Power + NL 11 - 2024

Page 1


Informatieblad Techlink voor installatiebedrijven speciale technieken

Driemaandelijks vakblad

Proper koper

kabel is nu...

Zoek je een permanente, tijdelijke of eenmalige oplossing voor al je kabelafval? Als specialist in het inzamelen en recycleren van elektrische kabels staan we klaar voor iedereen die van service houdt en graag correct betaald wil worden. Bij ons geen nattevingerwerk qua tarieven, maar een wiskundige formule die de prijzen op de Internationale markten nauwlettend volgt. Onze prijzen zijn overigens vrij beschikbaar op onze website.

Bevrijdingslaan 11, 8700 Tielt www.kopuur.be

Voorzitter

Techlink Linking Techniques

Install Day is een totaalconcept voor de sector

Op vrijdag 18 oktober 2024 bracht Install Day (zie pagina 34) niet alleen de installateurs samen, maar het was wederom een ontmoeting met ons hele Ecosysteem van multifunctionele installaties. Ook de fabrikanten, de distributie en de bedrijven die instaan voor onderhoud en energiebeheer en dit voor alle technieken die geïnstalleerd worden in gebouwen met betrekking tot elektrotechniek, verwarming, ventilatie, airconditioning, sanitair, verlichting, beveiliging, batterijen en elektrohuishoudtoestellen waren aanwezig.

Beurzen zijn de voorbije decennia enorm geëvolueerd. De tijd is voorbij dat bezoekers alleen naar een beurs kwamen om kennis te maken met het aanbod van exposanten. Een belangrijke stap in de evolutie was het idee dat een beursbezoek een ervaring moest zijn. Onze 230 standhouders speelden daarop in door bezoekers actief te betrekken bij hun aanbod. De bedoeling was duidelijk: aan bezoekers de kans geven om tijdens één beursbezoek kennis te maken met tal van nieuwe producten, technieken, en digitale tools op het gebied van elektro, sanitair, verwarming, ventilatie, airco … voor de residentiële, tertiaire en industriële markt.

De blik is gericht op de duurzame toekomst: warmtepompen, CEMS, energieopslag, batterijen, zonnepanelen, … De beursvloer weerspiegelde dit en liet zien dat duurzaamheid meer dan ooit op het netvlies van de installatiewereld staat. Techlink informeert haar leden over de nieuwe duurzame technieken via ons ledenmagazine.

Ook volgend jaar blijft Techlink zich inzetten om u te voorzien van waardevolle informatie, trends en inzichten die u kunnen helpen om overeind te blijven en bovendien het verschil te maken in de veeleisende en dynamische installatiewereld. Het blijft onze topprioriteit om jullie belangen te kunnen behartigen. Uw betrokkenheid en feedback zijn cruciaal voor ons succes!

WORD PARTNER en geef jong technisch talent een duwtje in de rug!

24 & 25 april 2025 Walibi

WAAROM PARTNER WORDEN?

Verhoogde zichtbaarheid bij de volgende generatie professionals en hun docenten.

Versterk uw imago als speler die zich inzet voor technische opleidingen en de ontwikkeling van vaardigheden in de installatiesector.

Mogelijkheid om uw innovaties te presenteren in een interactieve en educatieve omgeving.

Gelegenheid om te netwerken met andere bedrijven en professionals in de sector en met uw toekomstige werknemers.

INFO & PARTNERSHIPS: installtomorrow.be/nl/experience-day

10 ● Laadparken

Onderzoeksgroep EELab/LEMCKO (Universiteit Gent) organiseerde een studiedag – laadparken die een antwoord gaf op vragen zoals: Hoe beïnvloedt een laadplein het energieverbruik van uw bedrijf? Wat gebeurt er als uw bedrijfswagenpark verder elektrificeert? Hoe houdt u de kosten onder controle?

34 ● Install Day

Install Day trok in 2024 ruim 5000 bezoekers! Het rechtstreekse contact tussen alle actoren uit ons Ecosysteem van multifunctionele installaties werd duidelijk gesmaakt. We danken alle exposanten en bezoekers voor deze geslaagde editie en zien u graag terug in 2025 voor een nieuwe beurs.

3 ● Edito: Install Day is een totaalconcept voor de sector

6 ● Circulariteit: Klein installatiemateriaal is elektro!

10 ● Event: Laadparken: kansen en uitdagingen

12 ● Technisch dossier: DC-netten voor PV, Batterij-opslag en EV-laders

18 ● Wetgeving: De impact van Europese Richtlijnen op het laden van EVs

20 ● Het standpunt van de politieke partijen: deel 2

Embuild

Kunstlaan 20, 1000 Brussel embuild.be

Verantwoordelijke Uitgever

Dirk De Wolf dirk.dewolf@techlink.be

Techlink vzw

Excelsiorlaan 91, 1930 Zaventem T. +32 2 720 40 80 info@techlink.be • www.techlink.be

24 ● Actualiteit: Syndicale delegatie

26 ● Event: Digital Construction Brussels

28 ● Digitalisering: IoT in de installatiesector

34 ● Install Day: Zevende editie

38 ● Install Tomorrow: Sensibiliseringscampagne gaat voort!

Verlichting

40 ● Innovaties in draadloze verlichting

44 ● Human-Centric Lighting

48 ● Smart Readiness Indicator

50 ● Le Big TamTam: Een creatief lichtconcept

Managing Director

Kris Van Dingenen kris.vandingenen@techlink.be

Publiciteit

Inge De Ridder T. +32 53 80 87 47 inge.deridder@techlink.be

Periodiciteit • Oplage 4x per jaar • 3000 Nederlandstalig, 2000 Franstalig

40 ● Draadloze verlichting

Met de groei van slimme technologieën wordt draadloze communicatie in verlichting steeds belangrijker. De introductie van DALI+, een draadloze variant, biedt nieuwe mogelijkheden. Een draadloze oplossing betekent dat installateurs veel meer flexibiliteit hebben bij het opzetten van het verlichtingsnetwerk.

52 ● Wetgeving: Nieuwe C1/107 van Synergrid

54 ● EnergAI: AI voor het minimaliseren van energiekosten in een flexibele markt

58 ● Kort

60 ● De medewerker: Directie Attaché Dolores Sobrino

62 ● Productnews

Proofreading

Sofie Lapière sofie.lapiere@techlink.be

Vertaling

André Verkaeren, Metaphrasis bvba

Vormgeving Nikka Cuypers nikka.cuypers@embuild.be

Drukwerk Graphius

Klein installatiemateriaal is elektro: recyclage via Recupel!

Er is een Europese richtlijn die België een doelstelling oplegt m.b.t. het inzamelen en recycleren van oud installatiemateriaal. België haalt die doelstelling nog niet. Uit onderzoek en cijfers van de sector blijkt dat sommige apparaten zoals klein installatiemateriaal te weinig worden ingezameld voor recyclage. Een woordje uitleg is op zijn plaats.

Omkadering

De wereld van afval- en grondstoffenbeheer is volop in beweging. De doelstellingen vanuit de overheid zijn ambitieus en de mogelijkheden voor betere en duurzamere recycling zijn eindeloos. Installateurs, consumenten, de verpakkingsindustrie, gemeenten en bedrijven met grote afvalstromen moeten allen hun steentje bijdragen.

Sinds 2001 legt een wet vast hoe we in België omgaan met de inzameling van afgedankte elektrische en elektronische toestellen. In 2008 kwamen er specifieke regels over de apparaten, onderverdeeld in 10 categorieen waarvoor er een terugnameplicht geldt. Vanaf 2022 is Recupel overgegaan van 10 naar 6 categorieën. Deze categorieën zijn raadpleegbaar via de apparatenlijst.1 Elke verkoper van elektro of lampen moet zich hieraan houden. De wetgeving geldt voor heel België, zowel voor fysieke winkels als online shops.2

OPGELET: de terugnameplicht is niet enkel van toepassing op de producenten, maar op élke verdeler of verkoper van elektro in de keten. Zowel voor fysieke verkooppunten als online verkooppunten.

‘Als fabrikant zoeken we actief naar oplossingen om de ecologische impact van onze producten zo klein mogelijk te houden. Een goede inzameling en verwerking van oud elektro is essentieel om de grondstoffen terug

GRAFIEK 1: Met welke van de volgende partners werkt u samen voor de inzameling en recyclage van elektrotechnisch installatiemateriaal?

Breng jij batterijen op de markt? Sluit je aan bij Bebat!

Wist je dat je als producent of invoerder van Energy Storage Systems (ESS) of thuisbatterijen in België moet voldoen aan de wettelijke aanvaardingsplicht?

Ontdek de 7 wettelijke verplichtingen

2 1 5 7 6 4 3

• Registeren: bij de drie gewestelijke overheden.

• Aangifte doen: welke batterijen je op de markt brengt.

• Sensibiliseren & preventie: rond gebruik van batterijen.

• Inzameling organiseren: ADR-conform vervoer door goedgekeurde ophalers.

Om aan al deze verplichtingen te voldoen, kan je zelf een individueel aanvaardingsplichtplan of afvalpreventieen beheersplan ter goedkeuring indienen bij de regionale overheden. Maar er is ook een eenvoudigere manier: aansluiten bij Bebat.

• Recycleren: afgedankte batterijen worden nieuwe grondstoffen.

• Recyclage-efficiëntie aantonen: batterijen laten verwerken door goedgekeurde recyclagebedrijven.

• Rapporteren: aan de overheden.

Wil je eerst even nagaan of jouw onderneming onder deze wetgeving valt?

Doe de test op www.bebat.be/de-test

in de waardeketen te krijgen. Enkel als alle actoren samenwerken kunnen we het verlies van waardevolle grondstoffen vermijden’, zegt RONY HAENTJENS , Standardization and Certification Manager bij NIKO NV.

Enquête: terugname elektrotechnisch installatiemateriaal

Eind vorig jaar polste Techlink via een online bevraging naar feedback over het elektrotechnisch installatiemateriaal die onze installateurs installeren bij klanten in residentiële, industriële en tertiaire omgevingen.

We ontvingen een 80-tal antwoorden van zaakvoerders van kleine (1 tot 9 werknemers), middelgrote (10 tot 99 werknemers) als grote ledenbedrijven (meer dan 100 werknemers). Zij hebben de tijd genomen om de enquête in te vullen, waarvoor onze oprechte dank! Hierna zoomen we in op enkele resultaten.

77% van de respondenten zamelen elektrotechnisch materiaal in. Dit omvat dan vooral kabels, automaten/ differentieels, zekeringskasten, schakelmateriaal en UPS systemen.

Uit Grafiek 1 blijkt dat de respondenten vooral met de schroothandelaar of Recupel samenwerkt voor de inzameling en recyclage van elektrotechnisch materiaal. Soms wordt het nog foutief via het restafval verwijderd.

OPVALLEND! 57% van de respondenten is niet op de hoogte van de Belgische verplichtingen inzake verwerking voor elektrotechnisch installatiemateriaal én hebben ook niet gehoord over de terugnameplicht. In 2001 kregen producenten en invoerders van elektrische huishoudelijke toestellen de wettelijke verplichting om voortaan afgedankte toestellen in te zamelen en te laten verwerken. Dit heet de “terugnameplicht”. Om

“Recycleren zoals het hoort: niet bij het oud ijzer, maar via een Recupel kanaal!”

hieraan tegemoet te komen is Recupel opgericht door de industrie.

Met de herziening van de Europese richtlijn (WEEE) in 2012, werd het toepassingsgebied van de richtlijn uitgebreid naar alle elektrische en elektronische apparatuur (EEA). Deze open scope heeft voor gevolg dat sinds augustus 2018 klein elektrotechnisch installatiemateriaal onderhevig zijn aan de terugnameplicht.

Klein installatiemateriaal is elektro

Elektrische apparaten bevatten waardevolle grondstoffen, maar over welke apparaten gaat het zoal? Hierbij enkele voorbeelden:

● Apart verkochte voedingen en sturingen voor verlichting

● Beschermingsinrichtingen ter beveiliging van kringen, personen en belastingen tegen overbelastingen, safety relays …

● Componenten van domoticasystemen HBES & BACS zoals sensoren, detectoren, bewegingsmelders, voedingen, signaalversterkers …

● Energiebeheer- en bewakingssystemen zoals energiemeters …

● Kabelbeheersystemen zoals voedingskolommen en servicezuilen …

● Klein elektrisch materiaal zoals schakelaars, contactdozen, kWh-meters, dimmers, tijdschakelaars …

Dit zijn allemaal elektrische apparaten vol waardevolle grondstoffen, perfect geschikt dus voor recyclage!

Recyclage via Recupel!

Wist u dat u als installateur heel wat oud installatiemateriaal hebt die niet meer bruikbaar is, maar die Recupel voor meer dan 90% kan hergebruiken? Deze fracties bij de klant achterlaten of via het restafval verwijderen en recycleren is niet mogelijk en ook niet OK. Eén adres: Recupel!

Waarheen?

Naar de gekende Recupel-kanalen: geef ze aan uw Recupel erkende Recycler of breng ze zelf naar een RecyclePunt of naar het recyclagepark.

Of zelf Recupel inzamelpunt te worden! Als u regelmatig elektr(on)isch afval hebt, kan u een Recupel-punt worden. Recupel stelt dan gratis recipiënten ter beschikking en komt ze gratis ophalen als ze vol zijn.

Bovendien biedt Recupel ook de optie om sporadisch e-waste af te voeren via de gratis service Recupel Pick-up.

Cebeo doet mee!

‘Onze filialen zijn erkend als Recupel-punten. Onze transporteurs nemen ook oud installatiemateriaal terug mee bij aankoop van een nieuw. Op het vlak van klein installatiemateriaal zijn er momenteel 9 filialen in Wallonië en Brussel, en 28 filialen in Vlaanderen waar de Recupel inzamelbox geplaatst is en dit zal in de nabije toekomst verder worden uitgerold’, zegt Philippe De Vogeleer, Region Operation Manager bij Cebeo.

MEER INFO: www.recupel.be of recupel.be/recupelpuntworden.

NOTEN: 1 www.recupel.be/nl/media/1251. 2 www.recupel.be/nl/elektro-opde-markt-brengen/wettelijkeverplichtingen.

PV CYCLE Belgium vzw is het beheersorganisme voor fotovoltaïsche zonnepanelen.

Wij nemen jouw producentenverantwoordelijkheid op ons, volgens de geldende wetgeving.

Inzameling en verwerking aan het einde van de levensduur?

Daar zorgen wij voor! Neem contact met ons op voor gemoedsrust en naleving van de regelgeving. Verkoop je zonnepanelen?

Studiedag - Laadparken: kansen en uitdagingen

De elektrische transitie verloopt razendsnel. Vanaf 2026 zijn enkel elektrische wagens nog fiscaal aftrekbaar, waardoor bedrijven hun wagenpark nu al elektrificeren. Hierbij rijzen vragen zoals: Hoe beïnvloedt een laadplein het energieverbruik van uw bedrijf? Wat gebeurt er als uw bedrijfswagenpark verder elektrificeert? Hoe houdt u de kosten onder controle?... Als antwoord op deze evolutie organiseerde onderzoeksgroep EELab/ LEMCKO (Universiteit Gent) een studiedag op dinsdag 17 september 2024 in Xpo Kortrijk. Techlink was ook aanwezig om de vertaalslag te maken naar de installatiepraktijk.

prof. dr. ir. JAN DESMET, Manager EELab/Lemcko.

‘Er zijn heel wat uitdagingen voor het net van de toekomst. De grootschalige integratie van laadinfrastructuur zal, indien er geen laadalgoritmes toegepast worden resulteren in een onvoorspelbaar gebruik van het distributienet met hogere piekbelastingen met mogelijks een grotere gelijktijdigheid tot gevolg. Daarnaast zorgt de noodzakelijke vermogenselektronica van deze laadinfrastructuur samen met het toenemend aantal PV-installaties voor een bijkomende uitdaging om zowel de kwaliteit van het voedingsnet en de garantie van kwalitatieve energielevering te borgen. Een verminderde netkwaliteit zorgt immers niet alleen voor een daling van de bedrijfszekerheid van de aangesloten componenten, maar leidt eveneens tot meer netwerkverliezen. Daarnaast heeft dit ook invloed op de werking van beveiligingsapparatuur. Zowel de overstroom-, als de persoonsbeveiliging kunnen in het gedrang komen. Bij eventuele net-versterking bestaat eveneens het gevaar dat het onderbrekingsmacht van de beveiligingscomponenten niet meer voldoende is om een veilige onderbreking te garanderen.

maar is ook de ontwerper van het zeer recent aangelegde DC-net op de site van Transfo Zwevegem in het kader van het UIA-project RE/Sourced.’

IMPACT LAADGEDRAG OP HET TOEGANGSVERMOGEN Ing. TOON VANHOVE , onderzoeker bij EELab/Lemcko, gaf een boeiende uiteenzetting over het piekgedrag van laadinfrastructuur. Welke factoren en gedragingen beïnvloeden het piekgedrag van een laadpark?

Enkele conclusies uit zijn presentatie:

● In vergelijking met het klassiek verbruik van een bedrijf, hebben laadparken een zeer gepiekt verbruik.

● Grotere laadparken kunnen profiteren van een beter piekgedrag: er vindt een uitmiddeling plaats.

● Laadpalen met hogere laadvermogens leiden tot nog sterker piekgedrag, maar ook tot veel meer flexibiliteit. Door deze in te zetten via smart charging, kan niet alleen de piek worden geminimaliseerd, maar kunnen ook bijkomende verbruiksoptimalisaties worden bereikt.

● Ook een simpel laadbeleid kan pieken sterk reduceren.

Projectresultaten –VLAIO EV-Cabinet INLEIDING

EV-Cabinet staat voor “Impact van de integratie van Elektrische Voertuigen op de CApaciteit, Beveiligingen en in de NETkwaliteit van elektrische installaties”.

‘In het TETRA project EV-Cabinet hebben we de impact van EV’s en het laadgedrag op de netcapaciteit en energiefactuur onderzocht’, aldus

De aanwezigheid en het gebruik van de laadinfrastructuur biedt ook opportuniteiten om te investeren in hernieuwbare assets zoals zonnepanelen, windturbine(s) en/of opslagsystemen. De natuurlijke eigenschappen van de hernieuwbare bronnen en batterijen maakt een koppeling op een gezamenlijke DC-bus een waardig alternatief voor de klassieke AC-architectuur. EELab/ Lemcko bestudeerde de optimale architectuur en dimensionering van deze assets niet alleen vanuit techno-economisch oogpunt,

De aanwezigen kregen in première ook de rekentool voorgesteld die voor elke situatie een grondige en gefundeerde analyse biedt van de impact van elektrische voertuigen op de energiefactuur: https://www.flexicap. be/ev-cabinet

SLIM LADEN

Ing. IDRIES URKENS, onderzoeker bij EELab/Lemcko, lichtte de drie strategieën toe nl. zelfconsumptie, piekbeperking of dynamisch tarief. Zijn conclusie:

1. Het toevoegen van PV bij een 9-5 met EVs kan een synergie zijn

2. Een lange connectietijd biedt opportuniteit voor slim laden

3. Piekbeperking is een nummer één prioriteit (vermindering met 1kWpiek brengt gemiddeld +/-€40 besparing per jaar op)

4. Dynamische tarieven kunnen na piekbeperking lucratief zijn

RE/SOURCED: EEN SLIM

DC-NETWERK

Ing. HAKIM AZAIOUD, Ph.D student bij EELab/Lemcko, ging dieper in op de opportuniteiten (reductie van het aantal omvormers leidt tot: hogere efficiëntie van PV; minder materialen nodig; verhoogde betrouwbaarheid van het net …) en uitdagingen (beveiliging is complexer door de ontbrekende nuldoorgang en het capacitief gedrag van DC netten; gebrek aan standaardisatie rond bv. werkspanning methodiek voor de

foutstroomberekening in DC) van een slim DC-netwerk.

