Parket - Parquet 12 - 2022

parket.

Zorg voor de perfecte afwerking.

100% matching accessoires voor onze parketvloeren.

Het zit ‘m in de details! Onze accessoires in eikenfineer garanderen een uniforme kleur en zijn beschikbaar in al onze parketkleuren. Ga voor die perfecte afwerking en verfijnde look en kies voor een brede waaier aan T-profielen, overgangsprofielen, eindprofielen, plinten en trapprofielen.

Onze parketvloeren, met liefde gemaakt in Frankrijk, zijn beschikbaar in vele kleuren die bij elk interieur en elke levensstijl passen.

relax, it’s BerryAlloc.

• Ecologische verpakking voor hybride parketlijmen

• Hetzelfde product, dezelfde kwaliteit

• Makkelijker te recycleren

• Makkelijker stapelbaar, neemt minder plaats in

8 ● Het Gents Kuipke

Nico Impens onderhoudt al 16 jaar lang de wielerbaan van de Gentse Zesdaagse. Hij kent het Kuipke door en door.

24 ● Le Kuipke à Gand

Depuis 16 ans, Nico Impens entretient la piste cycliste des Six Jours de Gand. Il connaît le Kuipke comme sa poche.

5 ● Voorwoord

Door Johan Vandenbergh

6 ● Prikbord

10 ● Sportparket

Nico Impens, parketman van de piste en de aandachtigste toeschouwer tijdens de Gentse Zesdaagse

12 ● Beursnieuws

Eerste post-corona editie van de Dag van de Afwerking is opnieuw een schot in de roos

14 ● OVAM

Vlaanderen controleert het restafval steeds strenger. Ontdek hier hoe de vork aan de steel zit.

28 ● Gestion des déchets d’entreprise

Le tri des déchets devient de plus en plus important. Quelle est la situation en Wallonie?

14 ● Afvalinzameling

Vanaf 1 januari 2023 verplicht transparante zakken voor bedrijfsrestafval

20 ● Nouvelles de salon

La première édition post-Corona de la Journée du Parachèvement est à nouveau un succès

22 ● Épinglé

Embuild Afwerking

Embuild Finition

Verantwoordelijke uitgever

Editeur responsable

Filip Coveliers

Kunstlaan 20, 1000 Brussel filip.coveliers@embuild.be

Adreswijzigingen/ changements d'adresses ann.cassauwers@embuild.be

Redactie/rédaction

Bram Schittecatte

Tel: 02/545 59 47

bram.schittecatte@embuild.be

Vertaling/traduction technique

Anouk van den Broek

Vormgeving/mise en page nikka.cuypers@embuild.be

7 ● Initiaties parketplaatsen

Dé Parketplaatsers gaven tijdens de voorbije Dag van de Afwerking fel gesmaakte initiaties parket plaatsen.

23 ● Initiations pose de parquet

Dé Parketplaatsers ont organisé des initiations de pose de parquet très appréciées lors de la dernière Journée du Parachèvement.

24 ● Parquet sportif

Nico Impens, le parqueteur de la piste de course est le spectateur le plus attentif lors des Six Jours de Gand

28 ● Collecte des déchets

Bien plus que la gestion des déchets

30 ● GT « Les parqueteurs –Die Parkettverleger »

Publiciteit/publicité

Steve Caufriez

Tel.: +32 (0)2 545 57 25

GSM: +32 (0)486 58 71 91

steve.caufriez@embuild.be

Drukwerk/imprimeur

Graphius

Parket verschijnt in maart, juni, september en november. - Parquet paraît en mars, juin, septembre et novembre

16.000 BOUWBEDRIJVEN

Daar kan je niet omheen

16.000 bouwondernemers in héél België rekenen op ons. Klein en groot. Actief in alle activiteiten en technieken van de brede bouwsector. Embuild is hun stem en partner. Wij verdedigen hun belangen en promoten hun innovatief vakmanschap.

Samen Sterk!

“Het was me het jaartje wel”

Beste collega’s, Oorlog in Oekraïne, nooit geziene gasprijzen en een torenhoge inflatie, dat is in een notendop het jaar 2022. Het was me het jaartje wel. Eerst waren er de naweeën van de coronapandemie en daarna vond de Russische president Poetin het nodig om een oorlog te beginnen. Na goed negen maanden na het escaleren van het conflict is er jammer genoeg nog geen staakt-het-vuren in het vooruitzicht.

Dé Parketplaatsers

Hoewel de oorlog zich niet onmiddellijk in onze achtertuin afspeelt, krijgen we nog dagelijks te maken met de gevolgen ervan. Heel wat leveranciers pasten hun prijslijsten met de regelmaat van een klok aan. Je zou haast gaan denken dat zowat alles uit Oekraïne of Rusland komt. De ondernemers kunnen uiteraard niet onmiddellijk elke prijsstijging doorrekenen aan de consument waardoor de rentabiliteit van de ondernemingen onder druk komt te staan. Die consument moet alles uiteindelijk ook kunnen blijven betalen. De levensduurte steeg de afgelopen maand tot een absolute recordhoogte. In januari volgt dan de loonindexering waardoor het inkomen stijgt. Voor de werknemer zal het iets gemakkelijker worden, maar het zijn de bedrijven die opnieuw het kostenplaatje zien stijgen. Zo blijft het een vicieuze cirkel waar we waarschijnlijk maar moeilijk uit geraken.

Het afgelopen jaar konden we weer bijeenkomsten organiseren zonder beperkingen. Zo was onze beroepsvereniging present op de Dag van de Afwerking. Heel wat bezoekers woonden de fel gesmaakte demo’s bij. Ons vakblad was ook van de partij en zorgde voor een sfeerverslag. Volgend jaar willen we weer events organiseren zodat de parketleggers weer eens kunnen samenkomen om hun kennis bij te schaven en ervaringen te delen. Collega’s die zich willen engageren om hieraan mee te werken, zijn uiteraard zeer welkom. We zijn voortdurend op zoek naar nieuw bloed. Kandidaten kunnen zich melden via ons mailadres afwerking@ embuild.be.

Voordat jullie aan de feestdis aanschuiven, kunnen jullie nog genieten van enkele boeiende reportages. We brengen onder meer een bezoek aan de Gentse zesdaagse en spraken er met de collega die ervoor moet zorgen dat de houten vloer van de piste piekfijn in orde is. Afval sorteren, krijgen jullie er soms ook een punthoofd van? We zetten in dit nummer alles op een rijtje zodat alles weer duidelijk is en je boetes kan vermijden. Tijdens het afgelopen jaar veranderden enkele organisaties van naam. Zo werd Embuild de nieuwe naam van de Confederatie Bouw. Het WTCB werd omgedoopt tot Buildwise. Het blijft uiteraard niet alleen bij een nieuwe naam, maar daarover meer verder in dit blad.

In naam van de raad van bestuur van Dé Parketplaatsers en de directie en medewerkers van Embuild - Dé parketplaatsers wil ik jullie alvast het allerbeste wensen voor het nieuwe jaar.

Fijne eindejaarsfeesten en een gelukkig nieuwjaar!

Collegiale groeten

Johan Vandenbergh

Voorzitter Embuild

Het WTCB gaat voortaan als ‘Buildwise’ door het leven

Het WTCB (Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf) heeft sinds midden november een nieuwe naam: Buildwise. Met die nieuwe naam komt ook een nieuwe richting, met extra aandacht voor innovatie, samenwerking en een geïntegreerde aanpak tussen de verschillende disciplines.

Nadat de Confederatie Bouw in september ten grave werd gedragen en Embuild het levenslicht zag, is nu het WTCB aan de beurt. Na meer dan een halve eeuw neemt ook het WTCB afstand van de oude naam. Tegelijk met de introductie van de nieuwe naam, Buildwise, wordt een vernieuwingsen verbredingsoperatie op gang getrapt. Buildwise wil in de toekomst de gids worden die de modernisering van de bouwsector en de toepassing van innovatieve oplossingen voor meer duurzaamheid, kwaliteit en efficiëntie stimuleert en ondersteunt.

Van onderzoekscentrum naar innovatiecentrum

Buildwise is uitgegroeid tot hét referentie­ en expertisecentrum in de bouwsector met dank aan de schat aan kennis die men in de organisatie bezit. Buildwise is er om alle actoren in de waardeketen te ondersteunen. Het doel? Kennis doorgeven die de kwaliteit, productiviteit en duurzaamheid daadwerkelijk verbetert en de weg vrijmaakt voor innovatie op werven en in bouwbedrijven.

Katalysator voor kennisdeling en verbinding

De bouwsector is complex en gefragmenteerd. Daarom wil Buildwise zijn verbindende rol versterken. En dat gaat behoorlijk ver, want we kunnen de sectorale en maatschappelijke uitdagingen alleen het hoofd bieden door de hele sector in beweging te zetten en door onze bedrijfsmodellen en manier van samenwerken te herbekijken.

Buildwise wil problemen aanpakken vanuit verschillende invalshoeken en met beide voeten stevig in het werkveld. Om solide oplossingen te vinden, is een alomvattende, geïntegreerde aanpak nodig. Daarom heeft Buildwise zijn ambities opgebouwd rond drie pijlers: digitale technologie, duurzaamheid en – via de technische comités geleid door bouwaannemers –het vakmanschap.

● Ambitie 1: het Metier, focus op de vakman Met deze eerste ambitie speelt Buildwise in op de dagelijkse behoeften en

concrete vragen van de bouwondernemingen om hun kennis op het vlak van technologie en bedrijfsbeheer te verbeteren.

