N째 2 2 0 1 5
M E D I S C H E I N N O V A T I E S
P
E
C
I
A
L
wie zorgt er voor de samenwerking? Sterke teams zetten organisaties op voorsprong. Ze gebruiken en ontwikkelen de talenten van teamleden. Hun kracht ontstaat meestal niet vanzelf. Je kunt wel trainen aan je ‘dreamteam’. Onze trainingen helpen teams snel en slim op stoom te komen en in te spelen op verandering. Een gezonde basis voor innovatie. Nieuwsgierig naar jullie mogelijkheden en onze ervaringen in de zorg? Bel 072-589 1 589 of kijk op www.blooming-nl.com blooming trainingsbureau daagt uit tot bloei te komen
blooming
M E D I S C H E I N N O V A T I E S
P
E
C
I
A
L
Onderscheidend vermogen ar ja 5 2 n a d r e e m Rieken & Oomen, al hĂŠt bureau voor werving en selectie van managers, bestuurders en toezichthouders in de zorg
www.riekenoomen.nl MARKT 28 B02, 6211 CJ MAASTRICHT, T 043 321 96 07 HOFSPOOR 3, 3994 VZ HOUTEN, T 030 293 01 44
I N T R O D U C T I E Voor u ligt de Medische Innovatiespecial. Deze special wordt uitgegeven door Elma Media en exclusief verspreid onder de leden van de NVZD, de beroepsvereniging voor eindverantwoordelijk bestuurders in de zorg. Met alle veranderingen die de zorg raken (inhoudelijk, bestuurlijk, financieel) is innovatie één van de sleutels voor de zorg van de toekomst: patiënt/cliëntgedreven, van kwalitatief hoog niveau, veilig, optimaal gefaciliteerd in de directe zorgverlening en in ondersteunende processen en kosteneffectief. Deze special geeft u veel voorbeelden van succesvolle innovaties op verschillende terreinen: namelijk op zowel de zorg, maar ook op de ondersteunende terreinen, telecom, food, facilitair, ICT en management en advies met als doel om de zorg en het welzijn voor de patiënt/cliënt te optimaliseren. Het belang van de NVZD in deze special is mede te vinden in de verbinding tussen innovatie en goed bestuur. ‘Bestuurder doorslaggevend voor innovatie’, aldus in deze special Lucien Engelen van het Radboudumc REshape Center. De NVZD staat voor continue professionalisering van zorgbestuur en heeft daartoe verschillende programma’s lopen. Een van deze programma’s betreft de inrichting van goed bestuur (en toezicht) in de zorg, kortweg governance. Daarmee brengen we ook tot uitdrukking dat (toekomstige) ontwikkelingen zoals de transities in het zorgstelsel, de individualisering van de cliënt en het daarbij behorende cliëntsysteem, de (demografische) veranderingen in de samenleving en de technologische en sociale innovaties veel zullen vragen van de wijze waarop zorgorganisaties worden bestuurd. Governance in de zorg raakt dan zowel de verhouding tussen de buitenwereld en de binnenwereld als de interne verhoudingen tussen bestuur en toezicht, en tussen bestuur en organisatie. In dit complexe geheel vervullen bestuurders een essentiële rol. ’De nieuwe zorgbestuurder is een verbinder’, aldus Wilma van der Scheer van het Erasmus Centrum voor Zorgbestuur. Wij wensen u veel leesplezier. Namens de NVZD, Jos de Beer Directeur.
I
N
H
O
U
D
S
Colofon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 110 Inhoudsopgave . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Introductie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
_TELECOM
8
Eenvoudig en veilig het internet op . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10 ‘Nauwelijks valse meldingen’. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14 Betere zorg door Telecom op maat. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16 TKH Care Solutions biedt innovatieve oplossingen voor cure en care instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18
_ZORGINNOVATIES
20
Bestuurder doorslaggevend voor innovatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22 Het creëren van een naadloze ‘Telemedicine’ ervaring . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25 Geringe kans op een groot probleem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26 Meer samenhang, minder complexiteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28 Avatar voorkomt eenzaamheid en bevordert zelfredzaamheid van ouderen . . .30 Innovatie bij Janssen: behoefte van de patiënt altijd centraal . . . . . . . . . . . . . .32 Blended hulpverlening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34 Beheerd en comfortabel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35 Wissner-Bosserhoff: care, cure, rental en service. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36 Breng het goede van twee werelden bij elkaar. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .38
_FOOD
40
‘Veel managers weten niet waar te beginnen’ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42 Stapje voor stapje naar duurzaam . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .44 ‘We zien onze cliënten opbloeien’ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46 Betere zorg en vermindering van kosten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .48
O
P
G
_FACILITAIR
A
V
E 50
De patiënt als klant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .52 Healing environments onder de loep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .54 Hutten Food Care wil bijdragen aan een beter leven. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .56 Uitkomst voor mensen met een beperking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .58 ‘Wij de focus op de patiënt, zij de zorg voor de techniek’ . . . . . . . . . . . . . . . . .60 Newasco lanceert ‘Newid’: wereldwijde unieke chip . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .62 Slimme logistiek biedt veel kansen voor besparing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .64 ‘Wij willen écht goede koffie’ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .66 Totaaloplossing voor integraal vastgoedbeheer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .68 Betere sturing op onderhoudsbeheer in de zorg . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .70
_MANAGEMENT & ADVIES
72
De nieuwe zorgbestuurder is een verbinder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .74 ‘Regelmatig moreel beraad met alle medewerkers’ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .77 Wie niet verbetert, die krijgt de rekening gepresenteerd. . . . . . . . . . . . . . . . . .80 Transitie van systeemgericht naar klantgericht ondernemen in de zorg . . . . . .82 ‘Wij ontzorgen met helder subsidieadvies’ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .84 Over tien jaar ziet de wereld er compleet anders uit. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .86
_ICT
88
Patiënten direct op de hoogte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .90 Zorg via de smartphone . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .92 Succes eHealth-revolutie afhankelijk van integratie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .96 Werkt een cloud veilig in een datacenter? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .98 Tevreden medewerker, tevreden patiënt. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .100 Waar komt nou precies de hartklep van mevrouw Jansen vandaan? . . . . . . .102 Patiënt en zorgverlener: samen koning. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .104 ‘Meer blauw op straat is niet de oplossing’ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .106 Self Service Business Intelligence . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .108
T E L E C OM
‘Het teleporteren van woorden’
Communicatie
8_
t
Overbrengen
t
Verbinding
t Te l e c o m
Binnen de zorg worden specifieke functionaliteiten en garanties gevraagd als het gaat om audio, video en datacommunicatie. Telecomaanbieders spelen hierop in en ontwikkelen vernuftige systemen waardoor zorgprocessen beter georganiseerd kunnen worden. Het gebruik van smartphones in de thuiszorg is een mooi voorbeeld. Via een speciale app kan de thuiszorgmedewerker niet alleen de planning bekijken, maar ook communiceren met het zorgteam, dossiers inzien en bijwerken, uren registreren en reiskosten declareren. Ander voorbeeld is de toepassing van domoticasystemen met ‘slimme sensoren’ om de veiligheid van patiĂŤnten te vergroten en het aantal valse alarmmeldingen te verkleinen. Door de juiste keuzes te maken, kan in de zorg een grote efficiencyslag gemaakt worden.
Medische Innovatie Special _9
EENVOUDIG EN VEILIG HET INTERNET OP Tekst: Clara Stuurman-Bax
Internetgebruik is voor veel mensen onderdeel van het dagelijks leven. Mensen met een verstandelijke beperking willen ook graag surfen, filmpjes kijken, muziek luisteren en internetbellen, maar stranden vaak door de ingewikkelde navigatie. Met Jouw Internet Portaal, kortweg JIP, gaat er voor cliënten van de ’s Heeren Loo Zorggroep een wereld open. Voor elk individu binnen de zorginstelling worden nieuwe mogelijkheden gecreëerd. “JIP levert daaraan een zeer belangrijke bijdrage”, vertelt Gjerryt Leuverink, adviseur online communicatie en social media bij ’s Heeren Loo. “Mensen voor wie de computer en internet onbegaanbaar terrein waren, kunnen daar nu wél gebruik van maken. Ieder op zijn eigen niveau.”
Interface van JIP
10_
DROOMSESSIES Het begon met het idee om een portaal te ontwikkelen waarin cliënten hun eigen medische gegevens kunnen inzien, hun dagprogramma kunnen bekijken en bijvoorbeeld de mogelijkheid hebben om via internet te bellen met hun arts. “Al doende bleek het efficiënter om eerst ‘gewoon’ internet eenvoudig en veilig toegankelijk te maken. Zo kunnen we erachter komen wat wel en niet goed werkt voor onze cliënten. De uitkomsten kunnen we toepassen op het cliëntenportaal. Op dit moment is het entertainmentgedeelte beschikbaar. Hierin kunnen cliënten filmpjes bekijken, muziek luisteren en foto’s zien”, vertelt Leuverink.
_TELECOM
‘VOORAL FILMPJES’
Bep (51) woont in Erasmusstate, Ede, van de ’s Heeren Loo Zorggroep .
Bep heeft een verstandelijke beperking. Nog nooit heeft ze met een computer gewerkt. Maar, het woord computer doet haar sinds de komst ervan - twee weken geleden - opveren uit haar stoel. Op de vraag of ze ’m even wil laten zien, staat ze meteen op om een filmpje aan te zetten. Allereerst moet er worden ingelogd via een scherm met negen plaatjes. Elke bewoner heeft als wachtwoord een combinatie van vier plaatjes. Via het touchscreen maakt ze haar keuze. Eenmaal ingelogd kan Bep kiezen uit vier mogelijkheden, aangegeven met pictogrammen: film kijken, spelletjes doen, fotoalbums inzien of radio luisteren. Bep is vooral geïnteresseerd in de filmpjes en weet deze feilloos te vinden. Ze laat ons de Indische Waterlelies van de Efteling zien en kan pas weer communiceren als het is afgelopen. Op de vraag of ze het erg vindt als de computer weer weggaat is het antwoord: “Nee, nee, computer moet blijven”.
De introductie van JIP vond plaats in het Rijksmuseum Medische Innovatie Special _11
‘K3 EN TREINEN’
Nick (23) woont in Erasmusstate, Ede, van de ’s Heeren Loo Zorggroep en gebruikt sinds 2 weken JIP.
Nick is een vrolijke jongen. Naast een verstandelijke beperking, heeft hij ook een lichamelijke beperking. Met zijn rolstoel manoeuvreert hij tussen de bewoners door naar de computer. Op de vraag wat hij het leukste vindt antwoordt hij K3 en treinen. Nick kan de PC – ondanks het trillen van zijn handen – goed bedienen via het touchscreen. Dat wordt heel duidelijk tijdens het spel waarbij hij de dames van K3 netjes aankleedt. Ook laat hij foto’s zien van treinen en vliegtuigen, heel handig veegt hij zijn vinger over het scherm.
DE ’S HEEREN LOO ZORGGROEP t De ’s Heeren Loo Zorggroep ondersteunt in bijna het hele land mensen met een verstandelijke beperking. De organisatie helpt jong en oud een passend antwoord te vinden op grote en kleine vragen. Dichtbij en samen met de mensen die belangrijk voor hen zijn. De cliënt maakt eigen keuzes en de ’s Heeren Loo Zorggroep ondersteunt ze hierbij. Het gaat om de cliënt; om wie hij
De ’s Heeren Loo Zorggroep organiseerde ‘droomsessies’ met begeleiders, cliënten en verwanten om een interface te ontwikkelen voor JIP. Het portaal werkt intuïtief zoals ook een Ipad dat doet: je neemt steeds de logische stap. Het verschil echter tussen JIP en een Ipad is de interface. De keuzes die de cliënten kunnen maken zijn door ons beperkt en aangegeven met simpele iconen, afbeeldingen of foto’s. De keuzestress die de mensen ervoeren, is daarmee opgelost. En als een touchscreen nog te lastig blijkt, bieden we zelfs eenknopsbediening aan.”
is en om wat hij kan en wil. De cliënten van de organisatie zijn in verschillende mate beperkt van licht tot relatief zwaar.
12_
BESCHERMEN “In januari 2015 zijn we gestart met de pilot”, vertelt Leuverink. “In twee
regio’s rollen we JIP uit bij verschillende woonzorgcentra. In de gemeenschappelijke ruimte staat een computer met touchscreen en internet, de basis voor een goed werkend portaal.” Cliënten kunnen niet vrij surfen over het internet. “We helpen onze cliënten op weg om zo zelfstandig mogelijk te kunnen functioneren. Daarbij hebben we als organisatie de taak onze cliënten te begeleiden en te beschermen”, stelt Leuverink. “Een begeleider of familielid van de cliënt moet content uploaden die de cliënt kan bekijken. Zoals filmpjes, foto’s, spelletjes en muziek. De cliënt bepaalt welke begeleider en welk familielid of welke vriend toegang heeft tot zijn account.”
_TELECOM
‘FAMILIE ENTHOUSIAST’
Corrie Ruttenberg, manager primair proces bij Erasmusstate Ede van de ’s Heeren Loo Zorggroep.
“De computer staat hier nu sinds twee weken en geeft bewoners de mogelijkheid om zelf films of spelletjes te spelen. Een aantal bewoners,
VOLGENDE STAP Nu het fun- en entertainmentdeel van internet ontsloten is voor een groep mensen met een verstandelijke beperking, wil de ’s Heeren Loo Zorggroep de volgende stap zetten. “Je moet dan denken aan uitbreiding van het cliëntenportaal. Waar JIP voor mensen met een licht verstandelijke beperking nu wat te simpel is, wordt het met de uitbreiding voor deze groep een stuk interessanter. Zij kunnen op termijn bijvoorbeeld navigeren naar hun medisch dossier, hun dieetcoach raadplegen of internetbellen met hun familie of arts.”
Contact Fonds, met JIP de ambitie waargemaakt om verstandelijk beperkte mensen de mogelijkheid te geven veilig en overzichtelijk te kunnen internetten. De organisatie wil JIP graag delen met andere organisaties zodat ook mensen met een verstandelijke beperking die geen cliënt zijn van ’s Heeren Loo beter het internet op kunnen. Leuverink: “Wij hebben dit portaal kunnen neerzetten. Het zou zonde zijn als anderen het wiel opnieuw gaan uitvinden en daar het schaarse zorgbudget voor moeten aanspreken.”
gaat na de dagbesteding het liefst meteen achter de computer. Het is natuurlijk fantastisch dat ze dit zelf kunnen doen. Een stuk makkelijker ook dan het kijken van een DVD, waarbij wij de boel moeten opstarten. Ik merk dat niet alleen de bewoners maar ook familieleden en vrienden enthousiast zijn. Het is ook aan hen en aan ons om de content op het portaal te plaatsen. Denk aan foto’s van thuis of het plaatsen van spelletjes en filmpjes. Dat laatste is trouwens erg eenvoudig: je
AMBITIE De ’s Heeren Loo Zorggroep heeft in samenwerking met het KPN Mooiste
sleept een linkje van Youtube zo in JIP.”
Medische Innovatie Special _13
‘NAUWELIJKS VALSE MELDINGEN’ Tekst: Saar Slegers
Een demente bejaarde die uit haar bed valt of een verstandelijk gehandicapte die ’s nachts in paniek raakt, moet zo snel mogelijk geholpen worden. Maar door bezuinigingen in de zorg krijgen nachtverplegers het steeds zwaarder. Slimme sensoren en geavanceerde softwaresystemen moeten uitkomst bieden. Kenniscentrum Vilans evalueerde samen met drie zorginstellingen de toepassing van twee verschillende systemen. De uitkomsten zijn spectaculair.
MEER INFORMATIE t www.domoticawonenzorg.nl/dwz/slimme-sensortechnologie-nachtzorg.html
14_
Zorgmedewerkers in de gehandicapten- en ouderenzorg kunnen het ’s nachts enorm druk hebben. De huidige domoticasystemen met bewegingssensoren en belmatten, die een melding moeten geven op het moment dat een cliënt uit bed komt, geven zoveel alarmmeldingen door dat de zorgmedewerkers het niet meer bij kunnen benen. In veruit de meeste gevallen is het loos alarm: de sensoren kunnen een warme
deken die van het bed op de grond valt niet onderscheiden van het daadwerkelijk uit bed komen van een cliënt. Daardoor zijn verplegers vaak voor niets op de been en worden terechte meldingen soms niet of te laat opgevolgd. INCIDENTEN REGISTREREN Toen door bezuinigingen in de zorg het aantal nachtzorgmedewerkers op veel plekken teruggeschroefd werd
_TELECOM
van 1 op de 24 cliënten naar 1 op de 36 cliënten, trok in 2009 de Inspectie voor de Gezondheidszorg aan de bel. De domotica in de zorg moest zorgvuldiger worden toegepast, vond de inspectie, anders was het risico dat ernstige incidenten te laat zouden worden opgemerkt veel te groot. Dit was een aanleiding voor Vilans, Kenniscentrum voor langdurige zorg, om te onderzoeken of systemen met ‘slimme sensoren’ uitkomst kunnen bieden. “De twee systemen die worden onderzocht zijn Unattended Autonomous Surveillance (UAS), van Dutch Domotics en ASCOM en de Slimme Optische Sensor (SOS) van Smarter Vision”, vertelt Johan van der Leeuw, adviseur bij Vilans. “Beide domoticasystemen combineren slimme sensoren met geavanceerde software. Ze registreren vrijwel alle incidenten, maar zijn zo ontwikkeld dat ze nauwelijks valse meldingen doorgeven.” ALARMMELDINGEN Het UAS systeem is met name bedoeld voor de verpleegzorg van cliënten met vergevorderde dementie. Waar nu vooral wordt gewerkt
strategische plekken in de kamer zijn opgehangen. De matrassensor registreert de ademhaling van de liggende cliënt. Op het moment dat de sensor de ademhaling niet meer registreert, betekent dit dat de cliënt is gaan zitten of is opgestaan. Bij cliënten met een groot valrisico gaat er meteen een seintje naar de zorgmedewerkers. Bij cliënten die iets beter ter been zijn, geeft het systeem nog geen melding af. In plaats daarvan schakelt de software ook de andere sensoren in om te registreren of de cliënt zich zonder problemen door de kamer beweegt, de kamer verlaat, of mogelijk ten val is gekomen. Pas als de cliënt in een onveilige situatie dreigt te belanden, geeft het systeem een alarmmelding door. SOS heeft hetzelfde uitgangspunt als UAS, maar gebruikt beeldinterpretatie om een oogje in het zeil te houden. Een camera, die zo is opgehangen dat de hele kamer in beeld is, registreert beweging en inactiviteit. Op basis van de patronen die het systeem registreert, bepaalt de software of hulp nodig is of niet. De zorgmedewerker die een melding ontvangt kan eventueel enkele
‘De domoticasystemen UAS en SOS registreren vrijwel alle incidenten’ met enkelvoudige infrarood- en druksensoren, combineert UAS een slimme sensor onder het matras met drie infraroodsensoren die op
seconden video oproepen van het moment van de melding om te controleren of het geen vals alarm is. Om de privacy van de cliënt te bescher-
men zijn de cliënten in de beelden zelf onherkenbaar gemaakt. SUCCESVOL De onderzoeken lopen nog, maar zowel Van der Leeuw als de zorginstellingen zijn enthousiast over de voorlopige resultaten. Verpleegkundigen melden dat er nauwelijks valse meldingen binnenkomen. Van der Leeuw: “Soms krijgen ze zo weinig meldingen binnen dat ze denken dat het systeem niet werkt, maar dat komt alleen omdat ze gewend zijn zoveel loze meldingen te ontvangen. Als er echt wat aan de hand is, slaat het systeem wel degelijk alarm.” Van der Leeuw geeft een belangrijk verschil tussen beide systemen aan: “Het UAS-systeem werkt zonder camera’s en is daardoor minder privacygevoelig. SOS werkt met cameratechnologie. En ook al kunnen de zorgmedewerkers niet direct meekijken en zijn de beelden gemaskeerd, het vormt toch een inbreuk op de privacy.” Van der Leeuw hoopt dat zorginstellingen snel zullen overstappen op slimme domotica. Het is beter voor de cliënt, voor de zorgmedewerker én voor de portemonnee: “Het implementeren van zo’n systeem is een investering, maar weegt al snel op tegen de personele kosten. Binnen een aantal jaren is de investering er al uit.”
Medische Innovatie Special _15
BETERE ZORG DOOR TELECOM OP MAAT De zorgsector is continu in ontwikkeling. Vergrijzing, veranderende zorgbehoeftes, stijgende kosten, personeelstekorten en harde maatregelen vanuit de overheid dwingen zorgverleners tot reorganisatie. “Door telecom op een slimme manier in te zetten, kan de zorg veel goedkoper en efficiënter worden opgezet”, aldus Mark Rotteveel, commercieel directeur van Dekatel.
‘Door het gebruik van smartphones is er in de thuiszorg meer tijd ontstaan voor daadwerkelijke zorg’ Er is veel onwetendheid in de zorg als het gaat over telecom. Zorgverleners weten vaak niet precies waarvoor ze betalen en wat er allemaal kan. Ze hebben geen tijd om zich erin te verdiepen. Mark Rotteveel vindt het de taak van de telecomaanbieder om duidelijkheid te bieden en klanten als een adviseur tegemoet te treden. “Bij Dekatel komen we niet meteen met een aanbieding, we willen een klant eerst goed leren kennen. Wat zijn de wensen en de eisen? En hoe verlopen de werkprocessen binnen de organisatie? Pas als we goed op de hoogte zijn, kunnen we de verschillende mogelijkheden schetsen en een advies op maat geven.”
16_
TIJD VOOR ZORG Er zijn eindeloos veel oplossingen om zorgverleners vooruit te helpen. Technologische ontwikkelingen gaan razendsnel. Het gebruik van smartphones in de thuiszorg is een goed voorbeeld. Via een speciale app kan de thuiszorgmedewerker niet alleen de planning bekijken, maar ook communiceren met het zorgteam, dossiers inzien en bijwerken, inschrijven op diensten, uren registreren en reiskosten declareren. De medewerker kan dus veel efficiënter werken dan voorheen en dat levert tijd op voor daadwerkelijke zorg. “We merken soms dat oudere medewerkers de smartphone niet zien zitten, ze ken-
nen het niet, of zijn bang om hoge kosten te maken”, zegt Rotteveel. “Wij organiseren dan een training waarin we uitleggen hoe de smartphone werkt. Ook laten we zien dat er een limiet kan worden ingesteld voor het gebruik van internet en dat 0900-nummers geblokkeerd kunnen worden.” Een ander voorbeeld is een alarmeringssysteem waarmee met één druk op de knop hulp kan worden ingeroepen. Het gebruik van zo’n systeem maakt het voor veel ouderen mogelijk om langer zelfstandig te wonen. Rotteveel: “Het geeft een veilig gevoel dat in geval van nood direct hulp kan worden ingeroepen.” Ook via videobellen kan snel contact worden gelegd met een zorgcentrale, mantelzorger of familielid. Bijkomend voordeel is dat de verzorgende meteen ziet of het goed gaat met de beller, zonder er fysiek langs te hoeven. RELATIE OPBOUWEN Dekatel biedt naast vaste en mobiele telefonie, ook internet en voip. Het bedrijf heeft geen standaardpakketten, maar kijkt wat de klant écht nodig heeft. Het uitgangspunt hierbij is altijd de kosten zo laag mogelijk te houden. Zo kunnen klanten online het verbruik van hun medewerkers volgen en eventueel bijsturen. Daarnaast krijgen medewerkers een
_TELECOM
persoonlijk overzicht van hun verbruik. Dit maakt hen bewuster van hun belgedrag, waardoor de kosten dalen. Rotteveel: “Bij Dekatel is het geen probleem een abonnement tussentijds aan te passen. Klanten zitten niet twee jaar vast aan een contract. Daar zijn we heel flexibel in.”
Dekatel bestaat al ruim 25 jaar. Het familiebedrijf groeide in de loop der jaren uit van aanbieder van telecomoplossingen voor de scheepvaart tot grootste onafhankelijke telecomdealer in de zakelijke markt. Rotteveel: “Het grootste verschil met een beursgenoteerd bedrijf is dat Dekatel
een familiebedrijf is. Dat merk je aan de manier waarop wij met klanten een relatie opbouwen. Het gaat ons niet om de snelle winst. Wij zetten in op de lange termijn. Onze klanten zijn tevreden en gaan niet meer weg.” www.dekatel.nl
Mobiele telefonie Vaste telefonie Internet VoIP Online beheer Kennisnetwerk
Medische Innovatie Special _17
TKH CARE SOLUTIONS BIEDT INNOVATIEVE OPLOSSINGEN VOOR CURE EN CARE INSTELLINGEN TKH Care Solutions is het samenwerkingsverband tussen verschillende werkmaatschappijen (o.a. Commend, Keyprocessor en Mextal) van de TKH Group op het gebied van de zorg. Voor diverse typen zorgorganisaties (ziekenhuizen, intramurale zorg, ouderenzorg en thuiszorg) bieden zij innovatieve geïntegreerde oplossingen voor zorgondersteuning, beveiliging en bedrijfsvoering. TKH Group is een Nederlandse multinational, actief in 25 landen.
INTERCOM EN AKOESTISCHE BEWAKING VIA DE SMARTPHONE Virtuosis is één van de eerste softwarematige intercomservers die op de markt is gebracht. Op Virtuosis van Commend kunnen analoge, IP en SIP intercom toestellen worden gekoppeld. Hierdoor ontstaat een flexibel intercomsysteem. Commend intercom kan worden geïntegreerd met toegangscontrole systemen van Keyprocessor en met de zorgcentrale oplossingen van VieDome, waardoor een totaal systeem ontstaat voor een gebouw of voor een reeks aan gebouwen al dan niet geografisch gespreid. Door Intelligente Volume Controle wordt onder alle omstandigheden een perfecte spraakverbinding tot stand gebracht waarbij de geluidsterkte continu wordt aangepast aan het omgevingslawaai. Mede hierdoor voldoen de Intercomposten aan de nieuwe Europese regelgeving voor
18_
personen met een gehoor en gezichtsbeperking. Commend intercom kan ook cliëntenkamers en andere ruimten akoestisch bewaken. Men kan hierbij permanent en gelijktijdig meerdere ruimten uitluisteren. Bij alarm wordt het opgenomen geluid bewaard. Het is mogelijk om alle functionaliteit via een smartphone te laten verlopen. Binnen het systeem wordt de verbinding met de intercompost continu bewaakt. Mocht de verbinding wegvallen, bijvoorbeeld door een breuk of sluiting in de bekabeling, dan wordt dit gemeld. Tevens wordt de microfoon en luidspreker van iedere intercompost bewaakt. Bij een defect aan microfoon of luidspreker zal dit worden gemeld. Hierdoor wordt de beschikbaarheid van het systeem gegarandeerd en worden de intercomposten geschikt om in de gehele zorgorganisatie te worden gebruikt voor communicatie en bewaking.
INNOVATIE DOOR INTEGRATIE VAN OPLOSSINGEN Keyprocessor begrijpt en ontzorgt haar klanten door diepgaande kennis van de gezondheidszorg en de specifieke bedrijfsprocessen. Dit heeft geleid tot een effectieve totaaloplossing voor ziekenhuizen en instellingen voor langdurige zorg. De systemen van Keyprocessor leveren inzicht in en ondersteuning aan de primaire processen van ziekenhuizen en zorginstellingen. Observatie, bewaking, tracking&tracing, beeldcommunicatie en telemonitoring; het kan allemaal binnen één oplossing. Kortom met deze innovatieve technologie en specifieke softwareoplossingen kan geld worden bespaard en het imago worden verbeterd. Kostbare apparaten zoals infuuspompen, bedden en rolstoelen worden efficiënt getraceerd en teruggevonden voor gebruik of onderhoud. Voorkomen wordt dat bedrijfsmiddelen en kritische informatie ongewenst verdwijnen. Toegang voor mensen, voertuigen en goederen wordt volledig gemanaged. Van gastvrij, uitnodigend en onbelemmerd aan de voorzijde tot streng gecontroleerd of geweigerd in proceskritische gebie-
_TELECOM
den aan de achterzijde. U bepaalt en stuurt hiermee personen, groepen, en voertuigen klantvriendelijk naar de juiste plek en draagt bij aan uw rendement en reputatie. Het iProtect security management systeem vormt de basis voor het beveiligingsconcept toegespitst op de zorg. Binnen iProtect worden de modules Toegangscontrole, Intercom, Camerabewaking en Parkeerbeheer volledig geïntegreerd. Bij een incident wordt geheel automatisch de juiste IP camera gestuurd en beelden worden direct op de monitor getoond. DYNAMISCHE TOEGANGSCONTROLE IN DE THUISZORG ZONDER DE SLEUTELKLUIS. De sleutelkluis bij de voordeur is in de thuiszorg een veel gebruikte oplossing voor toegang tot de woning van cliënten. Echter, hier kleven diverse nadelen aan. Van buitenaf is te zien dat er iets speciaals aan de hand is en thuiszorgmedewerkers lopen rond met een code of sleutel. VieDome Entr is een innovatieve oplossing, die de sleutelkluis vervangt. Aan de buitenzijde van de woning is niets speciaals te zien en thuiszorgmedewerkers krijgen eenvoudig gereguleerd toegang. VieDome Entr is een innovatieve, slimme vergrendelingsoplossing waarmee u een deur op afstand via een smartphone, tablet of ander Bluetooth-apparaat bedient. Een dynamisch systeem bepaalt welke medewerker op welk moment toegang krijgt tot de woning van de cliënt. Via de app op een smartphone kan de zorgverlener
de deur op elk gewenst (en geautoriseerd) moment ontgrendelen. Ook familie van de cliënt kan desgewenst gebruik maken van VieDome Entr. Bestaande deuren zijn eenvoudig te voorzien van VieDome Entr. Bekabeling en aanpassingen aan de deur zijn niet nodig. INNOVATIEF OPEN ONLINE PLATFORM BRENGT ALLE STAKEHOLDERS ROND DE CLIËNT SAMEN IN ÉÉN SYSTEEM VieDome Community is een online platform om op afstand diensten te leveren aan zelfstandig thuis-
wonende klanten. Het kan daarbij gaan om begeleiding, communicatie en ondersteuning, maar ook om persoonsalarmering of zorgalarmering. Daarnaast is ehealth, observatie en monitoring op afstand mogelijk, bijvoorbeeld bij cliënten die onder behandeling zijn van een ziekenhuis. Hiermee kan een zorgorganisatie diensten op afstand bieden zonder grote investeringen te hoeven doen. Doordat alle diensten en de ondersteunende techniek op abonnementsbasis verkrijgbaar zijn, hoeft er nauwelijks vooraf te worden geïnvesteerd.
