De Verloskundige 2021 | 2e jaargang | nummer 1
Burn-outs: kunnen we ze voorkomen? Rol verloskundigen bij preventie Geboortefotografie in de praktijk
Preventie Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen
VOORWOORD
PREVENTIE e coronapandemie houdt de wereld nog steeds in zijn greep. Ook bij mij is iedereen thuis. School, studie, werk. Alles met de laptop, ieder in zijn eigen hoekje van het huis. De routine hebben we inmiddels gevonden. Na een dagje Zoom, Teams of Webex was de avondwandeling door de wijk, langs de rivier, door de bossen of door de stad een welkom lichtpuntje.
D
Door naast de hygiëne- en lockdownmaatregelen te vaccineren, trachten we te voorkomen dat we het virus krijgen, anderen besmetten en ziek worden. Deze maatregelen en het vaccineren passen bij het thema van dit nummer: preventie. Een belangrijk onderwerp. Moeilijk ook, omdat je niet ziet wat er niet is gekomen, wat je door preventie hebt weten te voorkomen. Mooi dat we hier in de zorg steeds meer mee bezig zijn, de verschuiving van curatie naar preventie. Zonder de curatie uit het oog te verliezen uiteraard. Uit het RIVM-rapport (zie knov.nl/tijdschrift) blijkt ook dat er op het gebied van preventie kansen liggen om de kwaliteit van onze geboortezorg de komende periode verder te verbeteren. Het zijn geïsoleerde tijden waarin we leven en steeds meer opgelegd krijgen wat we niet mogen. Niet altijd makkelijk, maar met aandacht voor en met elkaar (weliswaar op afstand) kunnen we het volhouden. Of de vaccins op tijd zijn en voldoende werken, ook tegen de gemuteerde vormen van het virus is, nu ik dit schrijf, nog de vraag. Charlotte de Schepper, directeur van de KNOV Naast allerlei reguliere werkzaamheden in de geboortezorg richten we ons naast het virus ook op de bekostiging van de geboortezorg. Is het al tijd om het experiment ‘integrale bekostiging’ op te nemen in de reguliere bekostiging? De KNOV denkt, in het belang van haar leden én de kwaliteit van de geboortezorg, van niet. Weloverwogen doorlopen we de stappen die nu nodig zijn. Het is balanceren, de juiste timing zoeken, kijken wanneer en waarom je welk middel inzet. Dit doen we in samenspraak met en met uitleg aan al onze leden, middels besprekingen en brieven uit te zetten naar het ministerie, lagere overheden, de politiek, stakeholders, de pers, etc. Regelmatig betrap ik mezelf erop dat ik in gesprekken met onze voorzitter zeg: ‘Wat had ik met mijn team graag wat eerder betrokken willen zijn, als we toen...’. Preventie dus, dat is aan de voorkant zaken goed regelen. Veel leesplezier gewenst. Hartelijke groet,,
De Verloskundige
3
COLOFON
Aan dit nummer werkten mee KNOV: Coen Dirkx, Manon Abbel, Dounia Maach Lianne Zondag, Hanneke Torij, Eveline Mestdagh, Daniëlle Bax, Bojoura Binnekamp, Ton Heuvelman, Linda Nuis, Natascha van der Steen, Manon Louwers, Eline Bosman, Annemiek Verbeek, Evelien Docherty, Myra Langenberg, Brigiet Bluiminck, Ria Braakman, Michel ter Wolbeek
8
‘Geboortezorg is dé plek voor preventie’ De rol van verloskundigen
Grafische vormgeving en druk Elma Media B.V., Elma.nl Acquisitie Elma Media B.V. Silvèr Snoek: s.snoek@elma.nl 0226 - 33 16 67 Vormgeving, redactie en fotografie VRHL Content en Creatie in opdracht van Elma Media B.V. Abonnementen, personalia en adreswijzigingen KNOV, Jolanda Zocchi, Postbus 2001, 3500 GA Utrecht, abonnementen@knov.nl Abonnementsprijzen Abonnementsprijzen voor niet-leden van de KNOV (inclusief portokosten) voor 4 nummers per jaar: Nederland €99 Binnen Europa €121 Buiten Europa €142 Studenten (buitenlandse opleidingen) €80 Los nummer €27 Privacy Op de verwerking van persoonsgegevens van abonnees is het privacy statement van Elma Media van toepassing. De Verloskundige is het ledenblad van de KNOV en verschijnt vier keer per jaar. ©2021 Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen Mercatorlaan 1200, 3528 BL Utrecht Oplage: 5000 ISSN 0378-1925
Trauma’s voorkomen met foto’s Geboortefotografie in de praktijk
59 ‘Iedere verloskundige kan een burn--out voorkomen’ Drie verloskundigen in gesprek
4
De Verloskundige
22
inhoud PREVENTIE Meer dan voorkomen dat iets misgaat 8 Rol verloskundigen in preventie Centering Pregnancy Eritrese vrouwen 14 Preventie hier extra waardevol Internationaal 30 Ensure-programma voor kwetsbare vrouwen Column van een klinisch verloskundige 41 Laurenza Baas-Broere Zwangerschapsuitkomsten asielzoekers 44 Alarmerend; meer aandacht nodig Column van een verloskundige in Zuid-Afrika 46 Else Vooijs Sociale verloskunde 54 Positieve gezondheid Dispuut 59 ‘Burn-outs voorkomen’
SAMENWERKEN 18 Continuïteit Verloskundige: dé schakel met kraamzorg
28 Pensioenen gekort Vragen aan SPV en DPV
38 Afscheid Marianne Prins ‘Profeet’ van de fysiologie
42 Zij aan zij ‘Mijn collega uit de tweede lijn’
ONDERNEMEN 13 Column van een verloskundige in opleiding
INNOVEREN Trend 22 Geboortefotografie Blijven leren 32 Verdieping in schouderdystocie Diversiteit in gender en geaardheid 47 Is dat bespreekbaar in de geboortezorg? E-health 50 RIVM erkent Slimmer Zwanger
Jolene Damoiseaux
16 De Verloskundige 2.0 Buurtmama’s matcht moeders
KNOV 7 Column van de voorzitter Carola Groenen
35 KNOV in actie Kwaliteitskeurmerk bevalcursussen
Zwangerschapsdiabetes voorspellen 52 Gerichtere leefstijladviezen
36 Geschil
Boeken 67
65 Update
Konden verloskundigen stil leven voorkomen?
68 Gezicht achter de KNOV Mirjam Mascini
70 KNOV in actie Recap
De Verloskundige
5
Wij helpen u graag de beste echografie in uw praktijk te brengen
Medio dit jaar mogen aanstaande moeders rond de 13e week van hun zwangerschap een extra prenatale screening laten uitvoeren. Hierbij willen u en uw cliënten natuurlijk kunnen vertrouwen op SEO-waardige echoapparatuur met de juiste beeldkwaliteit. Welk echografiesysteem past het beste bij uw praktijk? Probeer het gratis uit. Mediq adviseert u graag. Ook denken we mee over de financiering en helpen we u met de installatie en uitleg voor een veilig gebruik. Alles om u te ondersteunen bij het bieden van goede zorg aan uw cliënten. Meer informatie of een demo aanvragen? Onze productspecialist Sahereh Alink helpt u graag via sahereh.alink@mediq.com of 06-25461273
COLUMN VAN DE VOORZITTER
ELKAAR OMHOOG DUWEN m onze impact voor zwangere vrouwen het grootst te laten zijn, is het nodig dat er genoeg verloskundigen op posities zitten waar het gebeurt’, noemde ik in een interview in 2017. En anno 2021 is dit alleen maar belangrijker geworden. We staan voor de beste, persoonlijke, unieke verloskundige zorg aan vrouwen. Tegelijkertijd is het belangrijk dat er voldoende collega’s werkzaam zijn bij beleidsbepalende organisaties en in leidinggevende functies. Regionaal en landelijk. Naast onze belangrijke inhoudelijke inbreng geven we zo ook een belangrijke bijdrage aan vrouwelijk leiderschap.
‘O
Want vrouwelijke leiders zijn we dagelijks in ons werk. Abdelkader Benali beschreef dit prachtig in zijn brief ‘Beste vroedvrouw: u overheerste niet, toch was u nadrukkelijk aanwezig’. Mooi in deze brief is dat Benali ook de link legt met verloskundigen en vrouwelijke wereldleiders. En dat is ook mijn overtuiging; vrouwelijk leiderschap doet ertoe, verloskundigen op leidinggevende posities doen ertoe. Over vrouwelijk leiderschap heb ik veel gelezen. Hierin komen drie basisprincipes naar voren die van invloed zijn op meer vrouwen (verloskundigen) op invloedrijke posities; regionaal of landelijk. De kern is dat vrouwen elkaar inspireren, steunen en het beste uit zichzelf en elkaar halen; ook wel sisterhood genoemd. Deze basisprincipes kunnen ons als verloskundigen erg helpen én we kunnen ze morgen uitvoeren. Ik deel ze graag met jullie: 1. Behandel je collega zoals je cliënt; respectvol, ondersteunend, luisterend en coachend. Dat zijn onze kwaliteiten. 2. Praat groot over elkaar. 3. Help elkaar in netwerken, help elkaar op weg naar belangrijke functies door elkaar omhoog te duwen en te steunen.
Carola Groenen, voorzitter van de KNOV
Door ‘zusterlijk’ met elkaar om te gaan, zorgen we er samen voor dat onze stem goed gehoord wordt, dat er besluiten genomen worden die goed zijn voor zwangere vrouwen en de verloskundige zorg. Wij kunnen er als sisters voor zorgen dat we niet alleen impact hebben voor de zwangere vrouw, maar ook de nodige impact hebben bij regionale en landelijke ontwikkelingen. De Deense verloskundigen dragen zelfs een T-shirt met het motto ‘I am your sister’. Ik wens ons veel sisterhood toe. s Carola Groenen
De Verloskundige
7
TEKST ANNEMIEK VERBEEK
Preventie IS MÉÉR DAN VOORKOMEN DAT IETS MISGAAT Bijdragen aan een gezonde start is misschien wel de belangrijkste pijler van de verloskunde; aanstaande moeders zijn bereid het roer blijvend om te gooien. ‘Verloskundigen zijn een rolmodel voor de hele zorg, omdat zij met een ‘gezonde bril’ naar hun cliënten kijken.’
8
De Verloskundige
Hanneke Torij is lector Verloskunde en Geboortezorg bij Hogeschool Rotterdam. Preventie is hier een van de belangrijkste onderzoeksthema's.
anuit de verloskunde kunnen we een belangrijke bijdrage leveren aan de hervorming van de gezondheidszorg in Nederland. Daar is momenteel veel aandacht voor’, zegt Hanneke Torij, niet praktiserend verloskundige en sinds 2013 lector Verloskunde en Geboortezorg bij Hogeschool Rotterdam. ‘Het gaat dan over dat we bij betere gezondheid niet alleen ouder worden, maar ook meer jaren in goede gezondheid leven. En het gaat over het verminderen van de druk op de zorg. De sleutel ligt aan het begin van het leven: bij een gezonde, kansrijke start. Want juist het inzetten op preventie voorafgaand aan en tijdens de periode van de zwangerschap en het jonge gezin, kan op lange termijn bijdragen aan een betere gezondheid, aan het verminderen van gezondheidsverschillen en aan betere maatschappelijke participatie. En dat draagt een-op-een bij aan het terugdringen van die toenemende zorgvraag en aan de kwaliteit van leven.’
‘V
Preventie is een van de belangrijkste onderzoeksthema’s van het lectoraat van Hanneke. Volgens haar is preventie in deze levensfase niet alleen vanwege de gezondheid en het welzijn van toekomstige generaties het uitgelezen moment. ‘Vrouwen die zwanger willen worden of zijn, staan ook open voor informatie en gedragsverandering. Ze staan aan de vooravond van het ouderschap waarin ze als rolmodel een voorbeeld zijn voor hun kind. Als je érgens preventie wilt inzetten, dan is geboortezorg hét moment.’
Gezonde blik Verloskundigen realiseren zich niet altijd dat preventie zo’n belangrijke pijler van hun werk is. Hanneke: ‘Voor ons – verloskundigen – is dat heel gewoon, dat we
‘EEN GESPREK MOET AUTHENTIEK ZIJN, HET IS GEEN TRUCJE OM IETS TE BEREIKEN. DAAR PRIKKEN MENSEN SNEL DOORHEEN’
uitgaan van het gezonde, van de fysiologie. We verlenen zorg vanuit het uitgangspunt dat zwangerschap, bevalling en kraambed fysiologische gebeurtenissen zijn en dat eventuele risicofactoren op tijd worden herkend, gemonitord en behandeld. Dat betekent niet dat we afwachten totdat er iets misgaat, maar juist dat we de zorg zo vormgeven dat zoveel mogelijk ziekten, afwijkingen en gezondheidsproblemen worden voorkomen.’ Met ‘vormgeven’,
bedoelt Hanneke nadrukkelijk ook het organiseren van toegankelijkheid van de zorg voor zwangere vrouwen en gezinnen en voor andere professionals, zichtbaarheid in de wijk en echte aandacht. ‘Dat is essentieel. Preventie is zoveel méér dan voorkomen dat iets misgaat.’ Binnen het onderzoeksthema preventie richt Hanneke zich specifiek op de zorg aan zwangere vrouwen en (toekomstige) gezinnen in kwetsbare omstandigheden. Hier valt nog veel winst te behalen. Hanneke denkt dat het anders vormgeven van de zorg, meer samen in de wijk met bewoners en met professionals, daar een belangrijke bijdrage aan kan leveren. ‘Juist bij gezinnen in kwetsbare omstandigheden is casemanagement complex, vanwege de vaak voorkomende grote hoeveelheid aan problemen. Bovendien is de rol van de zwangere vrouw zelf ook minder ‘effectief’, omdat zij vaak minder goed te bereiken is en omdat door lage gezondheidsvaardigheden de informatieoverdracht niet altijd adequaat is. Dit versterkt elkaar ook; iemand in niet kwetsbare omstandigheden heeft veelal minder uitdagingen en kan eventuele problemen goed overbrengen aan een zorgprofessional. En waar er tussen zorgprofessionals toch iets misgaat, kan zij zelf inspringen en informatie aanvullen. Voor een zwangere vrouw in kwetsbare omstandigheden geldt dit juist andersom.’
De Verloskundige
9
Marlies van Pijkeren werkte met haar verloskundigenpraktijk mee aan een project, waarbij een netwerk is opgezet dat zich richt op het uitwisselen van kennis en expertise rondom gezinnen in kwetsbare omstandigheden.
‘Als individuele verloskundige, praktijk of zelfs VSV zijn je mogelijkheden beperkt’, vult Hanneke aan. ‘Je kunt niet zeggen: als die de zorg maar even zus of zo aanpassen, dan komt het wel goed. Was het maar zo simpel. Er is vaak sprake van complexe problematiek. De oplossing vinden is een gezamenlijke verantwoordelijkheid en vraagt een integrale aanpak waarin professionals uit verschillende domeinen én de zwangere en haar omgeving samen optrekken. Deze samenwerking omvat veel meer dan alleen een lijstje met namen en telefoonnummers. Het gaat om echte aandacht voor elkaar en dat je dát organiseert, in de wijk, met bewoners en professionals.’
(RUUDPOS PHOTOGRAPHY)
Echte aandacht en gelijkwaardigheid
10
Hanneke heeft de afgelopen jaren met haar lectoraat in verschillende onderzoeken en projecten innovatie op dit gebied geïnitieerd. Een mooi voorbeeld hiervan is Mama’s Garden, ingebed bij Expertisecentrum Maatschappelijke Innovatie van Hogeschool Rotterdam. Dit is een plek waar zwangere vrouwen en jonge moeders in Rotterdam-Zuid elkaar kunnen ontmoeten, met als doel het verbeteren van hun sociale netwerk. ‘Studenten van
De Verloskundige
‘LAAT JE EIGEN NORM LOS EN TREED MENSEN MET EEN OPEN BLIK TEGEMOET’ verschillende opleidingen leren hier om met moeders met uiteenlopende achtergronden en omstandigheden in gesprek te gaan én om multidisciplinair samen te werken. Door voor zwangeren en jonge moeders het sociale netwerk te organiseren, worden de dingen die je met elkaar kunt oplossen ook eerder zichtbaar.’ Samenwerken en van elkaar leren; dat was ook het uitgangspunt van een ander project, waarbij tussen zeven verloskundeopleidingen en onderzoeksgroepen in Europa, onderzoek is uitgevoerd en een netwerk is opgezet dat zich richt op het uitwisselen van kennis en expertise rondom gezinnen in kwetsbare omstandigheden. Hanneke: ‘Zowel verloskundigen uit de betrokken steden als studenten verloskunde waren hierbij betrokken. Door ook bij elkaar op bezoek te gaan, kregen we
een leerzaam kijkje in elkaars keuken. Wat we bij elk succesvol initiatief zagen, is dat de crux hem zit in samenwerking, continuïteit, echte aandacht en gelijkwaardigheid. Waar het goed gaat, werken professionals al jaren domeinoverstijgend met elkaar samen in de wijk en hebben ze het vertrouwen van elkaar en van de bewoners, die altijd kunnen binnen lopen.’
Alle neuzen één kant op De praktijk van Marlies van Pijkeren was een van de zes die vanuit Nederland bij bovenstaand project betrokken waren. Marlies is maat bij Verloskundigenpraktijk Lucina in Dordrecht, met een grote kwetsbare populatie. ‘Veel mensen hier hebben een lage opleiding en dito inkomen. Ook hebben we een groep vluchtelingen uit Syrië en Somalië en relatief veel tienermoeders, die weer een hele andere aanpak nodig hebben.’ Al sinds 2002 werkt een brede coalitie van professionals en bestuurlijke instanties in de regio samen om juist de groep kwetsbare zwangere vrouwen eerder en beter te helpen. In 2017 werd die samenwerking formeel bekrachtigd met een convenant, dat ondertekend werd door alle betrokkenen, van het ziekenhuis tot alle eerstelijnszorgverleners en medisch maatschappelijk werk, en van Veilig Thuis, verslavingszorg en kraamzorg tot het consultatiebureau, jeugdzorg en het sociaal wijkteam. Marlies: ‘Het belangrijkste onderdeel van het convenant is een stroomschema waarin nauwkeurig omschreven staat welke stappen je in welke situatie kunt nemen. In de bijbehorende sociale kaart
‘JUIST VAN DEZE DOELGROEP KRIJG JE VAAK VEEL LIEFDE EN WAARDERING’
staan alle gegevens van contactpersonen, zodat je precies weet wie je waarvoor kunt benaderen. We steken zo’n vier keer per jaar de koppen bij elkaar; waar lopen we tegenaan? Wat gaat er goed, wat kan beter? Doel is om het zorgaanbod zo laagdrempelig en overzichtelijk mogelijk aan te bieden. Daarvoor is het nodig dat wij van elkaar weten wat je bij elkaar kunt ‘halen’, zodat mensen meteen dáár terechtkomen waar ze ook de hulp krijgen die nodig is.’ Marlies is terughoudend als er naar succesverhalen gevraagd wordt. ‘Eigenlijk kan je daar zelden van spreken, daar zijn de situaties van deze vrouwen te schrijnend voor. Laatst hadden we bijvoorbeeld een zwangere vrouw uit Nigeria met een tweeling van vijf. Door de taalbarrière was het lastiger communiceren, haar partner woont in het buitenland, ze had geen werk, zat financieel heel krap en bleek ook verstandelijk beperkt. Ze liep vast in de opvoeding van de tweeling, omdat ze gewoon niet wist wat ze moest doen. Spelen, voorlezen, buiten spelen, een spelletje doen; het was haar niet bekend. Door een goede samenwerking tussen de case-
manager van het sociaal wijkteam, de voorzorg verpleegkundige, het medisch maatschappelijk werk van het ziekenhuis, de huisarts, de kraamzorg en wij als verloskundigen hebben we een aanpak uitgestippeld en haar op weg kunnen helpen om zelf te kunnen zorgen voor haar gezin. Vorige week is zij bevallen van haar derde kind en toen ik haar afgelopen week complimenteerde met hoe goed ze bezig was met alle tips, adviezen en hulp, verscheen een grote glimlach op haar gezicht. Om dit soort verhalen ‘succesvol’ te noemen zou bijna aanmatigend zijn, maar aan de andere kant hebben we haar wél kunnen helpen en het gezin veiligheid kunnen bieden.’
Niet heel spannend Een goed half uur rijden verderop, herkent Lydia de Kruijf, die ook bij het hierboven door Hanneke genoemde internationale
project betrokken was, veel van de ervaringen van haar eerstelijnscollega Marlies. Lydia houdt praktijk in Charlois, een als achterstandswijk bekendstaande buurt in Rotterdam-Zuid. Net als bij Marlies, is hier ook veel aandacht voor kwetsbare zwangere vrouwen en zijn er programma’s zoals voor- en prézorg en Moeders van Rotterdam. In dit programma doorlopen zwangere vrouwen een door de gemeente gefinancierd traject van meerdere huisbezoeken en andere begeleiding. Denk hierbij aan schuldhulpverlening of het regelen van een zorgverzekering. Lydia: ‘Door het project Moeders van Rotterdam zijn het medische en sociale domein steeds dichter tegen elkaar aangegroeid. Armoede geeft een verhoogd risico op álles. Je postcode maakt uit voor je medische gezondheid én dat van je ongeboren kind; de babysterfte was in achterstandswijken een stuk hoger dan het landelijk
PRAKTISCHE HANDVATTEN VAN HANNEKE, MARLIES EN LYDIA Wees je ervan bewust dat vrouwen in kwetsbare omstandigheden vaak lastiger te bereiken zijn. Komen ze niet op de afspraak? Bel zelf op of ga langs. Wees bereid die extra stap te zetten. Ga ook zelf de wijk in voor informele gesprekken. Daarmee krijg je meer feeling met de wijk waarin je werkt. Bewaak tegelijkertijd je eigen grenzen; verwijs door naar een instantie of organisatie in je netwerk en voel je niet schuldig als je geen tijd hebt voor extra begeleiding. Zoek proactief de samenwerking met Veilig Thuis, niet pas als er een crisis ontstaat. Wees niet bang om persoonlijke vragen te stellen aan zwangere vrouwen. De meeste mensen snappen waarom je dat doet, en zijn bereid te delen. Mensen waarderen een eerlijk gesprek meer dan dat je achter hun rug om je ‘onderbuik’ achternagaat. Plan laagdrempelig een huisbezoek. Oprechte betrokkenheid van de zorgverlener is juist bij deze doelgroep onmisbaar. Met te strak vasthouden aan professionele afstand, klappen ze eerder dicht. Investeer in intensieve samenwerking met organisaties die een nauwe band hebben met, of gerund worden door, de doelgroep. Kijk binnen je praktijk of er een verloskundige is die affiniteit heeft met de doelgroep. Die kan (een deel van) de begeleiding doen en gerichte bijscholingen volgen om kennis op te bouwen over de vaak complexe problematiek.
De Verloskundige
11
KNOV MAAKT WERK VAN PREVENTIE De KNOV onderschrijft de noodzaak van preventie (ook bij niet-kwetsbare vrouwen) en geeft daar op diverse manieren concreet handen en voeten aan. Een mooi voorbeeld is dat de KNOV binnen het bredere Samenwerkingsverband Vroegsignalering Alcoholproblematiek (SVA) deelneemt in de werkgroep
Lydia de Kruijf heeft het met cliënten niet alleen over bloeddruk of de plaats van bevallen, maar vraagt ook hoe het met de relatie is en of cliënten genoeg geld hebben om elke dag een gezonde maaltijd op tafel te zetten.
zwangeren. Zo werken we multidisciplinair samen om problemen rondom alcoholgebruik vroeg te kunnen signaleren en zo, preventief of in een vroeg stadium, te kunnen ondersteunen bij het stoppen met drinken. We lopen door de gehele keten vanaf preconceptie. Hierbij richten we ons op de vrouw en de man, tot de borstvoedingsfase. De werkgroep ontwikkelt een werkwijze die een betere samenwerking en overdracht tussen de professionals in dit traject stimuleert. Hiernaast zorgt de KNOV voor een extra impuls door met media-acties de nulnorm onder de aandacht te brengen. Uit de werkgroep is de projectgroep ‘Vroegsignalering leefstijl en zwangerschap’ voortgekomen. Dit project richt zich meer op het oplossen van de knelpunten die verloskundigen ervaren bij het signaleren en bespreekbaar maken van een ‘ongezonde’ leefstijl. Eind 2019 heeft de KNOV een onderzoek gedaan onder verloskundigen naar de knelpunten. Met deze uitkomsten ontwikkelen we nu een pakket met hulpmiddelen. Hierbij valt te denken aan gesprekskaarten, training en voorlichtingsmateriaal. Als er een mogelijkheid is om bestaande tools door te ontwikkelen doen we dat. Inmiddels zijn er drie toolboxen ontwikkeld (alcohol, roken en voeding) waarin direct wordt doorverwezen naar bestaande informatie. Deze toolboxen zijn te vinden op de site van de KNOV (scan hiervoor de QR-code). De hulpmiddelen worden getest in pilotpraktijken en aan het einde van het jaar geëvalueerd en verder uitgerold.
gemiddelde. Preventie klinkt misschien niet heel spannend, maar het is fantastisch als je dingen kunt voorkomen. Als een zwangere vrouw veel minder stress ervaart omdat er een plan ligt voor haar schulden. Of niet wakker ligt van de vraag of ze wel alle babyspullen kan kopen. Wij praten in de spreekkamer niet alleen over bloeddruk, stoppen met roken of de plaats van bevallen, maar vragen ook: hoe is het met je relatie? Heb je genoeg geld om elke dag een gezonde maaltijd op tafel te zetten? Als we vermoeden dat een vrouw in kwetsbare omstandigheden leeft, bespreken we dat en melden we haar met toestemming aan bij Moeders voor Rotterdam. Ze kunnen dat trouwens ook zelf doen. Vanuit daar wordt gekeken wat er nodig is voor die specifieke vrouw in haar specifieke situatie.’
