Embuild, een rots in de branding voor bouw- en installatiebedrijven
Vorig najaar hebben we onze naam veranderd van Confederatie Bouw naar Embuild. De Confederatie Bouw was meer dan 75 jaar lang een rots in de branding voor bouw- en installatiebedrijven in België. Al die tijd hebben we de belangen van de sector hardnekkig verdedigd en boden we onze leden een ruim gamma van essentiële diensten aan. Kortom, de Confederatie Bouw was een begrip in de bouwsector.
Maar die sector maakt een ingrijpende transitie door, met digitalisering en industrialisering, met nieuwe samenwerkings- en contractvormen, met eisen die steeds hoger liggen op het vlak van duurzaamheid en circulariteit. Van kmo tot mega-onderneming is de sector zichzelf aan het vernieuwen op een nooit eerder geziene wijze. Zoals het een goede beroepsorganisatie past, helpen en begeleiden we onze leden om van hun transformatie een succes te maken. Onze werking evolueert dus sterk mee met die van de bouwen installatiebedrijven.
Om die dynamiek in de sector en in de beroepsorganisatie goed samen te vatten, drongen een nieuwe naam en nieuwe merkidentiteit zich op. En daarom zijn we vorig najaar dus Embuild geworden. Het is geen toeval dat ons collectief onderzoekscentrum WTCB tot dezelfde conclusie kwam en enkele maanden na ons zijn naam en merk ook vernieuwd heeft en nu Buildwise heet.
Met Embuild bouwen we verder op alle goede zaken die de vroegere Confederatie Bouw gecreëerd heeft voor jullie, maar we willen nog meer en anders voor jullie werken om jullie
nog beter van dienst te zijn in de toekomst. We blijven dus onze dienstverlening aan de leden aanbieden, verbeteren en uitbreiden. Onze belangenverdediging op alle niveaus blijft even hardnekkig. Maar tegelijkertijd verruimen we ons blikveld en zoeken we nieuwe partners en samenwerkingen, met als ultieme doel nog sterker te staan voor jullie, en de bouw- en installatiesector nog beter te ondersteunen.
Nu denken jullie misschien “Ha, Embuild is dus de Confederatie Bouw Plus.” Maar geef toe: Confederatie Bouw Plus, dat klinkt toch absoluut niet? En bovendien willen we meer zijn dan dat. We zijn Embuild, een rots in de branding voor bouw- en installatiebedrijven in België, nu en in de toekomst.
Niko Demeester
CEO Embuild
" We willen nog meer en anders voor jullie werken om jullie nog beter van dienst te zijn in de toekomst."
3 ● Edito
Embuild, een rots in de branding.
7 ● Regionaal standpunt
De sector wil beginners meer kansen geven!
PRIKBORD
8 ● Open Wervendag
Het fotoverslag van de hoogmis van de sector.
BOUWBELANGEN
12 ● Belangenverdediging
Christine Lhost vertelt wat ze voor Embuild zal betekenen.
DOSSIER
17 ● Intro
Biodiversiteit krijgt steeds meer aandacht.
18 ● Ines Verleye
Waarom we onze ecosystemen moeten beschermen.
20 ● Griet Goossens
Goed waterbeheer is een voorwaarde.
22 ● Bermbrug in het Hallerbos
Infrastructuur die de biodiversiteit ondersteunt.
24 ● Lien van Besien
Een prioriteit voor de Vlaamse regering.
CHRISTINE LHOSTE
De studiedienst van Embuild heeft een nieuwe directeur-generaal: Christine Lhoste. Eén van haar ambities is de versterking van ons lobbywerk, vertelde ze ons.
BIODIVERSITEIT EN BOUW ZIJN GEEN TEGENSTELLINGEN.
Het besef groeit dat biodiversiteit een kostbaar goed is. Maar wat is het?
En hoe kunnen we de biodiversiteit beschermen? Het goede nieuws is dat de bouw een positieve rol kan spelen.
MEGATRENDS
Buildwise, het voormalige WTCB, onderzocht aan welke grote trends de sector zich zal moeten aanpassen. We bespreken de conclusies in dit en de volgende nummers van Embuild Magazine.
SECTOR & BEROEPEN
28 ● Recyclage en hergebruik in Brussel
Build Circular maakt al 650 ondernemingen enthousiast.
30 ● Megatrends
Het worden spannende jaren voor de sector.
34 ● Buildwise
• Buitenbepleisteringen: welke toepassingen?
• Hoe bepaalde risico’s op scheurvorming in binnenbepleisteringen beperken?
PROJECTEN & BEDRIJVEN
38 ● De Sint-Maartenskerk in Aarlen
De her-creatie van een stuk erfgoed.
40 ● Ledenvoordelen
Doe uw lidmaatschap renderen!
45 ● Bouwmarkt
• MAN verwacht recordverkoop van de TGE in 2023.
• Mosaic World lanceert Watchtower Security Solutions.
• Wienerberger: dikke broer voor PLS Newton.
46 ● Markant
• Wat is uw mening? Kom naar de Bouwateliers die Embuild voor de verkiezingen organiseert.
• Maandcijfer
De evolutie van de inflatie.
LOODBEWERKING IN AARLEN
Ons lid Golinvaux bouwde een nieuwe kruispijl op de Sint-Maartenskerk in Aarlen. Het soort opdracht dat niet kan lukken zonder ervaring met erfgoedrestauraties en oude ambachten.
Voltallige bouwsector wil hedendaagse controle op starters
Op initiatief van Embuild Vlaanderen hebben onlangs alle partners in de bouwsector zich unaniem geschaard achter het belang van hedendaagse controle op starters. Naast de bouwfederaties Embuild Vlaanderen en Bouwunie, hebben ook de architectenverenigingen NAV, BVA en de Orde van Architecten, de vereniging van studiebureaus ORI en de vakbonden ACV, ABVV en ACLVB beklemtoond gezamenlijk de toegang tot het bouwberoep opnieuw te willen stroomlijnen, op een hedendaagse manier en met de focus op bedrijfs- en beroepskennis. Tijdens een recente overlegronde tussen de bouwfederaties en de minister van Werk, Jo Brouns, heeft de minister beloofd om de impact van de afschaffing van de vestigingswet op de bouwsector verder te laten onderzoeken en te evalueren.
Bedrijfs- en vakkennis sterken een startende ondernemer, verminderen het risico op faling en beschermen de klant tegen onregelmatige bedrijfsvoering en slechte uitvoeringen. De toegang tot het bouwberoep dient gepaard te gaan met de nodige scholing en professionalisme. Onder andere de correcte kostprijsberekening van een project is cruciaal maar daarnaast verplicht de technische evolutie van de laatste jaren een aannemer om zich continu bij te scholen, anders kan hij de vereiste kwaliteit niet leveren. Om de hele sector en de consumenten te beschermen tegen onafgewerkte huizen en onbetaalde onderaannemers, is het noodzakelijk om een vernieuwde vestigingswet in te voeren. Alleen zo kan het aantal gedupeerden in de hele keten afnemen.
De Vlaamse regering schafte de vestigingswet af op 1 januari 2019. Sindsdien is niet alleen het aantal starters in de bouw, maar ook de kans op faillissement aanzienlijk gestegen. De vestigingswetgeving verplichtte bouwbedrijven om voor een heel aantal bouwactivi-
teiten hun ondernemingsvaardigheden te bewijzen. Dat ging zowel over de basiskennis bedrijfsbeheer als over beroepsbekwaamheid. Zo bood de vestigingswetgeving bijkomende zekerheden aan consumenten.
Een vergelijking met de andere gewesten, waar de vestigingswet nog altijd bestaat, is veelzeggend. In Vlaanderen steeg het aantal faillissementen met 40 procent vergeleken met 2018. In Wallonië en Brussel waren er dalingen met respectievelijk 21 en 10 procent. In Vlaanderen zijn er natuurlijk meer startende bedrijven, maar hun aantal is wel verminderd. Bovendien bereiken de faillissementen een historisch hoogtepunt, waarbij de kans op een faillissement een stuk groter is bij starters dan bij gevestigde bedrijven. Aangezien er vandaag in Vlaanderen geen vereiste meer bestaat van beroepsbekwaamheid en bijgevolg geen controle ter zake, kan iemand sneller en eenvoudiger starten met bouwactiviteiten.
Daarom dringt de bouwsector nu aan op een nieuwe, moderne variant van de afgeschafte vestigingswet. Dat komt zowel de klant als de startende ondernemer ten goede.
Marc Dillen Directeur-generaal Embuild Vlaanderen"De toegang tot het bouwberoep dient gepaard te gaan met de nodige scholing en professionalisme "
250 000 bezoekers tijdens Open Wervendag
Op 7 mei gingen ongeveer 100 opmerkelijke bouwwerven open voor het grote publiek tijdens de zestiende Open Wervendag van Embuild. “Deze editie was zeer succesvol met nagenoeg 60 000 fysieke bezoekers en 190 000 virtuele bezoekers, wat ondanks het mindere weer in beide gevallen meer is dan vorig jaar," reageerde Niko Demeester, CEO van Embuild.
Op het programma stonden onder meer grote infrastructuurwerken, energiezuinige woningen, warmtenetten, scholen, circulaire renovaties en wederopbouw. Onder meer premier Alexander De Croo, vicepremier en federaal minister van Mobiliteit Georges Gilkinet, Vlaams minister van Mobiliteit Lydia Peeters en tal van parlementsleden en lokale politici gingen op werfbezoek.
Fysiek en virtueel
De 100 topwerven lagen verspreid over heel België en konden zowel fysiek als virtueel bezocht worden. “We willen immers zoveel mogelijk mensen laten kennismaken met onze sector. Dat is belangrijk omdat de bouw de laatste jaren sterk geëvolueerd is: de sector is duurzamer en veiliger geworden, mede door het gebruik van nieuwe technologieën,” aldus Niko Demeester.
In totaal trok de zestiende editie van OWD 253 000 bezoekers. Bijna 60 000 kwamen naar een bouwplaats, 190 000 gaven de voorkeur aan een bezoek vanachter hun computer. Vorig jaar waren de overeenkomstige cijfers respectievelijk 54 000 en 141 000. Open Wervendag 2023 was ondanks het mindere weer dus een groot succes. Wie de deelnemende werven digitaal wil bezoeken, kan overigens nog altijd surfen naar openwervendag.be.
We hadden voor OWD ook videoreportages laten maken door Jimmy Kets, Lara Gasparotte en Merlin Meuris. Daarnaast hadden we de bekende social media-figuren William Boeva, Dylhan Fat en Pauline Mairlot als ambassadeurs op pad gestuurd. Dat bleek zeer in de smaak te vallen, met maar liefst 3,5 miljoen views.
Politiek
Verschillende werven werden ook door politici bezocht. Het ging onder meer om premier Alexander De Croo, vicepremier Georges Gilkinet, Vlaams minister Lydia Peeters, parlementsleden zoals Jean-Marie Dedecker, Hannes Araf, Alessia Claes en Els Sterckx, en ten slotte verschillende lokale politici. De vrijdag vóór Open Wervendag bezocht Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts, samen met Embuild de bouwplaats van de nieuwe campussite in Sint-Truiden.
“Wie een bezoek bracht aan één of meerdere werven, heeft kunnen genieten van de diversiteit en het hoogtechnologisch karakter van de bouw, de resem nieuwe beroepen en de klimaatoplossingen die onze sector aanbiedt”, besluit Niko Demeester.
Sint-Truiden – Het Hasp-O Centrum, de nieuwe campus voor de voormalige Katholieke Centrumscholen en Technicum Sint-Truiden. De TM HoubenVanderstraeten staat in voor de bouw; de opdrachtgever is Scholen van Morgen.
Hasselt – Een tijdelijke maatschap (TM) van HYE en Hoogmartens legt in Hasselt de kop van de kanaalkom aan met veel groen, zitbanken, betonnen bloembakken, een kiosk voor kleine evenementen enzovoort. Op de foto de trotse bouwers van de trappenpartij, die tijdens OWD voor het eerst opengesteld werd.
↑↑ Middelkerke
Als onderdeel van het bouwteam Nautilus is een TM van Democo en Furnibo bezig met de bouw van het casino in Middelkerke. Het unieke ontwerp maakt gebruik van innovatieve technieken.
← Herentals – Artes verhoogt en verbreedt brug 44 over het Albertkanaal in Herentals. Deze spoorbrug ligt op de lijn tussen Herentals en Lier en dateert van de jaren 1930. In de plaats komt een nieuwe brug, gemaakt door Aelterman, een zusterbedrijf van Artes.
← Antwerpse haven - In de haven van Antwerpen wordt het Warmtenet AntwerpenNoord aangelegd door Denys en Visser & Smit Hanab. Het gaat om 16 kilometer buizen die de verbrandingsoven van Indaver verbinden met bedrijven in de Antwerpse haven en de woonwijken Luchtbal en Rozemaai.
↑ Publiekstrekker – Het casino van Middelkerke was de populairste werf van OWD 2023, met ongeveer 6000 bezoekers.
↑ Lubbeek - Ook dit jaar weer veel woningbouwprojecten op OWD. We pikken er een opvallend voorbeeld uit (met onze excuses aan de anderen): de nul-energiewoning van Arkana in Lubbeek. Ze is ontworpen volgens de regels van de Chinese Feng Shui-filosofie.
↑ Kortrijk - Het op- en afrittencomplex van de A19 met de R8 bij Kortrijk wordt volledig heringericht door Stadsbader. De zogenaamde trompetaansluiting zal komaf maken met de lange files en de verkeerssituatie veiliger maken.
Lokeren – Het zwembad van Lokeren wordt door Pellikaan uitgebreid met een nieuwe aanbouw met een inkomzone en een restaurant. Ook de groene omgeving vormt een belangrijk element van het project.
Thomas
Embuild) op de indrukwekkende bouwplaats van het gerechtsgebouw in Namen, dat wordt gebouwd door BPC en CIT Blaton.
← Machelen
De Woluwelaan is een van de drukste wegen in de regio ZaventemMachelen. Sinds eind 2020 werken Jan De Nul, AB Eiffage en Colas er aan de herinrichting het stuk tussen de Haachtsesteenweg en de Kerklaan. Er komen veilige fietspaden en een bedding voor de Ringtrambus, en de ruimte langs de weg wordt verfraaid.
Gent – De tijdelijke maatschap AB-VALENS (Eiffage)-EEG werd geselecteerd voor de tweede fase van de ombouw van het station Gent-Sint-Pieters. De sporen en perrons worden vernieuwd en het station ondergaat een complete metamorfose.
Brussel – Socatra legt een park aan bij de noord-zuidverbinding tussen Brussel Centraal en Brussel Zuid. De werken sluiten aan op Jonction, het wijkcontract dat deze buurt wil opfrissen.
Doornik - De TM Galère – CIT Blaton – Dherte – Tradeco op de gigantische bouwplaats van het ziekenhuis. Bijna 150 000 vierkante meter groot!
Amay-Huy – De sluis van AmpsinNeuville op de Maas, een van de drukste in Wallonië, krijgt er een groter broertje bij (Eiffage Duchêne).