Er is dus nood aan pilootprojecten waarin deze technologie kan getest worden. Daarbij ging ing. WARD YSEBIE, Project ingenieur hernieuwbare energie bij EELab/Lemcko, in op het project RE/SOURCED. Lees op blz. 12 hierover meer.

Key-note speakers

De voorgestelde onderzoeksresultaten bieden waardevolle inzichten in hoe bedrijven hun laadinfrastructuur kunnen optimaliseren en kosten kunnen verlagen. Daarnaast gaf LUC DECOSTER een heldere toelichting over de plannen van Fluvius om ons elektriciteitsnet klaar te stomen voor de toekomst. Flexibiliteit is één van de alternatieve oplossingen om de impact van elektrificatie op de piekbelasting, en de bijhorende investeringsbehoefte, te beperken. Het belang van flexi-

Er waren maar liefst 150 deelnemers voor het slotevent van het TETRA project EV-Cabinet – een duidelijk teken van hoe actueel en relevant het thema is!

biliteit voor de sector is dat men een veel interactiever verhaal krijgt tussen producenten, consumenten en de netbeheerder als tussenpersoon.

MICHEL VERSCHUERE van Yuso vertelde ons meer over “De aggregator als facilitator van netflexibiliteit”. ‘Meer Flexibiliteit is essentieel om meer groene energie het net op te krijgen en aldus naar 100% groene stroom te streven!’

KRIS RONGÉ (VEKA) ging dieper in op de nieuwe Europese Richtlijnen die impact zullen hebben op het laden. Lees op blz. 18 hierover meer.

Tot slot

De inzichten rond de impact van elektrische voertuigen op de netcapaciteit en energiefactuur zorgden voor boeiende discussies. De projectresultaten bevestigden nogmaals het grote potentieel van smart charging.

DC-netten voor PV, Batterij-opslag en EV-laders: van theorie naar praktijk (deel 1)

De energietransitie heeft geleid tot meer zonnepanelen, elektrische voertuigen en batterijopslag op onze distributienetten, die allemaal gelijkspanning gebruiken of produceren. Omvormers spelen daarom een cruciale rol in de omzetting van AC naar DC. Een DC-net zou echter eenvoudiger, efficiënter en beter te sturen zijn. Tot voor kort bleef dit allemaal theorie, maar in juni 2024 bracht het RE/SOURCED-project het eerste publieke DC-net in Vlaanderen tot stand, een primeur die ondanks enkele uitdagingen een belangrijke stap vooruit betekent.

Geschiedenis

Sinds het einde van de 19e eeuw is de wereld omarmd door wisselspanningsnetten, een keuze die zijn oorsprong vindt in de legendarische “War of Currents” tussen Nikola Tesla en Thomas Edison. Deze strijd tussen de voorstanders van respectievelijk AC en DC werd beslist door Tesla, wiens overwinning deels te danken was aan de baanbrekende uitvinding van de transformator door Gaulard en Gibbs.

Deze ontwikkeling maakte het mogelijk om spanningen efficiënt te verhogen, waardoor men op AC elektriciteit over veel grotere afstanden kon worden gedistribueerd dan met DC. Ondanks Edison’s pogingen om zijn 110V-net als veiliger te presenteren, was het de mogelijkheid om elektriciteit op lange afstand te distribueren die de doorslag gaf, en daarmee de toekomst van de elektriciteitsvoorziening vormde zoals wij die nu kennen.

Toch is gelijkstroom nooit helemaal verdwenen. In nichetoepassingen zoals op schepen en in treinen heeft het altijd een belangrijke rol gespeeld. En verrassend genoeg, anderhalve eeuw later, lijkt DC aan een opmerkelijke comeback bezig te zijn. Dit komt vooral door de opkomst van vermogenselektronica en de enorme vooruitgang in halfgeleidertechnologie.

We duiken opnieuw even de geschie-

denis in. In 1901, publiceerde Charles F. Scott een paper waarin hij een prikkelende vraag stelde: “Are the reasons for the use of direct current sufficient to justify the increased complications and expense of the converting apparatus?” Destijds werkten alleen chemische batterijen op DC, met roterende omvormers die de benodigde omzetting verzorgden en was een DCnet dus niet haalbaar. Als we die vraag vandaag opnieuw zouden stellen, zou

het antwoord geen twijfel laten bestaan: met de huidige technologie zou gelijkstroom absoluut de voorkeur krijgen.

De shift naar gedistribueerde energiesystemen zoals zonnepanelen, batterijen, en de groeiende elektrificatie met elektrische voertuigen (EVs) en warmtepompen heeft één ding gemeen: ze draaien allemaal op gelijkstroom. Ook de efficiëntere

LED-verlichting is gebaseerd op DC. Ondanks deze ontwikkelingen blijven we echter energie omzetten van gelijkstroom naar wisselstroom, wat leidt tot extra omvormerstappen en een complexer netwerk. Het is inmiddels duidelijk dat een overstap naar een DC-systeem veel voordelen kan bieden, zoals minder componenten en een eenvoudiger, efficiënter netwerk. Toch is het onrealistisch om alle apparaten onmiddellijk om te schakelen naar DC. Vanuit een residentieel perspectief zou zo'n radicale verandering, naast veiligheidsrisico’s — zowel naar schakelapparatuur als naar persoonsbeveiliging — ook stuiten op een gebrek aan standaardisatie en compatibele huishoudtoestellen.

Een radicale shift naar DC in het distributiesysteem en het huishoudelijke verbruik zal veel tijd en investeringen vergen. Een hybridestructuur is vandaag de dag haalbaarder en zou het pad kunnen effenen voor een geleidelijke overgang. Door een DC-backbone te creëren die “DC-ready” componenten zoals zonnepanelen, batterijopslag en EV-laders verbindt, kunnen we nu al profiteren van de voordelen van gelijkstroom. Conventionele toepassingen blijven op AC werken, terwijl overschot of extra energievraag via één enkel inkoppelpunt met het AC-netwerk kan worden uitgewisseld. Deze aanpak maakt een geleidelijke overgang mogelijk en vergemakkelijkt de integratie van nieuwe technologieën in ons energiesysteem. Daarenboven maakt dat uniek koppelpunt naar het distributienet het mogelijk om ook flexibel te gaan sturen en ondersteunende diensten te bieden aan de netwerkbeheerder.

Efficiëntie

Een vaak gestelde vraag wanneer het gaat over de voordelen van DC-netten is: "Hoeveel bespaar ik nu precies als ik overschakel op DC?" Helaas is er geen simpel, generiek antwoord. De besparing hangt af van een heleboel factoren. Stel dat

Figuur 1: AC ARCHITECTUUR MET PV, BATTERIJ-OPSLAG EN EV LADERS.
Figuur 2: DC ARCHITECTUUR MET PV, BATTERIJ-OPSLAG EN EV LADERS.

u een DC-backbone gebruikt voor het aansluiten van zonnepanelen, batterijopslag en EVs, dan spelen ruwweg drie belangrijke elementen een rol:

(i) de werkspanning van de DC-backbone, (ii) de grootte van de PV-installatie, batterijopslag en het aantal EV-laders, en (iii) het laadgedrag van de EV.

Laten we dit illustreren met een fictieve case. Een KMO met 20 EV-laders heeft zonnepanelen op een carport met een vermogen van 100 kW en een batterijsysteem van 100 kWh. De DC-backbone heeft een werkspanning van op 700 V en wordt unipolair uitgebaat, wat betekent dat het systeem een positieve pool en een nul heeft. De AC- en DC-architectuur worden weergegeven in Figuur 1 en Figuur 2. Er is echter een cruciaal element: hoe worden de EVs geladen?

Er zijn twee laadstrategieën die we kunnen overwegen. De eerste is “dom” laden, wat in academische termen “opportunistisch laden” heet. Dit betekent dat het opladen aan het maximale vermogen begint zodra de EV wordt ingeplugd, en stopt zodra de batterij vol is. De tweede strategie is “gecoördineerd” laden, waarbij het laadproces in de tijd wordt verdeeld om zoveel mogelijk gebruik te maken van beschikbare zonne-energie. In deze case nemen we aan dat het laadvermogen op 11 kW ligt. Op Figuur 3 worden de twee laadstrategieen weergegeven voor 20 EV-laders op een zonnige dag.

Bij opportunistisch laden zien we dat het laden via een DC-backbone bijna 1 MWh minder energie uit het net vraagt. Dit betekent dat we maar liefst 75% van de energievraag van de EVs kunnen dekken met zonne-energie en batterijopslag, terwijl dit op een traditioneel AC-net slechts 68% is. Kiezen we voor gecoördineerd laden,

Figuur 3: OPPORTUNISTISCH EN GECOÖRDINEERD LAADPROFIEL VOOR EEN VOLLEDIG LAADPARK OP EEN ZONNIGE DAG.

waarbij de laadmomenten worden afgestemd op de beschikbaarheid van zonne-energie, dan stijgt de zelfvoorzieningsgraad naar 77% op AC en zelfs naar 84% op DC. Dit betekent minder afhankelijkheid van netimport en een efficiënter energieverbruik. Het maximale potentieel komt echter pas echt tot zijn recht bij gecoördineerd laden op DC. Door zonne-energie direct te gebruiken om EVs op te laden, zijn slechts twee DC/DC-conversiestappen nodig. Vergelijk dit met een AC-systeem, waar vier stappen ver-

eist zijn, waaronder twee DC/AC-conversies. Vanuit efficiëntie is het overduidelijk dat een DC-systeem veel beter presteert.

Dit is eveneens een wake-up call om duidelijk te maken hoeveel hernieuwbare energie momenteel verloren gaat in ons AC-systeem. Hierdoor zijn we genoodzaakt meer stroom uit het net te halen, terwijl een DC-koppeling de energie rechtstreeks kan benutten zonder onnodige omvormingen. Dit benadrukt het enorme poten-

Figuur 4: GEÏMPORTEERDE ENERGIE OP AC EN DC VOOR OPPORTUNISTISCH LADEN (LINKS) EN GECOÖRDINEERD LADEN (RECHTS).

TDK LAMBDA DRB 3-FASE AC/DC

480W EN 960W - DIN-RAIL POWER SUPPLIES

+50% PIEKVERMOGEN MET SCHROEFAANSLUITING OF PUSH-IN CONNECTOR

Posetron, jouw partner in de energietransitie

Beheer je energie met een professioneel batterijsysteem van Posetron. Samen gaan we op zoek naar de gepaste oplossing voor de komende jaren

Op basis van objectieve parameters en simulaties ontwikkelen we een project dat zowel technisch als financieel geoptimaliseerd en haalbaar is

Andere energieopwekkers, zoals windmolens, WKK’s en PV-installaties worden mee in kaart gebracht Het is belangrijk dat jij inzicht krijgt in het gehele energieproject Met onze persoonlijke aanpak begeleiden we jou hierin van A tot Z

Thor Park 8080 - bus 0003, 3600 Genk | p

tieel van DC-netwerken en laat zien hoe we onze hernieuwbare energiebronnen slimmer en efficiënter kunnen inzetten.

Milieu-impact

Het efficiëntievoordeel van een DC-backbone is slechts het begin. Het weglaten van een extra omvormer betekent namelijk ook dat er minder materialen nodig zijn, wat een positieve impact heeft op de CO2-voetafdruk. In het kader van de ambitieuze doelstellingen voor hernieuwbare energie en elektrische mobiliteit zullen we enorme hoeveelheden grondstoffen moeten ontginnen. Tijdens die ontginning en de daaropvolgende productieprocessen wordt veel CO2 uitgestoten, wat we uiteraard willen beperken. Wanneer we de CO2-uitstoot voor de fabricage van omvormers in zowel AC- als DC-netten doorrekenen, zien we in Tabel 1 dat een DC-systeem bijna de helft minder uitstoot veroorzaakt.

Een ander groot voordeel van een DC-backbone is dat de impact van meerdere gedistribueerde DC/AC-omvormers wegvalt. In plaats van talloze kleine omvormers in een AC-systeem, wordt in een DC-systeem alles vervangen door één centrale DC/AC-omvormer. Dit schaalvoordeel is aanzienlijk: de hoeveelheid aluminium die nodig is voor koelplaten en behuizingen is bijvoorbeeld veel lager bij een centrale omvormer dan bij alle afzonderlijke DC/AC-omvormers samen. Hetzelfde geldt voor de ferrietkernen van spoelen en de printplaten met controllers en drivers, waarbij de benodigde grootte niet lineair toeneemt met het vermogen.

Als we deze voordelen extrapoleren over een periode van 30 jaar – de levensduur van zonnepanelen – en daarbij ook de gebruiksfase meenemen, zien we een bijkomend voordeel door de lagere netimport. Ook moeten we niet vergeten dat omvormers doorgaans na 15 jaar vervangen moe-

Opportunistisch Gecoördineerd

Omvormers 13.07 7.75 13.07 7.75 EV netimport 28.12 23.70 19.99 15.62

ten worden, wat in deze berekeningen is meegenomen. Kortom, het overstappen naar een DC-backbone zorgt niet alleen voor een efficiënter energiegebruik, maar draagt ook bij aan een aanzienlijke vermindering van de ecologische voetafdruk.

Andere opportuniteiten en uitdagingen

Omvormers zijn de essentiële bouwstenen in DC-netten en dankzij hun vermogenselektronica kunnen ze eenvoudig worden aangestuurd. Dit geeft ons de mogelijkheid om de vermogenstromen in een DC-net te regelen en zo problemen zoals stroomcongestie op te lossen. Maar er zijn meer voordelen: de spanning in het netwerk kan dynamisch worden aangepast om de efficiëntie continu te optimaliseren. Daarnaast biedt dit de kans om overtollige energie slim te curtailen, waardoor de belasting op het bovenliggende AC-net vermindert. Dit maakt het mogelijk om de centrale DC/AC-omvormers kleiner uit te voeren en tegelijkertijd de verliezen op het AC-net en in de transformator te reduceren.

In combinatie met een gecoördineerde laadstrategie voor EVs, zorgt deze aanpak ervoor dat de impact op de totale energieopbrengst over een heel jaar gezien minimaal is, terwijl de efficiëntie en stabiliteit van het netwerk sterk toenemen. Hoewel de voordelen van DC-netten veelbelovend zijn, zijn er ook enkele belangrijke uitdagingen. Beveiliging staat daarbij voorop. In tegenstelling tot AC kent

DC geen nuldoorgang, wat het onderbreken van foutstromen veel moeilijker maakt. Bovendien zorgen de vele condensatoren in de DC-omvormersystemen ervoor dat deze (transiënte) stroompieken heel hoog zijn, wat de complexiteit nog groter maakt.

Een ander knelpunt is het gebrek aan standaardisatie, bijvoorbeeld rond de nominale werkspanning en de methodologie voor het berekenen van kortsluitstromen. Zoals vaak bij nieuwe technologieën, zitten we hier in een kip-of-ei-situatie: zonder standaarden blijven producten en proefprojecten uit, maar zonder dergelijke projecten komen de standaarden ook niet van de grond. Met de RE/ SOURCED-pilot proberen we daar verandering in te brengen. In samenwerking met Fluvius zijn we bezig met de voorbereidingen van kortsluittesten. Dit is belangrijke input voor de ontwikkeling van de standaarden daaromtrent.

In de februari-editie zullen we dieper ingaan op het RE/SOURCED-pilot waarbij de uitdagingen bij de aanleg van het DC-net, beveiliging, uitbating, … aan bod komen.

AUTEURS:

PhD onderzoeker Hakim Azaioud en wetenschappelijk medewerkers Ward Ysebie en Brecht Caers, allen verbonden aan EELab/Lemcko, onderzoeksgroep van de UGent.

Tabel 1: RESULTATEN CO2-UITSTOOT VOOR DE PRODUCTIE VAN OMVORMERS EN DE IMPACT VAN DE GEÏMPORTEERDE ENERGIE.

WIJ MAKEN VAN ELK GEBOUW EEN SMART BUILDING.

ONTDEK EEN NIEUWE SMART HOME WERELD!

Om het even welke toepassing of gebouw waarin u dit wenst te installeren, Eltako Professional Smart Home maakt het mogelijk. Wij bieden intelligente individuele complete pakketten aan en geen losstaande oplossingen. Overtuig uzelf van Eltako Professional Smart Home en wij overtuigen u door echte profkwaliteit, uitbreidbare producten en een evenwichtige prijs/ kwaliteit verhouding. Op die manier wordt elk gebouw een slim gebouw en wordt u de held van uw klanten.

De impact van Europese Richtlijnen op het laden van elektrische voertuigen

De afgelopen jaren heeft de Europese Unie (EU) haar inspanningen aanzienlijk opgevoerd om klimaatverandering tegen te gaan en de overgang naar een duurzame economie te versnellen. Dit beleid heeft een directe invloed op verschillende sectoren, waaronder de transportsector en de infrastructuur voor het laden van elektrische voertuigen (EV's). Kris Rongé (VEKA) ging tijdens de “Studiedag - Laadparken: kansen en uitdagingen” dieper in op het regelgevend kader en hoe deze nieuwe Europese Richtlijnen (RED III, EMD 5) impact zullen hebben op het laden.

De Europese Green Deal, gepresenteerd in december 2019, is het vlaggenschip van de EU om de overgang naar een koolstofneutrale economie tegen 2050 te realiseren. Een belangrijk onderdeel hiervan is de vergroening van de transportsector, die momenteel verantwoordelijk is voor ongeveer 25% van de totale broeikasgasemissies in Europa. EV’s worden gezien als een cruciale oplossing om deze uitstoot te verminderen, maar de beschikbaarheid van oplaadinfrastructuur blijft een uitdaging.

De Europese Klimaatwet, aangenomen in 2021, verankert de klimaatdoelstellingen van de Green Deal juridisch. Deze wet schrijft voor dat de EU in 2050 klimaatneutraal moet zijn, met een tussentijds doel om de CO2-uitstoot tegen 2030 met ten minste 55% te verminderen ten opzichte van 1990.

Het Fit for 55-pakket, dat in 2021 werd voorgesteld, is een reeks wetgevingsvoorstellen die de EU moeten helpen om de CO2-uitstoot met 55% te verminderen tegen 2030. Naast vele andere richtlijnen werden in dat pakket de richtlijn hernieuw-

bare energie (RED III) en de richtlijn energieprestatie van gebouwen (EPBD) herzien.

