Embuild Magazine NL mei-juni 2024

Page 1

MEI-JUNI 2024

DOSSIER

Maandblad van en voor de aannemer en de installateur

Uitgave van Embuild • Kunstlaan 20, 1000 Brussel • afgiftekantoor Gent X • 6 euro

Bouwen voor een veranderend klimaat

OPEN WERVENDAG

270 000 bezoekers!

BEDRIJFSBEHEER

Groene supply chain management

BWLKE

Nieuwe regelgeving voor bouw en renovatie in Brussel

@nl.embuild /nl.embuild .embuild.be embuildBE
Magazine

Klaar om ook na de verkiezingen resultaten te boeken voor de bouw- en installatiesector

We kijken vol spanning uit naar een nieuwe federale regering. In afwachting daarvan is het goed om even terug te blikken op de vele punten die we als bouwfederatie tussen 2019 en 2024 binnenhaalden voor onze sector bij de Vivaldi-regering en in het belangrijke sociaal overleg met onze vakbonden. Een selectie van die verwezenlijkingen vind je verderop in dit magazine. Je zal zien dat we alles uit de kast gehaald hebben om de bouw- en installatiebedrijven te ondersteunen in de moeilijke voorbije jaren!

Wij rusten natuurlijk niet op onze lauweren en zetten nu al alle zeilen bij om te wegen op het beleid van de komende federale regering. Daarbij gaan we uit van 3 grote prioriteiten: duurzaam en betaalbaar wonen, meer investeringen in allerhande infrastructuur en jobs, jobs, jobs. als we niet op een wooncrisis willen afstevenen, moeten er dringend een pak extra woningen bijkomen tussen nu en 2030. De bouw is daar klaar voor, maar vraagt ondersteuning via fiscale incentives en premies voor wie wil bouwen. Essentieel daarbij is om de 6 procent btw op sloop en heropbouw opnieuw mogelijk te maken voor verkoopprojecten. Enkel op die manier kunnen we zorgen voor de nodige bijkomende woningen en appartementen.

Verder vragen we om de overheidsinvesteringen in allerhande infrastructuur op te trekken van 2,9 procent in 2023 naar 4 procent tegen het einde van de volgende legislatuur in 2029 en 5 procent in 2034. Dat is niet alleen nodig om decennialange onderinvesteringen goed te maken, maar ook om ze aan toekomstige behoeften te laten voldoen. Die significante verhoging is

zelfs binnen de huidige budgettaire context en met de regels qua begrotingsstabiliteit mogelijk. De meeste andere Europese landen investeren immers proportioneel meer tot aanzienlijk meer in hun infrastructuur, zijn aan dezelfde begrotingsregels gebonden en heffen bovendien minder belastingen. We roepen de toekomstige federale regering dan ook op om de juiste budgettaire keuzes te maken om die investeringen te garanderen.

Tot slot verwachten we van de overheid een veel stevigere nadruk op activering, vorming en omscholing van iedereen die nu niet werkt, maar dat wel kan doen. Er staan zo’n 15000 vacatures open in de bouw in ons land en het gaat om een structureel probleem. Vanuit Embuild doen we er via allerhande imagocampagnes alles aan om mensen te overtuigen van een baan in de bouw, maar we verwachten ook hier meer vanuit beleidszijde. Het is onaanvaardbaar dat de bouw- en installatiesector schreeuwt om medewerkers, terwijl er zoveel inactieven zijn die kunnen werken.

" We hebben 3 absolute prioriteiten voor de volgende federale regering: duurzaam en betaalbaar wonen, meer investeringen in allerhande infrastructuur en activeren naar jobs."

EDITO
EMBUILD MAGAZINE • 05-06-2024 3

3 ● Edito

We haalden heel wat binnen voor de sector.

7 ● Regionaal standpunt Embuild Vlaanderen lanceert de Vlaamse Woonbalans.

PRIKBORD

8 ● Open Wervendag 2024

Beeldverslag van een bouwfeest.

BOUWBELANGEN

12 ● Onze belangenverdediging rendeert

De belangrijkste resultaten die we voor u bereikten.

14 ● Lastenverlaging in de praktijk

Er wordt nauwgezet gecontroleerd.

16 ● Arbeidsongevallen

We zijn weer veiliger geworden.

17 ● Overheidsopdrachten Financiële limieten voor de erkenningsklassen aangepast.

DOSSIER

19 ● Inleiding

We zullen moeten bouwen voor een ander klimaat.

20 ● Buildwise

Bestaan er al technische mogelijkheden?

24 ● Klimaatadaptatieplan Vlaanderen heeft al stappen gezet.

26 ● Embuild

De visie van de waterbouwers en de voorstellen van Embuild.

OVERHEIDSOPDRACHTEN

Vanaf 1 juni 2024 nemen de maximumbedragen voor de uitvoering van werken binnen het kader van een overheidsopdracht met 20 procent toe.

BOUWEN VOOR EEN VERANDEREND KLIMAAT

Weinigen twijfelen er nog aan dat er een klimaatverandering bezig is. Deze stelt nieuwe eisen aan onze sector, want zonder de bouw zullen we de verandering niet verteren. Dit dossier onderzoekt de uitdagingen.

@nl.embuild /nl.embuild .embuild.be embuildBE DOSSIER Bouwen voor een veranderend klimaat OPEN WERVENDAG 270 000 bezoekers! BEDRIJFSBEHEER Groene supply chain management BWLKE Nieuwe regelgeving voor bouw en renovatie in Brussel Maandblad van en voor de aannemer en de installateur Uitgave van Embuild Kunstlaan 20, 1000 Brussel afgiftekantoor Gent • euro Magazine MEI-JUNI 2024 INHOUD
19 17
4 EMBUILD MAGAZINE • 05-06 | 2024

GROENE SUPPLY CHAIN

Milieubewust bouwen houdt meer in dan milieuvriendelijke producten gebruiken. De hele keten, inbegrepen de toeleveringsketen, speelt een rol. U kunt op dat vlak meer doen dan u denkt.

NATUURHERSTEL

Grondwerkers staan een beetje bekend als de viezeriken van de bouw. Maar dat is onterecht, zoals bleek uit een boeiend project dat meedeed aan Open Wervendag.

In Dilsen-Stokkem geeft ons lid De Coster Dominique een litteken in het landschap terug aan de natuur.

28 ● Brussel

Vergroening en ontharding staan voorop.

30 ● Wallonië

De rol van de ruimtelijke ordening.

SECTOR & BEROEPEN

33 ● Leveringen in Brussel

Een cruise op het kanaal voor een betere logistiek.

34 ● Duurzame renovaties

Ze worden gestimuleerd door een nieuw Brussels wetboek.

36 ● Groene supply chain

De hele bouwketen moet milieuvriendelijker worden.

38 ● Kom op tegen Kanker

Embuild reed weer mee – nu met twee teams!

40 ● Intermat

Verslag van een boeiende bouwbeurs.

42 ● Buildwise

• Het opspannen van beglazingen volgens de regels van de kunst.

• Plaatsing van houten ramen in spouwmuurconstructies.

PROJECTEN & BEDRIJVEN

46 ● Grindwinning wordt natuur

Ons lid De Coster Dominique maakt een groeve klaar voor het Nationaal

Park Hoge Kempen.

48 ● Hyperloop

Denys bouwde mee aan een testopstelling voor een vacuümtrein.

50 ● Ledenvoordelen

Uw lidmaatschap rendeert!

53 ● Bouwmarkt

• Elegant ThermoFibra-deuren van Deceuninck combineren kwaliteit, efficiëntie en duurzaamheid.

• Wevolt energiedak: hernieuwbare energie en een strakke uitstraling gaan hand in hand.

54 ● Markant

• Politieke ontmoeting Niko Demeester ontving minister van Justitie Paul Van Tigchelt op een bouwplaats van Van Poppel.

• Faillissementen

Recordjaar voor de bouw, maar helaas in negatieve zin …

INHOUD 46
EMBUILD MAGAZINE • 05-06 | 2024 5 36

Sorteer je plastic verpakkingsfolie en breng je zakken gratis terug naar één van de deelnemende verdelers. Meer info op cleansitesystem.be

EEN INITIATIEF VAN

Kanarie in de koolmijn: Embuild Vlaanderen lanceert

de Vlaamse Woonbalans

De betaalbaarheid van wonen gaat er op achteruit in Vlaanderen. Dat blijkt uit een nieuw instrument van Embuild Vlaanderen: de Vlaamse Woonbalans. Alleenstaande huurders bevinden zich in alle gemeenten en steden in een gevarenzone. Huur en energie slokken vaak meer dan de helft van hun inkomen op. Maar betaalbaarheid is ook een groeiend risico voor tweeverdieners die een woning kopen. We zien dergelijke problemen vaak in en rond stedelijke centra. Daar staan alle knipperlichten op rood. Dat heeft verschillende oorzaken: de vergunningsproblematiek, de beperkte beschikbare ruimte, de aangroei van huishoudens, het groeiende aantal woningen zonder domicilie, het overstromingsrisico, de duurdere bouwmaterialen enzovoort. Bovendien zijn verdichtingsprojecten tijdrovend en duurder dan uitbreidingsprojecten.

In Vlaanderen loert dus een wooncrisis om de hoek. Er zijn meer huishoudens dan beschikbare woningen. Dat komt ook doordat tweede verblijven, studentenkoten, frictieleegstand en andere woningen zonder domicilie een steeds grotere hap nemen uit het totale aantal woningen. Intussen gaat het om meer dan 13 procent.

Vanwege die stijgende woonnood hebben we met Embuild Vlaanderen de Woonbalans in het leven geroepen. Want het is cruciaal dat alle parameters in kaart worden gebracht. Dat is een eerste stap richting een doortastend woonbeleid. Met de Vlaamse Woonbalans volg je op hoeveel inkomen een huishouden besteedt aan woonlasten. Dat zijn de huur of de hypothecaire lening in combinatie met de energiekosten. Van zodra de wijzer van de balans de 30 procent overschrijdt, kunnen er betaalbaarheidsproblemen opduiken. Daarbij gaat het om nieuwe kopers en

huurders. Je kan de woonbalans per gemeente raadplegen.

Voorts brengt de Woonbalans het betaalbaarheidsrisico per gemeente in kaart op basis van zes parameters: vergunningen, bouwgronden, huishoudensevolutie, woningen zonder domicilie, het overstromingsrisico en woonlasten. Gecombineerd biedt dit een globaal beeld van het toekomstige betaalbaarheidsrisico in een gemeente. Daaruit blijkt dat de grote steden en de kustgemeenten momenteel te kampen hebben met de grootste hindernissen. Landelijke en woongemeenten doen het vandaag vaak een stuk beter.

Embuild Vlaanderen vraagt eerst en vooral om een multidisciplinair panel op te richten dat de cijfers over de woningvoorraad, de woonbehoeften én de betaalbaarheid bijhoudt en inschat voor de toekomst. Want breed advies is nodig, opdat de verschillende beleidsniveaus elkaar versterken en niet doorkruisen. Zo hebben de huidige provinciale ruimtelijke plannen die woonnoden onderschatten, op het terrein weinig slaagkansen. We sturen aan op een breed woonbeleid waarin beleidsmakers over het muurtje kijken. Het volstaat niet om alleen te focussen op meer sociale woningen of enkel de registratierechten voor nieuwe eigenaars af te schaffen. Er zijn maatregelen nodig voor alle doelgroepen. Maar één ding is zeker: van kwetsbare huishoudens tot jonge starters, huurders en kandidaat-bouwers of -kopers, allemaal hebben ze nood aan meer en divers aanbod. Een positief en dynamisch verdichtingsbeleid vormt een belangrijke driver.

Raadpleeg de nieuwe Vlaamse Woonbalans via www.woonbalans.be.

Marc Dillen Directeur-generaal Embuild Vlaanderen

"We sturen aan op een breed woonbeleid waarin beleidsmakers over het muurtje kijken."

STANDPUNT EMBUILD MAGAZINE • 05-06 | 2024 7

Open Wervendag was groot succes met 270 000 fysieke en virtuele bezoekers

Op het programma stonden onder meer grote infrastructuurwerken, energiezuinige woningen, warmtenetten, scholen, circulaire renovaties en wederopbouw.

116 topwerven

Onze leden hadden 116 topwerven in heel België toegankelijk gemaakt voor het grote publiek. Een deel ervan kon je fysiek bezoeken, een ander deel was er voor virtuele bezoekers. “We willen immers zoveel mogelijk mensen laten kennismaken met onze sector. Dat is belangrijk omdat de bouw en installatie de laatste jaren sterk geëvolueerd is. Onze sector speelt een cruciale rol in de klimaattransitie, in de hernieuwing van onze infrastructuur, in het creëren van extra woonruimte, in het scheppen van aantrekkelijke banen, kortom in het tot stand brengen van welvaart”, aldus Niko Demeester, gedelegeerd bestuurder van Embuild.

270 000 bezoekers

Er waren 270 000 bezoekers die een werf van de zeventiende editie van de Open Wervendag bezochten. 55 000 mensen deden dat ter plaatse op een werf zelf, 215 000 deden dat virtueel vanachter hun computer. Ter vergelijking:

Op zondag 26 mei gingen 116 opmerkelijke bouwwerven open voor het grote publiek tijdens de zeventiende Open Wervendag van Embuild. “Deze editie was zeer succesvol met nagenoeg 55 000 fysieke bezoekers en 215 000 virtuele bezoekers, wat meer is dan vorig jaar en dat ondanks het slechte weer”, reageerde Niko Demeester, topman van Embuild.

8 EMBUILD MAGAZINE • 05-06 | 2024 26 MEI 2024
➊ ➋ ➌

➊ Vlaams minister Matthias Diependaele van Wonen kwam naar de bouwplaats van het parkeergebouw van het UZ Gent, een project van Wyckaert.

➋ Als rasechte Gentenaar kon onze nieuwe voorzitter Christophe Maes niet ontbreken op de bouwplaats van het UZ Gent (midden, met fluovest). Helemaal rechts ziet u Caroline Deiteren, de nieuwe directeur-generaal van Embuild Vlaanderen. Naast haar staat Vincent Van Peteghem, minister van Financiën.

➌ Op vrijdag 24 mei konden meer dan 200 leerlingen uit vier middelbare scholen al een aantal bouwplaatsen van OWD bezoeken. Een daarvan was het VRThuis, een samenwerking van Willemen Construct, Jan De Nul en EEG Group. Deze leerlingen waren uitgenodigd door Toekomstbouwers, een project van Embuild Vlaanderen en Vlajo (Vlaamse Jonge Ondernemingen).

➍ De werken aan de Royerssluis in Antwerpen, wat betreft infrastructuur een van de topwerven op 26 mei.

➎ Er was ook dit jaar veel persaandacht voor onze Open Wervendag. Niko Demeester geeft hier een interview aan Radio 2.

➏ Vlaams minister-president Jan Jambon nam het woord op de bouwplaats van de Royerssluis in Antwerpen (Artes Roegiers). Bij de aandachtige luisteraars Annelies Verlinden (minister van Binnenlandse Zaken), Paul Van Tigchelt (minister van Justitie) en Lydia Peeters (Vlaams minister van Openbare Werken). Ze werden hartelijk welkom geheten op Open Wervendag door onze CEO Niko Demeester (helemaal rechts op de foto)..

➐ OWD was weer een publiekstrekker. Hier de menigte op de bouwplaats van BRUSK, een nieuwe tentoonstellingshal in Brugge. Dit project is een Design & Build van CIT Blaton.

➑ Directeur Chris Slaets van Embuild Limburg (links op de foto) ontving Tom Vandeput (Limburgs gedeputeerde Economie, midden) en Jo Brouns (Vlaams minister van Werk, rechts) op de bouwplaats van de parkeergarage van de Bouwcampus (Democo).

➒ Ook de restauratie van het kasteel van Horst – bekend van de strip De Rode Ridder – trok erg veel bezoekers (Denys).

➓ Traditioneel nemen er veel woningbouwprojecten deel aan Open Wervendag. We pikken er dit opvallende voorbeeld uit. In Herderen-Riemst verbouwt Artur Interieur een oude en deels beschermde school tot 13 woningen.

EMBUILD MAGAZINE • 05-06 | 2024 9
➍ ➎ ➏ ➓ ➐ ➒ ➑

Het ecoduct in Halle, een project van Stadsbader Contractors. Het verbindt twee delen van het Hallerbos, dat wereldberoemd is voor zijn hyacinten.

➊ De bouwplaats van CHwapi, een ziekenhuis in Doornik. De werken worden uitgevoerd door Galère, CIT Blaton, Dherte en Tradeco.

➋ Van links naar rechts: François Cloos (directeur Embuild Luxembourg), Waals minister Willy Borsus en Christine Lhoste, directeurgeneraal bij Embuild. Ze bezochten een socialewoningbouwproject in Marche-en-Famenne,

dat gebouwd wordt door Picard Construct.

➌ Les Hauts-Prés in Hamois. Dit project van Macors bestaat uit vijf gebouwen met excellente energieprestaties, A++ volgens de Waalse EPBregelgeving.

➍ In Duitstalig België deed ons lid Elsen mee aan Open Wervendag, met de Maria Goretti-school in SanktVith.

➎ Houtbouw door Valens in Homborchveld, de bekende tuinwijk in Ukkel.

➏ Minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO’s en Landbouw David Clarinval kwam naar de bouwplaats in Ciney waar Chimsco Groupe een boerderijgebouw omtovert tot twee woningen.

➐ Open Wervendag is het ideale moment voor een familie-uitstapje.

10 EMBUILD MAGAZINE • 05-06 | 2024
26 MEI 2024 ➊ ➋

vorig jaar bezochten 60 000 mensen een werf ter plaatse en 190 000 mensen kozen toen voor een virtueel werfbezoek. Deze Open Wervendag was dus een groot succes, ook digitaal. Op openwervendag.be zijn die werven nog steeds te bezoeken. Daarnaast vielen de video’s die Embuild lanceerde in aanloop naar Open Wervendag heel sterk in de smaak met een totaal van 2,2 miljoen views en een uitkijkratio van 50 procent.

Politiek interesse

Verschillende werven werden ook door politici bezocht. Het ging onder meer om Vlaams minister-president Jan Jambon, minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden, minister van Justitie Paul Van Tigchelt, Vlaams minister van Mobiliteit Lydia Peeters, Vlaams minister van Wonen Matthias Diependaele en Vlaams minister van Economie Jo Brouns. De

vrijdag voor Open Wervendag bezochten ook al leerlingen uit het middelbaar onderwijs een aantal werven in Vlaams-Brabant (kasteel van Horst), West-Vlaanderen (bouwdok Zeebrugge), Oost-Vlaanderen (GroeneMeer Herzele) en Brussel (VRT-huis).

Ook in Wallonië kreeg Open Wervendag het bezoek van politici. Bij hen onder meer David Clarinval (federaal vice-eersteminister en minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO’s en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing), Willy Borsus (Waals viceminister-president en minister van Economie, Buitenlandse Handel, Ruimtelijke Ordening en Landbouw) en Adrien Dolimont (Waals minister van Begroting).

: openwervendag.be.

