KNW Neerslag 2012-2

Page 1

Neerslag

Neerslag #2 | 2012 Neerslag_Pom1_nr1-2-3-4-6_2012_fc.indd 2

#2|2012 14-03-12 15:39


Voorwoord Beste lezers, Aan het begin van 2012 bleek maar weer dat de waterhuishouding van Nederland nog altijd grote aandacht verdient. Als het water opkomt tot gevaarlijke hoogte, zoals in de eerste weken van januari gebeurde, wordt het grote publiek weer eens herinnerd aan het bestaan van de Nederlandse waterschappen. In talloze interviews op televisie en in kranten legden experts uit hoe belangrijk het is dat er veel aandacht is voor de waterhuishouding in ons landje waarvan toch een groot deel onder de zeespiegel ligt. Wij als waterexperts hebben dit natuurlijk altijd in ons hoofd, maar toch is het ook goed dat het grote publiek op zijn tijd herinnerd wordt aan het belang van een goed georganiseerde waterhuishouding. Wat in het begin van januari van dit jaar vooral een glimlach op mijn gezicht toverde was de vele hulp die verschillende waterschappen elkaar boden. Zo werd Wetterskip Fryslân bijvoorbeeld bijgestaan door mensen van Hoogreemraadschap Hollands Noorderkwartier en mensen van waterschap Zuiderzeeland. En waterschap Hunze en Aa’s werd geholpen door collega’s van waterschap Velt en Vecht. Want wat echt belangrijk is, is dat we samen de waterhuishouding op peil houden en in Nederland zorgen voor schoon water en droge voeten. Water blijft ook in 2012 een enorm belangrijk thema en laten we er allemaal samen voor zorgen dat we in ons mooie land in de toekomst ook verzekerd zijn van schoon water en droge voeten. Graag wil ik alle toeleveraars, afkomstig van de waterschappen Reest en Wieden, Hunze en Aa’s, Noorderzijlvest, Fryslân en Velt en Vecht, hartelijk bedanken voor hun bijdrage aan deze uitgave van Neerslag. Veel leesplezier! H. Homan, voorzitter sectie Noord

Neerslag 2012/II

6661_V01_art159_voorwoord.indd 1

1

14-03-12 13:05


1_1_stC5_fc_A.indd 1

1000-21-1000-5477 KNW Neerslag 2012/2 kleur: fc13-03-12

11:01


Glibberige vondst in het Paterswoldse meer Op een zomerdag in augustus 2011 werd tijdens het inventariseren van wateren oeverplanten een opmerkelijke waarneming gedaan door medewerkers van het waterschap Noorderzijlvest. De vondst werd gedaan in het Paterswoldsemeer. Een meer ten zuidwesten van de stad Groningen, dat is ontstaan door afgraving van veen in de 16e en 17e eeuw. Een glibberige substantie werd boven water gehaald tijdens de bemonstering van onderwatervegetatie, waarbij met een hark de bodem wordt afgezocht. Tijdens dit onderzoek werd een tak gevonden met daaraan een glibberige gele substantie. Na enig zoekwerk in de literatuur en op internet kwamen we erachter dat het gaat om een zogenaamde kolonie mosdiertjes (bryozoĂŤn). BryozoĂŤn zijn een groep relatief primitieve dieren die vrijwel altijd in kolonies leven. De meesten komen in zee voor, slechts enkele in zoet water. In dit geval gaat het om de soort Pectinatella magnifica. Dit is een soort die vooral in Noord-Amerika voorkomt en in Nederland nog maar op enkele plekken is waargenomen. P. magnifica kan kolonies vormen tot wel twee meter in diameter. P. magnifica is alleen zichtbaar als de watertemperatuur boven de 16 graden uitkomt; bij een lagere temperatuur sterft de kolonie en leeft voort in een overwinteringscapsule. Over zijn leefomgeving is nog weinig bekend, er zijn vondsten in schoon, maar ook in redelijk voedselrijk water. Voor meer informatie zie: www.bryozoans.nl Roy van Hezel, Hydrobiologisch analist Waterschap Noorderzijlvest Neerslag 2012/II

6661_V02_art165.indd 3

3

14-03-12 13:06


Reinde project: Maatregelen Beheer Friesland (MBF) Januari 2012 is aanjaagstation Wirdum in gebruik genomen. Het vijf jaar durende MBF-project is na de ingebruikname van onderstation Wirdum tot een eind gekomen.

Het MBF-project In 2003 diende volgens de Waterleidingwet elk drinkwaterbedrijf op een maatgevende maximale dag, zoals die eens in de tien jaar voorkomt, voldoende water te kunnen leveren. Een eis die inhield dat Vitens 176.000 Doorsnede tekening ondergrondse Aanjager Wirdum. m3/dag moest kunnen leveren. Het leidingnetwerk van Vitens Friesland kon in de droge zomer van 2003 echter niet aan deze eis voldoen. Op de in onderstaande figuur weergegeven punten ontstonden leveringsproblemen. Door een grote toename in de waterbehoefte was men niet in staat het water tijdig op de juiste plaats te krijgen. Vitens Friesland startte derhalve een onderzoek om knelpunten in kaart te brengen.

Gebieden met leveringsproblemen tijdens een maatgevende maximale dag. 4

6661_V03_art167.indd 4

Neerslag 2012/II

14-03-12 13:07


In het op een modelstudie gebaseerde plan is de regio Friesland onderverdeeld in een zestal modelgebieden. Hierin heeft men de watervoorziening op een maatgevende maximale dag in het gehele voorzieningsgebied Friesland geanalyseerd, om zo de knelpunten te identificeren. Per modelgebied is een aantal scenario’s beschouwd en vervolgens is een knelpuntenanalyse gemaakt, waarop per gebied een aantal adviezen is gebaseerd. De negentig hierin geïnventariseerde knelpunten gaven aanleiding voor 31 maatregelen. Deze 31 knelpunten zijn uiteindelijke met vijf investeringsprojecten opgelost, gespreid over de jaren 2005 tot en met 2011.

Neerslag 2012/II

6661_V03_art167.indd 5

5

14-03-12 13:07


De vijf investeringsclusters met de doelstellingen waren: 1. Verhogen afzetcapaciteit Spannenburg; om water uit Spannenburg zo snel en vlak mogelijk naar het noorden te kunnen transporteren. 2. Opheffen knelpunten infrastructuur; om doorstroming in het transportnet te bevorderen op dagen van maximaal verbruik. 3. Herinrichting Zuidwesthoek; om bestaande berging- en drukproblematiek in Zuidwest-Friesland op te heffen. 4. Verbeteren inzet bergingen Noordoosthoek; beperkingen in de bedrijfsvoering in Noordoost-Friesland op te heffen 5. Verhogen flexibiliteit inzet productiemiddelen; ter verbetering van de beheersing van de winvergunning binnen Friesland. De totale kosten van het MBF-project bedroegen voor de ondergrondse Infrastructuur € 11.320.000,-- en voor de productielocaties € 2.267.500,--.

Bedrijfsvoering Voor het bedrijfsvoeringcentrum houden de maatregelen in dat ‘het water makkelijker op de plek te krijgen is’. Flexibiliteit is in deze te relateren aan de druk, die nodig is om het water te verdelen, of de mogelijkheid om in druk te variëren. Doordat de noodzakelijke opvoerdruk vanuit een productielocatie lager werd, gaf dat ook een besparing op de energiekosten. Berekend is dat er per jaar € 341.000,-- besparing mogelijk is dankzij de verminderde druk. Een lagere druk en minder abrupte drukverschillen betekenen veelal ook minder storingen in het leidingnet. Dat dit in werkelijkheid ook klopt, is te zien in de grafiek. De absolute waardes met betrekking tot storingsfrequentie per km leidingmateriaal zijn hierin weergegeven. De gegevens laten een, met name in asbestcement en in gietijzer, een duidelijke daling zien in storing per kilometer.

Zichtbare resultaten Het resultaat van dit MBF-project was tijdens de hittegolf in 2006 al merkbaar. Doordat destijds de grootste knelpunten in 2005 direct uit het leidingnet waren gehaald, was er ondanks de grote vraag naar water geen probleem met de waterverdeling. Ook in 2010, in de afronding van het project, bleek dat er tijdens een hittegolf geen problemen waren, met bijna geen verhoogde druk op het leidingnet. Tonny Hemme, Vitens

6

6661_V03_art167.indd 6

Neerslag 2012/II

14-03-12 13:07


Muskusratten vangen met een vogelhokje? Natuurmensen zijn het. Muskusrattenvangers. Ze hebben allemaal iets met ‘buiten’. In het gebied van Noorderzijlvest en Hunze en Aa’s vangen de bestrijders al jaren met vangkooien: drijvende hokjes op het water. In de provincie Groningen zijn een paar van deze modellen ontwikkeld. Het ‘vogelhokje’ of model Folkers is door praktijkmensen bedacht, getest en goed bevonden. Het ‘vogelhokje’ ligt in de trekperiodes van Gaarkeuken in Noord-Groningen tot de Terapelersluis in Westerwolde. Muskusrattenvangers zijn solisten. Dames en heren die goed zelfstandig en alleen kunnen werken. Met een rijbewijs en LBO-niveau. Zo stond het twintig jaar geleden in mijn functieomschrijving. Dat elke bestrijder iets bijzonders heeft of doet, komt later wel als je je collega’s leert kennen. Mannen met baarden en veel haar en een enkele dame met de uitstraling van een potige boerin. Muskusrattenbestrijders zijn mensen waar je een oorlog mee kunt winnen. Je bent specialist in de natuur, je kijkt anders uit je doppen dan de gemiddelde Nederlander en je voelt je verantwoordelijk voor je gebied. Elke muskusrattenbeheerder heeft een eigen gebied en dat zullen ze weten ook. Door middel van herkenningspunten zoals oude eiken en waterloopjes wordt zijn territorium afgebakend, net als bij een wolf of een vos. Elke verandering in het landschap merkt hij feilloos op. Reeën, hazen, fazanten en andere buitenwezens zijn vrienden en helpen de bestrijder bij het waarnemen van veranderingen in het veld. Zelfs paarden en koeien zijn betere waakhonden dan Kazan of Bello. Vee ziet alles en kijkt een vreemd iets na tot het uit zicht is. Iedere bestrijder heeft ‘wat’. De één is jager, de ander fotograaf of metselaar en weer anderen vissen op karper of filmen ijsvogeltjes. Muskusrattenbeheerder is bijna een roeping. Het wordt slecht betaald, maar toch begint het na de winter te jeuken en wil je het veld in. Het materiaal moet ‘erin’. De onderwatervallen (fuiken) en de vangkooien. De voorjaarstrek begint. De muskusratten, ook wel bisamratten genoemd, sturen de laatste jongen weg en er zijn overal in de watergangen bewegingen. Op strategische punten worden sloten en kanalen afgezet, zodat de bisamratten kunnen worden gevangen. Drijvende vallen, in de volksmond ook wel vogelhokjes genoemd, liggen in alle belangrijke wateren van Hunze en Aa’s. Met als lokmiddel een appel, liefst een zoete, trekken de ratten naar de vangkooien. Het lijkt net alsof de dieren met oogkleppen op de dood tegemoet zwemmen en eenmaal in de kooi is er geen weg terug. Neerslag 2012/II

6661_V04_art168.indd 7

7

14-03-12 13:08


Muskusrat (Ondatra zibethicus) onder het ijs. Er zijn twee modellen vangkooi. Ontworpen door Groninger vangers. Het eerste model is een vierkante, drijvende bak met opstap voor de muskusrat. Eenmaal in de kooi kan de rat alleen naar de kooi in die onder de bak hangt en verdrinkt. Deze is in de loop van de tijd vervangen door nummer twee. Het tweede model is het ‘vogelhokje’. Een drijvende kooi zonder opstap met een puntdak, zodat het niet als rustplek gebruikt wordt door wilde eenden en andere watervogels. Beide modellen voldoen prima en vangen veel muskusratten. Het nadeel van het eerste model is, dat er meer materiaal nodig is om het te produceren. Het zogenaamde nertsengaas en betonplex zijn dure materialen en daarom is men overgegaan op het ‘vogelhokje’ of Folkers-model. Minder gaas en hout, gemakkelijker te maken en hetzelfde resultaat. De kostprijs van één kooi is berekend op ongeveer € 90,00. Met zelfgemaakte mallen werd in de werkschuur te Garmerwolde een productielijn voor vangkooien opgezet. Wanneer alle ‘punten’ in de productielijn bezet waren, konden er een paar honderd per week worden gemaakt. De grootte van de vangkooien was zo geconstrueerd dat er op een normale aanhanger 22 kooien pasten. Dus er werd niet alleen rekeninggehouden met het vangquotum, maar ook met het gewicht, hanteerbaarheid, bijvangsten en drijfvermogen. Dat de opbrengst goed was wisten we al door een aantal onderzoekjes in de praktijk. Er werd met beide type kooien geëxperimenteerd en het bleek dat er niet veel verschil in vangsten was. 8

6661_V04_art168.indd 8

Neerslag 2012/II

14-03-12 13:08


Omdat bij bruggen in brede kanalen vaak twee kooien liggen, werd model twee zo gemaakt dat je gemakkelijk in elke hand één kooi kon tillen. Dus minder zwaar en kleiner. Bijvangsten proberen we binnen de bestrijding te voorkomen, maar zijn niet uit te sluiten. Daarom is in het vogelkooimodel een gat gemaakt voor o.a. de woelrat om te ontsnappen. Tussen het hout en het gaas zit ‘roofmate’, een sterk kunststof materiaal voor het drijfvermogen van de kooi. In het verleden zijn ook andere lichte tempexachtige platen gebruikt, maar die hadden het nadeel dat er op den duur water introk. Dit is bij ‘roofmate’ niet het geval. Het materiaal is ideaal om mee te werken, omdat het goed te zagen en te snijden is. Beide modellen vangkooien zijn door vangers bedacht en ontwikkeld. Ze zijn jarenlang uitgeprobeerd in de Groninger kanalen en ondanks het goede vangresultaat toch niet in heel Nederland in gebruik genomen. In mijn actieve periode als muskusrattenbeheerder ving ik in de voorjaarstrek de meeste muskusratten met vangkooien. Op de tweede plek kwamen de fuiken. Tijdens de voor- en najaarstrek vangt men met de fuiken en kooien, en in de zomermaanden met klemmen. Rugzak met klemmen en stokjes mee en sjouwen langs de waterwegen. Wissels van muskusratten, wilde eendennesten, stront op een duiker of een blauwe reiger die op jonge ratten loert; een beheerder moet overal op letten. Nu is er een Europese lobby om onderwatervangkooien te verbieden en alleen met klemmen te vangen. Dit heeft alles te maken met de tijd van verdrinking en de meest ‘humane’ manier om dieren te doden. In de praktijk echter, worden de meeste ratten met vangkooien en fuiken gevangen. Iedere dag heeft zijn bekoring. Mist, motregen, ruig herfstweer en zonneschijn hoort bij het leven van de rattenvanger. Zich verplaatsen in het leven van de Ondatra zibethicus, de Latijnse naam voor muskusratten, is een hele kunst. Eén zijn met de natuur, observeren, letten op details en dan proberen de schadelijke beesten te vangen. Maar ook contacten onderhouden met aangrenzende collega’s. In mijn geval was dat ook Duitsland. In Nederland zijn alle vangers nu ondergebracht bij de waterschappen. In Duitsland hanteert men nog het premiestelsel en van een duidelijke organisatie is daar eigenlijk geen sprake. Ik had als vanger altijd veel aanvoer uit het oosten. Af en toe een praatje met een boer maken, informeren op het gemeentehuis of er meldingen zijn binnengekomen, het afhandelen van klachten, hoort ook bij het vak van muskusrattenbestrijder. En als je in het stroomgebied van Noorderzijlvest en Hunze en Aa’s een vogelhokje ziet drijven? Dan weet je dat daar mensen werken met een prachtig vrij beroep, met passie voor het landschap en de natuur. Alex Vissering, voormalig muskusrattenbeheerder Communicatiemedewerker waterschap Hunze en Aa’s

Neerslag 2012/II

6661_V04_art168.indd 9

9

14-03-12 13:08


1_1_stC5_fc_AG.indd 1

1000-21-1000-6015 Neerslag 2012/2 kleur: fc13-03-12

11:02


Nazuiveren van afvalwater met kroos Waterschap Noorderzijlvest, advies- en ingenieursbureau Tauw, Bioniers, de Radboud Universiteit Nijmegen en Wageningen UR Livestock Research zijn in mei 2010 gestart met een onderzoek naar het nazuiveren van afvalwater met kroos. Nazuiveren met kroos is goedkoop, levert energie op en is beter voor het milieu. Het is voor het eerst dat deze innovatieve methode van het nazuiveren van riool- of huishoudelijk afvalwater in Nederland wordt toegepast. Het onderzoek draagt bij aan de waterkwaliteitsdoelen van de Europese KaderrichtlijnWater (KRW).

