Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets van deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opname of enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h
Auteurswet dient men de daarvoor wettelijke verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl).
All Rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, recording or otherwise without prior written permission of the publisher.
Ontwerp omslag & binnenwerk: René van der Vooren, Amsterdam
2 Hoe gebruikt een schrijver herhaling en overdrijving in zijn tekst?
3 Tekst — De terugkeer van het lichaamshaar Fictie
4 Hoe herken je fictie?
5 Hoe herken je genres?
Luister- en kijkvaardigheid
6 Hoe luister en kijk je naar informatieve programma’s?
7 Hoe luister en kijk je naar uitleg en instructies?
8 Hoe luister en kijk je naar nieuwsberichten?
Spreek- en gespreksvaardigheid
9 Hoe werk je samen?
10 Hoe maak je een ander duidelijk waarom jij iets vindt of doet?
Schrijfvaardigheid
11 Hoe schrijf je een informeel bericht?
12 Hoe schrijf je een formeel bericht?
13 Hoe schrijf je verschillende werkwoordsvormen?
Leesvaardigheid
14 Hoe weet je wat een schrijver wil met een tekst?
15 Hoe herken je een verband in een tekst?
16 Tekst — ‘Een vrouw bij de mariniers leidt alleen maar af ’
Fictie
17 Hoe herken je personages?
18 Hoe zorgt de omgeving voor sfeer en spanning?
Luister- en kijkvaardigheid
19 Hoe herken je meningen en feiten in een televisieprogramma?
20 Hoe kijk en luister je naar discussieprogramma’s
21 Hoe kijk en luister je naar een toespraak?
Spreek- en gespreksvaardigheid
22 Hoe geef je je mening in een overleg?
23 Hoe gebruik je lichaamstaal in een gesprek?
Schrijfvaardigheid
24 Hoe maak je aantekeningen bij instructies?
25 Hoe schrijf je een verslag?
26 Hoe weet je of je woorden aan elkaar of los schrijft?
Leesvaardigheid
27 Hoe herken je het doel van een alinea?
28 Hoe gebruikt een schrijver woordspeling en beeldspraak?
29 Tekst — Bloeddorstige bedgenoten Fictie
30 Hoe kan de plot een verhaal spannend maken?
31 Hoe herken je realistische en niet-realistische fictie?
Luister- en kijkvaardigheid
32 Hoe kijk je globaal naar programma’s?
33 Hoe herken je tv-programma’s die je willen overhalen iets te doen?
34 Hoe herken je reclame in filmpjes of tv-programma’s?
Spreek- en gespreksvaardigheid
35 Hoe voer je op een goede manier een overleg of discussie?
36 Hoe heb je een goed begeleidingsgesprek?
Schrijfvaardigheid
37 Hoe schrijf je een advertentie?
38 Hoe schrijf je een informatieve tekst?
39 Hoe schrijf je verschillende werkwoordsvormen?
Leesvaardigheid
40 Hoe herken je de informatie voor een samenvatting?
41 Hoe schrijf je een goede samenvatting?
42 Tekst — De kwispelende kantoorgenoot
Fictie
43 Hoe herken je de stijl van een schrijver?
44 Hoe beoordeel je een verhaal?
Luister- en kijkvaardigheid
45 Hoe kijk je zoekend naar programma’s?
46 Hoe herken je programma’s die op je gevoel inspelen?
47 Hoe kijk en luister je naar documentaires?
Spreek- en gespreksvaardigheid
48 Hoe maak je aantekeningen bij een uitleg?
49 Hoe gebruik je lichaamstaal in een presentatie?
Schrijfvaardigheid
50 Hoe schrijf je een verhaal?
51 Hoe gebruik je de spellingscontrole?
52 Hoe schrijf je meervoudsvormen?
Leesvaardigheid
53 Hoe vind je de betekenis van moeilijke woorden?
54 Hoe gebruikt een schrijver retorische vragen en ironie?
55 Tekst — ‘Een plastic stukje paradijs op aarde’
Fictie
56 Hoe wordt vorm gebruikt in gedichten?
57 Hoe vind je de betekenis van een gedicht?
Luister- en kijkvaardigheid
58 Hoe kijk je nauwkeurig naar programma’s?
59 Hoe herken je programma’s die je willen amuseren?
60 Hoe kijk je naar series en films?
Spreek- en gespreksvaardigheid
61 Hoe bereik je als spreker je doel?
62 Hoe heb je een gesprek met je mentor?
Schrijfvaardigheid
63 Hoe vat je informatie voor een werkstuk samen?
64 Hoe orden je informatie voor een werkstuk?
65 Hoe schrijf je een werkstuk?
Leesvaardigheid
66 Hoe lees je moeilijke teksten?
67 Hoe maak je een samenvattingsopdracht?
68 Tekst — Augmented reality: wat kun je er allemaal mee?
Fictie
69 Hoe kan een schrijver het verhaal versnellen en vertragen?
70 Hoe zorgen sprongen in de tijd voor spanning?
Luister- en kijkvaardigheid
71 Hoe bepaal je welke kijk- en luisterstrategie je gebruikt?
72 Hoe herken je de belangrijkste informatie in een programma?
73 Hoe herken je wat de opbouw is van een programma?
Spreek- en gespreksvaardigheid
74 Hoe beschrijf je je gevoelens in een gesprek?
75 Hoe heb je een goed gesprek over een voorval op school?
Schrijfvaardigheid
76 Hoe werk je met een schrijfplan?
77 Hoe bouw je een tekst op?
78 Hoe werk je een tekst uit?
Hoe lees je een tekst?
doel
Je leert welke leesstrategieën er zijn en hoe je ze gebruikt.
Bekijk de teksten in deze les.
Welk gezamenlijk onderwerp hebben de teksten?
Moest je de hele tekst lezen om het antwoord op vraag 1 te vinden? Leg je antwoord uit.
Lees nu de uitleg in het vak belangrijk.
Bekijk de tekst ‘Meisjes willen niks missen’.
Noem twee voorbeelden waaruit blijkt dat meisjes vaker verslaafd zijn.
Meisjes willen niks missen
Hoe kijken jongeren tegen hun gebruik van sociale media aan? Het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) deed onderzoek onder ruim 4000 jongeren.
Meisjes zeggen veel vaker verslaafd te zijn dan jongens: 14 procent van de meisjes besteedt meer dan 5 uur per dag aan sociale media tegen 6 procent van de jongens. Van de meisjes is 29 procent en van de jongens 22 procent bang om iets te missen op het moment dat ze niet op sociale media zitten. Meisjes krijgen ook vaker een positief gevoel als ze geliket, geretweet of geshared worden: 66 procent tegen 45 procent van de jongens.
Hoe kan het dat meisjes zichzelf vaker verslaafd noemen dan jongens? ‘Ze gebruiken sociale media anders,’ zegt Peter Kerkhof, hoogleraar sociale media aan de VU. ‘Dat kán een verklaring zijn. Meisjes gebruiken sociale media om contact te onderhouden met vriendinnen. Jongens als entertainment, YouTube-filmpjes kijken. Dat leidt je minder af dan wanneer er steeds nieuwe berichten binnenkomen.’
belangrijk
Leesstrategieën
Hoe je een tekst gaat lezen, noem je een leesstrategie. Welke leesstrategie je kiest, hangt af van het doel waarmee je een tekst leest.
U Globaal lezen
x Je leest globaal als je snel wilt weten waar een tekst over gaat en om te zien of deze interessant is.
x Lees de titel, inleiding en tussenkopjes van een tekst.
x Bekijk de afbeeldingen en lees de eerste en laatste zin van elke alinea.
x Bedenk wat je al weet over het onderwerp en waar het over zou kunnen gaan.
U Zoekend lezen
x Je leest zoekend als je meer wilt weten over een onderwerp of het antwoord op een vraag zoekt.
x Voordat je gaat zoeken bedenk je goede trefwoorden (= zoekwoorden). Dit kunnen één of meerdere woorden zijn.
x Bekijk eerst de inhoudsopgave, titel, tussenkopjes en afbeeldingen om het juiste onderwerp te vinden
U Nauwkeurig lezen
x Je leest een tekst nauwkeurig als je informatie nodig hebt om iets uit te voeren (een handleiding) of als je een samenvatting moet maken.
x Je leest de hele tekst van begin tot eind en je probeert alles wat je leest te begrijpen.
x Let goed op signaalwoorden. Die geven je een seintje over verbanden in de tekst.
Welke leesstrategie gebruikte je om het antwoord op vraag 4 te vinden? Leg uit waarom.
Waarop moet je letten als je een tekst nauwkeurig leest?
Waarom gebruiken jongeren sociale media?
Noem drie redenen die staan in de tekst ‘Meisjes willen niks missen’.
Lees de tekst ‘Brein uit balans’. Wat is GABA en wat is Glx?
Tot welke lichamelijke gevolgen kan een verslaving leiden?
