Werkboek
Werken in een leefstijlcentrum Zorg en Welzijn
Naam: ................................................................. ................................................................. Klas: .................................................................
Edu4all Zorg en Welzijn Met de werkboeken van Edu4all leer je alles wat je moet weten en kunnen voor het beroepsgerichte profiel- en keuzevak. Door veel te doen ontdek je wat je leuk vindt en wat bij je past. Zo kun je je goed oriënteren en voorbereiden op je verdere (studie)loopbaan. Werken aan een gezonde leefstijl is voor iedereen van belang, van jong tot oud. In dit werkboek komen diverse aspecten daarvan aan bod in de vorm van activiteiten die een leefstijlcentrum aan verschillende doelgroepen aanbiedt. Van voldoende bewegen tot gezonde voeding, van sociale hygiëne tot welvaartsziekten en tot de gevolgen van het gebruik van bijvoorbeeld alcohol en drugs. Edu’Actief maakt werk van onderwijs Edu’Actief wil jou helpen je te ontwikkelen tot een echte vakman of -vrouw. Om werk te maken van onderwijs, werken we samen met docenten, het bedrijfsleven en met jou. Dankzij dit netwerk kunnen we vernieuwende leermiddelen maken die aansluiten op jouw leerbehoefte en op de behoefte van de beroepspraktijk.
9 789037 223712
9789037223712_A3_v3_mr_sorry.indd 1
Module Mens en activiteit
09-12-15 10:23
Profielvak Zorg en Welzijn
Werken in een leefstijlcentrum
Serienummer:
Licentie:
Voor het activeren van de licentie kijk op pagina 5 van dit werkboek. Te activeren tot:
COLOFON Uitgeverij:
Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl
Auteur(s): Ontwikkelgroep: Inhoudelijke redactie: Bronvermelding:
Marjel Lecluse-Dielen en Céline Lecluse Nicolette Di Giulio, Monique Duyvestijn, Ingrid Koops en Marjel Lecluse-Dielen Ingrid Koops www.shutterstock.com Foto hulpverlener - Santibhavank P / shutterstock.com Foto energiedrank - Chones / shutterstock.com Foto Centrum voor Jeugd en Gezin - Fotograaf: Sven van der Vlugt NL Doet 2014, schoolplein openbare basisschool Op ’t Hof in Tricht Foto Expeditie Lekker fit - Gezonde quiz Woudrichem 2013
Titel: ISBN:
Werken in een leefstijlcentrum 978 90 3722 371 2
Eerste druk/eerste oplage © Edu’Actief b.v. 2015 (Marjel Lecluse-Dielen en Céline Lecluse 2015-2015) Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.
Inhoud WERKEN MET EDU4ALL ............................................................................................................................ 5 Deel A Bewegen ....................................................................................................................................... 7 Oriënteren ................................................................................................................................................ 7 Taak 1 Kennismaken met een leefstijlcentrum ...................................................................................... 7 Taak 2 De leerdoelen bij Deel A .............................................................................................................. 10 Taak 3 Taken plannen ............................................................................................................................ 12 Aan de slag ............................................................................................................................................ 13 Taak 4 Een beweegtas maken ................................................................................................................ 13 Taak 5 Een beweegkaart maken ........................................................................................................... 20 Taak 6 Turkse koekjes bakken ............................................................................................................... 24 Taak 7 Beweegroute naar huis uitstippelen ......................................................................................... 27 Taak 8 Thee met minihapjes serveren ................................................................................................... 32 Taak 9 Reclame via de media volgen .................................................................................................... 34 Evalueren & Reflecteren ..................................................................................................................... 39 Taak 10 Terugkijken en verder kijken .................................................................................................... 39 Taak 11 Voorbereiden op de toets ......................................................................................................... 41 Deel B Beleven ....................................................................................................................................... 42 Oriënteren ............................................................................................................................................. 42 Taak 1 Kennismaken met een jongerensoos ....................................................................................... 42 Taak 2 De leerdoelen bij Deel B ............................................................................................................. 46 Taak 3 Taken plannen ............................................................................................................................ 48 Aan de slag ............................................................................................................................................. 49 Taak 4 Draaiboek voor het thema seksualiteit maken ......................................................................... 49 Taak 5 Woorden voor een spel opzoeken ............................................................................................. 51 Taak 6 Een spel in 30 seconden spelen ................................................................................................. 56 Taak 7 Voorlichtingsfolders verzamelen en beoordelen ...................................................................... 59 Taak 8 Een ‘Vrij veilig’-poster maken ..................................................................................................... 60 Taak 9 Kwartetspel spelen ..................................................................................................................... 61 Taak 10 Een traktatie voor de vrijwilligers maken ................................................................................ 64 Taak 11 Opruimen en schoonmaken ..................................................................................................... 70 Evalueren & Reflecteren ...................................................................................................................... 72 Taak 12 Terugkijken en verder kijken .................................................................................................... 72 Taak 13 Voorbereiden op de toets ......................................................................................................... 75 Deel C Bewust leven ............................................................................................................................. 76 Oriënteren ............................................................................................................................................. 76 Taak 1 Kennismaken met arbeidsomstandigheden ............................................................................ 76 Taak 2 De leerdoelen bij Deel C ............................................................................................................. 79 Taak 3 Taken plannen ............................................................................................................................ 81
Werken in een leefstijlcentrum
3
Aan de slag ............................................................................................................................................. 82 Taak 4 Draaiboek voor een informatieavond maken .......................................................................... 82 Taak 5 Informatie over alcohol en drugs verwerken in een flyer ......................................................... 85 Taak 6 Sociale kaart maken ................................................................................................................... 94 Taak 7 Persbericht maken ..................................................................................................................... 99 Taak 8 Openen en sluiten van de informatieavond ........................................................................... 101 Taak 9 Koffie voor een grote groep zetten .......................................................................................... 104 Taak 10 DiscussiĂŤren over de jeugd van tegenwoordig ..................................................................... 107 Taak 11 Aanleggen van een vingerverband ........................................................................................ 109 Evalueren & Reflecteren .................................................................................................................... 111 Taak 12 Terugkijken en verder kijken .................................................................................................. 111 Taak 13 Voorbereiden op de toets ....................................................................................................... 114 Deel D Bedenken en beginnen .......................................................................................................... 115 OriĂŤnteren .......................................................................................................................................... 115 Taak 1 Kennismaken met het organiseren van een fietstocht voor vrijwilligers .............................. 115 Taak 2 De leerdoelen bij Deel D ........................................................................................................... 117 Taak 3 Taken plannen .......................................................................................................................... 119 Aan de slag ........................................................................................................................................... 120 Taak 4 Een fietstocht organiseren voor vrijwilligers .......................................................................... 120 Evalueren & Reflecteren ................................................................................................................... 123 Taak 5 Terugkijken en verder kijken .................................................................................................... 123 Taak 6 Voorbereiden op de toets ......................................................................................................... 127
4
Werken in een leefstijlcentrum
Werken met Edu4all REGISTREREN, AANMELDEN EN LICENTIE ACTIVEREN Je gaat aan de slag met Edu4all. Volg volgend schema om te kijken wat je moet doen. Ja
Is dit het eerste werkboek van Edu4all waar je mee werkt?
Ga naar bronnen.edu4all.nl/bronnen/ handleiding en bekijk de film Licentie activeren.
Nee
Zoek in een werkboek dat je eerder hebt gedaan je gebruikersnaam en wachtwoord op. Schrijf je gegevens op in de vakken onderaan deze pagina.
Ga naar licentie.edu-actief.nl. Klik op Aanmelden. Ja
Is dit het eerste werkboek voor dit profielvak of keuzevak?
Nee
Kies voor Aanmelden via Edu’Actief.
Kies voor Een nieuwe gebruikersnaam aanmaken.