INFO
EMBUILD MAGAZINE • 05-06 | 2024 11 26 MEI 2024 ➐ ➏
➍ ➎

Embuild bereikte in de voorbije vijf jaar sterke resultaten voor de sector

Nu de verkiezingen eraan komen, blikken we terug op de voorbije legislatuur: wat heeft Embuild kunnen bekomen van de federale regering en welke vooruitgang hebben we kunnen onderhandelen met de vakbonden in ons belangrijk sociaal overleg?

Onze federale lobby en het sociaal overleg vonden natuurlijk plaats in een moeilijke context, waarbij de ene crisis de andere opvolgde. Eerst was er de coronacrisis, onmiddellijk gevolgd door de oorlog in Oekraïne en de daaruit vloeiende energiecrisis en, tot slot, is er de oorlog tussen Israël en Palestina. Embuild heeft alles uit de kast gehaald om de bouw- en installatiebedrijven te ondersteunen in deze moeilijke omstandigheden. Dit is het overzicht van de belangrijkste verwezenlijkingen.

Corona

In maart 2020 ging de hele wereld plots in lockdown. Het coronavirus zorgde wereldwijd voor een ongeziene situatie. Ook de bouw in ons land ondervond een zware impact, maar Embuild sprong meteen in de bres en sloot als eerste sector een protocolakkoord met de vakbonden om snel opnieuw aan het werk te kunnen. Verder springen volgende realisaties die de bouwfederatie binnenhaalde tijdens corona in het oog:

● Protocol voor het openhouden van betoncentrales en bouwmaterialenhandels

● Relanceplan van 6 miljard, waarvan ca. 3 miljard bouwinvesteringen

● Uitbreiding van de 6 procent btw sloop-heropbouw van 32 centrumsteden naar heel het land en voor verkoop in 2021, 2022 en 2023

● Loonkostverlaging via bedrijfsvoorheffing permanent verhoogd tot 18 procent van de belastbare bezoldigingen vanaf 2020

● Verhoogde investeringsaftrek (van 8 naar 25 procent) voor investeringen tot eind 2022

● Tijdelijke verlaging van het forfait bestaanszekerheidsvoordelen

met 30 euro per kwartaal per arbeider

● Opschorting van btw-voorschotten

● Uitstel van betaling van belastingen, RSZ-bijdragen, vennootschapsbijdragen, sociale bijdragen zelfstandigen

● Financiële “bazooka” met uitstel van terugbetalingen, herverzekering kredietverzekering en waarborgen voor kmo’s

● Moratorium op faillissementen tot eind januari 2021 (geen dagvaardingen mogelijk bij fiscale en sociale schulden)

● Vrijstelling van terugbetaling van de aanvullende vergoeding tijdelijke werkloosheid voor 2020-2021

● Vereenvoudiging van de procedure tijdelijke werkloosheid, zowel voor arbeiders als bedienden

● Overbruggingsrecht voor zelfstandigen

Fiscaal

Ook op fiscaal vlak zorgde Embuild de afgelopen legislatuur voor een aantal opmerkelijke verwezenlijkingen. Zo werd de btw van 6 procent op sloop en heropbouw:

● Permanent verlaagd voor particulieren

LOBBYWERK 12 EMBUILD MAGAZINE • 05-06 2024

vanaf 2024

● Uitgebreid naar huurwoningen vanaf juni 2024 (bij publicatie van wet in mei)

Daarnaast valt de schade door de overstromingen tijdens de zomer van 2021 onder de 6 procent sloop-heropbouw en mag de wederopbouw van beschadigde woningen op een ander perceel gebeuren.

Verder springen ook volgende fiscale maatregelen, die er kwamen onder impuls van Embuild, in het oog:

● 6 procent btw voor warmtepompen, zonneboilers en zonnepanelen tussen 1 april 2022 en 31 december 2023 en verlengd voor warmtepompen tot eind 2024

● Afschaffing van het btw-attest renovatiewerken voor woningen ouder dan 10 jaar

● Verhoging van het fiscaal gunstregime voor overuren in de wegenbouw tot 280 uren

● Verhoogde investeringsaftrek tot 40 procent voor energetische en milieuvriendelijke investeringen en investeringen in koolstofemissievrij vervoer

Sociaal

Op sociaal vlak nam Embuild het voortouw in het sociaal overleg. Zo kwam er sinds december 2021 geen structurele loonsverhoging bovenop de indexering in onze sector. Maar daar bleef het niet bij, getuige daarvan volgende realisaties:

● De koopkrachtpremie 2023-2024 gold enkel voor bedrijven die in 2022 grote winst realiseerden

● Een groot deel van het aanvullend pensioen voor arbeiders wordt gefinancierd zonder meerkosten voor de werkgever

● De opleidingstussenkomsten en de gelijkstelling van opleidingstussenkomsten werden verhoogd en vereenvoudigd

● De terugbetaling outplacement voor ontslagen met minstens 30 weken opzeg werd verruimd

● Het individueel opleidingsrecht van 5 da-

gen werd uitgesteld tot 2030

● Sinds april 2023 geldt er een verplichte opleiding basisveiligheid voor iedereen op de werf

● Het is nu mogelijk om 9,5 uur per dag te werken i.p.v. 9 uur

● De studentenarbeid op zaterdag voor jongeren die geen bouwopleiding volgen werd uitgebreid

● De zaterdagarbeid voor levering van bouwmaterialen bij de klant werd uitgebreid

● Een tienjarige imagocampagne “de bouw kijkt verder” werd gelanceerd

● Er werd een tweede Plan voor Eerlijke Concurrentie afgesloten

Juridisch

Tot slot zorgde Embuild ook voor aanzienlijke verbeteringen op het vlak van overheidsopdrachten, erkenning, evenwicht qua consumentenbescherming en de strijd tegen malafide aannemers.

● De deelname van kmo's aan overheidsopdrachten werd gestimuleerd door soepelere voorschotten en borgtocht, een biedvergoeding en een duidelijk zicht op het klassement

● Er komen striktere betalingsregels qua overheidsopdrachten vanaf januari 2025: betalingstermijn ingekort tot 30 dagen standaard, maximum 60 dagen

● Erkenning: aannemers en installateurs mogen vanaf 1 juni 2024 tot 20 procent grotere overheidsopdrachten uitvoeren

● Wet op de invordering van schulden van consumenten: geen wettelijke beperking van betalingstermijnen

● Stappenplan naar een ombudsdienst bouw

● Handhaving wet Breyne: controle door economische inspectie

● Evenwichtige guidelines inzake casco- en renovatie

● Bescherming onderaannemers bij extra-contractuele vordering (inroepen verweermiddelen)

● Een beroepsverbod van malafide aannemers zou sneller en gemakkelijker geraadpleegde kunnen worden.

LOBBYWERK EMBUILD MAGAZINE • 05-06 | 2024 13

Gebruikt u de loonlastenverlaging bij ploegenarbeid? Zorg dan dat u alles kunt bewijzen!

Dankzij Embuild genieten bouwondernemingen een loonlastenverlaging bij werken uitgevoerd in ploegen op een bouwplaats. Het systeem is erg populair bij aannemers. Maar let op: de FOD Financiën controleert streng, en dat kan zware administratieve lasten veroorzaken.

Embuild bekwam deze loonlastenverlaging na jarenlang lobbywerk. We stelden vast dat Belgische arbeid uit de markt geprijsd werd door goedkopere buitenlandse gedetacheerde arbeidskrachten. De loonlastenverlaging maakt Belgische arbeid competitiever, wat goed is voor onze bedrijven en voor de werkgelegenheid.

De loonlastenverlaging wordt niet toegekend als een vermindering van de sociale-zekerheidsbijdragen. Ze werkt anders: de werkgever houdt de bedrijfsvoorheffing in op het loon van de werknemers volgens de normale barema’s, maar een deel van deze ingehouden voorheffing hoeft hij niet door te storten aan de overheid.

Voorwaarden

Deze loonlastenverlaging is er niet in alle omstandigheden. Er moet voldaan zijn aan een aantal voorwaarden. Om te beginnen moet het gaan om ploegenarbeid op een bouwplaats.

Bedoeld wordt de werken op een bouwplaats in één of meer ploegen die minstens twee personen omvatten en die hetzelfde of complementair werk verrichten, zowel qua inhoud als qua omvang.

Er bestaat een gelijkaardig loonlastenverlaging in sommige andere sectoren. Maar in de bouw hoeft het niet te gaan om “opeenvolgende ploegen”. Het volstaat dat twee personen van het bouwbedrijf samen op een werf bij een klant werken in onroerende staat

uitvoeren. Werken uitgevoerd in het bedrijf of het atelier komen niet in aanmerking.

Daarnaast moet het bruto uurloon van de werknemer minstens 16,67 euro bedragen. Dit is het bedrag voor 2024. Het wordt elk jaar gei ndexeerd. Belangrijk is ook dat sinds 1 april 2022 alleen ondernemingen die voldoen aan hun verplichtingen inzake de RSZ-werfaanmelding, in aanmerking komen.

Het voordeel bedraagt 18 procent van de belastbare bezoldigingen van al de werknemers die in ploegen op werven tewerkgesteld zijn. Leden van Embuild vinden meer informatie over deze regeling in het ledengedeelte van www.embuild.be. Achtereenvolgens klikken op Bibliotheek – BTW en fiscaliteit –Loonfiscaliteit – Vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing – Ploegenarbeid op werven.

Bewijsstukken

Het idee achter deze loonlastenverlaging is niet opvallend ingewikkeld. Maar toch kunnen de controles door de FOD Financiën een zware administratieve belasting veroorzaken. De voorwaarden worden namelijk heel strikt toegepast, niet alleen door de fiscus maar ook door de rechtspraak.

De werkgever die wil gebruik maken van de vrijstelling van doorstorting moet kunnen bewijzen dat hij daarop recht heeft. Hij moet alle feitelijke elementen kunnen voorleggen. Gemakkelijk is dat niet altijd.

Elke voorwaarde vereist zijn eigen bewijsstukken. Ondernemingen bewaren die allemaal op hun eigen manier. Ze moeten arbeidsreglementen kunnen voorleggen, cao’s, tijdsregistraties, planningen, uurroosters, organigrammen, loonfiches, prestatiefiches, functieprofielen enzovoort. Ook de registratie op de bouwplaats kan een bewijsmiddel zijn. Al snel gaat het om honderden documenten, die moeten worden gebundeld en overzichtelijk aangeleverd.

14 EMBUILD MAGAZINE • 05-06 | 2024
LOONLASTENVERLAGING

Rechtspraak

Steeds vaker worden daarvoor tools zoals Excel gebruikt, of zelfs specifieke software voor data-analyse. Maar op zich vormen die tools geen garantie. Niet alleen de fiscus is streng, ook de rechtspraak legt de aannemer een zware bewijslast op. Dat blijkt uit verschillende cases.

In een eerste case gaf de aannemer Excel-bestanden aan de fiscus. Maar deze was niet overtuigd van de juistheid van de gegevens en vroeg gedetailleerde bewijzen. De onderneming kon die leveren: het arbeidsreglement, tientallen fiches met de kerngegevens van de arbeidsovereenkomsten, loonfiches, gescande manueel ingevulde prestatiefiches, werkbladen met de ploegen en de werven, het aantal gewerkte dagen, de samenstelling van de ploegen, de locatie van de werven … Maar de rechtbank stelde inconsistenties vast. De Excel-gegevens stemden niet volledig overeen met de onderliggende bewijsstukken. Zo werden bepaalde werknemers toegewezen aan ploegen en locaties, terwijl andere documenten deze informatie tegenspraken. De vrijstelling werd dan ook geweigerd. Het hof besloot dat het Excel-bestand de gegevens op een gestructureerde wijze samenbrengt, maar een afgeleid bewijsmiddel blijft. Het vervangt de achterliggende, primaire bewijsstukken en -elementen niet.

Tweede case

In een ander geval werd het bedrag van de vrijstelling verantwoord op grond van een data-analyse, uitgevoerd door een provider (een “derde partij”). Deze had met de fiscus een akkoord gesloten over de data-analyse en het gebruik ervan.

Voor de data-analyse waren de functietitels van de werknemers gebruikt. Er werd uit afgeleid of de werknemers werken in onroerende staat verrichten. Maar zowel de fiscus als de rechtbank vinden dit onvoldoende. Het moet uit andere stukken blijken welk werk er effectief werd uitgevoerd op welke locaties, en welke opdrachten er voor de klanten werden uitgevoerd.

De rechtbank was ook van mening dat niet aangetoond werd dat het werk in ploegen werd verricht. Het loutere feit dat de betrokken werknemers gelijktijdig op dezelfde werf aanwezig zijn, impliceert nog niet dat zij ook effectief een ploeg vormen die samen een specifieke taak uitvoeren.

Ondernemingen die gebruik maken van de vrijstelling moeten zich dus goed bewust zijn van de bewijslast waaraan zij moeten voldoen. Het volstaat niet om zich te beperken tot een algemeen overzicht in Excel of via dataanalyse. Aan de hand van concrete documenten en stukken moet gestaafd worden dat de voorwaarden vervuld zijn. Die stukken moeten nauwgezet bijgehouden worden, want de bewijslast is zwaar. Als de bewijzen niet geleverd worden, zal de vrijstelling geweigerd worden.

EMBUILD MAGAZINE • 05-06 | 2024 15
LOONLASTENVERLAGING

Aantal arbeidsongevallen in de bouw- en installatiesector met 5,7 procent afgenomen

De bouw- en installatiesector wordt steeds veiliger. Het aantal arbeidsongevallen dat minstens één dag arbeidsongeschiktheid veroorzaakte, nam met 5,7 procent af tussen 2021 en 2022. Dat blijkt uit de data van het federaal agentschap voor beroepsrisico’s FEDRIS.

Het totaal aantal arbeidsongevallen in alle sectoren samen daalde in dezelfde periode met 3,7 procent. Vergeleken daarmee doet de bouw het dus niet slecht, “maar er blijft nog wel werk aan de winkel,” zegt Niko Demeester, CEO van onze sectorfederatie, Naar aanleiding van de internationale dag van de Veiligheid en het Welzijn op het werk hield Embuild een persbriefing op de Oosterweel in Antwerpen. We konden er goed nieuws melden. Het aantal arbeidsongevallen in de bouw en de installatie daalt immers. In 2022 waren er in de sector 7867 arbeidsongevallen met minstens 1 dag arbeidsongeschiktheid. Dat is dus 5,7 procent minder dan in 2021, toen er 8341 arbeidsongevallen met minstens 1 dag arbeidsongeschiktheid waren. Merk overigens op dat de activiteit in de bouw zeker in de eerste helft van 2021 op een relatief laag pitje stond vanwege de coronacrisis. Het mag verwacht worden dat in die periode de kans op een ongeval ook kleiner was. Dat maakt de daling in 2022 nog opvallender. Opmerkelijk ook: in alle sectoren samen nam het totaal aantal arbeidsongevallen met minstens één dag arbeidsongeschiktheid slechts met 3,7 procent af.

Imago

De sector doet inspanningen op de veiligheid op de bouwplaats te verbeteren. Maar toch hebben we de reputatie een minder veilige werkgever te zijn. Klopt dat? Vergeleken met de rest van

Europa blijkt het aantal arbeidsongevallen in de Belgische bouw rond het gemiddelde te zitten. Maar Embuild wil ons land nu aansluiting doen vinden bij de kopgroep, een groep van vier landen waarbij Ierland, Zweden, Nederland en het Verenigd Koninkrijk behoren. In die landen hebben bouwvakkers twee keer minder kans om het slachtoffer te worden van een arbeidsongeval.

Opleiding

Sinds 15 april 2023 moet iedereen actief op een bouwplaats een verplichte basisveiligheidsopleiding van 8 uur volgen. Het gaat om een maatregel die Embuild zelf voorstelde in zijn veiligheidsplan. Belangrijk om te weten: sinds midden april is de overgangsperiode voorbij waarin de inspectiediensten louter coachend optraden. Wie de basisveiligheidsopleiding niet geeft, riskeert nu dus geverbaliseerd te worden. En dat geldt niet alleen voor de zelfstandige of de onderaannemer, maar ook voor de hoofdaannemer als blijkt dat hij de keten onvoldoende gecontroleerd heeft.

Betere statistieken

Verder pleit Embuild voor nauwkeurigere statistieken over de arbeidsongevallen in de sector. In de huidige cijfers van FEDRIS zijn de ongevallen met zelfstandigen en gedetacheerden immers niet opgenomen. Ook wil Embuild bij alle overheidsopdrachten veiligheid als een aparte post laten opnemen en die kostenpost buiten mededinging plaatsen.

Niko Demeester (CEO Embuild) presenteerde de statistieken tijdens de internationale dag van de Veiligheid en het Welzijn op het werk. Plaats van de presentatie was Oosterweel in Antwerpen.

Reacties van aannemers

De werken aan Oosterweel worden uitgevoerd door Rinkoniên Oosterweelknoop, een consortium met daarin Artes Group, CIT Blaton, Stadsbader, Mobilis en Boskalis. Ook voor Rinkonien is veiligheid een absolute prioriteit. “Investeren in veiligheid is investeren in onze mensen. Zij zijn ons belangrijkste kapitaal. We zijn het aan iedereen verplicht om veiligheid op het hoogste echelon te plaatsen,” benadrukt Koen Versypt, projectdirecteur bij Rinkoniên. Ook Sven Somers, projectdirecteur Oosterweelknoop bij bouwheer Lantis, vindt veiligheid op de Oosterweelwerf een prioriteit. “Over veiligheid sluiten we geen compromissen en we verwachten van onze aannemers dat ze alles in het werk stellen om veilige arbeidsomstandigheden te creëren.”

VEILIGHEID
16 EMBUILD MAGAZINE • 05-06 | 2024

Aannemers

en installateurs mogen vanaf 1 juni tot 20 % grotere overheidsopdrachten

uitvoeren

Vanaf 1 juni 2024 nemen de maximumbedragen voor de uitvoering van werken binnen het kader van een overheidsopdracht met 20 % toe. Embuild heeft er hard voor geknokt om ervoor te zorgen dat de sterk gestegen bouwkosten (zeker sinds corona en de oorlog in Oekraïne) voortaan dus ook in rekening zullen worden gebracht.

Een bouwonderneming die wil deelnemen aan een overheidsopdracht moet, zoals je weet, voldoen aan de voorwaarden inzake erkenning. Naast administratieve voorwaarden moeten ook de financiële draagkracht en de technische bekwaamheid bewezen worden. De werken worden, naargelang de kost-

prijs, ervan opgedeeld in 8 erkenningsklassen, vertrekkende van werken tot 135.000 euro (klasse 1) tot werken met een kostprijs van maximaal 5.330.000 euro (klasse 7). Voor werken boven dat bedrag geldt klasse 8. Het probleem was dat deze bedragen voor de erkenningsklassen sinds 1991 niet meer verhoogd werden en dat terwijl de bouwkosten vooral de laatste jaren sterk toenamen. Concreet: een bedrijf dat in een bepaalde erkenningsklasse zat, kon door die gestegen kost vaak niet meer meedingen naar bepaalde werken omdat die zich in een hogere erkenningsklasse bevonden.