Medische Innovatie Special _19
ZO R G I N N OVAT I E S
‘Vernieuwing biedt ons meer kansen.’
Ontwikkeling
20_
t
Vernieuwing
t
Modernisatie
t
Verandering
De patiënt neemt meer en meer de regie over zijn zorg. Technologische ontwikkelingen stellen hem daartoe in staat. Zorgorganisaties kunnen niet achterblijven en moeten innoveren. “De patiënt wordt een partner die meebeslist over zijn eigen zorgtraject,” zegt Lucien Engelen, directeur van het Radboudumc REshape Center, waar gewerkt wordt aan vernieuwende projecten. “Of er geïnnoveerd wordt, hangt af van bestuurders. Bieden ze weerstand of staan ze open voor innovaties, ook als die van grote technologiebedrijven als Apple of Google komen? Als we samenwerken, ontstaat er een beweging.”
Medische Innovatie Special _21
BESTUURDER DOORSLAGGEVEND VOOR INNOVATIE Tekst: Desiree Hoving
In de ideale wereld voelt de burger zich verantwoordelijk voor zijn eigen gezondheid, beschikt hij over al zijn patiëntdata én beslist hij mee. Maar voor het zover is, moet de zorg eerst innoveren. In het Radboudumc REshape Center werken ze dagelijks aan innovatieve zorgprojecten. Directeur Lucien Engelen: “De patiënt is altijd het uitgangspunt.”
Op het bureau van Lucien Engelen ligt een pleister. Niet zomaar een gaasje tegen het bloeden, maar een waar flink wat techniek in verstopt zit. Je kunt er je hartslag, ademhaling en temperatuur mee meten als je ‘m op je huid plakt. Straks hebben we allemaal zo’n pleister in huis, denkt de directeur van het Radboud REshape Center. Het voorbeeld is exemplarisch voor de verandering die ons te wachten staat: de patiënt neemt meer de regie over zijn zorg en zal meer een partner worden. De technologie zal hem daartoe in staat stellen. LEVEREN WE NOG STEEDS DEZELFDE ZORG ALS HONDERD JAAR GELEDEN? “Ongeveer wel. We vragen de patiënt naar een zorginstelling te komen, doen dan iets en sturen hem dan weg. Zorgverleners zeggen dat de patiënt hen wil zien, maar ik geloof dat niet. Kijk maar eens naar de banksector. Mensen hoeven een bankier ook niet te zien als ze geld overmaken. Datzelfde geldt voor het
22_
doorgeven van je bloeddruk of je temperatuur, die je met slimme technieken vanuit elke locatie zou kunnen doorgeven. De werkelijke reden waarom zorgverleners een patiënt willen zien, is dat ze die zorg betaald krijgen. Dat moet anders.” DUS WE MOETEN INNOVEREN, OMDAT WE DE ZORG ANDERS MOETEN FINANCIEREN? “Ik mag hopen dat de grootste incentive om iets te veranderen de patiënt zélf is, maar vaak is het geld. We
krijgen te maken met een verdubbeling van de zorgvraag, een tekort aan geschoold personeel en stijgende zorgkosten. Dan moet je slimme dingen doen: dus innoveren. En dan gaat het niet alleen om beter je best doen, maar om een substantiële verandering van het proces.” JULLIE BEGINNEN INNOVATIES VANUIT DE PATIËNT ZELF. HOE? “We bevragen bezoekers op de polipleinen, we stellen online vragen aan patiënten en verdiepen ons in
‘De patiënt wordt door technologie in staat gesteld meer regie te nemen over zijn gezondheid’
_ZORGINNOVATIES
Medische Innovatie Special _23
wetenschappelijk onderzoek. Zo bleek uit een studie dat een patiënt gemiddeld na 17 seconden wordt onderbroken door een arts. Zo’n arts moet immers snel z’n oordeel vellen, maar vaak gebeurt dat te snel. Uit ander onderzoek kwam naar voren dat zo’n patiënt na één minuut zijn hele verhaal zou hebben verteld, waarna je een veel betere diagnose zou kunnen stellen. Innovaties zitten vaak in hele kleine dingen. Nog een voorbeeld. Patiënten blijken gemiddeld acht vragen te hebben op een consult, waarvan er maar drie beantwoord kunnen worden. Ze blijven dus met vijf vragen zitten. Stel je voor dat je je vragen van tevoren online kunt stellen en beantwoord kunt krijgen, dan zou een consult veel efficiënter gaan.” DIT SOORT INNOVATIES LIJKEN EENVOUDIG TE REALISEREN. WAAROM GEBEURT DAT DAN NIET? “Enerzijds ligt dat aan de zorgverleners die de bestuurders vaak de schuld geven. Ze denken dat iets niet mag, zonder het eerst te vragen. Er is een enorme faalangst in de zorg. Als ze vrij zouden uitspreken wat ze willen veranderen, dan kan dat vaak wel, is mijn ervaring. Anderzijds mis ik bij de Raad van Bestuur vaak leiderschap. Daardoor worden onvoldoende bestuurlijke keuzes gemaakt. Er komt iets nieuws bij, maar het oude wordt niet gestopt. Kijk maar naar de fax, die nog steeds wordt gebruikt in de zorg. Het gevolg is dat innovaties altijd extra kosten met zich meebrengen, in plaats van voor besparing te zorgen.”
24_
SPEELT DE RAAD VAN TOEZICHT NOG EEN ROL ALS HET OM ZORGINNOVATIES GAAT? “Ik merk dat veel bestuurders door hun Raad van Toezicht geremd worden. Toezichthouders moeten zich gaan realiseren dat keuzes sneller gemaakt moeten worden dan vroeger. Ze moeten bestuurders niet vragen om langer met spullen te doen, maar meedenken hoe ze met snelle veranderingen om moeten gaan. Kijk niet alleen naar de binnenkant van een ziekenhuis, maar ook naar wat er buiten gebeurt, raad ik hen aan.” WAT IS DE GROOTSTE VERANDERING DIE ERAAN ZIT TE KOMEN? “Apple en Google hebben de zorg ontdekt. Zo heeft Apple een health app op alle iPhones gezet, waardoor al duizenden mensen data hebben over hun gezondheid, zoals hun hartslag en het aantal stappen dat ze op een dag lopen. Als patiënt heb je de mogelijkheid om empowered te worden door grote technologiebedrijven als Apple. De patiënt wordt door technologie in staat gesteld om meer regie te nemen over zijn zorg. Nu zitten alle data nog bij individuele zorgverleners in een patiëntendossier, maar straks beheert de patiënt zijn eigen data. Bij het REshape Center loopt een project ‘Hereismydata’, waarbij de patiënt een totaaloverzicht heeft. Eigenlijk is dat heel logisch. Als een burger naar een bank stapt om zijn saldo te zien, dan zegt de bank ook niet: ‘nee, nee, nee, dat houden wij wel voor u in de gaten’.”
WAT IS UW IDEALE TOEKOMSTBEELD VAN DE ZORG? “We hebben de zorg zo ingericht dat we iets oplossen als er iets mis is. We krijgen niet betaald om te voorkomen dat je een hartinfarct krijgt. Slechts zeven procent van al het geld gaat zitten in preventie, terwijl daar veel meer de nadruk op zou moeten komen. Dat kan in de ideale wereld, waarin een burger zich verantwoordelijker voelt voor zijn eigen gezondheid. Hij beschikt over alle data die over hem gaan en beslist mee in plaats van lijdzaam te luisteren. Daarom kiezen wij ook projecten die gefocust zijn op het betrekken van patiënten bij hun eigen zorg.” WORDT UW TOEKOMSTBEELD OOK WERKELIJKHEID? “Er moet een systeem komen dat stimuleert dat we gezond blijven en dat mensen aanspreekt op hun verantwoordelijkheid. Zorg is iets dat je niet alleen bij de huisarts krijgt, maar bijvoorbeeld ook in de supermarkt. We moeten af van het systeem dat zorgverleners per verrichting betaald worden. Of er geïnnoveerd wordt, hangt af van bestuurders: bieden ze weerstand of reageren ze proactief en staan ze open voor innovaties, ook als die van grote technologiebedrijven als Apple of Google komen? Als we daarmee samenwerken, ontstaat er een beweging.”
_ZORGINNOVATIES
HET CREËREN VAN EEN NAADLOZE ‘TELEMEDICINE’ ERVARING Terwijl IT in de gezondheidszorg de weg effent voor een toekomstige run op data en voor verregaand geïntegreerde systemen, bieden opkomende trends zoals ‘telemedicine’ zorgverleners nieuwe middelen voor patiëntenzorg.
Centraal in iedere discussie over de verbetering van de patiëntenzorg door het gebruik van telemedicine staat de noodzaak om te begrijpen welke middelen nodig zijn om behandelingen te beheren en de organisatie te verbeteren. De mogelijkheid om zorg op afstand te verlenen of om meerdere locaties via ‘telemedicine’ toepassingen te verbinden hangt af van het vermogen van een leverancier om patiëntengegevens en de analyse daarvan samen te brengen. ‘Telepresence’ gesprekken tussen een patiënt en een verzorgende op één locatie en de arts op een andere zijn eenvoudig te realiseren met de juiste digitale diagnostische middelen, een webcam en een internetaansluiting. Mobiele werkplekken, die hun effectiviteit hebben bewezen bij het stroomlijnen van de ‘workflow’ van medisch personeel en bij het creëren van een veilige werkomgeving voor zowel verzorgende als patient, hebben door hun flexibiliteit ook een plek in ‘telemedicine’ toepassingen wereldwijd gevonden. Telemedi-
cine werkplekken vereisen andere IT-middelen dan werkplekken die uitsluitend worden gebruikt voor zorgtaken zoals het toedienen van medicijnen. Oplossingen die het mogelijk maken om diagnostische apparatuur via USB 2.0 en 3.0 hubs aan te sluiten bijvoorbeeld, zijn essentieel. Evenals in hoogte verstelbare montage van camera’s, zodat deze voor verschillende patiënten van jong tot oud gebruikt kunnen worden. Het hebben van de juiste middelen maakt het de arts mogelijk naar het hart van de patiënt te luisteren via een digitale stethoscoop, een ECG op te vragen en te analyseren en in realtime over de gegevens van de patiënt te beschikken. Succesvolle implementaties maken het de verzorgende gemakkelijk om diagnostische apparatuur te gebruiken en aan de patiënt optimale zorg te bieden. Een goede workflow, die zowel met de zorg voor de patiënt als met de behoeften van de verzorgende rekening houdt zal fouten reduceren en de kwaliteit van de zorg verbeteren. Dat is van belang voor alle betrokkenen.
ERGOTRON www.ergotron.com
Medische Innovatie Special _25
GERINGE KANS OP EEN GROOT PROBLEEM Moeten medewerkers in de zorgsector zichzelf aanvullend verzekeren – nu het arbeidsongeschiktheidsvangnet opnieuw een thema is - of is dit vooral de taak van de werkgever? Het is een van de dilemma’s waar zorgdirecteuren vandaag de dag mee worstelen, zegt Joost Rijnja Relatiemanager Zorg en Welzijn bij Loyalis.
Het onderwerp is actueel. Door veranderende wet- en regelgeving is het sociale vangnet voor werknemers verder afgekalfd en nieuwe aanpassingen komen er aan. Natuurlijk, Nederland is en blijft een verzorgingsstaat, maar niet meer de onbezorgde variant waar we nog altijd bij wegdromen: arbeidsongeschiktheid en de uitkering daarna worden niet langer vanzelfsprekend aanvullend geregeld door het pensioenfonds: maatwerk bovenop de pensioenregeling dat zal bijvoorbeeld ABP niet meer faciliteren. Een ontwikkeling met verstrekkende gevolgen voor een chirurg die een ongeluk krijgt en een hand mist, om maar een voorbeeld te noemen. Gelukkig is er een verzekering van Loyalis, een begrip in overheids- en onderwijssectoren, nieuw voor de sector Zorg en Welzijn. RUMOER IN DE SECTOR Het verzuim en de WIA-aanvragen in de zorgsector zijn – afgezet tegen andere sectoren – hoog. En dus rijst de vraag: ‘Moet een werkgever zijn verantwoordelijkheid pakken, zeg maar zijn zorgplicht naar zijn personeel toe, of horen de arbeidsonge-
26_
schiktheidsrisico’s in deze tijd bij een werknemer, die naar eigen inzicht de risico’s zelf moet afdekken?’ Aan het woord is Joost Rijnja, de relatiemanager Zorg en Welzijn bij Loyalis, onderdeel van de APG Groep. Sinds 1 januari 2015 introduceert Loyalis een nieuwe collectieve Arbeidsongeschiktheidsverzekering (aansluitend op het pensioen) in de medische sector, waarbij werkgevers en werknemers inkomen kunnen aanvullen bovenop het bestaande wettelijke vangnet. Zorgdirecteuren hebben wel oren naar zijn verhaal. ‘Ja, ik merk dat het leeft in de sector. Dat is niet zo vreemd: door aanpassingen in de sociale zekerheid, de aftopping van de pensioenen – nu nog op honderdduizend euro, maar misschien in de toekomst wel bij zeventig of vijftigduizend euro - is het toch rumoerig geworden onder medisch specialisten en andere medewerkers in de zorg. Niet zo gek trouwens, er is nogal wat veranderd de laatste jaren op het gebied van ons financiële vangnet. Desondanks bleef het vaak rustig. Misschien uit onwetendheid of achteloosheid. Nu is het anders: mensen zien staatjes met
_ZORGINNOVATIES
percentages van de terugval van hun inkomen bij arbeidsongeschiktheid en schrikken. Ze stellen vragen en de antwoorden blijven soms uit. Vroeger werd de aanvulling gewoon bovenop het pensioen geregeld, dat kan nu niet meer. Nu komen wij om de hoek kijken, met een eenvoudige betaalbare verzekering, speciaal voor het medische domein.’ ZOEKTOCHT NAAR NIEUW EVENWICHT De veranderingen en het bewustzijn hebben alles met de crisis en nacrisisjaren te maken. Waar ziekenhuizen en andere grote organisaties altijd een collectief en solidair vangnet hadden voor uitvallende werknemers, lukt dat tegenwoordig niet meer. ‘Het is een tijdgewricht. Medische instellingen hadden het goed geregeld voor hun personeel. Als iemand voor een deel of helemaal arbeidsongeschikt werd dan ging de onderneming figuurlijk om zo’n iemand staan en was zijn onzekere toekomst financieel veiliggesteld dankzij mooie collectieve regels. Hoe anders is de situatie nu: ziekenhuizen en andere medische instellingen hebben het zwaar. Concurrentie en
ontslagen zijn betrekkelijk nieuwe begrippen, die zorgen voor een nieuwe realiteit: bij arbeidsongeschiktheid of een deel daarvan duikel je na een paar jaar in financiële zin enorm naar beneden.’ De sector worstelt en zoekt letterlijk naar een nieuw evenwicht. Voor vragen over sociale zekerheid en duurzame inzetbaarheid biedt Loyalis dienstverlening voor de HR functionarissen. De UMC’s hebben daarvoor een abonnement bij Loyalis afgesloten; ze zetten de expertise van de verzekeraar in om “mensen langer aan de slag te houden”. Daar heeft Loyalis programma’s voor ontwikkeld. ‘Als je als organisatie alles hebt gedaan om uitval te voorkomen dan vult een verzekering de inkomensduikeling van de arbeidsongeschikte aan. Wij bieden drie varianten aan: 1) de doorbelastvariant (werkgever en werknemer betalen bijvoorbeeld ieder de helft van de verzekeringspremie) en 2) de zuiver collectieve variant: werkgever betaalt 100 procent. Een derde variant is een facultatieve optie: de semi-collectieve variant: als werknemer kun je individueel deel-
nemen aan het arbeidsongeschiktheidsproduct. Mensen worden daarbij zonder waarborg geaccepteerd, maar kunnen alleen deelnemen als er een bepaald volume binnen de organisatie is, die voor deze facultatieve variant kiest: we een stellen dan een deelnamegraad van tenminste 10% als voorwaarde. ZOALS EEN BRANDVERZEKERING Joost Rijnja lacht aan het einde van het gesprek. Hij vertelt dat directeuren in de sector graag met hem praten, om inzicht te krijgen in de veranderde situatie die veel vragen oproept bij personeelsleden. Uit zijn tas haalt hij een A4’tje, waarop zijn informatie in een simpele grafiek staat. ‘Je moet het niet ingewikkelder maken. Ik zeg altijd: Is er bij u in de straat wel eens een huis uitgebrand? Nee? Bij mij in de wijk ook niet én toch heeft iedereen een brandverzekering, omdat mensen de negatieve financiële gevolgen van een mogelijke brand op waarde schatten. Zo is het ook met een arbeidsongeschiktheidsverzekering. Het is geringe premie, voor kleine kans op een groot probleem.
Medische Innovatie Special _27
MEER SAMENHANG, MINDER COMPLEXITEIT Tot voor kort verkocht Dräger nog ‘gewoon’ medische apparatuur. Als gevolg van de herstructurering in de zorg en de groei van het aantal netwerkorganisaties in de ziekenhuiszorg, ligt de focus tegenwoordig op dienstverlening in de brede zin van het woord. Meer samenhang van technologie en organisatie staat daarbij centraal.
‘Wij moeten onze klanten durven kiezen. En zij moeten op hun beurt voor ons willen kiezen.’ ‘De huidige herstructurering van de zorg betekent dat de behoefte aan medisch technologische oplossingen continu verandert; zowel in volume als in kwaliteit. Dat vraagt om nieuwe business transactiemodellen die het mogelijk maken de functionaliteitsbehoefte te innoveren, uit te breiden of te beperken. Wij bieden daarom een transparant concept “op maat” voor toepassing en instandhouding van medische technologie,’ zegt Lauran Casteleijn, Sales & Marketing Director. SAMENHANG CREËREN Als gevolg van marktwerking en herstructurering transformeren zorginstellingen steeds meer van standalone naar aanbieders binnen een netwerk. Iedere aanbieder doet waar hij goed in is. De zorg is grofweg op-
28_
gesplitst volgens drie lijnen: 1. centralisatie van zeer complexe zorg, 2. decentralisatie van planbare zorg en 3. specialisatie van relatief eenvoudige ingrepen. Casteleijn: ‘Stel, drie ziekenhuizen gaan fuseren. Dat zullen ze doen in een netwerk volgens
deze drie lijnen. Waar Dräger zich op heeft toegelegd, is de complexiteit in de zorg te verminderen door samenhang te creëren in deze nieuwe context. Samenhang brengt kwaliteit, doelmatigheid en efficiëntie. De samenhang ontwerpen binnen onze producten is maar één aspect van onze business. Hoe we de organisatie van de klant kunnen helpen is vele malen belangrijker. De som is groter dan de afzonderlijke delen. Wat bedoel ik daar concreet mee? Neem de volgende situatie. Gisteren leverden we apparatuur vooral vanuit het oogmerk technologie, vandaag en
_ZORGINNOVATIES
morgen faciliteren we veel meer de functionaliteit anesthesie, de bewaking van de patiënt en ondersteunen we de logistiek van het OK proces. We kunnen moeilijke vraagstukken helpen oplossen met een combinatie van technologie en organisatie. Juist daar liggen kansen om integraal risico’s te verlagen, het proces te versnellen en de kosten te verlagen,’ zegt Casteleijn. De waarde voor de patiënt, de medewerkers van het ziekenhuis en Dräger komt het meest tot uiting bij organisaties die zoeken naar samenhang van technologie enerzijds en organisatie anderzijds. ‘Daar ligt dan ook onze focus, doelmatig meer kwaliteit bieden tegen goede condities. Wij moeten onze partners dus durven kiezen. Dat klinkt als een luxe probleem, maar het is meer een kwestie van noodzaak. Er gaat voor alle partijen kostbare energie verloren in achteraf reparatie van ‘falende
verkoopmethoden en/of inkoopbeleid,’ licht Casteleijn toe. Binnen de nieuwe context is ‘verkoop van medische technologie’ veranderd in ‘advies en ondersteuning’. Bijvoorbeeld, het veilig en minimalistisch ontwerpen van de werkplek infrastructuur, de medisch technologie en het ontsluiten van klinische informatie is maatwerk net zoals het ondersteunen van training en educatie die nodig is om bevoegd en bekwaam te kunnen werken.
eigendom hebben is niet meer noodzakelijk. Niet alleen uit solvabiliteitsoogmerk, maar ook omdat de technologische ontwikkelingen snel gaan en de benodigde capaciteit kan toenemen of afnemen. Dräger maakt het mogelijk om apparatuur terug te nemen en te vervangen voor nieuwe of andere technologie. ‘Hiervoor bieden wij een financiële oplossing. Vergelijk het met het aloude lease-model voor de auto,’ besluit Casteleijn.
UNIEK BUSINESS MODEL Om op middellange termijn versneld samenhangende functionaliteit te faciliteren ontwikkelde Dräger een uniek en transparant business model. Het doel is om ziekenhuizen continu state of the art functionaliteit te leveren en tegemoet te komen aan de wens om investeringspieken af te vlakken en kosten van zorg voorspelbaar te maken. Apparatuur in
Medische Innovatie Special _29
AVATAR VOORKOMT EENZAAMHEID EN BEVORDERT ZELFREDZAAMHEID VAN OUDEREN Een avatar of robot inzetten voor de ouderenzorg vermindert eenzaamheid onder de doelgroep, werkt preventief en kan ziekenhuisopname voorkomen, zegt Atrium-Orbis bestuurder Roel Goffin. ‘Maak gebruik van moderne technologie. Het bevordert zelfredzaamheid.’
afspraken maken met medebewoners om samen naar activiteiten te gaan. Ouderen staan daardoor meer in contact met buren.
Orbis Thuis, onderdeel van AtriumOrbis, is vooruitstrevend op het gebied van technologische innovaties. Hoe kun je ervoor zorgen dat ouderen met een lichte fysieke of mentale beperking in een verzorgingshuis of aanleunwoning zolang mogelijk de regie over hun leven behouden? Die vraag leidde tot een Europees project gefinancierd door externe subsidieverstrekkers zoals ZonMw in Nederland en AAL, Horizon 2020 en 7e Kader vanuit de Europese Unie. Orbis Thuis is daarin partner. Ouderen in diverse Orbis-zorgcentra leren spelenderwijs omgaan met een tablet. Zo werd de app Orbis Actief ontwikkeld, een hulpmiddel bij het dagelijks leven. Dit zorgt er mede voor dat ouderen
Een stap verder is de toevoeging van de persoonlijke Avatar (in de projecten CaMeLi en Miraculous) in de applicatie. Een virtuele ‘partner’ die helpt bij mobiliteit en veiligheid, gebruik van medicatie, op tijd eten en drinken, het vinden van zoekgeraakte objecten en het plannen van sociale activiteiten. Alleenstaande ouderen voelen zich door de spraakgestuurde Avatar minder eenzaam. De virtuele partner is zelfs in staat hun emoties te signaleren en daarop te anticiperen. ‘Wij borduren voort op wat er al is aan technologie en maken specifieke ontwikkelingen voor ouderen. Deze technologie is aanvullend, niet ter vervanging van personeel. Hiermee kun je zo lang mogelijk uitstellen dat een cliënt afhankelijk wordt van personeel. De zelfredzaamheid van kwetsbare ouderen houd je op deze manier zo groot mogelijk en je kunt voorkomen dat ze in het ziekenhuis belanden. Denk aan valpreventie. Met een stimulans tot oefeningen van de Avatar op de tablet is vallen te voorkomen: winst voor de cliënt en de zorginstellingen.’
De projecten zijn mede mogelijk gemaakt dankzij subsidie vanuit de Europese Unie in het kader van de programma’s Ambient Assisted Living (AAL) en 7e Kaderprogramma/ Horizon 2020 als ook de nationale programma’s waaronder ZonMw in Nederland.
30_
_ZORGINNOVATIES
VIRTUELE PROEFTUIN Honderd ouderen van de Orbis instellingen nemen deel aan de virtuele proeftuin van diverse projecten. Dat ging niet zonder slag of stoot, legt Goffin uit. ‘Acceptatie kost tijd. Als je een eenvoudige app ontwikkelt die inzoomt op wat voor ouderen belangrijk is, lukt dit wel. Neem eenzaamheid. Ouderen willen meestal graag contact met anderen, maar de stap om alleen naar een activiteit te gaan, is soms te groot. Met de gebruikersvriendelijke app kunnen ze in hun appartement makkelijk contact leggen met anderen. Wij testen en verbeteren de apps net zolang totdat ook de 80+ doelgroep zegt: ‘Dit vind ik hartstikke handig.’ Het moet een gewoonte worden dat ouderen zichzelf monitoren met dit soort hulpmiddelen. Wij vragen jongeren om ouderen wegwijs te maken op een tablet. Zowel jongeren als ouderen vinden dit heel speciaal. Het is leuk om van elkaar te leren.’ En als ouderen eenmaal enthousiast zijn en ze maken gebruik van de app Orbis Actief, willen ze meer, ervaart Goffin. ‘Ze raken geïnteresseerd in de persoonlijke Avatar en ga je een stap verder door in de woning van een senior een sensor te installeren. Vanuit een logische plek in de woonruimte ondersteunt de Avatar vervolgens het dagelijks leven van de bewoner. We zorgen ervoor dat het gebruiksgemak toeneemt voor de deelnemers. Zo kun je slagen maken op het gebied van monitoring en zelfredzaamheid.’
ROBOT Op kleine schaal experimenteert Orbis Thuis binnenkort met een sociale robot (project Grow Me Up). ‘Hij ziet wat je doet, komt je achterna en is daarmee een nog actievere virtuele partner. 'Heeft u zin in muziek of een spelletje?, Wilt u foto's van Sittard zien?'. Dat soort vragen stelt hij bewoners. Maar ook als je iets wilt weten; hoe je pannenkoeken bakt bijvoorbeeld, helpt de robot daarbij. Zo is hij iedereen van dienst. Uiteraard kun je een robot ook in een één op één situatie plaatsen.’ De diverse projecten uit de Europese proeftuin van Orbis Thuis hebben effect. Goffin ziet dat deelnemers meer naar activiteiten gaan. Dat ze trouwer hun medicatie innemen. Hij is er van overtuigd dat door de inzet van een Avatar ziekenhuisopnames voorkomen zijn. Én ouderen raken nieuwsgierig naar andere mogelijkheden die de tablet biedt.
‘Ouderen die nog nooit gemaild hebben, gaan dit opeens doen. Ze versturen foto's, Skypen met familie in Amerika, houden het nieuws bij. De tablet verrijkt hun leven. Voorheen lukte dit niet met de PC of laptop. Het intuïtief aanraken van knopjes is een groot voordeel voor ouderen. Het is
‘Winst voor cliënt en zorginstellingen’ mooi om te zien dat ouderen op deze manier enthousiast raken voor nieuwe technologie en zo meer zelfredzaam worden.’ www.atrium-orbis.nl
Medische Innovatie Special _31
INNOVATIE BIJ JANSSEN: BEHOEFTE VAN DE PATIËNT ALTIJD CENTRAAL “Er is genoeg te doen en er is geen tijd te verliezen”. Woorden die dr. Paul Janssen (1926-2003) regelmatig in de mond nam en die tot op de dag van vandaag actueel zijn in het bedrijf waarvan hij een van de grondleggers was: Janssen, de farmaceutische tak van de Johnson & Johnson familie van bedrijven. Hij doelde ermee op de voortdurende urgentie om tegemoet te komen aan de behoeften van patiënten. Behoeften die altijd zullen blijven mee veranderen met de tijd.
32_
SAMENWERKING VOLGENS OPEN INNOVATIEMODEL Janssen gelooft sterk in het koppelen van de eigen expertise aan die van anderen. Volgens het principe van een open innovatiemodel is het actief aangaan van partnerships met de onderzoekswereld, de overheid, health care professionals en patiënten aan de orde van de dag. Die samenwerking kent een basis van vertrouwen en transparantie. Het doel is immers hetzelfde: het leven van patiënten verbeteren. Een aanpak die de firma een aparte plaats geeft in de wereld van de gezondheidszorg. Janssen profileert zich als een betrokken, baanbrekend en betrouwbaar bedrijf.
VISIE TOT LEVEN BRENGEN Misschien is Janssen zelfs wel atypisch voor de farmaceutische branche. Hoofd R&D Pharmaceuticals van J&J, Paul Stoffels - ook een dr. Paul inderdaad -, verwoordt het als volgt:
PHNL/JAN/0415/0006
De filosofie van dr. Paul - zoals de 36.000 Janssen-medewerkers hem wereldwijd nog altijd kennen - ligt voorgoed verankerd in het van oorsprong Belgische Janssen. De voortdurende focus op de huidige behoeften als het gaat om nieuwe geneesmiddelen, is zijn inspirerende erfgoed. Wereldwijd gezien, zijn de meest actuele medische uitdagingen van dit moment volgens Janssen: oncologie, hiv, hepatitis C, immunologie, cardiovasculaire en metabole ziekten, tuberculose en verwaarloosde tropische ziekten (NTD's). Niet direct allemáál indicatiegebieden die de belofte van verkoopsuccessen in zich dragen. Toch zet Janssen er de tanden in. Omdat er wereldwijd ongelooflijk veel leed is op deze terreinen. Omdat de mogelijkheden om patiënten hulp te bieden er wel degelijk zijn en omdat het sinds jaar en dag een intrinsieke Janssen-reflex is om er dus voor te zorgen dat die oplossingen er ook komen. En bij voorkeur in samenwerking met zoveel mogelijk betrokken partijen.
