4 minute read
Gebarentaal op kantoor
Gebarentaal Dove en op kantoor
Na jarenlange strijd vanuit de dovengemeenschap is de Nederlandse Gebarentaal
TEKST: DORINE VAN KESTEREN \ BEELD: SHUTTERSTOCK
De Nederlandse Gebarentaal (NGT) is een taal met een eigen grammatica, zinsopbouw en woordenschat. Lange tijd was het voor dove en slechthorende Nederlanders niet vanzelfsprekend deze taal te gebruiken in het onderwijs, op het werk en in het openbare leven. Pas in september 2020 werd NGT door het parlement is meer nodig om de belangen van doven en slechtho Oscar Dreuning, notarieel jurist bij Hayhoe Familierechtadvies in Purmerend. Dreuning, op papier doof, functioneert als slechthorend, dankzij een combinatie van liplezen en een cochleair implantaat. Afgelopen
zomer studeerde hij af in notarieel recht aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn scriptie ging over NGT in het notariaat.
MOEDERTAAL
Dreunings eerste aanbeveling is om artikel 42 lid 1 en 2 van de Wet op het notarisambt aan te passen. ‘Daarin moet expliciet komen te staan dat een notaris die zelf de NGT beheerst als moedertaal, kan optreden zonder tussenkomst van een tolk gebarentaal. Dan wordt het mogelijk dat notarissen akten verlijden in deze taal. Nu zijn doven en slechthorenden afhankelijk van een tolk gebarentaal en krijgen ze hoogstwaarschijnlijk een notaris die niet NGT-vaardig is.’ Daarnaast is het kan dat niveauverschil overbruggen door de tekst te interpreteren en te verduidelijken. Dat gaat beter als moet die vereenvoudigde tekst juridisch wel waterdicht worden omgezet in NGT. Dat is nu nog niet het geval. Ook niet bij juridische termen in andere rechtsgebieden trouwens.’
BELEHRUNGSPLICHT
voldoende verstaan. Zo niet, dan schrijft de wet de inzet van een tolk voor. Deze keuze is niet vrijblijvend:
NOTARIS ÉN NATIVE SPEAKER GEBARENTAAL
De oudere zus van Anthonie Jacobse, notaris in Vlissingen, is doof geboren. Hij is dus van huis uit ‘native speaker’ gebarentaal. ‘Net als veel andere doven heeft mijn zus zich later enorm ontwikkeld in liplezen. Daarom is de gebarentaal gaandeweg naar de achtergrond verschoven, maar ik beheers het nog steeds.’ In zijn praktijk hoeft hij echter weinig van deze vaardigheid gebruik te maken. ‘Het komt een enkele keer voor dat ik aan een dove of slechthorende cliënt een akte toelicht in gebaren-taal. Als iemand goed kan liplezen, doe ik dat met een enkel ondersteunend gebaar. Beheerst de cliënt het liplezen minder, dan intensiveer ik de gebarentaal. Misschien is het jammer dat ik dit unique selling point onvoldoende inzet om cliënten te werven. Want daar is natuurlijk zeker markt voor.’
GOED OPGELEID
Jacobse vindt niet dat de taal in notariële akten speciaal voor doven en slechthorenden eenvoudiger moet worden. ‘Dat iemand niet of slecht kan horen, wil niet zeggen dat hij die teksten niet kan doorgronden. Veel doven, onder wie mijn zus, zijn goed opgeleid en gewend om te functioneren in de ‘wereld van de horenden’. Zij beheersen de Nederlandse taal echt niet minder dan de gemiddelde Nederlander.’ Bij de mondelinge toelichting op de akte dreigt wel een achterstand voor deze doelgroep, vervolgt hij. ‘Naast duidelijk articuleren en vooral langzaam praten, kun je de Belehrung ook (meer) schriftelijk vormgeven. Twijfel je over de complexiteit van de akte, beweegredenen van partijen of merk je dat de ingestoken vorm van communicatie toch niet aankomt, aarzel dan vooral niet om een doventolk in te schakelen.’ geïnformeerd in een taal die zij begrijpen en snappen waarvoor ze tekenen. ‘Het is belangrijk dat notarissen hebben een tolk in te schakelen. Dat gebeurt in de praktijk niet altijd.’
hoogte zijn van de inhoud en betekenis van de akte en weloverwogen een beslissing nemen. Bij dove of voldoende vervangende zekerheid bieden voor deze en de tolk wijzen op de rechtsgevolgen van de akte. van de akte begrijpt, kan hij ervan uitgaan dat hij heeft voldaan aan zijn zorg- en informatieplicht.’
BEËDIGD TOLK
tijk is dat een tolk NGT ingeschreven moet zijn in het in straf- en vreemdelingenzaken. ‘Dat klopt niet: het is voldoende als de tolk in het Register Tolken Gebarentaal en Schrijftolken (RTGS) staat. Dit is een openbaar en onafhankelijk register. Bij de notaris gaat het om een tolkopdracht van privaatrechtelijke aard, waarbij de tolken in het RTGS zich moeten houden aan de beroeps- en kwaliteitscodes van hun beroepsvereniging.’
Notarissen mogen ook geen extra kosten rekenen als dove mensen een tolk meenemen. ‘De tolk moet zich voorbereiden, aanwezig zijn bij het passeren en tijd en kosten gemoeid. Op grond van de Wet gelijke behandeling gehandicapten en chronisch zieken mag de notaris deze kosten niet doorberekenen aan het notariaat.’
EIGEN KANTOOR
Het uiteindelijke doel van Dreuning is om de beroepsopleiding notariaat te volgen en de eerste dove notaris van Nederland te worden. ‘Ik wil graag een eigen kantoor openen waar ook doven en slechthorenden terechtkunnen voor notarieel advies in hun eigen taal. Met 1,5 miljoen Nederlanders, van wie 10.000 mensen de NGT als moedertaal hebben, is dit een doelgroep van belang.’