● Ambitie 2: de Green Deal, de groene transitie biedt kansen Tegen 2050 moet Europa volledig klimaatneutraal worden. Daardoor staat ons gebouwenpatrimonium voor een grootscheepse energetische renovatiegolf, wat voor bouwbedrijven een gigantische opportuniteit betekent.

● Ambitie 3: Bouw 4.0, de sleutel tot de toekomst De productiviteit van de bouwsector moet de komende jaren sterk toenemen om concurrentieel te blijven. Kostenbeheersing en kwaliteit blijven een uitdaging om bouwen betaalbaar te houden en om tegelijkertijd de winstgevendheid van bouwbedrijven te verzekeren. Nieuwe digitale technologieën bieden hierbij een uitkomst, omdat ze een efficiëntere werfvoorbereiding en ­uitvoering mogelijk maken.

Veel belangstelling voor initiaties van Dé Parketplaatsers tijdens Dag van De Afwerking

Vorig jaar organiseerden Dé Parketplaatsers al een initiatie parketleggen tijdens de laatste editie van Prowood. Dat werd toen heel erg gesmaakt, door zowel de bezoekers als door de leerlingen die aan de opleiding deelnamen. Gezien het succes, werd besloten om tijdens de Dag van de Afwerking iets gelijkaardigs te organiseren.

Xavier Van Nieuwenhuyse en Jarno Labeau, twee ervaren parketplaatsers en tevens bestuurders bij Embuild Dé Parketplaatsers, brachten de leerlingen van het zevende jaar houtbewerking van EDUGO campus Glorieux in Oostakker de basisbeginselen van het vak bij. Op vier demonstratievloertjes leerden de studenten een vloer verlijmen en nagelen, schuren en afwerken met olie. Voor de jongeren was het een welkome afwisseling met het gewone

Tijdens de voorbije editie van de Dag van de Afwerking werden de leerlingen van het zesde en zevende jaar houtbewerking van EDUGO campus Glorieux in Oostakker getrakteerd op een initiatie parketplaatsen. Dat lokte niet alleen veel bekijks, de jongeren reageerden ook erg enthousiast op de parketopleiding.

schoolwerk en ze volgden de opleiding met veel belangstelling.

De initiatie bleek ook een ware eyecatcher tijdens de beurs. De hele dag lang bleven beursbezoekers staan om te volgen wat er gebeurde en Jarno en Xavier te bestoken met vragen.

Meer weten? www.parketplaatsers.be

Nico Impens, parketman van de piste en de aandachtigste toeschouwer tijdens de Gentse Zesdaagse

Parketplanken uitkappen, vervangen en schuren terwijl 6.000 mensen op je vingers zitten te kijken en televisiecamera’s elke beweging registreren?

Het is iedere jaar vaste kost voor parketteur

Nico Impens, die al 16 jaar lang de parketvloer in het Gentse Kuipke onderhoudt, de thuishaven van de Zesdaagse van Gent.

ligt er al sinds 1965, toen het Kuipke opnieuw werd opgebouwd nadat een verwoestende brand in 1962 de wielerbaan volledig in as had gelegd.

In tegenstelling tot veel andere wielerbanen heeft de baan in het Kuipke geen betonnen ondervloer. De piste is gebouwd zoals een houten schip, maar met dat verschil dat de planken niet aan de buitenzijde liggen (zoals de scheepshuid), maar wel aan de binnenzijde van de ribben.

De originele planken (4,8 cm breed en 4,8 cm dik) zijn vier à vijf meter lang en ze zijn enkel op de ribben vastgevezen. Tussen twee bevestigingspunten zit dus vaak een ‘zwevend’ stuk van twee meter. Daardoor beweegt de piste ook lichtjes mee met de renners.

beton. Een compleet andere opbouw dus. En dat heeft ook grote gevolgen op de manier waarop je de piste moet behandelen.”

Jaarlijks onderhoud

“Ieder jaar begint het na het bouwverlof te kriebelen, en drijven mijn gedachten af naar ‘mijn Kuip’”, vervolgt de parketspecialist. “Doorgaans begin ik in oktober aan de onderhoudswerken. Normaal gezien ligt de piste gedurende het jaar afgedekt met doeken om het hout te beschermen, maar iedere jaar zijn er wel wat splinters die uitsteken, oneffenheden die een schuurbeurt vragen of planken die moeten vervangen worden.

Nochtans belandde Nico Impens (I&C Parket) eerder toevallig in het Gentse Kuipke.

“In 2006 vond het grootste drama in de geschiedenis van de Gentse Zesdaagse plaats, toen de Spaanse wielrenner Isaac Gálvez om het leven kwam bij een tragisch ongeval. Na die editie is mijn voorganger ermee gestopt.

In die tijd was ik bezig met parketwerken in het Gentse Gravensteen en zo kreeg ik de vraag van het Gentse stadsbestuur of ik ook het parket van het Kuipke voor mijn rekening wilde nemen. Uiteraard heb ik daarop toegezegd!”, aldus de 52­jarige parketteur uit Lochristi.

Kort en steil

De Gentse wielerpiste is 166,66 meter lang, en daarmee een stuk korter dan de traditionele wedstrijdbanen, die doorgaans 250 meter lang zijn. Dat betekent ook dat de bochten een flink stuk steiler zijn dan normaal. Op het steilste punt hebben de bochten een hellingsgraad van 52 %!

De piste zelf bestaan uit larikshout. Het grootste deel van de planken

Nico Impens: “Wanneer de renners trainen, dan ga ik soms van dichtbij kijken en dan zie je hoe die planken tot wel een centimeter diep ingedrukt worden door het gewicht van de renners en de G­krachten die ontstaan wanneer ze met hoge snelheid door de bochten scheuren.

Op dat vlak verschilt de piste in de Kuip compleet van de andere wielerbaan in Gent, in het Wielercentrum Eddy Merckx. Die laatste baan ligt immers rechtstreeks verlijmd op het

Dit jaar was echter een speciaal jaar. In april vonden namelijk de Gentse Floraliën plaats in het Kuipke. Op het middenplein werden toen tonnen aarde gestort en daarin werden 500 jonge bomen geplant. Een bijzonder zicht, want plots stonde er een heus bos in het midden van de piste!

De vochtige aarde zorgde uiteraard voor een heel hoge luchtvochtigheid in het gebouw, wat niet ideaal is voor de piste. Na afloop van de Floraliën hebben de poetsdiensten alle aarde weggeblazen met bladblazers. Het gevolg laat zich uiteraard raden.

Tijdens de Zesdaagse van dit jaar werd het baanrecord verschillende keren aangescherpt. Een gevolg van het net geschuurde hout?

Het stof zat overal, ook de piste was bedekt met een laag stof. En die krijg je niet zomaar weg, want uit het larikshout komt bij temperatuurschommelingen namelijk een hars vrij, waarin het stof blijft vastkleven.

Omdat de piste zo bevuild was, hebben we besloten om dit jaar de volledige piste te schuren, iets wat al 20 jaar niet meer gebeurd was! En dat is geen klein karwei, het moet namelijk volledig met de hand gebeuren. Een bandschuurmachine of roterende schuurder kan je immers niet gebruiken op de baan.

Vroeger deed ik dat schuren vanop een ladder die ik op de baan legde, maar afgelopen zomer heb ik op vakantie in Oostenrijk leren abseilen, en ik zag meteen het potentieel van die techniek op de piste. Toen ik met het schuurwerk begon, heb ik eerst een klassiek veiligheidsharnas gebruikt, maar dat bleek niet ideaal. Zo’n harnas snijdt namelijk je bloedtoevoer naar je benen af wanneer je er urenlang in werkt. En ik deed hier dagen van 10 à 12u, zeven dagen op zeven! Na twee weken zat ik continu met een slapend gevoel in mijn benen en ik heb vijf dagen lang mijn tenen niet meer kunnen bewegen.

Het was dus duidelijk dat ik een andere oplossing moest vinden. In een speciaalzaak voor klimmers kreeg ik te horen dat een veiligheidsharnas niet bedoeld is om uren aan een stuk te gebruiken. Ze hebben me daar een echt klimmersharnas gegeven. Dat was al een hele verbetering, maar nu werk ik vanuit een stoeltje van een schommel dat ik aan het klimtuig bevestig. Zo heb ik een steun tegen mijn onderrug, maar kan ik toch gewoon werken op mijn knieën, zoals ik het gewoon ben. Een beetje onorthodox, maar het is de perfecte oplossing voor dit werk.

Op die manier heb ik de volledige piste, van boven tot onder in mijn eentje geschuurd. Daarvoor gebruik

ik een Rotex­handschuurmachine van Festool met een diameter van 15 cm en schuurpads van 40 en 60, die ik aankoop bij Patrick De Coker van COnect Woodbelievers. In totaal ben ik er vijf weken mee bezig geweest. Het was een enorm karwei, maar het loont de moeite. De piste ziet er nu een stuk beter uit en de vergrijzing is van het hout afgeschuurd.

We schuren de piste nooit te glad. Ik gebruik maximaal korrel 60. Het oppervlak moet enigszins ruw blijven, zodat de tubes van de renners voldoende grip hebben op het oppervlak. De sponsorlogo’s worden vervolgens op de piste geschilderd met een speciale metaalverf, die ook ietwat ruw blijft. Maar dat blijven wel erg gevoelige zones. Van zodra een supporter een pint omstoot, en die komt op die verf terecht, wordt dat oppervlak meteen spiegelglad!”