Geen trucje Het belangrijkste bij het werken met deze doelgroep? Hanneke, Lydia en Marlies zijn opvallend eensgezind: laat je eigen norm
12
De Verloskundige
los en treed mensen met een open blik tegemoet. En: heb lol met elkaar. ‘Kwetsbaar klinkt als moeilijke groep’, zeggen zowel Lydia als Marlies, ‘maar het is juist ook een hele leuke populatie.’ Lydia: ‘Juist van deze doelgroep krijg je vaak veel liefde en waardering. Ze zijn gastvrij, gul, hebben zelfspot, kunnen relativeren.’ Volgens Lydia is het belangrijk om ook kritisch te kijken naar hoe hoog we de lat leggen. ‘De norm die ik voor mijzelf hanteer, hoeft niet voor iedereen te gelden. Sommige mensen slapen elke nacht op de bank. Dat is niet fantastisch, maar zegt niks over wat voor moeder ze straks zijn.’
Hanneke vult aan: ‘Bejegening is belangrijk, heb oprecht aandacht en luister, oordeel niet. Een gesprek moet geen trucje zijn, daar prikken mensen doorheen. Authentiek zijn is enorm belangrijk, het is goed dat hier in de bacheloropleiding ook steeds meer aandacht voor is, bijvoorbeeld tijdens de minor Kansrijke Zorg.’ Het zit ’m volgens Hanneke dan ook niet per se in het aanpassen van de inhoud van de zorg die verloskundigen bieden, maar wel in de context waarbinnen ze dat doen. ‘Veel meer in de wijk, samen met gezinnen en zwangere vrouwen en met collegaprofessionals uit zowel medisch als sociaal domein. Dat is ingewikkeld, maar het kan. Dan kunnen we met zijn allen van 1+1 geen 2, maar 100 maken.’
COLUMN
VAN EEN VERLOSKUNDIGE IN OPLEIDING
MOTHERS ON THE MOVE: EEN VEILIGE START VOOR MOEDER EN KIND
‘D
e vliezen zijn gebroken en we hebben regelmatige weeën!’. In Nederland bellen we de verloskundige en worden we snel voorzien van deskundige zorg. In Kenia, met een maternale sterfte van 342 op de 100.000, is zorg soms ver te zoeken...
In 2012 heb ik onderzoek gedaan naar de barrières die Keniaanse vrouwen weerhielden van een ziekenhuisbevalling. Bijna honderd procent van de negentig vrouwen die ik heb geïnterviewd op het Nyakach Plateau wilde in een ziekenhuis bevallen, maar minder dan de helft kon dat daadwerkelijk doen. Het grote probleem? Vervoer. Zwangere vrouwen moesten gemiddeld vijf kilometer lopen over onbegaanbaar terrein naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis. En dat wanneer ze hevig in partu waren. 55 procent moest alleen of met een ongeschoolde ‘traditional birth attendant’ (TBA) bevallen, waar 38 procent serieuze gevolgen aan overhield, zoals neonatale sterfte, fistelvorming of hiv/tuberculose transmissie. Naar aanleiding van deze cijfers, werd mijn idee voor Mothers On the Move (MOM) geboren. MOM verzorgt het transport van zwangere vrouwen naar het ziekenhuis om veilig te bevallen. Dat doen we met pikipiki bromfietsen of – als een verwijzing naar een gespecialiseerd ziekenhuis noodzakelijk is – een auto. Dit vervoer is dé manier om het leven van moeder en kind te redden.
JOLENE DAMOISEAUX is oprichtster en voorzitter van Mothers On the Move. Zij volgt de opleiding verloskunde aan de Academie Verloskunde in Maastricht.
Sinds 2013 heeft MOM meer dan tweeduizend vrouwen van vervoer kunnen voorzien. Uit vervolgonderzoek in 2019 bleek een daling in de maternale sterfte in dit gebied van drie naar nul per maand, een toename in het aantal prenatale controles naar 4,3 en een afname in de transmissie van hiv door snelle profylaxe van pasgeborenen. Honderd procent van de vrouwen die het afgelopen jaar in het lokale ziekenhuis is bevallen, heeft MOM gebruikt. Daarnaast geeft MOM middels groepsbijeenkomsten voorlichting over zwangerschap, het belang van een ziekenhuisbevalling, borstvoeding en anticonceptie. Elke moeder ontvangt een kraampakket en elk kind gedurende vijf jaar basiszorg. MOM weerspiegelt hoe essentieel goede verloskundige zorg is. Als verloskundige heb je namelijk een ‘set of skills’ waar de wereld behoefte aan heeft. Gezond moeder worden en gezond ter wereld komen is een fundamenteel mensenrecht. Om hieraan bij te dragen rijd ik rond in mijn eigen ‘pikipiki’ naar de bevallingen van mijn laatste stages in leerjaar vier!
De Verloskundige
13
TEKST BRIGIET BLUIMINCK
Centering Pregnancy VOOR ERITRESE VROUWEN WERKT PREVENTIEF Verloskundige Anne Bedaux en cultureel mediator Amy Welde Selase startten in 2017 in Amsterdam met Centering Pregnancy voor zwangere vrouwen uit Eritrea. Ze wonnen er in 2020 de Avicennaprijs mee, een tweejaarlijkse prijs voor projecten die de zorg aan migranten en vluchtelingen wezenlijk verbeteren. ‘Ons doel is dat álle Eritrese zwangere vrouwen in Nederland worden doorgestuurd naar ons. Wij bieden namelijk een waardevolle aanvulling, náást de reguliere verloskundige zorg.’ 14
De Verloskundige
igrantenvrouwen, en in het bijzonder Eritrese vrouwen, lopen een aanzienlijk hoger risico op complicaties rond zwangerschap en geboorte. Recent onderzoek van het RIVM1 heeft dat opnieuw aangetoond. Anne: ‘In Amsterdam zagen de verloskundigen dat Eritrese vrouwen vaak niet naar afspraken kwamen. Ook communicatie met hen verliep lastig. Dat lag niet alleen aan de taalbarrière, het liep gewoon niet. Gemiddeld genomen zijn Eritrese vrouwen laag opgeleid en is de Eritrese cultuur er een met veel bijgeloof en bijzondere gebruiken.’
Sinds de corona-uitbraak bijeenkomsten digitaal, zijn bijeen waardoor meer vrouwen worden. bereikt w
M Pilot
Dat vroeg om een andere benadering voor deze specifieke groep vrouwen. Op initiatief van Amy Welde Selase, Marjolein Martens (regiocoördinator gezondheid statushouders van de VNG) en verloskundigenkring EVAA in Amsterdam is onderzocht of Centering Pregnancy (CP) als aanvulling op de reguliere een-op-een verloskundige zorg, een oplossing kon bieden. Op dat moment kwam Anne Bedaux in beeld, expert in de Centeringmethodiek. ‘Met behulp van de KNOV dienden we ons pilotplan in bij Zorgverzekeraars Nederland. Zo kregen we financiering om te starten. We hebben inmiddels bijna tien groepen met Eritrese vrouwen gedraaid en CP blijkt zeer waardevol.’
Suwa Anne licht toe: ‘Wat ik bijvoorbeeld nauwelijks kon geloven, is dat vrijwel alle zwangere Eritrese vrouwen Suwa drinken, een zelfgebrouwen bier. Hen is altijd verteld dat dit heel goed voor ze is tijdens de zwangerschap, terwijl er alcohol in zit. Veel vrouwen weten dat niet.’ De Centering-aanpak houdt niet in dat Anne hen gaat vertellen dat ze geen Suwa mogen drinken. Ze stelt vooral vragen tijdens de bijeenkomsten; ‘Goh, wat wordt er gedronken op feesten? Hoe zijn de mannen na een aantal glazen Suwa? Zou er dan toch alcohol in zitten?’ Anne: ‘Er ontstaat een dialoog en als ik na afloop vraag of ze nog Suwa gaan drinken, zegt iedereen nee. En dat doen ze dan ook écht niet meer.’ Een ander gebruik in Eritrea is om op heel jonge leeftijd de huig van de baby te verwijderen. Anne: ‘Ook iets waarvan je denkt: doe dat
maar niet. Tijdens de eerste bijeenkomst bleek dat op één vrouw na, alle cursisten in Nederland van plan waren het te laten doen. Maar na de bijeenkomst, waarbij we onder meer vertellen dat het in Nederland niet mag en zelfs strafbaar is, besluiten de vrouwen vervolgens om het niet te doen bij hun kind. Dan bereik je dus echt iets.’
resultaten van de vrouwen in de CP-groep ten opzichte van vrouwen die alleen reguliere zorg krijgen, is de community building die online en offline ontstaat. Vrouwen ontmoeten elkaar, ook vrouwen die geïsoleerd zijn, en blijven in contact via app-groepen en persoonlijk contact.’
Op zoek naar subsidie Groter bereik dankzij corona Waar Anne en Amy startten met fysieke bijeenkomsten in Amsterdam, zijn sinds de corona-uitbraak de bijeenkomsten digitaal. En ook die zijn een succes. ‘De aanloop kost meer energie dan bij fysieke bijeenkomsten, het duurt even voordat iedereen weet hoe Zoom werkt. Maar als het eenmaal lukt, zijn de vrouwen er elke bijeenkomst bij. Ook straks na corona blijven we de bijeenkomsten online aanbieden. Vooral omdat we dan meer vrouwen kunnen bereiken. Het nadeel is dat je elkaar niet fysiek ziet. Maar de grote voordelen zijn dat de vrouwen niet hoeven te reizen en geen reiskosten hebben. En voor ons betekent het dat we elke Eritrese vrouw in Nederland kunnen bereiken.’
Onderzoek door TNO Op dit moment doet TNO onderzoek naar de effectiviteit van dit programma. De uitkomsten van de zorg die Eritrese zwangere vrouwen die alleen traditionele een-op-een verloskundige zorg hebben gehad, worden vergeleken met de zorg van vrouwen die daarnaast óók hebben deelgenomen aan de CP-groepen. Anne: ‘Wat wij zelf bijvoorbeeld merken is dat de zwangere vrouwen in de CP-groep beter in staat zijn bewuste keuzes te maken over het geboorteproces: ze weten wanneer je de verloskundige moet bellen, welke baringshoudingen er zijn en hoe ze met baringspijn kunnen omgaan. En een van de belangrijkste
De Eritrese zwangere vrouwen in dit project ontvangen reguliere een-op-een zorg door de verloskundige én daarnaast nemen zij deel aan de CP-groep. Maar hier is op dit moment geen financiering voor. ‘Dat is nog wel een zorg’, vertelt Anne. ‘De pilot werd gefinancierd en daarna hebben we aan de verloskundigen die een vrouw aanmeldden een kleine bijdrage gevraagd. Dit bleek een drempel voor verloskundigen. Die zijn zelf immers ook veel tijd en energie kwijt aan een goede begeleiding. Omdat we geen enkele drempel willen vormen, kunnen Eritrese vrouwen nu kosteloos deelnemen. Maar om dit project duurzaam te kunnen voortzetten, zijn we op zoek naar subsidie. Ik heb er vertrouwen in dat dit lukt, want wat we bieden is relatief goedkoop en heeft een enorm preventief effect. Ook als we die pot met geld niet vinden, gaan we door. Het is namelijk erg leuk om te doen en bovenal ontzettend nodig.’ Meer informatie is te vinden op www.centeringzorg.nl. Eritrese zwangere vrouwen aanmelden voor het project kan via cperitrea@gmail.com.
Bron 1. www.rivm.nl/publicaties/beter-weten-beter-beginsamen-sneller-naar-betere-zorg-rond-zwangerschap
De Verloskundige
15
voor (aanstaande) moeders
TEKST MANON LOUWERS
DE VERLOSKUNDIGE 2.0
MATCHINGPLATFORM
Buurtmama’s is een soort datingsite, maar dan speciaal voor zwangere vrouwen en moeders. Aan de hand van hun postcode kunnen vrouwen elkaar vinden. Zodat zij ervaringen kunnen uitwisselen en – als ze willen – af kunnen spreken, is de gedachte van Lotte Vermorken. Zij is oprichter van het gloednieuwe platform, dat nu – enkele maanden na de oprichting – al ruim tweeduizend gebruikers heeft. Lotte Vermorken, oprichter van Buurtmama's.
‘EEN MAATJE IN DE BUURT IS HEEL WAARDEVOL’
16
De Verloskundige
et idee lag er al veel langer. Maar nu zwangerschapsyoga en CP-bijeenkomsten niet (fysiek) doorgaan en ook de eigen familie- en vriendenkring minder wordt bezocht, is Buurtmama’s relevanter dan ooit. ‘Het is ongelofelijk waardevol voor aanstaande en kersverse moeders om een maatje in de buurt te hebben dat hetzelfde doormaakt als zij. Het helpt taboes te doorbreken. Over sombere gevoelens of andere ongemakken rond de zwangerschap
H
heb je het niet zo gauw met je partner of iemand anders die zelf niet zwanger is. Terwijl die gesprekken juist belangrijk zijn. Ze maken onderwerpen in de taboesfeer luchtiger, zorgen voor erkenning en maken dat vrouwen eerder met hun klachten naar een professional stappen. Dat betekent ontzettend veel in de preventie van bijvoorbeeld postpartum depressie, eenzaamheid en isolatie van gezinnen, bijvoorbeeld doordat zij sneller Nederlands leren dankzij een mamavriendin.’
Digitaal alternatief Mamacafé Voordat Lotte Buurtmama’s eind 2020 introduceerde, organiseerde ze met haar verloskundigenpraktijk De Kei in Amersfoort al Mamacafés, waar geregeld vriendinnenclubs ontstonden. ‘Ook in mijn praktijk koppel ik vrouwen aan elkaar, als ze daarvoor openstaan natuurlijk. Vrouwen die een kind met het downsyndroom verwachten, die een lang fertiliteitstraject achter de rug hebben of die nog maar kort in Nederland wonen en de taal niet machtig zijn; voor hen is het heel nuttig om lotgenoten te leren kennen. Maar ook de cliënt die zich schuldig voelt, omdat ze de geboortekaartjes nog niet geregeld heeft terwijl ze die bij haar eerste kind in dezelfde fase al wel klaar had, kan ik aan een andere cliënt koppelen. Een ander voorbeeld is een cliënt van 26, die nog geen vriendinnen heeft die ook moeder zijn. Ik wil maar zeggen: iedere zwangere vrouw heeft haar onzekerheden en uitdagingen. Het kan voor veel opluchting zorgen als zij iemand met een vergelijkbaar verhaal vinden.’
Bad moms club Gebruikers van Buurtmama’s kunnen vrouwen met soortgelijke verhalen vinden door lid te worden van groepen. Een kijkje achter de inlog leert bijvoorbeeld dat er ‘Friesland mama’s’ zijn, er is een groep ‘Corona en kids, hoe doe
‘IK HOOP DAT ANDERE VERLOSKUNDIGEN HET PLATFORM NET ZO NUTTIG VINDEN ALS IK’
jij dat?!’ en er is zelfs een ‘Bad moms club’, waar moeders momenten delen waarop ze zichzelf een slechte moeder voelden. Op een ander gedeelte van de website kunnen (aanstaande) moeders ‘matches’ vinden, door de postcode in te voeren en de afstand waarbinnen ze op zoek zijn naar andere moeders.
haar plaats Buurtmama’s gebruikte. Ik heb toen contact gezocht met de verloskundigenpraktijk uit Driebergen. Op mijn verzoek hebben zij een bericht op hun social media geplaatst en sindsdien hebben ook andere vrouwen uit Driebergen zich aangemeld.’
Gratis aanmelden Door heel Nederland Op dit moment zijn vooral moeders te vinden in het noorden van Nederland, zoals Zwolle, Apeldoorn en Deventer. ‘Maar ook in andere delen van Nederland melden steeds meer gebruikers zich aan’, zegt Lotte. ‘We staan nog aan het begin, maar het doel is zeker dat Buurtmama’s uiteindelijk overal in Nederland te gebruiken is. Via Instagram en Facebook maak ik reclame en ik zoek contact met verloskundigen door heel Nederland. Ik hoop dat zij het platform net zo nuttig vinden als ik en dat ze Buurtmama’s onder de aandacht brengen bij hun cliënten. Pas geleden kreeg ik een e-mail van een gebruiker uit Driebergen. Ze vond het jammer dat niemand anders in
Het gebruik van Buurtmama’s is helemaal gratis. Lotte: ‘Mijn eerste doel is dat vrouwen elkaar op een laagdrempelige manier kunnen vinden. Dat de opzet me wat geld en tijd heeft gekost vind ik niet erg, maar uiteindelijk hoop ik wel dat advertenties de grootste kosten kunnen dekken. Met de acquisitie gaat mijn man zich bezighouden. Dat het platform nu al zo veel gebruikt wordt, belooft veel goeds voor de advertentie-inkomsten.’
De Verloskundige
17
Ogen en oren ACHTER DE VOORDEUR ijna 98,8 procent van de jonge gezinnen in Nederland neemt kraamzorg af. Bijna iedereen, dus wat is dan het probleem? Waar het schuurt, wordt pas zichtbaar als je inzoomt op de cijfers van het eind 2020 afgeronde onderzoek ‘De beste start voor de kwetsbare kraamvrouw en haar kind’. Daaruit blijkt dat 15,3 procent van de kraamvrouwen 24 uur (het wettelijk minimum aantal uren) of zelfs minder uren kraamzorg afneemt. En dat 1,2 procent helemaal geen gebruik maakt van kraamzorg; dat zijn jaarlijks circa tweeduizend gezinnen die in de eerste week na de geboorte van hun kind geen extra ondersteuning krijgen van een kraamverzorgende*. Uit het onderzoek blijkt dat vrouwen die geen of veel minder kraamzorg afnemen, later een groter beroep doen op de zorg, bijvoorbeeld via de huisarts.
B
Over de meerwaarde van kraamzorg voor gezinnen is al veel gepraat en geschreven. Voor verloskundigen zijn zij de oren en ogen achter de voordeur, benadrukken onderzoekers Hiske Ernst-Smelt en Lyzette Laureij. Hiske: ‘De intaker is vaak de eerste die een huisbezoek brengt en zo signalen opvangt die in de spreekkamer onzichtbaar blijven. En in de kraamweek is het de kraamverzorgende die letterlijk en figuurlijk een vinger aan de pols houdt.’
*In dit onderzoek is alleen gekeken naar de à terme levend geboren kinderen.
18
De Verloskundige
TEKST ANNEMIEK VERBEEK FOTOGRAFIE SEMIN SUVARIEROL HOEN
CONTINUÏTEIT
Juist kwetsbare vrouwen maken minder gebruik van kraamzorg, blijkt uit onderzoek van het Erasmus MC en Hogeschool Rotterdam. Verloskundigen zijn de onmisbare schakel om het gat tussen verwachting en realiteit van de zorg die kraamzorg levert te dichten. ‘Praat eerder en uitgebreider over de meerwaarde van kraamzorg. En investeer in een betere samenwerking met kraamzorgorganisaties.’
Vroeg signaleren Het project ‘De beste start voor de kwetsbare kraamvrouw en haar kind’, dat gefinancierd is door ZonMw, bestond uit vier deelonderzoeken: het analyseren van CBS-data over de afname van kraamzorg en zorggebruik na de bevalling, het interviewen van kwetsbare zwangeren en onlangs bevallen vrouwen met kwetsbare omstandigheden, een vragenlijstonderzoek onder alle kraamverzorgenden in Nederland en een interventieonderzoek dat zich richtte op het verbeteren van de zelfredzaamheid van kwetsbare kraamvrouwen. Wie is ‘kwetsbaar’? Hiske: ‘Het is belangrijk om naar het hele plaatje te kijken. Verloskundigen en intakers van de kraamzorgorganisaties spelen een grote rol in het vroeg signaleren van kwetsbaarheid, juist omdat het zich zo moeilijk laat definiëren. Het gaat om complexe, meervoudige problematiek in combinatie met een lage zelfredzaamheid. Er is een breed scala van mogelijke risicofactoren. Van financiële problemen tot de wijk waar ze wonen en van het ontbreken van een betrokken partner tot psychische problematiek. In ons onderzoek hebben we kwetsbaarheid gedefinieerd als het hebben van minimaal twee van deze risicofactoren.’ Lyzette: ‘De ervaringen van de door mij geïnterviewde vrouwen met kraamzorg zijn overwegend positief. Sommige vrouwen dachten vooraf dat de kraamverzorgende hen op de vingers zou kijken, maar ze kregen juist een goede band met haar. Ze voelden zich geholpen in plaats van beoordeeld. Ook vrouwen die al kinderen hadden, vertelden dat ze achteraf blij waren met de praktische én emotionele steun die ze kregen.’
Foto's uit de KCKZ-special ‘Een goede start voor de kwetsbare kraamvrouw en haar kind’.
Het onderzoek laat een groot verschil zien tussen de verwachtingen vooraf en de beleving van de kraamzorg achteraf. Lyzette: ‘Zeker bij een eerste kind weten vrouwen niet wat ze kunnen verwachten. Gebroken nachten, mogelijke opstartproblemen met borstvoeding, de emotionele achtbaan waar je in terechtkomt, een veranderd lichaam; je kunt als aanstaande ouders geen rekening houden met iets dat je niet weet. Verloskundigen hebben een belangrijke rol bij het informeren hierover, zodat vrouwen een realistischer beeld hebben en ook zien waarmee kraamzorg hen kan ondersteunen.’
Samen optrekken Volgens Hiske is het essentieel dat er meer onderling contact is tussen verloskundigen en kraamverzorgenden. ‘Waar verloskundigen het vaak wel van de intaker en kraamverzorgende horen als zij zich zorgen
maken, bleek uit ons onderzoek dat dat andersom minder het geval is. Echt samen optrekken en gezamenlijk beleid maken, komt weinig voor.’ Eerstelijnsverloskundige in West-Brabant Loes van Bergen is het hier hartgrondig mee eens. Loes is maat bij Artemis, een middelgrote praktijk die onderdeel uitmaakt van de Integrale Geboortezorg Organisatie (IGO) Qocon. In deze IGO is ook de kraamzorg een volwaardige partner. Volgens Loes zijn kwetsbare vrouwen er niet mee geholpen als iedereen op zijn eigen eiland blijft zitten. ‘Deze doelgroep kost ons gemiddeld flink meer tijd. Dat is niet erg, maar het is
De Verloskundige
19
‘BETERE SAMENWERKING VERLOSKUNDIGEN EN KRAAMZORG VERBETERT ZORG VOOR KWETSBARE VROUWEN’
zonde als zowel wij, als de kraamzorg, als maatschappelijk werk aan het rennen zijn om dezelfde dingen te regelen. Daarom werken wij naast de gespecialiseerde verpleegkundige ook met een coördinerend zorgverlener. Meestal is dit een eerstelijnsverloskundige, die ook de intake met de zwangere doet. Als die inschat dat het om een kwetsbare vrouw gaat, vraagt ze bijvoorbeeld de kraamzorg om eerder op huisbezoek te gaan. Het scheelt nogal als je al rond week 25 zicht hebt op mogelijke problemen, of pas aan het eind van het derde trimester. Bij iemand thuis zie je dingen die je in de spreekkamer mist, bijvoorbeeld dat er amper meubels staan of als het echt heel vervuild is.’ Om werk uit handen te nemen en de zorg rondom deze vrouwen beter te coördineren, heeft de IGO een gespecialiseerde verpleegkundige aangetrokken die alle zorg rondom kwetsbare vrouwen
20
De Verloskundige
coördineert. Loes: ‘Zij draagt geen medische verantwoordelijkheid; ze heeft contact met alle betrokken instanties, doet het uitzoekwerk en zorgt dat alle relevante informatie voor iedereen beschikbaar is in een digitaal dossier. Dat scheelt ons tijd en voorkomt dubbel werk, maar is vooral voor de betrokken vrouwen heel fijn; zij hoeven niet telkens opnieuw hun verhaal te doen. Op deze manier hebben we bijvoorbeeld laatst tijdelijke woonruimte gevonden voor een dakloze zwangere. Dat was flink wat uitzoekwerk, maar omdat de gespecialiseerde verpleegkundige het overzicht had wie wat kon doen, lukte het.’
