Coachend begeleiden
Coachend begeleiden De methode Factor-E Welzijn is bedoeld voor de opleidingen Maatschappelijke zorg, Pedagogisch werk en Sociaal werk niveau 3 en 4. In de methode staan kennis, vaardigheden en het samenwerken aan grote opdrachten centraal. Kennis wordt verkregen in de leereenheid Cursus. Hierin wordt de theorie verwerkt door middel van een diversiteit aan verwerkingsopdrachten. In de leereenheid Training worden vaardigheden aangeleerd en geoefend door de student. Samenwerken staat centraal in de diverse Projecten die bij de methode zijn ontwikkeld. Binnen het sociaal werk krijg je met verschillende doelgroepen te maken. Wat deze doelgroepen met elkaar gemeen hebben, is dat zij allemaal begeleid worden. De begeleiding zal op verschillende vlakken liggen. Zo zal de één begeleid worden bij het leren zelfstandig functioneren en de ander zal begeleiding nodig hebben op het gebied van financiën of het opbouwen van een positief zelfbeeld. In deze Training leer je op een coachende manier begeleiden. Je gaat vanuit theoretische kaders oefenen met het begeleiden van cliënten. Edu’Actief maakt werk van onderwijs Edu’Actief wil jongeren helpen zich te ontwikkelen tot echte vakmensen. Om werk te maken van onderwijs, zoeken we de samenwerking op met docenten, studenten en het bedrijfsleven. Dankzij dat netwerk kunnen we vernieuwende leermiddelen maken die aansluiten op de behoefte van de beroepspraktijk.
9 789037 233186
FE_9789037233186_SW_tr_v3.indd 1
BASISDEEL SOCIAAL WERK
28-10-15 10:20
Training Coachend begeleiden
Colofon Uitgeverij: Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteurs: Bertine Pruim Inhoudelijke redactie: Napona Smid Titel: Factor-E Coachend begeleiden ISBN: 978 90 373 318 6 © Edu’Actief b.v. 2015 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.
Inhoudsopgave Over deze training Inleiding 4 Oriëntatie
4
6
Motieven van cliënten Inleiding 8
8
Het sociaal-competentiemodel Inleiding 14 Coachen versus begeleiden Inleiding 18 Coachgesprekken Inleiding 22 Weerstanden Inleiding 29 Reflecteren
14
18
22
29
34
Theoriebron Motieven van cliënten
36
Theoriebron Het sociaal-competentiemodel Theoriebron Coachen versus begeleiden Theoriebron Coachgesprekken Theoriebron Weerstanden
39
41
43
45
3
Over deze training
Over deze training Inleiding Binnen het sociaal werk krijg je met verschillende doelgroepen te maken. Deze groepen worden allemaal begeleid. Voor de één gaat de begeleiding over zelfstandig leren functioneren, voor de ander over financiën of het opbouwen van een positief zelfbeeld. In deze training leer jij op een coachende manier te begeleiden. Je gaat vanuit theoretische kaders oefenen met het begeleiden van cliënten.
Kies een goede ruimte en positie om met iemand in gesprek te gaan.
Leerdoelen van de training • Je kunt een gesprek voeren met een cliënt waarin je de motivatie van een cliënt voor een doel in kaart brengt. • Je kunt een gesprek voeren met een cliënt om met het sociaal-competentiemodel de draagkracht van de cliënt te achterhalen. • Je hebt kennis van coachend begeleiden. • Je kunt een coachingsgesprek voeren met een cliënt door gebruik te maken van passende gesprekstechnieken. • Je kunt weerstand bij de cliënt tijdens een coachingsgesprek herkennen, achterhalen en er actief op inspelen.