Je kunt direct aan de slag. Ga naar www.edu4all.nl en log in met je gebruikersnaam en wachtwoord.
Maak een gebruikersnaam en wachtwoord aan. Gebruikersnaam = je schoole-mailadres* Wachtwoord = naam van je school *Heb je geen schoole-mailadres? Vraag dan je docent om een gebruikersnaam.
Schrijf je gebruikersnaam en wachtwoord op in de vakken onderaan deze pagina.
Ga naar licentie.edu-actief.nl.
Vul op de website de licentie in die op de eerste pagina van dit werkboek staat. Klik op Activeren.
Je hebt nu toegang tot de bronnen. Log in op www.edu4all.nl met je gebruikersnaam en wachtwoord. Gebruikersnaam:
Wachtwoord:
Werken in een leefstijlcentrum
5
BRONNEN In dit werkboek staan opdrachten. Om deze opdrachten te maken, heb je soms bronnen nodig, zoals tekstbronnen, films, websites en de Theek-iT. Wanneer je een bron gaat gebruiken, staat er een pictogram in je werkboek: BRON Achter het pictogram staat in paarse, dikgedrukte tekst welke bron je nodig hebt. Bijvoorbeeld: BRON Lees Tekstbron 1.2 Persoonlijke verzorging. Maak daarna opdracht 13 tot en met 16. BRON Bekijk de Film Werken in de thuiszorg bij ouderen. Maak daarna opdracht 1.
Bij het eerste voorbeeld ga je een tekstbron lezen. Bij het tweede voorbeeld ga je een film bekijken. Deze bronnen vind je op www.edu4all.nl. Op bronnen.edu4all.nl/bronnen/handleiding wordt uitgelegd hoe je werkt met de bronnen op de website. OVERLEG MET JE DOCENT Soms is het nodig om te overleggen met je docent. Je ziet dan dit pictogram in je werkboek: Achter het pictogram staat waarover je met je docent gaat overleggen. Bijvoorbeeld: 61. In Taak 3 heb je een planning ingevuld. Bekijk deze. a. Kijk in kolom 5. Taak 12 tot en met 14 ga je nog maken. Zijn alle andere taken af? Zo nee, overleg met je docent welke taken je nog moet doen. OPDRACHTEN VOOR KB EN GL Doe jij de kaderberoepsgerichte of gemengde leerweg? Dan zitten er speciale opdrachten voor jou in het werkboek. Je herkent deze opdrachten aan de volgende pictogrammen: KB
opdracht voor leerlingen van de kaderberoepsgerichte leerweg
GL
opdracht voor leerlingen van de gemengde leerweg. We wensen je veel succes en plezier met het maken van de opdrachten! Team Edu4all
6
Werken in een leefstijlcentrum
Deel A Bewegen
OriĂŤnteren Taak 1 Kennismaken met een leefstijlcentrum BRON Bekijk de Film Werken in een leefstijlcentrum. Maak daarna opdracht 1.
1. De film laat verschillende beroepen in een leefstijlcentrum zien. a. Welke werkzaamheden heb je in de film gezien? Geef vijf voorbeelden. 1. 2. 3. 4. 5. b. Welke beroepsnamen heb je gehoord?
c. Welke werkzaamheden lijken jou leuk om uit te voeren? Leg uit waarom.
d. Welke werkzaamheden lijken jou minder leuk om uit te voeren? Leg uit waarom.
e. Welke werkplekken heb je gezien? Geef drie voorbeelden.
f. Op welke werkplekken zou jij in de toekomst willen werken? Leg uit waarom.
Werken in een leefstijlcentrum
7
Deel A Bewegen g. Leg uit of dit werkplekken voor starters zijn of voor ervaren werknemers.
BRON Lees Tekstbron 1.6 Werken in een leefstijlcentrum. Maak daarna opdracht 2 en 3.
2. Diverse leeftijdsgroepen maken gebruik van allerlei activiteiten in een leefstijlcentrum a. Hoe heten de mensen die gebruikmaken van een leefstijlcentrum?
b. Maak de zinnen bij de volgende vier activiteiten compleet: Informatie geven over
Doeactiviteiten door het uitwisselen van ervaringen
Informatieactiviteiten over gezond leven
Ontspanningsactiviteiten door spelletjes als
c. Welke faciliteiten kent een leefstijlcentrum meestal? Vul de ontbrekende woorden in. Het gebouw is toegankelijk omdat het De keuken heeft als inventaris de volgende apparaten:
De bar heeft de volgende apparatuur:
Buiten het gebouw is er de mogelijkheid voor de volgende spellen:
8
Werken in een leefstijlcentrum
is.
Deel A Bewegen d. Als je gebruik wilt maken van een leefstijlcentrum, heb je twee mogelijkheden. Welke? 1. 2. e. Welke beroepskrachten kom je vaak tegen in een leefstijlcentrum?
f. Welke doelgroepen werken er nog meer mee?
g. Met welke organisaties werken de medewerkers van een leefstijlcentrum vaak samen? 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 3. Een leefstijlcentrum is in veel plaatsen nog vrij nieuw. Activiteiten die zijn gericht op leefstijl, kun je ook tegenkomen in een buurthuis, een wijkcentrum of een centrum met een andere naam. a. Ken jij iemand die tijdens zijn werk met leefstijl bezig is? Zo ja, wie is dat?
Zo nee, ga verder met opdracht 4. b. Welk beroep heeft deze persoon?
c. Bij welke organisatie of welk bedrijf werkt deze persoon?
d. Welke werkzaamheden doet deze persoon?
Werken in een leefstijlcentrum
9
Deel A Bewegen 4. Aandacht voor een gezonde leefstijl is voor alle mensen belangrijk. a. Hoe besteed jij aandacht aan een gezonde leefstijl voor jezelf? Ga je op de fiets naar school? Ja / Nee Sport je regelmatig? Ja / Nee Zit je veel achter de computer of tv? Ja / Nee Eet je vaak snacks? Ja / Nee Drink je vaak frisdrank? Ja / Nee Rook je? Ja / Nee Drink je alcohol? Ja / Nee Gebruik je wel eens andere drugs? Ja / Nee b. Bekijk je antwoorden bij de vorige vragen. Wat is jouw conclusie?
c. Ken jij iemand die actief met een gezonde leefstijl bezig is? Zo ja, leg uit waarom je dat vindt.
d. Ken jij iemand die niet goed let op een gezonde leefstijl? Zo ja, leg uit waarom je dat vindt.
5. Heb je alle opdrachten van Taak 1 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken.
Taak 2 De leerdoelen bij Deel A Als je in een leefstijlcentrum aan de slag gaat, moet je: 1. kunnen werken met ouderen, volwassenen, jongeren en kinderen 2. gericht een boodschap op verschillende manieren kunnen overbrengen 3. kunnen uitleggen waarom bewegen belangrijk is voor een goede gezondheid 4. een beweegkaart en een beweegplan kunnen maken 5. onderzoek kunnen doen via een enquête 6. de invloed van reclame via de media kunnen benoemen 7. software kunnen gebruiken en toepassen bij: • routes uitzoeken met behulp van een online routeplanner • presentaties voorbereiden met de computer. 8. voor thee en minihapjes kunnen zorgen.
10
Werken in een leefstijlcentrum
Deel A Bewegen 6. Hiervoor heb je gelezen wat je moet kunnen als je in een leefstijlcentrum aan de slag gaat. a. Welk leerdoel lijkt jou het leukst om aan te werken? En waarom?
b. Welk leerdoel lijkt jou het minst leuk om aan te werken? En waarom?
