NVS-NVL Bij de Les 2020-21#3

Page 1

jaargang 17 | #3 | december 2020

Bij de Les magazine voor schooldecanaat en leerlingbegeleiding

S LEE Les E! e N d I NL Bij O OK VL.NL/ E O U -N ZIN

N

NVS MAGA LES E D IJ

B

Zoals verwacht loopt alles anders 6 Bijbaan op school? 14 Eerst de relatie, dan de prestatie 32 Comfortabel in de spotlights

Decanen

Q

Mentoren

Q

Leerlingbegeleiders

Q

Zorgcoördinatoren


Onderwijs verbinden met de praktijk?

ECH WEL! dé verbinder voor toekomst in technologie jet-net.nl


REDACTIONEEL Bij de les wordt zes keer per jaar uitgegeven door NVS-NVL, de Nederlandse Vereniging van Schooldecanen en Leerlingbegeleiders. Een abonnement is inbegrepen bij het lidmaatschap van NVS-NVL. Losse abonnementen kosten € 65,- per jaar. Adres Mariahoek 16-17 3511 LG Utrecht Tel: 030-7609760 communicatie@nvs-nvl.nl www.nvs-nvl.nl Redactie Nadia Koning, hoofdredacteur Marjolein van Breda-Souman , Christel Isphording, Yvonne Mulders, Truda Zijp Eindredactie Truda Zijp Aan dit nummer werkten mee Theo Grevers, Anke Visser Fotografie & Illustratie Archief Bij de Les, IStock, David de Lange Photography Contact Reacties, suggesties en redactionele bijdragen naar: communicatie@nvs-nvl.nl Advertenties Elma Media Silvèr Snoek - Salesmanager 0226 331 600 s.snoek@elma.nl Vormgeving Elma Media 0226 331 600 Keizelbos 1 1721 PJ Broek op Langedijk Drukwerk Elma Media

Zoals verwacht loopt alles anders... Dat is het thema van deze Bij de Les en van de LOB Inspiratiedag 2021 in april. Een behoorlijk toepasselijk thema. Iedereen zal op zijn eigen manier terugkijken op 2020, maar dat het anders liep dan iedereen had verwacht is een ding dat zeker is. Plannen bijstellen, weer een sprankje hoop en dan toch weer een plan B, C of D bedenken. Flexibiliteit en veerkracht zijn vaak goed vertegenwoordigd binnen het onderwijs, en dat bleek dit jaar harder nodig dan ooit. Alhoewel, loopt het leven niet vrijwel altijd anders dan je verwacht? Vaak bedenk je scenario’s hoe dingen zullen vergaan, maar blijkt juist dat ene scenario wat je niet bedacht had werkelijkheid te worden. En als je terugkijkt naar wat langer geleden, wist jij tien of twintig jaar terug waar je nu zou staan? Het leven is onvoorspelbaar en wispelturig. Het balletje kan gek rollen. En wat een leuke effecten kan dit ook hebben! In de interviews met verschillende workshopleiders op de LOB Inspiratiedag 2021 lees je welke mooie wegen zij hebben bewandeld. De verhalen zijn inspirerend om te lezen en geven een mooie vooruitblik op de Inspiratiedag volgend jaar. Ook het motto een leven lang leren is op alle workshopleiders van toepassing. Ook voor leerlingen zijn er wat dit betreft kansen en veranderingen voorbij gekomen. Zo lees je in een uitgebreid artikel alles over de Wet gelijke kans op doorstroom naar havo en vwo. Door de coronamaatregelen zijn veel dingen anders dan verwacht. Maar naast nadelen heeft het onderwijs ook juist door de corona veel positieve initiatieven gelanceerd. Wat dacht je van een carrouselvorm voor open dagen in de school? Of dat het thuiswerken voor sommige werktaken toch echt beter is dan op school of in de klas? De redactie licht dit soort voorbeelden in hun redactieverhalen mooi toe. Deze decembermaand verloopt vast ook weer anders dan verwacht, maar des te meer reden om er extra fijne feestdagen van te maken. Condoleance Onlangs bereikte mij helaas ook verdrietig nieuws. Oud-hoofdredacteur van het Tijdschrift voor Leerlingbegeleiding, voorloper van Bij de Les, Frits Roelofs is overleden op 68-jarige leeftijd. Hij schreef voor het Tijdschrift voor Leerlingbegeleiding mooie artikelen en was als hoofdredacteur een ware inspirator voor zijn redactie. Ik wens de nabestaanden veel sterkte toe met dit verlies.

Abonnementstermijn: Abonnementhouders kunnen hun abonnement op Bij de Les opzeggen tegen de eerste dag van een maand met inachtneming van een opzeggingstermijn van één maand. Deze regeling geldt niet voor leden omdat leden Bij de Les in het kader van hun lidmaatschap gratis ontvangen. Uitgever en redactie van Bij de Les zijn niet verantwoordelijk voor enig handelen op grond van de in Bij de Les gegeven adviezen en/of gedane mededelingen

Nummer 3 jaargang 17 ISSN 1871-8728

Nadia Koning Hoofdredacteur Bij de Les 3


INDIT NUMMER

ZOALS VERWACHT LOOPT ALLES ANDERS

6

8

Bijbaan op school

Ineens zijn er kansen! Of juist niet? door Truda Zijp

door Yvonne Mulders

Het St. Michaël College in Zaandam biedt studenten uit allerlei vakrichtingen een bijbaan op school. Miriam Ruigrok, rector, geeft hierover tijdens de LOB Inspiratiedag op 22 april een lezing.

Op 17 juni 2020 is het doorstroomrecht vmbo-havo en havo-vwo gepubliceerd. Hoe ziet de wet eruit en waar moet je in de praktijk op letten? En betekent dit automatisch meer kansen om door te stromen of is het minder simpel dan het lijkt?

12

14 Eerst de relatie, dan de prestatie

Doorstromen of verzuipen? door Marjolein van Breda-Souman en Yvonne Mulders Het digitaal doorstroomdossier (DDD) is een goed instrument voor een warme overdracht naar de vervolgopleiding. Als deze goed wordt ingezet tenminste. Wat moet er in een DDD komen te staan? En wie heeft de eindverantwoordelijk hierover?

18

26

Tussenjaartwijfels?

Als het anders loopt dan je verwacht door Truda Zijp

In april geeft Daniëlle Vogels tijdens de LOB Inspiratiedag 2021 een workshop met als titel ‘Studiesucces en tussenjaar: kansen en gevaar’. In dit artikel vertelt zij over haar eigen loopbaan en de rol van een tussenjaar daarbij.

4

door Christel Isphording Netwerken is een belangrijke loopbaancompetentie. Maar hoe bouw je als school zelf een groot netwerk op? Dat is het onderwerp van de workshop van Harry Hoefakker op de LOB Inspiratiedag 2021 in april. In dit interview vertelt hij over zijn eigen loopbaan.

door Marjolein van Breda-Souman Ieder jaar komt het voor dat een leerling vanuit het reguliere vmbo bepaalde ondersteuning nodig heeft die de school niet kan bieden. Dan volgt er een verwijzing naar het voortgezet speciaal onderwijs. Een interview met Kim Smith, zorgcoördinator op het Vester College in Ede

Bij de Les 3


30

32

Redactieverhalen

Comfortabel in de spotlights

De redactieleden vertellen op welke manieren zij positieve initiatieven zien in tijden van het coronavirus.

Hoe kan het dat je een avond lang geboeid naar een toneelvoorstelling of film kunt kijken, terwijl een gemiddelde presentatie nog geen tien minuten interessant is? Tijdens de LOB Inspiratiedag 2021 in april verzorgt Maike Pollaert de workshop: Presenteren voor decanen.

door Christel Isphording

OOK IN DIT NUMMER

24 Met z’n allen voor de toekomst van de leerling door Theo Grevers Beroepskeuzeadviseur Theo Grevers betoogt dat de schooldecaan er niet alleen voor zou moeten staan. Iedereen zou moeten bijdragen aan de studiekeuze van leerlingen.

december 2020

3 20 22 29 36 39

Colofon / Redactioneel Mentor van de maand Agenda 2021 NVS-NVL Academie Column van Anke Visser Kort Nieuws Promo Bij de Les

5


T

e

MA

HE alascht o rw

z v

Bijbaan op school? Extra handjes in de school zijn welkom Het St. Michaël College (havo-vwo) in Zaandam biedt studenten uit allerlei vakrichtingen een bijbaan op school. Miriam Ruigrok, rector, geeft hierover tijdens de LOB Inspiratiedag 2021 op 22 april een workshop.

door Truda Zijp

Het gaat dus niet om studenten van lerarenopleidingen en ook niet om stages die we deze studenten aanbieden’, vertelt Miriam Ruigrok. ‘Wij nemen al een aantal jaren studenten in dienst voor ongeveer een halve dag in de week. Het is voor hen een bijbaan waarmee ze iets leuker bijverdienen dan een baantje in de supermarkt. Ze komen overal vandaan, de meest uiteenlopende studierichtingen.’ Ruigrok vertelt dat er dit schooljaar zo’n 23 studenten rondlopen voor allerlei uiteenlopende klussen. ‘En juist nu, in deze corona-tijd, zijn ze een waardevolle extra aanvulling in de organisatie.’

tot vakinhoudelijke ondersteuning van leerlingen en vakgroepen. Voorbeelden: een college over een onderwerp waar ze vanuit hun studie veel over weten, helpen met het maken van een profielwerkstuk, nakijkklussen, ondersteunen bij lessen. We noemen ze onze ‘pallen’, pal is de afkorting van persoonlijk assistent van de leraar. Maar ze doen ook andere dingen, zoals een extra handje bieden bij het secretariaat of telefoondienst bij de receptie, ict-ondersteuning, helpen met roosters, begeleiding bij buitenschoolse activiteiten, noem maar op. Het is maatwerk, we kijken wat bij iemand past. Het gebeurt ook dat een vakgroep naar een specifiek persoon vraagt.

Maatwerk Wat doen ze zoal? ‘Van alles en nog wat, dingen waar ze wat mee hebben of waar ze wat mee kunnen vanuit hun opleiding. Het varieert van surveilleren

Miriam Ruigrok

6

‘Het is maatwerk, we kijken wat bij iemand past’ Pallen zijn vaak oud-leerlingen. We hebben een collega die dit coördineert, daar komen ze eerst op gesprek en die zorgt later voor de begeleidings- en voortgangsgesprekken. Deze begeleider is ook de coördinator schoolopleider, zo raakt het werk van deze studenten ook de stages van de studenten van de lerarenopleidingen.’ Ruigrok vertelt over de extra steun in deze corona situatie: ‘Bij de eerste golf ontvingen we op school de leerlingen die thuis in zorgelijke omstandigheden zaten. De studenten hebben

Bij de Les 3 – Zoals verwacht loopt alles anders


deze leerlingen opgevangen en geholpen met de studie. Nu geven ze bijvoorbeeld bij de online lessen individuele ondersteuning. Laatst gaf een docent die thuis in quarantaine zat, online lessen aan een klas op school. In de klas is dan een pal aanwezig om te helpen. Er is veel te doen en er valt veel te bedenken.’

‘Het zijn jonge mensen, ze bruisen’ Win-win situatie Wat is de winst voor de school? Ruigrok: ‘Het verminderen van werkdruk, extra hulp bij lerarentekort, extra handjes in de school. Dat is allemaal erg welkom. Het biedt ons ook de mogelijkheid om beter maatwerk te leveren aan individuele leerlingen. En daarnaast is het een stevige kwaliteitsverbetering van het primaire proces. Het zijn jonge mensen, ze bruisen, ze hebben schwung en elan. Ze brengen nieuwe dingen de school in en dat is een waardevolle bijdrage. We halen hiermee de maatschappij de school in, waarmee we vanzelf andersom een onderdeel van de maatschappij worden.’ En de winst voor de studenten? ‘Een bijbaantje en geld verdienen heb ik al genoemd’, zegt Ruigrok. ‘Daarnaast een contentrijke omgeving, daar bedoel ik een brede organisatie mee met een behoorlijk palet aan uiteenlopende werkzaamheden waarmee je kunt ontdekken waar je goed in bent, een plek om te leren. Het is ook een mooie manier om kennis te maken met het onderwijs. Sommige studenten komen later terug als student van een lerarenopleiding en worden vervolgens collega’s. We doen hiermee wat onze functie is: de mens staat centraal en we kijken wat past bij de ontwikkeling van de mens, hetzelfde als we doen voor onze leerlingen.’ Ruigrok vertelt dat ze hier graag een lezing over houdt. ‘Dat heb ik eerder gedaan, collega’s vinden het een boeiend onderwerp. We werken al een flinke tijd met studenten, het is uitgegroeid tot een substantieel stuk van de

december 2020

school. We hebben hier waardevolle ervaringen mee opgedaan en dat delen we als good practice graag met anderen.’