Aansluiten op behoeften Onderzoekers Hiske en Lyzette vinden de casus van Loes een mooi voorbeeld van hoe een betere samenwerking de zorg voor deze doelgroep kan verbeteren. Hiske: ‘De kraamverzorgenden die wij spraken, gaven aan dat ze behoefte hebben aan meer en betere samenwerking met verloskundigen. Niet alleen in aanloop naar een kraambed, maar ook achteraf, om casuïstiek met elkaar te bespreken en zo te leren voor een volgende keer.’
Het zou wenselijk zijn als verloskundigen zwangere vrouwen, zeker die in kwetsbare omstandigheden, vaker en uitgebreider informeren over kraamzorg, zegt Lyzette. ‘Zwangere vrouwen alleen een folder geven, is vaak niet genoeg. Aanstaande moeders zien kraamzorg dan toch vaak vooral als praktische hulp en ontdekken pas in de kraamweek dat de kraamverzorgende ook medische controles doet. Als een verloskundige de zwangere vrouw tijdens de hele zwangerschap goed informeert over kraamzorg, dan is de kans groter dat de vrouw ook meer realistische verwachtingen heeft over wat kraamzorg haar kan bieden. Zo dachten veel vrouwen uit ons onderzoek dat 24 uur kraamzorg wel voldoende was, maar in de praktijk viel dit hen tegen. Dit is te ondervangen door al tijdens de zwangerschap duidelijk te maken wat ze krijgen bij een minimum aantal uren, en wat de meerwaarde is van meer zorg, bijvoorbeeld als de borstvoeding moeizaam gaat. Ook hebben veel vrouwen behoefte aan meer duidelijkheid over de eigen bijdrage; ze vragen zich af waarom ze voor de verloskundige niet, en voor de kraamzorg wél zelf moeten meebetalen. Dat is ook lastig uit te leggen, als je stelt dat beiden cruciale zorg geven. Het is voor veel van deze gezinnen veel geld, dat moeten we niet onderschatten. Maar als ze weten waarvoor ze het betalen, willen ze het veelal wel opzijleggen.’
TIPS EN AANBEVELINGEN VOOR VERLOSKUNDIGEN Begin vroeger en vaker in de zwangerschap over kraamzorg. Een realistisch beeld over lichamelijke veranderingen en babygedrag in de kraamtijd, maakt dat vrouwen eerder inzien dat extra steun wenselijk is. Vraag aan de kraamzorgorganisatie voor concrete rekenvoorbeelden van de eigen bijdrage, zodat je zwangere vrouwen uit kunt leggen wat ze kunnen verwachten. Als ze willen weten wanneer ze de rekening krijgen, kunnen ze hierover contact opnemen met de kraamzorgorganisatie. Benadruk dat kraamzorg ook medische controles uitvoert in het kraambed. Maak dit concreet met voorbeelden, zoals controle hechtingen, stand baarmoeder, monitoring gewicht en groei van het kind. De gezondheidsvaardigheden van kwetsbare vrouwen kunnen laag zijn. Een folder lezen is dan lastig. Denk eens aan video-ondersteuning of Centering Pregnancy-groepen om deze groepen beter te bereiken. Stimuleer vrouwen om hun sociale netwerk te betrekken, bijvoorbeeld door ook eens een moeder of vriendin uit te nodigen bij een controle. Deze personen kunnen ook na de kraamtijd een belangrijke rol vervullen. Houd er rekening mee dat kwetsbare kraamvrouwen vaak minder mondig zijn. Zo durven ze het vaak niet te zeggen als er geen klik is met de kraamverzorgende, maar verminderen dan het aantal kraamzorguren. Of ze voelen zich onzeker, maar durven niet om extra uren te vragen. Wees hier alert op, of vraag ernaar, tijdens de nacontroles. Door drukte moet er soms gesneden worden in de kraamzorguren. Een tijdige inschrijving bij de kraamzorgorganisatie kan schelen. Geef als verloskundige bij de kraamzorgorganisatie aan dat dit een zwangere vrouw betreft waarbij ze geen uren mogen korten. Zorg zo veel mogelijk voor één aanspreekpunt voor de zwangere vrouw, zodat ze niet overvraagd wordt door verschillende zorgverleners/instanties. Investeer in relaties; communicatie in de keten gaat sneller en beter als je elkaar kent! Bronnen De KCKZ-special ‘Een goede start voor de kwetsbare kraamvrouw en haar kind’, (speciale uitgave n.a.v. de onderzoeksresultaten), Loes van Bergen.
De Verloskundige
21
TEKST MANON LOUWERS FOTOGRAFIE CYNTHIA VAN STIPHOUT
TREND Cynthia’s eerste bevalling verliep niet zoals gepland. Na de geboorte met een totaalruptuur tot gevolg, werd ze weggereden van haar kind. Van de uren die volgden herinnert Cynthia zich flarden. Flarden die een behoorlijke negatieve lading hebben. Van de eerste drie uur van het leven van haar kind weet ze niets, omdat ze er niet bij was. ‘Zijn eerste keer aankleden, zijn eerste voeding en de eerste keer dat mijn man onze zoon vasthad; ik had het allemaal gemist.’
Geboortefotografie TRAUMA’S VOORKOMEN EN VERWERKEN MET FOTO’S
22
De Verloskundige
De Verloskundige
23
TREND Rechts: Durk.
H
Het gevolg was dat Cynthia deze traumatische bevalling moeilijk een plek kon geven. Toen ze zwanger was van haar tweede kind, ontstond de wens om met een keizersnede te bevallen en om de bevalling vast te leggen. Haar gynaecoloog in het Dijklander Ziekenhuis, Durk Berks, ging het gesprek met haar aan. ‘Ik vroeg Cynthia en haar partner wat de reden was dat zij de vorige bevalling zo ervaren hadden’, vertelt Durk. ‘En wat we anders zouden kunnen doen om van de aankomende bevalling wél een prettige ervaring te maken.’ Daarop opperde Cynthia haar idee voor een geboortefotograaf. ‘Het was de eerste keer dat ik ervan hoorde. Maar ik kon me er wel wat bij voorstellen. De barende vrouw keert in zichzelf en krijgt nauwelijks iets mee van wat om haar heen gebeurt. Een mooi mechanisme dat de vrouw kracht geeft, maar dat er ook voor zorgt dat ze elementen van haar bevalling niet mee krijgt. Voor sommige vrouwen is dat een gemis.’
24
De Verloskundige
‘IK WAS BANG DAT IK IN DE WEG ZOU LOPEN’ Cynthia beaamt dat. ‘Je leeft in een bubbel. Ook na mijn tweede bevalling, die wél rustig verliep, had ik allerlei vragen. Hoe ging dit dan? Wie waren erbij? Hoe was het voor mijn man? Doordat ik nu wel foto’s had, werden die vragen voor mij beantwoord. Ik kon het moment herbeleven en stukjes ophalen die ik miste. Hierdoor heb ik twee geboortes in één keer kunnen verwerken. Een bevalling is een intense gebeurtenis, ook als hij soepel verloopt. Die wil je verwerken.’
Bewuste keuze Durk zelf had geen bezwaar tegen een fotograaf bij Cynthia’s bevalling. Hij had het verzoek alleen nog niet eerder gehad. ‘Of we het wel of niet zouden aanbieden, moesten we met het team afwegen. In hoeverre zijn collega’s herkenbaar in beeld? Wat als er iets misgaat? Kan de foto dan als belastend materiaal worden gebruikt?’ Uiteindelijk is het ziekenhuis meegegaan in Cynthia’s wens. Collega’s konden het aangeven als ze niet in beeld wilden worden gebracht. De bevalling werd vastgelegd en dat heeft inderdaad voor een prettigere ervaring gezorgd.
Contracten met fotografen Mede dankzij de inzet van Cynthia en Durk, is het inmiddels voor iedere vrouw die bevalt in het Dijklander Ziekenhuis, mogelijk om te kiezen voor geboortefotografie. Durk: ‘Ik bied het niet uit mezelf aan. Maar als een cliënt aangeeft graag een fotograaf bij haar bevalling te hebben, kunnen we dat nu altijd aanbieden.’ Grappig genoeg, is Cynthia een van hen. Ze maakte al zwangerschaps-, newborn- en cakesmashreportages, maar sinds haar eigen positieve ervaring en het verzoek van een vriendin om haar bevalling te fotograferen, is Cynthia gespecialiseerd in geboortes. In haar contract met het Dijklander Ziekenhuis is onder meer vastgelegd dat Cynthia de training ‘Hoe beweeg ik me op de OK’ heeft gevolgd. ‘In mijn contracten spreek ik ook altijd af wat ik doe bij een code rood of code geel keizersnede. Het ene ziekenhuis wil dat ik blijf, het andere geeft aan dat de zorgverleners hier een beslissing in mogen nemen. Ook leg ik vast dat mijn foto’s in principe niet in juridische processen mogen worden gebruikt. Dat kunnen we niet helemaal dichttimmeren, want als de rechter de foto’s opeist heb je daar niets tegenin te brengen.
‘VAN EEN PROFESSIONELE FOTOGRAAF MERK JE NIETS’ De Verloskundige
25
TREND Cynthia legde Natascha vast terwijl ze aan het hechten was.
Geboortefotograaf Cynthia hoopt dat geboortefotografie niet langer als luxe, maar als een vorm van zorg gezien wordt.
‘EEN STILGEBOORTEFOTO KAN HELPEN EEN LIEFDEVOLLE HERINNERING OP TE ROEPEN’ Maar het geeft zorgverleners vaak wel wat meer rust; dat de intentie altijd positief is.’
Een lens over je schouder Hoe is het, als in het heetst van de strijd een camera op je gericht is? ‘Van een professionele fotograaf merk je niets’, geeft Durk aan. ‘De fotograaf weet wanneer hij of zij aan de kant moet gaan en beïnvloedt het zorgproces absoluut niet. Ik doe mijn ding en de fotograaf doet dat ook. Als ik anders moet staan zodat de fotograaf een beter shot heeft, hoor ik het wel. En als dat niet uitkomt, laat ik ook van me horen.’ Eerstelijnsverloskundige Natascha Chandansingh, werkzaam bij de verloskundigenpraktijk Eva van Hoorn, begeleidde in december vorig jaar voor het eerst een bevalling onder de lens van Cynthia en ervaarde hetzelfde. ‘Van tevoren was ik bang dat ik in de weg zou lopen. Ik wilde de foto’s niet verpesten. Maar toen de bevalling begon was ik daar niet meer mee bezig. Ik was zo geconcentreerd, dat ik me geen moment oncomfortabel heb gevoeld met Cynthia erbij. Pas toen het kind was geboren,
26
De Verloskundige
merkte ik haar weer op. Er zijn nog foto’s gemaakt van het moment dat ik aan het hechten ben en natuurlijk van de ouders met hun baby. Toen gaf ze ons wel instructies, maar dan kan het ook. Het eindresultaat is prachtig. Je ziet de liefde, het geluk en de ontlading. Dat is zó puur, daar kan geen newbornshoot tegenop.’
Stilgeboorte fotograferen ‘Ik vraag me wel af hoe het is als je een vervelende spoedsituatie hebt’, zegt Natascha. ‘Of het dan voor een extra stressfactor kan zorgen bijvoorbeeld, ook voor de ouders. Aan de andere kant geloof ik dat mooie foto’s van het proces, kunnen bijdragen aan de verwerking van een traumatische bevalling. Als je baby stil geboren wordt, is het heel waardevol als je foto’s hebt van hem of haar. Dan zou ik daar een moment van maken en de ouders eerst uitleggen wat er precies gebeurd is tijdens de bevalling – en welke handelingen we hebben verricht en waarom – voordat de ouders de foto’s zien. Zodat de foto’s niet te rauw op hun dak vallen.’ Durk: ‘Als zorgverlener kan je met de fotograaf afspreken dat als het spannend wordt, hij of zij stopt met fotograferen. Maar vergeet niet dat de fotograaf er is voor de zwangere en haar partner. Foto’s kunnen hen helpen om herinneringen vast te leggen die verder gaan dan de angst van het moment.’ Cynthia maakte het enkele keren mee. ‘Een stilgeboortefoto kan een vredig beeld zijn dat later helpt een liefdevolle herinnering op te roepen. Ik geloof dat fotografie de geboortezorg kan versterken. Veel mensen zien geboortefotografie als luxe. Ik hoop dat meer mensen geboortefotografie gaan zien als een vorm van zorg en een manier om trauma’s te voorkomen en verwerken.’
‘WHERE INNOVATION MEETS EXPERIENCE’
23e IGO CONGRES 2021
Het Nederlands-Vlaams Virtuele Doelencongres Infertiliteit, Gynaecologie & Obstetrie 30 MAART T/M 1 APRIL 2021
HET 1e NEDERLANDS-VLAAMS VIRTUELE DOELENCONGRES.
VOOR MEER INFO & REGISTRATIE: WWW.IGOANDPRACTICE.NL
12 INSPIRERENDE DAGPROGRAMMA’S, DOOR 11 VAKVERENGINGEN ACCREDITATIE TOEGEKEND!
175x116mmKNOV A.indd 1
17-02-2021 09:31
*($&&5(',7((5' VWXGLHDDQERG
3V\FKLDWULH =ZDQJHUVFKDS PHL
I\VLHN RQOLQH
De énige huidvriendelijke desinfectant. Desinfact is anders dan andere desifectanten en alcoholgels; het beschermt én verzorgt. Desinfact bevat een unieke, gepatenteerde formule op basis van waterstofperoxide. Een formule die al jaren succesvol wordt gebruikt in de medische wereld. De bewezen krachtige werking van 99,999% beschermt tegen virussen, bacteriën en schimmels terwijl het de huid niet uitdroogt, zoals alcohol gels. Desinfact bevat nauwelijks alcohol en werkt op waterstofperoxide, aangevuld met Pro vitamine B5 en Aloë Vera. Hierdoor maakt Desinfact de huid zachter, sterker en beschermd, zonder resistentie opbouw.
PHGLOH[ QO SV\FKLDWULH]ZDQJHUVFKDS
3HULQDWDOH ]RUJ MXQL
I\VLHN RQOLQH
Een sterke huid is beter beschermt tegen bacteriën. Gebruik Desinfact dagelijks voor een zachte, sterke en hygiënisch beschermde huid. Desinfact is aangemeld als biocide bij het CtgB onder nummer 14885N
www.desinfact.com
Verkrijgbaar bij Etos en DA.
PHGLOH[ QO SHULQDWDOH]RUJ
TEKST MANON LOUWERS
Pensioenen gekort VRAGEN AAN PENSIOENFONDS EN DEELNEMERSVERENIGING Het Pensioenfonds Verloskundigen verlaagt met ingang van 31 december 2021 de pensioenen ieder jaar met twee procent. Reden hiervoor is de dekkingsgraad die te laag is; op 31 december 2020 bleef deze steken op tachtig procent. Wat is de oorzaak hiervan? Is de pensioenverlaging de oplossing? En moeten verloskundigen zich voorbereiden op het zelf opbouwen van pensioen, zonder pensioenfonds? Marlies Bartels, voorzitter van Pensioenfonds Verloskundigen (SPV), en Esther van Weerdenburg, voorzitter van Deelnemersvereniging Pensioenfonds Verloskundigen (DPV) geven antwoord.
28
De Verloskundige
Korten op pensioenen, kan dat zomaar?
Die twee procent is dus geen toeval?
Marlies: ‘Dat moet wettelijk gezien zelfs, zodra de dekkingsgraad onder de ondergrens van negentig procent komt. Eigenlijk moet de dekkingsgraad zelfs boven de 104 procent zijn.’
Marlies: ‘Dat klopt. In euro’s blijft het pensioen gelijk, omdat we de twee procent indexatie tenietdoen door twee procent te korten. Behalve voor gepensioneerden die voor conversie kozen, waarbij het pensioen verhoogd werd in ruil voor een lagere indexatie. Hun pensioen wordt dus wél lager, omdat zij de twee procent indexatie vooruit kregen toen zij kozen voor deze conversie.’
Hoe komt onze dekkingsgraad zo laag? Esther: ‘Voor het berekenen van de dekkingsgraad moeten pensioenfondsen rekenen met een vastgestelde rente en mogen zij niet rekenen met – bijvoorbeeld – een gemiddeld beleggingsrendement. Deze rekenrente is momenteel ontzettend laag. Dit raakt ons pensioenfonds extra hard, omdat ons deelnemersbestand heel jong is en we daardoor veel verplichtingen hebben op de lange termijn. Hoe langer je termijn, hoe meer invloed de rekenrente heeft op de dekkingsgraad. Een tweede reden is de onvoorwaardelijke indexatie. Indexatie betekent dat de pensioenaanspraken en uitkeringen elk jaar hoger worden. Bij ons fonds is dat onvoorwaardelijk twee procent, dus elk jaar groeit je pensioen met twee procent. Deze regel is in 2007 geïntroduceerd toen de rekenrente hoog was en hier dus ruimte voor was. De achterliggende gedachte was een mooie compensatie voor de inflatie. Helaas kan deze regel niet zomaar geschrapt worden, nu de rekenrente laag is. De onvoorwaardelijke indexatie moeten we meenemen bij de berekening van de dekkingsgraad. Daardoor moeten we nu, naast indexeren, ook korten. De rekensom betekent dus dat er de komende jaren zowel twee procent geïndexeerd, als twee procent gekort wordt en de pensioenen dus per saldo gelijk blijven. Net als bij veel andere pensioenfondsen.’
'DE KOOPKRACHT GAAT IETS ACHTERUIT; GELUKKIG IS DE INFLATIE MOMENTEEL OOK LAAG'
Wat betekent de korting voor de koopkracht? Esther: ‘De korting betekent dat gepensioneerden de komende jaren in koopkracht iets achteruit zullen gaan. De korting valt weg tegen de indexatie, dus in euro's krijg je evenveel in je portemonnee. Maar doordat alles een beetje duurder wordt (inflatie), kun je toch iets minder kopen voor je geld. Gelukkig is de inflatie momenteel ook laag.’
Wat betekent het dat de inkoop met 25 procent wordt verlaagd? Marlies: ‘Elk jaar wordt een deel pensioen ingekocht; de inkoop. Door de extreem lage rente wordt het pensioen te duur ingekort, daarom wordt de inkoop verlaagd. 25 procent verlaging van de inkoop betekent dat je pensioen straks lager zal zijn dan wanneer deze verlaging er niet zou zijn geweest. Wat dat in euro’s betekent voor de individuele deelnemer, is van veel factoren afhankelijk. Bijvoorbeeld van de huidige leeftijd en de hoogte van de premie. Ik kan dus geen voorbeelden of bedragen noemen.’
Hoe lang hebben we met deze korting te maken? Esther: ‘Het nieuwe pensioenstelsel staat voor de deur. Daar willen wij als een van de eerste pensioenfondsen mee aan de slag; ons streven is 2023. Het grote verschil tussen het huidige en het nieuwe pensioenstelsel is dat we nu alleen rekening mogen houden met de rente; in het nieuwe stelstel mogen we ook de rendementen meerekenen, die ons fonds behaalt. Dat betekent dat als het pensioenfonds hoge rendementen haalt, er eerder geïndexeerd mag worden. Bij slechte rendementen wordt er eerder gekort.’
Marlies: ‘We hebben met de korting van twee procent te maken totdat we het Pensioenakkoord hebben geïmplementeerd. Waarschijnlijk dus één jaar, mogelijk twee jaar. Daarna wordt per deelnemer berekend wat de rechten zijn, maar dan wordt dus ook uitgegaan van het rendement en niet alleen van de rente.’
En toch… Is het pensioenfonds houdbaar op deze manier? Marlies: ‘Ja, zeker. We hebben in 2020 een uitvoerige studie gedaan naar waar wij als verloskundigen het beste pensioen kunnen opbouwen. Daarbij hebben we ook gekeken naar PFZW, aangezien onze klinische collega’s daar pensioen opbouwen. Uit die studie bleek dat we voorlopig het beste zitten bij SPV, vooral met het vooruitzicht op het nieuwe pensioenstelstel. Zoals gezegd, zit ons probleem nu in de jonge deelnemers; we hebben veel verplichtingen op de lange termijn. Met het nieuwe pensioenstelsel wordt het pensioen individueler en spaar je voor jezelf. Zijn de rendementen hoog, dan bouw je meer pensioen op. Zijn de rendementen laag, dan bouw je minder pensioen op. Eigenlijk is dat een logischere en eerlijkere manier om pensioen op te bouwen.’ Esther: ‘Een belangrijke voorwaarde voor het voortbestaan is ook dat zestig procent van de deelnemers van het pensioenfonds lid is van de DPV. Anders zegt de wet dat er onvoldoende draagvlak is voor een collectief pensioenfonds en zullen verloskundigen hun pensioen individueel moeten opbouwen. Daar zitten behoorlijke risico’s aan vast. Als de verzekeringsmaatschappij failliet gaat, kun je zelfs je hele opgebouwde vermogen kwijt zijn. Een collectief fonds kan niet failliet gaan. Bovendien heb je door je lidmaatschap bij DPV stemrecht bij belangrijke beslissingen en word je actief op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen. Lidmaatschap van DPV is gratis.’ Scan de code voor meer informatie.
De Verloskundige
29
‘Deze vrouwen missen prenatale begeleiding’ In België, Nederland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk neemt het aantal kwetsbare mensen in de samenleving toe. Om hen te helpen een sterke en volwaardige plek in de maatschappij te veroveren, is het Ensure-project opgericht. De EU stelt 2,5 miljoen euro ter beschikking aan het project. In België richt Ensure zich op de subdoelgroep kwetsbare zwangere vrouwen.
olgens Inge Meyvis, verloskundige en een van de onderzoekers van het Ensure-project, is dit een groep waarbij ondersteuning hard nodig is. ‘Binnen ons subproject, dus waarbij we ons specifiek op kwetsbare zwangere vrouwen richten, noemen we een zwangere vrouw ‘kwetsbaar’, als zij in armoede leeft en/ of geen geldige papieren heeft. Mensen met een lage sociaal-economische status, waarbij we soms zien dat ze geen geld hebben om te bevallen in het ziekenhuis. Er zijn schrijnende verhalen van vrouwen die met weeën op de stoep van het ziekenhuis staan. Zorgverleners zullen hen natuurlijk helpen. Maar enkele uren na de bevalling staan deze vrouwen vaak weer op straat. Hulpeloos, nog steeds zonder geld, maar mét baby. Dat is absoluut geen goede start voor het leven van de baby en van het moederschap.’
V
30
TEKST MANON LOUWERS
INTERNATIONAAL
PEER-PROGRAMMA VOOR KWETSBARE ZWANGERE VROUWEN
De Verloskundige
174 kwetsbare moeders In Antwerpen werd door Expertisecentrum Kraamzorg De Kraamvogel – het expertisecentrum voor perinatale zorgverlening van de provincie Antwerpen – ‘Origine’ opgezet. Vanuit dit project krijgen moeders zonder geregistreerde verblijfplaats, zonder voldoende financiële middelen, zonder verzekering en aan wie de waarborg voor Dringende Medische Hulp niet wordt toegekend, kosteloos postpartumzorg aan huis. Inge: ‘Binnen een jaar meldden 174 moeders zich aan. En dat is in één stad. Als je naar heel België – en ook Nederland – kijkt, bevinden nog
‘ZOLANG HET KIND IN DE BUIK ZIT, IS HET ER IN HUN OGEN NOG NIET’
veel meer vrouwen zich in een vergelijkbare situatie. Het is mooi wat Origine doet, maar eigenlijk willen wij een meer preventieve rol spelen. Zodat deze vrouwen hun papieren in orde hebben en zodat ze in de reguliere zorg terecht kunnen en projecten als Origine niet nodig hebben. Het is een prachtig project, maar ook een project dat draait op giften. Als het geld op is, kan Origine niet meer bestaan.’
