Embuild Magazine 2/2023

Page 1

Magazine

DOSSIER Op weg naar de CO2-vrije bouwplaats

HOE MOET U IETS BEWIJZEN? De rol van bedrag en tegenpartij

@nl.embuild /nl.embuild .embuild.be embuildBE FEBRUARI 2023
SANERING WERKPLAATS Nieuw fonds helpt u BOUW-HACKATON Prikkelende ideeën voor renovaties Maandblad van en voor de aannemer en de installateur Uitgave van Embuild • Kunstlaan 20, 1000 Brussel • afgiftekantoor Gent X • 6 euro

GO DIGITAL!

BRUSSELS KART EXPO 10 /10/20 23

Het kan vriezen, het kan dooien

De bouw kende in 2022 in het algemeen een groei van 1,5 % en zal in 2023 stabiliseren, zo blijkt uit een studie van Embuild. Het voornaamste risico ligt bij het vertrouwen van consumenten en producenten. De oorlog in Oekraïne en de door het dak gaande energieprijzen hebben onvermijdelijk geleid tot een zeker pessimisme. Als dit verder zou toenemen, dan zal dat een negatieve invloed hebben op de activiteit in de bouw.

We verwachten dat de bouw van nieuwe woningen zal stabiliseren in de periode van 2022 tot en met 2024. De renovatie van woningen zal in die periode dan weer een groei kennen van 10 %. De bouwtak die het minst goed scoort, blijkt die van de niet-residentiele bouw te zijn. Voor de periode 2022-2024 zou dit segment een daling kennen van 20 %, deels te verklaren door een overcapaciteit die voordien werd gecreëerd. Dan doet de renovatie van niet-residentiële gebouwen het tijdens diezelfde periode een stuk beter met een verwachte groei van 6,5 %. Een ander segment met mooie groeiverwachtingen voor de periode 2022-2024 betreft de burgerlijke bouwkunde: de activiteit ervan zou met 10 % toenemen. Dat heeft te maken met de hernieuwde interesse in overheidsinvesteringen, maar ook uiteraard met de lokale verkiezingen van oktober 2024.

Het worden met andere woorden opnieuw uitdagende jaren, sinds corona hebben we er geen andere gekend ... Embuild zal er daarom opnieuw voor u staan. In ons activiteitenoverzicht 2022 kon u al zien dat we het voorbije jaar onder meer op fiscaal en sociaal vlak mooie punten voor de bouw hebben binnengehaald en ook voor dit jaar mikken we hoog. Zo zullen we de verlaagde btw van 6 % op sloop en heropbouw en op zonnepanelen, zonneboilers en warmtepompen ook voorbij eind 2023 proberen te laten verlengen. Bovendien mag de komende hervorming van de

personenbelasting niet gefinancierd worden door de verlaagde btw-tarieven van 6 % en 12 % te harmoniseren naar 9 %. Dat zou immers afbraak-herbouwwerken en renovaties negatief beïnvloeden. Ook aan de lastenverlaging voor ploegenarbeid en aan de fiscaliteit voor onroerend goed mag er niet geraakt worden.

Daarnaast staan onder andere volgende federale prioriteiten voor de bouw nog op de planning: verdere stappen in de harmonisering van de aanvullende pensioenen en de verplichte veiligheidsopleiding voor iedereen op de werf (ook zelfstandigen, gedetacheerden, leveranciers …). Ook in de drie gewesten gaan we vol aan de bak om de bouw klimaatneutraal te maken. Alle collega’s van Embuild dragen dus hun steentje bij om de bouw goed te laten draaien. Want als het in de bouw goed gaat, gaat het overal goed!

Niko Demeester CEO Embuild

EDITO
EMBUILD MAGAZINE • 02-2023 3
" De hervorming van de personenbelasting mag niet gefinancierd worden door de bouw."

3 ● Edito

Wat brengt 2023?

7 ● Regionaal standpunt

Nieuwe verplichting versnelt het renovatieritme.

PRIKBORD

8 ● Olivier Vandooren

De CEO van Buildwise licht de nieuwe strategie toe.

BOUWBELANGEN

12 ● Bewijsrecht

Wat telt als bewijs bij betwistingen?

14 ● Zakelijke zekerheden

Info over wat een waarborg kan zijn.

16 ● Factuurfraude

U kunt er iets tegen doen.

DOSSIER

19 ● Intro

De CO 2 -uitstoot van werken kan lager.

20 ● De CO2 -prestatieladder

Nieuw instrument wordt getest.

22 ● Praktijkervaring

Socogetra gebruikte de prestatieladder.

24 ● Evaluatie

De opdrachtgever moet mee zijn.

26 ● Certificatie

Informatie en goede trouw staan voorop.

BEWIJSRECHT

Hoe kunt u iets bewijzen tegenover een particulier of een onderneming? Dat hangt af van het betwiste bedrag en de aard van de tegenpartij. De regels op dat gebied zijn al een tijd geleden veranderd, maar ze zijn nog te weinig bekend.

DE CO2-VRIJE BOUWPLAATS

De sector werkt aan het terugdringen van de CO2-uitstoot. De voorbije jaren zijn daarbij de bouwwerken zelf in het vizier gekomen. We bekijken hoe onze bedrijven en de cementproducenten stappen zetten naar de koolstofvrije bouwplaats.

Uitgave van Embuild Kunstlaan 20, 1000 Brussel afgiftekantoor Gent X 6 euro Magazine @nl.embuild /nl.embuild .embuild.be embuildBE 2023 DOSSIER Op weg naar de CO2-vrije bouwplaats HOE MOET U IETS BEWIJZEN? De rol van bedrag en tegenpartij SANERING WERKPLAATS Nieuw fonds helpt u BOUW-HACKATON Prikkelende ideeën voor renovaties
19
12 4 EMBUILD MAGAZINE • 02-2023
INHOUD

SANERING WERKPLAATSEN

De bodem onder werkplaatsen voor machines en voertuigen is vaak vervuild. Soms is sanering dan verplicht. Een dure en complexe zaak, maar nu is er een fonds dat aannemers financieel en technisch ondersteunt.

28 ● Stroom op de bouwplaats

De milieuvriendelijke alternatieven zijn er.

30 ● Cementproductie

Febelcem heeft actieplan tegen CO2

SECTOR & BEROEPEN

34 ● Energie uit afvalwater

Aquafin heeft een businessplan.

35 ● Sanering werkplaatsen

U kunt Tersana vzw inschakelen.

36 ● Bouw-hackaton

Spetterend staaltje bouwcreativiteit.

38 ● Embuild plus Nieuwe naam en voorzitter voor Fedecom.

40 ● Buildwise

• Brandveiligheid van stookplaatsen: enkele veranderingen.

• Alles over begroende gevels.

• De nieuwe TV 283 over het plaatsen van buitenschrijnwerk.

• De nieuwe TV 284 over binnenbepleisteringen.

PROJECTEN & BEDRIJVEN

48 ● Nieuw hoofdkwartier

Buildwise

Ons lid Vanhout maakte de torenhoge ambities waar.

51 ● Bouwmarkt

• Energie centraal op Batibouw 2023.

• Wienerberger: ClickBrick Pure, een handvormvariant van ClickBrick Cube.

• NOA outdoor living: een inspiratiepark voor buitenleven

52 ● Ledenvoordelen

Doe uw lidmaatschap renderen!

54 ● Markant

• Frans Timmermans

De Europese Commissie te gast in de HUBB.

• Cijfer

De Europese bouwvooruitzichten.

BUILWISE VERHUIST

Buildwise, het vroegere WTCB, heeft een nieuw hoofdkwartier in Zaventem. Het is een inspirerend voorbeeld voor renovaties en verbouwingen van kantoorgebouwen.

48 35
INHOUD EMBUILD MAGAZINE • 02-2023 5
SAMEN BOUWEN, SAMEN GROEIEN 16.000 AANNEMERS, VAKMANNEN & INSTALLATEURS IN BELGIË www.buildyourhome.be Wij zorgen ervoor dat jij op een eenvoudige manier in contact komt met de juiste vakmannen voor jouw project. Samen bouwen, samen groeien.

Renovatieverplichting sinds 1 januari is een gamechanger

Wie vanaf nu een energieverslindende woning koopt, is verplicht deze binnen vijf jaar te renoveren tot energielabel D. Maar Embuild Vlaanderen verwacht dat huishoudens veel beter zullen willen doen dan dat label. De Vlaamse overheid heeft immers aangekondigd dat ze in de komende jaren de lat steeds hoger zal leggen. Bovendien is een energierenovatie voor huishoudens noodzakelijk, om de energiecrisis duurzaam te bezweren en om te ontsnappen aan een Europese CO2 -taks vanaf 2027.

Bij nieuwbouw zagen we in de afgelopen jaren dat huishoudens veel beter deden dan het vereiste E-peil. Zij waren zich bewust van het verstrengingspad voor nieuwbouw, en zij wilden hun woning van meet af aan future-proof maken. Een gelijkaardige evolutie valt te verwachten voor de steeds strengere renovatieverplichting.

Die verplichting is ingegaan op 1 januari, maar is allerminst een eindpunt. In 2028, 2035 en 2040 zullen iedere keer striktere eisen ingevoerd worden. Voor woningen geldt vanaf 2028 minimaal label C, vanaf 2035 label B en vanaf 2040 label A. Voor appartementen geldt een ander verstrengingspad: vanaf 2028 geldt minimaal label C, vanaf 2040 label B en vanaf 2045 label A. Vandaag beschikt drie vierde van de woningen in Vlaanderen niet over energielabel B of A. De renovatiemarkt is dan ook een van de groeipolen in de komende jaren.

Ook kandidaat-kopers zullen het geweer van schouder veranderen. Een woning of flat kopen zonder op voorhand de renovatiekosten te ramen, is vanaf nu uit den boze. Nu dienen zij naast de aankoopprijs ook het nodige renovatiebudget te voorzien om binnen vijf jaar de nodige energiebesparende werken uit te voeren. Dat leidt tot een lagere energiefac-

tuur, wat dan weer budgettaire ruimte biedt om een energielening te financieren. Daarnaast voorziet de Vlaamse overheid een nieuw pakket aan ondersteuning voor huishoudens via mijnverbouwpremie.be.

In 2016 heeft Embuild Vlaanderen voor het eerst de noodzaak van een renovatieverplichting beklemtoond. Toen viel dat voorstel in dovemansoren. Maar vandaag zien we het politieke en maatschappelijke voluntarisme om die maatregel uit te rollen, inclusief het verstrengingspad. Embuild Vlaanderen heeft berekend dat minstens 90 procent van de woningen future-proof is tegen 2050 als bij elke overdracht een energierenovatie volgt. En dat is in overeenstemming met de energie- en klimaatdoelstelling voor Vlaanderen.

STANDPUNT
EMBUILD MAGAZINE • 02-2023 7
"Embuild Vlaanderen heeft berekend dat minstens 90 procent van de woningen futureproof is tegen 2050 als bij elke overdracht een energierenovatie volgt."

Buildwise, de link tussen innovatie en uw onderneming

Het WTCB heet nu Buildwise. Maar de naamsverandering is geen louter cosmetische operatie. De organisatie heeft een ambitieuze strategie uitgewerkt, die haar een nieuwe rol in het bouwlandschap moet geven. Embuild Magazine ging dus op bezoek bij CEO Olivier Vandooren van Buildwise, en de eerste vraag lag voor de hand: wat is de essentie van die nieuwe strategie?

Olivier Vandooren: “Het WTCB was op de eerste plaats een onderzoekscentrum. Het stelde de kennis die het ontwikkelde ter beschikking van alle bouwondernemingen. Maar in de voorbije jaren werd steeds duidelijker dat deze informatie hoofdzakelijk gebruikt wordt door een kleine groep van ondernemingen, de voorlopers. Daarom wil Buildwise aan een nieuw hoofdstuk beginnen en een innovatiecentrum worden, met een impact die heel de sector bereikt, die heel de sector moderniseert en beter doet werken.”

8 EMBUILD MAGAZINE • 02-2023 NIEUWE STRATEGIE
Olivier Vandooren, CEO van Buildwise.

“Buildwise blijft aannemers natuurlijk de dienstverlening geven die ze kregen van het WTCB. Maar we willen hen nog meer gaan bieden. Het idee is daarbij niet dat we zélf innovaties gaan bedenken en ontwikkelen. We willen wél dat innovaties die een positieve impact hebben, ook effectief geïntroduceerd worden in bouwondernemingen. Daarvoor zullen we als het nodig is, inderdaad zelf kennis ontwikkelen. Maar we zullen ook een beroep doen op anderen. We gaan zoeken naar samenwerkingen die een positieve invloed hebben op individuele ondernemingen én op de hele sector.”

Er bestaan al verschillende instellingen de introductie van innovaties stimuleren. In Vlaanderen heeft bijvoorbeeld de VITO een project gericht op onze sector. Zaten die instellingen te wachten op een nieuwe speler op dat gebied?

Olivier Vandooren: “Een instelling als de VITO zat misschien niet op Buildwise te wachten. Maar dankzij de zichtbaarheid die we gekregen hebben met onze nieuwe naam en ons nieuw gebouw, krijgen we wel heel wat vragen van potentiële partners, ook uit Vlaanderen. Ze zijn geïnteresseerd in de activiteiten en de ambities van Buildwise. Onze sector staat centraal in de samenleving. We zijn net als die samenleving in volle transitie, en Buildwise zal onmisbaar zijn om van die transities een succes te maken.”

Wat heeft Buildwise te bieden dat anderen niet hebben?

Olivier Vandooren: “We zijn het referentiepunt in de bouwsector. Dat is dankzij de aannemers, die in het bestuur van Buildwise en in onze technische comités zetelen. Maar ook dankzij alle bouwprofessionals en personeelsleden die voor Buildwise werken, met hun expertise en engagement.”

“We staan met onze twee voeten op de bouwplaats en hebben daardoor een unieke positie. Onze kennis is nodig, want er worden steeds hogere eisen aan de bouw gesteld. Maar het onderzoek dat op dat gebied gebeurt, moet naar de bouwplaats vertaald worden, en Buildwise is de missing link tussen die twee. Wij weten waarom een dakdekker andere behoeften heeft dan iemand die de binnenafwerking doet. De eerste kan nuttig gebruik maken van drones, de tweede

“We moeten ambitieus zijn en de nodige durf tonen om de touwtjes van onze toekomst stevig in handen te houden.”

van een 360-graden-camera. Wij luisteren naar de concrete behoeften van aannemers en staan klaar om hen concrete toegevoegde waarde te leveren.”

Opvallend in de nieuwe strategie van Buildwise is dat jullie het woord ‘transdisciplinair’ gebruiken. Wat bedoelen jullie daarmee?

Olivier Vandooren: “Als we zeggen dat we transdisciplinair zullen worden, bedoelen we dat we niet alleen op de technische aspecten van innovatie willen focussen. We willen een holistische kijk ontwikkelen. Neem de Europese Green Deal. Die vereist dat het renovatieritme van gebouwen met een factor drie of vier vermenigvuldigd wordt. Om dat te bereiken, is een exclusieve focus op renovatietechnieken géén oplossing! Er zijn ook organisatorische aspecten, er is de financiering, het beleid op de verschillende niveaus … De bouwaannemers leveren het aanbod, maar er moet ook vraag zijn. De eigenaars

Durven

“Buildwise is exact waar de sector vandaag nood aan heeft: een onderzoeks- en innovatiepartner die de soms radicale transformatie van de bouwberoepen en de processen ondersteunt. Momenteel gaan we door een periode die zowel stimulerend als complex is. Stimulerend omdat we middenin een boeiende digitale en industrie le transformatie zitten. Dit stelt ons in staat om het imago van de sector te updaten en jongeren aan te trekken, maar ook om concrete oplossingen aan te reiken voor de huidige maatschappelijke uitdagingen. Complex ook, omdat de ene na de andere beproeving de organisatie of financiering van onze activiteiten bemoeilijkt.”

“We moeten dus ambitieus zijn en de nodige durf tonen om de touwtjes van onze toekomst stevig in handen te houden.”

Johan Willemen (voorzitter Buildwise)

EMBUILD MAGAZINE • 02-2023 9 NIEUWE STRATEGIE

moeten aangezet worden tot renovaties.”

“Daarom nemen we bijvoorbeeld deel aan RENO+, een project van het Waalse GreenWin, Embuild Wallonie en Buildwise. RENO+ probeert met een brede aanpak de renovaties te versnellen, bijvoorbeeld door collectieve renovaties van groepen woningen enzovoort.”

“Een ander voorbeeld zijn de faalkosten. We horen van aannemers dat die nog altijd te hoog zijn. Buildwise wil samen met zijn partners op zoek gaan naar oplossingen, bijvoorbeeld door bouwteams te stimuleren. Bouwbedrijven staan voor veel uitdagingen en die zijn niet allemaal technologisch. Ze hebben ook nood aan een betere organisatie en aan innovatieve businessmodellen.”

Een dergelijke transdisciplinariteit vraagt heel wat competenties. Heeft Buildwise die in huis?

Olivier Vandooren: “We moeten onze competenties analyseren en eventueel nieuwe competenties verwerven, dat klopt. Maar we hebben bij Buildwise al bewezen dat we dat kunnen. BIM is een voorbeeld van een innovatie die niet louter technisch is. BIM raakt aan veel aspecten, van het ontwerp tot het beheer achteraf. In 2016 hebben we dus een technisch comité BIM opgericht, met de bedoeling de introductie van BIM te faciliteren in onze bedrijven. Daar hebben we meteen andere spelers zoals studiebureaus, architecten en software-providers bij betrokken. De samenstelling was dus breder dan een gewoon technisch comité, precies omdat we onze competenties wilden uitbreiden.”

“In 2016 hadden we een beperkt aantal medewerkers met digitale competenties, nu heeft Buildwise specialisten in talrijke domeinen. In vijf jaar tijd zijn we erin geslaagd een uniek team met sterke profielen samen te stellen, dat de digitale transformatie stimuleert, met zaken als virtual reality, 3D printing, drone, noem maar op.”

“En opnieuw: het gaat ons daarbij niet om de techniek op zich, maar om de toegevoegde waarde die wij kunnen bieden aan de bouwbedrijven. Het is trouwens in hoge mate

dankzij hen, dankzij de hogere bijdrage die ze tegenwoordig betalen, dat we onze competenties zo snel konden uitbreiden.”

De ervaring wijst uit dat innovatie in onze sector een proces is dat tijd vraagt. Daarom is vooruitkijken een noodzaak. Hoe doet Buildwise dat?

Olivier Vandooren: “We hebben een visiecomité opgericht. Net zoals in onze technische comités zitten er aannemers in, maar het denkt op de langere termijn dan een technisch comité. Het wil anticiperen op de trends die op ons afkomen. Het blijkt bijvoorbeeld dat de logistiek in de bouw een waardeketen is die we moeten versterken. Op dat punt hebben we veel geleerd van het Brusselse logistieke centrum BCCC, maar we zullen onze competenties nog moeten versterken om dergelijke organisatorische aspecten te ondersteunen.”