_ZORGINNOVATIES
“We investeren niet alleen tijd en geld in middelen die de potentie hebben een blockbuster te worden. Ons doel is - heel eenvoudig - om een visie tot leven te brengen. Een visie die het leven van patiënten verandert én die waardevol is voor alle belanghebbenden. Janssen wil leidend zijn in het totstandbrengen van een fundamentele verandering in de manier waarop we met ziekten omgaan.”
VOORBEELDEN VAN GGGPROJECTEN VAN JANSSEN Janssen werkt op dit moment samen met een aantal Nederlandse ziekenhuizen aan de uitvoering van projecten in het kader van het goed gebruik van geneesmiddelen. Het gaat om projecten op het gebied van oncologie, dermatologie, hematologie, infectieziekten en psychiatrie.
Bent u ook geïnteresseerd in samenwerking met Janssen in het kader van GGG? Neemt u dan contact op met het Janssen Customer Service Center: 0800-242 42 42 of janssen@jacnl.jnj.com Meer informatie over het project Goed Gebruik Geneesmiddelen vindt u op: http://www.zonmw.nl/nl/programmas/programma-detail/goed-gebruik-geneesmiddelen/
GOED GEBRUIK GENEESMIDDELEN Het stopt voor ons niet als het middel is afgeleverd. In het kader van het project Goed Gebruik Geneesmiddelen (GGG) nam Janssen initiatieven tot samenwerking met Nederlandse ziekenhuizen. GGG is een programma dat onder de vlag van ZonMW startte in 2011 en nog loopt tot 2018. Doel is het bevorderen van het effectief, veilig en doelmatig gebruik van bestaande geneesmiddelen. Goed gebruik van geneesmiddelen verbetert immers de kwaliteit van de zorg en maakt dat geneesmiddelen zo doelmatig mogelijk gebruikt worden. Als producent van innovatieve geneesmiddelen vindt Janssen dit uiteraard belangrijk. Maar het feit dat het ook voor patiënten en ziekenhuizen van groot belang is, weegt minstens even zwaar.
Medische Innovatie Special _33
BLENDED HULPVERLENING Oplossing voor uw uitdaging? In de zorg wordt in toenemende mate gezocht naar manieren om zorgprocessen effectiever, efficiënter en transparanter te maken. Belangrijke uitdaging voor u als bestuurder is of u de hulp aan uw cliënten kan bieden waardoor zij effectief geholpen zijn, tegen een prijs waarvoor u een gezonde bedrijfsvoering kan voeren.
Cliënten krijgen meer eigen regie in het behandelproces.
KWALITEIT MET MINDER MIDDELEN Kwaliteit bieden en tegelijk bezuinigen: dat vraagt nieuwe, efficiëntere vormen van hulpverlening. Jouw Omgeving biedt een innovatieve oplossing waarmee u dit kan realiseren. Door de inzet van het online platform krijgen cliënten meer eigen regie in het behandelproces en vervullen hulpverleners een vernieuwde rol in maatwerk. Met de combinatie van face-to-face en online hulp – blended hulpverlening – kan de optimale mix van hulpverlening geboden wor-
34_
den, op maat gemaakt, terwijl er in de uitvoering minder tijd en kosten mee gemoeid zijn. Jouw Omgeving benut de mogelijkheden van ICT om een optimaal en lean hulpverleningsproces te realiseren. ONLINE BASIS VOOR DE TOEKOMST Blended hulpverlening is nieuw voor wie er net mee begint. Toch zijn blended behandelprogramma’s en e-health heel snel normaal. Dit biedt uitgebreide mogelijkheden het aanbod in de hulpverlening te verbreden,
verdiepen en bovendien toegankelijker en beter betaalbaar te maken. Wij ondersteunen organisaties bij de oriëntatie en implementatie van blended hulpverlening. De technische mogelijkheden en innovatieve behandelprogramma’s genereren een omslag in de werkprocessen binnen de organisatie. De online behandelprogramma’s zijn bovendien gebaseerd op evidence-based protocollen en er wordt onderzoek gedaan naar de effectiviteit van de digitale versies. Dit is een randvoorwaarde voor goede zorg. STUREN OP ZORGRESULTAAT Heldere en actuele managementinformatie is essentieel voor het efficiënt aansturen van een organisatie. Door de transitie(s) in de zorg is het bovendien belangrijker dan ooit om inzicht te hebben in prestaties binnen de hulpverlening. Net zoals voor cliënten de effecten van behandelingen beter zichtbaar worden, biedt het platform de organisatie meer inzicht in de effecten van strategische keuzes in de hulpverlening en biedt het de juiste informatie om als organisatie (bij) te sturen en koers te houden. Herkent u deze uitdaging en wilt u er concreet mee aan de slag neem dan contact met ons op via sales@jouwomgeving.nl of bel ons op 088 - 4 500 250
_ZORGINNOVATIES
BEHEERD EN COMFORTABEL Elektronische toegangscontrole Veel zorgprofessionals geven aan dat innovaties positief bijdragen aan de kwaliteit en doelmatigheid van de zorg, en zelfs noodzakelijk zijn. Als het gaat om toegang, dan is telkens de vraag hoe je op gecontroleerde en beheerde manier toegangsrechten geeft of ontvangt. Neem een thuiszorgmedewerker die de woning van een hulpbehoevende wil betreden of de toegang tot een medicijnkast in een verzorgingshuis. Dat heeft consequenties voor de veiligheid, privacy en comfort. Innovatieve technieken bieden uitkomst. NATUURLIJKE ELEKTROSTATICA - TOUCHGO Dementerende bewoners in een verzorgingshuis leven vaak met angst voor verlies van hun privacy, veiligheid, waardigheid en persoonlijke bezittingen. Het binnentreden van een verkeerde kamer leidt tot stress bij bewoners én het verplegend personeel. De oplossing: een elektronisch toegangscontrole systeem dat gebruik maakt van de natuurlijke elektrostatica van het lichaam. De door Kaba in eigen huis ontwikkelde technologie wordt uitgebracht onder de merknaam TouchGo. Er hoeft geen sleutel of pas te worden gezocht en aangeboden of codes te worden onthouden, een transponder in de tas of zak volstaat. De deur wordt ontgrendeld door de deurklink
te bedienen. Het verplegend personeel hoeft minder incidenten te rapporteren en heeft meer tijd voor de kerntaken. Resultaat: grotere tevredenheid en minder stress bij bewoners, personeel en directie. Het zorgt voor evenwicht tussen respectvolle behandeling, behoud van persoonlijke vrijheden en de noodzakelijke controle van de bewoners. SMARTPHONE Voor thuiszorgorganisaties is het essentieel snelle, comfortabele en gecontroleerde toegang te kunnen krijgen tot de woning van een cliënt. Een mobiele telefoon met NFC-technologie kan nu,
net als een chipkaart, een elektronische vergrendeling vrijgeven. Toegangsrechten kunnen via het Kaba exos systeem op elk gewenst moment door de beheerder via het GSM netwerk worden geregeld en zijn direct beschikbaar. Bij verlies of diefstal kunnen de rechten ook meteen worden geblokkeerd. Met koppeling aan het planningsysteem wordt het beheer van het zorgplanproces flink vereenvoudigd. De zorgsector onderkent steeds meer het belang van technische innovaties. Een uitgekiende, geïntegreerde toegangsoplossing levert veiligheid, comfort en kostenbesparing op.
Medische Innovatie Special _35
WISSNER-BOSSERHOFF: CARE, CURE, RENTAL EN SERVICE wissner-bosserhoff is al sinds 1952 een toonaangevende producent en leverancier van totaaloplossingen voor verzorgingshuizen, verpleegcentra en ziekenhuizen. De jarenlange ervaring, uitstekende kwaliteit en veiligheid van de producten én een perfecte service maken van wissnerbosserhoff Nederland B.V. een betrouwbaar en vooruitstrevend bedrijf dat bovendien bekendstaat om haar unieke innovaties.
Zo heeft wissner-bosserhoff in het voorjaar van 2014 een reinigingen desinfectiecentrum geopend. In dit centrum kunnen Anti Decubitus matrassen op een gewaarborgde manier worden gereinigd en gedesinfecteerd, wat kruisbesmetting helpt voorkomen. Dankzij een effectief logistiek systeem, dat is gerealiseerd door het Nederlandse team, is het mogelijk om zelf een opdracht te plaatsen en het hygiënische proces van het matras te volgen. wissnerbosserhoff levert hiermee een doorslaggevende bijdrage aan het naleven en verhogen van de hygiënenormen in ziekenhuizen en verpleegcentra. Een ander mooi voorbeeld van een innovatieve oplossing, is het Memoriana ruimteconcept. Dit is volledig afgestemd op patiënten met dementie en houdt rekening met hun speciale behoeften. Met behulp van een systematische evaluatie van ervaringen en bevindingen uit verpleegpraktijken is
36_
_ZORGINNOVATIES
een ruimteconcept ontstaan, dat rekening houdt met de behoeften van dementerenden. Zowel de bewoners als het verplegend personeel worden dankzij het Memoriana concept dagelijks ondersteund, wat een optimale woon- en verpleegomgeving oplevert. Hierin staan zelfstandigheid, oriëntatie en veiligheid voorop. Dat wissner-bosserhoff op het gebied van innovaties niet onopgemerkt blijft, blijkt wel uit de prestigieuze awards waarmee het bedrijf al meerdere malen is bekroond. Voor de innovatieve verpleegbedden
Sentida 5 en Sentida 6, sleepte het bedrijf de ‘Red Dot Design Award’ in de wacht en ontving zij de prijs voor ‘Het Beste Product van het Jaar’. De hoge kwaliteit, functionaliteit en ergonomie van deze lage en universele verpleegbedden zijn niet alleen vooruitstrevend, maar vormen de perfecte combinatie van veiligheid en welzijn. Ook het progressieve / intelligente verpleegbed Sentida7-i viel in de prijzen. En hoe! Met dit product scoorde wissner-bosserhoff een hattrick en ontving de iF Design Award, de Consumer Favorite Award én de Expert Favorite Award.
Medische Innovatie Special _37
BRENG HET GOEDE VAN TWEE WERELDEN BIJ ELKAAR Interview met Jannes Janssens, projectdirecteur Eyescan, door Ingrid Spelt
Ziekenhuizen krijgen het lastiger om de prijs van oogheelkunde op een fatsoenlijk niveau te krijgen en oogzorg aan te kunnen blijven bieden. Een effectieve mogelijkheid is deze laagcomplexe zorg te verstandigen, zegt projectdirecteur Jannes Janssens van Eyescan.
Hoe kun je zorg beter en goedkoper realiseren? Een vraagstuk dat politici en betrokken partners menig slapeloze nacht heeft bezorgd. De actie ligt op zoveel mogelijk terugbrengen naar de eerste lijn. Eyescan biedt deze mogelijkheid door een optometrist een dag of dagdeel te plaatsen in een huisartsenpraktijk én gaat in gesprek met besturen en specialisten van ziekenhuizen om oogheelkunde op hun locatie onder te brengen bij Eyescan.
HET GOEDE VAN TWEE WERELDEN BIJ ELKAAR BRENGEN Het concept van Eyescan slaat aan. Inmiddels telt de organisatie acht vestigingen met voor 85 procent verzekerde zorg. Met een projectdirecteur die uit de zorg komt en zijn sporen heeft verdiend aan het bed van de patiënt als hoofd verpleegkunde en na zijn studie bedrijfskunde belandde op de stoel van managementteamlid in diverse ziekenhuizen.
Kosten-batenanalyse: minder kapitaallasten en lagere overheadkosten voor een laagcomplex vak als oogheelkunde. Dus slimmer uitvoeren en goedkoper inkopen. Partijen worden partners in plaats van concurrenten mét meer oog voor de cliënt. Het ziekenhuis is mede-aandeelhouder en verliest de afdeling niet. Een zelfstandig behandelcentrum in een ziekenhuis is daarmee een winstgevende toevoeging in het zorgspectrum in Nederland.
Janssens: ‘Die ervaring op de werkvloer heeft me geholpen bij het verder ontwikkelen van Eyescan. Ziekenhuizen beseffen dat ze niet langer kunnen concurreren tegen zelfstandige behandelcentra. Zorgverzekeraars richten zich steeds meer op deze centra. Als ziekenhuis zul je op een andere manier moeten organiseren. Dan kun je beter samenwerken met een partij die meerdere oogklinieken heeft. Ik probeer het goede van twee
38_
werelden bij elkaar te krijgen. Samen kunnen we oogheelkunde in de volle breedte blijven uitoefenen. Patiënten vinden het prettig om in het ziekenhuis te blijven komen. Het blijft makkelijk om andere disciplines in te schakelen, een internist bijvoorbeeld, of een ok-ruimte in te plannen. Bovendien, de klantvriendelijkheid van een kleinschalig behandelcentrum kan positief effect hebben op de rest van het ziekenhuis.’ Janssens waakt ervoor dat Eyescan niet alleen de krenten uit de pap haalt. ‘Ik vind het alleen maar stoer als je zorgt biedt in een breed verband en niet gaat voor de makkelijke snelle behandelingen. Daarom is samenwerking met het ziekenhuis van belang. Samen zetten we een prijskwaliteitverhouding neer, die voor zorgverzekeraars aantrekkelijk is om in te kopen.’ Bestuurders en medisch specialisten moeten overwegen in welke situatie
_ZORGINNOVATIES
ze het voordeligst uit zijn. Welk deel van de zorg willen ze in eigen beheer houden en welk deel kunnen ze outsourcen? Oncologie is geen optie. Dat is zo ingewikkeld en multidisciplinair, maar laagcomplexe specialismen zoals oogheelkunde, dermatologie, orthopedie en KNO kunnen heel goed verzelfstandigen, meent Jans-
sens. ‘Én je krijgt meer betrokken medewerkers, die sneller handelen en innoveren. Specialisten steken er immers hun eigen geld in. Medeeigenaren gaan meer handelen als een ondernemer. Daarnaast: kleinere centra zijn slagvaardiger dan een ziekenhuis. Eyescan heeft een directie en een vestigingsmanager. Meer lagen zijn er niet. Cliënten zijn
blij met het extra stukje aandacht. Vragen hoe het met ze gaat en een kopje koffie aanbieden, doet het hem. Vooral ouderen stel je ermee op hun gemak. In een ziekenhuis is daar geen tijd voor. Kijk alleen maar naar jezelf: ik kom ook graag in winkels met klantvriendelijk personeel. In feite is Eyescan een retailconcept in een medische wereld.’ BASISZORG DICHT BIJ HUIS De directie van Eyescan wil uitbereiden. Het doel: in iedere provincie een vestiging van Eyescan realiseren. ‘Breng de basiszorg dicht bij de patiënt thuis. Dat kan als een van onze optometristen een dagdeel in de week zijn werk doet bij een huisarts. De patiënt hoeft niet ver te reizen en bij de huisarts ontstaat een stukje kennisverbreding. Ze hoeven minder door te verwijzen. Dit kan een enorme besparing in de gezondheidszorg opleveren. Onze optometrist beschikt over korte lijnen omdat hij ook in een van onze behandelcentra werkt. Een oogarts is zo ingeschakeld. In Drenthe hebben we zo'n pilot en kunnen patiënten in de eerste lijn geholpen worden. De eerste geluiden zijn veelbelovend en smaken naar meer. Voor een patiënt is naar de huisarts gaan een minder hoge drempel dan de weg naar het ziekenhuis.’ www.eyescan.nl
Medische Innovatie Special _39
FOOD
‘Laten we het consumeren transformeren!’
Catering
40_
t
Zuivel
t
Voeding
t
Consumptie
Vanuit de maatschappij klinkt steeds vaker de roep om een duurzaam voedingsbeleid in de zorg. Deze wens wordt door veel zorgbestuurders opgepikt, maar in praktijk blijkt het lastig om een visie op eten en drinken te formuleren en nog ingewikkelder om deze te vertalen naar de praktijk. Betere kwaliteit voedsel, meer aandacht voor de maaltijd, minder verspilling: hoe organiseer je dat? Phyllis den Brok adviseert zorginstellingen bij de implementatie van hun voedingsbeleid. “Duurzaamheid is een lastig begrip. Je kunt verzanden in de hoeveelheid punten die je aan kunt pakken. Prioriteiten stellen is dan ook essentieel.�
Medische Innovatie Special _41
‘VEEL MANAGERS WETEN NIET WAAR TE BEGINNEN’ Tekst: Bureau Bax
Foto’s: Phyllis den Brok
Het moet lekkerder, duurzamer en gezelliger. Eten en drinken staan steeds vaker op de agenda van zorgbestuurders. Toch blijkt het lastig om een visie op eten en drinken te formuleren en nog ingewikkelder om dat te vertalen naar de praktijk. Phyllis den Brok initieert en begeleidt projecten om voeding in zorginstellingen duurzamer vorm te geven.
Vanuit de maatschappij klinkt steeds vaker de roep om een meer duurzame manier van werken in de zorgsector. Met name in de langdurige zorg vragen cliënten, maar ook familieleden en mantelzorgers, waar het eten en drinken precies vandaan komt en hoe dit georganiseerd wordt. “Voor een zorginstelling is duurzaam eten en drinken een kans om zich te profileren,” meent Phyllis den Brok.
ONDERZOEK De Universiteit Wageningen heeft samen met Den Brok onderzoek gedaan naar de opbrengsten van investeren in voeding in de zorg. “Tot vijf jaar geleden werd eten en drinken vooral gezien als kostenpost. En hoewel het onderwerp nu hoger op de agenda staat, wordt niet gekeken naar wat het oplevert.” Het onderzoek van de Universiteit
Bij De Luwte, een locatie voor ouderenzorg in Amstelveen, helpen cliënten mee in de moestuin.
42_
van Wageningen spitste zich toe op participatie, gezondheid, kwaliteit van leven. Bij een aantal instellingen voor ouderenzorg hebben de onderzoekers een proefproject uitgevoerd. “Cliënten werden actief betrokken bij de bereiding van de maaltijd en personeel kreeg extra kennis om dit te kunnen ondersteunen. Resultaat was dat de cliënten het eten lekkerder vonden. Ook verbeterden de sociale interactie en de sfeer aan tafel. Kortom, de kwaliteit van leven ging omhoog.” PRIORITEITEN Omdat veel zorginstellingen worstelen met de praktische uitwerking van een duurzaam voedselbeleid, geeft Den Brok advies. Recent afgerond is het project Lekker Betrokken! dat de afgelopen drie jaar in 22 zorginstellingen heeft gedraaid. Organisaties die meededen kregen advies en begeleiding van Den Brok. Het project werd bekostigd door partners als IntraKoop, LIB en Sodexo. Over het resultaat van Lekker Betrokken! is Den Brok gematigd enthousiast. “Veel managers en bestuurders in de zorg roepen van alles over duurzaamheid, maar zijn heel aarzelend als het gaat om de praktische uitvoering. Ze weten niet waar ze moeten beginnen en laten het er dan bij zitten. Duurzaamheid is een lastig begrip. Je kunt verzanden in de hoe-
_FOOD
Zorgorganisatie Dichterbij laat cliënten participeren in het proces rondom de maaltijd.
PHYLLIS DEN BROK
Phyllis den Brok werkte jarenlang als manager in de zorg. Ze was verantwoordelijk voor de aansturing van productiekeukens en voor het organiseren van eten en drinken op afdelingsniveau en voor kleinschalig wonen. Inmiddels adviseert ze met haar bedrijf Phliss zorginstellingen over de meerwaarde van eten en drinken en wat dit kan opleveren met betrekking tot participatie, kwaliteit van leven, duurzaamheid en kostenbesparing. Den
veelheid punten die je aan kunt pakken. Daarom is een duidelijke visie belangrijk. Aan de hand daarvan kies je je prioriteiten zodat het behapbaar en hanteerbaar blijft.” SUCCESSEN Gelukkig zijn er op organisatieniveau ook de nodige successen behaald. Als voorbeeld noemt Den Brok het St. Elisabeth Ziekenhuis in Tilburg waar de nadruk lag op het terugdringen van de voedselverspilling. “Ze zijn op drie afdelingen begonnen met metingen: Wat komt er in de afvalbak? Welke maaltijden worden niet opgegeten? Daaruit bleek dat verschillende porties nodig zijn. Ze zijn meer op maat gaan koken en hebben foto’s
gemaakt van het eten. Zo weten patiënten wat ze kunnen verwachten en wordt er minder weggegooid. De nieuwe aanpak heeft geleid tot eenderde minder voedselverspilling. Het ziekenhuis gaat deze maatregelen nu verder uitrollen over alle afdelingen,” vertelt Den Brok enthousiast. Een ander succes van Lekker Betrokken! is een project bij De Luwte een locatie van Zonnehuisgroep Amstelland. Hier is het hele programma rondom de maaltijd anders aangepakt waardoor er vijftig procent minder voedselverspilling is. Daarnaast is er bij De Luwte een moestuin aangelegd, waar cliënten en omwonenden hun eigen groente en kruiden kunnen kweken voor het avondeten.
Brok werkt nu aan een boek waarin ze haar visie en werkwijze beschrijft. In het najaar van 2015 ligt het boek in de winkel. Meer info: www.phliss.nl.
Medische Innovatie Special _43
STAPJ E VOOR STAPJE NAAR DUURZAAM
Tekst: Bureau Bax
Het Deventer Ziekenhuis serveert zijn patiënten enkel nog vis die duurzaam gevangen is, kip die een beter leven heeft gehad en biologisch varken en rund van de slager uit de regio. Het ziekenhuis heeft de afgelopen drie jaar meegedaan met Lekker Betrokken!, een project om eten en drinken duurzamer te organiseren. Marian Streppel, manager voeding, vertelt hoe de nieuwe aanpak in Deventer langzaam vorm krijgt.
“Iedere mogelijkheid om eten en drinken voor de patiënten duurzamer, verantwoorder, gezonder en eerlijker te krijgen, greep ik aan. Dat betekende dat ik met van alles tegelijk bezig was. Pas toen het Deventer
duurzaamheid structureel in te bedden in de organisatie, te beginnen bij eten en drinken. Om dit handen en voeten te geven, kregen we hulp van een projectadviseur. Samen zijn we gaan kijken wat we
Ziekenhuis een van de 22 deelnemers werd van het project Lekker Betrokken! hebben we een visie ontwikkeld op voeding en meer structuur aangebracht in het proces. Het doel van Lekker Betrokken! was om
in het Deventer Ziekenhuis al deden en hoe het beter kon. Het werd me duidelijk dat we moesten kiezen voor bepaalde speerpunten. Om in kaart te brengen wat onze patiënten belangrijk vinden op het gebied van
44_
eten en drinken, hebben we enquêtes gehouden. Milieu, diervriendelijkheid en ‘geen kunstmatige toevoegingen’, stonden op nummer één, twee en drie. Aan deze punten hebben we acties verbonden.” TERUGVERDIENEN “Een van die acties was ‘beter vlees en duurzame vis’. Kip en vis hadden we redelijk gauw voor elkaar, maar rund- en varkensvlees bleken enorm lastig. We hebben geen productiekeuken meer, dus vlees moet voorgegaard aangeleverd worden. Ook al werken we met verschillende producenten, voorgegaard biologisch vlees was niet te krijgen. Uiteindelijk hebben we een alternatieve oplossing bedacht en halen we ons vlees nu bij een slager in de buurt. Het vlees wordt vervolgens klaar gemaakt in de keuken van de GGZ-instelling naast het ziekenhuis. Ik ben zeker een half jaar bezig geweest om het rond te krijgen. Ik ben best trots dat het gelukt is. Betere voeding is duurder, maar met ons andere project om voedselverspilling in het ziekenhuis terug te dringen, verdienen we dat geld voor een deel terug. We houden regelmatig voedseltellingen zodat we weten wat er over blijft en hoe we beter kunnen inkopen. Ook halen we bijvoorbeeld ons brood bij de plaatselijke warme bakker. Daar kunnen we nog tot het eind van de middag, wan-
_FOOD
neer we zicht hebben op brood dat over is van de lunch, onze bestelling doorgeven. We hebben de verspilling met deze maatregelen al een heel stuk teruggedrongen. Op jaarbasis verdienen we hier zo’n 6300 euro mee.”
‘We halen ons vlees bij een slager in de buurt’
DRAAGVLAK “Niet al onze acties zijn succesvol. Een van de pilots die we hebben gedaan, betrof het inzamelen van plastic afval. Hiermee zijn we helaas gestopt. De afvalverwerker kon hier niet goed mee omgaan. Het werd te ingewikkeld en daardoor een kostenpost. Heel jammer. Ik probeer nu de hoeveelheid plastic terug te dringen door zo min mogelijk plastic het ziekenhuis binnen te halen. Maar dat is best lastig. Om de voedselveiligheid te kunnen garanderen wordt veel etenswaar in plastic verpakt. Een leverancier heeft voorgesteld om het plastic dat hij binnenbrengt, weer mee te nemen. Dat is een heel mooi begin. Het project Lekker Betrokken! heeft voor ons een aanjaagfunctie gehad en de resultaten die we hebben geboekt, zijn er mede dankzij de ondersteuning die we hebben gekregen. Het project is afgesloten, maar voor ons stopt het hier niet. De verduurzaming van eten en drinken wordt breed gedragen in het Deventer Ziekenhuis, ook door het management en de raad van bestuur. Dat is belangrijk voor het vervolg. Stapje voor stapje gaan we kijken welke volgende doelen we kunnen realiseren en hoe we de kosten daarvoor kunnen terugwinnen. Het eerste punt is diervriendelijk broodbeleg.”
Medische Innovatie Special _45
‘WE ZIEN ONZE CLIËNTEN OPBLOEIEN’ Tekst: Bureau Bax
Wat is gezond en wat niet? Dichterbij, een zorgorganisatie voor mensen met een verstandelijke beperking, wil meer aandacht besteden aan een gezonde leefstijl. Om dit handen en voeten te geven zijn ze het project Proeftuintjes gestart waarbij cliënten en medewerkers samen zorgdragen voor de maaltijd. Directeur Helen Flören vertelt.
gehandicapt zijn, verspreid over heel onze organisatie, hebben we Proeftuintjes opgezet.”
WAT WAS DE AANLEIDING VOOR HET PROJ ECT PROEFTUINTJ ES? “We zijn bij Dichterbij in 2011 met een uitgebreid empowerment programma begonnen dat zich richt op veiligheid, diversiteit en gezonde
nis vergaren over wat een gezonde leefstijl is. Hiervoor hebben we het project Proeftuintjes opgezet. Dichterbij heeft zo’n 5000 medewerkers en ongeveer net zoveel cliënten. De organisatie is verspreid over honderden locaties in Noord-Brabant,
WAT WAREN DE BELANGRIJKSTE INGREDIËNTEN VAN HET PROJECT? “Het belangrijkste uitgangspunt was cliënten meer zeggenschap te geven. Onze organisatie heeft een instellingsgeschiedenis; vroeger kreeg iedereen hetzelfde geserveerd. In ons denken en doen, zijn daar nog
leefstijl. We vinden het belangrijk dat cliënten meer zeggenschap krijgen over eten en drinken. En dat zowel cliënten als medewerkers meer ken-
Gelderland en Limburg. In zeven verschillende teams met cliënten die behoorlijk zelfredzaam zijn, maar ook met cliënten die ernstig meervoudig
best wat restjes van achtergebleven. Daar willen we vanaf. In de Proeftuintjes hebben de medewerkers en de cliënten heel veel gesprekken ge-
46_
_FOOD
voerd over eten en drinken. Wat is gezond en wat niet? Waar komt ons eten vandaan? Wat is wel lekker, maar eten we toch niet elke dag? Hoe eet je eigenlijk? Hoe kun je een maaltijd extra gezellig maken? Over al dat soort vragen werd gesproken en daarbij werd voorlichting gegeven. Vervolgens hebben we de cliënten ook meer praktisch bij het hele proces rondom de maaltijd ingezet. Menu’s samenstellen, inkopen doen, koken, tafel dekken, afruimen. Overal werden ze bij betrokken.” WAT VOOR EFFECT HAD DIT OP DE CLIËNTEN? “We hebben onze cliënten zien groeien. Doordat ze meer zeggenschap hebben gekregen, maar ook meer kennis hebben over eten en drinken en meer bijdragen in het proces, voelen ze zich nuttiger en staan ze meer in hun eigen kracht. Ik ben zelf een paar keer aangeschoven bij een maaltijd in een van de Proeftuintjes. Dat was ongelooflijk mooi om te zien. Tafels die prachtig waren gedekt, en
uitgebreide uitleg bij de gerechten die geserveerd werden. Maar ook leuke ervaringen die gedeeld werden aan tafel. Zo vertelde een cliënt dat hij normaal altijd bij zijn moeder gaat eten, maar dat hij haar nu eindelijk eens kan uitnodigen om bij hem te komen eten. Een andere jongen liet weten dat hij de tuin van het huis heeft omgespit om er een groentetuin van te maken. We hebben cliënten zien opbloeien.” WAT VOOR OBSTAKELS KWAMEN JULLIE TEGEN? “Het vraagt een andere manier van werken van onze medewerkers. Van de zeven teams die meededen met het project, stond niet iedereen meteen te juichen. De ‘belangrijkheid’ werd niet altijd gezien. Medewerkers zijn soms bang dat het veel tijd kost, maar wanneer de cliënten actief meehelpen, scheelt dat ook werk. Het vraagt een andere manier van organiseren en een andere manier van denken. Dat veranderen is ongelooflijk lastig.”
DE PROEFPERIODE IS AFGEROND. WAT NU? “In de teams waar we het project gehouden hebben, wordt op dezelfde voet verder gewerkt. Cliënten, maar ook de medewerkers willen niet meer terug naar de oude situatie. Het idee is om ook in onze andere teams cliënten meer te betrekken bij het proces rondom de maaltijd. Maar dat gaat nog niet zo snel. Wel ontstaat er langzaam een soort bewustwording. En op een groeiend aantal locaties wordt weer zelf gekookt.”