Begeleiding ‘Ze zijn leden van de gemeenschap in school’, zegt Ruigrok nadrukkelijk. ‘Je moet dus niet vergeten om in school te faciliteren dat deze studenten aandacht en begeleiding krijgen, net als collega’s, studenten van lerarenopleidingen en de leerlingen. Ze springen met allerlei taken in het diepe en bij dat zwemmen hebben ze op gezette tijden een zwembandje nodig, anders lopen ze gevaar te verdrinken. Je moet ook niet te snel willen gaan, niet denken dat alle klussen in één keer lukken. Dus biedt hulp en ondersteuning, dan zie je vanzelf dat het vooruit gaat. Soms niet, dan blijkt dat een taak of klus niet iets voor iemand is. Dat weet je dan. Voor de school zelf is het begeleiden van deze studenten ook zinvol, het houdt je in beweging, je leert er van en het doet een beroep op je creativiteit. Je speelt in op nieuwe situaties en op basis van die ervaringen kun je weer dingen verbeteren. Mooi om dat te zien.’ Ruigrok sprak zojuist een paar pallen, ze vertelden: ‘We doen ervaring op in het onderwijs en merken zo of het iets voor ons is. Het werk is heel gevarieerd, we worden voor allerlei klussen ingezet, daar leren we veel van. Het voelt echt als nuttig werk.’

‘Je moet niet te snel willen gaan’ Ruigrok vertelt dat ze aan het eind van de lezing de aanwezigen een boekje met overdraagbare modellen meegeeft. ‘Daar staan formats, schemaatjes in, voor allerlei dingen die je rond dit onderwerp kunt doen. Bijvoorbeeld een functioneringsgesprek voeren, hoe je begeleiding kunt bieden, hoe je de pallen kunt inschalen, ze kunt coachen of binden aan de school. Hiermee hopen we andere mensen te inspireren.’

7


T

e

MA

HE alascht o rw

z v

Ineens zijn er kansen! Of juist niet? Doorstroomrecht vmbo-havo en havo-vwo Op 17 juni 2020 is het doorstroomrecht vmbo-havo en havo-vwo gepubliceerd. Hoe ziet de wet eruit en waar moet je in de praktijk op letten? En betekent dit automatisch meer kansen om door te stromen of is het minder simpel dan het lijkt? Een ding is zeker: goede voorlichting aan de leerlingen is vereist.

door Yvonne Mulders

In het kader van de ‘Wet gelijke kans op doorstroom naar havo en vwo’ komt er duidelijkheid in de doorstroomvoorwaarden. Deze wet zorgt ervoor dat de school een leerling met een diploma vmbo-gl of -tl met een extra vak moet toelaten tot havo. Ook regelt de wet dat een havo-leerling die het diploma heeft behaald, zonder verdere eisen kan worden toegelaten tot vwo.

Een leerling met een diploma vmbo-gl/tl meldt zich aan bij een havoschool

Leerling voldoet wel aan de doorstroomvoorwaarde

Leerling voldoet niet aan de doorstroomvoorwaarde

Van havo naar vwo De wet zegt dat er voor een havist die het diploma heeft behaald geen aanvullende voorwaarden voor doorstroom naar het vwo zijn. In de praktijk is echter een goede voorbereiding en uitleg wel nodig in het jaar dat de leerling een profielkeuze gaat maken. Wijs leerlingen erop dat een tweede moderne vreemde taal in het vwo wel in het pak-

Een gediplomeerde havist meldt zich aan bij een vwo-school

Leerling moet worden toegelaten door de school

Leerling moet worden toegelaten door de school1

Leerling mag worden toegelaten door de school

Leerling mag worden geweigerd door de school

Leerling mag onder (andere) voorwaarden worden toegelaten door de school

Bron: VO-raad 8

Bij de Les 3 – Zoals verwacht loopt alles anders


ket voorkomt. Normaal is een tweede moderne vreemde taal verplicht maar een leerling met een havo-diploma mag dus volgens de wet zonder de tweede moderne vreemde taal worden toegelaten. Om de overstap voor deze havo-leerling makkelijker te maken, kan de leerling hier rekening mee houden. Mocht een leerling helemaal geen talenknobbel hebben en juist van Frans of Duits af wil, dan mag de leerling dus volgens deze nieuwe wet toch toegelaten worden tot het vwo. Dat betekent dat deze havo-leerling zonder een tweede moderne vreemde taal de overstap mag maken. Er wordt vanuit het ministerie nog onderzoek gedaan of en hoe doorstroomprogramma’s voor de overstap naar het vwo vorm kunnen krijgen. Tot de afronding van dit onderzoek zullen er geen doorstroomvoorwaarden zijn voor de doorstroom havo-vwo.

Van vmbo naar havo Voor leerlingen vmbo-gl en vmbo-tl die naar de havo willen doorstromen is er een doorstroomvoorwaarde. Deze leerlingen hebben, om toegelaten te worden tot de havo een extra vak nodig. Voor de zomervakantie van 2020 hebben al veel leerlingen

december 2020

van deze voorwaarde gebruik gemaakt. Daarnaast zijn er leerlingen die geen extra vak hebben. Deze leerlingen kunnen op basis van eigen beleid van de school worden toegelaten. Voor veel scholen telt bij deze laatste groep de oude regeling van een gemiddeld cijfer voor de examenvakken en een positief advies van de lesgevers. Ook hier is het aan de scholen om ouders/verzorgers en leerlingen goed te informeren over de doorstroomvoorwaarde vmbohavo. Dit vereist goede voorlichting voor ouders/verzorgers en leerlingen. Bij het kiezen van een profiel kan de leerling rekening houden met het kiezen van een extra vak. Het extra vak kan bijvoorbeeld Frans, economie, maatschappijkunde, beeldende vorming of informatietechnologie zijn. De wet geeft aan dat het in ieder geval een theoretisch vak moet zijn. Het extra vak mag geen beroepsgericht vak zijn of een eigen schoolprogramma. Het zou natuurlijk voor de leerling in de overstap fijn zijn als het profiel op de havo aansluit bij het profiel dat ze dan al hebben. De wet beschrijft dat een leerling die de overstap maakt van vmbo naar havo op de havo mag doubleren.

9


De mentoren zullen in het (voor)examenjaar goed in gesprek moeten blijven met de leerling (en hun ouders/verzorgers) over de haalbaarheid op de havo. Het is belangrijk dat een leerling op de juiste plek komt te zitten.

‘Hoe kunnen scholen voorzien in een goed aansluitprogramma?’ Havo de juiste plek? Op basis van een subsidieregeling kunnen vmboscholen sinds 2017 een bijdrage ontvangen voor de ontwikkeling en uitvoering van een programma waarin zij leerlingen in het laatste jaar van het vmbo voorbereiden en begeleiden bij de overstap naar havo 4. Scholen maken nu al aansluitprogramma’s voor leerlingen die deze overstap willen maken. Dat gebeurt in overleg met de havo-docenten. Waar merken zij bijvoorbeeld dat er een achterstand komt? Leerlingen die voor de zomervakantie hebben aangegeven dat ze de overstap naar de havo willen maken op basis van een extra vak, hebben de eerste toetsen al binnen. Die leerlingen hebben bijvoorbeeld wel gebruik gemaakt van een kort aansluitprogramma, maar komen tot de ontdekking dat de havo toch een stapje dieper op de stof ingaat. De eerste vakverwisselingen en zelfs hele profielveranderingen zijn al aangevraagd. Een ander voorbeeld is dat deze leerlingen voorheen met de oude regel van de 6,8 gemiddeld voor de examenvakken, geen onvoldoende mochten hebben in de kernvakkenregeling op het vmbo. In de kernvakkenregeling zitten de vakken Nederlands, Engels en wiskunde. Nu mag deze leerling met twee keer een vijf en een compensatiepunt van een zeven de overstap maken waarbij één van die vijven in de kernvakkenregeling mag staan. Wordt het op havo niet te zwaar voor deze leerlingen? Spreken we eigenlijk wel van gelijke kansen of zien ouders/verzorgers en leerlingen mogelijkheden om door het kiezen voor havo de keuze voor vervolgonderwijs uit te stellen? Of kiezen ze havo omdat het gewoon mag? Of kiezen ze voor de havo omdat ze denken dat de weg via havo naar het hbo korter is? Een vmbo-leerling die geen extra vak heeft mag

10

naar de havo op basis van eigen beleid van de havo-school. Veel scholen zullen hiervoor de oude regeling toepassen met alle vereiste stappen die nodig zijn (een bepaald gemiddelde voor de examenvakken, vakkenvoorlichting, gesprek met mentor, positief advies van de lesgevers). Deze leerlingen kunnen op veel scholen al gebruik maken van een aansluitprogramma voor bijvoorbeeld wiskunde, geschiedenis en/of scheikunde. Dit zijn vakken die in de profielen verplicht zijn (behalve in het C&M profiel waar wiskunde vaak een keuzevak is).

Communicatie en voorlichting Een leerling die volgens de nieuwe wet de overstap maakt naar havo of vwo mag doubleren na de overstap. Doet dit recht aan de ontwikkeling van een kind? Wat, als een leerling met doubleren op de havo met 19 of 20 jaar van school afkomt, voelt deze leerling dan dat de kansen gelijk lagen? Goede communicatie naar ouders/verzorgers en leerlingen is belangrijk. Het gesprek aangaan met ouders/ verzorgers en leerlingen over mogelijke vormen van doorstroom naar vervolgonderwijs en/of haalbaarheid van havo of vwo moet blijven bestaan, ondanks het overstaprecht. Zet LOB goed in, in het jaar van de profielkeuze, dan gebeurt dat automatisch.

‘Zet LOB goed in’ Wat zijn de mogelijkheden voor leerlingen? Hoe kunnen scholen voorzien in een goed aansluitprogramma? Wie maakt dat? De toeleverende school, de opnemende school, of doen ze dit samen? Bij welke vakken is het noodzakelijk of bij welke vakken zal het maatwerk worden in de aansluiting? Is een meeloopdag op havo of op vwo iets wat iedere school zou moeten aanbieden, zodat leerlingen ervaren wat het niveau is? Kan de leerling op deze meeloopdag erachter komen of het niveau past of dat het niveau wellicht te hoog gegrepen is of dat er een manier van leren is die juist wel of niet bij je past? Willen de scholen gelijke kansen kunnen aanbieden, dan zal de leerling er zelf achter moeten komen en goed moeten kunnen onderbouwen wat zijn motivatie is om door te stromen naar havo of vwo. Scholen willen zelf ook niet graag dat er tussentijds uitval is, want iedere leerling die eerder dan het behalen van het diploma de school verlaat, is er één teveel.

Bij de Les 3 – Zoals verwacht loopt alles anders


ONLINE OPEN DAG Het Grafisch Lyceum Rotterdam is de grootste gespecialiseerde vakschool van Nederland voor een toekomst in de creatieve industrie. Ontdek alle mogelijkheden tijdens onze Open Dag op zaterdag 30 januari 2021. Vanwege de coronamaatregelen is de Open Dag niet op locatie maar online via www.glr.nl. Het GLR biedt opleidingen op mbo-niveau 2, 3 en 4. Een greep uit het aanbod: Mediavormgeven, Audiovisuele media, Podium- en evenemententechniek, Mediamanagement, Mediatechnologie, Redactiemedewerker en Creatieve Productie. Benieuwd naar het volledige aanbod aan opleidingen en specialisaties? Vraag de brochure aan via www.glr.nl of neem contact met ons op via info@glr.nl of 088 200 15 00.

