Koninklijk Nederlands Waternetwerk Neerslag 2011-2

Page 1

Neerslag

Neerslag #2 | 2011 1HHUVODJB3RP BQU B BIF LQGG

#2|2011


neerslag www.neerslag-magazine.nl Raad van Advies en Redactie

Kopij en sectienieuws zenden aan:

T. Dekker (voorzitter) mw. M.C. van Houten (secretaris), K. Sinnema (vice-voorzitter), J.C. Blaauw, mw. A. van den Bor, H.G. Letteboer, H. Dekker, P.P. van der Pijl, J.L.M. Schwartz, mw. M.E.P. Verhoeven, mw. M.J.L. van de Vondervoort

Koninklijk Nederlands Waternetwerk t.a.v. redactie Neerslag Binckhorstlaan 36-M417, 2516 BE Den Haag info@neerslag-magazine.nl

Abonnementenadministratie Koninklijk Nederlands Waternetwerk Binckhorstlaan 36-M417 2516 BE Den Haag Telefoon (070) 322 27 65 Abonnementsprijs € 25,00 per jaar (buitenland € 30,00 per jaar) Abonnementen worden genoteerd (uitsluitend op kalenderjaarbasis) tot wederopzegging. Opzegging dient te geschieden voor 1 december.

Advertentie-exploitatie (tevens druk) Elma Multimedia B.V. Postbus 18, 1720 AA Broek op Langedijk Telefoon (0226) 33 16 00 Fax (0226) 33 16 01 E-mail: info@elma.nl Internet: www.elma.nl Informatie over tarieven, afsluitdata e.d.: Dhr. P. van den Ancker

ISSN 1382-2586 46e jaargang, nr. 2, maart 2011 Verschijnt eens per twee maanden in een oplage van 2000 ex. Auteursrechten voorbehouden

In dit nummer: Voorwoord - René Trommels, voorz. sectie Overijssel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 Baggerklus Buitengracht Deventer van start . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 SLIK zuivert medicijnen uit afvalwater . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Op bezoek bij Erik Scharenborg, procesengineer bij Norit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Siloxaan opgelost . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Rioolwaterzuivering Zwolle totaal op de schop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Efficiënt slib ontwateren: een hele kunst! . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 RI&E rioolgemalen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Warmtekrachtkoppeling op de rwzi Kampen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Geuroverlast rwzi Enschede . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Naar een energieneutrale waterkringloop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 Uit de pers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 Meten aan riooloverstorten en de praktijk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 Zonnepanelen waterschap Velt en Vecht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 Sectie Noord-Holland bezoekt waterwinstation te Nieuwegein . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48 Deflectieschot voorbezinktanks rwzi Eindhoven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51 Verenigingsnieuws: agenda KNW. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55

B9 BFRORIRQ LQGG


Voorwoord BESTE LEZERS, De afgelopen weken heb ik met veel respect gekeken naar die machtige IJssel, die dwars door Deventer stroomt. Wat een geweldige plas water heeft deze IJssel moeten verzetten. Het hoge water in de IJssel heeft voor het waterschap Groot Salland geen noemenswaardige problemen opgeleverd. Op een professionele, transparante manier en met moderne middelen heeft het waterschap de gehele hoogwatersituatie nauwlettend in de gaten gehouden en er naar gehandeld. Persoonlijk ervoer ik deze hoogwatersituatie als zeer bijzonder en zeker ook, door alle informatie eromheen, als beheersbaar. Het werd een prachtig gezicht al dat water, stromend door de mooiste rivier van Nederland en waar je met een veilig gevoel naar kon blijven kijken. Zeker in Deventer heb ik er samen met duizenden toeristen van genoten. De betrokken waterschappen hebben zich van hun beste kant laten zien. Chapeau!! De ’waterwereld’ en daarmee bedoel ik onze waterschapstaken en waternetwerken heeft maar weer eens laten zien hoe belangrijk die is. Wij hebben ons bestaansrecht in ieder geval dubbel en dwars waargemaakt. De tijd vliegt voort. Voor dat wij het goed in de gaten hadden viel de eer te beurt aan Overijssel om artikelen voor de Neerslag te gaan aanleveren. Het is gelukkig weer gelukt om een aantal interessante artikelen, geschreven door enthousiaste sectieleden, aan de redactie van Neerslag aan te bieden. Waarvoor mijn dank aan de schrijvers. Ik wil tevens, namens het bestuur van de sectie Overijssel, van de gelegenheid gebruik maken om u alvast warm te krijgen voor de komende Landelijke Sectiedag 2011. Noteer in uw agenda de datum van 26 mei 2011!!! De organisatie van deze Landelijke Sectiedag, LSD, ligt in de handen van de sectie Overijssel. Het sectiebestuur Overijssel is al ver gevorderd met de samenstelling van zowel een educatief als een ontspannen programma. Hierbij alvast een schot voor de boeg: • Lokatie: Universiteit Twente in Enschede • Het programma bestaat uit: 2 sessies met parallel lopende presentaties over bijzondere thema’s verzorgd door de eigen sectieleden. • Een stadiontour door en in het FC-Twente stadion en verrassende Grolsch aktiviteiten. • Ter afsluiting een ontspannen netwerkuur. Dus scoren op 26 mei 2011 met kennis, voetbal, bier en elkaar. Wij hopen op die dag heel veel sectieleden in Enschede te mogen begroeten. Neerslag 2011/II

B9 BDUW BIF LQGG

1


Tot slot: Neerslag is een blad bedoeld voor kennisdeling voor en door onze leden. Andere geïnteresseerden worden niet bereikt. Merk je belangstelling bij een persoon, bedrijf, vereniging of organisatie schroom dan niet Neerslag onder de aandacht te brengen. Wie weet kweek je daarmee óók belangstelling voor Koninklijk Nederlands Waternetwerk en de regionale secties. Ik wens iedereen veel leesplezier, René Trommels, voorzitter sectie Overijssel

Landelijke Sectiedag 2011 26 MEI 2011, 10.00 UUR Op donderdag 26 mei organiseert Sectie Overijssel de landelijke sectiedag in de Universiteit Twente te Enschede. Het programma wordt op dit moment nog samengesteld, maar het belooft een inspirerende, leerzame en vooral leuke dag te worden. Hierbij alvast een tipje van de sluier opgelicht: • Het programma zal bestaan uit twee sessies van drie parallel lopende presentaties. Thema’s zijn samenwerking met gemeenten en energie en duurzaamheid. • Een tour door het stadion van FC Twente, met een verrassende Grolschactiviteit. • Uiteraard volop de gelegenheid om te netwerken. • Een goed verzorgde dag met eten en drinken inbegrepen. Dus; kom waternetwerken op 26 mei 2011 met kennis, voetbal, bier en elkaar! Rond half april kunt u de uitnodiging bij u in de bus verwachten. Daarin vindt u het definitieve programma en informatie omtrent aanmelden. Wij hopen u op 26 mei in Enschede te mogen begroeten!

2

B9 BDUW BIF LQGG

Neerslag 2011/II


Baggerklus Buitengracht Deventer van start De Buitengracht in Deventer: een blauwgroene long rond de binnenstad. Althans, dat is de bedoeling. In de zomer van 2011 moet de dichtgeslibde en te ondiepe gracht weer schoon zijn voor inwoners en bezoekers. Daarom is baggeren hard nodig. Medio januari jl. zijn de baggerwerkzaamheden symbolisch van start gegaan. Dit in aanwezigheid van de Deventer wethouder Margriet de Jager, gedeputeerde Theo Rietkerk en dagelijks bestuurslid van het waterschap Hans de Jong. Een duiker kwam met flessenpost boven water met daarin een verhaal van Prins Franken dat door de wethouder werd voorgelezen.

NOODZAAK De buitengracht is in de loop der jaren dichtgeslibd en te ondiep geworden. De waterkwaliteit is daarom vooral in de warme zomermaanden onvoldoende. Het slib in de gracht is bovendien vervuild. Gemeente, provincie en waterschap werken bij het opschonen van de gracht samen.

Baggerwerkzaamheden in de grachten van Zwolle. Goed voorbeeld doet goed volgen. Neerslag 2011/II

B9 BDUW BIF LQGG

3


VEILIG BAGGEREN In de Tweede Wereldoorlog zijn er mogelijk bommen en munitie in de gracht terechtgekomen. Om veilig te kunnen baggeren, was het nodig mogelijke explosieven te ruimen. Voorjaar 2010 is er met een bootje met een grote hark gedregd. Er kwam veel oud metaal naar boven. Daarna is de bodem met radar onderzocht. Er werden 34 ‘verdachte’ voorwerpen gevonden. Midden oktober 2010 heeft een duikteam 25 objecten bekeken. Dit bleken geen explosieven te zijn. Tijdens het baggeren zullen er nog negen objecten worden benaderd.

UITVOERING De aannemingscombinatie Dosco, Dusseldorp en Kurstjens voert deze waterbodemsanering uit. Binnen dit werk wordt er ruim 80.000 m3 vervuilde bagger verwijderd en afgevoerd. Ook wordt er grof vuil verwijderd uit de Buitengracht. De zwaar vervuilde specie wordt met een kraan op een ponton gebaggerd en met beunbakken naar ingerichte losplaatsen aan de kant gevaren. Daarna wordt de bagger met vrachtwagens afgevoerd naar depot Drempt in de Achterhoek. Het is de bedoeling het minder vervuilde slib met een zuiger te transporteren naar het industrieterrein in Deventer en daar te laten indrogen. Op dit moment is de aannemingscombinatie bezig na te gaan of het technisch kan en of het past binnen de geldenden regels. Het scheelt in ieder geval heel wat verkeersbewegingen met grote vrachtwagens door de drukke binnenstad. Na indroging kan het materiaal gebruikt worden in grondwerken zoals ophoging terreinen of aanleg geluidswallen.

4

B9 BDUW BIF LQGG

Neerslag 2011/II


SLIK zuivert medicijnen uit afvalwater Waterschap Groot Salland doet onderzoek naar de zuivering van medicijnen uit afvalwater van de Isala klinieken in Zwolle. Naar aanleiding van de nieuwbouwplannen van het ziekenhuis is in 2007 door WGS een plan opgesteld om onderzoek te doen naar medicijnresten in afvalwater. De huidige rwzi’s zijn niet ontworpen op het aanpakken van medicijnresten en laten dus een groot gedeelte ervan ongemoeid. De medicijnresten die via het rwzi effluent in het oppervlaktewater terecht komen, kunnen daar een milieurisico vormen. Van een aantal medicijnen is bekend dat ze reeds in zeer lage concentraties effecten veroorzaken op bijvoorbeeld watervlooien en algen. Eind 2011 hoopt waterschap Groot Salland de resultaten beschikbaar te hebben om een keuze te kunnen maken over hoe om te gaan met de lozing vanuit de Isala klinieken.

DEMONSTRATIEINSTALLATIE Waterschap Groot Salland heeft in 2010 een demonstratieinstallatie gebouwd op de parkeerplaats van het waterschapshuis in Zwolle. De installatie bestaat uit een aantal zuiveringsstappen en behandelt al het afvalwater uit de locatie Sophia van de Isala klinieken. Het afvalwater wordt eerst door een kettingrooster en trommelzeef geleid. De trommelzeef is voorzien van gaas met gaatjes van 0,5 mm. Hierdoor worden deeltjes en bijvoorbeeld haren tegengehouden. Na de trommelzeef wordt het water, circa 240 m3/dag, naar de membraanbioreactor verpompt. De bioreactor heeft een volume van ca. 270 m3. In de bioreactor wordt met schotelbeluchters zuurstof aan het water toegevoegd waardoor organisch materiaal wordt afgebroken en ammonium wordt omgezet in nitraat. Dit gebeurt door bacteriën, in een actiefslibproces. De slib-waterscheiding is uitgevoerd als membraanfiltratiestap. De membraanfiltratieunit heeft een capaciteit waarmee de volledige dagaanvoer uit het ziekenhuis kan worden behandeld. Het actiefslibmengsel wordt door membraanrietjes gecirculeerd, waarbij het gereinigde water door de wand wordt afgevoerd. De wanden van de rietjes zijn daartoe voorzien van poreus materiaal met een poriegrootte van 30 nanometer. Hierdoor blijven bacteriën en grote moleculen achter en ontstaat de grondstof (permeaat) voor de verdere behandelstappen, gericht op medicijnverwijdering. Vanaf dit punt worden twee behandelmogelijkheden voor het permeaat onderzocht: Neerslag 2011/II

B9 BDUW BIF LQGG

5


1. Ozon – actiefkool 2. Actiefkool – UV/waterstofperoxide – actiefkool 3. Omgekeerde osmose Zowel ozon als waterstofperoxide zijn oxidatiemiddelen, die gebruikt worden in bijvoorbeeld drinkwaterbereiding. Ze worden ingezet om ingewikkelde organische verbindingen (bijvoorbeeld medicijnresten) te oxideren tot kleinere, onschadelijke verbindingen. In de ozoninstallatie wordt gasvormig ozon toegevoegd aan de waterstroom. In een speciaal ontworpen contacttank krijgt de ozon de gelegenheid om te reageren met de aanwezige medicijnresten. Eventuele rest-ozon en goed adsorbeerbare verbindingen worden vervolgens in het actiefkoolfilter verwijderd. In de UV/waterstofperoxide installatie wordt waterstofperoxide toegevoegd aan de waterstroom. Deze stroom wordt vervolgens beschenen met ultraviolet licht. Hierdoor wordt de waterstofperoxide nog krachtiger en zullen medicijnresten worden geoxideerd tot kleinere, minder schadelijke, verbindingen. Om deze stap nog effectiever te maken wordt het water eerst door een actiefkoolfilter geleid, voornamelijk voor het verwijderen van kleurcomponenten. Na de behandeling met UV wordt ook dit water nogmaals door een actiefkoolfilter geleid. De twee genoemde behandelmogelijkheden worden beide onderzocht met een relatief kleine capaciteit (<1 m3/h). Op basis van de resultaten zal worden beoordeeld of één van beide technieken wordt uitgebreid, naar de benodigde full scale capaciteit van ca. 10 m3/h. Deze uitbreiding zou dan plaatsvinden in 2012 zodat de installatie klaar is als het nieuwe ziekenhuis wordt opgeleverd in 2013. Naast de twee oxidatietechnieken wordt ook omgekeerde osmose getest. Dit is een scheidingstechniek waarbij met membranen vrijwel alle opgeloste verbindingen worden tegengehouden. Voordeel is dat het geproduceerde water vrijwel 100% zuiver is, zodat hergebruik overwogen kan worden. Eén van de uitdagingen hierbij is de verwerking van het ontstane concentraat, alle tegengehouden verbindingen.

LUCHTBEHANDELING In het ontwerp is rekening gehouden met de bijzondere risico’s van omgaan met afvalwater uit een ziekenhuis. Eén van de risico’s is dat ziekteverwekkers via de lucht worden verspreid. Alle onderdelen waar water in stroomt zijn afgedekt en worden afgezogen. Hiermee wordt verspreiding van aerosolen (minuscule waterdruppeltjes die met de wind mee verspreid worden) voorkomen. De afgezogen lucht wordt behandeld met UV en actiefkool, zodat ziekteverwekkers en geurcomponenten worden verwijderd.

