KLASSIEKE TALEN
ONDERBOUW + BOVENBOUW
afbeelding omslag
Rafaël, Godenvergadering, fresco, zestiende eeuw.
Villa Farnesina, Rome.
boom voortgezet onderwijs
Voor een beter begrip
De lesmethoden van Boom voortgezet onderwijs ondersteunen docenten en leerlingen optimaal.
Leren met pen en papier vormt de basis van onze lesmethoden, terwijl digitale hulpmiddelen het leerproces effectief ondersteunen.
v Duurzaam Geen wegwerpboeken
Onze lesmethoden zijn niet alleen inhoudelijk van topkwaliteit, de boeken zijn ook mooi vormgegeven, worden in Nederland gedrukt en gaan meerdere jaren mee.
Wij hanteren geen LiFo-model, zodat leerlingen niet elk jaar hun lesboeken hoeven weg te gooien.
v Vrijheid Jouw school, jouw keuze
Wij geloven in keuzevrijheid: je kiest zelf of je lesgeeft met boeken, digitaal of een combinatie van beide, zonder koppelverkoop of een langjarig contract.
Onze lesmethoden zijn eerlijk geprijsd en vaak goedkoper dan die van andere uitgevers.
v Service Persoonlijk contact
Wij hechten veel waarde aan persoonlijk contact.
Onze educatief adviseurs en uitgevers denken met je mee en ze komen graag persoonlijk langs voor een gesprek.
S • P • Q • R
LATIJN
TAAL & CULTUUR
GYMNASIUM ONDERBOUW
S • P • Q • R
HULPBOEK
GYMNASIUM ONDERBOUW
1
S • P • Q • R
GYMNASIUM ONDERBOUW HULPBOEK
2
S • P • Q • R
GYMNASIUM ONDERBOUW HULPBOEK
3
nieuwe editie in 2025
«We gebruiken SPQR en ARGO met veel plezier in zowel onderbouw als bovenbouw. Het zijn prachtige boeken vol mooie afbeeldingen en verhalen, die onze leerlingen enthousiasmeren en inspireren. In de hulpboeken staan veel oefeningen, zodat de leerlingen de grammatica onder de knie kunnen krijgen en daarnaast is er de mogelijkheid om online te oefenen met grammatica en woorden. Voor docenten is er een uitgebreide digitale omgeving met onder meer toetsvragen: heel handig ! »
inger bults
Christelijk Lyceum Zandvliet, Den Haag
« SPQR en ARGO bieden veel oefenmateriaal voor leerlingen, in het boek en digitaal. De variatie in materiaal en vorm bedient verschillende soorten leerlingen. Dat de tekst kan worden voorgelezen is daar een voorbeeld van. De methode durft wat te vragen van leerlingen.»
michiel simons
Erasmiaans Gymnasium, Rotterdam
« SPQR onderbouw is een mooie en moderne methode waarin grammatica en woordenschat verweven zijn met Romeinse cultuur en geschiedenis. Groot pluspunt is de digitale leeromgeving waarin leerlingen zowel uitleg kunnen krijgen als oefenen met de grammatica. »
madelief van ’t hoff-verelst Moller Juvenaat, Bergen op Zoom
SPQR Latijnse taal & cultuur / onderbouw
Doorlopende leerlijn naar de bovenbouw
SPQR is de meest gebruikte lesmethode Latijnse Taal & Cultuur voor de onderbouw. Door de effectieve aanpak van cultuur, tekst, grammatica & idioom bereiden de leerlingen zich effectief voor op het zelfstandig lezen, vertalen en begrijpen van Latijnse teksten. In zeven overkoepelende thema’s die aansluiten bij de interesses van onderbouwleerlingen staat de samenhang tussen taal en cultuur van de Romeinse wereld centraal. Ieder thema bevat zes Latijnse teksten, die in samenhang met cultuurhistorische informatie, een deelonderwerp tot leven brengen. De nieuwe editie bevat aangepaste verwerkingsopdrachten bij de Latijnse teksten die ruimte bieden voor de ideeën van de vakvernieuwing LTC. SPQR sluit volledig aan op het examenprogramma LTC in de bovenbouw. SPQR voorziet in een uitgebreid digitaal aanbod voor leerlingen: uitlegvideo’s, voorgelezen
Latijnse teksten en adaptieve oefendrills voor grammatica, idioom en cultuur. Met deze ict kan de leerling zelfstandig doorwerken op eigen niveau en tempo.
U kunt werken met de tekst- en hulpboeken met de aanvullende digitale licentie of volledig digitaal werken.
v Hoog leerrendement
De uitgekiende opdrachten bij de cultuurhistorische teksten en bij de Latijnse teksten activeren het begrijpend lezen, ondersteunen leesstrategieën en nodigen uit tot tekstreflectie.
v Geschikt voor iedere urentabel
De nieuwe editie van SPQR maakt scherpere keuzes en heeft de stof voor de onderbouw in omvang teruggebracht. De methode is uit-
dagend en zorgt daarmee voor een hoog niveau zonder dat het programma overladen is.
v Extra aandacht voor woordenschat
In de woordenlijsten zijn bij een aantal woorden aanvullende synoniemen toegevoegd en in de cultuurteksten worden ‘moeilijke’ woorden gesignaleerd in de eerste opdracht.
v Extra aandacht basiskennis grammatica
De Latijnse grammatica wordt helder en overzichtelijk uitgelegd. Nieuw is de Naslag
Nederlandse grammatica achterin elk hulpboek voor, waar nodig, individueel of klassikaal gebruik.
v Formatief handelen
Laagdrempelig formatief handelen is goed mogelijk door leerdoelsturing en RTTI-codering in de hulpboeken en in de toetsen. Ook de adaptieve oefendrills zijn hiervoor een handig hulpmiddel.
v Docentenmateriaal
Uitgebreid docentenmateriaal is online gratis beschikbaar.
v Bekijk op de volgende bladzijden voorbeeldpagina’s uit de methode
v Meer informatie? https://staal-roeland.nl/spqr/
Voorbeeldpagina’s uit het tekstboek
11 Pugna
Het gevecht
Een dag in het Colosseum Als er spelen werden gehouden in het Colosseum, bestond het dagprogramma uit drie onderdelen. ’s Morgens de dierenshows, aan het begin van de middag executies en later in de middag de gladiatorengevechten. Na de dierengevechten was het zand (arena) op de vloer van het Colosseum doordrenkt van het bloed. Slaven veegden het vuile zand weg en ruimden alles op, en dan konden de executies beginnen. Misdadigers die ter dood waren veroordeeld konden door een beul worden gedood, maar ook voor de wilde dieren worden gegooid. Er was ook een variant waarbij twee veroordeelden samen de arena ingestuurd werden, de één bewapend en de ander niet. Na de voorspelbare uitslag werden de winnaar de wapens afgenomen en moest hij ongewapend aantreden voor een nieuwe bewapende tegenstander.
Gladiatorengevechten Het hoofdprogramma, de gladiatorengevechten, begon met een plechtige optocht. Alle deelnemers van die middag presenteerden zich aan het publiek. Daarna deden ze een warming-up ze hielden schijngevechten met houten wapens. Zo kwam het publiek in de stemming en maakten de gladiatoren de spieren los. Onder oorverdovend geschreeuw van het publiek begonnen de strijders daarna met echte
wapens aan de echte gevechten. Een scheidsrechter zorgde ervoor dat beide mannen bleven vechten en het niet te snel opgaven. Als de gladiatoren aan elkaar gewaagd waren, kon de strijd erg lang duren: in dat geval kon de scheidsrechter het gevecht stilleggen en het publiek om een oordeel vragen. Het was voor de gladiatoren een eer als het publiek besloot om ze allebei levend te laten gaan. Meestal had het gevecht een duidelijke winnaar. Na een lang en hevig gevecht kon één van de twee door vermoeidheid struikelen, of zijn wapen verliezen, of door de ander zwaar verwond worden. Als de verliezer op de grond lag, keek de overwinnaar naar de keizer om te zien wat hij moest doen. De keizer op zijn beurt luisterde naar het volk en gaf dat meestal zijn zin. Als de verliezer dapper had gevochten, mocht hij levend vertrekken. Maar als de mensen vonden dat hij de dood verdiende, maakten ze dat duidelijk met hun duim. Dan kreeg de verliezer de genadestoot en mocht de winnaar bij de keizerlijke loge komen voor zijn beloning. In uitzonderlijke gevallen kreeg de winnaar zijn vrijheid. Zo niet, dan keerde hij met een palmtak en een geldbedrag terug naar zijn gladiatorenschool en mocht een volgende keer terugkomen voor een nieuw gevecht.
52 THEMA 2 Ludi
Voorbeeldpagina’s uit hulpboek 1
THEMA 2 Ludi — Grammatica bij les 11, Pugna
Werkwoord Plusquamperfectum 11.1
Doel v Je leert hoe je het plusquamperfectum herkent en vertaalt.
Wie spreekt over iets dat op een nog eerder moment dan het verleden (imperfectum / perfectum) gebeurde, gebruikt de voorverleden tijd van het werkwoord. In het Latijn heet deze tijd het plusquamperfectum (pqp).
Leerdoelgestuurd
Hoe nauwkeurig in het Latijn de verschillende tijden worden gebruikt, zie je in het onderstaande voorbeeld.