Hoge risico’s Vrouwen in dergelijke omstandigheden denken vaak pas over het moederschap na als ze zijn bevallen, geeft Inge aan. ‘Hun prioriteit is overleven en er gaat weinig aandacht naar de eigen gezondheid of dat van hun ongeboren kind. Zolang het kind in de buik zit, is het er in hun ogen nog niet. Terwijl het ongelofelijk belangrijk is om je goed voor te bereiden op de bevalling en op het moederschap. Het is niet alleen iets wat ik in de praktijk zie gebeuren,
Inge Meyvis.
maar ook wat uit onderzoek is gebleken; vrouwen met een lage sociaal-economische status missen prenatale begeleiding. Dat leidt tot een verhoogde kans op prematuur bevallen, een te laag geboortegewicht van de baby, morbiditeit en mortaliteit.’ 1, 2, 3
Preventieve aanpak Daarom richt Ensure zich bewust op een preventieve aanpak, waarbij het doel is vrouwen wegwijs te maken in de wereld van sociale en financiële hulpverlening. Inge en haar collega’s werken aan een peer supportprogramma,
waarvoor nu een peer-training wordt ontwikkeld voor verloskundigen in opleiding. Inge: ‘Tijdens de training leren deze vroedvrouwen de sociale kaart kennen. Bij welke hulpverleners kun je waarvoor terecht? Ook leren ze over de achtergronden van deze kwetsbare zwangere vrouwen. En over het belang van een netwerk en de kracht van gelijkwaardigheid.’
Van hulpverlener naar buddy Ook leren de deelnemers aan de peer-training, hoe zij zich het beste kunnen opstellen tegenover deze kwetsbare zwangere vrouwen. Inge: ‘Het klinkt misschien tegenstrijdig, maar het is niet de bedoeling dat zij in hun rol als peer zélf hulpverlening aanbieden. Zij zouden juist als een soort buddy moeten fungeren, zodat de vrouw zichzelf kan helpen. Een buddy die niet zegt: je moet dat doen en hier heb je het telefoonnummer van hulpverlener X. Maar die uitlegt hoe de eigen gemeenschap werkt, waarin de vrouw nu verblijft. Waar ze zou kunnen solliciteren en bij wat voor instanties ze kan aankloppen voor hulp en ondersteuning en hoe ze die zélf kan vinden en bereiken. En ja, daar hoort voor een zwangere vrouw ook bij dat je contact legt met een vroedvrouw, gynaecoloog of prenataal steunpunt van Kind en Gezin. Daarmee helpen we de vrouw niet alleen tijdens haar zwangerschap en het beginnend moederschap, maar leren we haar ook op de lange termijn zelfstandiger te zijn. En zelf haar geld te verdienen, zodat torenhoge schulden van haarzelf en generaties na haar worden voorkomen.’ Eind februari startte een pilot, waarbij de eerste verloskundigen in opleiding worden opgeleid tot peer. Bronnen 1. Gavin, A.R., et al. (2012). Mediators of adverse birth outcomes among socially disadvantaged women. Journal of Womens Health, 21(6), 634-642 2. Hollowell, J., et al. (2011). The effectiveness of antenatal care programmes to reduce infant mortality and preterm birth in socially disadvantaged and vulnerable women in high-income countries: a systematic review. BMJ: pregnancy and childbirth 3. Racape, J., Schoenborn, C., Sow, M., Alexander, S., & De Spiegelaere, M., (2016). Are all immigrant mothers really at risk of low birth weight and perinatal mortality? The crucial role of socio-economic status. BMC Pregnancy and Childbirth, 16, 75. DOI 10.11.86/s12884-016-0860-9.
De Verloskundige
31
TEKST MANON LOUWERS
BLIJVEN LEREN
DE THEORIE ACHTER
schouderdystocie TRAINING
Beroepsverdieping schouderdystocie
INHOUD De werking van het bekken, het voorkomen van schouderdystocie en de rol van fysiologie
DUUR Eén dag
LOCATIE Amersfoort of Usquert
DOCENT Rebekka Visser van trainingscentrum Noorderzicht
CURSIST Bibi de Graaf-Highet, klinisch verloskundige bij Isala
32
de Verloskundige
Klinisch verloskundige Bibi de Graaf-Highet Highet maakt jaarlijks een opleidingsplanning. ng. Collega’s kunnen opleidingen aandragen agen die zij graag willen volgen, Bibi maakt kt de selectie. Een van haar collega’s opperde erde de beroepstraining schouderdystocie ystoc cie en bij Noorderzicht te volgen. ‘We vinde vinden het leuk om ons te laten inspireren ren door andere zienswijzen, vanuitt het perspectief van fysiologie.’
B
‘HET IS GOED OM DE THEORIE ACHTER JE HANDELINGEN TE KENNEN'
Bibi: ‘Als klinisch verloskundige krijg je veel trainingen in acute verloskunde en de dagelijkse routine. Het gaat al gauw over pathologie. Dat is ook belangrijk, want een groot deel van ons werk in de kliniek bestaat ook uit pathologie. Maar wij vinden het ook verfrissend en nuttig om geïnspireerd te worden door het fysiologische aspect van een bevalling. Daar sluit deze training goed op aan. Tijdens de opleiding leer je de standaard handgrepen bij een schouderdystocie. Maar als je meer ervaring opdoet, leer en durf je kritisch te kijken naar het handelen dat je aangeleerd hebt gekregen. De afgelopen jaren is daar ook meer ruimte voor gekomen; om wat minder strikt met de protocollen om te gaan. Tien jaar geleden beviel een vrouw
voornamelijk op haar rug in het ziekenhuis, daar kon je niets tegenin brengen. Nu zet ik de barende vrouw geregeld in wisselende houdingen. Je ziet dat dit effectief is, maar het is goed om de theorie erachter te leren en verdieping te krijgen in bekkenfysiologie, afmetingen enzovoorts. In de training ging Rebekka uitgebreid in op de dynamiek van het bekken. Welke ruimte ontstaat er als de vrouw op handen en knieën komt te zitten? En wat gebeurt er met het bekken als ze in bad bevalt? Het is vooral een bevestiging en dat geeft vertrouwen.
Mijn cliënt kan ik nu beter uitleggen waarom ze voor een andere bevalhouding zou kiezen. Daardoor geef ik haar meer autonomie over haar eigen bevalling. Ik merk dat mijn cliënten dat heel prettig vinden. Vaak is er al angst, doordat ze een grote baby verwachten of diabetes hebben. Ze hebben het gevoel dat ze geen keuze meer hebben in de manier van bevallen. Het is prettig om vrijheid van bewegen te geven en daarin goed te kunnen motiveren waarom dat van belang kan zijn. Doordat ik meer inzicht en verdieping heb bekken, gekregen in de anatomie van de bek heb ik meer handvatten om de vrouw tijdens haar bevalling te motiveren verschillende verschille blijft een houdingen aan te nemen. Geduld blij grote factor in de verloskunde en dus zeker ook bij een schouderdystocie.’
'MIJN CLIËNT KAN IK NU BETER UITLEGGEN WAAROM ZE VOOR EEN ANDERE BEVALHOUDING ZOU KIEZEN’
d de e Verloskundige Ver Verl loskund dige
33
People.Health.Care.
Cellacare Materna ®
Zwanger zijn is best zwaar werk. De hoogwaardige rugband corrigeert tevens de bekkenkanteling en stabiliseert de wervelkolom. Ideaal om zowel je houding te corrigeren en tegelijk te ontspannen.
Keuze uit twee effectieve opties: Cellacare Materna Comfort en Classic. ®
VOOR MEER INFO
30°
www.cellacare-materna.com
Etherena TCu380A Be Free
Met één hand een T-koperspiraal plaatsen! • • • • •
Opgenomen in de NHG standaard Uniek mechanisme Zeer eenvoudige plaatsing Plaatsingsgarantie Werkingsduur 10 jaar
Kijk voor meer info op www.etherena.nl
Momenteel kan iedereen in Nederland een cursus aanbieden, zonder dat eisen worden gesteld aan de achtergrond van de cursusleider of de cursusinhoud. Aanstaande ouders krijgen soms informatie die niet geheel juist of zelfs helemaal onjuist is. Geboortezorgverleners zien de gevolgen: ouders die niet goed zijn voorbereid en overdonderd worden door de praktijk. Het werkt negatieve en soms zelfs traumatische bevalervaringen in de hand. Hoog tijd om de kwaliteit van cursussen te toetsen, vindt de KNOV.
k had geen controle en voelde me zo alleen’, vertelt een cliënt aan verloskundige en vrouwencoach Eliane Coutinho, die ook haar eigen bevalcursus Puur Pijn ontwikkelde. De vrouw is 35 weken zwanger van haar tweede als ze bij Eliane is. Ze kijkt niet positief terug op haar eerste bevalling. ‘Ze was in paniek doordat ze de weeën niet kon opvangen en veel pijn had. Zowel haar partner als de verloskundigen reageerden op een manier die haar niet hielp’, zegt Eliane. ‘Iedereen reageert anders op stress. Vraag jezelf af hoe jij op stress reageert, adviseer ik vrouwen. Communiceer dat naar je zorgverlener en je partner. Zo kunnen zij jou beter begeleiden.’
I
Voorbereiding De omgang met stress, het scheppen van realistische verwachtingen, het helder krijgen van behoeftes en deze communiceren: allemaal elementen die volgens deskundigen van
KNOV IN ACTIE
TEKST EVELIEN DOCHERTY
COLUMN Hoe een goede bevalcursus bijdraagt aan een positieve bevalervaring groot belang zijn in de voorbereiding op de bevalling. ‘Zo’n tien tot twintig procent van de Nederlandse vrouwen ervaart haar bevalling als traumatisch’, vertelt Claire Stramrood, gynaecoloog en gespecialiseerd in psychische klachten rondom zwangerschap en bevalling. Marlies Galema, verloskundige n.p. en oprichter van de cursus Prettig Bevallen, zegt: ‘Een goede cursus kan hier een verschil maken. Verloskundigen en gynaecologen zagen ook dat als mensen bij mij waren geweest, angst gereduceerd was en dit heeft een positief effect bij de bevalling zelf.’
Kwaliteit waarborgen Momenteel kan iedereen in Nederland een cursus aanbieden zonder dat er eisen worden gesteld aan de achtergrond van de cursusleider of de cursusinhoud. Daarom startte de KNOV in 2020 een werkgroep die bezig is met de ontwikkeling van een kwaliteitskeurmerk. Eliane, Claire en Marlies zijn – samen met Yvonne Tuinte, Anita Hoogendoorn (beiden cursusleiders en verloskundigen n.p.) en Evelien Docherty (geboortezorgjournalist en moeder) – onderdeel van de werkgroep. Vanuit de KNOV zijn Anna Hijman (Beleidsadviseur Geboortezorg) en Mirjam Mascini (Senior Project Manager) betrokken. Anna: ‘We zitten nog volop in de ontwikkelingsfase. Via de nieuwsbrief van de KNOV houden we leden op de hoogte.’ Uiteindelijk is het idee dat een toetsingscommissie middels het keurmerk inzichtelijk maakt aan welke cursus ouders écht wat hebben.
De Verloskundige
35
TEKST MANON LOUWERS
GESCHIL
Zorgaanbieders zijn op grond van de Wkkgz (Wet Kwaliteit Klachten en Geschillen Zorg) verplicht aangesloten te zijn bij een geschilleninstantie. Voor verloskundigen is dat de Geschilleninstantie Verloskunde. Deze rubriek omschrijft een geschil en de bijbehorende procedure.
Konden verloskundigen intra--uteriene vruchtdood voorkomen? SITUATIE: EEN DOODGEBOREN ZOON STANDPUNT: VERLOSKUNDIGEN HANDELDEN NALATIG
Marije, moeder van een dochter, raakt begin 2018 voor de tweede keer zwanger. Ze meldt zich aan bij een verloskundigenpraktijk in haar nieuwe woonplaats. De zwangerschap verloopt voorspoedig, maar verdrietig genoeg overlijdt haar zoon voordat hij geboren wordt. Volgens Marije hadden de verloskundigen dit kunnen voorkomen. Ze stapt naar de Geschilleninstantie Verloskunde en eist een schadevergoeding.
Feiten Marije is niet eerder bij de verloskundigenpraktijk in haar nieuwe woonplaats geweest en geeft aan dat ze tijdens haar eerste zwangerschap een zwangerschapsvergiftiging kreeg. Als reactie hierop vraagt de dienstdoende verloskundige het verloskundig dossier op bij de verloskundigenpraktijk waar Marije tijdens haar eerste zwangerschap behandeld werd. Daarin is inderdaad te lezen dat sprake was van een ‘hypertensie/toxicose’. Over de partus werd niets gemeld. Als Marije 21 weken zwanger is, constateert de verloskundige tijdens een bloedonderzoek een Hb van 6.0 mmol/l. Zij geeft alvast een recept mee voor ijzertabletten en doet een aan-
36
De Verloskundige
vullend bloedonderzoek. Daaruit blijkt dat geen sprake is van een ijzertekort. 15 weken later heeft Marije wél een ijzertekort en adviseert de verloskundige haar om ijzertabletten in te nemen. Ook blijkt dat Marije een verhoogde bloeddruk heeft van 137/62 en dat er geen proteïne in de urine zit. Omdat de verhoogde bloeddruk vooral de systolische druk betreft, adviseert de verloskundige Marije rust te nemen en alvast met verlof te gaan. Bij 37+6 weken zwangerschap krijgt Marije weeën en belt ze de verloskundigenpraktijk zes keer, voordat ze iemand aan de lijn krijgt. De controle wordt een dag vervroegd en de dienstdoende verloskundige meet een bloeddruk van 140/70. Het hart van het kind wordt niet gehoord en ook op de echo is te zien dat het hart van Marijes baby niet klopt. De verloskundige vertelt Marije dat het kind is overleden en dat zij naar het ziekenhuis moet. Marije wil echter eerst langs huis, mede omdat zij opvang moet regelen voor haar dochter. Daarna rijdt de verloskundige met Marije naar het ziekenhuis. In het ziekenhuis wordt een partiële loslating van de placenta ontdekt en wordt later ook een pre-eclampsie gediagnosticeerd.
Standpunt moeder Marije verwijt de verloskundigen dat zij onvoldoende rekening hielden met de zwangerschapsvergiftiging die bij de vorige zwangerschap optrad. Daarnaast vindt Marije dat de verloskundigen te weinig deden toen ze last kreeg van ijzertekort en dat onvoldoende aandacht is besteed aan haar hoge bloeddruk. Marijes laatste klacht is dat de praktijk onvoldoende
LESSON LEARNED Wat we van deze casus kunnen leren, is het belang van het opvragen en beoordelen van het volledige verloskundig dossier van eerdere zwangerschappen van nieuwe cliënten. In dit geval heeft dit niet tot een veroordeling geleid. Wel is het als onzorgvuldig aangemerkt.
bereikbaar was op de dag dat ze weeën kreeg en dat de dienstdoende verloskundige niet adequaat reageerde na de constatering van het overlijden van haar baby. De verloskundigen zijn het niet met de klacht eens en gaan in verweer.
de geschilleninstantie ‘ongegrond’, omdat de verloskundigen wel degelijk adequaat gehandeld hebben. Door – toen sprake was van ijzertekort – vervolgonderzoek te doen en ijzertabletten voor te schrijven en – toen sprake was van een te hoge bloeddruk – rust voor te schrijven. In het verslag van de Geschilleninstantie Verloskunde: ‘Dat klaagster zelf vindt dat ze het al rustig aan deed […] heeft de geschilleninstantie goed begrepen, maar maakt de inschatting van de verloskundige niet onjuist.’
Beoordeling De Geschilleninstantie Verloskunde neemt beide kanten van het verhaal mee en raadpleegt de verloskundig dossiers van de twee zwangerschappen van Marije. Dat de aangeklaagde verloskundigen het verloskundig dossier van de eerste zwangerschap hebben opgevraagd, merkt de geschilleninstantie aan als zorgvuldig. Daarin ontbrak echter informatie over het feitelijk verloop van het einde van de eerste zwangerschap en de bevalling. Dit keurt de geschilleninstantie niet goed. De verloskundige had eigenlijk het dossier – inclusief partusverslag – bij het ziekenhuis moeten opvragen en moeten beoordelen. Of ze had bij Marije volledig moeten uitvragen hoe het einde van de eerste zwangerschap en bevalling waren verlopen. De eerste klacht wordt daarom gegrond verklaard, maar dit heeft volgens de instantie niet geleid tot het overlijden van de zoon van Marije en hiervoor hoeft daarom geen schadevergoeding te worden betaald.
Ook de laatste aanklacht beoordeelt de geschilleninstantie als ongegrond. Marije voelde zich goed op het moment dat ze de verloskundigenpraktijk belde, daarom belde ze niet de spoedlijn. De geschilleninstantie noemt het zorgvuldig dat – toen Marije een verloskundige aan de lijn kreeg – de verloskundige Marije eerder op controle liet komen. Ook heeft ze niet nalatig gehandeld; wel heeft de verloskundige Marije alleen naar huis laten gaan. Maar omdat dit op verzoek van Marije zelf was, geeft de geschilleninstantie de verloskundige hierin gelijk.
De klachten over het handelen van de verloskundigen met betrekking tot het ijzertekort en de te hoge bloeddruk noemt
De naam van de klaagster (‘Marije’) is om privacyredenen gefingeerd.
Hoe verdrietig de situatie ook is, het overlijden van Marijes zoon is volgens de Geschilleninstantie Verloskunde niet te wijten aan de zorg van de verloskundigenpraktijk. Daarom wordt Marijes klacht ongegrond verklaard en krijgt zij geen schadevergoeding.
De Verloskundige
37
‘Profeet’ van de fysiologie 45 jaar heeft Marianne Prins met veel plezier en bevlogenheid in de geboortezorg gewerkt. In december nam ze afscheid van haar functie bij de Academie Verloskunde Amsterdam en Groningen. Ze blikt terug op haar carrière.
arianne begon haar opleiding in 1975 in de Camperstraat in Amsterdam. Ze werd opgeleid volgens de visie van prof. Dr. G.J. Kloosterman, vanuit het idee dat zwangerschap en bevallen fysiologische processen zijn die minimale medische interventies behoeven. Het vormde de basis voor Mariannes werkzame leven. Marianne: ‘In mijn werk als verloskundige handelde ik ernaar en toen ik in 1985 als docent ging werken, gaf ik die visie mee aan de studenten.’ Ook in de diverse rollen die ze bij de KNOV bekleedde, bewaakte zij de fysiologische invalshoek. In het boek ‘Praktische Verloskunde’, dat Marianne samen met Jos van Roosmalen, Sicco Scherjon, Yvonne Smit en Jeroen van Dillen schreef, deed ze hetzelfde. ‘Zeker in de laatste druk van het boek is de fysiologie goed onderbouwd en gerefereerd. Er is steeds meer evidence voor zinvolle zorg in de verloskunde en welke
M
38
De Verloskundige
zorg mogelijk tot onnodige medicalisering leidt. Praktische verloskunde is het enige Nederlandstalige studieboek voor verloskundigen en artsen in opleiding dat goed aansluit op de praktijkvoering in Nederland. Studenten zijn er heel blij mee.’
Professioneler vak In de jaren ’70 zag het vak van verloskundige er heel anders uit. ‘Huisartsen deden toen nog bevallingen, ongeveer 36 procent van alle vrouwen beviel thuis, medicamenteuze pijnstilling werd weinig aangeboden, echoscopische screening en diagnostiek werd bijna niet verricht en wetenschappelijk onderzoek in een laagrisicopopulatie kwam niet voor. Nu komt meer dan 85 procent van de zwangere vrouwen voor het eerste consult bij de verloskundige en zijn er geen verloskundig actieve huisartsen meer. De verloskundige heeft nu een hele belangrijke rol in de
TEKST MANON LOUWERS
AFSCHEID VAN MARIANNE PRINS
'ER IS ZOVEEL WETENSCHAPPELIJK AANGETOOND BEWIJS DAT WE NOG NIET INGEVOERD HEBBEN'
uitkomsten. Of naar de duur van de ontsluiting en uitdrijving. We werken vaak nog met harde afkapwaardes voor de tijd waarbinnen een ontsluiting moet vorderen. Terwijl onderzoek bij herhaling heeft aangetoond dat er een grote individuele spreiding is in dat verloop.’
Loeizwaar, maar prachtig beroep
publieke gezondheidszorg, in de preventie van ziekten en in de voorbereiding van een gezonde start van de zwangerschap. De samenwerking met andere disciplines in de geboortezorg in multidisciplinaire teamoverleggen is gelijkwaardiger geworden. Dat komt onder meer doordat de studenten van nu hun beleid met evidence leren onderbouwen en kritisch leren kijken naar de vertaling van de resultaten van wetenschappelijk onderzoek naar de alledaagse praktijkvoering.’
Betere opleidingen De opleidingen zijn geprofessionaliseerd. Toen Marianne afstudeerde, duurde de opleiding drie jaar. ‘In 1993 is dat vier jaar geworden. Een belangrijke uitbreiding was het onderwijs in methoden en technieken van wetenschappelijk onderzoek. Ook in 1993 werd al gesproken over academisering van de opleiding. Het is onvoorstelbaar dat onze opleiding anno 2021
nog niet is geacademiseerd. Dat heeft het werken in ons vak nodig. Gelukkig werken de drie opleidingen nu samen aan een master Verloskunde, die hopelijk september 2022 start’.
Bewijs beter implementeren Voor de toekomst hoopt Marianne dat de eerste- en tweedelijnsverloskundigen uiteindelijk één beroepsgroep zullen zijn, die elkaar kunnen aanvullen. En dat eerstelijnsverloskundigen de bevallingen in het midrisk gebied zélf afmaken. ‘In goede samenwerking met specialisten, maar wel onder eigen autonomie, en met borging van continuïteit van zorgverlener.’ Daarnaast ziet Marianne een grote uitdaging in het implementeren van de resultaten van wetenschappelijk onderzoek. ‘Er is zoveel wetenschappelijk aangetoond bewijs dat we nog niet ingevoerd hebben in de zorg. Kijk bijvoorbeeld naar het positieve effect van continuïteit van zorgverlener op de perinatale
Persoonlijke, respectvolle aandacht en uitzoeken wat de vrouw in haar context nodig heeft, staat nu centraal in de zorg. ‘Toen ik de opleiding volgde leerde je niets over communicatieve vaardigheden of slechtnieuwsgesprekken. Nu is daar veel meer aandacht voor en persoonlijk vind ik dat ons vak daardoor leuker is geworden. Vroeger luisterde men naar de verloskundige en volgde men haar advies op, nu besluit je samen wat het beste is voor de zwangere vrouw en haar gezin. En hoewel we een loeizwaar beroep hebben en de werkdruk soms killing kan zijn, had ik absoluut geen ander beroep willen hebben. Wél zou ik graag jonger willen zijn, in deze tijd en met de ervaring die ik nu heb. Dan was ik een caseloadpraktijk begonnen, zou ik Centering Pregnancy warm aanbevelen en had ik altijd zo’n fijne parel van een student bij me. Persoonlijke zorg leveren, waar mogelijk de fysiologie bevorderen en onderwijs aan onze verloskundigen in opleiding, dat heb ik altijd het mooiste gevonden.’ Marianne is niet langer praktiserend verloskundige, maar blijft actief in de (internationale) verloskunde. Ze geeft nog colleges en werkt samen met Annemiek van der Kraan aan e-learning modules die aansluiten bij het boek ‘Praktische Verloskunde’.
De Verloskundige
39
“Ik heb me nooit eerder druk gemaakt om striae, maar ik besloot tijdens mijn zwangerschap dat voorkomen beter is dan genezen. Mijn vriendin was een jaar voor mij zwanger en zij heeft veel Bio-Oil Huidverzorgingsolie gebruikt. Ook mijn zus zei dat het de beste keuze was... ik heb het dan ook vanaf het begin gebruikt. En ik heb geen last gekregen van zwangerschapsstriemen! Bio-Oil Huidverzorgingsolie heeft bovendien geholpen om de veerkracht van mijn huid te herstellen.” Theresa met Roxy
Bio-Oil® Huidverzorgingsolie vermindert de kans op het ontwikkelen van huidstriemen doordat het de elasticiteit van de huid bevorderd. Het dient twee keer per dag aangebracht te worden, vanaf de start van het tweede trimester. Nu ook verkrijgbaar in een 100% natuurlijke formule! Aanbrengen al vanaf de eerste trimester. Parfum- en geurvrij. Voor uitgebreide productinformatie en details van de klinische testen, ga naar bio-oil.com. Resultaten kunnen per persoon verschillen.
Nummer 1 huidverzorgingsproduct van Nederland. IRI: YTD52-2016
COLUMN
VAN EEN KLINISCH VERLOSKUNDIGE
HET GOUDEN EI erloskunde draait om coaching, preventie en risicoselectie. Ik vind dat we het op die gebieden best goed doen in Nederland. Maar dit doen we grotendeels pas in de tweede helft; het moment dat iemand al zwanger ís. Terwijl het dan in veel gevallen – zoals bij overgewicht – al te laat is om grote aanpassingen in de leefstijl aan te brengen. Afvallen tijdens de zwangerschap raden we immers af.