OPSTART In januari 2011 is de installatie bioreactor opgestart met actiefslib uit de MBR Ootmarsum. Het biologische proces is hiermee vlot op gang gekomen en de MBR produceert sindsdien permeaat. Het actiefkoolfilter is inmiddels in gebruik 6

B9 BDUW BIF LQGG

Neerslag 2011/II


genomen en half februari zijn ook de ozon en de UV-installatie in gebruik genomen. Bij de opstart kwamen wat kinderziekten naar boven, met name wat betreft de besturing van de installatie. Momenteel worden restpunten afgewerkt en kan begonnen worden met het eigenlijke onderzoek. Het beheer van de installatie ligt bij een samengesteld team vanuit Groot Salland en Vitens. Dirk Kievit, namens Groot Salland betrokken bij het beheer: „SLIK is een mooi project. We hebben natuurlijk wel last van wat opstartperikelen, helaas hebben we een aantal storingen nog niet onder controle. Wat ik mooi vind is dat we kennis maken met voor ons nieuwe technologie, dat is een uitdaging. Daarnaast is de betrokkenheid met de onderzoekers heel interessant en leerzaam.” Karl Borger, namens Vitens betrokken bij SLIK: „Vanuit Vitens ben ik veel betrokken bij onderzoek aan vérgaande behandeling van drinkwater, en het is erg interessant om nu met een totaal ander type water bezig te zijn. Dat geeft een heel nieuwe uitdaging. Op termijn zullen wij als Vitens geconfronteerd worden met pharmaceutica in water, en het is zinvol om nu al aan het begin, bij de lozing ervan, maatregelen te kunnen nemen.” Karl popelt om stappen te gaan zetten in het onderzoek en stelt, met Dirk, vast dat een aantal storingen nog niet helemaal onder controle zijn. Ieder schakeltje moet functioneren, en daar wordt nu hard aan gewerkt. De eerste voorlopige resultaten van het onderzoek zullen worden gepresenteerd in een middagsymposium op 9 mei, in Zwolle. SLIK is een samenwerking tussen Gemeente Zwolle, Vitens, Isala klinieken, STOWA, RIVM en waterschap Groot Salland, zie www.wgs.nl/slik. Vitens heeft een belangrijk aandeel in de begeleiding van het onderzoek naar de oxidatietechnieken en uitvoeren van de laboratoriumanalyses naar medicijnresten. RIVM levert een bijdrage door het uitvoeren van ecotoxiciteitsmetingen op de verschillende waterstromen die in de installatie geproduceerd worden. Gemeente Zwolle, STOWA en Vitens leveren een belangrijke financiële bijdrage, evenals de provincie Overijssel en het ministerie van Infrastructuur en Mileu. In Europees verband is samenwerking gezocht met een vijftal instanties uit Noord-West Europa. Deze hebben gezamenlijk een projectvoorstel ingediend in de InterregIVb-regeling met de afkorting PILLS, zie www.pills-project.eu. Herman Evenblij, Waterschap Groot Salland

Neerslag 2011/II

B9 BDUW BIF LQGG

7


Lowara

Laat de wielen van de industrie draaien Haal het beste uit uw produktie proces Er zijn veel manieren om specifieke onderdelen en machines te reinigen; het kiezen van de juiste pomp garandeert dat u het beste uit uw productieproces haalt. • Pompen voor reiniging en onderhoud in licht industriële omgevingen • Inzetbaar voor water onder hoge druk en agressieve reinigingsmiddelen • Minder onderhoud en een langere levensduur (LCC) Uw fabriek loopt gesmeerd met Lowara pompen.

Lowara Benelux Postbus 54 4180 BB Waardenburg Web site: www.lowara.com - E-mail: lowaranl.info@itt.com

B BVW& BIFB& LQGG

1000-20-8000-8691 Neerslag 2-2011 1000-20-9000-7094 Neerslag 6-2010 1000-20-9000-7093 Neerslag 4-2010

Kleur: FullColor


Op bezoek bij Erik Scharenborg, procesengineer bij Norit Tijdens een Nieuwjaarborrel komen we aan de praat over zijn werk. Het blijkt dat we qua opleiding ongeveer gelijke achtergronden hebben en daarna duidelijk hebben gekozen voor hetzelfde vakgebied: WATER. EĂŠn groot verschil, hij is achtentwintig jaar en ik heb net gisteren mijn AOW aangevraagd. Ik meld me bij de Norit vestiging in Almelo voor zijn verhaal. „Tijdens de laboratoriumopleiding in Hengelo heb ik verschillende stages gelopen. EĂŠn daarvan was op het laboratorium van het waterschap Regge en Dinkel. Daar is de klik ontstaan met het watervak, het voelde goed; de combinatie van theorie, techniek en praktijk. Daarna heb ik de HBO opleiding Chemische technologie gevolgd en studeerde ik af bij Norit Proces Technology in Enschede. Werk vinden was geen probleem; na wat solliciteren kon ik kiezen, en het werd het Norit bedrijf in Enschede. Twee maanden na mijn afstuderen was ik pilot engineer. Dan ga je voor klanten over de hele wereld aan de slag met proefinstallaties met onze membraantechnologie om te laten zien wat Norit met water kan doen.â€? Ik weet wel beter, maar bij de naam ’Norit’ denk ik toch altijd noch als eerste aan een hand vol zwarte pilletjes die ik door mijn keelgat moet zien te werken als er wat mis is gegaan met mijn influent of met mijn indikking. Ook stond ik als kereltje vaak te kijken naar de talloze, hoog opgetaste, turfbootjes die in Klazienaveen de droge turf bij de ‘Purit’ afleverden. Het bedrijf dat het basisproduct turf opwerkt tot actieve kool. Het oude is er nog, wel gemoderniseerd, maar de naam ‘Norit’ staat voor heel veel meer. ZĂłveel had ik niet gedacht, dat is het leuke van zo’n bezoek. „Ik ben sinds een half jaar proces-engineerâ€?, zegt Erik, „en dat bevalt me ook heel goed. Ik begin met de waterwensen van de klant. Dat kan een drinkwaterbeNeerslag 2011/II

B9 BDUW BIF LQGG

9


drijf zijn, maar ook elk ander bedrijf, van bierbrouwerij tot chemische industrie. Overal waar een waterbehandeling gevraagd wordt leveren wij de know-how en de installaties; dat kan zijn met pompen, kleppen en regelaars in kant-en-klare-units met het hele soft-ware pakket.â€? Erik wordt steeds enthousiaster en technischer. Werken bij een productiebedrijf als ’Norit’ is heel wat anders dan bij een waterschap of een drinkwaterbedrijf, maar wat hetzelfde is: als je op een goede plek zit, dan bĂŠn je het bedrijf. „Zeewater, grondwater, proceswater of afvalwater, met of zonder chemicaliĂŤndosering, het maakt niet uit. We bouwen ook MBR-installaties voor de afvalwaterbehandeling en effluentpolishing bij waterschappen en industriĂŤn over de hele wereld. Ik bemoei me vooral met de procestechnische kant van installaties met membraan filtersystemen. Ons bedrijf X-Flow maakt de membranen voor 4F- en microfiltratie. We werken altijd volgens het principe ’inside-out’.â€? Dan gaat de telefoon: „Erik, kunnen we bij jullie ook een trommelzeef huren?â€? Het blijkt, het werk van een procesengineer is veelzijdig en Erik is niet te stoppen. „We stellen hier in Almelo de installatieonderdelen samen, plaatsen de units in zeecontainers en sturen ze naar opdrachtgevers over de hele wereld. Ik reis er achteraan om ze ter plaatse ‘aan te trappen’ en over te dragen. Daarbij behoort dan ook de training voor de mensen die hun nieuwe installatie moeten bedrijvenâ€?. „Wat is er zo leuk aan je werk?â€? vraag ik Erik, bijna een overbodige vraag. „Dat is de veelzijdigheid en de combinatie van het bedenken van de beste oplossing voor de klant, de engineering en het opstarten van een installatie en dan ter plaatse zien dat het werktâ€?. „Wat is er niet zo leuk aan?â€? is logisch de volgende vraag. „Tjaâ€?, zegt Erik, hij heeft met z’n vriendin net een nieuw huis gekocht. „Tja, dat is eigenlijk dat ik de thuissituatie mis als ik in het buitenland benâ€?. En tja, dat snap ik. „En wat is er over tien jaar van je geworden?â€? „Daar denk ik nog niet te veel over naâ€?, zegt Erik. Logisch als je een mooie job hebt en goed in je vel zit. „Ik ben wel begonnen met de HTAZ-cursus van Wateropleidingen. Misschien dat ik me nog wat meer kan specialiseren in de richting afvalwaterzuiveringâ€?. Het lijkt me een goed plan. Ik bedank Erik en stort me in de avondspits. Herman Letteboer, Redactie Neerslag

10

Neerslag 2011/II

B9 BDUW BIF LQGG


Siloxaan opgelost Tegenwoordig treffen we steeds meer siloxaan aan in het afvalwater. Dit komt omdat siloxaan steeds meer wordt toegepast in consumentenproducten zoals cosmetica, deodorant, hairconditioners, huidverzorgingsproducten en tandpasta. Ook in voedingsmiddelen en binnen de reinigingsindustrie wordt het vaak toegepast. Het siloxaan komt met het afvalwater terecht in de zuivering waar het niet oplost in water maar met het slib wordt afgescheiden in de voorbezinktanks. Dit (primair) slib wordt verpompt naar de gistingtanks. In de gistingtanks wordt het siloxaan gasvormig en komt samen met het gevormde biogas uiteindelijk terecht in de gasmotoren. In het verbrandingsgedeelte van de gasmotoren wordt het siloxaan omgezet in zand en dit zet zich af als wit poeder op de bougies, kleppen en zuigers. Vooral motoren die thermisch hoog belast worden hebben last van dit verschijnsel. Onderstaande foto’s zijn van de gasmotoren van de rwzi Zwolle gemaakt in 2006. Het gevolg van deze witte aanslag op zuigers en cilinders was dat de kosten voor onderhoud sterk waren gestegen. Toen de Warmte-kracht installaties van rwzi Deventer en Kampen op de nominatie stonden om te worden vervangen is besloten om eerst een oplossing te gaan zoeken voor dit probleem. Verschillende mogelijkheden zijn bekeken zoals het filter van pPtek (zie hiernaast) dat ter plaatse geregenereerd wordt met warme lucht, het Gtp fil- Kleppen gasmotor rwzi Zwolle.

Bougies gasmotor rwzi Zwolle.

Filter pPtek. Neerslag 2011/II

B9 BDUW BIF LQGG

11


tersysteem van GTS met diepkoelinstallatie en het filtersysteem van Verdesis en Donaldson. De grootste warmtekrachtinstallatie binnen waterschap Groot Salland is die van rwzi Zwolle met 2 x 300 kW en die is nog te klein om een van de bovengenoemde filtersystemen rendabel te maken. Besloten is toen, i.o.m 1e siloxaan filters, rwzi Deventer (boven) en rwzi Zwolle Norit, om zelf met een (onder). proefopstelling te gaan draaien die goed uitgelegd kon worden op de nieuwe WK-installatie van 2 x 250 kW van Deventer. Deze opstelling bestond uit een ontvochtiginginstallatie van Schimonek en 2 in seriegeschakelde containers van Norit met actieve kool voor de absorptie van siloxaan met daarvoor een chemisch filter om de piekbelasting van H2S af te vangen. Vooral het feit dat actieve kool regenereerbaar is in de ovens van Norrit en dus een duurzame oplossing biedt, was voor ons belangrijk ook al was daar toen nog geen beleid voor. De installatie is in 2008 in bedrijf genomen en met enige regelmaat zijn siloxaanmetingen gedaan voor en achter het filter. Hieruit bleek dat het filter goed werkte, bij de laatste meting was het siloxaangehalte gehalte 0,1 ppm. Dit is aanleiding geweest om op de rwzi Zwolle en Kampen eenzelfde filterinstallatie toe te passen. Die zijn geplaatst in 2009 en 2010. De ervaring die de onderhoudsmonteur van de rwzi Zwolle, dhr. H. Jansen, de afgelopen jaren heeft opgedaan met de filters is positief, hij gaf aan dat nadat het filter geplaatst was: – de gaskwaliteit beter was en er minder storingen waren; – het interval van de oliewissel van 300 naar 550 uur was gegaan; 12

Neerslag 2011/II

B9 BDUW BIF LQGG


Linksboven rwzi Soest, rechtsboven rwzi Veenendaal, linksonder rwzi Velsen, rechtsonder rwzi Amersfoort.

– er minder witte afzetting was op o.a de bougies; – deze veel minder vaak gesteld hoefden te worden; – en ook het gas/zuurstofmengsel hoefde veel minder vaak afgesteld te worden. Blijkbaar doet ‘goed voorbeeld goed volgen’, want het bedrijf dat de containers voor rwzi Deventer heeft geleverd heeft inmiddels ook filters geleverd aan de collega’s van rwzi Amersfoort, rwzi Soest, rwzi Veenendaal en rwzi Velsen. J.Cramer, waterschap Groot Salland

Neerslag 2011/II

B9 BDUW BIF LQGG

13


B BVW& BIFB' LQGG

1000-21-0000-5302 Neerslag 2-2011

Kleur: fc


Rioolwaterzuivering Zwolle totaal op de schop Sinds maart 2010 is de rwzi van Waterschap Groot Salland in Zwolle een behoorlijke bouwput. Er wordt stevig uitgebreid, maar ook vernieuwd. De uitbreiding van de rioolwaterzuivering Zwolle is een project dat in nauwe samenwerking met de gemeente Zwolle wordt gerealiseerd. Verslag van een ‘inspectie’ over de bouw met Herman Koggel en Anko Hogenkamp van Beheer & Onderhoud. De rwzi in Zwolle is ontworpen om de afvalstromen te zuiveren afkomstig van de rioleringsgebieden Zwolle, ’s-Heerenbroek, Windesheim, Wilsum, Zalk en De Zande. In 1992 is de KSO (Kunstmatig Slib Ontwatering) gebouwd, om slib te ontwateren. Dit slib komt van de rwzi’s te Kampen, Hessenpoort, Dalfsen, Genemuiden en Zwolle zelf. In 2003 is een SHARON-installatie in gebruik genomen om de stikstof uit het centraat van de KSO te verwijderen. Projectleider Robert Evers licht allereerst de achtergronden van de verbouwing toe: „Rwzi Zwolle wordt uitgebreid vanwege een toename van de afnameverplichting naar de gemeente Zwolle en vanwege de te verwerken vuilvracht. De gemeente en het waterschap komen zo samen tot een oplossing voor de afvalwaterketen van Zwolle: de hydraulische ontvangstcapaciteit van de zuivering Zwolle wordt uitgebreid in combinatie met de benutting van de maximale afvoercapaciteit van het watertransportsysteem van de gemeente Zwolle. Zo hoeft de gemeente dankzij de nieuw- en herbouw op de rwzi zelf niet een aantal gemeentelijke bergbezinkbassins aan te leggen. Dit betekent al met al een maatschappelijk besparing van vele miljoenen euro’s. De bouw op de rwzi zal ongeveer twee jaar in beslag nemen. Dus eind dit jaar hopen we een heel eind op weg te zijn.�

De bestaande installatie moet tijdens de gehele verbouw wel in bedrijf blijven totdat de nieuwe installatie in bedrijf is genomen. Neerslag 2011/II

B9 BDUW BIF LQGG

15


AL LOPEND OVER DE BOUW Bij de rondgang over de bouw stuiten we meteen al op twee nieuwe persleidingen. „Hiermee kan de aanvoer van afvalwater worden verhoogd van 5500 m3 naar 8320 m3 per uur�, licht projectmedewerker Koggel toe. „De hydraulische capaciteit van het hoofdgemaal, dat nu bestaat uit twee vijzels, wordt vergroot door de ontvangput uit te breiden met een nieuwe put waarin twee natte pompen worden opgesteld. De persleidingen eindigen in de goot achter de vijzels. De bestaande screezers worden geamoveerd. En op dezelfde plek komt er een nieuwe roostergoedverwijderaar.�

Herman Koggel (l.) en Anko Hogenkamp (r.) houden als projectmedewerkers de nieuwbouw nauwlettend in de gaten. Loopt alles zoals het moet?

