Neerslag
Neerslag #6 | 2011 Neerslag_Pom1_nr1-2-3-4-6_2011_fc.indd 5
#6|2011 02-11-11 11:18
neerslag Tijdschrift voor de regionale secties van Waternetwerk
www.neerslag-magazine.nl Raad van Advies en Redactie
Kopij en sectienieuws zenden aan:
T. Dekker (voorzitter) mw. M.C. van Houten (secretaris), K. Sinnema (vice-voorzitter), R. Arninkhof, A.G.N. van Bentem, J.C. Blaauw, mw. A. van den Bor, H.G. Letteboer, H. Dekker, P.P. van der Pijl, J.L.M. Schwartz, mw. M.E.P. Verhoeven, mw. M.J.L. van de Vondervoort
Advertentie-exploitatie (tevens druk)
Abonnementenadministratie
Koninklijk Nederlands Waternetwerk Binckhorstlaan 36-M417 2516 BE Den Haag Telefoon (070) 322 27 65 Abonnementsprijs E 25,00 per jaar (buitenland E 30,00 per jaar) Abonnementen worden genoteerd (uitsluitend op kalenderjaarbasis) tot wederopzegging. Opzegging dient te geschieden voor 1 december.
Koninklijk Nederlands Waternetwerk t.a.v. redactie Neerslag Binckhorstlaan 36-M417, 2516 BE Den Haag info@neerslag-magazine.nl Elma Multimedia B.V. Postbus 18, 1720 AA Broek op Langedijk Telefoon (0226) 33 16 00 Fax (0226) 33 16 01 E-mail: info@elma.nl Internet: www.elma.nl Informatie over tarieven, afsluitdata e.d.: Dhr. P. van den Ancker
ISSN 1382-2586 46e jaargang, nr. 6, november 2011
Verschijnt eens per twee maanden in een oplage van 2000 ex. Auteursrechten voorbehouden
In dit nummer: Voorwoord: Willy Verstegen: Een breder perspectief. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 Een dag op stap met de ‘troubleshooter IBA’s’ van het waterschap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Droogte voorjaar 2011. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Gezamenlijke rampenoefening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Symposium Praktijkcases Behandeling Industrieel Afvalwater . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 Drinkwaterzuivering in Suriname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 Doe meer met een elektrode. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Verenigingsnieuws. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Koude Anammox op rwzi Dokhaven. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 InfraTech Innovatieprijs 2011. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 VGM Signalering rwzi Nijmegen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32 Technologische opstart awzi Noordwijk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 Energiebesparing door hybride beluchting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 Henk Smits (waterschap Rivierenland) loopt de Roparun. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 Uit de pers. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51 Even voorstellen: nieuw redactielid René Arninkhof. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57 Vitaal water voor mens en natuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58 Het genootschap van Ouwe Jonkers bezoekt het waterschap Veluwe . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62 Symposium riolering en drinkwaternetten op 29 november. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
6659_V00_colofon.indd 1
02-11-11 10:42
Een breder perspectief Beste lezers, Bij het schrijven van dit voorwoord is de vakantieperiode voorbij en we zijn weer lekker uitgerust aan het gewone werkzame leven begonnen. Ik ben me ervan bewust, dat het de auteurs voor het schrijven van de kopij voor Neerslag deze keer extra discipline heeft gekost om de deadline van inleveren te behalen. Maar goed, ik ken de betreffende leden en daarom ging ik er gewoon vanuit dat het allemaal best wel zou gaan lukken. Binnen onze moderne vereniging heeft elk van de leden ‘klanten’. Iedere collega die we helpen of wiens behoeften beïnvloed worden door het werk dat we zelf doen, is in zekere zin onze klant. Omdat we immers een vereniging van betekenis en inhoud willen zijn, is het van belang dat de leden als bron voor hun klanten beschikbaar zijn. Dat is onze basis voor vertrouwen en daarmee een wegwijzer voor nuttige en betrouwbare informatie binnen en buiten onze vereniging. De kracht van de vereniging zit waarschijnlijk ook in de diversiteit van onze leden met hun uiteenlopende vakgebieden. Daarmee creëren we de kansen waarbij kennis en prestaties over de hele linie binnen de watersector kunnen blijven gedijen. Daarbij is het natuurlijk wel van belang dat de oude en ook de nieuwe leden nauw samenwerken, om behoud en verdieping van kennis en kunde mogelijk te maken. De toekomst zal het allemaal uitwijzen, maar het gaat ons nu vooral over het heden. Zeker is, dat we er toe doen. Vooral als we op een brede laagdrempelige wijze blijven inspringen op de interessegebieden en wensen van onze klanten binnen de watersector. Namens de sectie Zuid Nederland wens ik de lezers van deze uitgave van Neerslag veel leesplezier. De nieuwe leden een hartelijk welkom. Bedank de actieve auteurs voor hun belangrijke bijdrage. De werkgevers voor de stimulans. En niet te vergeten dank aan de redactie van Neerslag voor hun zorg met een kritische noot. Willy Verstegen, voorzitter sectie Zuid Nederland
Neerslag 2011/VI
6659_V01_voorwoord.indd 1
1
02-11-11 10:43
Lowara
Laat de wielen van de industrie draaien Haal het beste uit uw produktie proces Er zijn veel manieren om specifieke onderdelen en machines te reinigen; het kiezen van de juiste pomp garandeert dat u het beste uit uw productieproces haalt. • Pompen voor reiniging en onderhoud in licht industriële omgevingen • Inzetbaar voor water onder hoge druk en agressieve reinigingsmiddelen • Minder onderhoud en een langere levensduur (LCC) Uw fabriek loopt gesmeerd met Lowara pompen.
Lowara Benelux Postbus 54 4180 BB Waardenburg Web site: www.lowara.com - E-mail: lowaranl.info@itt.com
B BVW& BIFB& LQGG
1000-20-0000-6366 Neerslag 6-2011 1000-20-0000-6365 Neerslag 4-2011 1000-20-8000-8691 Neerslag 2-2011
Kleur: FullColor
Een dag op stap met de ‘troubleshooter IBA’s’ van het waterschap Pé Smulders is al jaren werkzaam voor het Waterschap de Dommel. Pé is in de jaren zeventig begonnen als hoofdklaarmeester op rwzi Eindhoven en de laatste jaren vooral op pad als probleemoplosser c.q. troubleshooter bij het waterschap. Hij reageert op klachten vanuit het waterschapsgebied, gaat diverse problemen in het veld oplossen en controleert allerlei meterstanden op gemalen. Hij komt hierbij op mooie plekjes in het gebied van het waterschap, zoals bij de Hambrug in Sint-Oedenrode. Een belangrijk onderdeel van het werk van Pé is het reageren op klachten of storingen van de IBAgebruikers in het buitengebied. Een IBA – systeem (Individuele Behandeling Afvalwater) wordt ingezet op een locatie waar het afvalwater van woningen of bedrijven niet geloosd kan worden op de riolering omdat er geen riolering aanwezig is en de aanleg ervan te duur is. Waterschap de Dommel heeft gemeenten ondersteund bij Boven: Controle van meterstanden. de sanering van ongerioleerde Onder: Hambrug Sint-Oedenrode. lozingen in het buitengebied. Dit heeft geresulteerd in 130 IBA-systemen verdeeld binnen 10 samenwerkende gemeenten. In 2005 zijn de IBA-systemen geplaatst en het beheer onderhoud valt onder het waterschap. Een IBA is een alternatieve zuiveringsvoorziening, waarin biologische zuivering plaatsvindt. Een IBA bestaat uit drie tanks met de volgende functies: voorbezinktank, beluchtingstank en nabezinktank. Neerslag 2011/VI
6659_V02_art122.indd 3
3
03-11-11 14:10
Boven: IBA voorbezinktank, beluchtingstank en nabezinktank Rechts: helofytenfilter
De tanks zijn aan elkaar gekoppelde polyethyleentanks met een waterinhoud van circa 1.150 liter (dit geldt voor het meest voorkomende type EP-6 geschikt voor 2-6 ie). Een IBA zit geheel ondergronds met op het maaiveld enkel de deksels en een besturingskastje zichtbaar. Al het huishoudelijke afvalwater van een woning of bedrijf wordt door de IBA gezuiverd in drie zuiveringsstappen. Tussen de tanks is recirculatie van bacteriemassa en in de middelste tank wordt belucht. Een IBA (EP-6) kan tot 900 liter afvalwater per dag behandelen. Er zijn ook enkele bewoners die ervoor hebben gekozen om een helofytenfilter te plaatsen i.p.v. een IBA voor de behandeling van hun afvalwater. Hierboven is een afbeelding van een helofytenfilter bij een boerderij te zien. De storingen die optreden bij IBA’s zijn vooral van technische storingen van onderdelen van de IBA en verstoring van het biologisch proces. Dit laatste heeft meestal met een overbelasting van het systeem te maken doordat er meer afvalwater vrijkomt dan gedacht of door het vrijkomen van teveel vethoudende producten of chemicaliën op de IBA (bijvoorbeeld door het lozen van afvalwater van spoeling van melkapparatuur of ontsmettingsmiddelen). Vooral indien sprake is van spoeling van de melkapparatuur bij boerderijen kunnen grote hoeveelheden vuilvracht terechtkomen in de IBA en dat zorgt voor een verstoring van het biologisch proces. Ook de toepassing van ontsmettingsmiddelen bij de veehouderij kan een IBA sterk verstoren. De IBA’s liggen op het terrein van de eigenaar. Bij een boerderij in SintMichielsgestel bevindt de IBA zich midden op het boerenerf. Ook hier is een IBA met drie tanks geplaatst. Echter slechts één putdeksel is zichtbaar. Over de andere twee putdeksels zijn door de aanlegger indertijd gewoon straatstenen geplaatst. Hier moet dus een kleine aanpassing uitgevoerd worden aan de bestrating om de IBA goed te kunnen onderhouden. 4
6659_V02_art122.indd 4
Neerslag 2011/VI
03-11-11 14:10
IBA bestraat
IBA in de voortuin
Bij een boerderij in het buitengebied van Sint-Oedenrode ligt de IBA in de voortuin. Drie putdeksels zijn zichtbaar in het gazon. Een van de foto’s laat het interieur van de middelste IBA-tank zien. Bij deze IBA was de afvoer van het gezuiverde water een probleem. De afvoer van het gezuiverde water zat onder het
Boven: Tank 2 van de IBA Rechts: Uitloop in de sloot
Neerslag 2011/VI
6659_V02_art122.indd 5
5
03-11-11 14:10
niveau van het water in de sloot waardoor slootwater terug kon lopen in de IBA. Na ingrijpen van PÊ is dit probleem verholpen. Bij een IBA in Sint-Michielsgestel werd een van de putdeksels flink bereden door zwaar transport. De IBA is gelegd in een weg, in de bocht, naar een transportbedrijf; deze weg is de enige toegangsweg naar het bedrijf. Doordat een van de putdeksels net op het weggedeelte zit waar de vrachtwagens hun draai maken is het putdeksel en daaronder de IBA-tank langzaam steeds verder ingedrukt. De wanden van de voorbezinktank van de IBA zijn verfrommeld. Versteviging van het wegdek rondom het putdeksel zal waarschijnlijk noodzakelijk zijn of wellicht zelfs verplaatsing van de IBA naar een gedeelte naast de weg. In het jaarverslag Individuele Behandeling Afvalwater 2009 is te lezen dat de gebruikers van de IBA’s een positief beeld hebben over het IBA-gebruik. De IBAhandleidingen worden gebruikt, het lozinggedrag is zoveel mogelijk afgestemd op de IBA en er wordt regelmatig naar de werking van de IBA gekeken. De wijze van onderhoud, klantvriendelijkheid en hulp bij storingen wordt door de gebruikers positief gewaardeerd. Marlies Verhoeven Waterschap De Dommel
6
6659_V02_art122.indd 6
Neerslag 2011/VI
03-11-11 14:10
Droogte voorjaar 2011 In de periode van maart tot begin juli 2011 heeft Nederland te maken gehad met een periode van droogte. Ook in het beheersgebied van waterschap Rivierenland was het erg droog. De waterstanden in de rivieren waren erg laag waardoor het inlaten van water een probleem kon worden. Tevens ging het zoutgehalte van het inlaatwater in het westen van het gebied omhoog omdat het zoute water van de zee verder landinwaarts kwam. De veenkades in het westelijke gebied gingen uitdrogen met als gevolg mogelijke doorbraak. Vanwege de droogte schaalde het waterschap van 5 mei tot 9 juli op naar coördinatiefase 1 en ging over op gecoördineerde calamiteitenbestrijding.
Neerslagtekort Het neerslagtekort is een maat voor de droogte, en volgt uit het verschil tussen verdamping en neerslag. Het doorlopend potentieel neerslagoverschot wordt verkregen door het verschil te berekenen (in millimeters) tussen de hoeveelheid gevallen neerslag en de berekende referentiegewasverdamping. Dit verschil wordt dagelijks gesommeerd in het tijdvak van 1 april tot en met 30 september (het groeiseizoen). Een negatief getal geeft een neerslagtekort aan, een positief getal een neerslagoverschot. In 2011 is in de periode voor 1 april vanwege hoge temperaturen het groeiseizoen circa twee weken eerder begonnen dan normaal. Vóór 1 april was hierdoor al een neerslag tekort opgebouwd van 30 mm. In nevenstaande grafiek toont de zwarte lijn het verloop in de tijd van het waargenomen neerslagtekort (mm), gemiddeld over 13 stations verspreid over Nederland. De groene lijn met toevoeging ‘5% van de jaren’ geeft het verloop van het neerslagtekort aan dat in 5% van de jaren wordt overschreden. De blauwe lijn met toevoeging ‘mediaan’ het verloop dat in 50% van de jaren wordt overschreden. De rode lijn laat het neerslagtekort zien dat in de extreem droge zomer van 1976 Figuur 1 Neerslagtekort in Nederland in 2011 optrad. Neerslag 2011/VI
6659_V03_art127.indd 7
7
03-11-11 14:11
Waterinlaat voor De Linge bij de Pannerdensche Kop Doordat er in het stroomgebied van Rijn en Maas al langere tijd weinig neerslag was gevallen werd het aanvoerdebiet van de beide rivieren erg gering. Ook de waterstand van de Rijn bij Lobith naderde een kritieke ondergrens. De polders tussen Nederrijn-Lek en Waal, circa 74.000 hectare zijn voor de wateraanvoer afhankelijk van de Linge. Dit riviertje op zijn beurt wordt weer van water voorzien vanuit de Pannerdensch kanaal bij de Pannerdensche Kop (splitsing tussen Pannerdensch kanaal en Waal). Bij een Rivierwaterstand van + 9,50 m NAP of hoger wordt de Linge onder vrij verval gevoed vanuit de rivier, bij lagere waterstanden wordt ingelaten door middel van een drijvend inlaatgemaal. Tijdens de droge periode in de herfst van 2009 was al bewezen dat inmalen mogelijk was tot een rivierwaterstand van + 7,05 m NAP (5 oktober 2009). Begin mei leek deze uitzonderlijk lage rivierwaterstand wederom bereikt te worden met nog een hele, mogelijk uitzonderlijke droge zomer, voor de boeg. Een afdoende oplossing werd voorbereid om het gemaal bij een verder dalende rivierwaterstand naar dieper water, in de richting van de vaargeul, te verplaatsen. Er is overleg gevoerd met de rivierbeheerder Rijkswaterstaat en er zijn technische aanpassingen voorbereid. Uiteindelijk is de waterstand ter plaatse niet verder gezakt dan + 6,89 m NAP waardoor verplaatsing niet noodzakelijk bleek.
Maas Door de ligging van de stuwen van Rijkswaterstaat in de rivier de Maas nabij Grave en Lith en het op peil houden van deze stuwpanden was de wateraanvoer voor de polders tussen Maas en Waal niet in gevaar. Het afkondigen van ont8
6659_V03_art127.indd 8
Neerslag 2011/VI
03-11-11 14:11
trekkingsverboden of beregeningsverboden uit het oppervlaktewater was in het beheersgebied van Waterschap Rivierenland niet nodig.
Verzilting in het Beneden rivierengebied De Alblasserwaard is voor de wateraanvoer geheel afhankelijk van de inlaatpunten uit de rivier De Lek bij Kinderdijk. Bij een lage rivierafvoer is het gevaar van een landinwaards tredende zouttong aanwezig. Aan de hand van de meetgegevens van Rijkswaterstaat en eigen metingen bij de inlaatsluis is dagelijks het chloridegehalte van het inlaatwater gemeten. De hoogste waarde was 278 mg/l op 5 juni 2011; dit vormde geen probleem voor de waterkwaliteit van de polders.