4
Over deze training
Luister aandachtig. Beoordelingsformulier <
Beoordeling Je wordt op verschillende punten beoordeeld. Deze punten kun je in het beoordelingsformulier terugvinden. Belangrijke punten bij de beoordeling zijn: – actieve deelname aan de lessen – actieve deelname in de training (beroepshouding) – demonstraties zoals hieronder beschreven – uitgewerkte opdrachten – reflectie op jouw deelname en leerresultaten. Planning
Planningsformulier <
Een beroepsproduct maken kost tijd. Daarom moet je dit goed plannen. Lees eerst de opdracht van het beroepsproduct goed door en vul daarna het planningsformulier in. Neem ook de andere opdrachten van deze cursus op in je totale planning. Zo voorkom je dat je in tijdnood komt. Demonstratie: Ik kan coachend begeleiden! • Maak een film waarin jij laat zien dat je coachend kunt begeleiden. Dit doe je in een groepje met minimaal drie studenten. In de film komen jullie alle drie minimaal één keer in beeld als coach. Dit houdt in dat jullie drie verschillende coachmomenten opnemen. Bepaal zelf de setting van het coachmoment en het doel van de coaching. De theorie die behandeld is in de training moet terugkomen in de film. De film duurt in totaal maximaal 30 minuten. • Je maakt in jouw groep afspraken. Deze lever je per groepje aan bij jouw docent. Denk daarbij aan wie welke taak op zich neemt en hoe de coachmomenten eruit gaan zien. • Pas wanneer je akkoord hebt van jouw docent op jullie plan, mogen jullie van start. • Wanneer de film klaar is demonstreer je deze in de klas. • Jullie medestudenten geven feedback op de film. Deze feedback noteer jij en verwerk je in een reflectieverslag. Eisen aan de demonstratie De punten waarop de demonstratie wordt beoordeeld kun je lezen in het beoordelingsformulier van deze cursus.
5
Oriëntatie
Oriëntatie Oefening 1
Coachend begeleiden Beantwoord de volgende vragen: a. Waar denk je aan bij de titel ‘coachend begeleiden’?
b. In hoeverre heb jij met begeleiding te maken of te maken gehad? Eigen antwoord. c. Wat denk jij dat belangrijk is bij coachend begeleiden?
Oefening 2
Collage Materiaal: stiften, potloden, grote vellen papier, tijdschriften / vakbladen, scharen, lijm. Je gaat een beeldcollage of een tekst maken over het thema coachend begeleiden. Je bent vrij om dit op je eigen manier te doen. Wanneer de collages klaar zijn worden ze opgehangen. Bedenk bij ten minste drie collages een vraag die je wilt stellen. Deze vragen gaan jullie klassikaal beantwoorden.
Oefening 3 Website Woordzoekers.org <
Kruiswoordpuzzel Verzamel met elkaar zo veel mogelijk woorden die, volgens jullie, te maken hebben met coachend begeleiden. Eén persoon schrijft deze woorden op het bord. Bespreek deze woorden met elkaar. Welke woorden zijn dubbel? Haal deze woorden eruit. Wanneer er 30 woorden overgebleven zijn, maken jullie een kruiswoordpuzzel van deze woorden. 1. Ga naar Woordzoekers.org om je woordzoeker te maken. 2. Zet de woorden onder elkaar. Bedenk bij elk woord een passende vraag. 3. Volg de instructies op de site.
Oefening 4
Puntje, puntje, puntje • • •
•
Twee leerlingen gaan op de gang staan. De overige leerlingen kiezen een werkwoord dat te maken heeft met het onderwerp van deze les. De twee leerlingen mogen weer binnen komen en krijgen vijf minuten de tijd om door het stellen van gesloten vragen achter het werkwoord te komen. Ze mogen drie keer raden, als ze het dan nog niet goed hebben moeten de medeleerlingen het werkwoord uitbeelden. Als ze het werkwoord geraden hebben, wijzen zij de volgende twee leerlingen aan die op de gang moeten staan. Als ze het niet hebben geraden wijst de docent twee andere leerlingen aan.
Voor de nabespreking: • Was het moeilijk om werkwoorden bij het lesonderwerp te bedenken? • Werden de werkwoorden geraden?
6
Oriëntatie
Voor als je vragen moest stellen: • Kon je genoeg gesloten vragen bedenken? • Had je een strategie bedacht om zo snel mogelijk het antwoord te vinden?
7
Motieven van cliënten
Motieven van cliënten Inleiding Om cliënten goed te kunnen begeleiden moet je weten wat hun motivaties zijn. Zo weet je ook waarom cliënten bepaalde keuzes maken. Soms is het voor het welzijn van de cliënt van belang deze keuzes te beïnvloeden. Daarnaast moet je weten waar de krachten en kansen van een cliënt liggen. Leerdoelen • Je kunt de motieven voor een motivatie van de cliënt koppelen aan de verschillende lagen van motivaties in de piramide van Maslow. • Je kunt in een gesprek met een cliënt onderscheid maken tussen intrinsieke en extrinsieke motivatie.
