekanzedatvolgensdefeedbackregelsdoen?
Sabine
Sabinewerktineenbuurcentrum.Eenvandevastebezoekersdoetcontinu onvriendelijktegendemedewerkersencommandeertiedereenomzakengedaante krijgen.Alsdebezoekersofmedewerkersnietdoenwathijzegt,wordthijsnelboos. VandaagishetweerraakendebezoekercommandeertSabine.Sabinereageert:'Ik voelmijongemakkelijkwanneeruboosbentenzohardbegintteschreeuwen.Wiltu daarmeestoppen?
e. VergelijkdefeedbackvanSabinemetdevierG'senmetdefeedbackregels.
Watgaatgoed,enwatzounogbeterkunnen?
PREVIEWVERSIE
Bespreeknaindegroep:
• Welkeoplossingenzijnbedacht?
Opdracht1 TrainTool-Feedbackgevenenontvangen
BijdezeopdrachtoefenjefeedbackgevenenontvangenviaTrainTool. Doedezeopdrachtindividueel.
InTrainToolstaanrollenspellenvoorjeklaarwaarmeejeoefentmethetgevenvan feedbackvolgensderegelsvanfeedback.
InTrainToolstaanrollenspellenvoorjeklaarwaarinjeoefentmethetontvangenvan feedback.Jelaatziendatjefeedbackserieusneemtenlaatblijkendatjeinzichthebt injeeigengedrag.Jevraagtnaarverduidelijkingalsjejenietherkentindefeedback.
Opdracht1 Feedbackontvangen
Bijdezeopdrachtbespreekjesituatieswaarinjefeedbackkreeg.
Doedeopdrachtmetdriemedestudenten.
a. Wisseluitoversituatieswaarinjefeedbackkreegdiejegoedkonontvangen.
• Washetpositieve,negatieveofconstructievefeedback?
• Watdachtenvoeldejetoenjedezefeedbackkreeg?
• Hoereageerdeje?
b. Wisseluitoversituatieswaarinjefeedbackkreegdiejeheellastigvondomaante nemen.
• Washetpositieve,negatieveofconstructievefeedback?
• Watdachtenvoeldejetoenjedezefeedbackkreeg?
• Hoereageerdeje?
c. Wisseluit:
• Watvindjeprettigeromtekrijgen:positieve,negatieveofconstructieve feedback?Lichthetantwoordtoe.
d. Wisseluit:
• Welkekwaliteitenenontwikkelpuntenherkennenjullieophetgebiedvan feedbackontvangen?
PREVIEWVERSIE
Opdracht1 Johari
BijdezeopdrachtwerkjeeenJohari-vensteruit. Doedeopdrachtmetdegroep.
Materiaal:
• perstudent:
– eengewoonA4'tje
– een(blanco)kaartvankarton,opA4-formaat.GewoneA4'tjeszijntedun.
– eenpen(stiftkanook,maardiemoetniettedikzijn)
– eenveiligheidsspeld.
a. OefeneerstmetdegroepdeJohari-matrixaandehandvandecase.
Anne
Annewerktineenwijkteam.Zeweetvanzichzelfdatzeeenechteregelneefis.Haar collega’svindendatwelprettig.Annezorgtnamelijkdatdezaakjesvoorelkaarzijn endatallesgoedgeregeldis.
Haarcollega'swetennietdatAnnedatdoet,omdatzeanderscompleetvanslagraakt enhetoverzichtkwijtis.Anneheeftnamelijkeenlichtevormvanautisme,maarze wilnietdathaarcollega’sdatweten.Misschiennemenzehaardanminderserieus.
Haarcollega’slachenstiekemwelomAnne,omdatzeregelmatigdegeintjesinhet teamnietdoorheeft.Zewordtafentoezelfseenbeetjevoordegekgehouden,maar heeftdatnietdoor.Welvoeltzezichsomseenbuitenbeentjeinhetteamenvindtze datzenietdewaarderingkrijgtdiezeverdient.
b. HoezoueenJohari-raamerinditgevaluitkunnenzien?
Werksamenuitophetbordofeenflip-over.
c. TekenophetgewoneA4'tjeeen(lege)Johari-matrix.
d. Helpelkaarbijhetopderugspeldenvandekartonnenkaart.Tekenrechtsinde bovenhoekeenzonnetje.
e. Wandelrondinhetlokaalenschrijfbijelkaarinsteekwoorden,positievefeedback.
Hulpvragen:
• Watkandeandergoed?
• Watiseenechtekwaliteitvandiepersoon?
PREVIEWVERSIE
• Watvindjeleuk,prettigofpositiefaanzijngedrag?
Doeditbijmeerderemedestudenten.Gadoortotiedereenklaaris,enbijiedereen inelkgevaléénpositiefpuntisopgeschreven.
f. Gaweerzittenenmaakvoorjezelfdezinnenaf:
• Ikhebopgeschreven:(...)
• Ditlaatzienovermij:(...)
g. HelpelkaaromdeA4'tjesvanderugtehalen.Leeswelkefeedbackjehebtgekregen. EnnoteerdieopdejuisteplaatsinhetJohari-venster.