Wanneer dient er dijkbewaking plaats te vinden In het westen (Alblasserwaard) van het gebied van Waterschap Rivierenland is ongeveer 500 kilometer regionale waterkering aanwezig. Hiervan is ongeveer 110 kilometer droogtegevoelig en dient bij extreme droogte geïnspecteerd te worden. Deze waterkeringen zijn voornamelijk kades opgebouwd uit klei op een ondergrond van veen. Wanneer veen uitdroogt verliest het zijn gewicht en kan hierdoor gaan opdrijven. Volgens landelijke criteria start de droogte inspectie voor kleidijken bij een landelijk neerslag tekort van 200 mm. Voor veenkaden is dit 175 mm. Figuur 2 laat de ruimtelijke verdeling zien van het neerslagtekort, hierin is te zien dat er een groot verschil is tussen de verschillende regio’s. Vanwege deze verschillen heeft waterschap Rivierenland besloten om een regionaal neerslagtekort te bepalen. Dit regionale neerslagtekort wordt bepaald op basis van het gemiddelde van de neerslagtekorten van de meetstations Herwijnen en Cabauw. Deze meetstations liggen in de buurt van het bewuste gebied . Tevens werd besloten om de 30 mm neerslagtekort uit het voorjaar mee te nemen met het regionale tekort. Waterschap Rivierland start dus met grootschalige inspecties van de droogtegevoelig kaden bij een regionaal neerslagtekort van 175 mm. Om een goed beeld te krijgen van de situatie buiten werd er wel wekelijks één kadestrekking geïnspecteerd door een dijkbeheerder.
Inspectie Veendijken
Fig. 2: Doorlopend potentieel neerslagoverschot.
Het waterschap startte met de voorbereidingen van de inspecties halverwege mei. Voor deze inspecties werd gebruik gemaakt van de Neerslag 2011/VI
6659_V03_art127.indd 9
9
03-11-11 14:11
patrouillelopers van de dijkbewakingorganisatie van hetwaterschap. De 110 kilometer waterkering wordt door zeven patrouilles uitgevoerd. Elke patrouille dient ongeveer 15 kilometer waterkering lopend te inspecteren. Voordat er gepatrouilleerd kon worden diende er nog een aantal zaken georganiseerd te worden. Er diende kaartmateriaal en inspectieformulieren vervaardigd te worden. Maar het belangrijkste was dat er op veel locaties lang gras op de dijk stond. Voor een goede inspectie dient de dijk gemaaid te zijn. Er ontstond een interne discussie over het wel of niet maaien van een dijk tijdens droogte. De tegenstanders van maaien hadden als argumenten dat door het lange gras de zon minder invloed had op de ondergrond en dat er meer dauw vasthouden wordt. Hierdoor zou de uitdroging minder snel verlopen. De voorstanders van maaien hadden als argumenten dat lang gras een hogere verdamping geeft en dat de ondergrond tijdens een inspectie niet te inspecteren is op scheurvorming. Eind mei werd besloten dat wellicht begin juni de waterkeringen ge誰nspecteerd gingen worden. Om deze reden werden de eigenaren van de kades verzocht om hun dijkstrekking voor 6 juni gemaaid te hebben. De eigenaren hebben een brief van het waterschap ontvangen waarin dit werd verzocht. Op 6 juni is de eerste en later bleek ook de enige keer een grootschalige inspectie gehouden. Een aantal patrouilles kwam nat terug vanwege de overvloedige neerslag van die dag. Op die dag is de natste zomer sinds 100 jaar begonnen! Dert van Ree en Hans Knotter, waterschap Rivierenland
10
6659_V03_art127.indd 10
Neerslag 2011/VI
03-11-11 14:11
Ramp: helikopter crashes ARN en stort neer op rwzi Nijmegen
Gezamenlijke Rampenoefening Een krantenartikel zoals hiernaast is denkbaar maar gelukkig is dit bericht fictief omdat het een scenario van een rampenoefening betreft.
Weurt 10 juli, 10:05. In de aanloop naar de vierdaagse van Nijmegen heeft een Chinook helikopter met zijn last de schoorstenen van de ARN (Afvalverwerking Regio Nijmegen) geraakt, waarna de helikopter neerstortte op de naastgelegen rioolwaterzuiveringsinstallatie. Door dit bizarre ongeluk zijn er onder de militairen drie doden te betreuren en er is een aantal zwaar gewonden...
De aanleiding was een verzoek van onze netwerkpartner ARN B.V. (Afvalenergiecentrale Nijmegen) voor een gezamenlijke rampenoefening. Binnen ARN en Rwzi Nijmegen zijn bedrijfsnoodplannen aanwezig waarin een aantal mogelijke te verwachten risico’s met bijbehorende acties en instructies staan beschreven. Als goede buren zijn we daarom in juni 2010 in een klein verband gestart met brainstormen omtrent ideeÍn voor een gezamenlijke oefening. Al snel ontstond het inzicht dat bij een dergelijke ramp ook altijd de hulpdiensten en de gemeente betrokken zijn. Er is dan ook contact gezocht met de regionale brandweer en de veiligheidsregio Gelderland Zuid. Te samen met deze partijen is er een verdere invulling gegeven aan de voorbereiding van de oefening.
Heli valt neer, begin van brand. Neerslag 2011/VI
6659_V04_art128.indd 11
11
03-11-11 14:12
Oefendoelen De eerste stap bij het opstellen van een oefening is het bepalen van de oefendoelen. Hierbij zijn er algemeen geldende oefendoelen voor alle deelnemers als ook oefendoelen afgestemd op doelgroepen. Een algemeen oefendoel bij deze oefening was het multidisciplinair samenwerken tussen de ARN, de rwzi, de hulpdiensten en de gemeenten. ARN heeft een begeleidingscommissie voor het geval van een ramp of crisis die zich buiten eigen terreingrenzen dreigt voor te doen paraat. Deze begeleidingscommissie dient multidisciplinair, volgens noodplan, te oefenen met de hulpverleningsdiensten en andere betrokken partijen. Het oefenen van de begeleidingscommissie was dan ook een essentieel onderdeel voor ARN.
Brandweer komt er aan. Rwzi Nijmegen streeft naar bewustwording binnen de organisatie van de risico’s van de gasinstallaties (energiefabriek) op het bedrijfsterrein. In hoeverre functioneert de calamiteitenorganisatie van het waterschap adequaat volgens opgestelde plannen? Voor het waterschap was dit dan ook een belangrijk onderdeel van de oefening.
Scenario Na het vaststellen van de oefendoelen is het zaak het scenario zo op te stellen dat de oefendoelen ook behaald kunnen worden. Het scenario voor deze oefening was als volgt.: • Tijdens de voorbereiding van de 4-daagse vliegt een ‘chinook helikopter’ met last over de ARN; • De last botst met de schoorstenen van ARN, met als gevolg dat de helikopter neerstort op de naastgelegen rwzi. Bij de ARN worden door de last onder andere, de ammoniatanks, analysegebouw en de portiersloge geraakt. De genoemde gebouwen storten deels in en er 12
6659_V04_art128.indd 12
Neerslag 2011/VI
03-11-11 14:12
zijn twee zwaargewonden; te weten een portier en een medewerker die op dat moment werkzaam is in het analysegebouw. Een tweede medewerker is in het analysegebouw aan het werk. Deze heeft kunnen ‘ontsnappen’ en heeft alles zien gebeuren. Verder storten door de botsing de schoorstenen van ARN (ong. 80 meter hoog) deels in en vallen voor het overige om richting de rwzi. De Chinook helikopter die op het rwzi terrein terecht is gekomen, vormt door de verschillende brandhaarden een dreiging voor de gashouder door ‘aanstraling’. Er zijn waarschijnlijk drie zwaar gewonde of dodelijke slachtoffers (te weten personeel chinook). De exacte status van deze slachtoffers is niet bekend. De ramp omvat, bij de ARN: • Schoorstenen die ingestort zijn; • Een ammoniakwolk door de last beschadigde ammoniatanks; • Twee zwaar gewonde slachtoffers; • Brandhaarden op verschillende plekken rond het rampgebied; • Uitval van de verbrandingsketels Bij de rwzi: • Neergestorte Chinook helikopter; • Drie zwaar gewonde / dodelijke militaire slachtoffers; • ‘Aanstraling’ van de gasopslag door brandhaarden op het terrein van het rwzi; • Beschadiging van de slibleidingbrug (sliblozing op het terrein), • Mogelijk stilvallen van het waterzuiveringsproces
Realisatie Voor het opstellen van het oefendraaiboek is maandelijks intensief overleg gevoerd door ARN, het waterschap, de regionale brandweer en de veiligheidsregio. De overleggen vonden meestal plaats op de brandweerkazerne of in het gemeentehuis. Veiligheidskundige, adviseurs, brandweer en zuiveringsbeheer praten samen in vaktaal zoals: CoPI, ROT, WOT, WAT, OL, GRIP 1-2-3-4, TS, Liaison, OvDB, HOvD, OvDP. Dat was even wennen voor de deelnemende actoren. Simulatie met interactieve D-visualisatie (XVR-systeem het trainingssysteem van de veiligheidsregio Gelderland-Zuid), wordt voorgesteld als hulpmiddel bij het scenario van de oefening. ARN heeft haar terrein en een gedeelte van de rwzi hiervoor laten modeleren naar de 3D-wereld. De doelgroepen en partijen die bij de oefening worden betrokken, worden vastgesteld. Begeleiding tijdens oefening, rollen, informatietegenspel en evaluatie worden meegenomen in het oefendraaiboek. Een leerzame en constructieve fase van de oefening welke op 1 juni 2011 werd afgerond en vastgesteld met een laatste overleg: ‘Leren van voorbereiding’.
Verloop van de oefening Na een korte briefing gaat de oefening op 6 juni om10.15 uur van start, waarna een ieder zijn rol serieus oppakt. Door het virtuele systeem heeft iedereen een Neerslag 2011/VI
6659_V04_art128.indd 13
13
03-11-11 14:12
Vertegenwoordigers van de hulpdiensten. volledig en actueel beeld van de calamiteit. De wachtchef wordt om een statusrapport gevraagd en de eerste acties worden uitgezet. Al snel wordt de omvang van de ramp aangegeven: GRIP 2. Successievelijk komen de verschillende disciplines ter plaatse, zoals • OvDP: (officier van dienst politie) • OvDGHOR:(officier van dienst geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen) • OvDB: (officier van dienst brandweer) • HOvD(B): (hoofd officier van dienst, brandweer) Op de rwzi gaan de sirenes af en word iedereen geëvacueerd volgens het ‘noodplan’ van de zuivering. Een kwartier later staat iedereen op de afgesproken verzamelplaats. De brandweer wordt opgevangen aan de poort en over het terrein geloodst naar de brand en geïnformeerd over de risicobronnen bij de brand op het terrein. Even later word ook het kantoor in Tiel gebeld. Het waterschap schaalt intern op en een handhaver vertrekt richting plaats incident. Om ±11.00 uur vindt het 1e CoPI (commandoplaats incident) plaats in de CoH. (Commando Haakarmbak). Na een voorstelronde wordt de calamiteit volgens protocol besproken vanuit de verschillende disciplines. Daarna gaan de partijen weer uit elkaar om de afgesproken acties uit te zetten. Volgende CoPI overleg 12.00 uur. Ondertussen arriveert ook de handhaver van het waterschap Rivierland. Hij vertegenwoordigt het waterschap in het CoPI en het ROT. Tevens coördineert hij de incidentbestrijding vanuit het waterschap. Rond 11.30 uur vergadert ARN, bestaande uit alle MT leden. Hier wordt de inhoud en status van de calamiteit besproken. Verder komen de slachtoffers, afvalaanlevering, verzekering en taakverdeling aan bod. 14
6659_V04_art128.indd 14
Neerslag 2011/VI
03-11-11 14:12
Rond 12.00 uur is het 2de CoPI overleg. Hier komt onder andere ter tafel wat te doen met het vrijkomen van bluswater en alternatieve waterwinning en welke watergang daarvoor gebruikt kan worden. Verder wordt ook de inzet van schuim ter bestrijding van de ammonia, de slachtoffers en de schoonsteen besproken. Volgende CoPI overleg 14.00 uur. Eveneens om 12.00 uur komt het waterschaps-actie-team (WAT) bijeen. In dit team word een beeld gevormd van de calamiteit, de mogelijke gevolgen en de bestrijdingsmogelijkheden. Volgende WAT-overleg 13.15 uur en het afsluitende WAT-overleg om 14.45 uur. Rond 12.45 uur vindt het ROT plaats. Hier neemt een behoorlijk brede samenstelling van disciplines aan deel zoals WSRL, ARN en alle hulpdiensten. Van ARN nemen de directie, directiesecretaris en de waarnemers plaats. Hier komen de volgende punten onder de aandacht: • Effectgebied/meten/maatregelen (beperkt tot ARN en rwzi); • Continuïteit rwzi; • Omleidingspunten/verkeerscirculatie; • Informatie van Defensie over de helikopter en de last; • Managen na fase incident/onderzoek Arbeidsinspectie, Officier van Justitie e.d. • Continuïteit ARN/afvalverwerking • Communicatie en voorlichting Rond 14.00 uur is het 3e CoPI waarin onder andere de beslissingen van het ROT worden uitgezet. Om 14.30 wordt einde oefening gegeven op locatie, even later wordt ook de oefening op kantoor bij het waterschap beëindigd.
Evaluatie Naar de mening van de oefenstaf van ARN en multiwaarnemer VBGZ heeft ARN haar oefendoelen bereikt. Al zijn er wel een aantal belangrijke leerpunten naar voren gekomen. Goed was ook de motivatie van de deelnemers. Dit heeft tot een effectieve en geslaagde oefening geleid. Voor het waterschap was het een leerzame oefening. De daadkrachtige inzet gaf een goede indruk: men is kennelijk ged voorbereid ingeval van een werkelijk calamiteit op de zuivering. Bovendien heeft het oefenen in de afstemming met de ARN en de hulpverleningsdiensten grote meerwaarde. Lof was er aan het eind van de middag van Ignas Kamps, waarnemer voor het Veiligheidsbureau van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid. „Het was allemaal prima georganiseerd. In een tijd, waarin burgemeesters vragen stellen over hoe het is gesteld met de veiligheid van al dan niet risicovolle bedrijven, vind ik het zeer prijzenswaardig dat ARN en WSRL op eigen initiatief een oefening van een dergelijke grote omvang organiseren. Dit maak ik niet vaak mee. Wij hebben hier allemaal veel van geleerd”. Willy Verstegen en Rik de Schepper, waterschap Rivierenland Bart Wattenberg, Afvalverwerking Regio Nijmegen
Neerslag 2011/VI
6659_V04_art128.indd 15
15
03-11-11 14:12
速
B BVW& BIFB$( LQGG
1000-21-0000-5306 Waternetwerk Neerslag 2011-6 1000-21-0000-5305 Waternetwerk Neerslag 2011-5
Kleur: fc
Symposium Praktijkcases Behandeling Industrieel Afvalwater Donderdag 6 oktober 2011 vond de eerste themadag ‘Praktijkcases Behandeling Industrieel Afvalwater’ plaats, georganiseerd door de Stichting Kennisuitwisseling Industriële Watertechnologie (SKIW) en Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW). Het SKIW en KNW werken samen aan het verbreden van kennis over het optimaliseren van industriële (biologische) afvalwaterzuiveringen. De themadag op 6 oktober is de eerste van 2 delen, waarbij de 2e themadag plaats zal vinden in februari 2012. De exacte datum moet nog bekendgemaakt worden. Het symposium werd gehouden in het congrescentrum van Tata Steel te IJmuiden. Het enthousiasme voor dit symposium was dermate groot dat het maximaal aantal deelnemers van 95 personen, dagen tevoren reeds was bereikt. Deze leerzame themadag is bedoeld om interactief kennis uit te wisselen over praktijkcases in de industriële waterzuivering. Om die reden is gekozen voor een zogenaamd ‘open podium’, waarbij de geïnteresseerde sprekers zich ruim vooraf konden aanmelden via de ‘call of papers’. Uniek aan dit symposium is het uitgangspunt dat de sprekers zowel de succesverhalen als de minder succesvolle ervaringen delen met het publiek. De sprekende bedrijven waren Evides Industriewater, Fuji Tilburg, Huntsman Botlek, Dow Terneuzen, Cargill Botlek, Afvalzorg Nauerna en Crown van Gelder. De openheid van de bedrijven creëerde een gemoedelijke sfeer onder de bezoekers. De presentaties van de industriële bedrijven werden afgewisseld door korte sprekende (geanonimiseerde) voorbeelden van bloopers die zich voor kunnen doen in de afvalwaterzuivering en het afvalwatertransport. Met de nodige humor werden deze voorbeelden gepresenteerd door de dagvoorzitter Johan Raap. Na afloop van alle presentaties trakteerde het gastbedrijf Tata Steel de aanwezigen op een boeiende rondleiding door de warmbandwalserij en de biologische waterzuivering. Gekleed in de vereiste persoonlijke beschermingsmiddelen (verzorgd door Tata Steel) werd het publiek per luxe touringcar vervoerd over het grote bedrijfsterrein, en rondgeleid in de fabriek. Gezien het enthousiasme van de aanwezigen en de vele informatieaanvragen over de datum van de volgende themadag is het te verwachtten dat de volgende themadag ook zeer succesvol zal zijn en een grote opkomst zal creëren. Amor Gaillard, Tauw Neerslag 2011/VI
6659_V05_art135.indd 17
17
02-11-11 10:47
Drinkwaterzuivering in Suriname Dit artikel geeft inzicht in de manier waarop grondwater tot drinkwater wordt gezuiverd in Suriname. In Suriname is de SWM (NV Surinaamsche Waterleiding Maatschappij) verantwoordelijk voor de drinkwatervoorziening in de gehele kustvlakte en de Dienst Watervoorziening van het Ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen voor de drinkwatervoorziening in het overige deel van Suriname. Voor de bereiding van het drinkwater wordt voornamelijk grondwater gebruikt. De oppervlaktewaterzuivering in het dorp Moengo zal in dit artikel niet behandeld worden. De oudste zuivering in Suriname ‘Republiek’ dateert uit 1932 en de nieuwste zuivering is afgelopen zomer opgestart. De zuiveringen die de laatste jaren gerenoveerd zijn, met middelen afkomstig uit de Verdragsmiddelen Suriname/ Nederland, voldoen aan alle technische eisen en zouden in Nederland niet misstaan. De laatste oude zuiveringen worden op dit moment gerenoveerd, waardoor nog meer mensen in Suriname beschikking krijgen over voldoende drinkwater van goede kwaliteit. Het doel van dit artikel is om inzicht te geven in de wijze waarop drinkwater gezuiverd wordt in Suriname.