BESTAANDE BELUCHTINGSTANKS AANPASSEN We lopen verder en Hogenkamp vult aan: „De bestaande vier aÍratietanks (vier straten, red.) worden aangepast. Ze gaan van propstroom tot een omloopcircuit met een anaÍ- Overzicht van de vier aan te passen aeratieroob compartiment, een selector, tanks. een anoxisch compartiment en een aÍroob compartiment. Daarnaast worden diverse onderdelen aangepast en vernieuwd. Dit mede in verband met de biologische verwijdering van fosfaat en een betere stikstofverwijdering.�

Nieuwe indikinstallatie.

16

Twee nieuwe buffertanks voor de opslag van extern aangevoerd dun dan wel dik surplusslib.

Neerslag 2011/II

B9 BDUW BIF LQGG


Ondanks het grote kabelnetwerk moet de verbouwing verhoudingsgewijs een energiebesparing opleveren.

Dankzij twee nieuwe persleidingen kan de aanvoer van afvalwater worden verhoogd van 5500 m3 naar 8320 m3 per uur.

De nieuwe roostergoedverwijderaar.

De nieuwe nabezinktank.

VIJFDE BELUCHTINGSSTRAAT Meer aanvoer van rioolafvalwater betekent dat er meer zuiveringscapaciteit nodig is. Daarom komt er een nieuwe, een vijfde, beluchtingsstraat bij. De andere tanks worden zo minder belast. Dit betekent tegelijk een betere werking in verband met een betere beluchting. De komst van een vijfde beluchtingsstraat gaat gepaard met een vijfde en nieuwe nabezinktank. Deze is even groot als de bestaande vier tanks. De omloopgoot is afgedekt met aluminium. De ruimerbrug is als 2/3 ruimer uitgevoerd, en niet als hele ruimer, zoals bij de bestaande. De drijflaagafvoer is aangesloten op de terreinriolering. Het nieuwe retourslibgemaal van de nieuwe beluchtingstank wordt uitgerust met twee nat opgestelde pompen.

SLIBVERWERKING De bestaande slibverwerking blijft grotendeels gehandhaafd, maar wordt wel geoptimaliseerd. Er komt een nieuw ontvangststation voor extern surplusslib en dikslib. De werking van de gistingstanks wordt verbeterd door surplusslib mechanisch te gaan indikken. Dit ter vervanging van de huidige flotatie-indikkers. Het primair slib wordt net als nu gravitair ingedikt. Al het slib wordt vergist in de bestaande twee gistingstanks. De gistingsinstallatie blijft ongewijzigd. Het uitgegiste slib wordt opgeslagen in de bestaande na-indikkers die dienst gaan doen als Neerslag 2011/II

B9 BDUW BIF LQGG

17


buffertanks. Vanuit de indikkers gaat het slib rechtstreeks naar de KSO (zie elders in deze Neerslag).

NIEUWE INDIKINSTALLATIE VOOR SLIB Bij de behandeling van afvalwater komt er slib vrij als afvalstof. Het oude systeem was aan vervanging toe, nam veel ruimte in beslag, was onderhoudgevoelig en energetisch niet voordelig. De oude installatie is vervangen door twee nieuwe bandindikkers. Die hebben diverse voordelen: meer capaciteit, beter resultaat, lager verbruik van chemicaliĂŤn (tot 20%), minder verbruik van spoelwater (tot 30%), verbeterde kwaliteit van het filtraat, minder uitstoot van deeltjes via de lucht, minder energieverbruik (tot 30%). Elke bandindikker wordt apart afgezogen, zodat er geen geur vrijkomt. De installatie verbruikt veel minder energie dan zijn voorganger. Het polymeerverbruik is aanzienlijk lager. Henk Bosch Waterschap Groot Salland

Klaar voor de toekomst! HR festival 14 april 2011 Op 14 april organiseren het A&O-fonds Waterschappen, A&O Provincies en het A+O fonds Gemeenten in Spant te Bussum het HRM Festival ‘Klaar voor de Toekomst?!’. Het is een niet te missen congres voor (top)management, HR-professionals, OR & GO leden bij Waterschappen, Provincies en Gemeenten. Op het festival zijn er diverse lezingen, workshops, interviews en korte presentaties, inspirerende visies, good practices en praktische werkwijzen die ervoor zorgen dat u en uw medewerkers Klaar zijn voor de Toekomst. U kunt zich via de onderstaande button aanmelden: Op de website www.klaarvoordetoekomst.info vindt u informatie over het festival. Hou de website in de gaten, deze wordt steeds aangevuld met relevante informatie over het programma van deze dag.

18

Neerslag 2011/II

B9 BDUW BIF LQGG


EfficiĂŤnt slib ontwateren: een hele kunst! Voor het zuiveren van rioolafvalwater wordt slib gebruikt. Uiteindelijk komt het gezuiverde rioolafvalwater in het oppervlaktewater terecht. Bij de rwzi in Zwolle is dat de IJssel. Het natte slib dat na de zuivering overblijft, wordt zoveel mogelijk ontwaterd tot restproduct. Hoe doe je dat zo efficiĂŤnt mogelijk? Ik stel deze vraag aan Henk Hendriks en Johnny Mulder. Samen met Arjaan Landman beheren zij de slibinstallaties bij de rwzi van Zwolle en Deventer. Hier komt uiteindelijk het slib van alle zuiveringsinstallaties in het gebied van Groot Salland terecht. Vanuit hun ‘zenuwcentrum’ van computers, camera’s, administratie-ordners en transportlijsten houden ze de gang van zaken rondom het slib in de gaten.

KUNSTMATIGE ONTWATERING

Procesgang van het slib: Binnen de rwzi blijft er na de zuivering van het rioolafvalwater slib over. Dit overig slib komt na diverse voorbehandelingen op de rwzi in een gistingstank. Vanuit de gistingstanks komt het slib, uit diverse kanalen van de zuivering, in een tweetal lagunes. Ze vormen een opslag (3000 m3) van het te ontwateren natte slib, ‘de werkvoorraad’. Vanuit de lagunes stroomt het slib naar twee homogenisatietanks. Vanuit deze tanks wordt het slib gepompt naar de centrifuges. Daarna komt het ‘gedroogd’ via de transportband in de opslagcontainers.

„Uiteindelijk wordt het slib afgevoerdâ€?, zo begint Hendriks het doorloopproces te beschrijven. „Het liefst zo droog mogelijk. Daarom wordt het eerst kunstmatig ontwaterd. Om ‘zo droog mogelijk’ te draaien ben je uiteraard sterk afhankelijk van wat je krijgt aangeleverd. Als er in het voortraject een storing zit, dan merken wij dat hier dat enkele dagen later. Maar er zit een stijgende lijn in ons drogestofpercentage. Ieder jaar draaien we beter. De verwachting is dat we hier in Zwolle in de loop van het jaar ĂŠĂŠn tot twee procent droger gaan draaien, mede dankzij de verbouwingen op de rwzi.â€?

TOP-DRIE

Johnny Mulder (l.), Henk Hendriks (r.) en Arjaan Landman (niet op de foto) beheren samen de slibinstallaties van Zwolle en Deventer.

Om het slib te ontwateren wordt onder andere gebruik gemaakt van polymeren en ijzerchloriden. Met hun ervaring van resp. 19 en 23 jaar zijn Hendriks en Mulder hier zeer bedreven in geraakt. Ze moeten scherp zijn op vragen als ‘wat kost een ton slib om te ontwateren?’ en ‘hoe doe je dat zo efficiĂŤnt Neerslag 2011/II

B9 BDUW BIF LQGG

19


mogelijk?’ Trots melden de mannen dat ze op dit terrein landelijk in de top-drie zitten. De bemanning ter plekke betaalt zich terug. Ook alle onderhoud doen ze zelf, samen met een groep monteurs.

BETERE RESULTATEN „We hebben de centrifuges hier behoorlijk verbouwd in de loop der jaren�, zegt Hendriks. „Daardoor zijn de resultaten beter zijn geworden. In de beginjaren draaiden we met 22 procent drogestof. Later hebben we op beide locaties wel eens 30 procent drogestof gehaald. Maar je bent heel afhankelijk van wat je aangereikt krijgt aan slib vanuit de zuivering.’ Mulder vult aan: ‘Al met al is het een kwestie van een goed evenwicht zoeken tussen polymeergebruik (nodig voor het ontwateren, red.) en het drogestofpercentage.�

Boven: De centrifuges zijn in de loop der jaren aangepast voor een betere werking. Onder: Het eindproduct bestaat in Zwolle uit circa negen containers in de week. Zwolle en Deventer hebben samen 2000 van dergelijke vrachtjes per jaar.

EISEN VOOR AFNAME Het eindproduct moet voldoen aan bepaalde eisen, onder andere op het gebied van zware metalen (liefst niet) en drogestofpercentage (niet te nat). „We mogen het slib net zo droog aanleveren als we kunnen, maar we moeten wel tonnen leveren�, vervolgt Mulder. „Vier keer per jaar nemen we een monster van het slib. Ons eigen lab maakt analyses op diverse metalen en op andere bestanddelen.�

EINDPRODUCT Zwolle produceert 50 ton per dag (circa twee containers per dag) aan slib met een drogestofpercentage van 26,7; Deventer 35 ton/dag van 28,8 procent. Samen betalen Zwolle en Deventer per jaar ongeveer 1,8 miljoen euro aan de afnemer van het slib (incl. transport). Per week levert dat in Zwolle circa negen containers op voor transport naar de slibverwerkingsindustrie; in Deventer de helft. Samen is dat goed voor zo’n 2000 vrachtjes per jaar. De verwerker dikt het slib verder in naar een drogestofpercentage van 65-70. Het eindproduct wordt onder meer gebruikt als brandstof (stadsverwarming). Als dat niet efficiÍnt is‌‌. Henk Bosch Waterschap Groot Salland

20

Neerslag 2011/II

B9 BDUW BIF LQGG


RI&E rioolgemalen De afdeling Beheer en Onderhoud van de sector Waterketen onderhoudt o.a. de rioolgemalen die zorgen voor de aanvoer op de zuiveringen van Waterschap Groot Salland. Ook verzorgen we voor een aantal gemeenten het onderhoud van hun gemalen. Sinds een paar jaar is er een specifiek gemalenteam dat zich enkel bezig houdt met het onderhoud op de rioolgemalen.

DIVERSITEIT De collega’s die de gemalen onderhouden hebben te maken met veel verschillende uitvoeringen en opstellingen. Bij het ene gemaal heb je veel ruimte om de serviceauto en de aanhanger te plaatsen, terwijl je bij een ander gemaal bijna volledig op de weg moet staan of midden op een fietspad. Bij weer een andere sta je in een groenstrook of een volkstuin. Een aantal rioolgemalen staat bij speelvelden en speeltuintjes. Bij speelvelden moet je alert zijn Ên blijven op nieuwsgierige kinderen. Bij groenstroken heb je te maken met een mindere bereikbaarheid (natte periode) en hondenpoep. Hondenpoep komt veelvuldig voor bij gemalen waar geen verharding omheen ligt. De luiken zijn t.o.v. de besturingskast niet altijd even handig geplaatst. De veiligheidsroosters zijn niet altijd goed geborgd waardoor ze bij het openen uit de scharnierpunten kunnen vallen.

DE AANLEIDING De aanleiding voor het houden van een Risico inventarisatie en evaluatie (RI&E) op de rioolgemalen was een melding van een bijna-ongeval/gevaarlijke situatie die zich had voorgedaan bij het onderhouden van een gemaal. Het betreffende gemaal ligt aan een doorgaande weg en tijdens het onderhoud zijn de collega’s bijna aangereden door een vrachtwagen. Deze situatie is door de veiligheidskundigen van Groot Salland beoordeeld. De eerste aanbeveling was om de ‘werkplek’ volgens het CROW-boekje af te zetten. Hiervoor was echter zoveel extra materiaal en menskracht nodig dat een en ander bijna niet uitvoerbaar was zonder aanpassing van de organisatie. Hoewel de melding een eigen gemaal betrof, wilden we wel graag afstemmen Neerslag 2011/II

B9 BDUW BIF LQGG

21


met de verschillende gemeenten omdat we ook een aantal gemeentegemalen onderhouden waarbij dezelfde problematiek voorkomt en we daar in opdracht van de gemeente ons werk doen. Om een mening te kunnen vormen over de melding hebben we gesprekken gevoerd met de beheersafdelingen van verschillende gemeentes (Raalte, Olst-Wijhe en Kampen). Eigenlijk zochten we goedkeuring voor een werkwijze, die niet helemaal volgens het boekje is, maar in de praktijk goed en veilig uitvoerbaar is en waarbij geen extra menskracht nodig is. Omdat de meeste werkzaamheden niet langer duren dan een ½ uur is gekozen voor de meest praktische werkwijze. Dat is gebruik maken van het zwaailicht, verkeerskegels en soms van een actieraam dat achterop de aanhangwagen is gemonteerd. Duren de werkzaamheden langer dan twee uur dan zal er volgens het CROWboekje een werkvak afgezet moeten worden. Op dit moment heb ik samen met de collega’s van het gemalenteam bij 147 van de 157 gemalen een RI&E uitgevoerd. Hiervan zijn er 46 in eigendom van het Waterschap. Bij de RI&E zijn de rioolgemalen o.a. beoordeeld op: algemene zaken: de bereikbaar met auto en aanhanger, veiligheid derden (kinderen), te nemen verkeersmaatregelen, verharding; functionaliteit: plaatsing van de besturingskast t.o.v. de luiken arbo-veiligheid: borging van de luiken en veiligheidsroosters, valgevaar, hoe de pompen te kunnen hijsen (vaste hijskabel of ‘opvissen’); Droge gemalen zijn ook nog beoordeeld op afscherming draaiende delen, trap, nood-/orientatieverlichting. Op grond van de geconstateerde tekortkomingen is een onderverdeling gemaakt naar: • direct te nemen (organisatorische) maatregelen, • opnemen in de VGWM-plannen voor de komende jaren, • projectmatig aanpak, • accepteren zoals het is. – Organisatorische maatregelen zijn o.a. maatregelen nemen om: de verkeersveiligheid te vergroten, te voorkomen dat nieuwsgierige kinderen ongecontroleerd te dichtbij een (geopende) pompput kunnen komen en het voorkomen van valgevaar bij een geopend veiligheidsrooster. – Maatregelen die opgenomen kunnen worden in het VGWM-plan zijn bijv.: vastzetten bevestiging veiligheidsroosters, aanpassen verharding, afschermen draaiende delen, plaatsen noodverlichting, aanpassen groenstrook. 22

Neerslag 2011/II

B9 BDUW BIF LQGG


– Maatregelen die projectmatig aangepakt zullen moeten worden zijn bijv.: de verplaatsing van de besturingskast, aanpassing van luiken en veiligheidsroosters, aanpassen van de bereikbaarheid. – Accepteren zoals het is bijv.: de plaatsing van een gemaal op een plek die moeilijk tot niet bereikbaar is met de serviceauto. Voor de eigen gemalen kun je als waterschap zelf een planning maken en een prioriteiotenlijst opstellen om e.e.a. aan te gaan pakken. De geconstateerde tekortkomingen bij de gemeentegemalen kunnen niet zo maar in uitvoering genomen worden. Een aantal zaken kunnen met de gemeente bilateraal opgelost worden en zijn op korte termijn uitvoerbaar bijv.: het aanpassen van een groenstrook of het uitbreiden/leggen van verharding. Grotere uitgaven zullen in het regelmatig terugkerende overleg ingebracht moeten worden. Een aantal tekortkomingen zullen ook hier moeten wachten op een project.

