4 minute read
Eindeloos Report
Diversiteit in het Verzet
Haye Heida – Op donderdag 29 april organiseerden mas- Eindeloos Report! terstudenten Anna Boogaard, Miriam van der Veen en Rachel Meijers voor het researchmaster kernvak Historisch Atelier een online seminar over de diversiteit van het verzet in de Tweede Wereldoorlog. Peter Romijn, directeur onderzoek bij het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies en hoogleraar Geschiedenis aan de UvA; Liesbeth van der Horst, directrice van het Verzetsmuseum; Esther Shaya, schrijfster en redacteur voor Open Joodse Huizen en Huizen van Verzet kwamen respectievelijk aan het woord om te vertellen over hun inzichten over de werking en de diversiteit van het verzet. Ook was er aandacht voor de inhoudelijke en praktische uitdagingen die bij hun werk komen kijken.
Advertisement
Romijn stelde dat het verzet in de loop der tijd op verschillende manieren is toegeëigend door diverse nationale elites. Hierbij werd het verzet vaak als één geheel gezien, met één doel: het Vaderland bevrijden. Maar hoe werkte het verzet in die tijd en wat heeft mensen zich ertoe aangezet om zich te verzetten? Niet iedereen heeft immers op dezelfde manier gehandeld en dezelfde beweegredenen gehad om in het verzet te gaan. Romijn pleit dan ook voor meer microgeschiedenissen, waarbij historici op zoek moeten gaan naar de betekenis van tijd, plaats en sociale verbintenis voor het verzet.
Deelname aan het verzet leidde tot extreme repressie, waardoor organisaties zich vaak gingen definiëren als de avant-garde voor een betere toekomst; waarbij de oude sociale structuren doorbroken moesten worden. Tegelijkertijd waren er ook organisaties die juist terug wilden naar het oude en vertrouwde. Om de diversiteit van het verzet te begrijpen, moet er naast utopisch-vernieuwingsgezinde motieven daarom ook aandacht zijn voor de mobiliserende kracht vanuit conservatieve hoek, aldus Romijn. Voor de conservatieven kon deelname aan het verzet nieuwe netwerken van gemeenschappelijk vertrouwen bieden waar deze onder het naziregime uiteen waren gevallen.
Dit betekende overigens niet dat de progressieve en behoudende groeperingen strikt gescheiden bleven van elkaar, zegt Van der Horst. Het feit dat deze verschillende verzetsgroepen één gezamenlijke vijand hadden, maakte juist dat de vooroorlogse verzuiling werd doorbroken. Aanvankelijk ontstonden verzetsactiviteiten binnen de eigen groep, maar gaandeweg werd er steeds meer samengewerkt met andere groeperingen. Bovendien ging verzet plegen volgens Van der Horst uiteindelijk om moed en organisatietalent; verzet ontstond bij de mensen die initiatief namen. Daarbij maakte het niet uit wat je eerdere status of positie was binnen de samenleving.
Wat betreft de rol van vrouwen heeft het verzet zichzelf wel gemodelleerd naar het vooroorlogse maatschappelijke, paternalistische ideaal. Desondanks speelden vrouwen in het verzet een belangrijke rol. Zij hadden bij de Duitsers een onschuldig imago en waren daardoor zeer geschikt voor koerierswerk. Bij gewapend verzet, sabotage en spionage waren ze minder betrokken, maar niet geheel afwezig. Ook zijn vrouwen in de top van de organisaties actief geweest. Dit was echter niet het paternalistische beeld dat Nederland na de oorlog nodig had, en daarom is hun geschiedenis zo lang onderbelicht gebleven. De huisvrouwen die direct betrokken waren bij de opvang van onderduikers mogen ook niet vergeten worden.
In de jaren ‘40 waren er nog maar enkele duizenden mensen van kleur in Nederland. Zij waren vanuit de kolonies naar Nederland gekomen om te studeren en behoorden veelal tot de elite. Hoewel individuele gevallen van racisme onder de bezetting niet uitgesloten kunnen worden, kon het hebben van een donkere huidskleur juist in het voordeel werken. Zij werden namelijk met rust gelaten, omdat volgens de nazistische rassenleer de Jodenvervolging de prioriteit zou moeten krijgen. Daarnaast werden mensen van kleur vrijgesteld van de Arbeidseinsatz. De Surinaamse verzetsman Anton de Kom werd dan ook niet vervolgd vanwege zijn
huidskleur, maar vanwege zijn verhaal vertellen gebeurt dat bij de ene persoon Eindeloos Report! werk voor het communistische verzet. Indonesische en Surinatuurlijk nauwkeuriger dan bij de andere, en daarom moet er ook onderzoek naast de afgelegde naamse studenten kwamen interviews plaatsvinden om die verhalen te toetsen daarentegen wel voor een moeilijke vraag te staan: en van een historische context te voorzien. Sterke strijd ik tegen de bezetter van mijn bezetter? Nie- verhalen zal men genoeg tegenkomen, evenals het mand van hen heeft zo ver bekend om die reden de gebrek aan mensen om te interviewen. Soms is er kant van de Duitsers gekozen, en de Indonesische gewoonweg geen bewijs voor een bepaald verhaal, studentenvereniging Perhimpoenan Indonesia gaf waarop men kan besluiten om te zeggen dat het zo zelfs aan al haar leden de opdracht om in verzet te in de herinnering van de geïnterviewde persoon is gaan tegen de Duitsers. gebeurd. Hiermee kunnen wij ons vooralsnog los Dan blijft de vraag over hoe we deze diverse maken van de ‘geijkte, door de herinneringspolitiek geschiedenis het beste kunnen benaderen. Sha- gecreëerde nationale, apolitieke en conformerende ya, pleit voor een combinatie van oral history en kaders’ en de diversiteit van het verzet goed begrijarchiefonderzoek. Wanneer mensen hun eigen pen. d