Welke verschillen zijn er tussen verslaafde en nietverslaafde jongeren? Noteer er drie.
Welke leesstrategieën gebruikte je om de antwoorden op vraag 8, 9 en 10 te vinden? Leg uit waarom.
Je wilt iemand de belangrijkste punten uit beide teksten vertellen. Wat vertel je?
woorden les 1
x de verslaving ergens niet meer zonder kunnen
x de verklaring zeggen hoe het komt of wat de reden is
x het entertainment vermaak
x ondergaan doorstaan
x specifiek kenmerkend
x uit balans zijn uit evenwicht zijn
x de verhouding onderling verband
Brein uit balans
Onderzoekers verzamelden negentien jongeren die verslaafd zeiden te zijn aan sociale media en negentien jongeren die zelf zeiden niet verslaafd te zijn. De jongeren vulden een vragenlijst in en kregen een lichamelijk onderzoek. De uitkomsten waren opvallend. De jongeren die verslaafd waren aan sociale media, voelden zich vaker depressief en angstig en hadden slaapproblemen.
MRS
Alle jongeren ondergingen een MRS. Dit is een soort MRI-scan, een lichamelijk onderzoek waarbij de chemische samenstelling van het brein wordt vastgesteld. In dit geval werd er specifiek gekeken naar twee chemische stofjes: GABA (een stofje dat hersensignalen afremt of vertraagt) en Glx (een stofje dat de communicatie tussen zenuwcellen in de hersenen juist kan bevorderen).
GABA en Glx
Uit het onderzoek blijkt dat er verschillen zijn in de verhouding tussen GABA en Glx bij verslaafde en gezonde jongeren. Jongeren die verslaafd waren aan sociale media hadden in vergelijking met de niet-verslaafden meer GABA en minder Glx in een specifiek gebied van de hersenen. Hun hersenen zijn kort gezegd uit balans.
doel bereikt?
x Ik weet welke leesstrategieën er zijn en wanneer ik ze gebruik. r
x Ik kan na het kiezen van een leesstrategie vragen over een tekst beantwoorden. t1
x Ik kan uitleggen waarom ik voor een bepaalde leesstrategie heb gekozen. t2
x Ik kan zelf een korte samenvatting van een tekst geven. i
Hoe gebruikt een schrijver herhaling en overdrijving in zijn tekst?
doel
Je leert wat herhaling en overdrijving is en hoe een schrijver die kan gebruiken.
Welke van elke twee zinnen vind je sterker klinken?
Noteer de letters.
A Ik voel me onder druk gezet.
B Ik voel de hete adem in mijn nek.
C Ik ben moe.
D Ik kan niet meer.
E Wil je daar nu mee stoppen?
F Wil je daar nu echt, echt mee stoppen?
Lees nu de uitleg in het vak belangrijk .
belangrijk
Herhaling en overdrijving
Een schrijver wijkt in zijn tekst soms bewust af van zijn normale taalgebruik om een bepaald effect te bereiken. Bijvoorbeeld met herhaling en overdrijving.
U Herhaling
Door één of twee woorden of zelfs een hele zin nog een keer te zeggen, legt de schrijver de nadruk op die woorden.
Ik ben het zat, helemaal zat.
Kijken, kijken, niet kopen.
Bla bla bla.
U Overdrijving
Door te overdrijven maakt een schrijver iets groter, beter of erger dan het is. Vaak wordt een overdrijving gebruikt om humoristisch te zijn.
Ik sterf van de honger.
De regen viel met bakken uit de lucht.
Je bent zo gierig dat je zelfs in de 1-euroshop in termijnen betaalt.
Kijk naar de cartoon. Waarom is het overdrijving wat de jongen zegt?
Lees de volgende teksten. Noteer of het om herhaling of overdrijving gaat.
Ik heb je lief zoals je soms als een gouden zomerdag bent, nee nee nee, ik heb je lief zoals je bent naar: k. schippers, ja
Voor de zoetste verleidingen ga je naar De Chocoladefontein
Mijn nieuwe schoenen zijn zo groot, de hele wereld past eronder hans en monique hagen, grote schoenen
De zee, de Zee klotst voort in eindeloze deining willem kloos, verzen
Wat gebruiken schrijvers vaak om grappig te zijn, herhaling of overdrijving?
Daar sta ik weer een vaatwasser uit te ruimen die eruitziet alsof er een brontosaurus in heeft gebraakt. Dat betekent dat een van mijn kinderen hem heeft ingeruimd. Dat gaat zo: eerst maken ze ruzie over wie het moet doen. (‘Ja, maar ik heb de tafel al gedekt’ en: ‘Ik heb afgeruimd’ of: ‘Ja, maar ik heb gisteren de kattenbak verschoond’ of: ‘Ja maar ik heb vorige week …’ etc.). Na een tijdje doe ik het meestal zelf maar. Soms zet ik door en dwing ze de vaatwasser in te ruimen. Dan smijten ze de hele boel er schots en scheef in, met alle vellen en botten en gestolde jus en spinaziebladeren er nog aan. En dan kan ík het opnieuw doen.
Lees de tekst hierboven. In welke zin herhaalt de schrijfster?
A ‘Na een tijdje doe ik het meestal zelf maar.’
B ‘Ja, maar ik … heb vorige week...’ etc.
C ‘En dan kan ík het opnieuw doen.’
In welke twee zinnen overdrijft de schrijfster?
woorden les 2
x het assortiment gevarieerd aanbod van producten
x de thermostaat schakelaar waarmee je de temperatuur kunt instellen
x stollen het vast worden van vloeistoffen of vetten
x de verleiding — aantrekkingskracht
x ongelimiteerd onbeperkt
x schots en scheef niet recht, door elkaar
Waarom gebruikt de schrijfster herhaling en overdrijving in deze tekst? Er zijn meer antwoorden goed.
A Om de lezer te amuseren met een grappige tekst.
B Om de lezer te informeren hoe het bij haar thuis gaat.
C Om de lezer te overtuigen geen vaatwasser te kopen.
D Om de lezer duidelijk te maken dat ze baalt van het gedrag van de kinderen.
Lees de twee teksten over de Cadeaukaart. Welke van de twee teksten vind jij het sterkst? Leg uit waarom.
Wil je iemand verrassen? Schenk de Cadeaukaart.
Daarmee kiest de ontvanger in Nederland of België zelf zijn cadeau uit het assortiment.
Wil je iemand echt, echt verrassen? Schenk de Cadeaukaart. Met de Cadeaukaart kiest de ontvanger zelf het perfecte cadeau uit het grootste assortiment van Nederland en België.
Schrijf de volgende tekst opnieuw en gebruik daarin overdrijving en herhaling.
De Sprinter is een fotoprinter met een klein formaat.
Daardoor past hij in je broekzak en kun je hem overal mee naar toe nemen.
doel bereikt?
x Ik weet dat een tekst sterker wordt door woorden of zinnen te herhalen of door te overdrijven. r
x Ik kan herhaling of overdrijving in een tekst herkennen. t1
x Ik kan uitleggen waarom een schrijver herhaling of overdrijving gebruikt. t2
x Ik kan zelf herhaling en overdrijving gebruiken in een korte tekst. i
Tekst — De terugkeer van het lichaamshaar
doel
Je oefent met het beantwoorden van vragen over een tekst.
Lees de tekst eerst globaal. Waar gaat de tekst over?
Lees de tekst zoekend en zoek de antwoorden op de volgende vragen:
a Hoeveel procent van de Amerikaanse vrouwen heeft zich wel eens onthaard?
b Hoeveel procent van de jonge mannen vindt dat hij zich eigenlijk moet ontharen?
c Vanaf ongeveer wanneer kwam ontharen in de mode?
d Waardoor raakte het ontharen in de mode?
Na het lezen van alinea 1 en 2 weet je waar het artikel over gaat. Op welke manier wordt dit duidelijk?
A Er wordt een samenvatting van de rest van de tekst gegeven.
B Er wordt een korte geschiedenis van het onderwerp gegeven.
C Er wordt een voorbeeld bij het onderwerp van de tekst uitgewerkt.
D Er wordt een voorspelling gegeven.
In alinea 3 staat de zin: ‘Sterren als Madonna en Beyoncé kregen het zwaar te verduren …’ Wat zou er in de plaats van ‘kregen het zwaar te verduren’ kunnen staan?
A moesten beleefd blijven
B hadden het moeilijk
C moesten oppassen
D kregen veel complimenten
woorden les 3 x het commentaar
ergens op inspelen
onbevlekt
Schrijf de woorden van de les in je schrift en probeer de betekenis uit de tekst te achterhalen. Lukt het niet? Gebruik dan een (online) woordenboek.
De alinea’s 4 en 5 horen bij elkaar. Welk verband is er tussen deze alinea’s?
A Alinea 5 geeft een samenvatting van de inhoud van alinea 4.