Compacte uitleg en opdrachten
De jongens vertellen nu in de tegenwoordige tijd, over wat eerder gebeurde en gebruiken daarvoor dus de verleden tijd: ‘Terwijl de menigte applaudisseerde, juichte de gladiator’. Wanneer ze vertellen waarom de gladiator dat deed, vertellen ze wat nog eerder is gebeurd, en gebruiken ze de voorverleden tijd: ‘want hij had zijn tegenstander gedood’.
praesens imperfectum perfectum plusquamperfectum enkelvoud eerste persoon tweede persoon derde persoon voc-o voca-s voca-t
meervoud eerste persoon tweede persoon derde persoon voca-mus voca-tis voca-nt
vertaling eerste persoon ev ik roep ik riep ik riep, ik
Pugna
Intervallum in amphitheatro erat: arenam servi purgabant, nam sanguine hominum et bestiarum terra rubebat. Inter spectatores tres amici sedebant: Gaius et Quintus et Publius, nam Marcus domum ire festinaverat, quod eum spectacula terrebant. Iam per horas ludos spectaverant. Tunc aliquid novi praeco nuntiavit. Mox Gaius clamavit: ‘Ecce, miles intrat arenam! Cur miles in arena pugnat?’ Publius causam sciebat, nam verba praeconis audiverat: ‘Pugna poena est : antea miles in rixa centurionem necavit. Nunc pro vita pugnare debet.’
Stabat miles in arena, sine scuto, sine galea: hastam tantum gerebat. Intravit arenam contra eum Crispinus, gladiator clarus. Adversarios iam centum superaverat. Crispinus statim militi appropinquavit. Miles autem callidus erat: eum cito vitavit. Erant in cavea amici militis. Militem nomine vocabant: ‘Age, Septime, pugna! Scilicet eum superare potes!’ Iterum gladiator militi appropinquavit. ‘Ecce,’ Gaius clamavit, ‘Miles fugit. Pugnare recusat!’ Quintus et Publius negaverunt: ‘Immo, callidus est miles! Ecce, consistit et hastam contra adversarium vertit!’ Id Crispinus non exspectabat. Hastam quidem vitare temptavit, sed frustra: miles iam graviter eum vulneraverat.
Sic gladiatorem miles calliditate superaverat. Nondum pugnam finiverat: exspectabat enim signum Caesaris. Spectatores tacebant. Caesarem spectabant. Interea Caesar cogitabat: ‘Crispinus semper adhuc victor fuit. Iam centum adversarios superavit.’ Ideo pollicem premebat.
← ‘Morituri te salutant’ (Gegroet, zij die gaan sterven groeten u), is de titel van het schilderij van Jean-Léon Gérôme (1859).
1 intervallum pauze purgare schoonmaken
2 bestia wild dier
3 rubēre rood zijn
4 domum naar huis
5 ire gaan festinare + inf zich haasten om terrēre bang maken
6 hora uur tunc op dat moment, toen aliquid novi iets nieuws
7 praeco, -ones omroeper
9 causa reden scire weten verbum woord
10 antea eerder rixa ruzie centurio, -ones officier
11 nunc nu
12 sine + abl zonder scutum schild galea helm
13 hasta lans contra + acc tegen(over)
14 clarus beroemd adversarius tegenstander
15 centum honderd
16 appropinquare + dat naderen, dichterbij komen callidus slim
17 vitare ontwijken, (ver)mijden
18 age hup, kom op
21 negare 1 ontkennen 2 weigeren
22 consistere blijven staan
23 vertere keren, (om)draaien id nom acc dit
24 quidem sed wel(iswaar) maar
25 graviter ernstig
26 calliditas, -ates slimheid
27 nondum nog niet
30 adhuc nog, tot nu toe victor, victores (over)winnaar
31 pollicem premere de duim met de andere vingers omsloten houden
MANDATA v Meer uitleg en oefening nodig ? Bekijk de uitlegvideo en maak de oefendrill.
19 Neem het schema over.
a Vul de ontbrekende persoonsvormen aan. T 2
b Vertaal alle persoonsvormen. T 2
1 Latijn vita-t vertaling
2 Latijn sede-ba-nt vertaling
3 Latijn curav-erunt vertaling
4 Latijn negav-era-nt vertaling
20 Vertaal de zinnen. I
1 Filius prope matrem manebat, sicut ea rogaverat.
2 Quando in arena sanguis hominum et bestiarum terram coloraverat, Marcus semper oculos clausos tenebat.
3 In mensa stabant pocula. Servus pocula vino compleverat.
4 Quamquam hostis eum vulneraverat, miles tamen pugnam finire recusavit.
derde
editie
Extra uitleg en oefenen met de bijbehorende ict
2 bestia (wild) dier colorare kleuren clausos gesloten
3 mensa tafel
4 quamquam hoewel
21 Kies een van de Latijnse zinnen van 20 en leg de keuze voor de verschillende tijden uit. Gebruik in je antwoord de informatie bij de tijdlijn op p. 94. T 2 praesens imperfectum perfectum plusquamperfectum
RTTI -coderingen bij de opdrachten
S • P • Q • R
LATIJN
TAAL & CULTUUR
GYMNASIUM BOVENBOUW
S • P • Q • R
«We zijn erg blij met onze overstap naar SPQR bovenbouw. Er is een duidelijke integratie van taal en cultuur. Vooral de indeling van de vragen in de verschillende categorieën is een verrijking. De boeken zijn een lust voor het oog en duidelijk met zorg samengesteld. De digitale omgeving biedt een mooie toevoeging om te differentiëren. »
linda van maaren-voetman jeroen hamelink Alkwin Kollege, Uithoorn
S • P • Q • R
1
HULPBOEK BOVENBOUW
2
HULPBOEK BOVENBOUW
Sluit aan op alle methoden in de onderbouw!
SPQR Latijnse taal & cultuur / bovenbouw
De eerste écht geïntegreerde methode voor LTC
SPQR bovenbouw integreert Latijnse taal en cultuur zoals het bedoeld is. SPQR bovenbouw verenigt in vijftien aansprekende thema’s op een logische manier alle relevante exameneisen voor taal én cultuur. Alle verplichte cultuurdomeinen komen aan bod in samenhang met Latijnse teksten. Het tekstboek biedt de leerling een rijk palet aan Latijnse teksten met verschillende genres, periodes en auteurs.
SPQR bovenbouw biedt daarnaast extra teksten online die aansluiten bij de teksten in het boek. Een uitkomst voor docenten die niet elk jaar hetzelfde op dezelfde manier willen doen en voor docenten die graag met een keuzepensum werken. Samen met SPQR onderbouw en het compendium SUMMA (zie pagina 11-12) vormt het bovenbouwdeel en een ideale doorlopende leerlijn naar het examen.
v Doorlopende leerlijn naar het examen
Samen met SPQR onderbouw vormt het bovenbouwdeel een ideale doorlopende leerlijn van leerjaar 1 naar het examen.
v Zeer geschikt voor zelfstandig werken
SPQR bovenbouw is leerdoelgestuurd en daarmee heel geschikt voor zelfstandig werken.
v Volledige dekking exameneisen
Alle verplichte cultuurdomeinen komen aan bod en worden behandeld in samenhang met Latijnse teksten en verwerkt door middel van opdrachten.
v Compleet en makkelijk
SPQR Latijn bovenbouw bevat leerdoelsturing, voorbeeld-pta’s, toetsen en hulp bij de implementatie van het examenprogramma.
v Flexibiliteit, vrijheid en keuze
SPQR bovenbouw biedt online extra teksten die aansluiten bij de teksten in het boek.
v Effectief
De hulpboeken voorzien in een uitgekiende woordenboektraining en relevante herhaling van de grammatica in samenhang met het compendium SUMMA
v Bekijk op de volgende bladzijden voorbeeldpagina’s uit de methode
v Meer informatie? https://staal-roeland.nl/spqr-bovenbouw/
De redenaar Marcus Tullius Cicero leefde in de eerste eeuw v. Chr. Voor zijn bekendheid en politieke carrière was het jaar 63 v. Chr. zeer belangrijk. In dit jaar, tijdens Cicero’s consulaat, speelde zich de samenzwering van Catilina af.
Politieke achtergrond
In 64 v. Chr. deden onder anderen de senatoren Marcus Tullius Cicero en Lucius Sergius Catilina mee aan de verkiezingen voor het ambt van consul voor het daaropvolgende jaar. De twee mannen hadden beiden hun eigen reputatie en aanhang. Catilina werd niet verkozen tot consul, Cicero wel. Catilina kwam uit een oude patricische familie. Hij had geen onbesproken reputatie: in de jaren ervoor was hij aangeklaagd voor misdragingen tijdens zijn gouverneurschap, maar hiervan werd hij vrijgesproken. Volgens Cicero was dat omdat hij de rechters had omgekocht. Ook waren er geruchten dat Catilina betrokken was geweest bij moorden en ontucht had gepleegd met familieleden. Toch is hij hier nooit voor veroordeeld. Het is onbekend in hoeverre deze geruchten waarheid bevatten.
De samenzwering
In oktober 63 v. Chr. kwam consul Cicero ter ore dat Catilina samen met een aantal anderen zou proberen de macht te grijpen. Cicero lichtte de senaat in over Catilina’s plannen. Toch gebeurde er nog weinig. Ondertussen vreesde Cicero voor zijn eigen leven: er zouden plannen zijn om hem en andere magistraten te vermoorden.