De inval van Rusland in Oekraïne en de daaropvolgende energiecrisis hebben het belang van energieonafhankelijkheid in de EU blootgelegd. In reactie op de energiecrisis heeft de

EU haar inzet voor duurzame energieproductie verhoogd, onder meer via het REPowerEU-plan, dat gericht is op het sneller uitrollen van hernieuwbare energie en het verminderen van de afhankelijkheid van geïmporteerde fossiele brandstoffen. In dat zelfde kader werd ook de Elektriciteitsrichtlijn (EMD5) herzien.

EMD5

De nieuwe EMD5 richtlijn vereist dat bepaalde apparaten met een hoog energieverbruik of apparaten die flexibel om kunnen gaan met prijssignalen, zoals slimme laders voor EV's, de mogelijkheid krijgen om hun energieverbruik aan te passen op basis van prijsschommelingen op de energiemarkt. Dit geeft EV-gebruikers de optie om hun auto te laden tijdens momenten van lage energieprijzen, wat zowel hun eigen kosten verlaagt als de vraag naar elektriciteit beter spreidt. Om dit eenvoudig mogelijk te maken is het wenselijk dat de gebruiker meerdere contracten kan afsluiten voor specifieke toepassingen, zoals een aparte leverancier voor hun laadpunt voor EV's. Concreet betekent

dit dat meerdere meet- en factureringspunten achter een centraal aansluitpunt mogelijk moeten worden. Dit biedt eigenaars van laadstations meer flexibiliteit en transparantie in hun energieverbruik, en maakt het gemakkelijker om afzonderlijke apparaten (zoals EV-laders) apart te monitoren en te factureren.

RED III

Om de kwaliteit van de installatie en het beheer van slimme laadpunten te waarborgen, introduceert RED

III opleidings- en certificeringsprogramma’s zoals deze vandaag ook al bestaan voor installateurs van zonnepanelen. Een lijst met gecertificeerde installateurs moet openbaar worden gepubliceerd, zodat kopers kwalitatieve aannemers vinden opdat laadstations op een veilige en efficiënte manier worden geïnstalleerd.

Voertuigfabrikanten zullen worden verplicht om gratis en in realtime gegevens beschikbaar te stellen over:

● De conditie van de batterij;

● Het laadniveau;

● Het instelpunt voor het batterijvermogen;

● De capaciteit van de batterij;

● De locatie van het voertuig (indien relevant)

Deze gegevens moeten toegankelijk zijn voor zowel de eigenaars en gebruikers van EV’s als voor derden, zoals aanbieders van laaddiensten of deelnemers aan de elektriciteitsmarkt. Dit verhoogt de transparantie en maakt het eenvoudiger voor externe partijen om hun diensten te optimaliseren en af te stemmen op de behoeften van EV-gebruikers.

Alle nieuw geïnstalleerde of vervangen particuliere oplaadpunten moeten zijn uitgerust met slimme laadfunctionaliteiten en, waar beschikbaar, kunnen worden gekoppeld aan slimme metersystemen en tweerichtingslaadfunctionaliteiten ondersteunen. Dit bevordert de efficiëntie en het gebruik van hernieuwbare energie, wat in lijn ligt met de bredere energiedoelstellingen van de EU.

AFIR en EPBD

De Alternatieve Brandstoffen Infrastructuur Verordening (AFIR) legt streefcijfers vast voor de uitrol van laadinfrastructuur, inclusief de ver-

plichte uitrol van publiek toegankelijke slimme laadpalen en de verbetering van betalingsmodaliteiten en gebruikersinformatie. Dit zorgt ervoor dat EV-gebruikers toegang hebben tot voldoende laadstations en dat het laden van EV's gebruiksvriendelijk en betaalbaar blijft.

Daarnaast bevat de Richtlijn Energieprestatie van Gebouwen (EPBD) aangescherpte verplichtingen voor het installeren van laadinfrastructuur bij parkeerplaatsen. Dit betekent dat bij de bouw of renovatie van gebouwen de aanleg van laadpunten moet worden meegenomen, wat de toegankelijkheid voor EV-gebruikers verder zal verbeteren. De omzetting van deze richtlijnen in nationale en regionale wetgeving zal het werk worden van een nieuwe federale en Vlaamse Regering en Parlement.

Tot slot

De Europese regelgeving heeft een sterke invloed op de laadinfrastructuur voor EV’s. Het is niet meer zozeer de vraag of er meer slimme laadpalen zullen komen en of bidirectioneel laden doorbreekt. Deze zullen binnenkort worden verplicht. Het is aan de volledige sector om elk de verantwoordelijkheid op te nemen ervoor te zorgen dat slimme laadpalen ook slim gebruikt worden en op die manier de energietransitie te faciliteren.

Dat slim laden niet enkel voordelig is voor (het evenwicht van) het energiesysteem maar ook voor de eigen portemonnee kan worden gevisualiseerd In het meest recente project EV-Cabinet van EELab Lemcko. Deze tool maakt het mogelijk om op zeer gedetailleerde wijze een toekomstig laadpark te simuleren. Zo kan men, nog voordat er wordt geïnvesteerd, al ontdekken wat de impact van zo'n grote extra verbruiker kan zijn, of er meer zonnepanelen moeten worden geïnstalleerd, of dat slim laden de sleutel kan zijn. Meer info op https://www.flexicap.be/.

Hoe staan de politieke partijen tegenover elektrische mobiliteit?

Dit verkiezingsjaar is een belangrijk moment om onze ideeën te verdedigen en politici te vragen naar hun ambities voor onze installatiesector. We stellen dezelfde vraag aan de verschillende politieke partijen: wat is hun visie op elektrische mobiliteit?

In haar memorandum heeft Techlink prioriteiten voor onze sector gedefinieerd, gestructureerd rond drie assen: Decarboniseren - Decentraliseren - Digitaliseren.

Onze sector wil de uitdaging van de energietransitie aangaan, maar kan dat niet alleen. Regeringen moeten hun rol spelen in deze ambitie, niet door middel van onsamenhangende kortetermijnmaatregelen, maar door middel van een gedurfd en ambitieus energiebeleid voor de lange termijn.

We vragen regeringen om “het goede voorbeeld te geven”, te beginnen met duidelijke maatregelen om de uitrol van de elektrificatie op de private markt en laadinfrastructuur te versnellen. Batterij-opslag en V2G zijn belangrijk om flexibiliteit in energieopslag te bevorderen. Geen extra administratie voor wie investeert in een duurzaam energiemanagementsysteem.

VRAAG:

Hoe zal uw partij de uitrol van laadinfrastructuur ondersteunen? Nog andere voorstellen om elektrische mobiliteit te promoten?

We steunen de evolutie naar zero-emissie van ons voertuigenpark. Echter, we zijn technologieneutraal: of het elektrisch of waterstof is, of iets anders, dat is geen zaak van de overheid. Elke technologie die de vervuiling reduceert, moeten we omarmen. Daarbij houden we steeds de haalbaarheid en betaalbaarheid in het oog. Met de toenemende elektrificatie is het belangrijk dat het aantal laadpunten volgt, waarbij we een voorkeur hebben voor laadpleinen. Alle regelgevende drempels ter installatie van laadpalen moeten worden weggewerkt, zodat een snelle uitrol mogelijk is. Hierbij benadrukken we als partij ook het belang van slim laden ter bescherming van het elektriciteitsnet.

Elektrificatie dé toekomst voor onze gemotoriseerde mobiliteit: goed voor het klimaat en goed voor de luchtkwaliteit. We willen echter niet zomaar elke auto vervangen door een elektrisch exemplaar, maar ook in-

vesteren in meer en beter openbaar vervoer en fietsen, wandelen en deelmobiliteit aantrekkelijker maken. Zo zorgen we ervoor dat iedereen zich vlot en veilig kan verplaatsen. Voor de omslag is er nood aan een strategie voor laadinfrastructuur. Met dubbelzijdige laadpalen, waardoor elektrische voertuigen buffer en facilitator van energie zijn, boeken we dubbele winst. Lokale besturen willen we ondersteunen bij het plaatsen van laadinfrastructuur en voor de consumenten willen we informatiecampagnes duidelijke tarieven.

Aangezien wij bezig zijn met het opstarten van het kabinet van de minister van klimaat- en energie willen wij eerst de tijd nemen om onze maatregelen hierover uit te werken, vooraleer wij hierover communiceren.

We stimuleren de transitie naar zero-emissiemobiliteit verder. Naast de premie die een groot succes is gebleken, is het belangrijk om

NIEUW

ESB en EN bromvrije contactoren

Maximale efficiëntie, minimaal geluid

Bromgeluid in verlichting, verwarming en andere elektrische installaties kan behoorlijk storend zijn in geluidgevoelige omgevingen zoals hotelkamers en woningen. Dankzij een innovatief AC/DC-spoelontwerp maken onze ESB en EN contactoren daar komaf mee. En ook installateurs kunnen op beide oren slapen.

Hoorbare geluidsreductie

Installatiecontactoren met DC-spoelen en gelijkrichting voor AC garanderen een bromvrije werking. Ideaal voor gebruik in geluidgevoelige omgevingen.

Tot 15% minder kastruimte

Omdat er geen afstandstukken tussen de verschillende magneetschakelaars nodig zijn, kan er heel wat plaats bespaard worden in de kast.

Lagere installatiekosten

Het ontbreken van afstandstukken tussen contactoren ESB16..N, ESB/EN20..N en ESB100..N versnelt de installatie en houdt de installatiekosten onder controle.

Gereedschapsvrije montage

Accessoires zoals hulpcontacten, afstandhouders en veiligheidsafdekkingen kunnen dankzij de groepsmontage volledig gereedschapsloos worden gemonteerd.

Makkelijk in onderhoud

De gereedschapsloze groepsmontage en het in de schakelaars geïntegreerde indicatievenster vereenvoudigen het onderhoud aanzienlijk.

Ontdek alle voordelen op abb.com/lowvoltage

te investeren in laadinfrastructuur. Elektrische auto’s zijn rijdende batterijen die energie kunnen opslaan, maar ook teruggeven of ontladen. We optimaliseren ons bestaand energienet door pieken op te vangen via bidirectioneel laden. Daarnaast maken we van zowat elke lantaarnpaal een laadpaal. Deze bieden een unieke kans om de laadcapaciteit uit te breiden zonder de noodzaak van grote nieuwe infrastructuurwerken.

We onderschrijven de nood aan een snelle transitie naar elektrische voertuigen en beschouwen deze als absoluut noodzakelijk in het kader van de energie- en klimaattransitie. We beseffen echter ook dat deze transitie onzekerheid en twijfels met zich meebrengt bij veel mensen, zoals bezorgdheden over de betaalbaarheid, de beschikbaarheid van laadinfrastructuur en de autonomie. We zorgen er daarom voor dat de total cost of ownership (TCO) tegen 2029 aantrekkelijker wordt voor nieuwe emissievrije voertuigen ten opzichte van nieuwe voertuigen met een fossiele verbrandingsmotor. Premies voor elektrische wagens zijn voor ons weliswaar een slecht idee. We ontwikkelen strategisch geplaatste slimme laadpleinen op (semi-)publieke locaties en werken de drempels voor de uitrol van elektrische laadpunten, vooral in appartementsgebouwen, weg. We waarborgen voldoende capaciteit op het elektriciteitsnet en benutten het potentieel van slim laden.

Elektrische mobiliteit is een krachtige factor in het koolstofvrij maken van mobiliteit. Ter herinnering: de uitstoot van deze sector is sinds 1990 gestegen, terwijl onze totale uitstoot is gedaald. Wat de MR betreft, is het waarschijnlijk dat lichte mobiliteit (< 3,5 ton) snel geëlektrificeerd zal worden, op voorwaarde dat dit wordt toegestaan. Wat de plaatsing van oplaadpunten betreft, zijn we van mening dat er nog heel wat werk aan de winkel is om elektrische voertuigen te laten deelnemen aan de flexibiliteit van het net. Op het laagspanningsnet wil MR dat het wagenpark kan worden ingezet om productiepieken af te vlakken en grote elektriciteitsbehoeften te beperken (bijvoorbeeld op winteravonden). Dit is een nieuw paradigma voor het laagspanningsnet vanuit technisch, juridisch en economisch oogpunt.

Voor Les Engagés zijn het in de eerste plaats privé-investeerders die in staat zijn om op grote schaal oplaadpunten uit te rollen in het hele land. Om dit te bereiken moeten we het regelgevingsen planningskader vereenvoudigen, aanbestedingen uitschrijven op basis van efficiëntie en stimulansen geven. We willen ook de verkeersbelasting en de registratiebelasting herzien om de aankoop van elektrische voertuigen aan te moedigen. In Wallonië wordt bij de huidige berekening rekening gehouden met de massa van de auto, wat nadelig is voor elektrische motoren. We willen ook de retrofitsector, die een

verbrandingswagen een tweede elektrisch leven geeft, verder ontwikkelen. Met al deze maatregelen is rekening gehouden in het nieuwe meerderheidsakkoord in Wallonië.

Elektromobiliteit moet toegankelijk zijn voor iedereen, vooral voor gezinnen met een laag inkomen en werknemers, door middel van stimulansen en een gepaste belasting om duurzame voertuigen te promoten. De inzet van laadpalen moet in elk mobiliteitsgebied gebeuren. Het gaat om samenwerkingsverbanden tussen gemeenten en netwerkbeheerders. We moeten ook fiscale prikkels voor de aanschaf van elektrische voertuigen bevorderen, de batterijautonomie verbeteren en het delen van elektrische voertuigen versterken.

De partij pleit voor een globale aanpak van mobiliteit, waarbij de overgang naar elektrische voertuigen wordt gecombineerd met andere maatregelen om onze afhankelijkheid van de privéauto te verminderen, zoals het diversifiëren van vervoerswijzen, het verminderen van het aantal auto's op de weg, het verbeteren van de ruimtelijke ordening, enz. Het gebrek aan oplaadpunten is, samen met de aanschafkosten, het grootste obstakel voor de verspreiding van elektrische auto's. We willen de invoering van elektrische auto's versnellen. We willen de installatie van oplaadpunten versnellen die voor iedereen toegankelijk zijn, zowel op de openbare weg als daarbuiten (openbare parkings, parkings van kantoren, flatgebouwen, enz.).

• Uw leverancier voor residentiële en commerciële projecten

• Uw specialist in zonnepanelen, omvormers, onderconstructie maar ook residentiële & commerciële batterijen en laadpalen.

• Efficiënt, snel en energiezuinig

❯ Onze magazijnen beschikken over de nieuwste technologieën voor een efficiënte en snelle levering !

❯ Mogelijkheid om uw bestelling direct af te halen in ons magazijn.

❯ Nieuw novotegra experience center van ±1000m² met levensecht dak voor trainingen.

Ontdek onze webshop

Syndicale delegatie: wie zijn ze én wat doen ze?

De syndicale afvaardiging oftewel de vakbondsafvaardiging. Om het met de bekende woorden te stellen: Wie zijn ze, maar vooral wat doen ze? Hierbij willen we dieper ingaan op de aanwezigheid en de complexiteit van de bevoegdheid van de syndicale afvaardiging (SA) in de onderneming .

ders). Toch kan een onderneming ook nog afgescheiden activiteiten hebben, waarbij deze zelfs ook behoort tot het PC 124 (bouw), PC 111 (metaal) of andere.

Techlink kan u steeds verder helpen om de precieze voorwaarden voor de oprichting en de samenstelling van de vakbondsafvaardiging per sectorale CAO te identificeren.

Bevoegdheid

Begrip?

Iedereen heeft al van “de syndicale afvaardiging” gehoord. De syndicale afgevaardigden zijn werknemers van de onderneming die verkozen worden of aangeduid zijn om de bij een vakbond aangesloten personeelsleden bij de werkgever te vertegenwoordigen. De algemene beginselen van het statuut van de syndicale delegatie zijn vastgelegd in de NAR-CAO nr. 5. 1

Oprichting en

Samenstelling

Hoewel de algemene beginselen in de NAR-CAO nr. 5 zijn vastgelegd, dienen we terug te grijpen naar de toepasselijke sectorale CAO over het statuut van de vakbondsafvaardiging om na te gaan wat de toepassingsmodaliteiten zijn. Een onderneming waarbinnen verschillende paritaire comités van toepassing zijn, kan geconfronteerd worden met een kluwen aan verschillende afspraken betreffende het statuut van bedienden en arbeiders, bijvoorbeeld PC 200 (bedienden), PsC 149.01 (elektrotechnische arbei-

Nu de sociale verkiezingen voor de ondernemingsraad en het comité voor preventie en bescherming op het werk achter de rug zijn, en de samenstelling van de syndicale afvaardiging een feit is, dient de werkgever te weten welke de bevoegdheden zijn van de syndicale afvaardiging.

De syndicale afvaardiging heeft een algemene bevoegdheid voor arbeidsverhoudingen zoals lonen, arbeidsduur, premies, arbeidsomstandigheden. Dit houdt in dat de werkgever met de SA dient te onderhandelen met het oog op het sluiten van collectieve overeenkomsten of akkoorden. Zo kan een werkgever niet zomaar een regeling van nachtarbeid invoeren. Het PsC 149.01 (elektrotechnische sector) bepaalt dat de gesprekken op het ondernemingsniveau gevoerd moeten worden in het kader van nieuwe arbeidsregelingen. Wat de bedienden van het PC 200 betreft, zijn de opties van de nieuwe arbeidsregelingen dan weer beperkt. De sociale partners van deze sector hebben een cao afgesloten waarin er maar een beperkt aantal situaties van “afwijkingen van de normale arbeidsduur” zijn toegelaten.

De syndicale afvaardiging houdt eveneens toezicht op de toepassing

van de sociale arbeidswetgeving. Ook hebben ze het recht gehoord te worden in individuele en collectieve geschillen. Zolang de organisatie van de onderneming niet wordt verstoord of hierdoor geen nadeel ondervindt, kan de syndicale delegatie – mondeling of schriftelijk – alle inlichtingen van professionele en/of syndicale aard meedelen aan het voltallige personeel.

Onthoud ook dat de SA een belangrijke rol kan innemen bij ontstentenis van een ondernemingsraad en/of comité voor preventie en bescherming op het werk omdat er specifieke bevoegdheden doorgeschoven worden aan de syndicale delegatie (voor zover deze die rol aanneemt).

Tenslotte, maar misschien wel het belangrijkste punt, kunnen de sociale partners van de desbetreffende paritaire comités zeer specifieke bevoegd-

heden toekennen aan de syndicale afvaardiging. Hier kan het zo complex worden als de partijen het maken.

Voorbeeld

Opleidingsrecht. Opleidingsplannen. Sectorale bedrijfsopleidingsplannen. Jaarlijkse opleidingsplannen. Premiekrediet. Een actueel thema. Een voortdurend thema. Een complex thema. Hoewel er een consultatie van de sociale organen voorhanden is bij het opstellen van een jaarlijks opleidingsplan bij werkgevers vanaf 20 werknemers, kunnen er toch nog bijkomende regels gelden binnen de verschillende sectoren.

Zo dient in het PsC 149.01 het opstellen en het wijzigen van het bedrijfsopleidingsplan paritair goedgekeurd worden door de syndicale afvaardiging, indien er SA aanwezig is in de onderneming. Er kunnen enkel wei-

geringen bekend gemaakt worden die vormingsgerelateerd zijn. Zonder goedgekeurd bedrijfsopleidingsplan kan de werkgever geen recht maken op het premiekrediet. Het is dus zéér belangrijk dat de partijen op een constructieve manier met elkaar blijven omgaan om discussies te vermijden. Deze regels gelden dan niet voor de bedienden.