A

VOOR LLES

MEN

TORE

N

Elke vmbo’er een passende loopbaan! Echte praktijkervaringen. Goede handvatten voor loopbaanNLZWYLRRLU (J[P]LYLUKL SLZZLU KPL YLÅLJ[PL Z[PT\SLYLU )LOHWIHHY K\PKLSPQR LU OLYRLUIHHY ]VVY KL SLLYSPUNLU (SSLZ VT QL SLLYSPUNLU VW ^LN [L OLSWLU UHHY LLU TVVPL [VLRVTZ[ Onze doorlopende leerlijn voor LOB is gebaseerd op de loopbaanJVTWL[LU[PLZ ]HU 4HYPURH 2\PQWLYZ >PQ OLIILU KLaL JVTWL[LU[PLZ vertaald naar vijf loopbaanvragen: ¶ >PL ILU PR LU ^H[ RHU PR& ¶ >H[ ^PS PR& ¶ >H[ ]VVY ^LYR WHZ[ IPQ TPQ& ¶ >PL RHU TPQ OLSWLU& ¶ /VL ILYLPR PR ^H[ PR ^PS& l?

wd Benieu ad Downlo

ateriaa m s le t e ! naar h rproefje o o v n ee direct


T

e

MA

HE alascht o rw

z v

Doorstromen of verzuipen? Good practice: het doorstroomdossier Het digitaal doorstroomdossier (DDD) is een goed instrument voor een warme overdracht naar de vervolgopleiding. Als deze goed wordt ingezet tenminste. Wat moet er in een DDD komen te staan? En wie heeft hier de eindverantwoordelijkheid over? Decaan en redactielid Yvonne Mulders wisselde hierover van gedachten met zorgcoördinator en redactielid Marjolein van Breda-Souman.

door Marjolein van Breda-Souman en Yvonne Mulders

Ha Marjolein, In het eindexamenjaar van het vmbo heeft een leerling wat stappen te ondernemen richting het vervolgonderwijs. En dan bedoel ik met name het mbo. De eerste stap is het aanmelden bij een mboopleiding. Dit gebeurt digitaal via de site van de mbo-instelling. De volgende stap is dat de leerling een melding krijgt dat er een digitaal doorstroomdossier (DDD) ingevuld moet worden. Veel scholen werken met Intergrip en het is voor decanen en mentoren een fijn instrument om te monitoren wat de status is van de aangemelde leerling. De school ziet precies in welke fase de leerling zit: aanmelding, intake, DDD, onderwijsovereenkomst (OOK), definitieve plaatsing. Vooral bij het onderdeel DDD wil ik even stilstaan. Voor veel leerlingen, die geen zorg nodig hebben, is het invullen gemakkelijk en kan het document ingevuld doorgestuurd worden naar het mbo. Echter, er zijn ook leerlingen die zorg nodig hebben. Wat kan en moet in het DDD? Het DDD bestaat uit 2 delen: een deel dat de leerling zelf invult. Dat wordt deel A genoemd en gaat om persoonlijke gegevens, voor welke opleiding de leerling zich heeft aangemeld, wat de leerling aan stages heeft ondernomen, waar de leerling goed in is, of er een loopbaandossier is etc. En als er een loopbaandossier is, kan dat geüpload worden (dit kan vanaf dit schooljaar met ieder opgebouwd en af-

12

gerond loopbaandossier). Verder wordt er gevraagd of het mbo rekening moet houden met het gebruik van medicatie of dat er andere zorg is die de leerling nodig heeft. En vooral over dit laatste punt wil ik het even hebben.

‘Moeten we die verantwoordelijkheid wel bij de leerling leggen?’ In het deel B van het DDD, dat door de mentor ingevuld moet worden, staat de vraag of het wenselijk is dat het mbo contact opneemt met het vo als er sprake is van bijvoorbeeld zorg of andere zaken die belangrijk zijn. Hier kan de mentor ook nog een toelichting geven over waarom het contact wellicht noodzakelijk is. Het zou toch fijn zijn als het verstrekken van informatie over een zorgleerling in de warme overdracht goed gebeurt. De praktijk zegt iets anders. Het mbo neemt niet altijd contact op als dit wel aangegeven is. Andersom werkt het ook niet altijd goed. De mentor vult niet altijd in dat contact eigenlijk nodig is, terwijl dat wel zou moeten.

Bij de Les 3 – Zoals verwacht loopt alles anders


Als het DDD ingevuld is door de mentor, komt het document weer terug bij de leerling. Deze kan de antwoorden van de mentor inzien en aangeven of hij/zij het ermee eens is. De leerling heeft een verantwoordelijkheid om te checken of de informatie juist is. Maar moeten we die verantwoordelijkheid wel bij de leerling leggen? Is de leerling gewoon al niet blij dat er een plaatsing is bij het mbo voor de aangemelde opleiding? Haalt het mbo voldoende informatie uit deel 1 van het DDD over de te bieden zorg? Moet het DDD inhoudelijk niet volledig op de schop? Het is al jaren hetzelfde. Wat verwachten het vo en mbo van elkaar in dezen? Hoe kijk jij hier naar Marjolein? Wat vind jij?

Ha Yvonne, Ik heb je stukje gelezen en wat een boel vragen. Mijn eerste reactie is ja, het loopbaandossier zou bij de intake meegenomen moeten worden. Niet alleen voor zorgleerlingen maar voor alle leerlingen is dit een mooi document om mee verder te gaan of aan te passen daar waar nodig. Als ik naar de loopbaanbegeleiding op onze vmbolocatie kijk, zie ik dat het LOB-dossier ook niet altijd keurig wordt bijgehouden door de mentoren. Opvallend is dat de leerlingen in de onderbouw hierin nog wel geïnteresseerd zijn, maar de motivatie om met LOB bezig te zijn is bij leerlingen uit klas 3 en 4 minimaal. Ook de DDD’s worden summier ingevuld en de leerling geeft zelf niet snel aan dat hij of zij extra ondersteuning nodig heeft.

het belang van het loopbaandossier niet in. De zorgleerlingen daarentegen wel. Zij kampen vaak met sociaal-emotionele problemen waardoor goede begeleiding noodzakelijk is. Het mbo geeft aan te weinig effort te steken in een warme overdracht voor deze leerlingen waardoor de problemen pas laat in beeld komen met de nodige consequenties. Wat belangrijker zou moeten zijn in het DDD en het loopbaandossier is de ontwikkeling van de sociaalemotionele competenties. Waar ben je goed in, wat vind je lastig? Door hierop te reflecteren kan de leerling samen met de loopbaanbegeleider (van het vmbo en het mbo) tot goede keuzes komen voor de toekomst. Bij navraag onder de mentoren hoe het komt dat er summier aandacht is voor het loopbaandossier krijg ik te horen dat ze zelden of nooit enige reactie ontvangen van het mbo. Er wordt van het vmbo verwacht dat zij alle formulieren die nodig zijn voor de intake invullen, maar er wordt geen contact opgenomen wanneer dit wel nodig is. Dit werkt niet motiverend voor de mentoren.

‘Waar ben je goed in, wat vind je lastig?’

Dit heeft vaak te maken met de leeftijd van de leerling. Het is mooi als je als 15-jarige weet wat je wilt en hoe je dat denkt te bereiken, maar de meeste leerlingen van die leeftijd weten dat nog niet en zijn daar niet bewust mee bezig. Door de verantwoordelijkheid bij de leerling neer te leggen dwing je de leerling min of meer om na te denken over zijn toekomst en dat wordt lastig als je daar nog niet mee bezig bent.

Ik denk dat het goed is om samen met het mbo kritisch te kijken naar het DDD en het loopbaandossier. Het heeft veel raakvlakken met ons vorige good practice onderwerp over de doorstroomcoach voor de overstap van vmbo naar mbo. Hier heb ik met ons managementteam over gesproken en zij vonden het een goed idee om er aandacht aan te besteden. Ondertussen zijn de eerste afspraken gemaakt met de zorgcoördinatoren van het mbo en ga ik hiermee aan de gang.

De meeste leerlingen van het vmbo zijn inderdaad al snel blij met een plaatsing op het mbo en zien

Het is ook een mooie uitdaging om het hele vraagstuk DDD en LOB weer eens op de kaart te zetten.

december 2020

13


T

e

MA

HE alascht o rw

z v

Eerst de relatie, dan de prestatie Hoe creëer je als school een solide netwerk voor LOB? Netwerken is een belangrijke loopbaancompetentie. Maar hoe bouw je als school zelf een groot netwerk op? Tijdens de workshop op de LOB Inspiratiedag 2021 in april vertelt Harry Hoefakker hoe je bedrijven bindt aan jouw organisatie. In dit artikel lees je hoe Hoefakker zijn loopbaan heeft vormgegeven en hoe een leven lang leren op hem echt van toepassing is.

door Christel Isphording

Als kind was Harry Hoefakker al dol op techniek. Hij kreeg zo’n klein timmersetje en probeerde met een mini zaagje de tafelpoten af te zagen. Vader was vliegtuigmonteur en ging later in de scheepsbouw, dus hij kreeg de techniek met de paplepel ingegoten. Hij ging naar de LTS en daarna naar de MTS. In die tijd kwam daar geen decaan aan te pas. Hoefakker: ‘Je ouders en docent beslisten welke vervolgopleiding je ging doen en daar dacht je zelf niet over na.’

Meteen een baan Hoefakker: ‘Je had toen ook meteen een baan na school. Mijn eerste project was de renovatie van een hotel in Drachten, ik werkte er anderhalf jaar en had het er zeer naar mijn zin.’ Maar werken in de bouw was ook onregelmatig, met bijvoorbeeld het vorstverlet in de winter. Hoefakker ‘Ik wilde geen uitkering, dus ik maakte een ommezwaai naar de toenmalige PTT-post. Ik was er chauffeur en introduceerde er de nieuwe sorteermachines. In 1996 begon ik naast mijn baan bij PPT-post een eigen duikschool. Daar kwamen mijn lesgevende kwaliteiten al snel naar voren. Ik werd instructeur en groeide door naar master instructeur. Dat lesgeven begon ik steeds leuker te vinden. Als ik de school van mijn eigen kinderen bezocht kreeg ik een echt ‘thuiskomen’ gevoel. Ik besloot om de opleiding onderwijsassistent te gaan volgen.’

Het onderwijs in Hoefakker: ‘Toen ik op een donderdag mijn diploma onderwijsassistent ophaalde, zag ik op vrijdag een advertentie voor technisch onderwijsassistent op de

14

school waar ik nog altijd werk, de Ulbe van Houten in Sint Annaparochie. Maandag had ik een gesprek en dinsdag was ik aangenomen. Ik werkte voor de vakgroep biologie, natuurkunde en scheikunde. Toen de wet passend onderwijs op stapel stond, besloot ik een tweedegraads bevoegdheid omgangskunde te gaan halen. In de laatste drie maanden van mijn opleiding kwam er een nieuw vak op school: technologie. Mijn toenmalige directeur had mij voor die functie op het oog. Voorwaarde was een jaar naar school in Utrecht want er moest wel een bevoegdheid gehaald worden. Ik ben iemand die zijn kansen grijpt, dus daar ging ik voor. Omdat voor dat vak nog weinig lesmateriaal beschikbaar was, ontdekte ik dat ook onderwijsontwikkeling mij veel voldoening gaf.’

‘Ik ben iemand die zijn kansen grijpt’ Onderwijs - bedrijfsleven Er kwamen nieuwe kansen voorbij. Hoefakker: ‘Onze school staat in een krimpregio en ik werd gevraagd of ik mee wilde werken aan het verbinden van onderwijs aan het bedrijfsleven. Voor Stichting Leerplein ben ik intermediair tussen overheid, onderwijs en bedrijfsleven. Toen merkte ik dat ik een stukje ‘know how’ miste en daarom meldde ik me aan voor

Bij de Les 3 – Zoals verwacht loopt alles anders


een Master Learning & Innovation. Intussen werd ik door mijn kennis van het bedrijfsleven en mijn vervolgopleidingen op school gevraagd als LOBcoördinator. Daarvoor volgde ik ook weer wat interessante opleidingen om de benodigde kennis op te doen. Het vak technologie was intussen vervangen door diensten en producten dus dat werd nog een nieuwe opleiding voor een tweede bevoegdheid. Na persoonlijk en onderwijskundig leiderschap heb ik het afgelopen schooljaar de opleiding dynamisch leiderschap in onderwijsorganisaties gevolgd. Dat is een hele andere manier van denken.’

Als decaan zal ik een leerling nooit vertellen wat hij moet gaan doen. Ik wil leerlingen in hun eigen zoekactie begeleiden, dan komen ze daar op een hele andere manier achter. Alle mentoren zijn door mij en mijn collega loopbaan-coördinator Jellie Smit ook opgeleid in het voeren van loopbaangesprekken.’

‘Je moet eerst investeren’

Belang van LOB

Zelfonderzoek doen

Hoefakker merkt dat nog vaak wordt onderschat hoe groot het belang van LOB is. ‘Ouders hebben een enorme invloed op de keuze van hun kind. Ik vertel ouders dat ze in dialoog moeten gaan met hun kind. Stel open vragen zonder te oordelen. Een meisje wilde dierenverzorger worden op een zorgboerderij. Ouders begrepen deze keuze niet. Tijdens een loopbaangesprek vertelde ze dat ze het werken met mensen die wonen/werken op een zorgboerderij prachtig vindt. Ze wist niet wat voor opleiding hoort bij het werken met cliënten op een zorgboerderij. Jongens die kiezen voor een sportopleiding maken een keuze voor het Cios. Dan zeg ik: het Cios kent meerdere opleidingen welke wil je dan gaan doen?