7. In een leefstijlcentrum komen vaak mensen die onvoldoende kunnen lezen en schrijven in de Nederlandse taal. a. Heb jij ervaring met een boodschap of bericht duidelijk maken aan mensen die de Nederlandse taal onvoldoende begrijpen? Zo ja, leg uit waarom dit zo is. Zo nee, leg uit welke problemen je denkt tegen te komen.
b. Jij krijgt de opdracht om een koffie-uurtje te organiseren. Welke moeilijkheden denk je tegen te komen bij het overbrengen van deze boodschap en om te zorgen dat deze mensen ook komen?
c. Soms kunnen er ook heel andere oorzaken zijn. Aan welke oorzaken denk je?
d. Jij wordt gevraagd om voor ouderen een wandeling te organiseren. Aan welke punten moet je denken als je daarvoor een uitnodiging maakt? Denk aan het verschil tussen schriftelijk of mondeling uitnodigen. Schriftelijk uitnodigen:
Mondeling uitnodigen:
Werken in een leefstijlcentrum
11
Deel A Bewegen e. Bewegen is belangrijk. Wat zou jij kunnen doen om mensen meer te laten bewegen?
8. Heb je alle opdrachten van Taak 2 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken.
Taak 3 Taken plannen In deze taak ga je de taken van dit deel inplannen. 9. Bekijk Taak 4 tot en met 11. En bekijk het schema hierna. a. Maak een planning voor de taken die je nog gaat doen. Zet de datum en het lesuur in kolom 4. Bij Taak 1 tot en met 3 hoef je dit niet in te vullen. b. Zoek in de taken naar de opdrachten met . Bij welke opdrachten is overleg met je docent of controle door je docent nodig?
c. Overleg met je docent: • op welke momenten jij de antwoorden van de gemaakte opdrachten gaat nakijken • op welke momenten je docent jouw werk zal beoordelen. d. Heb je een taak af? Zet een ✓ in kolom 5. Zet een − als je een taak niet kon doen. Als je Taak 1 en 2 gedaan hebt, kun je deze nu afvinken. 1. Taak 2. Onderwerp
12
3. Richttijd in 4. Datum en lesuur minuten
1
Kennismaken met een leefstijlcentrum
25
2
De leerdoelen bij Deel A
15
3
Taken plannen
10
4
Een beweegtas maken
100
5
Een beweegkaart maken
70
6
Turkse koekjes bakken
100
7
Beweegroute naar huis uitstippelen
80
8
Thee met minihapjes serveren
50
9
Reclame via de media volgen
100
10
Terugkijken en verder kijken
30
11
Voorbereiden op de toets
20
Werken in een leefstijlcentrum
5. Af 6. Paraaf docent
Deel A Bewegen
Aan de slag Jij gaat helpen bij leefstijlcentrum Opwaarts. Dit leefstijlcentrum richt zich op alle leeftijdsgroepen in de buurt. Je werkt samen met de medewerkers, maar ook met vrijwilligers en stagiairs. De activiteiten vinden plaats in het gebouw, in de buitenruimte bij het gebouw en soms ook in de omgeving. Arie Knoop is de organisator van de activiteiten. Doel daarvan is om meer mensen uit de wijk te activeren om een gezonder leven te leiden. In Deel A help je hem bij de voorbereiding van activiteiten om buurtbewoners van het leefstijlcentrum meer te laten bewegen. En je werkt samen met stagiair Dex en vrijwilligster Heleen.
Taak 4 Een beweegtas maken Voordat je Arie Knoop gaat helpen met de voorbereiding van de activiteiten, stelt hij je voor aan de medewerkers, stagiairs en vrijwilligers van leefstijlcentrum Opwaarts. Arie is verantwoordelijk voor een themaweek die gericht is op vrouwen in de wijk meer laten bewegen. De uitnodigingen voor de vrouwen heeft hij al verstuurd. Stagiair Dex heeft hem geholpen om folders en flyers over het thema ‘bewegen’ te verzamelen. Op het programma voor de themaweek staan: • eerste bijeenkomst: een beweegtas maken • tweede bijeenkomst: een beweegkaart maken • derde bijeenkomst: een beweegroute naar huis uitstippelen en thee met minihapjes • vierde bijeenkomst: reclame via de media volgen. Jouw hulp bij de voorbereiding betekent dat je steeds bekijkt wat er moet gebeuren voordat het programma kan beginnen. Daarna help je om de voorbereidende werkzaamheden uit te voeren. Je begint met de beweegtas. VOORBEREIDEN BRON Lees het onderdeel ‘Personeel’ van Tekstbron 1.6 Werken in een leefstijlcentrum. Maak daarna
opdracht 10. 10. In leefstijlcentrum Opwaarts werken verschillende medewerkers, maar ook stagiairs en vrijwilligers helpen bij de activiteiten. Er zijn twee stagiairs die elkaar afwisselen, zodat er altijd één aanwezig is. Het aantal vrijwilligers verschilt per dag, gemiddeld zijn er drie. a. Met wie werk je samen? Zet de namen in kolom 2 van het schema hierna bij de juiste werkplek of het juiste beroep.
Werken in een leefstijlcentrum
13
Deel A Bewegen b. Zet in kolom 3 welke opleiding of diploma nodig is voor de werkzaamheden van de beroepskrachten en stagiairs. Bij de vrijwilligers zet je welk beroep ze hebben. 1. Werkplek of beroep
2. Naam
3. Opleiding of diploma
Beheerder
Activiteitenorganisator
Jongerensoos
Stagiair
Stagiair
Vrijwilliger 1 technisch
Vrijwilliger 2 poets
Vrijwilliger 3 dj
11. Jij krijgt met verschillende bezoekers te maken. Welke doelgroepen zijn dat? 1. 2. 3. 4.
14
Werken in een leefstijlcentrum
Deel A Bewegen 12. Jij helpt Arie bij de voorbereiding van de themaweek ‘Bewegen’. Om welke activiteiten gaat het? 1. 2. 3. 4. BRON Lees Tekstbron 2.27 Een gezonde leefstijl.
Bekijk ook de Film Op en top gezond. Maak daarna opdracht 13. 13. De leefstijl van veel Nederlanders kan een stuk gezonder. a. Welke ongezonde leefstijlfactoren zijn er? 1. 2. 3. 4. b. Waartoe leiden deze leefstijlfactoren als één persoon al deze gedragingen vertoont?
c. Zijn er normen waaraan je moet voldoen voor een gezonde leefstijl? Ja / Nee. d. Wat is de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid groenten die je zou moeten eten? Tip! Kijk voor informatie op de website van het Voedingscentrum: www.voedingscentrum.nl
e. Wat is de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid fruit die je zou moeten eten?
f. Welke wet helpt om gezond te werken?
g. Zou er een wet die is gericht op gezondheid moeten komen? Ja / Nee, omdat
h. Wat is de belangrijkste boodschap van de film? Maak de woorden compleet. P Z G
Werken in een leefstijlcentrum
15
Deel A Bewegen BRON Bekijk de volgende websites:
Website Waarom is sporten zo gezond Website Ik wil gezond bewegen. En lees nogmaals Tekstbron 2.27 Een gezonde leefstijl. Maak daarna opdracht 14 tot en met 19. 14. Als je in je werk mensen informatie over een gezonde leefstijl moet geven, kun je die informatie op verschillende manieren eerst zelf opzoeken. Bijvoorbeeld op internet. a. Welke woorden uit de tekstbron ‘Een gezonde leefstijl’ vind je terug op de website ‘Waarom is sporten zo gezond’? 1. 2. 3. 4. 5. b. Welke landen worden genoemd op de website ‘Waarom is sporten zo gezond’? 1. 2. 3. 4. c. Welke woorden uit de tekstbron ‘Een gezonde leefstijl’ vind je terug op de website ‘Ik wil gezond bewegen’? 1. 2. 3. 4.
