Ruimtelijk perspectief Rotterdam Zuid uitwerking pijler wonen NPRZ
Programmabureau NPRZ Mijnsherenlaan 6 Rotterdam Zuid
april 2014
Aanleiding
Aanleiding Voor u ligt het ambitiedocument ‘Ruimtelijk perspectief Rotterdam Zuid’, opgesteld door de partners van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid. Het is een uitwerking van de pijler wonen. Zonder verbetering in deze pijler, blijven sociale stijgers (bewoners die er qua opleiding en inkomen op vooruitgaan) vertrekken en beklijven de inspanningen in de pijlers school en werk niet. Het document bestaat uit een ruimtelijke visie en een ontwikkelingsstrategie op hoofdlijnen. Het legt de relatie tussen de lange en de korte termijn: waar willen we naar toe en hoe daar te komen? De ambitie is helder: Rotterdam Zuid moet een stabiele woonomgeving worden vergelijkbaar met de rest van de vier grote steden in Nederland. Voor de uitvoering ervan is hulp nodig van andere partijen. We geven aan met welke inspanningen we zijn gestart, maar ook waar het gat zit tussen onze ambitie en de gezamenlijke uitvoeringskracht. De kernopgave voor de komende 20 jaar is al vastgelegd in Zuid Werkt!. Daarin heeft het Rijk aangegeven mee te willen werken aan de grote ambitie in de woningvoorraad onder de voorwaarde dat Rotterdam en partners een visie op Zuid, een regionale woonvisie, een businesscase en financieringsplan opstellen. In het Uitvoeringsplan NPRZ (2012-2014) is dit verder uitgewerkt, en is voor de visie op Zuid afgesproken dat, na het opstellen van de handelingsperspectieven voor de focuswijken, er een ruimtelijk perspectief voor Zuid wordt opgesteld, in samenspraak met de partners. Samen met de handelingsperspectieven biedt dit document het kader waarbinnen de woonambities van het NPRZ de komende twee decennia gestalte krijgen.
3
De afgelopen twee jaar is ten behoeve van de uitvoering van de woonambities al veel bereikt. Voor de korte termijn (t/m 2017) is met het Rijksconvenant Vestia-projecten en de middelen uit de Verhuurdersheffing ten behoeve van investeringen op Zuid geld vrijgekomen om te investeren in de woningvoorraad. Ook is vanuit gemeentelijke middelen fors geïnvesteerd in de basisverbetering van de particuliere voorraad en de openbare ruimte. Om investeringen in de woningen en de woonomgeving ook op de langere termijn te borgen blijft het samenwerken met publieke en private partners van cruciaal belang. Zuid is groot en kent een variatie aan woonmilieus. In hoofdstuk 1 wordt de ontwikkelrichting van de verschillende woonmilieus beschreven. De diversiteit biedt aanknopingspunten voor de ontwikkelstrategie per wijk en de ingrepen in de woningvoorraad die ook in dat hoofdstuk aan bod komen. Naast de woning spelen andere factoren een rol in de keuze voor een woonomgeving. In hoofdstuk 2 komen deze factoren aan bod: van de grote gebiedsontwikkelingen waar banen en grootstedelijke voorzieningen zich concentreren tot de verbetering van de bereikbaarheid, de winkelvoorraad en de buitenruimte. Hoofdstuk 3 omvat de financiële strategie die hoort bij de ambities zoals omschreven in de voorgaande hoofdstukken.