Praktisch alle stages liggen er op dit moment uit door Corona. Hoe gaat dit nu op de Ulbe van Houten? Hoefakker: ‘We hebben ervoor gekozen leerlingen vroeg mee te nemen in het keuzeproces en laten ze na verschillende workshops, presentaties en zelfonderzoek presenteren. Wie ze zijn, wat ze willen, wat ze kunnen en welke opleiding ze gaan kiezen inclusief een alternatieve opleiding. Ook vragen we ze bij welk bedrijf ze in de regio eventueel gaan tagelopen en welke acties ze ondernemen als ze niet kunnen kiezen of juist wel. De vierdejaars leerlingen krijgen voorlichting en workshops van het bedrijfsleven in kleine groepen. Die workshops richten zich op competenties. Dus geen verhaaltje van een automonteur, want dan haken alle leerlingen af die geen interesse hebben in auto’s. Wel een eigenaar van twee autobedrijven die vertelt dat zijn merk gaat verdwijnen van de Nederlandse markt en de groep om advies vraagt. Hoe pak je zoiets marketingtechnisch aan? Zo heb je een workshop economie waar alle leerlingen van leren. Bij de workshop van een zorgcentrum gaat het over probleemoplossend denken. Wanneer ’s nachts meerdere belletjes gaan voor hulp, hoe zorg je dan dat alles blijft lopen? Hoe pak je dat aan? Zo koppel je skills aan je eigen beroep en krijg je nieuwe ideeën over je eigen vaardigheden en competenties. Goed om als kind al over na te denken!’

Harry Hoefakker

december 2020

Tijdens de workshop op de LOB Inspiratiedag vertelt Hoefakker dat je eerst goede verbindingen moet leggen met het bedrijfsleven. Waarom lukt dat niet altijd? ‘Omdat mensen meteen iets willen, je moet eerst investeren. Net als in de klas: ‘eerst de relatie, dan de prestatie’. Eerst alles weten van het bedrijf, interesse tonen en dan samen kijken naar welke mogelijkheden er zijn. Zo creëer je een win-win situatie en dan staan bedrijven overal voor open.’ Hoefakker dacht nog aan promoveren, hij had alles al geregeld. Maar hij besefte op tijd dat hij veel te veel leuke dingen wilde doen in de dagelijkse onderwijspraktijk en zag ervan af. Een leven lang leren, dat heeft hij inmiddels wel in de praktijk gebracht.

15


21 20 da g In sp ira tie LO B

Maak kennis met Proeftuin Geef waardevol invulling aan LOB én de persoonlijke ontwikkeling van je leerlingen. In onze online docentenomgeving bereid je in 5 minuten lessen voor. Afgestemd op de dynamiek van jouw groep. Leerlingen verwerken de opdrachten uit de les in hun werkboek of digitale leeromgeving. Dankzij onze doorlopende LOB-leerlijnen bouwen leerlingen een digitaal doorstroomdossier op. Hier hebben ze hun verdere studieloopbaan voordeel van.

Een mentor over Proeftuin:

‘Ik kies snel en gemakkelijk welke les(activiteit) het beste aansluit bij mijn leerlingen’

Proeftuin is:

• • • • •

Gemaakt voor én met docenten en leerlingen Digitaal én in boekvorm Actieve en inspirerende lesvulling voor 4 jaar Ervaringsgericht: meer dan 850 werkvormen Leven lang leren: in iedere les aandacht voor persoonlijke ontwikkeling, loopbaancompetenties, 21-eeuwse vaardigheden en burgerschapscompetenties

Contact Tel.: 024 – 22 00 110 – E-mail: info@proeftuin.nl

MotivatieKompas Hoe maak je in deze wereld waarin alles anders loopt, leerlingen toekomstbestendig zodat ze de juiste studie kiezen en om kunnen gaan met een arbeidsmarkt die zo hard verandert waardoor wij de banen van morgen nog niet eens kennen? Simpel. Door hen kennis te laten maken met hun centrale drijfveer en hun eigen specifieke motivatiepatronen. Want wanneer je die van jezelf kent dan kun je anticiperen in deze turbulente wereld, de juiste keuzes maken en kun je altijd koersen met vertrouwen op je eigen Kompas.

In de afgelopen maanden maken veel leerlingen, aankomende studenten en ook reeds uitgevallen studenten gebruik van een (online) persoonlijk ontwikkel traject met het MotivatieKompas. Daarnaast zijn er docenten en decanen in opleiding om zelf leerlingen 1 op 1 of in een groep te begeleiden om in een korte tijd de unieke drijfveer en motivatiepatronen van hun leerlingen bloot te leggen zodat leerlingen gericht (samen met school) hun vervolgstappen kunnen kiezen en uitzetten. Wij geloven dat we juist nu in deze tijd onze krachten moeten bundelen om deze generatie leerlingen te helpen in het vinden van hun centrale drijfveer en hun eigen motivatiepatronen door het individuele geheugen(en alle kennis die hierin ligt opgeslagen) naar boven te halen en te analyseren zodat zij vanuit deze kracht zich kunnen aanpassen en creatief kunnen meebewegen met de uitdagingen die er op hun pad komen. Wij denken graag met u mee.

Voor meer informatie: info@motivatiekompas.nl Of neem contact op met Hanneke de Koningh 0645526405 16

Bij de Les 3


B LO tie ira sp In g da

KiesMBO.nl

20 21

Het is momenteel best lastig voor scholieren om zich goed te oriënteren op een vervolgopleiding. Op KiesMBO.nl vinden ze het volledige aanbod van mbo-opleidingen en kunnen ze via een interessetest scrollen door voor hen interessante opleidingen. De beroepen video’s geven een indruk van de werkzaamheden. Via de website is inzichtelijk bij welke opleidingsinstellingen en welke locaties een opleiding is te volgen. De (online) open dagen kalender laat zien waar en wanneer scholieren terecht kunnen voor meer informatie. Per opleiding en per opleidingslocatie wordt, via studie in cijfers, informatie gegeven over onder andere studenttevredenheid, doorstroom na behalen van een mbo-diploma en de kans op stage. Voor LOB-opdrachten gericht op een vervolgstudie biedt KiesMBO.nl decanen, maar ook docenten, een portal waar zij hun leerlingen kunnen laten oriënteren en vergelijken op basis van objectieve informatie.

Kant-en-klare lesbrieven zijn ook te downloaden via de website op https://www.kiesmbo.nl/ voor-docenten-mentoren-en-decanen/lesbrieven

OPEN DAGEN JANUARI EN MAART 2021

NU ÓÓK ONLINE

CHECK VOOR DE LAATSTE INFORMATIE: WWW.ZADKINE.NL/VAKSCHOOLSCHOONHOVEN

december 2020

17


T

e

MA

HE alascht o rw

z v

Tussenjaartwijfels? Het belang van een tussenjaar voor iedereen In april geeft Daniëlle Vogels tijdens de LOB Inspiratiedag 2021 een workshop met als titel ‘Studiesucces en tussenjaar: kansen en gevaar’. In dit artikel vertelt zij over haar eigen loopbaan en de rol van een tussenjaar daarbij.

door Truda Zijp

Daniëlle Vogels is jongerencoach, gespecialiseerd in studiebegeleiding en oprichter/directeur-bestuurslid van het TussenjaarKenniscentrum, een onafhankelijke stichting die informatie geeft over kansen en risico’s van een tussenjaar in binnen- en buitenland. Over hoe je je hierop kunt voorbereiden en risico’s kunt beperken. Scholen kunnen hier gebruik van maken als aanvulling op de voorlichting en begeleiding bij de keuze voor een vervolgstudie.

‘Een tussenjaar kan voor iedereen waardevol zijn’

Van biologie naar jongerencoach Vogels koos na het vo als vervolgstudie biologie, met als afstudeerrichting wetenschapsjournalistiek. ‘Maar, de wetenschap ging me tegen staan, het houdt zich vaak maar met een heel klein onderdeel van het leven bezig. En ik dacht: ‘Wat schiet je daarmee op?’ Ik wilde het liefst met gewone mensen praten. Ik ging stage lopen bij het tijdschrift Natuur en Techniek en na mijn opleiding aan de slag bij het Brabants Dagblad als stadsverslaggever. Ik merkte dat ik vooral geïnteresseerd was in het interviewen van kinderen en jongeren. Dus besloot ik me hierin verder te ontwikkelen. Ik stopte bij de krant en ging als freelancer interviews met jongeren doen voor boeken en tijdschriften. Ik vond het interessant om de jongeren zelf aan het woord te laten over allerlei onderwerpen.’ Na tien jaar ging Vogels weer een opleiding doen. ‘Dat werd een hbo-opleiding voor jongerencoach. Ik wilde jongeren helpen met hun eigen weg in het leven te kiezen en de juiste richting voor een studie. Ik startte aan huis een eigen praktijk: begeleiden bij studiekeuze. Er kwamen veel jongeren langs die gestopt waren met een studie en ik merkte

18

Daniëlle Vogels

Bij de Les 3 – Zoals verwacht loopt alles anders


dat dat een flinke impact op ze had, ze vervelen zich, vallen in een gat en hebben last van onzekere gevoelens. Voor mij waardevolle ervaringen, ik trok me het lot van de jongeren aan.’

Inzicht krijgen Vogels hield na haar vwo-opleiding zelf een tussenjaar. Ze wist dat ze biologie wilde doen, maar wilde eerst even wat anders dan school. ‘Ik ging een half jaar naar Aruba, werkte daar als vrijwilliger mee aan dagbesteding voor ouderen. Daarna werkte ik in Nederland in een supermarkt. Ik was de enige van mijn klas die niet meteen ging studeren, ze waarschuwden me op school, bang dat ik niet verder zou gaan studeren. Mijn ouders deden er niet zo moeilijk over. Toen ik met biologie begon was ik dus al wat ouder, gemotiveerder en zelfstandiger dan de meeste medestudenten. Jaren later, tijdens de coachingsopleiding, kwam ik er achter wat het tussenjaar voor mij had betekent: het inzicht dat ik enorm geïnteresseerd ben in mensen, dat mijn doorzettingsvermogen was gegroeid en de motivatie om te studeren. En ik ben ondernemend. Tijdens mijn praktijk voor de jongeren ging ik me verdiepen in het verschijnsel tussenjaar. Ik ging allerlei onderzoeken hierover bestuderen en zag veel verschillende invullingen van een tussenjaar. Alle informatie die ik tegenkwam zette ik op de website ‘tussenjaartwijfels’. Scholen benaderden me om voorlichting te geven en ik ging een toer doen langs decanenkringen om te vertellen over het belang van voorlichting over een tussenjaar. Vanaf 2016 zette ik samen met Hermien Miltenburg het TussenjaarKenniscentrum op. Het heeft een flinke aanloop gehad, sinds oktober 2019 is het officieel een stichting.’

‘Het bood me mogelijkheden’ Samen in gesprek Voor wie is een tussenjaar iets? Voor wie niet? Vogels: ‘Een tussenjaar kan voor iedereen waardevol zijn. Het hangt er van af hoe je het voor jezelf invult. Van belang is de rol van de ouders daarbij, dat ze niet teveel voor hun kind gaan invullen, wel samen uitzoeken wat bij de jongere past. LOB’ers kunnen leerlingen en ouders daarbij helpen. Daar gaat de workshop over. Die geef ik zoals ik die ook verzorg op scholen voor leerlingen en ouders. Zo ervaar je

december 2020

Het TussenjaarKenniscentrum verzamelt en verspreidt informatie door • de website: www.tussenjaarkenniscentrum.nl, nieuwsbrief en social media-kanalen

• verzorgen van voorlichting • organiseren van de TussenjaarBeurs • aanbieden van de Workshop Tussenjaarplan • verzorgen van cursussen voor decanen en studieloopbaanbe•

geleiders mogelijk maken van onderzoek naar dit onderwerp

hoe de workshop is, je kruipt in de huid van een eindexamenleerling en zijn ouders en je krijgt de benodigde informatie. Met behulp van opdrachten breng ik ouders en hun kind met elkaar in gesprek over wat nodig is om succesvol verder te studeren, hoe je dat kunt verzamelen en versterken en hoe een tussenjaar hier kansen en risico’s voor biedt.’ Vogels vertelt over mogelijke effecten van een tussenjaar op studiesucces. ‘Je hebt tijd om allerlei activiteiten te doen, zoals meeloopdagen, snuffelstages, werk. Je leert jezelf beter kennen als je allerlei verschillende dingen meemaakt. Je wordt er zelfstandiger door en krijgt meer zelfvertrouwen. Het kan negatief uitpakken als het bijvoorbeeld een te lange, door ouders betaalde vakantie is, dan heb je daarna geen zin meer. Als je niet weet wat je wilt en je doet daar in zo’n jaar geen onderzoek naar, weet je het na een jaar nog niet. Minder contact met leeftijdsgenoten kan ervoor zorgen dat je in een isolement of dip terecht komt, dan ga je er psychisch niet op vooruit. Het is belangrijk dat leerling en ouders het in de voorbereiding hier over hebben.’ Vogels heeft zich later afgevraagd of de studie biologie voor haar de juiste studie was. ‘Ik heb pas achteraf begrepen wat het tussenjaar voor mij heeft betekend. Niemand heeft toen bijvoorbeeld aan mij de vraag gesteld ‘Wat zegt het tussenjaar en alles wat je daarin gedaan hebt over jou?’ Geen tussenjaar is hetzelfde, het is voor iedereen een heel persoonlijke invulling. Ik heb toen geen relatie gelegd met de vervolgstudie die ik had gekozen. De studie ging goed, maar in het derde jaar stond ik op het punt om te stoppen. Toen was ik al een eind op weg, dus heb ik het met doorzettingsvermogen afgemaakt en daar ben ik blij om. Het bood me mogelijkheden, ik had anders bijvoorbeeld nooit bij de krant kunnen werken.’