“Daarnaast zijn er zaken zoals de industrialisatie van het bouwproces, om de kosten te drukken. Er is het gebruik van nieuwe businessmodellen en de circulaire bouweconomie – onder meer jullie leden Groep Van Roey en Kulapro zijn daar al mee bezig. En dan is er nog het change management in bouwbedrijven, waaraan Buildwise aandacht zal moeten besteden. De arbeidsmarkt, de verdere digitalisering, de globalisering, de strijd tegen de klimaatverandering … Er is geen gebrek aan nieuwe uitdagingen.”

De nieuwe aanpak van Buildwise zou kunnen suggereren dat jullie vroeger te ver van de werkvloer stonden.

Olivier Vandooren: “Nee, dat is niet juist. We zijn altijd sterk verankerd geweest. Het is niet zo dat we in een ivoren toren zaten en nu neerdalen. Maar vroeger werden we als succesvol beschouwd als we aan kennisopbouw deden. Nu betekent succes voor Buildwise: verandering. De maatschappij stelt aan de sector vragen waarop antwoorden moeten komen!”

“70 procent van onze leden zijn zelfstandigen. Méér aannemers moeten weten wat Buildwise voor hen kan betekenen. Daarom hebben we al enige tijd een marketingma-

10 EMBUILD MAGAZINE • 02-2023 NIEUWE STRATEGIE

nager. Er is een communicatiestrategie opgesteld met als doelgroep de zelfstandigen. We hebben campagnes opgezet, roadshows in samenwerking met Constructiv en met de leveranciers van materialen, er is een radiocampagne … en dat was nog maar een eerste stap! Intussen staat er ook een Connection Tour op stapel.”

“We meten tegenwoordig hoeveel aannemers we bereiken, en dat heeft een positieve impact op onze werking. In een jaar tijd hebben 30 procent meer aannemers gebruik gemaakt van de kennis van Buildwise. De abonnementen op onze nieuwsbrief zijn in iets meer dan een jaar maal vier gegaan. Dat komt neer op bijna 95 000 geregistreerde professionals. En – heel belangrijk - we hebben nu 20 000 bijkomende profielen van aannemers in onze databank, zodat we hen gepersonaliseerde dienstverlening kunnen geven, informatie op hun maat. In 2023 moeten er daar nog tienduizenden bijkomen.”

Zowel Embuild als Buildwise beginnen aan een nieuw hoofdstuk. Gaat dat de relatie tussen die twee veranderen?

Olivier Vandooren: “Die relatie zal inderdaad veranderen. Er is een uniek momentum in de bouwsector, en ook in de beroepsverenigingen is er een nieuwe mindset. Samen met Embuild gaan we in alle respect, transparantie en openheid onze samenwerking versterken en een win-win-situatie creëren. Buildwise wil de samenwerking met Embuild nog versterken. We gaan bekijken hoe dat kan, bijvoorbeeld met meer lokale aanwezigheid van onze organisatie. Gezien onze oorsprong en historiek, blijft het partnerschap met Embuild prioritair – waarbij we vanzelfsprekend de bouwbedrijven niet vergeten die lid zijn van een andere beroepsorganisatie!”

Communicatie

“Wat vooral telt voor de leden van Buildwise, is de impact van deze investering op individueel en collectief vlak, wat uiteraard niet makkelijk in cijfers uit te drukken valt. Maar meten is weten! Daarom peilt Buildwise sinds 2019 jaarlijks bij maar liefst duizend bouwprofessionals naar hun mening over zijn werking. Bovendien worden heel wat parameters continu gemonitord.”

“De resultaten van deze enquêtes zijn boeiend en brengen nieuwe uitdagingen voor het personeel van het Centrum met zich mee. Het goede nieuws? Buildwise is een zeer gewaardeerde partner voor iedereen die er een beroep op doet. We beschikken over stevige fundamenten en dat moet uiteraard zo blijven! Enig minpuntje is dan weer dat nog te veel aannemers onbekend zijn met de diensten van Buildwise of er onvoldoende gebruik van maken. De belangrijkste uitdaging blijft om meer mensen te bereiken door de communicatie en diensten aan te passen aan hun vaak specifieke behoeften.”

Johan Willemen (voorzitter Buildwise)
EMBUILD MAGAZINE • 02-2023 11
Johan Willemen is de voorzitter van Buildwise.
NIEUWE STRATEGIE
“Gezien onze oorsprong en historiek, blijft het partnerschap met Embuild prioritair.”

Wat u moet onthouden van het bewijsrecht

Sinds 1 november 2020 is het bewijsrecht gemoderniseerd. De wijzigingen waren niet wereldschokkend, maar het bewijsrecht speelt nu onder meer beter in op de technologische evolutie. We geven hier enkele vuistregels waarmee een aannemer rekening moet houden.

Door de modernisering van het bewijsrecht gelden nu aangepaste regels voor aannemingscontracten gesloten vanaf 1 november 2020. Een van de wijzigingen is dat een handtekening niet langer met de hand geschreven hoeft te zijn. Het nieuwe bewijsrecht houdt rekening met het feit dat communicatie tegenwoordig niet meer louter handgeschreven of mondeling is. Er zijn tegenwoordig ook transacties die gebeuren op elektronische platformen, via e-mail, op de smartphone of zelfs per sms. Een handtekening kan nu dus ook elektronisch zijn.

Algemene principes

Diegene die iets beweert, moet dat ook bewijzen. Dat is het algemene principe. Maar alle partijen moeten aan de bewijsvoering meewerken. Bovendien kan een rechter in buitengewone omstandigheden de bewijslast omdraaien. Deze wordt dan opgelegd aan de andere partij. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer het opstellen, bijhouden of leveren van een bewijs extreem zwaar of duur is voor een partij.

Welk bewijsmiddelen mogen en kunnen gebruikt worden? Dat hangt van twee factoren af.

• De aard van de tegenpartij. Er gelden andere regels tegenover een consument/ particulier dan tegenover een onderneming.

• De waarde van hetgeen bewezen moet worden.

B2B en C2B

Als een consument/particulier iets wil bewijzen tegen een onderneming (C2B), dan

is in principe de bewijsvorm vrij. Hij mag alle mogelijke bewijsmiddelen gebruiken: e-mails, sms-berichten, facturen, de boekhouding enzovoort. Dit geldt ongeacht de waarde.

Ook in de relatie tussen ondernemingen (B2B) is de bewijsvoering in principe vrij, ongeacht de waarde.

B2C en C2C

Als een onderneming iets moet bewijzen tegen een consument/particulier (B2C) is het bewijs vrij tot een maximumbedrag van 3500 euro. Hetzelfde geldt voor consumenten/particulieren onderling.

Vanaf 3500 euro is een ondertekend geschrift vereist. Dit kan op papier of elektronisch bestaan. Meer over dit ondertekend geschrift verderop in dit artikel.

Voorbeelden

Neem een opdracht voor een reparatie met een waarde onder 3500 euro inclusief btw. Er is een betwisting tussen consument en aannemer, en deze laatste wil iets bewijzen tegen de consument. Hij hoeft dan geen geschrift te hebben dat door de consument ondertekend is. Een sms-bericht of e-mail volstaan.

Maar stel nu dat de opdracht 3500 euro of meer waard was inclusief btw. In dat geval moet de aannemer een door de consument ondertekend geschrift hebben.

Opgelet!

Wanneer een bakker zijn winkel laat moderniseren, geldt de vrije bewijsvoering. De modernisering sluit aan op de activiteit van zijn onderneming. Het gaat dus om een B2B-relatie, en daarin is de bewijsvoering vrij.

Maar als dezelfde bakker een veranda of een zwembad laat bouwen, heeft dit niets te

12 EMBUILD MAGAZINE • 02-2023 JURIDISCH

maken met de activiteit van de onderneming. In dit geval zijn de regels op B2C en C2B van toepassing.

Stilzwijgend aanvaarden

Wanneer heeft een consument een factuur aanvaard? Is de aanvaarding bewezen als hij niet geprotesteerd heeft? In principe wel, maar in de relaties B2C en C2C moet het gaan om een “omstandig stilzwijgen”. De context en de begeleidende omstandigheden bepalen mee of het inderdaad om een aanvaarding ging. Werd de factuur betaald? Werden de werken in bezit genomen? Enzovoort. De beoordeling ervan wordt aan de rechter overgelaten.

Onderhoudscontracten

Zoals opgemerkt is de drempel van 3500 euro belangrijk wanneer een aannemer iets wil bewijzen tegen een consument. Maar wat is de waarde van een onderhoudscontract dat over een zekere duur loopt? In dat geval wordt de totale waarde van de contractuele prestaties genomen in een periode die maximaal één jaar lang is.

Inwerkingtreding

De nieuwe regeling geldt voor de handelingen die vanaf 1 november 2020 werden gesteld. Contracten van vóór die datum blijven onderworpen aan de oude bewijsregels. Maar wat gebeurt er in dat geval met aanpassingen of bijkomende werken die na 1 november 2020 overeengekomen zijn? Welke regels dan van toepassing zijn, hangt in belangrijke mate af van de bepalingen in het contract en van de feiten. Het moet dus geval per geval beoordeeld worden.

SAMENGEVAT

RELATIE BEWIJS

B2B (tussen ondernemingen)

B2C (onderneming tegen consument)

C2B (consument tegen onderneming)

C2C (tussen consumenten)

Vrij

Vrij tot 3500 euro

Boven 3500 euro: ondertekend geschrift

Vrij

Vrij tot 3500 euro

Boven 3500 euro: ondertekend geschift

Derde Vrij

Ondertekend geschrift

Met “ondertekend geschrift” bedoelt de wetgever een onderhandse of authentieke akte, die op papier of elektronisch kan bestaan. In dat laatste geval moet de akte aan verschillende voorwaarden voldoen waaronder leesbaarheid, een zekere duurzaamheid en de integriteit (onveranderlijkheid) van de gegevens, de authenticiteit van de handtekening waarmee een persoon zich identificeert en waaruit zijn wilsuiting blijkt.

Een voorbeeld is een elektronische boodschap die ondertekend werd met een veilige methode zoals itsme® maar er bestaan nog andere mogelijkheden.

In geval van betwisting kunnen een sms, een email of een geschrift steeds gelden als een begin van bewijs.

INFO :

Dit is slechts een samenvatting van de relevante punten. Deze tekst is dus geen juridisch advies. Zie ook het ledengedeelte van www.embuild.be.

EMBUILD MAGAZINE • 02-2023 13

Zakelijke zekerheden op roerende goederen

Het recht op de zakelijke zekerheden op roerende goederen werd in 2018 gemoderniseerd. We stellen vast dat nog niet iedereen hiervan op de hoogte is. Hier dus een korte beschrijving van enkele punten die relevant zijn voor onze sector.

Een zakelijke zekerheid is een roerend of onroerend goed dat door de onderneming als waarborg wordt gegeven, bijvoorbeeld tegenover een schuldeiser. Er bestaan diverse soorten zakelijke zekerheden zoals onder meer de inpandgeving en de hypotheek. In dit artikel hebben we het alleen over de inpandgeving. We bespreken daarnaast kort het bezitloos pand en het eigendomsvoorbehoud. Ten slotte bespreken we ook de mogelijkheid om te storten in de Deposito- of Consignatiekas als een onderaannemer zijn geld rechtstreeks aan de bouwheer vraagt.

Het bezitloos pand

Een aannemer met schulden kan verschillende zaken in pand geven als zakelijke zekerheid: een vrachtwagen, de bedrijfsvoorraden, materieel … Het is niet vereist dat hij daarbij het bezit van deze onroerende goederen afstaat. Een inschrijving in het nationale pandregister zal de inpandgeving geldig te maken ten opzichte van derden (“de tegenstelbaarheid aan derden”).

Een schuldeiser kan zijn recht ten opzichte van de schuldenaar afstaan aan een derde partij, de zgn. “overdracht van schuldvordering”. Volgens het burgerlijk wetboek moet een overdracht van schuldvordering aan de schuldenaar gemeld worden, anders kan deze niet ingeroepen worden tegen hem.

Het eigendomsvoorbehoud

In contracten kan een “clausule van eigendomsvoorbehoud” staan. Dat wil zeggen

JURIDISCH
14 EMBUILD MAGAZINE • 02-2023

dat bijvoorbeeld in een koop-verkoopcontract het goed, ook al is het geleverd, eigendom blijft van de verkoper tot aan bepaalde voorwaarden voldaan is. Betaling is vaak de voorwaarde die gesteld wordt.

Bij een aannemingsovereenkomst zal een dergelijke clausule tegenover derden gelden als het eigendomsvoorbehoud schriftelijk vermeld is in de overeenkomst en geregistreerd werd in het pandregister. Het goed in kwestie kan dan in pand gegeven worden.

Consignatie

Een onderaannemer kan rechtstreeks van de bouwheer betaling eisen (de “rechtstreekse vordering”). Het volstaat dat de onderaannemer een aangetekende brief met de vordering naar de bouwheer stuurt.

Dit beschermt de onderaannemer, bijvoorbeeld als hij zijn geld niet krijgt van de aannemer. Maar het plaatst de bouwheer wel voor een probleem als er een betwisting bestaat tussen aannemer en onderaannemer. Stel dat de bouwheer de onderaannemer betaalt maar de rechtstreekse vordering niet terecht was. Dan moet hij de hoofdaannemer alsnog betalen. En als de bouwheer de hoofdaannemer betaalt, bestaat de kans dat hij een tweede keer moet betalen aan de onderaannemer.

In de bouwpraktijk is het evenwel niet eenvoudig om een dergelijke clausule met succes toe te passen. Een vereiste is namelijk dat het goed gerecupereerd kan worden zonder beschadiging. Vaak echter verkoopt én plaatst een aannemer materialen, uitrusting en installaties. Deze kunnen dan onroerend worden door “incorporatie” (ze worden opgenomen in het gebouw of ander onroerend goed) en kunnen dus niet zonder beschadiging gerecupereerd worden. INFO

Sinds 2018 kan de bouwheer het bedrag storten in de Deposito- of Consignatiekas of op een geblokkeerde rekening op naam van de aannemer en de onderaannemer. Als de aannemer of de onderaannemer hem dat schriftelijk vragen, moet hij dat zelfs doen.

De bedragen boven op het geconsigneerde bedrag (het bedrag waarvoor de rechtstreekse vordering ingesteld werd), kan de bouwheer gewoon aan de hoofdaannemer betalen. Zo kunnen de werken dus toch normaal doorgaan.

In geval van samenkomst van meerdere schuldeisers, zoals bijvoorbeeld bij een faillissement van de (hoofd)aannemer, kan de onderaannemer de rechtstreeks vordering niet instellen. Maar bij het faillissement van de hoofdaannemer krijgt de onderaannemer wel een voorrecht, dat een superprioriteit heeft. Hij wordt – op één uitzondering na – met voorrang betaald ten opzichte van elk ander pand (dus ook ten opzichte van financiële instellingen waar de aannemer nog schulden heeft).

Naar analogie met de rechtstreekse vordering wordt het voorrecht uitgebreid naar de metselaars, timmerlieden, arbeiders en vaklui.

Dit is slechts een samenvatting van de relevante punten. Deze tekst is dus geen juridisch advies. Zie ook het ledengedeelte van www.embuild.be.

JURIDISCH
:
EMBUILD MAGAZINE • 02-2023 15

Vermijd dat er twee keer betaald moet worden!

Jaren geleden waarschuwde Embuild er al voor, maar factuurfraude blijft bestaan. Het is een techniek waarmee zwendelaars een betaling in hun zakken laten verdwijnen. Gelukkig kunt u er iets tegen doen.

klant is juridisch bekeken verplicht om de factuur alsnog aan de juiste persoon te betalen. Deze heeft het verschuldigde bedrag immers nooit gekregen.

Merk op dat factuurfraude uw klanten kan treffen, maar ook uzelf. U bent immers klant van uw leveranciers. Er bestaat trouwens ook een digitale variant van factuurfraude. Een hacker dringt dan binnen in het informaticasysteem van een leverancier, waar hij facturatiemails onderschept of andere boekhoudkundige gegevens.

Hoe reageren?

Embuild raadt slachtoffers van factuurfraude vanzelfsprekend aan om klacht in te dienen bij de politie of het parket. Maar een aannemer kan ook enkele praktische maatregelen treffen.

Vermeld uw rekeningnummer op de bestelbon of de offerte, liefst op een heel zichtbare manier, bijvoorbeeld in kleur. Vermeld dat betalingen enkel aan die rekening mogen gebeuren. Vraag dat uw klant van bij de betaling van het voorschot uw rekeningnummer opslaat in de applicatie voor online banking.

Een typisch voorbeeld van factuurfraude is dit: zwendelaars onderscheppen een factuur die onderweg is met de post. Ze veranderen het bankrekeningnummer en sturen de factuur vervolgens naar de originele bestemmeling, de klant. Nietsvermoedend betaalt die, maar zijn geld komt bij de criminelen terecht.

Het slachtoffer is in dit geval de persoon of de onderneming die de factuur betaalde. Het principe "wie verkeerd betaalt, betaalt twee keer" is namelijk van toepassing. De

Stuur de factuur bij voorkeur niet op in een enveloppe met een bedrijfslogo of die op een andere manier aangeeft dat ze van een onderneming komt. En stuur ten slotte een factuur op twee verschillende manieren op, bijvoorbeeld per post en als pdf met een e-mail. Zeg de klant dat hij alleen mag betalen als beide versies identiek aan elkaar zijn.

Bent u zelf klant?

Check of het rekeningnummer op de factuur hetzelfde is als op de bestelbon of offerte. Sla het juiste nummer meteen op in de applicatie voor online banking. En wees zeer wantrouwig als er op de factuur sprake is van een verandering van rekeningnummer, zeker als er een zelfklever over het originele nummer geplakt is.

16 EMBUILD MAGAZINE • 02 | 2023 FACTUURFRAUDE

Aannemersbedrijf Building & Partners springt klasse hoger

Sinds kort is de bouwsector een klasse 7-aannemer rijker. Building & Partners maakte onlangs de stijging naar de op één na hoogste klasse en mag daardoor voortaan grotere en meer exclusieve projecten aannemen. “De upgrade naar klasse 7 bevestigt onze groeiambitie”, stelt zaakvoerster Nina Claes.

Aannemersbedrijf Building & Partners, uit Beringen, promoveerde onlangs tot een klasse 7 speler. Een stap dat past bij de groeiplannen van het bedrijf. “Wij zijn vandaag al een gevestigde waarde binnen de bouwsector. Maar als ambitieus bedrijf willen we blijven groeien. De sprong naar klasse 7 is het bewijs dat we stappen vooruitzetten en de bevestiging dat wij een betrouwbare partner zijn”, vertelt Nina.

“Zowel voor onze klanten als voor onze werknemers gaan wij steeds die extra mile. Als aannemer en bouwpartner willen wij dat onze klanten op een rendementsvolle en zorgeloze wijze hun projecten kunnen realiseren. Zeker bij grotere projecten is het belangrijk het investeringsplan van de bouwheer zo rendabel mogelijk te houden, nu het leven alsmaar duurder wordt. Als werkgever gaan we keer op keer tot het uiterste opdat onze werven veilig zijn. Dit is voor ons echt cruciaal bij de bouw van grote én kleine projecten.”