Traditionele zuivering (Uitkijk).
De kwaliteit van het grondwater Suriname heeft een bodemstructuur waarin zich winbaar grondwater bevindt. Met behulp van tientallen 18
6659_V06_art129.indd 18
Nieuwe zuivering (Leysweg).
Neerslag 2011/VI
03-11-11 14:18
Links: Traditionele winput (Meerzorg) Rechts: Nieuwe put (Koewarasan) winputten met een capaciteit van rond de 50 m3/h wordt dit grondwater onttrokken. De constructie van de oudere winputten is niet optimaal. De bovenkant van deze putten is vaak niet goed afgesloten, waardoor regenwater binnen kan dringen. Dit kan weer bacteriologische besmetting van het grondwater veroorzaken. De nieuwe putten steken ruim boven de grond uit, zijn geheel gesloten en daardoor bacteriologisch veilig. Het voorkomen van bacteriologische besmetting voor en tijdens de zuivering is in Suriname cruciaal, omdat net als in Nederland geen chloor wordt gebruikt bij transport van het drinkwater. De specifieke kenmerken van het gewonnen grondwater zijn: Temperatuur De temperatuur van het grondwater varieert tussen de 27 en 33 °C, ter vergelijking: in Nederland is dit 10 à 12 °C. Deze hoge temperatuur heeft voor- en nadelen voor de zuivering. Voordeel is dat biologische processen sneller verlopen, nadeel is dat het water na beluchting minder zuurstof kan bevatten (maximaal 7,6 mg/l bij 30 °C en atmosferische druk, bij 10 °C is dit 10,7 mg/l). Methaan Op een aantal locaties bevat het grondwater zeer veel methaan, tot wel 50 mg/l. Ter vergelijking: het hoogste gehalte dat in Nederland gemeten wordt is 60 mg/l in Spannenburg, hier wordt op dit moment zelfs een aardgaswinning uit grondwater gerealiseerd. Het is van groot belang het methaan voorafgaand aan een zuivering uit het water te verwijderen, omdat het zuurstofverbruik in een snelfilter bij het biologisch omzetten van methaan 4 mg O2/ mg CH4 is. Al met 2 mg/l methaan treedt anaerobie in een snelfilter op. Zuurgraad Het water is zuur en agressief. De pH varieert tussen de 5,2 en 6,8 en de SI bevindt zich tussen de -1,63 en -0,46. De SI is de ‘Saturation Index’ een maat voor Neerslag 2011/VI
6659_V06_art129.indd 19
19
03-11-11 14:18
de kalkagressiviteit van drinkwater. Een negatieve SI geeft aan dat het water agressief is, een positieve SI duidt op kalkafzettend water. Voor de klantbeleving van het water is dit een zeer belangrijke parameter, bij het beoordelen van drinkwater op het vóórkomen van kalkklachten is naast de hardheid van het water ook de SI een belangrijke parameter. IJzer en mangaan In bijna al het grondwater is ijzer aanwezig. Het ijzergehalte varieert tussen 0,1 tot 30 mg/l. In de meeste bronnen is rond de 5 mg/l ijzer aanwezig. Ook kan het water enig mangaan bevatten (was geen aandachtspunt tijdens de studie). Ammonium Tijdens het onderzoek zijn in het ruwe water ammoniumgehalten tussen de 0,1 en 1,5 mg/l NH4 gemeten. Bij onvolledige omzetting van ammonium in nitraat (nitrificatie) kan het tussenproduct nitriet gevormd worden. Dit nitriet is een gezondheidsparameter die in de maag n-Nitroso verbindingen kan vormen die carcinogeen zijn bij mensen. Deze omzetting kan ook plaatsvinden tussen zuivering en klant, indien water met ammonium gedistribueerd wordt. Het gewonnen grondwater voldoet nog niet aan de kwaliteitseisen (tabel 1) en dient voorafgaand aan distributie behandeld te worden. Tabel 1 SWM streefwaarden voor drinkwater Parameter pH ijzer {mg/l Fe2+) zuurstof (mg/l O2) chloride (mg/l Cl-) TDS (mg/l) troebelheid (Fte)
SWM streefwaarde 6,5 < pH < 8,5 < 0,1 >2 < 250 < 1000 <1
Opzet van zuiveringen De globale volgorde van de zuiveringsprocessen is: • verwijderen van methaan • pH correctie tot pH > 6 in verband met ontijzering • beluchten • ontijzeren en nitrificatie • pH correctie tot pH > 6,5 Hoe zien deze processen er in de praktijk uit? Beluchting Voor het uit het water verwijderen van de hoge gehaltes methaan is een intensieve beluchting noodzakelijk. Op 2 locaties wordt plaatbeluchting (water stroomt over een geperforeerde plaat terwijl er van onderaf lucht doorheen geblazen wordt) toegepast en op overige locaties met methaan in het ruwe water toren20
6659_V06_art129.indd 20
Neerslag 2011/VI
03-11-11 14:18
Figuur 1: Drinkwaterzuiveringen met bijbehorende voorzieningsgebieden in en rond Paramaribo. beluchting (water valt door een kolom met vullichamen terwijl van onder naar boven lucht geblazen wordt). Is het methaangehalte in het grondwater beneden de 2 mg/l kan met een sproeierbeluchting worden volstaan (sproeiers boven een open filter of boven een sproeivloer). Een te lage pH kan gecorrigeerd worden door koolzuurgas uit te blazen. Dit geschiedt in een beluchtingtoren, een sproeierbeluchting is hiervoor ontoereikend. Water dat geen methaan bevat en niet te zuur is wordt boven in een filter belucht door met een compressor lucht in het filter te persen, dit wordt compressor beluchting genoemd. Snelfiltratie (zand) Als het proces goed verloopt is het water na de beluchting vrij van methaan, niet te zuur en bevat het zuurstof. Nu kunnen het ijzer, mangaan en ammonium verwijderd worden. Dit vindt plaats in een met zand gevuld snelfilter. Periodiek worden de filters opwaarts teruggespoeld met water en lucht. Snelfiltratie (schelpen) Is het water na de beluchtingtoren nog te zuur en is het gehalte aan waterstofcarbonaat te laag, kan het koolzuur geneutraliseerd worden door het water over kalk te filtreren. In Suriname worden daar schelpen voor gebruikt. De bedhoogte van deze filters wordt regelmatig gecontroleerd en indien het schelpenbed te dun wordt, wordt het aangevuld met verse schelpen. Ook deze filters worden periodiek gespoeld met water en lucht. Neerslag 2011/VI
6659_V06_art129.indd 21
21
03-11-11 14:18
Nabeluchting Indien water na filtratie nog te zuur is kan het laatste koolzuur verwijderd worden met een nabeluchting. Hiermee wordt ook gegarandeerd dat voldoende zuurstof in het gedistribueerde water aanwezig is. Aandachtspunt chloorgebruik Na werkzaamheden aan de bronnen, beluchtingtorens en/of na het aanvullend van schelpen of zand worden de proces onderdelen weer bacteriologisch betrouwbaar gemaakt door chloor aan het water toe te voegen. Het is van groot belang dat het water met actief chloor na gebruik geloosd wordt en niet door andere zuiveringsonderdelen stroomt. Het actief chloor zal namelijk ook biologische (deel) processen als het verwijderen van ijzer en mangaan en de nitrificatie om zeep helpen.
Bedrijfsvoering De bedrijfsvoering van de zuiveringen gebeurt veelal handmatig. Nieuwe zuiveringen bezitten wel PLC’s waarmee op automaat gespoeld kan worden, maar de programma’s worden dan handmatig gestart. Info over de drinkwaterproductie en de actuele kelderstanden worden elk uur per portofoon aan de centrale wacht doorgegeven. Teneinde de vele handmatige acties mogelijk te maken zijn de zuiveringen 24 uur per dag bemand met 1 of 2 bedrijfsvoerders. De bedrijfsleider van elke zuivering is overdag aanwezig. Tevens zijn op elke zuivering altijd een of meer beveiligers aanwezig.
Verantwoording Informatie over 15 zuiveringen in en rond Paramaribo (figuur 1) is afkomstig uit het rapport ‘Optimalisatie nitrificatie in snelfilters is Suriname’ dat op locatie geschreven is door de hoofdauteur, in het kader van zijn Master studie Watermanagement aan TU Delft. Begeleider van het onderzoek was Anushka Salmin van de SWM. Dik Brummel (procestechnoloog bij Vitens) heeft historische gegevens aangeleverd. Ron Jong ,Vitens NV / TU Delft Dik Brummel ,Vitens NV Anushka Salmin, SWM
22
6659_V06_art129.indd 22
Neerslag 2011/VI
03-11-11 14:18
Doe meer met een elektrode Voor de regeling van de beluchting wordt veel gebruik gemaakt van een zuurstofmeter al dan niet in combinatie met een ammonium- of nitraatanalyser. De laatste tijd worden ook veel meters toegepast met een sensor waarin een ionselectieve elektrode is geplaatst. Bijvoorbeeld met een ammonium en nitraat elektrode met compensatie voor kalium en chloride ineen. Over de nauwkeurigheid van deze sensoren is nog veel discussie. Als de compensatie in orde is en de meter regelmatig wordt bijgesteld krijg je een goed beeld van wat er in de beluchting gebeurt als je tenminste niet op een milligram meer of minder kijkt. Voor de bepaling van de nitrificatiesnelheid van het actiefslib wordt in grote lijnen de NEN-methode gevolgd. In de testruimte van de rwzi is deze bepaling goed uit te voeren, maar de bepaling is omslachtig. Om te kijken of dit ook eenvoudiger kan en om een snelle indruk te krijgen van de nitrificatiesnelheid is een test met een gecombineerde ammonium/nitraat elektrode uitgevoerd. De sensor is in een emmer gezet met actiefslib en belucht. Na toevoeging van ammoniumchloride en een buffer is gedurende een uur het ammonium en nitraatgehalte gevolgd. In grafiek 1 is hier het resultaat van te
Neerslag 2011/VI
6659_V07_art130.indd 23
23
03-11-11 14:19
20
NH4-N
18
NO3-N
16 14
mg/l
12 10 8 6 4 2 0
0
10
20
30
40
50
60
minuten
Grafiek 1. Ammonium- en nitraatgehalte nitrificatieproef met elektrode zien. Een mooie gelijkmatige afname van het ammonium en in gelijke mate een toename van het nitraat. De nitrificatiesnelheid is ook volgens de aangepaste NEN-methode uitgevoerd. Deze is 4,6 mg N/g ds.h tegen 4,1 mg N/g ds.h voor de bepaling met de elektrode. Hoewel het hier maar om ĂŠĂŠn bepaling gaat en de uitvoering van de test voor verbetering vatbaar is, geeft deze methode snel en eenvoudig een indruk van de nitrificatiesnelheid. De nauwkeurigheid van de elektrodebepaling is acceptabel. Op basis van deze indruk zal de test met de elektrode verder worden geoptimaliseerd. We denken dat deze snelle methode kan bijdragen aan de verbetering van de beluchting. De sensor is soms ook voorzien van een reinigingsmodule door middel van beluchting. De vraag is of deze module voor dit doel gebruikt kan worden. Mogelijk kan dan ook alles in de beluchting zelf plaats vinden door een soort vat om de sensor te plaatsen. Een andere mogelijkheid is om de gemalen leeg te pompen, de aanvoer en de slibretour stil te zetten en te gaan beluchten. Indien er ook een nitraat elektrode aanwezig is, kan deze ook dienen voor de bepaling van de denitrificatiesnelheid. Kortom, genoeg mogelijkheden om te bekijken wat de bacteriĂŤn in de beluchting allemaal kunnen. Dennis Piron, waterschap Rivierenland
24
6659_V07_art130.indd 24
Neerslag 2011/VI
03-11-11 14:19
Verenigingsn ieuws nummer 6-2011
Nieuwe werkgroep Bestuursakkoord Water Op 23 augustus heeft het bestuur van KNW ingestemd met een tijdelijke werkgroep Bestuursakkoord Water. Het doel van de werkgroep is om vanuit KNW de krachten te bundelen om adequaat in te spelen op (de eisen uit) het Bestuursakkoord Water. De werkgroep stimuleert de ontwikkeling van kennis en kunde die nodig is om uitvoering van het Bestuursakkoord Water mogelijk te maken. De werkgroep werkt daartoe nauw samen met bestaande themagroepen van KNW. Tevens wordt kennis en ervaring van relevante sector binnen en buiten Nederland ingebracht. De werkgroep zal vermoedelijk vijf jaar bestaan. De initiatiefnemers van de werkgroep zijn Carleen Mesters en Dieter de Vroomen (voorzitter).
Agenda 17-18 november: Excursie themagroep Watervoorziening De themagroep Watervoorziening organiseert opnieuw een (buitenland)excursie. Daarbij worden twee plants bezocht, locaties waar een combinatie van innovatieve en bestaande technologieën zorgdragen voor de productie van hoogwaardig water op maat: de Puurwaterfabriek in Emmen, waar communaal afvalwater wordt gerecycled voor de olieproductie van de NAM, en de Proceswaterfabriek in Ter Apelkanaal, waar proceswater wordt geproduceerd uit oppervlaktewater voor de aardappelverwerking bij AVEBE. 24 november: Najaarscongres Water Wordt Digitaal! Op 24 november 2011 wordt het KNW Najaarscongres Water wordt digitaal! georganiseerd in Burgers’ Zoo in Arnhem. Het thema van het congres is IT-trends in de watersector. Maken we voldoende gebruik van de uitgebreide mogelijkheden van IT? Welke ontwikkelingen en trends signaleren we op dit gebied? Neerslag 2011/VI
6659_V08_art126_vernws.indd 25
25
03-11-11 14:21
Waar zouden de waterbedrijven, waterbeheerders en gemeenten de komende jaren op moeten inzetten? Keynote speaker is Edwin Adriaansen, vice-president van TomTom. Het congres wordt voorafgegaan door een Algemene Ledenvergadering. 29 november: Symposium assetmanagement riolering en drinkwaternetten Op 29 november organiseert themagroep Assetmanagement het symposium â&#x20AC;&#x2DC;Assetmanagement riolering en drinkwaternetten: leren van elkaar, verschillen en overeenkomstenâ&#x20AC;&#x2122;. Doel van de bijeenkomst is het delen van kennis over de toepassing van assetmanagement in beide sectoren, het duiden van verschillen en overeenkomsten en het formuleren van aanbevelingen over samenwerking. De focus ligt op ondergrondse transportsystemen (leidingen en riolen), waarbij het technisch beheer centraal staat. Hoe geven we vorm aan een effectief beheersysteem, vervangingsbeleid, kennis verzamelen en uitwisselen, gezamenlijke planning en uitvoer, relatie autonome en contextuele ontwikkelingen? 1 december: Projecten in een veranderende Arabische wereld Op donderdag 1 december organiseert themagroep Internationaal een bijeenkomst over projecten in de veranderende Arabische wereld. 8 december: Sleutel tot succesvolle samenwerking Op donderdag 8 december vindt de bijeenkomst Sleutel tot succesvolle samenwerking plaats. De roep om succesvolle samenwerking wordt in het kader van de bezuinigingen en duurzaamheid, steeds groter, niet alleen op landelijke schaal maar ook in regionale processen. Met het Nationaal Bestuursakkoord Water is de weg vrij om dit samenwerken nu daadwerkelijk op te pakken. Maar hoe werk je succesvol samen? Jan van Hooff geeft voorbeelden van sociale communicatie en organisatie uit de dierenwereld. Door de verfrissende voorbeelden krijgt u inspiratie en inzicht waarmee u in een workshop aan de slag gaat. Na deze workshop kunt u succesvoller samenwerken in regionaal verband.