Embuild heeft vanaf 2023 bijzonder hard gewerkt aan dit dossier en is tevreden dat dit maandenlange werk nu uitmondt in een akkoord met alle betrokken overheden om de maximumbedragen van de werken die per erkenningsklasse mogen worden uitgevoerd vanaf 1 juni met 20% te verhogen. Concreet: een bedrijf van de eerste erkenningsklasse zal voortaan werken mogen uitvoeren tot 162.000 euro in plaats van 135.000 euro vandaag; een bedrijf in erkenningsklasse 7 zal voortaan werken mogen uitvoeren tot 6.396.000 euro in plaats van 5.330.000 nu. Ook voor de andere erkenningsklassen zal je voortaan werken mogen uitvoeren tot 20% boven de limiet van die klasse.

Daardoor zullen bouw- en installatiebedrijven opnieuw kunnen deelnemen aan opdrachten die ze normaal aangingen, maar waarvoor ze door de gestegen bouwprijzen de laatste jaren niet meer in aanmerking kwamen. Dat is volgens Embuild niet meer dan logisch en daarom maakte de sectorfederatie van dit dossier een absolute prioriteit. De bevoegde instanties hebben de inwerkingtreding vastgelegd op datum van 1 juni 2024.

EMBUILD MAGAZINE • 05-06 2024 17 LOBBYWERK

Jouw personeel met korting verzekeren?

tot 20%* korting op je polis!

Als je personeel in dienst hebt, dan is een polis arbeidsongevallen wettelijk verplicht! En wij kunnen je nu tot 20% korting geven op je polis! En daarbovenop kan je nog genieten van - de gepaste waarborgen - preventie-advies , want voorkomen is altijd beter - slachtofferbegeleiding bij een zwaar arbeidsongeval - een snelle en efficiënte aangifte , opvolging en behandeling van je arbeidsongevallen via onze online tool -

De actie loopt tot 30/06/2024! Maak dus snel je vrijblijvende afspraak via de QR-code, en claim je korting!

*Actiereglement, Algemene Voorwaarden en IPID op federale.be Federale Verzekering – V.U: Tom De Troch – Stoofstraat 12 – 1000 Brussel - www.federale.be - Gemeenschappelijke Kas voor verzekering tegen Arbeidsongevallen - RPR Brussel BTW BE 0407.963.786 - Bankrekening: BIC: BBRUBEBB - IBAN: BE19 3100 7685 5412.

Bouwen voor een veranderend klimaat

Stortbuien, overstromingen, hittegolven, droogte … Wie het nieuws volgt, kan alleen maar vaststellen dat de gevolgen van de klimaatverandering intussen al voelbaar zijn. Het is een uitdaging die heel de samenleving, inbegrepen de bouwsector, moet aangaan. In dit dossier onderzoeken we welke noden er ontstaan, en hoe de sector daarop kan reageren. Onze collega’s van Buildwise hebben op dat punt al zeer interessante technische informatie gebundeld.

We kijken ook even naar de regelgeving, want de gewesten in dit land zitten ook niet stil. In 2022 keurde Vlaanderen al een klimaatadaptatieplan goed. In Wallonië speelt de klimaatverandering een belangrijke rol in de vernieuwde regelgeving op ruimtelijke ordering en hetzelfde is het geval in Brussel.

EMBUILD MAGAZINE • 05-06 | 2024 19 BOUWFORUM

De bouwsector moet zich aanpassen aan de drie belangrijkste risico's

Onze collega's van Buildwise hebben een uitgebreid magazine gemaakt met de titel: Aanpassing van gebouwen aan de klimaatverandering. In iets minder dan dertig pagina's behandelden ze de belangrijkste aspecten van klimaatverandering voor de bouwsector. Embuild Magazine sprak met Xavier Loncour, die meewerkte aan deze speciale editie, om de belangrijkste punten te weten te komen uit dit waardevolle onderzoekswerk. De bouw moet zich aanpassen aan de drie belangrijkste risico’s die hierna aan bod komen.

De klimaatverandering is een feit. De trein rijdt en is niet van plan om te stoppen. Zoals de hele samenleving, moet onze sector hiermee rekening houden om de wereld van morgen te bouwen. "Deze speciale editie is een eerste poging om antwoord te geven op de vraag: wat betekent klimaatverandering voor de bouwsector?”, legt Xavier Loncour uit.

Mitigatie en adaptatie

" Er is een algemene reflectie nodig over aspecten zoals stedenbouw en ruimtelijke ordening. "

Volgens het dossier zijn er vanaf het begin twee complementaire strategieën om met deze verandering om te gaan. "De eerste betreft mitigatiemaatregelen, met andere woorden het verminderen van de CO2 -uitstoot. Voor aannemers en installateurs betekent dit isoleren, renoveren, systemen installeren die fossiele brandstoffen vervangen door hernieuwbare energie, warmtepompen plaatsen, duurzaam en circulair bouwen... De tweede betreft adaptatiemaatregelen. Adaptatie is nodig, maar waaraan? Er bestaan toekomstige klimaatmodellen, maar deze beschrijven geen extreme gebeurtenissen (hittegolven, hevige regenval, overstromingen), die vaak bepalend zijn voor de huidige dimensioneringsmethodes. Er heerst onzekerheid en het is dan ook moeilijk om op deze methodes te anticiperen en ze aan te passen.”, zegt hij. Klimaatadaptatie dus, maar hoe? "De maatregelen waaraan de voorkeur moet worden gegeven, zijn de "no regret-maatregelen" die voordelen bieden, ongeacht de toekomsti-

ge klimaatverandering. Een voorbeeld hiervan zijn zonneweringen, die oververhitting in de zomer beperken zonder energie te verbruiken. Hoeveel hittegolven we ook zullen meemaken en hoe hevig die ook zullen zijn, zonneweringen zullen altijd nuttig zijn. In de mate van het mogelijke moeten maladaptaties vermeden worden. Ze zijn een tijdelijke oplossing, die het probleem lokaal oplost, maar niet globaal. Bijvoorbeeld: airconditioning houdt de temperatuur in een gebouw op een comfortabel niveau, maar draagt bij aan de opwarming van de aarde door de CO2-uitstoot die gepaard gaat met de werking ervan.”

Het doel van het dossier van onze collega’s is om te laten zien wat de sector vandaag de dag kan doen in deze context. Het IPCC (International Panel on Climate Change) heeft 127 risico's door klimaatverandering geïdentificeerd. In de bouw zijn drie risico’s het belangrijkst: waterbeheer, overstromingen en oververhitting in gebouwen. Het windgeweld is nog steeds een punt van discussie en wordt in het dossier niet behandeld.

Waterbeheer

In dit werk ligt de nadruk sterk op waterbeheer, met ongeveer tien artikelen over dit onderwerp. De opwarming van de aarde leidt namelijk tot een verstoring van de watercyclus, die waarschijnlijk zowel perioden van droogte als perioden van hevige regenval zal veroorzaken die tot overstromingen kunnen leiden.

"Ik verwijs naar het trias aquatica-con-

20 EMBUILD MAGAZINE • 05-06 | 2024 DOSSIER

cept. Ten eerste zal de sector ervoor moeten zorgen dat hij water rationeel gebruikt, bijvoorbeeld door waterbesparende toestellen, lekdetectie of optimalisatie van de druk in sanitaire installaties om het waterverbruik te verminderen. Ten tweede moet het circulair watergebruik gemaximaliseerd worden, hoofdzakelijk door hergebruik van hemelwater en gezuiverd grijswater om drinkwatergebruik te verminderen voor doeleinden waarvoor het niet nodig is. Oplossingen zoals grotere hemelwaterputten, groendaken of aangepaste systemen kunnen helpen om de hoeveelheid hemelwater die in de riolering wordt geloosd en de grote stromen die deze

stelsels bij hevige stormen moeten verwerken, te beperken. Sommige van deze oplossingen zullen het ook gemakkelijker maken om periodes van droogte beter het hoofd te bieden. Ten derde, het aanvullen van de grondwaterlagen door alle maatregelen aan te moedigen om water in de grond te laten infiltreren. Periodes van hevige regen en droogte maken dit cruciaal. Hier is een essentiële rol weggelegd voor onze overheden: we moeten ophouden met het grootschalig verharden van de bodem, want water moet kunnen infiltreren. Uiteindelijk heeft de sector volop oplossingen te bieden om deze uitdaging aan te gaan. Individuele maatregelen

EMBUILD MAGAZINE • 05-06 | 2024 21
BUILDWISE

" Maar er is nog veel werk voor de boeg. De adaptatie aan de klimaatverandering moet gebeuren met de steun van alle actoren, in de eerste plaats de overheden. "

alleen zijn niet genoeg. Er is een algemene reflectie nodig over aspecten zoals stedenbouw en ruimtelijke ordening, waardoor aan schaalvergroting gedaan kan worden en we beter bestand worden tegen toekomstige klimaatverandering”, legt Xavier Loncour uit.

Overstromingen

Op het gebied van overstromingen is een van de vele projecten van Buildwise het FLOOD-project, waarbij in samenwerking met UCLouvain richtlijnen en strategieën ontwikkeld werden om waterrobuust te bouwen en te renoveren in overstromingsgevoelige gebieden. "Diverse oplossingen worden al gecommercialiseerd voor het verbeteren van de overstromingsbestendigheid van gebouwen. Er is een databank beschikbaar op onze website, om de aannemers wegwijs te maken in het commercieel aanbod: waterdichte barrières, terugslagkleppen, keermuren, deuren en garagepoorten, waterafstotende middelen, enz.”

De klimaatverandering kan ook de stabiliteit van de bodem verstoren, met gevolgen voor bouwputten en funderingen van gebouwen. “Als er te veel water is, kunnen kwetsbare bodems zwellen en, omgekeerd, krimpen bij ernstige droogte. Bij gebouwen met ondiepe funderingen die in kwetsbare gebieden zijn gebouwd, kunnen deze verschillende grondbewegingen steeds vaker leiden tot scheuren in gebouwen, die vervolgens ingrijpende werkzaamheden vereisen. We hebben een artikel gewijd aan de specifieke preventieve maatregelen, zoals het beschermen van de hellingen van taluds tegen infiltratie van water, het verdiepen van funderingen of het installeren van een perifere afvoer op een afstand van het betrokken huis", benadrukt Xavier Loncour.

Oververhitting in gebouwen

Wat het derde en laatste risico betreft, hebben onze collega's een artikel geschreven met de titel: Oververhitting: globale aanpak en aanvullende oplossingen. Er wordt onder andere uitgelegd hoe belangrijk het is om de beglaasde oppervlakken uit te rusten met doeltreffende zonneweringen en daarbij een intensieve ventilatie te voorzien. “In België kunnen we, in vergelijking met Zuid-Europa, spreken van aanvaardbare temperaturen, zelfs in het geval van een hittegolf. Een goed doordacht gebouwontwerp vanaf het begin, ramen die opengaan en vaste of permanente buitenzonwering, idealiter gemotoriseerd en geautomatiseerd, maken al een enorm verschil. Dit type passieve maatregel betekent dat je geen airconditioning nodig hebt; je moet de ramen goed sluiten op de warmste momenten van de dag en ze 's nachts openen om het gebouw te koelen wanneer dat mogelijk is. Dit geldt voor een lokale aanpak. Als onderdeel van de globale aanpak heeft de overheid ook een rol te spelen in het aanmoedigen van de aanleg van groen en schaduw in de stad, wat het stedelijk hitte-eilandeffect zal beperken..."

Tot slot wijdt het Buildwise-dossier ook drie 'adviesartikelen' aan warm weer: Werken op de werf bij warm weer ; Schilders, hou rekening met de klimaatverandering! en Beton storten bij warm weer: de werkwijze aanpassen.

Besluit

INFO: Deze bijzondere uitgave van onze collega’s kunt u raadplegen op www.buildwise.be.

Opgemerkt moet worden dat kustbescherming en de erosie van waterloophellingen niet aan bod kwamen bij deze eerste benadering. Buildwise publiceerde ook een artikel in zijn speciale dossier: Hoe bestaand metselwerk vloeistofdicht maken? De tekst legt uit dat hoewel gevels een essentiële rol spelen in de overstromingsbestendigheid van gebouwen, ze toch nog al te vaak over het hoofd gezien worden bij het treffen van maatregelen. Gevels zijn minder waterdicht dan men zou denken en het metselwerk kan aanzienlijke hoeveelheden vocht opslaan, wat het opnieuw in gebruik nemen van het gebouw na een overstroming aanzienlijk kan vertragen.

In zijn besluit benadrukt Buildwise het begrip “veerkracht”. “De sector kan oplossingen aanbieden om een begin te maken met de adaptatie aan de gevolgen van de klimaatverandering. En dit dossier bewijst dat. Maar bewustwording en een globale inspanning zijn nodig. Maar er is nog veel werk voor de boeg. De adaptatie aan de klimaatverandering moet gebeuren met de steun van alle actoren, in de eerste plaats de overheden. Het op grotere schaal toepassen van de oplossingen en een grondgebiedsbrede aanpak zijn essentieel om meer veerkracht te bieden. Door keuzes te beïnvloeden en het juiste beleid te voeren, kunnen overheden de sector in de juiste richting sturen, bijvoorbeeld in de richting van het vergroenen van steden of het inzetten van gemeenschapsinfrastructuur", besluit Xavier Loncour.

22 EMBUILD MAGAZINE • 05-06 | 2024 DOSSIER

Thomas Scorier (TS Construct) volgt Johan Willemen op als voorzitter van Buildwise

Thomas Scorier, stichter en CEO van TS Construct, neemt de fakkel over van Johan Willemen (CEO Willemen Groep) als voorzitter van Buildwise, het kennis- en innovatiecentrum van de bouwsector. Dat maakte Buildwise bekend op zijn NEXT event, waar het samen met ruim 400 bouwprofessionals een blik wierp op de toekomst van de sector.

Johan Willemen was negen jaar voorzitter en werkte in die hoedanigheid nauw samen met CEO’s Jan Venstermans en Olivier Vandooren. Onder het bewind van Johan Willemen transformeerde het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor de Bouw tot Buildwise en kwam er een nieuw hoofdkwartier in Zaventem. Nieuwe voorzitter Thomas Scorier, die tot dit voorjaar voorzitter was bij Embuild, zal de ingeslagen weg verderzetten.

Flinke uitdagingen

Buildwise, het vroegere WTCB, neemt na negen jaar afscheid van Johan Willemen. Johan Willemen drukte als voorzitter zijn stempel op de organisatie, en niet altijd in de gemakkelijkste omstandigheden. “De afgelopen jaren is de bouwsector sterk veranderd. Bovendien werden we geconfronteerd met de gevolgen van de COVID-crisis, de oorlog in Oekraïne en de overstromingen in de Vesdervallei in Wallonië”, zegt Johan Willemen. “Flinke uitdagingen waarbij de sector moest kunnen rekenen op een sterk en veerkrachtig onderzoeks- en innovatiecentrum. En dat is Buildwise!” “Innovatie in de bouw zit in Johans DNA, net als bij ons. Hij heeft ons mee op het juiste spoor gezet om de sector bij te staan in de uitdagingen die ons wachten. Zijn bijdrage kan moeilijk overschat worden”, zegt Olivier Vandooren, CEO van Buildwise.

Nog werk op de plank!

Johan Willemen wordt opgevolgd door Thomas Scorier (60). Thomas Scorier is industrieel ingenieur bouwkunde en CEO van TS Construct (Geldenaken), een bouwonderneming gespecialiseerd in houtskeletbouw en

CLT (Cross Laminated Timber).

Eerder dit jaar nam hij afscheid van het voorzitterschap bij Embuild. “Johan Willemen heeft samen met CEO Olivier Vandooren de fundamenten gelegd voor een sterk Buildwise. Johan is een echte mentor en ik wil dan ook graag zijn werk verderzetten”, stelt Thomas Scorier. “Onze bouwondernemingen rendabeler en toekomstbestendig maken, hen verder leren kijken dan hun eigen bedrijven en projecten om effectiever te gaan samenwerken, duurzaamheid en circulariteit… er is nog werk op de plank!”

“Thomas kent de sector als zijn broekzak en is oprecht geëngageerd om niet alleen de grote bouwbedrijven, maar ook onze KMO’s maximaal te ondersteunen en te inspireren!”, besluit Olivier Vandooren.

Thomas Scorier, in de afgelopen jaren voorzitter van Embuild, volgt Johan Willemen op als voorzitter van Buildwise.

BUILDWISE
EMBUILD MAGAZINE • 05-06 | 2024 23

Vlaams klimaatadaptatieplan in uitvoering

In 2022 heeft de Vlaamse regering een klimaatadaptatieplan goedgekeurd. Het plan moet Vlaanderen voorbereiden op de effecten van de klimaatverandering zowel op korte termijn (tegen 2030) als op langere termijn (tegen 2050).

De Blue Deal die gepaard is gegaan met bijna een half miljard euro investeringen, wordt bestempeld als het eerste hoofdstuk van het klimaatadaptatieplan. Dit verduidelijkt hoe Vlaanderen de overstromings- en droogteproblematiek gaat aanpakken maar bevat geen budgettaire ramingen.

Indien geen actie wordt ondernomen dreigt het aandeel gebouwen dat geconfronteerd met wateroverlast gemiddeld te stijgen van 4,5 procent nu naar 7,8 procent in 2050. Maar in enkele steden en gemeenten dreigt 20 tot 30 procent van de gebouwen te maken te krijgen met wateroverlast.

Wat gaat de Vlaamse overheid hier nu aan doen? Zij wil vooral inzetten op groenblauwe infrastructuur. ‘Groen’ is breder dan enkel wat klassiek onder natuur wordt begrepen maar omvat ook stedelijke groenvoorzieningen zoals laanbomen, plantsoenen en parken. ‘Blauw’ gaat dan weer verder dan beken en rivieren. Ook bufferbekkens behoren daartoe. Een belangrijke kanttekening daarbij is het principe dat Vlaanderen “voor natuurgebaseerde maatregelen kiest waar het kan en voor civieltechnische waar het moet.” Volgens het klimaatadaptatieplan is een verhoging van de dijken dus geen taboe en zelfs een deel van de oplossing.

Klimaatbestendig ontwerpen en ontwikkelen

Klimaatbestendig ontwerpen en klimaatbestendige stads- en dorpsontwikkeling worden in Vlaanderen de standaard. De basisprincipes daarbij zijn vergroenen en ontharden, een vertraagde afvoer en het maximaal bufferen en vasthouden van (hemel)water, waterrijke parken en andere groenzones en een verlaagde druk op het rioleringsstelsel.

Het Vlaams klimaatadaptatieplan verwijst naar een nieuwe gewestelijke hemelwaterverordening met (hogere) minimale volumes voor hemelwaterputten en nieuwe normen voor buffer- en infiltratievoorzieningen die rekening houden met droogteperiodes en een extremere neerslag. Die verordening is in 2023 tot stand gekomen. Circulair gebruik van hemelwater wordt het uitgangspunt. Lokale wateropvang via hemelwaterputten, regentonnen, infiltratieputten, groendaken, wadi’s en wachtbekkens en waterdoorlatende verhardingen moet het rioleringsstelsel ontlasten bij hevige neerslag.

Natuurinclusief en biodivers

De Vlaamse overheid ontwikkelt samen met de bouwsector voor grote infrastructuurwerken een beoordelingskader voor natuurinclusief bouwen. Bij Embuild Vlaanderen heeft daarover een project gelopen tot eind 2023. Tegelijk moet het Groenblauwpeil naast burgers (op perceelsniveau) ook professionele gebruikers inspireren om gerichte klimaatadaptieve en biodiversiteitsversterkende maatregelen uit te voeren. Ook daar is Embuild Vlaanderen nauw bij betrokken.

