4 minute read
Haar” keuze? Ik dacht het niet
Het schoonheidsideaal rond de vrouwelijke schaamstreek, een schaamstreek analyse van de Venus van Urbino en wat dit kan zeggen over de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen.
Julia KloppenboRg – De ontharingsbusiness, gericht op de vrouw, is heden ten dage booming. Echter lijkt het alsof Venus scheermesjes al gebruikt werden in de Griekse Oudheid zelf (heeft het merk haar naam daaraan te danken?). Het vrouwelijk schoonheidsideaal is door de eeuwen heen enorm veranderd, maar de onbehaarde vrouwelijke schaamstreek lijkt een constante door bijna de hele kunstgeschiedenis heen.
Advertisement
Kunsthistorica Jill Bircke legde in een onderzoek een link tussen het klassieke schoonheidsideaal en de invloed van de man hierop. De klassieke traditie, door de eeuwen heen herhaaldelijk inspiratie voor het heersende schoonheidsideaal, laat goed zien hoe de male gaze invloed heeft op het vrouwelijk schoonheidsideaal. Het ideaalbeeld van vrouwelijke schaamstreek kan ook gezien worden het perfecte voorbeeld van een tegenstrijdig ideaalbeeld van de vrouw.
Afgaande op de beeldende kunst uit het antieke Griekenland lijken we het schoonheidsideaal te kunnen vaststellen: de vrouw is kaal. Maar was dit werkelijk het heersende schoonheidsideaal, of eerder een artistieke afweging? Mogelijk leende marmer zich niet graag voor de structuur van haar? Marmer werd in de tijd het liefst zo glad mogelijk gemaakt, ook om te pronken met talent. Een grof stuk steen was immers niet makkelijk glad te krijgen. Deze theorie houdt echter niet lang stand: Op beelden zien we dat vrouwen kaal zijn, maar voor mannen geldt dit alleen voor hun bovenlichaam. Hun geslachtsdeel werd vaak triomfantelijk omringd met een bos haar, getemd, maar duidelijk aanwezig.
De esthetische waarde van een onthaarde schaamstreek bij de vrouw is cultureel te verklaren. In het antieke Griekenland werd lichaamsbeharing immers geassocieerd met barbaarsheid, onbeschaafdheid en lage klasse. Vrouwen uit de hoge klassen hadden de tijd en beschikten over de middelen om te ontharen. Deze associatie overleefde het antieke Griekenland met vele eeuwen.
Tijdens de Renaissance werd de klassieke oudheid herontdekt. Door het humanisme kwam de mens weer centraal te staan en de klassieke beeldtraditie werd nieuw leven ingeblazen. Met deze beeldtaal als voorbeeld en de centraalstelling van de mens zien we een opleving van het naakt in de kunst. Ook de onthaarde schaamstreek van de vrouw komt hiermee weer in beeld.
Hier zien we iets opmerkelijks. Waar de beeldtraditie in het Oude Griekenland een bepaald schoonheidsideaal representeert dat in de samenleving leeft, bepaalt het tegelijkertijd ook het schoonheidsideaal in de renaissance en alle periodes hierop volgend waarbij terug wordt geblikt op de Klassieke oudheid.
De male gaze is een bijkomstigheid van deze representatie en bepaling. In de kunst wordt de male gaze vaak teruggezien. De vrouw wordt geportretteerd naar hoe de man naar haar kijkt. Vaak komen objectivering, sensualiteit en seksueel schoonheidsideaal hierbij kijken. De vrouw door de ogen van de man weergegeven in plaats van de vrouw als een vrouw op zichzelf weergegeven. De male gaze is in dezen interessant omdat de mannelijke kijk op de vrouw invloed lijkt te hebben op het vrouwelijk schoonheidsideaal. Kunstenaars waren immers bijna altijd mannen door de geschiedenis heen.
Het schoonheidsideaal speelde een grotere rol dan enkel mooi zijn voor velen. Het ideaalbeeld van een vrouw werd eigenlijk altijd geschetst door de man. Kunst werd meestal gemaakt door mannen (vrouwen kregen zelden deze kans), waardoor een schoonheidsideaal ontstond voor de vrouw dat opgelegd werd door de man.
Vergis je niet, niet voldoen aan deze schoonheidsidealen en verwachtingen als vrouw bestempelde je niet met een sticker “irritante feminist”, maar kon je toekomst bepalen. Wanneer je überhaupt in de klasse viel waar het mogelijk was te ontharen, dan deed je dat omdat dat verwacht werd van een vrouw. Niet voldoen aan deze verwachting kon betekenen dat je minder geschikt werd geacht als vrouw en belangrijker, als biologisch goede optie voor voortplanting. Het volgen van een schoonheidsideaal kon voor een vrouw van levensbelang zijn, een bijzonder voorbeeld van een ongelijke man-vrouw verhouding.
En dan is het nog steeds niet goed. De onthaarde schaamstreek was een must, een uiting van klasse, vruchtbaarheid, schoonheid, en toch een andere kant van de medaille. Jill Burke heeft een analyse van Venus van Urbino, gemaakt door renaissanceschilder Titiaan in 1538, gemaakt. We zien een ontblote vrouw, kijkend in de ogen van de toeschouwer, in een sensuele houding, onthaard. Het schilderij kent talloze analyses, vermoedelijke verwijzingen en symboliek. Burke stipt de hond aan haar voeteneinde aan. Zijn harige vacht verwijst volgens haar naar de behaarde schaamstreek. De hond staat vaker symbool voor onkuisheid en wellust. Alhoewel de Venus zelf een kale schaamstreek heeft, wat haar laat voldoen aan het schoonheidsideaal, wordt er ook verwezen naar aanwezig schaamhaar. Want de associatie met barbaarsheid en lage klasse, betekent ook de associatie met onbeheersbaar en dierlijke seksuele drift. Dat was niet kuis en hoorde niet bij de perfecte-moeder-van-je-kinderen. Burke toont aan dat analyseren aan de hand van schaamhaar een bijzondere benadering van de kunstgeschiedenis is. In de Venus van Urbino is een dubbelzinnige, tegenstrijdige verwachting van een vrouw te lezen, “lady on the streets, freak in the sheets”. Uiteraard blijft het een kunsthistorische benadering, maar het is wel een bijzondere manier van Burke om de schaamstreek en het schoonheidsideaal te gebruiken in haar analyse.
Kunsthistorica Jill Burke legde het verband tussen de mode en de keuze van vrouwen rond ontharing van de schaamstreek en de ongelijkheid tussen man en vrouw. De beeldtraditie in de kunst is een goed voorbeeld van de impact van de male gaze op het vrouwelijk lichaam. Het schoonheidsideaal van de schaamstreek is een interessante benadering van de kunst, ontharing kan immers veel zeggen. “A woman’s body is imperfect unless it is somehow modified” schrijft Burke. d