SAMENWERKEN In de samenwerking tussen het waterschap en de gemeenten wordt de afdeling Nieuwe Werken steeds meer betrokken bij het bouwen van nieuwe gemalen voor de verschillende gemeenten in het werkgebied. Voor de elektrische en mechanische uitvoering wordt er gewerkt met de standaard bestekken van het waterschap. De uitvoering van het civiele deel ligt bij de gemeente. Vanuit het gemalenteam en de afdeling Nieuwe Werken was er behoefte om eenheid te hebben in het soort luiken en veiligheidsroosters. In nieuwbouwsituaties blijkt dat de wensen van het gemalenteam tot nu toe gerealiseerd zijn. Het gemaal wordt in overleg dan zo geplaatst dat het gemalenteam er op een zo prettig mogelijke manier kan werken.

AFSPRAKEN In samenwerking met het gemalenteam is er bepaald welk soort luiken de voorkeur hebben. Uitkomst is een luik waarbij geen hangslot meer gebruik hoeft te worden, maar waar een inliggend sluitsysteem gebruik wordt. Er is een speciaal stuk gereedschap nodig om het luik te openen. Voor de veiligheidsroosters is bepaald dat de scharnierpunten met bouten vastgezet moeten zijn om te voorkomen dat de roosters uit de haakoplegging kunnen vallen. Bij voorkeur het gebruik van veiligheidsroosters die in twee delen uitgevoerd zijn, die gesloten kunnen blijven totdat de pomp net onder dek is. Hierdoor is het gat wat ontstaat in geopende toestand veel kleiner waardoor het valgevaar ook kleiner wordt en het tijdspad dat het rooster geopend is ook (veel) korter is.

VOORKOMEN VALGEVAAR Het wordt vaak anders beleefd maar er is bij bijna alle gemalen valgevaar aanwezig indien de veiligheidsroosters geopend zijn. Om het valgevaar bij de huidige gemalen te verkleinen is er eerst gedacht om aangelijnd te gaan werken. Hiervoor Neerslag 2011/II

B9 BDUW BIF LQGG

23


moeten de collega’s eerst een harnas aantrekken en zich ergens aan vast kunnen maken. Het vastmaken zou dan moeten gebeuren door het plaatsen van een paal in de bijna overal aanwezige davidpotten. Deze werkwijze is redelijk bewerkelijk en geeft alleen directe bescherming aan ÊÊn persoon. Om te proberen aan de arbeidshygiÍnische strategie te voldoen, collectieve bescherming, is er verder gedacht.

Er wordt binnenkort een proef gedaan met een hekwerk, hiervoor moet er in de binnenrand van de put een aanpassing gedaan worden waarin de poten van het hek geplaatst kunnen worden. Met dit hek wordt de ‘werkzijde’ van de pompput afgeschermd, dat moet voldoende zijn om het werk veilig te kunnen uitvoeren.

VOORDELEN Voordelen van deze toch wel arbeidsintensieve RI&E zijn: – dat nu alle gemalen geïnventariseerd en beoordeeld zijn; – dat hierdoor per gemaal inzichtelijk is gemaakt wat de risico’s en gebreken zijn; – dat er afstemming is geweest met de verschillende gemeenten over de werkwijze met betrekking tot het werken aan de weg; – dat hierdoor voor de werkwijze ook weer even de puntjes op de i gezet zijn; – dat de inventarisatiedocumenten en de bijbehorende foto’s voor de verschillende afdelingen toegankelijk zijn; – dat er een gemalenstandaard is afgesproken; – dat valgevaar voorkomen wordt door een afscherming te plaatsen bij een geopende pompput. De komende jaren moeten we eraan werken om de te verbeteren punten aan te pakken en weg te werken. Een uitdaging zal ook zijn om de gegevens van de gemalen actueel te houden. Arie Stegeman, Waterschap Groot Salland

24

Neerslag 2011/II

B9 BDUW BIF LQGG


Warmtekrachtkoppeling op de rwzi Kampen De rwzi Kampen verwerkt het afvalwater van de kernen Kampen en IJsselmuiden en is gelegen op het industrieterrein Haatlandhaven. Het beschikt over een slibgistingsinstallatie en produceert ca. 1500 m3 biogas per dag. In 2008-2009 is de rwzi Kampen hydraulisch uitgebreid en gemoderniseerd. Onderdeel van de werken was het vervangen van de gasmotorblowers en het bijplaatsen van een WKK. Door de gasmotorblowers te vervangen door elektroblowers werd een meer flexibele bedrijfsvoering voor de beluchting mogelijk, wat resulteerde in een lager energieverbruik. De bijgeplaatste WKK verwerkt het opgewekte biogas van de slibgisting. Naast de WKK is een verwarmingsketel geplaatst die dient om de gisting te verwarmen als er onvoldoende warmte van de WKK af komt of als de WKK in storing staat. In Neerslag 5 - 2008 hebben we een artikel geschreven over het plaatsen van een 2 WKK’s op de rwzi Deventer. We hebben daar gekozen voor ‘Schnell-Zundstrahl’ machines van 250 kWe. Dit type motor gebruikt diesel-injectie voor de ontbranding in plaats van bougies. In dezelfde periode is het WKK-ontwerp voor de rwzi Kampen gemaakt. Een ‘Schnell-Zundstrahl’ bleek voor de situatie Kampen ook het meest geschikt. De machine haalt een elektrisch-rendement van 42%. Hoewel hij 2,3 l diesel per uur verbruikt is hij economisch net iets aantrekkelijker dan een aardgas-biogas WKK. De installatie is sinds november 2008 in bedrijf. Inmiddels heeft hij 3 miljoen kWh opgewekt. Daarvan is 1 miljoen kWh teruggeleverd aan het energienet omdat de rwzi niet alle opgewekte elektriciteit kan benutten. De installatie heeft 1.1 miljoen m3 biogas verbruikt en 21.000 l gasolie. De WKK-installatie voor Kampen heeft ons de volgende leerpunten opgeleverd. – Intermitterend op vollast draaien is economisch voordeliger dan continu periodes op deellast draaien. De voornaamste reden hierbij is dat de variabele kosten van een WKK gekoppeld zijn aan de draaiuren. In deellast vermindert de opbrengst terwijl de kosten gelijk blijven. – In de nacht wordt de WKK zodanig bedreven dat de gashouder ’s morgens vol is. Tijdens piekuren wordt de gasvoorraad volledig verbruikt. We gebruiken hiervoor een dagkalender, waarmee we per uur aan kunnen geven of het wenselijk is dat de WKK draait. Door de kalender af te stemmen op het energieverbruik van de rwzi krijg je een optimale situatie.

Neerslag 2011/II

B9 BDUW BIF LQGG

25


– Om de warmte van de WKK door het intermitterend bedrijf zo goed mogelijk te kunnen benutten was een drastische aanpassing van het verwarmingssysteem nodig. Intelligente besturing maakt het mogelijk dat de warmte van de WKK gebruikt wordt voor het gistingsproces en voor verwarming van het dienstgebouw. Wat over is wordt weggekoeld in het beluchtingscircuit. – Zoals ook op de rwzi Deventer bleek, verhoogt biogasfiltering, gericht op H2S en op siloxanen, de standtijd van de WKK. Er is minder onderhoud nodig. Met 2 regenereerbare filters wordt het siloxaan verwijderd. De H2S wordt verwijderd met Soxsia van GTS. Ook dit materiaal is regenereerbaar, maar daar zitten wel wat haken en ogen aan en kosten. We hopen in de nabije toekomst hier enige verbetering in aan te brengen. We zijn erg tevreden over de resultaten van deze ‘Zundstrahl’-machines van Schnell. Momenteel onderzoeken we of we een dergelijke installatie op de rwzi Raalte kunnen plaatsen. Een probleem daarbij is de vernieuwde wetgeving. De installaties van Kampen en Deventer vallen qua milieuvergunning onder de regelgeving van de BEES-B. Inmiddels is die niet meer van toepassing en dienen nieuwe installaties te voldoen aan de BEMS. De ‘Schnell’ kan door zijn NOxuitstoot hier net niet aan voldoen. We betreuren dit, want zijn rendement is behoorlijk groter dan die van een aardgas-biogas WKK. Marco Heemskerk Waterschap Groot Salland

26

Neerslag 2011/II

B9 BDUW BIF LQGG


Geuroverlast rwzi Enschede Op de rwzi Enschede, de grootste zuivering binnen het Waterschap Regge en Dinkel, wordt een groot deel van het water aangevoerd via twee persleidingen. Mede door de aanvoer via persleidingen heeft de rwzi een geurprobleem, voornamelijk veroorzaakt door de hoge concentraties H2S. Deze geur is op en rond het terrein van de zuivering goed waarneembaar. Tot op heden zijn hier nog geen klachten over binnen gekomen. Het probleem is echter zo groot dat er naar een passende oplossing gezocht wordt.

BESTAANDE LUCHTBEHANDELING Ondanks de bestaande luchtbehandeling is er geuroverlast op de rwzi. Het water, afkomstig van de persleiding, gaat over het stappenrooster via een zandvanger richting de voorbezinktank. De lucht van de roosterhark wordt afgezogen en behandeld met een lavafilter waarna de concentratie H2S gereduceerd is tot 1 ppm. Ook de zandvanger wordt apart afgezogen en behandeld door een lavafilter met een nageschakeld kokosfilter. De uitgaande stroom van het kokosfilter heeft een gemiddelde H2S concentratie van 30 ppm.

Processchema luchtbehandeling rwzi Enschede Om het geurprobleem aan te pakken is gekeken naar nieuwe ontwikkelingen en technologieĂŤn. Hieruit is de Desinfinator van Morselt Borne naar voren gekomen. De Desinfinator, oorspronkelijk afkomstig uit Finland, is door Morselt Borne op een awzi in Dinkslaken (D) geplaatst om de geur bij de roosterhark te behandelen. Op de awzi Dinkslaken zijn goede resultaten behaald. Met de DesinNeerslag 2011/II

B9 BDUW BIF LQGG

27


finator is de geuroverlast verdwenen. Na een bezoek aan deze zuivering is er op basis van ‘no cure no pay’ een testperiode afgesproken voor de rwzi Enschede. De werking van de Desinfinator De Desinfinator werkt op basis van het produceren van zoveel mogelijk vrije radicalen welke de geuren bestrijden daar waar ze ontstaan.

Desinfinator. Het produceren van deze vrije radicalen gebeurt als volgt; verse lucht wordt aangevoerd naar de Desinfinator. Eerst worden de fijnstofdeeltjes uit de lucht verwijderd. De filters worden steeds fijner waardoor zelfs de kleinste deeltjes uit de lucht worden gehaald. Hierna gaat deze zuivere lucht over een metalen filter dat is bewerkt met een speciale coating gebaseerd op nanotechnologie. De speciale coating wordt geactiveerd met een UV-lamp. Het metalen filter is zo geproduceerd dat het UV-licht over het hele filteroppervlak wordt gereflecteerd. Tijdens dit proces ontstaan de vrije radicalen met daarnaast een heel laag gehalte ozon. Ook vindt er nog ionisatie van de aangezogen lucht plaats. De behandelde en met vrije radicalen verrijkte en geĂŻoniseerde lucht, wordt nog eens gefiltreerd door enkele fijnstof filters en verlaat na een koolstoffilter het apparaat. Deze luchtstroom wordt nu geleid naar de bron van de stank. Hier hebben de radicalen maar heel kort de tijd nodig om dat te doen waar ze goed in zijn, namelijk stank vernietigen.

TESTPERIODE Om het geurprobleem goed aan te pakken wordt de Desinfinator bij de bron geplaatst. Bij aanvang van de test met de Desinfinator is deze op de omkasting van de roosterhark geplaatst. De eerste constatering hierbij is dat de geur op het terrein en rondom het kokosfilter in dezelfde concentraties aanwezig blijft. Door H2S-metingen in omkasting van de roosterhark te verrichten wordt het duidelijk 28

Neerslag 2011/II

B9 BDUW BIF LQGG


dat de concentratie H2S, sinds de installatie, duidelijk is afgenomen. Door op verschillende punten in de bestaande luchtbehandeling metingen uit te voeren blijk dat de bron van de geuroverlast niet de roosterhark is. De grote concentraties H2S zijn afkomstig van de zandvanger, de onaangename geur gerelateerd aan de H2S komt vrij bij het kokosfilter. De bestaande luchtbehandeling is uitgelegd op een bepaald debiet, hierdoor kan de Desinfinator niet rechtstreeks op de zandvanger geplaatst worden. Met deze bevindingen is de Desinfinator bij de roosterhark weggehaald en geplaatst, in combinatie met een tweede Desinfinator, op het kokosfilter.

Afbeelding installatie van twee desinfinatoren op het kokosfilter. Twee desinfinatoren in buitenkast opstelling, Beide zijden van het kokosfilter een luchtleiding met elk vijf inblaaspunten. Elke luchtleiding wordt door één desinfinator gevoed. Nadat er twee desinfinatoren op het kokosfilter geïnstalleerd zijn wordt de geur aanzienlijk minder. De geur op het terrein is niet meer aanwezig, enkel rondom het kokosfilter. Ook de concentraties H2S zijn aanzienlijk gereduceerd naar een gemiddelde H2S concentratie van 2 ppm ter hoogte van de uitstroom van het betreffende filter. De eerste insteek van de test is de geur bestrijden met één Desinfinator (bij de roosterhark), deze zou volgens Morselt Borne voldoende capaciteit hebben. Om te controleren of dit in werkelijkheid ook werkt is één Desinfinator voor een week afgekoppeld. Bij het afkoppelen is direct een verandering van de geur rondom het kokosfilter waargenomen. De geur is sterker, ook de H2S-concentratie is bij het afkoppelen gestegen naar een gemiddelde H2S-concentratie van 5 ppm. Door de meetweken met één en twee desinfinatoren over elkaar te leggen is het verschil in concentraties goed zichtbaar.