V
In die eerste helft is dus winst te behalen. 9 procent van de zwangere vrouwen rookt door tijdens de zwangerschap en 31,3 procent heeft overgewicht1, 2. De rij mogelijke complicaties die hiermee samenhangt is gigantisch. Dit brengt vragen naar voren als: kunnen wij meer invloed uitoefenen op de eerste helft, zodat we in de tweede helft minder vaak voor interventies komen te staan? Hoe bereiken we die groep? En is die taak aan ons?
LAURENZA BAAS-BROERE is klinisch verloskundige in het Groene Hart Ziekenhuis in Gouda. Daarnaast is ze gespecialiseerd in fertiliteit. In haar column schrijft ze over haar visie op de geboortezorg.
Een deel van het antwoord op de vraag hoe we die groep – stellen met een kinderwens – bereiken, vinden we bijvoorbeeld in stellen die een miskraam kregen. Hoe kritisch zijn we eigenlijk, als we een cliënt op ons spreekuur krijgen die net een miskraam heeft gehad en er een ongezonde leefstijl op nahoudt? Gaan we met deze vrouw het gesprek aan, om haar te informeren over de mogelijke risico’s van roken of haar te hoge BMI bij een volgende zwangerschap?? En sturen we haar naar een stoppen-met-roken-poli (volledig vergoed door de zorgverzekering), een lifestylecoach en/of diëtist? Zouden wij een deel van die coaching op ons kunnen nemen en zou het dan een oplossing zijn als ook verloskundigen DBC’s zouden mogen openen? Of stopt de verloskundige zorg na het vaststellen van de spontane miskraam of de lastige sectio en zien we haar pas weer als ze opnieuw zwanger is? Hier kúnnen wij een rol spelen; namelijk handvatten aanreiken voor een gezonder leven en de kans op een volgende miskraam voorkomen. Vanuit mijn rol als fertiliteitsdeskundige kom ik vrouwen tegen die deze preventieve zorg wél actief krijgen aangeboden. En natuurlijk is dit een aparte groep; deze vrouwen trekken aan de bel voordat ze zwanger zijn, zijn gedreven om hun gezondheid te verbeteren en zien daar vaak zelf de noodzaak van in. Met deze column wil ik zeggen: ook als verloskundigen zien we vrouwen die (weer) zwanger gaan worden. Laten we alert op hen zijn, kritisch naar onszelf kijken en meer aandacht besteden aan de eerste helft, daar waar dat kan. Wij kunnen meer doen om vrouwen zwanger te laten worden met ‘het gouden ei’ oftewel een zo gezond mogelijke eicel in een zo gezond mogelijk lichaam.
Bronnen 1 www.volksgezondheidenzorg.info/onderwerp/overgewicht/cijfers-context/huidige-situatie#nodeovergewicht-volwassenen-naar-leeftijd-en-geslacht 2 www.rokeninfo.nl/professionals/cijfers-gebruik-en-gevolgen/rond-de-zwangerschap
De Verloskundige
41
Heidi over Esther ‘Esther zie ik als een hele fijne collega en als verlengstuk van onze praktijk. Als mijn cliënt naar het ziekenhuis moet probeer ik altijd mee te gaan, voor een juiste overdracht en als support van de barende vrouw. Onlangs was dat werktechnisch niet mogelijk en deed Esther de bevalling alleen. Enkele dagen daarna belde ze de cliënt om te vragen hoe het met haar ging. Dat getuigt van betrokkenheid en is voor de cliënt – en voor mij – heel prettig. Het bevestigt mijn gevoel dat Esthers hart ligt bij ‘mijn’ cliënten, net als het mijne. Waar Esther in excelleert? Het gemak waarmee ze wetenschappelijke literatuur zich eigen maakt. Ik bel haar niet voor niets regelmatig om te sparren.’
TEKST MANON LOUWERS BEELD MICHEL TER WOLBEEK
Het vertrouwen en respect waarmee de eerste en tweede lijn samenwerken, voelen cliënten aan en kan voor geruststelling zorgen. Heidi en Esther zijn daarvan levende voorbeelden. Heidi runt Verloskundigenpraktijk Aine in Winsum en Esther werkt in het nabijgelegen Martini Ziekenhuis in Groningen. Ze werken graag samen en zoeken elkaar op om te sparren.
'IK BEL HAAR OM TE SPARREN OVER WETENSCHAP'
Zij aan Eerstelijns Heidi
42
De Verloskundige
'HAAR OPEN ÉN FYSIOLOGISCHE VISIE IS WAARDEVOL' Esther over Heidi ‘Een klinische bevalling hoeft in mijn optiek niet te betekenen dat het bevalplan overboord moet. Als het kan, neem ik de tijd om kennis te maken met mijn cliënt en de wensen die zij oorspronkelijk had te bespreken. En om te kijken wat daarvan nog overeind kan blijven. Een nauwe samenwerking met de eerste lijn vind ik daarom belangrijk. In Heidi vind ik een waardevolle collega. Een collega ja, want zo zie ik haar. Ik waardeer haar enorm, omdat ze fysiologie hoog in het vaandel heeft, maar tegelijkertijd op een open manier naar andere mogelijkheden kijkt. Alles is bespreekbaar en ze zoekt actief de dialoog met mij – de klinisch verloskundige – en de gynaecoloog. Zodat we samen tot passende zorg kunnen komen.’
zij en tweedelijns Esther De Verloskundige
43
Anouk Verschuuren (a.e.h.verschuuren@umcg.nl) studeert Geneeskunde en is daarnaast bezig met haar promotieonderzoek aan het UMC Groningen1. Het onderzoeksteam bestaat verder uit Ineke Postma, Esther Feijen-de Jong, Jelle Stekelenburg en Jan Jaap Erwich. Anouk richt zich in haar onderzoek op het verbeteren van de verloskundige zorg voor asielzoekers in Nederland.
Ongunstige zwangerschaps-uitkomsten
TEKST ANOUK VERSCHUUREN
WETENSCHAP
Over de auteur
BIJ ASIELZOEKERS Zwangere asielzoekers hebben een verhoogd risico op ongunstige zwangerschapsuitkomsten. Perinatale sterfte komt onder asielzoekers zeven keer vaker voor dan bij de lokale zwangere bevolking. Dit blijkt uit recent onderzoek naar zwangerschapsuitkomsten bij asielzoekers in Noord-Nederland.
Stel je eens voor dat je in je thuisland niet langer veilig bent en met angst voor eigen leven vlucht. Bij aankomst in een vreemd land blijk je zwanger te zijn, of je raakt zwanger tijdens je verblijf in een asielzoekerscentrum. Je bent onbekend met de lokale geboortezorg, en communiceren met zorgverleners is lastig door de taalbarrière. Je hebt zorgen over de asielprocedure en je mist je familie die nog in het onveilige thuisland is. Je moet nu ook nog nadenken over een toekomst voor je baby. Dit is de situatie van veel zwangere asielzoekers in Nederland.
Zwangere asielzoekers in Nederland Van de minstens 20.000 asielzoekers per jaar die in Nederland arriveren, is ongeveer een kwart een vrouw op vruchtbare leeftijd. Onderzoek heeft aangetoond dat asielzoekers een slechtere lichamelijke en mentale gezondheid hebben dan de lokale bevolking, waarbij vrouwen harder worden getroffen dan mannen2. Het doel van ons onderzoek was om de verschillen in zwangerschapsuitkomsten tussen asielzoekster en de lokale zwangere bevolking in Noord-Nederland in kaart te brengen. Om antwoord te kunnen geven op de vraag of asielzoekers in Nederland vaker ongunstige zwangerschapsuitkomsten hebben dan Nederlandse zwangere vrouwen, hebben we 344 vrouwen uit de asielzoekerscentra in Ter Apel en Musselkanaal vergeleken met 2.323 Nederlandse vrouwen.
44
De Verloskundige
Al deze vrouwen zijn in de periode 2012-2016 bevallen onder begeleiding van dezelfde verloskundigenpraktijk of in het Refaja ziekenhuis, Stadskanaal. Daarnaast hebben we bij alle vrouwelijke asielzoekers waarbij sprake was van perinatale sterfte een diepteanalyse van hun dossiers gedaan, om zo eventuele knelpunten in de zwangerschapszorg te identificeren.
Slechtere zwangerschapsuitkomsten Bij zwangere asielzoekers is er relatief gezien vaker sprake van perinatale sterfte (3,2% ten opzichte van 0,6%). Asielzoekers krijgen vaker opioïden toegediend als pijnbestrijding tijdens de bevalling (27,3% ten opzichte van 22,0%), worden minder vaak ingeleid (36,9% ten opzichte van 43,8%) en verblijven postpartum langer in het ziekenhuis (2,2 ten opzichte van 1,7 dagen). Ondanks dat de gemiddelde zwangerschapsduur bij vrouwelijke asielzoekers langer is (39+4 ten opzichte van 38+6 weken), hebben baby’s van deze vrouwen een lager geboortegewicht (3.265 ten opzichte van 3.385 gram) en zijn hun baby’s vaker Small for Gestational Age (13,9% ten opzichte van 8,4%). Daarbij zijn asielzoekers gemiddeld jonger ten tijde van de bevalling (26 ten opzichte van 29 jaar) en komen tienerzwangerschappen in deze groep vaker voor (8,7% ten opzichte van 2,1%). Daarnaast hebben deze vrouwen gemiddeld meer kinderen dan de lokale vrouwen in Noord-Nederland. Na correctie voor
geboortegewicht en zwangerschapsduur was het risico op perinatale sterfte bij vrouwelijke asielzoekers 7,2 keer hoger dan bij lokale vrouwen. Bij interpretatie van deze onderzoeksresultaten is het belangrijk mee te nemen dat het hier retrospectief cohortonderzoek betreft en de controlegroep van het onderzoek bestaat uit vrouwen in NoordoostGroningen. Dit is een regio waar relatief veel mensen wonen met een lage sociaal-economische status, waardoor het de vraag is hoe representatief deze groep is voor de gehele Nederlandse populatie.
Suboptimale zorg Bij tien van de elf overleden baby’s van asielzoekers was sprake van foetale sterfte. Eén baby overleed binnen 24 uur postpartum. In de dossiers viel op dat deze vrouwen vaak laat waren ingestroomd in prenatale zorg, gemiddeld pas na 22 weken. Drie vrouwen, allemaal boven de 33 weken zwanger, bleken helemaal niet bekend te zijn bij een verloskundige totdat een intra-uteriene vruchtdood werd vastgesteld. Daarnaast kwam uit de dossiers naar voren dat vrouwelijke asielzoekers vaak afspraken bij verloskundigen missen of naar andere asielzoekerscentra overgeplaatst worden, zonder dat de verloskundige hiervan op de hoogte is. Uit de dossiers bleek dat deze vrouwen moeite hebben met het herkennen van alarmsymptomen, of met het zoeken van de juiste hulp in het geval van problemen. Tot slot had geen van de zwangere asielzoekers de aanbevolen hoeveelheid foliumzuur genomen voor of tijdens de zwangerschap.
Hoe nu verder? Bovenstaande cijfers zijn alarmerend, zeker in het licht van de groeiende vluchtelingenpopulatie3. In Nederland zou meer aandacht besteed moeten worden aan het verbeteren van de perinatale zorg voor zwangere asielzoekers, zodat we in kunnen zetten op de preventie van ongunstige zwangerschapsuitkomsten. Een mogelijke optie waar momenteel aan wordt gewerkt is het aanbieden van een aanvullende vorm van zwangerschapszorg in groepsverband. In samenwerking met verloskundigenpraktijk New Life hebben we in het asielzoekerscentrum in Ter Apel een pilotonderzoek uitgevoerd, waarbij interactieve groepsvoorlichtingen aangeboden werden aan zwangere asielzoekers. Hierbij kregen de vrouwen als aanvulling op de reguliere zorg twee extra zwangerschapsvoorlichtingen in groepsverband. De vrouwen die hieraan deelnamen bleken na de voorlichtingen goed te weten wanneer en bij wie ze aan de bel moeten trekken. Daarnaast ontstond er een goede band tussen zowel de vrouwen en de verloskundige, als tussen de zwangere asielzoekers onderling. Er zijn vriendschappen gegroeid en er zijn zelfs vrouwen die elkaar ondersteunden in het kraambed op het asielzoekerscentrum. Ook al zijn de eerste ervaringen erg positief, er kan op het moment nog geen uitspraak worden gedaan over de effectiviteit van de groepsvoorlichting. Verdere resultaten zullen spoedig volgen.
‘RISICO OP PERINATALE STERFTE 7,2 KEER HOGER BIJ ASIELZOEKERS’
Bronnen 1. Verschuuren AEH, Postma IR, Riksen ZM, Nott RL, Feijen-de Jong EI, Stekelenburg J. Pregnancy outcomes in asylum seekers in the North of the Netherlands: a retrospective documentary analysis. BMC Pregnancy Childbirth. 2020 May 25;20(1):320. 2. Feldman R, Action M, Council R. When maternity doesn’t matter: dispersing pregnant women seeking asylum. Reprod Health Matters. 2013;21(42):212–7. 3. United Nations High Commission for Refugees. Trends at a Glance: Global Trends Forced Displacement in 2019. 2020 June 18.
De Verloskundige
45
COLUMN
VAN EEN VERLOSKUNDIGE IN ZUID-AFRIKA
PREVENTIE: MET DE PAPLEPEL INGEGOTEN, OF NIET? eb je er ooit bij stilgestaan hoe preventie in ons Nederlandse bloed zit? ‘Voorkomen is beter dan genezen’ wordt hier met de paplepel ingegoten. Maar wat als dit je nooit geleerd is? Wat als voorkomen misschien helemaal geen optie is? Wat als je bent opgegroeid zonder educatie?
H
Dat deze ‘preventiebril’ niet overal zo logisch is, weet ik wel door mijn werk in Zuid-Afrika. De meeste zwangere vrouwen, rijk en arm, hebben een kast vol medicatie voor hun ongeboren baby klaarstaan. In plaats van ‘voorkomen is beter dan genezen’, is de gedachtegang hier ‘genezen als het voorkomt’. Neem bijvoorbeeld hypertensie; een van de grootste (indirecte) oorzaken van maternale morbiditeit en mortaliteit in dit land. De Aldomet tabletten gaan als warme broodjes over de toonbank, ook in onze kliniek.
ELSE VOOIJS is verloskundige en enkele jaren geleden met haar man en drie kinderen naar Zuid-Afrika verhuisd. Hier helpt ze de
In de twee jaar die ik hier werk, kan ik het aantal vrouwen met een BMI onder de 25 op twee handen tellen. We weten allemaal dat overgewicht in verband staat met mogelijke hypertensive aandoeningen in de zwangerschap. En dan heb ik het nog niet eens over andere verhoogde risico’s als een miskraam, diabetes gravidarum of foetale afwijkingen. Obesitas is een enorm probleem in dit land. Mede cultureel bepaald, maar de meeste vrouwen die ik begeleid zijn zich ook totaal niet bewust van hun leefstijl en wat overgewicht voor mogelijke risico’s geeft. Mijn nieuwe slogan is daarom: ‘het beste medicijn in jouw zwangerschap is het drinken van twee à drie liter (afgekoeld gekookt) water per dag’. Voor mij een basisprincipe, hier vaak iets nieuws.
Healthy Mom and Baby Clinic de volgende stap te zetten in de missie om elke vrouw en baby professionele, compassievolle gezondheidszorg te bieden.
In onze kliniek proberen we door middel van voorlichting zo veel mogelijk problemen te voorkomen. In andere klinieken en ziekenhuizen is dit niet het geval. Door enorme tekorten ziet een verpleegkundige minimaal vijftig mensen per dag, is er geen tijd voor voorlichting en zijn alle preventiemedewerkers wegbezuinigd. Ik vraag mij af wat er zou gebeuren als Zuid-Afrika een preventiecultuur zou krijgen. Wat zou dat doen met beleid? Met cijfers? Maternale sterfte? Hiv? Tuberculose? Neonatale sterfte? En tienerzwangerschappen? Ik geloof als Nederlander heilig in de slogan ‘voorkomen is beter dan genezen’, alleen is dit dus nog niet zo simpel als het lijkt.
46
De Verloskundige
De vorige editie van De Verloskundige stond in het teken van diversiteit. Mooie reacties kregen we op de open en kritische verhalen over verscheidenheid in cliënten en zorgverleners. Maar over diversiteit in gender en relaties werd niet geschreven, merkte Dieuwke Ottens (Verloskundigenpraktijk De Verbinding en consulent seksuele gezondheid NVVS) terecht op. Samen met Dieuwke kwam dit artikel tot stand, waarin diverse cliënten en zorgverleners in de geboortezorg hun visie geven op diversiteit in gender en geaardheid.
Diversiteit in gender en geaardheid HOE OPEN IS DE GEBOORTEZORG DAARIN? Dieuwke trapt af: ‘Ik onderstreep het statement van de organisatie Roze in Wit* en heb naar aanleiding van een gevolgd symposium, op Instagram aangegeven dat wij als praktijk oog hebben voor diversiteit. Verheugd was ik dan ook dat – kort nadat ik deze scholing volgde – De Verloskundige het thema ‘diversiteit’ had. Maar ook zo teleurgesteld was ik om nergens iets te lezen over diversiteit in gender en geaardheid. Passend bij onze praktijkvisie probeer ik steeds de verbinding tussen mijn beide beroepen te zoeken. In de zorg naar cliënten en hun partners, maar zeker als verloskundige/consulent seksuele gezondheid NVVS, streef ik ernaar om seksuele gezondheid een meer vanzelfsprekend onderdeel te laten zijn binnen het vak verloskunde. Vandaar dat ik het zo belangrijk vind dat dit onderwerp in De Verloskundige besproken wordt. Juist de toenemende diversiteit binnen onze samenleving verrijkt mijn werk en leven als verloskundige en consulent seksuele gezondheid NVVS. Mijn tip voor andere verloskundigen: heb oog voor diversiteit binnen de zorg door oprechte interesse. Stem je zorg af op specifieke doelgroepen of zorg voor een netwerk van deskundigen op dit gebied. Maak zichtbaar – bijvoorbeeld via Instagram of je website – dat er ruimte is voor diversiteit en inclusiviteit.’
De moeite waarmee we mensen konden vinden voor dit artikel, toont aan hoe gevoelig dit onderwerp voor sommigen nog is. Om dezelfde reden zijn de namen van de geciteerde personen op de volgende twee pagina's geanonimiseerd.
De Verloskundige
47
VERLOSKUNDIGE IN OPLEIDING CLIËNT ‘Wij zijn een koppel, bestaande uit een cisvrouw (cisgender is de benaming voor mensen die zich prettig voelen bij het geslacht dat ze kregen bij geboorte, red.) en een transman. Wij hebben moeten accepteren dat wij biologisch gezien samen geen kinderen kunnen krijgen. Dit is een proces wat je samen doorloopt. Wat wij heel fijn vonden is dat onze verloskundige prettig en positief reageerde toen wij vertelden dat wij met behulp van een spermadonor in verwachting zijn geraakt. Zij gaf ons niet het idee dat dit iets ‘geks’ is en vroeg ons of wij het fijn vinden als dit in ons dossier kwam of niet. Wij vinden het heel prettig dat dit eruit kon worden gelaten, omdat het volgens ons verder ook niet relevant is hoe dit kind biologisch is verwekt. Het is van ons samen; wij zijn de vader en moeder. Wat wij graag mee willen geven aan andere verloskundigen, is dat het fijn is om behandeld te worden als volwaardige ouder. Ook al is dit biologisch gezien misschien anders.’
‘‘Dat soort dingen zie je hier niet vaak’, grapte de verloskundige nadat een cliënt op de intake vertelde dat zij biseksueel en polygaam was. Twee dames en een heer zaten tegenover ons en ik voelde de sfeer negatiever worden. Die opmerking viel niet goed. Ik had het graag voor hen opgenomen door te zeggen: ‘Dat valt best mee, ik ben zelf ook biseksueel.’ Maar de gedachte dat de cliënt zich niet meer prettig bij mij zou voelen omdat ik ook op vrouwen val, stopte mij. Dit kan toch anders?’
CLIËNT ‘Binnen ons zwangerschapstraject hebben wij geen moeite ervaren om over onze seksuele geaardheid te spreken. Wel merkten we dat het verloskundig traject en de informatieverstrekking niet wordt aangepast bij een relatie buiten de standaard manvrouwrelatie. Dit terwijl het zwangerschapstraject een heel ander begin kent, vaak via de ‘niet-natuurlijke’ weg met behulp van een donor. Digitale formulieren – die je zeker in deze coronatijd vaak toegestuurd krijgt – zijn ingestoken op de 'standaard'. En twee weken na de aangifte, werd geconstateerd dat ons kind niet onze gedeelde achternaam zou kunnen dragen, omdat we ervoor hadden gekozen dat ik zwanger zou raken. Daardoor krijgt het kind standaard de naam van de meemoeder, ook al zijn wij getrouwd en dragen wij allebei mijn achternaam. Niemand heeft ons binnen het traject verteld dat we hier aandacht voor moesten hebben en dat we dit vooraf bij de aangifte via de burgerlijke stand hadden moeten aanvragen.’
GYNAECOLOOG IN OPLEIDING EN LID VAN ROZE IN WIT* ‘In de geboortezorg is toenemend aandacht voor diversiteit; vaak betreft dit culturele diversiteit. Seksuele diversiteit en relatie- en genderdiversiteit komt weinig aan de orde, terwijl het wel om veel mensen gaat. Zo’n negen procent van de populatie is niet cisgender en/of niet heteroseksueel! Deze groep heeft ook specifieke vragen en problemen, bijvoorbeeld rondom erkenning van een kind in een regenbooggezin. Ook kunnen er soms drempels zijn om hulp te (durven) vragen vanwege angst en/of ervaring van onbegrip of discriminatie door hulpverleners. Het vergroten van awareness en kennis hierover bij verloskundig zorgverleners kan veel verschil maken.’
'HET VERGROTEN VAN AWARENESS EN KENNIS BIJ VERLOSKUNDIG ZORGVERLENERS KAN VERSCHIL MAKEN' 48
De Verloskundige
EERSTELIJNSVERLOSKUNDIGE ‘Ik werk momenteel in een gebied met een overwegend allochtone populatie en ik kies er vaak voor om niet open over mijn geaardheid te zijn. Ik heb ook lange tijd in een gebied gewerkt met een hoger opgeleide Nederlandse populatie. Daar kwam het weleens ter sprake; daar vond ik het makkelijker om er open over te zijn. Ik ben zelf net bevallen en als je kijkt wat er aan informatievoorziening is, dan wordt er meestal van een man-vrouwrelatie uit gegaan. Ook de formulieren in het ziekenhuis zijn gericht op man-vrouwrelaties. De zorgverleners zijn hier in de stad wel gewend om vrouw-vrouwrelaties te begeleiden. Cliënten hebben naar mijn idee ook geen moeite om er open over te zijn. We hebben weleens te maken met samengestelde gezinnen. Bijvoorbeeld een lesbisch stel met een homostel of een alleenstaande zwangere met co-ouderschap met een homostel. Superfijn dat dit mogelijk is in Nederland.’
'IN DE INFORMATIEVOORZIENING GAAN ZE UIT VAN DE 'STANDAARD' MAN-VROUWRELATIE'
CLIËNT ‘De geboortezorg is over het algemeen nog niet bekend genoeg met gender- en seksediverse zorg. Dit komt niet per se door onwil van de zorgverlener; het komt eerder door gebrek aan kennis. Dit heb ik vooral gemerkt bij dagelijkse eerstelijnszorg. Ik denk ook dat veel andere wensmoeders van hun kinderwens afzien, omdat er zoveel juridische stappen en regels zijn. Zelf heb ik daar ook over gepiekerd. Gelukkig wordt het wettelijk gezien wel steeds beter mogelijk. De beste oplossing voor draagmoeders en wensmoeders of -vaders is een ‘draagmoederregistratie’ in een te ontwikkelen register van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Want eerlijk gezegd, zie ik als wensmoeder een behoorlijke barrière om aan een vriendin te vragen of zij draagmoeder wil zijn voor mij. Het is dan een fijne uitkomst dat er vrouwen zijn buiten mijn sociale netwerk die mij willen helpen met het krijgen van een kind.’
*ROZE IN WIT Roze in Wit staat voor meer zichtbaarheid van diversiteit (in seksualiteit, sekse en gender) in de zorg. De stichting is in 2018 opgericht en bestaat uit LHBTI+ artsen (i.o.) en ‘straight allies’. Elke arts die deze diversiteit belangrijk vindt, kan zich aansluiten. De missie is meer acceptatie door middel van zichtbaarheid, het vergroten van kennis en het verbeteren van communicatieve vaardigheden. Het uiteindelijke doel is meer veiligheid en kwaliteit voor hulpverleners en cliënten/patiënten. Een woordvoerder van Roze in Wit zegt: ‘We hopen dat ook andere hulpverleners zich gaan verenigen en dat we dan samen op kunnen trekken – we zijn met vijf artsen begonnen.’