Aandachtigste toeschouwer

Het grootse werk vindt dus voor de Zesdaagse plaats, maar ook tijdens de wedstrijd is Nico Impens steeds op de afspraak.

“Ik ben iedere dag op de piste van ongeveer 18 u tot ongeveer 2 u ’s nachts. Tijdens de wedstrijd zelf wijk ik geen

moment van de baan. Ik volg alles met argusogen en wanneer er zich een valpartij voordoet, sta ik vliegensvlug op de plek van de val. Meestal kan ik binnen enkele ogenblikken de ernst inschatten en laat ik de wedstrijdleiding meteen weten wat er moet gebeuren.

Bij een valpartij schuiven de fietsen over het hout en kunnen ze diepe krassen in het hout trekken. Pistefietsen hebben een vast verzet, wat betekent dat de pedalen blijven doordraaien wanneer de fiets zonder berijder doorschuift, ook dat kan flink wat schade aanrichten in het hout.

Ik heb tijdens de zesdaagse altijd mijn handschuurmachine bij de hand, hamer en beitel, lijm, een boormachientje om gaten voor te boren, een elektrische schroevendraaier en een rol ducttape. Daarmee kan ik tijdens de wedstrijd de grootste problemen oplossen. Kleine krassen kan ik meestal gewoon afdekken met een stuk tape, zodat de wedstrijd kan doorgaan. De kras schuur ik er nadien dan wel uit.

Maar wanneer de piste ernstiger beschadigd is, kan het soms gebeuren dat ik enkele stukjes hout moet uitkappen en vervangen. Dat is al een paar keer middenin de wedstrijd

Dankzij de schuurbeurt heeft het hout opnieuw een frisse kleur en is alle vergrijzing weg.

gebeurd en dan moet je een latje vervangen terwijl 6.000 toeschouwers op je vingers zitten te kijken en de camera’s al je bewegingen volgen. Ik laat me daar echter niet door uit mijn lood slaan, ik doe gewoon mijn ding. De veiligheid van de renners is voor mij het allerbelangrijkst. Ik zou er het hart van in zijn als hen iets zou overkomen door een fout van mij.

Daarnaast heb ik ook altijd enkele handdoeken bij voor het geval er vocht op de piste terecht zou komen. Vocht op de piste is namelijk levensgevaarlijk voor de renners. Soms morsen toeschouwers drank op de piste, maar de piste kan ook nat worden wanneer de renners een ereronde rijden met bloemen die net uit een emmer water komen. Tijdens de wedstrijd zit ik dus steeds op het puntje van mijn stoel en hou ik alles nauwgezet in de gaten.

Wanneer er vocht gemorst wordt, ben ik er als de kippen bij om dat op te ruimen.

’s Nachts, na de wedstrijd controleer ik nog eens de volledige piste. Ook de wedstrijddirecteur en de koerscommissarissen inspecteren het hout en we markeren alle plaatsen waar er kleine herstellingen nodig zijn. Die breng ik dan in orde voor de wedstrijd de volgende dag opnieuw van start gaat. Gedurende een week ben ik dus met niets anders bezig dan die Kuip. Ook wanneer ik naar huis ga, blijft dat in mijn hoofd malen.”

Temperatuurschokken

Als parketplaatser leer je je klanten dat ze grote temperatuurschokken moeten voorkomen en dat ze de luchtvochtigheid in de gaten moeten hou­

den. Voor een evenementenhal als het Kuipke is dat evenwel niet mogelijk. Ideaal voor de piste is het niet, maar Nico Impens heeft geleerd om ermee te leven.

“’s Ochtends staan de poorten hier open omdat de leveranciers hier eten en drank komen leveren. Dan kan het hier flink afkoelen. Maar ’s avonds zitten er 6.000 mensen binnen. Dat is 60 watt per persoon. Dan hangt er ook nog eens 10.000 watt aan verlichting aan het plafond. Het wordt hier dus heel snel enorm warm. Ook de luchtvochtigheid stijgt gigantisch. Voor het parket zijn die temperatuurschokken uiteraard niet ideaal. Doordat het hout constant gaat komen en zwellen, kunnen er stukjes hout afsplinteren, en dat kan een lekke tube veroorzaken en mogelijk een valpartij. Dat is iets wat constant door mijn hoofd spookt. Wanneer ik de vloer inspecteer, ben ik dan ook altijd op zoek naar mogelijke splinters. Het blijft een van mijn grootste bekommernissen.”

Zesdaagsewereld is één grote familie

Hoewel Nico Impens tijdens het jaar ook werkt als gewone parketteur, blijven de werken toch iets speciaals.

Nico Impens: “Ik leg wel eens een samengesteld parket, en dan ben je blij dat je de klant hebt kunnen helpen, maar veel fierheid haal je daar niet uit. Gelukkig mag ik ook geregeld met massief parket werken, dat zijn werken waar ik veel meer voldoening uit haal. Maar hier in de Kuip, dat blijft toch iets speciaals. Iedereen die meewerkt aan de Zesdaagse vormt een echte familie. Die ene week op het jaar is zo intens dat we een heel nauwe band hebben, zelfs al zien we elkaar in de rest van het jaar niet meer. Ook de renners beschouwen me als een lid van de zesdaagsefamilie. Ik hoop dat ik dit nog heel lang kan blijven doen!”

Zes dagen lang is Nico Impens niet uit het Kuipke weg te slaan.

Rechterhand zaakvoerder - technisch & commercieel

Als groothandel in parketbenodigdheden is Alvaket Belgium hét adres voor professionele parketteurs, schrijnwerkers en vloerders. Als technisch en commercieel talent word jij een spilfiguur binnen onze organisatie. Klantencontact, advies op maat, herstellingen van machines,… Je beschikt over meer functies dan een Zwitsers zakmes. Ben jij uit het juiste (parket)hout gesneden? Ontdek het snel!

→Dit ben jij

✓ TECHNISCH AANGELEGD. Je bent een ‘Handige Harry’ die zowat alles weer aan de praat krijgt.

✓ ZIN VOOR ONDERNEMEN Je denkt en werkt als een ondernemer. Commerciële feeling en zelfstandigheid horen daar zeker bij.

✓ ERVARING EN POTENTIEEL Technische affiniteit en ervaring in de houtsector zijn een plus, groeipotentieel en motivatie een must.

✓ OPLEIDING Je beschikt over een bachelor of een flinke dosis relevante ervaring.

→Dit doe jij

✓ TECHNEUT. Je bent praktisch aangelegd en beheert het machinepark van onze klanten. Zelf herstellingen uitvoeren is voor jou vanzelfsprekend.

✓ DEMONSTRATEUR. Je slaagt er als geen ander in om jouw productkennis op een enthousiaste manier over te brengen tijdens product- en machinedemonstraties.

✓ ONDER(AAN)NEMER. Je staat in voor de verwerking, voorbereiding en het uitleveren van bestellingen. Met je commerciële skills detecteer je moeiteloos nieuwe opportuniteiten.

✓ STOCKBEHEERDER. Je hebt een goede basis in het beheren van een magazijn. Nauwkeurigheid en stiptheid typeren jou.

→Dit bieden wij

✓ VASTE INDIENSTTREDING. Geen proefperiode, wel een verbintenis met wederzijds vertrouwen.

✓ PARTICIPATIE Wij streven naar een samenwerking op lange termijn met mogelijke groei naar participatie in de onderneming.

✓ GORDEL AAN EN STARTEN MAAR Jouw bedrijfswagen staat te blinken en ook je tankkaart ligt alvast klaar.

✓ LAPTOP EN SMARTPHONE . Alvaket voorziet degelijke kantoorbenodigdheden zodat jij je werk optimaal kan uitvoeren.

✓ OPLEIDINGSBUDGET We zijn mee met de laatste trends en innovaties en investeren graag in jouw persoonlijke groei en ontwikkeling.

→Dit zijn wij

✓ ALS NIET MERKGEBONDEN PROBLEM SOLVER bieden wij voor elke uitdaging de juiste tools. In ons gamma vind je klinkende namen als Frank, Pallmann, Wolff en Numatic. Daarnaast verdelen we ook het productengamma van Bona, Rubio en Osmo.

✓ ONS UITGEBREID NETWERK VAN PARKETTEURS test en gebruikt onze producten dagelijks. Dat geeft ons waardevolle inzichten van professionals. Met 45 jaar ervaring staat Alvaket immers garant voor kwaliteitsvolle producten en een uitmuntende service na verkoop.

✓ ONS TECHNISCH TEAM beschikt bovendien over een uitgebreide voorraad reserveonderdelen en staat altijd paraat om elke herstelling snel en vakkundig uit te voeren.

DOMOTEX 2023 trekt volop de kaart van duurzaamheid

Duurzaamheid, milieuvriendelijkheid en circulariteit zijn geen holle woorden, maar essentiële waarden voor alle bedrijven in de bouw, ook in de vloerenbranche. Dat is de hoofdboodschap van DOMOTEX 2023. De volgende editie, die plaatsvindt van 12 tot en met 15 januari 2023, krijgt dan ook de naam “Floored by Nature”.