BOEK
Zorgorganisatie Dichterbij heeft om de aandacht te vestigen op gezonde leefstijl niet alleen het project Proeftuintjes gelanceerd, er is ook een boek gemaakt. In Mond, hartje, buik, poepen staan gedichten van cliënten over hun visie op eten, drinken en gezond leven. De illustraties zijn van Pascale Companjen.
Medische Innovatie Special _47
BETERE ZORG EN VERMINDERING VAN KOSTEN Met hun vertrouwde merken en nutriëntrijke zuivelproducten biedt FrieslandCampina Foodservice zorginstellingen volwaardige voeding voor cliënten met ondervoedingsverschijnselen of vochttekort. Dit heeft een betere zorg en vermindering van kosten tot gevolg. Marcel Pols, Sales Manager FrieslandCampina Foodservice, legt uit wat de meerwaarde is van zuivel. ‘Je ziet dat er steeds meer aandacht is voor de relatie tussen voeding en gezondheid. FrieslandCampina heeft een speciale tak voor de zorgsector, Cure and Care, die zicht richt op de intramurale zorg. Het deel Cure bedient de ziekenhuizen, Care richt zich
op de verpleeg- en verzorgingshuizen, GGZ en de gehandicaptenzorg. Zuivelproducten bevatten veel voedingsstoffen, waaronder eiwitten, calcium en vitamine B12. De verwachting is dat het belang van voeding in relatie tot gezondheid zal toenemen: ‘We worden ons steeds meer bewust van het feit dat je bent wat je eet. Wij kunnen met onze vertrouwde merken en producten een rol spelen om de zorg beter te maken op het gebied van gezondheid, gastvrijheid en duurzaamheid.’ ONDERVOEDING EEN MEDISCH PROBLEEM Onvoldoende of niet goed eten leidt tot gezondheidsproblemen. Daar staat tegenover dat 15 – 20% van de zelfstandig wonende ouderen met thuiszorg ondervoed i. In verpleeg- en verzorgingshuizen is dat 20-25% en in ziekenhuizen 25-40% (bron: www.ouderenfonds.nl). FrieslandCampina heeft het thema gezondheid uitgewerkt naar enerzijds ondervoeding en anderzijds vochtbalans. Marcel Pols: ‘Ondervoeding is een medisch probleem. Algemeen bekend is dat zieke, eenzame oude-
48_
ren slecht voor zichzelf zorgen en vaak onvoldoende eten en drinken. Wij vragen aandacht voor de rol die zuivelproducten kunnen spelen om ondervoeding te voorkomen of te bestrijden. Ondervoeding betekent namelijk een lagere kwaliteit van leven, traag herstel, minder afweer en afnemende spiermassa.’ Zorginstellingen verstrekken ondervoede cliënten vaak standaard ijzeren eiwitrijke drinkvoeding. In veel gevallen vindt de cliënt deze voeding niet lekker en bovendien is het duur. Alternatieven zijn bijvoorbeeld volle kwark, yoghurt, chocomel, vla en slagroom. ‘Deze producten verminderen de kans op ondervoeding, zeker als je vaker op de dag iets aanbiedt. Introduceer een ‘snacklijst’ in ziekenhuizen met lekkere producten. De besparing op de drinkflesjes weegt op tegen de kosten. Zuivel draagt bij aan betere en betaalbare zorg,’ zegt Pols. Hij maakt de kanttekening dat bij zeer ernstig zieken ook zuivel het gewichtsverlies niet volledig kan compenseren. ONDERSTEUNING IN KENNISDELING Zorgpartners Midden-Holland ging enige jaren geleden de uitdaging aan cliënten zelf te laten kiezen wat ze willen eten en drinken. Met het advies van FrieslandCampina - die heeft ondersteund in de kennisdeling over het onderwerp - vormde
_FOOD
WIE: Marcel Pols, Sales Manager,
de bestrijding van ondervoeding een belangrijk onderdeel van het nieuwe beleid. De afdeling diëtetiek stelde een lijst op met 60 verschillende tussendoortjes, die voldoende eiwit en energie bevatten voor mensen met risico op ondervoeding. Veel zuivelproducten voldoen aan deze criteria en zijn zowel op de tussendoortjeslijst als op het normale menu goed vertegenwoordigd. “Zet een paar pakken Campina vla op tafel en een spuitbus slagroom en het is feest,” zo vat een medewerker het samen. Het nieuwe eet- en drinkbeleid heeft effect; de ondervoeding daalde in 2012 op de deelnemende locatie met ruim 30%, het gebruik van drinkvoeding nam af met 15%. VOORLICHTING EN TRAINING DIËTISTEN Om de wetenschappelijke kennis over zuivel te verbreiden verzorgt FrieslandCampina Foodservice onder meer voorlichting aan en training van diëtisten en voedingsassistenten. De
training over vochtbalans is er één van. ‘Wij combineren het thema ondervoeding met dat van vochtbalans. In de medische opleidingen is relatief weinig aandacht voor goede voeding. Het heeft minder prioriteit. Terwijl Hippocrates toch zei: “Laat voeding uw medicijn zijn”. Wij adviseren ziekenhuizen een drankenkaart in te voeren met bijzondere en lekkere dranken. Denk aan smoothies en milkshakes, dranken dus waarin zuivel en sappen zijn verwerkt. Wij zien in ziekenhuizen steeds vaker dat ernstig zieke cliënten iets lekkers, iets bijzonders, wordt aangeboden. Dit heeft niet alleen met gezondheid, maar ook met gastvrijheid te maken. De vertrouwde merken van FrieslandCampina maken dat patiënten het eten en drinken meer zoals thuis kunnen ervaren. Tenslotte benoemt Pols het belang van duurzaamheid. ‘Het proces van “gras tot glas” doen wij op de meest duurzame manier en daarbij werken we transparant.
FrieslandCampina Foodservice
WAT: Afdeling Cure and Care, FrieslandCampina Foodservice, zuivelproducten voor cliënten in intramurale zorg. FrieslandCampina Foodservice is onderdeel van Royal Friesland Campina. Elke dag voorziet Royal FrieslandCampina miljoenen consumenten verspreid over de wereld van zuivelproducten met waardevolle voedingsstoffen. Met een jaaromzet van 11,4 miljard euro behoort FrieslandCampina tot de vijf grootste zuivelondernemingen in de wereld.
KLANTEN: Ziekenhuizen (Cure) en verpleeg- en verzorgingshuizen, GGZ instellingen en instellingen in de gehandicaptenzorg (Care)
MARKTAANDEEL: FrieslandCampina is marktleider op het gebied van zuivel en sappen met de merken Campina, Chocomel en Appelsientje.
Medische Innovatie Special _49
FAC I L I TA I R
‘Wij ondersteunen het primaire proces’
Verschaffen
50_
t
Ondersteunen
t
Diensten
t
Praktisch
Bezuinigingen, personeelstekorten, vergrijzing en zelfbewustere cliĂŤnten; de zorg is in transitie en daarmee de facilitaire dienstverlening binnen de sector. Zo speelt hospitality een steeds grotere rol, wint het begrip healing environment terrein en wordt outsourcing van diensten en processen gebruikelijker. Zorgmanagers staan voor de taak de bedrijfsvoering te herstructureren en optimaal in te richten voor de toekomst. Volgens Carel Wielinga van Hospitality Group kunnen zorginstellingen het best inspelen op de veranderingen door te transformeren van taakorganisaties naar marktorganisaties en klantgerichte dienstverlening te bieden aan individuele consumenten.
Medische Innovatie Special _51
DE PATIËNT ALS KLANT Tekst: Saar Slegers
Het Nederlandse zorgbestel is duur. Herstructurering is nodig want als we niet oppassen gaat straks 40 procent van ons inkomen naar de zorg. Maar hoe kan er bezuinigd worden, zonder dat zieken, gehandicapten en ouderen straks zitten te verkommeren? Volgens Carel Wielinga, specialist op het wgebied van bedrijfsvoering binnen de zorg bij Hospitality Group, moeten zorginstellingen transformeren naar marktorganisaties.
WAT GAAT ER MIS IN DE BEDRIJFSVOERING VAN NEDERLANDSE ZORGINSTELLINGEN? “Zorginstellingen hebben nog te weinig oog voor de behoeften van de individuele patiënt. Ze hebben duidelijk omschreven taken. Voor elke diagnose of indicatie is er een standaard pakket van aangeboden diensten en zijn er standaard financieringsmogelijkheden. Zorginstelling zouden beter moeten nadenken over de vraag: Op welke service zitten patiënten of bewoners eigenlijk te wachten? En wat hoeft voor hen helemaal niet?” KRIJGEN PATIËNTEN STANDAARD TEVEEL AANGEBODEN? “Het probleem is dat veel zorginstellingen uitgaan van allerlei vanzelfsprekendheden. Ouderen in een verzorgingstehuis krijgen drie maaltijden per dag bijvoorbeeld. Ook wordt de was voor hen gedaan. Deze dienstverlening wordt verplicht aangeboden, maar hoeft eigenlijk helemaal niet vanzelfsprekend te zijn. Misschien regelen sommige bewoners deze taken liever zelf. Omgekeerd kan er ook vanalles niet. Mijn moeder ging vroeger graag zwemmen. Toen ze in een zorginstelling terecht kwam, werd dat lastig. Haar kinderen woonden tot zo’n 200 kilometer verderop en konden haar niet begeleiden. Ik belde met de
52_
_FACILITAIR
zorginstelling om te kijken of we toch iets konden regelen. Als we daarmee de kwaliteit van leven voor mijn moeder konden verbeteren, hadden mijn zus en ik daar best wat geld voor over. Maar het antwoord van de zorginstelling was duidelijk: Nee, dat is niet mogelijk. En daarmee hield het op. Heel frustrerend.” HOE KAN HET BETER? “Als zorginstellingen transformeren van taakorganisaties naar marktorganisaties en klantgerichte dienstverlening bieden aan individuele consumenten. Laat ieder mens zoveel mogelijk de regie over zijn eigen leven en zorgproces houden. Als je automatisch allerlei voorzieningen biedt, worden mensen afhankelijk.
bijvoorbeeld een luxere maaltijd of een sportactiviteit. Ook goed.” WAT ZIJN DE VALKUILEN VOOR ZORGORGANISATIES DIE MEER KLANTGERICHT GAAN WERKEN? “Een zorginstelling die wil transformeren naar een marktorganisatie moet zich onder andere afvragen: Kan onze administratie dit wel aan? Maatwerk betekent dat patiënten zorg op ‘stuksbasis’ kunnen inkopen en dat dus niet alles automatisch all-inclusive is. Gevolg is dat je als organisatie opeens geld moet gaan innen bij particulieren en een debiteurenrisico loopt. Dat betekent een hele omslag.”
vragen: Wil de cliënt dit echt? En hoe kunnen wij dit bieden? Een goede balans tussen verantwoordelijkheid en zakelijkheid is hierbij essentieel. Je moet mensen de zorg geven waar ze om vragen en niet meer dan ze nodig hebben. De zakelijkheid mag niet doorslaan. Een zorgmedewerker mag niet het gevoel krijgen: Zit ik hier nu een oud dametje af te persen?” KUNNEN KWETSBARE GROEPEN ZELF DE JUISTE BESLISSINGEN MAKEN? MENSEN MET EEN GEESTELIJKE BEPERKING BIJVOORBEELD? “Natuurlijk moeten kwetsbare mensen geholpen worden. Mensen die niet wilsbekwaam zijn bijvoorbeeld,
‘Een goede balans tussen verantwoordelijkheid en zakelijkheid is essentieel in de zorg’ Doe je dat niet, dan gaan mensen zelf op zoek naar oplossingen en behouden ze meer zelfstandigheid. Geef mensen die in een GGZ of in de ouderenzorg belanden een budget voor de was, de schoonmaak, het eten en laat ze zelf bepalen aan welke zorg ze behoefte hebben. Willen zij zelf hun was regelen? Prima! Hebben ze wat extra geld over voor
VERANDERT DAN OOK DE RELATIE TUSSEN VERPLEGEND PERSONEEL EN DE PATIËNT? “Zeker. Zorgprofessionals voelen zich vaak heel verantwoordelijk voor hun patiënten of cliënten. Soms gaan ze daarin te ver en vullen ze voor de patiënt in wat zij nodig hebben. In plaats daarvan moeten ze zich steeds af-
kunnen die regie simpelweg niet aan. Maar vaak kan iemand die intensieve zorg nodig heeft, best zelf beslissingen nemen. Kijk naar de individuele gevallen. Hoe kunnen we de levenskwaliteit van deze specifieke patiënt verhogen? Ik zeg altijd: One solution fits nobody.”
Medische Innovatie Special _53
HEALING ENVIRONMENTS ONDER DE LOEP Tekst: Bureau Bax
In hoeverre heeft de fysieke omgeving invloed op het herstel en welbevinden van patiënten? Milee Herweijer, interieurarchitect bij Op ten Noort Blijdenstein, doet aan de TU Delft onderzoek naar healing environments en brengt de bewezen effecten ervan in kaart. “Met mijn onderzoek wil ik ontwerpers en bestuurders in de zorg handvatten bieden voor evidence based design.”
HERSTEL EN WELZIJN Vaak wordt het begrip geassocieerd met kleurrijk, warm en gastvrij, maar een sfeervolle ruimte is volgens Milee Herweijer niet per definitie ‘helend’. “Sfeer is wel degelijk een
patiënt -, maar het gaat veel meer over functionaliteit en effectiviteit. Zo is wetenschappelijk bewezen dat grotere badkamers het aantal valincidenten in ziekenhuizen doen afnemen.” In haar onderzoek omschrijft
Intensive Care afdeling, UMC Utrecht, foto: Luuk Kramer
belangrijk element in een healing environment - een prettige omgeving biedt afleiding en reduceert daarmee eventuele angt of stress bij de
54_
Herweijer healing environments als ‘omgevingen waarin ontwerpelementen bijdragen aan het herstel en welzijn van de patiënt’.
Ze onderscheidt verschillende categorieën waarop de architect invloed kan uitoefenen. De eerste is de veiligheid van de patiënt. In het ziekenhuis worden patiënten bijvoorbeeld vaak verplaatst. Van een eenpersoonskamer naar een vierpersoonskamer en van een plek bij de deur naar een plek bij het raam. “Dat verplaatsen brengt risico’s met zich mee”, zegt de interieurarchitecte. “Er is meer kans op besmetting en het oplopen van infecties, bovendien kost het verpleegkundigen veel tijd en kunnen er medische en administratieve fouten worden gemaakt. Het gevolg is dat een patiënt langer in het ziekenhuis moet verblijven dan aanvankelijk de bedoeling was. De architect kan dit probleem oplossen door te zorgen voor (meer) eenpersoonskamers in plaats van meerpersoonskamers.” KUNNEN KIEZEN Ook het welbevinden van de patiënt kan de ontwerper beïnvloeden. Als patiënten bijvoorbeeld de weg in het ziekenhuis kwijtraken, ervaren ze stress. Een goede routing kan dit voorkomen. Ook kunnen architecten meer privacy creëren. Herweijer: “In veel ziekenhuizen staan nog van die lange banken, waarop bezoekers als kippen op een stok naast elkaar zitten. Het is wetenschappelijk bewezen dat mensen dat niet prettig vinden. Mensen willen kunnen kiezen.
_FACILITAIR
Bartholomeus Gasthuis, foto: ONB
Vooral patiënten die de hele dag in een ziekenhuis doorbrengen hebben behoefte aan variatie: van een plek om koffie te drinken, tot een plek om te wachten, te lezen of te werken.” De laatste categorie betreft de medische staf. Minder stress, meer efficiency, effectiviteit en tevredenheid bij het personeel bevorderen de genezing van de patiënt. Zo is uit onderzoek gebleken dat patiënten sneller genezen als ze meer aandacht krijgen. “Verpleegkundigen lopen gemiddeld zes kilometer per dag”, vertelt Herweijer. “Dit kost veel tijd en energie. Door de looproutes te
van kennis en ervaring die beschikbaar is. Herweijer: “Er moet meer gekeken worden naar het beoogde resultaat van de toegepaste middelen. Als nagedacht wordt over het effect van een goed wachtzitje, een groot raam of een veilige badkamer, worden beter gefundeerde ontwerpbeslissingen genomen.”
MILEE HERWEIJER t Milee Herweijer is interieurarchitect bij Op ten Noort Blijdenstein (www.onb. nl). Ze werkte aan diverse zorgprojecten waaronder het Bartholomeus Gasthuis in Utrecht en de afdeling
Met haar onderzoek wil ze bestaande wetenschappelijke kennis bundelen en architecten en ziekenhuisbestuurders helpen bij het creëren van een healing environment. “Ik denk dat het daarnaast van groot belang is dat architecten en ziekenhuisbestuurders
Intensive Care van het UMC Utrecht. Ruim vier jaar geleden startte ze haar promotieonderzoek naar healing environments aan de afdeling Bouwkunde van de TU Delft bij professor W. Patijn en professor C.
‘Door looproutes te verkorten krijgen verpleegkundigen meer tijd voor de patiënt’ verkorten kunnen ze meer tijd besteden aan de patiënten.” SAMENWERKEN Ze las honderden artikelen en boeken over healing environments en bezocht tien vooraanstaande ziekenhuizen. Wat haar opviel was dat er nog weinig gebruik gemaakt wordt
Wagenaar. Zij rondt haar onderzoek dit jaar nog af. Milee.Herweijer@onb.nl
opgedane kennis en ervaringen op dit gebied met elkaar delen. Ook als die negatief zijn. Als er meer wordt samengewerkt hoeft het wiel niet steeds opnieuw uitgevonden te worden en kan er een grote stap gezet worden naar betere ziekenhuisomgevingen.”
Medische Innovatie Special _55
HUTTEN FOOD CARE WIL BIJDRAGEN AAN EEN BETER LEVEN Goed eten en drinken en oprechte aandacht voor patiënt, beleving en omgeving dragen bij aan het herstel van mensen. Daar gelooft Hutten in. Het zijn de speerpunten van Hutten Food Care. Op het gebied van gastvrijheid, eten en drinken kan Hutten Food Care opdrachtgevers van A tot Z ontzorgen. Hutten neemt actief stelling als het gaat om het bevorderen van vitaliteit en een gezonder leven. Daarvoor zet zij haar expertise in binnen verschillende projecten die gaan over het ontwikkelen en testen van voeding voor specifieke doelgroepen, zoals ouderen en kankerpatiënten.
Het doel van Hutten Food Care is een substantiële bijdrage leveren aan het welzijn van patiënten, gasten en bezoekers door het exploiteren en beheren van alles wat met eten en drinken te maken heeft binnen Care en Cure omgevingen. Hutten is in staat de gehele ‘keten’ van gastvrijheid voor de opdrachtgever voor te bereiden, te regisseren, te managen en uit te voeren. Hutten wil de beste zijn, echt kunnen toevoegen. Bij een overname van medewerkers, start Hutten een intensief begeleidingstraject. Daarbij hanteert Hutten een mensgerichte aanpak, waarbij we ruimte maken voor alle onzekerheden en emoties die spelen in zo’n traject. HUTTEN EN ZIEKENHUIS BERNHOVEN Een voorbeeld is de samenwerking tussen Hutten en Ziekenhuis Bernhoven in Uden. Hutten introduceerde er een revolutionair eten- en drinkenconcept. De patiënt is gast van Bernhoven en bepaalt grotendeels zelf wanneer, waar en met wie hij wat eet. Kiezen gaat via een bedside terminal, een halfuur van tevoren. In het ziekenhuis exploiteert Hutten de brasserie, het bezoekers- en personeelsrestaurant, evenals de room & lounge services voor de patiënten op de afdelingen. Een koppeling met relevante patiëntgegevens zorgt ervoor
56_
_FACILITAIR
dat alle menu’s en gerechten afgestemd zijn op de medische behandeling en het specifieke dieet. Gezond, vers, ambachtelijk bereid en eerlijk eten staat centraal. Hutten gebruikt daarbij zoveel mogelijk de producten van haar duurzame huislabel De Guijt. Hutten sourced deze verse producten, zoals groenten, fruit en vlees zelf bij meer dan 20 lokale boeren en telers. ONCOLOGISCHE VOEDING Vanuit haar visie dat gezond eten en drinken bijdraagt aan een beter leven, zoekt Hutten steeds naar mogelijkheden om te innoveren. Bijvoorbeeld het ontwikkelen en testen van nieuwe voeding en voedinggerelateerde diensten. Daarbij werkt Hutten intensief samen met bedrijven en instellingen. Op dit moment lopen er twee bijzondere projecten die gaan over voeding voor specifieke doelgroepen. Zo ontwikkelde Hutten met het samenwerkingsverband Voeding en Kanker Info voeding voor kankerpatiënten om ondervoeding tegen te gaan. Doel is om alle kennis over de relatie tussen voeding en kanker te bundelen en te vertalen naar concrete menu’s en recepten en deze aan te bieden in een ziekenhuisomgeving of aan mensen met kanker in een thuissituatie. De productontwikkelaar van Hutten ontwikkelde verschillende recepten na proefsessies en input van de Landelijke Werkgroep Diëtisten en Oncologie. De recepten zijn geschikt voor mensen met smaakveranderingen na bijvoorbeeld chemotherapie (zie: www.voedingenkankerinfo.nl).
‘We willen echt kunnen toevoegen, van betekenis zijn’
VOEDING VOOR OUDEREN Een ander innovatief project betreft voeding voor ouderen. Veel ouderen krijgen vaak niet de juiste voeding binnen of zijn zelfs ondervoed zonder dat ze dat zelf weten. Ongeveer 20% van de alleenstaande, zelfstandig wonende 75-plussers krijgt minder dan 1500 calorieën per dag binnen. Om deze ondervoeding tegen te gaan, zijn er twee verschillende pilots opgezet. Patiënten van Ziekenhuis Bernhoven en Jeroen Bosch Ziekenhuis krijgen respectievelijk drie of vier weken lang, iedere middag een versbereide maaltijd aangeboden. De maaltijd en het dessert zijn verrijkt, wat betekent dat ze meer energie en eiwitten bevatten dan een normale maaltijd. Hutten wil voorop lopen, best practises neerzetten die anderen inspireren haar voorbeeld te volgen. Contact met Hutten of meer lezen? Kijk dan op www.hutten.eu
Laten we elkaar blijven inspireren! Kijk eens op blog.hutten.eu of volg ons via
Mountbattenweg 2, 5466 AX Veghel 0413 366 633 www.hutten.eu
Medische Innovatie Special _57
UITKOMST VOOR MENSEN MET EEN BEPERKING
Super comfortabel voor iedereen in de zorg! In maart dit jaar lanceerde Van Houtum, leverancier van innovatieve washroomoplossingen, tijdens de vakbeurs Zorgtotaal in Utrecht haar nieuwste innovatie: extra groot wc-papier dat een oplossing biedt aan mensen met een beperking én aan hun verzorgers.
Satino Black BriQ XXL is gevouwen toiletpapier en heeft het formaat van een papieren handdoekje. Extra groot dus waardoor het gepriegel met het veel kleinere toiletpapier op de traditionele toiletrol tot het verleden
behoort. ‘We hebben BriQ XXL laten testen door bewoners en verzorgers van diverse gezondheidscentra en de reacties waren lovend,’ zegt Brand Manager Rob Stevens. ‘Het grotere formaat in combinatie met een han-
dige dispenser is een uitkomst voor mensen met een tijdelijke of structurele beperking. Denk aan mindervaliden, mensen met beperkte motoriek en mensen die revalideren. Probeer het zelf maar eens: houd je voorkeurshand op je rug, draag een handschoen aan je andere hand en probeer dan papier van een toiletrol te scheuren. Dat gaat lastig of helemaal niet. Maar gevouwen wc-papier – formaat papieren handdoekje – trek je met één handbeweging uit een dispenser.’ Bij Van Houtum kwamen ze toevalligerwijs in aanraking met mensen met een beperking en merkten dat er vraag was naar een groter, handzamer formaat toiletpapier. En ook verzorgend personeel toonde zich enthousiast. Stevens: ‘BriQ XXL is gemakkelijk in het gebruik; een verzorger kan met één hand op volstrekt hygiënische manier de billen afvegen, en heeft de andere hand vrij om bijvoorbeeld zijn cliënt vast te houden.’ BRIQ XXL GAAT OVER PEOPLE Met de introductie van BriQ XXL laat Van Houtum opnieuw zien dat Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen in de genen zit van het bedrijf. ‘MVO draait om People, Planet en
58_
_FACILITAIR
Profit. Vaak hebben we het over Planet en wat we kunnen doen om het milieu zo min mogelijk te belasten. BriQ XXL is nu eens een product dat in eerste instantie over People gaat,
INNOVATIEVE DISPENSERLIJN Medio januari werd tijdens de vakbeurs Facilitair in Den Bosch al de unieke, innovatieve dispenserlijn Sa-
Hypermodern, extra groot wc-papier omdat het van grote toegevoegde waarde is voor mensen in bijvoorbeeld ziekenhuizen, verzorgingshuizen, revalidatieklinieken en praktijken voor fysiotherapie. Cliënten én hun verzorgers zijn hier goed mee geholpen,’ aldus Stevens. Bijzonder aan het productieproces is laag water- en energieverbruik, een lage CO2 uitstoot en cradle-to-cradle productie.
tino Black BriQ gelanceerd. Compact vormgegeven dispensers met gevouwen toiletpapier. Een veel slimmere oplossing dan de traditionele rol. De dispensers hebben een grote capaciteit en zijn makkelijk navulbaar waardoor er geen halve toiletrollen meer in het milieu belanden. BriQ XXL is een zorgspecifieke aanvulling binnen deze lijn.
Medische Innovatie Special _59
‘WIJ DE FOCUS OP DE PATIËNT, ZIJ DE ZORG VOOR DE TECHNIEK’ Een ziekenhuis moet zich focussen op zijn corebusiness: de zorg voor de patiënt. Technisch beheer zou daar niet direct deel van moeten uitmaken. Het IJsselland Ziekenhuis onderkent dit en onderzocht de mogelijkheid het gehele beheer uit te besteden. Het vond een partner in Imtech. Het IJsselland heeft zich met de uitbesteding van het technisch beheer twee doelen gesteld: kwaliteitsverhoging en kostenbesparing. Peter Draaisma, voorzitter Raad van Bestuur van het IJsselland Ziekenhuis
en Jeroen Lammertse, regio directeur bij Imtech Building Services vertellen over hun doelen, de resultaten en het verloop van de samenwerking. UNIEKE SAMENWERKING “Technisch beheer in een ziekenhuis behelst meer dan alleen een reparatie of preventief onderhoud”, vertelt Draaisma. “De wet- en regelgeving wordt steeds omvangrijker, de eisen aan apparatuur en de omgang ermee strikter en een ziekenhuis draait dag- en nacht door. Het onderhoud moet bijvoorbeeld gepleegd worden zonder dat het interfereert met de patiëntenzorg. Zomaar een apparaat uitschakelen, kan niet. Van Imtech wisten we dat het zowel qua kennis als kunde een betrouwbare partij is.” Lammertse vult Draaisma aan: “Wij dragen nu de verantwoordelijkheid over het gehele beheer. Dat betekent ook dat wij het personeel van het IJsselland Ziekenhuis aansturen. Dat wij als externe partij zo’n grote verantwoordelijkheid hebben binnen een organisatie, hebben we nog niet eerder gezien”.
60_
Wanneer een externe partij zo diep in de processen van een organisatie opgenomen wordt, vraagt dat om een duidelijke afbakening van de taken. “Voordat we aan kostenoptimalisatie konden werken, hebben we de hele technische dienst opnieuw ingericht en alle functies en taken opnieuw beschreven,” vertelt Lammertse. Overigens zijn alle medewerkers van het IJsselland Ziekenhuis gebleven en een aantal functionarissen van Imtech Building Services zijn aangesteld om de kwaliteit te waarborgen. De verwachtingen over en weer zijn exact vastgelegd en worden steeds getoetst door de toetsingscommissie van het ziekenhuis. Draaisma: “Hoe groot het vertrouwen ook is, alles helemaal uit handen geven, kan natuurlijk niet. We blijven controleren en samen werken aan de bestaande en nieuwe doelen.” RISICOGESTUURD ONDERHOUD “Met het in huis halen van Imtech verwachten wij continue innovatie op het technische vlak”, benadrukt Draaisma, “en dat alle ontwikkelingen worden bijgehouden en geïmplementeerd. Die gaan in zo’n hoog tempo, dat kunnen en willen wij als ziekenhuis niet meer bijbenen. Met Imtech in huis hoeven we ons over de techniek geen zorgen meer te ma-
_FACILITAIR
Innovatieve samenwerking IJsselland Ziekenhuis en Imtech Building Services
ken. Wij kunnen ons volledig richten op ons eigen specialisme.” Het ziekenhuis vroeg Imtech de verantwoordelijkheid te nemen voor het technisch- en energiebeheer, onderhoud en de gebouwen. Draaisma: “Wij voeren uiteraard frequent onderhoud aan onze installaties en apparatuur. Maar we waren niet in staat om dat planmatig te doen. Imtech pakt dat goed aan en werkt met risicogestuurd onderhoud.” Lammertse: “Je gaat dus niet steeds je rondje doen, maar onderzoekt welke installatie vaker nagekeken moet worden dan de andere. Het koelsysteem in een operatiekamer bijvoorbeeld mag nooit uitvallen, de airco in de kantine liever ook niet, maar er staat minder op het spel. Dus pleeg je vaker onderhoud aan de installatie in de OK en minder aan die in de kantine. Op die manier hebben we een klasseindeling gemaakt van alle installaties. Een stuk efficiënter en minder kans op storingen met bijbehorende risico’s.” Draaisma vertelt dat het positieve resultaat in de kosten snel terug was te zien. En dat ook de accreditatiecommissie de uitkomsten als zeer positief heeft opgemerkt. EFFICIËNT ENERGIEBEHEER Een andere belangrijke post die de technische dienstverlener tot zijn specialisme mag rekenen, is ener-
giebeheer. Imtech heeft verschillende energiebesparingsprojecten gestart. Lammertse: “We zijn begonnen met bemetering en daaraan gekoppelde analyses. Deze hebben geleid tot een aantal initiatieven die nu worden uitgewerkt. Denk bijvoorbeeld aan het plaatsen van energiezuinige verlichting en het vervangen van een koudecentrale.” De samenwerking tussen het techniekbedrijf en het ziekenhuis was er niet van de ene op de ander dag. Lammertse: “Het zou vanaf het eerste begin, in 2011, gaan om een alles overkoepelend prestatie contract. Door voorspelde veranderingen, zoals verbouwingen, en de tijd die het personeel nodig had om te wennen aan een nieuwe partij, hebben we hier toen van afgezien. We zijn verder gegaan met vier deelcontracten: onderhoud, energie, techniek en gebouwen. Uniek aan de samenwerking was de wil die er bij beide partijen bleef om uiteindelijk op die volledige samenwerking uit te komen.” Draaisma voegt toe: “In de afgelopen jaren hebben we veel kennis en ervaring opgebouwd. Eind 2014 zijn we een vernieuwde overkoepelende overeenkomst aangegaan voor vijf jaar.”