4
Inhoudsopgave
Aanleiding 3
1 Betere woningen: meer diversiteit van wonen op Zuid 1.1 De opgave 1.2 Ontwikkelrichting centrumstedelijk wonen op de Kop van Zuid 1.3 Ontwikkelrichting groenstedelijk wonen in de tuinsteden en tuindorpen 1.4 Ontwikkelrichting rustig stedelijk wonen in de oude stadswijken
6 6 7 8 9
2 Betere wijken: versterken randvoorwaarden voor het wonen op Zuid 14 2.1 Aanwezigheid van banen 14 2.2 Aantrekkelijk winkelaanbod 17 2.3 Maatschappelijke voorzieningen: onderwijs, sport, cultuur, zorg 18 2.4 Openbare ruimte 18 2.5 Bereikbaarheid 19 3 FinanciĂŤle strategie 22 3.1 Woningvoorraad 22 3.2 Randvoorwaarden 24 3.3 Conclusie en vervolg 26
5
1 Betere woningen:
meer diversit eit van wonen op Zuid
1.1 De opgave De woningvoorraad in de regio Rotterdam is imperfect. Rotterdam heeft een overmaat aan sociale woningen terwijl enkele omliggende gemeenten een sociale voorraad hebben die kleiner is dan de omvang van de doelgroep. De woningvoorraad in Rotterdam Zuid bestaat uit veel kleine, goedkope, gestapelde en kwetsbare woningen, verouderd particulier bezit en er is weinig vraag. De eenzijdigheid in de voorraad weerspiegelt zich in de bevolkingssamenstelling. Bewoners die zich ontwikkelen, trekken vaak weg uit Zuid en worden opgevolgd door instromers aan de onderkant. Door die beweging lukt het Zuid niet om ook sociaaleconomisch een stap voorwaarts te zetten. Dat is terug te zien in een aantal veelzeggende indicatoren. Het realiseren van aantrekkelijke woonmilieus is een manier om de mensen die het sociaal en economisch beter krijgen (sociale stijgers) voor Zuid te behouden. Het streven is om de continue in- en uitstroom van bewoners te stoppen en meer in evenwicht te laten zijn. Hiervoor zijn forse investeringen nodig in de woningvoorraad. De ambitie is de wijken meer divers te maken: qua woningaanbod, bevolkingssamenstelling,
Nederland
voorzieningenniveau en inkomensniveau. Het gemiddelde van de wijken moet in 2030 vergelijkbaar zijn met het gemiddelde van de vier grote steden. In het totale gebied (Charlois, Feijenoord en IJsselmonde) van het NPRZ staan 95.000 woningen, waarvan de komende 20 jaar 35.000 woningen verbeterd of vervangen moeten worden. Van de 35.000 woningen zijn 12.000 woningen in bezit van corporaties en 23.000 in bezit van particulieren. In de zeven focuswijken is de opgave het grootst. In Rotterdam is grote vraag naar drie typen woonmilieus: centrumstedelijk, rustig stedelijk en groenstedelijk. Op Zuid zijn deze woonmilieus in potentie aanwezig. In dit hoofdstuk is de toekomstige identiteit van deze milieus beschreven en hoe daar te komen. De huidige situatie in de wijken ligt niet op dat niveau. Sommige wijken zijn verder verwijderd van het perspectief dan andere. Op hoofdlijnen is de inzet gericht op blijvend verdunnen in de tuinsteden en de stadswijken. Dit woningverlies wordt gecompenseerd door inbreiding en functieverandering op de Kop van Zuid en in de oude havengebieden.