Samenwerken

Een gezonde relatie tussen de werkgever en de syndicale afvaardiging is van essentieel belang voor een goede ondernemingsethiek. Hieronder geven wij nog een aantal tips mee om uw weg te vinden in een goede samenwerking met de (vernieuwde) ploeg verkozen werknemersvertegenwoordigers.

We kunnen besluiten dat (samen)werken met de syndicale afvaardiging meer dan ooit een “werk”-woord is.

Tips and trics

1

Een goede organisatie, communicatie en overleg tussen, directie, HR en leidinggevenden – die in contact staan met het personeel en de syndicale delegatie – is een must…

2

Investeer in het sociaal overleg op een constructieve, nauwkeurige en pro-actieve manier. Doe dit met respect en in vertrouwen. Dit mag u ook verwachten van de syndicale delegatie.

3

Aanrader is afstemming met Techlink als werkgeversfederatie die als klankbord voor problemen/vragen kan dienen en feedback kan geven hoe dit in de praktijk bij andere ondernemingen gebeurt.

Herbeluister ons legal webinar: “Tips and trics in het sociaal overleg met de syndicale delegatie”

Op donderdag 24 oktober 2024 gaven Ann Vander schaeghe en Geert

Verschraegen van Techlink en Sofie Claes van Social Dialogue Network een uiteenzetting over de plaats van de syndicale delegatie in het sociaal overleg, de oprichting of hernieuwing, aantal mandaten, tijdsbesteding opdrachten, faciliteiten, bescherming… en dit doorspekt met een aantal praktische tips and trics. Ze behandelen ook de PsC 149.01 en PC 200.

NOOT:

1 CAO nr. 5 van 24 mei 1971 betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen van het personeel der ondernemingen (geen ratificatie gevraagd).

Op dinsdag 15 oktober vond in Brussels Gate, in GrootBijgaarden, Digital Construction Brussels plaats. Hét event voor bouw- en installatiebedrijven die beter en efficiënter willen werken. Techlink was daar opnieuw aanwezig met een stand over TechBiM! TechBiM is en blijft de standaard voor BIM-objecten voor technische installaties.

Digital Construction Brussels

Digital Construction Brussels was dit jaar een schot in de roos met meer dan 800 bezoekers. Dat is ongeveer 1/3 meer dan het jaar ervoor. Dit komt onder andere door de inspanningen die Techlink en Buildwise geleverd hebben om een nieuwe activiteiten te voorzien op het programma.

Naast die extra inspanningen had Techlink zelf ook nog een stand over TechBiM. De vele bezoekers op onze stand waren danig onder de indruk van de maturiteit die TechBiM ondertussen bereikt heeft en welke invloed TechBiM zal hebben in de digitale wereld van morgen. De werkmethodiek door data rechtstreeks van bij de fa-

brikanten te koppelen aan BIM zorgt voor steeds correcte en up to data informatie die alle actoren in het bouwproces kunnen raadplegen en gebruiken. Er wordt vanuit BIM een unieke link gelegd naar fabrikantsdata zodat aan de hand van deze link ook andere applicaties kunnen profiteren van data rechtstreeks vanuit de bron.

‘Met het verhaal van TechBiM inspireren we veel mensen. Het is duidelijk dat het initiatief op veel bijval kan rekenen, zowel bij ontwerpende partijen, uitvoerende partijen als bij opdrachtgevers en facility managers. TechBiM belooft dan ook een betere samenwerking tussen alle partijen met correcte fabrikantsdata in alle fases van het bouwproject’, zegt JORIS

VAN BOSSCHE, Project Manager Digitalisation bij Techlink.

Programma

Zelfs het meest gedigitaliseerde installatiebedrijf wordt soms geconfronteerd met de onaangename waarheid: niet alle partners zijn mee. Dat kan een bottleneck veroorzaken in de werking. Flexibiliteit en opleiding zijn de sleutel om alle partners mee te krijgen. We lichten drie activiteiten uit het programma toe.

TEST UW BIM-KENNIS

Weet u wat u kan doen met een BIM-model? Bent u bekend met IFC? Of wilt u gewoon even uw BIM-kennis testen? Dan was het BIM-examen op Digital Construction Brussels dé kans

om de allereerste BIM-KAMPIOEN te worden. Meer dan 60 personen hebben van die gelegenheid gebruik gemaakt om hun kennis te testen rond onder andere IFC, ISO19650 en andere BIM gerelateerde onderwerpen. Winnaar was Jari Verniers, BIM Procesmanager bij Bimplan, met een score van 29/32. Aangezien Bimplan zelf zorgde voor de hoofdprijs, een opleiding voor BuildingSMART Foundation Professional Certification, werd deze prijs geschonken aan Luis Briones Alonso, afdelingshoofd BIM & digitalisatie bij Arcade, tweede in de stand met een knappe score van 27/32.

SPEEL HET ISO 19650-SPEL De norm ISO19650 gaat over informatie management in de bouw, een soort stappenplan over hoe informatie met alle actoren in het bouwproces gedeeld kunnen worden. Om die theorie om te zetten in de praktijk heeft

Buildwise het ISO19650-spel ontwikkeld. Dit spel is een uitstekende introductie tot de norm en ook een opportuniteit voor experten om de hun kennis te delen binnen een informele context.

EEN INTERACTIEF BIM-DEBAT

Vier experten debatteren rond twee actuele thema’s uit de BIM wereld: “BIM-software: David vs Goliath” en “BIM tussen ontwerpende en uitvoerende partijen”. Deze debatten zorgen voor veel kijklustigen tot ver in de gangen van de beurs. We hebben iedereen naar huis kunnen sturen met nieuwe inzichten en meningen, maar ook wel met enkele vragen om verder over te reflecteren. Vragen zoals of we er in geslaagd zijn een generatie te vormen die gezorgd heeft voor meer efficiëntie en minder faalkosten in de bouw? En of we de bouwwereld kunnen en durven herorganiseren?

Waarom digitaliseren?

Ten slotte vroegen we aan enkele bezoekers waarom digitalisering de moeite loont in een installatiebedrijf. Redenen die terug kwamen:

1. De toegenomen efficiëntie van het bouw- en installatieproces; 2. Het imago, het beeld dat de klant krijgt van de onderneming; 3. De employer branding, het beeld van de onderneming als een plaats met aantrekkelijke banen. Zeker voor jongeren is dat laatste belangrijk.

MEER INFO:

Wenst u meer informatie over één van deze onderwerpen, of gaat u graag met Techlink in debat over BIM en digitalisatie? Aarzel dan niet met ons contact op te nemen via consult@techlink. be, of beluister de BIMup podcast, ook nog één van de initiatieven van Techlink.

Luis Briones Alonso werd uitgeroepen als laureaat van het BIM examen.

IoT, noodzakelijk in Smart Buildings en voor predictief onderhoud

IoT, dit drieletterwoord werd al in 2019 aangehaald in de meieditie van Power+. Toen spraken we erover in de context dat het leveren van bijkomende diensten gebaseerd op data afkomstig van de installatie (via IoT) belangrijker zou worden dan de eigenlijke installatie zelf. IoT heeft sindsdien een grote vlucht genomen en steeds meer apparaten en installaties zijn via het internet met elkaar verbonden. Anno 2024 zouden we graag nagaan welke toegevoegde waarde IoT heeft voor onze installateurs en distributeurs op deze markt.

IoT, Internet of Things, staat voor het geheel aan toestellen welke via het internet een verbinding maken met andere toestellen, webservers, clouddiensten of personen.1 Van uw wagen, uw koelkast, uw zonnepanelen, … tot uw warmtepomp. Uitgerust met sensoren, registeren deze verbonden objecten en apparaten informatie die ze doorsturen naar u, naar elkaar

of iedereen die verbonden is met het netwerk. Dit wordt IoT genoemd. Het doel: gebruikers informeren en laten communiceren met hun toestellen of handelingen automatiseren om werkprocessen in diverse sectoren te optimaliseren.

Wat is IoT?

Indien een IoT-oplossing vergeleken wordt met het menselijke lichaam, dan kan de dataopslag en -verwerking gezien worden als het brein, het digitale communicatienetwerk als de zenuwbanen en de fysieke objecten of “dingen” als de zintuigen, organen, spieren, … .

De meeste IoT-toepassingen maken gebruik van een groot aantal “dingen” die een verbinding (vaak draadloos) met een online platform voor dataopslag en -verwerking (de cloud) tot stand brengen en bieden een gebruikersinterface (bv. een website of een smartphone-app) die toegankelijk is via het internet. Er zijn intussen IoT-toepassingen voor allerhande sectoren en domeinen voorhanden: mobiliteit (bv. deelvoertuigen of slimme laadinfrastructuur), logistiek (bv. asset tracking), industrie (industrial IoT, smart factory, industry 4.0 …), landbouw, gezondheidszorg, … .

Smart Buildings en IoT

Buildwise benadrukt in zijn Innovation Paper “Smart buildings: hoe eraan beginnen?”2 dat de begrippen Smart Buildings en IoT geen synoniemen zijn. Smart Buildings kunnen echter wel als een toepassing(sgebied) van IoT beschouwd worden.

Smart Buildings kunnen op zich ook als een IoT-toepassing(sgebied) gezien worden. In een Smart Building zijn immers “dingen” aanwezig die met elkaar verbonden zijn via digitale communicatienetwerken. Op veldniveau (bv. voor het connecteren van een bewegingssensor) wordt vaak voor connectiviteit via bussystemen gekozen, terwijl dit op een hoger niveau meer en meer via IP-netwerken gebeurt. Daarnaast worden de verzamelde data in een Smart Building ook opgeslagen en verwerkt en wordt er in mogelijkheden voor interactie met de gebruiker voorzien (bv. bedieningspanelen in de verschillende ruimtes, dashboards via webpagina’s of smartphone-apps). Dit hoeft niet te betekenen dat alle in het gebouw aanwezige systemen directe toegang tot het internet hebben of dat er enkel met draadloze “dingen” gewerkt kan worden. Wel belangrijk is dat alle “dingen” centraal raadpleegbaar en/of aanstuurbaar zijn.

Vernieuwingsdrang

Net als de vraag naar Smart Home-toepassingen is de vernieuwingsdrang bij ontwikkelaars en fabrikanten de voorbije jaren exponentieel toegenomen. De markt staat dus niet stil. Volgens jaarcijfers van het BIPT waren er eind 2021 5,8 miljoen IoT-objecten, een stijging van 31% op één jaar tijd. Het gaat hier om toestellen die verbinding maken met het 2G/3G/4G/5G-netwerk, of met een low power wide area netwerk (LPWAN), dat zijn netwerken gericht om met weinig energie (dus lange batterijduur) kleine hoeveelheden data door te sturen.

Ook het aantal producten stijgt zienderogen. Denk maar aan het meten en monitoren van de luchtkwaliteit en aansturen van ventilatie. Intelligente en nog beter beheerbare venti-

Praktisch voorbeeld

latiesystemen maken de toekomst uit, waarbij de verschillende onderdelen met elkaar communiceren om tot een gezonder leefklimaat en meer comfort en energiezuinigheid te komen. Of het

Stel u voor dat een kantoorgebouw is uitgerust met een slim klimaatsysteem dat gebruik maakt van IoT-technologie. Het gebouw heeft sensoren die voortdurend de temperatuur, luchtvochtigheid, CO2-niveaus, en de aanwezigheid van mensen in verschillende ruimtes meten. Deze sensoren zijn verbonden met een centraal systeem dat de verwarming, ventilatie en airconditioning (HVAC) in real-time aanstuurt.

Wanneer een werknemer een vergaderruimte binnenkomt, detecteren de sensoren hun aanwezigheid en meten ze tegelijkertijd het aantal aanwezigen, de temperatuur en de luchtkwaliteit in de ruimte. Op basis van deze gegevens past het systeem automatisch de temperatuur en ventilatie aan om een optimaal comfortniveau te bieden, zonder dat er handmatige aanpassingen nodig zijn. Ook voor de installatie van updates of nieuwe functionaliteiten hoeft er in principe geen technieker meer ter plaatse te komen, de sensor kan informeren over een probleem. De technieker kan dan op het juiste moment worden gestuurd voor de reparatie. Toestellen worden dus slimmer en kunnen meer functionaliteiten bevatten, ook na uw aankoop, wat dus positief is en bijdraagt aan de duurzaamheid en ecologische voetafdruk.3

creëren van Smart Buildings die zorgen voor efficiënte werkprocessen en energiebesparingen.

Componenten van een slim HVAC-systeem

Een slim HVAC-systeem combineert moderne technologie en IoT om efficienter en flexibeler te werken dan traditionele systemen. Met geavanceerde sensoren, meerdere besturingspanelen en connectiviteit via apps en stemcommando's past het systeem zich automatisch aan veranderende omstandigheden aan. Daarnaast maakt zoneringstechnologie het mogelijk om de temperatuur in verschillende delen van een huis nauwkeurig te regelen, wat zorgt voor meer comfort en energiebesparing.

Predictief onderhoud met IoT

Met de opkomst van moderne HVAC-installaties die uitgerust zijn met gebouwbeheersystemen (GBS) worden heel wat gegevens over de technische installaties toeganke-

Bron:
Velos IoT

lijk. In het kader van de EPB-regelgeving wordt de installatie van een GBS vanaf 2025 verplicht voor grote tertiaire gebouwen (met een vermogen van > 290 kW) en vanaf 2030 voor kleinere gebouwen (met een vermogen van > 70 kW). Dit schrijft Buildwise in de juli-augustus 2024 editie van hun magazine. Zo maken vele toestellen al gebruik van het niet-geplande conditiegebaseerde onderhoud, waarbij alarmen afgaan wanneer vooraf gedefinieerde drempelwaarden overschreden worden.

Voor het predictief onderhoud 4 worden ook gegevens over de werking van de installatie gebruikt. Dankzij meer geavanceerde analysemethoden die gebruikmaken van deze gegevens en hun historiek kan men bepalen of het toestel naar verwachting presteert. Deze geavanceerde methoden bieden betere prestaties doordat ze subtiele afwijkingen kunnen detecteren. Dit maakt het mogelijk om storingen in een vroeg stadium op te sporen en proactief onderhoud te plannen.

Realtime gegevens verzameld door sensoren worden verzonden naar een cloudgebaseerd platform, waardoor partners op afstand de systeemstatus kunnen monitoren. Wanneer afwijkingen zoals verminderde efficiëntie, overmatig energieverbruik of abnormale trillingen worden gedetecteerd, kunnen technici problemen op afstand diagnosticeren. Deze proactieve aanpak minimaliseert downtime en verlaagt de servicekosten.

Alleen sensordata is niet genoeg om aan voorspellend onderhoud te kunnen toepassen. Want waarom was dat ene apparaat stuk? Was dit omdat een klant er zelf aan geklust heeft, of zijn er andere bekende gebreken bekend? Of zijn de condities van de omgeving veranderd? De installateur is essentieel bij het beoordelen van situaties in de praktijk en het foutloos vastleggen van deze situaties zodat het systeem

kan leren om soortgelijke situaties automatisch te beoordelen.

Veiligheid en privacy

Hoewel IoT talloze voordelen biedt, zijn er ook zorgen over veiligheid en privacy. Geconnecteerde apparaten verzamelen vaak gevoelige data, wat het risico op hacking en datalekken vergroot. Particulieren die deze toestellen aanschaffen gaan dikwijls nonchalant om met de beveiliging van deze. Denk erom: hoe gemakkelijker te installeren, te verbinden met de cloud en uw APP, hoe gemakkelijker te hacken.

Andere open deuren voor hackers zijn mogelijke kwetsbaarheden in doe-het-zelf alarmsystemen, bluetooth-speakers, verwarmingssystemen, camerasystemen, videoparlofoons, toegangscontrole, domotica, … . Een doe-het-zelver heeft niet altijd de adequate kennis.

De leden van Techlink zijn automatisch lid van ALIA Security. ALIA Security vertegenwoordigt de installateurs, de fabrikanten en de distributeurs inzake inbraakdetectie, branddetectie, toegangscontrole en camerabewaking. Ze organiseerden op 28 maart 2024 de ALIA Security Day met als boeiend thema "CHANGE IS COMING!”. Enkele onderwerpen zoals “cybersecurity”, “remote services en clouddiensten” en “AI en privacy” waren zeker toepasselijk en een belangrijke waarschuwing.

Een installateur in elektronische beveiliging heeft veel gevoelige informatie in zijn bedrijf op de server of in een cloud. De techniekers zijn met hun PC of werktablet verbonden met deze data. Het bedrijf logt in op de systemen van de klant voor service en programmatie. Allemaal verbindingen die een bedreiging vormen voor hacken en die de nodige beveiliging vragen omdat deze bij een cyberaanval grote gevolgen kan hebben. De installateur behoedt zich het best door

gebruik te maken van een degelijk paswoordbeheer (bv. dubbele authenticatie), VPN-verbindingen en highend firewalls.

Bij het gebruik van clouddiensten dient men zich ervan te vergewissen dat deze in een Europees datacenter gevestigd is (GDPR) en dat dit datacenter de nodige garanties (certificaten) kan voorleggen van degelijkheid.

Tot slot

Vandaag praat bijna iedereen over AI, maar de tijd van IoT is nog lang niet voorbij - het is echter geëvolueerd. Verbonden producten luiden een nieuw tijdperk van verantwoordelijkheid in, een tijdperk dat vraagt om een meer geïntegreerde, proactieve benadering van service en ondersteuning. En de ondernemingen die deze verantwoordelijkheid omarmen, zullen leiden, innoveren en gedijen in een wereld die steeds meer verbonden is.

NOTEN:

1 De verbinding gebeurt niet enkel door het internet. De info kan door meerdere kanalen naar een centrale platform/database doorgestuurd worden: LoRaOne, SigFox, 5G, … . De gegevens worden vervolgens in de cloud bewerkt. Men krijgt toegang tot die gegevens via een app die het internet als verbindingsmiddel gebruikt. Voor meer info: www.buildwise.be/nl/publicaties/buildwise-artikels/2019-05.05/

2 www.buildwise.be/nl/publicaties/innovation-papers/45/

3 Het is belangrijk om het juiste type sensor te kiezen, omdat ze allemaal een verschillende ecologische voetafdruk hebben. Er zijn er die stroom nodig hebben via een kabel of een batterij. Er zijn er die autonoom zijn en geen onderhoud nodig hebben. Er is ook het feit dat een verkeerd ingestelde/gestuurde sensor of een sensor die de verkeerde informatie geeft, een negatieve invloed kan hebben op het milieu.

4 IoT zal ook andere type onderhoud verbeteren: curatief onderhoud (de sensor informeert over fouten).

THE PERFECT FIT

Waarom kiezen voor univers verdeelkasten?