KeerdekartonnenA4'tjesomentekennuinderechterbovenhoekeentrapje.Help elkaarweermetopderugspelden.
h. Wandelweerdoorhetlokaal,enschrijfnuopelkaarsrugeenontwikkelpunt.Noteer tweewoorden:
• gedragdatjelastigvindt,of'voorverbeteringvatbaar',meteenpijltje-->naar
• welkgedragjijprettiger,ofbeter,zouvinden.
Bijvoorbeeld:
• vaaktelaat-->optijdkomen
• grappenmaken-->mijserieusnemen
• inderedenvallen-->latenuitspreken.
i. Gaweerzittenenmaakvoorjezelfdezinnenaf:
• Ikhebgenoteerd:(...)
• Ditzegtovermij:(...)
j. Helpelkaarmethetvanderughalenvandekartonnenenleesdefeedbackdieje kreeg.NeemdieweeroveropdejuisteplekinjeJohari-matrix.
k. DraaihetA4'tjemetdeJohari-matrixom.Noteeropdeachterkant:
• onderelkaardenamenvanjemedestudenten
• bovenaandezin:'Watikvanjouzouwillenleren...'
• enachterelkenaam,watbijjeopkomtomdiezinaftemaken.
l. Bespreekdeopdrachtnaindegroep.Datmagopeen'receptie-manier':jehoeft nietopjeplektezitten,maarkuntwandelenenpratenmetwiejewiltuitwisselen. Bespreekdaarbij:
• HoehebjedeinformatieinjeJohari-matrixgezet?
• Hebjenieuwedingenoverjezelfontdekt?
• Enoverjemedestudenten?
• Wiljeietsdelenvanwatjeschreefachterdevraag:'Ditzouikvanjouwillen leren'?
Terugblik
MetdezeopdrachtleerjenietalleenhetJohari-vensterbeterkennen,maarookelkaar enjezelf.JehebtjeJohari-vensternietalleenopgeschreven,maarookveranderd. Want:
• Doorfeedbacktegeven,hebjeietsvanjezelflatenzien.Hetonbekendegebiedis daardoorkleinergeworden.
• Doorfeedbackteontvangen,ontdektejemisschiendingendieanderenwelzien, maarjijzelf(nog)niet.Daardoorisdeblindevlekkleinergeworden.
• Doorietstedoendatjemisschienhelemaalnietgewendbent,hebje geëxperimenteerdennieuweervaringenopgedaan.Daardoorishetonbekende gebiedkleinergeworden.
Dooraldiedingensamen,isdeopenruimtetoegenomen.Datbetekentdatjejena dezeopdrachtmogelijkvrijergaatvoeleninindegroep.
9.4 Verdiepenencreëren
Opdracht1 360gradenfeedback
Bijdezeopdrachtvraagje360gradenfeedbackoverhoejijfeedbackgeeftenontvangt. Doedezeopdrachtindividueel.
a. Bedenkviermensenuitjeomgevingdieietskunnenzeggenoverhoejijfeedback geeftenontvangt.Hetmooistisalszevanuitverschillendehoekennaarjoukijken. Bijvoorbeeld:
• iemanddiejevannabijkent,zoalseenvriendofvriendin
• iemandwaarmeejewerkt,zoalseencollegaofeenmedestudent
• iemanddiejonger,ofminder'ver'isdanjij(zoalseencliëntofeenjonger familielid)
• iemanddieouder,of'verder'isdanjij(zoalseendocent,leidinggevendeof ouderfamilielid).
b. Maakeenlijstjevantienvragendiejeaandezemensenkuntstellenomte onderzoekenhoezijjouervarenbij:
• feedbackgeven
• feedbackontvangen.
Aandachtspunten:
• VerwerkdevierG'sinjevragen.
• Vraagnaarconcretevoorbeelden.
c. Schrijfdevragennetjesop,engeefzeaandepersonendiejehebtuitgekozen. Vraagofzijdevragenvoorjewillenbeantwoorden.Jekuntdevragenookmailen.
d. Verzamelde360gradenfeedbackenverwerkdieineenJohari-matrix.
e. Reflecteerophoejeditaanpakte:
• Welkepuntenherkendeje?
• Welkekwamenonverwachtsnaarvoren?
• Hoebenjedaarmeeomgegaan?
• Watlaatditzienoverjou?
f. Reflecteeropjouwvaardighedeninfeedbackgevenenontvangen:
• Welkekwaliteitenvanjoukwamennaarvoren?
• Welkeontwikkelpunten?
• Waarkomendievandaan/watligterachter?
• Hoekunjeerverderingroeien?
Opdracht1 Feedback-flaters
Bijdezeopdrachtmaakjeeenkortfilmpjeoverfeedbackgevenenontvangen. Doedeopdrachtmettweemedestudenten.
a. Feedbackgeveniseenkunstdienietiedereenindevingersheeft.
Bedenksameneensituatiewaarinhetgevenvanfeedbackhelemaalverkeerd wordtaangepakt:
• Inwelkecontextgebeurtdat?