De beurs in Hannover wil duurzaamheid centraal stellen, en dat gebeurt ook letterlijk. The Green Collection, het gedeelte van de beurs dat gewijd is aan milieuvriendelijkheid en duurzaamheid, vormt het middelpunt van de beurs. De organisator roept de exposanten ook op om tijdens DOMOTEX de producten en materialen te tonen waaruit een

duurzaamheidsvisie of milieu­engagement blijkt.

'Met The Green Collection willen we een ruimte creëren voor duurzame producten. We willen dat de beurs een platform vormt voor stimulans en inspiratie. Tegelijk moet het een forum vormen voor belangrijke onderwerpen zoals als circulaire economie en duurzame productie, maar

ook voor zaken als maatschappelijke verantwoordelijkheid. We willen het hoofdthema ‘Floored By Nature’ echt tot leven brengen, zodat het bewustzijn rond duurzaamheid in de tapijten vloerindustrie toeneemt”, klinkt het bij de organisatoren.

DOMOTEX is ’s werelds grootste vakbeurs voor de vloerenindustrie. De belangrijkste aanbieders van vloerbedekking stellen er hun nieuwe producten en collecties voor. Het aanbod reikt van textiele en elastische vloerbekleding voor woon­ en kantooromgevingen, machinaal en met de hand vervaardigde tapijten, parket, laminaat, en vloerbedekking voor buiten, tot technieken voor de plaatsing en het onderhoud van vloerbedekking. De beurs vindt plaats van 12 tot 15 januari 2023 in Hannover.

Bedrijfsafval: Vlaanderen legt steeds meer nadruk op ‘sorteren aan de bron’

Net als huishoudens zijn ook bedrijven verplicht om hun afval te sorteren en aan te bieden voor selectieve inzameling. Iets wat in de praktijk niet altijd evident is, zo blijkt uit commentaren van sommige Embuild-leden.

“Wanneer ik mijn container met restafval aanbied bij mijn erkende ophaler, wordt die steeds vaker geweigerd. Omdat er bijvoorbeeld zakken stukken hout tussen het restafval zitten. Maar ook

bijvoorbeeld lijmpotten zorgen steeds vaker voor problemen. De inzamelaars doen moeilijk omdat de potten niet perfect leeggeschraapt zijn. Zaken die een paar jaar geleden nog probleemloos aanvaard werden, zorgen nu steevast voor discussie!”

Bij veel aannemers klinkt dit wellicht vertrouwd in de oren. Vlaanderen wordt immers steeds strenger op het vlak van afvalinzameling. Daarom zetten we de regels nog eens kort op een rijtje.

Algemeen

Vlaanderen werkt met 22 afvalstromen die de bedrijven verplicht moeten sorteren (zie afbeelding).

Daarnaast bestaan er ook nog twee afvalstromen waarvoor de verplichte selectieve inzameling geleidelijk wordt ingevoerd. Het gaat om de stromen 'keukenafval en etensresten' en 'voormalige voedingsmiddelen'. Voor de bouwsector zijn deze echter minder van belang.

De verplichtingen inzake afvalinzameling zijn vastgelegd in artikel 4.3.2. van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA).

Het centrale principe in het Vlaamse systeem van gescheiden afvalinzameling is de zogenaamde ‘bronsortering’. Dat wil zeggen dat je thuis

Deze 22 afvalstromen mogen nooit bij het restafval

of in het bedrijf het afval meteen correct gesorteerd moet aanbieden voor selectieve inzameling. Wanneer recycleerbaar afval bij het restafval terechtkomt, blijkt het immers vaak onmogelijk om het naderhand nog te sorteren en zo gaan kostbare grondstoffen verloren.

Om aan de sorteerplicht te voldoen, heb je evenwel niet noodzakelijk een aparte container nodig voor elk van de afvalstromen. Het volstaat dat je de materialen gescheiden en vooraf gesorteerd kan aanbieden aan je inzamelaar. Over de manier waarop dit praktisch geregeld wordt, kan je best vooraf afspraken maken met je inzamelaar. Het voornaamste is dat geen van de 22 afvalstromen in het restafval mag belanden.

Wie zamelt het afval in?

Veel bedrijven doen een beroep op private afvalinzamelaars. Deze inzamelaars moeten beschikken over een registratie als inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of ­makelaar. Op www.ovam.be/register_ihm kan je een lijst terugvinden van alle geregistreerde inzamelaars voor alle afvalstoffen.

Ook bieden sommige gemeentes en

afvalintercommunales diensten aan voor bedrijven. Meer informatie hierover vind je bij de gemeente.

Wanneer je een beroep doet op erkende afvalinzamelaar, dan moet er in twee situaties een contract bestaan tussen beide partijen:

● Wanneer je restafval laat inzamelen. De afvalinzamelaar is dan verplicht om de klant te informeren over de sorteerplicht. In het contract moet bovendien beschreven staan hoe het bedrijf de 22 verplichte afvalstromen zal sorteren. Deze mogen immers nooit in het restafval terechtkomen.

● Een contract is daarnaast ook verplicht als de klant meerdere verplicht te sorteren afvalfracties in één container samen laat inzamelen (bijvoorbeeld hout, metalen en harde kunststoffen). Dat mag enkel als het gaat om niet­gevaarlijke droge fracties die elkaar niet vervuilen. In dat geval moet contractueel vastgelegd zijn over welke materialen het gaat. De afvalstromen moeten achteraf volledig worden uitgesorteerd door de inzamelaar en gerecycleerd. Het gaat dus niet om

Opvallend: schuurstof is geen houtafval

Via de beroepsverenigingen van Vlaamse Schrijnwerkers en Dé Parketplaatsers bereikten ons verschillende klachten en vragen van aannemers over de selectieve afvalinzameling van schuurstof. Embuild Afwerking legde deze kwestie voor aan OVAM, en kreeg zo het verrassende nieuws dat Vlaanderen schuurstof niet beschouwt als houtstof, maar wel als restafval.

De reden hiervoor ligt in het feit dat hout dat afgeschuurd wordt, vaak behandeld is met vernissen, oliën, beitsen, boenwas of andere afwerkingsproducten. Omwille van deze mogelijke vervuilingen mag het niet bij het andere houtafval terechtkomen.

Wanneer je schuurstof aanbiedt bij het houtafval, dan heeft de afvalinzamelaar dus het recht om dit te weigeren.

een container met restafval. De combinatie van restafval met verplicht selectief in te zamelen stromen is niet toegelaten!

Uitzondering!

Voor sommige kleinere bedrijven bestaat er echter een uitzonderingsregeling. Wanneer je bedrijf afval heeft dat naar ‘aard, samenstelling en hoeveelheid’ vergelijkbaar is aan het afval van een huishouden, mag de gemeente dat bedrijfsafval ook aanvaarden via de huis­aan­huisronde voor huishoudens of op het gewone recyclagepark. Het in dit geval bijvoorbeeld om een beperkte hoeveelheid papier en karton of een occasionele PMD­zak.

Voor restafval geldt een specifieke hoeveelheidsbeperking: maximaal 3 restafvalzakken van 60 liter of één container van 22,5 kg per tweewekelijkse inzameling.

Op veel plaatsen is het dus toegestaan dat aannemers die maar weinig afval produceren, hun afval naar het plaatselijk containerpark brengen, maar dat is niet overal het geval. Sommige lokale besturen weigeren professionals en laten enkel particulieren toe. Informeer je dus vooraf.

Wat als je niet sorteert?

Vlaanderen is duidelijk: afval sorteren aan de bron is een verplichting. Indien je niet sorteert, dan ben je in overtreding met de milieuwetgeving. Bij een inspectie kan je dan een aanmaning of een proces­verbaal

krijgen. En daar kunnen boetes uit volgen. In het slechtste geval kan je voor de milieurechter gedaagd worden.

Sinds 2020 moeten de inzamelaars de restafvalcontainer bij bedrijven controleren en moeten ze de bedrijven ook wijzen op fout gesorteerd afval. De inzamelaar is bovendien ook verplicht om sorteerfouten bij te houden in een register. Afhankelijk van de situatie zal de inzamelaar verplicht zijn een slecht gesorteerde container te weigeren, de kosten voor nasortering door te rekenen en/of de non­conformiteit door te geven via een centraal systeem.

De afdeling Handhaving van de Vlaamse Overheid heeft ook inzage in de non­conformiteitsregisters. Wie herhaaldelijk inbreuken pleegt, kan zich na verloop van tijd dus aan een grondigere inspectie verwachten.

Extra handhavers

Fost Plus, de afdeling Handhaving van het Departement Omgeving en de OVAM maken sinds november 2021 middelen vrij om twee extra personen in te zetten voor de controle en handhaving op sorteren bij bedrijven. Sinds eind vorig jaar hebben zij al meer dan 700 controles uitgevoerd, waarbij in 60% van de gevallen een sorteerfout vastgesteld werd.

Premies

Onder andere Valipac en Fost Plus bieden premies aan voor bedrijven die hun afval laten inzamelen. Een compleet en up-to-date overzicht van de premiestelsels vind je op www.ovam.be.

Valipac voorziet vier soorten premies voor ondernemingen die recycleerbaar verpakkingsmateriaal sorteren (kartonafval, hout, folies,…).

● EEN ÉÉNMALIGE STARTPREMIE voor wie begint met sorteren via selectieve containers

● EEN CONTAINERPREMIE om een deel van de huur van extra containers te compenseren

● EEN RECYCLAGEPREMIE voor gesorteerd verpakkingsmateriaal in hout of plastic (o.a. folies, vaten, EPS, spanbanden).