Totaal G4
Rotterdam
Zuid
7 Focuswijken
% huishoudens met WWB-AO-of WW-uitkering 8%
13%
14%
17%
22%
% kinderen in gezin met inkomen tot 105%
15%
18%
23%
30%
% leerlingen in het VWO 22% 22%
16%
13%
12%
8%
van het sociale minimum t.o.v. alle kinderen
21% % voortijdig schoolverlaters 17-22 jaar 8% 16% 19% in totale bevolking 17-22 jaar % kinderen in de basisschool met
13%
28%
33%
41%
50%
laag opgeleide ouders 51% % kwetsbare meergezinswoningen 26% 37% Eerste en tweede generatie immigranten Gemiddelde WOZ-waarde
20%
€ 237.000
6
42%
48%
58%
€ 220.000
€ 163.000
€ 126.000
73% € 103.000
centrumstedelijk wonen Kop v Zuid rustig stedelijk wonen stadswijken groenstedelijk wonen tuinsteden/dorpen economische brandpunten
1.2 Ontwikkelrichting centrumstedelijk wonen op de Kop van Zuid De Kop van Zuid, onderdeel van de Rotterdamse binnenstad, heeft de potentie het al aanwezige centrumstedelijke woonmilieu verder te versterken. Op de Wilhelminapier en in het gebied tussen Laan op Zuid en de Rijnhaven is het milieu dynamisch, levendig en hoogstedelijk. Al ruim 15 jaar wordt toegewerkt naar dit centrummilieu en die identiteit is voelbaar. Een grote mix aan functies is aanwezig: werken, wonen, leren, uitgaan, winkelen, etc. Hoge dichtheden, zichtbaar in stevige bebouwing, karakteriseren dit milieu. Wonen vindt vooral plaats in gestapelde vorm: appartementen. Het is een woonmilieu geschikt voor kleine, stedelijk georiënteerde, huishoudens met midden en hogere inkomens, maar ook voor studenten en starters is er plaats. De functiemix op Katendrecht is anders en kent meer rustige woongebieden waar ook gezinnen aangenaam leven. Toch hoort dit deel van de Kop van Zuid, mede door de komst van de brug tussen Wilhelminapier en Katendrecht en door de SS Rotterdam, ook tot de belangrijkste vrijetijdsbestemmingen van de stad. Het uitbouwen van deze kracht staat centraal.
Op de Kop van Zuid is een grote hoeveelheid banen aanwezig met veel variatie. Werken vindt vooral plaats in kantoren en grote opleidingsinstituten en in de vrijetijdseconomie: winkels, horeca, culturele instellingen en toerisme. Het gebied is bereikbaar met alle vervoerssoorten maar de nadruk ligt op een goede bereikbaarheid met het openbaar vervoer. Parkeren vindt in de gebouwen plaats. De openbare ruimte op de Kop van Zuid behoort tot de belangrijkste visitekaartjes van de stad. Door de hoge dichtheden is de hoeveelheid openbare ruimte beperkt. De rivier en haar oevers vormen de belangrijkste openbare ruimtes van het gebied en zijn tevens trekpleister voor bezoekers uit een veel groter gebied. Groen is aanwezig in parkjes verspreid door het gebied, langs de rivieroevers en in de vorm van bomenrijen aan de doorlopende lanen. De inzet voor de toekomst ligt in het verbeteren van de continuïteit en het inrichtingsniveau van de kades, het verbeteren van oost-west relaties in het gebied en het realiseren van kleine parkjes aansluitend op de woonbebouwing. Strategie: afmaken Kop van Zuid Het effect van de investeringen in de Kop van Zuid is inmiddels zichtbaar en voelbaar in een groter gebied. De opgave voor de komende jaren is het versterken en verder laten ‘uitlopen’ van dit milieu. Het afmaken van de Wilhelminapier, de verdere ontwikkeling van Katendrecht (incl. Pols-gebied), de doorontwikkeling van Afrikaanderwijk en Parkstad hebben hier prioriteit. Het verbeteren van verbindingen in het gebied en met de omgeving zorgt voor meer economische vitaliteit en draagt bij aan het uitvloeien van het centrumstedelijke milieu. In de plannen is voorzien in een toevoeging van nog zo’n 4.000 woningen en 400.000 m² werk- en voorzieningenprogramma in dit totale gebied, dat loopt tot aan de Putselaan (incl. Kop van Feijenoord en Afrikaanderwijk). Daarmee zal de ontwikkeling zeker nog tot 2030 doorlopen en een uitgekiende fasering kennen. Er is door publieke en private partijen de afgelopen decennia fors geïnvesteerd in de randvoorwaarden die dit gebied tot een aantrekkelijk woon- en werkmilieu maken. Het principe voor de verdere ontwikkeling is vanuit de bestaande kracht van het gebied verder te werken richting de randen. De vestigingsvoorwaarden voor de verdere ontwikkeling van het centrumstedelijke woonmilieu