Inzet van kroos Eendenkroos is een verzamelnaam voor twee families van drijvende waterplanten, de Lemnaceae (eendenkroos) en de Azollaceae (kroosvaren). Lemnaceae zijn een primitieve vorm van hogere planten, terwijl de Azollaceae tot de varens behoren. Algemeen in Nederland voorkomende soorten van deze twee families zijn onder andere Klein kroos (Lemna minor), Bultkroos (Lemna gibba), Veelwortelig kroos (Spirodela polyrhiza) en Groot kroosvaren (Azolla filiculoïdes) (STOWA, 1992). Kroos kan zeer efficiënt nutriënten verwijderen en wordt onder andere in de Verenigde Staten en Australië ingezet als waterzuiveraar in professioneel opgezette kweekvijvers. Het gaat daarbij primair om het verkrijgen van een goede waterkwaliteit. Kroos produceert naast schoon water tevens biomassa en waardevolle eiwitten. Hierdoor heeft kroos potentie om te worden hergebruikt als biobrandstof, groenbemester of component in veevoer. Daarnaast is het gebruik van kroos beduidend goedkoper dan de gangbare technologieën voor nazuiveren, zoals zandfiltratie.

V.l.n.r.: Bultkroos (Lemna gibba); Grote Kroosvaren (Azolla filiculoides); Klein kroos (Lemna minor). Neerslag 2012/II

6661_V05_art169.indd 11

11

14-03-12 13:09


Vandaag de dag wordt kroos tevens in relatief primitieve natuurlijke omstandigheden in deltagebieden zoals in Bangladesh en Thailand ingezet als bron voor de productie van visvoer en veevoer.

Agentschap NL en de Kaderrichtlijn Water Het onderzoeksconsortium heeft een subsidie ontvangen die is verleend door Agentschap NL vanuit het Innovatieprogramma Kaderrichtlijn Water van het Ministerie van Economische zaken, Landbouw en Innovatie. De Kaderrichtlijn Water verlangt van de waterbeheerder dat doelen worden ingezet en ontwikkeld, die instandhouding of verbetering van de oppervlaktewateren in de Europese Unie tot gevolg hebben. Er zijn voor de afvalwaterzuivering diverse nieuwe, energiezuinige en goedkope maatregelen nodig. Eén van deze technieken is het nazuiveren van afvalwater met waterplanten zoals kroos.

Laboratoriumexperimenten In de laboratoriumexperimenten die de Radboud Universiteit uitvoert, zijn twee onderdelen te onderscheiden: een batchtest en een continutest. In de batchtesten zijn de eigenschappen van verschillende kroossoorten onderzocht. De kroosplantjes zijn met 4 gram versgewicht op 800 ml bekerglazen met effluent gezet. De temperatuur was constant 20 °C en de lichtintensiteit 100 µmol/s/m2. De zuiveringscapaciteit van de verschillende kroossoorten was goed. De verwijderingspercentages van ammonium en nitraat waren binnen 48 uur meer dan 90 procent voor de meeste kroossoorten. Een uitzondering is de verwijdering van nitraat door Groot kroosvaren; deze was ruim 60 procent. Groot kroosvaren zorgt binnen 48 uur voor een fosfaatreductie van circa 50 procent, de overige soorten zorgden voor een fosfaatreductie van iets meer dan 60 procent. De continutesten lieten zien dat de hoogste groeisnelheid gehaald lijkt te worden bij een dichtheid van circa 0,75 kg uitlekgewicht per m2 voor Groot kroosvaren, Bultkroos en Klein kroos. Bij lagere temperaturen groeit Groot kroosvaren iets sneller dan de eendenkroossoorten.

Praktijkopstelling rwzi Eelde Op de rioolwaterzuivering van Eelde van waterschap Noorderzijlvest zijn twee proefsloten gegraven van tien meter lang, twee meter breed en 30 cm diep. 12

6661_V05_art169.indd 12

Neerslag 2012/II

14-03-12 13:09


De sloten zijn overdekt met een tunnelkas met schuifdeuren en ventilatieramen aan de kopse kanten. Door middel van een vlotterpomp wordt effluent van de zuivering de proefsloten ingepompt. De sloten zijn door middel van schotten in vier secties verdeeld, die met elkaar in verbinding staan middels gaten. Op deze manier wordt een propstroomkarakter met ideale mixing bewerkstelligd. Bovendien maakt dit het gemakkelijker om kroosopbrengsten (oogsthoeveelheid) te kwantificeren. Bij de toevoer, halverwege en aan het einde van beide sloten wordt de waterkwaliteit gemeten. Het duurt twee dagen voor het water van begin tot einde door de proefsloot is gestroomd. Om de twee dagen wordt over 24 uur een verzamelmonster genomen. Ter controle wordt de hoeveelheid koolstofdioxide, licht en temperatuur in de kas gemeten. Boven de eerste sectie van proefsloot 1 is een rij LED-lampen aangebracht en wordt in de wintermaanden de daglengte verlengd tot 13 uur. In sloot één groeit een mix van eendenkroos-(Lemna)-soorten (o.a. minor), in sloot twee Groot kroosvaren. Groeien en oogsten Van de periode van 12 mei tot en met 4 oktober worden de meetresultaten hier gepresenteerd. De kroosdichtheid is gelijk gebleven over deze periode, d.w.z. dat steeds tot 1 kg uitlekgewicht per m2 is teruggeoogst. De verblijftijd van het water is constant gehouden op twee dagen. De gemiddelde productie van de eendenkroosmix was 7,9 g droge stof/m2/d (29 ton ds/ha/j) en voor Groot kroosvaren 10,8 g droge stofs/m2/d (40 ton ds/ ha/j). Het percentage drooggewicht van de eendenkroosmix was gemiddeld 5,92 procent en van Groot kroosvaren 6,08 procent. Hoewel Groot kroosvaren een veel grotere opbrengst per ha laat zien, is de zuiveringscapaciteit lager (zie tabel 1). Zuiveringsrendementen Voor de KRW moet worden voldaan aan doelstellingen voor oppervlaktewater voor totaalstikstof (N) & totaalfosfor (P). Het ontvangende oppervlaktewater heeft een doelstelling voor N van 4 mg N/l en voor P van 0,2 mg P/l. Door de extra verwijdering met de eendenkroosmix wordt de doelstelling voor totaalstikstof ruimschoots gehaald. Tabel 1. Zuiveringsrendementen

Effluent rwzi1 Effluent Lemna mix Effluent Azolla KRW-doelstelling Noord Willemskanaal 1

mg N/L (totaal ) 5,7 3,6 5,3 4

mg P/L (totaal ) 1,2 0,64 0,93 0,2

Verwijderd N 36% 18% -

Verwijderd P 45% 20% -

) Het effluent van de rwzi is het influent voor beide proefsloten. Neerslag 2012/II

6661_V05_art169.indd 13

13

14-03-12 13:09


Tunnelkas Sloot 1: Kroosmix Lemna sp. LED-TL

L1

Ma

T1

M1

Mb

T2

M2

Sloot 2: Azolla filiculoides

P1 P2

PLC

L3 C3

T3

BEM

L4 T0 M0

Effluent sloot rwzi Eelde P = slangenpomp 240 l/u = M= monsterpunt

L = lichtsensor (PAR) T = temperatuursensor C = CO2-sensor

PLC = besturingskast BEM = bemonsteringskast

Eindproduct: ontwerp demonstratiesysteem Op basis van de andere onderzoekselementen zal door Bioniers medio 2012 een ontwerp worden gemaakt van een haalbaar ĂŠn betaalbaar krooskweeksysteem.

Wat levert het nog meer op? Eiwitbron - Wagening UR heeft onderzoek gedaan naar de voederwaarde van kroos. De voederwaarde van kroos is het best vergelijkbaar met dat van bierbostel. Kroos is rijk aan eiwitten. Het aandeel essentiĂŤle aminozuren Threonine en Lysine was relatief hoog. Kroos heeft hierdoor potenties om als voedzame eiwitbron ingezet te worden. Vergisting - Zowel Groot kroosvaren als Klein kroos zijn vergist in een vergister van 20 liter. De vergisting is uitgevoerd onder mesofiele omstandigheden en met een verblijftijd van 20 dagen. Groot kroosvaren werd vergist na diverse voorbewerkingen; Klein kroos wordt alleen vergist na pasteurisatie. De vergistbaarheid van beide kroossoorten is vergelijkbaar. De biogasopbrengst van beide kroossoorten is ca. 300 liter/kg organische stof. Dit kan bij langere vergistingstijd worden verhoogd waarmee een goede hoeveelheid biogas wordt geproduceerd.

Conclusies en vervolg Kroos heeft potentie om goede zuiveringscapaciteiten te hebben. Dit is bevestigd in de laboratorium- en praktijkexperimenten. Temperatuur lijkt de meest 14

6661_V05_art169.indd 14

Neerslag 2012/II

14-03-12 13:09


Model DuPol Eén van de onderdelen van het samenwerkingsonderzoek betreft het ontwikkelen van een kroos- groeimodel, uitgevoerd door Tauw. De intrinsieke groeisnelheid van kroos wordt verlaagd door de abiotische factoren wanneer deze afwijken van de optimale waarden. In het model DuPol (agroniem van Duckweek Polishing) veranderen de abiotische factoren per tijdsinterval op basis van het seizoen, het moment van de dag, fluctuaties in het rwzieffluent en de ontstane biomassa. Vanuit die nieuwe uitgangspositie wordt een nieuwe intrinsieke groeisnelheid bepaald, die de nieuwe hoeveelheid biomassa dicteert. De verversing van het watervolume gaat ook op uurbasis en met een percentage dat afhankelijk is van het debiet. Is de verblijftijd van het water in de sloot één dag, dan is de verversing 1/24 van het volume per uur. Daarbij wordt een hoeveelheid nutriënten aangevoerd op basis van een gedefinieerde aanvoerreeks en er wordt een hoeveelheid afgevoerd op basis van de concentratie van het slootwater in het vorige uur. Aanname is dat de watervolumes ‘ideaal gemixt’ zijn. Temperatuur bepalend voor groei Bij het uitvoeren van een gevoeligheidsanalyse komt naar voren dat de parameter met de grootste invloed op de einduitkomst de optimale temperatuur is. Het model is verder verfijnd met de oogstvolumes van een viertal oogstdagen van de praktijkopstelling in Eelde. Opschalingsberekening Met het verfijnde model is een scenario-analyse te berekenen. Als vingeroefening is dit gedaan voor de rwzi van Eelde. Er is een systeem gedimensioneerd op basis van een nabijgelegen beschikbare oppervlakte van 1,7 ha met een gemiddeld debiet van 20.000 m3/d en een temperatuur van 26 °C. Dimensioneringsaspecten zullen moeten worden aangepast om de noodzakelijke zuiveringsrendementen te kunnen realiseren. beperkende factor en overige factoren als ammonium, CO2 en daglengte zullen moetne worden beheerst en gemonitoord. Waterschap Noorderzijlvest is voornemens het praktijkexperiment op te schalen op één van haar rwzi’s. Het waterschap zal voor en tijdens de uitvoering samenwerken met onderzoeksinstituten voor het perfectioneren van de krooszuivering en het op de markt brengen van een eiwitproduct uit kroos. Melissa van Hoorn van Dullemen, Waterschap Noorderzijlvest Bart de Vreede, Tauw Adrie Otte, Bioniers Monique van Kempen, Radboud Universiteit Nijmegen Idse Hoving, Wageningen University and Research Neerslag 2012/II

6661_V05_art169.indd 15

15

14-03-12 13:09


Kennis borgen en delen Electronisch geavanceerd informatie ontsluitingssysteem (eGios) eGios is een geavanceerd informatie ontsluitingssysteem, een beheerde mediatheek die al uw procestechnische informatie op eenduidige wijze beschikbaar stelt. Al uw installaties zijn in eGios ingedeeld conform een gestandaardiseerde procesdecompositie. eGios geeft u per installatie direct toegang tot bijvoorbeeld het proceshandboek, de theorie achter de technologische processen, uitleg van de procesregelingen, handleidingen van leveranciers, foto’s en tekeningen. eGios is ontwikkeld als multi-platform applicatie. Op het kantoor is eGios te raadplegen via het intranet en op buitenlocaties via een tablet-pc. eGios is opgezet voor onderhoudsmedewerkers, procesoperators, technologen, werktuigbouwkundigen, civiel- en electrotechnici. Graag komen wij vrijblijvend bij u langs om een demonstratie van eGios te verzorgen.

eGios is een joint venture van Knol Training & Advies en U&dW design en productie.

Hunzeweg 2 | 9511 PC Gieterveen | +31 (0)599 89 19 75 | www.egios.nl | egios@egios.nl

1_1_stC5_fc_B.indd 1 eGios_advertentie.indd 1

1000-21-1000-5028 Neerslag 2021/2e kleur: fc13-03-12 12-01-12

11:04 16:21


Waterschap Hunze en Aa’s: van Boekarest tot Addis Abeba Naast Roemenië is waterschap Hunze en Aa’s sinds kort actief in Ethiopië. De projecten zijn in gang gezet na de herijking van het waterschapsbeleid over internationale samenwerking in 2010. De winst? Veel nieuwe kennis over de werk- en denkmethoden van buitenlandse watercollega’s, een goede invulling van de wens om maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen en een versterkt netwerk van waterpartners in Nederland.

Visie over de grens Met de komst van de Toekomstvisie internationale samenwerking 2010-2015 in juni 2010 kwam er meer ruimte voor een type projecten dat pas de laatste jaren bij de waterschappen in opmars is: de ontwikkelingsprojecten. Al langer is er sprake van initiatieven op het gebied van internationale samenwerking die draaien om de uitwisseling van vakkennis, veelal met landen in de Europese Unie. Behalve deze initiatieven beschrijft de Toekomstvisie dat waterschap Hunze en Aa’s op gepaste en bescheiden wijze tegemoet zal komen aan de behoefte van het buitenland aan kennis over waterveiligheid en waterkwaliteits- en waterkwantiteitsbeheer. Zeker niet minder belangrijk voor buitenlandse partners is daarnaast het vergaren van kennis van niet-technische vraagstukken die komen kijken bij watermanagement en die van doen hebben met wat vaak ‘water governance’ wordt genoemd. Met de overdracht van kennis ver buiten de grenzen van het eigen werkgebied wenst Hunze en Aa’s aan te sluiten bij het Akkoord van Schokland betreffende de Millennium Ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties en de wens van de Rijksoverheid van een internationaal actieve watersector. Daarnaast bestaat het eigen streven om maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen, van tijd tot tijd zelfs voor wateropgaven in een ander land of werelddeel. Bovenal is Hunze en Aa’s met vele andere waterschappen overtuigd van de positieve effecten die internationale kennisdeling met zich meebrengt voor de eigen medewerkers. De enige financiering die het waterschap in principe beschikbaar stelt, betreft de dekking van de kosten van de uren die medewerkers aan internationale samenwerking besteden. De meeste aandacht heeft het waterschap momenteel voor Roemenië en Ethiopië.