Oefening 1 Theoriebron Motieven van cliënten <
Oefening 2
Moeilijke woorden Zoek in de theoriebron naar woorden die je niet begrijpt. Sluit je aan bij een medestudent. Welke woorden heeft hij of zij opgeschreven? Leg de woorden die jij wel begrijpt uit aan je medestudent. Als jullie allebei woorden niet begrijpen zoek je de betekenis op.
Behoeftenpiramide Geef bij elke behoefte uit de piramide van Maslow drie voorbeelden die op jou van toepassing zijn. a. Fysiologische behoeften: 1. 2. 3. b. Zekerheid: 1. 2. 3. c. Sociale acceptatie: 1. 2. 3. d. Waardering: 1. 2. 3.
8
Motieven van cliënten
e. Zelfontplooiing: 1. 2. 3.
Oefening 3
Motieven Bestudeer de Theoriebron Motieven van cliënten. a. Noteer wat jij onder ‘motieven’ verstaat.
b. Bedenk ook voorbeelden.
Ga in een groepje bij elkaar zitten. Kom tot een definitie van het woord motieven en geef hier ten minste drie voorbeelden bij. Voer een gesprek met een medestudent over een motief van één van jullie medestudenten. De andere studenten observeren.
Oefening 4 Website Coggle <
Oefening 5 Theoriebron Motieven van cliënten < Website Wordle <
Woordspin motieven Maak een woordspin over het thema motieven van cliënten. Vergeet niet de woorden die met elkaar te maken hebben aan elkaar te verbinden. Beschrijf waarom je woorden met elkaar verbonden hebt. Daarnaast beschrijf je tot welke inzichten je bent gekomen.
Motivaties De motivatietheorie van Maslow geeft helderheid in welke motivaties belangrijk zijn voor mensen. Binnen deze opdracht gaan wij brainstormen over motivaties. Wat is daarbij voor jou van belang? Materiaal: • Laptop Uitvoering • Noteer de woorden die bij jou opkomen bij het woord ‘motivatie’. • Neem de woorden van drie medestudenten over zonder ze aan te passen. • Maak met Wordle een woordwolk. Controle Sla jouw woordwolk op. Lever deze in bij jouw docent. Reflectie Welke woorden kwamen het meeste voor? Kun jij beargumenteren waarom deze woorden belangrijk zijn wanneer het gaat over motivatie?
9
Motieven van cliënten
Oefening 6 Theoriebron Motieven van cliënten < Werkmodel Piramide van Maslow <
Behoeften Binnen het sociaal werk heb je met verschillende mensen te maken. Zij hebben allemaal verschillende behoeften. Maar wat zijn volgens jou behoeften? Waar liggen jouw behoeften? Materiaal • A3-papier • Werkmodel Piramide van Maslow • stiften of een laptop. Uitvoering • Noteer vijf innerlijke behoeften die voor jou heel belangrijk zijn. • Zet ze in volgorde van belangrijkheid en noteer ze op een A3-vel. • Ga in een groepje bij elkaar zitten en hang de vellen van elk groepslid naast elkaar op. • Probeer met elkaar te komen tot één lijst van vijf belangrijkste innerlijke behoeften. • Zet de behoeften op de juiste plaats in de figuur. Controle Presenteer jullie lijst en piramide aan de rest van de groep en vertel waarom en hoe jullie tot deze keuze gekomen zijn. Reflectie a. Welke behoeften zijn er genoemd die in jouw geval vervuld zijn?
b. Zijn er behoeften die in jouw geval nog niet vervuld zijn?
c. Wat ga je ondernemen om deze behoeften te vervullen? Formuleer deze SMARRT.
Oefening 7
Jouw behoeften en motieven Je hebt gekozen om deze opleiding te volgen. Bij deze keuze kunnen verschillende behoeften en motivaties een rol hebben gespeeld. Uitvoering Bedenk voor jezelf twee behoeften en twee motieven die een rol hebben gespeeld in de keuze voor deze opleiding. a. Beschrijf deze behoeften en motieven.
10