● EEN ZAKPREMIE voor bedrijven die speciale zakken aankopen voor het sorteren van kleine hoeveelheden folies, EPS en spanbanden.

Fost Plus biedt een welkomstpremie aan voor de inzameling van PMD.

Maar ondanks de premies blijft het goedkoopste afval uiteraard het afval dat je niet produceert. Afvalpreventie blijft dus steeds de goedkoopste optie.

In 47% van de door de handhavers gecontroleerde bedrijven zat nog PMD in het restafval. PMD sorteren is nochtans een gewoonte die we thuis allemaal hebben. Sinds de uitbreiding en uniformering van de sorteerboodschap is het bovendien nog simpeler: bijna alle plastic verpakkingen mogen bij het PMD – zowel thuis als op het werk.

DOMOTEX

FLOORED BY NATURE

The fascination of nature: sustainability, social responsibility and a new awareness of values are the focus of the world‘s leading trade show for floor coverings in 2023 with the keynote theme FLOORED BY NATURE. Discover the latest product trends and room solutions. Be inspired and get in touch with the international industry.

is vanaf nu

uw partner voor vandaag en inspirerende gids voor morgen.

• Technisch advies op maat

• Opleidingen en publicaties

• Handige rekentools en apps

• Innovatiebegeleiding

Ontdek meer op buildwise.be

Hannover ⋅ Germany domotex.de

The World of Flooring

“Afvalinzamelaars strenger dan voordien? Kan kloppen.”

Bij Embuild Afwerking liepen de voorbije maanden heel wat meldingen binnen van aannemers die het gevoel hebben dat er sinds dit jaar strenger toegezien wordt op de restfracties in de restafvalcontainers.

Wij legden deze kwestie voor aan OVAMwoordvoerder Jan Verheyen.

Klopt het idee dat veel van onze aannemers hebben, namelijk dat er een stuk strenger gecontroleerd wordt dan vroeger? Jan Verheyen: “Ik ken uiteraard niet elk afzonderlijk geval, maar het kan best kloppen dat de afvalinzamelaars recent strenger geworden zijn. Sinds september 2021 zijn zij namelijk verplicht om een visuele inspectie uit te voeren van restafvalcontainers en moeten ze de aanbieder wijzen op fouten. Wanneer het gaat om ernstige inbreuken, dan heeft de afvalinzamelaar het recht om de aangeboden container te weigeren, of de aanbieder extra kosten aan te rekenen voor nasortering. De inbreuken moeten bovendien bijgehouden worden in het non­conformiteitsregister.

De inzamelaars kunnen het zich ook niet veroorloven om te laks te zijn,

want ook zij worden gecontroleerd. Wanneer herhaaldelijk zou blijken dat zij te veel recycleerbaar afval toelaten in de restafvalcontainers, dan kunnen ze geschorst worden. Ze hebben er dus alle baat bij om hun controleopdracht correct uit te voeren.”

Die regels zijn behoorlijk streng toch? Wij krijgen bijvoorbeeld een melding van een aannemer wiens restafvalcontainer geweigerd wordt omwille van een spiegel die op een spaanplaat verlijmd was.

De inzamelaar in kwestie eiste dat die twee van elkaar gescheiden zouden worden en bij het selectief afval zouden aangeboden worden.

Jan Verheyen: “Dat kan. We streven een goede bronsortering na en willen zoveel mogelijk recycleerbaar materiaal selectief inzamelen. Indien mogelijk, kan het nuttig zijn om

2 materialen, die afzonderlijk wel recycleerbaar zijn, van elkaar te halen zodat ze niet bij het restafval moeten. maar wettelijk is het niet verplicht om die zaken te scheiden. We leggen hier niets wettelijk rond vast dus het is van belang hierover goede afspraken te maken met de inzamelaar.”

Ook over (al dan niet) leeggeschraapte lijmpotten bereiken ons veel klachten. Hoe zit het daarmee?

Jan Verheyen: “De regels zijn duidelijk: Potten van lijmen en verven met of zonder restjes horen bij het klein gevaarlijk afval, zeker niet bij het restafval.”

Meer weten?

Vanaf 1 januari 2023 verplicht transparante zakken voor bedrijfsrestafval

Wie bedrijfsrestafval

aanbiedt in zakken in een container, moet hiervoor vanaf 1 januari 2023 verplicht transparante zakken gebruiken. Dat moet het de inzamelaars makkelijker maken om het afval te controleren op sorteerfouten. De verplichting geldt alleen voor bedrijfsrestafval dat wordt aangeboden in containers, niet voor de selectief ingezamelde afvalstromen.

Hoe transparant deze afvalzakken precies moeten zijn, wordt niet vastgelegd in de Vlaamse regelgeving (VLAREMA). Het volstaat dat de inzamelaars de inhoud van de zak kunnen controleren op sorteerfouten.

Sinds 1 januari 2021 gelden in Vlaanderen ook al strengere voorwaarden voor de zakken voor afvalinzameling. Vanaf die datum werd namelijk een verbod ingevoerd op het gebruik van afvalzakken die niet geproduceerd werden op basis van gerecycleerde kunststoffen. Maar de Vlaamse Regering bepaalde ook minimale gehaltes aan gerecycleerde kunststoffen die in de afvalzakken moeten verwerkt zitten. Dat was 80 % vanaf 1 januari 2021, maar vanaf 2025 zullen, de

afvalzakken voor 100 % uit gerecycleerde kunststoffen moeten bestaan, waarvan telkens minstens de helft uit gerecycleerde postconsumer kunststoffen.

Deze verplichting geldt niet voor biodegradeerbare afvalzakken bestemd voor groen­ of gft­afval, (niet­) risicohoudend medisch afval, asbesthoudende materialen en bouwpuin.

La première édition post-Corona de la Journée du Parachèvement est à nouveau un succès

Après deux éditions perturbées par le coronavirus, une édition normale de la Journée du Parachèvement a enfin eu lieu à la mi-octobre. Cela s'est également traduit par une affluence de visiteurs beaucoup plus importante que lors de l'édition précédente. Tant les exposants que les visiteurs étaient donc visiblement satisfaits.

Tout le secteur des salons, et donc également la Journée du Parachèvement, a connu deux années difficiles. En 2020, le salon n'a pas pu avoir lieu en raison de la pandémie du coronavirus. L'année dernière, tout était prêt pour une

édition normale, mais au mois de novembre, alors que la Journée du Parachèvement devait avoir lieu, notre pays a été frappé par une énorme flambée de covid­19. De nombreux visiteurs se sont désistés et plusieurs exposants ont également préféré renoncer à leur participation au salon.

Nouvelle date

Pour éviter une nouvelle pointe en novembre, l'organisateur Embuild, l'ancienne Confédération Construction, a décidé cette année d'avancer le salon d'un mois. Cela s'est avéré être un bon choix. Malgré la nouvelle date, les visiteurs se sont rendus en masse aux halls d'exposition du Brussels Kart Expo. Avec 3 000 visiteurs, le salon a été très fréquenté. La plupart du temps, il y avait beaucoup de monde et, comme toujours, la majorité des visiteurs étaient des professionnels: menuisiers, peintres, plafonneurs, carreleurs et parqueteurs. De nombreux visiteurs y ont rencontré des

connaissances et il y a eu beaucoup d'échangés dans une atmosphère amicale. La restauration et les boissons gratuites y ont évidemment aussi contribué beaucoup.

La zone de démonstration s'est révélée être un teaser idéal

Une nouveauté remarquable cette année était le fait que l'espace de démonstration n'était plus installé dans les tentes à l'entrée, mais dans un nouveau hall d'exposition. C'était beaucoup plus spacieux et confortable que les tentes, ce qui a clairement plu aux visiteurs.

Dans la zone de démonstration, les participants pouvaient découvrir un large éventail de produits et de machines. Comme d'habitude, les exosquelettes ont suscité beaucoup d'intérêt, mais les démonstrations de colles, de matériaux de matériel d'en­

duisage, de petits outils et de matériaux d'isolation ont également attiré beaucoup de monde.

Embuild Dé Parketplaatsers, l'association professionnelle des parqueteurs, avait également organisé une initiation à la pose de parquet très appréciée dans la zone de démonstration. Les élèves d'EDUGO campus Glorieux à Oostakker ont appris les ficelles du métier de parqueteur par deux professionnels expérimentés. Cette activité n'a pas seulement été appréciée par les étudiants, de nombreux entrepreneurs sont également restés à regarder avec curiosité et ont posé un tas de questions aux parqueteurs.

Les vitriers étaient également présents avec un stand de démonstration. Le vitrier Jan Jacobs a enseigné aux visiteurs les astuces du masticage. Ses démonstrations ont également attiré beaucoup d'attention.

Un intérêt massif pour les portes coupe-feu

La Journée du Parachèvement attire traditionnellement de nom breux menuisiers. L'association professionnelle des menuisiers a donc décidé d'organiser une séance d'information sur les portes coupe ­feu pendant le salon. Depuis cet été, une nouvelle réglementation sur les portes coupe­feu est en vigueur, ce qui signifie que les anciennes portes Rf vont peu à peu être remplacées par les nouvelles portes coupe­feu EI.

Pour expliquer ces changements, on a fait appel à un expert du CSTC qui a donné des séances d'informa tion

sur les nouvelles portes coupe­feu et leurs conséquences pour les menuisiers. Ces séances d'information ont suscité un tel intérêt que les organisateurs ont dû chercher des chaises supplémentaires pour offrir des places assises à toutes les personnes intéressées. Après leur présentation, les experts du CSMT ont également répondu à de nombreuses questions du public, ce qui montre une fois de plus que ce sujet est très vivant parmi les menuisiers.