centrumstedelijk 7
op de Kop van Zuid zijn grotendeels op orde. Private partijen zullen vanaf nu het initiatief krijgen dit woonmilieu steeds verder te ontwikkelen. De gemeente faciliteert en investeert nog wel in de openbare ruimte en het voorzieningenaanbod. Er wordt ruimte geboden aan een consortium om de Rijnhaven te ontwikkelen tot visitekaartje van de innovatieve en attractieve deltastad. 1.3 Ontwikkelrichting groenstedelijk wonen in de tuinsteden De tuinsteden Pendrecht, Zuidwijk, Lombardijen en IJsselmonde vormen, samen met de tuindorpen Vreewijk en Wielewaal, het groenstedelijk woonmilieu op Zuid. De kwaliteit van dit woonmilieu wordt vooral bepaald door de aanwezigheid van veel groen. Volwassen bomen, parken, tuinen en waterpartijen bepalen het beeld. Ook de ligging van de wijken, tussen de stad en het buitengebied rond de Oude Maas, is een belangrijk kenmerk. De kwaliteiten van deze wijken vormen een goede basis voor de toekomst. Dit woonmilieu is bij uitstek geschikt voor gezinnen, ook de midden (en hogere) inkomens zijn hier goed op hun plek. Het woningaanbod sluit aan bij deze doelgroepen. Het aanbod aan eengezinswoningen met eigen tuin is dominant doordat een transformatie van gestapelde naar grondgebonden milieus heeft plaatsgevonden. Verder is het een woonmilieu dat plaats biedt aan een ieder die op groen en ‘buiten wonen’ gesteld is. Tweepersoonshuishoudens die graag rustiger en ruimer wonen, zijn hier ook veel te vinden.
Het voorzieningenaanbod sluit aan bij bovengenoemde doelgroepen. Goede scholen zijn een belangrijke vestigingsfactor voor gezinnen en dienen dus op orde te zijn. Zo ook het winkelaanbod voor de dagelijkse boodschappen en sport- en recreatievoorzieningen. Het groenstedelijk milieu is grotendeels een mono-functioneel woongebied met enkele voorzieningencentra. De nabijheid van werk is wel bepalend voor de aantrekkelijkheid van dit woonmilieu. Hoe meer banen binnen bereik, hoe aantrekkelijker. De bewoners zijn vooral auto-georiënteerd. Een goede autobereikbaarheid is een belangrijke kwaliteit van deze wijken. Dit wordt mede bepaald door de gunstige ligging van deze wijken ten opzichte van de ring van snelwegen rond de stad. Goede fietsroutes naar het buitengebied en naar de binnenstad zijn van belang. Daarnaast zijn goede openbaarvervoer verbindingen met de rest van de stad, tussen de wijken en naar grote voorzieningencentra en stations aanwezig in de toekomst. Strategie: doorgaan met transformatie naar grondgebonden milieus Vanaf begin jaren 2000 wordt gewerkt aan een grootschalige herstructurering van de tuinsteden op Zuid. Op meerdere pijlers wordt tegelijkertijd geïnvesteerd en die aanpak betaalt zich uit; een hogere bewonerstevredenheid, differentiatie in woningaanbod en bevolkingssamenstelling en waardeontwikkeling in het vastgoed. In de verschillende wijken hebben vaak één tot twee corporaties het overgrote deel van de woningvoorraad in bezit. Dit maakt een gestructureerde en goed gefaseerde aanpak makkelijker. De transformatie van een grotendeels gestapelde voorraad naar een woonmilieu met veel meer eengezinswoningen staat centraal. In Pendrecht, Zuidwijk, Lombardijen