• Zeer veilig : dubbel geïsoleerd

• Zeer robuust; max. vermogen tot 630A

• Eenvoudige montage; enorme tijdwinst

• Grote keuze aan uitrustingskits univers N

Het kloppende hart...univers

Een elektrische installatie is het kloppende hart van elk gebouw. Het is dan ook zeer belangrijk dat het verdeelbord juist gedimensioneerd wordt en er rekening wordt gehouden met de huidige en toekomstige wensen van de klant. Zeker naar bv. elektrische mobiliteit van een wagenpark, is het belangrijk om te kijken naar wat de behoeften van de klant zijn en hoe de installateur de installatie kan afstemmen zodat er voldoende vermogen bewaard blijft als de prioritaire functies in uitvoering zijn.

Project DIY Safti, Wetteren

Een recent project met univers verdeelborden is de doe-het-zelfzaak Safti in Wetteren, een winkel van meer dan 9000m². Omwille van de omvang van het project en om de continuïteit van de bedrijfsvoering te kunnen garanderen, werden de werken gefaseerd uitgevoerd.

De verouderde elektrische installatie werd opnieuw conform gemaakt en er werd gekozen voor univers verdeelborden met de nieuwe hoofdapparatuur H3+ van Hager. Er werd ook voor gezorgd dat de klant de winkel eenvoudiger kan afsluiten en dat de winkel ook kan openblijven bij een eventuele stroompanne. Dit werd gerealiseerd d.m.v. een omschakelaar die een noodgroep aanstuurt.

Partners in vooruitgang

Installatiebedrijf Vermeulen building technologies werkt al meer dan 40 jaar samen met Hager voor elektrische projecten. Zij maken gebruik van de gratis Hagercad software om de verdeelkasten uit te werken.

Eenvoudige samenstelling met univers N Zowel voor residentiële als tertiaire projecten kunnen we ondersteuning bieden bij het uitwerken van de verdeelborden tot 1600A. De univers verdeelkasten met een maximum vermogen tot 630A, zijn dubbel geïsoleerd en staan gekend voor zijn eenvoudige installatie d.m.v. voorgemonteerde functionele kits.

Gaat u graag zelfs aan de slag?

Download dan nu gratis de nieuwe versie van Hagercad en download 18 standaard tekeningen van univers.

Install Day: innovaties in de installatiesector onder één dak

De zevende editie van Install Day vond op 18 oktober jongstleden plaats in Brussels Gate. Deze “hoogmis voor de installateur”, een initiatief van Techlink en praktisch mogelijk gemaakt door Embuild, blijft een niet te missen afspraak voor iedereen die iets met installatietechnieken in België te maken heeft. De resultaten spreken voor zich: er waren dit jaar ruim 5000 bezoekers. Reden te meer om volgend jaar een achtste editie te organiseren op 17 oktober 2025.

(Foto’s: ©Aurore Delsoir)

Aan de succesformule werd niet geraakt. ‘Install Day is één dag voor alle technieken. Elektricien, CV-installateur of loodgieter? Vroeger waren het allemaal compleet verschillende beroepen, maar door nieuwe technologieën groeien ze steeds en meer naar elkaar toe. Organisatoren Techlink en Embuild zijn zich bewust van deze ontwikkeling en hebben daarom één vakbeurs voor alle installatietechnieken (elektro, sanitair, verwarming, ventilatie en airconditioning) op poten gezet. Met blijvend succes!’, zegt CAROLE METZMACKER , Marketing

en Communication Manager bij Techlink.’

Geen

energietransitie zonder de installatiesector!

De energietransitie is volop aan de gang en zal ook de volgende jaren nog moeten versnellen, het blijft dus belangrijk om ten allen tijden mee te zijn met de laatste nieuwe innovaties en technieken in het installatieveld. En dé beurs bij uitstek waar u alles kon ontdekken in een informele sfeer? Dat was Install Day!

De energietransitie heeft voor een versnelling gezorgd in de elektro- en HVAC/S-sector. De technologie staat niet stil, de nieuwste installatietechnieken brengen (energie)oplossingen op maat. En met de opkomst van nieuwe technologieën zoals duurzame energie en groene energieoplossingen, zullen elektrische installaties een nog belangrijkere rol gaan spelen in onze toekomst.

Beurservaring

Install Day bood 230 exposanten opnieuw een podium om hun laatste producten, technieken, software, digitale tools, … voor te stellen aan de elektricien, HVAC/S-installateur en onderhoudstechnieker. Deze professionele beursdag was de ideale

← Van stijlvolle kranen tot energie-efficiënte warmtepompen: design en duurzaamheid troef bij Facq. De trampoline op hun stand ging ook niet onopgemerkt voorbij waarmee ze alle Facqacatures onder de aandacht wouden brengen.

↑ Digitale energiebeheer- en automatiseringsoplossingen voor efficiëntie en duurzaamheid komen ook steeds meer op de voorgrond. Hiervoor kon men o.a. terecht bij Schneider Electric.

“Samen maken we de installatiewereld nog sterker!”

INGE EN CAROLE

gelegenheid om snel, op één dag tijd een overzicht te krijgen van de nieuwste producten en ontwikkelingen in de installatiesector.

‘Het was een energieke dag op Install Day 2024! Een ideale gelegenheid om kennissen en collega’s te ontmoeten’, zegt INGE DE RIDDER , Commercial Account Manager bij Techlink. ‘Install Day bevestigde opnieuw haar rol als de belangrijkste beurs en het netwerkevent van de Belgische installatiesector. Eén dag vol technieken, innovaties, tools… kortweg, voor elke iedereen wat wils en is in dat opzicht dus van onschatbare waarde!’

‘Met Install Day onderlijnt Techlink ook het belang van de talrijke zelfstandigen en kmo’s in de Belgische installatiesector. Een segment dat zelden de media haalt, maar dat we met hand en tand verdedigen en ondersteunen. Install Day bracht niet alleen de installateurs samen, maar was wederom een ontmoeting met ons hele Ecosysteem van multifunctionele installaties. Ook de fabrikanten, de distributie en de bedrijven die instaan voor onderhoud en energiebeheer en

dit voor alle technieken die geïnstalleerd worden in gebouwen met betrekking tot elektrotechniek, verwarming, ventilatie, airconditioning, sanitair, verlichting, beveiliging, batterijen en elektrohuishoudtoestellen waren aanwezig’, zegt CEO ERIC PIERS.

Innovaties in de installatiesector

Of het nu gaat om verwarming, ventilatie, sanitair, energiezuinige installaties, digitale elektrische trends of over elektrotechniek en meet- en regeltechniek; de innovaties op Install Day zetten u op voorsprong!

Net als alle gebouwtechnieken, is ook de installatiesector onderhevig aan constante verandering. Digitalisatie, slimme gebouwen en duurzaamheid zijn enkele van de grootste uitdagingen voor de toekomst. Niet te verwonderen dus dat de energietransitie nieuwe kansen biedt voor alle installatiebedrijven. Het aanbod van de standhouders speelde hier ruim op in. Afhankelijk van de eigenschappen van het gebouw en de noden van zijn klant, is de installateur genoodzaakt om de beste oplossing voor elke si-

Als centraal systeem in de woning, zorgt Niko Home Control ervoor dat gebruikers perfect zicht hebben op alle energiestromen (opwekken, verbruiken, zelfconsumptie, terugsturen naar het net, etc.). Dit dankzij koppelingen met digitale meter, zonnepaneel omvormers en grote of kleine verbruikers.

tuatie te selecteren. En de aanwezige fabrikanten hun oplossingen rechtstreeks aan installateurs.

Apart event voor scholen

Een apart programma voor scholen was er dit jaar niet. Het overweldigende succes van dat onderdeel op Install Day 2023 noopte ons tot het organiseren van een apart event voor studenten, namelijk: Install Tomorrow Experience Day. Dat gaat door in het voorjaar van 2025.

Automatisering om woningen slimmer en groener te maken, konden we ontdekken bij Siemens. Het is gebaseerd op ZigBee 3.0, waardoor het super veelzijdig en eenvoudig te integreren en installeren is.

Kenniscentra waren aanwezig

Professionals uit de installatiesector konden bij onze kenniscentra terecht voor wat meer diepgang. Ook dit jaar was de gedeelde stand van Buildwise en Volta op Install Day een bezoekje waard.

Buildwise

Bij Buildwise kon men terecht voor verschillende demonstraties. De focus ligt zowel op praktische producten als op rekenmodules die de installateurs kunnen helpen om bepaalde berekeningen en beslissingen te ondersteunen. Buildwise mikt met zijn twee productdemo’s op twee uitdagingen van vandaag: het afgiftevermogen van bestaande radiotoren boosten bij lagere temperaturen en het verhogen van de zelfconsumptie van de PV-opbrengst. Voor beiden wordt getoond hoe een specifieke oplossing het vraagstuk kan aanpakken.

Op de stand werd daarnaast de werking van 4 rekentools toegelicht en gedemonstreerd, die een waaier aan installateurs kunnen helpen bij het ontwerpen van kwalitatieve installaties:

De HeatLoad en PowerHeat-app onder-

steunen de verwarmingsinstallateur, in het bijzonder bij het plaatsen van een warmtepomp, nieuw of ter vervanging van een bestaande generator. De eerste omvat twee tools voor de berekening van warmteverliezen: 1) een Excel-bestand waarmee gedetailleerde berekeningen kunnen worden gemaakt helemaal in overeenstemming met de norm en de bijlage. 2) een eenvoudige webapplicatie die een snelle schatting geeft op basis van EPB-gegevens of op basis van de energierekeningen. Met de PowerHeat-app kan snel het afgiftevermogen van een bestaande radiator ingeschat worden, en dit voor verschillende temperatuurregimes.

De WaterDim-tool ondersteunt de sanitarist bij het ontwerp en de dimensionering van collectieve installaties voor de productie van sanitair warm water.

De Optivent-rekentool, tenslotte, ondersteunt de ventilatie-installateur bij een correcte inregeling van de ventilatiemonden. Een bijkomende module laat gedetailleerd ontwerp en dimensionering toe, ook rekening houdend met het te verwachten geluidsniveau in elke ruimte.

Volta

Op de stand lichtte Volta twee van zijn activiteiten toe:

Eerst en vooral zijn er de vele opleidingen die Volta aanbiedt. Volta heeft een uitgebreid gamma aan opleidingen. Zeer populair zijn de opleidingen gelinkt aan veiligheid zoals BA4, BA5 en VCA. Ook basis elektrische opleidingen komen aan bod bij Volta; kabelberekening en netsystemen. Maar daarnaast zijn er ook vele opleidingen aangaande nieuwe technologieën/technieken

waarmee de elektro-installateur nu of in de toekomst aan de slag zal gaan: laadinfrastructuur, batterijen, energiemanagementsystemen (EMS), fotovoltaïsche cellen (PV) en gelijkstroom. Sommige opleidingen zijn klassikaal, sommigen zijn in de vorm van een E-Learning en bij sommige onderwerpen kan u zelfs kiezen tussen beiden.

Naast de opleidingen toonde Volta twee projecten waarin ze kennis overbrengt aan de elektrotechnische sector d.m.v. infoavonden, technische artikels, workshops, enz. De projecten COOCK OStuTech en COOCK Se-More behandelen respectievelijk EMS en slimme laadpalenparken. Binnen EMS speelt de website maakjemeterslim.be een grote rol. Deze website is een verzamelplaats voor elektro-installateurs, fabrikanten en eindklanten. Deze laatste kunnen onderzoeken welke systemen interessant voor hun kunnen zijn in functie van hun specifieke situatie. In het project COOCK Se-More werkt Volta use cases uit om te tonen hoe je een park met meerdere laadpalen op een slimme manier kan aansturen in functie van het beschikbare vermogen.

Ontdek alle rekentools van Buildwise voor de installateurs.
Buildwise ging in gesprek met de HVAC/S professionals. Van links naar rechts: Mieke Verhoeven, Peter D’Herdt en Samuel Caillou.
Volta was verheugd om opnieuw deel te nemen en hun kennis te delen met de aanwezige elektriciens. Van links naar rechts: Ignacio Molina, Geert Verhoeven en Bart Vannoppen.

Sensibiliseringscampagne gaat voort!

Met de campagne Install Tomorrow wil Techlink op ludieke manier komaf met clichés en laten we jonge technische talenten anderen inspireren. Dit initiatief wil niet enkel jongeren maar ook hun ouders bewust maken van technische studies en carrières in de installatietechniek.

Over Install Tomorrow in de bioscopen

In onze installatiesector komt u ook op plekken waar anderen enkel van dromen. Zoals Lorenzo, die werkzaam is in Walibi en als technieker de attracties veilig en draaiende houdt. Of zoals Okan, die als werknemer van SPIE de meest verbluffende uitzichten in zijn dagdagelijks werk aantreft.

Met deze unieke POV van jongeren willen we tonen dat onze sector attractief is en andere jonge talenten aansporen om bewust een technische opleiding te kiezen.

In het kader van Install Tomorrow liep van 23 oktober t.e.m. 29 oktober ook een campagne in de cinema’s!

Coming soon...

Op 22 oktober 2024 gingen we op pad met Jason Fontaine van lidbedrijf Genetec. Zij staan in voor de verlichting van de citadel van Namen. Deze historische site wordt verlicht in verschillende kleuren met aanpasbare intensiviteit, afhankelijk van het uur. Met een sterke energiezuinigheid (60% minder dan de vorige installatie) en 295 verlichtingsbronnen is het lichtspektabel een streling voor het oog voor menig toerist.

‘De verlichting heeft twee functies’, verduidelijkte zaakvoerster Delphine Hallaux al in 2018 in ons Power+ ma-

gazine. ‘Op een doorsnee avond moet de citadel enerzijds een rustige sfeer uitstralen. Een witte verlichting van de omwallingen en enkele eyecatchers volstaat dan. Anderzijds vroeg de stad ook om een dynamische, kleurrijke variant. Die ze kunnen gebruiken tijdens festiviteiten.’ Aan jongeren wil Delphine nog de volgende boodschap meegeven: ‘Onze sector is sexy en innovatief, dus wilt u een job met een waaier aan toekomstperspectieven, bent u bij ons aan het juiste adres.’

Dit wordt beaamd door Jason: ‘Ik kan jongeren alleen maar aanraden om een technisch beroep te kiezen! Zo krijgt men de kans om met innovatieve en technologie aan de slag te gaan met veel variatie in de dagdagelijkse job. Het gevoel van voldoening als men kan bijdragen tot projecten zoals deze, is nog een extra plus.’

Check de stories!

Al deze video's en de verhalen van deze jongeren kan u ontdekken op de website Install Tomorrow, maar binnenkort zullen er ook fragmenten worden gebruikt op onze socials: TikTok, Instagram, Facebook, LinkedIn en YouTube. Omdat enthousiasme aanstekelijk is, like en share onze posts!

https://installtomorrow.be/nl/

Van links naar rechts: Dirk De Wolf (Techlink), François Espert (Directeur Speciale Technieken bij Genetec), Jason Fontaine (Technieker bij Genetec) en Sofie Lapière (Techlink).

Puur Minimalisme. Tijdloze Schoonheid.

Light Now combineert minimalistisch design met duurzame materialen en is makkelijk uit te breiden met slimme functies. Welkom in de woning van de toekomst.

Grensverleggende innovaties

Met de groei van slimme technologieën wordt draadloze communicatie in verlichting steeds belangrijker. Het DALI-protocol (Digital Addressable Lighting Interface) is al geruime tijd een standaard in de verlichtingsindustrie voor bedrade systemen, maar de introductie van DALI+, een draadloze variant, biedt nieuwe mogelijkheden. Een draadloze oplossing betekent dat de systeemarchitecten en installateurs veel meer flexibiliteit hebben bij het ontwerpen en opzetten van het verlichtingsnetwerk. In sommige gebouwen is het moeilijk om bekabeling voor het verlichtingssysteem te installeren, of ronduit onmogelijk. Denk aan kantoorgebouwen met glazen panelen als "muren".

DALI+ en Draadloze

Protocollen

DALI+ is geen nieuw protocol. DALI+-apparaten communiceren met behulp van bestaande DALI-opdrachten, maar deze worden via een draadloos en/of IP-gebaseerd medium verzonden. Dit biedt keuze en flexibiliteit voor iedereen die DALI met verschillende connectiviteitsopties wil gebruiken. De IEC 62386-104 standaard, met DiiA Specification – “Part 104 Changes and Additions”, specificeert een methode om IEC 62386 frames te transporteren over draadloze en/of IP-gebaseerde dragers.

Het voordeel van DALI+ is dat het werkt over Thread, een krachtig mesh-protocol dat voor verschillende draadloze netwerken wordt gebruikt.

Door DALI+ te gebruiken op een draadloos Thread-netwerk kan het verlichtingssysteem gebruikmaken van alle voordelen die Thread biedt. Een belangrijk voordeel van Thread boven bijvoorbeeld WiFi is dat het een mesh-netwerk creëert, waarbij elk apparaat in het netwerk als een knooppunt fungeert. Hierdoor verbetert de dekking en betrouwbaarheid, zonder de hoge energievereisten van WiFi.

Thread wordt vaak geprezen vanwege zijn lage energieverbruik en hoge betrouwbaarheid, eigenschappen die essentieel zijn voor verlichtingssystemen waar veel apparaten lange tijd

DALI+

1

DEVICES VIA EEN THREAD MESH NETWERK.

continu moeten werken. Bovendien is Thread speciaal ontwikkeld voor het Internet of Things (IoT), wat betekent dat het is geoptimaliseerd voor de behoeften van verbonden apparaten.

De nieuwe specificaties van DALI ondersteunen nu bridges, waarmee bedrade DALI-apparaten en -armaturen, waaronder D4i-armaturen, verbinding kunnen maken met het DALI+-netwerk (zie figuur 1). Via de applicatiecontroller, zoals weergegeven in figuur 1, kunnen alle apparaten in het bedraad en draadloos systeem worden geconfigureerd en geadresseerd.

De Protocoljungle: Het Bos en de Bomen

In de wereld van draadloze communicatie lijkt het soms alsof er constant nieuwe protocollen opduiken, wat

leidt tot verwarring. Thread, Zigbee, Bluetooth, WiFi, en nu ook Matter –elk protocol claimt unieke voordelen te bieden, maar voor een gebruiker of installateur kan het een doolhof zijn. Het is daarom van belang de verschillen en voordelen van elk protocol te begrijpen.

ZIGBEE VERSUS BLUETOOTH

Een andere interessante vergelijking is die tussen Bluetooth en Zigbee. Zigbee, een bekend mesh-protocol, is lang een favoriet geweest in slimme verlichtingssystemen vanwege zijn robuustheid en lage energieverbruik. Zigbee wordt dan ook verkocht onder verschillende merknamen zoals Innr, Livarno Lux van Lidl, Philips Hue (Signify) en TRÅDFRI van Ikea. Deze devices zijn altijd via een bridge of hub te verbinden met het lokale WiFi netwerk.

Figuur

in draadloze verlichting

Naast Zigbee biedt Philips Hue ook lampen aan met Bluetooth functionaliteit. Ze hebben geen bridge of hub nodig en kunnen direct via een app worden bediend. Ook Innr biedt bluetooth lampen aan die direct kunnen bediend worden zonder een hub. Andere merken zijn LIFX, Cync en Sylvania Smart.

Het primaire voordeel van Bluetooth-verlichting is de eenvoud en directe installatie zonder extra hardware. U heeft geen hub of bridge nodig en u kunt de lampen direct met een smartphone of tablet bedienen via een app.