Après une édition plus modeste en 2021, la Journée du Parachèvement est de retour. En outre, les organisateurs ont déjà quelques idées prêtes pour encore mieux répondre aux attentes et aux besoins des visiteurs lors de l'édition de l'année prochaine. A suivre !

Le CSTC s'appelle désormais 'Buildwise'

Le CSTC (Centre Scientifique et Technique de la Construction) a un nouveau nom depuis la mi-novembre: Buildwise. Ce nouveau nom s’accompagne d’une nouvelle orientation, qui met l’accent sur l’innovation, la collaboration et une approche intégrée des différentes disciplines.

Après que la Confédération Construction ait été enterrée en septembre et qu'Embuild ait vu le jour, c'est maintenant au tour du CSTC. Après plus d'un demi­siècle, le CSTC se sépare également de son ancien nom. Parallèlement à l'introduction du nouveau nom, Buildwise, une opération de renouvellement et de diversification est lancée. A l’avenir, Buildwise souhaite devenir un guide propice à la modernisation du secteur et à l’adoption d’innovations pour plus de durabilité et d’efficacité.

Votre centre de recherche devient centre d’innovation

Fort des connaissances qu’il a acquises au fil des années, Buildwise s’est imposé comme le centre de référence et d’expertise du secteur de la construction. Buildwise se tient aux côtés de tous les acteurs impliqués dans l’acte de bâtir. Leur objectif ?

Transmettre des connaissances qui améliorent réellement la qualité, la productivité et la durabilité, et ouvrir la voie à l’innovation sur les chantiers et dans les entreprises.

Dynamiser le partage des connaissances et les interconnexions

Compte tenu de la grande complexité et de la forte fragmentation du processus de construction, Buildwise se doit de renforcer son rôle fédérateur. Nous ne pourrons relever les défis sectoriels et sociétaux qu’en mobilisant le secteur tout entier et en repensant nos modèles d’entreprise et notre façon de collaborer.

Buidwise s’attaque aux problèmes avec une approche pragmatique et multidisciplinaire. Pour trouver des solutions solides, il faut une stratégie globale et intégrée. C’est pourquoi Buildwise articule ses ambitions autour de trois piliers: les technologies numériques, la durabilité et ­piloté par les Comités techniques conduits par les entrepreneurs­ le métier.

● Ambition 1 : l’Approche Métier, priorité aux besoins du terrain Avec cette première ambition, Buildwise répond aux besoins quotidiens et aux demandes concrètes des entreprises de construction en vue d’améliorer leurs connaissances en

matière de technologie et de gestion d’entreprise.

● Ambition 2 : le Green Deal, les opportunités de la transition

verte

L’Europe doit devenir neutre sur le plan climatique d’ici 2050 et notre bâti existant est confronté à une vague massive de rénovation énergétique. Résultat: d’énormes opportunités à saisir pour les entreprises de construction.

● Ambition 3 : la construction 4.0, la clé de l’avenir

Si le secteur entend demeurer compétitif, sa productivité doit augmenter de manière significative dans les années à venir. La maîtrise des coûts et de la qualité reste un défi permanent pour maintenir le prix de la construction à un niveau abordable, tout en préservant la rentabilité des entreprises. Les nouvelles technologies numériques permettent de préparer et de réaliser les travaux de manière plus efficace.

Grand intérêt pour les initiations de Dé Parketplaatsers lors de la Journée du Parachèvement

Lors de la dernière édition de la Journée du Parachèvement, les étudiants en menuiserie de la sixième et de la septième année d'EDUGO campus

Glorieux à Oostakker ont assisté à une initiation à la pose de parquet. Cela n'a pas seulement attiré beaucoup de spectateurs, les jeunes étaient enthousiastes à l'idée de suivre une formation de parqueteur.

L'année dernière, Dé Parketplaatsers avait déjà organisé une initiation à la pose de parquet lors de la dernière édition de Prowood. Celle­ci avait été très appréciée, tant par les visiteurs que par les étudiants qui ont participé à la formation. Vu le succès de cette initiative, on a donc décidé d'organiser quelque chose de similaire lors de la Journée du Parachèvement.

Xavier Van Nieuwenhuyse et Jarno Labeau, deux parqueteurs chevronnés et également membres du conseil d'administration d'Embuild Dé Parketplaatsers, ont enseigné les bases du métier aux étudiants de septième année en menuiserie d'EDUGO campus Glorieux à Oostakker. Sur quatre parquets de démonstration, les élèves ont appris à coller et clouer, à poncer et à finir un parquet à l'huile. Pour les jeunes, ce fut un changement agréable comparé au travail scolaire habituel et

ils ont suivi la formation avec grand intérêt.

L'initiation a également suscité un vif intérêt de la part d'autres visiteurs du salon. Tout au long de la journée, des gens se regroupaient pour regarder ce qui se passait et Jarno et Xavier étaient assaillis de questions.

Nico Impens, le parqueteur de la piste et le spectateur le plus attentif lors des Six Jours de Gand

Enlever, remplacer et poncer des lames de parquet alors que 6 000 personnes vous observent et que des caméras de télévision enregistrent vos moindres gestes ? Voilà une chose récurrente pour Nico Impens, le parqueteur qui entretient depuis 16 ans le parquet du Kuipke à Gand, où se déroulent les Six Jours de Gand.

Pourtant, Nico Impens (I&C Parket) s'est retrouvé plutôt par hasard dans le Kuipke de Gand.

"En 2006, le plus grand drame de l'histoire des Six Jours de Gand a eu lieu, lorsque le cycliste espagnol Isaac Gálvez est décédé lors d'un accident tragique. Après ce drame, mon prédécesseur a arrêté.

"A cette époque, je travaillais au parquet du Château des Comtes de Flandre à Gand et la municipalité de Gand m'a demandé de m'occuper également du parquet du Kuipke. Bien sûr j'ai accepté", raconte ce parqueteur de 52 ans, originaire de Lochristi.

Courte et inclinée

La piste de course cycliste à Gand a une longueur de 166,66 mètres, ce qui est beaucoup plus court que les pistes de course traditionnelles, qui ont généralement une longueur de 250 mètres. Cela signifie également que les virages sont nettement plus inclinés que la normale. Au point le plus incliné, les virages ont une inclinaison de 52%!

La piste en soi est en bois de mélèze. La plupart des lames datent de 1965, l'année où le Kuipke a été reconstruit après qu'un incendie dévastateur ait

réduit la piste de course en cendres en 1962.

Contrairement à de nombreuses autres pistes de course cycliste, la piste du Kuipke n'a pas de sous­plancher en béton. La piste est construite comme un bateau en bois, avec cette différence que les planches ne sont pas à l'extérieur (comme la coque du bateau), mais à l'intérieur des montants.

Les planches d'origine (4,8 cm de large et 4,8 cm d'épaisseur) ont une longueur de quatre à cinq mètres et ne sont fixées que sur les montants. Entre deux points de fixation se trouve donc souvent une section "flottante" de deux mètres. Par conséquent, la piste bouge légèrement avec les coureurs.

Nico Impens : "Lorsque les coureurs s'entraînent, je vais parfois regarder de près et vous voyez alors comment les planches sont enfoncées jusqu'à un centimètre de profondeur par le poids des coureurs et les forces G créées lorsqu'ils prennent les virages à grande vitesse.

Sur ce point, la piste du Kuipke est bien différente de l'autre piste cycliste à Gand, celle du Centre cycliste Eddy Merckx. Cette piste est directement collée sur le béton. C'est donc une construction complètement différente et cela a également d'importantes conséquences sur la façon d'entretenir la piste."

Un entretien annuel

Chaque année, je commence à m'impatienter après les congés du bâtiment et je pense à "mon Kuipke", poursuit le parqueteur. "Habituellement, je commence les travaux d'entretien en octobre. Normalement, la piste est recouverte de toiles pendant l'année pour protéger le bois, mais chaque année, il y a des échardes qui dépassent, des irrégularités qui doivent être poncées ou des planches qui doivent être remplacées.

Néanmoins, cette année était une année spéciale. Car en avril, les Floralies de Gand ont eu lieu au Kuipke. Des tonnes de terre ont été déversées sur la place centrale et 500 jeunes arbres ont été plantés. Un spectacle extraordinaire, car soudain, il y avait une véritable forêt en plein milieu de la piste !

Naturellement, la terre humide a créé une très forte humidité à l'intérieur du bâtiment, ce qui n'est pas idéal pour la piste. Après les Floralies, les services de nettoyage ont balayé toute la terre avec des souffleurs de feuilles. Le résultat est bien sûr évident. La poussière était partout, même la piste était recouverte d'une couche de poussière. Et il n'est pas si facile de s'en débarrasser, car lorsque la température change, le bois de mélèze libère une résine dans laquelle la poussière se colle.

Comme la piste était très sale, nous avions décidé de la poncer entièrement cette année, ce qui n'avait pas été fait depuis 20 ans ! Et ceci est un travail de longue haleine, puisqu'il doit être entièrement fait à la main. En effet, vous ne pouvez pas utiliser une ponceuse à bande ou une ponceuse rotative sur la piste.