Volgende stap in groeitraject

“Door onze sprong naar de aannemersklasse 7 kunnen we grotere opdrachten uitvoeren en een exclusievere markt bedienen”, vult Paul Claes, mede-zaakvoerder, aan.

“Deze stijging laat ons namelijk toe om overheidsopdrachten aan te nemen tot 5,3 miljoen euro. Een belangrijke stap om onze positie binnen de bouwsector verder te versterken. Samen met onze klanten blijven wij fantastische creaties neerzetten aan de hand van open communicatie en totale ontzorging. Zo bieden wij een alternatieve aanpak in een veranderende markt.”

Building & Partners

Everselstraat 141

3580 Beringen

www.building-partners.be

UW VOERTUIG BESCHERMT U. MAAR WIE BESCHERMT UW VOERTUIG?

De Omnium van Federale Verzekering: de verzekering die uw voertuig beschermt.

U bent de gelukkige (toekomstige) eigenaar van een nieuwe bestel- of vrachtwagen? U koos voor zo wat alle opties voor uw veiligheid? Heel goed! U bent helemaal beschermd. Maar... wat met uw nieuwe voertuig? Bescherm het tegen materiële schade met onze verzekering Omnium, de onmisbare bescherming voor nieuwe voertuigen. Geniet van een dienstverlening op maat en ontdek het plezier van het rijden zonder zorgen...

Bereken uw premie op federale.be/3maandgratispro

NU

3 MAAND GRATIS *

Voor iedereen met plannen in het leven

* Korting geldig vanaf het eerste jaar van de overeenkomst onderschreven tijdens de actie, rechtstreeks verwerkt in de berekening van de premie en pro rata herberekend bij verzekeringsduur van minder dan één jaar. M eer info en voorwaarden van onze actie op federale.be/3maandgratis pro

Federale Verzekering – V.U.: Tom De Troch - Stoofstraat 12 – 1000 Brussel www.federale.be Coöperatieve Vennootschap voor Verzekering tegen Ongevallen, Brand, Burgerlijke Aansprakelijkheid en Diverse Risico’s CV. Financieel rekeningnummer: BIC: BBRUBEBB IBAN: BE31 3100 0723 3155 - RPR Brussel BTW BE 0403.257.506.

De CO2-vrije bouwplaats

Als in de sector gedebatteerd wordt over de uitstoot van broeikasgassen, gaat het doorgaans over het afgewerkte product, het gebouw of de constructie. Op dat gebied is enorme vooruitgang geboekt. Maar in de afgelopen jaren is het besef gegroeid dat we het ook op een ander gebied nog beter kunnen doen, namelijk in het bouwproces zélf.

Verschillende van onze leden zetten al stappen richting een CO2-vrije bouwplaats. Ze testen bijvoorbeeld de CO2 prestatieladder, een instrument dat is overgewaaid uit Nederland. In dit dossier bekijken we hun ervaringen. Maar we vergeten ook onze bouwpartners niet. De leveranciers van stroomaggregaten hebben intussen oplossingen die de CO2-uitstoot van werken fors kunnen reduceren. En dan zijn er natuurlijk nog de materiaalproducenten. Ook de cementmakers zijn zich bewust van het probleem, en doen grote inspanningen om hun uitstoot te beperken.

DOSSIER
EMBUILD MAGAZINE • 02-2023 19

25 bouwplaatsen testen de CO2-prestatieladder

Nederland gebruikt al jaren de CO2prestatieladder om bij bouwprojecten de CO2-uitstoot te verminderen. Nu wordt deze benadering ook in België op 25 bouwplaatsen getest. Dat is het gevolg van een initiatief van ADEB-VBA, de organisatie van grote bouwbedrijven in Embuild. Didier Cartage van ADEB-VBA legt uit.

Terwijl hij aan het hoofd stond van ADEB-VAB werden een aantal boards opgericht. Aannemers wisselen daarin ervaring uit en ontwikkelen initiatieven. De Green Board, speelde een hoofdrol bij het opzetten van de testprojecten voor de CO2 -prestatieladder.

Didier Cartage: “Onze leden hadden het belang van deze benadering beseft, die in Nederland al een tiental jaar gebruikt wordt op bouwplaatsen. De Green Board is ervan overtuigd dat onze bouwondernemingen een grote sociale en maatschappelijke verantwoordelijkheid dragen. Waarom dan niet voorstellen een dergelijk systeem te gebruiken in de drie Belgische gewesten?”

Milieubewust ondernemen

In Nederland was het niet de bouw maar de overheid die de CO2 -prestatieladder introduceerde. De basis werd in 2009 gelegd door ProRail en Rijkswaterstaat. De eerste is de

Nederlandse Infrabel, de tweede de beheerder van Nederlandse wegen en waterwegen. Samen zijn ze verantwoordelijk voor een aanzienlijk deel van de overheidsopdrachten in de bouw. Om bouwbedrijven aan te zetten hun uitstoot te verminderen, begonnen ze criteria voor CO2 -uitstoot op te nemen in hun opdrachten. Intussen is de prestatieladder een deel van alle overheidsopdrachten in Nederland geworden.

22 % minder CO2

De statistieken tonen aan dat deze aanpak tot resultaten heeft geleid. ProRail maakte een koolstofbalans op voor de periode 20082013. De uitstoot daalde met 22 % bij werken aan spoorweginfrastructuur. Die daling was minstens deels te wijten aan het feit dat de werken uitgevoerd werden door bedrijven die de CO 2 -prestatieladder hanteerden met de daaraan verbonden certificering.

Per miljoen euro opdrachtwaarde daalde de CO2 -uitstoot met 30 tot 45 ton. Gratis was dat niet: de toepassing van de prestatieladder kostte de ondernemingen 7 tot 10 euro per ton uitgespaarde uitstoot. Maar voor de samenleving was er winst: de maatschappelijke kosten verbonden aan emissies worden immers geschat op 25 tot 129 euro per ton CO2 . Alles bij elkaar creëerden de betrokken projecten in Nederland 100 tot 180 miljoen euro maatschappelijke winst tussen 2009 en 2017. Bovendien hebben de emissiebeperkende maatregelen die genomen werden, een cumu-

20 EMBUILD MAGAZINE • 02 | 2023 ADEB-VBA

latief effect in de tijd. Dat zal de ecologische voetafdruk van de sector tegen 2040 aanzienlijk veel kleiner maken.

CO2Logic

Het waren argumenten die de drie Belgische gewesten konden overtuigen. Ze gingen akkoord met het principe van de Nederlandse aanpak.

Didier Cartage: “In de periode 2016-2017 hebben we de klimaatdienstverlener CO2Logic onder de arm genomen. Hij ging in onze naam in dialoog met de stakeholders, de lokale verenigingen van Embuild en de aanbestedende overheden. CO2Logic stelde het project voor en probeerde te achterhalen of men bereid was om het idee van ADEB-VBA te volgen.”

“Het kwam vrij snel tot een akkoord. Onze gesprekspartners vonden het een mooi en zinvol systeem dat tegemoetkomt aan een behoefte. Besloten werd de CO2-prestatieladder eerst uit te proberen op enkele grote bouwplaatsen. CO2Logic kreeg de opdracht om het bestaande Nederlandse instrument te implementeren in ons land. De gewesten trokken geld uit voor deze testfase.”

De eerste overheidsopdrachten met prestatieladder werden toegekend in 2019. Intussen zijn het er 25 geworden. Hun waarde ligt boven vijf miljoen euro en ze zijn netjes over het land verspreid: tien in Vlaanderen, tien in Wallonië en vijf in Brussel.

De gewesten onderzochten welke aanbestedende overheden in aanmerking kwamen. In Vlaanderen was dat het Agentschap Wegen en Verkeer, in Brussel de vervoersmaatschappij MIVB en Brussel Mobiliteit, en in Wallonië ten slotte de Service public de Wallonie (SPW) die de grote aanbesteders van de overheid overkoepelt, maar ook de intercommunale Ideta en de sociale-huisvestingsmaatschappij Sambrienne.

Boetes

Van de aannemers die deelnemen aan de proefprojecten wordt verwacht dat ze hun CO2 -uitstoot effectief verminderen.

Didier Cartage: “Dat wil zeggen dat ze doeltreffende maatregelen moeten nemen. Als ze dat niet respecteren en daardoor een voordeel bekomen, dan krijgen ze boetes die tot twee keer hoger liggen dan het voordeel. Hun engagement is dus niet fictief.”

“De evolutie van het project wordt door externen geauditeerd. Een certificatie-orga-

nisatie zoals Copro zal de opdracht krijgen na te gaan of de engagementen gerealiseerd werden. De onderneming kan kiezen: ze behaalt zelf de nodige certificering of ze laat de bouwplaats certificeren. Oorspronkelijk was voorzien dat de testfase eind 2022 voorbij zou zijn, maar er is uitstel tot in 2023."

Evaluatie

Het plan is om in de toekomst het gebruik van de CO2 -prestatieladder uit te breiden in de bouw, maar ook naar andere sectoren.

Didier Cartage: “Vóór we de ladder gelanceerd hebben in België, hebben we de regelgeving op de overheidsopdrachten geanalyseerd om te onderzoeken of dat tot problemen zou leiden. Dat bleek niet het geval te zijn. Je moet weten dat in de Nederland de prestatieladder niet alleen van toepassing is op ondernemingen maar ook op de aanbesteders. Niet alleen ondernemingen maar bijvoorbeeld ook steden en gemeenten kunnen zich laten certificeren. Dat is voor deze laatsten een mooie uitdaging.”

Bij onze noorderburen is SKAO de organisatie die zich bezighoudt met het beheer en de evolutie van de prestatieladder. In België “gaan wij een balans opmaken als de proefprojecten voorbij zijn. Daarna bekijken we hoe we het gebruik van dat instrument verder kunnen ontwikkelen,” besluit Didier Cartage, die op 31 maart op welverdiend pensioen gaat.

EMBUILD MAGAZINE • 02 | 2023 21 ADEB-VBA
Didier Cartage, directeurgeneraal van ADEB-VBA.
" CO2Logic kreeg de opdracht om het bestaande Nederlandse instrument te implementeren in ons land. De gewesten trokken geld uit voor de testfase."

De CO2-uitstoot verminderen zal een must worden bij bouwprojecten

Een van de 25 projecten die de CO2-prestatieladder testen, is de overslaghaven in Pommeroeul. De opdrachtgever is de Waalse SPW Infrastructures, de uitvoerder ons lid Socogetra in een maatschap met BESIX. We gingen ter plaatse onderzoeken hoe de prestatieladder in de praktijk de CO2-uitstoot vermindert.

We ontmoetten werfleider Corentin de Waleffe van Socogetra op enkele kilometer van de Franse grens, bij de sluis van Pommeroeul naast de E42. Er wordt een overslagplaats aangelegd waar het kanaal Nimy-Blaton en het kanaal tussen Pommeroeul en Condé in Frankrijk samenkomen. Daarvoor moeten een kaaimuur en een kade aangelegd worden.

Het Frans-Belgische kanaal is een twintigtal kilometer lang en telt zeven sluizen. Sinds 1992 wordt er niet meer op gevaren vanwege aanwezigheid van vervuild zanderig slib. Maar intussen wordt een nieuwe Seine-Schelde-verbinding gebouwd, en daarvoor moet het kanaal weer open zijn. De overslaghaven zal economische activiteit en waterverkeer creëren, hoofdzakelijk boten die tot 3000 ton goederen vervoeren.

Corentin de Waleffe: “Deze werf is een onderdeel van het ambitieuze plan om het kanaal Condé-Pommeroeul nieuw leven in te blazen, maar sluit ook aan op de projecten van de SPW langs het kanaal Nimy-Blaton. Europa wil duidelijk het transport over waterwegen stimuleren.”

Vier fases

De werken in Pommeroeul begonnen in juni 2022. Het kanaal zal er versmald worden en de oever verbreed, zodat plaats ontstaat voor de kade. Het project verloopt in verschillende fases.

Corentin de Waleffe: “Eerst hebben we met

40 000 kubieke meter stenen een dijk gemaakt in het water. Dan hebben we een muur van heipalen aangelegd, 461 palen met een diepte van 11,5 meter. Nu zijn we bezig aan de derde fase, het plaatsen van kopbalken die nodig zijn voor de bouw van de kaaimuur, die 3 meter hoog en 357 meter lang wordt. De laatste fase is de aanleg van een platform van 15 op 240 meter.”

Tot zover het project. Maar hoe verminder je op een dergelijke werf de CO2-uitstoot?

Corentin de Waleffe: “De CO2-prestatieladder stond in de opdrachtdocumenten. Ze heeft vijf niveaus, en voor dit project was het de bedoeling om niveau 3 te halen. We hebben ons laten begeleiden en helpen door Atrasol, een consultant gespecialiseerd in het maken van een koolstofbalans. Wanneer je de uitstoot van CO2 wilt verminderen op de werf, dan zijn er vier aspecten die je in orde moet brengen.”

Evaluatie en opvolging

Om te beginnen moet je de uitstoot in kaart brengen. Daarvoor moet je die begrijpen, evalueren en opvolgen.

Corentin de Waleffe: “We zijn vertrokken van de offerte die we ingediend hadden voor dit project. Achter alle werken hebben we een cijfer geplakt, een globale schatting van de uitstoot. Terwijl de werken bezig zijn, volgen we de emissies op en zetten die data in een Excel-bestand dat opgesteld is door Atrasol. Er zijn drie grote aandachtspunten. Het eerste is de energie. Wat wordt gebruikt door de tijdelijke werfgebouwen en de machines: benzine, diesel, gas, groene elektriciteit? Daarnaast is er het vrachtvervoer van de materialen. De

De werf is de aanleg van een overslagplaats, op het punt waar het kanaal Nimy-Blaton en het kanaal tussen Pommeroeul en Condé in Frankrijk samenkomen.

22 EMBUILD MAGAZINE • 02-2023 TESTPROJECT

data daarvoor staan op de leveringsbonnen. En ten slotte is er de energie verbruikt bij de verplaatsingen van de mensen die op de werf werken.”

Atrasol berekent de CO2-uitstoot verbonden aan deze data en geeft zo een stand van zaken. Deze opvolging vraagt iedere dag een heleboel bijkomend werk.

Corentin de Waleffe: “Maar door dit in kaart te brengen weten we nu dat 51 % van de uitstoot veroorzaakt worden door het energieverbruik op de werf, 45 % door het vrachtvervoer en 4 % door de verplaatsingen van het personeel.”

Vijf maatregelen

Het tweede aspect zijn de ingrepen die de uitstoot verminderen. Socogetra besloot in Pommeroeul vijf maatregelen te nemen.

Corentin de Waleffe: “De eerst heeft te maken met het verbruik van de tijdelijke werfgebouwen. Wanneer we er niet zijn, zetten we de generatoren af. Tweede maatregel: de helft van de brandstof voor de generatoren is hernieuwbaar, in dit geval HVO 100 diesel. Dan zijn er de graafmachines en de geavanceerde toestellen. We hebben de graafbakken uitgerust met een rototilt. Daardoor zijn deze zeer wendbaar, en dat maakt een aantal verplaatsingen van de graafmachines overbodig. Bovendien hebben we dankzij de gps een kaart van de bodem. In vergelijking met een scanner vermindert dat de tijd die we aan de graafwerken moeten besteden.”

“Ten vierde hebben we het transport geoptimaliseerd. Voor het aanleggen van de dijk hebben we bijvoorbeeld stenen gebruikt van de Carrières Ernest Lebailly, op amper zes kilometer van hier. En ten slotte de vijfde maatregel: ecodrive. We hebben ons personeel en onze onderaannemers bewust gemaakt, zodat ze bij verplaatsingen rekening houden met het milieu. Om een voorbeeld te geven: de motor niet laten draaien terwijl een vrachtwagen wacht tot hij ontladen kan worden.”

Overleg

Socogetra nam deze maatregelen in overleg met Atrasol. De certificeringsorganisatie COPRO heeft ze gevalideerd na een eerste audit in augustus.

Corentin de Waleffe: “We hebben ons geëngageerd om onze uitstoot op deze werf met 12 % te verlagen. Aan het einde van de

werken vindt de tweede audit plaats. Als we niet alles goed uitgevoerd en gerespecteerd hebben, riskeren we een boete. Maar omdat we een testproject zijn, zal die niet echt toegekend worden.”

Communicatie

De uitstoot in kaart brengen, maatregelen nemen. Het derde aspect dat in orde moet zijn, is de communicatie. Corentin de Waleffe merkt glimlachend op dat het dossier in dit nummer van Embuild Magazine daar mooi bij past.

Corentin de Waleffe: “Je moet communiceren over wat je doet voor deze zeer belangrijke problematiek. Dat houdt interne communicatie in. We hebben dit project in december 2021 voorgesteld aan het volledige personeel van onze groep. Maar er is ook externe communicatie nodig, onder meer met de administraties waarmee we samenwerken.”

Iedereen in bad

Ten slotte is er het vierde aspect: participatie.

Corentin de Waleffe: “De hele bouwsector samenbrengen om goede praktijken uit te wisselen en innovatieve ideeën op te sporen die de CO2-uitstoot op alle bouwplaatsen kunnen verminderen. Dat zou bijvoorbeeld kunnen op een studiedag, die Embuild zou kunnen helpen organiseren. Er bestaat nog een interessante vraag: moet je een bedrijf of een project certificeren? Iedere werf heeft tenslotte een andere benadering nodig. Hier in Pommeroeul gaat het om de certificering van een werf. Op een dergelijke studiedag zouden we daarover kunnen discussiëren.”

Besluit

Corentin de Waleffe ontdekte in dit testproject alleen maar positieve punten, ondanks het vele extra werk.

Corentin de Waleffe: “Het loont de moeite. Ons personeel was helemaal mee. Ik was bijvoorbeeld aangenaam verrast door het eco-rijden. Maar de maatregelen die we namen, maakten ook het werk voor onze grondwerkers aangenamer. We hebben heel wat voordeel uit dit project gehaald, zowel op het gebied van budget als van tijd. Ik denk dat dergelijke bouwplaatsen niet meer te vermijden zullen zijn in de toekomst, want je zult de CO2prestatieladder in steeds meer aanbestedingsdocumenten tegenkomen.

TESTPROJECT
EMBUILD MAGAZINE • 02-2023 23
" We hebben heel wat voordeel uit dit project gehaald, zowel op het gebied van budget als van tijd. "

Een effectief systeem - als de opdrachtgever erachter staat

Bij ons lid Willemen Groep is de CO2-prestatieladder al jaren ingeburgerd. Franky Van den Berghe, de duurzaamheidsmanager voor de bedrijven in de Groep, geeft het systeem goede punten. Maar het zal niet alleen van onze ondernemingen afhangen of de koolstofafdruk van bouwplaatsen nog verder gereduceerd kan worden.

De geschiedenis van de prestatieladder bij Willemen Groep begon in 2015, met een offerte voor een opdracht in Nederland.

Franky Van den Berghe: “Een van onze ondernemingen, Franki Construct, actief in de burgerlijke bouwkunde, maakte deel uit van een consortium dat probeerde deze opdracht binnen te halen. Het hanteren van de CO2-prestatieladder gaf een gunningsvoordeel, en dus hebben we dat systeem opgezet bij Franki Construct. Uiteindelijk is die opdracht naar een ander consortium gegaan, maar Franki Construct is de CO2-prestatieladder wel blijven gebruiken om de evolutie van zijn CO2-uitstoot op te volgen.”