19


20

Bij de Les 3

SJOERD BONGAERTS

Sjoerd Bongaerts Blariacumcollege, Venlo KT1h Joke Peeters, oud-decaan vmbo Blariacumcollege

Daarnaast schrijft Bongaerts inspirerende blogs en heeft hij zijn eigen coachpraktijk waarin hij jongeren begeleidt bij vraagstukken waar ze mee worstelen in deze snel veranderende samenleving.

Op het Blariacumcollege gaan de mentoren mee van leerjaar 1 naar leerjaar 2. Daarna gaat de leerling naar de bovenbouw en krijgt een nieuwe mentor. De kracht van Bongaerts zit hem in zijn manier van zijn. Hij heeft een rustige open uitstraling. Hij komt heel vriendelijk over en is daardoor ook heel benaderbaar. Daarnaast accepteert hij de leerling zoals hij is en, wat voor mij als decaan zo belangrijk is, in die acceptatie benoemt hij de kwaliteiten van de leerling. Hij koppelt die kwaliteiten ook aan de studieloopbaanontwikkeling. Naast de bewustwording van de leerling van zijn kwaliteiten en ‘zichzelf leren kennen’ middels diverse wisselende werkvormen, betrekt hij ook ouders bij de begeleiding.

Naam School Mentor van Genomineerd door

MENTOR VAN DE MAAND


december 2020

21

‘Hij accepteert de leerling zoals hij is’

Elke editie roept de redactie van Bij de Les een mentor van de maand uit. Is er een mentor op jouw school die deze eretitel verdient? Nomineer die! Mail o.v.v.‘Mentor van de maand’ naar communicatie@nvs-nvl.nl. Geef daarbij kort aan waarom deze mentor de eretitel verdient. De redactie zal de nominatie in overleg met jou uitwerken voor in Bij de Les. Bij de Les is een uitgave van www.nvs-nvl.nl

Nomineer ook een mentor van de maand

Voor mij als decaan is dit de manier hoe onderwijs, leerlingbegeleiding en LOB-begeleiding horen samen te vallen. Vandaar mijn nominatie van Bongaerts voor de rubriek mentor van de maand.

In de begeleiding van jongeren in zijn praktijk en de leerlingen op school maakt hij gebruik van een eigen ontworpen coachtool: ‘Dobbel Je Gesprek’. Een dobbelspel waarbij het ‘lot’ bepaalt waar het gesprek over gaat. Door middel van het gooien met vier verschillende dobbelstenen wordt het onderwerp voor een inspirerend gesprek bepaald. Afhankelijk van de hulpvraag van de coachee wordt bepaald welke dobbelstenen worden ingezet. Daarnaast is Sjoerd ook de mede-kartrekker van vakoverstijgend onderwijs, waarbij de school verschillende leergebieden aan elkaar koppelt en ook de verbinding maakt met bedrijven en vervolgonderwijs.


NVS-NVL ACADEMIE Leerlingondersteuning

11 JAN

Training coaching- en begeleidingsvaardigheden Dag 2: 25 jan. Dag 3: 8 feb. Locatie: Utrecht

25

Vervolgcursus- zorg- en ondersteuningscoördinator Dag 2: 15 mrt. Locatie: Utrecht

12

Basiscursus zorg- en ondersteuningscoördinator Dag 2: 17 mei. Dag 3: 14 juni. Locatie: Utrecht

JAN

APRIL

OF KIES UIT DE VERSCHILLENDE MODULES Wil je één of meerdere trainingsmodules volgen ? Kies en match: alles is mogelijk! De trainingsmodules worden op maat gemaakt voor jouw samenwerkingsverband, jouw decanenkring of team op school. Staat het onderwerp waarnaar je op zoek bent er niet tussen? Of wil je meer informatie over de mogelijkheden van online trainingen? Neem contact met ons op, onze experts helpen je graag!

14 modules leerlingondersteuning 1. Visie (vo en mbo) 2. Ondersteuningsstructuur (vo en mbo) 3. Positie & Positionering (vo en mbo) 4. Wettelijke kaders (vo en mbo) 5. Wettelijke kaders – verdiepingsmodule (vo en mbo) 6. Handelingsgericht werken (of cyclisch werken) (vo en mbo) 7. Ouderbetrokkenheid (vo) 8. Werken vanuit Ondersteuning (vo en mbo) 9. Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (po, vo en mbo) 10. Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling – verdiepingsmodule 11. Signaleren van Kindermishandeling (po,vo en mbo) 12. Effectief en Verantwoord Rapporteren (vo en mbo) 13. Coaching- en begeleidingsvaardigheden (vo en mbo) 22

14. (Optimaal) Begeleiden doen we samen! (vo en mbo)

Bij de Les 3


AANBOD 2021 Loopbaanontwikkeling

11

Training coaching- en begeleidingsvaardigheden Dag 2: 25 jan. Dag 3: 8 feb. Locatie: Utrecht

04

Vervolgcursus Decanaat Dag 2: 18 mrt. Locatie: Utrecht

25

Training Loopbaangesprekken Dag 2: 15 april. Locatie: Utrecht

JAN

MRT

MRT

PHW 0DULQND .XLMSHUV

01

APRIL

Basiscursus Decanaat Dag 2: 20 mei / Dag 1: 3 juni Dag 2: 1 juli Locatie: Utrecht

24

Studiesucces en tussenjaar: help leerlingen en ouders op weg Locatie: Utrecht

JUNI

7 modules loopbaanontwikkeling +HW VFKULMYHQ YDQ HHQ /2% EHOHLGVSODQ YR HQ PER

(LJHQDDUVFKDS HQ GH UROOHQ HQ WDNHQ YDQ /2% LQ GH VFKRRO YR HQ PER

/2% YRRU GH PHQWRU VOEȇHU YR HQ PER

/2% HQ RXGHUEHWURNNHQKHLG YR

.ZDOLWHLWVEHZDNLQJ YDQ /2% LQ GH VFKRRO YR HQ PER

&RDFKLQJV HQ EHJHOHLGLQJVYDDUGLJKHGHQ YR HQ PER

2SWLPDDO %HJHOHLGHQ GRHQ ZH VDPHQ YR HQ PER

NVS-NVL.NL/ACADEMIE

december 2020

23


Met z’n allen voor de toekomst van de leerling In hoeverre staat de schooldecaan er alleen voor? Beroepskeuzeadviseur Theo Grevers betoogt dat de schooldecaan er niet alleen voor zou moeten staan. Iedereen zou moeten bijdragen aan de studiekeuze van leerlingen.

door Theo Grevers

Een decaan, die ik bepaald niet als een klager ken, luchtte onlangs bij mij zijn hart: ‘Op papier is het netjes geregeld. Op onze website staat dat ik hier dé vraagbaak ben voor alle vragen over vervolgstudies. Ik organiseer beroepskeuzeavonden en elk jaar een grote studiemarkt. En ik voer studie- en beroepskeuzegesprekken met individuele leerlingen. En daar, Theo, begint het te knellen, want waar haal ik daarvoor de tijd vandaan? Jij weet hoe belangrijk het is dat ik leerlingen tijdig bereik en niet pas in oktober van hun examenjaar. En ik wil dat ze allemáál aan bod komen. Hoe vaak hebben we het niet gehad over die leerlingen die niet spontaan naar me toe waren gekomen maar waarvan je achteraf dacht: ‘Was ik maar op hén afgestapt?’’ De decaan vervolgt: ‘Het goede nieuws is dat ik er natuurlijk niet alleen voor sta. Bij de vakkenpakket- of profielkeuze zijn bij ons de meeste mentoren lekker actief. Ik word geacht hen daarbij te ondersteunen en hoewel ik ze veel meer bagage zou willen meegeven, lukt het al met al niet onaardig om samen de begeleiding vorm te geven. Maar voor het begeleiden van leerlingen die vlak voor de feitelijke keuze van een vervolgopleiding staan, voelen onze mentoren zich toch te weinig toegerust. Die leerlingen komen dan bij mij terecht. Ik werk dus zowel in de eerste lijn als in de tweede. Op zich is dat prima, mits…’

Graag meer bagage Ik neem het verhaal van deze decaan nu even over, in mijn eigen woorden. Zijn ‘mits’ komt op twee wensen neer. Zijn team zou zelf meer uren moeten

24

hebben voor het eerstelijnswerk, vooral voor de leerlingen die vlak voor de feitelijke studiekeuze staan. Ten tweede signaleert hij dat veel mentoren toch over te weinig inzichten en vaardigheden beschikken op het gebied van methodische keuzebegeleiding (als ze daar al naast al hun andere taken aan toe zouden komen). Hij zou deze collega’s graag wat meer bagage willen meegeven, maar het komt er gewoon niet van.

‘Was ik maar op hén afgestapt’ We hebben het dan nog niet gehad over de bijdrage die andere docenten zouden kunnen leveren aan het studie- en beroepskeuzeproces van hun leerlingen. Het is me al vaak opgevallen hoe weinig vakdocenten op een bevlogen maar ook evenwichtig informerende manier aan leerlingen laten zien wat je met het vak kunt doen in vervolgstudies en beroepen.

Wat heb je er aan? Even een terugblik naar de vorige eeuw. Het decanaat was rijkelijk bemand en er was een grote pot geld om leerlingen naar een externe beroepskeuzeadviseur te verwijzen. Toen ik begon als zelfstandig beroepskeuzeadviseur, was dat ook nog zo. Op diverse scholen had ik maandelijks overleg waarbij alle decanen aanwezig waren en er was alle tijd. Maar

Bij de Les 3


misschien is dat gezeur over vroeger. Tegenwoordig zitten decanen krap in hun tijd en beschikken ze over weinig financiële middelen, waardoor ze de inzet van de mentoren én van de vakdocenten hard nodig hebben. Sommigen van de laatstgenoemde groep doen het uitstekend, maar een aantal, aldus deze decaan, niet. Dat herken ik. Mij heeft zo’n houding van vakdocenten altijd wel verbaasd, want het gaat er toch juist om wat leerlingen later hebben aan het vak en wat je ermee kunt! Het volgende voorbeeld van een van mijn klanten illustreert dat maar weer. Daan slaagde voor het vwo met een bètavakkenpakket. Hij wilde ook wel iets met natuurkunde, maar het werd hem nooit helemaal duidelijk wat hij met wis- en natuurkunde kon. Zijn passie was motorrijden en het was zijn droom een winkel en werkplaats voor tweedehands motorfietsen te starten. Maar doordat zijn docent het nooit had gehad over studies en werk en hij zelf niet assertief genoeg was om naar de schooldecaan te stappen, startte hij maar een studie lucht- en ruimtevaarttechniek aan de TUD; vliegtuigen spotten op Schiphol vond hij namelijk ook wel aardig. Deze studie staat, zeker de eerste jaren, stijf van de abstracte wiskunde waar deze Daan helemaal geen trek in had. Hij raakte al snel somber, verspilde veel jaren en bouwde een aanzienlijke studieschuld op. Het kostte mij maar weinig moeite om uit te zoeken wat hem in de exacte en technische richting wel aansprak. Hij stapte over naar het mbo (!), richting autotechniek, en kreeg al snel een baan als automonteur bij een groot taxibedrijf. Momenteel volgt hij de hbo-studie automotive en er is hem al een baan aangeboden als docent bij deze opleiding. Of hij ooit zijn droom waar kan maken weet ik niet, maar ik weet wel dat het weer goed met hem gaat. Met de juiste hulp vanuit z’n school was dit wellicht eerder het geval geweest.

‘Hij raakte al snel somber’ Goede voorbeelden Nog een klant van mij: Olivier dacht een tijdje aan econometrie vanwege de combinatie van economie en wiskunde: niet slecht bedacht en nader onderzoek waard. Wat tegenzat, was dat zijn economiedocent het nooit over beroepen had gehad. Een beroepenmarkt op school hielp ook al niet. Integendeel: daar begreep hij van iemand dat zij na haar studie econometrie als logistiek planner bij ProRail was gaan werken. Ik betwijfel overigens of dit een goed en representatief voorbeeld van een beroep na deze studie is, maar drie dingen zijn zeker: 1) een

december 2020

economiedocent die aan leerlingen niets meent te hoeven vertellen over wat je met het vak kunt, die heeft toch echt een afslag gemist, 2) een beroepenmarkt is prima, maar je moet wel de volledigheid en begrijpelijkheid van de informatie borgen, 3) een beetje decaan of beroepskeuzeadviseur had Olivier een stuk verder kunnen helpen. Overigens begrijp ik dat vertellen over de mogelijkheden van je vak in de vorige eeuw voor veel docenten een hele omslag moet zijn geweest. Mijn ouders - bijna heel mijn familie - komen uit het onderwijs. Op verjaardagen ging het vaak over de school en het vak, maar niet over wat hun leerlingen er beroepsmatig mee konden. Daar was de decaan immers voor… Zo was mijn vader een goede geschiedenisdocent, die bevlogen en inspirerend kon vertellen over vooral de Europese geschiedenis, maar ik weet bijna zeker dat hij nooit aan zijn leerlingen heeft verteld waarom geschiedenis een belangrijk vak is en wat je ermee zou kunnen. De tijden zijn veranderd: anno 2020 hebben we binnen de school iedereen nodig die jongeren kan helpen om goede keuzes te maken.