B Alinea 5 geeft een tegenstelling bij alinea 4.
C Alinea 5 geeft een voorbeeld bij alinea 4.
D Alinea 5 geeft een conclusie bij alinea 4
Met welke bedoeling heeft de schrijver deze tekst geschreven?
A De schrijver wil informatie geven over ontharen.
B De schrijver wil mannen overhalen ook te ontharen.
C De schrijver wil de lezer duidelijk maken dat lichaamshaar normaal is.
D De schrijver wil kritiek geven op vrouwen die lichaamshaar hebben.
Vind je het gewoon dat vrouwen hun lichaamshaar scheren? En mannen? Leg uit waarom wel of waarom niet.
doel bereikt?
x Ik weet op welke manieren ik een tekst kan lezen en wat ik moet doen om een tekst goed te begrijpen. r
x Ik kan informatie en onderdelen in een tekst herkennen en bepalen wat het tekstdoel is. t1
x Ik kan informatie uit een tekst toelichten en de bedoeling van een tekst(gedeelte) uitleggen. t2
x Ik kan zelf de hoofdgedachte van een tekst weergeven. i
De terugkeer van het lichaamshaar
[ 1 ] Laten we zeggen dat het gemiddelde meisje een jaar of 11 is als ze voor het eerst haar benen scheert. Stiekem, met het scheermesje van haar moeder. Ze is een beetje zenuwachtig, bang om betrapt te worden, maar vooral: trots. Ze scheert haar benen! Ze voelt zich een echte vrouw.
[ 2 ] Het is vaak het begin van een levenslange obsessie om te ontharen. Oksels, benen, alles moet glad. Tijdens de dansles lacht ze om het meisje bij wie haar onder het balletpakje vandaan komt en op het strand moet ze haast overgeven als ze vrouwen met okselhaar ziet.
[ 3 ] En met haar vele anderen. Sterren als Madonna en Beyoncé kregen het zwaar te verduren toen ze zich met haar onder de oksels lieten zien. Het commentaar in roddelbladen en modetijdschriften was: harige vrouwen lijken op mannen, zijn vies en geven niks om hun uiterlijk. Lichaamshaar bij vrouwen roept walging op.
[ 4 ] De Amerikaanse vrouw gaf tot een paar jaar geleden in haar leven nog gemiddeld 10 duizend dollar uit aan ontharingsmiddelen. En 99 procent van de Amerikaanse vrouwen heeft in haar leven wel eens onthaard. Maar dit verandert, blijkt uit onderzoek. Want waar in 2013 95 procent van de 16- tot 24-jarige vrouwen haar oksels onthaarde, was dit in 2016 nog maar 77 procent. Ook het ontharen van de benen wordt minder gebruikelijk.
[ 5 ] Waar vrouwen hun lichaam steeds minder scheren, doen mannen dat juist meer. Scheermessenfabrikant Gillette heeft zelfs speciale mannenscheermessen ontwikkeld, niet bedoeld voor het gezicht, maar voor de rug, borst, oksels en benen. Vooral jonge mannen scheren hun lijf: 58 procent van de mannen tussen de 16 en 24 zegt druk te voelen zich te ontharen, tegenover 22 procent van de mannen boven 65 jaar.
[ 6 ] Ontharen was niet altijd in de mode. Tot in de jaren twintig van de vorige eeuw werd er nauwelijks onthaard. Het lichaamshaar zat verstopt onder lagen kleding. Maar toen kwamen kortere en blotere jurken in de mode en werden armen en benen zichtbaar. Bedrijven speelden hierop in. In 1915 kwam Gillette met het eerste scheermes speciaal voor vrouwen. Niet veel later verscheen in een modetijdschrift in Amerika een advertentie met de tekst: ‘Als een vrouw zich niet wil schamen, hoort ze onbevlekte oksels te hebben.’ De reclame sloeg aan en vanaf die tijd werd ontharen bij vrouwen gewoon.
[ 7 ] Tot nu dan. Het vrouwelijk lichaamshaar is aan een terugkeer begonnen. Wie cool wil zijn op sociale media, laat zijn okselhaar gewoon staan. Zoals Arvida Byström, een Zweedse fotograaf met 170 duizend volgers. Op de selfies die zij op sociale media plaatst, zien we niet alleen haar gezicht, maar ook haar behaarde oksels. En de Amerikaanse fotograaf Ashley Armitage deelt mooie foto’s van jonge vrouwen met lichaamshaar. Beharing wordt afgebeeld als iets wat sexy en stoer is, maar vooral: normaal.
[ 8 ] Nina Balk (25), schrijver, fotograaf en model is sinds een jaar gestopt met scheren. ‘Ik vond het mooi staan bij anderen, en dacht: waarom scheer ik me eigenlijk nog? Bij mannen is okselhaar de normaalste zaak van de wereld. Waarom niet bij ons?’
[ 9 ] Ook Luca Bruls (23) onthaart zich niet. Toch merkt ze dat ze zelf ook vooroordelen heeft over lichaamshaar: ‘Haar op de benen van vrouwen vind ik lelijk, al heb ik het nu zelf ook. Het ziet er grof en wild uit, en ik vind het vies, terwijl ik dat totaal niet heb bij mannen.’ Soms is Luca zich heel bewust van haar lichaamshaar: ‘Dan kijken mensen er heel lang naar of maken ze er een opmerking over. Toch laat ik het staan, wat voelt als een overwinning. Ik kan lichaamshaar hebben en nog steeds mooi zijn.’
Hoe herken je fictie?
doel
Je leert wat fictie en non-fictie is en hoe je het kunt herkennen.
Stel je voor: een vriend ziet op een druk station dat een meisje aan jouw rugzak friemelt. Zij voelt zich betrapt en gaat er vandoor. Als je vriend later over het voorval aan jullie klasgenoten vertelt, merk je dat hij nogal overdrijft. Hij heeft het over ‘een roofoverval verijdeld’ en ‘de achtervolging’.
Wat vind jij: doet je vriend verslag van de gebeurtenis, of is het een verhaal geworden?
Lees nu de uitleg in het vak belangrijk .
belangrijk
Fictie en non-fictie
x Fictie is een verzonnen verhaal of tekst. Het doel van fictie is om je te amuseren. Voorbeelden zijn: leesboeken, strips, songteksten, gedichten, reclame en films.
x Verslagen of teksten die gebaseerd zijn op feiten, noem je non-fictie. Het doel van non-fictie is om je te informeren. Voorbeelden zijn: leerboeken, kranten, fotoboeken, nieuwsberichten, documentaires en naslagwerken.
Zo herken je fictie:
x Bij fictie gaat het vooral om de beleving.
De verteller bouwt zijn verhaal op. Hij zorgt ervoor dat het tot het eind boeiend blijft.
x Bij non-fictie gaat het niet om de beleving maar om overzichtelijk informatie te geven.
De verteller gebruikt daar feiten voor.
Noem de twee belangrijkste kenmerken van fictie.
Welke van onderstaande voorbeelden zijn fictie?
A een aflevering van een soapserie
B het journaal
C reclame in een tijdschrift
D de game Star Wars
E de gebruiksaanwijzing bij de game Star Wars
F een verslag over een vluchtelingenkamp op Lesbos
G De gelukvinder, een boek van Edward van de Vendel
Veel bedrijven gebruiken fictie in reclamefilmpjes. Bijvoorbeeld: in een reclame voor een bekend frisdrankmerk strijden een broer en zus tegen elkaar om de knappe zwembadschoonmaker een flesje ijskoude cola aan te bieden. Maar tot hun verbazing is iemand anders hen voor: hun moeder.
Wat is het belangrijkste doel van het reclamefilmpje?
Kies uit: informeren / overhalen / amuseren / leren
Waarom denk je dat makers van reclamefilmpjes vaak gebruikmaken van fictie?
Welk reclamefilmpje heb jij zelf weleens gezien waarin gebruik wordt gemaakt van fictie?
Een vlogger post iedere dag twee video’s op YouTube over zijn dagelijkse leven. Hij heeft meer dan 1,7 miljoen abonnees. Vind jij zijn vlog fictie of non-fictie? Leg uit waarom.
Fragment Livestream
En dan gebeurt er iets wat het verloop van de komende twintig uur zal bepalen. Het wordt donker in de metro. En dat niet alleen, ook de motor valt uit. En de airco. Pas door de afwezigheid van het gezoem, valt het me op. Stilte. We glijden over de rails. Lampen flikkeren en we worden gehuld in een groenig noodlicht. Geruisloos en zonder te remmen, komen we tot stilstand. Ik zit nog steeds in mijn niks-aan-de-hand-modus, en knik geruststellend naar niemand in het bijzonder alsof ik wil zeggen: ja mensen, dit gebeurt nu eenmaal wel eens in de metro van New York, maar de andere passagiers kijken juist verwonderd om zich heen. Gek genoeg houdt de Aziatische vrouw nog steeds haar telefoon voor zich uit: de selfie is vast een video. Het meisje naast me is rechtop gaan zitten. Op het scherm van haar iPad staat een lijst met namen. Ik kan alleen de bovenste twee lezen: GALDER en HATTEMERBROEK. Ze komen me bekend voor. Wanneer ik me nog wat verder draai, kijk ik recht in haar gezicht.