Medische Innovatie Special _61
NEWASCO LANCEERT ‘NEWID’: WERELDWIJDE UNIEKE CHIP De nieuwste ontwikkeling van Newasco is slechts 3,3 bij 1,6 centimeter groot en flinterdun. In de RFID-chip Newid schuilen belangrijke oplossingen voor de wasserij, maar vooral ook voor haar klanten in de zorgsector. Directeur Marc Nieuwland, relatiebeheerder Niels van Breemen en andere medewerkers van Newasco De Hoop hebben er achter de schermen hard aan gewerkt. ‘Dit is echt uniek in de wereld.’ Binnen de wasserijbranche kent iedereen het familiebedrijf Newasco (Nederlandse Wasserij Combinatie). Met haar drie vestigingen bestrijkt ze een groot deel van Nederland en biedt innovatieve en kwalitatief hoogwaardige dienstverlening aan de
zorg, horeca, en industrie. Het eeuwenoude familiebedrijf is het eerste wasserijbedrijf die, wereldwijd, het is gelukt deze prachtige innovatie in de markt te zetten. De introductie van de RFID technologie in woon- en verpleegzorg is een grote stap vooruit in de track and trace van persoonlijke kleding. Bovendien biedt het een diversiteit aan mogelijkheden op het gebied van comfort, veiligheid en domotica. Newid is in samenwerking met Ferm RFID solutions ontwikkeld en gaat een flinke stap verder dan de huidige barcode techniek. REVOLUTIONAIR ‘Newid’ werd afgelopen november gelanceerd. De flinterdunne en flexibele RFID chip heeft een dubbelfunctie: de klant leest, de wasserij scant. Voor cliënten in de zorg heeft Newid meteen grote voordelen ten opzichte van de (barcode)labels. Hij is plaatsbaar op onzichtbare plekken: je voelt en ziet hem niet. Het draagcomfort maakt hem hiermee geschikt voor dagelijkse toepassingen in onder- en bovenkleding; een grote verbetering voor alle bewoners in de zorg. De chip
62_
maakt in- en uitgangscontrole mogelijk, waarmee vermissingen verleden tijd zijn. En niet onbelangrijk: de chip kan zeker 100 wasbeurten doorstaan. Marc Nieuwland, directeur Newasco De Hoop en grondlegger van Newid: “Newasco geeft hiermee 100% garantie op terugkeer van alle kleding voorzien van Newid”. MEERWAARDE VOOR DE ZORG Maar ‘Newid’ gaat verder. Niels van Breemen, relatiebeheerder bij Newasco: “Dankzij de chip kun je veel meer informatie verzamelen. Je zou dit kunnen inzetten voor extra dienstverlening, gezondheidsaspecten, veiligheid en comfort. Maar je kunt ook denken aan andere toepassingen, zoals het licht dat automatisch aan gaat en de zorgrobot Zora die weet wie zij voor zich heeft.” Over privacy hoeven toekomstige dragers van de chip zich geen zorgen te maken. Marc Nieuwland: “Op de chip zelf staat slechts een rijtje cijfers en letters. Alleen als je die combineert met de bijbehorende database kun je bij de informatie komen. En daarnaast: ‘Newid’ opent deuren, maar je hoeft niet per se naar binnen te stappen.” NEWASCO HEEFT LEF! Newasco heeft meer mooi nieuws te melden. De lancering van Newid liep vrijwel parallel met de presentatie
_FACILITAIR
van de nieuwe huisstijl. Die is fris, eigentijds en persoonlijk; een stijl die past bij het familiegevoel dat Newasco kenmerkt. Maar wel met hypermoderne impulsen, zo blijkt uit de lancering van Newid. “Wij zijn graag een nieuwsgierige, grensverleggende pionier die verrast met vernieuwingen. Dat bewijzen we met Newid.” Dat dit alles niet onopgemerkt blijft bewijst het uitreiken van de Lefprijs 2014 door het netwerk ‘De Maatschappij’, Departement Eemland, aan Marc Nieuwland. De Maatschappij kent vertegenwoordigers vanuit het bedrijfsleven, openbaar bestuur, kennisinstellingen en de zorgsector. In het bijzonder de ontwikkeling van Newid verdiende volgens de jury het predicaat LEF. Daarnaast is Newasco De Hoop vooruitstrevend op het gebied van MVO en milieuvriendelijk werken en is het een leerwerkbedrijf voor mensen met een achterstand tot de arbeidsmarkt. “Naast kwaliteit is een goede dienstverlening van groot belang. Door samen te werken, betrokken en meelevend te zijn, kom je met elkaar tot mooie innovaties, die de dienstverlening ten goede komen. Daarin willen wij echt onderscheidend zijn.”, aldus directeur Marc Nieuwland van Newasco De Hoop.
Medische Innovatie Special _63
SLIMME LOGISTIEK BIEDT VEEL KANSEN VOOR BESPARING Veranderingen in de zorg en kortingen op het budget dwingen veel zorginstellingen om hun bedrijfsvoering onder de loep te nemen. Waar kan het efficiënter? En hoe kunnen kosten worden bespaard? Sjoerd Rijpkema, manager healthcare bij CB: “Als je met een logistieke bril naar de zorgsector kijk, zie je veel verbeterpotentieel.”
Tot voor kort regelde elk verpleeghuis, elk ziekenhuis, elke zorginstelling zijn eigen logistieke processen. Instellingen hebben vaak te maken met wel 600 tot 1500 leveranciers. Die leveren vrijwel allemaal individueel aan hun afnemers. Het ziekenhuis moet vervolgens al die verschillende leveringen verwerken. Dat kost veel tijd, energie en ruimte. Rijpkema: “Wij verbaasden ons dat er zo weinig regie is op goederenlogistiek in de zorg. Het ligt zo voor de hand om dit
Ook een thuiswonende cliënt moet het gemak kunnen ervaren van online bestellen en snelle levering zorghulpmiddelen.
soort processen centraal te regelen. Vooral omdat het een vrij gesloten markt van aanbieders en afnemers betreft.” NIEUWE AANPAK CB is expert in supply chain management en dat gaat verder dan alleen puur logistieke activiteiten. Het
64_
bedrijf heeft jarenlange ervaring in de boekensector. “In de boekenbranche verzorgt CB van oudsher de centrale distributie van uitgeverijen naar boekwinkels, waardoor er een uiterst efficiënte ketenoplossing bestaat. Sinds de opkomst van webwinkels eind jaren negentig, verzorgt CB ook de directe distributie naar consumenten. Inmiddels verwerken we ruim 6 miljoen B2C zendingen per jaar. Met die kennis en ervaring bedacht CB in 2012 een nieuwe, slimme logistieke aanpak voor de zorgsector. Het bedrijf werkt inmiddels voor elf ziekenhuizen. “We vereenvoudigen het logistieke proces tussen ziekenhuizen en hun leveranciers. Wij verwerken de verschillende bestellingen van een zorginstelling vanuit één voorraad en zorgen dat zendingen efficiënt worden aangeleverd.” VOORRAADBEHEER CB ontwikkelde een elektronisch bestelbord, waarmee bijvoorbeeld verpleegkundigen met één eenvoudige handeling aangeven welke materialen ze nodig hebben. De bestelling wordt dan door CB verwerkt en getransporteerd. De zendingen die
_FACILITAIR
Als goederenlogistiek naadloos aansluit op de processen in het ziekenhuis, scheelt dat tijd en geld.
CB bij het ziekenhuis aflevert, zijn van tevoren al voorzien van adressering op afdelingsniveau waardoor ze makkelijk en snel te verwerken zijn door de ziekenhuismedewerkers. Rijpkema: “We zorgen ervoor dat we goed aansluiten op de werkprocessen van het ziekenhuis, zodat er zo min mogelijk handelingen hoeven te gebeuren. Het ziekenhuis merkt daar direct de voordelen van. Het scheelt tijd en geld. De aanpak van CB voorziet daarnaast in een oplossing voor een ander probleem waar veel instellingen mee worstelen; het beheren van de voorraad. Het is voor een ziekenhuis van groot belang dat producten altijd en overal beschikbaar zijn in de juiste hoeveelheden. Veel instellingen hebben daardoor onnodig grote voorraden, om maar niet mis te grijpen. “Wij werken met één voorraad voor al onze klanten. Een product blijft van de leverancier totdat het daadwerke-
lijk geleverd wordt aan een instelling. Hierdoor wordt er alleen betaald voor producten die daadwerkelijk nodig zijn. Bovendien zijn wij, in tegenstelling tot bijvoorbeeld een groothandel, niet commercieel gebonden aan bepaalde producten.” EXTRAMURALE ZORG Niet alleen bij intramurale zorg kan flink bespaard worden in de logistieke keten , ook bij extramurale zorg is volgens Rijpkema een wereld te winnen. Ouderen en zorgbehoevenden blijven langer thuis wonen en hebben vaker zorg aan huis nodig. Dat betekent dat steeds meer medische hulpmiddelen aan huis bezorgd moeten worden. “De distributie wordt nu gedaan door commerciële firma’s die er belang bij hebben om bepaalde producten te verkopen. Als onafhankelijke speler met logistiek als core expertise kunnen wij dat veelal beter, efficiënter en goedkoper.”
TOEKOMST CB ziet een toekomst waarbij een zelfstandig wonende cliënt rechtstreeks in speciale webwinkels van een zorgverzekeraar of een thuiszorgorganisatie zijn producten kan bestellen. “Natuurlijk ziet het proces er anders uit dan bij een gewone webwinkel. Maar waarom zou een cliënt niet net zo makkelijk en helder zijn hulpmiddelen kunnen bestellen en ontvangen als iemand die een paar schoenen, een Ipad of een boek online koopt? Ook in een thuiszorgsituatie, zou de klant centraal moeten staan,” zegt Rijpkema. Op dit moment verkent CB de mogelijkheden op dit vlak. “Onze droom voor de toekomst is dat uiteindelijk alle logistieke processen in de zorg, zowel intramuraal als extramuraal, via één centraal punt geregeld worden. Dat zou onze maatschappij enorm veel geld schelen en dat kan weer ten goede komen aan de patiëntenzorg.”
Medische Innovatie Special _65
‘WIJ WILLEN ÉCHT GOEDE KOFFIE’ D.E Coffee Kitchen Je hoort het steeds vaker ‘wij willen een betere kwaliteit koffie’. Echter, de investering in een goede kop koffie is hoog, té hoog. Douwe Egberts komt daarom met een innovatieve oplossing: D.E Coffee Kitchen. “Wij doen die investering, de werknemers krijgen de beste koffie,” aldus Martijn van den Ham, Sr. Concept Development Manager bij Douwe Egberts Professional.
De vraag naar goede koffie op het werk komt overeen met de veranderende koffiecultuur in Nederland. “Koffie wordt steeds meer een smaakbeleving”, vertelt Martijn van den Ham. “Zeker in ziekenhuizen zie je dat medewerkers zichzelf of elkaar trakteren op écht goede koffie. Met ons nieuwe concept hoeven medewerkers de deur niet meer uit, maar kunnen ze terecht in de D.E Coffee Kitchen.” BEHOEFTE AAN BETERE KOFFIE Nederlanders krijgen op hun werk gratis koffie, dat is ingeburgerd in de Nederlandse koffiecultuur. “Dat is mooi”, vindt Van den Ham. “Maar je ziet dat meer medewerkers, zo’n 10 tot 15 procent, steeds vaker op zoek gaan naar kwalitatief betere koffie en meer personalisering en ook bereid zijn om daarvoor te betalen. Ze gaan of de deur uit, waardoor contact met collega’s afneemt, of ze nemen zelfs hun eigen koffieapparaat mee.
66_
In bedrijven en instellingen met een D.E Coffee Kitchen kunnen medewerkers én genieten van kwalitatieve koffie én op hetzelfde moment contact hebben met hun collega’s van verschillende afdelingen. En die contactmomenten dragen weer bij aan verbinding en creativiteit binnen de organisatie.” BARISTA In dit nieuwe concept is de koffiedrinker zijn eigen barista, een noviteit in koffieland. Op elk moment van de dag kan de medewerker, patiënt of bezoeker zichzelf bedienen van een heerlijke kop koffie of thee. Anders dan de standaard koffievoorzieningen – die ook gewoon blijven staan – krijgt de klant in de D.E Coffee Kitchen een koffiebeleving die net zo goed is als de koffie van een koffiebar. “Sterker nog, deze koffie is beter én voor een lagere prijs”, durft Van den Ham te beweren. “Waarom? Omdat de koffiekwaliteit constanter is dan de koffie die in bars wordt geschonken.”
HOE HET WERKT? De medewerker of patiënt maakt via het scherm van een tablet een keuze uit bijna 400 varianten. Het menu op de tablet werkt zo eenvoudig dat iedereen precies krijgt wat hij wil. Van den Ham: “Dat varieert van klassiekers als espresso en cappuccino tot zoete verleidingen waarbij je bijvoorbeeld een vanille- of salted caramelsmaak toevoegt. Daarnaast is er nog keuze uit drie verschillende melanges espressobonen en kunnen dranken warm of koud worden bereid. De dranken komen in een stevige biologisch afbreekbare take away-beker. Betalen gebeurt contactloos met een bankpas of een smartphone met NFC-chip.” GEEN INVESTERING, GEEN OMKIJKEN Onze klanten geven aan dat zij vaak niet de middelen hebben om te investeren in een kwalitatief hoogwaardige koffievoorziening. “Daarom nemen wij de hele investering en de gehele
_FACILITAIR
µ.RI¿ H ZRUGW VWHHGV PHHU een smaakbeleving’ exploitatie voor onze rekening”, vertelt Van den Ham. “Wij zorgen dus ook voor onderhoud, voorraadbeheer en schoonmaak.
De werkgever hoeft niks meer te doen maar voorziet wél in de veranderende koffiebehoefte van zijn medewerkers.”
Medische Innovatie Special _67
TOTAALOPLOSSING VOOR INTEGRAAL VASTGOEDBEHEER Auteur: Jeroen Wolbers, bedrijfsjournalist RPS advies- en ingenieursbureau
RPS werkt met afstudeerder aan nieuw concept De bureaulade van menig (technisch) vastgoedbeheerder puilt uit met onderhouds- en inspectierapporten. Specialistische opnames, van regulier onderhoud tot de aanpak van brandveiligheid en van legionella beheerplannen tot asbestinventarisaties. Toch blijft het natte vingerwerk om een reële inschatting te maken van de grootste risico’s binnen een gebouw. Er ontbreekt een totaalbeeld om de juiste prioriteiten te stellen voor het beheer- en onderhoud. Advies- en ingenieursbureau RPS werkt aan een integraal beheer- en uitvoeringsplan dat vastgoedbeheerders op het juiste spoor moet zetten.
Afstudeerder Koen van der Veen en zijn mentor Johan Smit
68_
Een aflevering van Nieuwsuur wond er in april geen doekjes om. De brandveiligheid van zorginstellingen en seniorenflats staat ter discussie. Er waren dit jaar al meerdere incidenten te betreuren waarbij doden en gewonden vielen. Het roept de vraag op hoe het is gesteld met de brandveiligheid op plekken waar kwetsbare mensen bij elkaar wonen. Welke risico’s lopen zij en hoe worden die beheerst? En welke risico’s lopen managers en bestuurders die hierin een sturende en beslissende rol hebben. In de uitzending van Nieuwsuur stond brandveiligheid centraal, maar het had net zo goed over legionella, asbest of andere urgente beheeraspecten kunnen gaan. Uit de media blijkt dat er bij vastgoedeigenaren zorg is over de wijze waarop efficiënt en integraal met het vastgoedonderhoud en -beheer moet worden omgegaan. “Maar ondanks alle goede bedoelingen zien we dat de hoeveelheid, omvang en complexiteit het vaak erg lastig maakt. De zorg is voortdurend in beweging. Dan verslapt de aandacht voor het hebben van goed integraal overzicht. Er moet zoveel, het is allemaal urgent en kost veel geld. Hoe maak je de juiste keuze op basis van een goede afweging? Dit soort ontwikkelingen baart me zorgen”, stelt Johan Smit, senior adviseur Vastgoedbeheer bij RPS. GEVANGENISSTRAF Knelpunten en problemen worden volgens Johan ad-hoc opgelost, omdat er
_FACILITAIR
geen integrale afwegingen worden gemaakt. “Er is geen integraal inzicht en overzicht. Dan is het logisch dat je geen antwoord hebt op de vraag hoe beheersbaar je bent binnen je onderhoudsproces op het gebied van kosten, kwaliteit, functionaliteit en risico’s. Risico’s voor gebouwgebruikers en passanten, maar ook voor de verantwoordelijk eigenaar!” Binnen vastgoed gaat het niet meer alleen om het onderhoud, maar vooral om de integrale beheersbaarheid daarvan. “Naast onderhoud conform NEN 2767 richt je je bijvoorbeeld ook op brandveiligheid, wet- en regelgeving, asbest, legionella, binnenmilieu, energiebesparings- of duurzaamheidsmogelijkheden en dakveiligheid. Het niet hebben van integraal inzicht zou voor elke organisatie reden moeten zijn om wakker van te liggen. Want wat hangt er boven je hoofd? Het management of bestuur van een zorginstelling loopt bij calamiteiten zelfs persoonlijk risico met mogelijk gevangenisstraf tot gevolg”, waarschuwt Johan. AFSTUDEERONDERZOEK Een visie die hout snijdt, maar er is tot nu nog geen concrete oplossing voor een goede integrale aanpak. Terwijl ontwikkelingen in de markt duidelijk maken dat daar behoefte aan is. “Er zijn diverse methodieken en methodes ontwikkeld om inzicht te krijgen in de staat van het vastgoed. Maar deze informatie wordt vaak ad-hoc verzameld als er tijd en geld voor is. Bovendien ontbreekt de samenhang. Hierdoor is het voor vastgoedeigenaren en -beheerders lastig om de juiste prioriteiten te stellen en daarop tijdig juiste maatregelen te treffen”, spreekt Johan uit ervaring. Reden voor RPS om met Koen
van der Veen een afstudeeronderzoek te starten naar het formeren van een ‘integraal beheer- en uitvoeringsplan’ voor vastgoed. Een tool waarin alle resultaten uit de verschillende inspectierapporten op een doeltreffende wijze worden gebundeld in één advies-, budget-, beheer- en uitvoeringsplan. “Voor alle inspecties is de opnamemethodiek weliswaar verschillend, maar bij de uitwerking op maatregelenniveau kan wel dezelfde afspraak plaatsvinden. Zo leg je vanaf het moment dat je het gebrek hebt benoemd de risicoafweging, kosten en planning uniform vast in één overzichtelijk rapport”, legt de laatstejaars HTS-student aan de Hogeschool Rotterdam uit. BETER PRIORITEREN Onder begeleiding van Johan onderzoekt Koen hoe zo’n integraal adviesrapport er uit moet zien. Alle belangrijke aspecten bij het instandhouden van vastgoed op zowel korte als lange termijn moeten er een plek in krijgen. Het adviesrapport wordt uitgebreid met een spreadsheetprogramma. Daarin kan voor het object een tijds- en bugetteringsplan en een prioritering op basis van risicoparameters worden ingevuld. De totaaloplossing voor integraal vastgoedbeheer moet modulair opgebouwd en praktisch toepasbaar zijn. Johan: “We sluiten zo veel mogelijk aan op reeds ontwikkelde specialistische werkwijzen en methodieken. Daarbij maken we gebruik van al beproefde en beschikbare onderhoudsplanningssystemen.”De basis vormt het meerjarenonderhoudsplan. “Door het toevoegen van gebreken, maatregelen en risicoparameters kom je tot een integraal beheer- en uitvoeringsplan dat is afgestemd op het
beleid van de opdrachtgever. Zo kan degene die over het budget gaat beter prioriteren en verantwoordelijkheid nemen om erger te voorkomen”, vult Koen aan. KOSTENBESPARING De afstudeerder legt momenteel de laatste hand aan het verzamelen, bestuderen en analyseren van de specifieke inspectierapporten en adviezen. Op basis daarvan komt hij tot concrete adviesvoorstellen voor het integraal beheer- en uitvoeringsplan. “Mijn eerste indruk is dat zo’n plan zeker in combinatie met risicogestuurd onderhoud gaat werken. Als opdrachtgevers de risico’s van afzonderlijke rapporten beter prioriteren, leidt dat tot een veiliger gebruik van het vastgoed en kostenbesparing.” Koen hoopt het onderzoek in augustus af te ronden. Daarna krijgt hij binnen RPS de kans het integraal beheer- en uitvoeringsplan met geïnteresseerde opdrachtgevers in praktijk te brengen. Dit krijgt vorm binnen één van de drie traineeships ‘Onderhoudsmanagement Vastgoed’. RPS biedt jonge talenten daarmee de mogelijkheid door te groeien naar een functie als integraal vastgoedadviseur.
MEER INFORMATIE RPS heeft ervaring met een scala aan specialistische opnames die input zijn voor het ‘Integraal beheer- en uitvoeringsplan Vastgoed’. Neem voor meer informatie contact op met Johan Smit, senior adviseur Vastgoedbeheer bij RPS, via 06 30 810 783, of per mail (johan.smit@rps.nl).
Medische Innovatie Special _69
BETERE STURING OP ONDERHOUDSBEHEER IN DE ZORG NEN 2767, de norm voor conditiemeting van gebouwen Beheer en onderhoud van zorginstellingen en ziekenhuizen is kostbaar en belangrijk om het gewenste kwaliteitsniveau op orde te houden of geschikt te maken voor wijzigend gebruik. Door de veranderingen in de zorg is ook de wijze waarop met beheer en onderhoud wordt omgegaan gewijzigd. Meer en meer wordt het onderhoud prestatiegericht uitbesteed en worden beheertaken overgedragen aan marktpartijen. Hierbij gaat het om grote investeringen met vergaande gevolgen voor de eigen organisatie. Het aangaan van andere samenwerkingsvormen met marktpartijen kan in veel situaties bijdragen aan een betere beheersing van kosten, kwaliteit en risico’s. De norm NEN 2767 speelt hierin een belangrijke rol. De methodiek biedt een ideaal handvat voor zowel inspecteurs als opdrachtgevers en opdrachtnemers.
GOED ONDERHOUDSBEHEER OP BASIS VAN EEN BREED TOEGEPASTE NORM NEN 2767 is de norm die helpt om tot een eenduidig en transparant inzicht te komen in de technische staat van bouw- en installatiedelen en aanwezige risico’s. Inspectiewerkzaamheden die volgens NEN 2767 worden uitgevoerd zijn input voor het opstellen van meerjarenbehoefteramingen en begrotingen. Met het toepassen van deze methodiek heeft u een mogelijkheid in handen om op basis van conditie en
70_
risico’s, beleidsmatig te sturen op het benodigde onderhoudsbudget voor de korte en lange termijn. Door NEN 2767 goed toe te passen kunnen kostenbesparingen worden gerealiseerd doordat er bewuster en keuzes worden gemaakt over de noodzaak van onderhoud en inzicht is in de risico’s die zich voor kunnen doen bij uitstel van dat onderhoud. De vraag voor deze norm kwam enerzijds bij grotere gemeenten en woningcorporaties vandaan en anderzijds bij het Rijksvastgoedbedrijf (RVB). De RVB wilde een methodiek
voor alle onder de Rijksdienst vallende utiliteitsgebouwen. Daarna besloten ook lagere overheden en semi-overheden en diverse andere vastgoedbeheerders en zorginstellingen om met de methodiek te gaan werken. Inmiddels wordt NEN 2767 breed toegepast in de markt (ook door aannemers) en steeds meer toegepast in integrale prestatiecontracten voor de uitbesteding/ inkoop van beheer en onderhoud. Hierbij is het van belang te weten hoe je de prestatie afspraken definieert en waar je op moet letten bij het formuleren van het onderhoudsbeleid en het opstellen van meerjarenonderhoudsplannen. PRAKTIJKGERICHTE TRAININGEN EN LEERGANGEN Om te zorgen voor een uniforme toepassing van NEN 2767 geeft het Nederlands Normalisatie-instituut (NEN) al jarenlang verschillende trainingen en leergangen op het gebied van conditiemeting. Deze zijn afgestemd op concrete praktijksituaties. Deze trainingen en leergangen zijn tot stand gekomen in samenwerking
_FACILITAIR
met marktpartijen, die deze methodiek daadwerkelijk toepassen in de praktijk. De leergangen conditiemeting zijn enerzijds ontwikkeld om onderhoudsinspecteurs en adviseurs op te leiden en anderzijds ook voor de opdrachtgevers en onderhoudsmanagers. Het gaat er vooral om dat de methodiek wordt begrepen, beheerst wordt en efficiënt en effectief wordt toegepast. Voor de opdrachtgevers en onderhoudsmanagers is het vooral van belang dat inzicht wordt verkregen om de methodiek beleidsmatig toe te kunnen passen t.b.v. van het opstellen van meerjarenonderhoudsplannen en de interne budgettering, prioritering en uitbesteding van onderhoud en beheer. Voor inkoopafdelingen is NEN 2767 ook belangrijk, omdat de norm steeds vaker
rol speelt bij de aanbesteding van prestatie gerichte contracten. Deze trainingen en leergangen hebben al vele organisaties ondersteund om meer controle te krijgen over hun onderhoudsbeheer en ze te helpen om hierin de juiste koers voor het technisch beheer te bepalen en keuzes te maken. De hoofdtrainers bij NEN 2767 trainingen zijn Piet Backer (Onderhoudsadviseur bij Bureau Veritas) en Johan Smit (senior adviseur Vastgoedbeheer bij advies- en ingenieursbureau RPS). Beiden zijn tevens lid van de NEN normcommissie Conditiemeting Ze zijn nauw betrokken bij de laatste ontwikkeling rondom de norm en weten vanuit hun brede praktijkervaring wat er allemaal bij komt kijken om de
methodiek toe te passen bij beheer en onderhoud. Smit en Backer: “NEN 2767 wordt steeds meer omarmd en toegepast in de totale breedte van de vastgoedmarkt”. MEER INFORMATIE Wilt u voor uw organisatie aan de slag met conditemeting of uw onderhoudsbeheer verder professionaliseren, kijk dan op: www.nen.nl/leergangconditiemeting Daar staat een overzicht van beide leergangen en alle trainingen. Alle trainingen zijn als open rooster te volgen of als bedrijfstraining. Nieuwsgierig? U kunt contact opnemen met NEN Training & Advies, telefoon (015) 2690 180 of per e-mail training@nen.nl. Uiteraard geven wij ook passend studieadvies. Wij helpen u graag verder.
Medische Innovatie Special _71
M A N AG E M E N T & A DV I E S
‘Adviseren is het nieuwe dirigeren’
Adviseren t
72_
Management
t
Strategie
t
Doelstelling
De rol van zorgbestuurders verandert. Jarenlang werd de zorg georganiseerd vanuit het aanbod, maar door verandering van beleid en regelgeving heeft een verschuiving plaats gevonden. Tegenwoordig gaat het erom de zorg zo goed mogelijk om de cliĂŤnt heen te organiseren. Om dat te realiseren, gaan zorgbestuurders middenin de organisatie staan met meer oog voor de zorginhoud. Partijen zoals zorgorganisaties, zorgverzekeraars en professionals werken nauwer met elkaar samen om aan de wensen van de klant te kunnen voldoen. Een belangrijke bestuurstaak daarbij is het verbinden van interne en externe partijen.
Medische Innovatie Special _73
DE NIEUWE ZORGBESTUURDER IS EEN VERBINDER Tekst: Claudia Lagermann
De rol van zorgbestuurders is de laatste jaren sterk veranderd. Lag de nadruk in het verleden vooral op de bestuurlijke taken, nu ligt het zwaartepunt bij de inhoud en het verbinden van interne en externe partijen. Wilma van der Scheer, directeur van het Erasmus Centrum voor Zorgbestuur en onderzoeker, boog zich de afgelopen jaren over dit onderwerp.
WAT IS DE BELANGRIJKSTE REDEN DAT DE ROL VAN DE ZORGBESTUURDER VERANDERT? “De zorg werd jarenlang georganiseerd vanuit het aanbod, maar door verandering van beleid en regelgeving heeft een verschuiving plaatsgevonden. Tegenwoordig gaat het erom de zorg zo goed mogelijk om de klant heen te organiseren. Demografische ontwikkelingen hebben hier een belangrijke rol in gespeeld. De oudere zorgvrager van nu is een heel andere dan die van twintig jaar geleden. Partijen zoals zorgorganisaties, zorgverzekeraars en professionals moeten veel nauwer met elkaar samenwerken om aan de wensen van de klant te kunnen voldoen. Om dat te kunnen realiseren, moet je als zorgbestuurder middenin de organisatie staan.” WAT BETEKENT DAT IN DE PRAKTIJK? “Dat zorgbestuurders minder op afstand gaan staan van de dagelijkse gang van zaken en meer oog en interesse hebben voor de zorginhoud.