J'avais l'habitude de faire ce ponçage à partir d'une échelle que je posais sur la piste, mais l'été dernier, j'ai appris à faire de la descente en rappel pendant mes vacances en Autriche, et j'ai immédiatement vu le potentiel de cette technique sur la piste. Lorsque j'ai commencé à poncer, j'ai d'abord utilisé un harnais de sécurité classique, mais cela s'est avéré ne pas être idéal. En effet, ce type de harnais coupe la circulation sanguine dans les jambes lorsque vous travaillez pendant des heures. Et je faisais des journées de 10 à 12h ici, sept jours sur sept ! Après deux semaines, j'avais constamment des fourmillements dans les jambes et j'ai été incapable de bouger mes orteils pendant cinq jours.

Il était donc clair que je devais trouver une autre solution. Chez un spécialiste de l'escalade, on m'a dit qu'un harnais de sécurité n'est pas fait pour être utilisé pendant des heures. Ils m'ont donc vendu un harnais d'alpiniste spécial. C'était déjà beaucoup mieux, mais maintenant je travaille à partir d'un siège suspendu que j'attache au harnais d'escalade. Ainsi, j'ai un support dans le bas du dos, mais je peux toujours travailler sur mes genoux comme d'habitude. Un peu bizarre, mais c'est la solution parfaite pour ce travail.

Ainsi, j'ai pu poncer toute la piste, de haut en bas, tout seul. J’ai utilisé pour cela une ponceuse à main Festool Rotex de 15 cm de diamètre et des tampons de ponçage de 40 et 60, que j'achète chez Patrick De Coker de COnect Woodbelievers. En tout, cela m'a pris cinq semaines. C'était un travail énorme, mais ça en valait la peine. La piste est beaucoup plus belle maintenant et le grisaillement du bois a été poncé.

Nous ne ponçons jamais la pente trop lisse. J'utilise un papier de maximum grain 60. La surface doit rester légèrement rugueuse pour que les pneus des coureurs aient suffisamment de prise sur la surface. Les logos des sponsors sont ensuite peints sur la piste avec une peinture métallique spéciale, qui reste également un peu rugueuse. Mais cela reste des zones très sensibles. Dès qu'un supporter renverse une pinte, et qu'elle atterrit sur cette peinture, cette surface devient aussitôt lisse qu'un miroir

Le spectateur le plus attentif

"Je suis sur la piste tous les jours, de 18 heures à 2 heures du matin environ. Pendant la course elle­même, je ne quitte pas la piste un seul instant des yeux. Je suis tout avec une grande vigilance et quand il y a une chute, je suis sur place en un clin d'œil. En

général, je peux évaluer la gravité en quelques instants et faire savoir immédiatement à la direction de la course ce qu'il faut faire.

En cas de chute, les vélos glissent sur le bois et peuvent laisser des rayures profondes dans le bois. Les vélos de course ont un engrenage fixe, ce qui signifie que les pédales continuent de tourner lorsque le vélo glisse sans coureur, ce qui peut également causer des dégâts importants au bois.

Pendant les six jours, j'ai toujours ma ponceuse à main, un marteau et un ciseau, de la colle, une perceuse pour percer les trous, un tournevis électrique et un rouleau de ruban adhésif. Cela me permet de résoudre les plus gros problèmes pendant la course. Généralement je peux appliquer un morceau de ruban adhésif sur les petites rayures, et la course peut continuer. Je ponce la rayure après la course.

En revanche, lorsque les dégâts à la piste sont plus importants, il m'arrive de devoir découper et remplacer certaines pièces de bois. Cela s'est produit plusieurs fois au milieu de la course et vous devez alors remplacer une lame alors que 6 000 spectateurs vous ob­

servent et que les caméras suivent chacun de vos mouvements. Mais je ne me laisse pas déconcerter, je fais ce que j'ai à faire. La sécurité des coureurs est ma priorité. J'aurais le cœur brisé si quelque chose leur arrivait à cause d'une erreur de ma part.

J'emporte aussi toujours quelques serviettes au cas où l'humidité s'infiltrerait sur la piste. L'humidité sur la piste est extrêmement dangereuse pour les coureurs. Il arrive que les spectateurs renversent des boissons sur la piste, mais la piste peut aussi être mouillée lorsque les coureurs font un tour d'honneur avec des fleurs qui viennent de sortir d'un seau d'eau. Pendant la course, je suis donc toujours sur le qui­vive et je garde un œil sur tout. Dès que du liquide est renversé sur la piste, je m'empresse de le nettoyer.

Le soir, après la compétition, je contrôle encore toute la piste. Le directeur de course et les commissaires inspectent également le bois et nous marquons tous les endroits où il faut faire de petites réparations. Je les fais alors avant la reprise de la course le lendemain. Pendant une semaine, je m'occupe donc seulement du Kuipke.

Nico Impens ne quitte pas le Kuipke durant six jours.

Même quand je rentre chez moi, ça me travaille toujours."

Les chocs de température

En tant que parqueteur, vous apprenez à vos clients à éviter les grands chocs de température et à surveiller l'humidité. Mais pour un hall d'événements comme le Kuipke, ce n'est pas possible. Ce n'est pas une situation idéale pour la piste, mais Nico Impens a fini par l'accepter.

"Le matin, les portes sont ouvertes ici car les fournisseurs viennent livrer de la nourriture et des boissons. Alors, ça peut se refroidir considérablement. Mais le soir, il y a 6 000 personnes à l'intérieur. Cela représente 60 watts par personne. Il y a aussi 10 000 watts de lumières suspendues au plafond. Il

fait donc très vite très chaud. L'humidité augmente aussi très fortement. Pour le parquet, ces chocs de température ne sont évidemment pas souhaitables. Comme le bois travaille constamment et se gonfle, des morceaux de bois peuvent se détacher, ce qui peut provoquer une fuite dans le pneu et éventuellement une chute. C'est une chose qui hante constamment mon esprit. Ainsi, lorsque j'inspecte le parquet, je cherche toujours à détecter les éventuelles échardes. Cela reste l'une de mes plus grandes préoccupations."

Bien que Nico Impens travaille aussi régulièrement comme parqueteur pendant le reste de l'année, ces tra­

vaux restent quelque chose de spécial. Nico Impens : "Il m'arrive de poser des parquets composés, et vous êtes alors heureux d'avoir pu aider le client, mais vous n'en tirez pas beaucoup de satisfaction. Heureusement, j'ai aussi l'occasion de travailler régulièrement avec du parquet massif, et ce sont des travaux qui me procurent beaucoup plus de satisfaction. Mais ici au Kuipke, ça reste quelque chose de très particulier. Tous ceux qui participent aux Six Jours forment une véritable famille. Cette semaine de l'année est tellement intense que nous avons un lien très étroit, même si nous ne nous voyons pas le reste de l'année. Les coureurs me considèrent également comme un membre de la famille des Six Jours. J'espère que je pourrais continuer à faire ça pendant encore très longtemps !"

votre partenaire au quotidien et guide inspirant pour demain.

• Avis techniques

• Formations et publications

• Outils de calcul et applications pratiques

• Aide à l’innovation

Découvrez plus sur buildwise.be

Le monde des Six jours de Gand est une grande famille

Bien plus que la gestion des déchets

La prise en compte de l'environnement au sein de votre entreprise doit être vue comme une opportunité. Elle devient progressivement un enjeu stratégique. La bonne gestion des déchets en fait partie, mais l’approche doit maintenant être beaucoup plus globale. Et pour cause : l’impact de notre secteur s’exerce à tous les stades du cycle de vie des bâtiments: fabrication des produits, construction en tant que telle, phase d’utilisation, éventuelles rénovations et adaptations, et finalement la déconstruction ou la démolition. L’économie circulaire s’intéresse à toutes ces étapes.

S'engager dans une démarche d'économie circulaire est aussi et surtout un moyen pour l'entreprise d'améliorer ses performances économiques, par exemple : réduire ses coûts de production ou de logistique, limiter sa dépendance aux matières premières, renforcer son image de marque, se différencier sur le marché, etc.

Appliquer la hiérarchie des modes de gestion des déchets

Le recyclage transforme les déchets en matières qui seront réintroduites dans un nouveau processus de pro­

duction. Il ne conserve que la matière : la porte sera broyée pour créer un panneau de particules. En pratique, cela conduit souvent à un « downcycling », où la nouvelle application a une valeur inférieure. Le recyclage est lui­même consommateur de ressources (électricité, eau, logistique…).

Le réemploi des matériaux de construction n’implique pas de destruction, ni de nouvelle production. Pour cette raison, il devrait être considéré avant l’envoi vers des filières de recyclage. La question du réemploi s’envisage du point de vue de l’extraction ou de l’intégration des matériaux dans un projet.

Quand un élément peut­il être réutilisé? Cela dépend de plusieurs critères. L’une des questions concerne la facilité de démontage et de remontage. Il y a bien sûr aussi l’aspect économique. Le réemploi fait généralement appel à une quantité de travail manuel plus importante. Un prix de revient similaire par rapport à l’équivalent neuf

cache donc une réalité tout autre au niveau de la valorisation de la main d’œuvre locale.

Maîtriser les bases : trois catégories de déchets

La réglementation répartit les déchets en trois catégories: les déchets dangereux, non dangereux, et inertes. Pour savoir à quelle catégorie appartient un déchet, il faut se référer au catalogue wallon des déchets. Ce catalogue donne aussi les codes à 6 chiffres correspondant à chaque type de déchet, qui devront impérativement être utilisés dans les documents administratifs.