26
Neerslag 2011/VI
6659_V08_art126_vernws.indd 26
03-11-11 14:21
Koude Anammox op rwzi Dokhaven Inleiding Het waterschap Hollandse Delta is begin mei een onderzoek gestart naar de inzet van het Anammox proces in de hoofdstroom van de rioolwaterzuivering Dokhaven in Rotterdam. De huidige Anammox installatie zuivert het rejectiewater dat vrijkomt bij de ontwatering van het vergiste slib, wat een hoog ammoniumgehalte en een hoge temperatuur heeft. Hollandse Delta wil met de proefopstelling onderzoeken of de technologie ook werkt bij zuivering van afvalwater met een lagere temperatuur, een lager ammoniumgehalte en bij wisselende omstandigheden. Als de twee jaar durende proef slaagt, ligt de weg open naar een beter functionerende zuivering met minder stikstof in het effluent én een lager energiegebruik. Het waterschap voert het onderzoek uit in samenwerking met Paques, TU Delft en de Radboud Universiteit Nijmegen. Het onderzoek wordt gesubsidieerd door het KRW Innovatieprogramma van de Rijksoverheid en de STOWA.
Hernieuwde belangstelling voor tweetraps actiefslibsystemen (AB-systemen) Het onderzoek sluit aan op de hernieuwde belangstelling voor AB-systemen. Deze systemen, waarbij sprake is van twee beluchtingstrappen, werden ontwikkeld in de jaren tachtig, maar kregen het probleem dat vaak moeilijk aan de stikstofeis uit Europese Richtlijn voor Stedelijk Afvalwater kon worden voldaan (10 mg N-totaal/l). Met de komst van het initiatief de Energiefabriek staan ze op dit ogenblik weer volop in de belangstelling vanwege gunstige energieprestaties en het
Neerslag 2011/VI
6659_V09_art114_fc.indd 27
27
03-11-11 14:23
relatief geringe ruimtebeslag. In de eerste trap wordt zoveel mogelijk organische stof omgezet in biomassa (slib), de rendementen kunnen oplopen tot ruim 80% op BZV-basis. Door dit slib vervolgens te vergisten (al dan niet na een voorbehandeling) kan de productie van biogas in dit systeem worden gemaximaliseerd. De tweede trap richt zich met name op de stikstofverwijdering. Op Dokhaven vindt in de tweede trap vrijwel alleen omzetting van ammonium naar nitraat (nitrificatie) plaats. Denitrificatie (nitraat naar stikstofgas) was tot nu toe problematisch door het gebrek aan ruimte en het gebrek aan BZV. Alleen door recirculatie van effluent bij droog weer over de A-trap kan een gedeelte van het gevormde nitraat worden verwijderd. De effluentwaarden varieerden in de laatste 5 jaar tussen 13 en 17 mg N-totaal per liter.
Betere kwaliteit effluent Als Anammox in de B-trap functioneert, betekent het dat gehalte aan nitraat in het effluent van de rwzi lager wordt. Daarmee zijn lage gehalten bereikbaar, ruim onder de 10 mg N-totaal uit de Europese Richtlijn. „Uit laboratoriumproeven bij de universiteiten is gebleken dat de proef kans van slagen heeft”, vertelt Merle de Kreuk, innovatietechnoloog van het waterschap Hollandse Delta. „De praktijk is echter een ander verhaal, maar zeer de moeite waard om te onderzoeken. Als Anammox als tweede zuiveringsstap op rwzi Dokhaven goed functioneert, betekent dit een nieuwe doorbraak voor de technologie. Naast de betere effluentkwaliteit door een lager stikstoflozing komen we ook een stap dichter bij een energieneutrale zuivering.”
Ervaring met Anammoxproces in deelstroom Figuur 1. Stikstofcyclus in het Anammox proces
Waterschap Hollandse Delta heeft al jarenlange ervaring met de Anammox technologie bij water met een hogere temperatuur (30 graden Celsius) en een hoog ammoniumgehalte (1000-1500 mg/l). De eerste Annamox reactor ter wereld is op de locatie Sluisjesdijk (de slibverwerking van Dokhaven) opgestart en na enkele jaren van optimalisatie in 2006 op volle capaciteit in regulier bedrijf genomen. De deelstroombehandeling bestaat uit een SHARON en een Anammox-reactor. In de Sharon reactor vindt gedeeltelijke omzetting van ammonium plaats tot nitriet. Het gevormde mengsel van ammonium en nitriet in de verhouding 1:1,3 wordt gevoed aan de Anammox reactor waar de bacteriën de ammonium en nitriet rechtstreeks omzetten in stikstofgas (zie figuur 1.). Dit levert een aanmerkelijke besparing op in het energiegebruik vergeleken met het standaard proces van nitrificatie/denitrificatie.
Technologie getest onder andere omstandigheden In het huidige onderzoek wordt op de rwzi Dokhaven de proefinstallatie als tweede stap van het hoofdzuiveringsproces getest. Dat betekent omzettingen bij 28
Neerslag 2011/VI
6659_V09_art114_fc.indd 28
03-11-11 14:23
SHARON ANAMMOX Figuur 2. Bestaande SHARON-Anammox installatie lagere temperaturen (8-20 °C), een lager ammoniumgehalte (10-30 mg/l) en sterk wisselende fluctuaties (DWA/RWA). Dat dit mogelijk moet zijn blijkt uit het feit dat in natuurlijke omgevingen met lage temperatuur en lage concentraties NH4 de bacterie is aangetoond. Ook is de bacterie al eerder aangetroffen in de nabezinktanks van de B-trap op Dokhaven. De onderzoeksvraag is hoe de bacterie functioneert onder deze omstandigheden. Wat is de invloed van restconcentratie aan CZV en zwevende stof uit de A-trap? Kunnen we de Anammox-bacteriën in het systeem houden, treedt er voldoende korrelvorming op? Hoe reageert het systeem op fluctuaties in omstandigheden zoals temperatuur en influentsamenstelling? Kunnen we het proces zodanig controleren dat er alleen nitriet (en geen nitraat) ontstaat? Allemaal vragen die de komende jaren beantwoord zullen worden.
Verbeterde zuivering met lager energiegebruik Niet alleen de lozingseisen van het effluent zijn aanleiding voor het onderzoek. In het streven van waterschappen naar een energieneutrale zuivering, biedt dit een nieuwe optie voor de zogenaamde ‘Energiefabriek’. Er wordt verwacht dat goede toepassing van de Anammoxbacterie forse gevolgen kan hebben voor het energieverbruik op rioolwaterzuiveringsinrichtingen: ‘Het gebruik van deze technologie zou volgens eerAnammox korrel ste ruwe schattingen het energieverbruik van Dokhaven met ongeveer 25 procent kunnen terugdringen.’ Natuurlijk zal het onderzoek moeten uitwijzen of dit in praktijk ook echt gehaald kan worden, maar mocht deze technologie toepasbaar worden dan kan dit een grote verandering in de zuiveringswereld veroorzaken. De proefinstallatie werkt inmiddels en binnen twee jaar zal blijken of de Anammox technologie breder kan worden ingezet en (verder) bijdraagt aan een betere effluentkwaliteit en een lager energiegebruik van de zuivering. Olaf Duin Waterschap Hollandse Delta Neerslag 2011/VI
6659_V09_art114_fc.indd 29
29
03-11-11 14:23
PROCES ANALYSES ISE SENSOR ANISE
NIEUW
L® ! MET CARTRICA TECHNOLOGIE
Gecombineerde ISE sensor voor Nitraat & Ammonium: ANISE On-line Ammonium en Nitraat meten met één sensor Kalibratie-vrij: alle sensoren in één compacte cartridge Stabiel: driftvrij differential referentie element Betrouwbaar: continue en automatische compensatie voor chloride en kalium Rendabel: minimum aan investering en onderhoud Digitale SC controller, tot 8 sensoren op aan te sluiten
Voor meer informatie bel: Tel: +31 (0)344 63 11 30 www.hach-lange.nl
B BVW& BIFB; LQGG
1000-21-0000-5934 Neerslag 2011-6
Kleur: fc
InfraTech Innovatieprijs 2011 Dit jaar was Frans Cuppen van Waterschap De Dommel een van de genomineerden voor de InfraTech Innovatieprijs 2011. Zijn uitvinding maakt het onderhoud aan ontvangstkelders en rioolgemalen wel een heel stuk eenvoudiger. Bij het werk aan kelders is er altijd de vraag of de afsluiter dicht gaat! Hiervoor bedacht Frans een constructie die met een rioolstop werkt. Deze kan geplaatst worden, zonder vooraf in de kelder te moeten. De Cuppenbuis is vooral simpel door de eenvoud! En er wordt gebruik gemaakt van gemakkelijk verkrijgbare materialen. Het is een roestvrijstalen buis met aan de onderkant een T-stuk, deze wordt tegen de instroomopening gemonteerd. Hierin word dan een rioolstop neergelaten aan een verlengstuk. Dit verlengstuk zorgt er voor dat , de stop op de juiste diepte blijft. Dit is vooral tijdens de montage nodig. Daarna klemt hij. De eerste buis is geplaatst in rioolgemaal Spoordonk. Daar is hij gemonteerd in de kelder, maar bij nieuwe gemalen worden ze in de betonconstructie meegenomen. Door de uitvinding van Frans Cuppen verwachten ze bij Waterschap De Dommel ĂŠĂŠn formatieplaats te kunnen besparen. Inmiddels word er al gekeken naar een mogelijk octrooi op de Cuppenbuis.
Neerslag 2011/VI
6659_V10_art117.indd 31
31
03-11-11 14:36
VGM signalering rwzi Nijmegen In 2007 zijn de eerste gesprekken opgestart tussen het Waterschap Rivierenland, via Willy Verstegen senior zuiveringstechnicus locatie Nijmegen, en Blomsma Signs & Safety. Doelstelling was om VGM signalering (VGM staat voor Veiligheid Gezondheid en Milieu) (NEN3011/ISO 7010 ) inclusief veiligheidskundig tekenwerk (NEN1414/ISO 23601) op juiste wijze uit te voeren. Het probleem was in eerste instantie dat bij het Waterschap wel degelijk signalering bestond maar die was gedateerd en niet uniform. Verder was er niet of nauwelijks sprake van een huisstijl. In het verleden werd signalering aangeschaft via verschillende inkoopkanalen zonder dat duidelijk was wat precies de eisen waren. Het Waterschap ging op zoek naar een betrouwbare partner die kon aangeven hoe de wet- en regelgeving in elkaar stak en dit kon visualiseren met de garantie van een blijvend werkbaar systeem en kwam terecht bij Blomsma Signs & Safety, een bedrijf met meer dan 30 jaar ervaring dat via haar concept Total Project Management (TPM) als ĂŠĂŠn aanspreekpunt een totaaloplossing kon bieden zonder het inschakelen van onderaannemers. De registratie van Blomsma als Authorized Distributor voor 3M folies inclusief het gebruikte machinepark en printmiddelen gaf de nodige garanties op leesbaarheid, herkenning en kleurbehoud. Als lid van de NEN-/ISO-commissie is het juiste gebruik van symbolen vanzelfsprekend gewaarborgd. Het veiligheidskundig tekenwerk zoals ontruimingsplattegronden is digitaal beschikbaar en de VCA certificering (checklist voor aannemers) zorgt ervoor dat alles volgens de laatste technieken en op veilige wijze wordt gemonteerd. De instandhouding wordt gegarandeerd door het onderhoudscontract waardoor het Waterschap zich volledig kan concentreren op haar eigen core business.
Traject Om duidelijk uit te kunnen leggen wat het TPM traject inhoudt is in 2008 een bezoek gebracht aan een vergelijkbaar lopend project bij Waternet in Amsterdam. Hier konden Willy Verstegen, Peter Kant (veiligheidskundige) en Wim Kivits (KAM) met eigen ogen aanschouwen hoe de fasering werd uitgevoerd vanaf inventarisatie via engineering en productie naar montage. Vervolgens zijn door Blomsma enkele presentaties gehouden om de overige verantwoordelijke medewerkers van het Waterschap aan te geven hoe de wet- en regelgeving in elkaar steekt, hoe je dit kunt vertalen in de betreffende installaties en hoe dit alles er toe bij kan dragen dat de medewerkers aan het einde van de werkdag weer veilig thuis komen. Kortom, VGM signalering moet aanspreken en herkenbaar zijn zodat beleving ontstaat.
32
6659_V11_art118.indd 32
Neerslag 2011/VI
03-11-11 14:25
1
2
4 3
6 5
7
6659_V11_art118.indd 33
1. Tevreden gezichten na de oplevering van rwzi Nijmegen. Vlnr. Willy Verstegen, Sander van â&#x20AC;&#x2122;t Ent, Peter Kant 2. Ontruimingsplattegrond NEN1414 en calamiteitenkaart in huisstijl Waterschap 3. Restricted Area signalering: 3M reflectiefolie op kunststof PET-G ondergrond 4. Tankmarkering met NFPA gevarendiamant / Kemmler code en de nieuwe GHS symbolen: 3M reflectie folie op Aluminium ondergrond 5. Tankcodering en vulpunt signalering: 3M reflectiefolie op Aluminium ondergrond 6. Gebouwcodering: 3M reflectiefolie op Aluminium ondergrond 7. Restricted Area signalering: 3M reflectiefolie op kunststof PET-G ondergrond met identieke kleur montage schroeven 33 Neerslag 2011/VI
03-11-11 14:25
Project uitvoering Nadat het Waterschap achter deze manier van denken ging staan en er budget beschikbaar kwam heeft Blomsma de opdracht gekregen om de lokatie Weurt (rwzi Nijmegen) te inventariseren volgens het TPM concept. Hierbij werd de signalering zoals vluchtwegen, blusmiddelen, chemicaliënopslag, tankmarkering en gebouwcodering eerst op montageplattegronden in kaart gebracht zodat men exact kon zien wat er geplaatst ging worden nog voordat er geproduceerd werd. Hierdoor had het Waterschap nog alle mogelijkheden om de rapportage te evalueren en eventuele mutaties aan te brengen zodat een definitieve scope kon worden bepaald. De kans dat er onjuiste uitvoeringen geplaatst zou worden werd daardoor vrijwel nihil. In deze fase werd tevens duidelijk dat direct de omzetting van WMS symbolen (Wet Milieu gevaarlijke Stoffen) naar GHS symbolen (Globally harmonized System) voor tankcodering doorgevoerd moest worden. Na de presentatie van de rapportage, de offerte, het bestek en de montage plattegronden heeft Blomsma uiteindelijk in 2010, via een aanbesteding, de opdracht voor uitvoering ontvangen welke in overleg met het Waterschap eind 2010 tot volle tevredenheid is opgeleverd.
Eindresultaat Vanuit het traject rwzi Nijmegen is een prima samenwerking op basis van vertrouwen, kennis en kunde ontstaan tussen Waterschap Rivierenland en Blomsma Signs & Safety. „Het is duidelijk dat het Waterschap niet over één nacht ijs is gegaan en alle facetten heeft meegenomen om voor de toekomst de juiste partner te vinden die naar een win/win situatie toewerkt, zonder de praktijk van de klant uit het oog te verliezen”, aldus Sander van ’t Ent, directeur van Blomsma Signs & Safety in Zoetermeer. Het Waterschap is er van doordrongen dat het een zorgplicht heeft ten opzichte van haar eigen medewerkers en derden die op de installaties werkzaamheden uitvoeren en gaat met dit soort zaken serieus aan de slag. Sander van ’t Ent Blomsma Signs & Safety b.v.