Lees het fragment uit Livestream. Welke gebeurtenissen uit het fragment zouden non-fictie kunnen zijn?
Leg uit waarom het fragment fictie is.
woorden les 4
x verijdelen ervoor zorgen dat iets mislukt
x mijden uit de weg gaan, niet willen ontmoeten
x de modus hoe je iets doet of hoe iets gebeurt
x baseren op uitgaan van
x mechaniseren ervoor zorgen dat machines het werk doen
x ontrafelen ontwarren, ophelderen
In de game Horizon Zero Dawn bekijkt de speler de wereld door de ogen van Aloy die sinds haar geboorte gemeden wordt door haar stam. Aloy probeert de geheimen uit haar verleden te ontrafelen. Tegelijkertijd moet ze het opnemen tegen gemechaniseerde wezens en oorlogvoerende stammen in een prachtige sprookjesachtige wereld. Leg uit waarom de game fictie is.
Hieronder zie je twee foto’s. Kies een foto en bedenk zelf een verhaal wat hierbij hoort. Schrijf een verhaal van maximaal tien regels met als doel om te amuseren.
doel bereikt?
x Ik weet wat fictie en wat non-fictie is en hoe je het kunt herkennen. r
x Ik kan herkennen of iets fictie of non-fictie is in gegeven voorbeelden. t1
x Ik kan uitleggen waarom iets fictie of non-fictie is. t2
x Ik kan zelf een verhaal vertellen met als doel om te amuseren. i
Hoe herken je genres?
doel
Je leert wat genres zijn en hoe je ze kunt herkennen.
Waarover gaat de film
De Storm, denk je?
Wat voor soort film zou het kunnen zijn?
Leg uit waarom je dat denkt.
Lees nu de uitleg in het vak belangrijk
Lees het fragment uit Joe Speedboot. Bij welk genre hoort deze tekst?
Fragment Joe Speedboot
Fransje, de verteller van het verhaal in Joe Speedboot, is na een ongeluk zwaar gehandicapt. Zijn saaie wereld verandert in de puberteit totaal door twee nieuwkomers in het dorp: Joe Speedboot, lefgozer en bommenlegger, en de knappe PJ.
Ik kwam maar moeizaam vooruit op het platgetrapte gras, de kermis was vermoedelijk de enige gelegenheid waarvoor ik de vaste ondergrond van asfalt en klinkers verliet. Ik wilde ongezien zijn. Ik was opeens woedend dat ik niet rechtop leefde maar alleen onvolgroeid en sprakeloos naar haar kon opkijken. Ik moest mezelf verbieden te denken aan wat er uit mij gegroeid zou zijn… op welke hoogte ik haar in de ogen had gekeken, welke woorden ik had gebruikt om haar aan het lachen te maken, zoals Joe haar liet lachen, zoals die achterlijke schrijver haar liet lachen.
belangrijk
Genre
Met genre wordt het ‘soort’ verhaal bedoeld: avontuur, griezel, psychologisch, sciencefiction, detective, romantisch, enzovoort.
Genres kunnen op verschillende manieren vorm krijgen, bijvoorbeeld als roman, film of stripboek.
Zo herken je een genre:
De verhalen binnen een genre hebben dezelfde kenmerken:
x In een detective wordt een misdaad opgelost.
x In een griezelverhaal gebeuren enge dingen met vaak vreemde wezens.
x In een psychologisch verhaal ligt de nadruk op het innerlijk van de personages: het gaat over wat zij voelen, denken en doormaken.
x In sciencefiction hebben natuurwetenschappen en techniek een grote rol. De verhalen spelen zich vaak in de toekomst of in de ruimte af.
In een verhaal kunnen de genres elkaar overlappen. Het innerlijk van de hoofdpersoon kan bijvoorbeeld zorgen voor extra spanning.
woorden les 5
x het innerlijk binnenste van een mens, zijn gedachten en gevoelens
x de creatie iets wat iemand gemaakt heeft
x moeizaam wat veel inspanning kost
x macaber griezelig
x wraakzuchtig op zoek zijn naar wraak
(2008)
Lees onderstaande flaptekst van Allemaal willen we de hemel van Els Beertens.
Welke genres overlappen elkaar in deze roman?
Leg je antwoord uit.
Flaptekst Allemaal willen we de hemel
Jef droomt ervan om een held te worden, liefst samen met zijn beste vriend Ward. Voor zijn zus Renée hoeft dat heldendom niet zo nodig. Zij heeft genoeg aan Ward, zijn hemelse saxofoonspel, en zijn fluwelen blik. Maar het is 1943. Midden in de oorlog. Aan het oostfront wordt een bikkelharde strijd gevoerd tegen de Russen. De Duitsers lijden er grote verliezen en hebben dringend dappere jongemannen nodig om hen bij te staan. Voor de jongens een gedroomde kans om held te worden. Voor volk en vaderland. Voor een betere wereld. Ward vertrekt liever vandaag dan morgen. Maar zo denkt lang niet iedereen erover. Een aangrijpend verhaal over oorlog in tijden van liefde, en over de verwoestende keuzes waarvoor een oorlog mensen stelt.
Lees de omschrijving van de televisieserie Before we die hieronder. In het verhaal overlappen verschillende genres elkaar.
Welke genres herken je? Schrijf ze op.
In Before we die is Hanna Svensson een agent met hoge morele principes. Ze heeft twee jaar geleden haar zoon Christian voor dealen gearresteerd. Als hij zijn straf heeft uitgezeten, wil hij niets meer met zijn moeder te maken hebben. Christian begint een verhouding met de dochter van een familie die deel uitmaakt van een criminele organisatie. Als haar collega (en geliefde) Sven vermist raakt, komt Hanna erachter dat hij een undercover-onderzoek leidde naar die familie.
Frankenstein
Klassiek monsterverhaal geschreven in 1817 door de toen achttienjarige Mary Shelley. In 1831 werd het onder haar naam gepubliceerd. Victor Frankenstein maakt een lichaam uit materiaal van lijken en slaagt erin om het tot leven te brengen. Maar zijn creatie blijkt een monsterachtig wraakzuchtig wezen te zijn.
Deze macabere roman in brievenvorm is een voorloper van de sciencefiction.
Lees de recensie over Frankenstein hierboven. Welke kenmerken van een griezelverhaal herken je?
Noem twee kenmerken van sciencefiction.
Waarom wordt Frankenstein een voorloper van sciencefiction genoemd?
Bedenk zelf nog een voorbeeld van een verhaal (boek, film, game of serie) dat bij het genre sciencefiction hoort.
Van welk soort genre houd jij zelf? Leg uit waarom.
doel bereikt?
x Ik weet wat genres zijn, en wat de kenmerken van de verschillende genres zijn. r
x Ik kan in een verhaal het genre herkennen. t1
x Ik kan uitleggen waarom een verhaal bij een bepaald soort genre hoort. t2
x Ik kan zelf een voorbeeld bedenken van een verhaal dat bij een bepaald genre hoort. i
Hoe luister en kijk je naar informatieve programma’s?
doel
Je leert hoe je effectief naar informatie kijkt en luistert.
Welke programma’s op televisie kijk jij?
A amusementsprogramma’s
B sportprogramma’s
C documentaires
D films
E series
F actualiteitenprogramma’s
G anders, namelijk
Van welke programma’s van vraag 1 kun je wat leren, denk je?
Lees nu de uitleg in het vak belangrijk
Welke kenmerken passen bij een informatief programma? Je kunt meerdere antwoorden kiezen.
Het programma:
A maakt je aan het lachen;
B is spannend;
C is neutraal;
D leert je iets;
E houdt je op de hoogte van het nieuws;
F geeft informatie over een bepaald onderwerp.
Noem drie voorbeelden van informatieve programma’s.
belangrijk
Luisteren en kijken naar informatieve programma’s Programma’s of films op tv of internet hebben verschillende doelen:
x Informatie geven
x Amuseren
x Instructie of uitleg geven
x Overtuigen of overhalen
x Gevoelens oproepen of uitdrukken
In deze les gaat het over informatieve programma’s.
U Voorbeelden van informatieve programma’s
x Journaal
x Documentaires
x Actualiteitenprogramma’s
x Filmpjes op SchoolTV
Ook onderdelen of items van een programma (bijvoorbeeld een talkshow) kunnen als doel hebben om te informeren.