Water Operator Partnership Roemenië: zij aan zij samenwerken In september 2011 is Hunze en Aa’s gestart met een driejarig ‘Water Operator Partnership’ (WOP) met het drinkwater- en afvalwaterbedrijf Apa Canal S.A. Neerslag 2012/II

6661_V06_art170.indd 17

17

14-03-12 13:10


Galati in het oosten van Roemenië. Het waterschap doet dit samen met Waterbedrijf Groningen. Apa Canal S.A. Galati is voortgekomen uit enkele regionale waterbedrijven die tot 2010 nog zelfstandig in het gebied opereerden. Het nieuwe provinciale bedrijf heeft tot taak de komende acht jaar de 645.000 inwoners in het beheergebied met een oppervlakte van 4500 km² aan te sluiten op leidingwater en riolering. In de steden zijn deze doelen grotendeels al bereikt, maar de verschillen met het platteland zijn groot: niet zelden haalt men daar nog het veelal vervuilde drinkwater uit de put en wordt afvalwater direct op de rivier geloosd. De grote opgave waarmee Apa Canal zich geconfronteerd ziet, heeft de directeur van het bedrijf ertoe bewogen om de Nederlandse partners om hulp te vragen. De wens van het waterschap om de Roemeense bevolking van betere leefomstandigheden te voorzien is de reden dat Hunze en Aa’s gehoor aan deze oproep heeft gegeven. Op die manier zet het waterschap de samenwerking voort die al sinds 2003 in eerdere projecten met Roemenië ontstaan is. Het partnerschap wordt gekenmerkt door kennisuitwisseling op medewerkersniveau. De samenwerking richt zich op een tal van onderwerpen, van vraagstukken over telemetrie en beheer en onderhoud van installaties tot aan slibverwerking en waterkwaliteitsmonitoring. Tevens hebben de Roemenen aangegeven behoefte te hebben aan samenwerking aangaande thema’s als klantrelaties en belastinginning. In december 2011 heeft er een missie in Galati plaatsgevonden. De Roemeense en Nederlandse collega’s hebben toen samen de trainingsprogramma’s voor de komende drie jaar uitgewerkt. Sindsdien is met de uitvoering gestart. In 2012 zullen de Roemenen een bezoek brengen aan hun Nederlandse collega’s om te leren van de praktijk bij Hunze en Aa’s en Waterbedrijf Groningen en om verdere stappen te zetten met de trainingsprogramma’s.

Roemeense collega’s bezig met het trainingsprogramma. 18

6661_V06_art170.indd 18

Neerslag 2012/II

14-03-12 13:11


Henk Loyinga en Suzanne Vennix in gesprek met lokale bestuurders.

Ethiopië: capaciteitsversterking gemeentelijke waterdiensten Met de recente samenwerking in Ethiopië heeft het waterschap zijn eerste stappen gezet buiten het Europese continent. Hunze en Aa’s heeft de kans om stap voor stap ervaring op te doen op dit voor hen onontgonnen terrein, doordat het aansluit bij een bestaand consortium van de waterschappen Velt en Vecht en Hollandse Delta, kennis- en opleidingsinstituut voor water UNESCO-IHE en de stichting RAIN. Het project From Single to Multiple Use of RWH Schemes in Eastern Ethiopia vindt plaats in Dire Dawa Administrative Council (DDAC) en Meta woreda, circa 500 kilometer ten oosten van de hoofdstad Addis Ababa. In nauwe samenwerking met verscheidene lokale Ethiopische partijen werkt het Nederlandse consortium aan capaciteitsversterking van de gemeentelijke waterdiensten ten aanzien van strategische planning en coördinatie van het lokale watermanagement en datamanagement (de verzameling en verwerking van technische en sociaaleconomische gegevens van het werkgebied). Training in waterkwaliteitsmetingen en onderzoek naar mogelijkheden om lokale economische activiteiten te bevorderen nemen tevens een belangrijke rol in. Tot slot zullen bestaande structuren voor ‘rainwater harvesting’ (het verzamelen en opslaan van regenwater voor hergebruik) worden versterkt en uitgebreid, waarbij het accent komt te liggen op het meervoudig gebruik van water op duurzame wijze. Het eerdergenoemde begrip ‘water governance’ speelt in dit project Neerslag 2012/II

6661_V06_art170.indd 19

19

14-03-12 13:11


een zeer belangrijke rol. Het is gebleken dat er doorgaans geen gebrek is aan technische kennis, maar dat de Ethiopische partijen vooral behoefte hebben aan ondersteuning bij managementvraagstukken. In november 2011 diende het bezoek aan Addis Ababa, DDAC en Meta woreda voor Hunze en Aa’s voornamelijk als een eerste verkenningsmissie. Tijdens de reis heeft het Nederlandse consortium diverse veldbezoeken gebracht en gesprekken gevoerd met de lokale partijen, die de voornaamste inspanning zullen leveren in de verdere uitvoering van het reeds gestarte project. Hunze en Aa’s zal met een klein budget en tijdsinzet van enkele medewerkers bij deze uitvoering betrokken blijven.

De winst voor Hunze en Aa’s Wat zijn nu de ervaringen van Hunze en Aa’s van deelname in deze ontwikkelingsprojecten? Welke voordelen heeft de organisatie nu zelf van internationale samenwerking? Zoals eerder aangegeven, vindt het waterschap het belangrijk om een gepaste invulling te geven aan de maatschappelijke verantwoordelijkheid, die hij zichzelf toedicht en die wordt bevestigd door de Rijksoverheid. De werkzaamheden in Roemenië en Ethiopië leveren hieraan een goede bijdrage. De projecten helpen het waterschap op weg met zijn wens om kennis te delen buiten de grenzen van zijn eigen werkgebied. Een bijkomend voordeel van internationale samenwerking is dat projecten vaak in samenwerking met andere waterschappen alsmede bedrijven, non-gouvernementele organisaties en kennisinstituten plaatsvinden. Middels de samenwerking in Roemenië en Ethiopië, maar ook door Europese kennisprojecten, heeft Hunze en Aa’s zeker de vruchten geplukt van het versterkt nationaal netwerk van waterpartners dat aan gezamenlijke internationale doelen werkt. Wellicht nog wel de grootste waarde voor het waterschap van internationale ontwikkelingsprojecten zit in de kennis, die zijn medewerkers vergaren in deze projecten. Op het gebied van techniek en technologie is deze nieuwe kennis mogelijk beperkt, maar ten aanzien van cultuur en alternatieve denk- en werkmethoden is deze des te groter. Zonder uitzondering ervaren waterschapsmedewerkers een kortdurend buitenlands bezoek als leerzaam, inspirerend en motiverend. Met name bij het partnerschap in Roemenië zijn experts in uiteenlopende functies en van diverse afdelingen betrokken, waardoor het project breed gedragen wordt en veel enthousiasme bij de mensen losmaakt. Een winst voor het buitenland dus, alsmede een winst voor ons! Suzanne Vennix, beleidsmedewerker internationale samenwerking Waterschap Hunze en Aa’s

20

6661_V06_art170.indd 20

Neerslag 2012/II

14-03-12 13:11


Het Fries Bestuursakkoord WaterKeten Het Fries Bestuursakkoord WaterKeten (FBWK) is een samenwerkingsverband tussen het Wetterskip Fryslân, drinkwaterbedrijf Vitens, de provincie Fryslân en alle 31 Friese gemeenten. Dit verband bestaat officieel sinds 19 februari 2010 en is in het provinciehuis in Leeuwarden ondertekend. In wezen is het FBWK een innovatieprogramma. Het FWBK heeft doelen die betrekking hebben op zuivering en hergebruik van afvalwater, het ontwikkelen van nieuwe (duurzame) sanitaire voorzieningen en het verminderen van chemicaliën en afvalstoffen in de processen van de waterketen. Een belangrijk onderdeel van het bestuursakkoord is om de inwoners van Fryslân te betrekken bij deze doelen. De ambities van het FBWK zijn: • Doelmatigheid: hierbij wordt gedacht aan een zo goed mogelijke prijs/prestatieverhouding voor het leveren van de diensten van de waterketen. Het landelijk bestuursakkoord heeft de doelmatigheidsverhoging voor de komende 10 jaar op 10 à 20% vastgesteld, het referentiejaar is 2010. • Duurzaamheid: hieronder vallen klimaat, kwaliteit van het oppervlaktewater en hergebruik van afvalstoffen. De doelen zijn om in 2020 een reductie van broeikasgassen te realiseren van 30%. Voor de kwaliteit van het oppervlaktewater is het belangrijk dat de processen van de waterketen geen negatieve invloed hebben op andere functies die afhankelijk zijn van oppervlaktewater, zoals de natuur, landbouw en recreatie. Voor het hergebruik van afvalstoffen is het doel om een gesloten waterketen te realiseren. • Betrokken burger: Voor de betrokkenheid van de burger is het belangrijk dat de onderdelen van de waterketen transparant zijn voor de burgers. De mensen moeten weten wat er gebeurt met het geld dat ze betalen voor de verschillende rekeningen. Tot slot is het belangrijk dat de burgers hun eigen verantwoordelijkheid nemen. Ze zijn een belangrijke schakel in de waterketen aangezien ze de klantvraag bepalen. Onder andere hierdoor hebben ze een sterke invloed op de doelmatigheid en effectiviteit van de waterketen. Zowel huishoudens als organisaties moeten zich hiervan bewust worden. Het uiteindelijke doel is dan natuurlijk om zo weinig mogelijk drinkwater te gebruiken.

Werkgroep Wadden De Werkgroep Wadden is één van de uitvoeringsgroepen van het FBWK. Deze werkgroep bestaat uit participanten van Vitens, ’t Wetterskip Fryslân, de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden en de Waddeneilanden. Het hoofddoel van de Neerslag 2012/II

6661_V07_art166.indd 21

21

14-03-12 13:11


Werkgroep Wadden is om de Waddeneilanden in 2020 volledig zelfvoorzienend te laten zijn op het gebied van duurzame energie en watervoorziening. De noodzaak tot duurzaam produceren en consumeren dringt steeds meer door in de maatschappij. Ook in de politiek komt steeds meer aandacht voor duurzaamheid. Uit deze trend is onder andere het plan voortgekomen om de Waddeneilanden duurzaam zelfvoorzienend te maken.

De Werkgroep Wadden werkt aan de ambitie om een duurzame, gesloten waterketen te realiseren op de Friese eilanden. Onder een duurzame, gesloten waterketen kun je o.a. verstaan dat in elke schakel van de waterketen: • zo min mogelijk grondstoffen (inclusief water) worden verbruikt • zo min mogelijk energie wordt verbruikt • zo min mogelijk afval wordt geproduceerd • energie uit duurzame hulpbronnen wordt opgewekt • afval c.q. afvalwater zoveel mogelijk wordt hergebruikt om zodoende de keten te sluiten. Daarnaast kun je denken aan wat de betekenis is van de waterketen voor alle belanghebbenden, voor mens, milieu en de meerwaarde in economische zin (ook wel people, planet, profit/prosperity genoemd). In 2011 is onderzoek gedaan naar de schakels van de waterketen met betrekking tot Ameland. Wat gaat er per schakel om in de waterketen op het gebied van energie, kosten en liters water. Deze opdracht is verstrekt door de Werkgroep Wadden. De vraag die zij stelden was: Is het mogelijk dat Ameland duurzaam zelfvoorzienend wordt op het gebied van de gehele waterketen? Bij het onderzoek waren een viertal organisaties betrokken, te weten: • Drinkwaterbedrijf Vitens • Gemeente Ameland • Waterschap Fryslân • Provincie Fryslân 22

6661_V07_art166.indd 22

Neerslag 2012/II

14-03-12 13:11


De gebruikers van de waterketen, burgers en organisaties, zijn geen onderdeel van de processen, maar hebben wel een grote invloed op de waterketen. Zij zijn het tenslotte die de klantvraag bepalen en ze zijn nodig voor het behalen van bepaalde doelstellingen. Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat er meerdere kansen en bedreigingen zijn voor het verwezenlijken van een zelfvoorzienend eiland. De grootste bedreigingen zitten hem in de luxetrend. Steeds meer caravans en tenten verdwijnen om plaats te maken voor luxe bungalows. Deze bungalows hebben vaak luxe voorzieningen, die veel water verbruiken. Mensen willen steeds meer comfort, waardoor oude waterbesparende producten niet worden ge誰nstalleerd. De kansen liggen hem meer in nieuwe producten, waarbij er geen comfort hoeft te worden ingeleverd. Douches met circulerende waterstromen of douches met luchtdruk bieden hier kansen. Het voorlopig eerste advies uit het onderzoek is dat het het proberen waard is om Ameland in de toekomst zelfvoorzienend te maken. Over de deadline van 2020 wordt echter getwijfeld. Wanneer wel aan deze deadline zal worden vastgehouden zorgt dit voor grootschalige kapitaalvernietiging. Tonny Hemme, Vitens

Neerslag 2012/II

6661_V07_art166.indd 23

23

14-03-12 13:11


Wij stoppen al onze energie in het besparen van de uwe!

Droge voeten op Terschelling met CG Drives & Automation Eenvoud en betrouwbaarheid kenmerken Emotron frequentieregelaars!! Uitwateringssluizen Kinnum en Lies op Terschelling. Na wateroverlast in voorgaande jaren heeft Wetterskip Fryslân in 2010 de bestaande uitwateringssluizen op Terschelling uitgebreid met pompen. De nieuwe combi gemalen kunnen bij eb nog steeds via automatische schuiven onder vrij verval water lozen op de Waddenzee, maar bij vloed kan er nu ook gepompt worden. De vier Hidrostal pompen (twee per gemaal) kunnen gezamenlijk maximaal 145m³/min. verpompen. Daar de opvoerhoogte van de pompen varieert van 1 tot maximaal 3 meter moet het toerental van de pompen bij lage opvoerhoogte worden beperkt om cavitatie te voorkomen. Het toerental van de pompen wordt geregeld door middel van Emotron frequentieregelaars. De voordelen van het toepassen van Emotron frequentieregelaars zijn, naast het kunnen draaien op lager toerental, vooral het veel gecontroleerder starten en stoppen van de pompen. Daardoor zijn problemen als geluidsoverlast door ontsnappende lucht, waterslag of dreunen van uitstroomkleppen te voorkomen. Ook is er, bij weinig aanvoer, door het draaien op een lager toerental een constanter polderpeil en minder vuilaanbod bij de gemalen door de lagere stroomsnelheid van het water. Tevens zijn door het lagere toerental de pompen visvriendelijker. Meer informatie? +31 (0)497 389222 of info.nl@cgglobal.com of www.emotron.nl/www.cgglobal.com

1_1_stC5_fc_I.indd 1

1000-21-1000-4996 Waternetwerk Neerslag 2012/02

Kleur: fc

14-03-12 15:24


Opdrachtgever < > Opdrachtnemer Hoe zijn we binnen waterschap Hunze en Aa’s de projectuitvoering aan het professionaliseren? Welke vragen hebben we onszelf gesteld en waar zijn we op uitgekomen? Ik beschrijf kort de oude situatie met de problemen waar we mee te maken hadden in de communicatie tussen de eindgebruikers van de gebouwde objecten en het Team Projecten dat de bouw van de objecten begeleidt. Door een duidelijke opdrachtgeverpositie en een duidelijke opdrachtnemerpositie vast te stellen met alle daarbij behorende vaardigheden en door de kaders en de spelregels duidelijk vast te stellen is het proces verbeterd en weet iedereen wat er van hem/haar verwacht wordt en wat hij/zij van de ander kan verwachten. We zijn nu bezig om deze referenties nog beter onder de knie te krijgen en via evaluaties verbeteringen aan te brengen.