Bij de uitbouw en renovatie van onze rioleringsinfrastructuur ligt de focus uiteraard op afvalwater maar een deel van de investeringskosten gaat nu ook naar de afvoer en opvang van hemelwater. Bij renovatie of heraanleg van rioleringen moet het hemelwater worden afgekoppeld van het afvalwater zodat het niet in het afvalwaterriool terecht komt.

Stroomgebieden en Sigmaplannen

Het Vlaams klimaatadaptatieplan bouwt voort op de stroomgebiedbeheerplannen 20222027 waarin ook overstromingsrisicobeheerplannen zijn opgenomen. Zij leiden naar getrapte maatregelen voor het volledige bekken van de getroffen waterlopen. Opmerkelijk daarbij is de toenemende aandacht voor ingrepen stroomopwaarts om zo de waterveiligheid verder in de vallei te garanderen. Die plannen waren wel becijferd. Zij kwamen voor 2022-2027 uit op een totale investering van 4,7 miljard euro, 2,1 miljard meer dan de tot nu toe beschikbare middelen.

Verder gaat het Vlaams klimaatadaptatie-

24 EMBUILD MAGAZINE • 05-06 | 2024 KLEMTOON OP GROENBLAUWE INFRASTRUCTUUR

plan uit van de verdere uitvoering van het Sigmaplan dat Vlaanderen beschermt tegen overstromingen vanuit de Schelde en haar zijrivieren en dat tegen 2030 zou moeten gerealiseerd zijn. Dat plan werd al in 1977 gelanceerd naar aanleiding van de overstroming van (onder meer) Ruisbroek.

Uit het antwoord op een parlementaire vraag van Stijn De Roo is gebleken dat de totale kostprijs van het geactualiseerde Sigmaplan op circa 1,5 miljard euro kan worden geraamd maar dat begin 2020 het totaal van alle budgettaire vastleggingen in het kader van dat plan nog maar circa 550 miljoen euro bedroeg. In de periode 2014-2020 werd gemiddeld jaarlijks ongeveer 57 miljoen euro geïnvesteerd in waterbeheersing. Sinds 2021 werd dit bedrag opgetrokken tot meer dan 100 miljoen euro. Volgens het Vlaams klimaatadaptatieplan moeten in uitvoering van

het Sigmaplan vooral nog bijkomende overstromingsgebieden en waterbergingsgebieden met wetlands worden gerealiseerd.

Visie op kustbescherming

Tenslotte stelde het Vlaams klimaatadaptatieplan een Kustvisie in het vooruitzicht. Die visie heeft de Vlaamse regering in februari 2024 goedgekeurd. In dit plan stelt de Vlaamse overheid voor om op lange tot zeer lange termijn de kustlijn gemiddeld 100 meter zeewaarts te verleggen. Het is de bedoeling de stranden stapsgewijs op te hogen, bijvoorbeeld met zand uit de zee. Hierdoor komt er plaats vrij voor hogere en bredere dijken of kan er een langgerekt strandpark komen. De havens zullen worden beschermd met stormmuren errond, met sluizen en met stormvloedkeringen.

EMBUILD MAGAZINE • 05-06 2024 25

Vlaamse Waterbouwers vinden steeds meer gehoor

Een tiental Vlaamse waterbouwbedrijven zijn al sinds 1996 verenigd binnen de Vlaamse Waterbouwers. Deze vereniging behartigt de belangen van aannemers die waterbouwkundige werken uitvoeren aan voornamelijk bevaarbare waterlopen. Wij hadden een gesprek met Jean-Baptiste Braet die momenteel de vereniging van de Vlaamse Waterbouwers voorzit.

Die waterwegen staan nu fors onder druk omwille van de afwisseling van langere droogteperiodes met extremere neerslag. Daardoor besteden de politieke partijen nu meer aandacht aan de problematiek van de waterbeheersing dan voorheen.

Jean-Baptiste Braet: “Het besef dat er meer middelen naar waterbouw moeten gaan, is fors toegenomen. Dat is niet alleen te wijten aan het precedent van de Waalse ‘waterbom’ in 2021. Ook andere Europese regio’s werden de laatste jaren al vaker door wateroverlast getroffen. De Vlaamse overheid heeft laten berekenen dat een dergelijke waterbom in Vlaanderen voor 8 miljard euro schade gaat berokkenen. Zo zou bijvoorbeeld het gebied in en rond Gent grote risico’s lopen. Omdat de tussenkomst in die schade vanwege de verzekeringsmaatschappijen geplafonneerd is, zal vooral de belastingbetaler moeten opdraaien voor de vergoeding ervan.”

Eigen

verkiezingsmemorandum

Nog dit jaar hebben de Vlaamse Waterbouwers een eigen verkiezingsmemorandum uitgebracht. Vooreerst hebben zij daarin gepleit voor de nodige budgetten voor noodzakelijk onderhoud en oeverversterking opdat een mogelijke ‘waterbom’ in Vlaanderen geen ‘waterstofbom’ zou worden. Daarnaast vragen de Vlaamse Waterbouwers aan de nieuwe regering om te investeren

De sluis op het kanaal Roeselare-Leie in Ooigem dateert al van de jaren 70. Intussen is die sluis aan een grondige opknapbeurt toe. Artes stond in voor zowel de bouwkundige als de elektromechanische werken. Bij de vernieuwing van de elektromechanische uitrusting ging het onder meer om de aandrijving van de deuren en de schuiven en de bijbehorende kabelwerken. Daarbij werd het kunstwerk ook voorbereid op de latere bediening op afstand (foto Artes).

in de waterwegen als duurzame transportmodus. De waterweg is een veilig en duurzaam alternatief voor het vervoer over de weg. De CO2-uitstoot is aanzienlijk lager dan die van het wegverkeer. Maar ook daarvoor is het belangrijk om de onderhoudsachterstand van de infrastructuur versneld in te halen. Het waterwegennet in Vlaanderen, een van de dichtste en meest intensief gebruikte in Europa, bevindt zich in een slechte staat. Jean-Baptiste Braet: “Ongeveer 50 procent van de Vlaamse stuwen en 30 procent van de Vlaamse rivieroevers hebben het einde van hun levensduur bereikt. Dat is gebleken

uit een assetonderzoek van Deloitte in opdracht van het departement MOW (Mobiliteit en Openbare Werken). Maar voor het grote publiek is deze toestand minder zichtbaar dan bij onze wegen. De Vlaamse overheid is dus prioritair de ‘brokkelbruggen’ gaan aanpakken maar niet onze ‘brokkeloevers’. Het regulier instandhoudingsbudget hiervoor bedraagt niet meer dan ongeveer 70 miljoen euro per jaar. Dit bedrag zou moeten stijgen tot 220 miljoen euro per jaar.”

Jean-Baptiste Braet erkent dat een verhoging van dijken niet altijd de enige zaligmakende oplossing in de strijd

26 EMBUILD MAGAZINE • 05-06 | 2024 WATERBOM MAG GEEN WATERSTOFBOM WORDEN

tegen wateroverlast is. Maar vaak gaat het toch om een én-én verhaal. Extra ruimte geven aan water betekent dikwijls dat dijken moeten worden verlegd om aan de omgeving nog voldoende bescherming te bieden. Sommigen opteren als oplossing voor de wateroverlast voor een ‘sponslandschap’. Maar in kleigrond bijvoorbeeld, zoals in West-Vlaanderen, is deze aanpak niet realiseerbaar.

Continuïteit van investeringen

De huidige Vlaamse minister van mobiliteit en openbare werken Lydia Peeters heeft dank zij de extra budgetten van de Vlaamse veerkracht extra middelen aan infrastructuur kunnen besteden maar daarvan ging onvoldoende naar het waterwegennet. De Vlaamse Waterbouwers hopen dan ook

op de snelle implementatie van de idee die ook minister Lydia Peeters ondersteunt, om een waterzekerheidsfonds op te richten. Dankzij een dergelijk fonds zal de Vlaamse overheid op langere termijn over de legislaturen heen in waterbouw blijven investeren. Zo’n fonds zal aan de waterbouwsector de nodige continuïteit bieden.

Tenslotte hoopt Jean-Baptiste Braet dat de Vlaamse overheid in de toekomst nog meer dan nu de expertise van de Vlaamse waterbouwers zou inschakelen. Wanneer zich extreme crisissituaties voordoen, zou de overheid de waterbouwfirma’s kunnen inschakelen die al jarenlang via bestaande jaaronderhoudscontracten op onze waterlopen opereren. Die beschikken immers over de knowhow én de capaciteit om dan snel te schakelen.

De nieuwe kaaimuur van 150 meter moet Blankenberge en het achterland tegen zware stormvloeden beschermen. De werken maken deel uit van het Masterplan Kustveiligheid. Dit plan is uitgegaan van een zeespiegelstijging van 30 cm tot 2050 (foto Braet).

WATERPROBLEMATIEK IN HET VERKIEZINGSMEMORANDUM VAN EMBUILD VLAANDEREN

Meer coördinatie en extra investeringen

In zijn verkiezingsmemorandum pleit Embuild

Vlaanderen voor een duidelijke eindverantwoordelijke die de investeringen in water moet coördineren. Vandaag zijn die bevoegdheden te sterk versnipperd onder diverse actoren (zoals de Vlaamse Waterweg, de Vlaamse Milieumaatschappij, gemeenten, provincies en wateringen) en zelfs onder twee ministers (Openbare Werken en Omgeving).

Embuild Vlaanderen vraagt dat de volgende regering een watercommissaris aanduidt die de regie over de Vlaamse waterzekerheid voert, met een wettelijk verankerd mandaat, over verschillende legislatuurperiodes heen. Embuild Vlaanderen verwijst daarbij naar het rapport Weerbaar Waterland van het expertenpanel over

hoogwaterbeveiliging van juli 2022. Tegelijk dringt Embuild Vlaanderen aan op concretere financiële engagementen voor de uitvoering van het Vlaams klimaatadaptatieplan. Zo vraagt Embuild Vlaanderen zoals in het rapport Weerbaar Waterland een langetermijninvesteringsfonds voor een structurele aanpak van de waterproblematiek. Dit decretaal verankerd water-

zekerheidsfonds moet waarborgen dat over de legislaturen heen in financiële middelen wordt voorzien voor een preventief beleid tegen wateroverlast en meer bepaald voor het wegwerken van de grote onderhoudsachterstand van de waterwegen. Dat biedt bouwbedrijven perspectief en zekerheid over de uit te voeren werken.

Ook voor het Sigmaplan is een stabiel financieringskader vereist. De Blue Deal kreeg via het relanceplan Vlaamse Veerkracht een bijkomende ondersteuning van 343 miljoen euro. Tegen 2034 moeten deze middelen structureel verankerd worden. De middelen voor investeringen in groene en blauwe infrastructuur moeten volgens het verkiezingsmemorandum van Embuild Vlaanderen met 426 miljoen euro stijgen tegen 2029. Deze middelen moeten gaan naar een structurele verderzetting van de Blue Deal, naar het wegwerken van de onderhoudsachterstand en naar een bijkomende impuls voor het Sigmaplan.

EMBUILD MAGAZINE • 05-06 | 2024 27 WATERBOM MAG GEEN WATERSTOFBOM WORDEN

"We moeten ontharden en vergroenen waar mogelijk"

Hoe is de toestand in Brussel? Onze hoofdstad wordt ook sterk beïnvloed door de klimaatverandering en deze situatie vereist dat onze aannemers en installateurs zich aanpassen. In het Brussels Lucht-, Klimaat- en Energieplan (LEKP) wordt trouwens de noodzaak voor het Gewest vermeld om het ‘onvermijdelijke’ onder ogen te zien en zich aan te passen aan de gevolgen van de klimaatverandering. Embuild Magazine had een ontmoeting met minister Alain Maron (Ecolo), die onder andere verantwoordelijk is voor de Klimaattransitie, om de uitdagingen voor Brussel op dit gebied te bespreken.

In Brussel worden de regels inzake bouwen en ruimtelijke ordening bepaald door de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening (GSV). In het ontwerp van de nieuwe GSV, dat tijdens deze legislatuur is opgesteld, zal deze noodzaak tot klimaatadaptatie en bestrijding van de klimaatverandering worden opgenomen, in overeenstemming met de doelstellingen van het LEKP, waarin wordt gestreefd naar een vermindering van de broeikasgassen met 47% in

2030 ten opzichte van 2005. Deze nieuwe GSV omvat plannen om in Brussel de natuurstad te herontwikkelen als reactie op hittegolven, overstromingen, droogtes en de achteruitgang van de biodiversiteit. Het aannemen van deze GSV zou aan het begin van de volgende legislatuur afgerond moeten zijn", zo benadrukt Alain Maron.

Geïntegreerd hemelwaterbeheer

De minister had het eerst over de zware neerslag, waardoor een geïntegreerd hemelwaterbeheer nodig is om overstromingen te voorkomen. "We herinneren ons allemaal nog die van de zomer van 2021, in Wallonië, en Brussel krijgt ook met dit probleem te maken. Verschillende Brusselse wijken onderaan de vallei hadden ook te kampen met overstromingen. En hevige regen zal steeds vaker voorkomen. In een stad waar beton overheerst, is het belangrijk dat water zijn weg kan vinden naar de grond en kan infiltreren in plaats van de riolen te verzadigen. Openbare ruimten moeten worden onthard en vergroend, want ontharding en vergroening vullen elkaar aan”, zo legt de minister uit.

De afgelopen decennia is er een reeks stormbekkens gebouwd, waaronder dat op het Flageyplein. "Maar dit zijn erg dure projecten die uiteindelijk hemelwater als afval terug de riolering in sturen. Er zijn aanvullende oplossingen die minder duur en milieuvriendelijker zijn, zoals het weer openleggen van onze waterlopen – bijvoorbeeld de projecten die momenteel bestudeerd worden voor de Zenne in de Noordwijk of de Woluwe in Bosvoorde – of het aanleggen van regentuinen en infiltratiegreppels, kleine begroeide sloten die afvloeiend water tijdelijk opvangen. Het is een nieuwe manier om openbare ruimten te ontwerpen en Brussel heeft de afgelopen jaren veel expertise ter zake opgebouwd," benadrukt Alain Maron. Voor nieuwe gebouwen wordt aanbevolen om alleen afvalwater op de riolering aan

BRUSSEL
28 EMBUILD MAGAZINE • 05-06 | 2024
Krinkels stond in voor de transformatie van het Flageyplein, waar meer dan 1000 vierkante meter onthard werd om een schaduwrijke, koelere ruimte te creëren voor de buurtbewoners.

te sluiten. Hemelwater daarentegen moet worden hergebruikt voor alledaagse huishoudelijke doeleinden of om de groendaken te voeden die steeds gewoner worden in de hoofdstad. Overschotten moeten maximaal ter plaatse opnieuw worden geïnfiltreerd. "Platte groendaken helpen regenwater te beheren, verwelkomen stedelijke flora en fauna en verbeteren het microklimaat. Ze zijn zelfs verenigbaar met de installatie van fotovoltaische panelen.”

Douai heeft voorbeeldfunctie

In maart 2023 bezocht de Brusselse minister samen met Leefmilieu Brussel en de ingenieurs van Brussel-Mobiliteit de Franse stad Douai. Deze gemeente experimenteert al meer dan 20 jaar met succes met geïntegreerd hemelwaterbeheer, met name door het leggen van zeer open asfaltbeton of waterpasserende klinkers. "Het was een heel leerzaam bezoek. Als gevolg daarvan heeft de gemeente veel openbare ruimten kunnen loskoppelen van het rioolstelsel. Ze heeft ook bepaalde delen van het grondgebied onthard, wat een goede combinatie is. Deze oplossingen worden ook getest in Brussel. Er zijn tal van oplossingen om ons Waterbeheerplan (WBP) uit te voeren, waaronder geïntegreerd hemelwaterbeheer, en de bouwsector beheerst al veel technieken op dit gebied.”

Hitte-eilanden bestrijden

Het tweede thema van Alain Maron was de strijd tegen hitte-eilanden. "De komende jaren zullen hittegolven toenemen en onze stad moet daarop voorbereid zijn. Het Brusselse gewestelijke mediakanaal BX1 heeft trouwens een zeer interessante serie over dit onderwerp gemaakt: “Brussel à 40 graden” [Brussel bij 40 graden, vert.]", aldus de minister. "Ik kom terug op het begrip ontharden, dat heel belangrijk is. Als je kijkt naar het Rogierplein of het Muntplein, dat zijn perfecte voorbeelden van hitte-eilanden. Alle bouwelementen daar (beton, steen, asfalt...) slaan warmte op tijdens hittegolven. Het is ondenkbaar dat we in de toekomst nog plekken als deze zullen ontwerpen. We moeten het ontwerp van openbare ruimten heroverwegen, vooral door meer vegetatie te planten. Bomen zijn natuurlijke airconditioners. In het Zoniënwoud, als het erg warm is, is er een verschil van 3-4 graden met het stadscen-

trum. Waar mogelijk moeten we vergroenen en ontharden.”

Volgens Alain Maron gaan de Brusselse overheden die richting uit. "Onder impuls van het LEKP moeten we in deze richting doorgaan. Wanneer de nieuwe GSV van kracht wordt, zal de uitdaging zijn om deze herstructurering van het grondgebied te versnellen. Een goed voorbeeld is de metamorfose van het Flageyplein, waar meer dan 1000 vierkante meter onthard werd om een schaduwrijke, koelere ruimte te creëren voor de buurtbewoners. Krinkels, een van jullie leden, heeft de werken uitgevoerd. De aannemers, jullie leden, hebben de expertise ter zake.”

Volgens een 40-jarige studie van Perspective.brussel wordt Brussel beschouwd als een van de groenste hoofdsteden van Europa. "We hebben veel groene ruimten in de hoofdstad", bevestigt de minister, "maar ze zijn ongelijk verdeeld. Een grote uitdaging is om de openbare ruimte groener te maken, maar dit is vaak een delicaat evenwicht met autoverkeer en parkeren.”

Tot slot had de minister van Ecolo ook nog iets te zeggen over droogte. "90-95% van het drinkwater dat in Brussel wordt geconsumeerd, komt uit Wallonië. Het is een essentiële hulpbron die in gevaar kan worden gebracht door droogte of vervuiling. We moeten het dus bewaren en erop besparen. En opeenvolgende droge periodes, zelfs in de winter, kunnen een groot probleem vormen voor de bevoorrading. Deze droogteperiodes in de winter vertragen namelijk de aanvulling van de grondwaterlagen. Het is ook iets om in de gaten te houden terwijl we ons aanpassen aan water.”

Besluit

Brussel is dus al begonnen zich aan te passen aan de klimaatverandering. "We gaan de goede kant op, maar we moeten de transformatie van het gewest versnellen. De plannen bepalen de doelstellingen, de overheid zorgt voor de impuls, de studiebureaus ontwikkelen de oplossingen en tot slot voeren uw leden al de werken uit. Ze openen ook geweldige nieuwe marktkansen voor hen en ze hebben de expertise. Ze kunnen het!" “Brussel heeft jullie sector nodig om zich aan te passen aan de klimaatverandering,” besluit Alain Maron.