Hij zocht naar bewijs, maar had slechts informatie van horen zeggen. Toch voelde Cicero zich genoodzaakt iets te doen, omdat zowel de staat als zijn eigen leven in gevaar waren. Daarom riep Cicero de senaat bijeen, niet — zoals gebruikelijk was — in de curia, maar in de tempel van Jupiter Stator. Hier hield hij zijn (eerste) redevoering over de vermeende samenzwering. Ook Catilina was als senator bij deze vergadering aanwezig.
HOOFDSTUK 15 Gelijk hebben & gelijk krijgen
Achtergrondinformatie
Naslag B: Overige tekstsoorten (wetsteksten) Tekstboek, p. 199
Tips voor grammaticaherhaling
Aanwijzend voornaamwoord Summa, p. 21–22
Betrekkelijk voornaamwoord Summa, p. 23–24
Gerundium & gerundivum Summa, p. 43 – 44
4.3 a Tanden
4.3 b Luchtjes
4.3c Bedplassen
Opdracht 17 Woordenboek Vul tijdens het vertalen onderstaand schema in. Gebruik het stappenplan op p. 116 van dit hulpboek.
selecteren v Tekst 4.3 c r. 1 urinam r. 2 lecto r. 4 umorem r. 5 vitiosam r. 5 redhiberi
analyseren 1 woordsoort 2 stam : 3 basisvorm : 4 hypothese : opzoeken 5 lemma : 6 relevante informatie 7 betekenis
vertalen 8 vertaal de hele zin
evalueren 9 controle : logische vertaling ? 10 klopte je hypothese ?
Opdracht 18 Tekstreflectie a Tekst 4.3a, r. 1 est morbosus Citeer het onderwerp. b Noteer in eigen woorden het hoofdargument voor de beoordeling non est morbosus en de twee ondersteunende argumenten die het hoofdargument onderbouwen.
c Tekst 4.3a, r. 3 nascimur Beredeneer of de schrijver van de wettekst de slaven wel of niet tot de ‘wij’ rekent. d Tekst 4.3 b In deze casus worden twee gevallen onderscheiden. Maak uit de tekst op in welk geval de garantiebepaling van toepassing is, in welk geval niet. e Tekst 4.3 c Leg in eigen woorden uit in welk geval de garantiebepaling van toepassing is.
Opdracht 19 Thema — tekstreflectie a Citeer het tekstelement uit tekst 4.3b waaruit blijkt wat voor de rechtsgeleerden een doorslaggevend criterium is om de aankoop van een slaaf ongedaan te maken. b Licht toe hoe dit criterium een rol speelt in de teksten 4.3a en 4.3c. c Leg uit wat dit criterium zegt over de visie van de Romeinse wet op slaven. Opdracht 20 Vertalen a Tekst 4.3b, r. 3 vitio Bedenk een vertaling voor dit woord die duidelijk maakt dat het om een verkoopproduct gaat. b Tekst 4.3c, r. 5 redhiberi Bedenk een vertaling voor dit woord die duidelijk maakt dat het om een transactie gaat.
5
15.2a Exordium
De redevoering begint met het exordium de inleiding, waarin Cicero meteen in de aanval gaat. Omdat hij bewijs mist voor een arrestatie, probeert hij Catilina onmiddellijk te overrompelen en intimideren.
Quo usque tandem abutere, Catilina, patientia nostra? Quam diu etiam furor iste tuus nos eludet? Quem ad finem sese effrenata iactabit audacia? Nihilne te nocturnum praesidium Palati, nihil urbis vigiliae, nihil timor populi, nihil concursus bonorum omnium, nihil hic munitissimus habendi senatus locus, nihil horum ora voltusque moverunt? Patere tua consilia non sentis, constrictam iam horum omnium scientia teneri coniurationem tuam non vides? Quid proxima, quid superiore nocte egeris, ubi fueris, quos convocaveris, quid consili ceperis: quem nostrum ignorare arbitraris?
O tempora, o mores! Senatus haec intellegit, consul videt; hic tamen vivit. Vivit? Immo vero etiam in senatum venit, fit publici consili particeps, notat et designat oculis ad caedem unum quemque nostrum. Nos autem, fortes viri, satis facere rei publicae videmur, si istius furorem ac tela vitamus. Ad mortem te, Catilina, duci iussu consulis iam pridem oportebat, in te conferri pestem quam tu in nos omnis iam diu machinaris.
15.2a Exordium 1 quo usque tandem hoe lang nog in vredesnaam abutere = abuteris abutor, -i + abl misbruiken patientia geduld
2 etiam hier: nog furor, -oris m waanzin eludo, -ere bespotten
3 iacto, -are tentoonspreiden nihilne pv: moverunt (r. 6) praesidium wachtpost, bewaking Palatium Palatijn
4 vigilia hier: patrouille concursus, -us het samenstromen bonus subst belangrijk man
5 munitus beveiligd
6 horum verwijst naar de aanwezige senatoren voltus, -us = vultus: blikken moveo, -ere hier: beroeren
7 constringo, constrictus belemmeren, hinderen teneo, -ere hier: begrijpen
8 proxima (nocte) gisterennacht superior hier: (nog) eerder
10 ignoro, -are niet weten
12 publicum hier: politiek
13 consilium hier: overleg noto, -are bemerken, markeren designo, -are aanwijzen unus quisque (r. 14) ieder afzonderlijk
15 telum hier: wapen
16 iussus, -us bevel, opdracht iam pridem adv al lang geleden pestis, -is onheil, ondergang
17 omnis = omnes
< 15.3 Muurschildering van Cesare Maccari uit 1889, te zien in het Palazzo Madama te Rome, waar de huidige Italiaanse senaat zetelt. Links houdt Cicero zijn redevoering tegen Catilina, die rechts ineengedoken en in afzondering zit. De redevoering werd overigens niet gehouden in de curia zoals hier afgebeeld, maar in de tempel van Jupiter Stator.
Voorbeeldpagina’s uit het tekstboek
Opdracht 21 Thema — beeldende kunst Zowel gebreken als vaardigheden van een slaaf konden van invloed zijn op de prijs waarvoor hij verkocht werd. Bekijk de vijf afbeeldingen 4.2 A – E op p. 45 van het tekstboek. Zet de afbeeldingen in volgorde van de prijs die je denkt dat de slaveneigenaar op de slavenmarkt voor de slaaf heeft betaald, van goedkoop naar duur. Licht je keuze toe.
4.3d Slavenhandelaren
Opdracht 22 Thema — beeldende kunst a Beschrijf welke dubieuze praktijken rondom slavenverkoop te lezen zijn in de tekst. b Bekijk de afbeelding hieronder. Hoe blijkt uit de grafsteen dat het gaat om een slavenhandelaar? c De slaaf op dit reliëf is naakt afgebeeld. Leg uit waarom.
4.3e Balspel 4.3f Speerwerpen 4.3g Schoolmeester
Opdracht 23 Tekstbegrip a Tekst 4.3e, r. 1 quidam Grammaticaal gezien kan dit woord zowel enkelvoud als meervoud zijn. Beargumenteer wat juist is op basis van de rest van de zin.
b Tekst 4.3e, r. 3 eo, cuius Noteer van beide voornaamwoorden de naamval en verklaar het gebruik van de naamval.
c Tekst 4.3 g, r. 4 dicendum [ 1 ] Bepaal of dit woord een gerundium of een gerundivum is [ 2 ] noteer de volledige woordgroep en [ 3 ] vertaal de woordgroep.
Opdracht 24 Thema — tekstreflectie a Welk criterium gebruikt de rechtsgeleerde in tekst 4.3e om te bepalen of de lex aquilia van toepassing is? Citeer het tekstelement.
b Leg aan de hand van de inleiding boven de teksten uit waarom dit een passend criterium is.
c Hoe is dit criterium verwoord in tekst 4.3 f? Citeer het tekstelement. d Leg uit wat dit criterium zegt over de visie van de Romeinse wet op slaven.
Voorbeeldpagina’s uit hulpboek 1
Onbepaald voornaamwoord
Onbepaalde voornaamwoorden zijn afgeleid van het vragend voornaamwoord. Quis quid emit? Wie koopt wat? Qui vir quod vinum emit? Welke man koopt welke wijn? vragend vnw
Aliquis aliquid emit.
Iemand koopt iets. Aliqui vir aliquod vinum emit. Een zekere man koopt een of andere wijn. onbepaald vnw
Quisque quidque emit.