MATTER: DE NIEUWE STANDAARD?

Een van de meest veelbelovende ontwikkelingen is het Matter-protocol. Matter wordt ontwikkeld als een standaard die meerdere draadloze technologieën, zoals Zigbee, Thread, WiFi en Bluetooth, moet samenbrengen. Dit zou een einde moeten maken

aan de versplintering van standaarden en zorgen voor een naadloze integratie van verschillende apparaten.

Beveiliging is een integraal onderdeel van Matter. Matter vereist expliciet dat elke actie wordt gecodeerd en ondertekend. Dit maakt beveiliging een verplichte vereiste voor elk Matter-gecertificeerd apparaat. Bovendien heeft elk Matter-gecertificeerd apparaat een unieke identificatie, vergelijkbaar met een IP-adres. Dit biedt

de gebruiker extra controle over wie verbinding kan maken met hun apparaten en hoe privé het is.

De belofte van Matter is dat het interoperabiliteit biedt, waardoor verschillende apparaten van diverse fabrikanten probleemloos met elkaar kunnen communiceren. Toch is het nog afwachten of Matter daadwerkelijk in staat zal zijn om deze belofte waar te maken, aangezien elk protocol specifieke voordelen heeft

Configuratie

die niet altijd makkelijk te combineren zijn.

CASAMBI: KRACHTIGE

VERLICHTINGSTOEPASSING

Eén van de meest populaire draadloze oplossingen voor verlichting is Casambi. Dit protocol, gebaseerd op Bluetooth Low Energy (BLE), biedt een zeer gebruiksvriendelijke oplossing voor het draadloos bedienen van verlichting. Het is geliefd vanwege zijn eenvoudige installatie, flexibiliteit en compatibiliteit met een breed scala aan verlichtingsarmaturen.

Casambi biedt niet alleen controle over verlichting, maar ook geavanceerde functies zoals scènes, animaties en tijdschema's. Door gebruik te maken van Bluetooth Low Energy (BLE) heeft het ook een laag energieverbruik, wat ideaal is voor verlichtingsoplossingen. Tevens gebruikt Casambi ook een mesh technologie

wat de reikwijdte en betrouwbaarheid van het netwerk vergroot.

Casambi wordt veel gebruikt in commerciële omgevingen zoals winkels, restaurants en kantoren. Het voordeel is de grote flexibiliteit en schaalbaarheid die het systeem biedt. Ook de intuïtieve interface voor het instellen van de verlichting, het maken van scenes en het beheren van verschillende lampen maakt Casambi laagdrempelig om het toe te passen.

Conclusie

Draadloze communicatie in verlichting is een dynamisch en snel evoluerend veld. Hoewel de vele protocollen voor verwarring kunnen zorgen, bieden ze ook flexibiliteit en de mogelijkheid om oplossingen op maat te creeren. DALI+ en Thread tonen aan dat draadloze netwerken betrouwbaarder en energie-efficiënter worden. Casam-

bi biedt innovatieve oplossingen die de toekomst van verlichting verder zullen vormgeven, terwijl Matter de belofte heeft om de fragmentatie van standaarden eindelijk te overwinnen.

Daarnaast zorgen protocollen zoals Zigbee en Bluetooth voor een breed scala aan toepassingen, waarbij Zigbee vooral bekend staat om zijn mesh-netwerkcapaciteiten en Bluetooth vanwege zijn eenvoud en directe verbinding.

Zo kunt u met de juiste keuze voor het juiste protocol de toekomst van slimme verlichting eenvoudig in handen krijgen!

Auteur: Wouter Wissink, Technologisch adviseur bij VOLTA

OPROEP TOT

HET INDIENEN VAN EEN PROJECT

Techlink plaatst haar leden graag in de kijker. Dit blijkt ook uit deze editie van Power+.

Heeft jouw bedrijf onlangs een interessant project uitgevoerd in het kader van de energietransitie: innovatie, verduurzamen en digitalisatie?

Neem dan vrijblijvend contact op met onze redacteur Dirk De Wolf (dirk.dewolf@techlink.be).

Feel comfortable in your building

Ontdek de volgende generatie van B.E.G. gebouwautomatisering

Effectieve tijdsplanning op de bouwplaats dankzij virtuele projectplanning en onderhoud in de cloud

Vereenvoudigde installatie dankzij het unieke behuizingsconcept en volledig geautomatiseerde adressering van apparaten

Betrouwbare planning op lange termijn dankzij op script gebaseerde automatisering en de naadloze integratie van B.E.G.

BMS DALI-2 sensoren en drukknoppen. 93550

Human-Centric Lighting: een integrale aanpak van verlichting

Human Centric Lighting omvat tal van aspecten en zoekt naar een balans tussen de visuele, emotionele en biologische effecten van licht op de mens. Daarbij worden zowel zichtbare effecten in rekening gebracht als niet-beeldvormende aspecten zoals de impact op ons slaappatroon, onze productiviteit, ons gemoed, enzovoort. Niet alleen moeten al die dingen grondig onderzocht worden, ze moeten ook steeds ten opzichte van elkaar afgewogen worden, en dat in functie van de specifieke vereisten van de omgeving. Men kan Human Centric Lighting dus niet zomaar tot een eenvoudige formule reduceren.

Human-Centric Lighting: een korte basis

Human-Centric Lighting (HCL) verhoogt het welzijn van mensen door rekening te houden met zowel de visuele als niet-visuele effecten van licht (zie figuur 1). In de academische wereld wordt eerder de term integrative lighting gebruikt. Visuele effecten van licht, zoals verblinding, kleurtemperatuur, verlichtingssterkte en luminantie, bepalen het visueel aanzien en comfort binnen een ruimte. De “juiste” instellingen van deze parameters zijn al vele jaren het onderwerp van onderzoek en worden vastgelegd in verschillende normen (bv: NBN EN 12464-1 voor binnenverlichting van de werkplek). Hierdoor zijn onze werkplekken adequaat ingericht en verlicht om te werken in een visueel comfortabele omgeving. Licht heeft echter ook een impact op niet-visuele effecten. Hierbij denken we voornamelijk aan de impact op onze slaap, maar ook aandacht, leervermogen en emotie kunnen door licht beïnvloed worden. Deze niet-visuele effecten worden voornamelijk getriggerd door de intrinsieke fotosensitieve retinale ganglion cellen (ipRGCs). Deze cellen zijn lichtreceptoren zoals de kegeltjes en de staafjes die zich ook in het oog bevinden. Ze bevinden zich echter niet achteraan het netvlies, zoals de kegeltjes en de staafjes, maar een paar

MEER HELDERE MATERIALEN VOOR DE HOOFDOPPERVLAKKEN (VLOER, MUREN, TAFELS, PLAFOND); ZOWEL DIRECTE ALS INDIRECTE VERLICHTING; TIJDSAFHANKELIJKE STURING VAN ZOWEL INTENSITEIT ALS CCT.

Figuur 2: VOORBEELD VAN EEN VERNIEUWD HCL ONTWERP IN EEN WOONZORGCENTRUM. VOLGENDE INGREPEN WERDEN UITGEVOERD:

1: HCL OPTIMALISEERT VERLICHTING ZODAT ZOWEL MET VISUELE ALS MET

NIET-VISUELE EFFECTEN REKENING WORDT GEHOUDEN.

lagen daarvoor bij de ganglion cellen. De ganglion cellen geven informatie door van de kegeltjes en de staafjes naar de oogzenuw en uiteindelijk naar de visuele cortex. Een aantal (niet veel, zo’n 1%) van die ganglion cellen kan zelf licht detecteren aan de hand van het fotopigment melanopsine. Deze cellen noemen we dus ipRGCs en deze geven niet enkel informatie door naar de visuele cortex, maar ook naar onze masterklok (de SCN) en emotiecentrum (amygdala). We willen deze ipRGCs op het juiste moment van de dag activeren om ons slaap-waakritme en onze emotie optimaal te beïnvloeden.

Hoe doen we dat nu? De optimale verlichtingsinstellingen voor de visuele effecten zijn niet (altijd) de optimale instellingen voor de niet-visuele effecten. Ons visueel vermogen heeft een piek in het groene gebied (~555 nm). De ipRGCs die instaan voor de niet-visuele effecten hebben echter een maximale gevoeligheid bij kortere golflengtes (~490 nm). Daarnaast is het belangrijk om op te merken dat er slechts heel weinig ipRGCs zijn. We hebben dus veel licht no-

Figuur

dig om deze te activeren. Hoeveel licht is voldoende? Recent heeft een groep experts zich hierover gebogen. De conclusie is dat we overdag minstens 250 melanopic equivalent daylight illuminance (melanopic EDI) op het oog moeten krijgen. Deze melanopic EDI wordt uitgedrukt in lux en kan begrepen worden als het aantal lux daglicht dat nodig is om de ipRGCs te activeren. 250 lux daglicht is buiten heel gemakkelijk te halen, daar kan de verlichtingssterkte zelfs op een bewolkte dag meer dan 10 000 lux bedragen. Binnenskamers is het al wat moeilijker om 250 lux equivalent daglicht op het oog te krijgen. In de meeste gevallen lukt dit niet. Zelfs wanneer de norm voor binnenverlichting op de werkplek gevolgd wordt, zal er onvoldoende licht het oog bereiken om enige invloed uit te oefenen op de niet-visuele/biologische effecten. We hebben de verlichting optimaal gemaakt voor ons werkvlak. De (r)evolutie van ledverlichting zorgt ervoor dat we nu ook het welzijn van de gebruiker positief kunnen beïnvloeden. Dit probleem geldt uiteraard niet enkel in het kantoor, ook in woonzorgcentra, ziekenhuizen en thuis is de hoeveelheid licht vaak ontoereikend.

Meer licht binnen dus, maar hoe en wanneer?

In het algemeen is er dus onvoldoende licht binnen om de niet-visuele/biologische effecten te activeren. Dit probleem oplossen vergt een nieuwe aanpak in verlichtingsontwerp, waarbij de focus niet enkel mag liggen op het werkvlak, maar ook op de hoeveelheid licht op het oog van de werknemer/gebruiker in de ruimte. In dit ontwerp zijn verschillende factoren van belang met als belangrijkste de timing, de lichthoeveelheid en het spectrum. De timing vertelt ons wanneer welk soort licht moet gegeven worden. We weten al dat we overdag en zeker in de ochtend voldoende licht met hoog biologisch potentieel (zoals daglicht) moeten ontvangen. ’s Avonds willen

we dit juist vermijden om ons intern systeem te laten merken dat het tijd is om de slaap voor te bereiden. Dit is niet meer vanzelfsprekend. Door ’s avonds het licht aan te steken, hebben we de zonsondergang als het ware steeds meer uitgesteld en dit kan onze slaap negatief beïnvloeden. Vandaar dat er tot 3 uur voor het slapengaan, maximaal 10 lux melanopic EDI wordt aangeraden en tijdens de nacht minder dan 1 lux.

Zoals eerder aangehaald kunnen we het biologisch potentieel van licht verhogen door meer licht te geven. Er zijn zeer weinig ipRGCs, dus hoe meer licht, hoe meer deze geactiveerd kunnen worden. Daarnaast speelt ook het spectrum een rol. De gevoeligheid van de ipRGCs ligt in het kortere golflengtegebied (cyaan, blauw). Licht met een piek in dit gebied kan de activatie daarom ook verhogen. Voor een optimaal HCL ontwerp zal daarom zowel de intensiteit als het spectrum doorheen de dag worden aangepast. Hierbij is een goede sturing zeer belangrijk. Deze sturing moet de aanpassing doorheen de dag geleidelijk en vlot laten verlopen zonder hinder voor de gebruiker. Er is geen HCL ontwerp zonder sturing mogelijk. De hoeveelheid licht die we nodig hebben varieert doorheen de dag en zeker het contrast tussen de ochtend en de avond is duidelijk. ’s Ochtends moet het licht ons klaarmaken voor de dag. Overdag moeten we voldoende licht ontvangen voor een goede concentratie. ’s Avonds is het de bedoeling dat we ons lichaam duidelijk maken dat de dag erop zit door de hoeveelheid (biologisch activerend) licht te beperken.

Maar dat is vaak niet het enige dat we kunnen en willen doen. Het verlichtingsontwerp moet verder gaan dan het simpelweg vervangen van de lampen door tunable whites. Om voldoende licht op het oog te krijgen van de gebruikers, is het nodig dat de belangrijke oppervlakken in een ruimte voldoende licht reflecteren. Om de

gewenste niet-visuele effecten te realiseren is het vaak aan te bevelen om te werken met indirecte verlichting en zo de kans op verblinding te verminderen. Verblinding is namelijk een belangrijke valkuil wanneer we het hebben over “meer licht op het oog”. Een HCLontwerp dient dus ook hiermee rekening te houden. Het is zowel een visueel aangename/veilige omgeving als een biologisch activerende omgeving creëren. Een voorbeeld van zo’n totale HCL aanpak is te zien in figuur 2.

Tot slot

Het is nog van belang om de gebruikers van de ruimte te kennen. De instellingen voor een kantooromgeving met voornamelijk jonge mensen zullen anders zijn dan deze in een woonzorgcentrum. Ouderen hebben, o.a. door de vergeling van de ooglens, meer licht nodig om hetzelfde (niet-visuele) effect te verkrijgen. Meer licht dus, wat zorgt voor meer kans op verblinding, wat dan weer het belang van indirecte verlichting aangeeft. Elke HCL ontwerp zal anders zijn, er is geen one-size-fits-all approach. Dat maakt het juist zo boeiend. De principes zijn echter duidelijk: meer licht ’s ochtends en overdag, en ’s avonds weinig licht en klaar voor de nacht.

HOOFDAUTEUR:

Roel Daneels, werkt sinds 2020 in het Laboratorium voor Lichttechnologie aan de KU Leuven – campus Gent, waar hij een academisch assistent is. Hij werkt momenteel aan een doctoraat rondom HCL.

MEDE-AUTEURS: Wouter Ryckaert en Catherine Lootens.

MULTI COLOUR

MULTI LUMEN

ÉÉN OPLOSSING

MEER OP TIES VOOR UW GEMAK

A LTIJD HET JUISTE PRODUCT M U LTI SE L ECT A RM ATUREN

Bij LEDVANCE LED-armaturen met MULTI SELECT kunt u de lichtstroom (lm) en/of lichtkleur eenvoudig instellen op de driver of armatuur De verscheidenheid aan armatuurtypes staat voor maximale flexibiliteit, m inder a rtikelnummers e n altijd optimale verlichting, en dat alles met vijf jaar p roductgarantie. Voor uw gemak in uw volgende verlichtingsproject.

MEER WETEN?

De impact van regelsystemen voor verlichting op de Smart Readiness Indicator

In 2018 introduceerde de Europese Commissie (EC) het concept van de Smart Readiness Indicator (SRI) in de Europese Richtlijn voor de energieprestatie van gebouwen (EPBD). De indicator geeft aan in welke mate een gebouw klaar is voor slimme toepassingen. In dit artikel gaan we dieper in op de potentiële impact van regelsystemen voor verlichting en de mogelijke verbeteringen aan het concept.

2: BESCHOUWDE SERVICES BINNEN HET DOMEIN VERLICHTING IN DE SRI-BEREKENING (OFFICIEUZE NEDERLANDSE VERTALING).

De SRI

De SRI evalueert de intelligente oplossingen in negen technische domeinen die in een gebouw aanwezig kunnen zijn. De evaluatie gebeurt door een score toe te kennen voor de aanwezigheid van diensten (services) in het gebouw en de mate waarin bepaalde functionaliteiten worden aangeboden. Een dienst die meer mogelijkheden biedt, leidt daarbij in principe tot een hogere SRI-score.

Bij de revisie van de EPBD in april 2024 zette de EC een expliciet tijdspad uit m.b.t. de SRI. Rekening houdend met een verslag dat de resultaten van de lopende onderzoeken bundelt, zal de EC tegen midden 2027 de berekening van de SRI verplicht maken in niet-re-

Afbeelding 1: DOMEINEN EN IMPACTCRITERIA IN DE SRI-BEREKENING.
Afbeelding
Grafiek 1: GEMIDDELDE SCORE PER DOMEIN VOOR DE TESTGEBOUWEN IN DE TESTSTUDIE VAN BUILDWISE.

sidentiële gebouwen met grotere thermische installaties (> 290 kW). We kunnen verwachten dat op termijn andere gebouwen zullen volgen en dat het concept dus in de komende jaren stapsgewijs zal worden geïntroduceerd in de volledige Belgische bouwen installatiesector.

Verlichting in de SRI

Verlichting is een van de technische domeinen die de SRI mee in beschouwing neemt. Elke Europese lidstaat legt in principe de verschillende diensten binnen elk domeinen hun impact vast in de zogenaamde smart service catalogus. De EC heeft ook een rekentool laten ontwikkelen met een standaard “Europese” catalogus, die waarschijnlijk als basis en inspiratie zal dienen voor de lokale implementaties.

Voor verlichting bevat de standaard catalogus slechts 2 services: aan- en

afwezigheidsregeling en daglichtregeling. De eerste dienst moet ervoor zorgen dat de verlichting zo weinig mogelijk brandt wanneer er niemand aanwezig is in een lokaal. De tweede past het verlichtingsniveau van de kunstverlichting (en het bijhorende energieverbruik) aan in functie van de daglichttoetreding.

In 2022 organiseerde Buildwise een teststudie met een tiental partners en waarbij de Europese SRI-rekentool werd gebruikt. In de studie (zie grafiek 1) bleken de onderzochte gebouwen al vrij hoge functionaliteitsniveaus voor verlichting te halen (enkel voor verwarming en ventilatie lagen de gemiddelde scores hoger). Anderzijds bleek de potentiële impact van verlichting op de globale SRI sterk beperkt (maximaal 3 SRI-punten). Voor de meeste andere domeinen is dit niet het geval en blijft er typisch meer marge om

vandaag beter te doen én is de potentiële impact op de globale SRI-score significant hoger. Een mogelijke actie is om bijkomende zinvolle en innovatieve regelconcepten voor verlichting (peak shaving, opvolging verbruiken, …) op te nemen in de catalogus en tegelijk de gewichtsfactoren in de SRI-berekening kritisch te evalueren. Op die manier kan – net als voor de andere domeinen – de SRI zijn rol als bewustmakingstool en checklist voor verbeteringen ook binnen het verlichtingsdomein optimaal vervullen.

Artikel geschreven door Buildwise, in het kader van Normen-Antenne Thermische Isolatie en Installaties in Gebouwen, met de ondersteuning van de FOD Economie, K.M.O., middenstand en Energie.

Le Big TamTam: Een creatief lichtconcept dat genieten vormgeeft

Bij vele projecten ziet u enkel de resultaten. In dit artikel neemt Sabine De Schutter van het onafhankelijk lichtontwerp bureau Studio De Schutter u mee doorheen hun ontwerpproces van de meer dan 2.000 m2 grote foodmarket Le Big TamTam in Hamburg. Ze introduceerden een holistisch verlichtingsconcept waardoor het in juli 2024 een baken werd waar bezoekers op hebben gewacht.