Parmi les déchets dangereux des menuisiers, on trouve : les colles synthétiques, vernis, aérosols, bombes de peintures, nettoyant, dégrippant, lubrifiant, peintures, bois traité, décapant, solvant, produits de préparation des surfaces et de traitement du bois, huiles,…

Les déchets inertes sont ceux qui ne réagissent pas avec l’environnement et

n’ont pas d’impact sur la santé. Il s’agit du béton, ciment, mortier, briques, carrelages, mais aussi le verre.

Les déchets non dangereux sont ceux qui n’appartiennent pas aux deux autres catégories. On y trouvera par exemple les bidons (propres) en plastique ou en métal, le bois non traité (chutes, palettes, sciure et copeaux), quincaillerie, plastiques, isolants, palettes non consignées,…

Formalités à remplir pour le transport des déchets

Pour pouvoir transporter des déchets inertes et non­dangereux, un enregistrement pour le transport doit être obtenu auprès du Département du Sol et des Déchets (DSD). Cet enregistrement est gratuit et valable 5 ans. De plus, chaque transport de déchet doit être accompagné d’un bon de transport. Il s’agit d’un document, présent dans le véhicule, qui renseigne au minimum sur la quantité et le type de déchets transportés, ainsi que sur l’origine et la destination. Ces bons doivent être conservés et compilés pour former un registre des mouvements de déchets, qui fera l’objet d’une déclaration annuelle à envoyer au DSD. Le transport de déchets dangereux est plus contraignant et nécessite cette fois un agrément et une déclaration trimestrielle.

Respecter l’ obligation de tri

Les déchets dangereux ne peuvent en aucun cas être mélangés aux autres déchets. Depuis 2015, tout producteur et détenteur de déchets doit procéder à la séparation à la source de certaines fractions dès lors que le seuil défini est atteint. Quelques flux concernent les menuisiers : pour les déchets de bois, le seuil est fixé à 2,5m³ par semaine. Il est à 200 litres par semaine pour les déchets d’emballages industriels tels que housses, films et sacs en plastique. Les papiers et cartons doivent être triés à partir de 30 litres par semaine.

L’obligation de tri s’applique si, sur une

moyenne calculée sur base annuelle, les volumes enlevés dépassent la valeur seuil: l’obligation est alors continue. L’obligation peut aussi s’appliquer ponctuellement si à un moment donné le volume total des déchets présents dépasse la valeur seuil. Dans le cas d’entreprises actives sur plusieurs sites, les seuils s’appliquent par site.

Pour rappel, il reste autorisé de regrouper les déchets secs non dangereux dans un même contenant à condition que celui­ci ne compromette pas l’efficacité des opérations ultérieures. Une preuve du respect de l’obligation doit être conservée pendant deux ans.

Regrouper et stocker les déchets

Selon le type et la quantité de déchets, le stockage et le regroupement peuvent nécessiter une simple déclaration ou bien un permis d’environnement approprié.

On parle de stockage si les déchets sont produits à l’atelier (siège d’exploitation). Si des déchets produits à l’extérieur sont ramenés au siège d’exploitation, on parle de regroupement. Pour chaque catégorie de déchet, il existe différents seuils qui définissent si une déclaration ou un permis sont requis. Par exemple, le stockage de déchets inertes ou non dangereux requiert une déclaration (classe 3) à partir de 30 tonnes.

Evacuer les déchets

Les déchets de bois peuvent être recyclés pour entrer dans la fabrication de panneaux mais ils peuvent aussi être valorisés énergétiquement : l’utilisation comme combustible pour le chauffage de l’atelier sera facilitée par la mise en place d’une chaudière à bois et d’un système d’aspiration des copeaux relié aux machines. Il faudra alors disposer d’un permis d’environnement adapté en fonction de la puissance de l’installation de chauffage et des machines permettant de travailler le bois.

Pour la gestion des déchets, un collecteur peut s’occuper de tout. mais Les déchets résiduels, évacués en mélange, sont ceux dont le coût de traitement est le plus élevé. Le tri permet de limiter les frais !

Les déchets d’emballage encombrent inutilement le conteneur de déchets résiduels. Le Clean Site System propose une solution simple sous forme de sacs de collecte dédiés aux emballages plastiques. Ils sont disponibles à petit prix auprès de plus de 200 négociants et peuvent y être déposés gratuitement une fois remplis. Concernant les déchets d’emballage, l’asbl VAL­I­PAC octroie une prime pour la location de conteneurs et en fonction des quantités de déchets collectées.

Parfois, les fournisseurs assurent la reprise des déchets. Il faut s’informer au cas par cas. La collecte de certains déchets, comme les cartons, peut être assurée par l’intercommunale de gestion des déchets.

Pour aller plus loin

Il n’y a aucun prérequis pour vous lancer dans la construction circulaire. Les services de la cellule « Economie Circulaire » d’Embuild Wallonie peuvent vous accompagner. En particulier, le service de référents bas­carbone/économie circulaire, soutenu par la SOWALFIN, est à votre disposition. Vous souhaitez implémenter des procédés de recyclage ou de réemploi ? Vous aimeriez étudier de nouveaux procédés, mode de conception, ou vous vous interrogez sur des opportunités d’investissement ? Vous voulez connaitre les aides financières disponibles ? A l’issue d’une visite (gratuite) au sein de votre entreprise, un plan d’action sera proposé et discuté en visant une concrétisation réaliste, si nécessaire en recourant à des aides techniques ou à des financements wallons.

Plus d’infos : circular@embuild.be

DOMOTEX 2023 mise pleinement sur la durabilité

La durabilité, le respect de l'environnement et la circularité ne sont pas de vains mots, mais des valeurs essentielles pour toutes les entreprises du secteur de la construction, y compris celles du secteur des revêtements de sol. Tel est le principal message de DOMOTEX 2023. La prochaine édition, qui aura lieu du 12 au 15 janvier 2023,

Le salon à Hanovre souhaite placer la durabilité au centre de l'intérêt et le fait littéralement. La Green Collection, la section du salon consacrée au respect de l'environnement et à la durabilité se situe au centre du salon. L'organisateur lance par ailleurs un appel aux exposants pour qu'ils présentent des produits et des matériaux qui témoignent d'une vision de durabilité

ou d'un engagement environnemental lors de DOMOTEX.

“Avec la Green Collection, nous voulons créer une vitrine pour les produits durables. Nous voulons que le salon soit une plateforme de motivation et d'inspiration. Par ailleurs, il constitue un forum pour des sujets importants tels que l'économie circulaire et la production durable,

ainsi que pour des enjeux importants comme la responsabilité sociétale. Nous voulons vraiment dynamiser le thème principal "Floored By Nature", afin de sensibiliser davantage le secteur des tapis et revêtements de sol à la durabilité", ajoutent les organisateurs.

DOMOTEX est le plus grand salon professionnel au monde pour l'industrie des revêtements de sol. Les principaux fournisseurs de revêtements de sol y présentent leurs nouveaux produits et collections. L'offre s'étend des revêtements de sol textiles et résilients pour les logements et les bureaux, des tapis fabriqués à la machine et à la main, des parquets, des stratifiés et des revêtements de sol extérieurs, aux techniques d'installation et d'entretien des revêtements de sol. Le salon aura lieu du 12 au 15 janvier 2023 à Hanovre.

sera donc intitulée "Floored by Nature".

parquet.

Une finition parfaite.

Une finition 100% assortie pour nos sols parquet.

Tout est dans les détails ! Nos accessoires placage chêne garantissent une unité de teinte et de vernis, disponibles pour toutes nos teintes parquet. Choisissez une finition parfaite et un look raffiné à travers un large éventail d’accessoires – des barres de jonction, des barres de seuil, des barres d’arrêt, des plinthes et des nez de marches.

Des parquets made in France faciles à installer, sains, aux couleurs furieusement tendance, d’une résistance inouïe et intégralement rénovables.

relax, it’s BerryAlloc.

FACILITÉ D’UTILISATION ET DURABILITÉ SUPÉRIEURES

• Emballage écologique pour des adhésifs parquet hybrides

• Le même produit, la même qualité

• Plus facile à recycler

• Plus facile à empiler, prend moins de place

VERPAKKING GERECYCLED

EMBALLAGE RECYCLÉ

Bona QUANTUM

ALLROUND SILAAN PARKETLIJM - MET INTELLIGENTE KRACHT

COLLE SILANE ALLROUND POUR PARQUET - AVEC FORCE INTELLIGENTE

BELANGRIJKSTE VOORDELEN

• Revolutionaire Bona technologie ‘Titanium crosslinking’

• Breed inzetbaar

• Uitstekende initiële hechting die evolueert in de loop van tijd, met dé optimale hechting zodra uitgehard

• Geïntegreerd vochtscherm

• Vloer schuurbaar na 12 uur

• Hoge treksterkte

• Kan ook gebruikt worden op metalen ondergronden

Bona nv/sa - Leuvensesteenweg 542/C3 - 1930 Zaventem

02 721 27 59 - infobelgium@bona.com

Facebook: Bona Professional Belgium

AVANTAGES CLÉ

• Technologie révolutionnaire Bona, ‘Titanium crosslinking’

• Utilisation étendue

• Parfaite adhérence initiale qui se développe avec le temps, pour arriver à sa force optimale une fois sèche

• Barrière humidité intégrée

• Sol ponçable après 12 heures

• Résistance élevée au cisaillement

• Peut aussi s’utiliser sur des supports en métal