De oude situatie Binnen Hunze en Aa’s hebben we een aantal afdelingen, die verantwoordelijk zijn voor de verschillende waterschapstaken: • ‘Schoon Water’ (SW) houdt zich bezig met de kwaliteit van het water en doet dus de rioolwaterzuiveringen, rioolgemalen, waterkwaliteitsbeheer, etc.; • ‘Veiligheid en Voldoende Water’ (VVW) zorgt ervoor dat de dijken op hoogte zijn en dat er voldoende water is. Hiervoor worden stuwen, kwantiteitsgemalen en sluizen gebruikt; • ‘Beleid, Projecten en Geo-informatie’ (BPG) houdt zich bezig met het beleid van het waterschap en hoe dit te vertalen naar uit te voeren werkzaamheden. Hiervoor moet de juiste informatie beschikbaar zijn in bijvoorbeeld de ‘legger’. Ook wordt binnen deze afdeling door het Team Projecten de nieuwbouw en renovatie van waterschapsobjecten uitgevoerd. Het Team Projecten voert projecten uit voor alle drie de bovengenoemde afdelingen. Tijdens de evaluatie van projecten hebben we binnen waterschap Hunze en Aa’s regelmatig discussie over de vraag of er door het Team Projecten wel precies gebouwd is wat de eindgebruiker wil hebben. De wensen van de eindgebruiker worden meestal vastgelegd in een Programma van Eisen (PvE) dat de eindgebruiker zelf heeft opgesteld. Al beter is het als de afdeling die het project uitvoert samen met de eindgebruiker het PvE opstelt, zodat de verwachting van de eindgebruiker goed afgestemd wordt met de projectuitvoerder. Tot een jaar of twee geleden waren hier geen duidelijke afspraken over en werd het door iedere projectleider en ieder afdelingshoofd op de eigen manier ingevuld. Neerslag 2012/II

6661_V08_art171.indd 25

25

14-03-12 13:12


Het verbetertraject In 2009 zijn we met assistentie van het bureau Adviesteam een traject ingegaan om te onderzoeken hoe wij, als Team Projecten, onze rol als projectuitvoerende afdeling binnen het waterschap kunnen professionaliseren. Om dit te bereiken is er eerst een inventarisatietraject uitgevoerd waarin door het houden van interviews en het inventariseren van de beschikbare documenten een kernoorzaakanalyse is uitgevoerd. Dit is teruggekoppeld naar de afdeling en doorvertaald naar de mogelijke oplossingsrichtingen. In de inventarisatie is gekeken naar: Visie en doelen, Organisatiestructuur, Technologie (bijv. toepassen van projectmatig werken), Gedrag, Omgeving en Cultuur. Het blijkt dat er veel te winnen is door de uitvoerende taak van de afdeling BPG, die voornamelijk door het Team Projecten wordt ingevuld, duidelijk als Opdrachtnemer (ON) in te vullen. Dan worden de afdelingen die een project uitgevoerd willen hebben dus Opdrachtgever (OG). Door de begrippen ON en OG strikt door te voeren, ontstaat een duidelijke relatie voor het uitvoeren van projecten. EĂŠn van de belangrijke basisuitgangspunten is bijvoorbeeld dat de OG zich bezighoudt met de WAT-vraag en de ON zich bezighoudt met de HOE-vraag. De OG bepaalt wat er moet gebeuren met alle bijbehorende randvoorwaarden en beschrijft dit in een projectopdracht. De ON accepteert de projectopdracht en 26

6661_V08_art171.indd 26

Neerslag 2012/II

14-03-12 13:12


schrijft op basis hiervan een Plan van Aanpak (PvA). In dit PvA beschrijft de ON ‘hoe’ hij het ‘wat’ van de OG denkt te gaan bereiken. De OG en ON ondertekenen beiden dit PvA, waarna het dient als een soort contract. Uit het onderzoek door Adviesteam bleek dat er wel allerlei regels en structuren binnen de waterschapsorganisatie aanwezig zijn, maar dat die niet altijd even effectief worden gebruikt. Medewerkers zijn te lief voor elkaar en maken geen duidelijke afspraken. Ook zijn de beschikbare systemen vaak meer gericht op financiële rapportage, dan op projectmatig werken en plannen. Door het doorvoeren van het begrip ON voor het Team Projecten en het Team ook zo neer te zetten binnen de organisatie wordt onze rol binnen de organisatie steeds duidelijker. In de beginfase leverde dat wel wat wrijving op want het werd gezien als lastig. ‘Waarom moest er nu plotseling een schriftelijke opdracht gemaakt worden?’ hoorde je dan wel eens. ‘Dat hoefde vroeger toch ook niet.’ Door als Team Project vast te houden aan ON wordt nu langzamerhand de OG ook in zijn rol gedwongen. Door voorinvestering (in projectopdracht en PvA) treden minder verstoringen en vertragingen op in de uitvoeringsfase. Opdrachten worden niet geaccepteerd als er geen duidelijke schriftelijke projectopdracht is. Een project wordt niet gestart als er geen overeenstemming is over het PvA.

De nieuwe situatie In de praktijk blijkt het lastig om de rol van ON strikt vast te houden. Ook de rol van OG blijkt niet zo makkelijk vast te houden. Als ON wil je toch wel graag meepraten over de randvoorwaarden en de OG heeft er moeite mee om zich niet te bemoeien met de manier waarop het project wordt uitgevoerd. Om onze rollen goed vast te houden hebben we een aantal uitgangspunten opgesteld. Deze lijst van uitgangspunten lijkt misschien wat lang en lijkt vanzelfsprekende zaken aan te geven, maar het is wel goed om alles nog eens op een rij te hebben. 1. Onderscheid wordt gemaakt in improviserende, routinematige werkzaamheden en unieke (projectmatige) werkzaamheden; improviserende en routinematige zaken vergen een andere aansturing dan specifieke/unieke zaken. Neerslag 2012/II

6661_V08_art171.indd 27

27

14-03-12 13:12


2. De samenwerking tussen opdrachtgever en opdrachtnemer is gebaseerd op een relatie als partners. Dit partnership houdt in dat beide partijen – ieder vanuit hun specifieke verantwoordelijk­heid en rol – zich met elkaar verbonden voelen om het gezamenlijke waterschapsbelang te dienen c.q. het beoogde resultaat te bewerkstelligen; er is sprake van vertrouwen en openheid: ’it takes two to tango’. 3. Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden bij OG-ON zijn helder en binnen de organisatie bekend. 4. De opdrachtgever bepaalt het resultaat (focus op effectiviteit); de opdrachtnemer geeft aan hoe dat (zo efficiënt mogelijk) wordt bereikt; de opdrachtgever is verantwoordelijk voor de middelen om de opdracht uit te voeren; de leidinggevende van de opdrachtnemer (faciliterend manager) zorgt voor beschikbaarheid en geschiktheid van de opdrachtnemer en diens coaching. 5. Bij een beroep op de capaciteit van andere afdelingen (voor projecten) zorgt de opdrachtgever voor een tijdige afstemming met de betrokken manager; dat geldt ook bij afwijkingen van hierover gemaakte afspraken. 6. De faciliterend manager is eindverantwoordelijk voor de relatie met en klanttevredenheid van opdrachtgevers en zorgt ervoor dat de kennis en kunde voor goed opdrachtnemerschap aansluit bij de verwachtingen en de wereld van opdrachtgevers. 7. Elke opdracht begint met een heldere formulering van het resultaat en randvoorwaarden (SMART) en eindigt met acceptatie van het resultaat door de opdrachtgever. 8. De opdrachtgever moet in staat zijn te beslissen over essentiële keuzes tijdens de uitvoering van de opdracht. 9. De opdrachtnemer zorgt ervoor dat de opdrachtgever deugdelijk en regelmatig op de hoogte is van de voortgang van de uitvoering van de opdracht. Hoe dat wordt ingestoken, wordt vooraf door opdrachtgever en opdrachtnemer samen bepaald. 10. De uitvoering van opdrachten (proces, middeleninzet en resultaat) wordt geëvalueerd; het hoe en wat daarvan wordt tussen opdrachtgever en opdrachtnemer c.q. opdrachtnemer en faciliterend manager afgesproken. 11. Opdrachtgever en opdrachtnemer maken voor de opdrachtbeschrijving, plannen van aanpak, evaluaties etc., gebruik van door de organisatie te hanteren standaarden (bijvoorbeeld formats). De taakverdeling en de verhouding tussen de OG en de ON wordt in de volgende lijst beschreven. Als je dit aanhoudt voorkom je veel onduidelijkheden en krijg je een duidelijke verstandhouding tussen OG en ON.

28

6661_V08_art171.indd 28

Neerslag 2012/II

14-03-12 13:13


1. De opdrachtgever bepaalt wanneer werkzaamheden op een projectmatige wijze worden uitgevoerd. Bij een projectmatige aanpak is sprake van een eenmalige opdracht waarbij afspraken worden gemaakt over resultaat, aanpak en middelen. 2. Elk project kent één opdrachtgever en één opdrachtnemer (projectleider). De leidinggevende van de opdrachtnemer fungeert als faciliterend manager. 3. De opdrachtgever zorgt voor een deugdelijke opdrachtbeschrijving waarin resultaat en rand­voorwaarden qua proces, tijd en middelen SMART zijn aangegeven. De opdracht­beschrijving is gebaseerd op vooraf bepaalde (strategische) kaders die de opdrachtgever in acht heeft te nemen. Betrokkenheid van een potentiële opdrachtnemer bij de wat-vraag (adviseursrol) kan gevraagd of ongevraagd plaatsvinden. 4. De opdrachtgever zorgt ervoor dat een opdrachtnemer wordt aangewezen. Aanwijzing van de opdrachtnemer vindt plaats door diens leidinggevende (als faciliterend manager) na een verzoek van de opdrachtgever. 5. De leidinggevende/faciliterend manager zorgt ervoor dat de opdrachtnemer voldoende geschikt en beschikbaar is om de opdracht uit te voeren; coaching van de opdrachtnemer tijdens het proces is een zaak van de leidinggevende/ faciliterend manager. 6. Voor opdrachten waarbij een beroep op andere afdelingen wordt gedaan, wordt de beschikbaar­heid van opdrachtnemers (evt. projectteam) vooraf gezekerd door middel van een tijdige afstemming tussen opdrachtgever en facilitair manager c.q. beoogd opdrachtnemer. 7. De opdrachtnemer zorgt op basis van de opdrachtbeschrijving voor een door de opdrachtgever te fiatteren plan van aanpak, waarin ook de eventuele acceptabele resultaatmarges en go/no‑ go-momenten zijn benoemd. Door fiattering van het plan van aanpak stelt de opdrachtgever ook de daarin aangegeven middelen ter beschikking. Als sprake is van afwijking van het in de jaar­planning opgenomen capaciteitsbeslag zorgt de opdrachtgever ook voor instemming van de faciliterend manager. 8. De opdrachtnemer zorgt voor het met de opdrachtgever afgesproken resultaat door: – uitvoering van het plan van aanpak en de bewaking daarvan; – een adequaat functioneren van de projectorganisatie; – de voortgangsrapportage aan de opdrachtgever. 9. Bijstellingen van de opdracht door de opdrachtgever tijdens uitvoering van het plan van aanpak is mogelijk, met dien verstande dat deze door opdrachtnemer c.q. faciliterend manager worden getoetst met eventueel een aanpassing van het plan van aanpak c.q. benodigde middelen tot gevolg. 10. De opdrachtnemer geeft aan wanneer het afgesproken resultaat is geleverd en de opdrachtgever beslist over de acceptatie daarvan. Oplevering van Neerslag 2012/II

6661_V08_art171.indd 29

29

14-03-12 13:13


infrastructurele objecten wordt als een beslismoment voor de opdrachtgever beschouwd. Door oplevering neemt de opdracht­gever de verantwoordelijkheid voor beheer en onderhoud van het object op zich. De opdracht­nemer zorgt vervolgens voor het nakomen van de garantieregeling voor het object. De afloop van deze nazorgfase houdt het einde van het project in. 11. Bestuursvoorstellen, die samenhangen met de uitvoering van de opdracht, vallen onder de verant­woordelijkheid van de opdrachtgever. Om dit geheel tot een succes te maken is een aantal vaardigheden beschreven waar de ON en de OG aan moeten voldoen. De opdrachtgever moet duidelijk, betrokken en verantwoordelijk zijn. Hij moet niet oplossingsgericht of besluiteloos zijn en moet ook niet veroordelen. Belangrijke vaardigheden waar de opdrachtnemer over moet beschikken, zijn sturing geven, sensitiviteit en klantgerichtheid. Hij moet geen starre houding hebben of van zich af kijken. Ook moet hij niet star, detaillistisch en solistisch zijn.

SamSam Om de benodigde vaardigheden, spelregels en kaders bij iedereen bekend te maken en om ervoor te zorgen dat iedereen deze ook vanzelfsprekenderwijs gaat gebruiken, is een spel ontwikkeld op basis van het bekende Trivial Pursuit. Het spel heet SamSam en hierin worden vragen, opdrachten en rollenspellen behandeld op de volgende gebieden: • Algemeen • Projectteam • Opdrachtbeschrijving • Plan van Aanpak • Houding • Communicatie en verwachtingsmanagement. Door SamSam met alle betrokken medewerkers regelmatig te spelen, kunnen de ON- en OG- vaardigheden en -afspraken al snel tot de standaardbagage van de medewerkers worden gerekend. Op weg naar een betere organisatie. Ernst Messink, Team Projecten Waterschap Hunze en Aa’s

30

6661_V08_art171.indd 30

Neerslag 2012/II

14-03-12 13:13


Verplaatsing winning Engelse Werk

Zacht water, harde dobber Om Zwolle van zachter water te voorzien, heeft heel wat water door de IJssel moeten stromen. Vitens voerde enkele complexe veranderingen en innovaties door op locatie Engelse Werk. De IJssel is een levensader voor Zwolle, letterlijk en figuurlijk. De rivier levert een belangrijk deel van het drinkwater voor de directe omgeving. De waterproductie vindt al meer dan een eeuw plaats bij winning het Engelse Werk ten zuidwesten van de Hanzestad. De huidige installatie levert jaarlijks voldoende water voor bijna 160.000 consumenten in Zwolle, Zwartsluis, IJsselmuiden, Genemuiden, Heino, Hasselt, Dalfsen en Wijhe. Een belangrijke winning als deze moet voortdurend worden aangepast aan de eisen van de tijd. Expert Waterbehandeling Frank Schoonenberg legt uit dat er de afgelopen decennia veel verbeteringen zijn doorgevoerd. In 1988 heeft Vitens een actiefkoolfilter aangelegd om bentazon te verwijderen en smaakklachten in Zwolle en omstreken uit de wereld te helpen. „Met de introductie van membraanfiltratie in de zuivering in 2003 wilden we ook zachter water gaan leveren. Met ruim 2 mmol CaCO3/l was het Zwolse drinkwater vroeger aan de harde kant”. Medio 2007 is een nieuw project gestart. Samen met gemeente en provincie was afgesproken om oude winputten bij het Engelse Werk te vervangen door SPOELWATERHERGEBRUIK

DRINKWATER VOORFILTRATIE

NAFILTRATIE ACTIEVE KOOLFILTRATIE

OEVERGRONDWATER

MEMBRAANFILTRATIE (OMGEKEERDE OSMOSE)

Actiefkoolfilter ná de twee zandfilters. Neerslag 2012/II

6661_V09_art188.indd 31

31

14-03-12 13:13


nieuwe. Een aantal putten lag vroeger dichtbij het centrum, dus op dure en deels verontreinigde grond. Dat had negatieve effecten op de kwaliteit van het water. Bij de Schellerdijk, vlakbij de IJssel, vond Vitens een nieuwe locatie voor acht winputten. „Omdat onze nieuwe putten dichterbij de IJssel lagen, nam het aandeel IJsselwater toe van 60 naar 80 procent. Bovendien kan dit water zowel zuurstof als ijzer bevatten.” Het membraanfilter kan niet tegen directe voeding met dit water. Dit dwong ons om het membraanfilter, dat moet zorgen voor de ontkalking, niet vóór maar pas ná de twee zandfilters voor voorfiltratie en nafiltratie (zie figuur) te plaatsen. Een onderdeel van dit project was ook het nog verder terugbrengen van de hardheid tot 1,1 mmol CaCO3/l. De membraanfiltratie-installatie moest worden uitgebreid. Straks gaat maar liefst vijftig procent van het gewonnen water door deze antikalkvoorziening. „Het omleggen van onze productie was al met al een hele operatie. Daar kwam nog bij dat we allerlei nieuwe technieken wilden toepassen, zoals energiezuiniger zuiveren en spoelwaterhergebruik”, vertelt Frank. Hij noemt dit ‘een van zijn meest complexe projecten ooit’. Het was de bedoeling om de Zwollenaren al in november 2010 zachter water te leveren, maar dit lukte niet. Een belangrijke kink in de kabel was volgens Frank materiaalpech. Zo functioneerde het speciaal ontworpen deel van het innovatieve membraanfilter (verbeterde Optiflux) niet naar behoren en zat er een productiefout in de membranen. Daarom moesten een deel van de membranen terug naar de fabriek in de Verenigde Staten en werden Israëlische monteurs ingevlogen. „Dat is een van de belangrijkste oorzaken van de vertraging geweest. Maar uiteindelijk zijn we geslaagd in onze missie”, weet Frank. Als je dit artikel leest, moet in Zwolle en omgeving het zachte water uit de kranen stromen.