74_
Als bestuurder moet je een goede gesprekspartner zijn voor interne én externe partijen, zoals zorgverzekeraars en farmaceuten. Sterker nog: het is ontzettend belangrijk dat je als tussenpersoon kunt optreden tussen de verschillende interne en externe partijen, zodat lijntjes korter worden.”
DAT KLINKT ALS EEN ONMOGELIJKE OPGAVE ALS JE TEGELIJKERTIJD DE TOUWTJES IN HANDEN WILT HOUDEN. “Dat is inderdaad lastig, zeker binnen een grote, complexe organisatie. Daarom is je rol als verbinder zo belangrijk. Je hoeft niet alles in je
_MANAGEMENT & ADVIES
eentje te doen en overal daadwerkelijk aan de vergadertafel te zitten. Veel beslissingen kunnen lokaal genomen worden, door professionals bevoegdheid en verantwoordelijkheid te geven. Je moet daarbij de teugels wel een beetje laten vieren
communicatievaardigheden spelen daarin een sleutelrol. Wat voor sommige bestuurders nog best lastig is. Ze zijn zo gewend dat hun mening er meer toe doet dan die van een ander, dat het daadwerkelijke contact verloren gaat. Terwijl samenwer-
‘Kennis kun je inhuren, communicatievaardigheden niet’ en vertrouwen hebben in je medewerkers, want uiteindelijk blijf je als bestuurder eindverantwoordelijk voor alle beslissingen die worden genomen.” DAT MOET J E WEL DURVEN. “Het vraagt absoluut lef om verantwoordelijkheden te delen, zeker in een vroeg stadium wanneer je er als bestuurder zelf nog niet helemaal over uit bent welke kant het op moet gaan.” WELKE KWALITEITEN MOET EEN VERBINDENDE ZORGBESTUURDER IN HUIS HEBBEN? “Bestuurders worden vaak aangenomen op hun harde kant en treden af op hun zachte kant. Daar is nog een flinke slag te slaan. Kernkwaliteit nummer één is tegenwoordig dat je een goede relatiemanager bent,
ken juist zo belangrijk is in deze tijd. Bovendien, gebrek aan kennis kun je inhuren, maar relationele vaardigheden niet.” SPEELT HET ERASMUS OPLEIDINGSCENTRUM HIEROP IN? “Om te werken aan je manier van leidinggeven, heb je criticasters nodig die je op je gedrag en zwakke punten durven te wijzen. Daarom speelt reflectie een belangrijke rol in de opleiding. Bestuurders brengen zelf vraagstukken in die worden behandeld tijdens de bijeenkomsten. Daarbij wordt gekeken naar waarom je ergens tegenaan loopt, hoe je handelt en wat dat betekent voor de organisatie. Collega’s denken met je mee over de keuzes die je maakt, maar stellen ook kritische vragen waarbij je gedrag en handelingsrepertoire ter discussie worden gesteld.”
KUN JE DIT SOORT VRAAGSTUKKEN NIET INTERN BESPREKEN IN JE ORGANISATIE? “Dat is vaak lastig omdat jij de bestuurder bent en er binnen de organisatie een vergrootglas op je gericht is. Tijdens de opleiding ben je uit je functie en bevind je je met collega’s onder elkaar in een veilige omgeving. Je coacht elkaar, maar gaat ook in gesprek over gezamenlijke vraagstukken. Kijkend naar de veranderende rol van de zorgbestuurder, is het bijvoorbeeld interessant om te sparren over hoe je je kunt laten beïnvloeden door andere lagen in de organisatie en tegelijkertijd je invloed kunt uitoefenen. Met andere woorden: hoe kun je je kwetsbaar opstellen en tegelijkertijd een sterke leider zijn? Dat is een spanningsveld waar veel bestuurders in deze tijd mee worstelen. Daar is geen kant en klaar antwoord op, maar juist door er met elkaar in vrijheid over te praten, kun je samen tot nieuwe inzichten komen.” WAT IS DE ROL VAN DE KLANT IN HET NIEUWE ZORGLANDSCHAP? “Die wordt steeds belangrijker, door de ontwikkelingen op digitaal gebied, heeft de klant veel meer toegang tot informatie. Hierdoor is de klant mondiger en kritischer geworden. Kwaliteit en inspraak treden steeds meer op de voorgrond, wat de zorg democratischer maakt. Deze verandering zal zich waarschijnlijk nog verder ontwikkelen als de patiënt in de toekomst beheerder van zijn eigen dossier wordt. Dichter bij de klant staan, is daarom essentieel.”
Medische Innovatie Special _75
IS DIT EEN KANS VOOR DE OPKOMENDE NICHEMARKTEN? “Ik vind opkomende nichemarkten een goede ontwikkeling. Kleine organisaties zijn vaak heel erg gericht op klantvriendelijkheid en klantbeleving. Bovendien zorgt het voor meer variatie op de markt. Wat een struikelblok is, is dat kleine organisaties vaak ook heel kwetsbaar zijn. Tien jaar geleden was er ook een periode waarin nichemarkten in opkomst waren, maar uiteindelijk haalden veel organisaties het niet omdat ze door grote instellingen uit de markt werden gedrukt. Waar kleine organisaties nu tegenaan lopen, is dat ze vaak de laatste zijn waar zorgverzekeraars de onderhandelingen mee aangaan. Dat maakt hun bestaansrecht onzeker.” VERGT HET EEN ANDERE MANIER VAN BESTUREN ALS J E AAN HET ROER STAAT VAN EEN KLEINE INSTELLING? “Als je naar nichemarkten kijkt, zie je dat bestuurders vaak veel meer ondernemer zijn en in het middelpunt van de organisatie staan. Ze opereren tactisch en hoeven zich minder met strategie en politiek bezig te houden.”
IS HET VOOR BESTUURDERS VAN KLEINE ORGANISATIES DAARDOOR EENVOUDIGER OM ZICH AAN TE PASSEN AAN DE VERANDERINGEN IN DE ZORG? “Over het algemeen zie je dat organisaties aan de care-kant al een grotere emancipatieslag gemaakt hebben en horizontaler opereren dan aan de cure-kant. Dat is begrijpelijk omdat care-organisaties vaak platter zijn en al dichter bij de klant staan, bij cureorganisaties ligt dat vaak een stuk complexer. Daar moeten grote veranderingen zich de komende jaren nog gaan voltrekken.”
OP WELKE MANIER KUNNEN ZORGBESTUURDERS ZICH DAAROP VOORBEREIDEN? “Ik denk dat het belangrijk is dat je je bewust bent van je eigen routines, maar dat je die ook ter discussie durft te stellen. Stel jezelf de vraag: ‘Past mijn manier van functioneren bij de toekomst?’ Als grote veranderingen zich aandienen, moet je jezelf een spiegel kunnen voorhouden.”
MEER INFORMATIE
Meer lezen over de veranderende rol van de zorgbestuurder? Wilma van der Scheer schreef het in 2013 uitgebrachte proefschrift
‘Als bestuurder moet je jezelf een spiegel kunnen voorhouden’
Onder zorgbestuurders - omgaan met bestuurlijke ambiguïteit. Dit onderzoek, dat de ontwikkelingen in de zorg van 2000 tot 2010 volgt, is te downloaden op www. erasmuscentrumzorgbestuur. nl. Ga naar publicaties en klik vervolgens op proefschriften.
76_
_MANAGEMENT & ADVIES
‘REGELMATIG MOREEL BERAAD MET ALLE MEDEWERKERS’ Tekst: Bureau Bax
‘Een vrije denker met een optimistische grondhouding’ en ‘een bestuurder die zich bewust is van de kwetsbaarheid van cliënten’. Het zijn slechts enkele van de loftuitingen die Anja Schouten toegezwaaid kreeg toen bekend werd gemaakt dat zij Zorgmanager 2015 is. Als voorzitter van de raad van bestuur van Zorgbalans heeft ze alle zeilen bij moeten zetten om de negatieve spiraal waarin de organisatie zich bevond te doorbreken.
IN WAT VOOR ORGANISATIE KWAM U 3,5 JAAR GELEDEN TERECHT? “Zorgbalans had net de zwaarste dip achter de rug. Mijn voorganger had de organisatie weer in de zwarte cijfers gekregen en de ergste onrust was voorbij. Maar de interne verhoudingen waren nog gespannen. Niets was vanzelfsprekend of ging soepel. Er was ‘alertheid op crisis’. Mijn ervaring is dat als je focust op crisis, wordt het crisis. Als je meer ontspannen naar een situatie kijkt, kun je het oplossen.” HOE HEEFT U DE ORGANISATIE UIT DEZE KRAMP GEHOLPEN? “Ik ben heel intuïtief te werk gegaan. Achteraf lijkt het een heel doordachte bedrijfsstrategie, maar zo ging het niet. Heel rustig en met veel overleg met het managementteam en met de medewerkers, heb ik een eerste aanzet gedaan voor een nieuwe visie voor Zorgbalans. Daarna hebben we de ‘wijsheid van 100’ gevormd bestaande uit 100 medewerkers die
een afspiegeling zijn van de organisatie, qua leeftijd, functie, geslacht en geografisch. Vervolgens zijn deze 100 in groepjes een dag lang gaan discussiëren over zorgvraagstukken. Pas na de discussie is de zorgvisie erbij gepakt. En vroegen we ‘zou deze tekst jullie geholpen hebben bij het maken van keuzes?’ Daar kwam enorm veel feedback op. Aan het
eind van de dag zag de zorgvisie er behoorlijk anders uit. Er ligt nu een stuk dat aansluit bij de dagelijkse praktijk.” WAT IS EEN BELANGRIJK ELEMENT UIT DE VISIE? “Het allerbelangrijkste is dat we de behoeften van onze cliënten centraal stellen. Dat betekent minder werken
Medische Innovatie Special _77
volgens bestaande systemen, meer luisteren naar de individuele wensen van onze cliënten. We hebben een ‘voorbeeld cliënt’, Joost, benoemd in de visie. Daarmee maken we de
medewerkers proberen we de nieuwe manier van denken tot het dna van Zorgbalans te maken. De nieuwe zorgvisie, samen met een document waarin we de positie van Zorgbalans
‘Geen lijstjes afwerken, maar luisteren naar de wensen van de cliënt’
ANJA SCHOUTEN
Voordat Anja Schouten (46)
visie tastbaar op de werkvloer. Als medewerkers keuzes moeten maken in hun werk, is een vaak gebruikte opmerking tegenwoordig ‘wat vindt Joost ervan?’ Een andere veel gehoorde zin uit onze visie luidt: ‘We zeggen altijd ja, en zoeken samen naar een oplossing’.”
in 2011 voorzitter van de raad van bestuur werd bij Zorgbalans, werkte ze als hoofd verpleegkundige, brandweerofficier, gemeentesecretaris en politiecommissaris. Ze studeerde bedrijfseconomie en communicatie.
78_
DAT VRAAGT EEN FLEXIBELE OPSTELLING VAN DE MEDEWERKERS. LUKT DAT ALTIJD? “Veel medewerkers zijn opgeleid in efficiënt werken: lijstjes afwerken. Wij vragen nu iets heel anders. ‘Kijk en luister goed naar de cliënt en doe wat nodig is.’ Dat is hartstikke moeilijk. Om onze medewerkers hierin goed te begeleiden organiseren we regelmatig debatten over de vraag ‘Wat is goede zorg?’ en ‘Heb je daar voldoende tijd voor?’ Door regelmatig moreel beraad te houden met alle
in de samenleving beschrijven, zijn de afgelopen drie jaar enorm sturend geweest. Ook bij de grote verandertrajecten waar Zorgbalans doorheen gaat.” KUNT U EEN VOORBEELD GEVEN VAN EEN VAN DIE TRAJECTEN? “We hebben te maken met forse afname van het aantal verpleeghuisbedden. De zorg verplaatst zich van de verpleeghuizen naar de mensen thuis. Geheel in lijn met onze vernieuwde visie, grijpen we iedere krimp aan om te innoveren. We investeren in onze medewerkers door ze opleidingen te bieden en we investeren in de gebouwen. Per locatie bekijken we of we het pand moeten afstoten of dat we er een nieuwe bestemming voor kunnen vinden. Sommige huizen verbouwen we tot kleine appartementencomplexen
_MANAGEMENT & ADVIES
ZORGBALANS
Zorgbalans is een aanbieder van tijdelijke en langdurige zorg in Haarlem en omstreken. Bij de organisatie werken meer dan 3300 medewerkers en 1000 vrijwilligers die zorg verlenen aan ongeveer 5500 cliënten. De omzet van Zorgbalans bedraagt 145 miljoen euro.
met zorgservice. Een verpleeghuis in Haarlem is sinds kort een locatie met negen huisjes met een eigen zorgteam. Er worden zelf boodschappen gedaan, er wordt zelf gekookt. Het vraagt een totaal andere aanpak en werkhouding van de medewerkers.” HOE BEGELEIDT U UW MEDEWERKERS DOOR AL DEZE VERANDERINGEN HEEN? “Ik geef regelmatig tekst en uitleg. Ik ga graag voor de groep staan om het verhaal van Zorgbalans nog eens te vertellen. Daarnaast vind ik het belangrijk om persoonlijk betrokken te zijn. Ik wil van een medewerker zelf horen hoe hij ergens over denkt. Als hij het goed kan uitleggen en het past binnen het budget en onze visie, dan vind ik het prima als iemand een eigen aanpak heeft. Ik hanteer de principes van appreciative inquiry.
‘Een leidinggevende moet zo managen dat er energie ontstaat’ Ik geloof in het oplossend vermogen van mijn medewerkers. Ik benader lastige situaties met de vraag ‘Wat kan er wél?’ Ik noem het vastberaden optimisme.” KUNT U ALTIJD OPTIMISTISCH ZIJN? “Het zit in mijn aard, maar het is ook een opdracht. En eerlijk gezegd vind ik het een opdracht voor iedere leidinggevende om zo te managen dat er energie ontstaat in een organisatie. Met een positieve houding bereik je veel meer.”
Medische Innovatie Special _79
WIE NIET VERBETERT, DIE KRIJGT DE REKENING GEPRESENTEERD Marktwerking heeft er onder andere toe geleid dat zorginstellingen onder een vergrootglas liggen. Met als gevolg dat goede zorg en een stel topspecialisten in de medische stal niet langer voldoende zijn om de race met concurrenten te winnen. De noodzaak tot performance-verbetering in de breedte groeit.
De next level voor zorginstellingen, dat is waar P5COM een sleutelrol in speelt. De urgentie is helder, zo zegt Paul Arakelian, directeur en oprichter van P5COM, het organisatiebureau voor prestatieverbetering in de zorg. De Oostenrijkse geneeskundige – met een bedrijfskundige achtergrond – woont sinds jaar en dag in Nederland. ‘Wie als zorginstelling niet verbetert, die krijgt de rekening van verschillende kanten gepresenteerd.’ De machtige zorgverzekeraars,
80_
noemt hij, en de platforms waarop artsen nu al beoordeeld worden met “ratings”. ‘Iedere euro moet optimaal worden besteed voor de doelgroep, zo eenvoudig kun je de opdracht van zorginstellingen omschrijven.’ Hij vervolgt: ‘Performance verbeteren van een zorginstelling is niet eenvoudig. Je hebt de medisch specialisten nodig en je moet dezelfde taal spreken. Het gaat vaak in zorginstellingen om een ingebakken cultuur, die
gedragsverandering zo bemoeilijkt. Daarom maken wij eerst een uitgebreide scan van een zorginstelling. Daarin scheiden wij de feiten van de emotie. Bijvoorbeeld: “De snijders lopen altijd uit”, terwijl wij laten zien dat ze juist veel vaker ruim te vroeg klaar waren met het programma. Als de bewustwording van de echte obstakels aan het licht is gekomen, gaan we samen werken aan de verbetering, waar patiënten en andere belanghebbenden echt op zitten te wachten.’ KLINKKLARE CIJFERS De cijfers spreken voor zich: scoor je als zorginstelling in de ogen van een patiënt een rapportcijfer 8+ dan is de kans op een aanbeveling aannemelijk, scoor je een 7- dan kost je dat gemiddeld genomen 20 potentiële klanten. ‘Steeds meer zorgdirecteuren gaan zich de impact hiervan realiseren. Expliciete kwaliteit, zoals we die bijvoorbeeld kennen in de vorm van het aantal uitgevoerde operaties (en daarbij de expertise op dat gebied), complicatie- en sterftecijfers en innovatieve domotica zijn relevante randvoorwaarden, maar voor een patiënt zelden de doorslaggevende factor om te kiezen voor een specifieke zorginstelling. Een patiënt kan namelijk zelden zelf beoordelen of de uitgevoerde behandeling state of the
_MANAGEMENT & ADVIES
art is of niet. Patiënten vertrouwen op de kwaliteit van de Nederlandse zorg en maken verder gebruik van hun eigen zintuigen om een mening te vormen. Dat gaat over heel andere parameters dan hightech apparatuur en de details achter de komma van een operatie. De mening van het grote publiek – noem het een onderbuikgevoel of perceptie – die vindt zijn weg op internet. We zien een hoos aan reviews en tweets over medische instellingen die wel degelijk invloed hebben op de bedrijfsvoering’, zegt Paul Arakelian. EEN KWARTIERTJ E TE LAAT Door de bank genomen gaat het om kwaliteit. En omdat er niet één kwaliteitsbegrip voor alle patiënten, zorgverzekeraars, de politiek en de werknemers van een zorginstelling is, gaat het anno 2015 dus meer en meer om kwaliteit in de ogen van verschillende doelgroepen. ‘Dat gaat verder dan de kwaliteitspijler: outcome of netto bedrijfsresultaat. Performance-verbetering zit ook aan structuur- en proceszijde’, weet Mariëtta Bertleff. Ze is parttime consultant voor P5COM en werkt daarnaast als hand- en polschirurg. ‘Verbeteren begint bij het echt “willen”. Ik ken een ziekenhuis waar de OK volgens planning om 8 uur ‘s ochtends up and running moest zijn. In de praktijk bleek dat pas om 8.15 uur te zijn. We hebben onderzoek gedaan naar
de effecten van dat kwartiertje. Die bleken gigantisch. Zowel qua irritatiefactor bij actoren (met alle neveneffecten) als qua financiële gevolgen voor de organisatie. Die vijftien minuten kostte het ziekenhuis een omzet van vijftig patiënten per specialistische vakgroep per maand. Dan kun je stellen: ach, die vijftig patiënten en ach dat kwartiertje. Of je schrikt je rot en stelt: die omzet is bijzonder welkom in deze tijd. Echter belangrijker is dat het gaat om klantbelang en dus om de dienstverlening naar onze patiënten toe. Niemand kan zich voorstellen dat Albert Heijn elke ochtend een kwartier te laat opengaat, toch? Dan zou niemand daar meer boodschappen doen. Die kant gaan we ook op in de medische sector.’ Ze noemt een ander voorbeeld: in de ketenplanning van een ziekenhuis kwam het regelmatig voor dat het OK personeel een patiënt op tijd bestelde, maar dat deze in hun beleving niet op tijd werd gebracht. Men ging ervan uit dat het OK-gereed maken van een patiënt tien minuten kostte. Op basis van het daadwerkelijk in kaart brengen en timen van het proces: “patient OK-klaar maken” bleek dat dat proces gemiddeld dertig minuten in beslag nam. Dat wisten de twee afdelingen in dat ziekenhuis niet van elkaar. Er heerste onvrede en er werd met een boze vinger gewezen, want elke patiënt kwam in de
ogen van de chirurgen twintig minuten te laat binnen, terwijl het voorbereidend medisch personeel zich van geen kwaad bewust was. In dit voorbeeld zit de verbetering vooral in het leren kennen van processen op de werkvloer en het hierdoor creëren van inzicht voor zowel de eigen afdeling als voor de afdelingen waarmee wordt samengewerkt. Met als hoger doel het verbeteren van het werkklimaat van de medewerkers, wat uiteraard afstraalt op de patiënt.’ DE NEXT LEVEL Tien jaar geleden las je op de eerste professionele websites van zorginstellingen “de klant staat centraal”. Nu, tien jaar later, heb ik her en der gelezen “de klant staat nu echt centraal”. Dan vraag je je af: Wat is er in hemelsnaam in al die jaren gebeurd met de prestaties van de zorginstelling en daarbij met het klantbelang?’ Door recente ontwikkelingen – marktwerking, dominantie van social media, veranderende wet en regelgeving en de mondigere patiënt – is aan die opdracht een nieuwe dimensie toegevoegd: service excellence. ‘Dat gaat niet over een kopje koffie of een bos bloemen in de wachtruimte, maar over grootse zaken als houding en gedrag van een organisatie. Daar worden zorginstellingen in deze transparante wereld nu meer dan ooit op gewezen.’
Medische Innovatie Special _81
TRANSITIE VAN SYSTEEMGERICHT NAAR KLANTGERICHT ONDERNEMEN IN DE ZORG In de tien jaar van haar bestaan ontwikkelde Novire een totaaloplossing voor zorginstellingen die transformeren van een bureaucratische naar een ondernemende organisatie. Bestuurders in de zorg staan anno 2015 voor nieuwe vragen. Wie is mijn klant? Wat is onze meerwaarde? Hoe ziet ons verdienmodel eruit? Esther Nieuwenhuizen legt uit hoe Novire zorgondernemers houvast biedt.
‘Wat we oorspronkelijk hebben bedoeld, en waar we tien jaar later ook zijn, is het fundament van de zorg zo beïnvloeden dat er consistent vanuit de klant gewerkt wordt.’ zegt Esther Nieuwenhuizen. Samen met compagnon Evelien Verkade stelde Nieuwenhuizen zich destijds de vraag wat ze konden doen om een omslag van aanbodgericht naar klantgericht werken mogelijk te maken. Dat resul-
Evelien Verkade
teerde in het zogeheten Improvement Model, dat in 2013 door de Raad van Accreditatie werd geaccepteerd. Het model omvat diverse hulpmiddelen, zoals draaiboeken, toolkits en een webbased tool. Het is een strategisch besturingsinstrument dat helpt
82_
om de koers te bepalen en vast te houden. Met allerlei onderdelen. Van indiceren voor de wijkverpleging, het meten van zelfstandigheid, tot het plannen, registreren en declareren. Maar ook een kwaliteitssysteem en de mogelijkheid om uitkomsten te rapporteren naar stakeholders en financiers. ‘Met onze tools kunnen professionals in de zorg op microniveau samen met de klant bepalen waar de behoefte ligt. Waar staat de klant en hoe wil hij leven ondanks zijn beperking? Waar maakt hij qua sociale zekerheid aanspraak op, welke vragen liggen er qua woonomgeving en hulpmiddelen? Is er mantelzorg? Welke bekostiging is geregeld? Dat moet je eerst inventariseren. Daarna kun je een passend aanbod realiseren. Maar wij zagen vaak dat er allerlei zaken werden geleverd vanuit het aanboddenken,’ aldus Nieuwenhuizen.
_MANAGEMENT & ADVIES
COMBINATIE VAN OPLOSSINGEN OP MICRO- EN MACRONIVEAU Waar zorginstellingen gewend zijn op mesoniveau te opereren, vraagt de actualiteit om een combinatie van oplossingen op microniveau (de klant) en macroniveau (overheid, wetten en regelgeving). ‘Je hebt heel gerichte tooling nodig om dat te realiseren. Ons Improvement Model benadert de klant als zelfstandig burger. Waar mensen vroeger hun zelfstandigheid kwijtraakten, zich uitgeschakeld voelden en zichzelf als kostenpost zagen, behouden ze nu de zeggenschap over hun inkomsten en over de zorg die ze inkopen. Ik zie in het werkveld dat de verschuivingen goed zijn. Mensen krijgen weer meer in de melk te brokkelen en ze worden in hun eigen woning toch anders bejegend dan in een intramurale setting.’ Novire begon aanvankelijk met een aantal kleine pioniers, maar werkt inmiddels steeds meer met grote en middelgrote ondernemingen. Volgens Nieuwenhuizen neemt de bereidheid toe om echt anders te gaan werken. ‘Als je met ons instrumentarium in zee gaat, kun je er zeker van zijn dat je organisatie gaat kantelen.’
KLANTCASES Lelie zorggroep Capelle a/d IJssel Novire is sinds 2007 vaste business partner van Lelie zorggroep. Met het strategisch besturingsinstrument wordt kwaliteit, risico’s en continuiteit van de organisatie bij circa 20 zorgpartners op gestandaardiseerde wijze inzichtelijk. De Improvement scan die Lelie zorggroep en Novire samen hebben ontwikkeld geeft een dwarsdoorsnede van de organisatie vanuit de klantpositie, in relatie tot de regionale en landelijke maatschappelijke context. De belangrijkste ijkpunten liggen in het klant- en medewerkerproces besloten en de wijze waarop de organisatie zich hiertoe verhoudt vanuit haar product en missie.
Stichting PerspeKtief te Delft Novire is sinds 2011 betrokken bij de facilitering van een besturingsfilosofie van Stichting PerspeKtief, waarbij de klant en diens traject tot herstel en participatie tastbaar uitgangspunt is. Hiertoe ontwikkelden PerspeKtief en Novire het zogenaamde kernformulier GGZ. Dit maakt het hele methodische klantproces inzichtelijk met behulp van neutrale metingen van zelfstandigheid op basis van normaal burgerschap. Hierdoor is sturen op uitkomsten mogelijk hetgeen klant en medewerker de mogelijkheid biedt om tot het goede gesprek te komen.
Esther Nieuwenhuizen
Medische Innovatie Special _83
‘WIJ ONTZORGEN MET HELDER SUBSIDIEADVIES’ Zorgorganisaties doen veelvuldig een beroep op subsidieregelingen, maar vaak worden die regelingen niet optimaal benut of niet juist geïmplementeerd. Hierdoor lopen instellingen inkomsten mis. En bestaat het risico op boetes achteraf. OAZ subsidieadvies wil dat voorkomen. Directeur Mark van Nieuwenhuijzen: “Wij weten alle ins en outs. En zetten onze kennis in om goed onderbouwd advies te geven.”
‘Wij bieden een totaalconcept’ Wanneer OAZ subsidieadvies de opdracht krijgt om subsidie aan te vragen voor een organisatie, begint het adviesbureau altijd met een subsidieaudit. “We doen grondig onderzoek. We bekijken van welke regelingen reeds gebruik wordt gemaakt, hoe de onderbouwing in elkaar steekt voor de aanvraag, hoe een en ander is geïmplementeerd en of de verantwoording klopt. Als we een helder beeld hebben, kunnen we vaststellen of subsidieregelingen goed benut zijn en zo nodig nieuwe aanvragen opstellen,” vertelt Mark van Nieuwenhuijzen. Vaak worden regelingen niet optimaal gebruikt . Hierdoor kan een organisatie flink wat inkomsten mislopen. “Dat kan in sommige gevallen oplopen tot een paar ton,” waarschuwt Van Nieuwenhuijzen. OAZ subsidieadvies helpt klanten waar mogelijk om de situatie te repareren. Zo zijn er fiscale regelingen waar je tot vijf jaar terug aanspraak op kunt maken. “Wanneer
84_
een organisatie bijvoorbeeld werknemers in dienst heeft of reïntegreert die vallen onder de doelgroep arbeidsgehandicapten, heb je recht op toepassing van premiekorting via de loonaangifte. Per personeelslid gaat dit al gauw om honderden euro’s per maand. Als je dit vijf jaar terugrekent, is dat een heel bedrag.” CORRECTIE Veel bedrijven en organisaties hebben het idee dat subsidieadviesbureaus er enkel zijn om hun financiele slagkracht te vergroten. Maar OAZ subsidieadvies wijst ook op de risico’s die een organisatie loopt wanneer de administratie niet goed bijgehouden wordt. “Neem bijvoorbeeld een werknemer die valt onder een van de verschillende regelingen op het gebied van premiekortingen. Wanneer deze tussentijds uitstroomt, moet je hiermee wel rekening houden in je loonaangifte , anders wordt de korting onterecht toegepast en
loop je kans op een boete,” vertelt Van Nieuwenhuijzen. “Wanneer wij zo’n situatie aantreffen in een administratie, adviseren wij een organisatie hoe ze dit het beste kunnen oplossen. Bijvoorbeeld met een vrijwillige correctie om zo een boete te voorkomen.” TRANSPARANT Mark van Nieuwenhuijzen startte vijftien jaar geleden OAZ subsidieadvies. Hij begon klein. Inmiddels heeft het bedrijf zo’n 40 man personeel en zijn er twee vestigingen, in Vlissingen en Soesterberg. Het adviesbureau richt zich specifiek op subsidies op het gebied van personeel en arbeid. Zo begeleidt OAZ subsidieadvies bij het verkrijgen van gelden uit de subsidieregeling Praktijkleren, Stagefonds, Sectorplannen, Europese subsidies (ESF) en andere tijdelijke of regionale mogelijkheden. “Een echte nichemarkt. Wij zijn tot in detail ingevoerd in de materie, kennen alle ins en outs,” vertelt de directeur. “Onze kennis en ervaring willen we graag inzetten om instellingen en bedrijven van helder en goed onderbouwd advies te voorzien.” Het bedrijf wil daarbij geen rookgordijnen opwerpen, maar juist zo transparant mogelijk opereren. “We geven graag openheid van zaken als het gaat om onze aanpak: Hoe gaan we te werk? Welke procedures
_MANAGEMENT & ADVIES
‘Wij opereren zo transparant mogelijk’ Directeur Mark van Nieuwenhuijzen: “Wij weten alle ins en outs. En zetten onze kennis in omgoed onderbouwd advies te geven.”
www.oazsubsidie.nl
volgen we? Wat voor administratie houden we bij? Wie benaderen we? Door inzicht te geven in onze manier van werken, kunnen we klanten laten zien dat ze met een professionele partij in zee gaan.” ANTICIPEREN Negentig procent van de klanten van OAZ subsidieadvies bestaat uit zorgorganisaties. Soms wordt hulp gevraagd bij een enkele subsidieaanvraag, maar in veel gevallen wordt het adviesbureau benaderd om alle subsidies op het gebied van personeel en arbeid voor een organisatie op te pakken. “We bieden een totaalconcept. We houden alle regelingen in de gaten en adviseren organisaties hoe ze kunnen anticiperen op toekomstige veranderingen.” Als voorbeeld geeft Van Nieuwenhuizen de quotumregeling. Vanaf 2016 geldt voor bedrijven en instellingen dat een deel van het werknemersbestand uit arbeidsgehandicapten moet bestaan. Wanneer een bedrijf daar niet aan voldoet, krijgt het een boete. “In het verleden was er weinig animo bij instellingen om hierop vooruit te lopen. ‘We zien dan wel’, was het credo. Een eventuele boete namen ze op de koop toe. Tegen-
woordig gaan organisaties hier veel voorzichtiger mee om. Ons advies over deze quotumregeling vindt veel meer gehoor. Wij bieden organisaties een zogenaamde nulmeting aan waarmee duidelijk wordt in hoeverre ze al aan het quotum voldoen.” ONTZORGEN Signaleren, adviseren, aanvragen, implementeren, het voeren van de administratie, evalueren en het opmaken van de einddeclaratie; OAZ subsidieadvies ontzorgt. “De laatste jaren is de tendens bij veel bedrijven ‘alle externe partijen eruit’, met het idee dat er dan kosten bespaard worden. Maar uiteindelijk komen veel partijen daarop terug en zien ze in dat deskundig advies veel meer oplevert.” OAZ subsidieadvies werkt op basis van no cure, no pay. De advieskosten worden vanuit de subsidiegelden betaald. “Klanten zijn kritischer. Niet speciaal naar ons, maar over all is er een financiële awareness die er tien jaar geleden niet was. Waar gaat ons geld naar toe? Ook onze dienstverlening wordt op die manier bekeken. Dat vinden wij alleen maar goed. Het houdt ons scherp. Gelukkig maken wij het meer dan waard. Bijna al onze klanten komen na de eerste opdracht bij ons terug.”