en Groot IJsselmonde stonden tot 2020 nog zo’n 3.000 nieuwe woningen gepland. Door het wegvallen van de marktvraag is de aanpak hier bijgesteld. Voor 2020 zal beperkt nieuwbouw plaatsvinden en de focus vaker liggen op renovatie. Na 2020 zal de transformatie van gestapeld naar grondgebonden doorgaan. Per saldo vindt in de tuinsteden een verdunningsslag plaats. Op een iets hoger schaalniveau wordt het verlies van woningen gecompenseerd. Rond de tuinsteden kunnen in de verdere toekomst nog gebieden met woningen worden ontwikkeld, zoals de Veranda, Stadionpark en Verolme. Voor wijken als Beverwaard, waar een fysieke aanpak van de woningvoor-
groen stedelijk: tuindorpen 8
Stadswonen
Rustig wonen
Rivierstad
Toekomstperspectief woonmillieu’s stadswijken raad niet aan de orde is, wordt bekeken hoe de leefbaarheid daar ook naar de toekomst toe gegarandeerd kan worden. De tuindorpen Vreewijk en Wielewaal zijn geliefde woonwijken, de groenstedelijke woonmilieus bij uitstek. De woningvoorraad bestaat uit kleine eengezinswoningen (<75 m²) die vaak bouwtechnisch slecht zijn. In Vreewijk wordt in samenspraak met de bewoners de aftrap gedaan voor de restauratie, renovatie en gedeeltelijke sloop-nieuwbouw van meer dan 1.300 woningen. In Wielewaal is de corporatie, ook in overleg met bewoners, ver gevorderd met een ontwikkelvisie waarbij de 550 (nood)woningen grotendeels worden vervangen door gezinswoningen. De herstructureringsopgave in de tuinsteden en tuindorpen is nog groot. Prioriteit ligt bij het afmaken van de in gang gezette herstructurering in Pendrecht en Zuidwijk door de corporaties. Herstructurering in IJsselmonde zal gefaseerd worden in de tijd. De corporaties nemen het initiatief voor transformatie van Vreewijk en Wielewaal naar moderne groenstedelijke milieus. De gemeente stimuleert en faciliteert dit proces en doet aansluitend investeringen in de buitenruimte, waterberging en voorzieningenaanbod.
levendige en rustige delen en een zekere kritische massa aan woning- en voorzieningenaanbod dat voor mensen met een midden of hoger inkomen aantrekkelijk is. Dat betekent dat binnen de oude stadswijken meer verschil tussen de wijken en binnen de wijken zelf gemaakt moet worden, o.a. door toevoeging van woningaanbod voor midden en hogere inkomens ten koste van goedkope woningvoorraad. Wijken grenzend aan de Kop van Zuid, zoals Afrikaanderwijk, delen van Feijenoord en Hillesluis, zullen stadser en levendiger blijven dan andere. In delen van de wijken Oud Charlois, Carnisse, Tarwewijk en Bloemhof is het creëren van echt rustige woonmilieus de opgave. Daarmee ontstaat meer onderscheid en trekken ze diverse doelgroepen. Qua hoofdopzet kennen de wijken straks stadse delen, rustige
1.4 Ontwikkelrichting rustig stedelijk wonen in de stadswijken De stadswijken worden op dit moment door met name de sociale stijgers en de middeninkomens als te eenzijdig, arm en sober ervaren. Er is behoefte aan een groter verschil tussen rustig stedelijk 9
Identiteitsdragende plekken in de wijk, zoals singels, pleinen, winkellinten, markante historische gebouwen of complexen vormen de herkenningspunten van de wijk. Ze kunnen doorgroeien tot iconen: plekken waar bewoners zich mee identificeren. De aanwezigheid van groen en speelruimte in de nabijheid van de woning is van belang voor de leefbaarheid in dit compacte milieu. Het zijn kindvriendelijke wijken waar in de straat ook ruimte is voor spelen, naast het parkeren van auto’s. Qua bereikbaarheid ligt de focus op een ontsluiting met het openbaar vervoer. Veilige fietsroutes zorgen voor goede verbindingen met de binnenstad, tussen de wijken onderling, richting stations en naar economische brandpunten.