16
Werken in een leefstijlcentrum
Deel A Bewegen 15. Bij kinderen is veel bewegen belangrijk voor de ontwikkeling van de grove en de fijne motoriek. a. Hoe kunnen kinderen de grove motoriek ontwikkelen? 1.
3.
2.
4.
b. Hoe kunnen kinderen de fijne motoriek ontwikkelen?
16. Dex vertelt dat je met kinderen vaak goed kunt praten als ze in de zandbak aan het spelen zijn. Hij stelt voor om een paar vragen te bedenken die Heleen, de vrijwilligster, kan gebruiken als zij de kinderen begeleidt. Je laat de vragen ook alvast door medeleerlingen en kinderen invullen. Deze informatie ga je bij opdracht 51 gebruiken. Tip! Zet in je agenda dat je deze opdracht maakt voordat je Taak 7 gaat doen. Kijk in je planning wanneer dat is. a. Bedenk vijf vragen over buitenspelen die je kinderen kunt stellen. 1. 2. 3. 4. 5. b. Zet de vragen in een document en print dit. c. Vraag twee medeleerlingen de vragen te beantwoorden en bewaar de antwoorden. d. Stel in je vrije tijd de vragen aan zo veel mogelijk kinderen tot 12 jaar. Noteer de antwoorden en bewaar ze.
Werken in een leefstijlcentrum
17
Deel A Bewegen 17. Arie heeft ontdekt dat in de wijk veel mensen te weinig of helemaal niet bewegen. Hij vraagt stagiair Dex om met simpele activiteiten de mensen van de wijk meer aan het bewegen te krijgen. a. Wat zijn de specialisaties van de stagiair sport- en bewegingscoรถrdinator?
b. Je kunt mensen op verschillende manieren activeren om na te denken over een gezondere leefstijl. Geef voorbeelden om mensen te laten nadenken over meer bewegen. 1. 2. 3. c. Hoe kun je mensen tijdens hun dagelijkse bezigheden een paar minuten meer laten bewegen dan wat ze gewend zijn te doen? Geef tips. 1. 2. 18. Aan het thema 'bewegen' doen vrouwen met verschillende culturele achtergronden mee. Daardoor maken ze ook kennis met verschillende leefstijlen. Werk in tweetallen. a. Veel vrouwen kennen alleen een leefstijl die ze bij familieleden en in hun eigen omgeving tegenkomen. Bedenk hoe dit komt.
b. Bedenk welke activiteiten je kunt organiseren om mensen kennis te laten maken met andere gewoonten. 1. 2. 3. c. Bedenk redenen waarom interculturele bijeenkomsten goed passen bij een multiculturele samenleving. 1. 2. BRON Lees Tekstbron 4.17 Communicatiemiddelen en reclame. Maak daarna opdracht 19 en 20.
19. Arie heeft voor de eerste bijeenkomst een praatje over bewegen voorbereid. Na afloop wil hij de vrouwen een beweegtas meegeven. In de papieren tas komen de beweegkaart en informatie over bewegen. Op de beweegtas wil Arie teksten en afbeeldingen over meer bewegen laten plaatsen. Zo maken de vrouwen reclame, net zoals je dat doet met een tas die je in een winkel meekrijgt. a. Waarom is, naast reclame maken, hergebruik van een tas zinvol? Gebruik in je antwoord de woorden 'milieu' en 'duurzaamheid'.
18
Werken in een leefstijlcentrum
Deel A Bewegen b. Waarom vragen winkeliers meestal of je een tas wilt?
c. Waarom zet een winkel of bedrijf meestal een logo op een papieren, katoenen of plastic tas?
UITVOEREN 20. Overleg met je docent over het maken van de beweegtas. a. Zet een X bij de optie die voor jou van toepassing is. Ik krijg een tas van school. Ik maak zelf een tas. Ik neem een tas van thuis mee.
b. Bedenk een reclameboodschap die je op de tas wilt zetten. Zoek daarvoor het volgende: • drie plaatjes die mensen stimuleren om meer te bewegen • negen woorden die mensen aanzetten tot bewegen. c. Welke materialen heb je nodig om de tas te maken? Vul de lijst zo nodig aan. materiaal om een tas te maken waarin een A4’tje past lijm plakband schaar afbeelding van het logo van leefstijlcentrum Opwaarts plaatjes die over bewegen gaan woorden die over bewegen gaan stiften in verschillende kleuren
d. Verzamel de materialen die je nodig hebt.
Werken in een leefstijlcentrum
19
Deel A Bewegen 21. Maak de tas. a. Maak zo nodig zelf een tas of gebruik een kant-en-klare tas. b. Knip of print plaatjes en woorden. c. Plak de plaatjes en woorden op de tas. d. Bewerk de tas met extra kleuren. e. Gebruik je creativiteit om de tas nog opvallender en mooier te maken.
BRON
22. Voer de werkzaamheden uit die bij nazorg horen. Je kunt hierbij de volgende stappenplannen gebruiken: 157 Een microvezeldoek gebruiken 160 Een vloer stofwissen. a. Ruim de gebruikte materialen op. b. Ruim de werkplek op. TERUGKIJKEN 23. Bekijk het resultaat van jouw beweegtas. a. Ben je tevreden over de reclameboodschap? Leg je antwoord uit.
b. Ziet de beweegtas er netjes verzorgd uit?
c. Vergelijk jouw tas met die van een medeleerling. Welke tip kun jij jouw medeleerling geven?
d. Welke tip heb jij van jouw medeleerling gekregen?
24. Heb je alle opdrachten van Taak 4 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken. Vergeet niet deze taak af te vinken in je planning in Taak 3.
Taak 5 Een beweegkaart maken De eerste bijeenkomst met de kennismaking, een praatje van Arie en het uitdelen van de beweegtas was een succes. De vrouwen zijn enthousiast en kijken al uit naar de tweede bijeenkomst op woensdagmiddag. Dan gaan ze zelf een beweegkaart maken. Op de beweegkaart komen alle plekken te staan in de eigen omgeving waar je kunt bewegen. Dat kan buiten zijn, bijvoorbeeld een speelplaats voor kinderen. Of binnen, bijvoorbeeld een sportcentrum of een leefstijlcentrum voor volwassenen. Jij maakt voor de deelnemers een beweegkaart als voorbeeld.
20
Werken in een leefstijlcentrum
Deel A Bewegen VOORBEREIDEN 25. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het welzijn van hun burgers. En ook voor voldoende beweegmogelijkheden. a. Welke beweegplekken heb jij zelf gebruikt als peuter, kleuter of schoolkind? Als peuter: Als kleuter: Als schoolkind: b. Welke beweegplekken gebruik jij nu als tiener?
c. Welke beweegplekken gebruiken jouw volwassen moeder of vader?
d. Welke beweegplekken gebruiken jouw grootouders als ouderen?
UITVOEREN
26. Een beweegkaart geeft informatie over beweegplekken. Je maakt een voorbeeld van een beweegkaart om de vrouwen de mogelijkheden in de buurt te laten zien. In jouw voorbeeld gebruik je hiervoor je eigen omgeving. a. Open op de computer een document met als titel 'Beweegkaart'. Je mag zelf weten in welk programma je werkt. b. Maak een overzicht van alle mogelijkheden in jouw omgeving om te bewegen. Vermeld de namen en adressen van: • sportscholen met soorten sporten • sportcentra en leefstijlcentra • sportclubs met soorten sporten • grasveldjes en trapveldjes • hondenuitlaatplekken • speeltuintjes • Cruyff Courts en soorten sporten • schoolpleinen 14 en soorten sporten • sportpleinen en soorten sporten • parken.