U Kenmerken van informatieve programma’s Je kunt informatieve programma’s herkennen aan de volgende kenmerken:
x De presentatie is neutraal en zakelijk.
x Een onderwerp wordt van meerdere kanten belicht.
x Je kunt iets leren van het programma.
U Waar let je op als je kijkt naar een informatief programma?
x Luister en kijk goed en precies.
x Houd je aandacht bij het onderwerp en dwaal niet af.
x Bedenk of je snapt wat er verteld wordt.
Bekijk het filmpje dat bij deze les hoort en maak de bijbehorende opdrachten.
Welk onderwerp vind jij geschikt om van meerdere kanten te belichten? Leg uit.
Kies uit:
x vegetarisch eten
x het gebruik van make-up
x planten verzorgen
Waarom heb je soms een piep in je oor?
Zoek op internet een filmpje dat hierover informatie geeft en beantwoord de vraag.
Vond je de informatie uit het filmpje dat je hebt gevonden bij vraag 8 duidelijk? Leg uit waarom.
woorden les 6
x de talkshow televisieprogramma waarin met gasten over allerlei onderwerpen wordt gesproken
x neutraal onpartijdig
x het item (programma)punt
x de educatie opvoeding, vorming
x de actualiteit het onderwerp van de dag
x voorlichten informatie geven over een onderwerp
doel bereikt?
x Ik weet wat voor soort informatieve programma’s er zijn. r
x Ik kan kenmerken van informatieve programma’s herkennen en vragen over de inhoud van een informatief programma beantwoorden. t1
x Ik kan uitleggen waaraan ik informatieve programma’s herken en beoordelen of de informatie in het programma duidelijk is. t2
x Ik kan uit een informatief programma die informatie halen die ik nodig heb. i
Hoe luister en kijk je naar uitleg en instructies?
doel
Je leert hoe je effectief naar uitleg en instructies kijkt en luistert.
Welke van de volgende televisieprogramma’s of internetfilmpjes kijk jij weleens?
Programma’s / filmpjes over:
A koken
B klussen
C huis en tuin
D beauty
E sport
F games
G anders, namelijk ………
Leggen die programma’s je iets uit? Zo ja, wat leggen ze je uit?
Lees nu de uitleg in het vak belangrijk .
Welke kenmerken passen bij een uitleg of een instructie? Je kunt meerdere antwoorden kiezen.
Het programma:
A legt je stap voor stap uit hoe je iets moet doen of moet maken;
B is grappig en maakt je aan het lachen;
C probeert je over te halen iets te doen of te kopen;
D leert je iets door het gebruik van zowel tekst als beelden;
E geeft uitgebreid informatie over een bepaald onderwerp.
belangrijk
Luisteren en kijken naar uitleg en instructies
Op school luister je een groot deel van de dag naar uitleg en naar instructies. Deze zijn bedoeld om je iets te leren. Tv-programma’s of filmpjes op internet kunnen ook als doel hebben om je iets te leren.
U Voorbeelden van uitleg en instructies
x Cursussen op televisie of internet
x Instructiefilmpjes op YouTube
x Kookprogramma’s
x De lessen op school
x Uitlegvideo’s van KERN
U Kenmerken van instructie en uitleg
Je kunt instructie en uitleg herkennen aan de volgende kenmerken:
x Er wordt uitgelegd hoe je iets moet doen of moet maken.
x De uitleg wordt stap voor stap aangeboden.
x De tekst én het beeld zijn allebei heel belangrijk. De beelden ondersteunen de uitleg.
x De presentatie is duidelijk en helder.
U Waar let je op als je kijkt naar een instructie of een uitleg?
x Luister en kijk goed en precies.
x Bedenk of je de verschillende stappen snapt.
x Maak eventueel aantekeningen.
Bekijk het filmpje dat bij deze les hoort en maak de bijbehorende opdrachten.
Noteer vier kenmerken van een instructiefilmpje.
Zoek op internet een instructiefilmpje over hoe je zelf een foto op hout kunt afdrukken.
Wat heb je nodig en wat moet je doen om een foto op hout af te drukken?
Vind je de informatie uit het filmpje duidelijk? Leg je antwoord uit.
woorden les 7
x klussen karweitjes opknappen
x stap voor stap langzaam, steeds een stukje
x ondersteunen helpen, bijstaan
x de cursus aantal lessen die bij elkaar horen
x de aanwijzing beschrijving van hoe je iets moet doen
x de richtlijn beschrijving van hoe iets moet en van wat niet mag
doel bereikt?
x Ik weet wat voor soort instructieve programma’s er zijn. r
x Ik kan kenmerken van instructieve programma’s herkennen en vragen over de inhoud van een instructief programma beantwoorden. t1
x Ik kan uitleggen waaraan ik instructieve programma’s herken en beoordelen of de informatie in het programma duidelijk is. t2
x Ik kan uit een instructief programma die informatie halen die ik nodig heb. i
Hoe luister en kijk je naar nieuwsberichten?
doel
Je leert hoe je naar nieuwsberichten kijkt en luistert.
Waar haal jij je nieuws vandaan?
A uit de krant
B van de televisie
C van de radio
D van nieuwssites op internet
E van Facebook of Twitter
F anders, namelijk ………
Wat was het laatste nieuws waar jij heel verontwaardigd over was?
Vind je het belangrijk om op de hoogte te zijn van het nieuws in Nederland en in de wereld?
Leg je antwoord uit.
Lees nu de uitleg in het vak belangrijk .
Noem drie kenmerken van nieuwsberichten.
belangrijk
Luisteren en kijken naar nieuwsberichten
Je kunt bijna de hele dag kijken of luisteren naar nieuwsberichten. Op televisie, op de radio, op internet of bijvoorbeeld op Facebook.
Maar hoe weet je of al die nieuwsberichten waar zijn?
En of het uit een betrouwbare bron komt?
U Waar vind je nieuwsberichten?
x Op televisie: journaal, actualiteitenrubriek
x Op de radio: journaal, achtergronden van het nieuws
x Op nieuwssites op internet
x Op Facebook of Twitter
U Kenmerken van nieuwsberichten
x Het nieuws is actueel en feitelijk.
x De presentatie is neutraal en zakelijk.
x Op tv of internet worden er beelden getoond bij het nieuws.
x Het nieuws wordt van meerdere kanten belicht.
U Waar let je op als je kijkt naar een nieuwsprogramma?
x Is de presentatie neutraal?
x Wordt het nieuws van meerdere kanten belicht?
x Passen de beelden bij het nieuws dat wordt verteld?
Bekijk het filmpje dat bij deze les hoort en maak de bijbehorende opdrachten.
Geef van de volgende nieuwsbronnen aan of:
x jij ze wel eens gebruikt; x ze betrouwbaar zijn; x ze het nieuws van meerdere kanten belichten.
a NOS journaal b Twitter
c www.nu.nl d Facebook
Bekijk op de site van de NOS een nieuwsfilmpje van een minuut. Geef in je eigen woorden de belangrijkste informatie weer.
Is het filmpje dat je hebt bekeken volgens jou betrouwbaar? Waarom wel of niet?
woorden les 8
x uit betrouwbare bron van iemand die te vertrouwen is
x belichten er aandacht aan besteden
x hedendaags van deze tijd
x het journaal programma met nieuws dat dagelijks op radio en televisie is
x de instantie een organisatie of overheidsafdeling met een bepaalde taak
x de rubriek gedeelte van een televisieprogramma, tijdschrift of krant dat over hetzelfde onderwerp gaat
doel bereikt?
x Ik weet wat voor soort nieuwsprogramma’s er zijn. r
x Ik kan kenmerken van nieuwsprogramma’s herkennen en vragen over de inhoud van een nieuwsprogramma beantwoorden. t1
x Ik kan uitleggen waaraan ik nieuwsprogramma’s herken en beoordelen of het nieuwsbericht betrouwbaar is. t2
x Ik kan van een nieuwsprogramma de belangrijkste informatie weergeven. i
Hoe werk je samen?
doel
Je leert hoe je op een goede manier kunt samenwerken om een bepaald doel te bereiken.
Klas 3b doet in groepjes van vier een survivalactiviteit.
De opdracht is om er samen voor te zorgen dat ze met zijn allen droog aan de overkant van de vijver komen.
Mitch stelt voor om een paar tonnen met tape aan elkaar vast te maken. Yasmina reageert fel: ‘Nee, oen.
Tape laat los als het nat wordt! En tonnen vallen om in het water.’
Demi is meestal een beetje stil, maar hier weet ze veel van af. ‘Ik help ieder weekend bij de scouting. Ik weet precies hoe we touwen kunnen gebruiken.’
Melvin heeft er wel zin in. ‘Goed plan’, zegt hij. ‘We werken samen om palen aan de tonnen te bevestigen.’
Het groepje gaat enthousiast aan de slag. Alleen Mitch houdt zich een beetje afzijdig. Hij heeft duidelijk geen zin meer. Demi wordt een beetje boos als zij dit ziet. ‘Jij ook Mitch’, roept ze. ‘We hebben iedereen nodig, jij moet helpen om de palen bij elkaar te houden.’