BELANGENVERDEDIGING
Christine Lhoste, de nieuwe directeur-generaal van de studiedienst van Embuild
Begin dit jaar kreeg de studiedienst van Embuild een nieuwe directeur-generaal: Christine Lhoste. Ze is afkomstig van Chaudfontaine en studeerde rechten. Haar uitgebreide kennis van het sociaal recht kwam goed van pas toen ze werkte op de ministeriële kabinetten van Middenstand, KMO'S en Zelfstandigen. Ze vertelde ons dat ze haar ervaring op dit gebied zal inzetten voor Embuild om de belangen van de sector te verdedigen.
Christine Lhoste: "Van opleiding ben ik jurist. Ik studeerde rechten in Louvain-la-Neuve en werd meteen geboeid door het sociaal recht. Toen ik afstudeerde, begon ik als advocaat te werken voor een van de verschillende kantoren gespecialiseerd in deze materie. Zes jaar later werd ik dan voor het eerst moeder."
"De kantooruren waren niet gemakkelijk te combineren met het leven van een jonge moeder. Maar in 2005 zocht Sabine Laruelle, toenmalig minister van kmo's en zelfstandigen, een expert sociaal recht om te werken aan een wetsontwerp op de arbeidsrelaties. Ik heb die kans met beide handen gegrepen, want ik ben de dochter en de kleindochter van zelfstandigen, en een van de doelstellingen van het wetsontwerp was de verdediging van hun belangen. Ik heb mijn ouders en mijn grootouders zien werken als gekken, en ik vind het dus belangrijk dat zelfstandigen een goed statuut hebben op het vlak van uitkeringen, pensioenen enzovoort. Het was een fantastische baan, zij aan zij met een dynamisch en gepassioneerd minister. Acht jaar lang hebben we een boeiende strijd gestreden."
"Maar in 2013 besloot de minister ermee te stoppen. Ik ben dan secretaris-generaal geworden bij de middenstandsorganisatie Union des classes moyennes (UCM). Daar bleef ik de rechten van zelfstandigen en kmo's verdedigen, maar na twee jaar, in
2015, vroeg Willy Borsus me om terug te keren naar hetzelfde kabinet als dat van Sabine Laruelle, maar nu als kabinetschef. Ik heb er gewerkt op het dossier van de tax-shift: geen sociale bijdragen voor de eerste aanwerving, lagere bijdragen voor zelfstandigen, de ontwikkeling van het overbruggingsrecht enzovoort. In 2017 maakte Willy Borsus de switch van het federale naar het gewestelijke niveau en nam Denis Ducarme de zaak over."
"In 2018 kreeg ik dan een burn-out. Voor een ministerieel kabinet werken is zeer veeleisend. Niet zelden moet je een vakantie of een weekend met vrienden annuleren. Bij het tennissen maakte ik een zware val: drie breuken, gescheurde ligamenten … Van de ene dag op de andere zat ik in een rolstoel. Mijn lichaam zei 'stop!' en drie en een halve maand ben ik inactief geweest. Het was een goede levensles. Toen David Clarinval in oktober 2020 minister van zelfstandigen en kmo's werd, maakte ik bij hem een nieuwe start als kabinetschef, onder meer om de energiecrisis en de coronacrisis aan te pakken. Maar hoe meer de tijd vorderde, hoe meer de passie afnam. Het was een complexe coalitie en weinig projecten raakten afgerond. De druppel die de emmer deed overlopen was de hervorming van de pensioenen in juli 2022. Dagen, nachten, weekends werken voor een teleurstellend resultaat. Ik zei: nu is het genoeg."
"De voormalige Confederatie Bouw zocht toen een nieuwe directeur-generaal voor de studiedienst. Ik kende de huidige CEO van Embuild, Niko Demeester, van zijn tijd bij de FOD Economie en daarna als kabinetschef van minister Van Quickenborne. We schoten meteen goed op tijdens de gesprekken, en begin 2023 ben ik hier begonnen."
Kende u onze beroepsorganisatie al goed?
Christine Lhoste: "Ik zal eerlijk zijn: nee. Van ver kende ik de Confederatie wel, via Robert de Mûelenaere, David Lanove en Colette Golinvaux die af en toe langskwamen
op het kabinet van Willy Borsus, maar meer was het niet. Francis Carnoy had ik ook al vaak ontmoet, vooral in de tijd van het wetsontwerp op de arbeidsrelaties, toen ik nog voor Sabine Laruelle werkte."
Welk imago heeft Embuild in de politieke wereld?
Christine Lhoste: "Een zeer goed imago! Maar het probleem is dat de beroepsorganisatie haar stem niet altijd voldoende laat horen. Dat is toch de indruk die ik kreeg toen op het kabinet werkte. Neem bijvoorbeeld het eerste post-corona herstelplan in 2020. De Confederatie was toen weinig hoorbaar. De stem van andere sectoren was veel luider! Op het kabinet waren er regelmatig gesprekken met talrijke sectoren, maar niet met de bouw. De beroepsorganisatie staat sterk in het sociaal overleg, met talrijke akkoorden tussen werkgevers en vakbonden. Maar ook het lobbywerk is zeer belangrijk en het is een van mijn taken om onze stem luider te doen klinken."
Waarom koos u voor Embuild?
Christine Lhoste: "Het is een nieuwe uitdaging. Een politiek kabinet heeft geen geheimen meer voor mij. Niko Demeester heeft een visie en ambities die perfect aansluiten op de mijne, onder meer wat betreft de ver-
sterking van het lobbywerk. Daarnaast is de bouw- en installatiesector van groot belang voor de Belgische economie. Zelfstandigen inbegrepen telt hij 290 000 werkenden, dat is zeven procent van de werkgelegenheid in de privésector. De omzet bedraagt 76 miljard euro per jaar. En ten derde: Embuild is een nationale organisatie, wat tegenwoordig zeldzaam is, met sterke regionale vertakkingen. Ze heeft daarnaast lokale verenigingen en zeventien beroepsorganisaties. Iedereen werkt binnen zijn bevoegdheden, opmerkelijk is dat!"
Wat hebt u te bieden aan Embuild?
Christine Lhoste: "Het allerbelangrijkste voor mij als lobbyist is onze geloofwaardigheid. De politieke wereld moet weten dat we geloofwaardig zijn. Hebben we een probleem dan bekijken we het en stellen goed beargumenteerde en geloofwaardige oplossingen voor. Toen ik op het kabinet werkte, ontving ik stakeholders. Ik wilde dan naar hen luisteren en hen verdedigen, zeker als hun argumenten gerechtvaardigd en goed gefundeerd waren. We moeten hetzelfde doen, meer op de deur van de politiek gaan kloppen! Ik zie hier zeer sterke teams. De studiedienst beschikt over experts van hoog niveau. Ik wil hun werk valoriseren, zodat het nut heeft en effectief is."
" Ik heb mijn ouders en mijn grootouders zien werken als gekken, en ik vind het dus belangrijk dat zelfstandigen een goed statuut hebben. "
Hebt u voor uzelf al een actieplan met doelstellingen opgesteld?
Christine Lhoste: "Ik werk eraan. Ik ben hier nog maar enkele maanden. Het eerste aspect van mijn functie is de versterking van het lobbywerk, via de herontwikkeling van de studiedienst. In de aanloop naar de verkiezingen in 2024 zijn er een massa thema's die we moeten bestuderen en waarover we moeten communiceren: sociaal, economisch, juridisch … Op dat gebied hebben we om de twee weken afwisselend stafmeetings en bilaterale gesprekken. Daarnaast ben ik van plan aannemers op de werkvloer bezoeken, om hen te ontmoeten, hun realiteit te leren kennen, naar hun problemen te luisteren …"
"Dit jaar heb ik drie duidelijk gedefinieerde doelstellingen. Eén, zoals ik al vertelde, de versterking van het lobbywerk van de studiedienst met het oog op de verkiezingen van volgend jaar. Twee: de samenwerking met de gewesten. Voor het opstellen van het memorandum organiseren we overlegcomités met de gewestelijke directeurs-generaal. We werken ook samen aan de organisatie van de Bouwateliers, om te luisteren naar de stem en de verwachtingen van onze leden in de gewesten. En ten slotte drie: ik zetel in het visiecomité van Buildwise, om na te denken over de bouw van de toekomst en om onze ondernemingen te begeleiden bij hun technologische transitie."
In zekere zin ontdekt u de sector. Hebt u al onderwerpen gezien die prioriteit moeten krijgen?
Christine Lhoste: "Om te beginnen klimaat en milieu, met de Europese doelstellingen voor de energetische renovatie van gebouwen. Deze zijn zeer ambitieus. De Europese Commissie wil een F-label opleggen in 2027 en een E-label in 2030, maar het Europese parlement wil nog verder gaan. In een zeer korte periode zou de helft van alle gebouwen in de EU gerenoveerd moeten worden. We zullen als gekken moeten werken! Daarnaast is er de doelstelling om tegen 2030 de uitstoot van broeikasgassen met 55 procent te verminderen. De bouw is verantwoordelijk voor 40 procent van het energieverbruik en 36 procent van de uitstoot van broeikasgassen. Hij zal dus een belangrijke rol spelen in deze ambitieuze maar moedige dossiers. Wij
GELOOFWAARDIGHEID IS VAN LEVENSBELANG
"Het allerbelangrijkste voor mij als lobbyist is onze geloofwaardigheid. De politieke wereld moet weten dat we geloofwaardig zijn. Hebben we een probleem dan bekijken we het en stellen goed beargumenteerde en geloofwaardige oplossingen voor. Toen ik op het kabinet werkte, ontving ik stakeholders. Ik wilde dan naar hen luisteren en hen verdedigen, zeker als hun argumenten gerechtvaardigd en goed gefundeerd waren. We moeten hetzelfde doen, meer op de deur van de politiek gaan kloppen!"
moeten de aannemers ondersteunen, zodat ze kunnen werken en competitief blijven. De competitiviteit is een uitdaging, met die zoektocht naar arbeidskrachten aan wie nu een pijnlijk gebrek bestaat."
"Er bestaat ook een uitdaging op sociaal vlak. De burger moet kunnen renoveren en toegang hebben tot huisvesting. Hij moet daarbij geholpen worden. We moeten samenwerken met de banken, we moeten werken aan de premies, de verlaagde btw op renovaties en op sloop gevolgd door heropbouw tot woning moet 6 procent blijven … Kortom, we moeten alle mogelijke instrumenten inzetten om de toegang tot huisvesting te verbeteren. Voor veel gezinnen wordt die onmogelijk met de huidige interestvoeten. In vier jaar tijd is de prijs van huizen en appartementen met meer dan 20 procent gestegen."
Kort vóór u hier aankwam, is de beroepsorganisatie van naam veranderd. Is de nieuwe naam, Embuild, een voordeel bij de belangenverdediging en het lobbywerk?
Christine Lhoste: "Confederatie, dat was ouderwetse. Het woord suggereert een verzameling kleine federaties. Heel helder is het niet. Embuild daarentegen is modern en kan dienen in alle regio's van het land, aangezien het een Engelse naam is. Hij verwijst naar de bouw van de toekomst, wat perfect aansluit op ons DNA. De naam doet een nieuwe wind waaien, met een nieuwe CEO die een moderne visie op de sector heeft. Het gaat om een zeer nuttige en positieve verandering."
Nog één vraag: wat zijn uw eerste indrukken van de sector en van Embuild?
Christine Lhoste: "Zoals ik al zei: ik kende de bouw niet goed. Maar in enkele maanden tijd heb ik de uitdagingen van de sector al ontdekt, en nu wil ik de aannemers ontmoeten. Daarnaast heb ik de structuur van Embuild leren kennen, maar dat moet ik vanzelfsprekend nog verder uitdiepen. Ik ben onder de indruk van het werk dat onze teams verrichten. We hebben top-kennis in huis in domeinen die niet altijd simpel zijn. Ik ga me inspannen om al dat werk naar voor te schuiven. Dat is een mooie uitdaging om aan te gaan."
Zeer recent heeft FEBELCEM haar milieuverslag 2022 gepubliceerd. Het is een representatieve compilatie van de concrete stappen die de cementindustrie op milieugebied heeft genomen. Het is bedoeld om initiatieven te laten kennen die zowel bij het grote publiek als bij onze bouwpartners nog te weinig bekend zijn. Het verslag is niet alleen een snapshot van de huidige goede praktijken, maar biedt ook perspectieven om in te spelen op onze maatschappelijke uitdagingen, meer bepaald met het oog op de klimaatuitdaging.
Cement is bij uitstek hét onmisbare ingrediënt in bouw en constructie. Cement is het bindmiddel waarmee aggregaten kunnen worden samengevoegd tot een sterk, duurzaam en beschikbaar materiaal, namelijk beton. Beton is en blijft een essentieel materiaal, zowel voor transportinfrastructuur als voor zachte mobiliteit, hernieuwbare energie of duurzaam wonen. Beton biedt niet alleen in zijn primair gebruik maar ook daarnaast tal van welbekende troeven: in het kader van circulair bouwen is er een versnelling en algemenere toepassing van hergebruik van betonstructuren naast recycling van betongranulaten uit afbraak en sloop.
Het Milieurapport 2022 is zodanig opgesteld dat het in zijn geheel of in de verschillende hoofdstukken waaruit het bestaat, kan worden gelezen en richt zich tot iedereen die ons wil ontdekken of beter wil leren kennen. Het centrale element is uiteraard de 'Cement & Beton Roadmap 2050' via de '5 C's' en de verschillende hefbomen die cement koolstofneutraal zullen maken. Een hoofdstuk is gewijd aan circulaire economie en het rationele gebruik van grondsto en. Wie grondsto en zegt, denkt ook aan de ontginning in de groeves en het behoud van de biodiversiteit op deze locaties tijdens en na de winning.
Het milieuverslag 2022 is beschikbaar op de website van FEBELCEM: https://www.febelcem.be/ leadmin/user_upload/ rapport-environnemental/nl/Milieuverslag_FBC_2022.pdf
HET MILIEU IN HET HART VAN DE STRATEGIE VAN DE CEMENTSECTORZijn uw verzekeringen nog up-to-date? Zeker?
de
Da’s 1 keer checken en … weer volop voor uw zaak gaan!
Een brand of ongeval in uw zaak, uw inkomen bij ziekte… Uw zaak evolueert constant.
Maar uw verzekeringen… evolueren die mee?
Contacteer uw adviseur en doe samen de polis check.
Check op federale.be/
DoeBiodiversiteit en bouw zijn geen tegenstellingen
Volgens een rapport van het World Economic Forum zien de bedrijfsleiders en zakenlui van deze wereld de klimaatverandering als het grootste risico voor de toekomst. Op twee stond biodiversiteit. Een verrassing? Niet noodzakelijk. De waarde van goederen en diensten geleverd door natuurlijke ecosystemen wordt geschat op 120 000 tot 135 000 miljard euro per jaar. Zelfs vanuit een eng economisch standpunt is het dus van cruciaal belang om deze systemen in stand te houden.