delen en plekken die qua identiteit en ligging een stevige relatie hebben met de rivier. In de handelingsperspectieven voor de stadswijken (vastgesteld bestuur NPRZ, maart 2013) is uitwerking gegeven aan deze ambitie. Van alle woonmilieus kennen de stadswijken in de toekomst de grootste mix aan bevolkingsgroepen in inkomens, huishoudensamenstelling en afkomst. Het is een milieu voor iedereen, waar ook gezinnen aangenaam kunnen wonen. Mensen die kiezen voor dit woonmilieu zijn vaak stedelijk georiënteerd: ze houden van de levendigheid die de stad te bieden heeft, wonen er liever niet middenin, maar willen wel voorzieningen van niveau (horeca, scholen, winkels).
traat Boezems
m Z oo se
dlaa
ling Kra
. Ou Burg
s
arkweg
wensin
10000
Rhijnau
an Volkerla
20000 0 Zuid
ria
an
30000
Pact op Zuid
Ad
Hilled ijk
e Groen
an nla ere nsh Mij
Zuiderp
40000
gem / corpo
Zoelen
particulier
eigenaar / bewoner
laan
ijk
0
500
1,000
2,000 Meter
se
a sc
l
n Ra
we g
dw
Zuidwijk
50000
Groot-IJsselmonde
yerd Re
Spinozaweg ge
woningen
pje om
n
Hofla an
Zwaa
Dorpsweg
60000
gel
we g rg
ns hals
Boezemweg
laa n
se Be rg
Be
Bo
en dijkwal 's-Grav
O.z . ave n Wa alh Schulpw
w eg
woningen
n laa en Ro z g lkw e
Sto
Abr. v.
eg
Tuin
uis
70000
ond
Kr
trie
us
nrijweg
elm
e
eigenaar / bewoner
IJss
en
Benede
ne
Groeninx van
Pa
Gr o
eg
Gro e
Molenvliet
eg
eg w Algera
an
eg
Olympiaweg
Vreewijk
eg
Ree w
ew
els kel Schen
nla dio
iaw l
Lombardijen
at
particulier Stad
Beverwaard
g
htsestra
0
Kralingseveer
g
we at
Sliedrec
e
Slin
20000
80000
Sta
g
eg Bree w Be uk en da a
mp Oly
Bree
eg
we
Strevelsweg
dw
um
an
Bloemhof
Zuiderpark ard ega Old
60000
Zuid-West
we Stadion
nw
Pendrecht
Slinge
p Ca
's-Gravenland
ra st
rde
80000 40000
m ra 's-Gravenland Oost Sibeliusweg
Van Brienenoordbrug
Hillesluis R
Zuidplein
s Carnisse ingel
lw
100000
gem / corpo
sse
eg
Carnisse
Zuiderpark Oldeg aa
laan
n
me Zan dweg
Wielewaal
Ab
e rs
Middelwa
Ind
a Va
Albert Plesmanweg
Fascinatio
ij
o ev ck
eg
Beverwa ardse weg
se
g
Waalhaven-Zuid
R v.