Eerst sputtert Mitch nog even tegen, ‘Ik doe toch mijn best!’, maar daarna gaat hij hard aan het werk. Niet lang daarna peddelt het groepje naar de overkant.
Lees de tekst. Wat wil Mitch doen?
Mitch houdt zich afzijdig. Leg uit waarom.
Bereiken de vier leerlingen uiteindelijk hun doel? Leg je antwoord uit.
Lees nu de uitleg in het vak belangrijk .
Wat vind je van de manier waarop Yasmina reageert op het idee van Mitch? Leg uit waarom.
Geeft Demi op een goede manier feedback?
Leg je antwoord uit.
belangrijk
Samenwerken
Op school en later in je werk, werk je vaak samen met anderen. Bijvoorbeeld aan een opdracht of een project. Samenwerken doe je in drie stappen.
U Stap 1: start
x Spreek het doel af. Wat is de opdracht? Wat wil je daarvoor maken of doen? Bespreek alle ideeën en respecteer elkaar hierin. Zorg dat jullie het eens worden over wat jullie willen bereiken.
x Verdeel de taken. Bedenk wat er nodig is om het doel te bereiken. Schrijf alle taken onder elkaar. Zet erachter wie wat gaat doen. Verdeel de taken eerlijk.
x Maak een planning. Spreek af wanneer de taken af moeten zijn en wanneer je weer overlegt. Schrijf alles op en zet het in je agenda.
U Stap 2: aan de slag
x Houd je aan de afspraken.
x Overleg met elkaar. Vertel elkaar wat je gedaan hebt. Geef elkaar feedback. Spreek iemand aan als hij of zij zich niet aan de afspraak houdt.
x Soms blijkt dat iets anders moet. Je kunt de taken anders verdelen of de planning aanpassen.
U Stap 3: afronden
x Controleer samen of alles af en in orde is. Hebben jullie je doel bereikt?
x Bespreek met elkaar hoe de samenwerking verliep. Wat ging goed en wat kon beter?
Een groepje Zorg en Welzijn-leerlingen moet hapjes gaan maken voor de open dag. Lees hun startoverleg hieronder.
Reageren de leerlingen met respect op elkaar? Leg je antwoord uit.
pepijn: ‘Wat doen we? Ik kan niet koken. Zal ik kroketten halen?’
shanti: ‘En blokjes kaas, komkommer en radijsjes voor de vegetariërs. We moeten rekening houden met verschillende diëten, dus ook glutenvrij.’
fenna: ‘Kroketten zijn te groot en radijs is vies. Ik wil plakjes worst en hamrolletjes met fruit.’
keiran: ‘Ik maak gevulde eieren, dat kan ik goed.’
pepijn: ‘Nou dan hebben we genoeg. Aan de slag.’
Welke punten bespreek je in een startoverleg?
Wat vergeten de Zorg en Welzijn-leerlingen in hun startoverleg te bespreken?
woorden les 9
x evalueren na afloop bespreken wat iedereen ervan vond
x de vegetariër iemand die geen vlees eet
x de scouting een jeugdorganisatie (padvinderij)
x zich afzijdig houden zich er niet mee bemoeien
x serveren opdienen van eten of drinken
x de tijdnood tekort aan tijd
Er gaat van alles mis. Schrijf op hoe jij zou reageren.
a Keiran komt in tijdnood en vraagt Shanti om te helpen. Maar Shanti is zelf heel druk.
b Fenna is vergeten de prikkertjes te kopen om het fruit op de worst te prikken.
c Pepijn heeft geen zin om te serveren. Hij gaat met zijn telefoon spelen.
Voor de volgende les verzorgen jullie in groepjes een hapje voor de klas. Schrijf op wat je wilt maken en hoe je de hapjes wilt serveren.
Houd in een groepje van vier een kort startoverleg over een hapje. Wissel eerst ideeën uit. Daarna maken jullie samen afspraken. Bespreek en noteer:
x het doel: welke hapjes en hoe presenteer je ze?
x de taken: wat is er nodig en wat moet er gedaan worden?
x de taakverdeling: wie doet wat?
x de planning: wanneer moet alles klaar zijn?
x andere afspraken.
De volgende les presenteren jullie de hapjes.
Daarna evalueer je. Wat ging goed en wat kan beter?
Leg uit waarom.
doel bereikt?
x Ik weet welke stappen horen bij samenwerken om een doel te bereiken. r
x Ik kan de stappen herkennen als mensen samenwerken om een doel te bereiken. t1
x Ik kan beoordelen of iemand op een goede manier samenwerkt om een doel te bereiken. t2
x Ik kan zelf op een goede manier samenwerken om een doel te bereiken. i
Hoe maak je een ander duidelijk waarom jij iets vindt of doet?
doel
Je leert hoe je duidelijk kunt maken waarom jij iets vindt of doet.
Lees de tekst ‘Verplichte leeslijst’ hieronder.
Wat is het standpunt van Lars?
Vind je dat alle argumenten bij zijn standpunt passen?
Leg je antwoord uit.
Lees nu de uitleg in het vak belangrijk
Welk tegenargument noemt Lars?
Hoe weerlegt Lars dit tegenargument?
Wat vind je van de manier waarop
Lars zijn standpunt samenvat?
Leg uit waarom.
Verplichte leeslijst
lars: ‘Scholen zouden de verplichte leeslijst moeten afschaffen. Lezen wordt naar mijn idee verpest door het verplicht lezen van boeken. Want boeken zijn duur, dus niet iedereen kan ze betalen. Bovendien neemt een verplichte leeslijst je plezier in lezen weg. Ik vond lezen vroeger leuk. Maar nu het moet, groeit mijn weerstand en krijg ik er een hekel aan. Volgens mij ga je vanzelf meer lezen als je er plezier in hebt.
Mijn ouders houden bijvoorbeeld van kunst en ze lezen vaak boeken over artistieke onderwerpen.
De leraren zeggen wel dat een verplichte leeslijst belangrijk is, omdat je dan met cultuur in aanraking komt. Maar ik ben van mening dat je daarvoor net zo goed een film kunt bekijken of naar muziek kunt luisteren.
Ik vind dus dat de leeslijst vervangen moet worden door een lees-, kijk- en luisterlijst. Ik weet zeker dat leerlingen dan met meer plezier cultuur opsnuiven.’
belangrijk
Overtuigen
Soms wil je de ander uitleggen waarom je iets vindt of op een bepaalde manier iets doet. Je wilt iemand bijvoorbeeld overhalen om iets te doen.
Voorbeeld: Je wilt dat je medeleerlingen iets gaan doen voor de ouderen in jullie buurt.
Zo verduidelijk je waarom je iets vindt of doet:
x Leg eerst kort uit wat je idee, plan of standpunt is.
Voorbeeld: ‘Ik vind dat we samen een muziekavond moeten organiseren voor ouderen.’
x Leg uit waarom jij dat vindt. Gebruik argumenten, redenen en voorbeelden om je mening, plan of handelen te onderbouwen.
Voorbeeld: ‘Ouderen zijn vaak eenzaam en komen hun huis nauwelijks uit. Op een muziekavond kunnen ze luisteren naar hits van vroeger. Lekker meezingen én ze hebben contact met anderen.’
x Houd rekening met mogelijke tegenargumenten. Dat zijn argumenten tégen je standpunt.
Voorbeeld: ‘Misschien vind je dat zoiets veel tijd kost, maar met elkaar heb je het zo geregeld.’
x Vat je standpunt en het belangrijkste argument tot slot samen.
Voorbeeld: ‘Kortom, ik hoop dat jullie me willen helpen om een muziekavond te organiseren. Het is voor ons een kleine moeite en ouderen hebben een superleuke avond.’
i
Wat is jouw standpunt over wel of niet een verplichte leeslijst? Gebruik argumenten om je standpunt duidelijk te maken.
Welke aandachtspunten horen bij overtuigen?
A Bespreek elk standpunt van verschillende kanten, zonder je eigen mening te geven.
B Vertel hoe je een muziekavond organiseert.
C Bedenk hoe je de ander kunt overhalen om mee te doen met de actie.
D Kies sterke argumenten om de ander van je standpunt te overtuigen.
E Leg goed uit hoe een situatie in elkaar zit.
F Bedenk welke tegenargumenten anderen naar voren kunnen brengen.
Hoe kun je een plan of idee onderbouwen?
Wat is jouw mening over robots die werk van mensen kunnen overnemen? Vind je dat vooral handig?
Of zie je het ook als een bedreiging?
Bedenk wat je standpunt is.
Bedenk twee argumenten om je standpunt te onderbouwen.