"Brussel heeft jullie sector nodig om zich aan te passen aan de klimaatverandering."
BRUSSEL
EMBUILD MAGAZINE • 05-06 | 2024 29

Het Ruimtelijk Ontwikkelingsplan en de gewestelijke instrumenten om de sector te sturen

De bouwsector zal bij de klimaatadaptatie rekening moeten houden met specifieke gewestelijke kenmerken. Met het Ruimtelijk Ontwikkelingsplan (ROP), dat eind april werd geactualiseerd, beschikt Wallonië nu over een strategisch instrument voor het beheer van de evolutie van zijn grondgebied tegen 2050. Onze sector moet het beschouwen als een gids die de grote lijnen voor ruimtelijke ordening uitzet. Er bestaan andere gewestelijke instrumenten, met name voor de wederopbouw na de overstromingen en hemelwaterbeheer.

Het ROP, dat in 1999 door de Waalse regering werd aangenomen, is een van de belangrijkste instrumenten van het Waals wetboek van ruimtelijke ordening (‘Code de Développement territorial wallon’, CoDT). Het is gebaseerd op een contextuele analyse die onlangs op verzoek van de Waalse regering is uitgevoerd en bijgewerkt door de Permanente Conferentie van de Territoriale Ontwikkeling (‘Conférence Permanente du Développement Territorial’, CPDT). De visie van het ROP voor het grondgebied is gericht op 12 uitdagingen. Een daarvan is: “Zich aanpassen aan de gevolgen van de klimaatverandering en de oorzaken ervan aanpakken.”

ties te verdichten en te versterken (meer woningen, handelszaken en kantoren). De industriële activiteiten, de vrijetijdsactiviteiten en de zware detailhandel zullen zich erbuiten kunnen blijven ontwikkelen, in gebieden buiten het centrum waar woningen zullen worden gebouwd, maar met een lagere dichtheid. Het gaat erom de beste plekken te vinden om te bouwen.

"STAD OF DORP OP 10 MINUTEN”

In het ROP vindt men een model voor een verdichte centrumfunctie, een soort ruimtelijke ordening van de toekomst. Dit is het plan voor “de stad of het dorp op 10 minuten ”. Vanuit je woning of werkplek moet het mogelijk zijn om binnen tien minuten te voet of per fiets: lokaal te gaan eten, zichzelf te ontplooien, zich uit te leven, zich te verzorgen zich te bevoorraden, zich te verplaatsen, een frisse neus te halen, te werken, te leren, elkaar te ontmoeten en elkaar te helpen.

Bijkomend ruimtebeslag beperken

Dit strategische instrument heeft een visie met zes ambities, waaronder de ruimtelijke optimalisatie door bijkomend ruimtebeslag te beperken, de stadsuitbreiding tegen 2050 af te remmen en door de centrumfuncties te versterken. In het ROP werd als doelstelling aangenomen dat er geen netto verharding meer bijkomt tegen 2050 (in Frankrijk gebruiken ze voor hun equivalent het Franse letterwoord ZAN (“Zéro Artificialisation Nette). We hebben het hier over grondgebruik en de impact van de bouw op klimaatverandering. Om de natuur te beschermen, de biodiversiteit te bevorderen en de uitstoot van broeikasgassen te verminderen via vastlegging van CO2 door de bodem, moeten we minder gronden verharden door de dorpscentrumfuncties of stedelijke func-

De doelstelling voor 2050 zal worden bereikt door de ERC-sequentie toe te passen. E (van het Franse werkwoord éviter, Voorkomen dat er nog ruimtebeslag bijkomt door bestaande gebouwen te hergebruiken), R (van het Franse werkwoord Réduire, De impact van ruimtebeslag verminderen door voor bebouwing opnieuw de centra te kiezen) en C (van het Franse werkwoord Compenser, Ruimtebeslag compenseren door gronden te ontharden).

Michel Dachelet, inspecteur-generaal op het departement Ruimtelijke Ordening en Stedenbouw van de SPW, wijst op drie belangrijke fasen/acties in deze strategie die 25 jaar lang zal lopen. "Ten eerste moesten we bepalen aan welke criteria de centrumfuncties moeten voldoen en wat daar mogelijk is. Dit is de strategie die door het ROP is vastgelegd. Ten tweede moeten de gemeenten hun lot in eigen handen nemen en deze centrumfuncties vastleggen. Het ROP bepaalt immers een eerste benadering van de centrumfuncties maar het zijn de gemeenten die voor een precieze afbakening moeten zorgen door een Gemeentelijk Ontwikkelingsplan (GOP, in het Frans SDC) aan te nemen. En ten derde, ten slotte, moeten we, nu 2050 nadert, concrete actie ondernemen om ernaar te streven dat

WALLONIË
30 EMBUILD MAGAZINE • 05-06 | 2024

er geen netto verharding meer bijkomt en dat 3 op de 4 nieuwe woningen in de centrumfuncties worden gebouwd.”

Gevolgen van de klimaatverandering

In dit eerste deel van het artikel hebben we de sector bewust gemaakt van de regels die van kracht zijn tegen 2050, om de impact van de sector op de klimaatverandering niet te vergroten, met name wat grondgebruik betreft. In het tweede deel hebben we het over de plannen/instrumenten die zijn ontwikkeld om de gevolgen van de klimaatverandering en de rampen zoals overstromingen, hevige regen of droogte het hoofd te bieden.

Als reactie op de overstromingen in de Vesdervallei in juli 2021 heeft de Waalse regering twee soorten plannen opgesteld om te helpen bij de wederopbouw en om bescherming te bieden tegen toekomstige rampen. Het eerste is voor het stroomgebied van de Vesder en omvat ongeveer vijftig gemeenten. "Het is bedoeld om de veerkrachtige en coherente wederopbouw van zwaar getroffen gebieden aan te moedigen. Er wordt bijvoorbeeld voorgesteld om de bebouwing op deze terreinen beter te reguleren, om wateruitbreidingsgebieden te behouden, enz. Als er een noodzaak is om de gronden te herbestemmen, kunnen de gemeenten en het Gewest het gewestplan wijzigen. In dat gewestplan worden de bestemmingen van de grond aangegeven. Dit eerste type plan zou ook nuttig kunnen zijn voor dichtbevolkte valleien zoals die van de Ourthe of de Dijle”, aldus Michel Dachelet.

Het tweede plan is een programma voor duurzame buurtontwikkeling. “Het zijn kleine plannen op basis van een hydrologisch model, voor de getroffen wijken in Chaudfontaine, Esneux, Luik, Limbourg, Pepinster, Rochefort, Theux, Trooz en Verviers. In dit plan wordt uitgelegd welke plaatsen het meest gevoelig zijn om aan wederopbouw te doen of te bouwen en wat bij voorkeur moet worden overwogen: slopen, wederopbouwen of geen nieuwbouw meer toestaan. Om de gemeenten te ondersteunen en te helpen, zijn er subsidies beschikbaar voor de aankoop van gebouwen, zodat lokale overheden zelf kunnen beslissen wat de beste optie is voor deze gebieden.”

Het Gewest heeft ook twee referentiekaders ingevoerd om de vergunningen te

reguleren. Een daarvan heeft betrekking op bebouwing en voorzieningen in overstromingsgevoelig gebied (laag, gemiddeld en hoog risico). "De gemeenten zijn in 95% van de gevallen verantwoordelijk voor het verlenen van vergunningen, maar de nieuwe bepalingen van het CoDT geven gemachtigde ambtenaren de mogelijkheid om de beslissing van een gemeente over een vergunning die is afgegeven in een overstromingsgebied te schorsen", legt Michel Dachelet uit.

Het andere is bedoeld om beter rekening te houden met het hemelwaterbeheer. Het doel is om de verplaatsing van regenwater dat wordt opgevangen op bebouwde of onbebouwde percelen zoveel mogelijk te beperken. Dit zou de ecologische en economische impact van waterbeheer moeten verminderen, evenals het risico op overstromingen stroomafwaarts van het project.

Merk op dat de GISER-cel (Gestion Intégrée Sol Erosion Ruissellement) van het Waals Gewest de gemeenten ondersteuning kan bieden bij het beheren van overstromingen, hemelwater en modderstromen.

Tot slot nog iets over droogte. Zoals eerder in dit artikel werd geschreven, is het doel van “stop de ongebreidelde stadsuitbreiding” de verdichting van de centrumfuncties. En wie verdichting zegt, zegt groter warmtegevoel wanneer de temperatuur stijgt. "In het ROP wordt duidelijk uitgelegd wat het belang is van groene ruimten en de vergroening van centrumfuncties om de gevolgen van hitte bij hittegolven te temperen. De voorgestelde verdichting is verstandig en redelijk en de stedelijke omgeving moet groen blijven.”

Besluit

Het Regionaal Ontwikkelingsplan en de verschillende gewestelijke instrumenten zullen de sector dan ook helpen om zich aan te passen aan de klimaatverandering. "Toen minister Borsus het ROP lanceerde, wilde hij er verschillende partners bij betrekken: de voormalige CCW, de UWE, de UWA en de BVS. We realiseerden ons toen dat de bouwsector voorspelbaarheid nodig heeft en precies moet weten wat en waar er gebouwd moet worden. Deze regionale strategieën helpen het debat te verduidelijken. Bouwers zijn een deel van de oplossing om de klimaatverandering het hoofd te bieden”, besluit Michel Dachelet.

EMBUILD MAGAZINE • 05-06 | 2024 31
À VOS CÔTÉS, PRO ET PRIVÉ ALTIJD MEE, PRO EN PRIVÉ 20%* korting? Da’s er boenk op! * Actiereglement, IPID en algemene voorwaarden op federale.be. Federale Verzekering – V.U. : Tom De Troch - Stoofstraat 12 – 1000 Brussel - www.federale.be. Coöperatieve Vennootschap voor Verzekering tegen Ongevallen, Brand, Burgerlijke Aansprakelikheid en Diverse Risico’s CVBA. Financieel rekeningnummer: BIC : BBRUBEBB IBAN : BE31 3100 0723 3155 - RPM Brussel BTW BE 0403.257.506. Vraag je vrijblijvende afspraak aan op federale.be/nl/actiecamionette

Bijleercruise betere logistiek

Op 18 april 2024 organiseerde de Cel Mobiliteit van Embuild.Brussels, in samenwerking met de Haven van Brussel, het evenement "Sustainable Logistics in Construction, Vision and Solution”. Een middag lang namen ongeveer vijftig mensen deel aan een cruise op het kanaal van Brussel. Doel: leren hoe een consolidatiecentrum werkt en de aanvoer van bouwmaterialen via het water verkennen.

Wist je dat tussen 8 en 15 procent van de bouwkosten bouwlogistiekgerelateerd is? Volgens de laatste cijfers van BrusselMobiliteit rijden er dagelijks 16 000 dieselvrachtwagens en 3000 dieselbestelwagens door Brussel. Het vervoer van bouwmaterialen is goed voor 26 procent van het stedelijk vrachtvervoer in onze hoofdstad. De sector is zich bewust van deze impact op het milieu en zoekt dan ook naar manieren om zijn koolstofvoetafdruk te verkleinen.

Consolidatiecentrum

Er bestaan oplossingen om de files op onze wegen te verlichten. Tijdens deze cruise konden de deelnemers meer te weten ko-

DE HAVEN VAN BRUSSEL WIL SAMENWERKEN MET ALLE SPELERS IN DE SECTOR

Als stakeholder van dit evenement benadrukte de Haven van Brussel het belang van samenwerking met onze sector. "Wat globale trafiek betreft, passeert ongeveer 6 miljoen ton aan goederen via de haven. Voor de eigen trafiek (goederen geladen en gelost in Brussel) is dat 4 miljoen, waarvan 60 procent bouwmaterialen. We willen dan ook samenwerken met alle spelers in de sector, zowel in het BCCC op de Vergotekaai als elders. We gaan trouwens een concessieopdracht voor diensten uitschrijven, die de rol van het eerste BCCC op zijn huidige locatie zal bevestigen en waarmee de oprichting van een tweede consolidatiecentrum aan de Biestebroeckkaai wordt beoogd. Momenteel loopt er een oproep tot het indienen van blijken van belangstelling (Request for Information) voor een perceel van 2 hectare dat interessant zou kunnen zijn voor de bouw. En tot slot nog groot nieuws: de Haven van Brussel wordt vanaf de tweede helft van 2024 trimodaal: water-weg-spoor, met een nieuwe verbinding met het spoor”, legt Geoffroy Drappier uit. Hij is coördinator projecten bij de Haven van Brussel.

men over dit onderwerp. Een daarvan is het gebruik van een consolidatiecentrum, zoals het huidige in de haven van Brussel (Brussels Construction Consolidation Centre, afgekort BCCC), om materialen " just in time/just in place" op de bouwplaats te leveren. "Tijdens het evenement presenteerde Coventuris, expert in innovatieve logistieke en transportoplossingen, zijn efficiënte consolidatiecentra voor de bouw in het buitenland: in Stockholm, Londen en Nederland. In België noemde Shipit het BCCC en de werf Kanal-Centre Pompidou, een voormalige Citroën-garage, waar 5 boten werden gebruikt om hergebruikt materiaal naar de werf te vervoeren, ter vervanging van bijna 20 vrachtwagens, maar ook de bouw van een gebouw op de site van Tour & Taxis, waarvoor de bakstenen werden geleverd door één boot en daarmee werden 60 vrachtwagens vermeden. BPC gaf ook feedback over een just in time/just in place levering op de City Dox bouwplaats, dankzij de toepassing van kitting”, legt Laurence Sailliez uit. Zij is adviseur Mobiliteit, Logistiek en Verkeersveiligheid bij Embuild.Brussels.

Gewestelijke strategieën

Klant én opdrachtgever moeten worden overtuigd van deze oplossing. Vastgoedontwikkelaar Nextensa benadrukte dan ook eveneens het belang van zijn rol in het koolstofvrij maken van bouwprojecten. En Bopro presenteerde een systemische visie op de circulaire economie toegepast op de hedendaagse stad en op de bouwprojecten. "Dit evenement toont de waardevolle bijdrage van de sector aan de gewestelijke strategieën zoals Good Move, Green Deal Logistiek, Shifting Economy en Renolution”, besluit Laurence Sailliez.

MOBILITEIT/BRUSSEL
EMBUILD MAGAZINE • 05-06 | 2024 33

RENOLUTION gaat verder en hierdoor wijzigt de regelgeving inzake gebouwen

Het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing (BWLKE) is onlangs gewijzigd om de doelstellingen van RENOLUTION na te streven. Op 14 mei 2024 kwamen de vakmensen uit de sector samen bij Embuild voor een informatiesessie over deze nieuwe regelgeving voor bouw en renovatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Een terugblik op dit evenement.

De informatiesessie bestond uit twee delen. Leefmilieu Brussel begon eerst met het bespreken van de veranderingen in de regelgeving. Embuild.Brussels, als actieve partner van de RENOLUTION Alliantie en leider van de workshop ‘Begeleiding aanbod’, presenteerde vervolgens de implicaties van deze nieuwigheden en de ondersteuning die beschikbaar is voor bouwbedrijven.

Herziening: zeven belangrijkste punten

Isabelle Rolin (Leefmilieu Brussel), hoofd van de onderafdeling EPB en leider van de Workshop ‘Regelgeving’ binnen de RENOLUTION Alliantie, presenteerde de zeven belangrijkste punten van deze herziening. Wat moet je ervan onthouden?

Het eerste betreft de energieprestatiedoelstellingen voor alle EPB-eenheden. Het Gewest heeft een energieprestatiedoelstelling in twee fasen ingevoerd. Het idee is om prioriteit te geven aan de renovatie van "energieverslindende woningen". In een eerste fase moet elke EPB-eenheid een minimale energieprestatie van 275 kWh/m²/jaar behalen (EPB E of beter). Dit eerste streefcijfer zou neerkomen op 250.000 te renoveren woningen. In een tweede fase moet een energieprestatie van 150 kWh/ m²/jaar (EPB C of beter) worden bereikt. Afwijkingen, waarvan de details nog moeten worden bepaald, zullen mogelijk zijn om de

EPB-doelstelling zo nodig aan te passen.

Het tweede is een veralgemeend en verplicht EPB-certificaat voor alle eenheden. Tot nu toe was het EPB-certificaat verplicht voor de verkoop of verhuur van woningen of kantoren van meer dan 500 m². Vanaf nu moet het worden opgesteld voor alle eigendommen, inclusief die welke door hun eigenaar worden bewoond en alle tertiaire gebouwen.

Ten derde zijn er specifieke regels voor mede-eigendommen. Bij mede-eigendom moet de vereniging van mede-eigenaars (VME) een EPB-deskundige aanstellen om de EPB-certificaten voor de woningen op te stellen en bij te werken en een samenvattend document op te stellen met daarin de uit te voeren werkzaamheden aan de gemeenschappelijke delen (dak, gevels, enz.).

Vierde punt: streven naar emissievrije gebouwen. Wat het vastgoedbestand voor tertiair gebruik betreft (met uitzondering van de industrie) in privé- of overheidshanden en wat nieuwbouwprojecten betreft, wordt er gestreefd naar emissievrije gebouwen, met andere woorden zeer hoge energieprestaties met geen of heel weinig energieverbruik, zonder broeikasgasuitstoot op basis van fossiele brandstoffen op locatie en bijna zonder operationele uitstoot van broeikasgassen.

Vijfde doelstelling: de geleidelijke uitfasering van fossiele brandstoffen. Ter herinnering: er was al beslist dat de installatie van stookolieketels na 1 juni 2025 wordt verboden. Gasgestookte ketels zijn dan weer vanaf 1 januari 2025 niet langer toegestaan in nieuwbouw en bij renovatieprojecten die met nieuwbouw gelijkgesteld worden, en in 2030 bij ingrijpende renovaties.

Het zesde punt om te onthouden: een sanctiesysteem. De herziening voorziet in twee sanctieregelingen. Niet-naleving van deze procedures kan leiden tot strafrechtelijke sancties (artikel 2.6.5. BWLKE). Niet-naleving van de renovatie-eisen leidt tot automatische administratieve boetes van €2,5 per 1 kWh/ jaar verschil in primair energieverbruik, met

34 EMBUILD MAGAZINE • 05-06 | 2024 BRUSSEL/BWLKE

ER IS ONDERSTEUNING MOGELIJK VOOR DE BOUWBEDRIJVEN

RENOLUTION-premies

Heb je vragen over de renovatiepremieregeling?

Helpdesk RENOLUTION: renolution@embuild.be

Transitie van jouw bedrijf:

Gratis ondersteuning om je praktijk duurzamer en circulairder te maken? Build Circular.Brussels: info@buildcircular.brussels

Heb je ondersteuning nodig bij je innovatieinitiatieven? C-tech: c-tech.brussels@buildwise.be

Beginnen met een geleidelijke overgang van het bedrijfsmodel naar meer sociale en ecologische duurzaamheid (zeer kleine ondernemingen en kmo’s)? Shift my enterprise: shiftmyenterprise@igneos.eu

Personeel werven

Wil je personeel werven en opleiden? Onze cel Onderwijs-Werkgelegenheid-Opleiding zal jou in samenwerking met Construcity helpen: dimitri.laenen@embuild.be

Projectoproepen

Financiering vinden voor een circulaire en duurzame renovatiebouwplaats? RENOLAB.B: renolab.b@leefmilieu.brussels

Financiering vinden voor een innovatief project dat obstakels voor renovatie wegneemt? RENOLAB.ID: https://renolution.brussels/nl/ renolabid

Technische vragen

Heb je technische vragen over een bouwproject? Facilitator Duurzaam Bouwen: facilitator@leefmilieu.brussels

de mogelijkheid om verzachtende omstandigheden te doen gelden (artikel 2.6.1 en 2.6.1/1 BWLKE).