Medische Innovatie Special _85
OVER TIEN JAAR ZIET DE WERELD ER COMPLEET ANDERS UIT Innovaties in ICT-technologie veranderen de wereld om ons heen in sneltreinvaart. Onze manier van leven en werken ziet er binnen een decennium compleet anders uit. We gaan efficiënter, beter en soms radicaal anders werken. Dat voorspelt Guus van de Mond, directeur IT-projecten Conclusion.
µ(I¿ FLHQF\ HQ DQGHUV HQ EHWHU werken bepaalt de trend in de zorg’ ‘Als je om je heen kijkt, zie je dat de wereld in een ongekend rap tempo verandert. De snelheid waarmee innovaties, denk aan de stoommachine, de wereld vroeger veranderden, kun je met een factor twaalf vermenigvuldigen voor de huidige technologie. Kijk hoe de app Über de taxiwereld op zijn kop zet. Of hoe Netflix door het toepassen van slimme technologie filmkijken thuis op TV mogelijk maakt. Nog niet zo heel lang geleden moesten we bij de videotheek een videoband huren om hetzelfde te bereiken. Wij noemen de veranderingen die plaats vinden door de slimme toepassing van slimme technologie de Digitale Transformatie. We gaan beter, sneller en soms radicaal anders werken,’ zegt Van de Mond. In de visie van Conclusion is succesvolle transformatie per definitie een
86_
combinatie van ICT én organisatie. De inzet van nieuwe technologie kan alleen succesvol worden wanneer een organisatie meebeweegt. Hier spelen bedrijfskundige, HR, Learning en marketing communicatie aspecten een belangrijke rol. Werkprocessen worden aangepast, medewerkers moeten zich ontwikkelen. Maar andersom stelt een organisatie die in wil spelen op veranderingen in de markt ook steeds nieuwe eisen aan de IT-voorziening. Die wisselwerking tussen IT en organisatie zien we bij elke transformatie. VIRTUELE WACHTKAMER In de ggz, ziekenhuizen en de thuiszorg bedient Conclusion diverse typen klanten. Van de Mond licht toe hoe de combinatie technologie en organisatie resulteert in grotere effi-
ciency. Met een virtuele wachtkamer in een ziekenhuis bijvoorbeeld: ‘Stel, je belt vanachter je PC of tablet met je arts voor een consult. Dat kan met een Skype-achtige toepassing, maar de arts is niet altijd online of is bezet. Wij hebben dat opgelost met de virtuele wachtkamer. Het werkt als volgt; de patiënt neemt op aangegeven tijdstippen contact op, wordt zo nodig even in de wacht gezet en vervolgens te woord gestaan. De beschikbaarheid van de arts kan zo nodig worden uitgebreid.’ Een belangrijke markttrend is volgens hem de verzelfstandiging van bepaalde afdelingen in ziekenhuizen. De ratio daarvan is dat de ‘zware’ infrastructuur van een ziekenhuisorganisatie niet voor alle behandelingen noodzakelijk is. Hij noemt nierdialyse, dermatologie en de oogkliniek als voorbeeld. Hij ziet een netwerk van zelfstandige specialistische behandelcentra ontstaan, die samenwerken met ziekenhuizen. De zorgverzekeraars kunnen in die context makkelijker marktwerking realise-
_MANAGEMENT & ADVIES
ren: ‘Dergelijke ontwikkelingen laten zien dat efficiency, anders en beter werken, de trend bepaalt in de zorg. ’
WIE:
WANNEER:
Guus van de Mond, directeur ICT
opgericht in 1997
Projecten, Conclusion AANTAL MEDEWERKERS: 1800 WAT: Zakelijke dienstverlening op het
KLANTEN:
gebied van IT- en Organisatievraag-
Zorg (ziekenhuizen, ggz, thuiszorg),
stukken
financiële instellingen, spoorwegen, industrie en overig
WAAR: Vestigingen in Utrecht, Amsterdam,
OMZET: 150 miljoen totaal
Rotterdam, Eindhoven, Groningen, Nijmegen
MARKTAANDEEL: Top 3 speler
CLIËNTEN MEER IN HUN KRACHT ZETTEN ‘Voor een ggz-instelling hebben we een IT-systeem ontworpen dat de voortdurend veranderende bezetting in de zorgketen analyseert en de optimale doorstroom berekent. Met die gegevens kunnen vrijgekomen bedden optimaal worden benut. Dat is niet alleen financiële winst, het betekent ook dat je meer mensen kunt helpen. Een ander voorbeeld van efficiënter werken uit de thuiszorg: met beeldbellen kun je klanten vragen of ze een zorgverlener nodig hebben of niet. Zo’n simpele check voorkomt onnodige bezoeken. De kern van het verhaal is dat we organisaties en hun medewerkers anders uitrusten en cliënten meer in hun eigen kracht zetten,’ zegt Van de Mond. Waar staan we over tien jaar? ‘Dan zeggen we waarschijnlijk: Oh ja, toen deden we het op die manier.’
Medische Innovatie Special _87
ICT
‘We gaan het versoepelen, vereenvoudigen en verbeteren’
IT
88_
t
Automatiseren
t
Software
t
ICT
Vroeger gebruikte je je mobiel om te bellen, tegenwoordig kan je ook chatten, e-mailen, internetten en gebruik maken van allerlei handige apps. Technologische ontwikkelingen gaan razendsnel en maken het mogelijk de zorg transparanter en efficiĂŤnter te organiseren. Zo kunnen patiĂŤnten van het UMC Utrecht hun dossier realtime inzien en communiceren met hun arts via een e-consult. Ook GGZ Eindhoven zet eHealth in om zorg op maat te realiseren en tijd en kosten te besparen zodat hulpverleners meer in ĂŠchte zorg kunnen investeren. De mogelijkheden zijn eindeloos. Grote uitdaging voor de zorgmanager om de juiste tools te selecteren en het aanbod te reguleren.
Medische Innovatie Special _89
PATIËNTEN DIRECT OP DE HOOGTE Tekst: Bureau Bax
Foto’s: UMC Utrecht
Sinds februari kunnen patiënten van het UMC Utrecht direct in hun medische dossier lezen wat de dokter schrijft. Volgens hematoloog Reinier Raymakers wordt deze openheid in het ziekenhuis als zeer positief ervaren. “De arts is niet langer degene die besluit en beslist, maar veel meer de deskundige náást de patiënt.”
‘Met patiënten die voorbereid naar het consult komen, kunnen concrete plannen worden gemaakt’
REALTIME Veel ziekenhuizen bieden patiënten de mogelijkheid om online hun medische dossier in te zien. En ook het UMC Utrecht heeft al jaren een patiëntenportaal. Raymakers: “Het grote verschil is dat onze patiënten sinds februari dit jaar realtime kunnen zien wat de artsen schrijven. Ze krijgen hiermee volledig inzicht in hun dossier en kunnen daardoor samen met hun arts het te volgen behandelingstraject bepalen.” Het patiëntenportaal van het UMC Utrecht is toegankelijk voor alle patiënten van 16 jaar en ouder en wordt gebruikt door alle zorgverleners binnen het ziekenhuis. In hun dossier kunnen patiënten al hun medische gegevens vinden. Ze kunnen zien wanneer ze een volgende afspraak hebben, welke medicijnen ze gebruiken, behandelverslagen lezen en ook onderzoekuitslagen worden meteen aan de patiënt beschikbaar gesteld. TRANSPARANTIE Raymakers is een groot voorstander van deze transparantie, een aantal collega’s had aanvankelijk twijfels. Snappen patiënten wel wat er allemaal staat? Gaan ze niet de verkeerde conclusies trekken? Willen patiënten een negatieve uitslag meteen weten? Kunnen ze omgaan met slecht nieuws? “Als hematoloog heb ik dagelijks te maken met patiënten
90_
_ICT
die een kwaadaardige ziekte hebben. Ik heb gemerkt dat zij heel goed weten dat ze ongunstige uitslagen kunnen hebben. Als ze inloggen op het portaal, zijn ze daarop voorbereid.” De meeste patiënten blijken het prettig te vinden up-to-date informatie te hebben. Slechts enkelen kiezen er bewust voor om niet te kijken en wachten het spreekuur af. Raymakers: “Patiënten die niet op de hoogte zijn, zitten vaak gespannen in de wachtkamer. Als ik ze tijdens het consult vertel dat de uitslag van een
onderzoek negatief is, is een goed gesprek haast niet meer mogelijk. Met patiënten die voorbereid naar het consult komen is dat heel anders. We kunnen dan in goed overleg concrete plannen maken voor verdere behandeling.” LAAGDREMPELIG Als patiënten iets niet begrijpen in hun dossier of zich zorgen maken naar aanleiding van een notitie of uitslag, kunnen ze hun arts bellen. Ook kunnen ze contact opnemen met
‘Vroeger wachtte een patiënt tot het volgende consult, nu stuurt hij een e-mail’
hun arts via een e-consult. Binnen drie dagen ontvangen ze een antwoord. “Er zitten veel voordelen aan deze manier van communiceren”, vindt Raymakers. “Een e-mail sturen is voor veel mensen laagdrempeliger dan bellen. Vroeger wachtte een patiënt die pijn had vaak tot het volgende consult, nu stuurt hij een e-mail en kan ik bijvoorbeeld direct andere medicatie voorstellen of een geplande scan vervroegen.” Hoewel het e-consult nadrukkelijk niet bedoeld is om het reguliere spreekuur te vervangen, kan een controle-uitslag die verder niets bijzonders oplevert in de toekomst wellicht via de mail gecommuniceerd worden. Raymakers: “Het scheelt de patiënt een onnodig bezoek aan het ziekenhuis en ik heb meer tijd voor de patiënten die het hard nodig hebben. Veel efficiënter.”
Medische Innovatie Special _91
ZORG VIA DE SMARTPHONE Tekst: Claudia Lagermann
Waar je vroeger in de rij stond bij een reisbureau om een vakantie te boeken, heb je je vakantie tegenwoordig met één klik op de knop vanaf de bank geregeld. Deze vorm van gemak dringt tot steeds meer sectoren door, de gezondheidszorg kan daarin niet achterblijven. Marie‐Louise Vossen, bestuurder van GGZ Eindhoven moedigt deze ontwikkeling aan, al valt er nog veel terrein te winnen op het gebied van eHealth.
Volgens Marie-Louise Vossen is het inmiddels niet meer de vraag óf je eHealth in de zorg implementeert, maar wanneer. Vossens ogen werden drie jaar geleden geopend. “Een van mijn cliënten, die al jarenlang onder behandeling stond, belde mij op. Ze vertelde me hoeveel moeite het
‘Met eHealth kunnen we meer cliënten behandelen voor dezelfde prijs’ haar elke keer kostte om naar een afspraak te komen. Het beangstigde haar zo om de bus te pakken dat ze er ’s nachts van wakker lag. Maar nu had ze een Amerikaanse app gedownload met beelden en geluiden die haar rustig maakten en waar ze tijdens de busreis naar kon kijken en luisteren. Voor mij schetste het hoe eHealth een betekeningsvolle ondersteuning op maat kan bieden.”
92_
INSPIRATIESESSIES Om eHealth bij GGZ Eindhoven te kunnen implementeren, is er een team samengesteld van cliënten, hulpverleners en developers met een ICT-achtergrond. Dit team organiseert inspiratiesessies voor zowel interne als externe partijen. Van afdelingen binnen de GGZ tot zorgverzekeraars. Tijdens de sessies worden zij geïnformeerd over hoe je eHealth effectief kunt inzetten. Tegelijkertijd wordt het gebruik ervan vanuit verschillende oogpunten belicht. “Natuurlijk gaat dat niet altijd zonder slag of stoot”, geeft Vossen toe. “De hulpverleners zijn niet allemaal even blij met deze ontwikkeling. Critici zeggen dat ze hulpverlener zijn geworden vanwege het cliëntcontact en niet om achter een computer te zitten en vragen te beantwoorden. Maar ik ben van mening dat je deze ontwikkeling niet kunt stoppen en je bestaansrecht ter discussie komt te staan als je deze verandering tegenhoudt.” Niet alleen de hulpverleners moeten nog over de streep getrokken worden, ook de financiering rondkrijgen, is niet eenvoudig. “Je moet
_ICT
goede afspraken maken met de zorgverzekeraars en ze laten zien welke kwaliteitsimpuls het geeft als je customized zorg kunt aanbieden. Oftewel zorg die volledig aansluit bij de wensen van de cliënt. Naast de kwaliteitsimpuls is deze vorm van zorg in financieel opzicht interessant. Met behulp van eHealth zullen we in staat zijn om meer cliënten te behandelen voor dezelfde prijs of de prijs per unieke cliënt te verlagen. Bovendien proberen we financiers ervan te overtuigen om in partnership nieuwe content te ontwikkelen. Kick Ass is daar een mooi voorbeeld van. Dit is een game voor jongeren met autisme die we samen met CBusiness, een onderdeel van CZ, en een aantal andere zorginstellingen in co-creatie met cliënten ontwikkeld hebben. Deze game gaan we nu landelijk uitrollen.” VERDIEPINGSSLAG Van alle partijen zijn vooral de cliënten enthousiast over eHealth. Zij komen in de gemeente Eindhoven vroeg in contact met online hulpverlening. Na een afspraak bij de huisarts ontvangt een cliënt een brief thuis of
Medische Innovatie Special _93
een e-mail met een link naar het digitale platform van de GGZ. Hierop worden onder andere digitale trainingen en cursussen aangeboden, kan de cliënt in contact komen met GGZ Eindhoven, filmpjes bekijken, de welkomstmodule volgen, vragen stellen en afspraken inplannen met de hulpverlener. Deze manier van implementatie werpt haar vruchten af volgens Vossen. “Van de ongeveer honderd cliënten die nu in behandeling zijn, is zeventig procent via het platform binnen gekomen. Deze cliënten verwachten vaak dat ze de rest van het traject ook digitaal kunnen doorlopen en zijn daarmee degenen die de hulpverlener kunnen verleiden om iets meer afstand te nemen van de traditionele behandelmethoden. Wat overigens niet wil zeggen dat digitale hulpverlening face-to-face gesprekken overbodig maakt. Sterker nog: een fysieke ontmoeting is een verdiepingsslag op het digitale aanbod en de online contacten.”
een hulpverlener een cliënt eens in de veertien dagen. Stel dat de cliënt depressief is en de hulpverlener tijdens het contactuur vraagt: ‘Hoe heb je geslapen?’ Die afspraak is een momentopname, dus als de cliënt de afgelopen twee nachten slecht heeft geslapen, zal die antwoorden: ‘Ik slaap slecht’, terwijl dat alleen voor die twee dagen geldt. Als dezelfde cliënt elke ochtend op internet of via een app heeft vastgelegd hoe hij geslapen heeft, blijkt misschien dat hij de afgelopen twee dagen inderdaad slecht geslapen heeft, maar dat hij de twaalf dagen daarvoor een prima nachtrust heeft gehad. Dankzij dit soort tools, schets je een objectiever beeld wat positief zal uitpakken voor de behandeling.” MOBILE EHEALTH Nu het digitale platform goed loopt, is mobile eHealth de vorm die Vossen verder wil uitrollen. “Daarmee kan een cliënt op elk moment en op
‘Mobile eHealth maakt hulp op elk moment en op elke plek mogelijk’ Uit de praktijk weet Vossen hoe goed de combinatie van een digitale- en fysieke behandeling hand in hand gaan en zowel de behandelaar als de cliënt daar profijt bij heeft. “Bij de traditionele behandelmethode ziet
94_
elke plek hulp of behandeling krijgen. Zo kan iemand in het bos overvallen worden door een paniekaanval. Dan is het fijn dat degene via een app op zijn smartphone gerustgesteld kan worden. Dat is een groot voordeel
_ICT
van techniek en innovatie. Vroeger gebruikte je je telefoon alleen om mee te bellen, nu gebruik je ‘m vooral voor andere activiteiten zoals mailen, googelen en chatten en in dit voorbeeld ook als instrument om als GGZ cliënt zelf de regie in handen te houden. Natuurlijk werkt het niet in alle gevallen zo, als iemand acuut een psychose krijgt of manisch depressief wordt, dan heeft hij fysieke hulp nodig. Maar ik denk dat tachtig procent van de cliënten baat heeft bij deze vorm van eHealth.” Wat volgens Vossen nog wel een uitdaging is, is het reguleren van het aanbod. “Je moet ervoor waken dat je geen oerwoud aan content creëert,
daarom is het van belang om scherp te zijn en het kaf van het koren te scheiden. Wat zijn goede apps en welke modules zijn van toegevoegde waarde? En hoe houd je de site gebruiksvriendelijk?” Over die vragen moeten zorgaanbieders zich volgens Vossen kritisch buigen. Maar als dat weloverwogen gebeurt, ziet ze de toekomst rooskleurig tegemoet. “Ik verwacht dat mobile eHealth over tien jaar volledig geïntegreerd is en dat elke behandeling uit een fifty-fifty combinatie van digitale- en face-toface zorg zal bestaan, waarbij hulpverleners en cliënten met elkaar een reis aangaan en onderweg samen beslissingen nemen.”
Medische Innovatie Special _95
SUCCES eHEALTH-REVOLUTIE AFHANKELIJK VAN INTEGRATIE Met bestaande infrastructuur voor zorginformatie! In de zorgketen gaat het niet alleen om ziekenhuizen. Eigenlijk wil je zoveel mogelijk voorkomen dat mensen daar naar toe moeten. Het is veel goedkoper om de zorg op locaal niveau in wijkcentra, in huisartsenpraktijken of bij de patiënten thuis te leveren. Dankzij de eHealth-revolutie is veel technologie in de vorm van mobiele apparaten en apps ruimschoots voorhanden. Nu gaat het erom die innovaties uit de consumenten-IT veilig en financieel verantwoord in te bedden in de formele informatiesystemen van alle betrokken instanties.
‘Tussen de ’front-end’ met alle baanbrekende aankondigingen van apps en apparaten en de ¶EDFNRI¿ FH¶ YDQ ]RUJLQVWHO lingen ontbreekt nog de verbindende laag.’ In de eHealth revolutie zit naar alle waarschijnlijkheid de oplossing om de stijging van de zorgkosten af te remmen. Uiteindelijk gaat het erom je eigen gezondheid zo goed mogelijk in de gaten te houden en te voorkomen dat je een dure behandeling in het ziekenhuis moet ondergaan. In die zin is er niks mis met de wens van mensen om hun eigen persoonlijke gezondheidsdossier (PGD) samen te stellen. Zorgverleners werken dat
96_
zelf in de hand. Blijkens onderzoek twijfelen 60% van de huisartsen en medisch specialisten aan het nut van het bieden van inzage in diagnoseverslagen en laboratoriumuitslagen. Ze hebben het tij tegen: de technologische ontwikkelingen en de visie van beleidsmakers gaan in tegengestelde richting. De Raad voor de Volksgezondheid, minister Schippers en de Nederlandse Consumenten Patiënten Federatie (NPCF) pleiten al geruime
tijd voor toegang van burgers tot hun eigen medische dossiers via mobiele apps of internetapplicaties. Wie in de Amerikaanse staat Californië naar één van de Walgreens drugstores loopt, kan ter plekke zijn of haar bloed laten controleren bij een automaat. Een paar druppels zijn voldoende voor een tiental meest voorkomende bloedtesten. Het bedrijf achter deze dienst, Theranos,
_ICT
bestaat al tien jaar. Gesteund door de technologische ontwikkelingen, het sentiment bij de zorgconsument en de volledige goedkeuring van de Amerikaanse zorgautoriteiten, gaat de onderneming een gouden toekomst tegemoet. Voor een fractie van de prijs die een regulier medisch laboratorium berekent, krijgt je de meetwaarden die je bij de huisarts kan aanleveren. Inmiddels is er voldoende technologie voorhanden om ook andere gezondheidsindicatoren zelf te gaan meten. Het aantal apps, patches en ’wearables’ neemt met de dag toe. Veel van die spullen hebben ook al een CE-keurmerk. Niet voor niks maken ook technologiereuzen als Google, Apple en Samsung zich op om met diensten en producten mondiaal de zorgconsument te bedienen. DISRUPTIEVE ONTWIKKELING SCHEPT KANSEN VOOR SYSTEEMINTEGRATIE De kans is groot dat de digitale doehet-zelfzorg snel zal aanslaan in gebieden waar de zorgverlening slecht is geregeld. Eenzelfde effect van de wet van de remmende voorsprong hebben we gezien bij de verspreiding van technologie voor mobiele communicatie. In de ’beschaafde’ wereld zouden we de voorzieningen voor zelfmeting net als het voorbeeld van het bloedprikken wel eens als disruptief kunnen ervaren. Ze ontwrichten het bestaande systeem en maken bepaalde diensten volledig overbodig. Maar tegelijk schept de digitale revolutie ook kansen voor experts in het integreren van complete IT-systemen of enkelvoudige applicaties. Aan die handige zelfmeet gadgets heb je niet
zo veel als de meetwaarden niet terechtkomen bij degene die daaruit de diagnoses vaststelt. Er zijn misschien nu al computers die dat kunnen, maar vooralsnog laten we het over aan de mens: de huisartsen en medisch specialisten. Waar moeten die naar toe met de data waarmee hun patiënten massaal op de proppen komen? Het elektronisch patiëntendossier (EPD) biedt alleen ruimte aan gevalideerde data. Aan die kwaliteit voldoen de meeste zelf-meet oplossingen nog niet. Ze leveren hooguit indicaties. En indien de Internet of Health devices wel medisch exacte waarden gaan genereren, hoe gaat die data dan de omvangrijke, in jaren opgebouwde medische dossiers verrijken? Tussen de ’front-end’ met alle baanbrekende aankondigingen van apps en apparaten en de ’backoffice’ van zorginstellingen ontbreekt nog de verbindende laag. Wij leveren die middelware al vele jaren. Daarmee leggen we internationaal en dus ook
in Nederland de basis voor strategische initiatieven in de richting van gecoördineerde zorgverlening, het vergroten van de betrokkenheid van patiënten en het beheren van populatiegerichte zorgprojecten. Die initiatieven hebben gemeen dat de verbindingslaag eerst geïmplementeerd werd, alvorens de experimenten aan de voorkant worden opgestart. Wereldwijd vertrouwen vele honderden zorginstellingen op ons platform voor het opslaan, analyseren en delen van data, ongeacht of het nu gaat om gestructureerde dan wel ongestructureerde gegevens. Wij maken de data cyclus compleet: vergaren, delen, begrijpen en handelen. Herman Roelandts, Country Sales Manager InterSystems Benelux
INTERSYSTEMS BENELUX
Medische Innovatie Special _97
WERKT EEN CLOUD VEILIG IN EEN DATACENTER? Wat zijn de voordelen?
Steeds meer organisaties besteden hun ICT Informatie, Communicatie & Technologie-infrastructuur uit aan gespecialiseerde bedrijven met veilige cloud faciliteiten in datacenters. Optimale veiligheid, betrouwbaarheid en beschikbaarheid van data en software is de ratio achter deze trend. De ontwikkeling is weliswaar al enkele jaren gaande, maar er zijn volgens Frank van der Heijden, directeur Managed Services van Equinix Nederland, nog wel wat stappen te maken de komende jaren. Hoe veilig werkt een cloud in een datacenter en wat zijn de voordelen? In een zorginstelling zijn al gauw driehonderd verschillende software applicaties in gebruik bij zorgverleners, verspreid over verschillende hardware systemen in diverse gebouwen. De onderhoudskosten zijn in zo’n situatie per definitie hoog en de informatieveiligheid kan meestal niet volledig gegarandeerd worden. Van der Heijden schetst een situatie die hij regelmatig aantreft. De oplossing is één veilig en uniform platform voor alle applicaties en data-opslag. Waar nodig hebben de systemen onderlinge interconnectie voor samenwerking. Daarbij staat het platform in een of meerdere veilige datacenters opgesteld. Het is de oplossing die Equinix Managed Services biedt. Het is veelal niet alleen goedkoper, maar vooral veel veiliger met het oog op onder andere de Wet Bescherming Persoonsgegevens. Een Equinix datacenter voorziet in zeer veilige huisvesting van computersystemen. Dat is een eerste stap in informatieveiligheid. De tweede stap is een uniform
98_
gestandaardiseerd ICT-platform voor een besloten gebruikersgroep. Equinix Managed Services noemt dat een privé secure cloud platform. Stel dat een deel van de software applicaties niet meer werkt door een technisch mankement. Dat heeft iedereen wel eens meegemaakt. In het geval van een secure cloud platform nemen andere ICT-componenten van het platform automatisch de taken van de defecte onderdelen over en blijven de applicaties naar behoren functione-
ren zodat de zorgverleners hun taken ongestoord kunnen blijven uitvoeren. Deze situatie kun je nooit realiseren als je veel verschillende en onafhankelijke systemen op meerdere locaties hebt. Bovendien is het onderhoud kostbaar. Eén uniform platform is kostenefficiënt, functioneel en veilig. Denk ook aan het organiseren van het weren van cyberattacks en aan recovery van gegevens na een calamiteit. Informatieveiligheid is het bestaansrecht van Equinix en
_ICT
het bedrijf investeert daarom veel in secure cloud en veilige fysieke datacenters. De robuuste processen van Equinix komen tot uiting in de vele kwaliteitscertificeringen zoals ISO27001, 9001, 14001, 50001, 18001, ISAE3402, PCI-DSS en meer. Bovendien zijn de datacenters zeer groen in stroomverbruik. Zo is het Equinix datacenter AM3 in Amsterdam Science Park uitgeroepen tot het groenste datacenter van Europa. ARMADA VAN GESTANDAARDISEERDE INFORMATIESYSTEMEN Van der Heijden verwacht een groeiende vraag naar fysieke datacenters en managed ICT-services. Uniforme ICT-infrastructuren wordt langzaamaan als stroom uit de muur. Parallel daaraan zal er meer standaardisatie van veilige ICT-platformen plaatsvinden. ‘Exemplarisch in dit verband is de strategie van de Nederlandse overheid om te groeien naar een waar armada van gestandaardiseerde ICT-systemen waarbij deze zoveel mogelijk samen worden geplaatst in slechts 4 fysieke Rijksdatacenters, komende van 62 locaties voorheen. Equinix datacenter AM3 Science Park is één van deze Rijksdatacenters waar de clustering van overheidsplatformen plaatsvindt. Met deze strategie van consolidatie bespaart de overheid aanzienlijk op datacenterkosten. Daarnaast werken verschillende overheidsorganisaties beter samen omdat in dit Equinix Rijksdatacenter gestandaardiseerde Equinix ICT platformen worden geimplementeerd die aan de hoogste informatieveiligheidseisen voldoen
in het kader van veiligheid, betrouwbaarheid en beschikbaarheid; een privé secure cloud platform. Die standaardisatie is in ziekenhuisorganisaties vaak nog niet toegepast. ‘We zien er bijvoorbeeld een veelheid van heel specifiek “eigen” systemen. Dat zal veranderen, want standaardiseren is een onomkeerbare trend. Ongeacht de weerstand die dat in eerste instantie oproept. Specialistische zorgverleners hechten zeer aan hun eigen ICT-systemen die als het ware draait onder de werkelijk eigen software-applicaties en zijn niet zonder meer bereid de controle uit handen te geven. Maar een eilandenrijk is slecht te beveiligen. En ziekenhuisdirecties vragen om de hoogste veiligheid, beschikbaarheid en betrouwbaarheid,’ zegt Van der Heijden. INFORMATIESYSTEMEN BOVEN ZEENIVEAU Equinix gaat ver wat informatieveiligheid betreft. Naast de zwaar gecertificeerde processen om veiligheid, beschikbaarheid en betrouwbaarheid te garanderen voor privé cloud platformen worden tevens de fysieke datacenters aan de strengste eisen onderworpen. Equinix gaat zo ver dat Equinix datacenter AM3 in Science Park Amsterdam op poten staat van 4,20 meter hoogte zodat alle ICTplatformen boven zeeniveau staan. In Amsterdam Zuid-Oost zijn de gebouwen van Equinix datacenters AM1 en AM2 bom- en kogelvrij. In Enschede is Equinix datacenter EN1 gevestigd in een voormalig gebouw van De Nederlandsche Bank, waar voorheen de goudvoorraden van Nederland werden bewaard.