Iedereen koopt alles. Quisque vir quodque vinum emit. Elke man koopt iedere wijn. onbepaald vnw
Zelfstandig Bijvoeglijk ev mv
m v aliquis o aliquid iemand iets m aliqui v aliqua o aliquod een zekere, een of andere sommige, enige m quidam v quaedam o quoddam een zekere, een of andere sommige, enige
m / v (non) quisquam o (non) quicquam (n)iemand (n)iets m (non) ullus v (non) ulla o (non) ullum (g)een, (g)een enkele
m / v quisque o quidque iedereen alles m quisque v quaeque o quodque iedere, elke
Onbepaald voornaamwoord — Verbuiging zelfstandig bijvoeglijk m v o m v o ev nom gen dat acc abl ali-quis ali-quid ali-cuius ali-cuius ali-cui ali-cui ali-quem ali-quid ali-quo ali-quo ali-qui ali-qua ali-quod ali-cuius ali-cuius ali-cuius ali-cui ali-cui ali-cui ali-quem ali-quam ali-quod ali-quo ali-qua ali-quo
mv nom gen dat acc abl ali-qui ali-quae ali-quae ali-quorum ali-quarum ali-quorum ali-quibus ali-quibus ali-quibus ali-quos ali-quas ali-quae ali-quibus ali-quibus ali-quibus iemand iets ev een zekere, een of andere mv sommige, enige
Voorbeeldpagina’s uit de herziene editie van SUMMA
Bijvoeglijk naamwoord met naamvalsuitgangen van een voornaamwoord
nullus, -a, -um ullus, -a, -um unus, -a, -um uter, utra, utrum neuter, neutra, neutrum alter, altera, alterum uterque, utraque, utrumque totus, -a, -um solus, -a, -um alius, -a, -ud geen een of andere één welk(e) van beide geen van beide een van beide elk van beide (ge)heel alleen ander
De naamvalsuitgangen -ius en -i voor genitivus en dativus enkelvoud komen voor bij sommige bijvoeglijke naamwoorden in de groep longus zoals nullus, -a, -um Alle andere vormen van het bnw volgen de regelmatige verbuiging.
Telwoord — Verbuiging
m v o m v o nom gen dat acc abl unus unius uni unum uno una unius uni unam una unum unius unis unum uno duo duorum duobus duos duobus duae duarum duabus duas duabus duo duorum duobus duo duobus één twee m v o o nom
De telwoorden vanaf quattuor (vier) t/m centum (honderd) en mille (duizend) worden niet verbogen. Veelvouden van duizend (tweeduizend, drieduizend etc.) worden gevormd door een getal + milia + genitivus partitivus (zie p. 12).
Duae feminae in via ambulabant. Twee vrouwen wandelden op straat.
Da mihi dona mille. Geef mij duizend cadeaus.
Ducem Spartacum et sex milia servorum Romam duxerunt.
Zij brachten aanvoerder Spartacus en zesduizend slaven naar Rome.
« In SUMMA staan de hoofdzaken van de grammatica overzichtelijk bij elkaar. Alles wat de leerlingen volgens de CEVO -lijst moeten kennen, is opgenomen, bijvoorbeeld ook een overzicht van stijlmiddelen, verteltechniek en tekstgenres met de belangrijkste kenmerken en een alfabetische lijst van basiswoorden. Belangrijkste pluspunten zijn de overzichtelijkheid en de voorbeelden: heel belangrijk, omdat juist dit de theorie voor de leerling concreet maakt en daardoor beter bruikbaar.
SUMMA is bijzonder sterk als het gaat om infinitivus- en participiumconstructies. Ook het lastige verschil met het Nederlands in het gebruik van het bezittelijk voornaamwoord ( pater et filia sua ) wordt goed uitgelegd en ruim met voorbeelden geïllustreerd.»
ludwich verberne
Stad & Esch Lyceum, Meppel
SUMMA Compendium Latijn
Onmisbaar naslagwerk op weg naar het eindexamen
SUMMA Compendium Latijn is te gebruiken naast alle lesmethoden Latijn en is voor elke leerling in de bovenbouw van het gymnasium een onmisbaar naslagwerk op weg naar het eindexamen. De grammatica, zowel vormleer als syntaxis, wordt overzichtelijk aangeboden, helder uitgelegd en met voorbeeldzinnen geïllustreerd. Daarnaast biedt SUMMA een overzicht met voorbeelden van stijlmiddelen, verteltechniek en tekstgenres. SUMMA bevat ook een alfabetische lijst met circa 1.350 meest voorkomende basiswoorden. De minimumlijst Latijn (2024) is het uitgangspunt voor deze geheel herziene editie.
Elke leerling kan eenvoudig en zelfstandig aan de slag met SUMMA Compendium Latijn. Aanvullend bij het compendium geeft een digitale licentie toegang tot ruim 80 heldere uitlegvideo’s en bijbehorende digitale oefeningen (Drills) om de grammatica te oefenen. Er zijn aparte drills waarmee de leerling basiswoorden op frequentie of woordsoort oefent en zo de woordenschat op peil brengt of houdt.
v Compleet overzicht
SUMMA Compendium Latijn geeft een compleet overzicht van alle grammaticale begrippen en de literaire termen. Met beknopte uitleg en voorbeelden.
v Uitgebreide inhoudsopgave
Dankzij een uitgebreide, overzichtelijke inhoudsopgave en een heldere opmaak navigeer je eenvoudig door SUMMA.
v Vertaaltips en woordenboektraining
Uitleg van twee vertaalstrategieën en handvatten om met het woordenboek om te gaan.
nieuwe, geheel herziene editie in 2025!
v Praktische naslaglijst
SUMMA Compendium Latijn biedt een praktische naslaglijst van circa 1.350 basiswoorden.
v Docentenmateriaal
Extra materiaal voor de docent, zoals handige overzichten en powerpoints, is gratis beschikbaar in de online docentenomgeving.
v Frisse vormgeving
De vernieuwde opmaak maakt SUMMA nóg overzichtelijker en toegankelijker.
v Meer informatie? https://staal-roeland.nl/summa/
«Sinds een paar jaar werken wij met de methode ARGO. Een verrukkelijke mix van taal en cultuur. Onderbouwleerlingen genieten van de verhalen uit de mythologie.»
aad van kranenburg Pieter Zandt Scholengemeenschap, Kampen
ARGO
GRIEKS
TAAL & CULTUUR
GYMNASIUM ONDERBOUW
« De nieuwe versie van ARGO bevalt nog beter dan de vorige. De combinatie met de digitale ondersteuning is echt een plus. Ook leerlingen gaan de drillsters steeds meer zien als een middel om te leren en niet als iets dat moet van mij. »
annette schuring Huygens Lyceum, Eindhoven
ARGO
1
HULPBOEK ONDERBOUW
« ARGO is een prachtig verzorgde volledige leergang Grieks voor de onderbouw en bovenbouw. De grammatica wordt in twee hulpboeken goed gedoseerd met bijbehorende oefeningen. De grammatica wordt behandeld in de traditionele volgorde. De meerwaarde van de methode is vooral gelegen in het rijke cultuuraanbod in het tekstboek. Cultuur en Griekse teksten zijn goed geïntegreerd. Belangrijke onderwerpen uit de Griekse mythologie en archeologie komen al vanaf het eerste begin aan bod. ARGO voor de onderbouw is zeer aan te bevelen.»
truida van bochove Lauwers College, Buitenpost
ARGO 2
HULPBOEK ONDERBOUW
ARGO Griekse taal & cultuur / onderbouw
Doorlopende leerlijn naar de bovenbouw
ARGO is de meest gebruikte lesmethode
Griekse Taal & Cultuur voor de onderbouw.
ARGO blinkt uit doordat de methode leerlingen uitdaagt en motiveert voor het vak door de variatie aan onderwerpen.
ARGO Griekse Taal & Cultuur is nu volledig vernieuwd. In deze vernieuwde editie is er extra aandacht voor de introductie van het vak. In de beide hulpboeken zijn de grammaticauitleg en de erga overzichtelijk geordend en is leerdoelsturing en RTTI -codering toegevoegd.
v Volledige dekking examenprogramma GTC
Door de effectieve aanpak van cultuur, tekst, grammatica & idioom bereiden de leerlingen zich effectief voor op het zelfstandig lezen en vertalen van origineel Grieks in de context van de Griekse wereld. ARGO sluit volledig aan op het examenprogramma GTC
v Uitgebreide online leeromgeving
ARGO voorziet in een uitgebreid digitaal aanbod voor leerlingen: uitlegvideo’s, voorgelezen Griekse teksten en adaptieve oefendrills voor grammatica, idioom en cultuur.
v Docentenmateriaal
Uitgebreid docentenmateriaal is online gratis beschikbaar.
v Hoog leerrendement
De uitgekiende opdrachten bij de cultuurhistorische teksten en bij de Griekse teksten activeren het begrijpend lezen, ondersteunen leesstrategieën en nodigen uit tot tekstreflectie.
v Tekst in context
In de context van negen overkoepelende thema’s uit de Griekse wereld, komen taal en cultuur in onderlinge samenhang aan de orde. Ieder thema bevat Griekse teksten, die in samenhang met cultuurhistorische informatie, een deelonderwerp tot leven brengen.
v Geschikt voor iedere urentabel
De methode is uitdagend en zorgt daarmee voor een hoog niveau zonder dat het programma overladen is. Geschikt voor iedere urentabel.
v Formatieve focus van de ‘vierde tekst’
De vierde tekst van een thema voorziet in een formatieve functie. In de opdrachten wordt de leerling aan de hand van de les bevraagd over het hele thema tot dan toe: cultuurinhoud, grammatica en tekst. Zo is de vierde tekst bij uitstek het middel om differentiatie aan te brengen en leerlingen formatief te toetsen.
v Doorgaande leerlijn naar bovenbouw
ARGO onderbouw is de perfecte voorbereiding op het vak Griekse Taal & Cultuur in de bovenbouw.
v Bekijk op de volgende bladzijden voorbeeldpagina’s uit de methode
v Meer informatie? https://staal-roeland.nl/argo/
argo onderbouw
Voorbeeldpagina’s uit het tekstboek
1 Mythe
vulkaan — Op het eiland Sicilië ligt diep onder de grond een enorme reus. Ooit heeft deze reus geprobeerd om de oppergod Zeus van de troon te stoten, en Zeus heeft hem gestraft door het bergmassief van de Etna boven op hem te gooien. Af en toe spuugt de reus nog vlammen uit van woede, die dan aan de bovenkant uit de berg spuiten. Wanneer hij zich onder de grond probeert om te draaien, dan beeft de aarde ver in de omtrek. Dit is een voorbeeld van een mythe, een verhaal dat generaties lang werd doorverteld. Mythen gingen over goden, monsters en helden en waren een manier om de wereld begrijpelijk te maken. Ze leerden de Grieken van alles over hoe de wereld in elkaar zat, waarom de dingen waren zoals ze waren en wat hun eigen plaats in de wereld was. De dingen die de mensen niet echt konden begrijpen, die ze als wonder beschouwden, die dingen werden verklaard door mythen. De vulkaanuitbarstingen van de Etna zijn daar een voorbeeld van, maar ook het verschil tussen licht en donker of het feit dat mensen geboren worden en sterven. Natuurverschijnselen zoals het weer of de seizoenen, liefde en strijd, intelligentie en overmoed, inspiratie voor muziek of beeldende kunst: het waren allemaal zaken die ze met mythen probeerden te verklaren.