Rivium
de Esch
Putselaan Hi lle vli et
dt
we
en Z.z.
inw
's-Gravenweg
Oud-IJsselmonde
Krom
n ave
Waalhav
Ple
's-Gravenland
Afrikaanderwijk
r Do
alh Wa
Waalhaven
Kralingen-Oost
La Kop van Zuid ala an an op -Entrepot Zu id
Dordtselaan
a lsela Brie
Oud-Charlois
140000 120000
lo Co
an
ostr.
um
Katendrecht
Tarwewijk
at
en H am w eg
sth
g
kla Do
langel
eg
Maeterlinckweg Vrijenb
an
Baan
se ek
Sm ith o
g
10
ReyerswaardStrevelshoek
ref.: P111_eigendom geclusterd corpo Projectnr.: 502
centrum ZHZ Bin
ne
se
baan
ion at St
nla nd
Bron: AVS Bewerking: dS+V/Verg/Geo-info Peildatum: 1-1-2007 februari 2009
g
twe
Handels-
ijk
we at
an
rd Voo
s N
we
2e Barendrechts
Ba
Hoefslag
nd se
tra
Smitshoek rtla
Voordijk
Carnisser Baa
Essendijk
Po
ss
Rijsdijk
k Rij
ach
bron: AVS, peildatum 1-1-2007, feb 2009 Rijsdijk
Die
Dunantlaan
mb
nri He
nA
Ba
g we ein renst
Vere
Carnisser
straat
Verbindingsweg
urgweg
Charloisse Lagedijk
Sweelincklaan
He
twe
l
Maastunnel
a ypla
ijk
ijk rd ge
at
Schiemond
Kop van Zuid
de
160000
Capelle West
Erasmusbrug
ka
dreef
M
Noordereiland
Po
Schenkel
gseweg
Feijenoord
stz We
Park
10 - 99 woningen
Ringvaart weg
e ad
Nieuwe Werk
rk Pa
Kralin
2 - 9 woningen
eg gsew Kralin ilhweg s Dut Jacque
sk aa
ijk eed
at
ijk
t aa str om at bo tra nje ses Ro
tra ss
stra W. Bu yten wech Delfshaven ijk eed stz We
Prinsenland
a Or
us
an
in
Dijkzigt
Kralingse Bos
n Ho
s
sen
sla
Willemsbrug Schiedamsedijk
Bospolder
gel
ch Ro
weg
at tra
Pla
Maas Struisenbou lev ard burg
ak
laak
West-B l ge
n ve ha er Vi
Mathenesse
mse
dijken
in Cools
ieda
n sserlaa Mathene eg enw Binn Nwe
e
Sch
Tussen-
eed
Stadsdriehoek
Bla
Sin
nes
Middelland
Cool
eD
se
Kralingen-West Oos tz
r
the
kad
Ma
hts
mseweg aat
rec
Witte Dorp
eg serw
Alb
se
Nieuwe Westen
Oude Westen
Weste
n
Spangen
Heemraads singel
a lkla Tja
an
lsdijk Beuke
eg
ngel
ling
ge rgsin
de
Goudsesi
C.S.Kwartier
Beukelsw
Ou d
Goudse Rijweg
Rubroek
Weena
Kra
Dijkla
> 99 woningen
enbe
buurt
Provenierswijk
polder
Horvathweg
Oud Crooswijk
N sin oord ge l
y Zeel
ka
g
Blijdorpse-
Nanc
hie
Sc
we
eg
om
g
nw
houders weg
ten
Gie
e ss
Sta
Stad
Boszo
g
we
we
Oude Noorden
Blijdorp Agniese-
Het Lage Land nlaan Prinse
Miche
Nieuw Crooswijk
n
eg
hie
Rij
elw
Sc
se
rd Go
eg
Liskwartier
laa
m
Kleinpolder
Bergpolder
fd
nder
Gordelw
ts w eg
Alexa
Kralingse Bos
em ez
da
er
Ab
o Ho
Oosterflank
Prins
f ree
gslaan
sd
weg Hoofd Konin
Bo
eg
en
Bergse
Nieuw-Terbregge
Hillegersberg-Zuid
veltw
Burg. van
Bo
Overschie
eg
Roose
Ev
eg
tw
aa
n weg
er Rotte kade
k Lin
Str
chto
Pres.