Het is een van de redenen waarom het begrip biodiversiteit, een voorwaarde voor een gezond ecosysteem, tegenwoordig meer en meer aandacht krijgt. In dit dossier onderzoeken wat dat betekent voor onze sector. Het goede nieuws is dat bouw en biodiversiteit niet diametraal tegenover elkaar staan. Meer nog, bouwprojecten kunnen de biodiversiteit zelfs ondersteunen. De overheid heeft al initiatieven opgezet die dit op het terrein onderzoeken.
"We kunnen niet zonder biodiversiteit"
De biodiversiteit staat onder druk in de wereld, en dat kan volgens experts catastrofale gevolgen hebben. In ons land probeert onder andere de Belgian Biodiversity Alliance de situatie recht te trekken, aansluitend op het kader gecreëerd door de Verenigde Naties. En ja: ook de bouwsector kan daarin een rol spelen, zegt bezieler van de BBA Ines Verleye.
Bio-ingenieur Ines Verleye is al meer dan dertig jaar lang gefascineerd door biodiversiteit. Ze begon haar carrière bij de Verenigde Naties maar werkt sinds 2007 bij de FOD Leefmilieu en Volksgezondheid op de dienst Biodiversiteit en Governance. Ze coördineert er een aantal multilaterale Europese dossiers en staat aan het hoofd van de Belgische delegatie voor het biodiversiteitsverdrag van de Verenigde Naties, het zusterverdrag van het bekendere klimaatverdrag.
Ines Verleye: "Op een vroegere Conference of the Parties of COP van het biodiversiteitsverdrag werden doelstellingen geformuleerd die tegen 2020 gehaald moesten worden. Maar dat is niet gelukt. In 2022 was er dan de COP15 van het verdrag in Montréal, die 23 doelstellingen goedkeurde en de landen vroeg om deze in hun nationale strategie en een planning op te nemen. Deze keer wilden we voor België concrete resultaten kunnen voorleggen aan de volgende COP van het verdrag."
BBA
Ines Verleye: "Daarom hebben we de Belgian Biodiversity Alliance opgericht. Het is een soort coalitie van burgers en private en overheidspartners, die wil aantonen dat een maatschappelijk draagvlak voor biodiversiteit bestaat en dat draagvlak wil uitbreiden. We wilden met andere woorden meer bot-
tom-up werken, en zijn zeer verheugd dat Embuild Vlaanderen deelneemt aan de BBA."
Globaal risico
Maar wat is dat dan, die biodiversiteit die we moeten verhogen? En waarom zouden we daarvoor inspanningen doen nu de strijd tegen de klimaatverandering zoveel aandacht en energie opeist?
Ines Verleye: "Om met die tweede vraag te beginnen: in 2020 publiceerde het World Economic Forum zijn Global
Risk Report. Daarin ook de resultaten van een enquête die aan bedrijfsleiders en zakenlui gevraagd had wat zij als het grootste risico zagen. De klimaatverandering stond op één. Maar wat stond op twee? Biodiversiteit!"
"Ondernemingen zien die twee als een bedreiging voor hun groei. Ook financieel, en dus niet alleen omdat biodiversiteitsverlies een negatieve invloed op de reputatie van een onderneming zouden kunnen hebben. Steden en gemeenten, maar ook sectoren zoals de bouw en de financiële instellingen
beginnen door te hebben hoe het verlies aan biodiversiteit een risico inhoudt voor het duurzame overleven van hun ondernemingen."
Goed voor iedereen
Ines Verleye: "Wat is biodiversiteit? Dat is alle diversiteit van het leven. Niet alleen de genetische diversiteit van soorten maar ook de diversiteit van ecosystemen zoals landschappen. Van moerassen over olifanten tot microben, inbegrepen de microben in ons lichaam."
"Het gaat dus om meer dan alleen klimaatdoelstellingen en natuurbescherming in de klassieke zin van het woord. Het gaat over elke vierkante meter die beheerd wordt, van stadstuin tot woestijn. De waarde van goederen en diensten geleverd door natuurlijke ecosystemen wordt geschat op 120 000 tot 135 000 miljard euro per jaar. En biodiversiteit is de basis voor al die diensten. Je kunt geen landbouw of visvangst blijven bedrijven zonder de biodiversiteit te beschermen. In Duitsland hebben ze ooit onderzocht wat er overblijft als je in een winkel alles uit de rekken haalt wat afhangt van pollinatie, de bevruchting met stuifmeel. Het resultaat is een winkel die halfleeg staat. We kunnen niet zonder biodiversiteit."
"Biodiversiteit is zelfs goed voor ons mentale en fysieke welzijn. Volgens een studie van de Universiteit Hasselt hebben bedrijven productievere werknemers wanneer deze de kans krijgen om in de natuur te zijn. Het verlies van biodiversiteit is een socio-economische catastrofe. We weten niet hoever we nu van het tipping point zijn, maar we zijn er wel naartoe aan het evolueren."
Twee assen
Om de biodiversiteit te ondersteunen en weer ademruimte te geven in ons land heeft de BBA twee grote actiegebieden afgebakend, ook wel "assen" genoemd: enerzijds het groenblauwe netwerk op ons grondgebied, anderzijds de biodiverse productie en consumptie.
Ines Verleye: "We hebben een keuze moeten maken. Je kunt in België de
THE BELGIAN BIODIVERSITY ALLIANCE
De BBA probeert het verlies aan biodiversiteit tegen te gaan en wil daar de hele samenleving bij betrekken. Ze biedt een platform aan iedereen uit de overheid en de private sfeer die actie onderneemt om de biodiversiteit te herstellen, te beschermen en duurzaam te benutten. Op de website van de BBA staan talrijke voorbeelden van dergelijke projecten. Deze kunnen verdere actie inspireren en moedigen partnerships tussen de private en de overheidssector aan.
De BBA wil ertoe bijdragen dat België en de EU de doelstellingen halen geformuleerd in het Post 2020 Global Biodiversity Framework , dat binnen de Verenigde Naties goedgekeurd werd tijdens de 15de Conference of the Parties van het biodiversiteitsverdrag, de COP, in december 2022 in Montreal.
De BBA is onafhankelijk en wordt gestuurd door haar partners. Daarbij onder meer de Universiteit Hasselt, Leefmilieu Brussel, het Agentschap Natuur & Bos, de Waalse overheidsdienst Landbouw, de FOD Gezondheid, Voedselveiligheid en Milieu, Embuild Vlaanderen, Agentschap Natuur & Bos, Regionale Landschappen, Instituut Natuur- en Bosonderzoek, The Shift, de Vlaamse Landmaatschappij en het Belgian Biodiversity Platform.
Info: zie biodiversity-alliance.be.
biodiversiteit verhogen door het beschermd gebied te fors te vergroten. Maar gezien onze ruimtelijke ordening is dat moeilijk en sociaal delicaat. Bovendien zijn we een klein land. Zelfs een verdubbeling van het beschermde gebied zou weinig betekenen op Europese schaal. Daarom werken we rond de fragmentatie en de versnippering van water en natuur, en rond de import en export, die een heel grote ecologische voetafdruk hebben. Daar kunnen we de meeste winst voor de biodiversiteit halen."
Biodivers bouwen
Zeker die eerste as is relevant voor de bouwsector. Ze heeft vijf doelstellingen waarbij onder meer gebouwen en infrastructuur.
Ines Verleye: "De bouw staat niet noodzakelijk in oppositie tot biodiversiteit. Je hoeft dus niet te stoppen met bouwen. Aaneengesloten gebieden versnipperen met wegen en dergelijke is geen goed idee, maar je kunt ook infrastructuur bouwen die de biodiversiteit ondersteunt (z ie ook het interview met Lien Van Besien op blz. 24 in dit dossier). Wanneer een bouwwerk af is, kun je een site gecreëerd hebben met meer
biodiversiteit, meer groen en minder versnippering, waar het bovendien ook nog eens aangenamer wonen is."
"Lokale infiltratie van hemelwater, gevels met stenen waarin vogels kunnen nestelen enzovoort. Aannemers kunnen hierin op verschillende niveaus een rol spelen, door met de klant mee te denken. Stel je krijgt de vraag om een groendak te plaatsen. Dan kun je suggereren om de voorkeur te geven aan een biodivers groendak, in plaats van een dak dat alleen dient om water te bufferen."
Recente evolutie
Ines Verleye: "Sinds een jaar of twee, drie begint het thema te leven in de bouw. Ongetwijfeld heeft de coronacrisis daartoe bijgedragen. Van nature is de bouwsector niet automatisch biodiversity-minded. Maar de beste leerlingen zijn er wel mee bezig en kunnen anderen inspireren. Via Embuild Vlaanderen kunnen ze zich aansluiten bij de doelstellingen van de BBA en het maatschappelijke draagvlak verhogen. Ik ben blij dat bij jullie en in andere sectoren die je normaal niet linkt aan natuurbeheer, het besef nu leeft dat biodiversiteit belangrijk is."
"Vlaanderen houdt te weinig van zijn hemelwater vast"
Biodiversiteit is onlosmakelijk gekoppeld aan een goed waterbeheer. Maar op dat punt heeft Vlaanderen nog veel werk voor de boeg, zegt Griet Goossens, adviseur milieu en klimaat bij Embuild Vlaanderen. De waterkwaliteit moet nog verbeteren. Daarnaast moeten we beter omgaan met hemelwater en grondwater.
Griet Goossens: "Er zijn twee aspecten verbonden aan waterbeheer: waterkwantiteit en waterkwaliteit. Die kwaliteit heeft een grote invloed op het dieren- en plantenleven in en bij waterlopen en andere waterlichamen. In 2027 moeten we voldoen aan de Europese kaderrichtlijn Water, die eist dat al onze waterlopen in goede staat zijn. Eigenlijk moest dat al in 2015 zo zijn maar we kregen uitstel van de Europese Commissie. Helaas zullen we ook 2027 niet halen. Er zullen boetes vanuit Europa volgen."
Hoewel de kwaliteit van het oppervlaktewater in het algemeen en zeker op niveau van individuele parameters licht gunstig evolueert, blijkt uit data van de Vlaamse Milieumaatschappij van 2022 dat amper 1 van de 195 Vlaamse oppervlaktewaterlichamen in goede ecologische toestand is. Van de overige 194 waterlichamen is ruim 30 procent in een matige toestand, ruim 40 procent in een ontoereikende toestand en ongeveer 25 procent in een slechte toestand.
Griet Goossens: "De slechte waterkwaliteit komt onder meer van de landbouw. Door het gebruik van mest-
stoffen en pesticiden komen nitraten, fosfaten en dergelijke in het water terecht. Daarnaast is nog niet iedereen aangesloten op de riolering en wordt nog niet al het afvalwater gezuiverd. Op dat laatste gebied zijn er interessante ontwikkelingen. Vroeger had je of de klassieke aansluiting of een IBA, een individuele installatie voor de behandeling van afvalwater. Maar nu onderzoekt de Vlaamse overheid samen met Aquafin en andere partners ook andere mogelijkheden, zoals decentrale zuivering. Hierbij wordt het afvalwater van verschillende afgelegen woningen collectief maar lokaal gezuiverd, en dus niet aangesloten op het rioleringsnetwerk. Naast de aanleg van nieuwe rioleringen moet op veel plaatsen nog ingezet worden op gescheiden rioleringen en zijn onderhoudswerkzaamheden noodzakelijk."
Verdroging
Voor de meeste planten en bomen in tuinen, parken en in de natuur is voldoende water in de buurt levensnoodzakelijk, zonder verstoord te worden door lange periodes van droogte. Op dat punt wordt nu heel duidelijk dat
"
In 2027 moeten we voldoen aan de Europese kaderrichtlijn Water, die eist dat al onze waterlopen in goede staat zijn. "
Griet Goossens
Vlaanderen beter moet omgaan met hemelwater. Nog te weinig daarvan krijgt de kans om de grond in te trekken.
Griet Goossens: "Naast de kwaliteit is er dus de kwantiteit. Door de klimaatverandering wordt gevreesd dat we bij droogte met tekorten zullen zitten, en dat door de toegenomen intensiteit van de regenval we op andere momenten dan weer met wateroverlast geconfronteerd zullen worden."
Volgens een berekening van prof. Patrick Willems van de KU Leuven gaat ongeveer 60 procent van het hemelwater dat in Vlaanderen valt, de zee in. Om ons klaar te maken voor een veranderend klimaat zouden we 10 en zelfs 20 procent meer moeten vasthouden.
Een vrij aanzienlijke winst zouden we boeken als we de helft van het regenwater dat op het openbare domein valt en nu de riolering in gaat, zouden kunnen laten infiltreren. Dan zou er 150 tot 200 miljoen kubieke meter minder naar de zee lopen. Als elke burger de helft van het hemelwater dat op zijn perceel valt en nu de riolering in gaat zou laten infiltreren, komt daar nog ongeveer 100 miljoen kubieke meter bij.
Griet Goossens: "Ongeveer 15 procent van het Vlaamse grondgebied is verhard. Hierdoor kan het hemelwater niet in de grond infiltreren. Maar tegelijk moet je de rol van verharding nuanceren. Er stroomt ook veel water van landbouwgrond – die niet verhard is – naar waterlopen en rioleringen. Peilgestuurde drainage wordt hierbij vaak als een interessante maatregel naar voor geschoven."
Ontharding
De Vlaamse overheid beseft dat er iets moet gebeuren en neemt maatregelen. Zo is het beleid rond bemalingen bij bouwprojecten strenger geworden. Op andere punten zijn er dan weer versoepelingen. Sinds 1 januari 2023 hoef je geen omgevingsvergunning meer aan te vragen voor de afbraak van een verharding. Vroeger gold er ook een vrijstelling, maar die was beperkt tot een oppervlakte van 100 vierkante meter. Nu is die limiet dus weggevallen. Ver-
harding die plaats maakt voor groen en infiltratievoorzieningen heeft als voordeel onder meer dat de biodiversiteit toeneemt, de omgeving afkoelt en het risico op overstromingen daalt. Tegelijkertijd lanceert men initiatieven zoals het Vlaams Kampioenschap Tegelwippen en projectoproepen zoals Natuur in je school en Groenblauwe parels …
Hemelwaterverordening
In oktober 2023 wordt een nieuwe hemelwaterverordening van kracht. Deze heeft als vertrekpunt dat elke druppel hemelwater telt. Daarom is de regelgeving op een aantal punten strenger geworden. De minimale volumes van hemelwaterputten worden opgetrokken en het hemelwater moet ook voor verschillende toepassingen gebruikt worden zoals toiletten, wasmachines, de tuin en de schoonmaak. Als een gebouw verbouwd of uitgebreid wordt met werken aan de afwatering, zal het verplicht zijn een hemelwaterput te plaatsen.
Daarnaast worden het buffervolume en de infiltratieoppervlakte van de verplichte infiltratievoorziening vergroot. Ook het buffervolume voor grote verharde oppervlakten wordt vergroot als om technische redenen geen infiltratievoorziening kan aangelegd worden.