24 thema 1 begin
Voorbeeldpagina’s uit hulpboek 1
Leerdoelgestuurd
thema 1 begin — Grammatica bij les 2, Kosmos
Lidwoord — geslacht en getal
verschillende versies — De goden die in deze mythen vaak een hoofdrol vervullen, werden in de hele Griekse wereld vereerd. De mythen reisden dus ook de hele Griekse wereld door, en door het vele doorvertellen konden er ook variaties ontstaan. Zo kan het gebeuren dat er van sommige verhalen verschillende versies bestaan die heel anders aflopen. Vanaf ongeveer de 8ste eeuw v. Chr. werden de verhalen niet alleen meer verteld, maar ook opgeschreven. Dat leidde ertoe dat er van veel verhalen uiteindelijk een standaardversie is vastgelegd. Sommige van die standaardversies zijn bewaard gebleven. Voorbeelden van verhalen die iedereen kende, zijn: de reis van de Argo, de naamgever van dit boek; het ontstaan van de wereld, waarover je binnenkort meer zult lezen; en een hele serie verhalen over de strijd om de stad Troje. Daartoe behoren de Ilias en de Odyssee van Homeros. De Ilias zal later in dit boek uitgebreid aan de orde komen. De Odyssee vertelt het verhaal van de held Odysseus, die na de verovering van Troje nog tien jaar onderweg was naar huis. Onderweg had hij allerlei tegenslag en kwamen al zijn reisgenoten om het leven. Uiteindelijk bereikte hij zijn thuisland Ithaka en werd hij herenigd met zijn vrouw Penelope en zijn zoon Telemachos.
Doel v Je leert de begrippen ‘geslacht’ en ‘getal’ en het Griekse lidwoord.
Geslacht — mannelijke, vrouwelijke en onzijdige zelfstandig naamwoorden de man mannelijk de boom mannelijk de vrouw vrouwelijk de vriendschap vrouwelijk het kind onzijdig het licht onzijdig
Zelfstandig naamwoorden hebben een geslacht: mannelijk, vrouwelijk of onzijdig. Soms is het geslacht af te leiden van de betekenis, zoals bij man of vrouw. In het Nederlands wordt het lidwoord de gebruikt voor mannelijke en vrouwelijke woorden, het voor onzijdige woorden. In het Grieks is het geslacht van het zelfstandig naamwoord altijd af te leiden van het lidwoord. In de woordenlijst staat daarom altijd het lidwoord erbij.
vrouwelijk onzijdig
Getal — enkelvoud en meervoud
Overzichtelijke indeling : compacte uitleg (links) en opdrachten (rechts)
Vertaling van het lidwoord
Het Nederlands heeft een bepaald lidwoord (de, het) en een onbepaald lidwoord (een). Het Grieks kent alleen het bepaald lidwoord.
de god
(een) god
de goden
goden
Let op! Soms kun je het Griekse lidwoord vertalen met ‘zijn’, ‘haar’, of ‘hun’. Een lidwoord bij namen van personen of plaatsen vertaal je helemaal niet.
en zijn broers zijn goden.
← Voordat de held Odysseus weer thuiskomt, moet hij heel wat avonturen doorstaan. Lieflijk zingende Sirenen, vrouwvogels, proberen zijn schip te laten stranden. De verhalen uit de Odyssee werden door veel beeldende kunstenaars als inspiratiebron gebuikt. Dit schilderij van John William Waterhouse (1891) is te zien in de National Gallery of Victoria, Melbourne, Australië.
Zing van de man van duizend listen, Muze, die zoveel rondzwierf, nadat hij de heilige stad van Troje verwoest had, die van veel mensen zag hoe ze woonden en wist hoe ze dachten, die veel ellende kreeg te verduren op zee, terwijl hij vocht voor zijn leven en voor de thuiskomst van zijn vrienden.
Toch kon hij zijn vrienden niet redden, hoe graag hij ook wilde. Want ze groeven hun eigen graf, ze waren zo gek om koeien van Helios Hyperionszoon op te eten. Die ontnam hun de dag van de thuiskomst. Zing de verhalen ook voor ons, Muze, dochter van Zeus, en begin maar ergens.
homeros , Odyssee, 1.1 – 10 (Vertaling Imme Dros)
1
2
3
εργa v Meer uitleg en oefening nodig? Bekijk de uitlegvideo en maak de oefendrill.
εργον 7 α Bekijk de woordenlijst bij les 2. Hoe herken je de zelfstandige naamwoorden? t 1
β Maak drie kolommen: mannelijk, vrouwelijk en onzijdig. Noteer elk zelfstandig naamwoord in de juiste kolom. t 1
γ Bekijk de Nederlandse betekenissen. Is het geslacht in het Grieks altijd gelijk aan het geslacht in het Nederlands? Geef twee voorbeelden waarop je je antwoord baseert. t 2
εργον 8 Noteer van de onderstaande woorden de vertaling in het juiste getal: enkelvoud of meervoud. t 2
(mens) 4
(aarde) 5
(werk, daad) 6
(boom)
(broer)
(meisje)
εργον 9 Zet de onderstaande combinaties van lidwoord en zelfstandig naamwoord in het meervoud. t 1
2
3
1
(werk, daad) 4
(rivier)
(plaats, gebied) 6
(paard)
(geschenk)
(rots, rotsblok) εργον 10 Vertaal de onderstaande zinnen. i
Extra uitleg en oefenen met de bijbehorende ict RTTI -coderingen bij de opdrachten
ARGO
ARGO
GRIEKS
VIERDE LEERJAAR
ARGO
GRIEKS
VIJFDE LEERJAAR
« Met ARGO voor het vijfde leerjaar heeft de uitgever voor de oudere leerlingen een goede zet gedaan. Het Encheiridion van Epictetus bijvoorbeeld was voor mijn leerlingen qua taal serieus. De teksten gaven daarnaast alle aanleiding om met plezier te discussiëren over het nut van goed en wijs leven.
De boeken zijn een feest op zich. Prachtige illustraties verluchtigen en verdiepen de tekst.»
aad van kranenburg
Pieter Zandt Scholengemeenschap, Kampen
PHAROS
COMPENDIUM GRIEKS
Met mijn groep heb ik hele discussies gehad over hoe je op bepaalde zaken geen invloed hebt. En dat het dus niet nuttig is je daar druk over te maken.
Veel mogelijkheden om het onderwerp te actualiseren. Of het nou een interview met Susan Smit was in Happinez of een verwijzing naar een training mindfulness.
lenneke van der burg
Van Maerlantlyceum, Eindhoven
De boeken voor het vierde en vijfde leerjaar bevatten deels traditionele teksten van de bekende Griekse schoolauteurs, maar de teksten zijn ook vernieuwend. In het tekstboek voor klas 5 is het hoofdstuk over de epigrafie uniek in een Griekse methode. De opdrachten zijn actualiserend. De teksten over Alexander de Grote behandelen als mooie aanvulling het ‘nachleben’ van Alexander de Grote in de Middeleeuwen en zelfs zijn navolging in het Oosten. ARGO is een vernieuwende, mooie en rijk geïllustreerde methode die elke docent kan motiveren om de leerlingen enthousiast te maken voor het vak Grieks.
truida van bochove Lauwers College, Buitenpost
ARGO Griekse taal & cultuur / bovenbouw
De eerste écht geïntegreerde methode voor GTC
ARGO bovenbouw integreert Griekse taal en cultuur zoals het bedoeld is. ARGO bovenbouw verenigt alle relevante exameneisen voor taal én cultuur. Alle verplichte cultuurdomeinen komen aan bod en worden behandeld in samenhang met Griekse teksten. In negen originele thema’s worden bekende maar ook minder bekende teksten voor de leerlingen op een aansprekende en eigentijdse manier volgens wetenschappelijk nieuwe inzichten ontsloten.
De methode bestaat uit twee delen: ARGO 4 en ARGO 5. Samen met ARGO Grieks onderbouw en het Compendium PHAROS vormt ARGO bovenbouw een ideale doorlopende leerlijn naar het examen. ARGO bovenbouw is een volwassen methode met een grote variatie van onderwerpen en originele en nog niet eerder ontsloten teksten. ARGO bovenbouw motiveert door een duidelijke link tussen toen en nu. Daardoor is de relevantie van het vak Grieks klip en klaar.
v Doorlopende leerlijn naar het examen
Samen met ARGO onderbouw vormen beide bovenbouwdelen een ideale doorlopende leerlijn naar het examen.
v Zeer geschikt voor zelfstandig werken
De doelgerichte en sturende vragen in combinatie met de ict-licentie PHAROS maken het mogelijk voor de leerling om zelfstandig met ARGO bovenbouw te werken.