Tot slot zijn er duidelijke deadlines om aan de verschillende verplichtingen te voldoen. Er zijn duidelijke deadlines vastgesteld, zodat zowel de vakmensen als het grote publiek stap voor stap de nodige actie kunnen ondernemen. De regering moet de komende maanden nog twee uitvoeringsbesluiten aannemen, waarin de precieze termijnen voor de renovatieplicht en de verplichting om een EPB-certificaat te verkrijgen, worden vastgelegd.

Isabelle Rolin van Leefmilieu Brussel legde uit welke veranderingen er waren aan de regelgeving.

EEN KORT OVERZICHT VAN DE DEADLINES

Hier zijn de belangrijkste momenten om te onthouden met betrekking tot de verschillende verplichtingen:

● Verplichting om een EPBcertificaat te hebben voor elke eenheid, binnen 5 jaar na de inwerkingtreding van het uitvoeringsbesluit.

● Verplichting om de EPB-eenheid te renoveren, na 10 jaar (tot min. 275 kWh/m2/jaar) en 20 jaar (tot min. 150 kWh/m2/jaar) vanaf de inwerkingtreding van het uitvoeringsbesluit.

● Versterkte middelenverbintenis bij de Vereniging van Medeeigenaars.

● Vanaf 2025: verbod op de installatie en vervanging van gasketels voor nieuwbouwprojecten en projecten die met nieuwbouw gelijkgesteld worden.

● Vanaf 2027: voldoen aan

nieuwe eisen voor emissievrije gebouwen en plaatsing van systeem dat hernieuwbare energie produceert, namelijk zonne-energie voor nieuwbouwprojecten van de openbare sector.

● Vanaf 2030: verbod op de installatie en vervanging van gasketels voor nieuwbouwprojecten, projecten die met nieuwbouw gelijkgesteld worden en ingrijpende renovaties

● Vanaf 2030: voldoen aan de nieuwe vereisten voor emissievrije gebouwen en plaatsing van een systeem dat hernieuwbare energie produceert, namelijk zonneenergie bij elk nieuwbouwproject.

Afwijkingen zijn mogelijk om technische, functionele of economische reden.

EMBUILD MAGAZINE • 05-06 | 2024 35 BRUSSEL/BWLKE

Een cruciale stap naar

duurzaamheid: groene supply chain management:

Een duurzame toeleveringsketen kan een aanzienlijke impact hebben op de ecologische voetafdruk van een onderneming en een positieve impact op het milieu. Hoe kunnen bouwbedrijven groene praktijken implementeren in de toeleveringsketen en leveranciers betrekken bij duurzaamheidsdoelstellingen?

Een duurzame toeleveringsketen is een essentiële strategie voor bouwbedrijven die streven naar een verminderde ecologische voetafdruk en een positieve impact op het milieu. De keten in kwestie is lang: van de inkoop van grondstoffen over de productie en de distributie tot de uiteindelijke levering op de bouwplaats of aan de klant. Bouwbedrijven spelen een cruciale rol in het implementeren van groene praktijken in de toeleveringsketen en het betrekken van leveranciers bij duurzaamheidsdoelstellingen.

Alternatieven identificeren

Een eerste stap is het identificeren van milieuvriendelijke alternatieven voor grondstoffen en materialen. Ondernemingen die hun milieu-impact willen verminderen, kunnen materialen kiezen die volledig of gedeeltelijk gemaakt zijn van gerecycleerde materialen. Ook materialen gemaakt van biologische of hernieuwbare bronnen zijn een optie.

Daarnaast kunnen aannemers onderzoeken of er alternatieven bestaan die minder energie en water verbruiken tijdens de productie. Een andere mogelijkheid zijn producten die een langere levensduur hebben, bijvoorbeeld omdat je ze kunt demonteren en hergebruiken. Om dergelijke duurzame keuzes te verkennen en toe te passen, is een vernieuwde samenwerking met leveranciers vereist. Er bestaan ook een aantal

websites met nuttige informatie:

• Een praktische gids voor bio-gebaseerde materialen en hun gebruik in isolatie van Buildwise. Geïnteresseerd? Scan dan de QR-code aan het einde van dit artikel.

• Zes praktische gidsen voor bouwbedrijven die meer willen inzetten op hergebruik. U kunt deze raadplegen als u de QR-code aan het einde van dit artikel scant.

• Bouwbedrijven kunnen zich laten certificeren volgens de CO2-prestatieladder. Er zijn vijf niveaus. Als een bedrijf niveau 4 haalt, dan heeft het niet alleen zijn eigen CO2-uitstoot tot een minimum herleid maar de uitstoot ook verminderd in de toeleve-

ringsketen. Dat kan bijvoorbeeld door alleen te werken met leveranciers die duurzaamheid vooropzetten. Zie ook www.co2-prestatieladder.be.

• Om de markt voor circulaire diensten en producten te doen groeien, is het cruciaal dat er meer circulair aangekocht wordt. Vlaanderen Circulair heeft een website opgezet over circulaire aankoopstrategieën: aankopen.vlaanderen-circulair.be. Door bovenaan te klikken op Aanbieders en dan op BOUW vind je een lijst van aanbieders van circulaire bouwproducten met inspirerende projecten.

Transparantie

Vervolgens is transparantie essentieel. Bouwbedrijven kunnen leveranciers aansporen om volledige openheid te geven over hun productieprocessen en milieuprestaties. Dit stelt bedrijven in staat om leveranciers te beoordelen op hun duurzaamheidsinspanningen en samen te werken aan verbeteringen waar nodig. Aan de hand van TOTEM (Tool to Optimise the Total Environmental impact of Materials) kun je objectieve informa-

Al in 2022 begon ons lid Beddeleem met de elektrificatie van het personenwagenpark.

VERANTWOORD ONDERNEMEN
36 EMBUILD MAGAZINE • 05-06 | 2024

Eind

in en rond Brussel verzorgen.

Anne De Coninck van Beddeleem vertelt PIONIER IN OOST-VLAANDEREN

Anne De Coninck: “Bij Beddeleem streven we tegen 2030 naar een reductie van 66 procent in onze transport-gerelateerde emissies ten opzichte van 2021. We doen dit door ons lokaal aankoopbeleid te versterken en ook door te investeren in de vergroening van ons transport.”

“Eind maart markeerde een belangrijke stap, met de bestelling van onze eerste elektrische vrachtwagen van Scania België. Deze zal onze huidige vrachtwagen met oplegger en laadklep vervangen. Vanaf november 2024 zal hij alle dagelijkse leveringen van onze productielocatie naar onze bouwplaatsen in en rond Brussel verzorgen. Dit zijn meer dan 700 transporten per jaar die worden uitgevoerd op volledig hernieuwbare energie!”

“Als pionier sinds 1950 loopt Beddeleem opnieuw voorop. Zoals we ook deden bij de elektrificatie van ons personenwagenpark, als policy al ingevoerd in 2022. Tegen de eerste helft van 2027 zal dit volledig elektrisch zijn en grotendeels geladen met eigen groene stroom die we al sinds 2011 zelf opwekken.”

“Ook voor extern transport vragen we jaarlijks alle info op bij onze partners en nemen we dit mee in onze CO2-berekening en -reductieplannen. Het maakt deel uit van de pijler Contribute to a Cool Planet uit onze duurzaamheidsstrategie The Future-Proof Workspace en is transparant opgenomen in ons eerste duurzaamheidsrapport. Wij blijven toegewijd aan onze doelstellingen voor reductie die in lijn zijn met het Science Based Targets initiative (SBTi).”

tie vinden over de milieu-impact van gebouwelementen, waardoor de impact van gebouwen verminderd kan worden. Voor meer informatie, surf naar www. totem-building.be.

Voor de berekening van deze milieu-impact vertrekt TOTEM van de Environmental Product Declarations of EPD’s van materialen. De informatie in een dergelijke EPD is transparant. Ze is gebaseerd op de volledige levenscyclusanalyse (LCA). Helaas is de procedure om in België een EPD te verkrijgen erg zwaar. Boven kun je geen EPD verkrijgen voor hergebruikmaterialen.

Duurzaamheid

Daarnaast kunnen bouwbedrijven duurzaamheidsvereisten opnemen in le-

verancierscontracten en -overeenkomsten. Door het stellen van duidelijke doelstellingen en prestatie-indicatoren op het gebied van duurzaamheid, kunnen bouwbedrijven leveranciers stimuleren om milieuvriendelijke praktijken te omarmen en te handhaven.

Samenwerken en kennis delen

Een andere belangrijke strategie is het bevorderen van samenwerking en kennisdeling binnen de toeleveringsketen. Bouwbedrijven kunnen leveranciers aanmoedigen om beste praktijken uit te wisselen en gezamenlijke initiatieven te ontwikkelen voor het verminderen van afval, energieverbruik en CO2-uitstoot. Een apart segment hiervan is de her-

Beddeleem wekt al sinds 2011 zijn eigen groene stroom op.

gebruikmarkt. Dit zijn geen klassieke producenten maar eerder lokale materiaalhubs. Handelaars en documentatie is te vinden op de website www.opalis.eu

Monitoring en evaluatie.

Tot slot is continue monitoring en evaluatie van cruciaal belang. Bouwbedrijven kunnen regelmatig de milieuprestaties van leveranciers controleren en feedback geven om verbeteringen aan te moedigen en te ondersteunen. Dit proces van voortdurende verbetering draagt bij aan de ontwikkeling van een veerkrachtige en duurzame toeleveringsketen.

Kortom, een groen supply chain management is geen optie meer, maar een noodzaak voor bouwbedrijven die streven naar duurzaam ondernemen en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Door samen te werken met leveranciers en groene praktijken te integreren in de toeleveringsketen, kunnen bouwbedrijven een positieve impact hebben op het milieu en tegelijkertijd waarde creëren voor hun bedrijf, de sector en de samenleving als geheel.

INFO: Nog vragen? Stel ze aan freija.jongbloet@ embuild.be. Voor de praktische gids voor biogebaseerde materialen en hun gebruik in isolatie van Buildwise, scan deze code

Voor de zes praktische gidsen voor bouwbedrijven die meer willen inzetten op hergebruik, scan deze code:

maart heeft Beddeleem zijn eerste elektrische vrachtwagen besteld bij Scania België. Vanaf november 2024 zal hij alle dagelijkse leveringen van de productielocatie naar de bouwplaatsen
EMBUILD MAGAZINE • 05-06 | 2024 37

Embuild reed weer mee met de 1000 kilometer!

De 1000 kilometer van Kom op tegen Kanker bracht dit jaar bijna 7 miljoen euro op. Embuild is trots dat het meereed met deze toertocht, en op die manier een bijdrage kon leveren aan de strijd tegen deze vreselijke ziekte.

De dertiende editie van de 1000 km voor Kom op tegen Kanker is een recordeditie geworden. Er stonden maar liefst 1251 fietsteams aan de start. En het verzamelde bedrag was al even indrukwekkend: minstens 6 925 500 euro. Het precieze bedrag was nog niet bekend toen we dit schreven en zal nog hoger liggen. Bij de deelnemers overigens ook teams van Denys, DEME en andere leden van Embuild.

Solidariteit

Kom op tegen Kanker is een fantastisch evenement (zie ook de kadertekst). Het geeft je rillingen, al die mensen die solidair een vuist maken tegen kanker. De netto-opbrengst van de 1000 km gaat naar kankeronderzoek dat een directe impact heeft op de levenskwaliteit en overlevingskansen van mensen met kanker. Dat is broodnodig, want jaarlijks krijgen meer dan 40 000 Vlamingen te horen dat ze kanker hebben.

Waarom de keuze voor een dergelijk patiëntgericht onderzoek? Omdat de farmaceutische industrie er niet of weinig in investeert. Het is immers vaak commercieel niet zo interessant. Neem bijvoorbeeld onderzoek naar nieuwe bestralingsstrategieën, met andere frequenties of plaatsen van de bestraling. Het effect kan heel positief zijn op het herstel van patiënten. Maar je kunt er geen nieuwe toestellen mee verkopen, en dus is dit minder interessant voor commerciële spelers. De financiële behoeften van dit soort onderzoek zijn dus vaak aanzienlijk. En aangezien ook de middelen van de overheid beperkt zijn, gaat de opbrengt van Kom op tegen Kanker naar dit onderzoek.

KOM OP TEGEN KANKER 38 EMBUILD MAGAZINE • 05-06 | 2024
Gerd Decoene en Steven Declercq met in hun midden een ancien van Kom op tegen Kanker, ex-VRT weerman Frank Deboosere.

Middagsteden

Graag danken we hier ook de organisatie, en dan vooral de seingevers op de motor die de weg veilig maakten, en de onvermoeibare wegkapiteins op de racefiets die de pelotons begeleidden. Bij deze laatsten bekende namen als Rudy De Bie en Ludo Dierckxsens. Het onthaal in gaststad Mechelen, waar elke dag begon en eindigde, en in de vier middagsteden Glabbeek, Aalst, Pelt en Oostkamp was weer bijzonder gastvrij. Onze dank aan deze gemeenten!

Op naar volgend jaar!

Ook in 2025 wil Embuild meerijden met de 1000 km van Kom op tegen Kanker. Het enige minpuntje is dat het niet eenvoudig is om vrouwelijke teamleden te vinden. Dit jaar moest Sofie Cannoot op haar eentje de eer van de Embuild-vrouwen hooghouden. Wat ze overigens schitterend deed, maar het zou mooi zijn mochten we in 2025 meer vrouwen aan de start kunnen brengen.

TWEE TEAMS DIT JAAR

De 1000 km van Kom op tegen Kanker is een fietstocht van 1000 kilometer. Hij wordt in het verlengde Hemelvaartweekend gereden, gespreid over vier dagen van 250 kilometer. Elke dag heeft een voor- en namiddagetappe van 125 kilometer. Dat maakt dus acht etappes in totaal, die gereden worden door een team van minimum één tot maximaal acht leden.

Elk team sponsort Kom op tegen Kanker met 5500 euro of meer.

Embuild rijdt al mee sinds de eerste editie. Maar dit jaar brachten we voor het eerst twee teams in stelling, met als leden Wim Garmyn, Joeri Van Meenen, Maarten De Voeght, Peter Graller, Philip Bogaert, Johan Vanden Driessche, Bram Schittecatte, Dieter Van Den Brant, Jochen Panis, Hendrik De Wit, Sofie Cannoot, Gerd Decoene, Steven Declercq en ten slotte gastrijder Geert Boury, die een rijder van Embuild verving toen deze op het laatste moment moest afhaken. Met allerlei acties werd een deel van het sponsorgeld verzameld. Embuild legde de rest bij.

KOM OP TEGEN KANKER EMBUILD MAGAZINE • 05-06 | 2024 39
Dieter Van Den Brant, Bram Schittecatte, Johan Vanden Driessche en Geert Boury in middagstad Aalst. Jochen Panis, Hendrik De Wit, Sofie Cannoot en Gerd Decoene. De vier die op dag één reden: Wim Garmyn, Maarten De Voeght, Joeri Van Meenen en Peter Graller. In het midden onze CEO Niko Demeester, die ook de fiets genomen had om naar etappeplaats Glabbeek te komen. Het team van zondag 12 mei, de afsluitende dag van Kom op tegen Kanker 2024: Joeri Van Meenen, Philip Bogaert, Steven Declercq en Gerd Decoene.

Intermat 2024 verwelkomde 1065 exposanten en 127 500 bezoekers

Intermat, de B2B beurs voor duurzame bouwoplossingen en -technologieën, werd gehouden van 24 tot 27 april 2024, in Paris Nord Villepinte. Het evenement, dat vier dagen duurde, trok maar liefst 1065 exposanten, van wie 68 procent uit het buitenland kwam. Bovendien werden er 127 500 bezoekers geregistreerd, onder wie 21 procent internationale bezoekers uit 130 landen. Embuild Magazine was een van de bezoekers. Een terugblik op het bezoek aan een vooraanstaand evenement in de internationale bouwsector, waarvan Embuild partner is.

Donderdag 25 april, de tweede dag van de beurs. We komen iets voor 9 uur aan bij de ingang van het grootste expositiecentrum in Frankrijk. Als je de honderden bezoekers uit het gewestelijk expresnet ziet komen, is het niet moeilijk om de omvang van Intermat te begrijpen. De reputatie van deze beurs reikt veel verder dan Frankrijk en zijn hoofdstad. Deze beurs staat trouwens onder de hoge bescherming van de president van de Franse Republiek, Emmanuel Macron. Vakmensen uit de bouwwereld komen van over de hele wereld om de nieuwe technologieën te bekijken die beschikbaar zijn voor bouwmachines en -uitrusting. Er rijden overigens gratis pendelbussen naar de luchthaven Roissy-Charles de Gaulle, die op 7 km afstand ligt.

Het evenement wordt georganiseerd door Comexposium, in samenwerking met de vijf belangrijkste beroepsorganisaties van de bouwsector: FNTP (Fédération Nationale des Travaux Publics), FFB (Fédération Française du Bâtiment), DLR (Fédération des Distributeurs, Loueurs et Réparateurs) en SEIMAT (Syndicat des Entreprises Internationales de Matériels de Construction et de Manutention) en EVOLIS (die fabrikanten van machines en uitrustingsgoederen vertegenwoordigt).

Decarbonisatie en digitalisering

Het evenement wordt om de drie jaar georganiseerd, maar de editie van 2021 werd geannuleerd als gevolg van de gezondheidscrisis. De laatste Intermat vond dan ook plaats in 2018. De centrale thema's van deze editie waren decarbonisatie en digitalisering. Een derde van de bezoekers was trouwens coordinator van investeringsprojecten die erop gericht zijn om sneller werk te maken van beide thema’s op de bouwplaats. Tijdens de openingsceremonie de dag ervoor ondertekenden de vijf organisaties het Manifest “De 4 sleutelelementen om het gebruik van bouwmaterieel koolstofvrij te maken”.

In de verschillende hallen van dit immense expositiecentrum was het aanbod opgebouwd rond vier pijlers: innovatie, energie, nieuwe vergelijkingen en MVO-verplichtingen. Buiten was een demozone gecreëerd om de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van bouwmachines te laten zien.

Van talrijke deelsectoren van de bouw werden de producten en innovaties getoond: gebouwensector, burgerlijke bouwkunde en de betonindustrie; grondverzet en sloop; wegen; hijsmiddelen, goederenbehandeling en transport; peilingen, boringen en de materiaalindustrie. Met 1065 exposanten, waarvan 68 procent uit het buitenland, was het moeilijk om niet te vinden wat je zocht! 17 van hen werden overigens bekroond tijdens de uitreiking van de Innovation Awards. Onder de meest vertegenwoordigde landen noemden de organisatoren België, Nederland, Italië, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Zweden, Finland, de Maghreblanden en Turkije.

BOUWBEURS
40 EMBUILD MAGAZINE • 05-06 | 2024
Intermat vond plaats in Paris Nord Villepinte, de grootste eventzone van Frankrijk.