Sabine is ook docente van de sessie “Conceptueel Lichtontwerp” dat een onderdeel is van de 2-jaarlijkse Specialisatiecursus Verlichting van KU Leuven en Groen Licht Vlaanderen. De theorie wordt daarin ondersteund door projectvoorbeelden. In dit kader past Le Big TamTam.

Le Big TamTam

Na 15 jaar is er weer leven onder de grote rotonde van het shopping centre Hanseviertel in het hartje van Hamburg. Het restaurant, ontworpen door interieurbureau Studio Aisslinger, bevindt zich in de minus een, die nu voor het eerst in jaren weer toegankelijk is voor bezoekers. In de jaren ‘80 en ‘90 was er op deze locatie ook al een foodmarkt. De nieuwe restaurantbeleving Le Big TamTam combineert vijf con-

De lichtpanelen boven de foodstands zetten de chef's en hun creaties, overdag met fris wit licht en 's avonds met warm licht, in scene.

cepten van bekende en trendy lokale restaurateurs om een divers culinair aanbod te creëren, inclusief een bar en een podium voor evenementen –alles in een levendige en kleurrijke ambiance.

Een bijzondere uitdaging was niet alleen het beschermd ensemble, ontworpen door GMP architecten in 1980, maar ook de locatie van het restaurant in de kelder. Al van bij de start van een lichtontwerp ging Studio De Schutter voor een totaalbenadering. Dat betekent dat er niet enkel naar het kunstlicht wordt gekeken, maar ook de invloeden van het daglicht en ruimtelijke waarneming worden mee in het ontwerpproces opgenomen. Daaruit volgde een flexibel en aanpasbaar verlichtingssysteem. Het lichtconcept balanceert de verschillende lichtomstandigheden tussen heldere zones en andere met weinig natuurlijk licht. Waarbij onder de koepel veel daglicht binnenvalt, zijn de uithoeken van de ruimte het donkerste.

LICHTONTWERP

In afstemming met het interieurconcept van studio aisslinger dat rond de analogie van theater speelt, zijn de chefs van de foodstands de protagonisten. Door de zwevende LED panelen boven de eetstanden, worden de chefs als hoofdrolspelers in scène gezet. In een lichtontwerp is het belangrijk naar de hiërarchie van de elementen te kijken. Naar het felst verlichte object wordt eerst gekeken, zo kan licht de blik van een bezoeker door een ruimte leiden. Wetend dat de keukens op de donkerste plekken gelegen zijn, werd er voor dynamisch wit licht gekozen. De instelling van de lichtkleur en intensiteit is afhankelijk van het tijdstip en compenseert

De kiosk straalt kermis-flair uit door de warm dim LED lampjes.

zo het gebrek aan natuurlijk daglicht in dit deel van de markt. Omdat u van de begane grond naar beneden in de markt kan kijken, was het belangrijk het lichtniveau en de lichtkleur met het daglicht af te stemmen, dit leerden ze uit de historische beelden van het voormalig restaurant.

Het ontwerpen van sfeer ziet Studio De Schutter als de belangrijkste taak van een lichtontwerper. Het creëerde een ambiance die uitnodigt om te blijven tafelen, zowel in de winter als de zomer, overdag en ‘s avonds. In totaal zijn er vier verschillende lichtscenario’s geprogrammeerd die automatisch in elkaar overvloeien. Overdag vult het kunstlicht het daglicht aan waar het ontbreekt; 's avonds wordt de ruimte omgetoverd tot een warme, contrastrijke sfeer met accenten op de tafels.

De attractie en het hoogtepunt van Le big TamTam is de centraal gelegen bar onder de koepel. Bestaand uit vijf horizontale ringen met planten strekt de bar uit boven de begane grond, dit was een belangrijke ingreep zodat bezoekers zich direct kunnen oriënteren of ten minste nieuwsgierig gemaakt worden voor wat er zich beneden afspeelt. Naast het vormgeven van sfeer en waarneming kan verlichting als wegwijzer functioneren. Dit werd dus gedaan met de bar, die tegelijkertijd nauw met monumentenzorg tot in het kleinste detail werd afgestemd. De verlichting diende goed in het geheel te integreren, en tegelijkertijd de ‘tamtam’ aan te kondigen, dat doen nu zo’n 100 cabochon lampjes, die u wellicht van de kermisattracties kent. Verder zetten de geïntegreerde zoom spots de planten in scène.

De basisverlichting bestaat uit rails

met spots die onder de technieken hangen. De spots werden gekozen vanwege hun aanpasbaarheid – zowel de reflectors als ook de LED chips kunnen verwisseld worden. Zo werd duurzaamheid opgenomen in het project. Door armaturen te kiezen die Zhaga-compatibel zijn, is reparatie en vervanging in de toekomst gegarandeerd. Zelfs de LED-chip kan worden vervangen als een andere lichtkleur gewenst is. Bovendien gaan de lichtscenes over van helder in de dag naar ‘s avonds een gedimde sfeer. Dit bespaart niet alleen energie, maar creëert vooral stemming.

Voor de decoratieve verlichting werd er zoals het interieurconcept gekozen voor ‘tamtam’. Elke keuken heeft een andere identiteit, een andere sfeer en andere decoratieve armaturen. Zo creëren lantaarns een wolk van licht boven de Aziatische keuken, terwijl in een ander gedeelte Mexicaanse taco's worden verlicht met pendelarmaturen. Talrijke op maat gemaakte armaturen geven verder de verschillende zones hun eigen karakter.

Tot slot

Het lichtconcept van Studio De Schutter voor Le big TamTam toont een totaalaanpak die daglicht, met perceptie, sfeer, creativiteit en technische expertise combineert.

MEER INFO: www.studiodeschutter.com

Studio De Schutter is een team van onafhankelijke lichtontwerpers met vestigingen in Berlijn en Antwerpen. Hun portfolio bevat naast het plannen van kunstlicht, ook de optimalisatie van daglicht, het ontwikkelen van armaturen, lichtkunst installatie en advies rond lichtvervuiling en certificeringen zoals BREEAM, LEED en WELL.

©HW/Studio

Nieuwe C1/107 van Synergrid

Een nieuwe versie van het technisch voorschrift C1/107 van Synergrid: “Algemene technische voorschriften voor de aansluiting van een elektrische installatie van een gebruiker op het laagspanningsdistributienet” werd gepubliceerd. Nieuwe technologische evoluties werden meegenomen in de herwerkte versie en de voorschriften werden vernieuwd volgens de huidige werkwijzen en toegepaste regels van de Belgische distributienetbeheerders (DNB’s). Het voorschrift vormt de basis van alle laagspanningsaansluitingen in België binnen alle gewesten. De eigen voorschriften van de regionale DNB’s vullen het verder aan. Installateurs zijn ermee gebaat om voldoende kennis te hebben van de inhoud.

Toepassingsgebied

Het technisch voorschrift C1/107 is geldig voor alle nieuwe laagspanningsaansluitingen op het openbaar distributienet én voor de verbindingskabel. Het voorschrift is ook geldig voor bestaande aansluitingen bij de vervanging van specifieke componenten en bevat voorschriften die de algehele veiligheid en kwaliteit van het distributienet moeten waarborgen.

Aansluitingswijzen

De bestaande tekst over het toestaan van een aansluiting voor een welbepaald doeleinde, met inbegrip van de regels omtrent huisnummers en kadastrale percelen, is herwerkt en verduidelijkt. De aansluitingswijzen voor een- en meergezinswoningen, appartementen, garageboxen, parkeerplaatsen, enz. werden opgenomen in een duidelijke overzichtstabel. Ook de voorwaarden voor een bijkomende aansluitkabel – eventueel onder een

andere spanning – staan daarbij overzichtelijk opgenomen.

Aansluitkabel

De elektrische leiding tussen de aftakking op straatniveau en de meterkast is de aansluitkabel. De toegestane types aansluitkabel zijn nog steeds van het type E(A)XVB voor ondergrondse aansluitingen en B(A)XB voor bovengrondse aansluitingen. De aansluitkabel bezit altijd exact 4 aders waarvan de kleurcodering voor doorsnedes tot en met 50 mm² altijd zwart, grijs, bruin en blauw is. De minimale doorsnede is 10 mm². Het nieuwe AREI, van toepassing sinds 1/06/2020, verplicht om halogeenvrije kabels (Euroklasse Cca-s1, a1 wat gelijk staat aan de oude klasse F2+SA/SD) toe te passen in evacuatiewegen in bouwwerken (bijvoorbeeld trappenhallen en gangen) en in lokalen voor het publiek toegankelijk die minimum 50 personen kunnen ontvangen (zalen voor seminaries,

sporthallen, schouwspelzalen…). Hierdoor is voortaan ook E(A)XGB kabel toegelaten voor laagspanningsaansluitingen die een halogeenvrije buitenmantel en vulmantel bezit. Deze kabels zullen binnenkort beschikbaar zijn op de Belgische markt.

Dimensionering aansluitkabel

De spanningsval over de aansluitkabel blijft nog steeds maximaal 1%. Op basis van de fysieke lengte en de maximale stroomsterkte van de aansluiting wordt de doorsnede van de geleiders bepaald. Het vroegere voorschrift berekende de spanningsval op basis van een puur symmetrische belasting. Voor driefase aansluitingen met laag vermogen is een monofasige injectie echter vaak bepalend voor de maximale spanningsval, en dus ook voor de doorsnedebepaling. Om de geleiderdoorsnede te bepalen neemt de nieuwe tekst daarom boven op de

standaard evenwichtige belasting ook een beperkt onevenwicht in aanmerking en dit in de vorm van 5 kVA monofasige injectie op één fase. Op deze manier wordt de kans op spanningsklachten, en dus ook op uitvallende PV-omvormers, verkleint. Het blijft belangrijk om de stromen gelijkmatig over de fasen te verdelen bij de uitwerking van de installatie.

Plaats van de meterkast

Om de kans op beschadiging van de aansluiting te verkleinen is het binnenshuis traject van de aansluitkabel altijd zo kort als mogelijk. De meter wordt daarom zo dicht als mogelijk aan de straatzijde geplaatst, en bij voorkeur op een plaats of in een lokaal dat zich tegen de voorgevel bevindt van de straat waar zich de hoofdkabel van het distributienet bevindt. Een DNB kan een maximale afstand opleggen voor het binnengedeelte van de aansluiting volgens zijn eigen voorschriften. De 3-meterregel in Vlaanderen is hiervan een voorbeeld.

Meterlokaal

Bij het ontwerp van de elektrische installatie, en bijgevolg ook de selectie van de geschikte elektrische materialen, houdt de DNB rekening met de redelijk te verwachten uitwendige invloeden. De uitwendige invloeden waarmee de DNB rekening houdt staan nu in een overzichtstabel opgenomen. Bovendien wordt de noodzakelijke vrije ruimte rondom de meterkast (ook ‘gabarit’) verder verduidelijkt via 3D-figuren. Het gabarit is nodig om de vereiste ruimte voor de aansluiting te vrijwaren en om veilig onder spanning te kunnen werken aan de aansluiting. Ook het behouden en respecteren van het gabarit bij bestaande aansluitingen is in dit veiligheidskader belangrijk.

Draadloze communicatie

Draadloze communicatiesignalen (zoals GSM, GPRS, 3G, 4G, NB IoT) moeten kunnen doordringen door de gebouwstructuur tot aan de digitale elektriciteitsmeters. Wanneer dit niet het

geval is, of wanneer er daarover twijfel bestaat, wordt er gevraagd om een naar buiten gerichte koker of wachtbuis te voorzien. De DNB kan hierdoor een bekabelde oplossing uitwerken. Ook wanneer de elektriciteits- en gasmeters, of elektriciteits- en watermeters, in aparte meterlokalen staan opgesteld dient er de mogelijkheid te zijn om vaste communicatiekabels te voorzien tussen de lokalen. Gas- en watermeters kunnen immers de elektriciteitsmeter gebruiken als gateway voor de communicatie.

25D60 meterkast

Sedert enkele decennia wordt de 25S60 meterkast toegepast in België in combinatie met elektromechanische meters. De komst van de digitale meter zorgt ervoor dat de bedieningsknoppen en communicatiepoorten van de digitale meter bereikbaar dienen te zijn. Het 25S60 principe werd daarom aangepast en doorontwikkeld tot een meterkast met een deksel waar de digitale meter bovenop kan worden geplaatst. De nieuwe meterkast 25D60 is ondertussen gemeengoed bij de DNB’s en werd opgenomen in het nieuwe voorschrift.

Beveiligingsinrichting tegen overstroom

De DNB installeert altijd een beveiligingsinrichting tegen overstroom in de meterkast. In de praktijk worden hiervoor modulaire automaten, meszekeringen of vermogensschakelaars toegepast. De Belgische norm NBN C61-142 voor aansluitautomaten wordt in de nabije toekomst verlaten. De DNB’s zullen automaten toepassen volgens de Europese norm NBN EN60898-1. De automaten bezitten voortaan een klassieke C-uitschakelcurve. De beveiligingsverantwoordelijkheden van de DNB worden ook verder afgelijnd conform het AREI. Dat wil zeggen dat de aansluitkabel wordt beveiligd tegen overbelasting en dat de verbindingskabel wordt beveiligd tegen overbelasting én kortsluiting, maar enkel tot aan het eerste connec-

tiepunt. Het is daarom belangrijk om de verbindingskabel niet te onderbreken maar rechtstreeks aan te sluiten op de hoofdschakelaar of -differentieel van de installatie. Wanneer de doorsnede, aard of samenstelling van de verbindingskabel wijzigt overheen zijn traject moet er een nieuwe beveiliging geplaatst worden. Op deze manier is de installatie conform het AREI.

Verbindingskabel

De elektrische leiding tussen de meterkast en het eerste connectiepunt op de binneninstallatie vormt de verbindingskabel. De toegestane types verbindingskabels blijven van het type XVB, XGB en GGB. De kabel is bij voorkeur vieraderig en mag bovendien nooit een geel-groene geleider bevatten (4x kabel). De minimale doorsnede is 10 mm². Wanneer het hoofdverdeelbord van de binneninstallatie tegen de meterkast van de DNB staat mag er ook losse bedrading toegepast worden (H07V-U / H07V-R / H07V-K of hun halogeenvrije varianten).

Vastmaken van voorwerpen aan de verbindingskabel

Om de integriteit van de aansluiting te vrijwaren en om werkzaamheden van de distributienetbeheerders niet bemoeilijken wordt er aandacht gevestigd op het aanbrengen van meetinstrumenten over of aan de verbindingskabel (zoals stroomtransformatoren of meetspoelen). In de praktijk wordt bij interventies vastgesteld dat installaties niet altijd conform het AREI uitgevoerd zijn. Indien een installatie gebrekkig of onveilig is kan de DNB toekomstig geen interventies en werkzaamheden uitvoeren aan de installatie.

BRON: Kristof Vliegen namens Synergrid

MEER INFO?

De nieuwe C1/107 is gepubliceerd op de website van Synergrid: https://www.synergrid.be/images/downloads/20240821_C1_107_NL.pdf

EnergAI: artificiële intelligentie voor het minimaliseren van energiekosten in een flexibele markt

De brede inzetbaarheid, flexibiliteit en ongeziene prijsdalingen van zonnepanelen hebben bijgedragen tot de razendsnelle groei van PV-systemen in recente jaren. Ondertussen zijn zonnepanelen op daken vanzelfsprekend geworden in het straatbeeld, en legt men velden vol. De voetafdruk van industriële processen, gebouwen en mobiliteit in termen van energieverbruik en CO2-uitstoot is veruit de grootste in ons energielandschap. Met de steeds stijgende energieprijzen en het invoeren van de Green Deal, moeten bedrijven de trade-off maken tussen kosten, duurzaamheid en efficiëntie in een heel concurrentiële economie.

Veel bedrijven hebben al stappen ondernomen om energiebesparende maatregelen te realiseren. Een volgende stap die moet genomen worden, is het

verzamelen van waardevolle (energie) data en deze nuttig toe te passen om verdere energie-optimalisatie mogelijk te maken. In het EnergAI TETRA project hebben twee onderzoeksgroepen van HOWEST de krachten gebundeld om energie & IT te koppelen en a.d.h.v. de verzamelde data, krachtige AI-algoritmes toe te passen om verdere optimalisatie in de bedrijfswereld mogelijk te maken. Binnen dit project ligt de focus op de volgende topics:

● Predictive maintenance

● Energie-analysetools voor verdere (proces)optimalisatie

● Voorspelling van energieverbruik –en opbrengst

● Controle-algoritmen i.f.v. predictieve modellen en reinforcement learning

Op die manier wordt een versnelde integratie van vernieuwende technologieën voor de energietransitie in de bedrijfswereld mogelijk. Daarnaast worden bedrijven gesensibiliseerd voor het belang en de noodzaak van (energie)data en energie-analysetools om inzichten te bekomen en het bedrijfsproces beter te beheersen. In het EnergAI project zijn een demonstrator en een aantal studie-cases de beste manier om de verschillende topics weer te geven. Eén van de studie-cases bevat de optimalisatie van de elektriciteitskost in een rioolwaterzuiveringsinstallatie in samenwerking met Aquafin - de Vlaamse beheerder van de infrastructuur voor de zuivering van huishoudelijk afvalwater.

Optimalisatie van de elektriciteitskost in een rioolwaterzuiveringsinstallatie door het slim sturen van de WKK

Op de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) van Morkhoven is er eigen elektriciteitsproductie met een warmtekrachtkoppeling (WKK) op biogas (vergisting van zuiveringsslib) en zonnepanelen. De grote verbruikers zijn de compressoren voor beluchting van afvalwater. Deze belasting is sterk afhankelijk van het tijdstip. De WKK draait niet continu, doordat er opslag van biogas in een gasklok mogelijk is.

Aquafin wil het eigenverbruik van groene stroom optimaliseren, en ook de kost van aangekochte elektriciteit minimaliseren. Dit kan door predictief te sturen, gebaseerd op de variabele elektriciteitsprijs. Om dit probleem aan te pakken wordt een model predictive controle (MPC) van de WKK voorgesteld aan Aquafin. Dit wordt schematisch weergegeven in figuur 1.

Door het grote elektriciteitsverbruik van Aquafin, wordt de elektriciteit op de handelsmarkt gekocht. Om de elektriciteitskost te minimaliseren, wordt gestreefd om de zelfvoorziening te verhogen, zeker bij momenten waar de prijs hoog is. De zelfvoorziening kan verhoogd worden door de status van flexibele assets te sturen zonder de betrouwbaarheid van het systeem te beïnvloeden. De belangrijkste flexibele asset in Morkhoven is de WKK die op biogas opereert. De biogasproductie

FIGUUR 1: Schema van de MPC voor de WKK in de RWZI.

metingen gasklok (niveau, druk, temperatuur)

gemeten elektriciteitsverbruik

gemeten gasproductie

voorspelling verbruik AI (LSTM)

voorspelling gasproductie moving average

voorspelde elektriciteitsverbruik

voorspelde gasproductie

weersvoorspelling voorspelde PV-productie

voorspelling PV-productie

toekomstige elektriciteitsprijs (Belpex)

TETRA EnergAIslimme sturing WKK Morkhoven

gewensd vermogen WWK

optimalisatie vermogen WWK MPC (genetisch algoritme)

TABEL 1: Resultaten van de fitting van de data met het LSTM model.