25


T

e

MA

HE alascht o rw

z v

Als het anders loopt dan je verwacht De overstap van regulier naar speciaal voortgezet onderwijs Ieder jaar komt het voor dat een leerling vanuit het reguliere vmbo bepaalde ondersteuning nodig heeft die de school niet kan bieden. Dan volgt er een verwijzing naar het voortgezet speciaal onderwijs. Hierover interviewt Marjolein van Breda-Souman Kim Smith, zorgcoördinator op het Vester College in Ede, een school voor voortgezet speciaal onderwijs, gericht op optimale ontwikkeling en het behalen van een vmbo-diploma.

door Marjolein van Breda-Souman

Voor wie is jullie voortgezet speciaal onderwijs?

minder en wordt er een grotere verantwoordelijkheid bij de leerling neergelegd als voorbereiding op het mbo. Ook zie je dat de jongeren in het derde jaar meer beïnvloedbaar zijn voor negatief gedrag, gaan puberen of dat er buiten school zorgen zijn waardoor ze opstandig gedrag laten zien. Ze gaan verzuimen of komen zelfs thuis te zitten. De reguliere school zet alles in wat binnen hun mogelijkheden ligt en zo’n traject kost tijd. Soms duurt het een paar jaar voordat ze een toelaatbaarheidsverklaring kunnen aanvragen.

Leerlingen op het Vester College zijn tussen de 12 en 18 jaar. De leerlingen hebben een normaal IQ (80110), maar hebben behoefte aan specifiek onderwijs op het gebied van leren en gedrag. Voor hun ontwikkeling bieden wij hen veel structuur, veiligheid en duidelijkheid. Ook kijken wij naar mogelijkheden: wat wil en kan een leerling? Vaak wordt een leerling al vanuit het basisonderwijs geadviseerd om naar vso te gaan, maar het komt ook voor dat leerlingen vanuit het reguliere vmbo naar een vso school komen.

Komt dit vaak voor? Wat wij zien is dat er een toestroom is van leerlingen in het derde leerjaar. Deze leerlingen zijn al over de helft of zelfs aan het eind van dit leerjaar. Wat het dan lastig maakt is dat deze leerlingen al gestart zijn met hun eindexamen en dat ze vastzitten aan het PTA. Hierdoor moet de leerling het jaar vaak opnieuw doen.

Hoe zou het komen dat reguliere scholen de leerlingen tot in het derde leerjaar in huis houden en dan pas naar het vso doorverwijzen? Dit is een beetje gissen, ik denk dat er in de onderbouw nog veel begeleiding is op het gebied van studievaardigheden, plannen en organiseren. Eenmaal in de bovenbouw wordt deze begeleiding een stuk

26

Kim Smith

Bij de Les 3 – Zoals verwacht loopt alles anders


Wat wij in onze omgeving veel zien is dat leerlingen met grote problematiek tijdelijk geplaatst worden op een bovenschoolse voorziening die vaak op een andere locatie is dan hun eigen school. Het doel en de afspraken zijn erop gericht om weer terug naar school te gaan, maar de ervaring leert dat deze doelen vaak niet gehaald worden en er toch een verwijzing komt voor vso. Het zijn wel bijna altijd leerlingen die vastlopen door stoornis gerelateerd gedrag (mits gediagnosticeerd) en/of waarbij er sprake is van opvoedproblemen of verzuim.

‘Toestroom van leerlingen in het derde leerjaar’ Het advies van de basisschool is leidend. Er worden steeds meer leerlingen vanuit het speciaal (basis) onderwijs aangemeld bij de reguliere scholen. Kun je aangeven of het juist deze leerlingen zijn die weer teruggaan naar het vso? Mijn ervaring is dat er iets meer dan een handjevolleerlingen is dat vanuit het sbo/so al snel terugkomt naar het vso. Het regulier onderwijs is dan vaak te groot, onoverzichtelijk en dus een verkeerde keuze geweest. De meeste leerlingen komen vanuit de reguliere basisschool met een regulier vmbo/havo advies, maar stranden dan in het vo. Vaak vanwege hun gedrag waardoor er didactische problemen ontstaan of er is sprake van een leerling met internaliserende problematiek die thuis komt te zitten. Het zijn ook vaak leerlingen waarbij op de bassischool al zorgen waren rondom gedrag, concentratie, de ontwikkeling of de thuissituatie. Binnen de bassischool zijn ze dan nog wel te begeleiden met extra hulp. Alleen zijn de zorgen dan onvoldoende groot om te verwijzing naar vso.

Als de verwijzing naar het vso wordt ingezet heeft dit veel impact op de leerling en op ouders, hoe ervaar jij dit? Soms is er weerstand. Maar ik zie ook dat ouders blij zijn als hun kind in de onderbouw wordt verwezen

december 2020

naar onze school. De weerstand zit meer bij leerlingen die later worden doorverwezen. Het wordt ook gezien als verloren leertijd, zeker als een leerling het derde leerjaar ook nog opnieuw moet doen. De motivatie daalt en wij zijn druk om de leerling in te laten zien waarom het beter voor hem is om op een andere manier naar school te gaan.

Kun je een succesvoorbeeld geven uit de praktijk. Een leerling die later is ingestroomd, in de weerstand was en het toch goed heeft afgerond bij jullie? Bijna alle leerlingen die hier een diploma halen zijn blij dat ze de overstap hebben gemaakt. Ze komen regelmatig nog even langs om te vertellen hoe het met ze gaat en komen ook nog geregeld met vragen bij hun mentor zoals: ‘Ik zit hiermee, wat zou ik kunnen doen’? Of een leerling die de verkeerde keuze heeft gemaakt voor zijn vervolgopleiding en om raad komt vragen en hiermee weer verder kan. Dit soort bezoekjes maken dat je weet waar je het allemaal voor doet. Als een leerling direct start op het vso en vier jaar blijft, heeft dat als voordeel dat je de leerling heel goed kent, weet wat zijn beperkingen zijn en hoe je daarmee om moet gaan. Je weet waar zijn krachten/talenten liggen en hoe hij die kan inzetten. Wij bieden ze hier een goede, duidelijke structuur die ze nodig hebben en waar ze mee verder kunnen op het mbo en in de maatschappij.

‘Blij dat ze de overstap hebben gemaakt’ Wat helpt de leerling in de voorbereiding op de overstap van regulier onderwijs naar vso? Komen kijken en in gesprek gaan om de voordelen van de overstap naar vso te zien. Maar het allerbelangrijkste is om het gedrag te spiegelen: ‘Wat maakt dat wij jou niet binnen deze school kunnen bieden wat je nodig hebt en wat kunnen ze daar wel?’

27


Landelijke campagne ‘Start met je studiekeuze’ Geeft jongeren een startpunt, plan van aanpak en betrouwbare informatie

AANGEBODEN DOOR

Veel jongeren worstelen met de vraag hoe ze moeten beginnen met hun

Studiekeuze123

Plan van aanpak Er zijn zoveel mogelijkheden en bronnen dat het voor jongeren lastig is om grip te krijgen op het keuzeproces. In de campagne wordt houvast geboden door de studiekeuze op te delen in de fases: ontdek, vergelijk en kies. In de eerste fase staat het ontdekken van jezelf centraal (Wie ben ik? Wat kan ik? Waar liggen mijn interesses?) en kan de scholier hier met verschillende tests inzicht in krijgen. De persoonlijke interesses, voorkeuren, ambities en verwachtingen die iemand in kaart brengt, vormen het uitgangspunt voor het vergelijken van informatie in de volgende fase. Iemand vergelijkt in deze fase bijvoorbeeld opleidingen, indrukken bij open dagen en steden. Uiteindelijk komt de leerling op het punt dat er een passende studie gekozen kan worden en krijgt iemand praktische informatie over bijvoorbeeld het aanmelden en de collegegeldkosten.

studiekeuze. Op de landingspagina Studiekeuze123.nl/start-met-je-studiekeuze kan iemand het startpunt van de studiekeuze bepalen. De pagina geeft een overzicht van relevante informatie voor de beginnende studiekiezer en verwijst door naar handige tools en hulpmiddelen.

Betrouwbare informatie De campagne is ontwikkeld door Stichting Studiekeuze123. Studiekeuze123 is een initiatief van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in samenwerking met studenten en het hoger onderwijs. Het is een onafhankelijke stichting die betrouwbare studiekeuze-informatie verzamelt van studenten, hoger onderwijsinstellingen en landelijke bronnen en deze informatie vertaalt naar toegankelijke en vergelijkbare informatie voor studiekiezers. Ook andere organisaties mogen kosteloos van de data en informatie van Studiekeuze123 gebruikmaken. Met de campagne ‘Start met je studiekeuze’ en vele andere campagnes draagt de stichting er zorg voor dat zowel de studiekeuzeprofessionals als de jongeren zelf en ook hun ouders deze informatie weten te vinden. Tip Leerlingen kunnen hun studiekeuze bijhouden in MijnStudiekeuze. Een digitaal studiekeuzestappenplan waarin de leerling stapsgewijs de studiekeuze doorloopt en opleidingen of open dagen waar de interesse naar uitgaat, kan bewaren.

Meer weten over de campagne? Kijk op Studiekeuze123.nl/start-met-je-studiekeuze of neem contact op met Studiekeuze123 via info@studiekeuze123.nl

28

Bij de Les 3


COLUMN

DOOR ANKE VISSER

Intieme WhatsAppberichten Kent uw school een vertrouwenspersoon? En is dat dan de leerlingbegeleider die vertrouwelijkheid wil uitstralen (variant 1), of een vertrouwenspersoon zoals deze bedoeld is in uw klachtenregeling (variant 2)? Als vormgever van het vertrouwenswerk in het Nederlandse onderwijs, hoop ik dat u ‘variant 2’ antwoordde. En dan liefst een vertrouwenspersoon die daartoe is opgeleid. Laat me dat aantonen aan de hand van een situatie uit mijn opleidingspraktijk.

meer dan de helft van het aantal meldingen is de beschuldigde een met taken belast persoon, zoals een leerkracht of conciërge. Dit is ook een lichte stijging ten opzichte van de vorige rapportagejaren.

Verliefde leerling Op de tweede dag van mijn basiscursus ‘Vertrouwenspersoon nieuwe stijl’ voor vertrouwenspersonen werkzaam in het onderwijs, passen deelnemers de theorie uit de eerste dag toe in rollenspelen. In een rollenspel ontvangt de vertrouwenspersoon een emotionele ouder die meldt dat haar minderjarige kind een seksuele relatie heeft met een docent. De ouder heeft intieme WhatsApp-berichten als bewijs.

‘17 is bijna 18 en dus meerderjarig, nietwaar?’

Terug naar mijn cursus. De deelneemster die ik uitnodigde om de rol van de ouder te spelen, reageerde gegeneerd. Wat bleek: enkele jaren geleden had haar dochter (toen 17) een relatie met haar mentor (toen 27). Als moeder had ze niet geweten wat te doen, zonder haar verliefde kind te beschadigen. Daarom sprak ze vertrouwelijk met een leerlingbegeleider. Die liet haar weten deze mentor een bijzonder fijn mens en collega te vinden. De begeleider adviseerde de bezorgde moeder: ‘Misschien eens thuis uitnodigen?’ Verder vond de leerlingbegeleider het leeftijdsverschil niet zorgelijk: ‘17 is bijna 18 en dus meerderjarig, nietwaar?’ Als moeder geen ernstige bezwaren had, dan was het misschien het beste om even aan te zien hoe deze relatie zich zou ontwikkelen. ‘Want ach, de liefde...’, aldus de leerlingbegeleider.