34
6659_V11_art118.indd 34
Neerslag 2011/VI
03-11-11 14:25
Technologische opstart awzi Noordwijk In het recente verleden werd het afvalwater van de gemeente Noordwijk gezuiverd door een oxidatiebedinstallatie met een maximale belasting van 55.000 i.e. Deze installatie was sterk verouderd en voldeed niet meer aan de huidige lozingseisen. Inmiddels is de oude installatie vervangen door een nieuwe zuivering met biologische stikstof-en fosfaatverwijdering volgens een aangepast UCT-concept. Er werd gekozen voor een volledig gemengd ULBAS (Ultra Laag Belast Actiefslib Systeem) i.c.m. met verdiepte beluchting- en nabezinktanks. De nieuwe awzi heeft een ontwerpcapaciteit voor 110.000 i.e op basis van 136 gram O2 TZV met een slibbelasting van 0,06 g. BZV/gr.drogestof/dag. De hogere i.e. belasting is een gevolg van de regionale functie, naast het afvalwater van Noordwijk zal de nieuwe installatie ook het afvalwater van de dorpskernen Voorhout en Noordwijkerhout behandelen. In 2007 werd begonnen met de nieuwbouw door de aannemerscombinatie GMB|EWW/UNICA. In opdracht van het Hoogheemraadschap van Rijnland werd het toezicht uitbesteed aan het ingenieursbureau Witteveen & Bos. Medio augustus 2010 vond de technologische opstart plaats. Configuratie awzi Noordwijk
Retourslib
3
2
4
1
Influent
5
6
Compartiment 1 t\m 4 Compartiment 5 Compartiment 6 Compartiment 7
7
anaerobe selector
anoxische selector
voordenitrificatie
anaerobe selector anoxische selector voordenitrificatie nitrificatie
nitrificatie
Afbeelding 1
Afbeelding 1: de configuratie van de waterlijn van de nieuwe zuivering.
In de aerobe buitenring 7 vindt nitrificatie en fosfaatopname plaats. In ring 6 bevindt zich de voordenitrificatie. Vanuit ring 6 vindt recirculatie plaats van het gedenitrificeerde aktiefslib naar compartiment 4 van de anaerobe ring. Ring 6 beschikt over een eigen nitraatmeting, hierdoor kan nitraatgehalte in ring 5 geregeld worden t.b.v. de biologische fosfaatverwijdering. Het retourslib komt binnen in de anoxische ring 5 waar denitrificatie plaats vindt m.b.v. BZV. In compartiment 1 t/m Neerslag 2011/VI
6659_V12_art119.indd 35
35
03-11-11 14:26
4 wordt in een anaëroob milieu het influent gemengd met het retourslib waardoor fosfaat accumulerende bacteriën worden voorgeselecteerd.
FAT en SAT: In de periode voorafgaand aan het enten heeft er een uitgebreide FAT- en SAT test plaatsgevonden. FAT en SAT staan voor resp. Factory- en Site Acceptance Test. De droge- en natte testen moeten veel problemen uitsluiten die tijdens de daadwerkelijke technologische opstart kunnen optreden. Nadat de technische mankementen van de installatie, voortgekomen uit de SAT-test, zoveel mogelijk opgelost waren was het moment aangebroken dat er geënt kon worden. Een technologische opstart van een nieuwe afvalwaterzuivering komt niet vaak voor en is voor zowel de bedrijfsvoering als voor de aannemer een spannend moment.
De Opstart: Er werd besloten om zoveel mogelijk actiefslib uit de directe omgeving te betrekken. Het streven was om de eerste dag een zo hoog mogelijke fractie drogestof te realiseren. Omdat het afvalwater van Voorhout en Noordwijkerhout nog niet aangekoppeld was, moest één beluchtingsstraat ruim voldoende zijn om het influent van Noordwijk te behandelen. De nieuwe awzi beschikt over twee beluchtingsstraten maar gezien de voorlopige geringe belasting was slechts één beluchtingstank gevuld met water uit de nabij gelegen Maandagse Wetering. De i.e.-belasting van Noordwijk ligt ruim onder de 50.000 i.e. tegenover een ontwerpparameter van 55.000 i.e. per beluchtingsstraat. Op 25 augustus 2010 was het zover, om 07.00 uur kwam de eerste tankauto aanrijden met aktiefslib van de nabij gelegen awzi Katwijk. Afbeelding 2 en 3 toont het eerste entmoment. Omdat awzi Katwijk op chemische wijze fosfaat verwijderd, is er ook geënt met biologisch defosfaterend slib van awzi Haarlem-Waarderpolder. Na een aantal suppleties actiefslib begon de drogestofmeting op te lopen naar 0,2 g/l. Afbeelding 4 laat de eerste historische meetwaarden zien van de SC 1000 meetversterker. Gelijktijdig werd er batchgewijs influent toegelaten. Om te voorkomen dat de slibbelasting van de nieuwe afvalwaterzuivering te hoog zou worden is de oude zuivering nog één dag operationeel geweest. Hierdoor kon de nieuwe installatie de eerste dag intermitterend belast worden en bij eventuele problemen kon er teruggeschakeld worden naar de oude zuivering. Toen de volgende dag bleek dat de diverse procesonderdelen zoals, roostergoedverwijdering, zandverwijdering, beluchting, nabezinking en retourslibbedrijf goed functioneerden werd de knoop doorgehakt. Bij ca. 1 g drogestof/l werd het volledige influent van Noordwijk op één van de beluchtingsstraten gezet en werd de oude installatie definitief ontkoppeld. Preventief was er een antischuimmiddel ingekocht maar hier hoefde nagenoeg geen gebruik van gemaakt te worden. De eerste dagen werd uitsluitend gestuurd op zuurstof, er hoefde echter nauwelijks belucht te worden. De gemiddelde zuurstofconcentratie kwam in de eerste week niet onder de 5 mg/l, de energiezuinige plaatbeluchting had geen enkele moeite 36
6659_V12_art119.indd 36
Neerslag 2011/VI
03-11-11 14:26
met de minimale drogestoffractie. Vanwege de geringe zuurstofvraag en het grote zuurstofinbrengvermogen lieten de trendings een behoorlijke hysterese zien. De hysterese werd met een toenemende zuurstofvraag (dit was bij een drogestofgehalte van ca. 3 g/l) geleidelijk gedempt waardoor na verloop van tijd het proces stabieler werd. Opvallend was het verschil in DWA-debiet t.o.v. de oude installatie. Op de oude installatie werd het effluentdebiet gemeten in een venturi-goot waarbij de opstuwhoogte maatgevend was. De nieuwe installatie beschikt niet over een effluentmeting maar het influentdebiet wordt gemeten d.m.v. elektromagnetische flowmeting. Het verschil is aanzienlijk, de gekalibreerde EMF meet structureel 1000 m3/dag meer t.o.v. de oude venturi-meting.
Slibaangroei: Tijdens de opstart was de slibaangroei minimaal, ondanks de hoge slibbelasting van ca. 0,3 kg BZV/kg drogestof/ dag. Slibaangroei verloopt exponentieel en bij een relatief minimale hoeveelheid actiefslib zal de aangroei dan ook minder snel verlopen. Omdat tijdens de eerste weken geen slib ontwatert werd was dit een goede gelegenheid om de toename van de drogestof per dag vast te stellen. Uit de trending van de eerste opstartweken kon bij benadering een represenSlibaangroei tatieve groeifactor afgeleidt worden. Bacteriën groeien exponentieel waarHierbij dient aangetekend te worden door het drogestofgehalte in de dat de groeifactor niet of nauwelijks beïnvloedt werd door het retourslibbeluchtingtanks toeneemt. Om deze debiet. (Omdat de recirculatiefactor exponentiële groei bij benadering vast van het retourslib groter is dan één te stellen is het van belang om een mogen we aannemen dat er geen slibrepresentatieve groeifactor te bepaspiegel wordt opgebouwd in de nabelen. De groeifactor is de momenzinktank.) Op basis van de groeifactor tele waarde concentratie drogestof kan men een redelijk goede prognose gedeeld door de gemeten waarde van opstellen t.b.v. de slibafzet (zie kader.) de vorige dag: in formulevorm: De groeifactor is o.a. afhankelijk van TSmomenteel/TSvorige dag. Hierbij is TS de de concentratie drogestof, temperawaarde drogestof. tuur en de beschikbaarheid van makIn Noordwijk bedroeg de groeifactor kelijk opneembaar substraat. 1,04 bij 1 g drogestof/l , 20 ˚C en 252 Medio maart 2011 was zowel het mg BZVverwijderd. afvalwater van de dorpskern NoordwijHet drogestofgehalte over bijv. 10 kerhout als Voorhout aangekoppeld. dagen wordt dan: TS*1,0410 = droDe gemiddelde i.e. belasting bedraagt gestofgehalte na 10 dagen. (De expomomenteel circa 90.000 i.e., waarbij nent staat voor het aantal dagen zonde awzi nu voor 82% belast wordt t.a.v. der slibontwatering.) Na 10 dagen de ontwerpbelasting. De slibbelasting zal de concentratie ongeveer 1,4 g/l komt uit op ca. 0,045 kg BZV/kg drobedragen. gestof per dag.
Neerslag 2011/VI
6659_V12_art119.indd 37
37
03-11-11 14:26
Afb. 4 Meetversterker SC1000.
Afb. 2. Entmateriaal aanvoer.
Afb. 5. Insectenhotel.
Afb. 3. Enten.
De stikstofverwijdering: Stikstofverwijdering moet hoofdzakelijk plaatsvinden in de denitrificatiezone (ring 5). In het nitrificerende gedeelte (ring 6) zijn een ammonium-en nitraatmeting gemonteerd. Het meetprincipe van NH4 is ionselectief, NO3 wordt gemeten op basis van lichtabsorptie. De stikstofregeling wordt aangestuurd door een instelbare matrix waarbij de onder-en bovengrenswaarde van resp. NH4 en NO3 bepalend zijn voor de zuurstofinbreng. Het stikstofverwijderingsrendement van de oude awzi bedroeg ca. 48%, de huidige awzi had enige weken na de opstart een rendement van 93%. Tijdens de opstart was het lastig om het nitraatgehalte zo minimaal mogelijk te houden. 38
6659_V12_art119.indd 38
Neerslag 2011/VI
03-11-11 14:26
Dit werd veroorzaakt door de combinatie van een lage drogestofgehalte en een hoog zuurstofinbrengvermogen in de nitrificatiezone van de beluchtingtanks. Naarmate de drogestoffractie toenam verliep de denitrificatie beter wat kan duiden op voldoende denitrificerende bacteriën die m.b.v. het beschikbare BZV NO3 omzetten in N2.
De fosfaatverwijdering: Het fosfaatverwijderingsrendement was in de oude situatie ca. 70%. Op de nieuwe awzi werd kort na de opstart een rendement gehaald van 90%, waarbij uitsluitend gebruik wordt gemaakt van biologische technieken. Dit in tegenstelling tot de vorige situatie waarbij fosfaat chemisch werd verwijderd d.m.v. het doseren van een metaalzout. Belangrijk bij de fosfaatverwijdering is een gunstige BZV/P verhouding i.v.m. de aanwezigheid van acetaat en de toevoer van voldoende fosfaataccumulerende bacteriën in nitraatarme omstandigheden naar de anaërobe selector. De BZV/P verhouding is momenteel structureel groter dan 25 en dus gunstig m.b.t. bio-P verwijdering. Lastiger is om de denitrificatie te handhaven op een NO3 waarde kleiner dan één. Om te voorkomen dat de aërobe ring te zuurstofarm wordt i.v.m. fosfaatafgifte zal er een optimum gezocht moeten worden tussen NH4 en NO3 waarden. In het geval van awzi Noordwijk liggen de zuurstofsetpoints in de nitrificatiezone tussen de 0,4 en 1 mg O2/l. met een streefwaarde drogestof van 4 gram/l. Dit resulteert in een acceptabel effluent waarbij ruimschoots wordt voldaan aan de wettelijke normen.
Ter leringhe ende vermaeck: Inmiddels is de zuivering ruim één jaar in bedrijf en kan de balans opgemaakt worden. Omdat het in bedrijf stellen van een nieuwe zuiveringsinstallatie zeker niet beschouwd kan worden als een routineklus kunnen hieruit nuttige lessen geleerd worden. Van essentieel belang is de FAT-en SAT-periode. Voordat de zuiveringsinstallatie operationeel wordt dienen influentbedrijf, roostergoedverwijdering, zandverwijdering, beluchting, retourslibbedrijf en slibontwatering goed te functioneren tijdens de droge-en natte testen. Het FAT-en SAT-testen van regelkringen is veel lastiger. Met het ontbreken van online gemeten waarden kunnen regelingen dan pas getest worden op hun functionaliteit als er sprake is van een daadwerkelijk zuiveringsproces. Tijdens de technologische opstart werd de discussie gevoerd bij welke concentratie drogestof de zuivering volledig belast kon worden. Gebleken is dat er weinig problemen ondervonden werden bij een minimale drogestofconcentratie (ca. 0,8 g/l) en een hoge slibbelasting. Er is nu eenmaal een bepaalde tijd nodig om voldoende nitrificerende-en fosfaataccumulerende bacteriën te selecteren. Naarmate de BZV/Nutriënten verhouding gunstiger werd namen de zuiveringsrendementen toe. Een moderne afvalwaterzuivering beschikt over duizenden tags met complexe besturingstechnologie en regelkringen. Zo ook de awzi Noordwijk en het is dan niet vreemd dat enkele maanden na oplevering diverse regelingen nog niet goed Neerslag 2011/VI
6659_V12_art119.indd 39
39
03-11-11 14:26
op elkaar afgestemd waren. Machinebeveiligingen kunnen regelkringen interfereren, een bekend voorbeeld is de begrensde headerdruk van turbocompressoren die de plaatelementen van de beluchting beschermen tegen een te hoge druk. Daarnaast zagen we significante verschillen in regelkarakteristieken bij één- compressorbedrijf (eco-mode) t.o.v. separate beluchting per zuiveringsstraat. De werktuigkundige en elektrische installatieonderdelen gaven daarentegen veel minder aanleiding tot problemen. Deze twee disciplines kunnen dan ook prima in een FAT en SAT getest worden op technische onvolkomenheden. De nieuwe zuivering is in delen opgeleverd waarbij de omschrijvingen en definities in het bestek leidend waren. Hierbij werden acceptabele restpunten meegenomen in de oplevering. Er was niet echt sprake van een technologisch opleveringsprotocol, de verwachting was dat de effluenteisen probleemloos gehaald konden worden. Hierin wringt zich meteen de schoen, waar voldaan is aan de bestekseisen is geen garantie dat de te verwachten verwijderingsrendementen behaald worden. Duidelijke afspraken m.b.t. een technologische oplevering zijn aan te bevelen. Men kan denken aan het opnemen van een voorwaarde waarbij het effluent drie achtereenvolgende werkdagen voldoet aan de wettelijke normen en of ontwerpdoelstellingen. Momenteel zijn er nog enkele technologische aspecten glad te strijken maar met de nieuwe afvalwaterzuivering Noordwijk beschikt het Hoogheemraadschap over een moderne installatie waar het aangenaam werken is in een uitdagende ‘waterspeeltuin’. Dit laatste geldt niet alleen voor het personeel, zie de afbeelding van het insectenhotel (afb. 5) bij de waterpartij naast de ingang van afvalwaterzuivering Noordwijk! Claus van der Zalm, Hoogheemraadschap van Rijnland
40
6659_V12_art119.indd 40
Neerslag 2011/VI
03-11-11 14:26
Energiebesparing door hybride beluchting Energie en afvalwater De laatste jaren worden de termen energieverbruik, energiebesparing en waterzuiveringen onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Ook bij Waterschap Reest en Wieden is de aandacht voor energie groot. Om aan de Meerjarenafspraak voor energiebesparing (MJA3) en het Klimaatakkoord te voldoen zijn diverse energiebesparende projecten geformuleerd. Eén van deze projecten is het implementeren van hybride beluchtingsregelingen en het (bij)plaatsen van energie-efficiënte bellenbeluchting bij 3 rioolwaterzuiveringen (rwzi’s). Dit project is aangemeld bij de provincie Drenthe die hiervoor subsidie heeft verstrekt. Deze energiebesparende projecten op gebied van beluchting zijn toegepast op de rwzi’s van Meppel, Echten en Beilen. Bij rwzi Beilen is de mechanische beluchting inmiddels geheel vervangen door bellenbeluchting. Voor Meppel en Echten gaat het om een gedeeltelijke vervanging van de bestaande mechanische beluchting door het bijplaatsen van bellenbeluchting en het ombouwen van de conventionele procesregeling naar hybride beluchting. Uitgaande van de ervaringen die bij de recente renovatie van de rwzi Meppel in 2009 zijn opgedaan met bellenbeluchting in beluchtingscircuit 2 zijn medio 2010 de twee beluchtingscircuits in Echten aangepast. Daarnaast is ook beluchtingscircuit 1 van Meppel voorzien van hybride beluchting. In dit artikel worden de ervaringen beschreven met de hybride beluchting in Meppel en Echten.