Mesures de l'horloge à gaz (niveau, pression, température)

Consommation d'électricité mesurée Prévision de la consommation IA (LSTM)

Production de gaz mesurée

Prévisions météorologiques

Prix futur de l'électricité (Belpex)

Prévision de la production de gaz Moyenne mobile

Prévision de la production photovoltaïque

Prévision de la consommation d'électricité

Production de gaz prévue

Production photovoltaïque prévue

TETRA EnergAI –contrôle intelligent de la cogénération à Morkhoven

Puissance souhaitée de la cogénération

Optimisation de la puissance de la cogénération MPC (algorithme génétique)

FIGUUR 2: Voorspelling van elektriciteitsverbruik in vergelijking met de werkelijke data.

van de vergisting van zuiveringsslib varieert relatief traag en kan daardoor voorspeld worden met het “exponential weighted moving average” van de historische productie van bijvoorbeeld de laatste 10 dagen. Naast de WKK, zijn er zonnepanelen op de RWZI. De opbrengst van de zonnepanelen wordt voorspeld met weervariabelen van de API van OpenWeather met een resolutie van 15 minuten in een tijdsvenster van 10 uren. De meting van afname en injectie van de site en van de PV-installatie en WKK wordt geregistreerd door de ARM-meters beheerd door FLUVIUS. Via het dataplatform van FLUVIUS, is het mogelijk om historische data op te halen met 15 minuten resolutie. Via de historische gegevens van afname en injectie kan het werkelijk verbruik berekend en voorspeld worden.

Een andere variabele nodig voor de optimalisatie is de prijs i.f.v. tijd van gebruik (time of use - ToU). De elektriciteitsprijs (Belpex spot-prijs) wordt elke weekdag om 14u gepubliceerd voor de dag daarna met een 1-uur resolutie. In de volgende twee paragrafen van dit artikel worden de voorspellingsmethode voor elektriciteitsverbruik en de optimalisatiemethode voor de sturing van de WKK toegelicht.

Voorspelling van energieverbruik via neurale netwerken

De voorspelling van het elektriciteitsverbruik wordt gedaan met een terugkerende neuraal netwerk, namelijk een long-short time memory (LSTM). Na verschillende methoden te hebben onderzocht in het EnergAI project (o.a.

random forest, gradient boosting en LSTM), toont LSTM de beste resultaten in termen van trainingstijd en fout. Om de inputparameters te bepalen van de LSTM, wordt een data-analyse uitgevoerd.

De LSTM lost de uitdaging op van lange termijn afhankelijkheden in sequentiële data vast te leggen. Daarom is LSTM de beste methode om het elektriciteitsverbruik te modelleren in de RWZI. De resultaten voor de training en het testen van de voorspelling m.b.v. LSTM voor het elektriciteitsverbruik van de RWZI is samengevat in Tabel 1 en weergegeven in Figuur 2.

Model predictive control van de WKK met genetische algoritmen

De model predictive control (MPC) lost een optimalisatieprobleem op over een vooraf bepaald optimalisatiehorizon, in dit geval 10 uren. De optimalisatie bepaalt de optimale beslissingsvariabelen over de hele optimalisatiehorizon gesplit in tijdstippen, elke 15 min in dit geval. Zodra de optimalisatie voltooid is, worden de waarden van de beslissingsvariabelen geïmplementeerd in de WKK. De optimalisatiehorizon verschuift 15 minuten voorwaarts en start opnieuw. MPC is een toepasselijke strategie voor dit probleem dankzij zijn predictieve natuur, het beschouwen van externe verstoringen, en het reageren op voorspellingsfouten door de heroptimalisatie op elk kwartier.

De optimalisatie wordt gedaan met een genetische algoritme (GA), dat is een soort van meta-heuristisch algoritme geïnspireerd op het evolutieproces in de natuur. Meta-heuristische optimalisatietechnieken hebben het voordeel dat ze een bijna-optimale oplossing kunnen vinden in gevallen waarin exacte, deterministische, wiskundige modellering van het doel met betrekking tot de beslissingsvariabelen niet mogelijk is (zoals het gebruik van black-box-modellen) en voor niet-continue beslissingsvariabe-

FIGUUR 4: Resultaten van de optimalisatie voor 10 uren per halfuur voor een winterse dag: (links boven) vergelijking tussen verbruik en afname, (rechts boven) activatie vermogen van de WKK, (links onder) belpex prijs en elektriciteitskost, (rechts onder) staat van de gasklok van biogas.

len. Een GA bestaat meestal uit de volgende stappen: initialisatie gedreven door een creatie-functie, een fitness-functie, selectie, crossover en mutatie.

Tijdens de initialisatieprocedure wordt een populatie van willekeurig gegenereerde haalbare oplossingen geproduceerd. Elke oplossing binnen de populatie wordt een “individu” genoemd en de beslissingsvariabelen worden voor elk individu gecodeerd als een vector van “chromosomen”, waarbij elk chromosoom één beslissingsvariabele vertegenwoordigt. In ons scenario vertegenwoordigt elk chromosoom het activatievermogen van de WKK tijdens een specifiek kwartier.

Zodra de populatie van oplossingen is gegenereerd, wordt elke oplossing geëvalueerd op geschiktheid. In ons geval is dit gerelateerd aan de elektriciteitskost verbonden aan de afname (verbruik minus opbrengst van PV-installatie en WKK) waartoe elke oplossing zou leiden. Op basis van de geschiktheid van elk individu wordt de populatie gerangschikt van beste naar slechtste. Deze rangschikking wordt door de selectiefunctie gebruikt om de waar-

schijnlijkheid te bepalen dat elke oplossing doorgaat naar de crossover- en mutatiestap. Tijdens de crossover-fase worden twee “ouder”-individuen gekozen via de selectiefunctie en opnieuw gecombineerd, waarbij chromosomen van elke ouder worden gemengd, om een “kind”-oplossing te vormen. Sommige individuen gaan door het mutatieproces waarbij enkele chromosomen van een individu “muteren” naar een andere willekeurige haalbare oplossing om de kindoplossing te produceren. De exacte methode van recombinatie in zowel crossover als mutatie kan variëren, afhankelijk van het type functie dat wordt gebruikt.

Sommige GA's gebruiken ook het concept van “elitisme”, waarbij de beste oplossing(en) van de vorige generatie worden genomen en automatisch in de volgende generatie worden geplaatst zonder door crossover of mutatie te gaan. Het proces van het genereren van populatie na populatie gaat door totdat aan een vooraf gedefinieerd stopcriterium is voldaan. De stopcriteria kunnen betrekking hebben op de optimalisatietijd, het aantal generaties, de beste oplossingsfitness of de afwijking tussen vorige en huidige op-

timale oplossing. De optimale operatie kan de elektriciteitskost verminderen met minstens 30% t.o.v. het huidige operatieschema tijdens de winter, maar geeft geen besparing tijdens de zomer.

Besluit

Dit artikel toont de toepassing van AI-methoden voor de voorspelling van energieverbruik en economische optimalisatie van de WKK. Een terugkerend neuraal netwerk zoals LSTM kan het energieverbruik voorspellen met een relatief hoge determinatie coëfficiënt (>0.7) in een relatief korte tijd, zowel voor de training (1173 sec) als voor het testen (4 sec) van het model. De optimalisatietijd is rond 120 sec, dus goed voor een optimalisatie ieder halfuur.

Auteurs:

Paula C. Acuña-Roncancio, Lector en onderzoeker bij HOWEST Bart Saerens, R&D ingenieur bij Aquafin

Sunny Tripower CORE2

Bereik topprestaties bij grote commerciële installaties.

KIES VOOR DE SUNNY TRIPOWER CORE2: Prestatie, efficiëntie en onderdeel van de cashbackcampagne!

Geef marketing een gezicht

Bij de realisatie van een succesvol event is het communicatietraject van essentieel belang. Dit geldt voor zowel live events als online en hybride events. Een waterdicht communicatieplan samen met de juiste marketing communicatie zorgen immers voor een hoge opkomst. Events zorgen voor een verbinding onderling, met de organisatie en zelfs met bredere doelgroep. Dat gezamenlijke “kippenvel-moment” kan men met geen ander communicatiemiddel bereiken. Die emotie en beleving versterken de boodschap van een organisatie als geen ander. Dat maakt events het krachtigste communicatiemiddel dat er bestaat.

Culinaire wandeling in Gent

Op donderdag 26 september 2024 combineerde Techlink OostVlaanderen het beste van twee werelden met een culinaire avondwandeling doorheen het adembenemende Gent. Lekker gegeten, veel informatie (geschiedenis) gekregen van onze gids, maar vooral leuk gezelschap met de 55 aanwezige leden!

Van links naar rechts: Sophie Lambert, Dirk De Wolf, Carole Metzmacker en Sofie Lapière. Tot het team behoren ook Estelle Foret en Inge De Ridder (afwezig op deze foto). ‘Het communicatietraject is onmisbaar rondom een event als Install Day’, aldus het MarCom team van Techlink.
Van links naar rechts: Voorzitters van Techlink
Oost-Vlaanderen
Jan Pieters en Nadine Roels spraken de aanwezige leden toe.
Monocolor White

De werknemers van Techlink staan dagelijks voor jou op de barricaden. Ze vertegenwoordigen onze sector in heel wat vergaderingen, beantwoorden al jouw vragen en doen zoveel meer. Toch verschuilt zich achter de façade ook gewoon een mens met zorgen en dromen.

DOLORES SOBRINO

→ Geboren op 27 oktober 1966

→ Sterrenbeeld: Schorpioen

→ Functie: Directie Attaché

→ In dienst sinds september 2023

→ Favoriete film: Vicky Cristina Barcelona (Woody Allen)

→ Favoriete boek: Theater van Molière

DIRECTIE ATTACHE DOLORES SOBRINO

“Met goede vrienden

van een

mooie wijnoogst genieten, is het mooiste dat er is!”

Dolores woont in Saint-Remy-Geest – uitgeroepen tot één van de "Mooiste dorpen van Wallonië", in de gemeente Jodoigne, aan de taalgrens in Waals-Brabant – samen met haar man Jan (55 jaar). Ze heeft een zoon Owen (26 jaar) die in Brussel woont en afgestudeerd als economist/statisticus. En zijn eerste stappen zet op de arbeidsmarkt. ‘Wanneer ik aan de drukte van alledag wil ontsnappen is Saint-RemyGeest precies wat ik nodig heb. In deze omgeving genieten we volop van de natuur: denk aan uitgestrekte weilanden, groene velden, mooie vergezichten, enz.’

Ze heeft Spaanse roots, wat maakt dat de Spaanse taal geen geheimen voor haar kent. Neem daar de Franse, Italiaanse, Nederlandse en Engelse taal bij, wat dan ook een meerwaarde betekent om als Directie Attaché te functioneren.

Passie voor taal

Aan de Universiteit van Bergen heeft Dolores een Master in taal- en letterkunde en een Manama in toegepaste economische wetenschappen behaald. Na haar studies bleek al snel dat ze een allround communicator in hart en nieren was met een praktische ingesteldheid en een voorliefde voor woorden, teksten en literatuur.

‘Ik speel graag met woorden. Teksten tot leven brengen met ritme en passie geeft me voldoening. Hierdoor besloot ik bij een reclamebureau te beginnen als copywriter. Copywriting is de kunst van het schrijven van een tekst voor marketingdoeleinden. Dit deed ik eerst als zelfstandige en nadien mijn eigen vertaal- en copywritingbureau uit de grond gestampt. Ik werkte samen met een uitgebreid netwerk van vertalen en copywriters. Na

15 jaar was het routine geworden en wou mezelf heruitvinden.’ Na enkele interim jobs werkte ze als Corporate Communications Coordinator bij Etex, een internationale fabrikant van bouwmaterialen. Zo kwam ze in contact met de bouwoplossingen van morgen.

Dolores is de beste versie van haarzelf als ze haar vaardigheden ten volle kan benutten in een zeer hands-on opdracht. Dit vond ze in haar huidige functie bij Techlink. ‘Gedreven door interactie met mensen, blink ik uit in organiseren, multitasken en het leggen van contacten met een groot aantal belanghebbenden. Als rechterhand van het management volg ik het reilen en zeilen van Techlink op de voet.’

Wijnliefhebber

Reizen in Europa, dat doet Dolores het liefst zo vaak als ze kan... Andere culturen, geuren en smaken; het verrijkt ons leven. ‘Ik ben een grote fan van wijnen uit Italië (Amarone) en Frankrijk (Bourgogne). Om die wijnen echt te leren kennen, ben ik er op reis geweest. Door ter plaatse te proeven en met de wijnmakers te praten, leert men de verschillende druivenvariëteiten te onderscheiden en te appreciëren.’

Belgen zijn echte Bourgondiërs, dat kan men ook merken aan hun kelders. ‘In het huis waar wij nu wonen was er een oude stenen kelder. In het begin kreeg deze niet echt een invulling. Tot op een gegeven moment mijn zoon zei: “waarom maken jullie er geen wijnkelder van?” Ik dacht oké! Het is niet erg groot maar wel heel mooi en perfect geschikt qua temperatuur en luchtvochtigheid om wijnen in te bewaren en te laten ontwikkelen. Zo zijn we er mee begonnen!’

LEDVANCE

introduceert BULKHEAD COMPACT RC

LEDVANCE lanceert met BULKHEAD COMPACT RC een nieuw veelzijdig armatuur met Multi Select eigenschappen (instelbare lichtkleur en lichtstroom) en in versies met en zonder sensor. LEDVANCE BULKHEAD RC biedt unieke flexibiliteit dankzij Multi Select: de kleurtemperatuur (Multi Colour) is instelbaar naar 3.000K en 4.000K. Bovendien is het vermogen selecteerbaar (Multi Lumen) op de driver, waardoor de lichtstroom instelbaar is in 3 stappen, van 500 tot maximaal 840 lumen. Met een hoge IP65-classificatie is dit product perfect geschikt voor gebruik in stoffige en vochtige ruimtes, terwijl de hoge IK10-waarde ervoor zorgt dat het bestand is tegen vandalisme en ruwe behandeling. Dit maakt het ideaal voor installatie in openbare ruimtes zoals portieken, gangen, galerijen, traphuizen, ontvangsthallen, doorgangen en onderdoorgangen. De behuizing (wit of zwart) en deksel zijn gemaakt van Uv-bestendig PC. www.benelux.ledvance.com

Slimme, geïntegreerde oplossingen voor de uitdagingen van morgen

De Living Tomorrow-campus in Vilvoorde, België, is een visionair project dat inspeelt op de uitdagingen van de toekomst en laat zien hoe slimme technologieën ons dagelijks leven kunnen verbeteren. In samenwerking met ABB integreert deze campus geavanceerde energie- en digitale oplossingen om een duurzame, comfortabele en veilige omgeving te bieden. ABB heeft innovatieve technologieën geleverd zoals energiebeheersystemen, oplossingen voor het opladen van elektrische voertuigen en slimme gebouwautomatisering. Met ABB zijn de systemen op de campus verbonden en geoptimaliseerd voor een efficiënter beheer van energie en comfort. Dit project laat zien hoe geïntegreerde oplossingen kunnen bijdragen aan een lager energieverbruik, terwijl veiligheid en comfort gewaarborgd blijven. Deze samenwerking onderstreept de visie van ABB op duurzamere en slimmere gebouwen, afgestemd op de behoeften van morgen. https://new.abb.com/benelux

Preflex UV - Flexibele, UV-bestendige elektrobuizen

Preflex heeft aan zijn al zeer kleurrijk buizenarsenaal een zwarte UV-bestendige variant toegevoegd: Preflex UV, geschikt voor outdoor, bovengrondse installaties. De vraag naar een kwalitatieve, UV-bestendige flexibele elektrobuis

klonk de laatste jaren steeds luider. Preflex komt meteen met een compleet assortiment met buisdiameters van 16, 20, 25, 32 en 40mm. De buizen zijn voorzien van een trekdraad en van een extra gladde, “low friction” binnenlaag (16, 20 en 25mm) die het in- en uittrekken van kabels vergemakkelijkt. Preflex UV biedt de beste bescherming aan outdoor kabels voor diverse toepassingen. Denk aan buitenverlichting, -stopcontacten, maar ook laadpaal- of PV-infrastructuur.

In het bijzonder voor de PV-installateur zijn de Preflex UV-bestendige buizen een gunstige ontwikkeling. Verschillende types Preflex UV-buizen met Solarkabel 4mm2 of 6mm2 en al dan niet een aardingsdraad zijn beschikbaar op eenheidslengtes tot 200m zodat je met één enkel product uw zonnepaneelinstallatie bekabelt vanop het dak tot aan de omvormer en de meterkast. Check de online catalogus voor het volledige aanbod. www.pipelife.be | www.preflex.be

Hager biedt u een totaaloplossing voor de laadinfrastructuur van EV’s

Hager introduceert de nieuwe polyester voetpadkasten die zowel de specifieke beveiligingsapparatuur voor laadpalen kunnen bevatten, als het modulaire loadmanagement systeem voor het beheer van een laadinfrastructuur tot 40 laadpunten. Met de LLM (local load manager) kan de laadinfrastructuur aangestuurd worden, zodat de continuïteit van de hele elektrische installatie gegarandeerd kan worden:

• Een ruim gamma polyester voetpadkasten met keuze tussen ingraafsokkel of opbouwsokkel.

• Snelle opbouw in de voetpadkasten met kits voor modulaire apparatuur (uitrustingskits univers N). Dit zorgt voor een groot installatiegemak en tijdwinst.

• Een load manager (XEM520) voor het statisch of dynamisch beheer tot 40 laadpunten en compatibel met de laadpalen witty share en witty park.

• De load manager is heel eenvoudig te configureren met de laadpalen.

• Communicerende laadpalen witty share voorzien van één enkel laadpunt, en witty park met 2 laadpunten. https://hager.com/nl-be

ALTIJD MEE, PRO EN PRIVÉ

Je bent je eigen baas en je werkt elke dag hard voor je klanten. Je verwacht terecht ook het beste van je partners. Bij Federale Verzekering zetten we ons al meer dan 100 jaar in voor ondernemers zoals jij. We beschermen kostbare en onmisbare machines, maar ook je aansprakelijkheid. Een aanvullend pensioen? Daar hebben we de oplossingen voor. En natuurlijk ben je niet enkel ondernemer. We beschermen dan ook je gezinswoning en je familie... en we zorgen voor het spaarpotje voor je oogappel!

Federale Verzekering. Altijd mee, pro en privé. Meer info op federale.be

Raadpleeg altijd de algemene voorwaarden alsook de financiële en technische infofiches voor je intekent op een product leven. Federale Verzekering – V.U: Tom De Troch – Stoofstraat 12 – 1000 Brussel  - www.federale.be - Gemeenschappelijke Kas voor Verzekering tegen Arbeidsongevallen - Vereniging van Onderlinge LevensverzekeringenCoöperatieve Vennootschap voor Verzekering tegen Ongevallen, Brand, Burgerlijke Aansprakelijkheid en Diverse Risico’s CV - RPR Brussel BTW

BE 0403.257.506.

JEWELLERY FOR WALLS

Niko Rocker en Niko Toggle Belgisch design en vakmanschap niko.eu/rockertoggle

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.