VERLOSKUNDIGE IN OPLEIDING ‘Zelf voel ik mij redelijk vrij om mijn seksuele geaardheid te bespreken met andere verloskundigen. Ik denk dat met name de nieuwe lichtingen verloskundigen een van de meest open, begripvolle soort mensen zijn. Gelukkig maar, want steeds vaker worden er kinderen verwelkomd in regenboogfamilies! Zoals we weten kijkt niet iedereen positief naar relatie- en genderdiversiteit, dus om deze reden zou ik mijn persoonlijke ervaring hiermee niet aan cliënten vertellen. Het is natuurlijk heel vervelend dat je niet eerlijk kunt zijn over wie je bent, maar in dit geval staat het voorop dat de cliënt zich prettig voelt bij jou. Waar zeker verbetering in zou kunnen komen, is de kennis van verloskundigen op dit gebied. Er is meer dan hetero- en homoseksueel. Andere termen zoals panseksueel, cis-/transgender of polyamorie komen ook steeds vaker voor. Mijn tip: wees altijd alert op je woordkeuze. Heb het over ‘je partner’ in plaats van ‘je man’. En vraag onderling eerder ‘heb je een relatie?’ dan ‘heb je een vriend?’. Dit zijn van die dingen die je beter een keer te veel kan doen, dan een keer te weinig!’
Heb je vragen en/of opmerkingen over dit onderwerp? Neem dan contact op met de werkgroep diversiteit, inclusiviteit en anti-discriminatie van de KNOV. Mail naar info@knov.nl of bel 088 888 39 99.
De Verloskundige
49
Slimmer Zwanger helpt bij verbeteren leefstijl
Dat een gezonde leefstijl een positieve invloed heeft op de vruchtbaarheid en de zwangerschap, staat als een paal boven water. Maar probeer stellen die roken, drinken en/of ongezond eten, maar eens nieuwe gewoonten aan te leren. Met de online applicatie Slimmer Zwanger lukt het. Dat is wetenschappelijk aangetoond en wordt nu erkend door het RIVM1. De erkenning door het RIVM is een belangrijke stap om de applicatie eindelijk in het basispakket van alle zorgverzekeraars te krijgen, zegt prof. dr. Régine SteegersTheunissen, hoogleraar periconceptie epidemiologie en initiatiefnemer van de ontwikkeling van de applicatie.
limmer Zwanger coacht op de vijf belangrijkste leefstijlrisicofactoren, namelijk roken, alcoholgebruik, foliumzuur, groente en fruit. Régine: ‘Wetenschappelijk is aangetoond dat verbetering van juist deze factoren door de vrouw – maar veelal ook door de man – de kans op zwangerschap verhoogt en zwangerschapsuitkomsten verbetert voor moeder en kind. Zelfs als er sprake is van subfertiliteit.
S 50
TEKST MANON LOUWERS
E-HEALTH
RIVM erkent:
De Verloskundige
Slimmer Zwanger is dan ook bedoeld voor mannen én vrouwen met een kinderwens en voor zwangere vrouwen.’ De oplettende lezer ziet ‘bewegen’ niet tussen de leefstijlfactoren staan. Régine legt uit: ‘We stimuleren bewegen wel degelijk, omdat dit past bij een gezonde leefstijl. Maar er is nog onvoldoende bewijs dat meer bewegen helpt bij een gezonde zwangerschap. Toch liggen de vermoedens er wel en daarom hebben wij in Slimmer
Zwanger een koppeling gemaakt met twee bestaande bewegingsapps, bedoeld om bewegen te stimuleren.’
Persoonlijk coachingsprogramma Een abonnement op Slimmer Zwanger kost 29,95 euro voor 26 weken. Deze kosten worden via het aanvullende pakket vergoed door bijna alle zorgverzekeraars. Zodra de gebruiker start met de online applicatie van Slimmer Zwanger, vult hij of zij een aantal vragen in. Hiermee wordt de gebruiker gescreend op de vijf leefstijlrisicofactoren, waarvan de uitkomsten worden uitgedrukt in risicoscores. Aan de hand van die scores, wordt door een algoritme een persoonlijk coachingsprogramma klaargezet. De coaching bestaat uit maximaal drie interventies per week op verschillende momenten. Interventies bestaan uit een vraag, een tip of een weetje. ‘Daar is altijd een beloning aan gekoppeld. Denk aan een recept, dat is afgestemd op het seizoen en op de gebruiker; is het een man of een vrouw, is de vrouw wel of niet zwanger en zo ja, in welke fase van de zwangerschap
EEN TOENAME VAN FOLIUMZUURINNAME MET 56 PROCENT bevindt zij zich? Na zes, twaalf en achttien weken vult de gebruiker opnieuw vragen in; nu met het doel om de voortgang te monitoren. Bij de laatste monitoring (24 weken) krijgt de gebruiker de keuze om het abonnement te verlengen.’
Bewezen gezondere leefstijl Meerdere (inter)nationale onderzoeken naar de effectiviteit van Slimmer Zwanger tonen aan: Slimmer Zwanger zorgt voor een gezondere leefstijl en draagt bij aan een hogere zwangerschapskans. Zo toont een van de onderzoeken aan dat de groenteinname van gebruikers na zes maanden met 26 procent is toegenomen, de fruitinname met 35 procent, de foliumzuurinname met 56 procent, het stoppen met roken met 35 procent en het stoppen met alcohol met 42 procent2.
Kosteneffectief Andere indrukwekkende uitkomsten komen uit het onderzoek waarbij subfertiele stellen die een IVF-traject ondergingen en standaardzorg kregen, werden vergeleken met subfertiele paren die een IVF-traject ondergingen en het Slimmer Zwanger coachingsprogramma volgden. Aan de hand van een model is berekend dat Slimmer Zwanger-coaching zou resulteren in 86 extra zwangerschappen en een besparing van € 270.000 op basis van twee IVF-behandelingen3. Régine: ‘Ook deze kosteneffectiviteit is een belangrijke reden voor het RIVM geweest om Slimmer Zwanger de erkenningsstatus ‘goede aanwijzingen voor effectiviteit’ toe te kennen. Dat zal ervoor zorgen dat zorgverzekeraars Slimmer Zwanger sneller van hun aanvullende pakket verplaatsen naar het basispakket. Overigens hebben sinds 2014 alle labels van Zilveren Kruis Achmea Slimmer Zwanger opgenomen in de contracteerverplichting voor verloskundigen, in het aanvullende pakket.
Dat houdt in dat verloskundigen Slimmer Zwanger moeten aanbieden als onderdeel van leefstijlzorg, willen ze in aanmerking komen voor de volledige contracteervergoeding van de verzekeraar. Veel verloskundigen zijn zich daar niet van bewust. Er wordt nu minimaal op gehandhaafd, maar met de erkenning van het RIVM zou daar zomaar verandering in kunnen komen. Een afgesloten abonnement op Slimmer Zwanger is een prima controle om na te gaan of de verloskundige leefstijlzorg aanbiedt aan cliënten.’
Blended care Slimmer Zwanger wordt ook ingezet op de polikliniek Gezond Zwanger van het Erasmus MC. Daar combineren ze het met een face-to-face zorgconsult over leefstijl (blended care). ‘Arts-onderzoekers van de afdeling Verloskunde/Gynaecologie hebben we getraind in leefstijlcounseling. Zij verzorgen deze consulten waarin meer uitleg wordt gegeven over een gezonde leefstijl. Dit consult wordt vergoed door verzwaring van de DBC voor het ‘preconceptie consult’, maar tijdens de zwangerschap zélf is hiervoor nog geen vergoeding. Wij zijn aan het exploreren hoe we hier verandering in kunnen brengen, zodat ook verloskundigen het consult van Slimmer Zwanger kunnen aanbieden.‘
Bronnen 1. Interventies.loketgezondleven.nl 2. Impact of an mHealth platform for pregnancy on nutrition and lifestyle of the reproductive population: a survey. MR van Dijk, NA Huijgen, SP Willemsen, JS Laven, EAP Steegers, RPM Steegers-Theunissen. JMIR Mhealth Uhealth, 2016, 4(2), e53. 3. Mobile health coaching on nutrition and lifestyle behaviors for subfertile couples using the smarterpregnancy program: model-based cost-effectiveness analysis. EC Oostingh, RH Ophuis, MP Koster, S Polinder, HF Lingsma, JS Laven, RP Steegers-Theunissen. Fertil Steril2019.
De Verloskundige
51
diabetes gravidarum
TEKST RIA BRAAKMAN
VOORSPELMODEL ONTDEKT VROEGTIJDIG
1.073 zwangere vrouwen en 60 verloskundigen en gynaecologen deden mee in Midden-Nederland. Fieke van Hoorn bracht samen met haar onderzoeksteam van het UMC Utrecht in kaart of het gebruik van een voorspelmodel zorgprofessionals helpt om de kans op diabetes gravidarum in een vroeg stadium te ontdekken. ‘Het is een implementatieonderzoek waarbij we het voorspelmodel hebben ingevoerd in plaats van de oude methode, waarin de aanwezigheid van één of meer risicofactoren bepaalde welke zwangere vrouwen een suikertest moesten krijgen.’
Suikertest of voorspelmodel ‘Vijf procent van de zwangere vrouwen in Nederland heeft een verhoogde kans op diabetes gravidarum. Als sprake is van een of meer risicofactoren, zoals overgewicht of als de vrouw eerder zwangerschapsdiabetes heeft gehad, dan is het gebruikelijk om in de tweede helft van de zwangerschap een suikertest te doen. Dit is best een belastende test voor vrouwen en het kost veel tijd om de test af te nemen. Wanneer we het voorspelmodel gebruiken, hoeven minder vrouwen de test te ondergaan én kunnen we vroeger in de zwangerschap risico’s onderkennen. We wilden daarom onderzoeken of verloskundigen, gynaecologen en artsen het voorspelmodel zouden gebruiken en wat ze ervan vinden. Ook wilden we weten hoe de zwangere vrouwen deze methode waardeerden.’
Risicofactoren wegen ‘Het voorspelmodel berekent of een zwangere vrouw een verhoogde kans op zwangerschapsdiabetes heeft door de risicofactoren in kaart te brengen en af te wegen. Dit gebeurt aan de hand van een formule die in eerder onderzoek is gevalideerd (RESPECT 1 onderzoek). De verloskundige of gynaecoloog vult
52
De Verloskundige
het voorspelmodel in waarin de risicofactoren leeftijd, body mass index, glucose meting in het eerste trimester, diabetes gravidarum in de voorgeschiedenis, een positieve familieanamnese voor diabetes mellitus en etniciteit worden meegenomen. Na weging van deze factoren berekent het voorspelmodel of een zwangere vrouw een verhoogde kans heeft op diabetes gravidarum en volgt een advies voor een te volgen zorgpad. De vrouwen die meewerkten aan het onderzoek vulden in het tweede trimester een vragenlijst in en nogmaals een vragenlijst na de bevalling.’
scepsis opzij moesten zetten. Wanneer de vragenlijsten zijn ingevuld, volgt daaruit een advies met betrekking tot het te volgen zorgpad. Een aantal zorgprofessionals heeft ervoor gekozen om, ondanks dat het model aangaf dat de zwangere vrouw een laag risico op zwangerschapsdiabetes had, toch ook een suikertest uit te voeren. De suikertest bleek de uitkomsten van het voorspelmodel merendeels te bevestigen en waren dus feitelijk overbodig. Ook de zwangere vrouwen die hebben meegewerkt aan het onderzoek, waren tevreden: zij ontvingen informatie over de risico’s en kregen advies op maat.’
In de praktijk ‘Het voorspelmodel is goed ontvangen. We hebben enthousiaste reacties van verloskundigen, gynaecologen en arts-assistenten gekregen en het model werkt goed in de praktijk. We wilden weten of de zorgprofessionals het model zouden gebruiken in de praktijk of dat ze het te lastig vonden. De bereidheid om het model te gebruiken, was groot. Logistiek gezien bleek het soms lastig om de nieuwe werkwijze in de dagelijkse praktijk in te passen. 95% van de deelnemende zorgprofessionals aan het onderzoek hebben het model gebruikt zoals het moest, waarbij sommigen wel hun
RESPECT 2 staat voor het Engelse ‘Risk EStimation for PrEgnancy Complications to provide Tailored care part 2.’ Dit betekent letterlijk: ‘Het risico inschatten op problemen in de zwangerschap om zorg op maat te kunnen leveren, deel twee.’ Het onderzoek berekent welke zwangere vrouwen een verhoogde kans hebben op zwangerschapssuikerziekte en welke zorg op maat zorgverleners kunnen adviseren.
'GERICHT ADVIES GEVEN OVER LEEFSTIJL, ZODAT ERNSTIGE GEVOLGEN VAN ZWANGERSCHAPSDIABETES WORDEN BEPERKT OF VOORKOMEN'
Voorspelmodel Leeftijd
Body mass index
Glucosemeting in het eerste trimester
Resultaten: wat levert het prognosemodel op? ‘Doordat je met dit model in een vroeg stadium van de zwangerschap al vrouwen met een hoog risico op zwangerschapsdiabetes opspoort, kan je als verloskundige in het zwangerschapsplan gericht advies geven over leefstijl, zodat ernstige gevolgen van zwangerschapsdiabetes kunnen worden beperkt of voorkomen. Ondersteunende modellen geven de verloskundige een goede basis voor counselingsgesprekken en zorgen voor meer zorg op maat door doelmatig te testen.’
Meteen in de praktijk toepassen Het voorspelmodel is voor iedere verloskundige of gynaecoloog beschikbaar en te vinden op www.evidencio.com/models/ show/1095. Naast de website is er ook een app beschikbaar voor telefoon of tablet.
Diabetes gravidarum in de voorgeschiedenis
Positieve familie-anamnese voor diabetes mellitus
Ervaringen delen Ga je het voorspelmodel gebruiken of heb je het al geprobeerd? Fieke van Hoorn hoort graag wat jij van het model vindt en hoe het voor jou in de praktijk werkt. Je kunt haar mailen met jouw ervaringen: F.vanHoorn-2@umcutrecht.nl.
Etniciteit
De Verloskundige
53
‘VERLOSKUNDIGEN HEBBEN DE KANS ZORGBREED
TEKST EVELIEN DOCHERTY BEELD MICHEL TER WOLBEEK
SOCIALE VERLOSKUNDE
KNOV-PROJECT POSITIEVE GEZONDHEID:
voorlopers te zijn’ Als verloskundige ben je betrokken bij een ingrijpende verandering. Dat is uiteraard de komst van een baby, maar je hebt tevens te maken met de geboorte van ouders, of van een uitbreidend gezin. Een verandering die hoe dan ook gepaard gaat met fysieke, emotionele en sociale uitdagingen. Zou het niet waardevol zijn als je aanstaande ouders handvatten kunt geven om veerkrachtig met deze uitdagingen om te gaan? Nelleke Gosker (verloskundige en ervaringsdeskundige Positieve Gezondheid) en Saskia Walgemoed (projectmanager Positieve Gezondheid bij de KNOV) vertellen hoe Positieve Gezondheid je hierbij helpt. En waarom de KNOV dit gedachtegoed zorgbreed wil uitrollen.
‘ZE HAD TEGEN VERWACHTING IN HAAR KIND EEN STABIELERE START GEGEVEN’
54
De Verloskundige
ommige zwangere vrouwen staan met 10-0 achter. Verloskundige Nelleke vertelt over Janne, een jonge vrouw uit een pleeggezin die werkzaam was in een coffeeshop, geen vaste woonruimte had en in de financiële problemen zat. Ze had moeizaam contact met haar vader, gelukkig een betere band met haar moeder maar die kampte met ziekte. Ze was zwanger van een jongen uit het criminele circuit, met wie de relatie verbroken was. Op advies van Nelleke nam Janne contact op met een voorzorg-
S
Saskia Walgemoed (links) is projectleider Positieve Gezondheid bij de KNOV en Nelleke Gosker (rechts) is verloskundige en ervaringsdeskundige Positieve Gezondheid.
verpleegkundige van de JGZ. Dat liep helaas stuk en zij weigerde verdere ondersteuning. ‘Ondertussen was ze dertig weken zwanger maar was er weinig veranderd. Ze had wel een woonruimte op het oog, maar zich nog niet ingeschreven. Ook haar sociale en financiële situatie waren verre van stabiel, maar zodra ik daarover begon trok ze zich terug’, zegt Nelleke. Kortom, er moest nog veel op orde gesteld worden terwijl de à terme datum naderde. De ultieme kans om het spinnenweb in te zetten, volgens Nelleke. Over dit spinnenweb verderop meer, maar een schot in de roos was het zeker. Tijdens het consult bij dertig weken legde Nelleke het voor. Bij 32 weken bleek hoe dat zijn vruchten had afgeworpen: ‘Ze had op eigen initiatief de band met haar vader weer aangehaald. Hij kon twee weken vrij nemen rondom de bevalling en ook ’s nachts ondersteunen waar nodig. Ze had haar oma gevraagd bij haar in huis te komen. Die kon niet zorgen voor de baby maar wel koken, afwassen en schoonmaken. Ze was via de gemeente gestart met een schuldsaneringstraject en ze had zich eindelijk ingeschreven.’ Binnen twee weken had Janne zelfstandig stappen gezet die Nelleke in zo’n korte tijd niet voor mogelijk had gehouden. De vrouw straalde van trots en zelfvertrouwen. Vooral toen
‘DIT IS ZO’N VERDIEPING VAN MIJN VAK’ ze geprezen werd door de voorzorgverpleegkundige met wie het eerder misliep. Ze had door eigen initiatief haar kind een stabielere start gegeven. Dankzij dat spinnenweb dus. En het gesprek daarover met Nelleke.
Spinnenweb Volgens het concept Positieve Gezondheid zijn er zes dimensies die bepalen hoe gezond je je voelt: lichaamsfuncties, mentaal welbevinden, dagelijks functioneren, meedoen, zingeving en kwaliteit van leven. Met het zogenoemde spinnenweb breng je voor jezelf in kaart hoe je op deze zes onderdelen scoort en hoe de scores je gesteldheid bevorderen, dan wel beperken. Je kunt dit als verloskundige bij voorkeur aanbieden tijdens een van de eerste consulten en vervolgens nog een keer in het derde trimester. ‘De regie ligt volledig bij de zwangere
De Verloskundige
55
SOCIALE VERLOSKUNDE
GRATIS TRAINING EN INTERVISIE POSITIEVE GEZONDHEID In de visie van de KNOV is opgenomen dat verloskundigen handelen vanuit Positieve Gezondheid. De KNOV faciliteert vanaf april 2021 gratis trainingen en intervisies voor intrinsiek gemotiveerde verloskundigen. In de eerste plaats voor zorg op maat aan de zwangere vrouw, maar ook voor meer werkgeluk voor de verloskundige zelf en als voorbeeld voor collega’s. De training, waarvoor accreditatie beschikbaar is, bestaat uit twee dagen en de intervisie uit één dagdeel. Ondertussen heeft een eerste groep geïnteresseerden zich aangemeld en worden de eerste trainingen ingepland. Inspiratiesessie Machteld Huber Machteld Huber, grondlegger van Positieve Gezondheid, geeft op de online ALV van 25 juni een inspiratiesessie over Positieve Gezondheid! Scan voor meer informatie de QR-code. Zie ook de infographic die je bij deze editie van De Verloskundige ontving. Neem voor vragen en/of aanmelden contact op met Saskia Walgemoed via positievegezondheid@knov.nl
vrouw’, zegt Nelleke. Zij bepaalt of ze het invult, maar ook of ze haar antwoorden vervolgens met jou bespreekt in wat ‘het andere gesprek’ wordt genoemd. Geen enorme tijdsinvestering overigens, gemiddeld duurt zo’n gesprek vijf minuten bleek uit een pilot in 2019. Maar het levert vaak veel winst op. ‘Die is het grootst als je de kracht van de stilte goed gebruikt’, zegt Nelleke. Dat betekent dat je bewust stiltes laat vallen waarmee je stimuleert dat de vrouw zelf benoemt welke hindernissen zij ziet en je háár met oplossingen laat komen. Niet altijd even makkelijk, het is iets wat je dan ook uitgebreid binnen trainingen oefent, omdat het een gedragsverandering van jezelf vergt. Je schiet namelijk als zorgverlener snel in de hulpreflex. Nelleke: ‘Je signaleert als professional een probleem en wil daar dan direct een oplossing voor aandragen.’ Uit de gesprekken blijkt echter soms dat er achter een gezondheidsklacht een heel ander probleem schuilgaat. En dat mensen vaak zelf goed weten wat er nodig is om hun gezondheidssituatie te verbeteren. Zoals de casus van Janne duidelijk laat zien: een schoolvoorbeeld van Positieve Gezondheid, wat gezondheid definieert als ‘het vermogen zich aan te passen en eigen regie te voeren, in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven’. Deze visie maakt het gedachtegoed volgens Nelleke uitermate geschikt voor elke aanstaande ouder. ‘Je creëert een bewustwording van hoe diverse factoren invloed hebben op zwangerschap en ouderschap.’ De vrouw aanmoedigen zelf de regie te pakken, maakt haar veerkrachtiger. Vaak zijn oplossingen simpel, zoals bij een cliënt die last had van harde buiken. ‘Hulp vragen vond ze moeilijk, maar door ons gesprek durfde ze haar moeder te vragen om wekelijks op haar oudere kind te passen. Ze kwam aan ontspanning toe, voelde zich minder eenzaam omdat ze vaker vriendinnen zag en de harde buiken verdwenen. Je kunt als verloskundige beter in de behoefte van de zwangere voorzien. Het is zo’n verdieping van ons vak’, glundert Nelleke.
Voorlopers
Saskia:
‘VERLOSKUNDIGEN KUNNEN VEEL GERICHTER VERWIJZEN, OMDAT ZE DE BEHOEFTE VAN HUN CLIËNTEN BETER KENNEN’ 56
De Verloskundige
Voordelen dus voor de zwangere vrouw, namelijk eigen regie en veerkracht – wat doortrekt tot bredere maatschappelijke (gezondheids) winst. Maar tevens voor jou als verloskundige, want je beleeft meer plezier aan je werk doordat je meer kunt betekenen. Belangrijke redenen voor de KNOV om het gedachtegoed binnen de geboortezorg te implementeren. Saskia, die vanuit de KNOV het implementatietraject heeft ontwikkeld en aanstuurt, reageert: ‘Uit de pilot in 2019, waarvoor we veertig verloskundigen binnen negen praktijken trainden, weten we daarnaast dat verloskundigen veel gerichter kunnen verwijzen omdat ze de behoefte van hun cliënten beter kennen.’ Daardoor wordt vaker samengewerkt binnen het sociale domein, wat aansluit op sociale verloskunde – een van de speerpunten van de KNOV – en waarvoor Positieve Gezondheid dus een effectief middel is. Naast deze verschillende voordelen, rolden uit de pilot ook enkele mitsen en maren. ‘Zonder aan deze voorwaarden te voldoen gaan we het niet redden om succesvol te implementeren’, stelt Saskia. De eerste voorwaarde zit hem in de adoptiecurve van Rogers: er is een eerste groep enthousiastelingen nodig die actief aan de slag gaat met Positieve Gezondheid. ‘We zijn hiervoor op zoek naar intrinsiek gemotiveerde verloskundigen. We bieden hen een gratis training en intervisie aan. Uit dit traject hopen we een stevige lijst best practices te halen, een
tweede voorwaarde voor succes.’ Zo verlagen deze verloskundigen namelijk de drempel voor collega-verloskundigen: goed voorbeeld doet volgen én de eerste hobbels zijn al genomen. Er ligt volgens Saskia zelfs een kans voor deze groep om niet alleen voorlopers binnen hun eigen beroepsgroep te zijn, maar zorgbreed. Want veel beroepsgroepen binnen de zorg hebben wel gehoord van Positieve Gezondheid en ondersteunen het gedachtegoed, maar daar blijft het wel zo’n beetje bij. ‘Mijn ideaal is dat de geboortezorg dit uitvoert, waarmee we laten zien dat het werkt, maar ook hoe je de samenwerking in de zorgketen aangaat. Heel breed en integraal.’ Nelleke vult aan: ‘Ik hoop dat we over een aantal jaren een opgaande lijn zien, waar verschillende partijen – de kraamzorg, het consultatiebureau, JGZ, ziekenhuizen en het sociale domein – teruggrijpen op hetzelfde instrument.’ Met winst voor alle betrokkenen, dat staat voor de dames buiten kijf. *Vanwege privacyredenen is Janne een gefingeerde naam.