Nieuw in de hemelwaterverordening is dat ze de mogelijkheid invoert om bepaalde verplichtingen collectief op te nemen.
Groenblauwpeil
Sinds september 2021 kun je online het groenblauwpeil van je perceel of je project berekenen. Dit zegt hoe klimaatbestendig een perceel of project is, en geeft tips om het beter te doen. Van bijna 30 000 woningen en tuinen werd het groenblauwpeil ondertussen berekend.
Het groenblauwpeil, een initiatief van Embuild Vlaanderen, VLARIO en departement Omgeving, wordt regelmatig verder verfijnd, waardoor het beter kan inspelen op de vragen van bouwprofessionals. Zo kun je sinds
mei 2022 ook de ideale grootte van een regenwaterput berekenen. Sinds eind maart is er het groenblauwpeil 2.0, waardoor je als gebruiker kunt kiezen tussen een vereenvoudigde en een gedetailleerde berekening. Op deze manier wordt het groenblauwpeil nog interessanter voor architecten, landschapsarchitecten en andere bouw- en tuinprofessionals. Bovendien is het groenblauwpeil door deze uitbreiding nu ook toepasbaar op grotere projecten en op het publieke domein.
De nieuwe versie van het groenblauwpeil integreert ook de nieuwe watertoetskaarten en de informatieplicht over overstromingsgevoeligheid. Daarnaast wordt het mogelijk om verschillende alternatieve ontwerpen met elkaar te vergelijken, projecten met elkaar te delen, de resultaten te exporteren enzovoort.
Blue Deal
Ten slotte moeten we zeker de Blue Deal nog eens vermelden. Dat is een ambitieus Vlaams programma om de strijd tegen waterschaarste en droogte aan te gaan op het terrein. Op die manier wil de Blue Deal werken aan structurele oplossingen. Bij de principes van de Blue Deal horen onder meer dat openbare besturen het goede voorbeeld geven, dat ingezet wordt op circulair watergebruik en dat landbouw en natuur een deel van de oplossing zijn. In het algemeen stimuleert de Blue Deal de samenwerking tussen verschillende belanghebbenden, waarbij ook de bouwsector hoort.
Een blik op de website bluedeal.integraalwaterbeleid.be leert dat de Blue Deal intussen geleid heeft tot meer dan 300 projecten, waarvan 266 investeringen "op het terrein" zijn. Daarbij zijn projecten over slim en circulair watergebruik maar ook 40 projecten gericht op natte natuur: herstel van natte graslanden, bossen, vennen enzovoort. Er zijn ook meer dan 170 projecten voor groenblauwe infrastructuur zoals klimaatstraten, ontharding, klimaat-robuuste woonwijken, de transformatie van parkingpleinen tot groenblauwe verblijfsruimtes enzovoort.
"Het valt op dat dergelijke projecten tegenwoordig frequenter voorkomen"
Ons lid Stadsbader Contractors begint nog vóór het bouwverlof met de aanleg van een ecoduct over de E19 in het bekende Hallerbos. De opdrachtgever, het Agentschap Wegen en Verkeer, wil dat dezer werken de biodiversiteit niet schaden maar ondersteunen. We vroegen aan projectmanager Kenneth Vangerven wat dat concreet inhoudt.
De nieuwe brug over de E19 in het Hallerbos is een van de vijftien VAPEO-projecten die de Vlaamse regering heeft goedgekeurd. Deze testen hoe infrastructuurprojecten de biodiversiteit kunnen versterken (zie ook blz. 24-26 in dit dossier).
In Halle gaat het om een brug voor auto's die vervangen wordt door een bermbrug. Deze is niet alleen voor menselijk gebruik bedoeld maar speelt tegelijk de rol van ecoduct, een diervriendelijke overbrugging van de autosnelweg. Auto's zullen niet meer op de brug mogen, maar fauna zal langs de bermen op
De bouwplannen voor de bermbrug over de E19 in het Hallerbos (illustratie Stadsbader Contractors).
de brug de overkant veilig kunnen halen. Voor Kenneth Vangerven, projectmanager bij Stadsbader Contractors, is dit het eerste ecoduct.
Kenneth Vangerven: "Voor mij persoonlijk wel, maar niet voor de onderneming. We hebben het ecoduct over de Brusselse Ring in Groenendaal al gebouwd, en nu zijn we bezig met een ander ecoduct over de Ring, bij Hoeilaart."
en met respect voor de natuur een dergelijk project tot een goed einde kunnen brengen."
"Het valt ook op dat dergelijke opdrachten tegenwoordig frequenter voorkomen. Net zoals projecten voor fietsinfrastructuur trouwens. We zijn fietsbruggen aan het bouwen in Merelbeke, Zaventem, Dilsem-Stokkem enzovoort."
Bijzondere randvoorwaarden
Gezien de kwetsbaarheid van waardevolle ecosystemen zoals het Hallerbos, kwam deze opdracht met een groot aantal bijzondere randvoorwaarden. De
SITUATIEPLAN
-
BETON:
Alle stortvoegen (bij nieuw beton) worden opgeruwd
De bestaande toestand is louter indicatief op de tekeningen weergegeven. De opdrachtnemer vergewist zich ter plaatse van de bestaande toestand - De opdrachtnemer legt uitvoeringstekeningen ter goedkeuring voor werkvloeren in schraal beton C12/15-OB-E0 vleugelmuren/retourmuren/keermuren C35/45-GB-EE4-LA prefab randelement
-- φ 1, geen remkracht (BM1 en BM2 niet in beschouwing - BM3: φ 1, geen remkracht, enkel in zone gewone (niet in combinatie met BM1) - Werfbelasting op ecoduct -
Belasting vast (kN/m²) 13 (lijnlast) schanskorven
Alle zichtbare en bereikbare vlakken worden effen geslepen 40 recreatiepad gewone beplanting/ecologische zone 5,5
Projectnummer
bodem mag bijvoorbeeld niet te veel omgewoeld of samengedrukt worden.
Kenneth Vangerven: "De omgang met de bodem was een belangrijk aspect van de opdracht. We gaan 40 centimeter afgraven, en deze grond wordt dan opgeslagen op een terrein aangeduid door het Agentschap Natuur & Bos. Later wordt hij gemengd met kleikorrels en koemest, en hergebruikt om delen van het ecoduct af te dekken met een laag van 30 centimeter. Op bepaalde plaatsen zal de grondlaag anderhalve meter dik zijn, omdat daar bomen en struiken geplant worden."
"In de opdrachtdocumenten is ook duidelijk aangegeven waar er bomen gekapt mogen worden. De stammen worden later hergebruikt in de omgeving van het ecoduct en voor de aanleg van een zogenaamde stobbenwal. Dat is een wal van twee meter hoog en vijf meter breed waarin wortels en stronken van bomen verwerkt zijn. Hij loopt over de hele lengte van het ecoduct en vormt de afscheiding tussen de zones voor mensen en dieren."
De E19 ligt ingesneden in het landschap. Stadsbader Contractors gaat het eco-raster, het hek dat de dieren nu weghoudt van de autosnelweg, hoger plaatsen, zodat ze naar de brug geleid worden. Om dezelfde reden wordt de grond in de nabijheid van de brug met vijf tot zes meter verhoogd.
Tijdens de werken garandeert een hek dat dieren niet langs de werfzone op de autosnelweg terechtkomen.
Technisch niet moeilijk
De eis dat de biodiversiteit ondersteund wordt, creëert dus een aantal specifieke eisen. Maar op bouwtechnisch vlak is dit geen ingewikkelde opdracht.
Kenneth Vangerven: "Het is een mooi maar eenvoudig ontwerp. De situatie maakt dat ook mogelijk. De ondergrond bestaat uit Brusseliaans zand en heeft een zeer goede geotechnische kwaliteit. Een fundering van gewapend beton volstaat, funderingspalen in de grond zijn niet nodig, en dat vermindert de schade aan de natuur."
"De structuur van de brug is gemaakt van beton dat ter plaatse gestort
is. En ondanks het feit dat het ecoduct deels bedekt is met planten en aarde, volstaat een klassieke afdichting voor het waterbeheer. Ook op dat punt zijn er dus geen bijzondere bouwtechnieken nodig."
Zeer krappe termijnen
Waar de natuur het dan toch moeilijk maakt, is in de planning. De impact van de werken op de natuur - en op het toerisme - moet zo klein mogelijk zijn. Daarom zijn de termijnen zéér krap.
Kenneth Vangerven: "Het kappen van de bomen is al gebeurd vóór 15 maart. Maar aan de brug zelf mocht pas gewerkt worden wanneer de bloeiperiode van de hyacinten voorbij is. Normaal gezien starten we nog vóór het bouwverlof van 2023. Tegen het bouwverlof van 2024 moeten we klaar zijn. Tijdens de hyacintenbloei van volgend jaar zal de brug dus nog niet bruikbaar zijn, maar dat was ook onhaalbaar."
"Dit is een opdracht ter waarde van 7,7 miljoen euro, mét boetes wanneer we te laat zijn. We zullen indien nodig moeten bijsturen. Dat betekent dat we desnoods extra volk zullen inzetten en op zaterdag werken. Zulke krappe termijnen maken van deze opdracht een echte uitdaging."
Communicatie
Dergelijke opdrachten die de biodiversiteit ondersteunen, zijn voor de
HYACINTENPRACHT
overheid voorlopig nog een leerproces. Vooral de communicatie is daarvan een belangrijk aspect. Maar Kenneth Vangerven ziet op dat punt geen problemen.
Kenneth Vangerven: "Voor deze opdracht is er vaak overleg tussen de stad Halle, het Agentschap Wegen en Verkeer en het Agentschap Natuur & Bos. Voor ons is dat een meerwaarde. Die overlegmomenten verlopen zeer constructief. Zowel Halle als Natuur & Bos begrijpen en accepteren dat de werken tijdelijk een impact zullen hebben op de biodiversiteit. Maar ze zien ook dat aan het einde van de rit de biodiversiteit gebaat is bij deze ingreep."
Het Hallerbos, of Bois de Hal in het Frans, ligt ten zuidoosten van de stadskern van Halle en heeft een oppervlakte van 552 hectare. Het ligt grotendeels in het Vlaams gewest maar ook voor een klein deel in Wallonië. Het heeft grote ecologische waarde en is een deel van het Vlaams Ecologisch Netwerk, sinds 2021 een Vlaams natuurreservaat en Europees beschermd als Natura 2000-gebied.
Zelfs wie er nooit geweest is, kent het wellicht van de wilde hyacinten. Hun bloeiperiode in april haalt ieder jaar de Vlaamse, Belgische en soms zelfs de internationale pers. Het bos trekt dan tienduizenden bezoekers.
Het Hallerbos heeft een bewogen geschiedenis. In de Eerste Wereldoorlog werd het bijvoorbeeld door de Duitse bezetter nagenoeg volledig kaalgekapt. De meest recente grote natuur-vernietigende ingreep was de aanleg van de E19 in 1974, die 25 hectare bos deed verdwijnen. Stadsbader Contractors vervangt in het bos een brug over de E19 door een bermbrug voor zacht verkeer.
" Het is een gelegenheid om te tonen dat we midden in een natuurgebied en met respect voor de natuur een dergelijk project tot een goed einde kunnen brengen. "
"Meer biodiversiteit is een winst voor de bouwsector"
Het belang van biodiversiteit is ook de Vlaamse regering niet ontgaan. Ze heeft verschillende projecten opgezet om de natuur te ondersteunen. Zo zijn er onder meer de vijftien VAPEO-projecten voor infrastructuur. We gingen uitleg vragen aan Lien van Besien van het Departement Omgeving.
Lien van Besien: "Toen ik hier begon in 2007 was het Departement Omgeving al bezig met natuurtechnische milieubouw of NTMB. Intussen hebben we het beheer van het NTMB-zorgsysteem overgedragen aan COPRO om dit te kunnen verbreden, maar het idee dat je bij bouwwerken rekening moet houden met de natuur is dus niet nieuw op het Departement. Eén van de vele voorbeelden: we bekijken momenteel hoe we de lessons learnt over 32 innovatieve, biodiverse groene daken en gevels die een tijdje geleden een subsidie kregen, in de kijker kunnen zetten."
Omslag in het denken
Lien van Besien: "Nog niet zo lang geleden werd de natuur gezien als iets dat overwonnen moest worden, iets dat ongemakken en zelfs gevaar meebracht: ziekten, de grillen van het weer enzovoort. Maar exclusief inzetten op het comfort van de mens brengt eveneens risico's mee, zoals overstromingen, woestijnvorming of het uitsterven van soorten die cruciaal zijn voor een ecosysteem. Als die er niet meer zijn, stort het systeem in elkaar, en wij zijn ook een onderdeel van dat ecosysteem."
"Het evenwicht vinden tussen menselijk ingrijpen en de natuur zijn gang laten gaan, is een permanente zoektocht in het dichtbevolkte Vlaanderen.”
Samenwerking
Lien van Besien: "Je kunt biodiversiteit bekijken op drie niveaus: de genetische variatie binnen een soort, de diversiteit van soorten, en de variaties die bestaan in eco-
systemen waarin soorten samenleven. Biodiversiteit versterken op het terrein vraagt tijd. Het duurt even voor een robuust ecosysteem zich ontwikkeld heeft. Ook overleg en samenwerking zijn heel belangrijk om dit te doen slagen. De afdeling van het Departement Omgeving waarvoor ik werk, heet Partnerschappen met Besturen en Maatschappij. PBM zet onder meer in op expertise over duurzame overheidsopdrachten en op partnerschappen rond verschillende omgevingsthema’s zoals duurzame consumptie, klimaat, ruimte, water en ecologische ontsnippering. Daarnaast ondersteunt deze afdeling pioniers in het veld en helpen we de kennis die wordt opgebouwd door pioniers ook breed uitdragen zodat iedereen hierop kan meesurfen."
"Het is tweerichtingsverkeer: enerzijds de beleidsvisie uitleggen en doen functioneren, anderzijds capteren wat er leeft, wat niet goed werkt, waarop het beleid moet inspelen en dergelijke. Zo voelen we bijvoorbeeld aan dat er momenteel te veel versnipperde subsidiesystemen bestaan."
Beleidsvisie
Biodiversiteit is een doelstelling in de beleidsvisie van het Departement Omgeving. Er bestaan intussen verschillende initiatieven die hiertoe bijdragen, zoals het Vlaams Actieplan Wilde Bestuivers en het stimuleren van een landbouw die meer rekening houdt met ecosystemen. Maar er zijn ook talrijke initiatieven die meer relevant zijn voor de bouwsector zoals de Blue Deal, het Vlaams klimaatadaptatieplan, de transformatie naar meer biodiversiteit in de groensector, en het concept stedelijke natuur.
DE VIJFTIEN VAPEO-PROJECTEN
• Ecobrug met medegebruik N75 in (Dilsen-Stokkem).
• Ecovallei met medegebruik N771 (Dilsen-Stokkem).
• Ecotunnel met medegebruik N76 (Oudsbergen).