Omgaan met seksueel misbruik Seksuele relaties tussen leerlingen en onderwijspersoneel (een met taken belast persoon) komen met enige regelmaat voor. Zo schrijft de onderwijsinspectie in haar verslag over schooljaar 2016-2017 dat er in dat schooljaar 106 meldingen over seksueel misbruik binnen alle sectoren zijn binnengekomen. Binnen de categorie seksueel misbruik ontvingen de vertrouwensinspecteurs de meeste meldingen over ongewenste relaties tussen een leraar en een leerling, gevolgd door ontucht met misbruik gezag of ontucht met een wilsonbekwame, gevolgd door aanranding. Bij ‘ontucht met misbruik gezag’ gaat het om een ontuchtige handeling, waarbij een met taken belast persoon ervan werd beticht misbruik te maken van de gezagsverhouding. Bijna één op de drie meldingen van seksueel misbruik handelt over ‘ontucht’ of een ongewenste relatie tussen leraar en leerling. In iets

december 2020

Blijkbaar was deze leerlingbegeleider vergeten dat onderwijswetgeving al sinds 1999 onderwijspersoneel verplicht tot een ‘onverwijlde’ melding bij het bevoegd gezag in geval van seksueel contact tussen een medewerker en een minderjarige leerling/student. Waarna het bevoegd gezag mogelijk overgaat tot aangifte. Deze wettelijke meldplicht geldt voor alle medewerkers in het onderwijs. Geheimhouding of ‘het even aanzien’ is niet aan de orde. De wet is namelijk bedoeld om leerlingen te beschermen tegen personeelsleden die misbruik maken van een afhankelijkheidssituatie. Dat is blijkens de cijfers van de Inspectie voor het onderwijs nog steeds nodig. Anke Visser leidt vertrouwenspersonen voor het onderwijs (po, vo, mbo) op. Zie: www.ankemvisserschoolveiligheid.nl

29


T

e

MA

HE alascht o rw

z v

REDACTIEVERHALEN De redactieleden vertellen op welke manieren zij positieve initiatieven zien, juist in tijden van corona.

‘Een carrouselvorm waarbij we de boel draaiende willen houden’

Marjolein van Breda-Souman

Voor alle leerlingen die de overstap van po naar vo maken, is het bezoeken van hun nieuwe school een spannende periode. Waar voel ik me prettig, wat spreekt mij aan en hoe word ik begeleid? Vragen waar veel leerlingen antwoord op willen hebben. Deze antwoorden hopen ze te vinden door naar de informatiedagen te gaan. Nu ziet het er naar uit dat die geplande informatiemomenten voor toekomstige leerlingen niet door gaan. Een van de vele gevolgen van het coronavirus. Maar het onderwijs zou het onderwijs niet zijn als er niet creatief wordt nagedacht. En dus worden er alternatieven bedacht om toch zoveel mogelijk leerlingen en ouders te bereiken.Wij vinden het belangrijk om mensen persoonlijk te zien en te spreken en kiezen ervoor om de ouders en leerlin-

gen op school te ontmoeten. Het plan is om via de basisscholen de ouders en leerlingen te benaderen om zich in te schrijven op voorgestelde data en tijd om de school (volgens de voorzorgsmaatregelen van het RIVM) te kunnen bezoeken. Wij tuigen de school op zoals andere jaren en zetten betrokken medewerkers neer op één plek waar ze ouders en leerlingen te woord kunnen staan. De ouders en leerlingen lopen via een uitgezette route door de school, ze komen op alle belangrijke plekken en spreken de bijbehorende personen. Een carrouselvorm waarbij we de boel draaiende willen houden en op een leuke manier de school willen laten zien! Maar, we hopen natuurlijk dat het anders zal gaan lopen zoals verwacht en dat de deuren weer open kunnen gaan voor iedereen.

‘Er is saamhorigheid’ Eén van de conciërges van het plaatselijke roc vertelt over zijn school in deze c-tijd: ‘Ongelofelijk. Het oogt heel saai. Maar achter de schermen gebeurt veel. Geen volle klassen, de online-lessen zien we niet. De eerstejaars komen het meest op school en ook de niveau 1-opleidingen, meestal in kleine groepjes. De kantines gebruiken we niet, pauzes zijn in de klas, daar mogen de jongeren eten. Het heeft heel wat voeten in aarde gehad om na de eerste golf aan de eisen te voldoen van het RIVM. We hebben toen veel meubilair weggehaald om afstand te creëren. Dit schooljaar hebben we de boel er weer ingezet en met stickers aangegeven waar je wel en niet mag zitten. Voor de bewegwijzering en spatschermen hebben we een bedrijf ingehuurd. Ook

wat extra beveiliging. De sfeer? Iedereen wordt er af en toe chagrijnig van, je bent de hele dag bezig met die anderhalve meter en je aan regels te houden. Sommige groepen jongeren vergeten het, ze krioelen door elkaar en het lijkt langs ze heen te gaan. Dat zie je ook bij sommige docenten: bijvoorbeeld tafels bij elkaar zetten voor groepsopdrachten. De beveiligers en wij als conciërges spreken de mensen daar op aan. Veel collega’s vinden het eng, voelen angst om het virus op te lopen. En als ik iets positiefs moet zeggen: er is saamhorigheid. En een beter contact met de leidinggevenden. Als we met vragen zitten, besteden ze er aandacht aan. Maar, we moeten wel zelf aan de bel trekken.’

Truda Zijp

30

Bij de Les 3 – Zoals verwacht loopt alles anders


‘Zet deze lastige tijd om in een positief stukje onderwijs’ Op maandag 28 september 2020 kwamen Hugo de Jonge en Mark Rutte in beeld voor de persconferentie. Strengere maatregelen werden aangekondigd. Daarnaast werd er een dringend advies gegeven om mondkapjes binnen de scholen te gaan dragen in gangen en aula’s. Brieven van de directies werden verstuurd naar ouders/leerlingen en personeel om ze hierover te informeren. Veel scholen gingen er positief op in en kregen begrip van ouders/leerlingen. Binnen de mentorlessen werd er zoveel mogelijk over gesproken waarom dit advies er is. Maar Nederland is Nederland niet als er ook geen weerstand zou komen. Ouders die hun kinderen dreigen thuis te houden als niet iedereen een mondkapje draagt, ouders die een ‘verklaring’ van de huisarts

hebben omdat hun kind het mondkapje niet kan verdragen op het gezicht, ouders die namens de groep Viruswaanzin een brief hebben geschreven. Veel scholen gaan heel zorgvuldig om met het mondkapjesbeleid. Leerlingen worden aangesproken bij de voordeur van de school om het mondkapje te dragen. En zo ziet de school dat er meer leerlingschapen over de dam komen en dat het kuddegedrag effect heeft. Ik ben helaas nog geen enkele school (laat het weten als het wel zo is) tegen gekomen die de handvaardigheidslessen, de teken- of technieklessen inzet om een opdracht te maken: wie kan een zo creatief mogelijk mondkapje maken of wie komt naar school met een zo apart mogelijk kapje? Zet deze lastige tijd om in een positief stukje onderwijs. Yvonne Mulders

‘Creatief met corona’ Natuurlijk willen we allemaal onze vrijheid terug en natuurlijk willen we graag weer onbeperkt kunnen reizen. Maar ik ben een rasechte huismus. Ik ga bijna nooit uit eten, kijk liever thuis een film dan in de bioscoop en verafschuw grote groepen. Ik bezocht als puber geen enkel concert of evenement. Thuiswerken is een lang gekoesterde wens. Het werken op een teamkamer waar iedereen praat (zeker ik!) en waar ik alles hoor (dus reageer!), dat kon ik niet. Dus gebruikte ik de avonden, de weekenden en de vakanties om al dat werk toch naar behoren te doen. En toen op 13 maart... Toen ging de wereld op slot en ging voor mij een nieuwe wereld open. Een wereld van rust en regelmaat. Geen gehaast meer naar de trein, geen

gesjouw met spullen en weer wat belangrijks vergeten. Rustig heel vroeg op staan, kopje thee, fitness, yoga, meditatie en soms een rondje bos en kuil. En dan in je comfortabele outfit met een wél lekker kopje koffie aan het werk. In alle rust aan je eigen bureau met uitzicht op eigen huis en tuin. Mijn middagpauze kan zo 2 uur duren, maar dan werk ik door van 3 tot 7. Geen conciërge die mij de school uitgooit als ik lekker aan het werk ben. Geen gestress met roosters in combinatie met onze vergadering in Utrecht. Geen stukken lezen in de trein, maar onder een dekentje heerlijk op mijn eigen bank. Als straks alles weer kan, dan zou ik dit echt heel graag zo blijven doen!

Christel Isphording

december 2020

31


T

e

MA

HE alascht o rw

z v

Comfortabel in de spotlights Hoe je het podium pakt tijdens die jaarlijkse (online) informatieavond

Hoe kan het dat je een avond lang geboeid naar een toneelvoorstelling of film kunt kijken, terwijl een gemiddelde presentatie nog geen tien minuten interessant is? Tijdens de LOB Inspiratiedag 2021 in april verzorgt Maike Pollaert de workshop: Presenteren voor decanen. Deelnemers leren om te spelen met de aandacht van het publiek en om overtuigend op het schoolpodium te staan.

door Christel Isphording

Pollaert: ‘Ik heb de havo in Roermond gedaan. Na de havo wilde ik graag naar de toneelschool. In groep 4 begon ik met toneelspelen (je mocht erop zodra je kon lezen) en werd ik gegrepen door het ‘theatervirus’. Mijn moeder was programmeur van de schouwburg in Roermond. Zij zag de acteurs in de artiestenfoyer worstelen met hun bestaan en raadde me aan een andere keuze te maken. ‘Kind, begin er niet aan!’ was haar duidelijke boodschap. Na een meeloopdag op de toneelschool was het ook voor mij duidelijk dat hier - voorlopig - niet mijn toekomst lag.’

‘JA! Iets voor jou’ Pollaert herinnert zich de decaan op de havo als een man met een kamertje in de kelder van school. ‘Ik bedacht zelf welke studie ik dan wel wilde gaan doen en liep daar beneden maar eens binnen om die keuze te verifiëren. Ik zat op de havo in allerlei commissies en dus leek het me leuk om evenementen te gaan organiseren. De keuze viel op facilitaire dienstverlening. Een opleiding Evenementenorganisatie bestond toen nog niet. Ik zie de decaan nog altijd voor me. Met de klink nog in zijn hand riep hij al: ‘JA! dat is helemaal iets voor jou’. En daarmee was mijn studiekeuze beklonken. Ik ging naar Wageningen voor de hbo-opleiding Facilitaire dienstverlening. Toneelspelen was nog steeds mijn grote liefde en ook in Wageningen bezocht ik het amateurtoneel. In die tijd speelde ik bijvoorbeeld in Shakespeares Midzomernachtdroom de rol van Puck de nar. In die

32

rol kon ik helemaal losgaan. De voorstellingen waren in de buitenlucht, een geweldige ervaring. De opleiding is me vanaf de eerste dag nooit echt bevallen. Tijdens de stage wist ik zeker dat de facilitaire dienst van een bedrijf me niet echt interesseerde. Wat ik wel interessant vond was te zien hoe mensen zich ontwikkelen in een organisatie. Daarom koos ik voor een vervolgstudie: Opleidingskunde aan de universiteit van Leiden.’

‘Het draait grotendeels om de juiste non-verbale communicatie’ Cirkel werd rond Deze opleiding beviel haar stukken beter. ‘Niet alleen bleek het leuk te zijn om een vak te leren dat je interesse heeft, ook mijn best doen leverde voldoening op! In Leiden bleef ook mijn toneelbloed stromen en zo kwam ik uiteindelijk toch nog op een toneelschool terecht. Op de toneelschool in Amsterdam deed ik auditie voor rollen, gezocht door studenten die afstudeerden aan de opleiding regie. Dit was toneel op een veel hoger niveau, en dat was

Bij de Les 3 – Zoals verwacht loopt alles anders


Maike Pollaert

echt heel tof! Ik speelde daar bijvoorbeeld in een surrealistisch stuk van Franz Kafka. Dat was geen rol maar een functie, heel bijzonder om te doen. Mijn afstudeerscriptie ging over de meerwaarde van trainingsacteurs in trainingen. Zo werd de cirkel toch nog rond. Na mijn afstuderen ging ik werken bij de HAS in Den Bosch. Na al die verstandige keuzes en met een titel op zak dacht ik dat ik nu ook wel eens ‘onverstandig’ mocht zijn. Ik meldde me aan voor de deeltijdopleiding Regie voor amateurtheater in Rotterdam.’