Nelleke:
‘JE CREËERT EEN BEWUSTWORDING HOE DIVERSE FACTOREN INVLOED HEBBEN OP ZWANGERSCHAP EN OUDERSCHAP’
KLANKBORDGROEP EXPERTS POSITIEVE GEZONDHEID De klankbordgroep bestaat uit (ervarings)deskundigen, die weten wat er leeft op het gebied van Positieve Gezondheid in de geboortezorg. Meningen, kennis, ervaringen en inzichten worden gedeeld in de groep. De vooruitgang van het project wordt besproken. De klankbordgroep heeft in het proces een adviserende rol naar het projectteam. Angelique Schuitemaker Directeur van iPH; de organisatie die is opgericht door Machteld Huber, de grondlegger van het gedachtegoed. iPH wil de beweging rond Positieve Gezondheid stimuleren, versterken en versnellen om van Nederland een plek te maken waar mensen langer, gezonder en gelukkiger leven dan waar ook ter wereld. Anouk Kaiser
Directeur a.i. van Stichting Zelfbewustzwanger. Deze organisatie heeft als doel dat zoveel mogelijk vrouwen (en hun partners) met een goed gevoel terugkijken op hun zwangerschap, bevalling en kraamtijd. Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn & Sport heeft de stichting erkend als landelijke cliëntenorganisatie in de geboortezorg.
Darie Daemers
Onderzoeker bij het project Samen voor Gezondheid. Doel van dit project is om samen met professionals uit de geboortezorg en het sociale domein in Zuid-Limburg en Groningen kennis te ontwikkelen en te delen over twee verschillende aanpakken (waaronder Positieve Gezondheid) gericht op zorg voor kwetsbare zwangere vrouwen.
Paul Asbreuk
Projectleider Goede Start in de Veenkoloniën en kwartiermaker Kansrijke Start in Zuid-Limburg. Beide programma’s bieden een bijzondere mogelijkheid om duurzaam de leefsituatie en de ervaren (positieve) gezondheid te verbeteren van de komende generatie kinderen in de Drentse en Groningse veenkoloniën en in Zuid-Limburg.
Olaf Timmermans
Professor bij onderzoeksgroep Healthy Region bij HZ University of Applied Sciences en Universiteit Antwerpen. Ontwikkelt en deelt kennis over gezondheidsbevordering en gezonde leefstijl in relatie met omgevingsfactoren. Integreert leefstijlinterventies in handelen van zorgprofessionals.
Heidi Hop
Verloskundige in Emmeloord en betrokken bij de pilot Positieve Gezondheid van de KNOV in 2019
Mieke Piscaer
Verloskundige in Arnhem en betrokken bij de pilot Positieve Gezondheid van de KNOV in 2019
Rachèl Reintjes
Verloskundige in Arnhem en betrokken bij de pilot Positieve Gezondheid van de KNOV in 2019
Shantie Lemmers
Verloskundige in Maarssen en betrokken bij de pilot Positieve Gezondheid van de KNOV in 2019
De Verloskundige
57
QliniQ QliniQ BV farmaceutische groothandel is gespecialiseerd in Womens healthcare en ondermeer leverancier van: 9 9 verschillende IUD’s 2 koper spiralen T380, zes koper spiralen koper met zilveren kern (Mi-Diu T380 Sert, T380 mini, 275-Load) en de zojuist nieuw geïntroduceerde IUD Gold T® een koperspiraal met gouden kern. www.anticonceptiespiraal.nl 9 Corrigerende en ondersteunende drukkleding bij bekkeninstabiliteit en na de bevalling. 9 Siliconen anti-litteken en striae producten van het merk Biodermis allen voorzien van Zi-nummer. www.biodermis.nl Onze producten zijn leverbaar via de openbare apotheek, (farmaceutische) groothandel of rechtstreeks bij QliniQ BV. Voor informatie over onze producten T 088 12 66 700 – E info@qliniqmedical.nl Bentheimergraven 29, 7577DA Oldenzaal – www.qliniqmedical.nl
QliniQ_0833-02-01.indd 3
17-02-2021 11:26
Universitaire Masterstudie
Evidence Based Practice in Health Care MSc/Drs Start 20e academisch jaar september 2021
Informatiemateriaal Het volgende materiaal (Nederlands en Engels) is via info@geboortetens.nl beschikbaar voor informatieavonden en cursussen
Tweejarige universitaire deeltijd masterstudie tot klinisch epidemioloog (medisch wetenschappelijk onderzoeker). Bridging health care and science Q een eersteklas carrièrestap als startpunt naar een hoog wetenschappelijk niveau Q modern en actueel onderwijs met een multidisciplinaire benadering Q (inter)nationaal gerespecteerd en NVAO-geaccrediteerd Q voor medici, paramedici, promovendi, verpleeg- en verloskundigen Voor contact, voorlichtingsdata, informatie en aanmelding: www.amc.nl/masterebp
1-4St_85x116mm C.indd 1
Een TENS-apparaat wordt gebruikt voor verschillende vormen van pijnverlichting. De GeboorteTENS wordt vooral gebruikt ter verlichting van weeënpijn tijdens de bevalling. Deze vorm van pijnverlichting is zowel thuis als in het ziekenhuis toepasbaar. De GeboorteTENS heeft geen schadelijke gevolgen, het gebruik heeft geen invloed op de hartslag, bloeddruk en ademhaling van moeder en kind.
85x116mm_KNOV.indd 1 17-02-2021 09:27
• GeboorteTENS folder • Informatievideo • Gebruikshandleidingen
Geboorte comfortabel, effectief en eenvoudig Langakker 5c • 5371 EV Ravenstein Telefoon: (0486) 41 72 20 E-mail: info@geboorteTENS.nl www.geboorteTENS.nl
15-02-2021 17:05
DISPUUT
‘Iedere verloskundige kan een
burn--out voorkomen’
De Verloskundige
59
L
Lori had de pech om al vroeg in haar leven – ze zit op dit moment in haar derde jaar van de opleiding – te maken te krijgen met een burn-out. Ze besteedde geen aandacht aan de hartkloppingen die ze kreeg, maar toen ze in 2019 plotseling flauwviel, maakte haar lijf duidelijk dat het genoeg was. Ook Nalonya, maat bij verloskundigenpraktijk De Bakermat, negeerde een lange tijd haar kwalen en de bezorgde blikken van haar collega’s, totdat ze instortte. Marieke, klinisch verloskundige bij het UMC, is de enige uit het gezelschap die nog gespaard is gebleven.
60
De Verloskundige
De laatste druppel Marieke: ‘Ik heb geluk gehad. Collega’s vallen achter elkaar uit met een burn-out. En dat is absoluut niet gek als je kijkt hoe ons werk eruitziet en hoe wij met de druk omgaan. Ik heb geen burn-out proof karakter of een andere instelling of werkwijze dan verloskundigen die wél een burn-out krijgen. Het kan iedere verloskundige overkomen.’ Nalonya: ‘Het helpt als je iets met de signalen doet, want je valt niet in één keer om. Bij mij stapelde het zich op. In 2003 werd ik moeder, in 2004 openden we ons eerste praktijkpand en in 2005 begeleidde ik per toeval de meeste bevallingen van de praktijk. Niet gek dat het in 2006 te veel werd. Toen mijn collega’s zeiden dat ze het gevoel hadden dat het niet goed met me ging, vond ik dat ze geen gelijk hadden. Tjsa, je moet ook een beetje eigenwijs zijn om een burn-out te krijgen. Hoe kwam het bij jou zo ver, Lori?’
TEKST MANON LOUWERS
DISPUUT
Verloskundigen zeuren niet. Ze houden van hun vak en zetten het werk met liefde op nummer één. Dat kan ook bijna niet anders, wil je als verloskundige in opleiding de kroegavonden met je vrienden missen, als moeder van een baby nachtdiensten draaien en als echtgenoot tijdens een romantisch avondje zeggen: ‘Sorry schat, de weeën zijn begonnen.’ Het hoort er allemaal bij en de gemiste momenten en de vermoeidheid van een nachtje doorhalen zijn het werk waard. Maar… het kan wel zijn tol eisen. Via Teams bespreken Marieke Crans, Nalonya van der Laan en Lori van Velzen: kan iedere verloskundige een burn-out voorkomen?
MARIEKE CRANS is eigenaresse van MCBtrainingen, is medisch verloskundige bij UMC Utrecht, geeft colleges aan studenten O&G en studenten Geneeskunde en verzorgt een deel van de MOET trainingen binnen het WKZ.
Lori: ‘Eigenlijk begon het al in het eerste jaar. Ik was zeventien en dolgelukkig dat ik door de selectieprocedure van de opleiding was gekomen. Dan kom je dus in een groep studenten terecht, die net zo enthousiast zijn als jij. En in een opleiding die je aanmoedigt om er projecten bij op te pakken, naast je studie. Dat vond ik alleen maar leuk, dus dat deed ik. Van het organiseren van een bijscholing tot het beheren van de Instagram-pagina van mijn opleiding. En dan heb ik ook nog een druk sociaal leven. Én een opleiding die je in principe veertig, maar meestal vijftig uur in de week kost.’
Op elkaar letten Lori: ‘Toen ik pas over twee weken kon afspreken voor een project, vroegen mijn studiegenoten: ‘Wat ben je allemaal aan het doen? Gaat het wel goed met je?’ Ik negeerde de opmerkingen. Ergens herkende ik de signalen wel, maar ik dacht ook dat het tijdelijk zou zijn. Dat ik er prima doorheen kon en dat het vanzelf weer over zou gaan.’ Marieke: ‘Wel mooi om te horen dat in jullie beide gevallen een collega – of medestudent – opmerkte dat het minder goed met jullie ging. We geven niet graag uit onszelf aan dat het teveel is. Dus wat ik probeer te doen als een collega aangeeft dat ze het niet trekt, is haar daarvoor complimenteren. En wat jij zegt Lori, is heel herkenbaar. Verloskundigen en verloskundigen in opleiding worden continu gestimuleerd om er van alles bij te doen. Dat doen ze doorgaans graag, want het levert ook veel energie op. Maar extra werkzaamheden oppakken, kan eigenlijk alleen als je minder uren aan je werk – of opleiding – zou besteden.’
Minder zorgeenheden per verloskundige Nalonya: ‘Dat is precies hoe wij het in onze praktijk hebben aangepakt. We zijn allemaal minder gaan werken en hebben in totaal twee nieuwe collega’s aangenomen. Van drie gingen we naar vijf verloskundigen, met hetzelfde aantal zorgeenheden. Zodat we er andere dingen – werkgroepen en cursussen – bij konden gaan doen.
'VERLOSKUNDIGEN ZOUDEN VRIJE TIJD OOK ÉCHT ALS VRIJE TIJD MOETEN ZIEN; HOE VAAK PLAN JE JE OCHTENDEN NIET VOL OMDAT JE PAS OM DRIE UUR BEGINT?' Door het jaar heen is de last lager, zodat we af en toe – bij zwangerschap, vakantie of corona – kunnen pieken. Het mooie is dat je die werkgroepen en cursussen flexibel kan indelen. Dus als je ineens moet invallen, kan dat negen van de tien keer makkelijk. Toen mijn collega deze manier van werken opperde, moest ik wel even slikken. Want minder uren betekent minder inkomsten. Daar hebben wij inmiddels bewust voor gekozen. Mijn man is meer gaan werken en is nu kostwinnaar. Voor de werkgroepen krijg ik meestal betaald.’ Marieke: ‘Jij was kostwinner, Nalonya? Ook dat zou een oplossing voor veel verloskundigen zijn. Dat de partner minder werkt en voor het gezin en het huishouden zorgt. Dat maakt ons werk beter te behappen. En verloskundigen zouden hun vrije tijd ook écht als vrije tijd moeten zien. Hoe vaak plan je je ochtenden niet vol, omdat je pas om drie uur hoeft te beginnen? Maar vergeet niet dat andere mensen die vrije tijd ’s avond hebben, als wij weer aan het werk zijn. Dus een tip voor iedereen: rust uit in je vrije uren; die zijn al zo schaars. Doen ze op de opleiding eigenlijk iets aan burn-out preventie?’
De Verloskundige
61
DISPUUT
LORI VAN VELZEN is derdejaarsstudent aan de Verloskunde Academie Rotterdam. Ze liep stage bij verschillende praktijken en ziekenhuizen in Nederland en hoopt na haar opleiding aan de slag te gaan als eerstelijnsverloskundige en als verloskundige bij Artsen Zonder Grenzen.
'HET ZOU SCHELEN ALS DE STUDIELAST VERSPREID ZOU WORDEN, BIJVOORBEELD OVER VIJF JAAR' Marieke: ‘Volgens mij is de studielast enorm verhoogd, door het toevoegen van de minor in het derde of vierde jaar. Studenten lopen minder stage, maar moeten wel aan dezelfde afstudeereisen voldoen en moeten evenveel partussen begeleiden.’ Lori: ‘Het zou inderdaad schelen als de studielast verspreid zou worden, bijvoorbeeld over vijf jaar. Ik kijk ernaar uit om aan het werk te gaan. Dan zit je wat minder in dat keurslijf van assessments waar je aan allerlei eisen moet voldoen en studiepunten moet behalen.’
Engelse en Scandinavische voorbeelden
Opleiding van vijf jaar Lori: ‘In het eerste kwartaal van de opleiding wordt er wat aandacht aan besteed. En tijdens de assessments die we twee keer per jaar hebben, moeten we bewijzen dat we onze grenzen aangeven. Als student wil je dat assessment gewoon halen, dus geven we allemaal netjes aan hoe wij onze grenzen bewaken. Of dat in de praktijk ook gebeurt, kun je je afvragen. Na het eerste kwartaal, waarin je studieloopbaancoach je uitlegt dat je goed naar je lijf moet luisteren om burn-outs en andere problemen te voorkomen, begint je stage. En eerlijk gezegd vergeet je die waarschuwingen dan al snel en neemt je enthousiasme het over. Tijdens de stageperiode krijg je maximaal één keer een bezoek van een praktijkdocent. Het zou schelen als er vaker contact is, desnoods via Teams of Zoom. Als het goed met je gaat, zijn de gesprekken kort en als het minder goed gaat, heb je alle tijd om te praten. Misschien zou een slc’er dit gesprek kunnen voeren, zodat je met hem of haar een band kunt opbouwen. Dat ontbreekt in de huidige opleiding; je gaat niet tegen een wildvreemde zeggen dat het werk je te veel is.’
62
De Verloskundige
Nalonya: ‘Ken je het Engelse systeem, waarbij senior midwives een meer coachende rol krijgen? De jonge verloskundigen zonder kinderen pakken de zwaarste diensten en draaien de meeste nachtdiensten, terwijl de meer ervaren collega’s andere werkzaamheden erbij gaan doen. Ik zou het heel mooi vinden als wij in Nederland ook met een dergelijke doorgroeistructuur gaan werken. Dat je niet alleen verloskundige bent, maar dat je er onderdelen bij kunt doen die jou op dat moment veel energie geven. De één specialiseert zich in echoscopie, de volgende in anticonceptie en weer een ander gaat andere praktijken coachen op het gebied van ondernemerschap.’ Marieke: ‘Eens, op deze manier houden verloskundigen het niet vol. Het Scandinavische systeem vind ik in dat kader ook mooi. Hierin kunnen verloskundigen kiezen om alleen het deel van het vak uit te oefenen, wat op dat moment past bij de levensfase van die verloskundige. Als verloskundige richt je je bijvoorbeeld alleen op anticonceptie, prenataal onderzoek, enzovoorts. Wanneer je jonge kinderen hebt of ouder wordt en om die reden minder (nacht)diensten wilt werken, belast je daar niet je team mee, maar weet iedereen dat dát je functie is en kan de praktijk daar op ingericht worden.’
NALONYA VAN DER LAAN is maat bij verloskundigenpraktijk De Bakermat en lid van de Corona Werkgroep. Daarnaast kan je Nalonya kennen van een Centering Pregnancy of in vivo IUD trainingen.
Waarnemers Marieke: ‘Het zou ook veel stress schelen als de flexibele kinderopvang toegankelijker zou worden. Niet alleen voor verloskundigen met kinderen, maar voor het hele team omdat zij minder (nacht)diensten voor hun rekening krijgen als moeders hun kinderen makkelijker kwijt kunnen gedurende werkuren. Kortom: in het Nederlandse systeem is veel ruimte voor verbetering.’ Nalonya: ‘Wat tot die tijd een aanrader is, is om – al dan niet tijdelijk – een extra kracht aan te nemen bij topdrukte. Hoe onaantrekkelijk het soms ook lijkt om die stap te nemen. Ik betrapte mezelf er laatst nog op dat ik eigenlijk geen extra kracht wilde aannemen, omdat ik opzag tegen het extra werk dat het zou opleveren. We hadden het al zo druk, moesten we dan ook nog een collega gaan zoeken en inwerken? Uiteindelijk hebben we het – gelukkig – wel gedaan, want op de lange termijn heb je er profijt van. Die vrijheid heb ik als praktijkeigenaar. Dat is voor jou misschien anders, Marieke. Jij kan moeilijk tegen de Raad van Bestuur zeggen: we hebben een extra collega nodig.’ Marieke: ‘Dat zou wel kunnen, maar bij ons duurt het heel lang voordat iemand goed is ingewerkt. Tijdens een nachtdienst werk je alleen samen met een arts-assistent; de gynaecoloog ligt in bed en samen met die arts-assistent ben je verantwoordelijk. Als de arts naar de operatiekamer is, kan het gebeuren dat je wordt gebeld door de zwangerenafdeling, de gynaecologie en de kraamafdeling, terwijl je zelf negen verloskamers vol hebt liggen. Daar heb je echt wel wat ervaring voor nodig en die is schaars.’
‘IN HET ENGELSE SYSTEEM KRIJGEN SENIOR MIDWIVES EEN COACHENDE ROL’ Intervisies Marieke: ‘Al met al is het aannemen van een extra kracht complex voor ons. Wij ontkomen er niet aan dat er extra druk op ons ligt als iemand met verlof is of om een andere reden uitvalt. We plannen nu intervisies in. We spreken dan met vier of vijf verloskundigen af bij een collega thuis en praten over elkaars privésituatie. Ook spreken we over casuïstiek. We hebben het niet zozeer over de manier van handelen, maar over wat een bepaalde casus met je doet. Alles wat besproken wordt, blijft binnenskamers. Zo zorgen we voor wat meer openheid en begrip naar elkaar toe. En dan weet je ook beter of iemand er écht iets bij kan hebben of eigenlijk al overloopt. Hoe ga jij een volgende burn-out voorkomen, Lori?’ Lori: 'Ik plan momenten in waarop ik paardrijd. Dat is mijn ultieme ontspanning. Aan het begin voelde het als falen, om nee te zeggen tegen allerlei leuke klussen naast mijn opleiding. Maar ik weet inmiddels dat enthousiasme een valkuil kan zijn en als ik straks écht mag beginnen, wil ik daar niet nog eens in stappen.’ Nalonya: ‘Een mooie oplossing. Veel te veel verloskundigen stoppen na tien jaar met hun baan. Dat is zonde van de investering die zij al die jaren hebben gedaan, maar ook van gemeenschapsgeld. Het wordt tijd dat de beroepsgroep, de KNOV en de overheid dat inzien en aan oplossingen gaan werken.’
De Verloskundige
63
Altijd bereikbaar, ook als je niet gestoord wilt worden. Dana, centrum voor geboorte, vrouwenzorg en opleidingen te Zeist.
De telefonieoplossing die zorgt voor kwaliteit en continuïteit in je praktijk. • Niet afhankelijk van data en groeit mee met de geboortezorg • De cliënt behoeft maar 1 telefoonnummer te onthouden, ongeacht waarvoor en of er sprake is van een eenpersoonspraktijk of met teams binnen de praktijk • Zeer eenvoudig aan- en afmelden dienstdoende verloskundige / bijschakelen van achterwacht, van een ander team of een andere praktijk • De beller kunnen laten horen dat; - De verloskundige bezig is met het begeleiden van een bevalling / het rijden van visites / het hebben van spreekuur / aan het rusten is / of …. • NOOIT een ander nummer te laten bellen bij geen gehoor. Wij hebben de techniek zo ontwikkeld dat de beller ALTIJD iemand aan de telefoon krijgt indien er sprake is van een calamiteit
Alles wat je als verloskundige de beller wil laten horen is een kwestie van een “klik” op de eigen mobiel van de verloskundige. De opties die zijn gegeven zijn voorbeelden, er kunnen vele andere voorkomende items worden vastgelegd en d.m.v. een klik geactiveerd worden. Of de praktijk nu uit 1 verloskundige bestaat of uit meerdere teams met meerdere verloskundige, met deze oplossing hebben alle soorten van praktijken, haar verloskundige en haar cliënten profijt. Wil je meer weten, kijk op http://www.mt-pd.nl/ telefonie-voor-verloskundigen.html of bel naar 085 – 022 1 022 of mail naar sales@mt-pd.nl voor het krijgen van een vrijblijvende demo bij jou op locatie. Deze oplossing wordt aanbevolen door vele verloskundigenpraktijken, referenties op verzoek verkrijgbaar. Het maakt voor de oplossing niet uit met welk mobieltje je werkt, of het nu duur, klein, oud of nieuw is.
MT-Professional Devices B.V. | adviseurs door heel Nederland | @: administratie@mt-pd.nl | Tel: 085 – 022 1 022
UPDATE Kansrijke start Het landelijke actieprogramma Kansrijke Start – waarin gemeenten en professionals in het sociale en medische domein inzetten op het belang van een goede start (de eerste duizend dagen) van het leven – loopt nu twee jaar. Een tussentijdse balans kan worden opgemaakt; uit de laatste voortgangsrapportage (januari 2021) blijkt dat 275 gemeenten zich hebben aangemeld. Van deze 275 gemeenten die de impuls Kansrijke Start hebben ontvangen, hebben inmiddels 59 gemeenten (21%) een lokale of regionale coalitie gevormd. 149 gemeenten (54%) hebben een coalitie in voorbereiding of zijn hierover in gesprek. De uitdaging voor de komende periode is het borgen van een duurzame inzet op het thema Kansrijke Start. Belangrijk onderdeel daarvan is het behouden en verder versterken van de samenwerking in de lokale en regionale coalities. In 2021 loopt het actieprogramma nog door, wordt inhoudelijk de samenwerking nog verder verstevigd en worden de randvoorwaarden die nodig zijn om deze samenwerking in de periode na 2021 langdurig mogelijk te maken en te ondersteunen verder in beeld gebracht. Onlangs is een wegwijzer opgezet waarin verloskundigen informatie en hulpmiddelen kunnen vinden, om te kunnen aanhaken bij de lokale coalities Kansrijke Start (scan de QR-code voor de wegwijzer). Hierin vind je ook waar al lokale coalities zijn. De KNOV onderzoekt hoe verloskundigen nog beter ondersteund kunnen worden bij het aanhaken op Kansrijke Start.
Verdere daling van perinatale sterfte door preventie Eind 2020 verscheen het RIVM-rapport ‘Beter weten: een beter begin’. Hierin worden de perinatale cijfers in Nederland geëvalueerd en vergeleken met de sterftecijfers in Finland. Daarnaast werd kwalitatief onderzoek gedaan onder twintig vertegenwoordigers uit de geboortezorg. Het rapport bevestigt de daling en stagnatie van de perinatale sterfte in de periode 2008-2018. In het rapport worden suggesties gedaan voor mogelijke stappen voor de toekomst om resultaten verder te verbeteren. Op knov.nl/tijdschrift lichten Lianne Zondag en Pien Offerhaus een aantal punten uit en bekijken zij deze kritisch.
Toolboxen ontwikkeld ter preventie Naar aanleiding van de uitkomsten van de vragenlijst van het project Vroegsignalering Leefstijl en Zwangerschap, heeft de KNOV in samenwerking met het Voedingscentrum en het Trimbos-instituut drie toolboxen ontwikkeld. Hierin vind je informatie en materialen die je kunt inzetten in cliëntgesprekken. In de toolboxen, die we actueel houden, is onderscheid gemaakt in tools voor jou en tools voor je cliënt.
Toolbox alcohol & zwangerschap De KNOV onderschrijft de nulnorm van de WHO en de gezondheidsraad om geen alcohol te drinken in de periodes van preconceptie, zwangerschap en het geven van borstvoeding. Ook het gebruik van alcohol door de partner tijdens de preconceptie raden wij af, conform de medische adviezen. In het project Alcoholvrije Start van het Trimbos-instituut zijn verschillende materialen ontwikkeld voor zowel verloskundigen (factsheet Middelengebruik en Zwangerschap, meegeefkaarten, enzovoorts) als voor cliënten (bijvoorbeeld een online cursus Alcoholvrij zwanger).
Toolbox roken en zwangerschap De Taskforce Rookvrije Start heeft tot doel om meer (aanstaande) ouders (blijvend) te laten stoppen met roken. Om zorgprofessionals te ondersteunen in het gesprek met (aanstaande) ouders, zijn ook hiervoor materialen ontwikkeld voor de professionals (e-learning, V-MIS training, bureaukaart met stappenplan, enzovoorts) en voor de cliënten (telefonische coaching, folder, wachtkamerkaart, enzovoorts).