Belgische exposanten

Tijdens ons bezoek konden we een aantal Belgische exposanten ontmoeten. Iets minder dan twintig van hen reisden naar Parijs om hun bouwproducten tentoon te stellen. Zo spraken we met Bonneux Concrete Machinery, een kmo gevestigd in Sint-Truiden met een Frans kantoor in Boeschepe in Noord-Frankrijk. Dit bedrijf is de exclusieve partner van Xanjer, een fabrikant van betonpompen en toebehoren, met activiteiten in Frankrijk en zijn overzeese gebieden, Duitsland en Scandinavië. Op Intermat waren nieuwe pompmachines te zien.

Als vertegenwoordiger van Embuild werden we zeer hartelijk verwelkomd door Cristina Vreven op de stand. "Ik ken jullie goed. Een paar jaar geleden gingen Embuild Limburg en ik naar Colombia voor een geweldige netwerkreis”, zegt ze, voordat ze het heeft over Intermat. "In België zijn we gewend om deel te nemen aan Matexpo, dat vooral bezoekers uit de Benelux aantrekt. Intermat is nog internationaler met de aanwezigheid van veel exposanten uit Azië, Turkije en de Maghreblanden... We zijn hier om ons nieuwe merk Xanjer te presenteren en vooral om onze Franse klanten te plezieren, voor wie deze beurs een uitstekende gelegenheid is om te netwerken”, legt Cristina uit. Opgemerkt moet worden dat de World of Concrete Europe tijdens deze editie werd georganiseerd. Het was de Europese ontmoetingsplaats voor de hele betonindustrie, met een expositieruimte en een forum waarmee de formidabele innovatiedrang van deze industrie in het zonnetje werd gezet.

We zetten ons bezoek voort op gangpaden waar heel wat volk loopt en waar je je ogen goed de kost kunt geven. In de Start-Up Village ontmoeten we HeronTrack, een bedrijf dat al heeft deelgenomen aan onze digitaliseringsbeurs Digital Construction Brussels. Deze kmo is gespecialiseerd in het traceren van gereedschap, met name in de bouwsector. "Het is nogal indrukwekkend om hier te zijn, te midden van grote internationale groepen. Voor ons is het altijd interessant om aan dit soort beurzen deel te nemen, omdat het ons inzicht geeft in de behoeften van de markt”, legt Gueric Rommel uit.

Onze volgende halte is TVH, een wereldwijde speler in reserveonderdelen voor vorkheftrucks, industriële voertuigen, bouwmachines en landbouwmachines. Dit Belgische bedrijf heeft zijn hoofdkantoor in Waregem en is internationaal bekend, met 81 vestigingen over de hele wereld. Ze leggen ons op

ONZE FIEC-COLLEGA'S WAREN AANWEZIG

DOMENICO CAMPOGRANDE, directeur van onze collega’s bij de FIEC (Europees Verbond van het Bouwbedrijf), woonde het evenement bij. "Intermat was een uitstekende gelegenheid om te bekijken hoe de fabrikanten van machines en uitrusting nieuwe technologieën en nieuwe vereisten in hun producten verwerken. Dit stelt bouwbedrijven in staat om enerzijds investeringsmogelijkheden te identificeren en ze vooruit te plannen, en anderzijds om nieuwe mogelijkheden voor innovatie in hun eigen structuren en processen te overwegen”, zegt hij.

Het viel ons allebei op dat er niet-Europese spelers aanwezig waren. "Het zou onze toekomstige beleidsmakers stof tot nadenken moeten geven over de initiatieven die moeten worden ontplooid om een echte nieuwe Europese industriële economie te definiëren.”

FLUX+ FLAT

Vraaggestuurde, energiezuinige balansventilatie in combinatie met puur installatiegemak

 Meest energiezuinige en stilste D+ -oplossing

 Standaard vocht-, CO2 en VOC detectie

 Tot 50% snellere installatie dankzij Quick-Fix ophangsysteem, beperkt gewicht (25kg/unit) en begeleide kalibratie.

 Flexibele plafond- of wandmontage, zowel horizontaal of verticaal

de stand uit dat Intermat een belangrijke beurs is in de wereld van bouwmachines, maar dat een definitieve beoordeling pas kan worden gegeven aan het einde van het vierdaagse evenement.

We konden ook praten met Chinese exposanten die het belang benadrukten van het leggen van Europese contacten op de beurs. We spraken ook met Farouk Chiali, de voormalige Algerijnse minister van Openbare Werken en Transport, met name tijdens het presidentschap van Abdelaziz Bouteflika. Hij is een trouwe bezoeker van het evenement sinds het begin en legde ons uit hoe belangrijk het is om aanwezig te zijn op Intermat, gezien de vele infrastructuurwerken die worden uitgevoerd in deze voormalige Franse kolonie, die in 1962 onafhankelijk werd.

30 procent meer contacten!

Naast workshops, rondetafelgesprekken en evenementen was er ook een conferentie over de wederopbouw van Oekraïne: ReBuild Ukraine. Tot slot nog wat interessante informatie als afsluiter. Volgens de organisatie is het aantal dagelijkse contacten per exposant met 30 procent gestegen ten opzichte van de editie van 2018. Wat heeft de volgende editie in petto? Antwoord in april 2027!

BOUWBEURS
EMBUILD MAGAZINE • 05-06 | 2024 41
NIEUW www.renson.net VENTILATION ı SUN PROTECTION ı OUTDOOR

Het opspannen van beglazingen volgens de regels van de kunst

De regels voor de opspanning van een beglazing in sponningen staan beschreven in de norm NBN EN 12488. Zo wordt er in dit document onder meer ingegaan op de afmetingen, de hardheid en de plaatsing van de beglazingsblokjes.

Om de prestaties en de duurzaamheid van het venster te garanderen, moet een in een sponning van een raam geplaatste beglazing correct opgespannen worden. De belangrijkste regels die hierbij nageleefd moeten worden, zijn dat er geen contact mag zijn tussen het glas en het raamkader, dat de door de beglazing opgenomen belastingen over het kader verdeeld moeten worden en dat het schrijnwerk haaks moet zijn.

Hiertoe worden drie soorten beglazingsblokjes gebruikt (zie afbeelding 1): ● steunblokjes

In de TV 221 worden deze laatste ‘spatieblokjes’ genoemd.

Elk van deze blokjes vervult een specifieke functie en beschikt over zijn eigen kenmerken.

De verschillende soorten beglazingsblokjes

STEUNBLOKJES

De steunblokjes vervullen voornamelijk een mechanische functie doordat ze het eigengewicht van de beglazing en de bedieningskrachten overdragen naar het raamkader. Naargelang van het bedieningstype moeten deze blokjes in de horizontale en verticale delen geplaatst worden (bv. bij opengaande ramen; zie afbeelding 2), dan wel alleen in de horizontale delen (bv. bij vaste en

Afb. 1 Verschillende soorten beglazingsblokjes voor een in een sponning geplaatste beglazing. ● stelblokjes ● afstandhouders.

BUILDWISE
42 EMBUILD MAGAZINE • 05-06 | 2024

schuiframen; zie afbeelding 3).

Om deze krachten te kunnen overbrengen, moeten deze blokjes doorgaans uit harde synthetische materialen bestaan, zoals polypropyleen of polyamide. Het gebruik van houten blokjes is afgeraden bij gecoat glas (wat meestal voorkomt bij de huidige dubbele en drievoudige beglazingen) en gelaagd glas omdat er in dit geval een risico bestaat dat de tussenlagen beschadigd zouden raken door de tannines in het hout.

Hun dikte bedraagt meestal zo’n 4 of 5 mm voor dubbele of drievoudige beglazingen, afhankelijk van de oppervlakte ervan.

De breedte van deze blokjes moet minstens 2 mm groter zijn dan de dikte van de beglazing opdat deze over haar volledige dikte ondersteund zou zijn.

De lengte van het blokje mag niet kleiner zijn dan 80 mm. Ze is niet alleen afhankelijk van het gewicht van de beglazing en de overdracht ervan naar de sponningbodem, maar ook van de druksterkte van het materiaal en van de geometrie van het raamkader en het steunblokje.

Tot slot mogen er maximaal twee blokjes aangebracht worden en moet de afstand tussen de hoek van de beglazing en de dichtstbijzijnde rand van het blokje minstens 50 mm

bedragen. Deze afstand is doorgaans gelijk aan zo’n 80 tot 100 mm.

STELBLOKJES

De stelblokjes hebben geen mechanische functie. Ze dienen enkel om de beglazing correct te positioneren ten opzichte van de sponningbodem en op haar plaats te houden. Deze blokjes, waarvan de plaatsing verplicht is (behalve bij vaste ramen), worden gebruikt om elk contact tussen het glas en de sponningbodem te vermijden, meer bepaald ter hoogte van de sluit- en ophangpunten van de vleugels.

Net zoals bij de steunblokjes, zijn de stelblokjes voornamelijk vervaardigd uit harde synthetische materialen.

AFSTANDHOUDERS

De afstandhouders worden gebruikt om de beglazing correct te positioneren en op haar plaats te houden ten opzichte van de tegenaanslag enerzijds en de glaslat anderzijds. Dit zorgt ervoor dat de voeg tussen de beglazing en het raamkader (in het vlak evenwijdig aan de beglazing) overal even dik is.

In de praktijk worden afstandhouders vaak uitgevoerd in de vorm van een rugvulling of een doorlopend afdichtingsprofiel.

POSITIONERING VAN DE BEGLAZINGSBLOKJES IN FUNCTIE VAN HET RAAMTYPE

Voor de plaatsing van de beglazingsblokjes in functie van het raamtype kan men zich baseren op bijlage C van de norm NBN EN 12488. Er moet steeds op toegezien worden dat de draineeropeningen niet afgesloten worden door een blokje.

Samenvatting van een artikel verschenen op de pagina’s 8-10 van het Buildwise Magazine 2021/6. Enkel het originele Buildwise-artikel geldt als referentie.

BUILDWISE
Afb. 2 Plaatsing van de steunblokjes bij een draaikipraam met één vleugel. Afb. 3 Plaatsing van de steunblokjes bij een vast raam.
EMBUILD MAGAZINE • 05-06 | 2024 43

Plaatsing van houten ramen in spouwmuurconstructies

Het buitenschrijnwerk wordt steeds vaker vóór de uitvoering van de gevelbekleding geplaatst. Er zijn met deze techniek echter ook enkele aandachtspunten gemoeid voor de schrijnwerker. De luchtdichtheid van het plaatsingskader moet gegarandeerd zijn, de bovenkant en de zijkanten van het kader moeten beschermd worden en de minimale contactlengte tussen het plaatsingskader en het raamkader moet nageleefd worden.

Principe van de techniek

Buildwise heeft onlangs de TV’s 286 en 288 omtrent de plaatsing van schrijnwerk in spouwmuurconstructies gepubliceerd.

Over het algemeen is het gunstiger om het venster te plaatsen voordat de spouwisolatie aangebracht wordt en het buitenspouwblad opgetrokken wordt. In dat geval is het immers eenvoudiger om het waterscherm van de vensteraansluiting uit te voeren en om de spouwisolatie correct te laten aansluiten op het geplaatste venster.

Deze techniek wordt geïllustreerd in afbeelding 1. Bij deze oplossing wordt er rondom het raam een plaatsingskader aangebracht dat op luchtdichte en mechanische wijze verbonden wordt met het raamkader. Vervolgens worden beide kaders in de ruwbouw verankerd. Afbeelding 2 geeft het volledige EPB-aanvaardbare aansluitingsdetail weer waarbij de spouwisolatie, het buitenspouwblad en de binnenafwerking aangebracht werden door de overige betrokken aannemers.

Aandachtspunten

We beschouwen een aantal praktische aandachtspunten die betrekking hebben op de werken van de schrijnwerker.

LUCHTDICHTHEID

Het luchtdichte plaatsingskader (zie Ž in afbeelding 1 op de vorige pagina) kan opgebouwd zijn uit platen op basis van hout of houtderivaten (bv. multiplex), maar andere materialen zijn ook mogelijk, zoals gerecycleerd PUR-hardschuim.

De luchtdichte aansluiting tussen het raamkader en het plaatsingskader wordt gerealiseerd door middel van een samengedrukte schuimband of een expansieve lijm

Afb. 1 Plaatsing van een houten raam met behulp van een luchtdicht plaatsingskader voordat de spouwisolatie aangebracht werd en het buitenspouwblad opgetrokken werd.

➊ Waterscherm van de vensteraansluiting

➋ Expansieve luchtdichte lijmvoeg of voegkit/ zwelband

➌ Luchtdicht plaatsingskader

➍ PUR-schuim

➎ Luchtdichtheidsfolie (te voorzien door de schrijnwerker indien hij hiervoor aangeduid wordt door de opdrachtgever)

➏ Ondersteuningsconsole voor het plaatsingskader (indien vereist)

BUILDWISE
➊ ➋ ➌ ➍ ➎ ➏
44 EMBUILD MAGAZINE • 05-06 | 2024

Afb. 2 Volledig detail van een houten raam met stenen dorpel dat met behulp van een luchtdicht plaatsingskader geplaatst werd voordat de spouwisolatie aangebracht werd en het buitenspouwblad opgetrokken werd.

(zie ➋ in afbeelding 1). Deze aansluiting gebeurt vóór de mechanische bevestiging van het plaatsingskader op het raamkader.

Om tussen het luchtdichte plaatsingskader en de dragende muurconstructie een luchtdichte aansluiting te realiseren, wordt een luchtdichtheidsfolie aangebracht (zie ➎ in afbeelding 1). De opdrachtgever kan de schrijnwerker aanduiden om deze folie aan te brengen.

WATERDICHTHEID

Het waterscherm, dat op de bovenkant en de zijkanten van de vensteraansluiting aangebracht moet worden (zie ➊ in afbeelding 1), kan uit een EPDM-membraan bestaan. Dit waterscherm kan op het binnenspouwblad en het raamkader gekleefd worden.

THERMISCHE PRESTATIES

Opdat de overige betrokken aannemers een EPB-aanvaardbare aansluiting zouden kunnen realiseren, moet de schrijnwerker rekening houden met de volgende aandachtspunten.

De warmtegeleidbaarheid λ van het materiaal van het plaatsingskader moet kleiner zijn dan of gelijk zijn aan 0,2 W/m.K. Dat is het geval bij platen op basis van hout. Tegelijkertijd moet ervoor gezorgd worden dat de thermische weerstand ‘R’ van het plaatsingskader minstens gelijk is aan 1,5 m2.K/W.

Voor een plaatsingskader uit multiplex komt R ≥ 1,5 overeen met een diepte (d f) ≥ 30 cm. Bij dieptes kleiner dan 30 cm zal men een plaatmateriaal met betere thermische prestaties (lagere warmtegeleidbaarheid) moeten gebruiken.

De contactlengte tussen het raamkader en het plaatsingskader (d contact) moet minstens half zo breed zijn als het raamprofiel.

Samenvatting van een artikel verschenen op de pagina’s 12-13 van het Buildwise Magazine 2022/5 (maart-april 2022). Enkel het originele Buildwise-artikel geldt als referentie.

Blijf voorop als schrijnwerker dankzij de nieuwe plaatsingsrichtlijnen uit onze recente Technische Voorlichtingen (TV’s) 286 en 288, die afgestemd werden op de herziene eisen voor de gebouwschil. Van algemene aspecten tot specifieke technische detailfiches voor ramen uit hout, pvc en aluminium… We hebben aan alles gedacht! Ga voor het complete overzicht naar https://buildwise. direct/glaswerken-schrijnwerken-campagne.

BUILDWISE
EMBUILD MAGAZINE • 05-06 | 2024 45

De Coster D. nv & Bioterra, steengroeve wordt weer natuur

Dit jaar nam een ongewoon project deel aan Open Wervendag: de herbestemming van de voormalige grindgroeves van Artilaval en van Grondzorg Limburg in DilsenStokkem. Voor één keer geen bouw- of infrastructuurwerken, maar de creatie van een stuk natuur dat straks een onderdeel wordt van het Limburgse Nationaal Park Hoge Kempen. Een boeiende onderneming, die illustreert hoe de benadering van natuur en milieu in de voorbije decennia geëvolueerd is.

Het project werd ingeschreven bij OWD door ons lid De Coster Dominique nv uit Houthalen-Helchteren, vertelde ons mede-zaakvoerder Rob De Coster.

Rob De Coster: “We zijn een familiebedrijf met een tachtigtal mensen in dienst die zich sterk maken voor grond-, afbraak-, infrastructuur- en funderingstechnieken. We maken deel uit van een grotere groep met daarin onder meer Martens Wegenbouw, dat die zich richt op de infrastructuurwerken, en DeCo Recycling, dat allerhande recyclingwerken uitvoert zoals sorteren en breken van zuivere en verontreinigde puingranulaten.”

Eén van de twee groeves was eigendom van Grondzorg Limburg (GZL), een onderneming die overgenomen werd door onze gesprekspartner. De andere groeve is in handen van Artilaval, dat onderdeel is van de groep waaronder ook Bioterra nv ressorteert.

Grind

De geschiedenis van deze plaats is meteen ook de geschiedenis van onze visie op de exploitatie van natuurlijke hulpbronnen. De groeves liggen aan de rand van het Kempens Plateau, niet ver van de Maas. In die streken wordt al sinds mensenheugenis grind gewonnen.

Rob De Coster: “Beide groeves hadden een vergunning voor ontginning van grind, maar ze waren uitgeput geraakt. De vraag was wat er in de toekomst mee moest gebeuren, na het stopzetten van de exploitatie. In principe was er al een nabestemming vastgelegd, namelijk recreatie. In de jaren 1990 stelde de stad Dilsen-Stokkem dus voor om er een motorcross-circuit aan te leggen. Maar gelukkig

heeft men hiervoor geen draagvlak kunnen vinden.”

Nationaal Park

De oorzaak was een samenloop van omstandigheden en vooral een veranderende tijdsgeest, zegt Johan Rutten van de firma J.R. ECOnsult. Deze milieu-consultant begeleidde Grondzorg Limburg en Artilaval bij de herbestemming van de groeve en het bekomen en uitvoeren van verschillende vergunningen. Hij kent het gebied al een jaar of dertig.

Johan Rutten: “Er kwam een ander bestuur aan de macht in Dilsen-Stokkem. En dat zag een motorcrosscircuit niet meer zitten. Meer algemeen was er intussen een nieuwe visie ontstaan op de grindwinning langs de Maas, die verankerd werd in een nieuw grinddecreet. Er kwam steeds meer protest tegen de schade aan het landschap. Er groeide een consensus dat herbestemming als natuurgebied of eventueel landbouwgrond een grotere plaats moest krijgen.”

Bovendien was intussen het Regionaal Landschap Kempen en Maasland opgericht, een vzw die hoogwaardige natuur- en landschap koppelt aan duurzaam toerisme. In de schoot van deze organisatie werd een oud idee concreet gemaakt. In 1912 al opperde prof. Jean Massart, een Brussels pionier van de natuurbescherming, om in de streek een natuurpark op te richten. Met bijna een eeuw vertraging was het dan zover. In 2006 werd de Nationaal Park Hoge Kempen – het eerste nationale park in het land – officieel geopend.

Aangezien de groeves vlak bij het Nationaal Park liggen, creëerde dit een nieuwe situatie. Besloten werd om ze in te passen in het Nationaal Park.