Ecoduct over de E314 (Zonhoven), verbinding tussen de natuurgebieden Den Teut en de Tenhaagdoornheide.
Ecoduct over de N71 (Mol-Lommel).
• Bermbrug over de E19 en de hogesnelheidslijn (Schoten).
• Ecotunnels/ecoduikers E313/A13 (Ranst-ZandhovenGrobbendonk).
• Ecotunnels/ecoduikers E34/A21 (Ranst-Zandhoven-Zoersel -Malle-Vorselaar-Lille).
Interessant voor de sector zijn ook de infrastructuurprojecten in het VAPEO, het Vlaams Actieprogramma Ecologische Ontsnippering.
Lien van Besien: "Vlaanderen heeft een van de hoogste bevolkingsdichtheden van Europa, en het op een na dichtste wegennet. Dat heeft geleid tot een verregaande versnippering van de natuur, die nog versterkt wordt door de waterwegen, de spoorwegen en de lintbebouwing."
"De overlevingskansen van wilde soorten staan hierdoor onder druk. Maar door terug verbindingen aan te leggen tussen leefgebieden, krijgen deze dieren, die stuk voor stuk belangrijke schakels zijn in een goed functionerend ecosysteem, opnieuw meer kansen. Het VAPEO is een meerjarenprogramma voor een dergelijke ontsnippering, dat het Departement uitvoert in samenwerking met het
• Ecotunnels/ecoduikers/aangepaste tunnels E19/A1 (Rumst-Mechelen-Zemst).
Ecobrug met medegebruik R0/E19 (Halle). Ecoduct N253 (Huldenberg-Neerijse).
• Bermbrug E40/A3 (Bertem).
• Tunnel of brug met medegebruik A12 (Meise)
• Bermbrug E17/A14 (Waasmunster).
Tunnel met medegebruik fauna E403/A17 (Lauwe).
Agentschap Wegen en Verkeer, het Agentschap Natuur en Bos en het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek."
De projecten in het VAPEO zijn typisch ecoducten of bermbruggen uitgerust met natuurstroken (bermen), zodat niet alleen het verkeer maar ook de dieren er veilig gebruik van kunnen maken (zie de kadertekst). Maar er zijn ook ecotunnels en ecoduikers bij en zelfs een ecovallei die het landschap onder een drukke weg doortrekt.
Lien van Besien: "Het is de bedoeling om tijdens deze regeerperiode vijftien VAPEO-projecten te realiseren. Je hebt infrastructuur nodig als samenleving, maar tegelijk kun je rekening houden met de ecosystemen en er ruimte aan geven. Je kunt met een bouwproject een situatie scheppen waarin ook de natuurlijke processen hun gang kunnen gaan."
DB&M
Biodiversiteit kan op meer manieren ondersteund worden dan verwacht. Ook de contractformule van een bouwproject kan bijvoorbeeld een rol spelen.
Lien van Besien: "Een bouwheer stelt best een apart bestek op voor het groen. Zo kunnen de groenontwerpers en -aanleggers in een vroege fase als volwaardige partners betrokken worden. Dat vermijdt dat dat groen beschouwd wordt als iets ondergeschikts, alleen aanwezig voor de sier."
"Overheden schrijven nog niet zo vaak Design & Build-opdrachten voor. Waar mogelijk ben ik persoonlijk zelfs een voorstander van Design, Build & Maintain-formules waarbij de private partner ook instaat voor een blijvend hoge kwaliteit, niet alleen van het kunstwerk, maar ook van het groen. Je krijgt op deze manier ook een betere samenwerking tussen alle aspecten van het project, groen inbegrepen."
Bouw mét natuur
Lien van Besien: "Wat we nog veel meer moeten doen, is adaptief (ver)bouwen, in symbiose met de omgevingsfactoren. Ik geloof dat het kan, ecologische principes toepassen op en rond bouwwerken. Bij ecologisch bouwen denken we nog te veel enkel aan energetisch bewust bouwen en materialengebruik. Daar proberen we met het Departement verandering in te brengen. Hoe en waar je een gebouw optrekt, de helling, reliëf, bodem, waterhuishouding, beschaduwing, het aanwezige groen - en daarbij zeker de aandacht voor oude bomen, maar ook de bouwshift, een gezond binnenklimaat, de mobiliteitsopties, denken op wijkniveau enzovoort."
"Er is zo veel werk aan de winkel bij de transitie naar onze Omgeving van de toekomst, een van de transitieprioriteiten van de Vlaamse Regering, die getrokken wordt door het Departement Omgeving. Het Departement heeft voor enkele van deze aspecten een samenwerking opgebouwd met Embuild. Naast de bouwagenda, werken we ook bijvoorbeeld samen aan het Groenblauwpeil dat elke burger inzicht en tips geeft over water en groen op zijn perceel, en aan een beoordelingskader voor biodiversiteit in bouwprojecten dat we graag zouden zien evolueren naar een onder-
deel van de omgevingsvergunning."
"De nieuwere en snellere aanpak die gevraagd wordt om opdrachten mogelijk te maken, en dat samen met het rekening houden met zo veel omgevingsaspecten, is voor iedereen een leerproces. In het kader van het relanceprogramma Vlaamse veerkracht na corona, dienden we bijvoorbeeld vele projecten opeens sneller vastgelegd te krijgen dan voorzien. We klopten hiervoor ook aan voor advies bij Embuild Vlaanderen."
Anders aanbesteden
Het Departement probeerde ook nieuwe vormen van aanbesteden uit, bijvoorbeeld in het kader van het Vlaams actieprogramma ecologische ontsnippering, voor de ecovallei onder de N76 in Oudsbergen en het ecoduct over de N71 in Lommel. Met de deskundige begeleiding en ervaring van de Werkvennootschap werd de voorkeur gegeven aan een concurrentiegerichte dialoog. Er schreven zes consortia in voor ontwerp en bouw.
Lien van Besien: "Tijdens zo’n dialoog mag er in het kader van eerlijke concurrentie geen informatie verspreid worden buiten het beperkte team dat deelneemt aan de dialoog. Kunstwerken kan je echter niet los bekijken van hun omgeving en er worden heel wat partners betrokken om die juiste inpassing mogelijk te maken. Uit het volgen van dit proces hebben we geleerd dat we het betrekken van die partners ook in een dergelijk proces zeker voldoende plaats moeten geven."
Positieve evolutie
Lien van Besien: "Ik woon ergens tussen Brussel en Antwerpen. In 2016 hebben we gewerkt aan onze woning. We wilden toen ook een wadi aanleggen om overtollig water van de regenwaterput te laten infiltreren, in de plaats van de overloop naar de riolering af te voeren. Bij de gemeente bleek dat toen nog een uitzondering te zijn en moesten we dit goed beargumenteren. Nu is er al meer bewustzijn. Voor waterinfiltratie is er al een hele tijd aandacht bij het Netwerk Architecten Vlaanderen NAV. We zien nu dat zij ook biodiversiteit meer onder de aandacht beginnen te brengen. Weer een positieve evolutie!"
" Het evenwicht vinden tussen menselijk ingrijpen en de natuur zijn gang laten gaan, is een permanente zoektocht in het dichtbevolkte Vlaanderen. "
Uw partner voor al het aluminium buitenschrijnwerk
Aliplast Aluminium Systems biedt een totaalpakket aan duurzame aluminium systemen aan: ramen, deuren en schuiframen, maar ook glasgevels en aluminium gevelbekleding, en natuurlijk veranda’s, lichtstraten, terrasdaken met glas of aluminium lamellen, ja, zelfs binnenschrijnwerk. Een team van ervaren ontwerpers en ingenieurs staat klaar om u te assisteren bij alle mogelijke projecten.
650 bedrijven hebben zich al aangesloten bij Build Circular
Build Circular is een succes. Twee jaar na de start van dit Brusselse initiatief hebben zich al 650 bedrijven geëngageerd om circulair te bouwen en te renoveren. Embuild.Brussels en de andere initiatiefnemers mogen tevreden zijn.
Het Brussels gewest heeft een ambitieuze renovatiestrategie, RENOLUTION, die officieel van start ging in 2021. Ze wil het Brusselse gebouwenbestand energiezuiniger maken. Maar bij Embuild.Brussels zagen ze een kans. Waarom hiervan geen gebruik maken om ook de circulariteit in de lokale bouw te stimuleren?
In samenwerking met de lokale overheid, Buildwise (het vroegere WTCB) en Construcity.brussels zette Embuild.Brussels dus Build Circular op, een publiek-private samenwerking die intussen bestaat uit een team van 15 mensen. Build Circulair is nu twee jaar actief in de Brusselse bouw en onlangs maakte Embuild.Brussels de balans op. Het initiatief is een succes, met 650 bedrijven die in de circulaire dynamiek gestapt zijn en die dus hun ecologische verantwoordelijkheid opnemen.
1900 contacten
Build Circular nam op eigen initiatief contact op met 1900 bouwbedrijven, waarvan dus ongeveer een derde zich engageerde om circulariteit toe te passen in hun projecten. Driekwart van deze 650 bedrijven is een micro-onderneming.
150 van hen kreeg begeleiding bij de stap naar meer circulaire bouwprocessen. Meer dan honderd verwierven nieuwe competenties op het vlak van afvalbeheer, hergebruik, het opstellen van een businessmodel of het gebruik van duurzame materialen. In totaal kregen meer dan 1000 mensen een opleiding over circulaire en duurzame technieken.
Dat zijn zeer bemoedigende resultaten, en het team van Build Circular is zinnens om op dat elan door te gaan, aldus
Lara Pérez Dueñas, die het programma coördineert bij Embuild.Brussels
Lara Pérez Dueñas: "We zijn midden in de coronacrisis begonnen. Het was een ideaal moment voor aannemers om de oogkleppen af te zetten en na te denken over hun manier van werken. Onze rol is bouwbedrijven opsporen en ze begeleiden bij het invoeren van circulariteit. Sommige bedrijven moet je eerst nog overtuigen, andere dan weer niet omdat ze het thema al geïntegreerd hebben in hun dagelijkse praktijk. De meerwaarde van Build Circular is dat we ons op de werkvloer begeven. Wij zien dus welke concrete behoeften ondernemingen hebben, we luisteren naar hun vragen en geven individuele begeleiding. Daarnaast geven we advies over financierings-
170 renovaties per week
Zoals net al aangestipt, sluit Build Circular aan op RENOLUTION. Het is dus een instrument om de doelstellingen van deze Brusselse renovatiestrategie te bereiken. Net zoals in de andere gewesten is de energetische renovatie van het gebouwenbestand in het hoofdstedelijk gewest een enorme opdracht. 40 procent van de woningen dateert van vóór 1985 en is sindsdien niet of weinig gerenoveerd. RENOLUTION wil dat het woningenbestand tegen 2050 gemiddeld nog 100 kWh per vierkante meter en per jaar verbruikt. Voor een individuele woning komt dat overeen met een EPB-certificaat C+. Maar Laurent Schiltz (secretaris-generaal Embuild.Brussels) legt uit wat dat betekent: het huidige energieverbruik van de Brusselse gebouwen moet maar liefst drie keer kleiner worden.
Laurent Schiltz: "Er staan in Brussels ongeveer 200 000
mogelijkheden maar ook over opleiding, inbegrepen die van onze Embuild Academy."
FLUX+ FLAT
Balansventilatie in combinatie met puur installatiegemak
Vocht, CO2 en VOC vraagsturing
Plafond- of wandmontage
25 kg & Quick-Fix ophangsysteem
Bespaar tot 50 % totale installatietijd
gebouwen, en het gewest telt ongeveer 600 000 woningen. Om de doelstellingen te bereiken moeten in de komende tien jaar 90 000 gebouwen gerenoveerd worden. Dat zijn 170 renovaties per week. Het renovatieritme, dat nu 1 procent per jaar bedraagt, moet verdrievoudigd worden."
Vanaf de periode 2033-2035 moeten alle gebouwen in Brussel een label E of beter halen. In 2045 wordt dat D of beter, en in 2050 ten slotte C of beter.
Laurent Schiltz: "Het is een pragmatische maar tegelijk ambitieuze agenda, gezien de krapte op de arbeidsmarkt. De sector is nog altijd op zoek naar 20 000 en meer arbeidskrachten. Met de ontwikkeling van publiek-private partnerships is RENOLUTION een innovatief overheidsprogramma. Embuild. Brussels zet er zich dagelijks voor in en werkt op talrijke projectoproepen. Investeringen in renovaties beginnen na minder dan tien jaar op te brengen. De terugverdientijd is dus zeer interessant."
Vier assen
Build Circular functioneert als een unieke helpdesk waarop alle bouwbedrijven die in Brussel werken, gratis een beroep kunnen doen. Om de renolutie te ondersteunen, geeft het team van Build Circular coaching langs vier assen.
Laurent Schiltz: "We helpen bedrijven bij het opstellen van premie-klare offertes met correcte prijzen. Ten tweede willen
we stimuleren dat ze advies geven aan hun klanten. In veel gevallen is voor de werken geen architect nodig en dan is de expertise van de aannemer een onmisbare meerwaarde. Drie: we moedigen een duurzame en circulaire manier van werken aan, met hergebruik, de toepassingen van duurzame materialen en propere bouwplaatsen waarop afval gescheiden wordt. En ten slotte staan we erop dat kwaliteitsvol werk geleverd wordt door vaklui die mee zijn met de tijd."
Getuigenis
Embuild.Brussels maakte de resultaten van Build Circular bekend tijdens een persconferentie in de HUBB in Brussel. Ook aanwezig was Louis Tilmans van Renovatti, een onderneming die een beroep heeft gedaan op het initiatief. Hij is overtuigd van de meerwaarde.
Louis Tilmans: "Door dit programma hebben we besloten een opleiding over hergebruik en circulariteit te volgen, onder meer over biomaterialen en in mijn geval dan specifiek over cellulose-isolatie. Daarnaast is er een expert naar de bouwplaats gekomen voor de controle van de waterdichtheid van een gebouw en van de akoestiek van de houten vloer. Hij ging na of we goede praktijken toepasten, vooral dan wat betreft isolatie. Build Circular is een erg verrijkende ervaring, die niet alleen gratis is maar ook contacten doet ontstaan tussen aannemers."
" De meerwaarde van Build Circular is dat we ons op de werkvloer begevenr. "
Trend- en impactanalyse van de Belgische bouwsector
Buildwise, het voormalige WTCB, heeft onderzocht welke trends op de kortere en langere termijn de toekomst van de sector zullen bepalen. Er kwamen tien megatrends uit de bus, met op plaats één de war for talent. Hoe kan de bouw hiermee omgaan? Buildwise schreef een lijvig rapport over zijn bevindingen. We vatten het in verschillende afleveringen samen.
De ontwikkelingen in de sector volgen elkaar in stormachtig tempo op. Welk perspectief biedt dat op aan onze bouwbedrijven? Onder meer om deze cruciale vraag te beantwoorden richtte Buildwise (toen nog het WTCB) in 2019 zijn
Visiecomité op. Dat comité heeft een ruime blik. Het houdt niet alleen rekening met bouwtechniek maar ook met politieke, economische, sociale, technologische, ecologische en juridische aspecten, afgekort PESTEL.