Neerslag 2011/II

B9 BDUW BIF LQGG

29


XXUJHPLGGHOGHQ GDJ YDQ GH ZHHN HQ WLMGVWLS KHW]HOIGH

GHVLQILQDWRUHQ

GHVLQILQDWRU

&RQFHQWUDWLH + 6 SSP

De Desinfinator heeft zich ten aanzien van zijn werking met betrekking op geur- en H2S-overlast bewezen. De testfase is positief afgerond. Voor de rwzi Enschede worden twee desinfinatoren gekocht en in een definitieve opstelling geplaatst bij het kokosfilter. Naast de aanschaf wordt er verder gekeken naar andere mogelijke optimalisaties om de ‘rest geuroverlast’ verder te beperken en in de hand te houden. Judith Greftenhuis waterschap Regge en Dinkel Frank Kroese, Morselt Borne B.V

30

Neerslag 2011/II

B9 BDUW BIF LQGG


Naar een energieneutrale waterkringloop EEN STIP OP DE HORIZON Het waterschap Regge en Dinkel (WRD) en het waterschap Groot Salland (WGS) werken aan initiatieven op het gebied van water en energie. Soms zelfstandig, maar veelal in samenwerking met andere partijen. Door aan deze initiatieven te werken geven we invulling aan de Meerjarenafspraak energie voor het zuiveringsbeheer (MJA-3) en het Klimaatakkoord. Een akkoord dat de waterschappen met het Rijk hebben gesloten. Om vanuit een brede kijk richting te geven aan onze activiteiten op het gebied van energie hebben we het initiatief genomen tot het opstellen van een Masterplan Water en Energie. De stip op de horizon waar dat plan ons naar toe leidt is een energieneutrale waterkringloop in 2027. Een vooruitzicht dat ons inspireert, maar waarvan we weten dat we het niet alleen kunnen bereiken.

De fictieve waterkringloop Neerslag 2011/II

B9 BDUW BIF LQGG

31


ENERGIE IN DE KRINGLOOP Voor de waterkringloop van beide waterschappen is een energiebalans opgesteld. Daarbij zijn alle vormen van energieverbruik en productie in de kringloop bekeken. Dus het elektriciteitsverbruik van gemalen, zuiveringen, pompen, het aardgasverbruik voor verwarming van kantoren, het brandstofverbruik van onze onderhoudstractoren, vrachtwagens en personenauto’s als de energieproductie met behulp van warmtekrachtkoppelingen zijn meegenomen. Ten behoeve van de balansen zijn deze verschillende vormen van energie teruggerekend naar primaire energie en uitgedrukt in Gigajoules (GJ). Wanneer we de huishoudens als onderdeel van de waterkringloop even buiten beschouwing laten dan zien we het energieverbruik in de waterketen en het watersysteem. Dus het energieverbruik voor het transporteren van afvalwater, het zuiveren van afvalwater, het watersysteembeheer, de productie en het transport van drinkwater, alsmede het gebruik in kantoren van de organisaties die voor deze taken verantwoordelijk zijn. Voor het beheersgebied van het Waterschap Regge en Dinkel gaat het om 500.000 GJ/j in het beheersgebied van het waterschap Groot Salland om 322.000GJ/j.

Aandeel energieverbruik in het watersysteem en de waterketen Huishoudens zijn echter ook onderdeel van de waterkringloop. Hier wordt energie gebruikt voor het opwarmen van drinkwater. Voor douche en bad, maar ook in vaatwasser en wasmachine. Als dit energieverbruik wordt meegenomen, dan blijkt het verbruik in de huishoudens 9 maal hoger te zijn dan het verbruik in watersysteem en waterketen samen. Anders gezegd: de huishoudens zijn verantwoordelijk voor 90% van het totaalverbruik in de waterkringloop.

32

Neerslag 2011/II

B9 BDUW BIF LQGG


Het totale energieverbruik in de waterkringloop komt daarmee op 5.216.000 GJ/j voor het beheersgebied van waterschap Regge en Dinkel en 3.151.000 GJ/j voor het beheersgebied van waterschap Groot Salland.

ENERGIEMAATREGELEN Energieneutraal is de waterkringloop anno 2010 nog niet. Energieneutraliteit bereiken vergt maatregelen die het verbruik reduceren dan wel energie produceren. Zowel door ons als door vele andere partijen worden in de waterkringloop al maatregelen getroffen en initiatieven ontplooid die een stap in de goede richting zijn, maar niet toereikend om energieneutraliteit te bereiken. Voorbeelden van energie-initiatieven bij de waterschappen: 1. Hoogrendements vergisting van zuiveringsslib 2. Verlagen brandstofverbruik voor onderhoud van het watersysteem 3. Stuwen op zonne-energie 4. Warmtelevering aan woonwijken 5. Slim regelen van zuiveringen en rioolgemalen door automatiseringsystemen 6. Energiezuinige technieken en methoden toepassen op zuiveringen 7. Optimaliseren terugwinning van energie uit organisch materiaal (zuiveringsslib, maaisel) 8. Warmteterugwinning uit (gezuiverd) afvalwater en oppervlaktewater 9. Samenwerking in het kader van een warmtenet 10. Samenwerking met betrekking tot decentrale zuiveringsconcepten en nieuwe sanitatie 11. ‘Good energy house keeping’ in bedrijfsgebouwen Per beheersgebied zijn daarom extra maatregelen benoemd. Huidige trends, ontwikkelingen en beleid zijn als vertrekpunt genomen. Deze inventarisatie heeft geresulteerd in meer dan 100 potentiële energiemaatregelen. Op basis van kansen en risico’s zijn de maatregelen gerangschikt. Meerdere maatregelen laten een relatief groot besparingspotentieel zien bij de zuivering van afvalwater. Bijvoorbeeld: • Verbetering van de voorbezinking • Bellenbeluchting in plaats van puntbeluchting • Recirculatie regelen op basis van nitraatgehalte • Thermische slibdesintegratie • Verbeteren rendementen warmtekrachtkoppeling (WKK) • Nuttig gebruik warmte van rookgassen van de WKK’s • Warmteterugwinning uit effluent Ook in het rioolbeheer zien we effectieve maatregelen zoals: • Verminderen rioolvreemd water • Afkoppelen koud hemelwater • Realtime control op rioolgemalen

Neerslag 2011/II

B9 BDUW BIF LQGG

33


In het watersysteem is de belangrijkste maatregel: • Het benutten van de energie in biomassa Ook kan er energie bespaard worden door maatregelen te treffen in onze kantoren en organisatie.

ENERGIE BESPAREN Het besparingspotentieel van de geselecteerde maatregelen bedraagt 247.200 GJ/jaar voor het beheersgebied van waterschap Regge en Dinkel en 183.800 GJ/ jaar voor het beheersgebied van waterschap Groot Salland. Bij elkaar bedraagt het besparingspotentieel 50-55% van het energieverbruik in het regionale watersysteem en de waterketen! Wij gaan ons dan ook inzetten voor het realiseren van maatregelen waar we direct of indirect invloed op hebben. Op basis van besparingspotentieel, implementatietijd en technische en organisatorische haalbaarheid hebben we deze maatregelen in de tijd gepland. Kijken we naar het effect van deze maatregelen in watersysteem en waterketen op de energie in de waterkringloop en laten we de huishoudens buiten beschouwing dan kunnen we tot 2027 een slag maken.

Resultaat marsroute voor watersysteem en waterketen (excl. huishoudens) Het besparingspotentieel van maatregelen in de waterketen en het watersysteem ten opzichte van het energieverbruik in huishouden is beperkt. Nemen we de hele waterkringloop in ogenschouw dan reduceren de door ons benoemde maatregelpakketten slechts 5% tot 6% van het totale verbruik in de waterkringloop. Doordat bijna 90% van het energieverbruik in de waterkringloop plaatsvindt binnen huishoudens, zal zonder samenwerking met bewoners, woningbouwcorporaties, gemeenten een energieneutrale stedelijke waterkringloop in 2027 onhaalbaar zijn.

ENERGIE IN SAMENWERKING Ieder huishouden of iedere organisatie in Twente of Salland heeft invloed op de energieneutraliteit van de waterkringloop. Juist daarom zoeken we de samenwerking op. 34

Neerslag 2011/II

B9 BDUW BIF LQGG


Onze gebruikelijke partners in de kringloop zijn de drinkwaterbedrijven, gemeenten en provincies. Maar ook met woningbouwcorporaties, projectontwikkelaars, bouwondernemers, afvalverwerkers, energieleveranciers, onderwijs- en onderzoeksinstellingen kunnen initiatieven worden genomen om de energieneutrale waterkringloop dichter bij te brengen. Met corporaties, gemeenten en projectontwikkelaars kunnen we initiatieven ontwikkelen om bijvoorbeeld de warmte in afvalwater te benuttenen. Neem bijvoorbeeld het aanbrengen van warmtewisselaars in doucheputjes als voorbeeld. Maar ook door toepassing van andere toiletten kan het energieverbruik in de kringloop worden verminderd. In dat geval kan zuivering van het afvalwater op het niveau van een straat of wijk plaatsvinden en biedt het kansen tot kleinschalige energie opwekking. Met afvalverwerkers, agrarische ondernemers, landschapsbeheerders en gemeenten zijn er mogelijkheden om organische (afval)stromen om te zetten in biogas. Door daarnaast een koppeling te leggen met de nutriĂŤntenhuishouding en het verbeteren van de bodemstructuur, kan met een integrale aanpak op meerdere fronten winst worden geboekt. Ook door biomassaproductie mee te nemen bij het beheer van sloten en watergangen kunnen stappen worden gezet. Met de industrie en dienstensector zien we kansen voor verduurzaming van de waterkringloop. Dat begint bijvoorbeeld bij een duurzame inrichting van bedrijventerreinen en omgang met afvalwater. Maar ook door het koppelen van warmteoverschot en warmtevraag tussen rioolwaterzuiveringsinstallaties en bedrijfslocaties liggen synergiekansen. Met onderwijs- en onderzoeksinstellingen zien we ook mogelijkheden. Enerzijds door een andere kijk op de waterkringloop onder de aandacht te brengen bij jonge generaties. Anderzijds door interessante vraagstukken voor te leggen en experimenteerruimte te bieden om tot innovatieve oplossingen te komen. Kortom; we hopen dat het concept van de energieneutrale waterkringloop anderen inspireert. In ieder geval wordt iedereen uitgenodigd om mee te werken aan het bereiken van deze stip op de horizon! Ton Voskamp, Waterschap Regge en Dinkel

Neerslag 2011/II

B9 BDUW BIF LQGG

35


Service Controllers, analysers & sensoren

Spectrofotometrie

Support

Duurzame innovatieve oplossingen voor wateranalyses Van ontwikkeling tot recycling. Voor meer informatie: www.hach-lange.nl Tel.: 0344-63 11 30

Monstername

Workshops Milieucentrum Electrochemie

B BVW& BIFB' LQGG

1000-21-0000-5930 Waternetwerk Neerslag 2-2011 Kleur: fc


Uit de pers WATERSCHAPPEN WEERSTAAN HOOG WATER Q De waterschappen en Rijkswaterstaat hebben de eerste twee weken van 2011 het hoog water goed weerstaan. Het waterpeil in de grote rivieren bleef over het algemeen een meter lager dan in 1995. De wateroverlast voor omwonenden beperkte zich tot ondergelopen wegen en enkele geĂŻsoleerde dorpen. De overlast stond in geen vergelijking met de enorme problemen die overvloedige regen in delen van AustraliĂŤ veroorzaakte. Ook elders in de wereld zorgde zware regenval voor overstromingen en slachtoffers. Hier bleef de overlast dus beperkt tot ondergelopen uiterwaarden en kades, met name langs de IJssel en de Maas. Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden verwijderde het drijfhout uit de uiterwaarden om beschadigingen aan de grasmat van de Lekdijk te voorkomen. Vanwege het aanhoudende hoog water op de Nederrijn/Lek installeerde het waterschap een noodpomp bij kasteel Amerongen. Deze pompt het kwelwater uit de fortgracht. Hierdoor blijft het water in de fortgracht op peil, waardoor overlast in het kasteel werd voorkomen. Evenals andere rivieren steeg de Roer uiteindelijk minder dan verwacht. De piekafvoer bedroeg hier om en nabij 135 kubieke meter per seconde. Waterschap

Hoogwater bij Maren Kessel op 12 januari jl. (foto: Waterschap Aa en Maas) . Neerslag 2011/II

B9 BDUW BIF LQGG

37


Roer en Overmaas verlengde uit voorzorg in Vlodrop een natuurlijke hoogte met zandzakken om de naastgelegen huizen te beschermen. Circa 50 inwoners werden persoonlijk geĂŻnformeerd door de gemeente Roerdalen, zodat zij zich zoveel mogelijk konden voorbereiden op het water. De piek in de Maas lag bij een waterstand van 46,35m+NAP en een afvoer van ongeveer 1900 kubieke meter per seconde. De kadewachten van het waterschap voerden dijkinspecties langs de Maas uit. Al het materieel, zoals pompen, coupures en demontabele kademuren, hebben dagenlang gefunctioneerd. De waterschappen in Noord-Brabant voerden op de kades en dijken beperkte dijkbewaking uit. Normaal staat het water op 2,20 meter boven NAP, nu stond het rond Den Bosch op 3,50 meter. De regen die half januari viel, leverde voor de sloten en beekjes in het regionale watersysteem vooralsnog geen problemen op. De waterschappen hebben zoveel mogelijk water zo snel mogelijk uit het gebied weggevoerd, zodat de sloten en beken regenwater konden opvangen. De waterlopen waren in sommige gevallen zichtbaar hoger zijn dan normaal, maar leverden geen probleem op. Waterschap De Dommel had op zes punten pompen standby staan. Volgens een hoogwaterdraaiboek worden die afhankelijk van de situatie, de verwachtingen en vooraf bepaalde waterstanden ingezet. Waterbergingsgebieden zijn daar niet ingezet. QQ

DAADKRACHT NODIG VOOR VEILIGE DIJK Den Haag - Q Reeds drie keer hebben de Nederlandse waterkeringen dit jaar de nieuwskolommen van de krant gehaald. En het waren niet de geringste nieuwsberichten. De dijken in de toch al door het wassende water geplaagde provincie Limburg zijn te laag en instabiel, zo werd begin januari bekend. Ruim een week later bleek dat landelijk honderden kilometers dijken, dammen en duinen niet voldoen aan de wettelijke veiligheidsnormen. En als voorlopig dieptepunt lanceerden de provincies Noord-Holland en Friesland vorige week een noodpijl vanwege de deplorabele toestand van de Afsluitdijk, met zijn 30 kilometer een van de langste kunstmatige zeeweringen ter wereld. Tussen die negatieve berichten door, ook een positief nieuwsfeit. Het Interprovinciaal Overleg (IPO) meldde en passant dat al die krakkemikkige waterkeringen eigenlijk nergens voor nodig zijn. Het is slechts een kwestie van onderhoud. Worden dijken, dammen en duinen doorlopend in het oog gehouden en wordt achterstallig onderhoud meteen weggewerkt, dan zullen de waterkeringen op termijn niet alleen voldoen aan de wettelijke veiligheidseisen, maar wordt ook flink geld bespaard. Zo logisch als de theorie is, zo betwistbaar is de praktijk. De voorzieningen die Nederland moeten beschermen tegen het water, worden niet permanent gespot, maar eens per zes jaar gecontroleerd. Na die periodieke keuring krijgen ze groen 38