32

6661_V09_art188.indd 32

Neerslag 2012/II

14-03-12 13:13


Ruim baan voor onze vissen! Dat is wat het project ‘Vispassages drie zeegemalen en vijf achterland maatregelen’ wil bewerkstelligen voor Waterschap Noorderzijlvest. In 2009 is al onderzocht hoe de drie zeegemalen Spijksterpompen, De Drie Delfzijlen en Noordpolderzijl en de achterliggende stuwen Warfummerverlaat, keersluis Wachter, Mugtilstuw, Wortelpotstuw en Pomphuisstuw in het gebied vis-passeerbaar gemaakt kunnen worden. Inmiddels is voor de voorbereiding (Living North Sea) en de uitvoering (Waddenfonds en Rijkswaterstaat) subsidie toegezegd. Projectleider Susan van Hes is samen met de projectgroep al druk met de voorbereiding bezig.

Noorderzijlvest zet zich in voor vismigratie Noorderzijlvest is het project gestart in het kader van herstel van het ecologisch evenwicht in ons beheergebied. Ons waterschap wil namelijk graag een veilige vismigratie voor onder andere de paling en stekelbaars hebben. En dat er meer vismigratie van en naar zee en binnenwateren mogelijk is. Ook wordt duurzaamheid steeds belangrijker. De projectgroep speelt hierop in door duurzame migratievoorzieningen te implementeren. Dat betekent dat de voorziening zo veel mogelijk dient te functioneren op natuurlijke hulpbronnen en processen. Ook zullen de voorzieningen onderhoudsarm, onderhoudsvriendelijk en energiezuinig zijn. En als bijdrage aan de profilering van Noorderzijlvest, worden waar mogelijk educatieve elementen (zoals een kijkvenster of een camera) toegepast.

Nieuwe manier van aanbesteden! Er is gekozen voor een nieuwe manier van aanbesteden: namelijk prestatie-inkoop. Hierbij wordt naast prijs een zwaar accent gelegd op kwaliteit. De projectgroep heeft aangegeven wat dit project ons op moet leveren. Prestatie-inkoop richt zich op het vinden van de expert in de markt, die zich richt op het maximaal bijdragen aan de projectdoelstellingen. Hierbij hebben marktpartijen veel vrijheid om aan te geven hoe zij denken bij te dragen aan die doelstellingen. Zo kunnen de marktpartijen bewijzen dat ze de beste zijn voor deze aanbesteding. Het reeds bewezen proces van aanbesteden via prestatieinkoop leidt tot de beste aanbieder voor deze opdracht. Omdat het een andere manier van aanbesteden is, hebben er reeds opleidingssessies voor de projectgroep en voor potentiele inschrijvers plaatsgevonden. Op dit moment zijn de potentiele leveranciers bezig met hun inschrijvingen te maken. Neerslag 2012/II

6661_V10_art172.indd 33

33

14-03-12 13:14


Planning De planning is op hoofdlijnen het volgende: Van september 2011 – juni 2012 Voorbereiding tot gunning Van juni 2012 – december 2014 Ontwerpen en uitvoering.

Vismarkt Op donderdag 29 maart 2012 organiseren Noorderzijlvest en Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA) het evenement ‘Vismarkt 2012’ in Groningen. Aanleiding voor de ‘Vismarkt 2012’ zijn de vele ontwikkelingen op het gebied van vismigratie. Waterschappen hanteren een actiever vismigratiebeleid en voeren diverse onderzoeken uit. Dit leidt tot een versnelde ontwikkeling van technische oplossingen. Tijdens de ‘Vismarkt 2012’ wordt kennis over al deze nieuwe ontwikkelingen gedeeld. Het programma richt zich op civieltechnische medewerkers, ecologen, projectleiders en planologen, bestuurders van waterschappen, studenten, natuurbeschermingsorganisaties, visserijsector, bedrijven en kennisinstituten.

Nieuwsgierig? Mocht je vragen hebben of ben je gewoon nieuwsgierig naar het project of de vismarkt, neem dan contact op met Susan van Hes. (s.vanhes@noorderzijlvest.nl) Susan van Hes Waterschap Noorderzijlvest

34

6661_V10_art172.indd 34

Neerslag 2012/II

14-03-12 13:14


Rwzi Wehe Den Hoorn kan weer ‘opgelucht ademhalen’ De rwzi Wehe den Hoorn is een zogenaamde Schreiber-installatie en in bedrijf vanaf 1982. Een Schreiber-installatie bestaat uit een ronde beluchtingstank met een snel ronddraaiende brug, waaraan beluchters zijn gemonteerd. De ontwerpbelasting van de rwzi is 7.000 i.e. (54 g BZV). Omdat er sprake was van een afnemend rendement van de beluchtinginstallatie door vervuiling van de keramische (Brandol) beluchtingselementen en als gevolg hiervan onvoldoende beluchtingscapaciteit en dreigende overschrijding van de vergunningnormen (N-totaal 15 mg/l) was aanpak noodzakelijk geworden. Ook bestond een wens voor meer regelbaarheid, -een systeem met Brandolbeluchtingselementen kan vanwege verstoppingsgevaar niet worden stopgezet- en voor energiebesparing. Verder was bouwkundig onderhoud nodig aan de looprand. Als extra argument kan nog worden genoemd dat de veiligheid rondom de snelronddraaiende brug te wensen overliet. Vanuit een eerder project hadden we nog de beschikking over een drietal beluchtingframes met membraanschotelbeluchters. Omdat dit voldoende was voor de benodigde beluchtingscapaciteit is besloten deze te gebruiken. Voor de noodzakelijke voortstuwing/menging zijn nog twee voortstuwers aangeschaft. In

Plaatsing van een frame in de tank. Neerslag 2012/II

6661_V11_art173.indd 35

35

14-03-12 13:15


de maand november van het afgelopen jaar is de beluchtinginstallatie van de rwzi Wehe den Hoorn, binnen twee dagen, in eigen beheer omgebouwd en vervangen. De nu gemonteerde frames met membraanschotelbeluchters kunnen op momenten dat voor het zuiveringsproces geen zuurstof nodig, is worden stopgezet. Daarenboven hebben deze beluchters een hoger rendement dan de oude keramische beluchters. De beluchtingframes zijn enkele jaren geleden door de eigen dienst ontwikkeld en inmiddels met succes toegepast op meerdere van onze rwzi’s.

Beeld direct na ingebruikname. Na een aantal weken gedraaid te hebben met de nieuwe beluchtinginstallatie zijn de zuiveringsresultaten significant verbeterd. Er wordt weer ruimschoots aan de lozingsnormen voldaan. Het specifieke energieverbruik (verbruik gerelateerd aan de geleverde zuiveringsprestatie) is fors gedaald. Het energieverbruik voor beluchting is, na optimalisatie van de regeling, in de maand december al met 15% (circa 20.000 kWh/jaar) gedaald ten opzichte van het voorgaande jaar. Gezien de korte tijd dat er nu gewerkt wordt met de vernieuwde installatie, is de verwachting dat de uiteindelijke besparing nog groter zal zijn. Dus al met al een prachtig resultaat! Wolter Visscher en Andre van Zonneveld Procesbeheerders Waterschap Noorderzijlvest

36

6661_V11_art173.indd 36

Neerslag 2012/II

14-03-12 13:15


Hulp van de oosterburen in Twente

Duits water Om te voorkomen dat Enschede ‘droog’ komt te staan, haalt Vitens kant-enklaar drinkwater uit Duitsland. Geboren uit nood, maar inmiddels structureel. ‘Soms leidt een calamiteit tot nieuw beleid’, zegt Egbert Klein Horsman, Manager Productie Water voorziening Overijssel. Aanleiding om over de grens te kijken was een grote brand bij de Vredestein bandenfabriek aan het Twentekanaal in 2003. Vitens haalde tot dat moment zes miljoen m3 water per jaar uit dat kanaal. Het bluswater vermengd met chemicaliën dat in het water terechtkwam, heeft die winning voorgoed onmogelijk gemaakt. „Dramatisch voor Vitens”, zegt Klein Horsman, „we moesten snel oplossingen zoeken om te voorkomen dat de drinkwatervoorziening zou opdrogen. We hebben een oud pompstation in Hengelo weer geactiveerd en water uit andere productielocaties gehaald. Maar dat was nog lang niet genoeg. De oplossing werd gevonden in twee locaties vlak over de grens: Drinkwaterbedrijf WAZ in Getelo en NVB in Nordhorn.”

Uit de brand Dankzij snel handelen en ‘goed nabuurschap’ zoals Klein Horsman zegt, is het acute probleem van Vitens destijds opgelost. Er is circa acht kilometer pijpleiding aangelegd – drie naar Getelo, vijf naar Nordhorn – en terwijl de inkt van de contracten nog nat was, startte WAZ de levering van drinkwater aan de Vitens productielocatie in Manderveen en NVB aan locatie Rodenmors. Vitens was uit de brand. Inmiddels is de levering vanuit Duitsland structureel, want ook prijstechnisch past het prima bij Vitens. Zo heeft de brand bij Vredestein de weg geëffend voor dit nieuwe partnership. In 2009 en 2010 zijn contracten voor vijftien jaar afgesloten. WAZ levert nu per jaar 1,5 miljoen m3 en NVB 1 miljoen m3. Samen Neerslag 2012/II

6661_V12_art190.indd 37

37

14-03-12 13:16


met extra wateraanvoer vanuit Wierden, Goor/Herikerberg en Haaksbergen, kan Vitens zo de vraag in Enschede en omstreken prima aan. Klein Horsman: „We wilden niet meer terug naar winning uit het Twentekanaal, voor de kwaliteit ben je dan te veel afhankelijk van de omstandigheden. Deze relatie met de Duitse bedrijven biedt ons voldoende zekerheid. We zijn ook wel op zoek naar nieuwe bronnen in Twente, maar dat zijn processen die zomaar tien jaar kunnen duren.”

Kennisuitwisseling Beide Duitse leveranciers van Vitens zijn relatief kleine, gemeentelijke waterbedrijven. Zo’n grote klant als Vitens, daar zijn ze erg blij mee. Dat gevoel is overigens ook wederzijds, zegt Klein Horsman: „De samenwerking is uitstekend. Als één van de partners in Duitsland een probleem krijgt, springen wij desgewenst ook bij. En we doen aan kennisuitwisseling. Zij komen dezelfde problemen tegen als wij bij het zuiveren van grondwater in dit gebied. De procestechnologen over en weer staan in nauw contact met elkaar. Het is echt win-win.”

Vooraankondiging tweede ILOW innovatie symposium Binnen het ILOW wordt innovatie als een belangrijke randvoorwaarde gezien voor de toekomst van het waterkwaliteitsonderzoek bij de waterschapslaboratoria. Daarom organiseert het ILOW voor de tweede maal een Innovatiesymposium. Dit jaar is het middagprogramma uitgebreid met stands en posterpresentaties van leveranciers, laboratoria en onderzoeksinstellingen. Het symposium wordt gehouden op donderdag 26 april 2012 in het Beatrixgebouw van de Jaarbeurs in Utrecht. Het thema is:

Het laboratorium van de toekomst Het (voorlopige) programma is te vinden op www.ilow.nl. Heeft u vragen of suggesties betreffende dit symposium, neem dan contact op via innovatie@ilow.nl of tel. 0299 39 17 60. Willie van den Berg, Coördinator symposiumorganisatie

38

6661_V12_art190.indd 38

Neerslag 2012/II

14-03-12 13:16


Vijf jaar ervaring met een volautomatisch lossende membraanfilterpers

Struviet cruciaal voor de optimalisatie van de slibontwatering Emmen In 2006 is bij het Waterschap Velt en Vecht een nieuwe volautomatische ontwateringsinstallatie voor zuiveringsslib in bedrijf genomen. De verwachting is dat deze membraanfilterpers aanzienlijk hogere drogestofgehaltes haalt dan vergelijkbare slibontwateringstechnieken als centrifuges of zeefbandpersen. De installatie werkt onbemand, 24 uur per dag en 7 dagen per week. Het is de eerste machine in deze uitvoering in Nederland. De eerste resultaten waren positief en zijn eerder gepubliceerd in Neerslag1. Wat volgde was een aantal jaren met sterk tegenvallende ontwateringsresultaten en veel technische storingen. De vorming van struviet alvorens het slib te ontwateren bleek een grote doorbraak2. Sindsdien zijn de kosten van de slibontwatering aanzienlijk gedaald. Het aantal technische storingen is inmiddels op een acceptabel niveau.

Voorgeschiedenis De rwzi Emmen is de grootste rwzi in het gebied van waterschap Velt en Vecht en vertegenwoordigt ongeveer de helft van de zuiveringscapaciteit van het waterschap. Daarnaast zijn er een zestal kleinere rwzi´s met voornamelijk biologische verwijdering van fosfaat. Sinds een ingrijpende renovatie in de periode 2006-2007 wordt al het zuiveringsslib centraal vergist en ontwaterd in Emmen. Onderdeel van de renovatie was de installatie van een nieuwe slibontwateringsmachine, een membraanfilterpers. Deze installatie is onbemand en 24 uur per dag en 7 dagen per week operationeel. De eerste resultaten waren veelbelovend1, maar zijn gevolgd door tegenvallende drogestofpercentages, een beperkte doorzet en veel technische storingen. Inmiddels is de storingsfrequentie drastisch afgenomen en is een aantal technische wijzigingen doorgevoerd om het proces te verbeteren. Dankzij het toepassen van de vorming van struviet is de doorzet van de machine verhoogd en zijn ook de drogestofpercentages van het ontwaterde slib aanzienlijk hoger.