Bedenk ook een tegenargument voor je standpunt en hoe je die kunt weerleggen.
woorden les 10
x typisch wat er precies bij past, kenmerkend
x de cultuur de gewoontes van een volk
x het tegenargument wat je tegen iets inbrengt
x de weerstand de tegenstand, het verzet
x weerleggen met argumenten aantonen dat het niet juist is
x afzeggen iets niet laten doorgaan
x artistiek kunstzinnig
Werk samen in tweetallen. Voer een gesprek waarin je jouw standpunt over het gebruik van robots verduidelijkt.
Wat was het standpunt van de ander?
Maakte de ander zijn of haar standpunt op een goede manier duidelijk? Leg uit waarom.
Welk (tegen)argument vond je niet zo goed? Leg uit waarom.
doel bereikt?
x Ik weet hoe je duidelijk kunt maken waarom je iets vindt of doet. r
x Ik kan herkennen wat het standpunt van iemand is en welke argumenten iemand gebruikt om dit te verduidelijken. t1
x Ik kan beoordelen of iemand zijn of haar standpunt op een goede manier duidelijk maakt. t2
x Ik kan zelf op een goede manier een standpunt duidelijk maken. i
Hoe schrijf je een informeel bericht? 11
doel
Je leert hoe je een informeel bericht schrijft waarbij je rekening houdt met de lezer.
In wat voor situaties zou je iemand die je kent een bericht schrijven?
Lees het bericht hieronder. Waar gaat het over?
Ha zielig neefje,
Dus jij loopt de hele dag op krukken, en nog wel in je vakantie ook! Lekker zeg. Ik kan me voorstellen dat je daar heel blij mee bent ;-) Ik ben vorige week tijdens de wedstrijd ook onderuitgehaald. Ik liep veel harder dan die verdediger van Groen-Wit en daarom trok hij me om. Maar goed, ik had alleen maar een blauw plekje, niet zoals jij.
Ma zei dat je je been had gebroken bij de training en dat je nog wel zes weken in het gips moet. Balen!
Alvast maar beterschap dan! Hopelijk groeit je been er weer aan. Haha. Hoe voel je je nu dan? Nog veel pijn? Ik kom zaterdag even langs, oké? Wij staan trouwens 2e met de B1. Als we volgende week winnen zelfs 1e!
We gaan deze week met z’n vieren naar zo’n vakantiepark met megazwembad. Maar hopen dat het niet saai is.
Byebye, Chris
O ja je moet de groeten hebben van je nichtje/mijn babyzusje Julie.
En van je tante Eef.
Vind je dat Chris het bericht goed heeft opgebouwd?
Waarom wel of niet?
Past de toon van het bericht van Chris bij de lezer ervan?
Lees nu de uitleg in het vak belangrijk .
belangrijk
Een informeel bericht schrijven
Een informeel bericht kun je schrijven aan familie, vrienden of kennissen.
U Opbouw bericht
Een goed bericht is opgebouwd uit een aantal onderdelen. Achtereenvolgens:
x een aanhef (Beste Jan,);
x een inleiding of introductie waarom je het bericht stuurt (Ik mail je even omdat …);
x een kern;
x een afsluitende zin (Ik hoop dat we elkaar gauw weer zien, Als je nog vragen hebt, hoor ik het wel.);
x een ondertekening (Hartelijke groet, Veel liefs, Groetjes, Tot gauw!) en je naam.
In een brief schrijf je de plaats waar je op dat moment bent en de datum rechts bovenaan.
U Inhoud bericht
In een informeel bericht kun je verschillende dingen vermelden:
x je mening
x je gevoelens
x een gebeurtenis die je hebt meegemaakt
x je plannen
U Lezerspubliek
Let goed op de toon van je bericht. In een informeel bericht is de toon persoonlijk (en niet zakelijk).
Het moet passen bij degene die het leest.
Houd rekening met wat een ander interessant vindt en begrijpt.
Wat zou een betere inleiding zijn van het bericht van Chris?
A Ik ben vorige week tijdens de wedstrijd ook onderuitgehaald. Ik liep veel harder dan die verdediger van Groen-Wit en daarom trok hij me om.
B Hoe voel je je nu dan? Nog veel pijn? Ik kom zaterdag even langs, oké?
C Ma zei dat je je been had gebroken bij de training en dat je nog wel zes weken in het gips moet. Balen!
In hoeveel alinea’s zou jij het bericht van Chris indelen?
Wat zou een goede opbouw zijn van de onderwerpen in het bericht van Chris? Zet ze in de goede volgorde.
A Vertellen hoe het met jezelf gaat en wat je allemaal hebt meegemaakt of wat je plannen zijn.
B Beterschap wensen en zeggen dat je een keer op bezoek komt.
C Vragen hoe het met je neef is en hoe hij zich voelt.
Lees de e-mail van Melody aan Samantha hiernaast. Wat vind je van de opbouw?
Wat zou je nog veranderen aan de e-mail van Melody?
woorden les 11
x onderuithalen ten val brengen
x afgrijselijk afschuwelijk
x ronduit ongetwijfeld, beslist
x hoogstens maximaal
x achtereenvolgens in volgorde
x het event feestelijke gebeurtenis
Ha Samantha, Ik ben m’n smartphone kwijt, dus ik stuur je maar eens een gezellige ouderwetse e-mail! Dat doe ik hoogstens één keer per week Hoe gaat het met jou? Heb jij het ook zo afgrijselijk druk op school? Bij ons is het ronduit vreselijk en dan mag ik ook nog niet eens zeuren van m’n moeder.
Maar goed. Volgende week zaterdag ga ik naar het fashionevent in Amsterdam, met de trein. Heb je misschien zin om mee te gaan? Lijkt me gezellig, kunnen we ook een beetje bijkletsen en nog wat shoppen na die tijd.
Ik hoor graag binnenkort je reactie!
Liefs, Melody
Kijk nog eens naar het bericht van Chris bij vraag 2. Herschrijf het bericht. Zorg voor een goede opbouw en gebruik daarbij je antwoord van vraag 8. Dingen die je niet goed vindt aan het bericht van Chris, mag je weglaten.
Lees het bericht van een klasgenoot. Vind je het een goed bericht? Waarom wel of niet?
Bespreek de berichten met de klas. Welk bericht is het meest geschikt? Waarom?
doel bereikt?
x Ik weet waar ik op moet letten als ik een informeel bericht schrijf. r
x Ik kan vooraf bedenken wat ik wil vragen of welke informatie ik wil geven in een informeel bericht. t1
x Ik kan van een informeel bericht van iemand anders zien wat er wel en niet goed aan is. t2
x Ik kan zelf een goed informeel bericht schrijven. i
Hoe schrijf je een formeel bericht?
doel
Je leert hoe je een formeel bericht schrijft.
In wat voor situaties schrijf je een formele brief of e-mail?
Lees de brief hieronder. Waar gaat het over?
Gemeentehuis, t.a.v. wethouder mw. Vos
Grote Markt 3
1234 ZJ Berghouten
Onderwerp: geschiedenis Berghouten
Den Haag, 12 november 2018
Geachte mevrouw Vos,
Voor het vak geschiedenis moeten wij een werkstuk maken over Berghouten in de 19e eeuw. Onze docent heeft aangegeven dat het vooral moet gaan over de ontwikkeling van de industrie en van de arbeiders.
We hebben op de website van de gemeente Berghouten gekeken, maar daar zagen we niets over dit onderwerp.
We zagen wel in uw profiel dat u erg geïnteresseerd bent in de geschiedenis van Berghouten. En dan vooral in de geschiedenis van de 19e en 20e eeuw. Mogen we u misschien interviewen zodat we meer te weten komen?
Het werkstuk moet op tijd af zijn, dus we horen graag of het kan. Alvast bedankt!
Met vriendelijke groet, Andreas en Malik, Klas 3b, Oosterpoortcollege Berghouten
Lees nu de uitleg in het vak belangrijk .
Zijn in de brief bij vraag 2 de goede formuleringen gebruikt voor een formeel bericht?
belangrijk
Een formeel bericht schrijven
Een formeel bericht (een brief of een e-mail) schrijf je vaak aan een onbekende.
U Inhoud bericht
In een formeel bericht kun je:
x informatie geven of vragen
x je aanmelden voor iets
x een verzoek doen
x iemand overtuigen
U Vaste formuleringen
In een formeel bericht gebruik je andere formuleringen dan in een informeel bericht:
x aanhef: Geachte heer/mevrouw …
x inleiding of introductie: In de krant van vandaag las ik …, Bedankt voor uw brief …, Mijn naam is …
x afsluitende zin: Mocht u nog vragen hebben, dan hoor ik het graag, Nogmaals bedankt …
x ondertekening: Hoogachtend, Met vriendelijke groet …
De toon van je brief is zakelijk.