Werken in een leefstijlcentrum
21
Deel A Bewegen
BRON
KB
GL
c. Zorg voor een overzichtelijke indeling van je document. Werk bijvoorbeeld met hoofdstukken of kolommen. Verklein het lettertype, zodat alles netjes en overzichtelijk op een A4’tje past. d. Voeg plaatjes van de beweegplekken toe. e. Zoek een plattegrond van je woonomgeving op en geef daarop de beweegplekken aan. f. Sla alle gegevens op in het document. g. Print het overzicht en de plattegrond. Zorg ervoor dat de plattegrond op de achterkant van het overzicht past. h. Om een echte 'kaart' van het document te maken kun je het A4’tje lamineren. Je kunt hierbij Stappenplan 2 Lamineren gebruiken. i. Bewaar jouw beweegkaart. 27. Arie wil met de vrouwen tijdens de bijeenkomst alle beweegkaarten vergelijken. Zo wil hij duidelijk krijgen of er in hun woonomgeving voldoende mogelijkheden zijn om te bewegen. a. Bekijk hoeveel mogelijkheden tot bewegen jij in je eigen omgeving hebt. Vul in kolom 2 van het schema hierna het aantal beweegplekken in met behulp van de gegevens van jouw beweegkaart. b. Tel het aantal beweegplekken van kolom 2 op en zet dit aantal in de onderste regel van het schema. Deze uitkomst is gelijk aan 100%. c. Bereken in kolom 3 hoeveel % elke soort beweegplek van het totale aantal verschillende beweegplekken is. Bijvoorbeeld: hoeveel % van de beweegplekken is een sportschool? Gebruik bij de berekening de volgende formule: het aantal van een soort beweegplek _______________________________ x 100 = % van het totale aantal beweegplekken het totale aantal beweegplekken 1. Beweegplek
Sportscholen Sportcentra/leefstijlcentra Sportclubs Grasveldjes/trapveldjes Hondenuitlaatplekken Speeltuintjes Cruyff Courts Schoolpleinen 14
22
Werken in een leefstijlcentrum
2. Aantal
3. Hoeveel % van het totale aantal beweegplekken?
Deel A Bewegen 1. Beweegplek
2. Aantal
3. Hoeveel % van het totale aantal beweegplekken?
Sportpleinen Parken Totaal 100%
28. Bij welke beroepen kun je de beweegkaart als hulpmiddel gebruiken? Zet een X achter het juiste beroep. Beroepen
Beweegkaart gebruiken
Kinderopvangmedewerker Activiteitenbegeleider Taxichauffeur Praktijkondersteuner Brandweerman/-vrouw DiĂŤtist Voetbalmakelaar Maatschappelijk werker Personal trainer Medewerker buitenschoolse opvang Fysiotherapeut
Werken in een leefstijlcentrum
23
Deel A Bewegen TERUGKIJKEN 29. Vergelijk de beweegplekken in jouw woonomgeving met die van een medeleerling. a. Pak je beweegkaart erbij en laat zien welke beweegplekken er in jouw woonomgeving zijn. b. Laat op de plattegrond zien waar de beweegplekken zijn. c. Vind je medeleerling jouw beweegkaart en uitleg duidelijk? Beweegkaart: Uitleg: d. Vind jij de beweegkaart en uitleg van jouw medeleerling duidelijk? Beweegkaart: Uitleg: e. Welke tip voor verbetering kun jij je medeleerling geven?
f. Welke tip heb je zelf gekregen van je medeleerling?
g. Welke beweegplekken in jouw omgeving verdienen meer aandacht van de gemeente?
h. Welke beweegplekken in de omgeving van jouw medeleerling verdienen meer aandacht van de gemeente?
30. Heb je alle opdrachten van Taak 5 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken. Vergeet niet deze taak af te vinken in je planning in Taak 3.
Taak 6 Turkse koekjes bakken Ook de tweede bijeenkomst is goed verlopen. De vrouwen hebben allemaal een eigen beweegkaart gemaakt. Ze verheugen zich al op de derde bijeenkomst. Arie wil daarvan een feestelijke bijeenkomst maken met thee en minihapjes. Je gaat samen met stagiair Dex Turkse koekjes bakken. VOORBEREIDEN 31. Arie wil graag Turkse koekjes als minihapjes bij de thee. a. Waarom zal Arie voor Turkse koekjes kiezen?
24
Werken in een leefstijlcentrum
Deel A Bewegen b. Arie wil minihapjes die niet groter zijn dan 5 bij 5 centimeter. Waarom wil hij dat?
32. Dex stelt voor om ook hapjes uit een andere cultuur klaar te maken. Arie vindt dat een goed idee. a. Zoek recepten van zoete hapjes op bij vier verschillende nationaliteiten. Kijk op internet of in receptenboeken bij bijvoorbeeld koek, cake of gebak. b. Vul in kolom 1 van het schema hierna in wat het gerecht is. c. Zet in kolom 2 uit welke cultuur of van welke nationaliteit het gerecht afkomstig is. d. Zet in kolom 3 welke ingrediĂŤnten voor het gerecht nodig zijn. 1. Wat is het?
2. Welke cultuur of nationaliteit?
3. IngrediĂŤnten
Turkse koekjes
Turks
Boter, suiker, bloem, zout, ei, gedroogde abrikozen
33. Overleg met je docent welke minihapjes je gaat bakken. a. Ga je Turkse koekjes bakken of een van de andere hapjes met een recept van je docent? Ik ga
bakken.
b. Voor hoeveel personen ga je minihapjes bakken?
c. Welk recept ga je voor deze opdracht gebruiken?
34. Maak een bestellijst en een kookplan voor de minihapjes. BRON Gebruik hierbij het Werkplan Voedsel bereiden.
Werken in een leefstijlcentrum
25
Deel A Bewegen
35. Vul vlak voordat je gaat koken de checklist met kritische controlepunten in. Deze lijst helpt je om planmatig en hygiënisch te werken. Checklist Kookopdracht: kritische controlepunten Ik heb het recept of het kookplan doorgelezen. Persoonlijke verzorging: Ik heb mijn lange haren vastgemaakt. Ik heb mijn hand- en polssieraden afgedaan. Ik heb mijn handen gewassen. Ik heb het volgende verzameld: handdoek theedoek vaatdoek materialenbord afvalbakje schort alle benodigde ingrediënten (kijk in het recept welke ingrediënten dat zijn) alle benodigde materialen (kijk in het recept welke materialen je nodig hebt) Persoonlijke hygiëne: Ik heb mijn schort omgedaan. Ik heb mijn handen gewassen. UITVOEREN 36. Bereid de minihapjes. BRON Gebruik het Werkplan Voedsel bereiden dat je zelf hebt ingevuld. 37. Terwijl de koekjes of minihapjes in de oven zitten, voer je de werkzaamheden uit die bij nazorg horen. BRON Je kunt hierbij de volgende stappenplannen gebruiken: 157 Een microvezeldoek gebruiken 160 Een vloer stofwissen. a. Was de gebruikte materialen af. b. Maak het aanrecht schoon. c. Ruim de werkplek op.
26
Werken in een leefstijlcentrum
Deel A Bewegen 38. Controleer of de koekjes of minihapjes gaar zijn. a. Haal de koekjes of minihapjes uit de oven als ze gereed zijn. b. Maak een foto van de koekjes of minihapjes die je hebt gebakken. c. Sla de foto op. d. Hoe ga je de koekjes of minihapjes bewaren totdat je ze gaat serveren?
39. Bekijk hoe je de werkzaamheden bij nazorg hebt uitgevoerd. a. Heb je de ingrediënten die over zijn weer netjes opgeruimd? Ja / Nee b. Heb je de materialen op de juiste plaats droog weggezet? Ja / Nee c. Is het aanrecht weer helemaal schoon en vetvrij? Ja / Nee d. Zijn alle restjes verwijderd uit de gootsteen? Ja / Nee e. Voer de acties waarbij je ‘nee’ hebt geantwoord alsnog netjes uit. f. Wat heb je gedaan met het vuile keukentextiel (vaatdoek, theedoek, handdoek, schort)?