Trainingen sloegen aan Pollaert: ‘Door al dat toneelspelen had ik intussen zelf ook veel ideeën. Hoe vertel je een verhaal en in welke vorm vertel je wat je wilt vertellen? Tijdens deze opleiding bleek Regie ook in te houden dat je acteurs op hun best laat zien. Als regisseur geef je de aanwijzingen die ervoor zorgen dat de acteurs zich comfortabel voelen en gaan schitteren. Dit bleek de gedeelde interesse te zijn in zowel regisseren als in mijn werk als opleidingskundige. Na acht jaar bij de Has gewerkt te hebben, ben ik overgestapt naar de lerarenopleiding van de Radboud Universiteit. Daar organiseerde ik bijscholingscursussen voor docenten in het eerstegraadsgebied. Ik bezocht voor mijn werk veel scholen en lessen en zag daar hoe (beginnende) docenten vaak moeite hadden met zich staande houden voor een groep leerlingen (En ja die leerlingen die ruiken dat!). Ik dacht: waarom leer ik die docenten niet wat ik mijn acteurs ook leer? Het

december 2020

‘Het is allemaal theater’ draait voor docenten - net als voor acteurs - grotendeels om de juiste non-verbale communicatie.’ Pollaert bood een jaar lang overal gratis trainingen aan. ‘Theatertechnieken voor docenten: dat sloeg aan. Twee scholen vroegen of ik hun decanen kon helpen om een presentatie voor ouders voor te bereiden. Ik bedacht: als twee scholen tegelijkertijd met die vraag komen, zijn er vast meer scholen en decanen met dezelfde vraag. En nu geef ik met veel plezier trainingen aan decanen. Individueel of in groepen. Ook deze trainingen zijn gebaseerd op theatertechnieken. Aandacht vasthouden, de opbouw van je verhaal, comfortabel in the spotlights staan: het is allemaal theater.’ ‘Mijn bedrijf heet PEPP-R’, vertelt Pollaert. ‘Ik pep je op en help je te presenteren met impact en zelfvertrouwen. Ik leer je het podium te pakken, je publiek te prikkelen en echt een verhaal te vertellen. Nu de wereld online is gegaan richt ik me, samen met iemand uit tv-land, op online trainingen: hoe breng je je boodschap over door de camera?’ Speel je zelf nog toneel? ‘Nee, dat komt er nu niet van met jonge kinderen en een eigen bedrijf. Maar dat zal ongetwijfeld wel weer gaan gebeuren in de toekomst.’

33


Congres — 10 maart 2021

Passend Onderwijs Hoe nu samen verder? Alle leerlingen zoveel mogelijk thuisnabij en gezamenlijk laten leren. Dat is de ambitie die voorkomt uit de evaluatie passend onderwijs. Met hierin de opdracht aan de professionals dat zij steeds beter in staat zijn om deze benodigde ondersteuning te bieden voor de leerlingen in de school. In deze gedachte zit ook de route richting inclusiever onderwijs opgesloten. Is dat onze stip op de horizon? Zijn we op weg naar inclusie? Wat betekent het begrip inclusie voor jou? En wat betekent het in je rol als begeleider? Welke positie neem je in? De rol van de begeleider in de school wordt steeds crucialer. Dit vraagt om versterking van de ondersteuningsstructuur in de school. Tijdens dit congres doe je nieuwe inzichten op en leer je van en met collega’s uit het hele land. Door de bijzondere omstandigheden organiseren we het congres online.

Noteer daarom 10 maart 2021 alvast in je agenda.

Noteer daarom 10 maart 2021 alvast in je agenda In november 2020 volgt meer inhoudelijke informatie en is het mogelijk om je in te schrijven. Dit congres wordt gezamenlijk georganiseerd door het Steunpunt Passend Onderwijs, de LBBO en de NVS-NVL.

34

Bij de Les 3


open dag voltijd en driejarige pabo Heel 2021 online voorlichting Indien mogelijk fysieke open dagen Check de website

marnixacademie.nl/opendag

TALENTEN IN CORONATIJD Met Move your world komen vmbo-leerlingen uit jaar 1 en 2 vanuit hun eigen ideeën en talenten in actie voor een ander. Hun zelfvertrouwen krijgt een boost en ze ontdekken welke waardevolle positie zij in de samenleving kunnen innemen. Move your world: coronaproof aan de slag met burgerschapsvorming, talentontwikkeling en 21e eeuwse vaardigheden

U kunt op twee manieren meedoen: Pakket A

• Uitgevoerd door de docent • U ontvangt het benodigde lesmateriaal en uitleg

• Vier lesuren

Pakket B

• Uitgevoerd door twee getrainde studenten

• Met interactief lesmateriaal • Zeven lesuren

Nieuwsgierig geworden en wilt u meer informatie? Bekijk dan www.moveyourworld.nl of neem contact op met Rosanne Reinders op 06-53879989.

cht versteld en doen je e “De leerling ties die ze e mooie ac jaar) staan met d - Trainer (20 bedenken!”

Move your world is een initiatief van stichting Move. Wij zijn al ruim 10 jaar actief met maatschappelijke projecten voor jongeren.


KORTNIEUWS door Nadia Koning en Truda Zijp

Behoud stages en leerbedrijven Het actieplan van SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven) voor het behoud van stages en leerbanen heeft tot nu toe 35.000 leerbanen opgeleverd. Dat meldde SBB dit najaar in haar voortgangsrapportage aan de Tweede Kamer. SBB startte in april het actieplan voor stages en leerbanen, bedoeld om samen met scholen en bedrijfsleven de tekorten door de coronacrisis te bestrijden. Tot dan toe had het plan 35.000 leerbanen opgeleverd. Volgens de rapportage zijn er successen geboekt, maar er blijft een hoge urgentie bestaan om de tekorten aan te pakken. SBB heeft twaalf uit te voeren acties geformuleerd. In de eerste periode ligt de nadruk op het behoud van bestaande stages en leerbanen en introduceert het SBB een bijzondere maatregel voor de erkenning van aspirantleerbedrijven. Zie: s-bb.nl/helpt

36

Onderzoek aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling Gezinnen waar partnergeweld en kindermishandeling spelen, hebben langdurige en specialistische hulp nodig. Pas als het geweld echt helemaal is gestopt, gaat het beter met ouders en kinderen. Dat blijkt uit meerjarig onderzoek dat het Verwey-Jonker Instituut deed bij 576 gezinnen, in opdracht van Augeo Foundation, het ministerie van VWS en dertien Veilig Thuis regio’s. Bij dertig procent van de gezinnen is het geweld anderhalf jaar na melding bij Veilig Thuis, gestopt. ‘Dat is mooi en een bevestiging dat het de goede kant opgaat’, aldus prof. dr. Majone Steketee, wetenschappelijk directeur van het Verwey-Jonker Instituut en bijzonder hoogleraar intergenerationele overdracht van geweld in gezinnen aan de Erasmus Universiteit. Zie: augeo.nl

Extra tegemoetkoming voor studenten vanwege Covid 19 De overheid komt studenten tegemoet die vanwege de coronamaatregelen studievertraging hebben opgelopen. In het laatste deel van hun opleiding lopen studenten vaak stage of doen ze andere praktijkopdrachten. Door de coronamaatregelen was dit niet altijd mogelijk. Ook kunnen ze een studievertraging niet meer inhalen. Vaak heeft dit financiële gevolgen: hun beurs loopt af, ze moeten hun lesgeld of collegegeld langer doorbetalen en ze beginnen later met werken. Daarom komt de overheid deze studenten tegemoet. Zie: duo.nl/particulier/corona

Bij de Les 3


Keuzeproces in coronatijd Hoe begeleid jij het keuzeproces van je leerlingen en studenten in coronatijden? Waar loop je tegenaan? De decanen van de Veluwse Onderwijsgroep, Anke Klein Hulse en Inge van Dam, maakten overzichten met online activiteiten en handige websites die zij deelden met de decanenkring havo-vwo Arnhem en omstreken. Heb jij of heeft jouw kring ook een dergelijk initiatief genomen? Laat het ons weten, dan kunnen we het delen met onze collega’s in het land. Samen weten we meer. Zie: nvs-nvl.nl/publicaties/nieuws/26nieuws/2492-lob-in-coronatijdenupdate. Deze pagina is bedoeld om elkaar te helpen en inspireren met tips en voorbeelden. Ook kun je informatie delen op de LinkedIngroep ‘NVS-NVL Loopbaanontwikkeling en leerlingondersteuning’. En, kunnen we je ergens mee helpen? Mail naar Sandra Mors: s.mors@nvs-nvl.nl

december 2020

Een verkenning van sekseverschillen in het onderwijs Jongens hebben minder gunstige schoolloopbanen en vrouwen minder gunstige beroepsloopbanen. Hun opleidings- en beroepskeuze verloopt volgens traditionele patronen en leidt tot typische mannen- en vrouwenberoepen. Dat constateert de Onderwijsraad in de Verkenning van sekseverschillen in het onderwijs. Het onderwijs heeft een taak om de verschillen in school- en beroepsloopbanen van jongens en meiden te verkleinen, maar kan dat niet alleen. Ook genderstereotiep gedrag bij de overheid, op de arbeidsmarkt en in de bredere samenleving moet veranderen. Het onderwijs heeft, naast ouders, de samenleving, werkgevers en de overheid, ook een taak om de verschillen in school- en beroepsloopbanen van jongens en meiden te verkleinen. De Onderwijsraad adviseert de ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.

Verschillen jongens-meisjes De Onderwijsraad vindt het van belang dat iedereen de mogelijkheid krijgt om zijn of haar capaciteiten te ontwikkelen en keuzes te maken die daarbij passen. Verschillen tussen jongens en meiden mogen er zijn, maar niet als gevolg van beperkte keuzevrijheid en ongelijke kansen. De raad constateert drie verschillen in school- en beroepsloopbanen van jongens en meiden: • Jongens hebben minder gunstige schoolloopbanen dan meiden: ze vallen vaker uit, blijven vaker zitten en stromen door naar lagere niveaus. • Vrouwen hebben minder gunstige beroepsloopbanen dan mannen: ze werken vaker in deeltijd, verdienen minder en stromen minder vaak door naar management- en topposities. • In vergelijking met andere landen binnen de Europese Unie kent Nederland een sterke sekse specifieke opleidings- en beroepskeuze. Jongens en meiden kiezen volgens traditionele patronen, wat leidt tot typische mannen- en vrouwenberoepen. De Onderwijsraad adviseert de ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen hoe hier mee om te gaan. Zie: www.onderwijsraad.nl

37


“A NT IP ES TPR OG RA MM A’ S ST OP PE N PE ST EN NI ET. DAT DO EN ME NS EN .”


Het grootste vakblad voor begeleiders in vo & mbo

jaargan

g 16 | #8

In februari

| mei 2020

Les Bij de Les e d j Bi Bij de Les jaargang 17 | #1 |

e voor magazin

en canaat schoolde

g egeleidin leerlingb

september 2020

magazine voor schooldecana at en leerlingb egeleiding S

! E s LE e Le INE NL jd Bi K O L.NL/ INE Z OO S-NV AGA NU NV SM E

D BIJ

jaargang 17 | #2

| oktober

2020

magazine voor sch ES LEooldecana Lesat en leerlingbegeleid ing Bij de LINE!

LE

N OK O NU O NVL.NL/

E NVSAZIN ESMAG

BIJDEL

LEES Les Bij de LINE! K ON NU OO NVL.NL/

... Hoe passend is het onderwijs?

NVSAZINE SMAG

BIJDELE

• Evaluatie Passend Onderwijs • Ervaringen deelnemer

linVgerannd? eren moet! de leern hMéaa it r re n le u hoe doe je n a V dat goed? e va nnen w Bruggen Wat ku bouwen Binnen en bu ie entherap jd van tek ati kracht plek in coron 6 De veilige 10 Een vond haar f 32 Elisa gopleiding zel ver vol

10 Lesgeven op verandering afstand: een structur ele 12 Meer ogen in het onderwijs? 22 Aandach in de school t voor pass end onderwij op lerareno s pleidingen

iten het

toren rdina rgcoö Q Zo Decanen iders Q M e geenl teo r e n rlingb Q Leer 11755_BdLes20-L e e l i n Q 21-01.indd 1 gbegele iders Q oren Ment Zorgcoö 11-08-2020

Deca

Q

nen 08 indd

10:09

rdinator

22 Meldc ode huisel 24 ‘Waar ijk gew 32 Het mhzet ik mijn scoote eld r bo: vier trajecten dan neer?’ uitgelicht

en

1

Decan 11756_BdLe

en Q Mento re

s20-21-02.ind

onderwij s

d 1

21 0

n Q L eerlin

gbege

leiders

Q

Zorgco

ördina

toren 06-11-2020

Bij de

online leergang Ouders en studiekeuze

11 36

Les

praktisch en deskundig

Bij de Les is een uitgave van de Nederlandse Vereniging van Schooldecanen en Leerlingbegeleiders. Leden van de vereniging NVS-NVL ontvangen Bij de Les altijd gratis.

www.nvs-nvl.nl

Bij de Les ngen? a v t n o s i t a r g Word lid L van NVS-NV


Wist u dat Defensie een van de grootste opleidingsinstituten van Nederland is? We bieden opleidingen in vrijwel alle richtingen en op alle niveaus. Net zoals het werk bij Defensie, is ook een opleiding bij Defensie heel bijzonder: uw leerlingen worden vakspecialisten met unieke skills waar ze hun hele leven wat aan hebben. Kijk op werkenbijdefensie.nl

WERKEN BIJ DEFENSIE


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.