Sluit aan op alle methoden in de onderbouw!
v Volledige dekking exameneisen
Alle verplichte cultuurdomeinen komen aan bod en worden behandeld in samenhang met Griekse teksten. De tekst- en contextvragen zijn opgezet en geformuleerd zoals bij het CE .
v Grammatica: nieuw & herhaling
In ieder thema is aandacht voor gerichte herhaling van grammatica en omgaan met het woordenboek.
v Complete inhoud in de opdrachten
Elk thema wordt afgesloten door opdrachten waarin cultuur, tekst en beeld samenkomen en waarin speciale aandacht besteed wordt aan de relevantie van het vak Grieks.
v Flexibiliteit, vrijheid en keuze
ARGO bovenbouw biedt in twee boeken en het aanvullend materiaal online, genoeg materiaal voor een gevarieerd en aantrekkelijk keuzepensum.
v Bekijk op de volgende bladzijden voorbeeldpagina’s uit de methode
v Meer informatie? https://staal-roeland.nl/argo-bovenbouw/
1
kosmokrator
Alexander de Grote, wereldheerser
Alexander de Grote heeft altijd tot de verbeelding gesproken.
Hij verkreeg zoveel macht dat men hem in de oudheid al kosmokrator (wereldheerser) noemde. In de loop der eeuwen gingen feit en fictie rond zijn persoon door elkaar lopen.
Verslagen van zijn bijzondere prestaties raakten verweven met verhalen die historisch gezien niet waarheidsgetrouw zijn.
Alexander drukte op vele manieren zijn stempel op de geschiedenis.
Een daarvan was de stichting van Alexandrië in Egypte.
Bijna duizend jaar lang was de stad de hoofdstad van Egypte.
Onder de heerschappij van de Ptolemaien kwamen geleerden van heinde en verre naar de stad en beoefenden er alle mogelijke takken van wetenschap. De bibliotheek van Alexandrië bevatte honderdduizenden boekrollen met kennis op allerlei gebieden.
De persoon van Alexander en de positie van Alexandrië vormen de rode draad in dit thema.
Aan Alexander de Grote werden in de middeleeuwen de meest wonderbaarlijke avonturen toegeschreven. Zo vertelt een Frans manuscript uit de 14de eeuw dat Alexander na het veroveren van de wereld afdaalt om de diepzee te verkennen. Alexander is te zien in een glazen duikersklok voorzien van twee olielampjes. Deze illustratie komt uit Histoire du bon roi Alexandre British Library, Londen.
De stichting van Alexandrië
Alexander vroeg een orakel waar hij in Egypte een stad moest stichten die naar hem genoemd zou worden en die voor altijd in de herinnering van de mensen zou blijven bestaan. Het antwoord luidde: ‘tegenover het eiland van Proteus.’ Op zoek naar dit eiland belandde Alexander bij de monding van de Nijl.
Oriëntatie
v opdracht 20 Vergelijk r. 1–4 met de plattegrond van Alexandrië op p. 8. Beschrijf waar op deze plattegrond, volgens jou, Alexander gestaan zou kunnen hebben.
Grammatica
v opdracht 21 Deze opdracht gaat over het medium. ( Pharos, p. 57 )
a Noteer de vier mediumvormen uit r. 1–4.
b Noteer achter deze vormen of het een medium tantum, een medium met passieve betekenis of een medium met reflexieve betekenis is.
c Welke twee mediumvormen zie je in r. 12? Benoem en vertaal ze.
thema 1 kosmokrator — Alexander de Grote, wereldheerser
Ieder speelt zijn eigen rol
Nu we iets meer weten over hoe we om moeten gaan met de dingen die ons overkomen in ons leven, komt er een volgende uitdaging op ons pad: hoe moeten we ons gedragen in het openbaar? In de volgende drie passages geeft Epictetus ons handvatten voor goed gedrag.
Oriëntatie
v opdracht 28
Deze opdracht gaat over tekst 15 en 17. Kijk in de woordenlijst van tekst 15 en 17.
a Welke woorden in de woordenlijst bij tekst 15 hebben te maken met dineren?
b Welke woorden in de woordenlijst bij tekst 17 hebben te maken met toneelspelen?
c Formuleer voor elk van beide teksten een hypothese wat Epictetus gezien de woordenlijst en zijn stoïsche levensvisie beweert. d Controleer je hypotheses na afloop van het vertalen.
e In hoeverre heeft deze oriëntatie je geholpen bij de vertaling?
Woordenboek
v opdracht 29
In deze derde woordenboekopdracht van dit thema staan zelfstandige naamwoorden centraal. Baken van deze woorden de stam af door er aan de achterkant de naamvalsuitgang af te halen. Zoek daarna met behulp van deze basisvorm de woorden op in het woordenboek en noteer de betekenis. Gebruik, indien nodig, het uitgebreide stappenplan op p. 175.
Grammatica
v opdracht 30
In tekst 44 staan veel comparativi (zie Pharos p. 26).
a Noteer uit deze tekst twee regelmatige comparativi en hun vertaling.
b Noteer uit deze tekst een onregelmatige comparativus en de letterlijke vertaling daarvan.
c Wat is, gelet op de filosofische inhoud van tekst 44, de beste vertaling van deze onregelmatige comparativus? Beargumenteer je antwoord op grond van de globale inhoud van tekst 44.
Tekst & context
v opdracht 31 Vertaal de tekst in begrijpelijk Nederlands.
v opdracht 32 ( bij tekst 15 ) Lees de onderstaande vertaling van r. 1–3 door Gerard Boter & Rob Brouwer. Beantwoord vervolgens de vragen. Vergelijk daarbij steeds de vertaling met het Griekse origineel.
Bedenk dat je je hoort te gedragen als bij een diner. Er wordt een schotel rondgedragen en die komt bij je in de buurt: steek je hand uit en neem er rustig iets van af.
De schotel gaat voorbij: houd hem niet tegen.
a Waarop is de vertaling ‘hoort’ gebaseerd?
Citeer het Griekse woord.
b Wat doet de vertaler met de grammaticale structuur van r. 2-3 ἐκτείνας
? Betrek in je antwoord de termen participium en persoonsvorm.
v opdracht 33 ( bij tekst 15 ) a Wat is volgens Epictetus het meest gewenste gedrag? Antwoord in eigen woorden en citeer het Griekse tekstelement waarop je je antwoord baseert.
b Waarom wordt Diogenes juist hier genoemd als passend voorbeeld?
c Wat is volgens Epictetus het hoogst bereikbare doel? Antwoord in eigen woorden en citeer het Griekse tekstelement waarop je je antwoord baseert.
d Waarom wordt Herakles juist hier genoemd als passend voorbeeld?
v opdracht 34 ( bij tekst 17 ) Bekijk de afbeelding hiernaast en lees het bijschrift. Het schilderij is gebaseerd op de onderstaande tekst van William Shakespeare:
All the world’s a stage, And all the men and women merely players; They have their exits and their entrances, And one man in his time plays many parts, His acts being seven ages.
shakespeare , As You Like It, Act II, VII,139
a Noteer de rollen die in de Griekse tekst worden genoemd en ook op het schilderij te zien zijn.
b Shakespeare’s ‘exits and entrances’ (r. 3) is niet alleen een toneelaanwijzing, maar duidt ook op de duur van een mensenleven. Waar in tekst 17 vind je eenzelfde verwijzing?
Citeer de tekstelementen en licht je antwoord toe.
c De gedachte in ‘And one man in his time plays many parts’ (r. 4 ) en r. 14–15 van tekst 17 is ongeveer dezelfde, maar er is een duidelijk verschil. Leg het verschil in eigen woorden uit en noteer het Griekse tekstelement waarop je je antwoord baseert.
d Noteer in eigen woorden een levensregel die je kunt leren uit deze tekst.
v opdracht 35 ( bij tekst 17 ) a Wie is het onderwerp bij εἶ (r. 11)?
b In r. 11 wordt ὁ διδάσκαλος figuurlijk gebruikt. Wie zou hiermee bedoeld kunnen zijn, denk jij?
c Naar wie of wat verwijst τοῦτον (r. 13)? Citeer het tekstelement.
d Het is niet toevallig dat Epictetus in r. 13 juist het woord χωλόν gebruikt. Leg dit uit.
v opdracht 36 ( bij tekst 44 ) Epictetus stelt dat uitspraken die wij doen over onszelf en anderen vaak niet correct zijn omdat ze een waardeoordeel bevatten en niet op feitelijkheden gebaseerd zijn. Beter dus om waardeoordelen uit je vocabulaire te schrappen. Dat legt de Stoa als volgt uit: omdat je niet in iemands hoofd kunt kijken en dus niet zijn eigenlijke motieven kent, kun je snel tot een onjuiste gevolgtrekking komen. Lees het onderstaande voorbeeld en voer de opdracht uit.
voorbeeld — Een automobilist snijdt jou af. De reactie ‘hufter!’ is voorstelbaar, maar waarschijnlijk onjuist. Het volgende kan aan de hand zijn: ‘hij is op weg naar de bevalling
van zijn eerste kind’, ‘hij heeft thuis zoveel verdriet dat hij er met zijn hoofd niet bij is’ ‘hij rijdt gewoon slecht’ etc. En al zou je het eigenlijke motief kennen, dan heeft een waardeoordeel nog geen zin, want andermans karakter is voor jou een neutrale zaak: alleen je eigen karakter ligt immers volledig in je macht.