TERUGKIJKEN 40. Bekijk het resultaat van de opdracht. a. Ben je tevreden over de koekjes of minihapjes? Leg je antwoord uit.
b. Waren alle koekjes of minihapjes 5 bij 5 centimeter? Leg uit hoe je dat weet.
c. Ben je tevreden over de foto van de minihapjes? Leg je antwoord uit.
41. Overleg met je docent of je de Extra opdracht bij deze taak gaat maken. 42. Heb je alle opdrachten van Taak 6 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken. Vergeet niet deze taak af te vinken in je planning in Taak 3.
Taak 7 Beweegroute naar huis uitstippelen Arie heeft voor de derde bijeenkomst het volgende op het programma gezet: de route van school naar huis uitstippelen. Meer bewegen kan door aan het einde van de schooldag op de terugweg zo veel mogelijk speeltuintjes te bezoeken. Arie vindt dit een belangrijk onderwerp. Hij ziet dat te veel kinderen in de auto of in de bakfiets zitten. Jij gaat uitproberen hoe je het best een beweegroute kunt uitstippelen. Dan heeft Arie een voorbeeld om tijdens de bijeenkomst te laten zien.
Werken in een leefstijlcentrum
27
Deel A Bewegen
VOORBEREIDEN BRON Lees nogmaals Tekstbron 2.27 Een gezonde leefstijl. Maak daarna opdracht 43 en 44. 43. Sommige basisscholen adviseren ouders of begeleiders om hun kinderen lopend of met de fiets naar school te brengen. a. Waarom zullen scholen het advies ‘ouders kom lopend naar school’ geven?
b. Vanaf welke leeftijd kunnen kinderen vaak al zelf op de fiets naar school? Leg je antwoord uit.
c. Over welke motoriek gaat het hier?
d. Geef nog twee voorbeelden van activiteiten waarbij kinderen de grove motorische vaardigheden oefenen.
28
Werken in een leefstijlcentrum
Deel A Bewegen 44. Arie wil met een verbeterde route van school naar huis bereiken dat de kinderen en hun ouders of begeleiders het leuk vinden om meer aan beweging te doen. a. Wat kan er gebeuren als iedereen enthousiast is over dit plan?
b. Arie vindt het ook belangrijk dat de kinderen en volwassenen op die manier langer buiten zijn. Waarom vindt hij dat?
UITVOEREN 45. Maak een voorbeeld van een route van school naar huis langs speeltuintjes. • De kinderen zitten op basisschool OBS de Graswinkel in Weert. Zie A op het kaartje. • Het thuisadres van schoolkinderen is de Bosbeemd 3. Zie B op het kaartje. • In de wijk liggen de volgende speeltuintjes: Roerdomp, De Graspieper, Peelbeemd, Rietzanger en Fazantstraat. a. Teken op de plattegrond een doorgetrokken lijn voor de kortste weg van school naar huis. b. Teken met een andere kleur een lijn voor een route van school naar huis via alle speeltuintjes.
Werken in een leefstijlcentrum
29
Deel A Bewegen 46. Arie wil de vrouwen op de bijeenkomst jouw voorbeeld laten zien. Het gaat niet alleen om de speeltuintjes waar de kinderen actief kunnen zijn. Hij wil ook vertellen dat je een langere weg loopt van school naar huis. Ook daardoor zijn de kinderen en volwassen dan langer buiten en meer in beweging. Met Google Maps kun je berekenen hoelang een route is. a. Bereken het aantal meters van de kortste weg van school naar huis: • Ga naar Google Maps. • Klik op ‘Routebeschrijving’. • Klik op het pictogram ‘Lopende persoon’. • Vul bij A het startadres in: typ de naam van de school in. • Vul bij B het eindadres in: typ de straat en plaats waar de kinderen wonen in. • Klik op ‘Routebeschrijving’. b. Hoeveel meter geeft de voorgestelde route aan?
c. Hoelang is het lopen?
47. De route van school naar huis langs de speeltuintjes kan natuurlijk op verschillende manieren gevolgd worden. a. Bereken het aantal meters volgens de route die jij op jouw kaartje hebt uitgestippeld. • Ga naar Google Maps. • Klik op ‘Routebeschrijving’. • Klik op het pictogram ‘Lopende persoon’. • Vul bij A het startadres in: typ de naam van de school in. • Vul bij B het eerste speeltuintje in waar je langskomt. • Klik op ‘Bestemming toevoegen’ en vul het tweede speeltuintje in. • Ga zo door tot alle vijf speeltuintjes zijn ingevuld. • Vul bij G het eindadres (de straat) in. • Klik op ‘Routebeschrijving’. b. Hoeveel meter geeft de voorgestelde route aan?
c. Hoelang is het lopen?
d. Bekijk de speeltuintjes 3D/2D. Bij 2D bekijk je de speeltuintjes van bovenaf via het satellietbeeld. Bij 3D bekijk je het speeltuintje via Street View. Je sleept hiervoor het poppetje naar een speeltuintje op de route. e. Welk speeltuintje vind jij het leukst?
30
Werken in een leefstijlcentrum
Deel A Bewegen
48. Je kunt nu het verschil berekenen tussen de kortste route en de speeltuintjesroute van school naar huis. a. Zet in kolom 1 van het schema de gegevens van opdracht 46b en c. b. Zet in kolom 2 van het schema de gegevens van opdracht 47b en c. c. Bereken het verschil in kolom 3. 1. Kortste route
2. Speeltuintjesroute 3. Verschil
Meter Beweegtijd
TERUGKIJKEN 49. Vergelijk jouw speeltuintjesroute met die van een medeleerling. a. Pak je kaartje met de route erbij en laat zien welke route jij uitgestippeld hebt. b. Hebben jouw medeleerling en jij de route op dezelfde manier langs de speeltuintjes laten lopen? Ja / Nee c. Zo nee, wat zijn de verschillen?
d. Hebben jouw medeleerling en jij bij de vorige opdracht dezelfde berekening gemaakt voor de kortste route? Ja / Nee e. Zo nee, bekijk waardoor het verschil is veroorzaakt en verbeter zo nodig jouw antwoord. f. Hoeveel kilometer is de speeltuintjesroute van jouw medeleerling?
g. Hoeveel kilometer is jouw speeltuintjesroute?
h. Als er een verschil zit tussen de speeltuintjesroute van jouw medeleerling en jouw route, hoeveel kilometer is dat dan?
Werken in een leefstijlcentrum
31
Deel A Bewegen 50. Bij opdracht 16 d van Taak 4 had je de volgende opdracht: ‘Stel je vragen aan zo veel mogelijk kinderen in je vrije tijd en noteer hun antwoorden.’ a. Heb je deze opdracht in je vrije tijd gedaan? Ja / Nee, omdat
b. Heb je bij a ‘ja’ geantwoord? Maak dan op een A4’tje een overzicht van de uitkomsten van jouw enquête. Zet in het overzicht de antwoorden van de twee medeleerlingen en van de kinderen tot 12 jaar. Geef ook een conclusie, bijvoorbeeld over het verschil tussen de medeleerlingen en de kinderen tot 12 jaar. c. Heb je bij a ‘nee’ geantwoord? Overleg dan met je docent wanneer je de opdracht alsnog klaar moet hebben. Denk daarbij ook aan de opdracht bij b. 51. Overleg met je docent of je de Extra opdracht bij deze taak gaat maken. 52. Heb je alle opdrachten van Taak 7 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken. Vergeet niet deze taak af te vinken in je planning in Taak 3.