Onder begeleiding van consultant KPMG werd recent een diepgaande trendanalyse opgesteld aan de hand van desktopresearch en gesprekken met experts binnen en buiten de bouwsector. Drie sectoren werden bovendien nader onderzocht: de algemene aannemers, de schrijnwerkers en de installateurs van sanitair en HVAC. Uit de verzamelde gegevens werd door het Visiecomité een reeks belangrijke aandachtspunten voor de sector gedistilleerd. Ze staan in Trend- en impactanalyse van de (Belgische) bouwsector, het rapport dat onlangs bekendgemaakt werd.
Dat rapport heeft verschillende doelstellingen. Het dient bijvoorbeeld om de strategie van Buildwise uit te stippelen. Maar het is ook een inspiratiebron voor de vijftien Technische Comités van Buildwise.
Tien megatrends
Rechtstreeks of onrechtstreeks zullen alle bouwondernemingen geconfronteerd worden met de tien mega-
trends die in dit rapport geïdentificeerd worden, op de korte, de middellange en de lange termijn. Het belang van deze megatrends werden afgetoetst en gevalideerd aan de hand van dieptegesprekken en van een enquête bij meer dan 700 professionals die actief zijn in de Belgische bouwsector. In dit artikel schetsen we de tien trends. In latere artikels zullen we hierop dieper ingaan.
Megatrend 1: de war for talent. De Belgische bouwsector strijdt mee in een war for talent om het tekort aan competent personeel te ondervangen. Het gaat niet alleen om specifieke functieprofielen maar ook om het algemene vakmanschap dat de sector nodig heeft. Deze talentenoorlog wordt bovendien gecombineerd met een (r)evolutie op het vlak van de teamsamenstelling en van de arbeidsmarkt, waarin digitale competenties steeds vaker een voorwaarde zijn.
Megatrend 2: digitalisering
Efficiënter, sneller en klantvriendelijker werken: digitalisering is hiervoor steeds belangrijker. Ook de sector beleeft een boost op dit gebied, met innovaties in alle delen van de waardeketen. Het algemene denken en werken in de sector zal hiervan de invloed ondervinden.
Megatrend 3: bouwindustrialisatie
Doorgedreven industrialisatie kan bouwen betaalbaarder maken en tegelijk de kwaliteit en de productiviteit verhogen. De industrialisatie speelt
zich niet alleen af op het niveau van het product maar ook in de werkprocessen, beleidsregels en procedures.
Megatrend 4: intensievere samenwerking
Bouwen wordt steeds complexer. Om dat te beheersen is meer structurele samenwerking nodig, met partijen die hun krachten bundelen doorheen heel de keten die waarde schept. Bouwteams met daarin stakeholders en partijen die over specifieke kennis beschikken, hebben op dit gebied veel potentieel.
Megatrend 5: klimaatbewustwording
Weersextremen zullen steeds vaker voorkomen. De lat voor de klimaatdoelstellingen ligt voortdurend hoger. Daardoor moet de bouwsector steeds meer focussen op duurzaamheid en milieu- en klimaatvriendelijkheid. Daarnaast zal er steeds meer aandacht gaan naar onderwerpen zoals energie-efficientie en circulair bouwen. Dat leidt tot innovatieve oplossingen en toepassingen in de sector.
Megatrend 6: demografie'
De bevolking neemt toe, maar vergrijst ook. Gezinnen worden kleiner en er is migratie. Er is sprake van een revolutie in de samenstelling van de bevolking. Dat dwingt sector na te denken over de alternatieve woonvormen van de toekomst.
Megatrend 7: juridische aspecten
Het wettelijke kader waarin we werken wordt complexer maar ook belangrijker, want het spreekt steeds vaker
een mondje mee bij een bouwproject. Dat heeft onder meer te maken met het toenemende belang van de publieke opinie en de toenemende de mondigheid van de burger.
Megatrend 8: veeleisende klanten Klanten verwachten steeds meer transparantie en op maat geleverde diensten en producten. Daardoor zal de sector een koerswijziging moeten maken van productgericht naar klantgericht denken. Het centraal stellen van de verwachtingen van de klant primeert daarbij.
Megatrend 9: nieuwe businessmodellen
Business as usual in de bouwsector is verleden tijd, een evaluatie van het complete businessmodel dringt zich op, met een grotere focus op bouwen as a service, waarbij circulariteit en digitalisatie voorop staan.
Megatrend 10: nieuwe leveringsstrategieën. Recente (geopolitieke) gebeurtenissen hebben de bouwsector doen inzien dat een doorbraak van (nieuwe) leveringsstrategieën meer dan ooit noodzakelijk wordt. Alleen dan kunnen bouwbedrijven proactief het hoofd bieden aan potentiële prijsstijgingen, oplopende wachttijden en uitdijende planningen.
Urgent
Voor alle duidelijkheid: de nummering die we net hanteerden, mag u niet zien als een rangschikking. De
drie zaken die als het urgentste ervaren werden bij de trendanalyse waren de war for talent (de eerste megatrend in de lijst), de toegenomen juridische complexiteit (nummer 7) en het omgaan met verstoringen in de logistieke keten (nummer 10).
Die twee laatste megatrends zijn evenwel randvoorwaarden. Je moet er rekening mee houden als bouwonderneming maar je hebt er rechtstreeks geen vat op. Ze behoren niet tot het bouwproces zelf of de waardeketen van de bouw. Maar aannemers en installateurs zullen zich vanzelfsprekend wel moeten aanpassen aan deze megatrends.
Impact
Welke impact hebben deze trends op de aannemers en de installateurs? Volgens het rapport van het Visiecomité kunnen ze vijf zaken impliceren:
• een transitie richting een procesgedreven bouw. Doorgedreven digitalisatie en standaardisatie dienen het bouwproces beter voor te bereiden en te stroomlijnen, met efficientie- en effectiviteitsverbeteringen en een reductie van faalkosten tot gevolg;
• het ontwikkelen van nieuwe markten. Er ontstaan nieuwe markten en kansen voor bouw- en installatiebedrijven, onder meer door energie-efficiënte oplossingen en de toename van renovaties. Deze kunnen gepaard gaan met nieu-
we businessmodellen, die bijvoorbeeld gebaseerd kunnen zijn op een as-a-service-benadering;
• verschuivingen in de waardeketen. De rol en de verantwoordelijkheid van bouw- en installatiebedrijven veranderen immers, net als de verwachtingen van de markt. Dat zal ook gevolgen hebben voor de vereiste competenties;
• ecosysteem-denken en co-creatie. Bouw- en installatiebedrijven zullen ook een blik moeten werpen buiten de bedrijfsgrenzen en verder kijken dan individuele projecten. Ze zullen co-creaties moeten aangaan binnen maar ook overheen de waardeketen;
• het stimuleren van langetermijndenken. Met een grotere future-awareness kan de Belgische bouwsector beter omgaan met onverwachte gebeurtenissen in de toekomst.
Drie hoofdthema's
Doorheen deze vijf implicaties kunnen drie belangrijke thema’s worden geïdentificeerd, waar bouw- en installatiebedrijven op moeten inzetten om de uitdagingen het hoofd te kunnen bieden: (1) digitalisatie, (2) duurzaamheid en (3) investeringen in medewerkers en hun competenties.
Maar daarover leest u meer in het volgende artikel in Embuild Magazine.
Buitenbepleisteringen: welke toepassingen?
Buitenbepleisteringen worden vaak toegepast bij gevels die voorzien zijn van een buitenisolatie (ETICS, zie TV 257). Ze worden echter nog voor vele andere toepassingen gebruikt. TV 209, die dateert van 1998 en volledig gewijd is aan dit type bepleisteringen, wordt momenteel herzien. In deze herziening zal er rekening gehouden worden met de voornaamste toepassingen (buiten ETICS) die ook in dit artikel aan bod komen.
De verschillende soorten buitenpleisters
Buitenpleisters zijn mineraal (op basis van cement en/of kalk) of organisch (op basis van hars). Wanneer deze pleisters in de fabriek vervaardigd worden, vallen ze respectievelijk onder de normen NBN EN 998-1 (zie Buildwise-artikel 2010/02.09) en NBN EN 15824. Minerale pleisters kunnen ook ter plaatse gedoseerd worden. De uitvoering van buitenpleisters wordt beschreven in de norm NBN EN 13914-1. In de nieuwe versie van TV 209 zullen er ook enkele nationale aanvullingen bij deze norm aangereikt worden.
Voornaamste eigenschappen en functies van buitenbepleisteringen
Naast een toereikende hechting moeten gevelbepleisteringen een goede weerstand tegen scheurvorming vertonen. Temperatuurschommelingen brengen immers vervormingen teweeg die de bepleistering kunnen doen scheuren. Dit risico is groter ter hoogte van zones met spanningsconcentraties (bv. hoeken van gevelopeningen) of wanneer de ondergrond van de bepleistering (buitenspouwblad, gevelbekleding ...) zelf onderhevig is aan vervormingen. Daarom moeten de nodige maatregelen getroffen worden om het risico op scheurvorming te beperken, zoals de plaatsing van wapeningsweefsels en de versterking van
het pleisteroppervlak door middel van een wapeningsnet. Buitenbepleisteringen hebben tot doel om:
• de gevel te verfraaien
• de weerstand van de gevel tegen waterindringing te verbeteren door de capillaire waterabsorptie te beperken en de breedte van de aanvaardbare scheuren te verkleinen (0,2 mm). Hierdoor worden waterinfiltraties vermeden en blijven de ge-
volgen van afwisselende vorst-dooicycli uit. Deze fenomenen kunnen immers de verwachte thermische prestaties verminderen en de materialen beschadigen
• een toereikende waterdampdoorlaatbaarheid te verzekeren in functie van de belasting. In bepaalde specifieke gevallen, zoals bij de re-
1 Gevel afgewerkt met een buitenbepleistering (© Xella/Klaarchitectuur).
novatie van het patrimonium of het aanbrengen van isolatie langs de binnenzijde, kan een hygrothermische studie noodzakelijk zijn.
Door hun geringe dikte worden buitenbepleisteringen minder vaak toegepast om de warmteweerstand van de gevel te verbeteren. Soms kunnen ze echter toch als thermische-isolatiematerialen beschouwd worden. Zo behoren ze volgens de norm NBN EN 998-1 tot de klasse T1 of T2, al naargelang hun warmtegeleidbaarheid respectievelijk ≤ 0,1 of 0,2 W/m.K. Bepaalde bepleisteringen behalen nog lagere waarden, vergelijkbaar met die van isolatiematerialen. In dat geval moet hun dikte echter wel vergroot worden om gelijkwaardige prestaties te kunnen bereiken.
Algemene toepassingen
Over het algemeen worden buitenbepleisteringen gebruikt om een buitenwand te egaliseren, te verfraaien en te beschermen, zonder dat daarbij noodzakelijkerwijs rekening gehouden wordt met zijn thermische prestaties.
Toepassingen in nieuwbouw
Bij nieuwbouw onderscheiden we de volgende vijf typologieën die voorzien zijn van een buitenbepleistering.
Isolerend metselwerk
Bepaalde metselstenen, zoals cellenbetonblokken of bakstenen, vervullen zowel een dragende als een isolerende functie. Als ze voldoende dik zijn, kunnen ze beantwoorden aan de geldende strikte energie-eisen, zonder dat er een bijkomende isolatie aangebracht hoeft te worden. De toepassing van een
buitenbepleistering (zie afbeelding 2, typologie N1) zal in dit geval tot doel hebben om een esthetische afwerking te bieden en de ondergrond te beschermen tegen waterindringing.
Agrogebaseerde isolerende ondergrond
Er bestaan verschillende innovatieve typologieën van isolerende wanden, zoals die op basis van agrogebaseerde granulaten. Deze bestaan uit hout- of hennepbeton, hennepblokken of zelfs strobalen. Om het uitzicht van de wand te verbeteren en het risico op waterindringing te beperken, kan de buitenzijde van deze wanden afgewerkt worden met een bepleistering (zie afbeelding 2, typologie N2).
Er is echter nog maar weinig ervaring met het gedrag van deze betrekkelijk nieuwe typologie met eentrapsdichting wat betreft de indringing van regenwater. Deze agrogebaseerde ondergronden zouden immers vochtgevoelig kunnen zijn (risico op dimensionale instabiliteit en/of biologische aantasting van de samenstellende materialen).
Isolerende voorzetwand
Als men het gebruik van bepaalde isolatiematerialen wilt vermijden, is het mogelijk om een voorzetwand uit te voeren die opgebouwd is uit isolerende metselstenen, zoals hennepblokken. Deze zorgen voor de isolatie van de draagmuur en vormen een ondergrond voor de bepleistering (zie afbeelding 2, typologie N3). Net zoals bij de vorige typologie moet er echter aandacht besteed worden aan de vochtgevoeligheid van de materialen
2 Voornaamste typologieën met buitenbepleistering bij nieuwbouw (buiten ETICS).
Geïsoleerde spouwmuur
Indien men de buitenmuur op traditionele wijze wil ontwerpen, dat wil zeggen met de toepassing van een bepleistering op een ‘steenachtige’ ondergrond, is het mogelijk om een dubbele geïsoleerde muur uit te voeren en de bepleistering op het niet-dragende metselwerk aan te brengen, dat zich aan de buitenzijde bevindt (zie afbeelding 2, typologie N4).
Geventileerde gevel
De laatste jaren zijn er complete afwerkingssystemen op de markt verschenen die het esthetische uitzicht van een buitenbepleistering combineren met de tweetrapsdichting van geventileerde gevelbekledingen die bescherming biedt tegen slagregen (zie afbeelding 2, typologie N5). Aangezien deze oplossingen echter een groot risico op scheurvorming vertonen, moeten ze hiervoor met succes beproefd worden, meer bepaald in het kader van hun beoordeling volgens het geschikte Europese beoordelingsdocument (zie European Assessment Document of EAD op www.eota.eu).
Referenties
Samenvatting van een artikel verschenen op de pp. 4-5 van het Buildwise Magazine november-december 2022 van de hand van Y. Grégoire, ir.-arch., animator van het Technisch Comité ‘Plafonneer-, voeg- en gevelwerken’, Buildwise. Enkel de originele tekst geldt als referentie.
Hoe bepaalde risico’s op scheurvorming in binnenbepleisteringen beperken?
De stukadoor past dagelijks maatregelen toe om het risico op scheurvorming in binnenbepleisteringen met een onderbroken ondergrond te beperken. Buildwise heeft onlangs de TV 284 gepubliceerd, een herziening van de TV’s 199 en 201. Deze nieuwe publicatie, die volledig gewijd is aan binnenbepleisteringen, reikt verschillende aanbevelingen aan, waarvan enkele in dit artikel voorgesteld worden.