Niveau 4 en 5

Intussen zijn andere ondernemingen in de Groep Franki Construct gevolgd, zoals Kumpen en Willemen Infra. De ambitie ligt daarbij vrij hoog.

Franky Van den Berghe: “Bij onze bedrijven zijn we gestart met niveau 3 van de CO2-prestatieladder. Niveau 3 kun je een instapniveau noemen. Het inventariseren van de eigen uitstoot is hiervoor de eerste uitdaging. Zo weet je waar je staat, en kun je maatregelen nemen. Maar vanaf niveau 4 moet je verder gaan. Je moet dan ook ketenanalyses maken en kijken naar je invloed in de hele keten. Met die hele keten wordt de volledige levenscyclus van het product bedoeld: van de winning van de grondstof tot en met het einde van de levensduur.”

“40 procent van de CO2-footprint van de asfalt-keten wordt veroorzaakt door de grondstoffen en het vervoer naar de centrales. Niet toevallig zit 80 procent van de CO2-uitstoot

van de Groep bij één onderneming, onze wegenbouwer Willemen Infra. Die heeft intussen niveau 4 van de prestatieladder en gaat in 2023 naar 5, het hoogste niveau.”

Maatschappelijke slagkracht

De CO2-prestatieladder kan alleen een succes zijn als daarvoor een draagvlak bestaat in de onderneming.

Franky Van den Berghe: “Dat draagvlak bestaat hier zeker. We willen een vooraanstaand bedrijf zijn, een trekker. Dat geeft ons extra maatschappelijke slagkracht, en het maakt ons als werkgever ook aantrekkelijker. Eind 2021 hebben we een nieuwe strategie opgesteld voor de Groep. Duurzaamheids- en klimaatdoelen zijn daarin geïntegreerd, en de CO2-prestatieladder maakt die engagementen concreet. Om te optimaliseren, begin je na te denken over alternatieve oplossingen en innovatie in je manier van werken.”

Proefproject

Willemen Infra paste de prestatieladder toe tijdens de onderhoudswerken aan de Scheldelaan in Antwerpen eind 2021. Een stuk weg van drie kilometer met parkeerzones en fietspaden moest volledig vernieuwd worden. Daarvoor moest ongeveer 30 000 vierkante meter materiaal tot een diepte van 70 centimeter weggehaald, afgevoerd en vervangen worden. De Scheldelaan, een opdracht van het Agentschap Wegen en Verkeer, was een van de Belgische proefprojecten die de prestatieladder in de praktijk testten.

Franky Van den Berghe: “Het was in feite een project met een dubbel criterium. Naast de prestatieladder eiste AWV ook het gebruik van milieuvriendelijker asfalt geproduceerd bij verlaagde temperatuur (AVT). Vooraf hadden

DE PRESTATIELADDER GEËVALUEERD
24 EMBUILD MAGAZINE • 02-2023

we een uitstoot van 315 ton CO2 berekend. Dat bleek vrij accuraat te zijn, want de metingen achteraf gaven 333 ton als resultaat.”

“Voor dit project zijn we extra opportuniteiten gaan zoeken voor de CO2-reductie. Zo hebben we 20 ton bespaard door in onze asfaltcentrales over te schakelen op Belgische groene stroom. Daarbovenop kwam 40 ton vermindering doordat we het AVT-asfalt toegepast hadden, wat ons aardgasverbruik tijdens de productie daarvan met 15 procent deed dalen. En ten slotte hebben we ongeveer 10 procent van de oude ondergrond ter plaatse hergebruikt. Daardoor was minder vervoer nodig en dat was dus nog eens goed voor 50 ton CO2-reductie.”

Procenten als stimulans

In Nederland wordt bij aanbestedingen doorgaans een voordeel toegekend aan bedrijven die de prestatieladder hanteren. Hun offerteprijs wordt dan geëvalueerd alsof hij enkele procenten lager ligt. Hoe hoger het niveau op de ladder, hoe groter dat percentage.

Franky Van den Berghe: “Je kunt de Belgische proefprojecten niet helemaal vergelijken met die Nederlandse aanpak. Hier werd het gunningsvoordeel voor de niveaus 3 tot 5 gelijkgesteld, zodat aannemers die minder ervaring hadden met de CO2 -Prestatieladder niet benadeeld werden. Voor de opdracht aan de Scheldelaan hanteerde AWV een fictief gunningsvoordeel van 3 procent.”

Nog los van de concrete situatie van dit project, blijft er een interessante vraag: is die 3 procent realistisch?

Franky Van den Berghe: “Dat kan ik nu niet zeggen. Die procenten zijn een stimulans, maar of ze een realistisch concurrentievoordeel geven bij de gunning kan ik vandaag niet afleiden uit onze data. Je moet weten dat veel wegenbouwers al een zekere maturiteit hebben. De eisen om niveau 3 te halen, zijn voor hen zeker haalbaar. Maar ga je daarboven, naar niveau 4 en 5, dan lijkt me een voordeel van 3 procent niet veel, aangezien je de volledige keten mee gaat betrekken.”

De certificatie

Ondernemingen hebben de keuze: de prestatieladder op een project laten certificeren, of de onderneming zelf certificeren. Willemen Groep geeft de voorkeur aan dat laatste.

Franky Van den Berghe: “Eén keer per

jaar komt een externe certificatie-instelling de onderneming auditeren. Hoe groter het bedrijf, hoe meer dagen daarvoor uitgetrokken worden. Een certificaat is drie jaar geldig. Als je daarentegen voor certificatie op een project kiest, dan is dit niet geldig voor je andere projecten.”

“Bij certificatie van de onderneming moet je enkel de CO2-footprint en acties van een project specifiek maken als het een project met gunningsvoordeel is. Jaarlijks worden die projecten dan geëvalueerd door de certificatie-instelling, die nagaat of de eisen gehaald werden.”

Eens het systeem opgebouwd is, kun je de data verzamelen met zelfgeschreven software, typisch een Excel-bestand, of met een extern pakket.

Franky Van den Berghe: “Wij zijn begonnen met een eigen Excel-bestand. Maar grootte van onze Groep maakte het gebruik van een zelf ontwikkeld rekenblad te complex, en dus zijn we overgeschakeld op een online-pakket dat meer gebruiksgemak biedt.”

Effectief?

Ten slotte de hamvraag; is de CO2-prestatieladder een effectief systeem? Dat hangt van verschillende factoren af, en ook van de bedoelingen die een onderneming heeft.

Franky Van den Berghe: “Het is een interessant managementsysteem voor ondernemingen. Je kunt er je energiestromen en je ecologische voetafdruk mee in kaart brengen en daarmee aan de slag gaan. Het werkt, eind 2022 lag de uitstoot bij Willemen Infra 10 procent lager dan in 2019. De integratie van de ladder met de andere bedrijfsprocessen creëert geen grote problemen. Het heeft bijvoorbeeld geen grote invloed op de planning van de werken. We letten nu wel beter op als we materialen aankopen.”

“Bij projecten is het een efficiënt systeem als het ook gedragen wordt door de opdrachtgever. De communicatie met hem en ook met de leveranciers is namelijk belangrijk, zeker vanaf niveau 4 en 5. Dan moet je naar de opdrachtgever kunnen stappen met voorstellen. Je moet samen naar oplossingen zoeken. In de toekomst zal er bijvoorbeeld meer circulair en met secundaire grondstoffen gebouwd moeten worden, als we de uitstoot verder willen laten zakken.”

DE PRESTATIELADDER GEËVALUEERD
EMBUILD MAGAZINE • 02-2023 25
Willemen Infra paste de prestatieladder toe tijdens de onderhoudswerken aan de Scheldelaan in Antwerpen eind 2021.

Bouwplaatsen en bedrijven certificeren

Wanneer een bouwbedrijf de CO2-prestatieladder toepast bij een project, is de vraag natuurlijk of dat correct gebeurt. Op dat punt spelen certificatie-organismen een hoofdrol. Wat doen ze in de praktijk? We vroegen het aan Bernard Cornet, Business Development Engineer bij het certificatie-organisme COPRO.

Beloven dat je onderneming minder broeikasgassen gaat uitstoten is één ding. Die belofte houden is nog iets anders. Daarom is de CO2 -prestatieladder niet vrijblijvend. Een certificatie-organisme voert controles uit.

Bernard Cornet: “Bouwbedrijven hebben de keuze uit twee opties: de certificatie van een specifieke project, of de certificatie van de onderneming zelf.”

Koolstofbalans

De certificatie gebeurt na een aantal audits. De eerste vindt plaats bij de start van de werken.

Bernard Cornet: “Vóór de eerste audit maakt de onderneming een koolstofbalans op. Op de werf in Pommeroeul gebeurde dat met de hulp van een consultant, Atrasol. Dan begint ons werk als certificatie-organisme en onafhankelijke derde partij. Het eerst wat we doen is de koolstofbalans checken. Bij dat project van Socogetra hebben we bijvoorbeeld gecontroleerd of in de balans de emissie-factoren en de uitstootbeperkende maatregelen correct opgenomen waren.”

Maatregelen

Na deze eerste check, controleert een certificatie-organisme de maatregelen die de aannemer wil nemen om de CO2 -uitstoot te verminderen.

Bernard Cornet: “We gaan alle aspecten na. Over welke maatregelen gaat het? Hoe meet je de resultaten? We controleren en valideren dus het proces dat is opgezet. We zijn er niet om advies te geven, dan zouden we tegelijk rechter en partij zijn.”

Voordeel

Tijdens die eerste audit moet de aannemer ook duidelijk maken waarvoor hij zich engageert. Hij moet aangeven met hoeveel procent hij zijn CO2-uitstoot wil verminderen.

Bernard Cornet: “De CO2-prestatieladder definieert vijf niveaus voor dat engagement, maar in België worden op dit moment alleen de laagste drie niveaus gehanteerd. Niveau 3, het meest veeleisende van de drie, creëert een fictief voordeel van zes procent bij het indienen van de offerte. Als deze bijvoorbeeld een waarde van 100 000 euro heeft, wordt dat geëvalueerd als 94 000 euro. Niveau 2 creëert een voordeel van vier procent en niveau 1 een voordeel van 2 procent.”

“Bij overheidsopdrachten in ons land blijft de prijs het meest gehanteerde criterium bij de toekenning. Dergelijke voordelen zijn dus erg belangrijk als je een opdracht wilt binnenhalen.”

Eind-audit

De eind-audit ten slotte gaat na of de uitstootbeperkende maatregelen correct toegepast werden en of de engagementen gehaald werden.

Bernard Cornet: “Over het algemeen zijn er audits bij de start en aan het einde van de werken. Het kan voorkomen dat er in een jaar twee audits uitgevoerd worden. Als het project langer duurt dan een jaar, is er elk jaar een opvolg-audit. Als de engagementen niet nageleefd worden, zijn er boetes. Die komen overeen met een deel van het fictieve voordeel dat toegekend werd bij de evaluatie van de offerte.”

“Dialoog en interactie staan altijd voorop wanneer we auditeren. We leggen uit waarom we onze keuzes gemaakt hebben en moedigen de ondernemingen aan om op zoek te gaan naar verbeteringen.”

CO 2 -PRESTATIELADDER
26 EMBUILD MAGAZINE • 02-2023
" Dialoog en interactie staan altijd voorop wanneer we auditeren. "
www.bcca.be Vertrouwen schenken in kwaliteit. Innovatie stimuleren. Risicobeheer. Uw partner voor de certificatie in de bouwsector voor JAAR Annonce_BCCA_Bouwbedrijf_186x128mm_NL_NEW.indd 1 8/11/22 12:06 Doe mee en signeer het charter op safetymypriority.be VEILIG BOUWEN: EERST DENKEN, EN DAN DOEN!

"Met onze battery packs kunnen aannemers tegelijk hun brandstofverbruik en hun

CO2-uitstoot

verminderen"

Ons lid Locquet Power & Light levert tijdelijke off-grid energie. De firma verhuurt bijvoorbeeld stroomaggregaten, generatoren, hybride systemen, battery packs en zonnepanelen die de werfmachines van de nodige elektriciteit voorzien. Veel aandacht gaat daarbij naar een lage CO2-uitstoot.

Locquet telt 26 personeelsleden en heeft naast zijn hoofdkwartier in Kruishoutem in Oost-Vlaanderen ook een vestiging in Luik, vertelde ons CEO Vincent Locquet.

Vincent Locquet: “Onze groei aan het einde van de jaren 1990 kwam van opdrachten voor telecombedrijven. Orange heeft toen in heel België antennes geïnstalleerd. 200 stroomaggregaten draaiden 24 uur op 24, op drie meter van een antenne. Dat waren machines met een tank voor 1200 liter diesel. Geleidelijk namen die opdrachten voor de telecomsector af, maar ze gaven ons de kans om te investeren in stille motoren. In het begin van de jaren 2000 nam de bouwsector het dan over. Hij is een van onze grote klanten geworden.”

Inefficiënt gebruik

Al een jaar of twintig levert Locquet Power & Light materieel aan bedrijven als Galère, Franki, Willemen, Denys, Jan De Nul, Stadsbader Contractors, BESIX, MBG, Thomas & Piron enzovoort. De firma deed daarbij een interessante vaststelling.

Vincent Locquet: “Door die samenwerking met de bouw zijn we er ons van bewust geworden dat stroomaggregaten erg inefficiënt gebruikt werden op bouwplaatsen. Ze hadden vaak een vermogen dat veel te hoog was. Op bepaalde momenten is op een bouwplaats kortstondig een groot vermogen nodig, omdat er een machine start of omdat een torenkraan een lading moet tillen. Op zulke momenten wordt zeven keer meer vermogen gevraagd dan het gemiddelde, maar het gaat slechts om enkele seconden. Als ze alleen energie moeten leveren voor de tijdelij-

ke werfgebouwen of voor de slagbomen, draaien dieselgeneratoren vaak gedurende lang tijd op een klein deel van hun totale vermogen. Het grootste deel van de tijd levert een generator 10 tot 15 procent van zijn maximale vermogen. Dat is buitengewoon inefficiënt, en leidt tot onnodig brandstofverbruik, tot roet, geluidsoverlast en een hogere CO2-uitstoot.”

Hybride systemen

De oplossing? Een hybride systeem om energie te leveren.

Vincent Locquet: “Een jaar of tien geleden hebben we intelligente systemen met battery packs ontwikkeld. Sinds drie jaar is de vraag daarnaar flink aan het groeien. Ze optimaliseren het rendement van een stroomaggregaat. Centraal in dat proces staan de batterijen, die kunnen communiceren met het aggregaat. Ze worden op het meest geschikte moment geladen, en wanneer ze voldoende geladen zijn, geven ze die info door aan de groep, die dan stopt met draaien. Je kunt het laden ook programmeren. Je hoeft daardoor de machine geen zeven dagen op zeven, vierentwintig uur op vierentwintig, 168 uur per week laten draaien. Je kunt gaan naar 40 tot 50 uur per week, de tijd dat de groep draait terugdringen tot 30 of 40 procent, met de bijhorende vermindering van het brandstofverbruik.”

Dubbel interessant

Zowel ecologisch als economisch heeft een dergelijk systeem voordelen voor een onderneming.

Vincent Locquet: “In bepaalde gevallen kun je het dieselverbruik met 2000 liter per maand

LOCQUET POWER & LIGHT
28 EMBUILD MAGAZINE • 02-2023

ENKELE PRAKTIJKERVARINGEN

Zoals u in de tekst kunt lezen, zijn een aantal leden van Embuild klant bij Locquet Power & Light. Ze hebben in de praktijk vastgesteld dat ze dankzij een battery pack hun brandstofverbruik en hun uitstoot konden terugdringen. We geven enkele voorbeelden, zonder de pretentie volledig te zijn.

Het eerste voorbeeld zijn de werken aan de stelplaats van De Lijn in Ieper door Stadsbader. De tijdelijke werfgebouwen werden slechts 36 procent van de tijd gevoed door een dieselgenerator. De overige 64 procent was voor rekening van de batterijen. Daardoor moest de generator 2108 uur minder draaien. Er werden 5000 liter brandstofverbruik en 14 ton uitstoot vermeden.

Bam stond in voor de werken aan de Londenbrug. Deze ophaalbrug in Antwerpen werd tijdelijk vervangen door een (ophaal-)loopbrug. Deze kreeg haar energie 83 procent van de tijd van het battery pack. De dieselgenerator moest daardoor 983 uur minder draaien. In drie maanden tijd werd er meer dan 1500 liter brandstof bespaard. Bijna 5 ton CO2-uitstoot werd vermeden.

In Brussel ten slotte neemt Denys de Beurs onder handen. De batterijen staan in voor 84,3 procent van het verbruik. Na acht weken was 13 200 kilogram uitstoot vermeden, 1650 kilogram per week. Dat komt overeen met de uitstoot per persoon van pakweg dertien vliegtuigreizen tussen Brussel en New York.

verminderen. Vaak is er al na minder dan een jaar een return on investment. Daarnaast wordt de CO2-uitstoot sterk beperkt. Een bijkomend voordeel is dat een dergelijk battery pack helemaal autonoom functioneert.”

Locquet kan nog een ander hybride systeem aanbieden, flywheel genaamd. Dat slaat energie op in een draaiend vliegwiel.

Vincent Locquet: “Een dergelijk systeem is verbonden met het net of met een stroomaggregaat, die ondersteuning leveren wanneer er een groot vermogen nodig is, bijvoorbeeld als een kraan een gewicht moet tillen. Het gaat dus niet om een autonoom systeem zoals met een battery pack. Dat geldt ook voor de zonnepanelen die we aanbieden. Ook die moeten altijd een battery pack voeden.”

Voertuigen

Wie bouw zegt, zegt ook transport. Locquet heeft oplossingen voor het laden van elektrische auto’s en lichte vrachtwagens op of bij de bouwplaats.

Vincent Locquet: “Deze bestaan uit laadpalen en intelligente installaties. Ze houden vanzelfsprekend rekening met de stroom die beschikbaar is op de bouwplaats. Zo vermijden ze dat de hele logistiek plat valt. Je kunt er niet alleen de beroeps- maar ook de privévoertuigen van de bedienden en arbeiders mee opladen.”

Oplossing op maat

Ondanks het uitgebreide aanbod, gaat Locquet nooit proberen om aan elke klant een dergelijk hybride systeem te verhuren of te verkopen.

Vincent Locquet: “We gaan altijd op zoek naar de beste oplossing. Wij hebben ook heel

kleine bouwondernemingen als klant, en op een kleine bouwplaats is een gewone aansluiting op het net soms voldoende.”

“Overigens kun je ons ook vragen om een monitoring uit te voeren. We checken dan zaken zoals het elektriciteitsverbruik en de inhoud van de tanks van de werfmachines. Naargelang de resultaten van deze audit geven we de klant advies en zetten hem op weg naar de juiste oplossing voor zijn bouwplaats. Als de klant zelf de nodige toestellen bezit, kunnen wij instaan voor het onderhoud en tussenkomen in noodgevallen.”