Renovaties en uitbreidingen van de rwzi Meppel Aanpassing van de voorbehandeling rwzi Meppel in 2009 De rwzi Meppel is in 2009 voornamelijk hydraulisch uitgebreid met een extra nabezinktank. Ook de roostergoedvoorziening en de zandvanger zijn vernieuwd. De twee afzonderlijke influentwerken zijn vervangen door een centraal aanvoerwerk in combinatie met een tussengemaal waarmee de relatief kleine voorbezinktank optimaal belast wordt. Met de capaciteit instelling van dit tussengemaal kan ook de BZV/N verhouding voor de biologie geregeld worden. Momenteel is dit zo geregeld dat bij DWA vrijwel al het influent wordt voorbezonken terwijl bij RWA het grootste deel direct naar de anaërobe tank gaat. Hiermee is ten opzichte van de oude situatie al 80% meer gistingsgas geproduceerd zonder dat dit geleid heeft tot vermindering van de stikstofverwijdering. Dit leidt tevens tot een verminderde zuurstofvraag in de beluchtingscircuits.
Neerslag 2011/VI
6659_V13_art123.indd 41
41
03-11-11 14:27
Aanpassing van de beluchting circuit 2 rwzi Meppel bij de hydraulische uitbreiding in 2009 Als gevolg van de toename van de hydraulische capaciteit is de waterverdeling en daarmee ook de verdeling van de vuilvracht over de beide beluchtingscircuits bij RWA zodanig veranderd dat in beluchtingscircuit 2 extra beluchting moest worden bijgeplaatst. In de bestaande situatie was het beluchtingscircuit voorzien van twee puntbeluchters. Deze zijn bij de ombouw gehandhaafd. De benodigde extra beluchtingscapaciteit wordt ingebracht met fijne bellenbeluchting. Er is gekozen voor een uitvoering met platen waarbij de beluchtingspakketten in het been van de overstort naar de nabezinktank en het daarvoor liggende been zijn aangebracht. Tussen beide pakketten bevindt zich nog een puntbeluchter (PB04). Deze puntbeluchter blijft altijd aan en wordt frequentie geregeld. Het influent komt binnen juist achter de andere puntbeluchter (PB03). Deze puntbeluchter komt alleen bij indien er een zeer grote zuurstofvraag optreedt. In onderstaand figuur is de inrichting van beluchtingscircuit 2 weergegeven.
Figuur 1 inrichting beluchtingscircuit 2 rwzi Meppel Aanpassing van de beluchtingsregeling circuit 2 rwzi Meppel in 2009 In de oude situatie waren de puntbeluchters frequentie geregeld en was de setpointinstelling van het zuurstofgehalte met een zogenaamde blokregeling geregeld. Hierbij werd in de tijd met een periodiek hoog en periodiek laag zuurstofgehalte gewerkt. Deze oude procesregeling leidde tot een slibindex van 140 ml/ gram. Met het bijplaatsen van de extra beluchting in circuit 2 is ook de regeling aangepast van conventioneel naar hybride.
Situatie rwzi Meppel beluchtingscircuit 2 na de renovatie in 2009 Procesinstelling De nieuwe hybride procesregeling is er op gericht om ammonium af te breken tot minder dan 0,5 mg N/l om Microtrix draadvormers te bestrijden. Tevens is de setpointinstelling van zuurstof geautomatiseerd. Als het ammonium gehalte lager is dan 0,5 mg N/l en het nitraat gehalte hoger is dan de ingestelde waarde gaat het zuurstofsetpoint naar een ingestelde lage waarde om te kunnen denitrificeren. De regeling is dusdanig opgezet dat zoveel mogelijk zuurstof wordt ingebracht met de bellenbeluchting. Echter, puntbeluchter PB-04 blijft altijd in 42
6659_V13_art123.indd 42
Neerslag 2011/VI
03-11-11 14:27
bedrijf. Dit is noodzakelijk omdat het slib/water mengsel nabij de overstort naar de nabezinktank voldoende zuurstof dient te bevatten. De puntbeluchter draait in eerste instantie op minimale frequentie. Als de plaatbeluchting vervolgens naar 100% is opgeschroefd en het gewenste zuurstofniveau nog niet is bereikt wordt puntbeluchter PB-4 verder opgeschroefd. Indien dan nog meer zuurstof noodzakelijk is zal puntbeluchter PB-03 worden ingeschakeld. Bij afnemende zuurstofvraag zijn een aantal extra stappen ingebouwd (stappen 7, 8 en 9). In figuur 2 zijn zowel de stappen bij toenemende zuurstofvraag als bij afnemende zuurstofvraag schematisch weergegeven.
Figuur 2 beluchtingsregeling circuit 2 rwzi Meppel Introductie van â&#x20AC;&#x2DC;Spiral flowâ&#x20AC;&#x2122; Om de (vroegere) drijflaag op deze carrousel te bestrijden zijn de extra beluchtingspakketten op een bijzondere wijze in het circuit geplaatst. Normaal gesproken wordt over de volle breedte platen geplaatst. Hierdoor hoopt zich vaak veel drijflaag op voor een beluchtingspakket. Door de platen trapsgewijs te laten beginnen en te eindigen en de platen asymmetrisch te plaatsen (zie figuur 3) wordt een dusdanig stromingsprofiel ingesteld dat drijflagen makkelijker worden kapotgeslagen en weer worden opgenomen in de waterstroom. Met deze zogenaamde spiral flow over de breedte van het been kan de drijflaag circuleren en daarmee makkelijk het beluchtingspakket passeren. De meeste drijflaag wordt door de spiral flow weer opgenomen in het actief slib. De eventueel nog resterende drijflaag wordt afgescheiden in de nabezinktank. Deze nieuwe configuratie van beluchtingsplaten was enkele jaren daarvoor al met succes uitgeprobeerd met een tijdelijke extra beluchting op de rwzi Echten.
Figuur 3 Bovenaanzicht ligging beluchtingsplaten beluchtingscircuit 2 rwzi Meppel. Neerslag 2011/VI
6659_V13_art123.indd 43
43
03-11-11 14:27
Bevindingen één jaar na de renovatie van rwzi Meppel in 2009 De nieuwe zuurstofregeling heeft in combinatie met de extra bellenbeluchting geleid tot een daling van de slibindex van 140 naar 100 ml/gr. Met deze regeling en de introductie van de spiral flow is de drijflaagvorming op circuit en nabezinktank vrijwel volledig verdwenen. Er zijn echter ook verbeterpunten geconstateerd. Bij de inrichting van circuit twee is de focus voornamelijk gericht geweest op uitbreiding van de beluchting en verbetering van de procesregeling en minder op de energie efficiëntie. Met name het feit dat puntbeluchter PB04 altijd aan blijft terwijl de meer efficiënte bellenbeluchting uit kan gaan wordt niet ideaal gevonden. Ook de locatie van het beluchtingspakket in de denitrificatiezone is ter discussie komen te staan. De situatie dat slechts één beenlengte beschikbaar is voor de denitrificatie blijkt energetisch en proces technisch niet optimaal. Een belangrijk punt in de procesvoering bleek ook de plaats van de zuurstof, ammonium en nitraat sensoren. De beste plaats, in deze situatie, bleek achter het laatste beluchtingspakket en voor de denitrificatiezone te zijn. Met deze ervaringen in het achterhoofd zijn in 2010 de vernieuwingen in circuit 1 van de rwzi Meppel en de twee carrousels van de rwzi Echten aangebracht.
Hybride beluchtingen gericht op energiebesparing in Meppel en Echten in 2010 Doelstelling De doelstelling voor de beide beluchtingscircuits van Echten en beluchtingscircuit 1 van Meppel is, om met behoud van de goede procesvoering zoals bereikt in beluchtingscircuit 2 van rwzi Meppel, een maximale energiebesparing te bereiken om te kunnen voldoen aan de MJA3 afspraken. Uitgangspunt in het energie efficiency plan (EEP) van het waterschap was voor dit project een besparing op beluchtingsenergie van 35%. De insteek is anders dan in 2009 bij beluchtingscircuit 2 van Meppel waar het voornamelijk ging om extra beluchtingscapaciteit. Voor de beide beluchtingscircuits in Echten en beluchtingscircuit 1 in Meppel is er nu meer sprake van een vervangingscapaciteit ten behoeve van energiereductie. Door deze vervangende capaciteit groot genoeg te kiezen was het mogelijk één van de twee puntbeluchters te schrappen. Nog meer beluchtingsplaten plaatsen zou energetisch wenselijk zijn, maar economisch niet te verantwoorden. De overgebleven puntbeluchter komt alleen in werking bij hogere belastingen van de biologie. De gehanteerd configuratie voor beide beluchtingscircuits van rwzi Echten en van beluchtingscircuit 1 van rwzi Meppel zijn gelijk. In het navolgende zijn de aanpassingen van beluchtingscircuit 1 van rwzi Meppel beschreven. Hybride beluchting t.b.v. energiebesparing op beluchtingscircuit 1 van Meppel in 2010 Uitgaande van de ervaringen met circuit 1 (2009) zijn de beluchtingspakketten nu anders gesitueerd. Ten opzichte van circuit 2 wordt de denitrificatiezone langer. Ook het tweede beluchtingspakket ligt in circuit 1 op een andere plek 44
6659_V13_art123.indd 44
Neerslag 2011/VI
03-11-11 14:27
in het beluchtingscircuit. Door het beluchtingspakket voor de overloop naar de nabezinktank te plaatsen hoeft de enige overgebleven puntbeluchter niet continue in bedrijf te blijven. Het beluchtingspakket zorgt er voor dat het slib/water mengsel voldoende belucht is om naar de nabezinktank afgevoerd te worden. In figuur 4 is de configuratie schematisch weergegeven. De beluchtingspakketten zijn ook hier zo geplaatst dat er een spiral flow ontstaat.
Figuur 4: Inrichting omloop circuit 1 rwzi Meppel Nieuwe procesregeling hybride beluchting rwzi Meppel 2010 De veranderde indeling van de beluchtingscircuits vraagt om een andere processturing dan eerder uitgevoerd bij beluchtingscircuit 2 van rwzi Meppel. Bij de nieuwe regeling is de focus vooral geweest op energiebesparing door het optimaal inzetten van de bellenbeluchting. De puntbeluchters worden zo ingezet dat deze aanvullend werken op de regeling van de bellenbeluchting, zonder dat dit nadelig is voor de procesvoering. De setpointregeling voor zuurstof is gelijk gebleven aan die van beluchtingscircuit 2. In figuur 5 zijn de verschillende stappen in de beluchtingsregeling schematisch weergegeven voor zowel toenemende als afnemende zuurstofvraag.
Figuur 5: beluchtingsregeling van circuit 1 van rwzi Meppel (2010)
Bevindingen geoptimaliseerde hybride beluchting in de periode 2010-2011 op de rwzi Echten Vanwege het ontbreken van nauwkeurige energie metingen op de rwzi Meppel worden hier de resultaten beschreven zoals die op de rwzi Echten zijn bereikt. Deze zijn vrijwel identiek aan die in Meppel. Neerslag 2011/VI
6659_V13_art123.indd 45
45
03-11-11 14:27
Effluent kwaliteit en energiebesparing in de circuits van de rwzi Echten Energiebesparing is een belangrijk doel maar het zuiveren van afvalwater blijft natuurlijk het hoofddoel. In tabel 1 zijn een aantal kwaliteits- en kwantiteitsgegevens van de eerste drie maanden van 2010 en 2011 van rwzi Echten met elkaar vergeleken. In de eerste drie maanden van 2010 werd nog gebruik gemaakt van de oude configuratie, in 2011 was deze omgebouwd tot de nieuwe configuratie. Tabel 1: gemiddelde proceswaarden 1e kwartaal 2010 & 2011 circuits 1&2 rwzi Echten Debiet (m3/d)
IEâ&#x20AC;&#x2122;s *
NH4 (mg/l)
NO3 (mg/l)
DS (g/l)
Circuit 1, 2010
8.692
37.206
0,53
2,93
4,61
Circuit 1, 2011
7.734
37.283
0,09
1,98
4,80
Circuit 2, 2010
8.304
37.206
0,77
4,31
4,63
Circuit 2, 2011
8.087
37.283
0,11
1,38
4,82
* = op basis van verhoudingsgetallen in debietverdeling Uit de meetwaarden over de eerste drie maanden van 2011 blijkt dat de nieuwe configuratie en de beluchtingsregeling een positief effect hebben op de zuiveringsprestaties. Opvallend is dat niet alleen het ammoniumgehalte is gedaald tot onder de streefwaarde van 0.5 mg N/l maar dat ook het nitraatgehalte lager is. Ook hier is, evenals in Meppel, de drijflaagvorming als gevolg van draadgroei in het slib verdwenen en is de slibindex stabiel en laag. Of dit ook gepaard gaat met de gewenste energiereductie wordt vergeleken in tabel 2. Tabel 2: Gemiddeld energieverbruik per dag 1e kwartaal 2010 & 2011 circuits 1&2 rwzi Echten Punt bel., kWh/d
Punt bel., kWh/d
Blower, kWh/d
Totaal, kWh/d
Circuit 1, 2010
1.682
574
-
2.256 (100%)
Circuit 1, 2011
274
-
1.205
1.479 (66%)
Circuit 2, 2010
1.492
869
-
2.361 (100%)
Circuit 2, 2011
378
-
1.240
1.618 (69%)
Uit de vergelijking van het gemiddelde energieverbruik van beide beluchtingsconfiguraties blijkt dat er een energiebesparing van circa 31 tot 34% is gerealiseerd. Dit is een benadering van de gestelde doelstelling van 35%. Om nog meer te besparen zou het aantal beluchtingsplaten aanzienlijk meer moeten zijn dan nu is geplaatst. De laatste paar procent kosten daarmee het meest. Vanuit economisch oogpunt werd dat minder interessant gevonden.
46
6659_V13_art123.indd 46
Neerslag 2011/VI
03-11-11 14:27
Tabel 3: Kosten Kosten in Euro
Geraamd (€) Gerealiseerd (€)
Subsidie Prov. Drente (€)
Netto (€)
Circuit 1&2 Echten
920.000
960.000
65.664
894.336
Circuit 1 Meppel
430.000
421.000
29.184
391.816
1.350.000
1.381.000
94.848
1.286.152
Totaal
Voor de hydbride beluchting in Echten is uitgegeven na aftrek van subsidie € 894.336,= De energiebesparing bedraagt per jaar op basis van de eerste drie maanden in 2011 1520 kWh/dag en omgerekend op jaarbasis circa 555.000 kWh. Bij een kostprijs van € 0.12 per kWh is dit een besparing van € 66.600 per jaar. De terugverdientijd is dus circa 13 jaar De reden dat de kosten voor de rzi Echten hoger waren dan geraamd ligt aan de verwijdering en de afvoer van het bezonken zand uit de beide circuits zoals te zien is op de onderstaande foto.
Figuur 6: zand in circuits van Echten heeft geleid tot extra kosten.