Ondergronden van verschillende aard
Wanneer men aangrenzende ondergronden van verschillende aard wenst te bepleisteren, dan moeten er bepaalde maatregelen getroffen worden. Onder voorbehoud van andere specifieke aanbevelingen van de fabrikant, is het noodzakelijk om:
• ofwel direct na de uitvoering van de bepleistering een insnijding te maken en deze te voorzien van een soepele voeg
• ofwel een wapeningsnet van ongeveer 20 cm breed aan te brengen in de bepleistering, gecentreerd ten opzichte van de aansluiting (zie afbeelding 1).
Deze maatregelen beperken het risico op scheurvorming, maar sluiten het niet volledig uit, vooral niet in geval van differentiële vervormingen, bewegingen ten gevolge van hygrothermische schommelingen ...
Voegen in de ondergrond
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen constructievoegen en krimpvoegen:
• constructievoegen worden steeds overgenomen in de bepleistering. Er worden doorgaans geprefabriceerde uitzetprofielen gebruikt om enige beweging toe te laten
• krimpvoegen zijn nodig in metselwerk uit kalkzandsteen van groot formaat. Ze wor-
den aangebracht ter hoogte van de voegen in de muren (borstweringen, lateien, lange muren) en zijn bedoeld om de spanningen te verminderen en zo het risico op ongecontroleerde scheuren te beperken. Deze voegen moeten door de opdrachtgever aan de stukadoor aangewezen worden. Ter hoogte van dergelijke voegen moet de bepleistering immers verstevigd worden met een wapeningsnet van minstens 15 cm breed (zie afbeelding 2).
Structurele elementen uit metaal
Wanneer de te bepleisteren wand een structureel element uit metaal bevat, dan moet er gebruikgemaakt worden van een pleisterdrager met netten of van te bepleisteren platen (geschikte gips- of XPS-platen ...). Deze laatste kunnen eventueel vastgezet worden met houten blokken (zie afbeelding 3A op de volgende pagina).
Als een metalen balk de vloer ondersteunt, dan hangt de afwerking af van de positie van de balk ten opzichte van de vloer (al dan niet omgekeerde balk, uitsparingen in de randen van de betonnen vloer ...) en de wens van de ontwerper om de aanwezigheid van de balk wel of niet te benadrukken (zie afbeelding 3). In alle gevallen, en in het bijzonder wanneer de aanwezigheid van de balk niet benadrukt
wordt (zie afbeelding 3B), moet er bijzondere aandacht besteed worden aan de scheiding van de bepleistering en het metalen element, opdat ze niet met elkaar in contact zouden komen (verhoogd risico op scheur- en vlekvorming in de bepleistering).
Andere oplossingen zijn niet uitgesloten. Zo kan een toebehoren bestaande uit een glasvezelnet in combinatie met een oliepapier gebruikt worden als alternatief voor de oplossing die weergegeven wordt in afbeelding 3B.
Afhankelijk van de omvang van de bewegingen van het metalen element en de betonnen elementen, is scheurvorming echter steeds mogelijk.
Aansluiting tussen een muur en een zware draagvloer
Ter hoogte van de aansluiting tussen de muur en het plafond moet er een fijne insnijding gemaakt worden om de afwerking van deze twee oppervlakken te scheiden en zo het risico op willekeurige scheurvorming te beperken. Deze insnijding wordt gemaakt in het nog verse, uithardende pleister met een stuczaag om een strakke en zuivere snede te verkrijgen (zie afbeelding 4). De insnijding wordt horizontaal of verticaal uitgevoerd, afhankelijk van de fasering van de werken (horizontaal wanneer de muren na het plafond bepleisterd worden en verticaal indien omge-
keerd). Als het pleisterwerk geschilderd moet worden, dan moet de hoek afgewerkt worden met een schilderskit. Deze aansluiting wordt dan als luchtdicht beschouwd. Deze ingreep is echter niet inbegrepen in de pleisterwerken.
Bovenzijde van een scheidingswand
De bovenzijde van niet-dragende wanden uit metselwerk (gipsblokken …) of uit elementen van verdiepingshoogte (cellenbeton …) bevindt zich vaak op ± 2 cm van het plafond. De ruimte ertussen wordt tijdens de plaatsing van de scheidingswand opgevuld volgens de aanbevelingen van TV 271 of van de fabrikant, afhankelijk van de eisen (bv. op het vlak van akoestiek of brandweerstand). Door de eventuele doorbuiging van het plafond kunnen in deze situatie horizontale scheuren ontstaan in dun pleisterwerk aan de bovenzijde van de wand (zie fiche Bouwgebreken 109). Het is dan ook aanbevolen om hier een fijne wapeningsstrook van 5 cm breed aan te brengen (zie afbeelding 5). Als alternatief kunnen profielen, lijsten of plinten gebruikt worden om de bepleisterde zone die risico loopt, af te dekken.
Referenties
Samenvatting van een artikel verschenen op de pp. 6-7 van het Buildwise Magazine novemberdecember 2022 van de hand van Y. Grégoire, ir.-arch., animator van het Technisch Comité ‘Plafonneer-, voeg-
Watchtower Security Solutions: uw partner voor het beveiligen van bouwprojecten
Watchtower Security Solutions biedt, dankzij een range technische beveiligingsmiddelen, een sterke totaaloplossing voor beveiligingsvraagstukken. In oorsprong lag onze focus op (leegstaand) vastgoed, inmiddels bedienen we een veel bredere markt Ook voor kritieke infrastructuren, stedelijke veiligheid e Watchtower, Watchtower B ng, een gebruiksvriendelijk ligingsniveau.
ie geschikt zijn voor vrijwel alle an kritische infrastructuur, Onze middelen dragen bij aan r veel mensen samenkomen, zoa en door onze oplossingen
Kie
aagstuk – advies op maat We de pvolgingsprotocollen U betaalt een lt u een huurbedrag per week, waarvoor we eens per maand een totaalfactuur sturen Daardoor weet u exact waar u aan toe bent De huurtermijn bepaalt u natuurlijk zelf Blijkt u de beveiligingsmiddelen langer nodig te hebben? Dan is een verlenging vrijwel altijd mogelijk
GROOTS BEVEILIGD, PERSOONLIJK BENADERD
Wat uw (tijdelijke) beveiligingsvraag ook is, wij hebben de toepassingen in ons productportfolio voor een sluitende oplossing Daarbij mag u rekenen op een persoonlijke benadering, advies op maat en (technische) flexibiliteit
Bent u benieuwd naar onze oplossingen? Neem dan contact op met onze collega's voor een afspraak om uw unieke situatie te bespreken
Watchtower Security Solutions: uw partner voor het beveiligen van bouwprojecten
Watchtower Security Solutions biedt een sterke totaaloplossing voor beveiligingsvraagstukken voor bouwprojecten, (leegstaand) vastgoed, kritieke infrastructuren, stedelijke veiligheid en evenementen. Onze beveiligingsoplossingen bieden – in combinatie met beproefde opvolging, een gebruiksvriendelijk klantenportaal en slimme inzet van AI – een bijzonder hoog beveiligingsniveau
Do nk gestegen Bouwplaatsen en n voor inbraak, diefstal en van haarste in bouwmaterialen kan t op zijn beurt weer kan zor
Ieder project is anders Daarom geloven wij in maatwerk Samen met u bepalen we waar de zwakke plekken van uw project zich bevinden en maken we een uitgebreid beveiligingsplan om u van waterdichte beveiliging te voorzien We hebben een breed scala aan technische oplossingen waaruit we de beste combinatie voor u samenstellen Dat geeft rust, voorkomt onnodige kosten en minimaliseert het tijdverlies in uw project
Bent u benieuwd naar onze oplossingen? Neem dan contact op met onze collega's voor een afspraak om uw unieke situatie te bespreken
Ambachtelijke loodbewerking bij de renovatie de Sint-Maartenskerk in Aarlen
Er wordt al verschillende jaren gewerkt aan de Sint-Maartenskerk in Aarlen. Ons lid Golinvaux uit Bertrix heeft er de daken en de zijbeuken al gerenoveerd, en is nu bezig aan de kruispijl van het neogotische gebouw. De onderneming is gespecialiseerd in de renovatie van onroerend erfgoed en heeft voor deze opdracht al haar kennis moeten bovenhalen, onder meer voor de loodbewerking.
De oorsprong van Aarlen gaat terug tot Gallo-Romeinse tijden, maar zo oud is de Sint-Maartenskerk niet. Ze werd kort voor de Eerste Wereldoorlog gebouwd op initiatief van Leopold II. De koning wilde België wat meer uitstraling geven door aan de twee uiteinden, namelijk Oostende en Aarlen, een kathedraal op te trekken. Helemaal is dat plannetje niet gelukt. De kerken zijn er wel gekomen maar ondanks het statige uiterlijk is de Sint-Maartenskerk in Aarlen nooit een kathedraal geworden.
Erfgoed
Wat de kerk wel is, is beschermd erfgoed. Aangezien ze veel last kreeg van de tand des tijds, zijn er in de voorbije jaren verschillende renovatie-operaties uitgevoerd. Voor de nieuwe kruispijl werd een aparte overheidsopdracht uitgeschreven. De opdrachtgever is de stad Aarlen. Atelier d’architecture l’arche claire uit Aarlen en 2BDM Architecture et patrimoine uit Parijs stonden in voor het ontwerp.
Demonteren
De kruispijl lijkt op een kleinere versie van het exemplaar dat vóór de grote brand op de Notre Dame in Parijs stond. Hij staat op 40 meter hoogte en het hoogste punt ervan, het kruis, is 63 meter hoog. Na de Tweede Wereldoorlog werd gevreesd dat hij zou omvallen. In de jaren 1950 werd dus een interne betonnen wand gebouwd om hem te stabiliseren.
Maar gezien de belabberde toestand waarin de huidige structuur zich bevond,
werd in 2018 besloten een nieuwe kruispijl te bouwen. Daarvoor moest de kruispijl, die twintig meter hoog is en grotendeels uit hout en lood bestaat, op een hoogte van 40 meter gedemonteerd en weggehaald worden, en dat boven de kruising van het schip en het dwarsschip van de kerk. Geen eenvoudige opdracht, aldus zaakvoerder Colette Golinvaux van de gelijknamige onderneming.
Colette Golinvaux: "Zeker niet omdat we geen enkel plan van een architect hadden, en zelfs geen afmetingen. Aan uitdagingen dus geen gebrek op deze uitzonderlijke bouwplaats, waarop de werken in 2018 van start gingen. De eerste uitdaging was het plaatsen van de steigers en de lift. De architect stond niet toe dat die op de daken zouden steunen. Dus hebben eerst een manier moeten bedenken om het gewicht van de steigers en loopbruggen en dergelijke te doen steunen op de vier zuilen die het koor scheiden van het schip en het dwarsschip, de hoekpunten van een vierkant van 16 op 16 meter. Vervolgens hebben we een diagnose gemaakt van alle loden elementen."
Door de afwezigheid van bouwplannen ontstond een tweede uitdaging: de afbraak van de betonnen wand die het timmerwerk van het dak ondersteunde en ten slotte van de dakbedekking en de ornamenten van lood. Bij gebrek aan bouwplan moest dat allemaal zeer nauwgezet gebeuren.
Colette Golinvaux: "Na deze fase zijn alle loden ornamenten hersteld. Sommige zijn gedemonteerd, gerestaureerd en teruggeplaatst. Van andere hebben we een nieuw gemaakte kopie geplaatst."
De kruispijl van de SintMaartenskerk staat op 40 meter hoogte boven de kruising van het schip en het dwarsschip van de kerk.
Nieuw timmerwerk
Terwijl deze werken bezig waren, liet Golinvaux in het atelier nieuw timmerwerk maken om het vervolgens ter plaatse te monteren. Het vormt de structuur van de nieuwe kruispijl en is omringd door zware houten balken, die alleen zichtbaar zijn in de open klokkentoren. Dit timmerwerk staat op zijn beurt op een constructie op de zolder van de kerk die het geheel stabiliseert. Daarnaast werd er een tweede, bijkomend timmerwerk geplaatst waarop de loden onderdelen steunen.
Lood
U merkt het: lood is een belangrijk deel van dit verhaal, al gaat het eigenlijk om een legering van 95 procent lood en 5 procent antimoon. De kruispijl is er overal mee bedekt: de onderbouw, de gegoten band, de sokkel met de blinde arcaden, de pilaren van de open klokkentoren, de spits met de waterspuwers en de frontalen, de punt met de verschillende haken … Het lijstje is niet volledig! Het kruis werd weggenomen, gerestaureerd, geverfd en met bladgoud verguld. Het staat nu weer boven op de kruispijl, en reikt tot een hoogte van 63 meter.
Embuild Magazine bezocht de bouwplaats aan het einde van april. De arbeiders waren toen onder meer de loden elementen aan het plaatsen.
Colette Golinvaux: "Niet gemakkelijk is dat. Er bestaat in België geen school voor loodbewerking maar je hebt wel vakkennis nodig om het materiaal te hameren, te plaatsen en met krammen op houten planken vast te maken. Dat laatste kun je niet met nagels omdat lood uitzet met de warmte. Bovendien
hangen we af van de weersomstandigheden. Wanneer het regent, is het afgeraden te werken omdat er anders witte vlekken kunnen ontstaan. En als het te koud is, bestaat een risico op de vorming van micro-scheurtjes. In onze onderneming geeft een ervaren arbeider zijn vakkennis dag na dag door aan twee jongeren."
In een nochtans eerbiedwaardige carrière van 40 jaar heeft Colette Golinvaux nooit eerder een dergelijk indrukwekkend project uitgevoerd: "uniek in België en een modelvoorbeeld van kennisoverdracht," zoals ze het formuleert.
De oorspronkelijke klok van de kerk was in het verleden weggenomen, maar in 2021 werd een nieuw bronzen exemplaar gegoten op het Leopoldplein. Dat gebeurde in het openbaar, een evenement dat veel Aarlenaars samenbracht die gehecht zijn aan hun kerk. Teams van Golinvaux hebben meegewerkt aan het plaatsen van deze nieuwe klok in de kruispijl.
Besluit
De restauratie en renovatie van de kruispijl zou klaar moeten zijn in september van dit jaar, en zal dan bijna vier jaar geduurd hebben. Drie trefwoorden beschrijven het project: zorgvuldigheid, nauwkeurigheid en vakkennis.
Colette Golinvaux: "Regelmatig vergaderen we met het Waalse erfgoedagentschap. Het volgt de werken van dichtbij op. Persoonlijk kom ik hier ook minstens een keer per week, want deze opdracht ligt me na aan het hart. Naast de uitdagingen waarover we het al hadden, zou ik trouwens een speciale vermelding willen geven aan de alomtegenwoordige duiven. Die maken het werken er niet eenvoudiger op!"
"Ieder gebouw is anders en vormt een nieuwe uitdaging. Onze arbeiders zijn er fier op dat ze aan hun familieleden kunnen tonen waartoe ze in staat zijn. Ik hoop dat daardoor roepingen wakker worden en dat mensen bij ons komen werken. Ook als Belgen mogen we trots zijn op ons erfgoed en op de vakkennis waarmee we het restaureren."