Toekomst

In de nabije toekomst zal de vermindering van verbruik en uitstoot niet de enige reden zijn om stroomaggregaten uit te rusten met battery packs. Het zal gewoon noodzakelijk zijn voor machines die voldoen aan de Stage-V normen.

Vincent Locquet: “Een groep uitgerust met een Stage V-motor van de nieuwe generatie zal automatisch afslaan wanneer hij op slechts 10 procent van zijn capaciteit draait. Dat veroorzaakt namelijk een slechte verbranding, die bovendien nefast is voor de machine. Pas op 50 procent van de capaciteit zal een dergelijke motor normaal draaien.”

De CEO van Locquet benadrukt als besluit nog eens hoeveel voordelen een battery pack heeft.

Vincent Locquet: “De emissienormen zullen steeds strikter worden, en de prijs van brandstoffen staat tegenwoordig zeer hoog. Met een dergelijk systeem kunnen aannemers tegelijk hun brandstofverbruik en hun CO2-uitstoot verminderen.”

EMBUILD MAGAZINE • 02-2023 29

Een Roadmap 2050 voor lagere CO2-emissies

De EU geeft cement en beton een hoofdrol in de plannen om de CO2-uitstoot te verminderen. Febelcem, dat de belangen van de Belgische cementindustrie verdedigt, heeft daarom een Cement & Beton Roadmap 2050 opgesteld. “Ze staat centraal onze strategie,” aldus directeur Hervé Camerlynck van Febelcem.

De Belgische cementindustrie is geen slechte leerling in de CO2 -klas. Vergeleken met 1990 heeft ze haar uitstoot al met ongeveer 30 % verminderd. Maar met haar Green Deal wil de EU tegen 2050 koolstofneutraal zijn, en dus is er nog werk aan de winkel voor de cementproducenten – net zoals voor de andere nijverheidssectoren.

De Roadmap van Febelcem wil de resterende uitstoot nog verder terugdringen. Ze beschrijft hoe cement, via de productie en toepassingen van beton, bijdraagt aan een circulaire en klimaatneutrale bouw.

Hervé Camerlynck: “De Roadmap staat centraal in onze strategie. Ze is gestructureerd rond vijf actieterreinen, afgekort tot 5 C’s: Clinker, Cement, Concrete, Constructie en (her)Carbonatatie. Ze raakt aan heel de bouwwaardeketen en omvat dus talrijke verschillende onderwerpen.”

Voor de niet-kenners: klinker is het actieve bestanddeel in cement. Concrete is vanzelfsprekend het Engelse woord voor beton.

Clinker

Het hoofdstuk over klinker is goed voor ongeveer twee derde van de inspanningen die gedaan moeten worden. Het is dus duidelijk het voornaamste onderdeel van de strategie.

Hervé Camerlynck: “Er zijn op dat gebied vijf maatregelen die je kunt nemen. De eerste is secundaire grondstoffen gebruiken zoals hoogovenslakken, vliegas enzovoort. De tweede is overschakelen van fossiele op andere brandstoffen. Die kunnen onder meer gebaseerd zijn op afval of op de restproducten van een andere nijverheid: modder afkomstig van waterzuivering, hout-biomassa … Tegen 2050 wil de Europese cementindustrie 90 % vervangende brandstoffen gebruiken. België haalt al 60 %.”

“De derde hefboom is de verbetering van de thermische efficiëntie in het productieproces. Hiervoor doet onze Roadmap een beroep op de knowhow van de cementproducenten. Deels gaat het om de recuperatie van warmte. De overschakeling op elektriciteit of waterstof is mogelijk, maar zal zeer marginaal blijven.”

“Het vierde punt is de ontwikkeling van nieuwe klinkers, gebaseerd op scheikundige processen die minder energie vereisen. Maar die zullen niet van vandaag op morgen op de markt komen. Dan is er de vijfde hefboom, koolstofafvang en -opslag bij de productie. In 2016 begon op dat gebied een LEILAC-project in de fabriek van CBR in Lixhe (Wezet). Daarin worden de decarbonatatie en de klinkerisatie gescheiden op het niveau van de oven. Het budget voor dit ene proefproject bedraagt al 20 miljoen euro. Een tweede fase van dit project is aan de gang in Duitsland.”

Cement

In de vijf C’s staat de tweede voor cement,

CEMENT EN BETON
" De Belgische cementindustrie is geen slechte leerling in de CO2-klas. Vergeleken met 1990 heeft ze haar uitstoot al met ongeveer 30 % verminderd."
30 EMBUILD MAGAZINE • 02 2023

het materiaal waarmee beton gemaakt wordt. Er bestaan verschillende mogelijkheden om de CO2 -productie gelinkt aan cement te verminderen.

Hervé Camerlynck: “Zo moet de samenstelling van cement onderzocht worden, om de koolstofvoetafdruk te verminderen. Deze laatste bedraagt in België 540 kilogram koolstofdioxide per ton cementproductie. Niemand doet beter in Europa. Het Europese gemiddelde is 650 kilogram.”

“Het komt erop neer dat het aandeel klinker in cement verminderd zou moeten worden, want klinker weegt zwaar door in de koolstofvoetafdruk. Er bestaan twee soorten oplossingen. Traditioneel worden vliegassen of hoogovenslakken toegevoegd. Dat is wat we hier in België al een eeuw doen.”

“Maar de tweede optie is de ontwikkeling van nieuwe cementsoorten met andere additieven, zoals thermisch geactiveerde kleimineralen, ook wel gecalcineerde klei genoemd. De cementproducenten werken samen aan het marktrijp maken van dergelijke nieuwe cementtypes. Normaal gezien zouden ze er vóór 2030 moeten zijn. Op dit moment loopt FUTURECEM, een project ondersteund door Cementir, de groep waarbij CCB hoort. Het voegt gecalcineerde klei en gemalen kalk toe bij de productie van cement. Dit procedé wordt al gebruikt voor de bouw van bruggen en gebouwen. Het zal niet lang meer duren voor we deze cementtypes in België zullen zien.”

Ook het elektriciteitsverbruik is een aspect van de cementproductie, want die vraagt veel energie.

Hervé Camerlynck: “Sommige productiecentra investeren in hernieuwbare energie, doorgaans met zonnepanelen of windturbines. Daarnaast is er het transport. Cement wordt lokaal geproduceerd en verbruikt in een straal van 50 tot 100 kilometer van de fabriek. Als we erin zouden slagen de CO2 -uitstoot te verminderen door de elektrificatie van de vrachtwagens, zou dat de koolstofafdruk van onze sector verminderen.”

Concrete

De derde C in de Roadmap is die van beton, in het Engels concrete. Als cement ergens voor dient, dan is het wel de productie van beton. Maar op de milieuvriendelijkheid van de betonproductie hebben de cementproducenten minder invloed.

Hervé Camerlynck: “De betoncentrales en de prefab-fabrieken doen hier het meeste werk. Digitalisering is een eerste mogelijk-

heid. Door de betonsamenstellingen te verbeteren en de additieven te optimaliseren, kun je komen tot een optimum op het vlak van kwaliteit, met een optimaal aandeel cement. Door digitalisering kun je ook de hoeveelheid geproduceerd beton optimaliseren. Nu gaat er nog veel energie verloren wanneer er beton teruggestuurd wordt. Ook het transport kan milieuvriendelijker, door over te schakelen op elektriciteit of waterstof voor de aandrijving van vrachtwagens.”

Bouw

De vierde C staat voor construction, de bouw met andere woorden. Voor FEBELCEM ligt hier een grote verantwoordelijkheid bij de ondernemingen in onze sector in de brede zin van het woord.

Hervé Camerlynck: “Hier zal het grootste werk gedaan moeten worden door de aannemers, de architecten en de studie- en engineeringbureaus. Ze hebben drie hefbomen, waarvan de eerste de energie-efficiëntie van gebouwen is. Beton heeft een grote thermische inertie. Door daarop in te spelen kan het energieverbruik, vooral in de zomer, met 25 tot 30 procent verminderd worden.”

“Daarnaast is er de manier waarop beton gebruikt wordt in gebouwen. Structuur en gewicht zouden geoptimaliseerd moeten worden. De structuren kunnen lichter.”

“En ten slotte is er nog het ontwerp, dat meer modulair kan zijn. Een gebouw kan verschillende levensfases kennen: eerst kantoren, dan appartementen. Zoiets moet van bij het begin in het ontwerp zitten. Sommige

EMBUILD MAGAZINE • 02 2023 31
Hervé Camerlynck, directeur van Febelcem.
" De Roadmap raakt aan heel de bouwwaardeketen en omvat dus talrijke verschillende onderwerpen.
"

Het vraagt veel ambitie om koolstofneutraal te worden, maar het is een realistische ambitie. De cementproducenten doen alles om dat doel te bereiken, en werken daarvoor hand in hand met de bouwsector."

structuren kun je als legoblokken demonteren. Daarnaast is er natuurlijk de recyclage na een afbraak, maar dat gebeurt al.”

(Her)carbonatatie

Toen we het net over klinker hadden, hebben we even de de-carbonatatie vermeld. Een ander woord hiervoor is calcinatie. Het gaat om een scheikundig proces dat plaatsvindt bij de productie van klinker. Het komt er kort op neer dat kalksteen (CaCO3) bij hoge temperatuur ontbonden wordt in vrije kalk (CaO) en koolstofdioxide (CO2). De CaO is nodig om de verschillende cementmineralen te vormen. Maar dit proces is ook verantwoordelijk voor het grootste deel van de CO2 die vrijkomt bij de cementproductie.

Her-carbonatatie is het omgekeerde proces, waarbij beton koolstofdioxide in de atmosfeer opneemt.

Hervé Camerlynck: “Volgens het Swedish Environmental Research Institute, een Zweedse instelling voor milieuonderzoek, wordt elk jaar 23 % van de CO2 -uitstoot veroorzaakt door de de-carbonatatie tijdens de productie van klinker weer opgenomen. In de 150-jarige geschiedenis van beton-infrastructuur functioneert deze dus als koolstofput. Nu moet dat alleen nog aangetoond worden.”

De her-carbonatatie kan bovendien versneld worden.

Hervé Camerlynck: “Als je betongranulaten afkomstig van afbraak recycleert en onderdompelt in koolstofdioxide, wordt er duurzaam CO 2 opgenomen. De granulaten worden harder en hun kwaliteit verbetert. Dat

idee wordt getest in FASTCARB, een project in Frankrijk met Holcim als een van de partners. Het is een project met een mooie toekomst, want het combineert koolstofafvang met een circulaire economie. Je kunt ook de koolstofafvang door andere mineralen zoals basalt en olivijn versnellen.”

De Belgische cementproducenten zijn een onderdeel van grote internationale groepen. Dat is, gezien de nood aan onderzoek en investeringen, een kans.

Hervé Camerlynck: “Ik denk dan bijvoorbeeld aan Go4Zero, een project uitgevoerd door Holcim in Obourg bij Bergen. Het gaat om een investering van honderdduizenden euro in een nieuw type oven en een nieuwe productielijn. Maar we hebben ook de steun van de politieke wereld en de EU nodig, want op ons eentje gaan we er niet komen.”

Wat in nu de conclusie van dit alles?

Hervé Camerlynck: “Koolstofafvang kan de CO2 -uitstoot in onze sector met 35 tot 40 procent verminderen. Maar om op de korte termijn resultaten te boeken op dit vlak, moet er snel een pan-Europees netwerk voor het transport en de opslag van CO2 gecreëerd worden. Heidelberg Materials, waartoe CBR hoort, wil vanaf 2024 de helft afvangen van de uitstoot van zijn site in Noorwegen. De opslag zal gebeuren in uitgeputte gasreserves in de zee.”

“Een vermindering van de uitstoot met 14 % is mogelijk door alternatieve grondstoffen te gebruiken, en alternatieven voor fossiele brandstoffen, bijvoorbeeld op basis van biomassa of afval. Ten derde is een bijkomende vermindering van 16 % mogelijk door cement met een lage koolstofinhoud op de markt te brengen. Maar dan zullen de aanbestedende overheden wel moeten volgen en deze cementtypes opnemen in hun opdrachtdocumenten.”

“Vierde en voorlaatste punt: we vragen een faire concurrentie, een level playing field, voor alle Europese en niet-Europese betrokkenen. En ten slotte vragen we dat het fenomeen her-carbonatatie erkend wordt.”

“Het vraagt veel ambitie om koolstofneutraal te worden, maar het is een realistische ambitie. De cementproducenten doen alles om dat doel te bereiken, en werken daarvoor hand in hand met de bouwsector.”

32 EMBUILD MAGAZINE • 02 | 2023 CEMENT EN BETON "
Het gebruik van beton in gebouwen zou geoptimaliseerd moeten worden, aldus Febelcem.

16.000 BOUWBEDRIJVEN

Daar kan je niet omheen

16.000 bouwondernemers in héél België rekenen op ons. Klein en groot. Actief in alle activiteiten en technieken van de brede bouwsector. Embuild is hun stem en partner. Wij verdedigen hun belangen en promoten hun innovatief vakmanschap.

Samen Bouwen, Samen groeien.

Warmte uit afvalwater

Embuild Vlaanderen organiseerde eind vorig jaar een interessante expertnamiddag over riothermie, een techniek die warmte haalt uit afvalwater.

Onder meer voor kleinschalige warmtenetten kan riothermie interessant zijn.

Rioolwater heeft een temperatuur van 12 tot 18 °C, en kan dus een bron van energie zijn. Met warmtewisselaars en warmtepompen kan deze gebruikt worden voor verwarming. Maar ook koeling is mogelijk, aangezien warmte kan afgeleid worden naar het rioolwater. De techniek is duurzaam en milieu- en klimaatvriendelijk.

Riothermie biedt vooral kansen wanneer er hoe dan ook aan de riolering gewerkt moet worden, bij de aanleg, sanering of renovatie. Wanneer men deze kansen laat liggen, sluit men in de praktijk lange tijd de deur voor deze techniek. Zowel de Vlaamse als de Belgische en de Europese overheden subsidiëren riothermie-projecten langs verschillende wegen. Voorbeelden zijn Flux50, de calls van het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap, de renovatiepremies en de Europese Interreg-projecten.

Riothermie is vooral sterk als energieleverancier voor kleinschalige warmtenetten op lage temperatuur. Wijdverspreid is deze techniek evenwel nog niet. Interessant is daarom dat Aquafin, de beheerder van de Vlaamse riolen, een businessmodel uitwerkte als potentiële aanbieder van riothermie.

Expertnamiddag

De belangstelling voor riothermie neemt dus toe. Daarom organiseerde Embuild Vlaanderen hierover begin november 2022 een expertnamiddag. Het doelpubliek bestond uit lokale overhe-

den, grotere bouwbedrijven en projectontwikkelaars, investeerders, studiebureaus en verder iedereen die meer wilde weten over riothermie. De belangstelling was groot: 50 deelnemers kwamen in levenden lijve naar de kantoren van Aquafin in Aartselaar voor de namiddag; meer dan 200 anderen volgden het event via de livestream.

Inhoudelijk

Na de verwelkoming door Marjolein Weemaes van Aquafin gaf Frederik Loeckx een toelichting bij de visie en de ambities van Flux50. Deze cluster van organisaties en ondernemingen wil een speerpunt zijn in energietransitie van Vlaanderen.

Vervolgens kon het inhoudelijke programma van start gaan. Gawein Van Daele van VVSG besprak de tools voor lokale besturen zoals het Lokaal Warmteplan, de inspiratiekaart warmtezone-

Riothermie is vooral sterk als energieleverancier voor kleinschalige warmtenetten op lage temperatuur (illustratie Aquafin).

ring en de Warmtegids. Mathias Possemiers van studiebureau AGT kwam de resultaten toelichten van een studie over de mogelijkheden van verwarmen én koelen met riolen. Daarna presenteerde prof. Patrick Hendrick van de ULB de resultaten van een proefproject in Brussel.

Voor alle duidelijkheid: riothermie is méér dan een theorie. Jona Michiels van ons lid Van Roey besprak enkele bouwplaatsen waar al volop gebruik gemaakt wordt van de duurzame warmte geleverd door riothermie, onder meer sportcomplexen met zwembaden.

Ten slotte gaf Maarten Raemdonck aan hoe Aquafin de uitrol van deze technologie ziet gebeuren in Vlaanderen. Hij analyseerde het businessmodel van Aquafin en besprak de commerciële voorwaarden nodig om het toe te passen.

Geïnteresseerd? Leg uw vragen voor aan johan.vandendriessche@embuild.be.

INFO : 34 EMBUILD MAGAZINE • 02 | 2023 RIOTHERMIE
De aanleg van een installatie voor riothermie (foto Frederik Beyens).

40 procent subsidie voor de sanering van machineen voertuigwerkplaatsen

Soms is er gewerkt aan machines of voertuigen in werkplaatsen die aannemers bezitten of willen verkopen. Als dit bodemverontreiniging heeft veroorzaakt, kan de onderneming verplicht worden om de zaak te saneren. Daarom is Tersana vzw opgericht, een fonds dat deze operatie overneemt. De Vlaamse overheid neemt 40 procent van de werkingskosten van het fonds voor zijn rekening.

In werkplaatsen waar aan voertuigen en machines gewerkt werd, bestaat een ernstig risico op bodemverontreiniging. Door afvalolie, lekkende voertuigen, de tankplaats, de stookolietank, noem maar op.

Hebt u een dergelijke werkplaats waar gewerkt werd aan heftrucks, graafmachines, hijskranen, bestelwagens enzovoort? Denkt u eraan ze te verkopen? In beide gevallen moet u rekening houden met de wet. Die zegt dat u minstens om de 20 jaar een oriënterend bodemonderzoek (OBO) moeten laten uitvoeren. Daarnaast is een dergelijk OBO verplicht bij de overdracht van de werkplaats, en ook bij de sluiting of de faling van het bedrijf.

Als dat oriënterende onderzoek bodemverontreiniging vaststelt, kunt u verplicht worden om een beschrijvend bodemonderzoek (BBO) te laten uitvoeren. Dat stelt de omvang van de verontreiniging vast. Indien nodig, volgt de verplichte sanering. Merk op dat een eventuele verkoop van een werkplaats wel eens zou kunnen afspringen als de koper vaststelt dat er problemen zijn op dit gebied.

Fonds voor bodemsanering

Een aannemer kan de onderzoeken en de sanering zelf organiseren. Maar bodemverontreiniging is een complexe,

tijdrovende en vaak dure zaak waarmee weinig aannemers ervaring hebben. Ze zijn daarmee niet de enigen. Hetzelfde geldt voor carrosseriebedrijven en voor elke onderneming met een werkplaats waar machines en voertuigen onderhouden en hersteld werden. Daarom is het bodemsaneringsfonds Tersana vzw opgericht door Traxio, Febelcar, Fedagrim en de Bond van de Garagisten Beroepsvereniging, in samenwerking met OVAM.

Subsidies

Een ondernemer staat zelf in voor een oriënterend bodemonderzoek. Maar als dat een verontreiniging aan het licht brengt, kan hij zijn verplichtingen overdragen aan Tersana. Interessant: Tersana wordt voor 40 procent gefinancierd door de Vlaamse overheid. Dat maakt de hele operatie financieel beter draagbaar. De overige 60 procent komt van de aangesloten bedrijven. Concreet: een bedrijf betaalt 60 procent van de reële kosten, aangevuld met 25 procent voor de werkingskosten van Tersana.