Maatregelen om de sliblijn te optimaliseren Het functioneren van de slibontwatering is sterk afhankelijk van het functioneren van de slibgisting. De slibgisting is afhankelijk van de inbreng van wamte afkomstig van de warmtekrachtkoppeling (wkk) en van de aanvoerdebieten met primair slib, surplusslib van de rwzi Emmen en surplusslib van de andere rwzi’s Neerslag 2012/II

6661_V13_art174.indd 39

39

14-03-12 13:17


in het gebied van Velt en Vecht. Hieronder volgt een overzicht van alle optimalisaties die zijn uitgevoerd en nog in de planfase zijn: – Struviet om de ontwateringseigenschappen van slib te verbeteren Recent is de relatie gelegd tussen de slibontwateringseigenschappen, de fosfaatconcentratie en de vorming van struviet3,4. De vorming van struviet heeft een positieve invloed op zowel het functioneren van de slibontwatering als op de effluentkwaliteit en het chemicaliënverbruik van de rwzi. Interessant detail is dat de terugverdientijd van de installatie slechts een aantal maanden is. De struvietdosering maakt het mogelijk om een ander polymeer te kiezen. Dit heeft de resultaten verder verbeterd. De dosering is nu aanzienlijk lager. Als de magnesiumdosering aan de struvietreactor uitvalt, dan volgt snel een grote terugval in de capaciteit van de slibontwatering en het drogestofpercentage. Dit toont aan dat de vorming van struviet een cruciaal element is in de optimalisatie van de slibontwatering in Emmen. Sinds de start met de vorming van struviet op 14 juli 2010 is het drogestofpercentage van het ontwaterde slib gestegen van een jaargemiddelde van 19-20% drogestof in 2009 tot 24% in 2011. De verwachting is dat in 2012 het jaargemiddelde verder zal stijgen als gevolg van een aantal optimalisaties. Ver voor de start met de vorming van struviet is kortdurend getest of het doseren van FeCl3 op de naindikkers een verbetering van de slibontwateringseigenschappen geeft. Dit was niet het geval. – Aanvoer slibgisting zo stabiel mogelijk De aanvoer van primair slib is grillig en wordt sterk beïnvloed door regenweer. De variatie in het primairslibdebiet verstoort het slibgistingsproces doordat de

De volledig automatisch lossende membraanfilterpers in Emmen. 40

6661_V13_art174.indd 40

Neerslag 2012/II

14-03-12 13:17


45 40 35

Vulling in m3

30 25 20 15 10 5 0 1

2

3

4

5

6 7 8 9 10 11 Persing na uitval struvietvorming

12

13

14

15

Figuur 1: Uitval van de struvietreactor leidt vrijwel direct tot minder vulling van de slibontwatering.

temperatuur daalt, de verblijftijd in de slibgisting afneemt en de samenstelling van de voeding verandert. Voorheen werd het primair slib bij regen te dik om te kunnen verpompen. Preventief werd daarom meer afgepompt dan nodig, waardoor het slib minder ver ingedikt was. Het afgelopen jaar is meer risico genomen in het bedrijven van de voorindikker door te sturen op een hoger drogestofpercentage (5,5% ten opzichte van voorheen 3,5%). Nu worden de ingedikt primairslibpompen verzwaard en dichterbij de kegel van de indikker geplaatst. Zo is het primair slib probleemloos verder in te dikken en te sturen op een drogestofpercentage van 7,5 á 8%, waardoor de verblijftijd in de gisting toeneemt. Daarnaast wordt een primairslibbuffer gebouwd om de pieken op te vangen en verspreid over een aantal dagen in de gisting te pompen. Het resultaat van deze maatregelen is nog niet zichtbaar in de trends. – Temperatuur slibgisting op constant niveau Het centraal vergisten van al het zuiveringsslib van alle rwzi’s in Emmen is mogelijk door het vergaand indikken van het surplusslib in twee bandindikkers. Als gevolg hiervan is de productie van biogas aanzienlijk toegenomen, waardoor de oude wkk’s nu volcontinu in bedrijf zijn en dan is er nog biogas over. Ondanks het meer geconcentreerd voeden van de gisting is er in de winterperiode een tekort aan warmte. De verwachting is dat zodra de capaciteit van de wkk’s is vergroot dit knelpunt is opgelost. De slibgistingstanks worden gemengd door gasinblazing door gascompressoren in een Heatamix- installatie, vergelijkbaar met een airlift met daaromheen warmwaterleidingen voor de warmteoverdracht. Een groot knelpunt was het regelmatig vollopen van de gasleiding met slib, met schade aan de gascompressoren tot gevolg. De temperatuur daalde in de slibgistingsinstallatie en het gistingsproces was ernstig verstoord. Mogelijk is dit veroorzaakt door het vergisten van meer surplusslib of door het grote aandeel bio-P slib of door een kortere verblijftijd. Inmiddels is de gasleiding anders geconstrueerd, waardoor het slib niet meer in de gascompressoren kan belanden. Het systeem is nu weer robuust. Neerslag 2012/II

6661_V13_art174.indd 41

41

14-03-12 13:17


De provisorische recirculatie en overstort. In de winterperiode is 1½ °C daling van de temperatuur in de slibgisting al direct merkbaar in de resultaten van de slibontwateringsmachine. Een voorbeeld hiervan is te zien eind 2011 in de daling van het drogestofpercentage van het ontwaterde slib, toen in een weekeinde de warmtekrachtkoppeling is uitgevallen. Het effect werkt wekenlang door. – Minder technische storingen Een groot aantal technische storingen heeft de eerste jaren geresulteerd in een relatief lage operationele tijd. Voorbeelden van storingen, die inmiddels zijn opgelost, zijn communicatiestoringen tussen PLC’s van verschillende leveranciers en storingen door aantasting door H2S (zwavelwaterstofgas) in schakelkasten. Zeker de eerste twee jaar hebben alle storingen geleid tot een grote werkbelasting van de medewerkers. Dit leidde op den duur tot het minder snel reageren op storingen en nog meer verlies aan operationele tijd. Inmiddels is het aantal storingen gereduceerd tot een acceptabel niveau. – Kleinere wijzigingen rondom de slibgisting Met eenvoudige middelen en enige creativiteit is een provisorische beperkte recirculatie over de slibgistingstanks gerealiseerd. De verwachting is dat hierdoor de menging van vers slib en vergist slib verbetert en versnelt. Op de foto zijn twee zwarte slangen zichtbaar: de slang uit de wand van de gisting door de lucht is een noodoverstort van de gisting. Voorheen kwam deze uit in het terreinriool en was de overstort niet zichtbaar tot het terreinriool verstopt raakte. Op deze manier blijft het slib in het systeem en valt een overstort eerder op. De slang over de rand is de provisorisch gerealiseerde recirculatie. – Technische optimalisaties membraanfilterpers In eerste instantie is gestart met filterdoeken voorzien van steundoeken. Inmiddels zijn naar volle tevredenheid meerdere malen filterdoeken zonder steun42

6661_V13_art174.indd 42

Neerslag 2012/II

14-03-12 13:17


doeken geplaatst. Dit resulteert in minder weerstand, minder vervuiling van de platen achter de doeken, effectiever wassen en veel minder frequent wassen. De aanschafprijs is aanzienlijk lager en dit compenseert grotendeels de kortere standtijd van de doeken. Het wisselen van het volledige pakket doeken is nu mogelijk in twee dagen. Verder is de capaciteit vergroot door vier platen bij te plaatsen, waarmee het totaal aantal platen op 145 komt. – Techniek versus proces: onverklaarde fenomenen De afgelopen jaren is er een aantal onverklaarde fenomenen opgetreden in de winterperiode. Zo was in de winter van 2009/2010 het slib plotseling vrijwel niet meer te verwerken in de slibontwatering. Het leek alsof het polymeer niet meer functioneerde. De vulling per persing en daarmee de doorzet daalde dramatisch. Het vermoeden is dat het tekort aan warmte en daardoor een dalende temperatuur in de slibgisting hier debet aan was. Een winter later (2010/2011) was de struvietreactor operationeel en trad een ander fenomeen op: het slib leek na het ontwateren qua viscositeit op stopverf. De membraanfilterpers functioneerde prima, maar de kettingtransporteur die het slib transporteert van onder de membraanfilterpers naar de twee slibsilo’s liep vast. Ook hier speelde vermoedelijk de temperatuur van de slibgisting een rol. De winter van 2011/2012 is weer interessant, maar nu doordat één van de twee silo’s het slib niet meer lost. Ook nu lijkt de viscositeit sterk toegenomen. De membraanfilterpers functioneert desondanks subliem en de transporteur is wel in staat om het slib te vervoeren. De vijzels in de silo worden verzwaard om volgend jaar ook hier de techniek te laten winnen van het proces. Wellicht dat het stoppen van het beluchten van de struvietreactor een positieve invloed heeft op de ontwatering in de winterperiode. Het inmengen van polymeren in slib verloopt immers beter bij een hogere temperatuur en daarmee een lagere viscositeit van het slib.

Conclusies De vorming van struviet heeft geleid tot een enorme verbetering van de ontwateringseigenschappen van het zuiveringsslib in Emmen. Een stabiel functionerende gisting is daarbij een voorwaarde voor een vergaande ontwatering van zuiveringsslib. Een groot aantal kleinere ondersteunende optimalisaties draagt bij aan de verbeterde ontwatering. Joost van Dijk, Alex Meindertsma, Elbert Majoor Waterschap Velt en Vecht Literatuur 1. Vries, A. de, M. Horstmann, E. Majoor, (2006), Neerslag .., Nieuwe uitzonderlijk presterende slibontwatering bij waterschap Velt en Vecht 2. 2010, ‘Velt en Vecht past struvietvorming toe voor betere ontwatering zuiveringsslib’, H2O nr. 17 p. 7.

Neerslag 2012/II

6661_V13_art174.indd 43

43

14-03-12 13:17


Gecombineerde ISE sensor voor Nitraat & Ammonium: AN-ISE sc ➔ On-line Ammonium en Nitraat meten met één sensor ➔ Kalibratie-vrij: alle sensoren in één compacte cartridge

L® ! MET CARTRICA TECHNOLOGIE

➔ Stabiel: driftvrij differential referentie element ➔ Betrouwbaar: continue en automatische compensatie voor Chloride en Kalium ➔ Rendabel: minimum aan investering en onderhoud

Laboratoriumanalyse VIS Spectrofotometer met RFID DR 3900 Nieuw: Betrouwbaarheid dankzij RFID-technologie ➔ Monsterherkenning met 100% herleidbaarheid: verwisseling onmogelijk tijdens het analyseproces dankzij RFIDtechnologie ➔ Automatische update: vanaf RFIDtag in verpakking kuvettentest direct naar DR 3900 ➔ Actuele batchinformatie: alle gegevens direct via RFID beschikbaar voor uw kwaliteitssysteem

Voor meer informatie bel: Tel: +31 (0)344 63 11 30 www.hach-lange.nl

12003 Adv [162 X 229]1 ISE Sensor.indd 1 1_1_stC5_fc_Z.indd

11-01-12 1000-21-1000-5973 Neerslag 2012/2 kleur: fc13-03-12

09:31 11:10


Valkeniersbedrijf.nl bestrijdt meeuwenoverlast met natuurlijke wapens Meeuwen verzamelen zich in grote groepen op de rioolwaterzuivering Garmerwolde, om daar op vrijkomende spijsvetten aan te vallen. Daarbij veroorzaken ze steeds meer overlast voor mensen. Het zijn vooral grote concentraties meeuwen, die voor vervuiling zorgen door uitwerpselen op gebouwen, auto’s, terrassen en straten. De vogels brengen ziektekiemen mee als salmonellabacteriën en griepvirussen, die voor mensen schadelijk kunnen zijn. Vestigt een groep meeuwen zich op een voedsellocatie, dan blijken zij via ‘normale’ weg bijzonder lastig te verjagen. Vogels zijn gewoontedieren, en een locatie zit dan al gauw in hun dagelijkse schema opgenomen. Bij de keuze van een favoriete hangplek maken vogels steeds de afweging tussen gemak en veiligheid: tegen welke risico’s is het makkelijkste eten te halen. Succesvolle bestrijding veroorzaakt dus een gevoel van onveiligheid. En het maakt eten minder toegankelijk. Op locatie Garmerwolde is al van alles geprobeerd om de vogels zich onveilig te laten voelen. Maar zilvermeeuwen, kok- en stormmeeuwen behoren tot de ‘slimme’ vogels, samen met kraaiachtigen. Zij herkennen snel het onderscheid tussen een afschrikmiddel, een vogelverschrikker en echt gevaar. Zij leren zelfs het bereik van een jachtgeweer kennen.

Ecologie van de angst De valkeniers van het ministerieel erkende valkeniersbedrijf.nl kiezen een andere aanpak, zonder lawaai en vervuiling. Zij bestrijden de natuur met eigen wapens via getrainde roofdieren. Daarbij benutten ze de instinctieve doodsangst van meeuwen voor grotere roofvogels. Het succes van die methode, bewijzen de valkeniers van valkeniersbedrijf.nl al een kwart eeuw op de meest uiteenlopende locaties, zoals vliegvelden, vuilstorten, voetbalstadions en slachterijen. En recent ook op Garmerwolde. Door regelmatig, maar onvoorspelbaar aanwezig te zijn met hun roofvogels, veranderen valkenier en roofvogel Garmerwolde in een jachtveld met permanente dreiging van gevaar. De valkenier speelt zo in op twee factoren, die massale aanwezigheid van vogels bepalen. Hij vergroot direct het risico en de valkenier doorbreekt de gewoontes van meeuwen. Precies zoals dit in de natuur werkt.

Neerslag 2012/II

6661_V14_art175.indd 45

45

14-03-12 13:18


Om roofdieren te vermijden, passen prooidieren in de natuur hun gedrag en routine aan. De regelmatige, maar onvoorspelbare aanwezigheid van roofdieren maakt dat prooidieren steeds meer een locatie gaan mijden: het loont meer om een andere voedselplek te kiezen. In de natuur hebben roofdieren zo niet alleen direct invloed op hun prooi, maar ook op de omgeving. Op plekken die herten vermijden dankzij wolven, gaan meer jonge bomen groeien. Ecologen noemen dat vermijdingsgedrag en het gevolg ‘de ecologie van de angst’. Voor de verjaging van meeuwen maakt valkeniersbedrijf.nl gebruik van de Harris-hawk. Dat is een behendige en sterke roofvogel, die ook qua slimheid voor de brutale meeuwen niet onderdoet. De roofvogel veroorzaakt pure doodsangst, en kan de vogels ver buiten het bereik van ‘normale’ jachtmethodes achtervolgen.

Natuurlijk jachtinstinct De ervaren valkeniers van valkeniersbedrijf.nl werken als partner met hun roofvogels. Om de roofvogels effectief te laten zijn als jager, moeten ze net als in de natuur het verrassingselement gebruiken. Roofvogels vallen aan als zij hun kans op jachtsucces hoog schatten. De valkeniers kiezen de optimale aanvalspositie, afhankelijk van locatie, landschap, hoeveelheid vogels en het weer. Daarna kan de roofvogel letterlijk door de lucht ‘sluipen’ en zijn prooi verrassen. De valkeniers van valkeniersbedrijf.nl nemen dus meer mee dan kennis van het eeuwenoude valkeniersambacht. Succesvolle inzet van valkeniers – waarbij vogeloverlast wordt beperkt tot aanvaardbaar minimum – is afhankelijk van gedragskennis van (wilde) dieren. Valkeniersbedrijf.nl zet haar roofvogels ook uitsluitend in voor verjaging en jacht, en neemt geen deel aan shows. Het dierenwelzijn is hierbij voor onze valkeniers vanzelfsprekend. De roofvogels presteren namelijk alleen optimaal in goede gezondheid, zonder stress en wanneer ze goed doorvoed zijn. De valkenier gebruikt bij zijn ambacht enkel wat van nature aanwezig is. De mythe dat roofvogels alleen op ‘honger’ jagen is dan ook onjuist. Roofvogels zijn geboren jagers die vanuit hun natuurlijke jachtinstinct de achtervolging inzetten, net als katten. Vakkundige omgang is voldoende om de roofvogels weer te doen terugkeren op de valkeniershandschoen. De Harris-hawk weet wel hoe hij meeuwen schrik moet aanjagen.

46

6661_V14_art175.indd 46

Neerslag 2012/II

14-03-12 13:18


Samenwerking radarstations Momenteel zitten er verschillen tussen neerslagdata op basis van samengestelde radarbeelden (composiet) afkomstig van Nederlandse radarstations en beelden afkomstig van Duitse of Belgische radarstations. Op buienradar.nl zie je bijvoorbeeld de neerslagbeelden op basis van Nederlandse radarstations. Op niederschlagradar.de zijn neerslagbeelden van Groningen en omgeving op basis van de Duitse radar te zien. Onderstaande figuur maakt duidelijk dat de verschillende radars soms elk een ander verhaal vertellen. Op basis van de Duitse radar was het droog in Groningen, op hetzelfde moment regende het volgens de Nederlandse radar. Op het moment van deze plaatjes was het overigens droog in Groningen. De Duitse radar had het goed!