Taak 8 Thee met minihapjes serveren Het is middag: de vrouwen komen voor de derde bijeenkomst naar leefstijlcentrum Opwaarts. Veel vrouwen hebben hun kinderen meegenomen. Stagiair Dex gaat met vrijwilligster Heleen met de kinderen buitenspelen. Arie gebruikt jouw voorbeeld van een speeltuintjesroute om de vrouwen over het programma van die middag te vertellen.
VOORBEREIDEN 53. Ondertussen ga jij thee zetten. In de pauze ga je de thee serveren met de koekjes of minihapjes die je gebakken hebt. Voor de kinderen is er een glaasje water met een stukje fruit erin voor de sier en de smaak. a. Wat ga je klaarzetten om thee te maken? 1. 2. 3.
32
Werken in een leefstijlcentrum
Deel A Bewegen b. Wat heb je nodig om de thee te serveren? 1. 2. 3. c. Wat heb je nodig om de koekjes of minihapjes te serveren?
d. Wat voor soort fruit ga je de kinderen geven? Let daarbij op de kosten.
54. Overleg met je docent over opdracht 55a. a. Voor hoeveel personen ga je thee zetten?
b. Voor hoeveel kinderen ga je een glaasje water met fruit klaarmaken?
UITVOEREN 55. Voer de werkzaamheden uit die je bij voorbereiding hebt bedacht. a. Zet de thee. b. Maak het drinken voor de kinderen klaar. c. Zet alles klaar om de thee, het drinken voor de kinderen en de minihapjes te serveren. d. Serveer de thee, het drinken voor de kinderen en de hapjes die je hebt gebakken. 56. Voer de werkzaamheden uit die bij nazorg horen. BRON Je kunt hierbij de volgende stappenplannen gebruiken: 157 Een microvezeldoek gebruiken 160 Een vloer stofwissen. a. Was de gebruikte materialen af. b. Maak het aanrecht schoon c. Ruim de werkplek op. TERUGKIJKEN 57. Bekijk hoe je de werkzaamheden bij nazorg hebt uitgevoerd. a. Heb je alles netjes afgewassen? Ja / Nee b. Heb je alles op de juiste plaats teruggezet? Ja / Nee c. Is het aanrecht schoon? Ja / Nee d. Voer de acties waarbij je ‘nee’ hebt geantwoord alsnog netjes uit.
Werken in een leefstijlcentrum
33
Deel A Bewegen 58. In je werk is het altijd belangrijk dat je er netjes verzorgd uitziet en hygiĂŤnisch werkt. a. Heb je bij het uitvoeren van opdracht 55 aan je persoonlijke verzorging gedacht? Geef twee voorbeelden.
b. Welke serveermethode heb je gebruikt?
c. Aan welke kant van de gast stond je bij het serveren van de thee?
d. Wat is de juiste kant?
e. Had je last van: je pols? Ja / Nee je arm? Ja / Nee je schouder? Ja / Nee f. Welke verbeterpunten heb jij voor een volgende keer?
59. Heb je alle opdrachten van Taak 8 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken. Vergeet niet deze taak af te vinken in je planning in Taak 3.
Taak 9 Reclame via de media volgen Tijdens de vierde bijeenkomst gaan de vrouwen zich met media en reclame bezighouden. Arie bereidt dit onderwerp samen met jou voor. Arie vertelt dat veel mensen zich er niet bewust van zijn dat ze elke dag wel via de media reclame over leefstijl zien en horen.
34
Werken in een leefstijlcentrum
Deel A Bewegen VOORBEREIDEN BRON Lees Tekstbron 3.15 Communiceren kun je leren. Lees nogmaals Tekstbron 4.17 Communicatiemiddelen en reclame. Bekijk ook de Film Actief luisteren. Maak daarna opdracht 60 tot en met 66. 60. Bij Taak 7 heb jij een beweegroute langs speeltuintjes uitgezocht. Je gaat nu de route aan een medeleerling vertellen. Je brengt de boodschap over, waarbij je medeleerling alleen een lege plattegrond heeft. Kun jij de boodschap zó duidelijk overbrengen dat je medeleerling de juiste route kan intekenen op de lege plattegrond? a. Zet het volgende klaar: • twee stoelen met de ruggen tegen elkaar • jouw ingevulde plattegrond met daarop de route langs de speeltuintjes • een lege plattegrond • potlood. b. Jij vertelt, zonder straatnamen te noemen, de route aan je medeleerling. Je gebruikt daarvoor jouw ingevulde plattegrond. Je medeleerling vult de route in op de lege plattegrond. c. Doe de oefening nog een keer, maar draai dan de rollen om. d. Geef bij de volgende vragen aan hoe de communicatie is gegaan. • Geef een indruk van hoe deze oefening is verlopen.
•
Zijn er verschillen tussen de plattegronden? Zo ja, waarom?
•
Wat heb jij bij deze opdracht over jezelf ontdekt?
•
Heb je de aanwijzingen mondeling herhaald toen jij een lege plattegrond moest invullen?
Ja / Nee, omdat
•
Heb je hulpmiddelen gebruikt?
Ja / Nee, omdat
UITVOEREN 61. Arie wil de deelnemers met een digitale presentatie twee reclames over leefstijl laten zien: • een reclame die een ongezonde leefstijl stimuleert • een reclame die een gezonde leefstijl stimuleert. a. Zoek een voorbeeld van beide soorten reclames. b. Bedenk bij elke reclame drie vragen voor de vrouwen. Zorg ervoor dat ze door de vragen kritisch naar de reclames gaan kijken. c. Bewaar de websiteadressen of foto’s en de vragen die je hebt bedacht. Die ga je bij een volgende opdracht in een presentatie gebruiken.
Werken in een leefstijlcentrum
35
Deel A Bewegen 62. Arie wil de vrouwen ook laten zien hoe je de boodschap in reclames kunt beoordelen. Hij vraagt je daarvoor een overzicht in te vullen. a. Zoek een videoreclame op over: • tandpasta • fastfood • een alcoholhoudende drank • broodbeleg. b. Beantwoord de vragen in het schema. Vragen
Tandpasta
Fastfood
Alcohol
Broodbeleg
1. Om welke reclame gaat het? Geef het webadres.
2. Waarom is deze reclame gemaakt?
3. Hoe zorgt deze reclame ervoor dat jij dit product koopt?
4. Wat zit er in deze reclame waarom jij het product niet koopt?
63. Als laatste activiteit wil Arie de vrouwen zelf een reclame laten maken die een gezonde leefstijl positief beïnvloedt. Jij gaat daarvoor een voorbeeld maken over salade. Je werkt jouw voorbeeld uit in een storyboard. Tip! Kijk op internet voor voorbeelden van een storyboard. a. Verzamel informatie over gezonde leefstijl en salade eten om in jouw storyboard te verwerken. Bijvoorbeeld: • bij een gezonde leefstijl hoort het eten van voldoende groenten en fruit • waarom mensen salades eten, zoals: het ligt niet zwaar op de maag • wanneer mensen salades eten • waar mensen salades eten.
36
Werken in een leefstijlcentrum
Deel A Bewegen b. Bekijk het overzicht dat je bij de vorige opdracht hebt ingevuld. Je hebt daarin aangegeven wat jou wel en niet motiveert om een bepaald product te gebruiken. Gebruik deze redenen voor jouw storyboard. c. Maak een storyboard voor een reclamefilmpje over salades als voorbeeld van gezonde voeding. Gebruik zes plaatjes die samen ĂŠĂŠn minuut film moeten vullen. d. Bewaar jouw storyboard.