Doe de volgende stoïsche oefening in ‘praten in feitelijkheden’:
a Beschrijf een gebeurtenis van de afgelopen week in op een waardeoordeel gebaseerde termen. b Beschrijf nu de gebeurtenis in feitelijkheden. In bovenstaand voorbeeld dus: a ‘Ik fietste en een enorme hufter in zo’n asobak sneed mij toen hij mij razendsnel inhaalde en uit moest wijken voor een tegenligger.’ b ‘Toen ik fietste moest ik goed opletten en zelfs remmen want een automobilist ging sneller dan verwacht naar rechts.’ c Doe deze oefening telkens wanneer je een waardeoordeel in je taalgebruik aantreft.
Klassieke talen, alle titels
SPQR Latijn onderbouw, derde editie Verwacht voorjaar 2025
SPQR Latijn tekstboek leerjaar 1–3, derde editie
SPQR Latijn hulpboek 1, derde editie
SPQR Latijn licentie aanvullend onderbouw, derde editie *
SPQR Latijn licentie boekvervangend onderbouw, derde editie *
SPQR Latijn docentenhandleiding bij thema 1 en 2, derde editie
* Digitaal materiaal van hulpboek 1 (leverbaar 01.08.2025).
Zodra hulpboek 2 en 3 zijn verschenen, wordt de licentie uitgebreid.
SPQR Latijn onderbouw, tweede editie
SPQR Latijn tekstboek leerjaar 1–3
SPQR Latijn hulpboek 1
SPQR Latijn hulpboek 2
SPQR Latijn hulpboek 3
SPQR Latijn licentie aanvullend onderbouw
SPQR Latijn licentie boekvervangend onderbouw
SPQR Latijn docentenhandleiding bij thema 1 en 2
SPQR Latijn docentenhandleiding bij thema 3, 4 en 5
SPQR Latijn docentenhandleiding bij thema 6, 7 en 8
SPQR Latijn bovenbouw
SPQR Latijn gymnasium bovenbouw
SPQR Latijn hulpboek 1 bovenbouw
SPQR Latijn hulpboek 2 bovenbouw
SUMMA Compendium Latijn bovenbouw
SUMMA Compendium Latijn licentie aanvullend bovenbouw
SPQR Latijn licentie boekvervangend bovenbouw + SUMMA
SPQR Latijn docentenhandleiding 1 bovenbouw
SPQR Latijn docentenhandleiding 2 bovenbouw
SUMMA Compendium Latijn bovenbouw, tweede editie Verwacht voorjaar 2025
SUMMA Compendium Latijn bovenbouw
SUMMA Compendium Latijn licentie aanvullend bovenbouw (leverbaar 01.08.2025)
SUMMA Compendium Latijn licentie boekvervangend bovenbouw (leverbaar 01.08.2025)
SUMMA Compendium Latijn bovenbouw, eerste editie
SUMMA Compendium Latijn bovenbouw (eerste editie)
SUMMA Compendium Latijn licentie aanvullend bovenbouw (eerste editie)
SUMMA Compendium Latijn licentie boekvervangend bovenbouw (eerste editie)
ISBN 978 94 6442 175 0
ISBN 978 94 6442 176 7
ISBN 978 94 6442 179 8
ISBN 978 94 6442 180 4
ISBN 978 94 6442 181 1
ISBN 978 94 9200 085 9
ISBN 978 94 9200 086 6
ISBN 978 94 9200 087 3
ISBN 978 94 9200 088 0
ISBN 978 94 9200 089 7
ISBN 978 94 9200 090 3
ISBN 978 94 9200 091 0
ISBN 978 94 9200 092 7
ISBN 978 94 9200 093 4
ISBN 978 94 9200 094 1
ISBN 978 94 9200 095 8
ISBN 978 94 9200 096 5
ISBN 978 94 9200 034 7
ISBN 978 94 9200 035 4
ISBN 978 94 9200 097 2
ISBN 978 94 9200 098 9
ISBN 978 94 9200 099 6
ISBN 978 94 6442 172 9
ISBN 978 94 6442 173 6
ISBN 978 94 6442 180 4
ISBN 978 94 9200 034 7
ISBN 978 94 9200 035 4
ISBN 978 94 9200 036 1
ARGO Grieks onderbouw, tweede editie
ARGO Grieks tekstboek onderbouw
ARGO Grieks hulpboek 1 onderbouw
ARGO Grieks hulpboek 2 onderbouw
ARGO Grieks licentie aanvullend onderbouw
ARGO Grieks licentie boekvervangend onderbouw
ARGO Grieks docentenhandleiding bij hulpboek 1 onderbouw
ARGO Grieks docentenhandleiding bij hulpboek 2 onderbouw
ARGO Grieks onderbouw, eerste editie * Beperkt leverbaar
ARGO Grieks tekstboek onderbouw (oude editie)
ARGO Grieks hulpboek 1 onderbouw (oude editie)
ARGO Grieks hulpboek 2 onderbouw (oude editie)
ARGO Grieks licentie aanvullend onderbouw (oude editie)
ARGO Grieks licentie boekvervangend onderbouw (oude editie)
ARGO Grieks docentenhandleiding bij hulpboek 1 onderbouw (oude editie)
ARGO Grieks docentenhandleiding bij hulpboek 2 onderbouw (oude editie)
ARGO Grieks bovenbouw
ARGO Grieks gymnasium bovenbouw vierde leerjaar
ARGO Grieks gymnasium bovenbouw vijfde leerjaar
PHAROS Compendium Grieks licentie aanvullend bovenbouw
ARGO Grieks licentie boekvervangend bovenbouw + PHAROS
ARGO Grieks docentenhandleiding bovenbouw vierde leerjaar
ARGO Grieks docentenhandleiding bovenbouw vijfde leerjaar
PHAROS Grieks bovenbouw
PHAROS Compendium Grieks gymnasium bovenbouw (eerste editie)
PHAROS Compendium Grieks licentie aanvullend bovenbouw (eerste editie)
PHAROS Compendium Grieks licentie boekvervangend bovenbouw (eerste editie)
ISBN 978 90 8317 746 5
ISBN 978 90 8317 747 2
ISBN 978 90 8317 748 9
ISBN 978 90 8317 749 6
ISBN 978 90 8321 020 9
ISBN 978 90 8321 021 6
ISBN 978 90 8321 022 3
ISBN 978 94 9200 019 4
ISBN 978 94 9200 014 9
ISBN 978 94 9200 021 7
ISBN 978 94 9200 020 0
ISBN 978 94 9200 015 6
ISBN 978 94 9200 018 7
ISBN 978 94 9200 017 0
ISBN 978 94 9200 067 5
ISBN 978 90 8311 342 5
ISBN 978 94 9200 051 4
ISBN 978 94 9200 071 2
ISBN 978 94 9200 082 8
ISBN 978 90 8311 343 2
ISBN 978 94 9200 050 7
ISBN 978 94 9200 051 4
ISBN 978 94 9200 053 8
Scan de QR-code voor beschikbaarheid en actuele prijzen.
Age! — Activerende didactiek klassieke talen
Romani — De seditione Batavorum (stripboek)
ISBN 978 94 6442 187 3
ISBN 978 90 8325 747 1
Docenten ontvangen 50% korting op de verkoopprijs van tekstboeken, hulpboeken en leerlinglicenties. Bestel jouw docentexemplaren op: https://www.boom.nl/voortgezet-onderwijs
Zó leer je! — Mentorlessen
Onderbouw vmbo / havo / vwo
Zó leer je! is gericht op studievaardigheden en sociaal-emotionele vaardigheden. Er is veel aandacht voor executieve functies.
Zó leer je! is er voor de brugklas en de tweede klas. De leerwerkboeken bevatten 32 kant-en-klare lessen. Elke les begint met een paar opdrachten die aanleiding zijn tot zelfreflectie en/of een klassengesprek. Vervolgens staat er in het boek compacte uitleg met concrete tips over hoe je een bepaalde situatie het beste aan kunt pakken. Omdat de tips bij elkaar staan, is de uitleg zeer overzichtelijk en zijn alle tips gemakkelijk terug te vinden. De les sluit af met een aantal opdrachten om de uitleg te verwerken en een plan voor de toekomst.
Zo leer je! is geheel gebaseerd op RTTI en OMZA.
v flexibel — Je bepaalt zelf in welke volgorde je de lessen behandelt.
v compact — Er blijft voldoende tijd over voor andere mentorzaken.
v aantrekkelijk — Vrolijke uitstraling en een luchtige toon.
Zó leer je! — Mentorlessen brugklas havo/vwo
Zó leer je! — Mentorlessen tweede klas havo/vwo
Zó leer je! — Mentorlessen brugklas vmbo
Zó leer je! — Mentorlessen tweede klas vmbo
ISBN 978 94 9200 075 0
ISBN 978 90 8302 960 3
ISBN 978 94 9200 076 7
ISBN 978 90 8302 961 0
Succesvol de brugklas door
Mentorlessen havo/ v wo
Succesvol de brugklas door Mentorlessen v mb o
aanrader
Voor aanstaande brugklassers en hun ouders hebben we Thuis op school met 170 direct toepasbare tips
€ 15,— isbn 978 90 9032 284 1 thuis op school
Voorbeeldpagina’s
Zo maak je je huiswerk
Als je je huiswerk in een handige volgorde maakt, doe je meer én onthoud je meer in minder tijd Zo ben je efficiënt bezig !