De groeves worden opgenomen in het Nationaal Park Hoge Kempen, een toeristische trekpleister in Limburg

46 EMBUILD MAGAZINE • 05-06 | 2024 PROJECT
De grindgroeves van bovenaf bekeken

Het typische heidelandschap

wordt hersteld met lokale planten uit de omgeving

Opvullen

Daarmee kon ons lid De Coster Dominique nv en Bioterra aan de slag gaan.

Rob De Coster: “De vergunning voorzag de afwerking van de groeves binnen tien jaar, maar dit bleek niet haalbaar. Vooral de bankencrisis en de gevolgen daarvan veroorzaakten aanzienlijke vertraging in de aanvoer van zuiver bodemmateriaal. Bovendien moest eerst nog enkele honderdduizenden kubieke meter zand worden ontgonnen voor de bouwnijverheid. Dat werd onder meer gebruikt als grondstof voor bakstenen en voor Limburgs bouwprojecten. Daarna moesten we de groeve weer opvullen. Op dat punt hadden we eigenlijk een perfecte match. Limburgse aannemers zitten namelijk met grondoverschotten, en wilden die op een milieucorrecte manier kwijtraken. Dat kon bij ons.”

Toch was er een kink in de kabel. Voor een bestemming als natuurgebied moet de grond aan strenge milieucriteria voldoen.

Johan Rutten: “Voor de herbestemming is dan een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) opgesteld, met een wetenschappelijke basis voor een streng maar haalbaar normenkader. In 2012 werd er onder minister Muyters definitief een GRUP vastgesteld, en in 2013 werden de nodige vergunningen afgeleverd.”

Natuurherstel

De ontginnings- en opvulwerkzaamheden vergden grondige afstemming, maar verliepen vervolgens hand-in-hand.

Rob De Coster: “Technisch stellen er zich voor een onderneming als de onze geen problemen. Wij hebben jaren ervaring op dit gebied. We moeten de werken wel zeer nauwgezet opvolgen, volgens een stramien gedefinieerd door de Vlaamse overheid. We zijn verplicht om daarover regelmatig te rapporteren. Een

voordeel is dat we boven grondwaterniveau werken en dat er daardoor geen risico bestaat op grondwatercontaminatie, aangezien er nog anderhalve meter beschermlaag onder de bodem van de groeves zit.”

Lang geleden, toen de ontginning van de groeves begon, is eerst een laag zandige dekgrond boven het grind weggegraven. Dat materiaal lag nog altijd vlakbij en is hergebruikt voor de eindafwerking van de groeve.

Johan Rutten: “De gewenste natuurontwikkeling is in overleg met het Agentschap Natuur en Bos vastgesteld. Het natuurdoel is het maximale herstel van de heide die typisch is voor deze streek, aangevuld met een stuk dat spontaan kan herbebossen. Daarom worden plagsel en maaisel van de nabijgelegen heide gebruikt als bodembedekking. Dit materiaal zit vol met zaden en resten van planten, waardoor de ontwikkeling van heivegetatie alle kansen krijgt, mits het voeren van gerichte beheersmaatregelen, zoals begrazing door schapen.”

Meerwaarde

Rob De Coster is best wel trots dat dit project deelneemt aan Open Wervendag.

Rob De Coster: “Grondwerkers hebben nu eenmaal niet zo een goede reputatie bij de buitenwereld. Het is mooi dat we met dit project kunnen laten zien dat er ook een andere kant bestaat aan grondwerken. We kunnen maatschappelijke meerwaarde creëren. We kunnen bijdragen aan het behoud van de biodiversiteit. Veel mensen beseffen dat niet, maar voor mij is dat eigenlijk altijd evident geweest.”

In 2030 worden beide groeves definitief geïntegreerd in het Nationaal Park Hoge Kempen.

EMBUILD MAGAZINE • 05-06 | 2024 47
–PS Survey © Peter Strigencz –PS Survey © Peter Strigencz –PS Survey
© Peter Strigencz

Denys stond in voor installatie en montage van voorgefabriceerde hyperloopbuizen

In het Nederlandse Groningen werd onlangs de bouw van de 420 meter lange testbaan voor de Europese Hyperloop afgewerkt. Ons lid Denys was daarbij verantwoordelijk voor de installatie en montage van voorgefabriceerde hyperloopbuizen. Vanaf nu kunnen tests van start gaan voor dit veelbelovende transportmiddel van de toekomst voor zowel goederen als personen.

Het concept van een hyperloop, ook wel vacuümtrein genoemd, is niet nieuw: al rond 1800 werd de idee geopperd om spoorwegen op luchtdruk te maken. Het duurde echter tot 2012, wanneer een bekend Amerikaanse ondernemer genaamd Elon Musk er opnieuw over begon, dat dit transportsysteem via luchtdrukbuizen echt het onderwerp werd van grondig, wetenschappelijk onderzoek.

Dit jaar werd dan een nieuwe mijlpaal bereikt: in Groningen opent het European Hyperloop Center (EHC) de deuren van zijn testinfrastructuur: een 420 meter lange testbaan, inclusief een baanwissel. De EHC maakt deel uit van het Hyperloop Development Program (HDP). Dat is een publiek-private samenwerking van meer dan 25 partners om de hyperlooptechnologie vooruit te helpen.

Secuur bouwen

Als specialist in onder meer complexe tunnelprojecten, stond bouwbedrijf Denys in voor de installatie en montage van de voorgefabriceerde hyperloopbuizen. Maarten Vanneste, manager innovatie bij Denys, legt uit: “Onze teams hebben een uitgebreide ervaring in het monteren van dergelijke infrastructuur. We gaan hierbij - zoals steeds - uitermate secuur te werk en zijn dan ook uitermate tevreden dat we konden bijdragen aan dit veelbelovende project. Zo ligt het energieverbruik bijzonder laag: transport via de hyperloop wordt tien keer lager geschat dan reizen met de auto of het vliegtuig.”

De testinstallatie voor hyperloops waaraan Denys meebouwde, ligt in het Nederlandse Groningen.

European Hyperloop Center 2

In Groningen zal onder meer ook onderzocht worden hoe een baansplitsing van een hyperloop functioneert. Deze is duidelijk herkenbaar op deze foto.

HIGHTECH TRANSPORT IN GRONINGEN
48 EMBUILD MAGAZINE • 05-06 | 2024

Het energieverbruik van transport via de hyperloop wordt tien keer lager geschat dan reizen met de auto of het vliegtuig.

De hyperloop is 420 meter lang, een heel eind meer dan de andere testfaciliteit in Zwitserland.

Marinus van der Meijs, director Technology and Engineering bij Hardt Hyperloop, een toonaangevende speler op vlak van hyperloop technologie, is eveneens bijzonder enthousiast:

“Het European Hyperloop Center is de perfecte faciliteit om deze technologie te valideren en verder te verbeteren. Deze infrastructuur stelt ons in staat de essentiële technologieën te bewijzen, zoals de magnetische levitatie, voortstuwing, stabilisatie en zelfs een baanwissel, bij snelheden tot 100 kilometer per uur.”

De testinfrastructuur bij de EHC werd specifiek ontworpen om real-world-omstandigheden weer te geven en markeert een cruciaal moment in de hyperloop ontwikkeling. “Deze state-of-the-art faciliteit is het resultaat van de inspanningen en expertise van alle betrokken partners,” voegt Sascha Lamme, directeur van het European Hyperloop Center, er nog aan toe.

Wereldwijde interesse

Het European Hyperloop Center maakt ook deel uit van een Europese cluster van onderzoeksinfrastructuur, samen met een hyperloop testfaciliteit in Zwitserland, DemoTube. Deze laatste is evenwel slechts 120 meter lang. Het combineren van de resultaten van beide hyperloop testfaciliteiten moet de ontwikkeling van de hyperloop technologie versnellen.

De interesse hiervoor neemt wereldwijd toe. Op continentaal niveau heeft de Europese Commissie voorgesteld om hyperloop op te nemen in het TEN-T-beleid, met steun van het Europees Parlement. Dit beleid is gericht op het verbeteren van de connectiviteit tussen de Europese lidstaten. In Italië is onlangs een haalbaarheidsstudie gestart naar een hyperloop-pilotroute. In En in India zijn ze eveneens van plan om in 2026 een hyperloop-pilot uit te voeren.

EMBUILD MAGAZINE • 05-06 | 2024 49
De binnenkant van de hyperloop.

PROMO VAN DE MAAND JUNI 2024

Surf naar: members.embuild. be/nl/ledenkortingen/ pretparken/bellewaerde

UITZONDERLIJK LEDENAANBOD

Om van dit voordeel te genieten*, en geef de kortingscode:

Surf naar: members.embuild. be/nl/ledenkortingen/ pretparken/walibi

*Deze
hele
2024
openingsuren van het park). Deze actie is geldig t.e.m. 5 januari 2025 Gratis toegang voor kinderen <1m.Dit aanbod is niet cumuleerbaar met andere promoties.
tickets zijn geldig een dag naar keuze gedurende het
seizoen
(volgens
EMBUILD €41,50 I.P.V. €49,00 / PERSOON UW TICKETS AAN: €26,00 I.P.V. €35,00 / PERSOON UW TICKETS AAN: surf naar www.tickets-for-parks.be/nl
LEDENVOORDELEN 50 EMBUILD MAGAZINE • 05-06 | 2024
Of scan: Of scan:

Dagboek der Werken

Het Dagboek der Werken (opgemaakt conform aan de eisen van de overheid), wordt bijgehouden op elke bouwplaats door de afgevaardigde van de aanbestedende overheid. Dagelijks worden alle aanduidingen in verband met de uitvoering van de werken vermeld.

Het dagboek der werken geeft een stand van zaken van de werken weer en een samenvatting van de genomen beslissingen en aangegane overeen-komsten, evenals de bevelen van het bestuur en van de ontwerper.

Het dagboek der werken wordt permanent bewaard op de bouwplaats tot aan de voorlopige oplevering van de opdracht.

Het bestuur, de aannemer en de ontwerper ontvangen meestal wekelijks een afschrift van de aantekeningen die in de afgelopen week werden opgemaakt.

Het dagboek der werken is in de eerste plaats bedoeld voor de overheids-opdrachten maar kan ook nuttig zijn voor private werken.

Speciale verkoopprijs enkel voor de maand juni 2024

Ledenprijs voor deze publicatie: € 11,00 (exclusief BTW)

Niet-ledenprijs voor deze publicatie: € 21,00 (exclusief BTW)

Deze uitgave kan besteld worden via de website www.embuild.be, e-shop, categorie juridisch of door een mail te sturen naar bestellingen@embuild.be

Embuild Magazine is het maandblad van de vzw Embuild, Kunstlaan 20, 1000 Brussel

Verantwoordelijke uitgever: Filip Coveliers, Kunstlaan 20, 1000 Brussel

Afgiftekantoor: Gent X

Redactie: Peter Graller, Marc Guéret, Gerrit De Goignies tel. 02 545 57 30 peter.graller@embuild.be

Vormgeving: nikka.cuypers@embuild.be abder-razzaaq.boujdaini@embuild.be

Reacties - vragen: communicatie@embuild.be

Met de medewerking van: de studiedienst van Embuild tel. 02 545 56 36 officeteam@embuild.be

• Embuild Vlaanderen

Johan Walewijns, tel. 02 545 57 49 johan.walewijns@embuild.be

• Embuild.Brussels Morgane Cendoya, tel. 02 545 58 29 morgane.cendoya@embuild.be

• Embuild Wallonie Katia Bogaard tel. 02 545 56 68 katia.bogaard@embuild.be

Abonnementen: Claude Bernaerts, tel. 02 545 56 88 claude.bernaerts@embuild.be

Reclame: Kristel Dekempeneer, tel. 02 545 56 99 - fax 02 545 59 08, kristel.dekempeneer@embuild.be of kde@embuild.be.

Prijs jaarabonnement Leden van Embuild: begrepen in het lidgeld Niet-leden: € 137,80 (incl. BTW en portkosten) / buitenland: € 300 (incl. btw en portkosten)

Druk: Graphius

Lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers

Vanaf nu wordt Embuild Magazine gedrukt op papier geproduceerd met hout uit duurzaam beheerde bossen. De duurzaamheid wordt gegarandeerd door de internationale organisatie Forest Stewardship Council (FSC), die niet alleen het bos controleert maar de hele handelsketen tot aan de drukker.
LEDENVOORDELEN EMBUILD MAGAZINE • 05-06 | 2024 51

DEMO DAYS is een professioneel evenement waarbij alles draait om werkende machines. Doorlopend demo’s en testen van meer dan 100 (graaf)machines, trucks, kippers, accessoires en ander materieel.

Specifiek voor operatoren en machinisten, werkplaatsverantwoordelijken, aankopers, technisch directeurs en openbare besturen.

6+7+8 sept 2024 Demo Days BV | President Kennedypark 31B - 8500 Kortrijk | T +32 56 98 07 60 | info@demodays2024.be | www.demodays2024.be
BE SURE TO BRING YOUR BOOTS MEER INFO: WWW.DEMODAYS2024.BE EMB6824 GEBRUIK DEZE CODE VOOR GRATIS REGISTRATIE OP WWW.DEMODAYS2024.BE TERRIL SAINT-ANTOINE BOUSSU

Elegant ThermoFibra-deuren van Deceuninck combineren kwaliteit, efficiëntie en duurzaamheid

De Elegant ThermoFibra-deuren van Deceuninck zijn niet alleen mooi en elegant, ze zijn ook duurzaam en veilig. Deze pvc-voordeuren hebben uitstekende isolerende eigenschappen, waardoor ze zeer energie-efficiënt zijn. Ze helpen om de warmte binnen te houden tijdens de winter en het huis koel te houden in de zomer. Ze beschikken ook over de innovatieve ThermoFibratechnologie, waarbij de vleugel

(85 mm) niet met staal wordt versterkt, maar met glasvezels. Hierdoor worden koudebruggen voorkomen en behalen de deuren nóg betere isolatiewaarden.

De deurprofielen bieden niet alleen technische voordelen, ook op ergonomisch vlak hebben ze tal van pluspunten. Zo bestaat de vleugel uit één profiel. De installateur hoeft geen versterking meer te voorzien, die

bijkomend in de vleugel geschroefd moet worden. Dit betekent minder stock en geeft tijdswinst. Tot slot geven we nog mee dat Deceuninck steeds meer gerecycleerd materiaal gebruikt. Zo bestaat de kern van een deurprofiel – de Forthex-versterking – uit gerecycleerd pvc-schuim, de laag errond is gerecycleerd pvc.

INFO : www.deceuninck.be

Wevolt energiedak: hernieuwbare energie en een strakke uitstraling gaan hand in hand

Zonne-energie is een bewuste keuze voor iedereen die streeft naar duurzaam (ver)bouwen. De Wevolt zonnepanelen van Wienerberger combineren de voordelen van hernieuwbare energie met een strakke uitstraling. Wevolt panelen zijn geschikt voor nieuwbouw, renovatie en prefab daken en kunnen zowel voor individuele woningen en appartementsgebouwen als in seriebouwprojecten ingezet worden.

Wevolt omvat twee systemen: Wevolt X-Roof en Wevolt X-Tile. Met Wevolt X-Roof stelt Wienerberger een volledig dakvervangend systeem voor. Het regendicht dakvervangend systeem benut het volledige dakoppervlak en vervangt zo de traditionele dakpannen. Het resultaat is een regendicht, hagelbestendig en brandveilig energiedak met een eigentijdse uitstraling en maximaal rendement. De Wevolt X-Tile zonnepanelen laten

zich naadloos inpassen tussen de Koramic Actua 10 kleidakpannen. Dat resulteert in een rustig dakbeeld waarin de Wevolt X-Tile nauwelijks opvalt.

Naast de eenvoudige installatie van deze panelen kunt u bovendien rekenen op de kwaliteit en betrouwbaarheid van Wienerberger.

INFO : www.wienerberger.be/fr/wevolt

BOUWMARKT
EMBUILD MAGAZINE • 05-06 | 2024 53

EMBUILD ONTMOETTE MINISTER VAN TIGCHELT

Onverdroten gaat het lobbywerk van Embuild verder. Op 14 mei was er een ontmoeting van onze CEO Niko Demeester met minister van Justitie Paul Van Tigchelt (Open VLD) op een bouwplaats van ons lid Van Poppel in Mechelen.

Bedrijfsleider Bob Van Poppel legde aan de minister

uit met welke problemen een aannemer geconfronteerd wordt tijdens bouwprojecten. Maar hij toonde ook dat milieuvriendelijker bouwen mogelijk is, bijvoorbeeld door batterijen te gebruiken in de plaats van luidruchtige, stinkende generatoren. Niko Demeester benadrukte de vijf belangrijkste eisen van de

bouw in de aanloop naar de verkiezingen: 6 procent btw op sloop en heropbouw, de ontleningscapaciteit van gezinnen, betere vergunningstrajecten, hogere overheidsinvesteringen en ten slotte de lokale bouwstops en beleidsplannen. Hij benadrukte dat deze laatste niet te restrictief mogen zijn,

Van links naar rechts:

Niko Demeester, Bob Van Poppel, Paul Van Tigchelt en ten slotte Liselotte, een medewerker van de minister.

Vorig jaar werden in de bouwsector 2230 bedrijven failliet verklaard. Dat is 14,2 procent meer dan in 2022. Toen moesten 1953 bouwondernemingen de boeken neerleggen.

Met dit cijfer was 2023 een recordjaar. Het was al van 2013 geleden dat er meer dan 2000 bouwbedrijven failliet gingen. Toen waren het er 2065.

In de hele economie waren er vorig jaar 10 243 faillissementen, 10,2 procent meer dan het jaar daarvoor. De bouw was in 2023 dus goed voor meer dan een vijfde van alle faillissementen. En bovendien steeg het aantal faillissementen sneller dan in de hele economie.

2230

en waarschuwde dat we een wooncrisis tegemoet gaan zoals in Nederland als we niet oppassen.

De minister luisterde zeer aandachtig en vroeg wat het beleid zou kunnen verbeteren. In zijn reactie pleitte hij voor regelgeving die minder gedetailleerd is. Ten slotte herhaalde hij de vraag van Open VLD om het recht op ondernemen in de grondwet op te nemen.

Sinds april 2023 zijn een aantal overheidsmaatregelen die een matigend effect hadden op de faillissementen uitgewerkt. Tijdens de coronacrisis waren ondersteunende maatregelen van kracht op federaal, gewestelijk en lokaal niveau. Voorbeelden zijn de afbetalingsplannen aan de RSZ, de tijdelijke werkloosheid overmacht wegens corona en de steunmaatregelen voor bedrijven tijdens de energiecrisis.

MARKANT 54 EMBUILD MAGAZINE • 05-06 | 2024

UW MAATSCHAPPELIJK

ENGAGEMENT LOONT

Doe jij aan maatschappelijk verantwoord ondernemen? De Embuild Foundation Awards erkennen de maatschappelijke betrokkenheid van bouwbedrijven die samenwerken met externe partners die actief zijn op maatschappelijk gebied. Schrijf je in op

Aedificas
embuildfoundation.be

DIG I T ALISERING IS ESSENTIEEL VOOR AANNEMERS DIE ZICH

W I LLEN PROFESSIONALISEREN EN EMBUILD MOET HEN DAAROP VOORBEREIDEN.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.