Figuur 1. Verschil in radarbeelden, links het weerbeeld op basis van de Duitse radar en rechts op basis van de Nederlandse radar. De verschillen worden veroorzaakt door de ligging van het gebied ten opzichte van de radarstations. De oplossing voor een meer betrouwbaard beeld is om gebruik te maken van een composietbeeld bestaande uit de Nederlandse radarstations én de stations in Emden en Essen, direct over de grens in Duitsland. Het is echter duur om als één waterschap een combinatie van Nederlandse en Duitse radar te laten maken. Daarnaast hebben alle waterschappen aan de grens met Nederland behoefte aan deze data en is samenwerking goed mogelijk. Ook gemeenten willen steeds vaker nauwkeurige regengegevens. Naast de financiële voordelen van het samenwerken binnen dit initiatief, levert het verbeteren van de kwaliteit van het radarbeeld ook voor diverse toepassingsgebieden meerwaarde op, zoals bijvoorbeeld: inzet rwzi’s, vergroten watersysteemkennis en afwikkeling schadeclaims. Neerslag 2012/II

6661_V15_art178.indd 47

47

14-03-12 13:19


Het waterschap Noorderzijlvest heeft daarom het initiatief genomen om zoveel mogelijk waterschappen, gemeenten en provincies te laten aansluiten bij dit radarproject. Jan Gooijer, beleidsadviseur hydrologie bij waterschap Noorderzijlvest: „Inmiddels doen alle waterschappen in Noordoost-Nederland en Limburg mee, mits de kosten niet uit de hand lopen. Veel gemeenten raken ook steeds meer geïnteresseerd. De kans dat het gaat lukken, neemt dus toe. Wie weet kunnen we de komende jaren dus nog beter vertellen hoeveel millimeter neerslag in Loppersum is gevallen tijdens een zomerse onweersbui.” Op 8 december 2011 zijn de offertes voor het radarproject ingediend en in januari 2012 zijn de prijzen bekend. Het kernteam van het radarproject wil januari en februari gebruiken om zoveel mogelijk deelnemers zich te laten uitspreken voor deelname, omdat de totale kosten dan door meer deelnemers kunnen worden gedeeld. Voor meer informatie, of als u als potentiële deelnemer interesse heeft in dit radarproject, kunt u contact opnemen met Arne Roelevink, beleidsmedewerker hydrologie bij waterschap Noorderzijlvest (mail: a.roelevink@noorderzijlvest.nl, tel. 050-3048222). Arne Roelevink, beleidsmedewerker hydrologie Waterschap Noorderzijlvest

48

6661_V15_art178.indd 48

Neerslag 2012/II

14-03-12 13:19


Monumentaal rioolgemaal Groningen – OUD en NIEUW Het rioolgemaal Groningen van het waterschap Noorderzijlvest is gelegen is aan de rand van het stadscentrum Groningen en wordt in 2012 gerenoveerd. Het gemaal is in 1928 gebouwd voor het afvoeren van rioolwater naar de Waddenzee. In 1978 is met de komst van de rioolwaterzuiveringsinstallatie Garmerwolde de Waddenzee-persleiding uit bedrijf genomen. Door aanleg van een nieuwe persleiding (diameter 1,80 m) is het gemaal aangesloten op de buiten de stad gelegen rioolwaterzuiveringsinstallatie. De mechanische en elektrotechnische gemaalinstallatie met een afvoercapaciteit van 12.000 m3/u zijn hierbij vernieuwd.

1928. Neerslag 2012/II

6661_V16_art179.indd 49

49

14-03-12 13:19


1978.

2012 3-D detailontwerp

Â

Renovatie In 2012 worden de machines in het gemaal wederom vernieuwd en krijgt het monumentale gebouw een opknapbeurt. Het in de stijl van kubistisch expressionisme gebouwde gemaal behoudt hierbij de oude uitstraling. De nieuwe afvoercapaciteit van het gemaal Groningen wordt 5.000Â m3/u. Hiervoor koppelt de gemeente Groningen twee rioleringsgebieden af en sluit deze met een gemaal en persleiding aan op de persleiding Groningen-Garmerwolde. Hiermee realiseren waterschap en gemeente een robuust rioolwaterafvoersysteem.

Educatie en promotie In samenwerking met de gemeente Groningen wordt het gemaal ingericht voor voorlichtingsbijeenkomsten, die in het teken staan van rioolbeheer, afvalwaterbehandeling en gebouwbezichtiging. Klaas Vleems, projectleider Waterschap Noorderzijlvest 50

6661_V16_art179.indd 50

Neerslag 2012/II

14-03-12 13:19


Bepaling baggerhoeveelheid in depot Valcum Het waterschap Noorderzijlvest heeft medio 2007 een baggerdepot ingericht nabij Winsum. Dit depot, met een oppervlakte van circa 20 ha, is in gebruik genomen voor de ontwatering en berging van baggerspecie, die vrijkwam bij onderhoudsbaggerwerkzaamheden uit diverse watergangen in de regio. Na ontwatering en rijping wordt de baggerspecie als grootschalige toepassing aangewend voor het landschappelijk herstel van de wierde Valcum, die direct grenst aan het depot. Op grond van de voorwaarden in de Wet milieubeheer-(WM)-vergunning, bestond een verplichting om voorafgaande aan de ontmanteling van het baggerdepot inzicht te geven in de actuele hoeveelheid gerijpte baggerspecie, die zou vrijkomen uit het depot. Door de beperkte rijping van de baggerspecie en de beperkte toegankelijkheid van het terrein, is naar een goed alternatief gezocht voor de bepaling van de actuele hoeveelheid baggerspecie in het depot. Dit alternatief is gevonden door de inzet van een airborn-survey door middel van Light Detection And Ranging (LiDAR). Dit is een techniek die sterk vergelijkbaar is met radar. In tegenstelling tot radar, waarbij gebruik wordt gemaakt van radiogolven om de afstand tot een bepaald object of oppervlakte te bepalen, maakt

Gyrocopter. Neerslag 2012/II

6661_V17_art180.indd 51

51

14-03-12 13:20


LiDAR hiervoor gebruik van laserpulsen. De afstand tot het object of oppervlak wordt hierbij bepaald door de tijd te meten, die verstrijkt tussen het uitzenden van een laserpuls en het opvangen van de reflectie van die puls. Voorafgaand aan de uitvoering van de airborn-suvey is de LiDARmeetapparatuur (inclusief een GPS-ontvanger en een Inertial Measurement Unit) geplaatst aan boord van de gyrocopter.

Visualisatie baggervolumes in depot Valcum.

Medio 2011 zijn met behulp van de gyrocopter (vertrek vanaf vliegveld Hoogeveen) circa tien raaien over het depot gevlogen. Hierbij is gebruik gemaakt van een rasterpatroon om een zo groot mogelijke dekking van het aantal meetpunten te krijgen. Alle verzamelde data zijn uitgelezen en verwerkt in een digitaal terreinmodel. Op basis hiervan is vervolgens overgegaan tot de uitvoering van de volumebepaling. De uitkomsten zijn gevisualiseerd op de laserscanning. De uitkomst is dat ten tijde van de inmeting circa 180.000Â m3 gerijpte baggerspecie aanwezig was in het depot. De uitkomsten van de volumebepaling zijn vervolgens ook vergeleken met de registratie tijdens de acceptatiefase van de binnengekomen natte baggerspecie. Aan de hand van de transportbonnen met afvalstroomnummers, die bij het LMA (Landelijk Meldpunt Afvalstoffen) zijn ingediend, kon worden vastgesteld dat oorspronkelijk circa 340.000 m3 natte bagger is ingebracht. Door ontwatering en rijping van deze natte baggerspecie is uiteindelijk een volumereductie van circa 50% gerealiseerd. Vermeldenswaard is nog dat de gyrocopter ongeveer zeven keer goedkoper is dan de traditionele helikopter. Hij is snel te mobiliseren en geeft gemakkelijk toegang tot moeilijk bereikbare gebieden. De gyrocopter gaat ongeveer 35-75 km/uur, met een maximum vliegsnelheid van 150 km/uur. LiDAR kan naast de inzet bij volumebepalingen, ook een rol spelen bij de slimme uitvoering van hoogtemetingen en de monitoring van kaden. De volumebepaling is verricht door Grontmij Nederland B.V. in samenwerking met Scandinavian Laser Survey aps (Denemarken) en Geosense B.V. te Den Ham. Geert Brands Waterschap Noorderzijlvest

52

6661_V17_art180.indd 52

Neerslag 2012/II

14-03-12 13:20


Monitoring van de Ommelanderzeedijk Vanaf medio 2012 wordt de Ommelanderzeedijk langs de Waddenzee in het beheersgebied van Waterschap Noorderzijvest uitgerust met sensoren. De sensoren zijn onderdeel van een monitoringssysteem dat het waterschap moet helpen de veiligheid te controleren en meer te leren van de dijk. Het project ‘Livedijk XL Noorderzijlvest’ wordt uitgevoerd door Stichting IJkdijk, dat al veel ervaring opdeed met de innovatieve technieken. Dijkschouw vond tot twee jaar geleden enkel op ambachtelijke wijze plaats. Beheerders konden met het blote oog alleen de buitenzijde van de waterkering bekijken. Innovatieve monitoringstechnieken zijn een veelbelovend middel om de traditionele, ambachtelijke schouw aan te vullen met informatie over processen die zich in en onder een dijk afspelen. Sensoren meten onder andere temperatuur, waterspanning en beweging in de dijk. Waterbeheerders krijgen zo de beschikking over actuele informatie over de conditie van de dijk. Monitoring van waterkeringen wordt naar een hoger niveau getild door de uitvoering van diverse Livedijkprojecten. Stichting IJkdijk ontwikkelt deze innovatie in Nederland, maar ook in het buitenland wordt deze al toegepast door IJkdijk-partners. De Ommelanderzeedijk is een primaire kering in het noorden van Nederland. Deze dijk langs de Waddenzee beschermt het achterland tegen overstroming. Zoals alle Nederlandse dijken moet de dijk voldoen aan bepaalde eisen ten aanzien van bijvoorbeeld bekleding, hoogte en stabiliteit. Het is wettelijk verplicht om de zeedijken elke vijf jaar daarop te toetsen. Voor zover dijkvakken niet in orde zijn, dienen deze voor de volgende toetsingsronde te worden verbeterd. Waterschap Noorderzijlvest heeft tijdens de derde toetsingsronde in 2010, 22 kilometer van de Ommelanderzeedijk afgekeurd. De dijk is op diverse plaatsen afgekeurd op macrostabiliteit, zettingsvloeiing, piping en gras- of asfaltbekleding. Gelet op de vorige toetsing worden deze tekortkomingen veroorzaakt door aanpassingen van de berekeningsnormen. Op basis van de uitkomsten van de laatste toetsing is er weliswaar nog geen sprake van een onverantwoorde situatie, maar het is wel van belang dat de dijk voldoet aan huidige en toekomstige normen. Voor de volgende toetsingsronde dient de dijk daarom te zijn verbeterd. De komende jaren zijn er daarom diverse verbeteringen gepland. Voorafgaand aan de verbeteringen wil Noorderzijlvest meer weten over de dijk. Enerzijds om de dijk extra in de gaten te houden en anderzijds om meer te weten over het optreden van de faalmechanismen onder bepaalde omstandigheden. Met behulp Neerslag 2012/II

6661_V18_art181.indd 53

53

14-03-12 13:21


van een monitoringssysteem wordt de dijk ‘real-time’ gemeten. Bijvoorbeeld temperatuur, waterspanning en beweging zijn belangrijke indicatoren voor piping, zettingsvloeiing en macrostabiliteit. Optreden van deze faalmechanismen wordt gesignaleerd. Ook krijgt men een indruk van de locatie, ernst en omvang van het faalmechanisme. Concreet heeft het waterschap drie doelen met de installatie van een monitoringssysteem, namelijk: 1. bewaken van de veiligheid (early warning) van de afgekeurde dijken tot deze zijn verbeterd; 2. het leveren van aanvullende informatie over de opbouw van bodem en dijk, ten behoeve van de verbeterwerken; 3. het monitoren van de dijkvakken na de verbeterwerken. Het primaire doel van het systeem is het bewaken van de veiligheid en de bescherming tegen overstromingen. De afgekeurde dijken en het lange traject dat moet worden doorlopen om tot verbeteringen te komen, brengen onzekerheden en wellicht risico’s met zich mee. Het waterschap heeft ondanks deze realiteit ook de wettelijke plicht om zo goed mogelijk voor de waterveiligheid te zorgen. Monitoring wordt daarom ingezet als middel om de periode tussen afkeuren en verbeteren de dijk extra in de gaten te houden. Daarnaast zorgt een monitoringssysteem voor een beter beeld van de belasting op de kering en de conditie van de kering op dat moment. Dit resulteert erin dat een dreigende calamiteit sneller kan worden herkend en dat sneller ingegrepen kan worden. Hierdoor kan schade aan omgeving en de kering worden voorkomen, of in ieder geval worden beperkt. Op deze manier doet het waterschap al het mogelijke om zijn taak met betrekking tot het verzorgen van de waterveiligheid te volbrengen. Mocht er zich toch iets voordoen rond de keringen dan kan het waterschap aantonen dat met zorgvuldigheid is gewerkt en staat het waterschap sterker in eventuele discussies over aansprakelijkheid en bestuursverantwoordelijkheid. Een tweede doel van het monitoringssysteem is het leveren van aanvullende informatie over de dijk. Het ontwerp van een dijkverbetering wordt uitgevoerd aan de hand van leidraden en berekeningen. In de berekeningen wordt voor iedere parameter die niet precies is vast te stellen een aanname gedaan, met daarbij uiteraard de nodige marge voor onzekerheden. Ook worden wel eens de uitkomsten van de toetsing als vaststaand aangenomen, terwijl de informatievereisten voor de toetsing doorgaans beperkter zijn dan voor ontwerp. Als deze parameter met meer zekerheid vast te stellen is, bijvoorbeeld op basis van meetgegevens of verbeterde kennis over de kering, dan kan het ontwerp van de verbetermaatregel preciezer worden uitgevoerd. Als onzekerheden verdwijnen kunnen ook de marges in het ontwerp ter compensatie van deze onzekerheden achterwege blijven. Dit zal vaak leiden tot een meer kosteneffectieve verbetermaatregel. Het laatste doel van het monitoringssysteem behelst de bewaking van de veiligheid na de verbeteringen. Daarmee is het derde doel nauw verwant aan het eerste meetdoel, met als belangrijk verschil dat na de verbeteringen een kering wordt 54

6661_V18_art181.indd 54

Neerslag 2012/II

14-03-12 13:21


Livedijk Eemshaven. gemonitord die wél aan de normen voldoet. Ook in dit stadium zijn er echter nog risico’s aanwezig. Na verbeteringen vindt enige tijd zetting plaats. Bovendien heeft de verbeterde kering niet direct de ontworpen stabiliteit, vooral door wateroverspanningen in het slappe-lagenpakket onder de dijk. Ook de dijkbekleding functioneert meteen na aanleg niet optimaal. Pas na drie tot vijf jaar heeft een grasbekleding de gewenste kwaliteit en sterkte. In lijn met het eerste meetdoel wordt ook na de verbetering de veiligheid zo goed mogelijk gewaarborgd. Later in het proces kan het monitoringssysteem aan de hand van de gemeten sterkte tevens inzicht geven in de effecten van de verbeteringen. In het project participeren diverse partijen. Naast Noorderzijlvest en Stichting IJkdijk zijn dat overheden, kennisinstellingen en het bedrijfsleven dat de sensoren levert en de dataverzameling en verwerking verzorgt. Dezelfde partijen dragen ook gezamenlijk de kosten van het project. Noorderzijlvest draagt zelf € 400.000 bij. Ook het ministerie van Infrastructuur en Milieu (€ 1,8 miljoen) en de bedrijven (gezamenlijk € 200.000) zijn belangrijke financiers. De investeringen brengen het innovatieve onderzoek naar waterveiligheid in Nederland weer een stap voorwaarts. De afgelopen acht jaar is door Stichting IJkdijk (Deltares, TNO, STOWA, NOM, Sensor Universe en bedrijfsleven) uitgebreid geëxperimenteerd met de technieken van een monitoringssysteem. Er vonden twee validatie-experimenten rond respectievelijk macrostabiliteit en piping plaats op een speciaal ingerichte proeflocatie in Oost-Groningen. In 2009 werd de westelijke schermdijk van de Eemshaven, eveneens gelegen in het gebied van Noorderzijlvest, als eerste bestaande dijk in Nederland uitgerust met sensoren. Hiermee werd een unieke en innovatieve toepassing voor Nederlandse dijken gelanceerd. Waterschap Noorderzijlvest heeft in 2010 een haalbaarheidsanalyse laten uitvoeren voor Livedijk XL. Medio 2012 worden de eerste sensoren geïnstalleerd. Bertus Loof, Waterschap Noorderzijlvest Caspar ter Brake, Stichting IJkdijk Neerslag 2012/II