En zo is de cirkel rond en zijn we weer bij Leopold II. Een bouwwerk als uiting van nationale trots op een boogscheut van de landsgrenzen. De tweede koning van België was een controversiële figuur, om het met een eufemisme te zeggen. Maar architecturale symboliek, daar had hij verstand van.
PROMO VAN DE MAAND juni 2023
Nieuwe uitgave van juridische must bij overheidsopdrachten
Embuild
Embuild THE BELGIAN CONSTRUCTION ASSOCIATION
Het geactualiseerde deel 1 van de Praktische commentaar bij de reglementering overheidsopdrachten is nu verschenen bij Intersentia. Het gaat om de achtste uitgave van dit juridische standaardwerk over de plaatsing van overheidsopdrachten in de klassieke sectoren
Korting voor leden van Embuild
Leden van de beroepsorganisatie genieten een voorkeurtarief. U kunt het nieuwe deel 1 van de Praktische commentaar bestellen met een e-mail naar mail@intersentia.be
Bij bedrijfs- en andere juristen betrokken bij overheidsopdrachten is de Praktische commentaar al decennia een referentie. Artikel per artikel geeft dit werk toelichting bij de toepasselijke reglementering. Het steunt daarbij op gevestigde dan wel nieuwe rechtspraak en rechtsleer.
De benadering is tegelijk juridisch en praktisch. Bij de doelgroepen van de Praktische commentaar horen niet alleen de opdrachtgevers maar ook de aannemers.
Relevant voor bouwbedrijven
De delen 1A en 1B gewijd aan de plaatsing van overheidsopdrachten in de klassieke sectoren, zijn nu volledig vernieuwd. De materie is tegenwoordig geregeld door de wet van 17 juni 2016 en het koninklijk besluit Plaatsing van 18 april 2017, die de Europese richtlijn 2014/24 van 26 februari 2014 hebben omgezet in het Belgische recht.
De nieuwe reglementering bevat verschillende wijzigingen vergeleken met de vroegere, waarbij onder meer:
• een ruimere toegang tot overheidsopdrachten voor kmo's;
• de mogelijkheid voor kandidaten en inschrijvers om fiscale en sociale schulden te regulariseren;
• de maximale digitalisering van de procedures;
• een flexibelere mededingingsprocedure met onderhandeling;
• een eenvoudigere regeling inzake de regelmatigheid van de offertes;
• een optimaal evenwicht tussen de rechten en plichten van de partijen;
• de bestrijding van sociale dumping.
Komen ook aan bod in de richtlijn: energieefficiëntie, sociale en milieuclausules en ten slotte het aanbesteden van opdrachten wanneer innovatieve oplossingen gezocht worden.
Het gaat al om de achtste uitgave van deel 1. In het tot stand komen speelde de studiedienst van Embuild een hoofdrol.
Net zoals vroeger zijn de delen 1A en 1B beschikbaar in het Nederlands en het Frans.
Ledenprijzen:
• papieren versie tegen het voordeeltarief van 216,00 euro + btw
Niet-ledenprijzen:
• papieren versie : 351,00 euro + btw
PRAKTISCHE COMMENTAAR
bij de reglementering
OVERHEIDSOPDRACHTEN
Deel 1
Bijzonder tarief voor leden van Embuild!
PRAKTISCHE COMMENTAAR
bij de reglementering OVERHEIDSOPDRACHTEN
NIEUW: 8ste editie
Deel 1
Plaatsing – klassieke sectoren (Wet 17 juni 2016 en KB 18 april 2017)
Leden van Embuild genieten een voordeeltarief. Zie onderstaand bestelformulier. Verzend dit naar Intersentia en/of contacteer ons via mail@intersentia.be.
BESTELFORMULIER op te sturen naar:
Plaatsing – klassieke sectoren in 2 volumes: 1A: Wet 17 juni 2016 (954 blz.) en 1B: KB 18 april 2017 (847 blz.) Une version en français est également disponible Commentaire pratique de la réglementation des marchés publics chez www.anthemis.be
INTERSENTIA – The Sage – Roderveldlaan 1 bus 4 – 2600 Berchem – T 0800 39 067 – F 0800 39 068 mail@intersentia.be
Ik bestel ... ex. van de achtste editie (2021) van de Praktische commentaar bij de reglementering overheidsopdrachten – Deel 1 (2 volumes, in papieren versie). Ik betaal het voordeeltarief € 216 (i.p.v. € 351) per exemplaar.
NAAM: VOORNAAM:
FUNCTIE: BTW-NR.: BEDRIJF:
TEL.: E-MAIL:
FACTURATIEADRES
STRAAT: ......................................................................................................... NR.: ....................BUS:
POSTCODE: GEMEENTE:
VERZENDADRES (indien verschillend)
DATUM: HANDTEKENING:
U betaalt na ontvangst van de factuur die samen met de bestelling wordt bezorgd. Alle genoemde prijzen zijn exclusief btw en verzendkosten.
Prijzen geldig onder voorbehoud van wijziging. De gegevens op dit formulier worden door Lefebvre Sarrut Belgium geregistreerd en verwerkt voor commerciële en administratieve doeleinden. Tenzij u hiertegen bezwaar maakt, kan Lefebvre Sarrut Belgium u contacteren om u op de hoogte te houden van interessante aanbiedingen (direct marketing). Door klant te worden kunt u profiteren van exclusieve aanbiedingen met korting. U heeft steeds recht op inzage en rectificatie van deze gegevens. Daartoe kunt u contact met ons opnemen via privacy@lefebvre-sarrut.be. Meer informatie over de gegevensverwerking is beschikbaar op onze websites intersentia.be, larcier.com en indicator-larcier.be. Voor algemene vragen of klachten kunt u contact opnemen met de Gegevensbeschermingsautoriteit, Drukpersstraat 35 te 1000 Brussel.
Embuild Magazine is het maandblad van de vzw Embuild, Kunstlaan 20, 1000 Brussel
Verantwoordelijke uitgever: Filip Coveliers, Kunstlaan 20, 1000 Brussel
Afgiftekantoor: Gent X
Redactie: Peter Graller, Marc Guéret, tel. 02 545 57 30 peter.graller@embuild.be
Vormgeving: nikka.cuypers@embuild.be abder-razzaaq.boujdaini@embuild.be
Druk: Graphius
Reacties - vragen: communicatie@embuild.be
Met de medewerking van: de studiedienst van Embuild tel. 02 545 56 36 officeteam@embuild.be
André Delvaux
Kris Lemmens
Marco Schoups
Baudouin van Lierde
Bernard de Cocquéau
François Moïses
Renaud Simar
• Een onmisbaar, uiterst volledig referentiewerk, in een Nederlandse en een Franse versie
• Een wetenschappelijke en praktische benadering
• Voor zowel aanbesteders als aannemers
• Embuild Vlaanderen Johan Walewijns, tel. 02 545 57 49 johan.walewijns@embuild.be
• Embuild.Brussels Morgane Cendoya, tel. 02 545 58 29 morgane.cendoya@embuild.be
• Embuild Wallonie Katia Bogaard tel. 02 545 56 68 katia.bogaard@embuild.be
Abonnementen: Claude Bernaerts, tel. 02 545 56 88 claude.bernaerts@embuild.be
Reclame: Kristel Dekempeneer, tel. 02 545 56 99 - fax 02 545 59 08, kristel.dekempeneer@embuild.be of kde@embuild.be.
Prijs jaarabonnement
Leden van Embuild: begrepen in het lidgeld
Niet-leden: € 137,80 (incl. BTW en portkosten) / buitenland: € 300 (incl. btw en portkosten)
Lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers
Vanaf nu wordt Embuild Magazine gedrukt op papier geproduceerd met hout uit duurzaam beheerde bossen. De duurzaamheid wordt gegarandeerd door de internationale organisatie Forest Stewardship Council (FSC), die niet alleen het bos controleert maar de hele handelsketen tot aan de drukker.
Met de Rexton maak je een Sslimme keuze!
Een krachtige uitstraling, een royale ruimte, hoogwaardige materialen en veelzijdige technologieën, in de Rexton is aan alles gedacht om je het maximale aan comfort en veiligheid te bieden, gecombineerd met oneindig rijplezier. Verkrijgbaar in twee versies (5 of 7 zitplaatsen) en met een trekvermogen van 3.500 kg (de hoogste in zijn klasse) verlegt de Rexton jouw grenzen op het gebied van mobiliteit. Uiteraard wordt deze buitengewone SUV geleverd met 5 jaar garantie.
TOT 3.500 KG TREKVERMOGEN!
Sorteer je plastic verpakkingsfolie en breng je zakken gratis terug
naar één van de deelnemende verdelers.
Meer info op cleansitesystem.be
Wienerberger: dikke broer voor PLS Newton
Onlangs lanceerde Wienerberger de PLS Newton als antwoord op een vraag uit de markt naar lijmstenen om hogere constructies te kunnen bouwen. De goede ontvangst van de PLS Newton-variant met een dikte van 14 cm leidde meteen tot de vraag naar een lijmsteen van 19 cm dik. Dat antwoord heeft Wienerberger nu klaar. De nieuwe Porotherm binnenmuurlijmstenen met hoge druksterkte en uitmuntende muurdruksterkte hebben een formaat van 300x188x249 mm. Ze zijn gemakkelijk te verwerken en hun prestaties zijn uitvoerig getest en bewezen.
De vraag naar een dikkere variant van de PLS Newton valt makkelijk te verklaren. De 19 cm dikke PLS Newton lijmsteen biedt aannemers en ontwerpers immers nog meer flexibiliteit in het toepassen van keramische bouwblokken voor hoge constructies. De dikkere lijmstenen kunnen een grotere lijnlast opnemen; deze kan zelfs oplopen tot meer dan 35%. Ook helpt een dikkere steen de slankheid beperken bij het optrekken van hogere muren. Een laatste voordeel is de hogere massa per m², wat soms wordt gevraagd in het kader van akoestiek.
Mosaic World lanceert Watchtower Security Solutions
Watchtower Security Solutions, een onderdeel van de Nederlandse vastgoedspecialist Mosaic World, die in 2023 zijn 30-jarig bestaan viert, breidt zijn activiteiten uit naar België. Na Nederland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk is dit het vierde land waar het beveiligingsbedrijf actief is. Met de lancering van Watchtower Security Solutions biedt Mosaic World nu innovatieve en betaalbare digitale beveiligingsoplossingen in ons land: de Watchtower, de Watchtower Box, de Watchtower Alarm Kit en de Watchtower App. Ze beschermen tegen vandalisme, kraak, inbraak en diefstal, en bieden een doeltreffend alternatief voor de bewaking van kritieke infrastructuur.
Deze oplossingen zijn ook geschikt voor onze sector. “Diefstal van duur bouwmateriaal op werven is al langer een ware plaag, die bedrijven veel geld kost. Daarnaast maken ook fenomenen als vandalisme, inbraak en kraak dat bewaking geen luxe meer is maar steeds vaker noodzaak wordt. Met Watchtower bieden we een antwoord op die groeiende nood, met bewust zichtbare, doeltreffende en voordelige oplossingen op maat die bovendien multi-inzetbaar zijn: leegstaande eigendommen, festivals en evenementen, parkings, sportstadia, kantoren, enzovoort, maar ook kritieke infrastructuur zoals spoorlijnen, gaspijpleidingen, elektriciteitscentrales… De lijst is lang!”, stelt Wouter Ommeslag, COO van Mosaic World.
INFO : https://wt-security.com/nl-be
INFO : www.wienerberger.be
MAN verwacht recordverkoop van de TGE in 2023
Dankzij een zeer positieve bestelsituatie verwacht MAN Truck & Bus in 2023 een recordverkoop van TGE-bestelwagens. Zes jaar geleden, op 3 april 2017, zag de eerste in serie geproduceerde MAN TGE het levenslicht. Het was toen een geweldig moment voor het projectteam van MAN en het productieteam in de Poolse fabriek in Wrzesnia.
Binnenkort rolt de 100.000ste TGE van de band. De TGE is een succesverhaal voor MAN. Dat is ook te zien aan de verwachte verkoopcijfers voor 2023. "Het jaar 2022 werd gekenmerkt door verstoringen in de toeleveringsketen als gevolg van de oorlog in Oekraïne, grondstoffenknelpunten en de halfgeleidercrisis. Daardoor konden we niet zoveel TGE’s produceren als er vraag naar was. Deze situatie raakt nu geleidelijk aan opgelost en ons orderboek is voller dan ooit. Voor 2023 verwachten we dan ook een grote sprong in de verkoop en zullen we dus meer TGE’s verkopen dan ooit tevoren”, zegt Daniel Holbein, Head of Van Sales bij MAN Truck & Bus, vooruitblikkend op het lopende jaar.
Er zitten ook innovaties in het product: de achterwielaangedreven TGE met enkele banden en automatische versnellingsbak werd toegevoegd, net als nieuwe aanbiedingen als basis voor kampeerauto’s. INFO : www.man.be
ONZE BOUWATELIERS: SAVE THE DATE!
een toekomstgerichte waardeketen in de sector. In maart van dit jaar werd hieraan nog een BouwForum gewijd.
LAAT UW STEM HOREN!
De verkiezingen van 2024 naderen met steeds rasser schreden. Ergens rond juni 2024 mogen we onze gewestelijke, federale en Europese stem uitbrengen. In oktober volgen dan de gemeenteraadsverkiezingen.
2024 wordt dus een belangrijk jaar voor de sector. In zijn belangenverdediging stelt Embuild vier prioriteiten voor de verkiezingen: de overheidsinvesteringen, duurzame en betaalbare woningen, aantrekkelijke bouwbanen en ten slotte
5,6 %
Maar welke boodschap hebt u persoonlijk voor de politieke wereld? Dat wil Embuild weten, want zo kunnen we uw belangen beter verdedigen. Daarom organiseren de gewesten in Embuild in de loop van dit jaar elk een Bouwatelier. Het brengt onze leden samen om hun stemming te peilen, ideeën uit te wisselen en thema's te bespreken. Mis uw Bouwatelier niet! Het startschot wordt gegeven voor Embuild.Brussels op 22 juni om 18.30 u. in de HUBB in Brussel. Later in het jaar volgen dan Vlaanderen en Wallonië. Houd onze communicatie in het oog en save the date!
In april van dit jaar stond de index van de consumptieprijzen op 126,82 punten volgens de FOD Economie. In maart was dat nog 127,67. Vergeleken met een maand eerder was er in april 2023 dus een lichte daling. Maar vergeleken met een jaar eerder was er een inflatie van 5,6 procent. In april 2022 bedroeg de inflatie nog 8,31 procent.
Er bestaat ook een kerninflatie die geen rekening houdt met energieproducten en onbewerkte voedingsmiddelen. Deze kerninflatie bedroeg op jaarbasis 8,28 procent in april, tegenover 8,57 procent in maart.
Het Federaal Planbureau heeft een raming gemaakt van de verwachte gemiddelde jaarinflatie. Dit jaar zou deze 3,9 procent bedragen, en 3,3 procent in 2024. Dat is dus lager dan de huidige inflatie.