Conclusies Door de aanpassingen aan de conventionele beluchtingscircuits met puntbeluchters van de rwzi’s Meppel en Echten zijn een aantal belangrijke stappen gezet! Het energieverbruik van de beluchting is met ruim 30% teruggebracht, daarnaast zijn de proceseigenschappen sterk verbeterd. De slibindex en drijflaag worden beter beheerst en de effluentkwaliteit is sterk verbeterd. De gewenste energiebesparing is bereikt zonder voorbij te gaan aan het primaire proces van het zuiveren van afvalwater. De terugverdientijd blijft met circa 13 jaar, mede dankzij de subsidie van de provincie Drenthe binnen, de technische levensduur van deze hybride beluchting. Door: Frank Brandse, Waterschap Reest en Wieden Rutger Dijsselhof, Waterschap Reest en Wieden Mike van Boldrik, Tauw Neerslag 2011/VI
6659_V13_art123.indd 47
47
03-11-11 14:27
Electriciteit voor 43 huishoudens (150Mwh per jaar) met behulp van CG Drives & Automation Waterkrachtcentrale Hezenbergerstuw
Emotron is now CG Drives & Automation
Waterschap Veluwe gebruikt sinds 2010 een waterkrachtcentrale die in opdracht van het waterschap naast de oude Hezenbergerstuw tussen Hattem en Wapenveld is gebouwd. Het water, dat circa 2,5 meter naar beneden valt, brengt een vijzel (draairad) in beweging. Door de draaibewegingen wordt elektriciteit opgewekt. De bouw van de centrale is een innovatieve investering die zichzelf terugverdient en tevens een bijdrage levert aan duurzame ontwikkeling. De gebouwde vijzel kan evenveel energie leveren als het gemiddeld jaarlijks energieverbruik van 43 huishoudens (gemiddeld 150 MWh per jaar). Emotron AFE frequentieregelaars. CG Drives & Automation heeft voor dit duurzame ontwikkelingsproject een bijdrage geleverd met een FDU48-060-54CE met terugleverunit. Hierdoor is het mogelijk de motor als generator te laten werken en zo de energie terug te leveren aan het elektriciteitsnetwerk. CG Drives & Automation heeft tot 45kW een oplossing met een terugleverunit. Vanaf 55kW tot 1000kW/400V heeft CG Drives & Automation AFE regelaars (Active Front End) hierbij kan men de keuze maken voor regeneratief bedrijf of low harmonic (THDI <5%). Meer informatie? +31(0)497389222 of info.nl@cgglobal.com of www.cgglobal.com/www.emotron.nl
B BVW& BIFB. LQGG
1000-21-0000-5610 Waternetwerk Neerslag 2011-5
Kleur: fc
Henk Smits loopt de Roparun Henk Smits is 51 jaar woont in Wijchen en werkt bij de afdeling Technische Installaties, onderhoud zuid van het waterschap Rivierenland. Henk Smits was bijzonder gemotiveerd voor de Roparun omdat hij zelf 26 jaar geleden, kanker heeft gehad; hij is daarvan genezen. Henk en zijn collega Ferry Dominikus waren de enige medewerkers van de buitendienst. Waterschap Rivierenland deed dit jaarvoor het eerst met een team mee aan de Roparun. De Roparun is een georganiseerde loop van Parijs naar Rotterdam. Roparun stond in het begin voor de loop van Rotterdam naar Parijs; om redenen Ferry chauffeur/kaartlezer, Henk loper. van organisatorische aard wordt er de laatste jaren van Parijs naar Rotterdam gelopen; de naam is hetzelfde gebleven. De opbrengst die bestaat uit verkochte loten en sponsorgelden gaat geheel naar de stichting Roparun (kankerbestrijding). Een team dat zich opgeeft moet een aan een aantal eisen voldoen en inloten, want er is een wachtlijst. Het team van Waterschap Rivierenland (‘De Waterlopers’), dat 24 leden kent (lopers, fietsers, masseurs, verzorgers, chauffeurs), loot in. Het trainen kan beginnen. De acht lopers zijn allen geroutineerd en trainen gezamenlijk op donderdag; ze lopen dan van kantoor Tiel richting Avezaath en er wordt gemeten en gerekend en zo kan captain Ben Giltjes een gemiddelde looptijd van 11,7 km/uur aan de organisatie van de Roparun doorgeven. Henk: „We hadden twee teams met elk 4 lopers. Het team waarin ik, als eerste loper zat, startte op pinksterzaterdag 11 juni om 16.03 uur in Parijs. Je loopt dan 1,5 km en daarna neemt de volgende loper het over. Dat gaat zo gedurende 5 uur en dan neemt het tweede team het over voor wéér ca 5 uur; dat gaat zo dag en nacht dóór tot de finish op 2e pinksterdag op de Coolsingel in Rotterdam. Elke loper heeft een fietser (navigator) vóór zich en één achter zich. Onderweg is driemaal gerust. Jammer is dat faciliteiten qua sanitair (WC en douche) niet altijd aanwezig zijn. Dan wordt het behelpen met plastic zakjes en improviseren met wassen! De tenten zijn een keer opgeslagen langs een wetering ergens in Frankrijk”.
Neerslag 2011/VI
6659_V14_art120.indd 49
49
03-11-11 14:28
Hulp bij het wassen.
Bivak.
Henk heeft tijdens het lopen toch ook genoten van het prachtige Franse landschap de heuvels ten noorden van Parijs. Als bijzonder heeft hij ook de ontvangst in de Belgische plaats Zele ervaren. Het team van De Waterlopers passeerde daar in de nacht: het was er compleet kermis! Henk gevraagd of hij een volgend keer weer mee zal doen: „het Waterschap staat nu op de lijst en we hebben ons netjes gedragen, dat wil o.a. ook zeggen dat we er onderweg geen zooitje van gemaakt hebben. Er wordt streng gecontroleerd en als je betrapt wordt op b.v. plassen langs de route, dan lig je er meteen uit… Waarschijnlijk zullen De Waterlopers weer meedoen en dan ben ik graag van de partij. De sfeer is het team was prima; er is geen onvertogen woord gevallen en waar de een wat minder liep nam de ander dat over. Voor mij persoonlijk was het toch ook best emotioneel omdat het verleden boven komt: ik weet wat het is om kanker te hebben en dat heeft me op de been gehouden... in 48 uur heb ik één uur geslapen!” Team 242 van De Waterlopers heeft het ‘gehaald’ en hun loop bracht ook nog eens € 10.000 op voor het goede doel (totale opbrengst van alle 275 teams bijna 5 miljoen!) Henk Smits gaat er voor om in conditie te blijven, zo loopt hij tweemaal per week hard van zijn woonplaats Wijchen naar de rwzi Nijmegen en weer terug: enkele afstand 11 km… Aan Henk zal het beslist niet liggen...
50
6659_V14_art120.indd 50
Neerslag 2011/VI
03-11-11 14:28
Uit de pers Endress+Hauser opent nieuw kantoorgebouw n Klaus Endress, CEO Endress+Hauser holding, heeft op vrijdag 2 september het nieuwe kantoorgebouw van Endress+Hauser Nederland officieel geopend. De opening is bijgewoond door prominente nationale en internationale gasten, waaronder de Burgemeester van Naarden, Joyce Sylvester en de voorzitter van het FME-CWM, Jan Kamminga. In maart 2010 was de start van het project op het toenmalige parkeerterrein van Endress+Hauser en inmiddels is het kantoor betrokken door alle medewerkers. Het voormalige kantoor heeft plaats gemaakt voor een nieuw parkeerterrein met ruime parkeerplaatsen omgeven door veel groen. De belangrijkste uitgangspunten; optimale communicatie tussen de afdelingen, comfort ten aanzien van klimaat en akoestiek, duurzaamheid en beperkt onderhoud, vormen de basis voor het ontwerp van het nieuwe gebouw. Het resultaat mag er dan ook zijn. Het nieuwe kantoor sluit ruimtelijk, functioneel en technisch aan bij de professionaliteit, herkenbaarheid en transparantie van de organisatie. „Duurzaam, innovatief, maar ook vooral vriendelijk, fraai en functioneel. Zo zou ik ons nieuwe pand in een paar woorden willen omschrijven,” zegt directeur Rob Hommersen over het nieuwe hoofdkantoor van Endress+Hauser in Naarden. De opening vond plaats op vrijdag 2 september om 15.00 uur aan de Nikkelstraat 6 in Naarden. Endress+Hauser is een toonaangevende, wereldwijd opererende leverancier van een compleet producten- en dienstenpakket op het gebied van industriële meettechniek en procesautomatisering. nn
Neerslag 2011/VI
6659_V15_art131_persber.indd 51
51
03-11-11 14:29
Endress+Hauser neemt nieuwe kalibratieinstallaties voor druk en flow in gebruik n Naarden, 16 augustus 2011 – Endress+Hauser heeft de kalibratie-installaties voor druk en flow in het nieuwe pand te Naarden volledig vernieuwd. Door de kalibraties onder geconditioneerde omstandigheden te laten plaatsvinden wordt een nog snellere en nauwkeurigere uitvoering van de kalibratie gegarandeerd. Bovendien is de flexibiliteit zeer groot waardoor het mogelijk is om meerdere merken instrumenten met uiteenlopende typen procesconnectors te kunnen kalibreren. Een goede kwaliteit van een te produceren eindproduct is een voorwaarde om concurrerend in de markt te staan. Deze kwaliteit is mede afhankelijk van de nauwkeurigheid van de toegepaste meetapparatuur. Deze nauwkeurigheid is te bepalen door periodieke kalibratie van de kritische metingen. Endress+Hauser voorziet in de mogelijkheid om kritische metingen uit diverse industrieën periodiek te kalibreren. De belangrijkste voordelen: – Het te kalibreren instrument kan binnen 1 of 2 dagen retour gestuurd worden – Kalibratie van zowel Endress+Hauser als andere merken is mogelijk – Hoge nauwkeurigheid voor een aantrekkelijke prijs – Kalibratieresultaten worden tevens online beschikbaar gesteld Aanvragen voor kalibraties kunnen worden gedaan via www.nl.endress.com/ kalibratieinstallatie. nn
52
Neerslag 2011/VI
6659_V15_art131_persber.indd 52
03-11-11 14:29
Miljoenenbesparing en 30% meer energie uit rioolwater n Roermond, 19 augustus 2011 – Landelijke primeur voor Limburgse waterschappen door nieuwe slibvergistingsinstallatie in Venlo Het Waterschapsbedrijf Limburg, een dochteronderneming van Waterschap Roer en Overmaas en Waterschap Peel en Maasvallei, gaat een nieuwe duurzame slibvergistingsinstallatie bouwen op de rioolwaterzuiveringsinstallatie in Venlo. De installatie gaat energie terugwinnen uit het slib van rioolwaterzuiveringsinstallaties. Dit levert minstens 30% meer energie op in de vorm van elektriciteit én de installatie halveert de hoeveelheid af te voeren zuiveringsslib. De Limburgse waterschappen hebben hiermee een Nederlandse primeur: het is voor het eerst dat een installatie met deze schaalgrootte wordt gebouwd. De slibvergistingsinstallatie gaat in 2012 in bedrijf. De Europese aanbesteding bleef binnen het door de waterschappen beschikbaar gestelde budget van € 5,5 miljoen en een terugverdientijd van acht jaar. De exploitatiekosten worden met € 200.000 per jaar verlaagd. De installatie combineert thermische hydrolyse, slibvergisting en warmtekrachtkoppeling. Behalve de terugwinning van energie in de vorm van elektriciteit, wordt de hoeveelheid af te voeren zuiveringsslib gehalveerd in volume. Dit resulteert in zowel energie- als CO2-besparing. Een belangrijke stap voor de Limburgse waterschappen om te voldoen aan de energiebesparingsdoelstelling van 2% per jaar die voor de sector is afgesproken. Innovaties De uitvoeringsvorm van de hydrolysetechniek van de slibvergistingsinstallatie is nieuw. Dat geldt ook voor de schaalgrootte waarop de hydrolyse wordt toegepast en de keuze voor ’goedkope’ vergistingsystemen binnen de afvalwatersector. Ook de aanbesteding op basis van een businesscase en uitbesteding van meerjarig onderhoud en bediening zijn vernieuwend te noemen. Andere Nederlandse waterschappen volgen de aanpak en de voortgang van dit project en zijn benieuwd naar de praktijkresultaten.
Neerslag 2011/VI
6659_V15_art131_persber.indd 53
53
03-11-11 14:29
Pilot In de periode 2008 – 2010 is door het Waterschapsbedrijf Limburg een vooronderzoek uitgevoerd naar kleinschalige toepassing van thermische drukhydrolyse (TDH) van zuiveringsslib. Aanleiding hiervoor is het streven naar energieneutraliteit, kostenreductie en de meerjarenafspraken energieefficiency. Thermische drukhydrolyse kwam daarbij als kansrijke techniek naar voren. Dit principe wordt al toegepast op rioolwaterzuiveringsinstallaties in het buitenland, maar dan op veel grotere schaal (zoals Dublin en Brussel). Tot nu toe was deze techniek financieel niet haalbaar voor kleinere rioolwaterzuiveringsinstallaties. Op de rioolwaterzuivering in Venlo is een variant van deze techniek uitgetest waarbij het slib op een continue wijze in één stap kan worden gehydrolyseerd. Op basis van de positieve uitkomsten van de pilot die op rioolwaterzuivering in Venlo plaatsvond, is een businesscase opgesteld om de financiële haalbaarheid van een veel kleinere full-scale installatie voor de locatie Venlo aan te tonen. Dit heeft er toe geleid dat door de waterschapsbesturen is besloten een krediet van 5,5 miljoen euro beschikbaar te stellen en de aanbesteding op te starten. Aanbesteding Er heeft een Europese aanbesteding plaatsgevonden voor de bouw en meerjarige exploitatie van een hydrolyse en vergisting van het slib van Venlo, Gennep en Venray. De totale capaciteit van de installatie bedraagt 7.000 ton slib (droge stof) per jaar. De opdracht is verleend aan het bedrijf Groep Midden Betuwe (GMB) uit Opheusden. De aannemer is verantwoordelijk voor het ontwerp. De op de aanbesteding gebaseerde terugverdientijd bedraagt ongeveer acht jaar. Subsidie Vanwege het innovatieve karakter van het project is er door Agentschap NL een tweetal subsidies toegekend: De EOS-demo subsidie is bedoeld om opschaling van pilotschaal naar fullscale-installatie te ondersteunen. Het garantiefonds is beschikbaar voor het geval dat de installatie niet aan de verwachtingen kan voldoen en er aanpassingen noodzakelijk zijn. De EOS-demo subsidie bedraagt maximaal € 370.000. Het garantiefonds is toegekend aan de leverancier van de installatie: maximaal € 260.000. Van deze laatste subsidie hoopt de leverancier/ aannemer geen gebruik te maken. Techniek De nieuwe installatie dikt het slib dat over blijft na zuivering van rioolwater in tot een drogestofgehalte van 10 tot 12% en wordt vervolgens gehydrolyseerd en vergist. De hydrolyse vindt plaats in het conitinue proces dat door Sustec uit Wageningen is ontwikkeld. Bij die hydrolyse wordt het slib in een soort drukpan op een 54
Neerslag 2011/VI
6659_V15_art131_persber.indd 54
03-11-11 14:29
temperatuur gebracht van 150°C; de druk bedraagt daarbij 5 bar. De celstructuren van het slib worden opengebroken, waardoor er in de gisting meer organische stof wordt omgezet in biogas. De hydrolysestap verhoogt het rendement van de vergisting, waardoor er ongeveer 30% meer biogas wordt geproduceerd. Daarnaast wordt het slib minder stroperig en wordt de gisting in vergistinginstallaties uitgevoerd die ook in de agro-industrie worden toegepast. Deze installaties zijn aanzienlijk goedkoper dan installaties die normaliter in de waterzuivering worden gebruikt. Een warmtekrachtkoppeling zet de energie-inhoud van het vrijkomende biogas om in elektriciteit en warmte. De warmte wordt gebruikt voor de opwarming van het slib en voorziet daarmee in 45% van de huidige totale energievraag van de rioolwaterzuivering in Venlo. Het vergiste slib wordt met centrifuges ontwaterd en via een slibsilo verladen naar de eindverwerking. Het water dat bij de ontwatering vrijkomt bevat hoge gehalten aan stikstof en fosfaat. Deze nutriënten kunnen op termijn worden teruggewonnen. Voorlopig wordt deze waterstroom naar de rioolwaterzuivering teruggevoerd. Een ander voordeel is de verbetering van de ontwaterbaarheid van het uitgegiste slib. Samen met de extra afbraak resulteert dit in een volumereductie van meer dan 50% ten opzichte van de huidige situatie, waarbij er geen gisting plaatsvindt. Dankzij de nieuwe technologie halen de waterschappen veel meer energie uit het afvalproduct slib dan voorheen mogelijk was. Bovendien wordt aanzienlijk bespaard op de totale verwerkingskosten van slib. Daarmee is een grote stap gezet naar een energieneutrale waterzuivering. Dat is niet de laatste stap, want de Limburgse waterschappen blijven werken aan schone, zuinige en duurzame installaties. Een paar berekeningen: • De installatie gaat medio 2012 in bedrijf. Hier wordt dan het slib Venlo/Venray/Gennep verwerkt totaal 7000tds/pj x 100/23 = 30.434 ton nat slib (= de situatie nu). Centrifuge momenteel = 23% ds. Afzetkosten ca € 60/ton nat slib; • In de nieuwe situatie door volume reductie en slibontsluiting (GMB/Sustec). 0.6 x 7000 x 100/31 = 13.548 ton nat slib. Er blijft 60% over na vergisting en ontsluiting tevens gaat de ontwaterbaarheid omhoog van 23 --> 31%ds; • Minder aan slibafvoer naar verbranding 16.886 ton nat slib x afzetkosten ca € 60/ton = € 1.013.160 aan besparing van nat-slib afzet; • E-verbruik beluchting Venlo ca 9.000.000 Kwh. Door opwekking van duurzame energie (biogas uit slib) bespaart men 45% aan inkoop elektriciteit; • € 0.45 x 9.000.000 Kwh x € 0,12 Kwh = € 486.000 aan E- besparing en duurzame energie .nn Har Coenen en Ad de Man, Waterschapsbedrijf Limburg
Neerslag 2011/VI
6659_V15_art131_persber.indd 55
55
03-11-11 14:29
( 9(5%,1',1*(1
. 9$ 6 7 75(
1(;7 *(1(5$7,21 8/75$*5,3 Â&#x2021; )OHQVDGDSWHUV Â&#x2021; .RSSHOLQJHQ Â&#x2021; (LQGNDSSHQ
3URJUHVVLHYH HQ LQQRYDWLHYH *5,3 PHWKRGH Ź GH JULS QHHPW WRH QDDUPDWH GH GUXN LQ GH OHLGLQJ YHUKRRJW *HVFKLNW YRRU JLHWLM]HU VWDDO 39& HQ 3( 1X OHYHUEDDU LQ GLDPHWHUV YDQ '1 W P '1
,PEHPD 'HQVR % 9 1LMYHUKHLGVZHJ 3RVWEXV 1/ $' +DDUOHP 7HO )D[ ( PDLO LQIR#LPEHPDGHQVR QO ZZZ LPEHPDGHQVR QO (HQ RQGHUQHPLQJ YDQ GH ,PEHPD *URHS
B3 BIF LQGG
Nieuw redactielid René Arninkhof stelt zich voor
Even voorstellen René Arninkhof, Geboren 7-8-1964 in Weerselo in Twente, na MAVO, HAVO de Hoge Laboratorium Opleiding (HLO) in Enschede gedaan. Daar na de stage blijven werken bij WLO (Water Laboratorium Oost) in Doetinchem. Getrouwd met Inge, 2 dochters Britt en Dewi. Door fusie van Vitens verhuisd in 2004 naar Beetgum bij Leeuwarden. Werk als Analist op de afdeling Chemie en doe daar de organische parameters waaronder Bestrijdingsmiddelen en fenolen met GC-MS-MS. Tijdens de fusieperiode deelgenomen aan de COR (Centrale Ondernemings Raad). Hobby’s: Koi karpers, volière,tuin, hardlopen, skeeleren en schaatsen. Loop wekelijks ronden van circa 7 km met collega’s. Skeeler in de zomer wekelijks een omtrek van 30 km; in de winter wordt dat een avond schaatsen in het Thialf.