Toetreden tot het fonds kost eenmalig 100 euro. Daarbovenop komt een voorschot voor de kosten die Tersana voor zijn ingrepen zal moeten betalen: 2400 euro in het jaar van de aansluiting en daarna 1500 euro per jaar. Een onderneming kan op elk moment uit het systeem stappen. Ze krijgt dan de voorschotten die al betaald werden terug, na de verrekening van de nog openstaande

facturen.

Tegenover deze kosten voor een aannemer staat dat Tersana een sleutel-opde-deur-oplossing levert, met een kostprijs die dankzij de subsidiëring lager ligt dan de marktprijs.

Wat doet Tersana?

Het fonds staat in voor de hele operatie die volgt na een oriënterend bodemonderzoek: het beschrijvend bodemonderzoek, het definiëren van een project voor de sanering, de werken, de eindevaluatie, de eventuele ontmanteling enzovoort.

Opgelet

U hebt geen recht op de subsidie door de overheid als de verontreiniging veroorzaakt werd door een stookolietank die dient voor een woning bij de werkplaats. U kunt dan wel een beroep doen op Tersana, maar dan zonder de subsidie.

EMBUILD MAGAZINE • 02 | 2023 35 TERSANA
INFO : www.tersana.be.

Talent toont zijn creativiteit aan de sector

Van 1 tot 3 december lieten een dertigtal mensen in de HUBB zien wat ze in hun mars hebben. Tijdens een bouw-hackaton met als thema Hacking Digital Renovation presenteerden ze innoverende projecten die de link maken tussen energetische renovaties en nieuwe technologieën. Top-Up was het project dat met de lauweren ging lopen.

Het was al de derde bouw-hackaton. De eerste, in 2018, had als thema Digital Construction

In 2019 was Smart Hackathon aan de beurt. In de twee volgende jaren gooide corona roet in het eten, maar de herinnering aan de hackaton als een van de meest verfrissende events in de sector bleef bestaan. In 2022 werd dus een nieuwe editie georganiseerd, deze keer in het hoofdkwartier van Embuild, de HUBB aan de Kunstlaan in Brussel. Maar het was zeker geen exclusief Brusselse onderneming, vertelde ons innovatie-adviseur Sylvain Lavedrine van Embuild.Brussels.

Sylvain Lavedrine: “Het evenement wordt hier georganiseerd maar heeft een nationale uitstraling. Het thema, energetische renovaties, was logisch als je kijkt naar de strategie van de gewesten op dat gebied, zoals bijvoorbeeld RENOLUTION in Brussel.”

Creativiteit

De hackatons zijn een organisatie van Embuild.Brussels en Buildwise en sluiten aan op C-TECH, de technologische dienstverlening Duurzaam Bouwen in het Brussels hoofdstedelijk gewest. ADEB-VBA, Techlink en het Waalse pilootproject voor renovaties RENO+ verleenden hun medewerking. Het Brusselse Innoviris financierde het evenement, samen met de sponsors BESIX , Saint-Gobain Gyproc en CEVORA.

Sylvain Lavedrine: “De hackaton is een voorbeeld van een creatief proces dat open innovation wordt genoemd. Origineel komt het uit de ICT-wereld, maar wij hebben het aangepast aan de bouwsector. We brengen mensen met verschillende maar complementaire achtergronden samen, om op heel korte tijd ideeen voor innovatieve projecten te ontwikkelen

en te transformeren.”

De mensen die van 1 tot 3 december 2022 naar de HUBB kwamen, waren niet alleen ondernemers en personeelsleden van bouwbedrijven. Ook ICT’ers waren van de partij, en studenten die een bouwrichting of een technologie-richting volgen.

Sylvain Lavedrine: “Om te beginnen presenteerden ze dertien ideeën, waarvan er vier geselecteerd werden. Vervolgens werden vier teams samengesteld, die elk 48 uur mochten werken op een idee. Ze werden daarbij gecoacht door experts, niet alleen wat betreft de bouw maar ook voor zaken als innovatie, nieuwe technologieën en financiering.”

Top-Up

Een jury met afgevaardigden van Embuild.Brussels, BESIX, Buildwise, RENO+, Innoviris, CEVORA en Saint-Gobain Gyproc mocht de winnaar aanduiden. De lauweren gingen uiteindelijk naar het idee dat Top-Up gedoopt werd.

Top-Up kreeg tijdens de hackaton begeleiding van het Brusselse initiatief build circular, dat de duurzame transitie van de lokale bouwbedrijven ondersteunt. In het winnende team zat onder meer Louis Tilmans van ons lid Renovatti. Voor hem sluit Top-Up aan op de context waarin we leven.

Louis Tilmans: “In de stad woedt een wooncrisis, er is een energiecrisis en klimaat-actie is urgent. Top-Up combineert bouwen op daken met een complete energetische renovatie van de rest van het gebouw, en dat zonder kosten voor de eigenaar. Het idee is om naar eigenaars en mede-eigenaars van eigendom met potentieel te stappen. We nemen het dak over en bouwen daarop een flat die verkocht wordt. In ruil krijgt de eigenaar een globale energetische renovatie van het

In enkele trefwoorden: de vier projecten van de bouw-hackaton 2022

Top-Up:

Renovatie en verhoging van gebouwen – kansen digitaal opsporen –derde-investeerder – renovatiewerken managen.

Optifleet: Optimalisatie van machinepark –verhuur – platform - bouwprofessionals met elkaar in contact brengen.

RELiABLE: Hergebruik van producten en materialen – digitale marktplaats –link tussen bestaande platforms en klanten –certificatie – expertise – kwaliteitsgarantie.

BiM2ZERO: BIM-platform – plugin voor ecologische materialen – link tussen architecten, aannemers en fabrikanten.

36 EMBUILD MAGAZINE • 02 | 2023 HACKATON IN DE HUBB

Uiterst links Louis Tilmans. Hij werkte mee het winnende idee Top-Up uit.

eigendom, compleet met isolatie, installaties en zonnepanelen. Eventueel kan een stuk van de winst van de verkoop van het appartement gedeeld worden.”

Volgens Louis Tilmans heeft Top-up drie voordelen. Het eerste is vanzelfsprekend dat de eigenaars een lagere energiefactuur krijgen zonder dat ze moeten investeren. Maar er is meer.

Louis Tilmans: “De flats vullen de gaten tussen de gebouwen in steden. Daardoor neemt het vastgoedaanbod toe en worden

excessieve prijsstijgingen afgeremd. En drie: het is een manier om onze CO2 -uitstoot te verminderen en onze klimaat-engagementen na te leven.”

Off-site bouwen

Daarbij komt volgens Tilmans dat het idee achter Top-Up geschikt is voor schaalvergroting, wat kansen biedt voor innovatieve bouwtechnologieën.

Louis Tilmans: “Voor het bouwen op daken zijn off-site productie en prefabricatie bij uitstek geschikt, omdat je op die manier lichte en modulaire elementen kunt produceren die snel opgebouwd kunnen worden. De geprefabriceerde gevel die geplaatst wordt op een bestaand gebouw, kan zelfs uitgerust zijn met de leidingen en kanalen voor verwarming, elektriciteit, ventilatie en water.”

“Door digitale databanken zoals het Vlaams Open Data Portaal uit te kammen, hebben we alleen al in Vlaanderen 60 000 interessante eigendommen gevonden. Met artificiële intelligentie kun je gevels analyseren aan de hand van foto’s en het potentieel voor verhoging onderzoeken, waarbij rekening gehouden wordt met de lokale stedenbouwkundige regels. Dezelfde AI-toepassing zou ook kunnen nagaan of het gebouw bouwkundig geschikt is om verhoogd te worden, afhankelijk van het bouwjaar, de aard van de bodem enzovoort.”

Conclusie

Sylvain Lavedrine hield een zeer positief gevoel over aan de bouw-hackaton 2022.

Sylvain Lavedrine: “Om te beginnen weten we nu dat de HUBB plaats kan bieden aan een dergelijk evenement van drie dagen, en dat is belangrijk. Het was een geslaagde hackaton vanwege de inzet en de creativiteit van de deelnemers, maar ook vanwege de kwaliteit van de projecten. Van de dertien voorgesteld ideeën kregen er maar liefst vier een positieve beoordeling van de selecterende jury.”

“Daarnaast moet ik wijzen op de uitstekende sfeer en op de contacten die ontstonden tussen de coaches, de deelnemers en de juryleden. De leden van het winnende team gingen naar huis met een drone, én met het vooruitzicht dat ze hun project mogen presenteren voor de Innovation Board van ADEB-VBA.”

Alvast voor Embuild.Brussels was dit niet de laatste bouw-hackaton. Op naar de vierde editie in 2023!

EMBUILD MAGAZINE • 02 2023 37 HACKATON IN DE HUBB
" Het was een geslaagde hackaton vanwege de inzet en de creativiteit van de deelnemers, maar ook vanwege de kwaliteit van de projecten."

"Onze bouwvakken zijn even onmisbaar als de andere"

Niet alleen Embuild kreeg onlangs een nieuwe naam. Ook bij de voormalige beroepsfederaties waait er een nieuwe wind. Zo heet de cluster van complementaire bedrijven, ook bekend als Fedecom, tegenwoordig Embuild Plus. Bovendien heeft deze vereniging sinds enkele maanden een nieuwe voorzitter: Michel Koning. Embuild Magazine ging hem vragen wat zijn toekomstvisie is.

Beste Michel Koning. Een nieuwe naam, een nieuwe voorzitter … Embuild Plus neemt een vliegende start.

Michel Koning: “Inderdaad! De rebranding van de ex-Confederatie was voor ons een dubbele kans. Eén: ons aansluiten bij dat project, dat we 100 procent steunen. Twee: Fedecom een beetje afstoffen. We straalden nog te veel het imago uit van een vergaarbak. Dat zijn we vanzelfsprekend niet, we zijn een beroepsvereniging met nieuwe, innoverende beroepen die al in januari 1947 opgericht is, vlak na de Confederatie.”

“Dat woord ‘complementair’ in de oude naam ‘cluster van complementaire bedrijven’ zou geïnterpreteerd kunnen worden als ‘niet essentieel’. Maar de bouwvakken die wij verdedigen zijn even onmisbaar als de andere. Zo moet je die ‘Plus’ in de nieuwe naam zien, al heeft dat woord natuurlijk nog andere betekenissen. Toen ik het voorzitterschap overnam heeft Francis Carnoy, de voormalige directeur-generaal van Embuild Wallonie, trouwens gezegd dat onze beroepen belangrijk en toekomstgericht zijn, en geen accessoires.”

Waarom hebt u zich kandidaat gesteld voor het voorzitterschap van Embuild Plus?

Michel Koning: “Ik heb de leiding over CBRS, een bouwbedrijf gevestigd in Brussel. We zijn vooral gespecialiseerd in het leggen van soepele vloerbekledingen. Ik heb altijd iets willen doen voor de bouwberoepen. Op die manier ben ik in 2008 binnengekomen bij

het toenmalige Fedecom, om er poolshoogte te nemen en een globale kijk te krijgen op de bouwberoepen. Ik heb daar kennisgemaakt met Luc Smet, die een boorbedrijf heeft. Hij was al lang voorzitter en wilde de fakkel doorgeven. 2022 was een goed moment om hem af te lossen, en na 14 jaar in de beroepsorganisatie was ik de ideale kandidaat. Ik heb dat voorzitterschap met kennis van zaken geaccepteerd. Luc blijft trouwens bestuurder. Hij zal me ondersteunen en ik zal niet aarzelen om een beroep op hem te doen en zijn raad te vragen.”

Welke doelstellingen hebt u als voorzitter van Embuild Plus?

Michel Koning: “Er staat geen revolutie op til. Het gaat eerder om een evolutie, die trouwens al jaren geleden begonnen is, vooral dankzij Luc. Onder zijn voorzitterschap is de vereniging gemoderniseerd en hebben we nieuwe beroepen opgenomen. Er moest dus

zou willen dat Embuild Plus de plaats wordt waar al deze beroepen elkaar kunnen vinden. "

38 EMBUILD MAGAZINE • 02 | 2023 EMBUILD PLUS
" Ik

een nieuwe structuur opgezet worden, beter afgestemd op die beroepen, en dat heeft mijn voorganger heel goed gedaan. Ik ga verder op de ingeslagen weg. Onze structuur moet het mogelijk maken om de dienstverlening aan de leden nog verder te verbeteren en om steeds weer nieuwe leden op te nemen.”

“Daarnaast wil ik ons activiteiten op het vlak van opleiding verder uitbouwen, onder meer omdat opleiding heel belangrijk is voor die nieuwe bouwspecialisaties. We hebben daar al veel energie in gestopt bij Embuild Plus. Vorig jaar hebben we een vijftigtal opleidingen georganiseerd. We willen daarin verder gaan, met nog meer opleidingen voor nog meer beroepen.”

“En ten slotte is er nog een derde punt, de relaties met Embuild Wallonie. Ik ga er hard aan werken om die opnieuw te versterken. Op dit ogenblik zijn we vooral op Vlaanderen gericht. We hebben ongeveer 2000 leden en 65 procent van hen is Nederlandstalig. We moeten weer inspanningen doen in het zuiden van het land, onze structuur doen groeien, zeker aan Waalse zijde.”

Welke nieuwe bouwvakken of beroepen worden vertegenwoordigd door Embuild Plus?

Michel Koning: “Historisch gezien hadden de eerste nieuwe ondernemingen die lid werden te maken met boringen, diepfunderingen en steigerbouw. Niet toevallig zijn vooral voor deze specialisaties nieuwe opleidingen gecreëerd. In de voorbije jaren zijn daar bedrijven bijgekomen die zich toeleggen op het spuiten van PUR-isolatie, op het polieren van beton, op geothermie, op gietvloeren of op groenaanleg. En sinds kort zijn er ook de mensen die open vuurplaatsen maken, een onderdeel van de natuursteenbewerking. Als je alles optelt, kom je uit op een twintigtal bouwspecialisaties. Het is onze taak hen te helpen om zich te organiseren en om samen ervaringen uit te wisselen. We zouden willen dat bedrijven die al langer lid zijn de nieuwe helpen, en dat het voor iedereen klikt.”

Wanneer zal uw voorzitterschap geslaagd zijn in uw ogen?

Michel Koning: “Ik zou willen dat Embuild Plus de plaats wordt waar al deze beroepen elkaar kunnen vinden. Mijn rol is een kader bieden voor het team dat samengesteld is door onze directeur, Patrick Noé. Hij is een heel dynamisch man die samen met zijn medewerkers al zijn energie stopt in de ontwikkeling van onze vereniging, om de dienstverlening aan de leden nog beter te maken.”

Hebt u nog een boodschap voor uw voorganger, Luc Smet?

Michel Koning: “Luc, bedankt voor alles wat je bereikt hebt! Luc heeft een efficiënte raad van bestuur samengebracht, met leden die goed overeenkomen, ook al hebben ze een andere achtergrond en een ander beroep. Die diversiteit is een grote verrijking voor onze vereniging. Ze doet je beseffen dat overal dezelfde problemen voorkomen. Alleen de manier om ze aan te pakken, verschilt.”

“Ik zou hem nog willen zeggen dat ik mijn mandaat met veel enthousiasme en goede wil zal vervullen. Geïnspireerd door de dynamiek van Embuild en zijn nieuwe CEO Niko Demeester zijn we een nieuwe richting ingeslagen, met de wens dat we meer jongeren zouden aantrekken. Luc blijft trouwens bestuurder van Embuild Plus. Het zal me een genoegen zijn hem te blijven ontmoeten.”

EMBUILD PLUS
EMBUILD MAGAZINE • 02 | 2023 39
Sinds enkele maanden is Michel Koning de voorzitter van Embuild Plus. Hij volgde in die functie Luc Smet op.

Brandveiligheid van stookplaatsen: enkele veranderingen

De basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing zijn op 1 juli 2022 gewijzigd. De nieuwe eisen voor stookplaatsen werden rechtstreeks in het uitvoeringsbesluit opgenomen zonder verwijzing naar enig ander referentiedocument. In dit artikel lichten de experten van Buildwise toe wat deze wijzigingen precies inhouden.

De wijzigingen betreffen lage, middelhoge en hoge gebouwen en hun stookplaatsen, met uitzondering van industriële gebouwen. Voortaan wordt er een gecumuleerd warmtedebiet van 75 kW gebruikt als grens om een onderscheid te maken tussen technische ruimten van het type ‘stookplaatsen’ en andere ruimten. Onder deze drempel volstaat het om te

Stookplaats met verschillende stookketels (cascade).

40 EMBUILD MAGAZINE • 02 | 2023
BUILDWISE

voldoen aan de eventuele eisen met betrekking tot de opstellingsruimte.

Het warmtedebiet is het vermogen dat door de brandstof aan de verbrandingskamer geleverd wordt. Het wordt uitgedrukt ten opzichte van de onderste verbrandingswaarde (OVW of Hi). Deze grootheid laat toe om naast de ‘traditionele’ stookketels ook andere systemen de integreren: verwarmingssystemen met geïntegreerde koudeproductie, gaswarmtepompen, warmtekrachtkoppeling ... Hun nominale vermogen verschilt immers sterk van hun warmtedebiet en dit, terwijl het warmtedebiet bepalend is voor het brandgevaar.

Vroeger werd er een nuttig warmtevermogen of nominaal vermogen van 70 W gebruikt om een onderscheid te maken tussen technische ruimten van het type ‘stookplaatsen’ en andere ruimten. Als men deze nieuwe grootheid van het warmtedebiet zou gebruiken zonder de limiet van 70 kW aan te passen, dan zou er een aanzienlijk aantal toestellen die speciaal ontwikkeld werden om een nuttig warmtevermogen van minder dan 70 kW te hebben, maar een warmtedebiet van meer dan 70 kW, uitgesloten worden.

Alleen de volgende uitrustingen zijn toegestaan in stookplaatsen:

• uitrustingen die rechtstreeks verband houden met de werking van de verbrandingstoestellen

• uitrustingen die deel uitmaken van de centraleverwarmingsinstallatie of de warmwaterinstallatie (circulatiepompen, andere elektrische uitrustingen ...)

• elektrische uitrustingen voor de centrale verwarming of de productie van sanitair warm water (warmtepomp, boiler ...)

• functionele uitrustingen (verlichting, blusmiddelen ...)

• ventilatiesystemen die alleen de stookplaats bedienen

• waterbehandelingssystemen (verzachters ...).

Uitrustingen die uitsluitend bestemd zijn voor koudeproductie en ventilatie-uitrustingen die andere ruimten bedienen dan de stookplaats, zijn niet toegelaten in deze ruimte. Luchtbehandelingscentrales zijn derhalve uitgesloten. Er mag echter wel een warmtepomp

Referenties

● Samenvatting van een artikel, verschenen op de pagina's 18 en 19 van Buildwise Magazine 2022/04. Enkel de originele tekst, van de hand van de Buildwiseingenieurs X. Kuborn en D. Boulanger, mag als referentie gebruikt worden.