Toolbox voeding en zwangerschap In deze toolbox staan een aantal praktische materialen van het Voedingscentrum, zoals een factsheet ‘voeding tijdens zwangerschap’, een promotiekaart, een filmpje over gezond eten als je zwanger bent en voorbeeldmenu’s voor zwangere vrouwen. Je vindt de toolboxen op onze website. Scan daarvoor de QR-code.
De Verloskundige
65
MBV... ook uw financieel specialist? Sinds jaar en dag zijn wij gespecialiseerd in medische beroepen. Zo begrijpen wij het denken en handelen van verloskundigen als geen ander. Wij voorzien u van deskundig advies en nemen u op financieel en fiscaal gebied veel werk uit handen. U zorgt voor uw cliënten, wij ontzorgen u. Zoals met de MBV-app, hiermee kunt u eenvoudig uw administratie bijhouden. Deze app is beschikbaar in de app stores:
jaarverslagen belastingen praktijkadvisering financiële planning (scheidings) mediation hypotheken
t 033 456 51 47
Ds. Kuypersstraat 14T 3863 CA Nijkerk www.mbv-nijkerk.nl 175x116mmKNOV C.indd 1
15-02-2021 17:00 Verkorte productinformatie Mirena® Samenstelling: Mirena is een hormonaal intra-uterien systeem met een depot van 52 mg levonorgestrel. Gedurende een periode van vijf jaar wordt hieruit per 24 uur gemiddeld 15 microgram levonorgestrel afgegeven. Indicaties: Anticonceptie; behandeling van versterkt menstrueel bloedverlies of menorragie (bij deze indicaties vervangen na 5 jaar); progestageen adjuvans ter voorkoming van endometriumhyperplasie tijdens oestrogeentherapie in de peri- en postmenopauze (na 3 jaar vervangen). Contra-indicaties: Zwangerschap of het vermoeden ervan; aanwezigheid of vermoeden van mammacarcinoom of andere geslachtshormoonafhankelijke maligne aandoeningen; acute, subacute of chronische ontstekingen in het kleine bekken, ook in de anamnese; cervicitis; genitale infecties, SOA; endometritis post partum; in de afgelopen 3 maanden: een abortus gecompliceerd door een infectie; aandoeningen die chronisch met een verminderde weerstand gepaard gaan of die als gevolg van bacteriëmie kunnen verergeren (klepafwijkingen, aangeboren hartafwijkingen); cervixdysplasie; bevestigde maligniteit van het corpus uteri of van de cervix, of het vermoeden daarvan; abnormale vaginale bloeding waarvan de diagnose (nog) niet is vastgesteld; congenitale of verworven anatomische afwijkingen van de uterus, waaronder myomen, indien het cavum uteri hierdoor wordt vervormd; acute aandoeningen van de lever of levertumoren; overgevoeligheid voor een van de bestanddelen. Waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik: Mirena is niet de eerste keuze voor postmenopauzale vrouwen met gevorderde uteriene atrofie. Wanneer bij de behandeling van versterkt menstrueel bloedverlies de bloeding niet tot staan komt, of wanneer er sprake is van zware doorbraakbloedingen, moet met een andere (bijvoorbeeld organische) oorzaak van de bloeding rekening worden gehouden. Onregelmatige bloedingen kunnen sommige symptomen en aanwijzingen voor endometriumpoliepen of -carcinoom maskeren. Tijdens het inbrengen resp. verwijderen kan de patiënte als gevolg van een vasovagale reactie flauwvallen tijdens de ingreep en bij epilepsiepatiënten kan er een insult optreden. Tijdens het eerste jaar van het gebruik ontwikkelt zich bij 57% van de vrouwen in de vruchtbare leeftijd geleidelijk een oligomenorroe, en bij 16% een amenorroe. Bij recidiverende endometritis of ontstekingen in het kleine bekken, of als een acute infectie ernstig is of niet binnen enkele dagen op een behandeling reageert, moet het IUD worden verwijderd. Bloedingen en pijn kunnen symptomen van partiële of volledige expulsie van een IUD zijn. Een IUD dat zich niet meer op de juiste plaats bevindt, moet worden verwijderd en vervangen. Zowel het geven van borstvoeding ten tijde van de insertie als insertie tot 36 weken post partum werden geassocieerd met een verhoogd risico op perforatie. Het risico op perforaties kan ook verhoogd zijn bij vrouwen met een uterus in retroversie-flexie. Het IUD in geval van perforatie zo snel mogelijk verwijderen. De mogelijkheid van een ectopische zwangerschap moet worden overwogen in geval van lage abdominale pijn, en met name als de menstruatie uitblijft of als een vrouw met amenorroe begint te bloeden. Het absolute risico van ectopische zwangerschap bij Mirenagebruiksters is klein. Echter, als een vrouw met Mirena in situ zwanger raakt, is het relatieve risico van ectopische zwangerschap verhoogd. Bijwerkingen: Zeer vaak: hoofdpijn, buikpijn/pijn in het kleine bekken, veranderd menstruatiepatroon inclusief toename en afname in menstrueel bloedverlies, spotting, oligomenorroe en amenorroe, vulvovaginitis, vaginale afscheiding. Vaak: depressieve stemming/depressie, zenuwachtigheid, verminderd libido, migraine, misselijkheid, duizeligheid, acne, hirsutisme, rugpijn, benigne ovariaal cyste, dysmenorroe, gevoelige borsten, pijn in de borsten, expulsie van het IUD (geheel of gedeeltelijk), gewichtstoename. Soms: opgeblazen gevoel, alopecia, pruritus, eczeem, chloasma/huidhyperpigmentatie, uteriene perforatie, ontstekingen in het bekken, endometritis, cervicitis/Pap-smear normaal (klasse II), oedeem. Onbekend: hypersensitiviteit, inclusief huiduitslag, urticaria en angio-oedeem, verhoogde bloeddruk. Handelsvorm: Verpakking met 1 IUD. Nummer van de vergunning: RVG 16681. Vergunninghouder: Bayer B.V., Energieweg 1, 3641 RT Mijdrecht. Verdere informatie beschikbaar bij: Bayer B.V., Energieweg 1, 3641 RT Mijdrecht, tel. 0297 280 666. Afleveringstatus U.R. Datum van goedkeuring/herziening van de SmPC: 12 mei 2020. Versie: juni 2020. Uitgebreide informatie (SmPC) is op aanvraag beschikbaar. MA-MIR-NL-0003-1
Verkorte Productinformatie KyleenaTM 19,5 mg, afleveringsysteem voor intra-uterien gebruik Samenstelling: Werkzame stof: bevat 19,5 mg levonorgestrel. Hulpstoffen: Polydimethylsiloxaan elastomeer, siliciumdioxide (colloïdaal watervrij), polyethyleen, bariumsulfaat, polypropyleen, koperftalocyanine, zilver. Indicatie: Anticonceptie voor maximaal 5 jaar. Contra-indicaties: Zwangerschap; acute of terugkerende PID (pelvic inflammatory disease) of aandoeningen die geassocieerd zijn met een verhoogde kans op infecties in het kleine bekken; acute cervicitis of colpitis; endometritis post partum of geïnfecteerde abortus gedurende de afgelopen drie maanden; cervicale intra-epitheliale neoplasie, tot genezing; maligniteit van uterus of cervix; progestageen-gevoelige tumoren, bijv. borstkanker; abnormaal uterien bloedverlies met onbekende oorzaak; congenitale of verworven uterusanomalie, waaronder myomen die het inbrengen en/of vasthouden van het intra-uteriene systeem zouden belemmeren (d.w.z. als zij de baarmoederholte vervormen); acute leveraandoeningen of levertumor; overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor één van de hulpstoffen. Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik: Indien één of meerdere van de volgende aandoeningen bestaan of voor het eerst optreden een specialist consulteren of verwijdering overwegen: migraine, focale migraine met asymmetrisch verlies van gezichtsvermogen of andere symptomen die wijzen op voorbijgaande cerebrale ischemie; uitzonderlijk ernstige hoofdpijn; geelzucht; duidelijke bloeddrukverhoging; ernstige arteriële ziekte, bijvoorbeeld beroerte of myocardinfarct. De bloedglucosespiegel dient te worden gemonitord bij gebruiksters van Kyleena die lijden aan diabetes. Het inbrengen en verwijderen kan gepaard gaan met enige pijn en bloeding. De ingreep kan een vasovagale reactie bespoedigen. Bij zwangerschap tijdens het gebruik moet ectopische zwangerschap worden uitgesloten en wordt tijdige verwijdering van het systeem aangeraden. Effecten op het menstrueel bloedingspatroon zijn bij de meeste gebruiksters van Kyleena te verwachten. Als het bloedverlies in de loop van de tijd heviger en/of onregelmatiger wordt, dienen passende diagnostische maatregelen te worden genomen. Zoals tijdens het gebruik van alle typen IUS/IUD zijn infecties in het kleine bekken gemeld. Zoals bij andere gynaecologische of chirurgische procedures kan na insertie van een IUD een ernstige infectie of sepsis optreden, hoewel dit zeer zeldzaam is. In klinische onderzoeken was de incidentie van expulsie laag en in hetzelfde bereik als de incidentie die voor andere IUD’s/IUS’en is gerapporteerd. Een partieel uitgedreven Kyleena dient te worden verwijderd. Perforatie of penetratie van het corpus uteri of de cervix door een intra-uterien anticonceptivum kan voorkomen. Bij eventuele perforatie een dergelijk systeem verwijderen; operatief ingrijpen kan noodzakelijk zijn. Zowel het geven van borstvoeding ten tijde van de insertie als insertie tot 36 weken post partum werden geassocieerd met een verhoogd risico op perforatie, evenals een uterus in vaste retroversie-flexie. Als de draadjes voor het verwijderen bij follow-uponderzoek niet zichtbaar zijn bij de cervix, moeten onopgemerkte expulsie en zwangerschap worden uitgesloten. Bijwerkingen: Zeer vaak: hoofdpijn, buikpijn/pijn in het kleine bekken, acne/seborroe, veranderingen in het bloedingspatroon, waaronder meer of minder menstruatiebloedingen, spotting, soms optredend bloedverlies en amenorroe, ovariumcyste, vulvovaginitis, gewichtstoename. Vaak: depressieve stemming/depressie, verminderd libido, migraine, duizeligheid, misselijkheid, alopecia, infectie van het bovenste deel van het tractus genitalis, dysmenorroe, pijnlijke of gevoelige borsten, expulsie van het systeem (volledig en partieel), afscheiding uit de geslachtsorganen. Soms: hirsutisme, uteriene perforatie. Handelsvorm: 1x1 IUS. Nummer van de vergunning: RVG 118462. Vergunninghouder: Bayer B.V., Energieweg 1, 3641 RT Mijdrecht. Verdere informatie beschikbaar bij: Bayer B.V, Energieweg 1, 3641 RT Mijdrecht, tel. 0297 280 666 Afleverstatus: U.R. Datum goedkeuring/herziening van de SmPC: 26 juni 2020. Versie: juli 2020. Uitgebreide informatie (SmPC) is op aanvraag beschikbaar. MA-KYL-NL-0007-2
BOEKEN
PRECONCEPTION CONCEPTION HEA HEALTH AND CARE: A LIFE-COURSE APPROACH Het boek ‘Preconception Health and Care’ beschrijft een praktische, multidisciplinaire aanpak die verschillende professionals en medewerkers in de gezondheidszorg ondersteuning biedt. Het boek benadrukt het belang van de bevordering van de gezondheidszorg gedurende het hele leven, de invloed van intergenerationele gezondheid en het concept van de ontwikkelingsstimulans van gezondheid en ziekte in epigenetische processen en embryologie. De auteurs onderzoeken specifieke interventies in vier grote categorieën: levensstijl, infecties, voeding en anticonceptie/ zwangerschapsplanning.
‘Borstvoeding in beeld’, een boek boordevol heldere en duidelijke illustraties, is samengesteld door vrijwilligers van Borstvoedingorganisatie La Leche League. Het boek laat je zien hoe een borst er van binnen uitziet, hoe een dwarsdoorsnede van een goede hap van een baby aan de borst eruitziet, maar bijvoorbeeld ook welke aanleghoudingen er allemaal zijn. Het geeft je informatie en technieken aan de hand van de illustraties en is een handvat voor iedereen die begeleiding biedt bij het geven van borstvoeding. Het boek gaat niet alleen in op de basiskennis, maar ook op alle mogelijke complexe situaties die bij het geven van borstvoeding een rol kunnen spelen. AUTEUR:: BORSTVOEDINGORGANISATIE LA LECHE LEAGUE 8-90-801223-9-0 ISBN: 978-90-801223-9-0 PRIJS: € 19,50
AUTEUR: JILL SHAWE, ERICA A.P. STEEGERS, SARAH VERBIEST UITGEVER: SPRINGER ISBN: 978-3-030-31752-2 PRIJS: € 76,29
NEUROLOGY AND PREGNANCY PATHOPHYSIOLOGY AND PATIENT CARE
AUTEUR: ERIC A.P. STEEGERS, MARILYN J. CIPOLLA, ELIZA C. MILLER. UITGEVER: ELSEVIER ISBN: 9780444642394 PRIJS: € 277,95
‘Neurology and Pregnancy’ is een uitgebreide handleiding met een optimale werkwijze voor alle specialisten op het gebied van vrouwen met een acute of chronische neurologische aandoening. Het boek gaat in op preconceptiezorg, genetische counseling, zwangerschap bij patiënten met chronische neurologische aandoeningen en acute zwangerschapsgerelateerde neurologische complicaties. Deze onderwerpen zijn onderverdeeld in twee delen. Deel 1 verschaft je kennis over complexe neurofysiologische veranderingen in de zwangerschap en in deel 2 lees je meer over de chronische neurologische aandoeningen tijdens de zwangerschap. Elk hoofdstuk wordt geïllustreerd aan de hand van 1 á 2 cases.
De Verloskundige
67
TEKST ELINE BOSMAN
BORSTVOEDING IN BEELD
VINDT HET TIJD VOOR WETTELIJKE BEVOEGDHEID KLINISCH VERLOSKUNDIGEN
Gezondheidszorg is de rode draad in Mirjams carrière. Ze studeerde Gezondheidswetenschappen en kwam uiteindelijk bij de gemeente Utrecht terecht waar ze de laatste jaren werkte als Manager Beleid en Onderzoek Volksgezondheid. Toen haar missie daar voltooid was, ging ze op zoek naar iets heel anders. Dat vond ze bij de KNOV.
68
Maatschappelijk betrokken
Van preventie naar onderwijs
‘Maatschappelijke betrokkenheid is er bij mij met de paplepel ingegoten. Vroeg men wat ik later wilde worden, dan antwoordde ik iets in de trant van ‘zuster’ of ‘juf’. Ik wilde iets bijdragen aan de maatschappij, maar had tegelijkertijd een brede interesse. Vandaar dat ik geen studie in de richting van ‘zuster’ of ‘juf’ koos, maar voor Gezondheidswetenschappen ging. Ik specialiseerde me tijdens mijn studie in gezondheidsbevordering en voorlichting en ontdekte later dat ik vooral de beleidshoek interessant vind en dat mijn talent ligt in het zien van het grotere plaatje en het verbinden van mensen en organisaties met elkaar. Ik heb bij de gemeente Oudewater, GGD Nederland en GGD Hollands Midden gewerkt, nog een studie Bestuurskunde gevolgd en ben uiteindelijk terechtgekomen bij de gemeente Utrecht. Daar maakte ik beleid om de stad te profileren als een stad waar gezondheid hoog op de prioriteitenlijst staat. Toen we dat na vijf jaar voor elkaar hadden en de diverse partijen elkaar beter wisten te vinden, voelde ik dat mijn werk daar erop zat.’
‘Het werk bij de gemeente Utrecht vond ik zo interessant, omdat er iets op poten gezet moest worden; er was een doel. Zoiets zocht ik ook in mijn nieuwe baan. Dit keer zocht ik een werkgever die landelijk actief is en waarbij de werkzaamheden van heel andere aard zouden zijn dan wat ik tot nu toe gewend was. En ik zocht een functie waarbij er nog genoeg te ontwikkelen zou zijn. Dat heb ik gevonden in mijn baan bij de KNOV. In eerste instantie solliciteerde ik naar het dossier Preventie, maar toen Charlotte (de Schepper, directeur bij de KNOV, red.) vroeg of ik Onderwijs niet ook interessant vond, was ik eigenlijk heel enthousiast.
De Verloskundige
‘ALS HET OVER DE INHOUD GAAT HEB IK DE INBRENG VAN VERLOSKUNDIGEN NODIG’
TEKST MANON LOUWERS
GEZICHT ACHTER KNOV
Mirjam Mascini
DE AFSPEELLIJST VAN MIRJAM In het kader van gezondheid en preventie, gaat Mirjam het liefst met de fiets naar het KNOV-kantoor in Utrecht. Nu ze door de lockdown thuiswerkt, wandelt ze iedere ochtend een half uur in haar woonplaats Houten en luistert dan naar een podcast. Ze raadt de volgende series aan: NRC VANDAAG. ‘Elke dag een achtergrondverhaal over het nieuws. Soms vind ik de onderwerpen niet interessant, maar dan dwing ik mezelf om tóch te luisteren, zodat ik de achtergronden van het nieuws ken.’ NRC HAAGSE ZAKEN. ‘Daar komt mijn bestuurskundige achtergrond om de hoek kijken.’ BOB. ‘Mooi verhaal over een demente vrouw in België.’ DE PLANTAGE VAN ONZE VOOROUDERS. ‘Over de sporen van ons slavernijverleden. Mooie zoektocht en leuke interactie tussen de maker van de podcast en haar moeder’. EL TARANGU. ‘Over een overleden wielrenner die ineens weer opduikt. Een spannend verhaal.’
Een veelzijdige portefeuille
MIRJAM MASCINI Senior Programma Manager DOSSIER: Opleiding en registers REGIO: Noordwest (tijdelijk Zuid-Holland) mmascini@knov.nl
Want onderwijs is een belangrijke randvoorwaarde voor goed functionerende professionals. Het is de basis. En goed functionerende professionals dragen op hun beurt weer bij aan – in dit geval – een gezonde start van het leven.’
‘Verder houd ik me onder meer bezig met het leiderschapsprogramma dat we ontwikkelen en praktische zaken zoals de stageplekken die ook in coronatijd goed geregeld moeten worden. Gelukkig hebben de verloskunde academies en de KNOV de handen ineengeslagen en wordt er nu gewerkt aan een master. Waar ik graag stappen in wil zetten, is de wettelijke bevoegdheid van klinisch verloskundigen. Ik vind het bizar dat dit proces al meer dan twaalf jaar loopt, maar ik zie ook dat al veel werk verzet is en we afhankelijk zijn van de rijksoverheid. Voor die bevoegdheid blijf ook ik me hard maken. Wat wij in de tussentijd kunnen doen, is de klinisch verloskundigen met elkaar verbinden en bijvoorbeeld een gezamenlijk erkend register voor deze beroepsgroep in het leven roepen. De eerste gesprekken ben ik daarover aan het voeren. Zodat er alvast gelijkgestemdheid bestaat, waardoor we straks ook sterker staan in onze gesprekken met het ministerie en de rijksoverheid.’
Samenspraak met leden ‘Bij de KNOV ben ik in een organisatie gestapt waar flink wat opgebouwd moet worden. Met mij zijn ook de andere senior programmamanagers nieuw. We staan aan het begin en dat is een spannende uitdaging. De eerste weken heb ik vooral veel gesprekken gevoerd en de eerste contacten met onze leden gelegd. Ook vanuit mijn rol als regiomanager. Ik ben zelf geen verloskundige, dus als het over de inhoud gaat – en dat gaat het vaak – dan heb ik hen echt nodig. En ook daar ligt een uitdaging, want we moeten elkaar goed leren kennen. Dat is de basis voor een goede samenwerking.’
Belangrijke rol ‘Mijn missie is dat iedereen in optimale gezondheid kan leven. De rol van verloskundigen is hierin uniek, en dat maakt mijn werk zo bijzonder. Zij staan aan het begin van het leven. Ik zie veel kansen in de rol die verloskundigen kunnen pakken. En ik snap dat bekostiging hierin nog een issue is, maar als je daar voorbij durft te kijken en de verbinding zoekt met onderwerpen als stress, zwangerschapscursussen, armoede, enzovoorts, zie je dat verloskundigen een belangrijke (preventieve) rol kunnen spelen.'
De Verloskundige
69
Recap In iedere editie van De Verloskundige omschrijven de wetenschappelijk adviseurs kort drie wetenschappelijk onderbouwde adviezen, die de wetenschappelijk adviseurs van de KNOV de afgelopen maanden hebben uitgewerkt. Myomateuse uterus Als eerste een korte omschrijving van het advies wanneer een myomateuse uterus wordt vastgesteld tijdens een echografisch onderzoek. Aangezien de meeste groei in het eerste trimester plaatsvindt, wordt geadviseerd om de grootte en lokalisatie (en typering) van het myoom goed te beoordelen en te registreren bij de eerste waarneming. Bij later uitwendig onderzoek is het goed om dit in het achterhoofd te houden, bij de beoordeling van de foetale groei. Meerdere myomen, myomen die groter zijn dan vijf centimeter, laaggelegen (cervicaal of in het onderste uterussegment) myomen en myomen achter of nabij de placenta, blijken een groter risico te geven op obstetrische complicaties. Met name miskraam, vroeggeboorte, liggingsafwijking, vaginaal bloedverlies, abruptio placentae, fluxus en retentio placentae komen vaker voor. Bij kleinere en/of een lager aantal myomen en hoger gelegen myomen lijkt er geen sprake van verhoogd risico op een gecompliceerd(e) baring en/of nageboorteperk.
zwangerschap vanaf de leeftijd van veertig jaar. De laatste vijf jaar werd een incidentie van twintig IUVD’s vastgesteld na veertig weken zwangerschap bij vrouwen van veertig jaar of ouder. Het totale risico op het krijgen van een IUVD vanaf veertig weken zwangerschap is 0,08 procent bij vrouwen van jonger dan 35 jaar, 0,09 procent bij vrouwen van 35-39 jaar en 0,20 procent voor vrouwen van veertig jaar of ouder. Dat lijkt een groot verschil, maar dat valt – als je de populatiediagrammen zou bekijken – mee. Duidelijk wordt meegegeven dat het standaard inleiden, louter op basis van de leeftijd, ervoor zorgt dat we neigen richting (over-)medicalisering van de geboortezorg. Zo is er meer kans op een IUVD voor nulliparae ten aanzien van multiparae (met pariteit 1), ongeacht de maternale leeftijd.
Amenorroeduur bij uitwendige versie eerste lijn Een derde advies beantwoordt de amenorroeduur bij een uitwendige versie in de eerste lijn. Er zijn bijna geen vergelijkende studies terug te vinden, die een uitwendige versie vergelijken ten opzichte van elkaar op vlak van amenorroeduur. Een uitwendige versie voor 35 weken zou een hoger slagingspercentage geven, doch meer kans op een premature partus. De meeste (inter)nationale richtlijnen leggen de grens op 36 weken.
Routinematig inleiden bij hoge maternale leeftijd Het tweede advies beschrijft het routinematig inleiden, omwille van maternale leeftijd. Het advies werd gemaakt in verband met de beschreven gestegen incidentie op een intra-uteriene vruchtdood (IUVD), bij een
70
De Verloskundige
Voor KNOV-leden zijn de complete adviezen terug te vinden op knov.nl. Scan de code om ze te raadplegen.
TEKST EVELINE MESTDAGH
KNOV IN ACTIE
COLUMN
Élke vrouw is anders
Kies samen de anticonceptiemethode die het beste bij haar past.
Ik wil betrouwbare anticonceptie voor 5 jaar.3
Vraag uw accounttmanage er om mee er informa atie of kijk op mediischwijzerr.nl Zie de verkorte productinformatie elders in deze uitgave Referenties: 1. SmPC Kyleena 26 juni 2020 2. Gemzell-Danielsson K, et al. Evaluation of a new, low-dose levonorgestrel intrauterine contraceptive system over 5 years of use. European journal of obstetrics, gynecology, and reproductive biology. 2017; 210: 22-8. 3. SmPC Mirena 12 mei 2020.
PP-KYL-NL-0067-2
Ik wil betrouwbare anticonceptie voor 5 jaar, met minder hormonen.1,2
Het puurste babydoekje ter wereld
De huid van een baby is vijf keer gevoeliger dan jouw eigen huid. WaterWipes is het enige doekje zonder chemicaliën en bevat alleen 99,9% water en een druppel fruitextract. WaterWipes helpt luieruitslag voorkomen en is zeer geschikt voor gebruik op de tere huid van pasgeboren baby’s. En dat is waarom WaterWipes het NR 1 aanbevolen babydoekje is onder kraamverzorgenden in Nederland.
www.waterwipes.nl