Neerslag 2011/II

B9 BDUW BIF LQGG


of rood licht. Een tussenweg is er niet, lichtte Harry Keereweer, bestuurslid van het IPO en gedeputeerde in Gelderland toe. Het licht staat dus nooit op oranje. Een goedgekeurde waterkering kan weer zes jaar mee. Een afgekeurde moet tegen hoge kosten worden gerepareerd. ‘Wanneer een dijk niet volledig voldoet aan de strenge normen, is de situatie meestal nog acceptabel en hoef je niet meteen in te grijpen’, constateerde Keereweer. Het onderhoud van de dijken kan dus vaak over een langere periode worden uitgesmeerd. En als waterkeringen doorlopend worden onderhouden, hoeven ze niet eens in de zes jaar op de schop. ‘Dat is efficiënter en goedkoper.’ Voor een regering die poogt daadkracht uit te stralen, beweert pal te staan voor de veiligheid van Nederland en verregaand wil bezuinigen, ligt hier een gouden kans. Je zou zeggen: kabinet, omarm stante pede het plan van het IPO en Nederland wordt zienderogen veiliger. Bovendien wordt er geld als water bespaard. Het is de vraag of het zo ver zal komen. De lauwe reactie van de woordvoerder van staatssecretaris Atsma (infrastructuur en milieu) op vragen van deze krant over de toestand van de Afsluitdijk, geeft te denken. Het voornaamste dat ze meldde, was dat de slechte staat van de zeewering geen nieuws is. En dat er plannen bestaan om er iets aan te doen. De woorden zijn er. Het wachten is op daden. QQ Mario Silvester

Neerslag 2011/II

B9 BDUW BIF LQGG

39


:LMùVWRSSHQùDOùRQ]Hù HQHUJLHùLQùKHWùEHVSDUHQ YDQùGHùXZH

Rioolwater zuiveringsinstallatie (rwzi) Soerendonk: Een installatie van Waterschap De Dommel waar bij het ontwerp duurzaamheid centraal heeft gestaan. Alle verwerkte Emotron frequentieregelaars zijn in IP 54 uitgevoerd en voorzien van een industrieel Ethernet connectie op basis van Modbus TCP/IP

Focus op duurzaamheid Voor het waterschap is duurzaamheid een belangrijk punt. Daarbij hoort ook het creëren en beheren van een omgeving met een dusdanige kwaliteit dat huidige en toekomstige generaties er graag willen wonen, werken en recreëren. En er is ruimte voor ontwikkeling van natuur. Dit streven is haalbaar verwerkt in het ontwerp. Het aspect duurzaamheid uit zich onder andere bij de bouw in: • Gebruik maken van energiezuinige apparatuur/systemen en zonne-energie; • Emotron frequentieregelaars zijn toegepast om vraag en aanbod in het proces optimaal op elkaar af te stemmen zodat er niet meer energie wordt gebruikt dan strikt noodzakelijk is. • Er wordt zoveel mogelijk gebruikgemaakt van vrij verval, de natuurwet waarbij water altijd van hoog naar laag stroomt, daarbij bespaart men aanschaf- en energiekosten van pompen. • Hergebruik en/of bewerking van sloopmateriaal, zoals asfalt. Emotron wil bijdragen aan een duurzamere levensstijl door zijn producten optimaal af te stemmen op het proces en hierdoor inefficiëntie in energiegebruik te voorkomen. Meer informatie? T +31(0)497-389222 • info@emotron.nl • www.emotron.nl Kijk voor meer informatie en projecten van Waterschap De Dommel op www.dommel.nl.

B BVW& BIFB+ LQGG

1000-21-0000-5606 Waternetwerk Neerslag 2011-2

Kleur: fc


Meten aan Riooloverstorten en de praktijk Tot voor kort werd het functioneren van de riolering met theoretische modellen getoetst. Op basis van die modellen zijn omvangrijke investeringen gedaan in de riolering. Gelukkig ontstaat er steeds meer het besef dat het belangrijk is om het functioneren in de praktijk ook in de vingers te hebben. In het kader van de samenwerking die wij als Waterschap Groot Salland met de gemeentes hebben, zijn er tot nu toe op ongeveer honderd meetlocaties verdeeld over ons hele beheersgebied, meetinstrumenten geplaatst. Natuurlijk komt dit zo maar niet uit de lucht vallen. In een meetplan worden van te voren al duidelijke afspraken over gemaakt over o.a de meetvragen, meetlocatie, kosten, taakverdeling, type meting, etc.

HET METEN IN DE PRAKTIJK Sinds augustus 2009 ben ik mij bezig gaan houden met het meten in de riolering. Dat dit niet een activiteit is die je er zo maar even bij kunt doen blijkt uit het volgende. Ik neem u mee naar de problemen (of laten we maar spreken van uitdagingen) waar we in de praktijk zoal tegenaan lopen.

Neerslag 2011/II

B9 BDUW BIF LQGG

41


BASISGEGEVENS: Samen met de beleidsmedewerker van de gemeente wordt de meetbehoefte bepaald bij een bepaalde locatie. Alle meetbehoeften worden samengevoegd in een meetplan die lijdend is voor de samenwerking. De gemeente dient een geactualiseerde (revisie) tekening van de riooloverstort te verzorgen. Wanneer er geen revisietekening voorhanden is dient de gemeente een putdekselhoogte in m[NAP] aan te leveren. Bij twijfel is het van essentieel belang om de putdekselhoogte opnieuw in te laten meten. Deze maatvoering is zeer belangrijk omdat dit de basis vormt voor de gehele meetopstelling.

MEETLOCATIE EN INVENTARISEREN: Wanneer de locatie bekend is, gaan we met een medewerker van de gemeente de meetlocaties inventariseren (gebiedskennis is een must) We bezoeken de locaties, om fouten te voorkomen, en om zeker te zijn van de juiste overstortlocatie en dat we aan de goede kant van de overstortdrempel meten. Ook wordt tijdens dit bezoek van boven af de overstort bekeken en globaal de putdiepte opgenomen. Dit is nodig om het juiste meetbereik van de te installeren niveausensor te kiezen. Verder is het belangrijk om een indruk te krijgen of er tijdens de installatie werkzaamheden eventuele verkeersmaatregelen moeten worden genomen.

AFSPRAAK MAKEN MET INSTALLATEUR / LEVERANCIER Wanneer de basis gegevens bekend zijn zorgen we ervoor dat deze informatie bij de installateur/leverancier van de datalogger terechtkomt. Deze kan dan voor elke riooloverstort de juiste logger samenstellen. (Bv: SMS, GPRS, meetbereik sensor enz). Wanneer de logger is samengesteld maken we een afspraak wanneer we over gaan tot installatie.

INSTALLEREN VAN DE RIOOLOVERSTORTLOGGER Tijdens het installeren van de riooloverstortlogger begeleiden we dit hele proces, volgens de gemaakte afspraken. Enkele aandachtspunten zijn: 1. Veiligheid: – Belangrijk is dat de verkeersveiligheid in acht genomen wordt – Bij het betreden van de put is het verplicht om door een (meet)bevoegd persoon een meting uit te laten voeren. Bij deze meting gaat het om: H2S, LEL, zuurstof. – Wanneer de situatie hierom vraagt zal er afgelijnd afgedaald dienen te worden in de put, hiervoor is binnen WGS een werkinstructie opgesteld. – De put zal tot een aanvaardbaar niveau schoon moeten zijn (anders reinigen). – Rioolgemalen dienen uitgeschakeld te worden en eventueel ook injectiepunten van drukriolering.

42

Neerslag 2011/II

B9 BDUW BIF LQGG


2. Plaatsen van de drukopnemer De drukopnemer wordt in de daarvoor bedoelde PVC geleiderbuis geplaatst. Het is aan te bevelen om de geleiderbuis te monteren met de daarvoor bedoelde RVS beugels en schroeven. Wanneer dit nodig is wordt een aantal 45° te verlijmen bochten geplaatst (let op de diameter van de sensor, deze moet hier geen hinder van ondervinden. Ook wordt de onderkant van de geleiderbuis voorzien van een aantal rondom geboorde gaten. Hiermee wordt de betrouwbaarheid van de meting gegarandeerd en eventuele verstoppingen worden voorkomen. 3. Plaats van de drukopnemer en logger De drukopnemer wordt vlak boven de binnen-onderkant buis (BOB) geïnstalleerd. Daarmee kunnen meer meetdoelstellingen in de toekomst worden gerealiseerd. Voor een nauwkeurige meting verdient het de aanbeveling om de opnemer op ruime afstand van de overstortdrempel te monteren. Tevens moet de invloed van turbulentie van afvalwater voorkomen worden door de opnemer in de ‘luwte’ te installeren. De datalogger en de eventuele drukcompensator dienen op een deugdelijke wijze en zo hoog mogelijk in de put gemonteerd te worden. 4. Telecommunicatie: Ter plaatse wordt een netwerk test gedaan of de signaalsterkte van het modem voldoende is, dit wordt ook wel dekking genoemd. Afhankelijk van de dekking van een provider wordt een meetsysteem op een bepaalde wijze geïnstalleerd. Bij de standaard uitvoering zit de antenne in een meetkast. Als de dekking onvoldoende blijkt te zijn, wordt een externe antenne tot het straatniveau gebracht en deze wordt dan in een daarvoor bestemde pvc-buis geplaatst. In het uiterste geval kan de externe antenne in een kastje boven het maaiveld worden gebracht (hufterproef). 5. Testen van de datalogger: – Eerst worden door de installateur de juiste gegevens in het programma ingevoerd zoals putdekselhoogte, drempelhoogte, drempelbreedte, type drukopnemer (bereik), referentieniveau druksensor, BOB enz. Daarna volgt er een controle of alles op de juiste wijze in het programma is gekomen – Controle natte kalibratie – Controle of het geïnstalleerde telefoonnummer daadwerkelijk een goede verbinding maakt met de hoofdpost (inbellen) Neerslag 2011/II

B9 BDUW BIF LQGG

43


– Controle of de dekking voldoende is – Controle van de batterijspanning – Tijdsynchronisatie of de systeemtijd van de hoofdpost overeenkomt met de systeemtijd van de logger; ook aandacht voor de keuze tussen zomer/wintertijd 6. Verslaglegging: een aantal zaken moeten duidelijk worden omschreven zoals: – Bij welk type overstort we meten; – De locatiegegevens zoals: straatnaam, putdekselnummer en eventueel de GPRS-coördinaten; – Een aantal foto’s, o.a van de omgeving, de ligging van het putdeksel in de straat, de opbouw van de logger, inwendig van de overstortput; – Omschrijving van het meetsysteem: type logger, meetbereik druksensor, kalibratierapportage.

TWIJFEL EN NAUWKEURIGHEID: Een belangrijk instrument voor meten in de riolering zijn de waterniveaumeters (drukopnemers). Deze meters worden vooral bij overstortlocaties geïnstalleerd. Ik heb een instrument ontwikkeld waarmee op eenvoudige wijze een ijking van deze drukopnemers op locatie kan worden uitgevoerd. Dit instrument is een plexiglazen buis die tot een bepaalde hoogte met water wordt gevuld. Op een bepaalde hoogte is er een aftapkraantje gemonteerd waardoor het overtollige water eruit kan lopen en er altijd een gegarandeerde waterkolom boven de sensor zit. Door de drukopnemer in deze buis te hangen en de datalogger aan te sluiten op de laptop kunnen we ter plekke aflezen welk waterniveau deze opnemer in het programma weergeeft en of deze waarde overeenkomt met de waterhoogte in de buis. De reden voor deze natte kalibratie in deze buis is, dat er tijdens de installatie vaak onvoldoende water in het rioolstelsel aanwezig is. Door het uitvoeren van deze kalibratietest is er bij een aantal locaties een te grote afwijking van de drukopnemer geconstateerd; (bv. op een bereik van 0-300 cm een aantal cm) deze zijn of worden op korte termijn bijgesteld of vervangen. Daarom is blind afgaan op het bijgeleverde testrapport van de drukopnemer echt niet verantwoord! Deze manier van kalibreren is beloond met een nominatie voor de innovatieprijs 2010 van het Waterschap Groot Salland

ONDERHOUD We hebben er bewust voor gekozen om in dit eigen beheer uit te voeren. Binnen WGS hebben wij een afdeling Beheer en Onderhoud. Deze afdeling verzorgt al voor diverse gemeenten het onderhoud en afhandeling van storingen aan rioolgemalen. Daarom was het een logische keuze om hierbij aan te sluiten. Voordat we zijn gestart met het uitvoeren van het onderhoud aan de dataloggers, hebben we door de leverancier een interne opleiding laten verzorgen. Dit was nodig om een goed inzicht te krijgen van zaken waar we bij het onderhoud op moesten letten. Doordat we in ieder geval jaarlijks de systemen in onderhoud hebben en daarom de situatie ter plekke kunnen opnemen, houden we controle op het meten. Tijdens dit onderhoud voeren we de volgende activiteiten uit: 44

Neerslag 2011/II

B9 BDUW BIF LQGG


– Schoonmaken van de meetkast, vervanging afdichtingsring meetkast, controle/ vervangen batterij, vervangen silicagel zakjes, doorspuiten van de geleiderbuis met hoge druk, schoonmaken drukopnemer, controle bevestiging, tijdsynchronisatie, nulpuntdrifting d.m.v meetbuis; – Controle of de dekking nog voldoende is.

OPHEFFEN VAN STORINGEN Onze hoofdpost (Clearscada) is zo ingericht dat we op afstand onze meetsystemen kunnen controleren. Wanneer de communicatie gedurende een periode van > 24 - 48 uur wegvalt komt er een storingsmelding binnen d.m.v sms of e-mail. We kunnen zo controleren en er zeker van zijn dat onze meetdata binnenkomt. Wanneer dit niet het geval is nemen we contact op met de afdeling Beheer en Onderhoud. Deze zal dan de dienstdoende monteur oproepen om deze storing op te lossen. We hebben korte lijnen om deze stortingen op te lossen: – De storingsmonteurs zijn verdeeld over het hele beheersgebied, daarom zijn er korte aanrijtijden; – De monteurs zijn bekend met de situatie.