64. Overleg met je docent over het filmen van jouw reclamefilmpje. a. Laat jouw storyboard aan je docent zien. Wat vind je docent van het storyboard?
b. Overleg of je de opname gaat maken en zo ja, waarmee. 65. Verwerk de informatie uit opdracht 62 tot en met 65 in een digitale presentatie. Je kunt je presentatie bijvoorbeeld maken in PowerPoint of met Prezi. BRON Hierbij kun je dan Stappenplan Werken met Prezi gebruiken. Bewaar je presentatie. KB
GL
66. Je hebt Arie geholpen met de voorbereiding van de laatste bijeenkomst. Voor de Prezi heb je een voorbeeld gemaakt voor een reclameboodschap over gezonde leefstijl. Om te weten of jouw reclameboodschap mensen bereikt, is het belangrijk om jouw reclame te testen. a. Maak een vragenlijst in een spreadsheetprogramma. Gebruik het voorbeeld in de volgende tabel. Voeg zelf nog vijf vragen toe. b. Print jouw vragenlijst tien keer. c. Vraag aan vijf volwassenen en vijf jongeren door het afnemen van de vragenlijst wat zij van de reclameboodschap vinden. Vragen
1. Ja
2. Ja, een beetje
3. Bijna
4. Nee
1. Ik vind de boodschap informatief. 2. Ik vind dat de boodschap aanzet tot extra groenten eten. 3. Ik vind de boodschap kleurrijk. 4. Ik ga vaker salade meenemen naar school. 5. Ik ga vaker thuis salade klaarmaken.
Werken in een leefstijlcentrum
37
Deel A Bewegen d. Maak van de antwoorden op de vragenlijsten van alle mensen samen een diagram. Tel per vraag op hoeveel mensen dezelfde antwoorden hebben ingevuld. Print daarvoor de vragenlijst nog een keer en vul het aantal in. e. Verwerk deze gegevens in een tekstverwerkingsbestand dat je combineert met een spreadsheet. Maak een kolommendiagram in het tekstverwerkingsbestand en kies een type kolom uit. f. Vul het spreadsheetschema in met de gegevens uit de vragenlijst. Zet in de rijen de vraagnummers en in de kolommen het aantal mensen dat antwoord gaf op ‘Ja’, ‘Ja, een beetje’, ‘Bijna’ of ‘Nee’. g. Sluit het spreadsheetprogramma af. Je kolommen staan automatisch in je tekstverwerkingsdocument. h. Print de kolommendiagram en bewaar ze. TERUGKIJKEN 67. Bekijk hoe het werken met computerprogramma’s is gegaan. Sommige opdrachten heb je misschien niet gedaan, dan zet je ‘n.v.t.’ (niet van toepassing) in de kolommen.
Voorbereiden Informatie uitzoeken en gegeven invoeren vind ik ... Enquêtes laten invullen heb ik ... gedaan. Uitvoeren Een route met verschillende programma’s heb ik ... gedaan. Een digitale presentatie maken heb ik ... gedaan. Diagrammen maken heb ik ... gedaan. Werken in een spreadsheetprogramma vind ik ... Lang achter de computer zitten vind ik ... Nazorg / Terugkijken Werken met computersoftware vind ik ... Geconcentreerd werken heb ik ... gedaan. Secuur werken heb ik ... gedaan. Totaal
68. Overleg met je docent of je de Extra opdracht bij deze taak gaat maken. 69. Heb je alle opdrachten van Taak 9 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken. Vergeet niet deze taak af te vinken in je planning in Taak 3.
38
Werken in een leefstijlcentrum
Deel A Bewegen
Evalueren & Reflecteren Taak 10 Terugkijken en verder kijken Je bent in dit deel aan de slag geweest in leefstijlcentrum Opwaarts. Je gaat nu kijken hoe dat gegaan is. Ook ga je verder kijken. 70. In Taak 3 heb je een planning ingevuld. Bekijk deze. a. Kijk in kolom 5. Taak 10 en 11 ga je nog maken. Zijn alle andere taken af? Zo niet, overleg met je docent welke taken je nog moet doen. b. Kijk in kolom 6. Staat bij Taak 1 tot en met Taak 9 een paraaf van je docent? Zo niet, overleg met je docent hoe je dit in orde kunt maken. 71. In het schema hierna zie je de leerdoelen waaraan jij dit deel hebt gewerkt. a. Geef van elk leerdoel aan of je het kunt of dat je er nog aan moet werken. Dit doe je door bij elk leerdoel in kolom 3 ‘Kan ik’ of in kolom 4 ‘Moet ik nog aan werken’ een ✓ te zetten. b. Bekijk elk leerdoel waarbij je in kolom 4 ‘Moet ik nog aan werken’ een ✓ hebt gezet. Wat moet je volgens jou beter gaan doen? Geef dit aan in kolom 5. c. Hoe vond je het om aan deze leerdoelen te werken? Leg je antwoord uit.
1. Taak
2. Leerdoel
4
Ik kan een beweegtas maken met informatie over een gezonde leefstijl.
5
Ik kan een beweegkaart maken om volwassenen te stimuleren tot meer bewegen.
6
Ik kan koekjes of minihapjes bakken.
7
Ik kan een beweegroute uitstippelen met behulp van computersoftware.
8
Ik kan warme en koude dranken klaarmaken en serveren met minihapjes.
9
Ik kan een digitale presentatie voorbereiden over de invloed van reclame op leefstijl.
3. Kan ik 4. Moet ik nog aan werken
5. Dit ga ik verbeteren
Werken in een leefstijlcentrum
39
Deel A Bewegen BRON Bekijk de Website Beroepen. Maak daarna opdracht 72.
72. Na het vmbo ga je een vervolgopleiding doen. a. Vul op de website bij ‘Wat is jouw droomberoep?’ het woord ‘sport’ in. Welke beroepen vind je? Vul het schema hierna in en zet achter elk beroep het niveau van de opleidingen. Beroep
Niveau van de opleiding
b. Ben jij zelf een sportief type? Ja / Nee c. Houd jij ervan om mensen te begeleiden bij sport- en bewegingsactiviteiten? Ja / Nee, omdat
BRON Bekijk de Website Mbo – Sport- en bewegingsbegeleider. Maak daarna opdracht 73.
73. De opleiding voor sport- en bewegingsbegeleider kun je op meerdere roc’s volgen. a. Op welk roc bij jou in de buurt kun je die opleiding volgen?
b. Kijk op de website van het roc bij jou in de buurt. Welke informatie over deze opleiding kun je er vinden of aanvragen?
c. Bij wie moet je zijn als je meer wilt weten over het beroep sport- en bewegingsbegeleider?
40
Werken in een leefstijlcentrum
Deel A Bewegen BRON Open het Formulier Netwerkoverzicht. Maak daarna opdracht 74.
74. Wanneer het je leuk lijkt om sport- en bewegingsbegeleider te worden, is het handig dat je iemand kent die dat werk doet. Dan kun je aan die persoon vragen stellen of kun je misschien eens een dag op zijn werkplek meelopen. Zoek in jouw omgeving iemand die werkt in een beroep voor sport en bewegen. Vraag bijvoorbeeld aan je familie, aan vrienden of op school of zij iemand kennen met dit beroep. Zoek anders op internet. Vul de gegevens van deze medewerker in je netwerkoverzicht In.
Taak 11 Voorbereiden op de toets In deze taak ga je je voorbereiden op de toets. 75. In de tekstbronnen bij dit deel ben je woorden tegengekomen die je moet kennen voor het examen. In de tekstbronnen zijn deze woorden dikgedrukt. Misschien heb je zelf nog andere woorden gemarkeerd. a. Zoek alle dikgedrukte woorden op. Maak er een lijstje van op papier of digitaal. b. Zet de woorden in alfabetische volgorde. c. Bekijk je lijst met woorden. Zijn er woorden waarvan je niet weet wat ze betekenen? Zoek de betekenis van die woorden op in de Theek-iT. d. Zet de betekenis achter het woord in jouw lijst.
Werken in een leefstijlcentrum
41