Hoeveel tijd besteed jij per dag ongeveer aan je huiswerk? x
Op welk type leerling lijk jij het meest?
Je mag meerdere kruisjes zetten.
y Ik werk razendsnel en probeer steeds mijn persoonlijk record te verbreken.
y Ik verbaas me er steeds over hoe langzaam het gaat en klaag over hoeveel ik nog moet doen.
y Ik maak me steeds kwaad over hoe stom het huiswerk is en waarom we dit allemaal moeten weten.
y Ik ben altijd veel tijd kwijt en raak vaak in paniek doordat ik mijn agenda, boeken of schriften niet kan vinden.
y Ik ben veel tijd kwijt en raak vaak in paniek doordat ik opdrachten niet begrijp.
y Ik doe mijn huiswerk samen met vriend(inn)en. Dat is gezellig en je kunt lekker van elkaar overschrijven.
y Ik maak mijn huiswerk als ik weet dat het wordt gecontroleerd.
y Ik raak veel tijd kwijt doordat dat ik me steeds laat afleiden door berichtjes op mijn telefoon.
y Ik vind mijn huiswerk een makkie en blijf altijd relaxed. y Anders, namelijk x
Bespreek vraag 1 en 2 in de klas. Welke leerlingen maken hun huiswerk efficiënt? Schrijf hun tips op.
Zo plan je de voorbereiding
] Voor een toetsweek moet je veel leren. Wil je genoeg tijd hebben en op tijd klaar zijn, plan dan alle leerstof van tevoren in.
Heb je dit schooljaar weleens iets leuks moeten afzeggen omdat je nog moest leren voor een toets? x
y nooit y ja, één keer y ja, een paar keer
Ben je weleens in tijdnood gekomen bij het leren van een toets? x y nee, nog nooit y ja ( kruis aan waarom, je mag meerdere antwoorden geven ) y Ik stelde het leren steeds uit. y Het leren kostte veel meer tijd dan ik van tevoren dacht. y Ik kon me niet goed concentreren. y Er gebeurde iets onverwachts, waardoor ik niet kon leren. y Anders, namelijk x
Bespreek de antwoorden op vraag 1 en 2 met de klas. Wat zijn de belangrijkste oorzaken van tijdnood? Maak een top 3.
Zit je op de havo of het vwo, dan is de vuistregel dat je iedere dag ongeveer anderhalf uur aan je huiswerk besteedt. Oók in het weekend !
] 1
Voorkom thuis werken
Meestal krijg je aan het eind van de les gelegenheid om alvast aan je huiswerk te beginnen Maak daar gebruik van! Reken even mee: je hebt 6 uur les, maal 10 minuten huiswerk = 1 uur huiswerk dat je dan op school al af hebt !
] 2
Begin gewoon
Begin met een vak dat je gemakkelijk vindt of met iets wat je in de les al bijna hebt afgemaakt. Makkelijke dingen zorgen voor succesbeleving (Hoera! Ik snap het!) en gaan snel. Hoe fijn is het als je lekker snel iets kunt afstrepen?
] 3
Doe het belangrijkste zo snel mogelijk Kies als tweede het vak waarvoor je de volgende dag een toets of overhoring hebt of een presentatie moet houden of het vak dat je het moeilijkst vindt. Zo voorkom je dat je uiteindelijk te weinig tijd hebt voor deze belangrijkste dingen.
] 4 Zorg voor afwisseling Met voldoende afwisseling houd je het leuk voor jezelf én onthoud je de leerstof beter. x Wissel leer en maakwerk af. x Wissel huiswerk voor talen af met huiswerk voor andere vakken. x Herhaal als laatste nog even de leerstof waarvoor je een toets overhoring of presentatie hebt
] 5 Pauzeer en stop op tijd Deze tip zal je als muziek in de oren klinken: werk niet te lang achter elkaar door. x Verdeel je huiswerktijd in blokken van ongeveer 20 minuten ( gebruik eventueel een timer). Houd na elk blok een korte pauze van maximaal 5 minuten. Sta dan ook even op en beweeg, dan blijf je fris. x Houd na drie blokken een langere pauze van 10 tot 15 minuten en doe dan even iets leuks. Zo kun je jezelf tussendoor belonen en kun je je daarna weer beter concentreren.
] Plan het leren voor een toetsweek zó dat je op tijd klaar bent. Daarvoor moet je overzicht hebben over wat je moet doen, hoeveel tijd het kost en hoeveel tijd je elke dag hebt.
Weet wat je moet kennen en kunnen Sommige dingen moet je kennen (zoals woorden of rijtjes). Die leer je uit je hoofd. Andere dingen moet je kunnen (vaardigheden zoals sommen maken). Die moet je dan voldoende oefenen.
Begin op tijd Begin minstens een week van tevoren met leren. Op tijd beginnen is belangrijk omdat je dan kunt herhalen. Wat je herhaalt, onthoud je beter. Vijf keer vijf minuten leren is slimmer dan één keer 25 minuten.
Markeer in je schema wat je af hebt. Zo zie je meteen wat er nog moet gebeuren. 1 4 2 5 3 6
Zoek uit hoeveel tijd je hebt Kijk per dag (ook in het weekend) hoeveel uur je hebt om te leren. Houd rekening met ander huiswerk en activiteiten buiten school.
1 3 2 1 x 2 x 3 x 37
Maak een schema Deel de leerstof per vak in stukjes van een aantal bladzijden en verdeel die over de dagen en tijden waarop je kunt leren. Plan ook herhaling en pauzes in!
Voorbeeldpagina’s
Markeer wat je al gedaan hebt
Plan per vak Voor een toets in het begin van de toetsweek begin je eerder dan voor een toets op de laatste dag. En voor een vak dat je moeilijk vindt, begin je eerder dan voor een vak waar je goed in bent.
Age ! Activerende didactiek klassieke talen
nieuw!
Age!
€ 39,90
isbn 978 94 6442 187 3 Verwacht voorjaar 2025
Deze handzame uitgave mag je als docent klassieke talen gewoon niet missen!
In zeven hoofdstukken maak je kennis met 40 activerende werkvormen die je heel snel in kunt zetten tijdens je lessen. Of het nu gaat over woordenschatverwerving, vormleer & syntaxis of hoe je een gemaakte toets handig en leuk kunt bespreken: Age! geeft je snel tips en tricks hoe je van een gewone les een leuke en effectieve les maakt.
Age! — Activerende didactiek klassieke talen doorbreekt niet alleen de sleur, maar voeg ook iets nieuws toe.
Behalve dat de lespraktijk leidend is, geeft het boek je ook de broodnodige theorie achter de gemaakte keuzes zodat je als docent goed beslagen ten ijs komt.
Romani De seditione Batavorum
laatste exemplaren!
€ 16,–
isbn 978 90 8325 747 1
eenmalige uitgave
In samenwerking met Uitgeverij Syndikaat en Uitgeverij L is een stripboek gemaakt over de opstand van de Bataven.
Naast de Nederlandstalige versie bieden wij in beperkte oplage een versie in het Latijn aan. In het docentenmateriaal bij SPQR staat een woordenlijst waarmee je het stripboek ook als extra lesmateriaal kunt inzetten.
Bestel nu via staal-roeland.nl / klassieke-talen-bestellen
Nog meer lesmethoden ! Tip je collega
v Bestel een docentexemplaar op boom.nl/voortgezetonderwijs
KERN Wiskunde
KERN Nederlands
FORUM Geschiedenis Onderbouw
FORUM Geschiedenis Bovenbouw
KERN Engels
Sociaal-emotionele vaardigheden voor het voortgezet onderwijs
BESPIEGELING Kunst algemeen
Natuur- & scheikunde EXPO Beeldende vakken
ZÓ LEE R JE ! Mentorlessen Succesvol de brugklas
Persoonlijk contact
Onze educatief adviseurs komen graag langs voor een presentatie.
Antoinette van Duijn
Uitgever Klassieke Talen en educatief adviseur
+31 6 815 203 22 a.vanduijn @ staal-roeland.nl
Klantenservice
Voor vragen over bestellingen of licenties, neem contact op met onze klantenservice. De klantenservice is bereikbaar op werkdagen tussen 08.00 en 17.00 uur.
Telefoon 0522–235250
E-mail service @ boomvo.nl
WhatsApp 06 466 744 42 ( alleen voor tekstberichten )
Nieuwsbrief Klassieke Talen
Wil je op de hoogte blijven van ARGO en SPQR?
Schrijf je in voor onze nieuwsflits. https://staal-roeland.nl/klassieke-talen/#nieuwsflits
Boom voortgezet onderwijs BV
Stationsweg 66, 7941 hg Meppel
Slim leren, beter onthouden
SPQR en ARGO kwamen tot stand in samenwerking met DocentPlus en Drillster
facebook.com / BoomVoortgezetOnderwijs
linkedin.com/company / boom-voortgezet-onderwijs instagram.com / boomvoortgezetonderwijs
boom.nl/voortgezetonderwijs.nl
September 2024