6661_V18_art181.indd 55

55

14-03-12 13:21


Excursie sectie Zuid-Nederland op 10-11-2011 Najaar 2011 heeft de sectie Zuid-Nederland samen met KSB-Nederland een excursie georganiseerd. Doel hiervan was om de nieuwe pompinstallatie het AmaDS続 grofvuilkamersysteem meer bekendheid te geven en de band tussen de leden van KNW en KSB te verstevigen. In samenwerking met de productspecialist van KSB, de heer Michael Schenker is deze excursie naar Keulen georganiseerd. Juist naar Keulen omdat hier de fabriek was gevestigd, die het AmaDS続 grofvuilkamersysteem in deze uitvoering heeft ontworpen en geproduceerd. Begin 2011 werd de firma, toen nog Becker genaamd, door KSB overgenomen. Het systeem kan worden ingezet voor het verpompen van afvalwater in een rioolgemaal (capaciteit 5 - 120m3/h; grotere capaciteiten op aanvraag). Het grove vuil wordt door een zeef opgevangen in een speciale kamer zodat de pompen hiermee niet in aanraking komen. Dit heeft als voordeel dat een pomp met een kleinere vrije doorlaat kan worden toegepast en een waaier met een beter rendement kan worden gekozen. In de praktijk betekent dit een kanaalwaaier in plaats van een teruggetrokken waaier. Het grote voordeel is dat hierdoor minder energie wordt verbruikt en nog maar een kleine kans op verstoppen bestaat. Met een touringcar vertrok het gezelschap bestaande uit 28 deelnemers om 07:00 uur vanuit Eindhoven, via de tweede opstapplaats Venlo, naar Keulen. De stemming zat er direct goed in. Om ongeveer half tien kwamen we aan in Keu-

56

6661_V19_art187.indd 56

Neerslag 2012/II

14-03-12 13:21


len, waar we warm werden onthaald met ‘Kaffee und Kuchen’. De ochtend was gevuld met het theoretische gedeelte. Door middel van een presentatie en een aanwezig beursmodel werd de werking van het systeem uitgelegd. Vervolgens zijn we per bus naar een tweetal gemalen in de regio gereden, om het systeem in de praktijk te zien werken. Deze gemalen waren ongeveer vijf jaar in bedrijf en zien er volgens de leden zeer schoon uit. Het grote voordeel is dat de pompen ‘droog’ staan opgesteld, dus als het luik opengaat, val je niet gelijk om van de luchtjes die vrijkomen. Na van een uitgebreide lunch genoten te hebben, zijn we door de bus afgezet in het centrum van Keulen. Behalve de zeer imposante Dom hebben we verschillende oude Romeinse overblijfselen bezichtigd waaronder, heel toepasselijk een gedeelte van het oorspronkelijke rioolstelsel, het Pretorium. Na een laatste bezoek aan een ‘Bierstube’ met halve haantjes vertrokken we rond 19:30 uur moe maar voldaan huiswaarts. De reacties van de leden waren zeer positief. Een excursie waar op deze wijze het nuttige en het aangename worden verenigd, is zeker voor herhaling vatbaar. Tenslotte bedankte de sectie Zuid-Nederland de heren Peter de Heer en Michael Schenker hierbij nogmaals met grote blijk van waardering, voor hun technische informatie over de nieuwe pompinstallaties, maar ook voor de kleurrijke historische rondgang door de stad Keulen die met groot enthousiasme werd gegeven. Willy Verstegen (voorzitter sectie Zuid-Nederland) Peter de Heer (KSB)

Neerslag 2012/II

6661_V19_art187.indd 57

57

14-03-12 13:22


Glastuinbedrijf Hartman uit Sexbierum

Paprikawater In het Friese Sexbierum, vlak achter de Waddenzeedijk is glastuinbouwbedrijf Hartman gevestigd. Hier groeien het hele jaar door glanzend rode paprika’s. Maar dat is wel hard werken, zegt teeltmanager Ariën Hartman. „Paprika’s telen is topsport. Je hebt licht nodig en veel water. Heel veel water.” A.C Hartman B.V. is een familiebedrijf. „Mijn opa kwam in 1969 van het Westland naar Sexbierum. Zijn glastuinbouwbedrijf aan de rand van Den Haag moest wijken voor stadsuitbreiding”, vertelt Ariën. Met zeven zoons zette Hartman zijn bedrijf voort in Fryslân. „Het was niet alleen financieel aantrekkelijk om ons in Sexbierum te vestigen, maar van alle plaatsen in Nederland telt deze plek het grootste aantal zonuren per jaar.”

Supermarkt Het ruikt heerlijk in de kassen en overal glanzen stevige, rode paprika’s tussen de groene bladeren. „In 1980 besloten we onze producten niet langer naar de veiling te brengen. We sloten een overeenkomst met Albert Heijn en leveren sindsdien al onze producten rechtstreeks aan de supermarktketen. Dat heeft ons bedrijf geen kwaad gedaan.” „Op een mooie zomerdag gebruiken we hier zomaar 100 m3 water per hectare, op jaarbasis ongeveer 1.500 liter per vierkante meter”, vertelt Ariën. De onderneming is overigens heel zuinig met water. Duurzaamheid staat hoog op de agenda. In juli kreeg Hartman nog de Ranking of the Grower Award uitgereikt, als meest duurzame tuinder in de categorie Groenten Combinatie.

Zuinig met water „We mengen een uitgekiende mix aan voedingsstoffen door het water en leiden dit via een intern bewaterings58

6661_V20_art189.indd 58

Neerslag 2012/II

14-03-12 13:22


systeem door de kassen. Het voedingswater dat de plant niet gebruikt vangen we op en zuiveren we. Daarna gebruiken we het opnieuw.” De tuinder vangt in meerdere bassins jaarlijks zo’n 140.000 m3 regenwater op. Dit wordt aangevuld met eenzelfde hoeveelheid leidingwater. Hartman behoort daarmee tot de grotere klanten van Vitens, aldus relatiemanager Wilco van Veen. „Aan regenwater alleen hebben ze niet genoeg, Hartman kan niet zonder leidingwater. Ook al zouden ze hier het liefst alleen regenwater gebruiken.”

Zout water Het hoge natriumgehalte in het drinkwater vormt het probleem, legt Ariën uit. „De planten nemen geen natrium op. De stof stapelt zich op in het water, dat daardoor steeds zouter wordt. Dat lossen we op door het water te verdunnen of het niet opnieuw te gebruiken. Uiteindelijk verbruiken we daardoor meer water en voedingsstoffen. Wilco en Ariën hebben er regelmatig contact over. Wilco: „Het is gewoon pech. Het natriumgehalte van productielocatie Spannenburg is net iets hoger dan in de rest van Friesland. Normaal gesproken geen probleem, maar wel voor een tuinbouwbedrijf. We willen dat graag oplossen. Dan heeft Hartman niet alleen minder water nodig, maar oogsten ze uiteindelijk ook meer paprika’s. Geen eenvoudige opgave, maar wel een mooie uitdaging om dat samen voor elkaar te krijgen.”

OVER HARTMAN A.C. Hartman B.V. Glastuinbouwbedrijf groeide sinds 1969 uit tot een grote onderneming met een oppervlakte van circa 50 hectare. Het bedrijf is een vooraanstaande leverancier van paprika’s en tomaten in vele soorten, komkommers, aubergines en witlof. Behalve in Sexbierum heeft de tuinder ook vestigingen in Klazienaveen, Oosterbierum en het Spaanse Almería. In Oosterbierum worden komkommers, paprika’s en tomaten biologisch geteeld. Dankzij de Spaanse vestiging kan het bedrijf het hele jaar door de levering van groenten garanderen. In 2001 nam A.C. Hartman B.V. met twee partners een witlofbedrijf uit Sexbierum over; het is nu het grootste witlofbedrijf ter wereld.

Neerslag 2012/II

6661_V20_art189.indd 59

59

14-03-12 13:22


Verenigings­n ieuws nummer 2-2012

Enquête Jong KNW Om input te verzamelen over de wensen en behoeften van de jonge waterprofessionals heeft Jong KNW een enquête opgezet. De verzamelde informatie zal worden gebruikt bij het invullen van hun activiteiten. Wij hopen dat u de enquête wilt invullen op www.waternetwerk.nl en deze link wilt verspreiden onder uw (jonge) collega’s!

Inschrijving Voorjaarscongres van start! Op 19 en 20 april vindt in Groningen het Voorjaarscongres ‘What’s (h)appening@groningen?’ plaats. Thema is ‘water, energie en duurzame gebiedsontwikkeling’, met sprekers uit wetenschap, bedrijfsleven en overheid. Op 19 april vinden diverse excursies en een interactief diner plaats. De ALV en het congres worden op de 20ste gehouden, met bijdragen van keynote speakers Harm Post (directeur Groningen Seaports), Ton Schroor (wethouder gemeente Groningen) en Sibrand Poppema (voorzitter College van Bestuur Rijksuniversiteit Groningen en voorzitter stuurgroep Energy Academy Europe) en diverse flashpresentaties. Kijk snel op de website voor het programma en om je aan te melden. Mis het niet!

Agenda Kijk voor meer informatie over de agenda, programma’s en aanmelden op www.waternetwerk.nl. 28 maart: Bestuursakkoord Water: denkrichtingen en handvatten Op woensdag 28 maart organiseert werkgroep Bestuursakkoord Water de bijeenkomst ‘Bestuursakkoord Water: denkrichtingen en handvatten’.

60

Neerslag 2012/II

6661_V21_art160_vernws_191.indd 60

14-03-12 13:26


29 maart: Mest- en slibvergisting Op donderdag 29 maart 2012 houdt de Technische Commissie Anaërobie haar jaarlijkse onderweg-naar-huisbijeenkomst. Thema dit jaar is mest- en slibvergisting. De bijeenkomst vindt plaats bij waterschap Veluwe in Apeldoorn, waar firma Host een proefinstallatie heeft gebouwd. 3 april: Is de dorst naar bluswater gelest? Op 3 april organiseert themagroep Watervoorziening een middagsymposium over de brandblusvoorziening uit de drinkwaterinfrastructuur, voor zowel medewerkers uit de waterleidingsector als medewerkers van de brandweer. Doel is om ervaringen en nieuwe strategieën voor zowel de drinkwaterbedrijven als de brandweer op te zetten. 12 april: Botsen of verbinden? Op 12 april organiseert themagroep Internationaal de bijeenkomst ‘Botsen of verbinden - internationale samenwerking: publiek-privaat’ bij waterschap Groot Salland in Zwolle. 12 april: Dialoog over duurzaam stedelijk waterbeheer Contactgroep Stedelijk waterbeheer houdt op 12 april een dialoog over duurzaam stedelijk waterbeheer. 19 en 20 april: What’s (h)appening@groningen? Voorjaarscongres + ALV Het Voorjaarscongres is dit jaar een tweedaags evenement en vindt plaats op 19 en 20 april 2012 in Groningen. Thema is ‘water, energie en duurzame gebiedsontwikkeling’, met sprekers uit wetenschap, bedrijfsleven en overheid. 26 april: De state-of-the-art in chemisch/fysische proces- en afvalwaterbehandeling (onderweg-naar-huis SKIW) Sinds oudsher spelen technieken, die gebruik maken van chemische en fysische eigenschappen, een belangrijke rol bij de bereiding en zuivering van water. Al even lang worden deze technieken doorontwikkeld en staan deze ook anno 2012 garant voor een efficiënte en robuuste waterbehandeling. Tijdens de bijeenkomst die SKIW op 26 april organiseert, zullen sprekers vanuit de praktijk ons de laatste state-of-the-art technieken tonen en hun geleerde lessen met ons delen. www.skiw.nl. Neerslag 2012/II

6661_V21_art160_vernws_191.indd 61

61

14-03-12 13:26


25 mei: Het beste idee en de mooiste IT-toepassingen in de watersector Op 25 mei wordt de bijeenkomst ‘Het beste idee en de mooiste IT-toepassingen in de watersector’ georganiseerd. 8 juni: Introductiedag nieuwe medewerkers Op 8 juni vindt de tweede introductiedag voor nieuwe medewerkers plaats! Deze dag is bedoeld om mensen, die nieuw zijn in de watersector, wegwijs te maken. Door deel te nemen aan de introductiedag bieden we nieuwe medewerkers inzicht in de sector en alle mogelijkheden en helpen we ze op weg met het opbouwen van een relevant netwerk. Met de introductiedag hopen we meer (jonge) aanwas en enthousiasme voor de sector te creëren. 25 september: 4e Dinsdag in september, de Miljoenennota in waterperspectief De 4e dinsdag in september, het debat dat KNW ieder jaar organiseert over de betekenis van de Miljoenennota voor de watersector, vindt plaats op 25 september in Den Haag. 28 oktober – 3 november: Studiereis Duitsland Na de zeer geslaagde studiereizen naar SingaporeAustralië (2008) en Parijs (2010) heeft de Commissie Studiereizen het voornemen 28 oktober tot en met 3 november 2012 een studiereis van een week te organiseren naar Duitsland. Het voorlopig programma bestaat uit de volgende onderdelen: Berlijn: oppervlaktewater, watervoorziening, waterketen & privatisering en regenwatermanagement; Hamburg: waterzuivering energiefabriek en regenwatermanagement; Ruhrgebied: cities of the future, NEWaterconcepts en ombouw van de Emscher. Houd voor meer informatie de website in de gaten. 30 november: Najaarscongres en ALV Het Najaarscongres en de ALV vinden dit jaar plaats op 30 november in Baarn. Thema is ‘grondstoffen en energie’, meer informatie over het programma en de sprekers volgt binnenkort. Noteer de datum alvast in uw agenda!

62

Neerslag 2012/II

6661_V21_art160_vernws_191.indd 62

14-03-12 13:26


Uit de pers Eerste larvenvondst in Nederland Zeldzame steenvlieg aangetroffen in de Roer n Onlangs trof Waterschap Roer en Overmaas in de rivier de Roer bij Vlodrop drie larven aan van de negendoornige wintersteenvlieg Taeniopteryx schoenemundi. Het zijn de eerste larvenvondsten in Nederland. Steenvliegen zijn een evolutionair gezien zeer oude insectengroep. Deze soort is goed te herkennen aan de negen doorns op het achterlijf en de kieuwen die onder de poten hangen: ze geven het dier een prehistorisch uiterlijk. Steenvliegen behoren tot de meest bedreigde groep insecten van Nederland: 17 van de 27 soorten zijn in de afgelopen eeuw uitgestorven. Slechts vier soorten worden nu nog regelmatig aangetroffen. Oorzaak van de achteruitgang is waterverontreiniging en rivier/ beeknormalisatie. Steenvliegen stellen uiterst hoge eisen aan de waterkwaliteit: ze hebben schoon en koud water in een natuurlijk beekdal nodig. De vondsten in de Roer zijn dan ook voor het waterbeheer een belangrijke opsteker! De negendoornige wintersteenvlieg is ook in het omringende buitenland erg zeldzaam en bijvoorbeeld helemaal niet bekend uit aangrenzende deelstaten van Duitsland. De dieren voltooien hun levenscyclus volledig in de winter. De gevangen beesten waren dan ook al bijna rijp om uit te sluipen tot volwassen dier, wat zichtbaar is aan de opgezwollen vleugelaanzetten. De vondst is gedaan bij een incidentele bemonstering door Barend van Maanen, ecologisch medewerker van Waterschap Roer en Overmaas, bij een luchttemperatuur van -11 graden. In 2010 trof Bram Koese van het EIS (Leiden) voor het eerst een larvenhuidje en adulten van deze soort in Nederland aan bij de Roer in Sint-Odiliënberg (www.natuurbericht.nl). nn Bron: Waterschap Roer en Overmaas, foto: Barend van Maanen Neerslag 2012/II

6661_V22_persber.indd 63

63

19-03-12 12:25


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.