CONCLUSIE Ik hoop dat ik hierdoor een beeld heb geschetst hoe wij het meten in de praktijk binnen Waterschap Groot Salland hebben opgepakt. Natuurlijk kan er op sommige onderdelen nog een verbeterslag gemaakt worden, daarom is het ook belangrijk dat de kennis die hierover beschikbaar met elkaar te delen en te gebruiken. Ik wil daarom dan ook dit artikel afsluiten met: ‘de praktijk zal het ons leren’ . Wim Brink, Waterschap Groot Salland

Neerslag 2011/II

B9 BDUW BIF LQGG

45


( 9(5%,1',1*(1

. 9$ 6 7

Ź GH JULS QHHPW WRH QDDUPDWH GH GUXN LQ GH OHLGLQJ YHUKRRJW

75(

1(;7 *(1(5$7,21 8/75$*5,3 ‡ )OHQVDGDSWHUV ‡ .RSSHOLQJHQ ‡ (LQGNDSSHQ

3URJUHVVLHYH HQ LQQRYDWLHYH *5,3 PHWKRGH *HVFKLNW YRRU JLHWLM]HU VWDDO 39& HQ 3( 1X OHYHUEDDU LQ GLDPHWHUV YDQ '1 W P '1

,PEHPD 'HQVR % 9 1LMYHUKHLGVZHJ 3RVWEXV 1/ $' +DDUOHP 7HO )D[ ( PDLO LQIR#LPEHPDGHQVR QO ZZZ LPEHPDGHQVR QO (HQ RQGHUQHPLQJ YDQ GH ,PEHPD *URHS

B3HBIF LQGG


Zonnepanelen waterschap Velt en Vecht Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) heeft bij waterschap Velt en Vecht verder invulling gekregen. Op het dak van het districtskantoor Sleen zijn zonnepanele aangebracht, die eind oktober 2010 in werking zijn gesteld. Circa 2000m2 zonnepanelen gaan hier jaarlijks 200MWh aan energie opwekken. Dit dekt ongeveer 1/3 deel van de energiebehoefte van de naastgelegen rioolwaterzuivering Sleen. De verwachting is dat het grootste deel van de opgewekte energie door de rioolwaterzuivering zelf zal worden gebruikt. Op zonnige dagen zal er sprake zijn van een klein overschot, dat aan het elektriciteitsnet wordt teruggeleverd. Velt en Vecht geeft met de zonnepanelen mede invulling aan de Meerjarenafspraak Energie-efficiĂŤntie (MJA3), die de deelnemende waterschappen verplicht jaarlijks 2% minder fossiele brandstoffen te gebruiken. Met een jaarverbruik van circa 11 GWh (Gigawattuur) dekt de opgewekte 200 MWh zonne-energie bijna de verplichting voor ĂŠĂŠn jaar. Bij de bouw van het districtskantoor in het jaar 2004 is al rekening gehouden met een eventuele plaatsing van de panelen. Zo is het gebouw goed op het zuiden georiĂŤnteerd en heeft het dak een lichte helling. Hierdoor kan optimaal van de zonnestraling worden geprofiteerd. Een installatie van zonnepanelen is in Nederland in het algemeen niet of nauwelijks rendabel. Daarvoor is de prijs van de panelen nog te hoog. Maar na het verkrijgen van SDE subsidie en een subsidie van de provincie Drenthe kon de installatie op een economisch verantwoorde basis worden gerealiseerd. De SDE subsidie bestaat uit een jaarlijkse vergoeding per geproduceerde kilowattuur, gedurende een looptijd van 15 jaar. De subsidie van de provincie Drenthe bestond uit een eenmalige bijdrage, bij start van het project. Voor de uitvoering is een Europese aanbesteding gehouden. Begin juli werd het contract met de aannemer getekend en direct na de vakantie werd in augustus van dit jaar met de uitvoering gestart. Na een voorspoedige uitvoering kon zoals gezegd eind oktober de energieproductie van start gaan. Bart Stokvis, Waterschap Velt en Vecht Neerslag 2011/II

B9 BDUW BIF LQGG

47


Verslag van de rondleiding op het Waterwinstation ir. Cornelis Biemond te Nieuwegein op 2 december 2010

Sectie Noord-Holland bezoekt Waterwinstation te Nieuwegein INLEIDING Er is weinig zoet grondwater in Noord-Holland; geen grondwater dat geschikt is om drinkwater aan te maken. In de duinen en het Gooi wordt dat wĂŠl aangetroffen maar het is niet toereikend. Sinds 1957 komt er water van elders om de geslonken duinvoorraad aan te vullen. Dat is het werk van de n.v. Watertransportmaatschappij Rijn-Kennemerland (WRK) dat door de provincie Noord-Holland en Amsterdam samen in 1952 is opgericht. De WRK levert goed gezuiverd oppervlaktewater als grondstof voor drinkwaterbedrijven en industrie. De WRK onttrekt vanuit de vestigingen in Nieuwegein en Andijk oppervlaktewater aan de Rijn en het IJsselmeer en bewaakt uiteraard deze kwaliteit nauwlettend. De WRK transporteert het water vanuit de productievestigingen naar de duinwaterwinplaatsen van Waternet en de N.V. PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland, die het weer infiltreren in de duinen t.b.v. de productie van drinkwater.

48

Neerslag 2011/II

B9 BDUW BIF LQGG


IR. CORNELIS BIEMONT Het waterwinstation ir. Cornelis Biemont in Nieuwegein (capaciteit 150.000.000 m3/jaar) onttrekt het water aan het Lekkanaal. Twee leidingsystemen, WRK-1 en WRK-2, transporteren vanaf het station voorgezuiverd water naar Noord-Holland. Het Prinses Juliana waterwinstation te Andijk ontrekt water uit het IJsselmeer; ook op dit station wordt het water voorgezuiverd en via het leidingsysteem WRK-3 naar Noord-Holland getransporteerd. De openbare drinkwatervoorziening van Noord-Holland is bijna geheel afhankelijk van de duininfiltratie hetgeen zorgt voor een natuurlijke kwaliteitsverbetering van het oppervlaktewater. Technische gegevens waterwinstation 1. Ruwwateronttrekking 25.200 m3 /uur – 7 m3/sec. 10 pompen van respectievelijk: 2* 1200 m3/uur – 2 * 2400 m3/uur – 2 * 2700 m3/uur – 4 * 3100 m3/uur. Deze pompen hebben een opvoerhoogte van 5 m. sprake van 3 coagulatieeenheden, elk bestaande uit: - aanvoerkanaal met hoeveelheidsmeting – vlokvormingskelders in coag.gebouw afmetingen tweemaal 18,30 * 16,60 * 4,10 m; verblijftijd ca. 20 minuten – bezinkbassin afmetingen 300 * 120 * 2,50 m. 2. Leveringsvermogen WRK-I: ca. 70 miljoen m3/jaar WRK-II: ca. 80 miljoen m3/jaar 3. Transportleidingen (totale lengte 213 km) WRK-I Nieuwegein – Vogelenzang: lengte 54 km, diameter 1500 mm Leiduin – Castricum: lengte resp. 19 en 8 km, diameter resp. 1200 en 1000 mm WRK-II Nieuwegein – Vijfhuizen: lengte 50 km, diameter 2 * 1200 mm Vijfhuizen – Vogelenzang: lengte 12 km, diameter 1200 mm Vijfhuizen – Velsen: lengte 16 km, diameter 1200 mm

Neerslag 2011/II

B9 BDUW BIF LQGG

49


HET ZUIVERINGSPROCES Uit het Lekkanaal wordt water tot een hoogte van 4,00m + NAP opgepompt om vervolgens onder vrij verval het zuiveringsproces te doorlopen. In het coagulatiegebouw wordt ijzerchloride gedoseerd waardoor d.m.v. vlokvorming de zwevende stoffen worden gebonden. Deze vlokken worden afgevangen in het bezinkbassin, een vijver die langzaan wordt doorstroomd zodat bezinking van de vlokken kan plaatsvinden en kunnen worden afgescheiden (= coagulatieproces). De resterende slibdeeltjes worden verwijderd in zandfilters. Een kwetsbaar punt in het zuiveringsproces vormt de inname als gevolg van calamiteiten op de Rijn veroorzaakt door industriĂŤle lozingen en door lozingen als gevolg van scheepsongevallen.

TRANSPORTSYSTEEM IR. CORNELIS BIEMONT Enkele leiding (WRK 1) - Een enkele leiding voert water van Nieuwegein naar de ontvangstvijver in de Amsterdamse Waterleidingduinen nabij Vogelenzang. Van hieruit wordt een deel verpompt naar Beverwijk t.b.v. infiltratie in de duinen en levering aan Crown van Gelder en Hoogovens. Het daarna nog resterende water wordt bij Castricum in de duinen geĂŻnfiltreerd. Dubbele leiding (WRK 2) - Twee lange leidingen vormen het tweede leidingstelsel. Levering hierdoor vindt plaats naar een tweede ontvangstvijver in het duingebied van Waternet en naar Crown van Gelder en de Hoogovens. Het ten behoeve van de drinkwaterleidingbedrijven aangevoerde water verblijft gemiddeld 6 tot 8 weken in de duinen voor het tot drinkwater wordt gezuiverd. Water is een bron van leven, verfrissend, verkoelend,verhelderend. Echt iets om van te genieten en om zuinig op te zijn. Jan Molenaar, Secretaris KNW, sectie Noord-Holland

50

Neerslag 2011/II

B9 BDUW BIF LQGG


Deflectieschot voorbezinktanks rwzi Eindhoven Toepassing van deflectieschotten in de voorbezinktanks van rwzi Eindhoven heeft een grote verbetering opgeleverd voor de verwijdering van primair slib. In het verleden ontstonden na en tijdens regenwateraanvoer problemen bij de afvoer van dit slib. Het gevolg was dat in de bedrijfsvoering veel tijd besteed werd aan het voorkomen en de bestrijding hiervan. Analyse door metingen en simulaties heeft geleid tot een maatregelenpakket, waarmee het probleem nagenoeg is opgelost.

REGEN LEIDT TOT VERSTOPPING De rwzi Eindhoven heeft een maximale hydraulische capaciteit van 35.000 mÂł/h, waarvan 26.500 mÂł/h biologisch wordt gezuiverd. De rwzi is uitgerust met 3 voorbezinktanks van 60 meter diameter en een kantdiepte van 2,5 meter. De maximale hydraulische belasting per tank is 8.750 mÂł/h. Het primair slib wordt samen met het secundair slib middels een persleiding over een afstand van 7 kilometer naar de slibverwerking te Mierlo verpompt. Doordat bij verhoogde aanvoer van afvalwater het primair slib naar buiten werd gedrukt nam de concentratie van het slib in de kern af. Dit had als gevolg dat de slibpompen werden gestopt en de hoeveelheid slib in de tank zich ophoopte. Na de rwa situatie werden ruimerbruggen met een intensieve start-stop strategie bedreven om het inmiddels ingedikte slib niet te snel naar de slibkegel te verplaatsen. Het verpompen van slib nam vervolgens veel tijd in beslag. Daarnaast ging het primair slib, als gevolg van de langere verblijftijden, gisten en opdrijven. Stagnatie van de afvoer van primair slib leidde tevens tot problemen op de slibverwerking in Mierlo. Door het ontbreken van primairslib nam de ontwaterbaarheid van het in Mierlo aangeboden slib sterk af, waardoor de installatie in Mierlo niet meer optimaal functioneerde. Dit alles was voor waterschap De Dommel aanleiding om een onderzoek te starten naar een oplossing van dit probleem.

HOGE HYDRAULISCHE BELASTING BLOKKEERT DE PRIMAIRSLIBGOOT In eerste instantie zijn er metingen verricht in de voorbezinktanks. Meting van slibspiegel en slibgehaltes op verschillende locaties en dieptes in de voorbezinktanks gaven veel inzicht in de problematiek. Bij een belasting tot 4.000 mÂł/h per tank werden geen problemen waargenomen. Er bevond zich enkel slib rondom de slibkegel in het centrum van de voorbezinktank en richting de buitenkant van de tank werd nauwelijks slib waargenomen. Neerslag 2011/II

B9 BDUW YHUQZVBIF LQGG

51


Tussen de 4.000 mÂł/h en de 5.000 mÂł/h bleek het omslagpunt te liggen, het tegenovergesteld beeld werd waargenomen, er bevond zich nauwelijks slib in het centrum van de tank en er hoopte zich slib op aan de buitenkant van de tank. Om een beter beeld te krijgen van het probleem heeft waterschap de Dommel aan DHV gevraagd om simulaties uit te voeren van de voorbezinktanks. Hierbij is gebruik gemaakt van het nabezinktankmodel FAST2D dat geschikt is gemaakt voor simulatie van voorbezinktanks. De resultaten van de simulaties bevestigden het beeld van de metingen. Bij een belasting boven de 4.000 mÂł/h werd de afvoer van primair slib geblokkeerd door het instromende water. Er was sprake van kortsluitstroming van influent naar de primairslibonttrekking. Onderstaande figuren 1 en 2 tonen dit proces. Bij regenweercondities werd hierdoor alleen influent verpompt met de primairslibpompen. Het ingedikte primair slib in de voorbezinktank kon niet meer geruimd worden naar de slibkegel en hoopte zich op in de voorbezinktank. Na afloop van de rwa situatie werd de hydraulische blokkade opgeheven en kon het primairslib middels de ruimers naar de slibkegel worden gebracht. Om verstopping in de slibkegel en zuigleidingen van de primairslibpompen te voorkomen werd het ruimen van het slib zeer voorzichtig uitgevoerd.

figuur 1: hydraulische blokkade zonder deflectieschot

figuur 2: geen hydraulische blokkade met deflectieschot

DE OPLOSSING IS EEN DEFLECTIESCHOT Toepassing van deflectieschotten is een gebruikelijke oplossing voor kortsluitstroming in nabezinktanks. Voor zover bekend is een deflectieschot nog niet eerder toegepast in voorbezinktanks. Het was echter een voor de hand liggende maatregel om de problemen in de voorbezinktanks van rwzi Eindhoven op te los52

Neerslag 2011/II

B9 BDUW YHUQZVBIF LQGG


sen. De aanpassingen zijn meegenomen in het ingeplande groot onderhoud van de voorbezinktanks. Het totale maatregelenpakket bestond uit: – plaatsing nieuwe brug, – aanbrengen bedekking op de vloer, – plaatsing nieuwe inlooptrommel, – plaatsing deflectieschot – aanbrengen voorziening om lucht en water in de slibkegel te krijgen. De laatstgenoemde maatregel is vanuit de bedrijfsvoering geadviseerd en bedoeld om het slib in de kegel op te mengen en te verdunnen, mochten er alsnog problemen optreden.

METINGEN TONEN SUCCES MAATREGELEN Na aanpassing van de eerste voorbezinktank heeft waterschap de Dommel metingen verricht om te onderzoeken of de maatregelen het beoogde effect hadden. De bedrijfsvoerders hadden inmiddels de ervaring dat de aangepaste voorbezinktank veel beter functioneerde. Een meetdag is uitgevoerd om gericht te onderzoeken of de afvoer van primair slib tijdens hoge hydraulische belasting niet meer onderbroken wordt. Hiervoor is tijdens een droge dag water gespaard in het rioolstelsel van Eindhoven. Vervolgens zijn de influentpompen handmatig op maximale capaciteit gezet, om zo een hydraulische piek te veroorzaken. Deze aanpak heeft als nadeel dat naar verwachting minder vuil wordt aangevoerd naar de rwzi, dan tijdens een echte neerslag gebeurtenis. Wel konden de metingen op deze manier onder gecontroleerde omstandigheden worden uitgevoerd. Figuur 3 toont het resultaat van de meting. Weergegeven zijn het debiet over de voorbezinktank en de primairslibconcentratie in zuigleiding. Bij hoge hydraulische belasting fluctueert de primairslibconcentratie sterk, maar er worden wel hoge concentraties gemeten. De pieken in de primairslibconcentratie hebben

Figuur 3. Primairslibconcentratie en belasting voorbezinktank 3 tijdens meetdag. Neerslag 2011/II

B9 BDUW YHUQZVBIF LQGG

53


dezelfde omlooptijd als het ruimerblad. Dit duidt erop dat de ruiming sterk afhankelijk is van de ruimerbladen. Overigens zal dit effect tijdens een echte RWA situatie minder zijn, omdat meer vuil aangevoerd wordt naar de voorbezinktanks en de slibkegel dan vol zal zitten met slib. Er is tijdens de meetdag geen ophoping van slib aan de buitenkant de voorbezinktank gemeten. Klaarblijkelijk wordt het slib Ăłf afgevoerd naar de slibkegel, of afgevoerd via de overstort van de tank. Bij een oppervlaktebelasting groter dan 6.000 mÂł/h neemt het rendement van de voorbezinktank af ten gevolge van de hoge oppervlaktebelasting. Desalniettemin blijft er primairslib afgevoerd worden. Hiermee zijn de maatregelen succesvol gebleken.