● Buildwise-artikel 2019/04.12 (ontwerp en plaatsing van rookkanalen).

geïnstalleerd worden die zowel warmte als koude kan produceren. Kabels, leidingen en kanalen die ook andere ruimten bedienen, zijn evenmin toegestaan, met uitzondering van water- en afvoerleidingen.

Bij opslagplaatsen voor vaste brandstoffen moet er ter hoogte van de voorziening voor het brandstoftransport een terugslagklep geplaatst worden. Voor pelletsilo’s werden er een aantal nieuwe eisen geformuleerd betreffende:

• de plaats van de pellets

• de over- en onderdruk, die vermeden moeten worden bij een pneumatische vulling

• de beschermingsmiddelen tegen giftige gassen.

Wat de gasvormige brandstoffen betreft, voorzien de basisnormen voortaan in:

• de installatie van een voorziening voor de automatische onderbreking van de stroomen gastoevoer (elektromagnetische klep) in geval van lekken, storing of brand

• de uitvoering van twee ventilatieopeningen van elk minstens 400 cm² (hoge en lage ventilatie), die eventueel uitgerust kunnen worden met gemotoriseerde ventilatiekleppen en dit, op de in het Koninklijk Besluit toegelaten plaatsen

• de plaatsing van een handbediende afsluitkraan voor de gastoevoer buiten de stookplaats, op minder dan 20 m ervan af.

De rookkanalen moeten op hun beurt:

• ofwel dezelfde brandweerstand hebben als deze die vereist is voor de technische schachten

• ofwel in een schacht geplaatst worden die uitsluitend bestemd is voor dit gebruik ofwel van de andere kanalen of leidingen in de schacht gescheiden worden door een EI-wand. In deze laatste twee gevallen kunnen de verbrandingsluchttoevoerkanalen in dezelfde ruimte geplaatst worden.

Afhankelijk van het gebouwtype (laag, middelhoog of hoog) moet de toegang tot de stookplaatsen met een warmtedebiet van meer dan 75 kW voldoen aan de eisen voor technische ruimten, op enkele wijzigingen na (deurtype, eventueel sas ...). Ongeacht het geval mag geen enkel punt van de stookplaats of brandstofopslagplaats zich op meer dan 15 m van de dichtstbijzijnde uitgang bevinden. Bij deze berekening moeten de obstakels (stookketels, pompen ...) in aanmerking genomen en omzeild worden. Hieruit kan men dus het aantal te voorziene uitgangen afleiden.

EMBUILD MAGAZINE • 02 2023 41 BUILDWISE

Alles over begroende gevels

Sinds 15 november is er bij Buildwise (de nieuwe naam van het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf - WTCB) een ‘Innovation Paper’ verschenen. In dit ruim zeventig pagina’s tellende, rijkelijk geïllustreerde document worden de schijnwerpers gericht op een thema dat al enkele jaren volop in de belangstelling staat: ‘Begroende gevels’. Een uitstekend hulpmiddel om alles (of toch bijna alles) over dit onderwerp te weten te komen.

De nog relatief jonge sector van begroende gevels in België heeft de laatste jaren heel wat kennis opgebouwd en staat klaar om een veel groter aantal groene wanden van een betere kwaliteit te realiseren. De recente Buildwise-publicatie gaat over externe toepassingen: begroende

gevels, zowel grondgebonden (groene gevels) als gevelgebonden (Living Wall Systems), die een belangrijke meerwaarde voor steden en gebouwen kunnen vormen. Binnentoepassingen komen niet aan bod in de Buildwisestudie.

Voor de plaatsing van een groene wand zou de aannemer bij voorkeur moeten samenwerken met een tuinaannemer en/of landschapsarchitect. De groenvoorziener of landschapsaannemer doet er op zijn beurt goed aan om een bouwaannemer te consulteren vooraleer hij overgaat tot de uitvoering van een begroende gevel.

Terminologie en samenstelling

In de Buildwise-publicatie wordt eerst en vooral de nodige aandacht besteed aan de terminologie en de samenstelling van

BUILDWISE
In deze gevel van de nieuwe hoofdzetel van Buildwise is groen de overheersende kleur.
© BOVAArchitects
42 EMBUILD MAGAZINE • 02 2023

Principeschema van een directe (A) en een indirecte (B) grondgebonden groene gevel en van een gevelgebonden Living Wall System (C).

groene wanden. Zo wordt er een onderscheid gemaakt tussen groene wanden en groene gevels, met of zonder klimhulp. Living Wall Systems zijn overigens niet het enige type begroende gevels. Er zijn er nog verschillende andere...

Structurele aspecten

Vervolgens wordt er een hoofdstuk gewijd aan de stabiliteit en de verankering, waarbij de aandacht toegespitst wordt op de belastingen, de bevestiging, de brandveiligheid, de akoestiek en de hygrothermische aspecten. Ook de irrigatie komt uitgebreid aan bod. Zonder water zijn alle planten immers gedoemd te sterven.

Hoe kan men deze publicatie verkrijgen?

De Innovation Paper ‘Begroende gevels’ werd gepubliceerd in november jongstleden en werd opgesteld door Buildwise in samenwerking met de federatie Gevel- en Dakgroen (Embuild – Cluster Complementaire bedrijven (FEDECOM)), de Belgische Federatie DAK- en GEVELgroen (BFDG) en Bouwunie.

● Ze kan met behulp van uw toegangscodes gedownload worden via de website www.buildwise.be.

● Het is eveneens mogelijk om een gedrukt exemplaar te bestellen bij de dienst Publicaties van Buildwise, Kleine Kloosterstraat 23, B-1932 Zaventem (tel.: 02/716.42.11, e-mail: info@buildwise.be).

● De prijs van deze gedrukte versie (76 bladzijden) bedraagt 13 EUR (BTW inbegrepen) voor aannemers en het onderwijs en 18 EUR (inclusief BTW) voor andere bouwprofessionelen en openbare besturen. Voor andere organisaties, particulieren en voor elke aanvraag uit het buitenland bedraagt de prijs 22 EUR (BTW inbegrepen).

Een ander aandachtspunt van de Buildwise-studie zijn de milieu-aspecten en de circulariteit van begroende gevels, die verondersteld worden ‘duurzaam’ te zijn.

Plantkundige aspecten

Welke planten moet men kiezen in functie van het type begroende gevel? Hoe zit het met het luchtzuiverende effect? Hoe kan men het risico op uitdroging, vorst schade en ziektes vermijden? Welke substraten en additieven dient men te gebruiken voor groene wanden en begroende gevels? Welk water moet men gebruiken voor de irrigatie, bemesting en drainage?

Al deze kwesties worden besproken in het laatste deel van de publicatie, evenals het onderhoud van een groene gevel, opdat deze in alle opzichten duurzaam zou zijn.

BUILDWISE
EMBUILD MAGAZINE • 02 | 2023 43

De nieuwe TV 283 over het plaatsen van buitenschrijnwerk

Ons sectorale competentiecentrum Buildwise heeft recentelijk een nieuwe Technische Voorlichting (TV) over het plaatsen van buitenschrijnwerk gepubliceerd. Deze publicatie (Deel 1) is gewijd aan een aantal algemene aspecten en vervangt de TV 188 over hetzelfde onderwerp.

De term ‘buitenschrijnwerk’ slaat in de TV 283 op vensters en deuren. Dit eerste algemene deel zal later aangevuld worden met meerdere specifiekere delen met plaatsingsoplossingen in de vorm van plaatsingsdetails (technische fiches) voor verschillende types venster- en deurmaterialen:

• hout

• pvc

• aluminium met thermische onderbreking.

Er zal bovendien rekening gehouden worden met het constructietype van de gebouwgevel (spouwmuur, ETICS of houtskelet). De technische plaatsingsdetails uit de aanvullende delen van de TV 283 zullen eveneens geconsulteerd kunnen worden via de website van de Normen-Antenne ‘Bouwdetails’ (Smart Connect) en zullen verwijzen naar Deel 1, als aanvulling op de specifieke aandachtspunten, vermeld voor elk plaatsingsdetail.

De betrokken partijen

Bij het plaatsen van buitenschrijnwerk kan men verschillende betrokken partijen onderscheiden: de opdrachtgever of diens vertegenwoordiger, de plaatser van het buitenschrijnwerk (of de schrijnwerker) en de overige aannemers die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de aansluitingen op het buitenschrijwerk. Denken we hier bijvoor-

BUILDWISE
44 EMBUILD MAGAZINE • 02 2023

Hoe kan men de TV 283 verkrijgen?

● U kan de TV 283 met behulp van uw toegangscodes downloaden via de website www.buildwise.be.

● Het is eveneens mogelijk om een gedrukt exemplaar te bestellen bij de dienst Publicaties van Buildwise, Kleine Kloosterstraat 23, B-1932 Zaventem (tel.: 02/716.42.11, e-mail: info@buildwise.be).

● De prijs van deze gedrukte versie (84 bladzijden) bedraagt 15 EUR (BTW inbegrepen) voor aannemers en het onderwijs en 20 EUR (inclusief BTW) voor andere bouwprofessionelen en openbare besturen. Voor andere organisaties, particulieren en voor elke aanvraag uit het buitenland bedraagt de prijs 24 EUR (BTW inbegrepen).

beeld maar even aan de stukadoor. In de TV wordt uitgelegd wat eenieders taken zijn.

Plaatsingsprincipes

De plaatsing kan gebeuren met behulp van raamdoken, met behulp van een plaatsingskader, met behulp van een prekader of met behulp van kozijnschroeven of afstandsschroeven. In de TV 283 wordt er niet alleen ingegaan op de functionele criteria bij de plaatsing, maar ook op de voorschriften uit de Belgische normen.

Daarna geeft de TV een gedetailleerd overzicht van de fabricagetoleranties op het buitenschrijnwerk, de toleranties op de ruwbouw, de toleranties op de plaatsing van het schrijnwerk en de toleranties op de combinatie ‘buitenschrijnwerk-ruwbouw’ en dit, in functie van de beoogde schrijnwerkklasse.

Producten voor het plaatsen

In de TV 283 komen er verschillende producten voor het plaatsen aan bod:

• plaatmaterialen op basis van hout en hard polyurethaanschuim

• lijmen

• steunblokjes voor raamkaders

• metalen hulpstukken, ankers en raamdoken

luchtdichte plaatsingskaders en prekaders

• gevelkitten voor de aansluiting tussen het schrijnwerk en de ruwbouw voorgecomprimeerde schuimbanden

• drainerende waterschermen en dichtingsmembranen voor gebruik in vensteraansluitingen vensterdorpels

• plaatsing in een neg (metselwerk en ETICS).

Duurzaamheid

Aangezien zelfs het meest perfecte bouwwerk in staat moet zijn om de tand des tijds te doorstaan, is er een periodiek onderhoud vereist. Daarom is er aan het einde van de TV 283 een hoofdstuk over dit thema opgenomen, waarin de aanbevolen reinigingsfrequentie en de verschillende onderhoudsbehandelingen voor het hang- en sluitwerk en voor schrijnwerk uit hout, metaal en pvc uit de doeken gedaan worden.

De bescherming van het uitgevoerde werk komt op zijn beurt aan bod in het allerlaatste hoofdstuk van de TV.

BUILDWISE
EMBUILD MAGAZINE • 02 | 2023 45

De nieuwe TV 284 over binnenbepleisteringen

Afgelopen november heeft ons sectorale competentiecentrum Buildwise een nieuwe Technische Voorlichting gepubliceerd.

Deze TV 284 met als titel ‘Binnenbepleisteringen’ vervangt de eerder verschenen TV’s 199 en 201 over dit onderwerp.

De 73 bladzijden tellende, uitvoerig geïllustreerde TV 284, met haar zes bijlagen, is gewijd aan binnenbepleisteringen, aangebracht op wanden en plafonds. Ze vormt een niet-tegenstrijdige aanvulling op de norm NBN EN 13914-2. Beide documenten vervangen samen de TV’s  199 en 201. De TV 284 gaat in het bijzonder over pleisters op basis van gips, klei of leem, cement en/of kalk, evenals over organische pleisters. De materialen die bij deze pleisterwerken gebruikt worden, vallen onder hun respectieve ‘productnormen’, die verwijzen naar genormaliseerde proefmethoden.

De afwerking van droge constructies (bv. wanden uit gipskartonplaten) met vliespleisters of ultradunne pleisters valt buiten het

toepassingsgebied van deze nieuwe TV. Voor alle andere bepleisteringen bevat de TV een beknopt overzicht van de gebruikte materialen, specificeert ze de aard van de ondergronden, verschaft ze de keuzecriteria, illustreert ze de verschillende aansluitingen en verstrekt ze specifieke uitvoeringsrichtlijnen en criteria om de werken te beoordelen.

Wat is er nieuw?

In tegenstelling tot de vorige TV’s neemt de TV 284 het huidige – redelijk uitgebreide  – normatieve kader met betrekking tot zowel de gebruikte materialen en de plaatsing ervan als de materialen van de ondergrond in aanmerking. De nieuwe prestatie-eisen en keuzecriteria zijn op dit kader gebaseerd (gebruiksgeschiktheid). Verder wordt er in de TV  284 ingegaan op kleipleisters, die ook on-

46 EMBUILD MAGAZINE • 02 | 2023 BUILDWISE

der de Europese norm over de uitvoering van binnenbepleisteringen vallen.

Er wordt eveneens uitleg gegeven over de aanname van de kwaliteitsniveaus (Q1 tot Q4) voor gladde afwerkingen, zoals beschreven in de norm, en over de omzetting van de normale en speciale afwerkingsgraden in geometrische tolerantieklassen.

Hoe kan men de TV 284 verkrijgen?

● U kan de TV 284 met behulp van uw toegangscodes downloaden via de website www.buildwise.be.

● Het is eveneens mogelijk om een gedrukt exemplaar te bestellen bij de dienst Publicaties van Buildwise, Kleine Kloosterstraat 23, B-1932 Zaventem (tel.: 02/716.42.11, e-mail: info@buildwise.be).

● De prijs van deze gedrukte versie (80 bladzijden) bedraagt 13 EUR (BTW inbegrepen) voor aannemers en het onderwijs en 18 EUR (inclusief BTW) voor andere bouwprofessionelen en openbare besturen. Voor andere organisaties, particulieren en voor elke aanvraag uit het buitenland bedraagt de prijs 22 EUR (BTW inbegrepen).

om vervolgens de kwestie aan te snijden van de goede aansluiting met alle mogelijke plaatsen waar het pleisteroppervlak kan eindigen. Vervolgens komen alle aspecten van een uitvoering volgens de regels van de kunst aan bod, te beginnen met de voorbereidende werkzaamheden tot het einde van de werken en – last but not least – de oplevering

Enkele aanvullende referenties:

Kleipleister (baksteentint).

Ten slotte wordt ook de nodige aandacht besteed aan de aansluitingsdetails (in het bijzonder met het schrijnwerk), die moeten toelaten om een verhoogd luchtdichtheidsniveau te krijgen (zie TV 255).

De belangrijkste hoofdstukken

Wat de materialen betreft, worden de schijnwerpers gericht op de pleisters, de bindmiddelen, de vulstoffen en vezels, het aanmaakwater, de hulpstoffen, de pigmenten en het toebehoren. Wat de bestudeerde ondergronden betreft, wordt er een onderscheid gemaakt tussen beton, metselwerk, vloeren uit potten en balken, gipsplaten, hout en houtderivaten, metaal, platen, membranen ... Daarna gaat de TV in op de keuzecriteria voor de bepleistering in functie van de ondergrond,

• de TV 271 en de toekomstige TV over de uitvoering van betonconstructies, voor de verwezenlijking van ondergronden uit metselwerk en beton

• de TV 249 voor een afwerking met verf

• de TV 227 voor een afwerking met tegels

• de TV 255 voor de luchtdichtheidsprincipes

• de Meetstaat van gebouwen 2.27.02 voor de methode om de uit te voeren hoeveelheden te meten

• het Modulair handboek stukadoor voor de praktische aspecten.

De belangrijkste referenties zijn echter de plannen en de bestekken die opgesteld werden in overeenstemming met de contractuele bepalingen en die een gedetailleerde beschrijving van de uit te voeren werkzaamheden, van de aard van de ondergrond, van de keuze van het pleister en van het kwaliteitsniveau bevatten.

EMBUILD MAGAZINE • 02 | 2023 47 BUILDWISE

Het nieuwe kantoor van Buildwise is inspirerend, innovatief en duurzaam

De vernieuwingsoperatie van Buildwise gaat verder. Er is niet alleen de naamsverandering van WTCB naar Buildwise, de organisatie verhuist ook. Het nieuwe kantoor is na de renovatie en de verbouwingen een prachtvoorbeeld van de kunde en kennis in onze sector. Ons lid Vanhout voerde deze complexe opdracht uit.

Het nieuwe kantoor van Buildwise ligt in de Kleine Kloosterstraat in Zaventem, op een boogscheut van het oude adres aan de Lozenberg. Het startpunt was een gebouw uit 1999 dat niet bepaald goed scoorde voor zaken als energieprestaties, natuurlijk licht, ventilatie en akoestiek. Zowel de gebouwschil als de installaties moesten zeer grondig gerenoveerd worden. Buildwise – toen nog het WTCB – vertrouwde de opdracht toe aan Vanhout, in bouwteam met BovaArchitects, het studiebureau NEY voor de

stabiliteit, het studiebureau boydens engineering - part of Sweco voor de installaties en Bureau Bouwtechniek voor BIM en de technische opvolging.

Prototype

Buildwise had een duidelijk doel voor ogen met dit project. Het moest een modeloperatie worden op het vlak van energieprestaties en duurzaamheid. Op dat punt moest het resultaat dus minstens even goed zijn als een nieuwbouw. Maar dat was niet alles. Zoals projectleider Jochem Slaets bij Vanhout ons vertelde, moesten de oplossingen bovendien

VOORBEELDGEBOUW
48 EMBUILD MAGAZINE • 02-2023
Foto: BovaArchitects

breed toepasbaar zijn.

Jochem Slaets: “Dit project moet dienstdoen als een prototype voor de renovaties van andere kantoorgebouwen, met het oog op koolstofneutraliteit tegen 2050.”

Die doelstelling is gehaald. Het nieuwe kantoor is inspirerend, innovatief en duurzaam. De mensen van Buildwise zullen er in samenwerking met aannemers en andere partners informatie en ervaring uitwisselen, en nieuwe technologieën voor de bouw tonen, onderzoeken en testen.

Atrium

De hoge eisen gesteld van dit project hebben de creativiteit van het bouwteam niet aan banden gelegd. Dat zie je onder meer aan het atrium, de overdekte binnenplaats. Natuurlijk licht stroomt er overvloedig binnen langs het sheddak (een sheddak lijkt van opzij bekeken op een rij zaagtanden en wordt dus ook zaagtand-dak genoemd). De binnenruimte is opmerkelijk transparant. Rondom heb je een 360-graden-kijk op de kantoren, de demozones en de vergaderzalen.

Jochem Slaets: “Vóór de verbouwingen had de binnenplaats geen dak. Ze moest overdekt worden om er dit atrium van te maken. Het sheddak hierboven was de grootste technische uitdaging van het project. Het bestaat uit een staalstructuur die 37 meter overspant en op een hoogte van 30 meter ligt. Vóór we het dak konden plaatsen, was er een half jaar coördinatiewerk in het bouwteam nodig. We moesten bijvoorbeeld de stabiliteit van de muren versterken met micropalen die 20 meter diep gaan.”