• Wiezijnbetrokken?
• Watwordterpreciesgezegdengedaan?
Maakhetzohilarischmogelijk.
PREVIEWVERSIE
b. Speeldesituatienaenmaakeenopname.
c. Deeldeopnamemetjemedestudenten,bijvoorbeeldviasocialmedia.
Opdracht1 Welkefeedbackispopulair?
Bijdezeopdrachtdoejeonderzoeknaarfeedback. Doedezeopdrachtindividueel.
a. Leesdeverdiepinguithetthema.
b. Maakeenverslagoverhetkaderwetenschappelijkonderzoekuitdetheorie. Beantwoorddevrageninjeverslag:
1. Voorwieispositievefeedbackgeschikt?Waarom?
2. Voorwieisnegatievefeedbackgeschikt?Waarom?
3. Alsjijmenseninjouwomgevingzouvragenofzelieverpositieveofnegatieve feedbackontvangen,watdenkjedatdeuitkomstzouzijn?
4. Waaromdenkjedat?
c. Doeeenkleinonderzoeknaaraanleidingvanjeverwachting:
• Formuleervijfgoedevragenoverhetontvangenvanpositieveennegatieve feedback.
Tips:
• Letopdatjevragennietsuggestiefzijn.Bijvoorbeeld,niet:Vindjijookdat positievefeedbackfijnerisdannegatievefeedback?Wel:Hoevindjijhetom positievefeedbacktekrijgen?Hoevindjijhetomnegatievefeedbacktekrijgen?
• Twijfelje?Laatdevragenaanjedocentzien,voordatjezegebruikt.
d. Laattienmensenantwoordgevenopjevragen.Mailzedevragenofstelze mondeling.Doebijalletienhetzelfde!
e. Geefinjeverslagaan:
• hoedetienmensenjevragenhebbenbeantwoord
• hoeditpastbijdeinformatieuithetthema.
Opdracht1 Doelgroepen
Bijdezeopdrachtdenkjenaoverfeedbackbijverschillendedoelgroepen. Doedezeopdrachtindividueel.
PREVIEWVERSIE
a. Zoujefeedbackopdezelfdemaniergevenaaneenkindalsaaneenvolwassene? Zoniet:watzoujeandersdoen?
b. Hoezoujejefeedbackaanpassenalsjetemakenhadmetiemandmeteen verstandelijkebeperking?
c. Zoufeedbackeenanderebetekenishebbenvooriemandmeteen geheugenprobleem?
Zoja,opwelkemanier?
d. Zoufeedbackookcultuurgebondenzijn?
Zoja,watzoudencultuurverschillenkunnenzijn?
e. Kunjeanderedoelgroepenbedenkenwaarbijjemisschienopeenanderemanier metfeedbackzouomgaan?Hoezouhetdaaranderszijn?
9.5 Evaluerenenreflecteren
Opdracht1 Beoordeling
Vuldebeoordelingin.
1. Jepastdefeedbackregelstoe.
Jelegtuitwelkekenmerkenverbale,non-verbale,positieve, negatieveenconstructievefeedbackhebben.
2. JeoefentmetdeJohari-matrix. 3. Jeverzamelt360gradenfeedback. 4. Jeonderzoekthoemensenfeedbackervaren. 5.
PREVIEWVERSIE
Opdracht1
Indevingers
Bijdezeopdrachtevalueerjewatjehebtgeleerd.
Maakdeopdrachtindividueel.
a. TekendeomtrekvanjehandopeenA4'tje.
b. Schrijfindevingerswatjealindevingershebtophetgebiedvanfeedbackgeven enontvangen.
c. Schrijfindehandpalmwaarjenoggripopmoetkrijgen.
d. Noteerdrieacties(hoepakjeaanwaarjenoggripopmoetkrijgen?).
Opdracht1 Feedbackaanjezelf
Bijdezeopdrachtreflecteerjeopjeaanpakvanditthema. Maakdeopdrachtindividueel.
a. Kijkterugopwatjedeedbijdeopdrachtenvanditthema.Geefjezelffeedback aandehandvandevragen.Pasdaarbijtoewatjeinhetthemaleerde,zoals:
• devierG's
• defeedbackregels
• deinformatieoverconstructievefeedback.
b. Overwelkeactiesvanjezelfbenjetevreden?Vertaalditnaarpositievefeedback aanjezelf.
c. Overwelkeactiesbenjemindertevreden?Vertaalditnaarconstructievefeedback aanjezelf.
d. Welkefeedbackkreegjevanmedestudenten?
e. Hoebenjedaarmeeomgegaan?
f. Hoepastdatbijwatjeleerdeoverhetontvangenvanfeedback?
PREVIEWVERSIE
g. Vanwelkeopdrachthebjehetmeestgeleerd?
h. Watleertdatjouoverhoejijhetmeestleert?
i. Formuleervoorjezelféénconcreetontwikkeldoelophetgebiedvanfeedback gevenenontvangen.
PREVIEWVERSIE
INDEX
O objectieve/subjectieve75