U Opbouw bericht
Een formele brief heeft een aantal vaste onderdelen:
x je eigen adres links bovenaan
x het adres van de geadresseerde daaronder
x het onderwerp van de brief
x de dagtekening (Amsterdam, 11 oktober 2018)
x de aanhef
Daarna schrijf je de rest van de brief. Let daarbij op de indeling in inleiding, kern en slot
Bij een formele e-mail is het iets anders:
x schrijf het mailadres van de geadresseerde in de adresbalk
x schrijf het onderwerp van je mail in de onderwerpbalk
Wat vind je van de toon van de brief uit vraag 2?
Wat mist er nog in de opbouw van de brief?
Welke belangrijke informatie zijn Andreas en Malik vergeten?
A Of het een onderwerp voor het examen is.
B De naam van de docent.
C In welke week ze het liefst de wethouder zouden willen interviewen.
D Of ze ook andere mensen benaderd hebben.
Wat vind je van de inleiding van de brief bij vraag 2?
In de plaatselijke krant lees je dat er binnenkort een voorlichtingsdag plaatsvindt over een vervolgstudie aan het MBO. Je wilt er graag naar toe. Je moet je aanmelden bij mevrouw Sitalsing.
Je stuurt haar een e-mail. Wat zet je in de onderwerpbalk?
Welke informatie over jou heeft mevrouw Sitalsing nodig, denk je?
woorden les 12
x de industrie productie op grote schaal in fabrieken
x het profiel korte beschrijving van een persoon of karakter
x het verzoek vraag om iets te doen
x benaderen naar iemand toegaan om hem te spreken
x plaatsvinden zich afspelen, gebeuren
x plaatselijk op of van een bepaalde plek
x binnenkort gauw, spoedig
Hoe kun je het beste je mail ondertekenen?
A Met vriendelijke groet, [jouw naam]
B Groetjes, [jouw naam]
C In afwachting van uw antwoord verblijf ik, [jouw naam]
D De beste wensen, [jouw naam]
Wat is een vaste formulering voor de aanhef van een formele brief?
Schrijf de mail aan mevrouw Sitalsing. Zet in je mail in ieder geval de volgende punten:
x dat je het bericht over de voorlichting in de krant hebt gelezen
x je naam en hoe je te bereiken bent (e-mail en/of je mobiele nummer)
x naar welke voorlichting (welke studierichting) je precies wilt
x motivatie waarom je graag naar die studierichting wilt
Gebruik ook je antwoorden bij vraag 9, 10 en 11.
Let erop dat je mail duidelijk en zakelijk is.
Lees de e-mail van een klasgenoot. Vind je het een goede e-mail? Waarom wel of niet?
doel bereikt?
x Ik weet waar ik op moet letten als ik een formeel bericht schrijf. r
x Ik kan vooraf bedenken wat ik wil vragen of welke informatie ik wil geven in een formeel bericht. t1
x Ik kan een formeel bericht van iemand anders beoordelen op wat er wel en niet goed aan is. t2
x Ik kan zelf een goed formeel bericht schrijven. i
Hoe schrijf je verschillende werkwoordsvormen?
doel
Je leert hoe je de persoonsvorm en het voltooid deelwoord schrijft.
De kracht van radio
Het Nederlandse radiolandschap verandert. Dat weten we. Luisteren we dan helemaal geen radio meer? Zeker wel. Het gebeurt alleen anders dan voorheen.
Voorbeeld: je googelt op NLO Audio Distributie Onderzoek. Daaruit blijkt het volgende: de Nederlandse bevolking luistert wel degelijk naar de radio, inclusief millennials. Jongeren luisteren veel naar online radio, aanzienlijk meer dan naar streamingdiensten en YouTube. Hoe komt dat? 3FM vroeg verschillende radiostations naar hun visie op deze ontwikkeling. Sanne Schut van KX Radio, Luke Cohlen van Stranded FM en Lois de Jong van NPO Soul & Jazz vertellen erover. Waarom luisteren millennials nog steeds veel naar live radio?
Lees de tekst hierboven. Schrijf alle persoonsvormen die je ziet onder elkaar in je schrift en schrijf het hele werkwoord erachter.
Schrijf achter de werkwoorden van vraag 1 de verleden tijd en het voltooid deelwoord.
Lees nu de uitleg in het vak belangrijk .
woorden les 13
x voorheen vroeger
x wel degelijk zeker wel!
x de millennial iemand die is geboren tussen 1981 en 2000
x aanzienlijk behoorlijk groot of veel
x de visie manier waarop je ergens naar kijkt, je mening
x inclusief wat erbij inbegrepen is
belangrijk
Werkwoordspelling
In deze les herhalen we het schrijven van de persoonsvorm en het voltooid deelwoord van regelmatige en onregelmatige werkwoorden, en het schrijven van Engelse werkwoorden.
U Persoonsvorm tegenwoordige tijd
x Bij ik schrijf je de ik-vorm
x Bij jij, u, hij, zij en het schrijf je de ik-vorm + t.
x Bij wij, jullie en zij schrijf je het hele werkwoord.
x Bij onregelmatige werkwoorden gelden andere regels: hebben, mogen, zullen, willen, zijn, kunnen
U Persoonsvorm verleden tijd
x Bij zwakke werkwoorden bedenk je wat het hele werkwoord is. Haal –en eraf. Eindigt dit op een t, k, f, s, ch of p, dan wordt de verleden tijd –te of –ten (pakte). Eindigt dit op een andere letter, dan wordt de verleden tijd –de of –den (verhuisde).
x Bij sterke werkwoorden verandert de klank.
x Bij onregelmatige werkwoorden verandert er meer dan alleen de klank.
U Voltooid deelwoord
x Begint vaak met ge-, soms met be-, ver- of onten eindigt op –en, –t of –d.
x Gebruik de verleden tijd om te bepalen of je een –d of een –t aan het eind schrijft.
U Engelse werkwoorden
x Je schrijft ze op dezelfde manier als Nederlandse werkwoorden (ik mail, hij mailt, ik mailde, ik heb gemaild)
x Soms eindigt de ik-vorm op –e of –te (ik delete, hij deletet, ik deletete, ik heb gedeletet).
Vul de goede werkwoordsvorm in. Gebruik het werkwoord dat tussen haakjes staat en zet het in de tegenwoordige tijd (tt) of verleden tijd (vt).
a KX Radio ……… (zijn, tt) een online radiostation.
b Het ……… (worden, vt) in 2005 opgericht.
c Het radiostation ……… (hebben, tt) veel beginnende dj’s die hun programma’s helemaal zelf mogen samenstellen.
d Er is aandacht voor belangrijke platen die de geschiedenis hebben ……… (vormen, voltooid deelwoord).
e Je ……… (horen, tt) ook een goede nineties-hit en actuele muziek op zijn tijd.
f Stranded FM ……… (zich onderscheiden, tt) door een platform te vormen voor nieuw talent.
g Het online themakanaal NPO Soul en Jazz ……… (maken, vt) een doorstart nadat Radio 6 verdween.
h Er ……… (worden, tt) overdag non stop soul- en jazzmuziek gedraaid.
Zet de persoonsvormen van vraag 4 die in de tegenwoordige tijd staan in de verleden tijd en andersom.
Vul de goede werkwoordsvorm in de verleden tijd in.
b Volgens de spelleider ……… de deelnemers aan de quiz de vraag niet goed.
c De duiker ……… een Nederlands oorlogsschip uit de 18e eeuw bij Mexico.
d De docent de tekst van het digibord.
e Door het medicijngebruik ……… haar karakter.
f Om de leiding te repareren, ……… de loodgieters een aantal buizen aan elkaar.
g Napoleon Bonaparte ……… van 1769 tot 1821.
Maak van de zinnen b, c en e uit vraag 6 een zin met een voltooid deelwoord.
Voorbeeld: De skiërs zijn van de helling gesuisd
Hoe weet je of zwakke werkwoorden in de verleden tijd –de(n) of –te(n) krijgen?
Schrijf zes zinnen in je schrift. Twee in de tegenwoordige tijd, twee in de verleden tijd en twee met een voltooid deelwoord. Let op: de zinnen in de tegenwoordige tijd moeten in het enkelvoud.
Gebruik de volgende werkwoorden:
Persoonsvorm tegenwoordige tijd: raden, bepalen
Persoonsvorm verleden tijd: pesten, gaan
Voltooid deelwoord: straffen, bellen
Lees de zinnen van een klasgenoot. Zijn het goede zinnen? Is de persoonsvorm of het voltooid deelwoord op de juiste manier geschreven?
Bespreek de zinnen met de klas.
doel bereikt?
x Ik weet hoe je de persoonsvorm en het voltooid deelwoord schrijft. r
x Ik kan de persoonsvorm en het voltooid deelwoord van een gegeven werkwoord opschrijven. t1
x Ik kan in een zin de juiste persoonsvorm of het juiste voltooid deelwoord invullen. t2
x Ik kan zelf zinnen maken met een gegeven werkwoord en hierbij de werkwoordsvorm juist schrijven. i