Buildwise gaat de ruimte gebruiken voor events en als ontmoetingsplaats voor verschillende bouwdisciplines, maar ook als luchtruim voor drones. Ongeveer ter hoogte van de eerste verdieping zijn in de muur rond het atrium twee landingsplaatsen gebouwd. Zonder het nieuwe dak hadden er overigens geen drones mogen vliegen. De Kloosterstraat ligt niet ver van de luchthaven van Zaventem, en dus gelden er strenge normen voor vliegende tuigen.

Klimaatplafonds

In totaal heeft het nieuwe hoofdkwartier van Buildwise zes bouwlagen: twee onder de grond voor de parkings, een gelijkvloers en daarboven drie verdiepingen met kantoren en multifunctionele ruimtes, waarvan er een aantal uitkijken op het atrium. Op elke boven-

grondse verdieping hangen klimaatplafonds. Deze zijn energiezuinig en garanderen tegelijkertijd een aangename omgevingstemperatuur.

Jochem Slaets: “Ze zijn gekoppeld aan geothermie. De plafonds worden gevoed door warmtepompen die warmte en koude halen uit het BEO-veld aangelegd onder de parking. Klimaatplafonds op verschillende plaatsen kunnen onafhankelijk van elkaar functioneren. Nergens in dit gebouw hangen er radiatoren of is er een vloerverwarming geïnstalleerd. Ook de ventilatie is aan het geothermische systeem gekoppeld. Drie units met warmterecuperatie

EMBUILD MAGAZINE • 02-2023 49
Foto: BovaArchitects Foto: BovaArchitects

Het nieuwe gebouw van Buildwise moest een voorbeeld zijn voor geavanceerde, energiezuinige en milieuvriendelijke renovaties van kantoorgebouwen.

staan in voor de luchtbehandeling.”

De ledverlichting vermindert eveneens het energieverbruik. Ze wordt gestuurd met een DALI, een Digital Adressable Lighting Interface

Jochem Slaets: “Wat onder meer wil zeggen dat de armaturen onafhankelijk van elkaar kunnen functioneren. Je kunt dus een welbepaalde zone verlichten zonder dat de lampen in de hele omgeving of in het hele gebouw moeten aanspringen”

Groengevels

Tot nu hebben we innovatieve aspecten besproken die een bouwprofessional wel zal zien, maar niet de gewone burger die door de Kloosterstraat in Zaventem rijdt. Maar wat iedereen zal opvallen, is de buitenkant van het hoofdkwartier van Buildwise. Die is namelijk uitgerust met groengevels, gevoed met hemelwater dat gebufferd wordt in een reservoir van 100 000 liter.

Het zijn ware mini-tuinen. Ze zijn bereikbaar via metalen loopbruggen, en Buildwise gaat ze gebruiken om zaken als stedelijke biodiversiteit en vergroening te onderzoeken.

Jochem Slaets: “De groengevel bestaat uit een stalen structuur en heeft als voordeel dat hij los staat van het gebouw. Het is eigenlijk een soort tweede gevel, die de bestaande betonnen structuur niet belast. Hij steunt alleen op de bestaande funderingen en heeft geen invloed op de stabiliteit van het gebouw.”

De ramen hebben een automatische zonwering gekoppeld aan klimaatsensoren op het dak. Dat garandeert een goed temperatuurregeling, ook tijdens hittegolven in de zomer.

Circulair

Met de renovatie aan de Kloosterstraat illustreert Buildwise welke thema’s op dit ogenblik de vernieuwing van onze sector stimuleren. Ook circulariteit ontbreekt niet op het appel.

Jochem Slaets: “We hebben bijvoorbeeld de tegels van de verhoogde vloeren op de verdiepingen niet verwijderd maar bedekt met nieuw tapijt. Ook de tegels op de terrassen zijn hergebruikt. In de toiletten zijn op verschillende plaatsen de deuren en de wandtegels behouden. De kantoren hebben demonteerbare wanden, die een grote ruimtelijke flexibiliteit creeren en eventueel hergebruikt kunnen worden in een ander gebouw. En in de parkings hebben we de sprinklers en hun leidingen laten staan.”

3D scans en BIM

Buildwise wil innovaties ingang doen vinden in onze bedrijven (zie het artikel op blz. 8 in dit Embuild Magazine). Daarbij ook digitalisering. Het wekt dus geen verbazing dat voor dit project technologieën als BIM en 3D scans ingezet werden.

Jochem Slaets: “Die scan kwam zeer goed van pas om de juiste afmetingen te bepalen voor de werken aan het sheddak en de gevels.”

Naast het hoofdgebouw is een stuk bijgebouwd. Dit deel zal de experimentele laboratoria huisvesten. De lezers die zich nu afvragen wat er gaat gebeuren met de vestigingen van Buildwise in Brussel en in Limelette in Waals-Brabant, kunnen we overigens geruststellen: die verhuizen niet mee en staan ten dienste van de aannemers zoals ze dat vroeger ook al deden.

50 EMBUILD MAGAZINE • 02-2023
Foto: BovaArchitects

Energie centraal op Batibouw 2023

Batibouw vindt dit jaar plaats van 14 tot 19 maart in Brussels Expo. Na twee moeilijke jaren, gekenmerkt door de coronacrisis, hopen de organisatoren op een normale editie in 2023. "De schildpad, het symbool van het evenement, is gekneusd uit deze lange periode van Covid-gerelateerde annuleringen en verstoringen tevoorschijn gekomen. Maar het is gelukt en we zijn ervan overtuigd dat dit type evenement zichzelf opnieuw kan uitvinden en kan inspelen op de behoeften van het publiek", aldus Philippe Lhomme van Batibouw.

Bij deze editie van 2023, op verzoek van de exposanten ingekort tot zes dagen, zal rekening worden gehouden met de huidige economische en geopolitieke actualiteit. De nadruk zal onder meer liggen op duurzaamheid en energieoplossingen als gevolg van de energiecrisis en de opwarming van

Grotere mobiliteit dankzij krachtig power station

de aarde. Verschillende zones van de beurs zullen gewijd zijn aan het thema energie, dat al maanden hoog op de agenda staat. Experts zullen in de zone Energy Solutions oplossingen op maat van de bezoekers aanbieden.

Er zal ook een Flex Living Zone zijn, waar alternatieven voor traditionele huisvesting worden gepresenteerd (lichte en modulaire woningen, tiny houses enz.), een Matchmaking zone voor individueel advies over bouw en renovatie, en de Batibouw Academy, die een rijk en gevarieerd programma van conferenties, demo's en workshops zal aanbieden.

Om een voorbeeld te stellen op het gebied van duurzaamheid en koolstofneutraliteit hebben de organisatoren ook verschillende maatregelen genomen bij de organisatie van de beurs. "We zullen de temperatuur in de hallen met twee graden verlagen en

de verlichting beter regelen. Er zalgeen plastic meer zijn in de horecaruimtes en het tapijt van enkele duizenden vierkante meters zal voor 100 procent bestaan uit gerecycleerde en recycleerbare elementen," aldus Frédéric François, CEO van Fisa, het bedrijf dat Batibouw organiseert.

Op 60 000 vierkante meter van Brussels expo worden zo'n 500 exposanten verwacht.

Tijdens de presentatie van deze editie 2023 vertelde onze CEO Niko Demeester meer over de woningmarkt, onder meer waarom nieuwbouw en renovatie nog steeds goede keuzes zijn Hij nodigde ook iedereen uit om deel te nemen aan ons BouwForum " Verkiezingen 2024: Embuild opent de werven", dat plaatsvindt tijdens Batibouw, op vrijdag 17 maart om 11 uur in Hal 10 van Brussels Expo.

MEER WETEN? www.batibouw.com

Zes nieuwe kleuren voor Amfora gevelsteencollectie

Waar ze zich ook bevinden, de professionals uit onze sector moeten probleemloos de hele dag op hun accu’s kunnen werken. Om hun accu’s gemakkelijk te kunnen opladen, stelt STIHL dan ook de PS 3000 voor: een power station dat professionals een krachtige stroomvoorziening biedt als er geen stopcontact in de buurt is.

Dit stille en emissievrije power station is de krachtigste mobiele accu in zijn gewichtsklasse. Bovendien is het beschermd tegen stof en spatwater, zodat het ook geschikt is voor gebruik in de regen. Het is ook standaard voorzien van een valbeveiliging om ook op steigers of hefplatforms veilig te werken. Dit compacte power station onderscheidt zich ook door zijn capaciteit van ongeveer 2,1 kWh en een relatief laag gewicht van minder dan 20 kg.

MEER WETEN? www.stihl.be

De gloednieuwe Amfora collectie van Wienerberger krijgt met zes nieuwe kleuren een aanzienlijke uitbreiding. De nieuwkomers, waarvan drie in Eco-brick formaat en drie in Waalformaat, combineren een licht ruwe textuur met levendige kleurschakeringen.

De al beschikbare Duno Beige en Puro Wit – beide beschikbaar in het Eco-brick formaat – verwelkomen drie nieuwe grijstinten met verschillende kleurschakeringen. Voor de Misto Grijs is dat een witte kleurtoon, Rino Grijs krijgt een zwarte accenttoets en Silvo Grijs heeft een grijsbeige verschijning.

De Amfora collectie zal drie kleuren uit de voormalige Latero collectie overnemen.

Castana brengt een donkerbruine in de massa gekleurde steen met zwartgrijze nuances en witte accenten. Zafferano zit met zijn gele kleur in het andere uiterste van het kleurenspectrum. Het geel krijgt een bijzonder levendige uitstraling dankzij accenten in beige, roze en wit. Wie echt een warme gloed zoekt, raakt ongetwijfeld gecharmeerd door Rubino: een sprekend rode, in de massa gekleurde gevelsteen met zwartbeige nuance en bruine accenten door reductie. Deze drie intense kleurvarianten zijn beschikbaar in het Waalformaat.

MEER WETEN?

www.wienerberger.be

BOUWMARKT
EMBUILD MAGAZINE • 02 2023 51

PROMO VAN DE MAAND FEBRUARI 2023

HET NIEUWE ONTSLAGRECHT – 2de uitgave

Embuild

Sinds 1 januari 2014 zijn nieuwe opzegtermijnen van toepassing. Overgangsregels hebben enerzijds gezorgd voor de overgang van werknemers die vóór 1 januari 2014 in dienst waren naar het stelsel van de geharmoniseerde opzegtermijnen en anderzijds ervoor gezorgd dat de toepassing van de geharmoniseerde opzegtermijnen werd uitgesteld tot 1 januari 2018 voor sectoren zoals de bouw waar verkorte opzegtermijnen golden.

Voortaan wordt de duur van de opzegtermijn uitgedrukt in weken. Deze termijn hangt enkel af van de anciënniteit van de werknemer in de onderneming. De opzegtermijn gaat in op de maandag volgend op de betekening, het ontslag moet worden gemotiveerd, het recht op outplacement wordt uitgebreid, de proefperiode is verdwenen... De wijzigingen zijn belangrijk en geven aanleiding tot veel vragen. Bovendien zijn sinds de eerste uitgave van deze brochure nieuwe regels toegevoegd. We denken bijvoorbeeld aan de terugkeer van verkorte opzegtermijnen tijdens de eerste maanden van het contract, de procedure die moet worden gevolgd wanneer de werknemer om medische redenen niet meer in staat is de overeengekomen werkzaamheden uit te voeren, de impact van tijdelijke werkloosheid als gevolg van het coronavirus op het verstrijken van de opzegtermijn, ...

Het was dus noodzakelijk om de eerste uitgave te actualiseren.

Deze tweede uitgave geeft de aannemers zoveel mogelijk praktische informatie. Na een herinnering aan de basisregels (hoofdstuk 1) geeft ze een zo concreet mogelijk antwoord op de volgende vragen:

• Welke opzegtermijn moet in acht genomen worden (hoofdstuk 2)? Hoe bereken ik die?

• Moet outplacementbegeleiding aangeboden worden? Hoe doe ik dat (hoofdstuk 3)?

• Moet het ontslag gemotiveerd worden en hoe (hoofdstuk 4)?

• Wat gebeurt er als mijn werknemer ontslag neemt (hoofdstuk 6)?

Aan het einde van de brochure vindt u een aantal praktische fiches en modelbrieven die zijn aangepast aan de verschillende situaties waarmee men te maken kan hebben..

Verkoopprijs (exclusief btw):

● leden: € 50

● niet-leden: € 90

Deze uitgave kan besteld worden door een mail te sturen naar bestellingen@embuild.be

LEDENVOORDELEN
Embuild
THE BELGIAN CONSTRUCTION ASSOCIATION
Embuild THE BELGIAN CONSTRUCTION ASSOCIATION
52 EMBUILD MAGAZINE • 12-01 | 2022-2023
Embuild

Naast de meeste winkelacties geniet je ook het hele jaar door van deze professionele voordelen:

-5% op het volledige assortiment bij Dreambaby*

-7% op school- en kantoorbenodigdheden bij DreamLand*

-5% op een ruim assortiment bij DreamLand*

*zie voorwaarden op businesskaart.be

Ontdek alle acties op businesskaart.be

Met de Businesskaart is je huis en tuin zo klaar voor het voorjaar!

Voor speelgoed, maar ook voor tuinmeubelen en decoratieve artikelen kun je dit voorjaar weer rekenen op ons uitgebreid assortiment.

Dankzij de Businesskaart van ColliShop Professional geniet je op elk moment van het voordeligste tarief in alle winkels van

DreamLand en Dreambaby.

Toon bij professionele aankopen steeds je Businesskaart aan de kassa om deze mooie kortingen in ontvangst te nemen.

Vraag snel jouw Businesskaart aan bij Embuild via bestellingen@embuild.be

Embuild Magazine is het maandblad van de vzw Embuild, Kunstlaan 20, 1000 Brussel

Verantwoordelijke uitgever: Filip Coveliers, Kunstlaan 20, 1000 Brussel

Afgiftekantoor: Gent X

Redactie: Peter Graller, Marc Guéret, tel. 02 545 57 30 peter.graller@embuild.be

Vormgeving: nikka.cuypers@embuild.be abder-razzaaq.boujdaini@embuild.be

Druk: Graphius

Reacties - vragen: communicatie@embuild.be

Met de medewerking van: de studiedienst van Embuild tel. 02 545 56 36 officeteam@embuild.be

• Embuild Vlaanderen Johan Walewijns, tel. 02 545 57 49 johan.walewijns@embuild.be

• Embuild.Brussels Morgane Cendoya, tel. 02 545 58 29 morgane.cendoya@embuild.be

• Embuild Wallonie Katia Bogaard tel. 02 545 56 68 katia.bogaard@embuild.be

Abonnementen: Claude Bernaerts, tel. 02 545 56 88 claude.bernaerts@embuild.be

Reclame: Kristel Dekempeneer, tel. 02 545 56 99 - fax 02 545 59 08, kristel.dekempeneer@embuild.be of kde@embuild.be.

Prijs jaarabonnement

Leden van Embuild: begrepen in het lidgeld

Niet-leden: € 137,80 (incl. BTW en portkosten) / buitenland: € 300 (incl. btw en portkosten)

duceerd met hout uit duurzaam beheerde bossen. De duurzaamheid wordt gegarandeerd door de internationale organisatie Forest Stewardship Council (FSC), die niet alleen het bos controleert maar de hele handelsketen tot aan de drukker.

LEDENVOORDELEN
Vanaf nu wordt Embuild Magazine gedrukt op papier gepro
EMBUILD MAGAZINE • 12-01 | 2022-2023 53
Lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers

FRANS TIMMERMANS WAS EREGAST VAN FIEC IN DE HUBB

Toen de Europese bouwfederatie FIEC in december 2022 haar algemene vergadering hield in de HUBB, had ze een bijzondere eregast uitgenodigd: Frans Timmermans, uitvoerend vicevoorzitter van de Europese Commissie. Hij sprak er deelnemers uit 28 Europese landen toe. Voor onze sector was het een unieke kans om de persoon te ontmoeten die verantwoordelijk is voor de groene transitie en het duurzaamheidsbeleid van de EU. Timmermans had het in zijn speech onder meer over de geopolitieke toestand en de Europese Green Deal.

Frans Timmermans: “Het is een beslissend moment voor Europa en voor de democratie en de vrijheid. De bouw zal – laten we hopen zo snel mogelijk - een sleutelrol spelen in de heropbouw van Oekraïne. Te -

gelijk ondergaan de manier waarop we bouwen en de omgang met het milieu een fundamentele transformatie. We moeten elk nieuw gebouw klimaatneutraal maken. En in de bestaande bebouwde omgeving moeten we renoveren, isoleren en nieuwe energiesystemen installeren. Dat creëert ongelofelijke kansen voor de bouwsector. We zullen ons best doen om samen de wereld van morgen te bouwen, met heldere regulering en met steunmaatregelen in sleuteldomeinen zoals de toekenning van vergunningen, de opleiding en de digitalisering.”

“Er moet een evenwichtige combinatie bestaan van investeringen en wetgeving (…) Daarom zou FIEC ons moeten helpen bij het opstellen van wetgeving die aannemers toestaat te werken en een nauwe samenwerking te creëren

tussen de nijverheid en de beleidsmakers, zodat de initiatieven van de EU kunnen slagen.”

Voorzitter van FIEC Philip Crampton benadrukte dat de bouw pal achter de Green Deal staat. “Wij zijn de oplossing, en niet het probleem, om u te helpen de Green Deal te implementeren.”

94ste Euroconstruct Conferentie

In november werden de vooruitzichten van Euroconstruct tot 2025 bekendgemaakt tijdens de 94ste Euroconstruct Conferentie. Volgens de 19 landen in Euroconstruct wordt vooral de residentiële sector, zowel de nieuwbouw als de renovatie, met negatieve vooruitzichten geconfronteerd. Het tijdperk van de lage rentes is voorbij. Daardoor daalde het consumentenvertrouwen en nam de verkoop van woningen af. In veel landen is er een overaanbod op de vastgoedmarkt. Kijken we naar alle 19 de Euroconstructlanden samen, dan zal de nieuwbouw van woningen dit jaar naar verwachting krimpen met 1,2 procent vergeleken met 2022.

Wat betreft de bouw in zijn geheel, presteerde Italië het beste in 2022, met een groei van 12,1 procent. De EU-subsidies vormen een deel van de verklaring. In Duitsland, het grootste Euroconstructland, zal de bouw in de periode 2023-2025 een lage groei kennen. In 2025 wordt zelfs een krimp van 0,4 procent verwacht.

U kunt het Summary en Country Report met de vooruitzichten 20232025 kopen bij Embuild. Leden krijgen een korting. U kunt ook alleen de Belgische vooruitzichten kopen.

Voor meer info: hannelore.vanbilloen@ embuild.be.

54 EMBUILD MAGAZINE • 02 | 2023
MARKANT
Frans Timmermans, uitvoerend vice-voorzitter van de Europese Commissie.
new look, greater ambitions totaalplatform voor de bouw www.robaws.com

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.