Kort samengevat is de focus van Equinix Managed Services volledig gericht op informatieveiligheid.
EQUINIX: t Wie Frank van der Heijden, directeur Managed Services t Wat Equinix Nederland, datacenters en Managed ICT Services t Waar 5 vestigingen in Nederland (Amsterdam, Enschede, Zwolle), 100 vestigingen wereldwijd t Wanneer Opgericht in 1999, beursgenoteerd op de Nasdaq; EQIX t Klanten Overheid, bedrijfsleven en non-profit organisaties, waaronder de zorgsector
www.equinix.nl
Medische Innovatie Special _99
TEVREDEN MEDEWERKER, TEVREDEN PATIËNT Een goede planning dáár is instituut Verbeeten, gespecialiseerd in radiotherapeutische oncologie en nucleaire geneeskunde, alles aan gelegen. Projectleider Radiotherapie Willem Jongste wil op korte termijn basale gegevens inzichtelijk hebben: Wie zit op welke locatie? Hoeveel verlofdagen resteren nog? Met Paralax’s softwarepakket Rostar CAS kán dit. 'Hebben we dit voor elkaar, dan gaan we verder: meer vraaggestuurd plannen bijvoorbeeld.
‘Als leidinggevende wil je weten waar je medewerkers zich bevinden. En als het dan specifiek over de afdeling Radiotherapie gaat: waar worden ze verwacht? Op de locatie in Tilburg, Breda of Den Bosch? Medewerkers hebben behoefte aan duidelijkheid en een uniform systeem. Geen Excelbestandje, lijstje of kalender meer. Veel van onze medewerkers werken parttime. Zij kijken vaak na hun laatste dienst op het rooster. Het kan gebeuren dat de planning er een paar dagen later anders uitziet en dan staan ze voor niets op de verkeerde locatie. Gevolg: irritatie bij leidinggevende, medewerker en uiteindelijk natuurlijk ook bij de patiënt. Met Rostar CAS
100_
kunnen medewerkers thuis vanaf hun smartphone, pc, laptop of tablet elk moment het rooster inzien en ook eenvoudig diensten ruilen. Diensten ruilen gaat nu via de mail. Iedereen ontvangt een dergelijk verzoek. Binnenkort krijgt alleen personeel die de specifieke taak kan uitvoeren een melding dat de dienst beschikbaar komt. De planner hoeft niet meer na te denken of de persoon wel geschikt is voor de aangeboden ruildienst.’ Rostar CAS is eveneens in staat een grote hoeveelheid managementinformatie te leveren. Het houdt niet alleen verlof bij, maar ook bijvoorbeeld hoeveel extra kilometers medewerkers afleggen voor hun werk. Hierdoor kan er beter gestuurd worden. GEMOTIVEERDE MEDEWERKERS Paralax levert een flexibel standaardpakket planning software ter ondersteuning van medewerkers en werkplekken. Het pakket kan door de klant zelf aangepast worden op basis van de wensen en voorkeuren van
de organisatie, legt Hugo Geutskens, Adviseur Gezondheidszorg van het softwarebedrijf uit. ‘In een ziekenhuis zijn personeel en materiaal de grootste kostenpost. Bij het efficiënt plannen van die kosten, komt een hoop kijken. Optimaal combineren van de competenties gevraagd voor de werkplek en actuele competenties van de medewerker. Daarbij kun je rekening houden met de voorkeuren van personeel en patiënten. Wil iemand op maandag, dinsdag of juist weekenddiensten draaien of op een bepaalde afdeling werken met dezelfde groep medewerkers, het kán. Het planningsproces kunnen wij faciliteren met onze software. Je kunt werken vanuit een basisrooster of een standaardrooster waarin veel ruimte is voor voorkeur van het personeel. Met Rostar CAS kun je voorkomen dat medewerkers minder of meer werken dan hun contract vraagt. Hierdoor is er meer grip op de personeelskosten. Contractafspraken worden beter in balans gebracht. Tevredenheid voor mede-
_ICT
werker en organisatie en tegelijk een betere balans tussen werk en privé.’ Én een tevreden medewerker leidt tot een tevreden patiënt blijkt uit onderzoek, weet Geutskens. ‘Op het moment dat je zorg bij Verbeeten ontvangt, is het prettig als
TOEKOMST: MEEBEWEGEN MET ZORGVRAAG Een uitdaging, stelt Jongste. “In de toekomst is het werken met een vast team absoluut iets waar we aan denken. Maar het is wél een lastige klus waar de tijd voor genomen moet worden. We werken met 250 patiënten
‘Een vierde tijdswinst voor planners’ de patiënt geholpen wordt door een medewerker die gemotiveerd en enthousiast is. Denk nog eens een stap verder: Het is fijn als patiënten herkenbare gezichten zien en behandeld worden door een vast team. Het is al spannend genoeg dat ze behandeld worden voor kanker.’
per dag, verspreid over drie locaties met veel parttime medewerkers. Op een betere manier de personele inzet reguleren en meebewegen met de zorgvraag is haalbaar, maar geen traject dat overmorgen klaar is.’ Met Rostar CAS gaat Jongste knelpunten sneller signaleren.
‘Neem vakantieperiodes. Veel mensen zijn dan afwezig. We zagen onvoldoende waar de knelpunten zitten. De inzet zo verdelen dat er bij het personeel geen hoge werkdruk ontstaat, is nu lastig omdat we het overzicht niet voldoende hebben. Met een betere planning gaat de werkdruk omlaag. Met als gevolg: een beter functionerende medewerker. Met dit systeem kunnen we tijdig inspelen op knelpunten in de personele planning, waardoor we beter kunnen omgaan met pieken in de zorgvraag. Uiteraard zijn niet alle afdelingen binnen ons instituut in hoge mate afhankelijk van een planning. Voor hen zal Rostar CAS bijdragen aan een beter overzicht en gaat ons helpen een aantal zaken te tackelen en dat resulteert in een groter gebruikersgemak voor planners en medewerkers. Met Rostar CAS halen we een vierde tijdswinst voor de planners plus al die beoogde tevreden medewerkers.’ www.paralax.nl www.verbeeten.nl
Medische Innovatie Special _101
WAAR KOMT NOU PRECIES DE HARTKLEP VAN MEVROUW JANSEN VANDAAN? 3DWLsQWYHLOLJKHLG HQ HIÂż FLHQF\ IRUV RPKRRJ met traceerbaarheid Van medicijn tot kunstheup; door artikelen een barcode te geven, zijn ze altijd en overal te traceren. En dat komt de patiĂŤntveiligheid ten goede. GS1 Nederland helpt ziekenhuizen en leveranciers in Nederland om met een uniforme, internationale standaard traceerbaarheid in de zorgketen te waarborgen. Hans Lunenborg, sectormanager bij GS1 Nederland: “Met behulp van de GS1-barcode, kan een geneesmiddel of medisch hulpmiddel door de hele keten worden gevolgd, van leverancier tot patiĂŤnt.â€?
Nu de patiĂŤnt steeds meer centraal staat, heeft codering prioriteit gekregen van het ministerie van VWS en de gehele zorgsector. “Met bijvoorbeeld de problemen rond de PIP-borstimplantenâ€?, vertelt Lunen-
BARCODERING, WAAROM? t %BMJOH WBO IFU BBOUBM POOPEJHF t %BMJOH WBO IFU BBOUBM POOPEJHF fouten t #FUFS JO[JDIU JO EF [JFLFOIVJT voorraad
borg, â€?is het belang van traceerbaarheid toegenomen. Waren deze implantaten voorzien van een uniforme barcode, dan was een recall veel eenvoudiger geweest. Door het scannen van de code kunnen product en patiĂŤnt in een systeem aan elkaar worden gekoppeld. Zo is gelijk te achterhalen wie welk implantaat heeft gekregen.â€? AFNAME FOUTKANS MET VIJFTIG PROCENT Niet alleen bij recalls levert scannen voordelen op. Wereldwijd worden jaarlijks 25 miljoen fouten gemaakt door het verkeerd verstrekken van medicijnen en hulpmiddelen. Volgens het het McKinseyrapport ‘Strenght in Unity: the promise of global standards in healthcare’ kunnen wereldwijd jaarlijks tussen de 22.000 en 40.000 sterfgevallen voorkomen worden door barcodes te scannen.
t .JOEFS EFSWJOH t &FOWPVEJHFS FO OBVXLFVSJHFS t &FOWPVEJHFS FO OBVXLFVSJHFS terugroepacties t &MFLUSPOJTDIF BGIBOEFMJOH WBO IFU t &MFLUSPOJTDIF BGIBOEFMJOH WBO IFU bestel- en afleverproces Meer informatie vindt u op www.gs1.nl
102_
Lunenborg: “De zorg ligt in de handen van alle mensen die in deze sector werkzaam zijn. Het blijft mensenwerk, dus fouten zijn niet helemaal uit te bannen, maar wel eenvoudig te reduceren. Door te scannen weten we precies wie op welk tijdstip welk
_ICT
Hans Lunenborg, sectormanager bij GS1 Nederland
medicijn in welke dosis heeft gekregen. Hiermee neemt de foutkans met vijftig procent af. Mocht er toch iets misgaan bij de toediening, dan is de fout meteen duidelijk.” MILJOENENBESPARING “Er is nog een ander voordeel”, vertelt Lunenborg.”Omdat het hele proces, van bestelling tot aflevering, elektronisch gebeurt, weet je altijd waar een artikel zich bevindt en heb je een up-to-date inzicht in je voorraden. Dit betekent een flinke bijdrage aan de logistieke efficiency. Alleen al de besparing op medische hulpmiddelen op de Nederlandse operatiekamers bedraagt zo’n 106 à 168 miljoen euro per jaar.” WETGEVING In Nederland kiezen ziekenhuizen en leveranciers steeds vaker voor de uniforme barcodering van GS1: de internationale standaard voor traceerbaarheid in de gezondheidszorg. Ook op het gebied van wetgeving gebeurt er steeds meer in de zorg. Op internationaal niveau stelt de Food and Drug Administration (FDA) dat in Amerika eind 2018 alle medische hulpmiddelen voorzien
moeten zijn van een uniforme barcode. Lunenborg: “De verwachting is dat op korte termijn ook Europese wetgeving het gebruik van barcodes verplicht stelt.” FOCUSGROEPEN Om te ervaren of de praktijk klopt met de theorie, werkt GS1 Nederland samen met partijen uit de sector. Vijftien ziekenhuizen maken op één of meer afdelingen nu al gebruik van de traceerbaarheidsstandaard van GS1.
De sectormanager Lunenborg: ”Omdat niemand fouten wil maken en barcodering het risico hierop reduceert zagen we, zoals verwacht, in de praktijk dat de efficiency en patiëntveiligheid toenamen.” Lunenborg benadrukt wel dat het belangrijk is dit succes te delen op alle niveaus in de organisatie. Zeker omdat de baten zoveel hoger zijn dan de lasten: de investering is binnen acht maanden al terugverdiend.
Medische Innovatie Special _103
PATIËNT EN ZORGVERLENER: SAMEN KONING Een wereld waarin specialisatie in de zorg steeds meer eist van artsen en zorgbestuurders op het gebied van informatie delen, vraagt om een snelle en efficiënte communicatie tussen zorgverleners. Ongeacht het systeem waarmee gewerkt wordt. Het internationale bedrijf Forcare levert software die gebaseerd is op de wereldwijde IHE-XDS standaard. Onderling elektronisch informatie delen, is hiermee mogelijk. Een groot voordeel voor patiënt en arts!
Met een bak aan ervaring en frustraties rijker, startten voormalige ict'ers uit de gezondheidszorg in 2006 Forcare. Patiënteninformatieverwerking bij ziekenhuizen, huisartsen en specialisten moest in hun ogen een stuk beter kunnen, vertelt één van de oprichters Harm-Jan Wessels. Het doel is in één overzicht een transmuraal medisch dossier te tevoorschijn te toveren met alle relevante patiëntinformatie die niet in het eigen dossier beschikbaar is. Daarmee voorkom je fouten, kan
een arts beter zijn werk doen en scheelt het de gezondheidszorg ook nog eens een bom geld. Want hoe vaak gebeurt het niet dat een onderzoek elders allang gedaan is, stelt Wessels. 'Iedere ziekenhuisafdeling of praktijk houdt wel een elektronisch dossier bij. Maar het geeft geen totaalbeeld wanneer de patiënt ook in een ander ziekenhuis onderzoeken heeft laten doen. En dat kan van belang zijn bij huidig onderzoek of behandeling. Ook bij onderling overleg in een be-
handelteam waar niet alle zorgverleners in één kliniek zitten, is die gezamenlijke informatie nodig om een patiënt goed te kunnen bespreken.' Forcare duikt in de wereld van de gezondheidszorg en bedenkt oplossingen om systemen beter met elkaar te laten communiceren. Zo zou het preventief borstkankeronderzoek voor vrouwen tussen de 50 en 75 ook een stuk efficiënter kunnen, denkt Wessels. 'Elk jaar ondergaan een miljoen vrouwen dit onderzoek. Gegevens worden centraal verzameld. Is er iets loos dan neemt de huisarts contact op en word je op pad gestuurd met een mapje foto's of cd naar een oncoloog in een bepaald ziekenhuis.
PATIËNT-EMPOWERED COLLABORATIVE CARE
104_
_ICT
Krijg als patiënt de regie over jouw zorgproces Pas ter plekke kan de arts onderzoeken. Dat kan sneller. De arts kan zich al voorbereiden als hij van tevoren informatie heeft. Zorg dat die onderzoeken direct beschikbaar zijn voor alle Nederlandse ziekenhuizen. Je hoeft vrouwen alleen maar om toestemming te vragen tijdens het preventieve onderzoek. De software doet de rest.' Krijg als patiënt de regie over jouw zorgproces, dat is een ander streven van Forcare. Vanuit de luie stoel achter de pc, op de iPad of mobiele telefoon toegang krijgen tot je eigen relevante zorggegevens. Patient -Empowered Collaborative Care, een hele mond vol, maar waar het om draait is dat de patiënt kan participeren in zijn eigen zorgproces. Dat begint al met het geven van toestemming wie er in het transmuraal dossier kan kijken. Wessels: 'Het gaat bij ieder van ons wel om de gezondheid van de patiënt! Informatiedeling op een betrouwbare, sterk beveiligde en gestandaardiseerde manier is essentieel. En daar hebben wij rekening mee gehouden. Over de medische gegevens beschikken en meedenken in het zorgproces door de patiënt , dat is een volgende fase waar we naartoe gaan. Een innovatief plan, maar wij geloven er in. Met ons bedrijf leveren we een bijdrage aan een betere gezondheidszorg. Én dat geeft een goed gevoel!' www.forcare.nl
Harm-Jan Wessels
Medische Innovatie Special _105
‘MEER BLAUW OP STRAAT IS NIET DE OPLOSSING’ De politieorganisatie wordt geconfronteerd met een veranderende maatschappij. Burgers worden mondiger en hebben minder respect voor de sterke arm van de wet. Al jarenlang klinkt vanuit diverse hoeken de roep om meer ‘blauw op straat’. Maar zijn meer agenten wel de oplossing voor het probleem van de slechte bereikbaarheid, onvoldoende daadkracht en tanend gezag? De vergelijking met de zorgsector dient zich aan. Meer ‘wit aan het bed’ is niet de oplossing.
VERANDERING De maatschappij verandert in snel tempo. Met name organisaties in de publieke sector hebben moeite dit tempo bij te houden. De politieorganisatie is hiervan een voorbeeld. Een ander voorbeeld is de verandering waarmee de voormalige PTT werd geconfronteerd. Namelijk dat markten snel kunnen verdwijnen, inclusief de tienduizenden banen die daarbij horen. Het omgekeerde is ook het geval: markten kunnen ook ontstaan. De zorgsector heeft dit in de afgelopen jaren ontdekt. De lumpsum financiering is afgeschaft en zorginstellingen concurreren nu op basis van prijs en kwaliteit om de gunst van de klant. SURVIVAL OF THE FITTEST De zorgsector staat echter voor grote uitdagingen. De zorg wordt onbetaalbaar en de kwaliteit staat onder druk. Daarom wordt vaak geroepen om meer ‘wit aan het bed’ en minder management. En ook hier kun je de vraag stellen of het uitbreiden van het aantal verpleegkundigen ervoor zorgt
106_
dat de organisatie zich sneller kan aanpassen aan veranderingen. Want dat is natuurlijk de hamvraag: hoe zorgt een instelling ervoor dat ontwikkelingen snel en adequaat geabsorbeerd kunnen worden ? Darwin heeft ons immers geleerd dat degene die zich het best aanpast aan veranderende omstandigheden, zal overleven. Dat geldt voor de mens maar ook voor organisaties. REGELCAPACITEIT Flexibiliteit en wendbaarheid zijn dus voorwaarden voor overleving in de zorgmarkt. Om adequaat te kunnen reageren op veranderingen, heb je ‘regelcapaciteit’ nodig. De mogelijkheid om externe ontwikkelingen te vertalen naar intern beleid en dit beleid te implementeren. In organisaties is dit vooral de rol van stafafdelingen en management. Opvallend genoeg zoeken velen in de zorgsector (net als de politie) de oplossing in het creëren van schaalgrootte. Fusies zijn aan de orde van de dag. De rationale is dat het gefuseerde geheel efficiënter werkt dan
de afzonderlijke onderdelen. Deze efficiëntie wordt in de praktijk vaak ingevuld door afscheid te nemen van een aantal ‘dubbele’ staf- en managementfuncties, waardoor regelcapaciteit juist verloren gaat. Meer ‘wit aan het bed’ kan deze behoefte niet invullen. Daarnaast is schaalvergroting om een andere reden contraproductief: je kunt met een mammoettanker immers minder snel laveren dan met een kleine zeilboot. Kleine zelfsturende teams zijn om die reden sterk in opkomst. FLEXIBELE ICT Aanpassingen in de koers van de organisatie moeten snel en eenvoudig te implementeren zijn in het ICT-landschap. Ook hier zijn het vooral organisaties in het publieke domein die worstelen met dit thema. De automatiseringsproblemen bij de Belastingdienst zijn hiervan een duidelijk voorbeeld. Wat voor een organisatie als geheel geldt, geldt ook voor ICT: Vermijd het creëren van mammoettankers. Een flexibele en schaalbare ICT omgeving is cruciaal om snel in te kunnen spelen op veranderingen in de markt. Op applicatieniveau heeft een grootschalig geïmplementeerd EPD belangrijke beperkingen. Eén systeem voor alle gebruikers kan efficiëntievoordelen opleveren, mits de omgeving relatief stabiel is.
_ICT
Bij toenemende bedrijfsactiviteit kan vaak wel worden opgeschaald omdat hardware eenvoudig te verkrijgen is. Daarnaast is de business case snel gemaakt: meer inkomsten rechtvaardigen de extra investering. In tijden van teruglopende vraag is het echter moeilijk (lees kostbaar) om overtollige ICT infrastructuur af te stoten. Daarom kiezen steeds meer zorgorganisaties ervoor om hun ICT infrastructuur als dienst af te nemen bij een ICTleverancier. Deze kan generieke infrastructuur eenvoudig schalen over verschillende klanten heen. Bovendien betaalt u vaak alleen voor de resources die u gebruikt.
In de zorg anno 2015 moeten systemen echter vooral flexibel zijn. Dat pleit ervoor om automatisering klein te houden. Een ‘best of breed’ benadering waarbij gegevens tussen systemen worden uitgewisseld met behulp van gestandaardiseerde protocollen verdient vanuit dit perspectief de voorkeur.
Voor ICT-infrastructuur geldt hetzelfde: Gebruik kleine, gekoppelde eenheden. Op dit gebied is inmiddels wel de juiste weg ingeslagen. De grote mainframes zijn bijna verdwenen en vervangen door kleinere (vaak virtuele) servers. Maar een flexibele ICT infrastructuur in eigen bezit hebben is duur.
SLTN INTER ACCESS Zorginstellingen staan dus voor de uitdaging om flexibiliteit in alle aspecten van hun bedrijfsvoering door te voeren. SLTN Inter Access kan daarbij helpen. Wij zijn een volledig Nederlands, niet-beursgenoteerde ICT dienstverlener met een unieke positie in de markt. Met ons dienstenportfolio kunnen wij u volledig ontzorgen op het gebied van ICT. Van onze werkplekoplossing tot advisering bij vraagstukken rondom organisatie- en procesoptimalisatie. En van het optimaliseren van uw ICT omgeving tot onze Zorg-Cloud, vanuit ons eigen datacenter.
Medische Innovatie Special _107
SELF SERVICE BUSINESS INTELLIGENCE Veranderingen in de zorgsector lijkt een constante factor. Per 1 januari 2015 gaat een groot gedeelte van de jeugd- en ouderenzorg vanuit de AWBZ over naar de WLZ, WMO en ZVW. Eerder hebben DBC’s hun intrede gedaan en als gevolg van de transitie worden de particuliere bijdrage en de mantelzorg meer en meer onderdeel van het zorgpalet.
TRANSFORMATIE IN DE ZORG Als antwoord op deze stelselwijziging maken veel zorgorganisaties de stap naar zelfsturende teams: multidisciplinaire, kleine groepen zorgverleners die zelfstandig de zorg in een wijk of regio organiseren, begeleid door een coach. Een andere ontwikkeling is dat de legitimatie en declaraties via steeds meer verschillende financieringsstromen lopen: zo komen er ook budgetten per cliĂŤnt. Deze dynamiek maakt het voor de vaak niet financieel geschoolde teammanagers onmogelijk om te werken zonder goede, snelle en flexibele managementinformatie. Maar managementinformatie alleen is niet voldoende om de besturing
“John Buiting, hoofd IV & ICT De
van zorgorganisaties te ondersteunen. Performance Management is meer omvattend. PERFORMANCE MANAGEMENT (Corporate) Performance Management ofwel CPM is het leggen van de verbinding tussen de strategie van een organisatie (“Waar wil ik naar toe?�) en haar huidige prestaties (“Waar sta ik?�). Een veelgebruikte methode voor procesbeheersing is de Plan-Do-CheckAct (PDCA) van Deming: t 1MBO IFU 4."35 WBTUMFHHFO WBO een strategie, doelstellingen en randvoorwaarden; t %P IFU VJUWPFSFO WBO EF QSPDFTTFO en meten van de resultaten; t $IFDL EF[F WFSHFMJKLFO NFU EF doelen; t "DU BDUJFT VJU[FUUFO PN EF WFS schillen weg te werken.
een organisatie-breed datawarehouse op te zetten waarmee we ruim 10 van onze belangrijkste systemen hebben ontsloten.�
108_
Centraal in de oplossing staat een datawarehouse van waaruit standaard koppelingen worden gelegd met de in de zorg gangbare bronsystemen, maar ook naar kwalitatieve informatie. Op deze wijze wordt alle informatie op een robuuste wijze opgeslagen, gevalideerd en beheerd. Ook de begroting wordt naast deze historische realisatie in het centrale datawarehouse opgeslagen. Deze unieke informatiebron kan ontsloten worden met een breed scala aan Business Intelligence hulpmiddelen, van geavanceerde dashboards tot operationele rapportage via PC en mobiele apparaten.
“Joost van Haasteren, manager Planning & Control De Wever: ‘Met ĂŠĂŠn druk op de knop worden nu maandelijks alle
Zorgboog: Met CPM4Care blijkt het mogelijk om in 4 maanden
cessen: strategisch management, begroting, rapportage en prognoses, nu vaak nog het resultaat van afzonderlijke, gescheiden ICT-oplossingen zonder onderlinge connectie.
De praktijk leert echter dat de impact van meer dan de helft van genomen maatregelen niet gemonitord wordt! Wat vaak ontbreekt is immers de koppeling tussen tools voor de belangrijkste Planning & Control pro-
rappor-tages gegenereerd. Een waar genot! Het rapportagesysteem wordt door de hele organisatie gedragen, iedereen is enthousiast.’�
_ICT
BRON SYSTEMEN
GEGEVENS VERWERKING
PERFORMANCE MANAGEMENT
WEB ZORG
DATA
DATA-
STAGING
WARE-
DIMEN-
(ETL)
HOUSE
SIONALE DATABASE
FINANCIEEL
EXCEL
MULTI-
(KUBUS)
BUSINESS INTELLIGENCE (DECISION)
STRATEGISCH MANAGEMENT
PLANNING & BEGROTING PERSONEEL & SALARIS IMPLEMENTATIEMODELLEN CPM4CARE NORMEN • OVERIG
BASIS ZORG
PERSONEEL
KLANTEN
KOSTPRIJZEN
SCORECARD
CONSOLIDATIE
PROGNOSES
Het schema maakt inzichtelijk hoe een Performance Management-omgeving kan worden opgezet.
SELF SERVICE BUSINESS INTELLIGENCE Business Intelligence is als onderdeel van Performance Management niet meer weg te denken en heeft ook binnen de zorgsector een hoge prioriteit, maar er is wel een verschuiving waar te nemen. Waar BI voorheen ingezet werd voor de informatievoorziening achteraf ten behoeve van het midden- en hogere management, krijgen nu ook de teammanagers (en soms ook medewerkers in zelfsturende teams) toegang tot de informatie. Zij raken, net als de nieuwe generaties consumenten, meer en meer gewend zelf aan het stuur te zitten voor het volgen van nieuwsvoorziening, het regelen van de bankzaken et cetera. De focus van de zelfsturende teams
is meer toekomstgericht en kort-cyclisch. Gebruikers kunnen standaard dashboards eenvoudig zelf aanpassen aan de eigen specifieke wensen. Door kengetallen van de informatiegebieden te combineren ontstaan harde cijfers, zoals de gemiddelde opbrengst per FTE, loonkosten als percentage van de opbrengsten en geleverde zorg versus gelegitimeerde zorg. Er kan aangegeven worden vanuit welke invalshoek (dimensie) men informatie wil bekijken en er kan afgedaald worden tot het elementaire niveau. Volledig zelfstandig, want niets is zo vervelend om voor iedere aanvullende vraag afhankelijk te zijn van andere afdelingen zoals Finance & Control of ICT.
OVER CPM4CARE CPM4Care richt zich uitsluitend op de zorgsector en biedt een totaaloplossing op het terrein van Performance Management. De focus ligt onder meer op de volgende aandachtsgebieden: Business Intelligence en managementinformatie, ondersteuning van jaarplan en –begrotingscyclus, (balanced) scorecard en dashboards. Een organisatie kan beginnen met een beperkte functionaliteit, bijvoorbeeld managementinformatie, en daarna naar eigen behoefte doorgroeien in de gewenste functionaliteiten. CPM4Care is een Microsoft Silver BI partner en de oplossingen van CPM4Care zijn dan ook gebaseerd om Microsoft-oplossingen. Meer informatie: www.cpm4care.nl
Medische Innovatie Special _109
C
O
L
O
F
O
N
Deze special van Elma Media is bestemd voor alle zorg- directeuren en bestuurders, managers en kaderleden binnen de medische sector, die met een scherpe blik naar de toekomst kijken en een gezonde drang naar verbetering en vooruitgang nastreven.
CONCEPT EN REALISATIE Elma Media Connecting Business www.elma.nl REDACTIONELE PARTNERS Atrium-Orbis Sittard-Geleen blooming trainingsbureau CB Logistics Commend Nederland B.V. Conclusion B.V. CPM4Care B.V. Dekatel Telecom B.V. Douwe Egberts Coffee Systems B.V. Dräger Medical Netherlands B.V. Equinix Ergotron Europe Eyescan Forcare FrieslandCampina Branded Netherlands GS1 Nederland Van Houtum Hutten Imtech Building Services SLTN Inter Access B.V. InterSystems B.V. Janssen Cilag B.V. Jouw Omgeving Kaba Nederland B.V. Loyalis N.V. Loyalis N.V. NEN Newasco Novire Advies Service & Partnerships OAZ Subsidie Advies B.V. P5Com Paralax Planning Solutions Rieken & Oomen RPS Nederland Wissner-Bosserhoff Nederland
110_
SALESREGIE Silvèr Snoek s.snoek@elma.nl
Zorginnovaties Faciltair Telecom Management en Advies ICT Telecom Faciltair Zorginnovaties ICT Zorginnovaties Zorginnovaties ICT Food ICT Faciltair Faciltair Faciltair ICT ICT Zorginnovaties Zorginnovaties Zorginnovaties Zorginnovaties Faciltair Faciltair Management en Advies Management en Advies Management en Advies ICT Faciltair Zorginnovaties
30 2 64 18 86 108 16 66 28 98 25 38 104 48 102 58 56 60 106 96 32 34 35 26 111 70 62 82 84 80 100 4 68 36
Loyalis in de zorg Een deskundige partner voor werkgevers
De kracht van Loyalis is zijn kennis van sociale zekerheden in de sector. Hierdoor biedt Loyalis gespecialiseerde producten en diensten die altijd op maat zijn. Producten die werknemers helpen hun inkomen aan te vullen wanneer nodig en die werkgevers helpen invulling te geven aan goed werkgeverschap. Met meer werkplezier, meer persoonlijke ontwikkeling en minder
uitval als resultaat. Dat speelt een grote rol in de zorg weten we uit ervaring. Loyalis is al partner van alle UMC’s. Graag zetten we onze kennis en ervaring ook in voor ziekenhuizen. Met dezelfde aandacht en dezelfde voordelen. Kijk op loyalis.nl/partner-in-de-zorg voor meer informatie of bel 020-583 11 13 voor persoonlijk advies.
90.9006.15
MEDISCHE INNOVATIE SPECIAL
D E Z E M E D I SC H E I N N OVAT I E S P E C I A L I S E E N U I TGAV E VA N E LMA MEDIA
9706_Innovatiespecial_Omslag4.indd 2
08-06-15 17:31