GASVORMING VERBUIGT OPHANGING De nieuwe constructie heeft inmiddels vele maanden met positieve resultaten gefunctioneerd. Op 23 augustus 2010 bleek de constructie echter niet optimaal te zijn. De slibafvoer naar de slibverwerking in Mierlo was tijdelijk gestagneerd, waardoor, als gevolg van langere slibverblijftijden, gasvorming en slibopdrijving optrad onder het deflectieschot. De opening tussen aanvoerbuis en deflectieschot bleek niet toerijkend om het opdrijvend slib en gevormde gas af te voeren. De opwaartse kracht was dusdanig dat de ophanging verboog en het deflectieschot omhooggeduwd kon worden tegen de inlooptrommel. Het boren van gaten in het deflectieschot (rond 150 mm) heeft niet geleid tot de gewenste verbetering. Momenteel wordt onderzocht of de deflectieschotten direct aan de inloopbuis kunnen worden bevestigd. Hiermee kan de maximaal berekende opwaartse druk die bij gasvorming eventueel kan ontstaan worden opgevangen.

EVALUATIE De voorbezinktanks van rwzi Eindhoven zijn ontworpen op een oppervlaktebelasting van 3 m/h. Dit is een gebruikelijk ontwerpgetal. De voorbezinktanks hebben een grote diameter van 60 meter. Hierdoor bleken ze gevoelig te zijn voor kortsluitstromen met alle gevolgen van dien. Plaatsing van een deflectieschot is een effectieve maatregel gebleken. De situatie op rwzi Eindhoven is niet uniek in Nederland. Vergelijkbare voorbezinktanks zijn vaker toegepast. Op rwzi Eindhoven was verstopping een acuut probleem. Plaatsing van een deflectieschot heeft dit probleem opgelost. Daarnaast heeft het deflectieschot het voordeel dat de concentratie van primair slib constanter is, wat een positief effect heeft op de slibverwerking. Verhoging van het verwijderingsrendement heeft geleid tot minder doorslag van slib naar het actiefslibsysteem wat voordelen voor het proces oplevert. Dergelijke voordelen kunnen ook op andere installaties in Nederland behaald worden. Edward van Dijk, DHV Peter van Dijk, Waterschap de Dommel

54

Neerslag 2011/II

B9 BDUW YHUQZVBIF LQGG


VERENIGINGS NIEUWS nummer 2-2011

AGENDA KNW 7 april: Veilig werken in het buitenland Internationale samenwerking en projecten brengen ons naar alle uithoeken van de wereld. Soms naar landen waar wij minder goed bekend zijn, soms direct volgend op een (natuur)ramp en soms naar landen die politiek instabiel zijn. Hoe geven wij aan alle relevante aspecten – veiligheid in het algemeen, criminaliteit, corruptie, agressie en veiligheid rondom het eigen project zoals persoonlijke veiligheid, veiligheid op de bouwplaats etc. – de juiste aandacht? Dit staat centraal tijdens de bijeenkomst Veilig werken in het buitenland, die op 7 april wordt georganiseerd door themagroep Internationaal van KNW. www.waternetwerk.nl 7 april: Doelmatigheid verbeteren in stedelijk waterbeheer In de vorig jaar gesloten overeenkomst tussen de VNG en de Unie van Waterschappen wordt gesproken over doelmatigheidsverbetering en een meer bedrijfsmatige aanpak m.b.t. bedrijfsvoering. Dit vormt de basis voor de bijeenkomst Doelmatigheid verbeteren in Stedelijk Waterbeheer, die op 7 april door Contactgroep Stedelijk Waterbeheer wordt georganiseerd bij Arcadis in Apeldoorn. Naast theorie komen ook de ervaringen uit het veld aan de orde. En uiteraard is er volop gelegenheid voor discussie. www.waternetwerk.nl 12 april: Innovatieve aanpak eutrofiÍring in combinatie met koudewinning: een win-win situatie? Tijdens deze themamiddag van Koninklijk Nederlands Waternetwerk, die op 12 april in het Waterschapshuis in Amersfoort zal plaatsvinden, zal een innovatieve aanpak van eutrofiÍring in combinatie met koudewinning centraal staan. Zuurstoftoediening bij de bodem kan in bepaalde situaties bijdragen aan het oplossen van de fosfaatproblematiek in diepe plassen in West-Nederland. De kosten van deze techniek zijn aanzienlijk lager dan die van defosfateren. Door de techniek bovendien Neerslag 2011/II

B9 BDUW YHUQZVBIF LQGG

55


te combineren met voorgenomen KRW-maatregelen en met koudewinning ontstaat een financieel aantrekkelijke combinatie die kan leiden tot een betere waterkwaliteit ĂŠn een flinke CO2-emissiereductie. Op de bijeenkomst worden het onderzoek en de eerste resultaten toegelicht en zal er ruimte zijn om vragen te beantwoorden en te kijken naar de toepasbaarheid in de praktijk. www.waternetwerk.nl 14 april: Voorjaarscongres Samen meer water(keten)! Op 14 april vindt het jaarlijkse voorjaarscongres van KNW plaats met als thema samenwerken, van elkaar leren en doelmatigheid verbeteren. Door reflectie en interactie gaan we met elkaar in gesprek over de watersector van de toekomst. Samenwerken en van elkaar leren staan hierbij centraal. Social media spelen tijdens het congres een grote rol. Aanwezigen kunnen direct via o.a. Twitter en sms reageren op de sprekers en elkaar, waardoor het congres een vernieuwend en interactief karakter zal hebben. www.waternetwerk.nl 12 mei: Bescherming drinkwaterbronnen Op donderdag 12 mei organiseert themagroep Waterkwaliteit van Koninklijk Nederlands Waternetwerk een middagbijeenkomst over de bescherming van drinkwaterbronnen. Tijdens deze bijeenkomst zal worden gediscussieerd over actuele beleidsontwikkelingen en vragen zoals is de huidige regelgeving voldoende? Helpt de KRW en het nieuwe instrument gebiedsdossiers? Hoe komen we van gebiedsdossiers tot ‘echte’ maatregelen? Handhaven we voldoende en werken we daarin goed samen? Inleidingen voor deze discussie worden verzorgd door vertegenwoordigers van het RIVM, Provincies, Waterleidingbedrijven en gemeentelijke Milieudiensten. www.waternetwerk.nl 12 mei: Bestuurlijke sensitiviteit Op donderdag 12 mei organiseert Koninklijk Nederlands Waternetwerk samen met Wateropleidingen een bijeenkomst over bestuurlijke sensitiviteit in het Waterhuis in Nieuwegein. Deze bijeenkomst is bedoeld om de samenwerking en het onderlinge begrip tussen bestuurders en professionals te verbeteren. Tijdens de bijeenkomst komen adviseurs uit alle takken van de watersector bijeen om kennis en ervaringen te delen met verschillende publiekrechtelijke en privaatrechtelijke organisaties. 56

Neerslag 2011/II

B9 BDUW YHUQZVBIF LQGG


Aan de hand van verschillende workshops komen allerlei vragen omtrent bestuurlijke sensitiviteit aan de orde en worden verschillende succesvolle praktijkvoorbeelden aangehaald. www.waternetwerk.nl 13 mei: Fosfaatschaarste – een geluk bij een ongeluk De wereldvoorraad fosfaaterts is beperkt. Om die reden is er belangstelling voor terugwinning van fosfaat uit stedelijk afvalwater. Er zijn diverse mogelijkheden om fosfaat uit afvalwater te halen: uit de hoofdstroom, deelstroom en/of bij de slibverwerking. De fosfaatverwerkende industrie wil het zogenaamde ‘groene fosfaat’ afnemen indien het aan bepaalde kwaliteitseisen voldoet. Tijdens de bijeenkomst die Themagroep Afvalwaterbehandeling van Koninklijk Nederlands Waternetwerk op 13 mei organiseert, komen de laatste ontwikkelingen en stand van zaken op dit gebied uitgebreid aan bod. www.waternetwerk.nl 19 mei: Watersymposium Op donderdag 19 mei 2011 organiseert Stichting Kennisuitwisseling IndustriĂŤle Watertechnologie (SKIW) weer Het Nationale Watersymposium, hĂŠt platform voor de industriĂŤle watergebruiker. Het thema van het symposium is dit jaar ‘duurzaam industrieel watermanagement: bespaar kosten, energie, water en het milieu’. De voordelen van duurzaam industrieel watermanagement zijn evident en kunnen bestaan uit besparingen op het gebied van water- en energieverbruik, uiteindelijk resulterend in een lagere belasting van het milieu en lagere kosten. Binnen de industrie zijn - en worden - vele technologische vindingen toegepast die illustratief zijn voor duurzaam watergebruik. Vaak kunnen deze technologieĂŤn ook worden gebruikt in een andere tak van industrie. Kennisoverdracht is daarom een key-issue en zal centraal staan op het symposium. Meer informatie: www.waternetwerk.nl. 26 mei: Leveringszekerheid en risicomanagement De afgelopen jaren is binnen de Nederlandse drinkwatersector de leveringszekerheidstoets van de Vewin als norm gehanteerd voor het omgaan met calamiteiten die de levering van drinkwater in gevaar brengen. Deze leveringszekerheidsnorm is sinds kort in de Waterwet verankerd. Maar, hoe verhoudt deze norm zich tot de calamiteiten die zich in de afgelopen 10 jaar hebben voorgedaan? Drinkwaterbedrijven hebben veel maatreNeerslag 2011/II

B9 BDUW YHUQZVBIF LQGG

57


gelen getroffen om de leveringszekerheid te borgen. Hoe effectief zijn deze maatregelen? Hoe verhouden calamiteiten die de drinkwaterlevering bedreigen zich tot andere risico’s (roken, verkeer, bliksem, aardgas) waarmee we te maken hebben? Deze en andere vragen staan centraal op de bijeenkomst Leveringszekerheid en risicomanagement, die op 26 mei in Amersfoort wordt gehouden. Zie www.waternetwerk.nl voor meer informatie. 26 mei: Landelijke sectiedag Op donderdag 26 mei organiseert Sectie Overijssel de landelijke sectiedag in de Universiteit Twente te Enschede. Het programma wordt op dit moment nog samengesteld, maar het belooft een inspirerende, leerzame en vooral leuke dag te worden, met als thema’s samenwerking met gemeenten en energie en duurzaamheid. Meer informatie: www.waternetwerk.nl. 6 – 10 juni: Leading Edge Technology Van 6-10 juni 2011 vindt alweer voor de achtste maal het Leading Edge Technology Congres plaats. Tijdens dit internationale congres, dat georganiseerd wordt door Koninklijk Nederlands Waternetwerk, PWN en Waternet in samenwerking met IWA en dat dit jaar voor de tweede maal sinds het ontstaan in Nederland zal plaatsvinden, komen technologen en onderzoekers vanuit de hele wereld bijeen om de nieuwste ontwikkelingen en technologieÍn op het gebied van drinkwater en afvalwater te bespreken.Voor meer informatie: www.waternetwerk.nl. 27 september: Vierde dinsdag Op 27 september 2011, de vierde dinsdag in september, komt de watersector wederom bijeen om de Miljoenennota en de gevolgen daarvan voor de waterwereld te bespreken. Prominente sprekers uit de watersector en de politiek zullen met elkaar in debat gaan en het vuur aan elkaars schenen leggen! Samen proberen we een beeld te vormen van de toekomst van de watersector en hoe we het beste om kunnen gaan met de kansen en uitdagingen die de nieuwe begroting ons biedt. www.waternetwerk.nl

58

Neerslag 2011/II

B9 BDUW YHUQZVBIF LQGG


6 oktober: Symposium Praktijkcases Behandeling Industrieel Afvalwater Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW) en Stichting Kennisuitwisseling IndustriĂŤle Watertechnologie (SKIW) werken samen aan het verbreden van kennis omtrent het optimaliseren van industriĂŤle (biologische) afvalwaterzuiveringen. Op donderdag 6 oktober 2011 zal bij Tata Steel IJmuiden BV (het vroegere Corus) een themadag worden georganiseerd met als titel ‘Praktijk Cases van Behandeling van Industrieel Afvalwater’. De organisatie is nog op zoek naar inzendingen voor presentaties. Zie www.waternetwerk.nl voor meer informatie. 30 oktober – 4 november: IWWA In november 2011 vindt de International Water Week plaats in Amsterdam. De koppeling van Aquatech en Aquaterra en de verschillende conferenties die tijdens deze week plaatsvinden zorgen voor een evenement met groot internationaal allure. Ook zullen dan de Fitterijwedstrijden weer plaatsvinden. www.waternetwerk.nl 24 november: Najaarscongres Op 24 november vindt het jaarlijkse najaarscongres van KNW plaats met als thema actuele technologische trends en ICT. Tijdens deze interactieve dag zullen de laatste trends op het gebied van ICT en techniek aan bod komen. Ook wordt de jaarlijkse Waternetwerk Scriptieprijs voor Jongeren weer uitgereikt. www.waternetwerk.nl

Neerslag 2011/II

B9 BDUW YHUQZVBIF LQGG

59


Wateropleidingen, hét opleidingsinstituut voor waterketen en watersysteem

Wateropleidingen (SWO) levert professionele bij- en nascholing voor de watersector. Deze scholing, in de vorm van opleidingen, cursussen en trainingen maakt van medewerkers waterprofessionals. De cursussen worden binnen alle vakgebieden (Drinkwater, Riolering, Waterzuivering, Waterbeheer, Stedelijk water, Waterveiligheid, Vergunningen & handhaving, Beheer & onderhoud en didactische trainingen) en op alle niveaus verzorgd, van vmbo+ – hbo+/academisch, altijd actueel en praktijkgericht. Wateropleidingen verbindt de (water)professionals met hun expertise met de wensen en behoeften van de watersector. Wateropleidingen werkt volgens het unieke SWO-concept: • voor en door professionals; • ontwikkelen en organiseren van praktijkgerichte opleidingen; • not-for-profit De kennis wordt overgedragen in combinatie met ervaring. Hiermee levert SWO een hoge mate van praktijkgerichtheid. Vrijwel alle docenten zijn ervaren professionals uit het watersector die de theorie aan de hand van voorbeelden vertalen naar de dagelijkse werkpraktijk. Alle cursussen en opleidingen kunnen op locatie worden uitgevoerd en desgewenst als maatwerk. Wateropleidingen participeert in buitenlandprojecten van waterpartners, met als doel waterscholing in ontwikkelings- en transitielanden duurzaam te organiseren. Dit wordt de World Water Academy genoemd. Het bewezen SWO concept levert een wezenlijke bijdrage aan de duurzame verankering van praktijkgerichte scholing. World Water Academy is ervaringsdeskundig in landen als bijvoorbeeld Vietnam en Zuid-Afrika. Graag beantwoorden wij uw vragen. Tot ziens bij Wateropleidingen! Meer informatie: Wateropleidingen/World Water Academy Postbus 1410 3430 BK Nieuwegein Telefoon: 030 60 69 400 Fax: 030 60 69 401 E-mail: info@wateropleidingen.nl of info@worldwateracademy.nl Website www.wateropleidingen.nl of www.worldwateracademy.nl

B BVW& BIFB' LQGG

1000-21-0000-0251 Neerslag 2-2011 1000-20-8000-8879 Waternetwerk neerslag 2011-1

Kleur: fc


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.