Neerslag 2011/VI
6659_V16_art132.indd 57
57
03-11-11 14:34
Vitaal water voor Mens en Natuur Waterbehandeling en afvalwaterzuivering kennen in ons land een lange historie. Zowel bij de drinkwaterbereiding als bij de afvalwaterzuivering heeft de afgelopen decennia een ontwikkeling plaats gevonden die geleid heeft tot het meest veilige drinkwater uit ieders kraan en tot een enorme waterkwaliteitsverbetering in het Nederlandse oppervlaktewater. Zelfs de chloorsmaak van drinkwater behoort tot het verleden. Zo ook de stank van en het schuim in kanalen en vaarten. Die ontwikkeling werd gedreven door wetgeving, regulering en handhaving enerzijds en door technologie anderzijds. Nederland Waterland geldt zeker ook voor onze technologische kennis en vakmanschap op dit terrein van waterbehandeling en afvalwaterzuivering. Het is zelfs een belangrijk exportproduct geworden. De vraag is of en in welke richting die ontwikkeling verder gaat.
Meewerken met de natuur Bij het beheer van de Nederlandse watersystemen is de kentering van vechten tegen de natuur (met inpolderingen, kanalisatie, harde verdedigingen, etc.) onmiskenbaar aan het veranderen naar meewerken met de natuur (hermeanderen, Ruimte voor de Rivier, bergingsvergroting, groene daken en dijken, zachte verdedigingen, etc.). Deze tendens doet ook zijn intrede, zij het nog mondjesmaat, bij de afvalwaterzuivering. Dat is het meest concreet met aanleg van helofytenfilters en zuiveringsmoerassen volgens de principes van ecological engineering. Al dan niet (van daken, wegen en overig verhard oppervlak) voorbehandelde of (van rwziâ&#x20AC;&#x2122;s) gezuiverde afvalwaterstromen worden nagezuiverd (cleansing) of in kwetsbare gebieden in te laten oppervlaktewater wordt voorbehandeld (polishing). Ervaringen met en inzet van helofytenfilters dateren al van de jaren â&#x20AC;&#x2122;60. Sinds een
58
6659_V17_art133.indd 58
Neerslag 2011/VI
03-11-11 14:31
jaar of tien zijn en worden zuiveringsmoerassen aangelegd voor de nabehandeling van gezuiverd afvalwater. De moerassystemen bij de zuiveringen van onder meer Evertsekoog, Hapert, Land van Cuijk, Grou en Ootmarsum zijn onder de naam van waterharmonica welbekend. Dergelijke moerassystemen bestaan uit een aaneenschakeling van vijvers, sloten en soms houtopslag (moerasbos), waarin het zelfreinigend vermogen maximaal wordt georganiseerd. Anders dan hightech methoden voor nabehandeling kenmerken deze waterharmonica-systemen zich door begrippen als duurzaam, zonne-energie, groen, zacht, selfsupporting, verweving van functies en landschappelijke inpassing. Biologisch doods (zij het kraakhelder) effluent wordt (letterlijk) gereanimeerd en ecologisch opgewaardeerd, gekoppeld aan het begrip ecologiseren.
Vitaal water Bovenstaande technieken zijn gebaseerd op (redelijk goed begrepen) fysischchemische en (micro)biologische processen, zoals nitrificatie en denitrificatie, fixatie en sedimentatie, alsmede bijvoorbeeld voedselwebrelaties bij de inzet van watervlooien, levend op uitgespoeld actief slib en colibacteriĂŤn. Nog niet goed bekend is of dit nabehandelde water in alle opzichten gezond is. Gezond in de zin van heilzaam, vitaal, ontdaan van de herinnering (informatie) dat het kort daarvoor nog vies was en belast met ongewenste stoffen. Het valt in DHV te prijzen dat zij zich dit afvragen, daarover nadenken en er zelfs een driedaagse conferentie aan wijden. Donderdag 22 september stond in het teken van (wetenschappelijk) Vitaal Water begrijpen, vrijdag 23 september van het (in de praktijk) Werken aan Vitaal Water. Zaterdag 24 september, georganiseerd door de Stichting WATER Drager van Leven, was gewijd aan (het ervaren van) Watervitalisering voor en door een breed publiek. In relatie tot de eerder genoemde fysisch-chemische en (micro)biologische processen moet vitalisering gezien worden als een fysische behandeling van water. Neerslag 2011/VI
6659_V17_art133.indd 59
59
03-11-11 14:31
Daarvoor zijn verschillende methoden beschikbaar, zoals het elektromagnetisch of, magnetisch behandelen van water of het water (al dan niet rechtstreeks) in contact brengen met natuurlijke mineralen of gevitaliseerd, opgeladen water. Een verklaring voor watervitalisatie wordt wel gezocht in op verschillende wijze gestapelde moleculen H2O. Er zijn vele (min of meer stabiele) stapelingen van de watermoleculen denkbaar. Overgangen tussen die verschillende stapelingen zouden dan getriggerd worden door de opgelegde vitalisatie. De werking van homeopathische middelen wordt door sommigen wel op dezelfde wijze verklaard. Tot nog toe is er echter geen enkel direct bewijs gevonden voor het bestaan van stabiele molecuulstapelingen of clusters. De conclusie moet dan ook voorlopig zijn: er is nog geen goede wetenschappelijke verklaring voor deze verschijnselen, die zich vanuit de empirie onmiskenbaar aandienen.
Ervaringen met vitaal water Het zijn vooral de in Amersfoort gepresenteerde praktijkvoorbeelden die aan overtuigingskracht (van de werking van gevitaliseerd water) niets te wensen over lieten. In de land- en tuinbouw gebruikt gevitaliseerd water leidt tot een gezondere veestapel, grotere gewasopbrengsten, betere smaak van gewassen, verminderde ziekten, insectenen schimmelplagen en minder gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Vitalisatie wordt succesvol toegepast in de beton- en verfindustrie en bij compostering van GFT-afval. In dit laatste geval bleken bij een groot compostbedrijf in Twente problemen met stinkend anaeroob percolaatwater en met slechte, instabiele compostering te verhelpen te zijn met vitalisatie van gebruikt water. Sterker nog: compostering ging beter en sneller. Ook niets dan lof bij toepassingen door een koikarperkweker. Zijn vissen kregen hun heldere kleuren terug, hadden minder ziekten en algengroei in de kweekvijvers nam af.
Flowforms Er is in de overvloedige markt van vitalisatieapparatuur, mogelijk met het nodige kaf onder het koren en er wordt met enige regelmaat geschermd met ‘fabrieksgeheim’. De minst ‘geheimzinnige’ vorm van watervitalisatie maakt gebruik van 60
6659_V17_art133.indd 60
Neerslag 2011/VI
03-11-11 14:31
flowforms. De bewerking die het water ondergaat, is volledig transparant. Doorstromend water in ondiepe, min of meer ovale schalen komt in een vloeiende, wervelende, ritmische beweging in de vorm van een liggende acht, een lemniscaat. Het water maakt een aantal keren die beweging alvorens naar een volgende schaal te gaan. Aldus wordt de wervelende stroming van een bergbeek in zeer compacte vorm nagebootst. Wat er precies aan het water verandert, is nog onbekend. Het effect ervan, de indirecte waarneming, is echter overtuigend: meer levenskracht, die kan worden afgelezen aan de positieve invloed op water- en oeverplanten en op macrofauna. Waterschap De Dommel en Waterschap Rijn en IJssel hebben flowforms opgenomen in de nieuwe waterharmonica-systemen van resp. Soerendonk en Dinxperlo. Ze doen dat vanwege de goede zuurstoftoevoer en de esthetische kwaliteit in relatie tot de grote ecologische en landschappelijke waarde van de omgeving. De effecten zullen nauwkeurig worden gemonitord om de verwachtingen te kunnen toetsen. Overigens zijn er wereldwijd al meer dan 2500 toepassingen van flowforms. In o.a. Zweden en Nieuw-Zeeland zijn full scale rwzi’s met flowforms in bedrijf.
Opmaat voor een paradigmaverschuiving Recent wetenschappelijk onderzoek op het gebied van elektromagnetisme, kwantummechanica, morfogenetische velden, genetica, geheugen, ed. en oude wijsheid lijken elkaar meer en meer te ontmoeten. Water, van planetaire tot moleculaire schaal, speelt daarin een prominente rol. Vitalisatie van water en vitaal water, zoals besproken tijdens deze driedaagse conferentie, past in deze ontwikkeling. Omwille van werkelijk gezond water voor Mens en Natuur zal het een plaats moeten krijgen op de agenda’s van de wereld van (afval)waterbehandeling en waterbeheer. Door gedegen onderzoek aan de vooralsnog onbegrepen thema’s zal die, hoe langzaam ook, tot een flinke plant kunnen uitgroeien. Met de grote belangstelling, de gehouden presentaties en workshops en de levendige discussies is daarvoor in deze driedaagse conferentie een vruchtbare bodem gelegd. Theo Claassen, Wetterskip Fryslân
Neerslag 2011/VI
6659_V17_art133.indd 61
61
03-11-11 14:31
Het Genootschap van Ouwe Jonkers bezoekt het waterschap Veluwe 50 leden van het genootschap waren op 26 augustus jl. te gast bij het waterschap Veluwe Op de rwzi Apeldoorn verwelkomde de dijkgraaf, ir. G. Verwolf hen. De inleidingen en de middagexcursie gaven een goed beeld van een aantal projecten van het waterschap. De toepassing van aeroob korrelslib in de nieuwe NEREDA installatie op de rwzi Epe moet leiden tot beter effluent met een geringer ruimte- en energiegebruik. De rwzi Apeldoorn kan wel de energiefabriek van het waterschap worden genoemd. Alle zuiveringsslib uit het gebied van het waterschap en reststoffen van derden worden vergist en verbrand. De restwarmte zal worden gebruikt in een nieuwe woonwijk met 2400 woningen. Hiervoor is met de gemeente Apeldoorn en Essent een samenwerkingsovereenkomst gesloten. De elektriciteit die de rwzi over heeft wordt aan NUON geleverd. De hoogwatergeul Veessen-Wapenveld is een onderdeel van het project Ruimte voor de rivier. Het doel is om in 2015 het veiligheidsniveau 1/250 te bereiken bij een afvoer van 16.000 m3/sec bij Lobith. Met de hoogwatergeul, parallel aan de IJssel wordt bij de maatgevende afvoer een daling van de waterstand bereikt van 71 cm. De geul heeft een lengte van 8 km en het oppervlak wordt 640 ha.
62
6659_V18_art134.indd 62
Neerslag 2011/VI
03-11-11 14:31
Flankerende maatregelen worden getroffen voor de leefbaarheid, de ruimtelijke kwaliteit en de lokale economie. Tijdens de aansluitende jaarvergadering wordt het financieel jaarverslag goedgekeurd. Enkele niet aanwezige Ouwe Jonkers laten groeten. Wim Drok heeft zijn lidmaatschap opgezegd. Op 14 mei is ons oud-lid, Sjoert Oldenkamp overleden. Er worden zeven nieuw leden geïnstalleerd: Herman Letteboer, Rene Wittebrood, Jack Ebbenhorst, Rob Ponsen, Onno van de Velde, Jan Verbraaken en Jan Geu ten Wolde Kees van Lohuizen wijst op het belang van het vastleggen van de geschiedenis van de afvalwaterzuivering. Hij heeft enkele jaren geleden de ontwikkelingen tot 1954 – de Pasveersloot – beschreven. Sindsdien, en vooral na 1970 is er veel gebeurd. Hij roept Ouwe Jonkers op zich aan te melden als schrijver. Tenslotte kijkt de scheidend voorzitter, Jan Jansen, terug op zijn loopbaan en zijn voorzitterschap. Klaas Slijkhuis, de nieuwe voorzitter, dankt hem voor de wijze waarop hij aan het voorzitterschap invulling heeft gegeven. De dag wordt afgesloten met een diner. Cor Kerstens, secretaris Genootschap Ouwe Jonkers.
Kom naar het symposium over riolering en drinkwaternetten op 29 november Op 29 november organiseert KNW-themagroep Assetmanagement het symposium Assetmanagement riolering en drinkwaternetten: leren van elkaar, verschillen en overeenkomsten. Doel van de bijeenkomst is het delen van kennis over de toepassing van asset management in beide sectoren, het duiden van verschillen en overeenkomsten en het formuleren van aanbevelingen over samenwerking. De focus ligt op ondergrondse transportsystemen (leidingen en rioleringen), waarbij het technisch beheer centraal staat. Hoe geven we vorm aan een effectief beheersysteem, vervangingsbeleid, kennis verzamelen en uitwisselen, gezamenlijke planning en uitvoer, relatie autonome en contextuele ontwikkelingen? Op deze en andere vragen zal tijdens het symposium worden ingegaan. Bent u werkzaam bij een drinkwaterbedrijf, gemeente, waterschap, adviesbureau of aannemer, dan mag u dit symposium niet missen! Ga voor meer informatie over het programma naar www.waternetwerk.nl, zeg het voort aan uw collega’s en meld u aan! A.M. de Boer, Medewerker PR en communicatie
Neerslag 2011/VI
6659_V18_art134.indd 63
63
03-11-11 14:31
Wateropleidingen, hét opleidingsinstituut voor waterketen en watersysteem
Wateropleidingen (SWO) levert professionele bij- en nascholing voor de watersector. Deze scholing, in de vorm van opleidingen, cursussen en trainingen maakt van medewerkers waterprofessionals. De cursussen worden binnen alle vakgebieden (Drinkwater, Riolering, Waterzuivering, Waterbeheer, Stedelijk water, Waterveiligheid, Vergunningen & handhaving, Beheer & onderhoud en didactische trainingen) en op alle niveaus verzorgd, van vmbo+ – hbo+/academisch, altijd actueel en praktijkgericht. Wateropleidingen verbindt de (water)professionals met hun expertise met de wensen en behoeften van de watersector. Wateropleidingen werkt volgens het unieke SWO-concept: • voor en door professionals; • ontwikkelen en organiseren van praktijkgerichte opleidingen; • not-for-profit De kennis wordt overgedragen in combinatie met ervaring. Hiermee levert SWO een hoge mate van praktijkgerichtheid. Vrijwel alle docenten zijn ervaren professionals uit het watersector die de theorie aan de hand van voorbeelden vertalen naar de dagelijkse werkpraktijk. Alle cursussen en opleidingen kunnen op locatie worden uitgevoerd en desgewenst als maatwerk. Wateropleidingen participeert in buitenlandprojecten van waterpartners, met als doel waterscholing in ontwikkelings- en transitielanden duurzaam te organiseren. Dit wordt de World Water Academy genoemd. Het bewezen SWO concept levert een wezenlijke bijdrage aan de duurzame verankering van praktijkgerichte scholing. World Water Academy is ervaringsdeskundig in landen als bijvoorbeeld Vietnam en Zuid-Afrika. Graag beantwoorden wij uw vragen. Tot ziens bij Wateropleidingen! Meer informatie: Wateropleidingen/World Water Academy Postbus 1410 3430 BK Nieuwegein Telefoon: 030 60 69 400 Fax: 030 60 69 401 E-mail: info@wateropleidingen.nl of info@worldwateracademy.nl Website www.wateropleidingen.nl of www.worldwateracademy.nl
B BVW& BIFB' LQGG
1000-21-1000-4689 Neerslag 6-2011 1000-21-1000-4054 Neerslag 5-2011
Kleur: fc