ing
er
ps
m
aa r
Grindweg
eg
onw
ge l
sin
rn
oo
M
g we
br eg s
Ringd ijk
n
n Mela
Te r
Ommoord
ka
weg
eid
Terbregge
en
v Ze
se Capel
G. K. van Hogendorpweg
t
an
weg Wilson
weg
nla
ew
slaa
m da as
ole
Pres.
ar
M
Schiebroek
npla
en dijk
.D V.d
a v. M
n uy
Molenlaankwartier
Argonauten we g
Hillegersberg-Noord
Cole
Zevenkamp
ing
e Wilg
Bov
Zestienhoven
Landzicht
oz
eg
e
M
Mottw
ad
nk
laa n
John
e Do
na
de teka Rot
n
Schieveen
ria
an
laa
Bedrijventerrein
Oh rla
Jas
Ad
Strategie: interventie oude stadswijken Het doorbreken van de negatieve spiraal in de oude stadswijken vraagt om aanpak van zowel de sociale als particuliere woningvoorraad en de andere elementen die bijdragen aan een aantrekkelijke woonomgeving. Investeringen in corporatiebezit in specifieke wijken zijn beperkt effectief voor de leefbaarheidssituatie in de gehele wijk (en uiteindelijk op heel Zuid) als hier geen parallelle inzet plaatsvindt op de particuliere woningvoorraad. De historisch gegroeide situatie op Zuid is dat de sociale voorraad in de stadswijken zich min of gemeente-/corporatiebezit meer concentreert in de deelgemeente Feijenoord en de particuliere huursector in de deelgemeente particuliere Charlois. Hetverhuur is echter geen 100% onderscheid, waardoor buurten met gemengd eigenaar-bewoner bezit eerder regel dan uitzondering zijn. Voor de verbetering 1 woning M.L.K
In het compacte milieu van de stadswijken wordt rustig wonen straks afgewisseld met voorzieningen langs de hoofdroutes door de wijken en op knooppunten. Het voorzieningenniveau is divers en sluit aan bij de variatie aan doelgroepen en leefstijlen. Dit vertaalt zich in een diversiteit aan winkels, scholen, culturele, sport- en recreatievoorzieningen. De wijken zelf bieden ruimte aan zelfstandige ondernemers, die werken vanuit huis of in bedrijfs(verzamel)panden in de buurt. In woningbouwtypen is dit milieu ook het meest divers van karakter. Er wordt zowel gestapeld gewoond (in appartementen), als in grondgebonden vormen, beneden-bovenwoningen en waar mogelijk ook eengezinswoningen. Vaak betreft het bouwblokken met minimaal één rustige kant.
?
? ?
? ?
Beheer Potentie Transformatie Differentatie
Ontwikkelingsstrategie stadswijken
van de woonkwaliteit in de oude wijken introduceren we een interventiestrategie die aansluit bij de eigendomssituatie in de wijken. De rollen die de verschillende partners in de wijken aannemen, zal variëren op basis van de eigendomssituatie. In de Charloisse stadswijken is veel particulier bezit en zijn gemeente en lokale partners (corporaties en particuliere verhuurders) gezamenlijk initiator van het verbeteringsproces. De focus ligt op de aanpak van particulier bezit waarbij aanpalend corporatiebezit kan worden meegenomen. De wijken in Feijenoord zijn grotendeels corporatiebezit en dus ligt het trekkerschap daar. Daar start de aanpak vanuit het corporatiebezit en wordt aangrenzend particulier bezit (vaak langs gezichtsbepalende straten) meegenomen. Vanzelfsprekend trekken partijen gezamenlijk op en wordt in de wijken samengewerkt met groepen bewoners en ondernemers om te komen tot een integrale en duurzame aanpak die past bij het karakter van de wijk.
11
De uitwerking van de visies op wijkniveau is vastgelegd in de handelingsperspectieven die corporaties en gemeente gezamenlijk hebben opgesteld begin 2013. Om te komen tot een interventiestrategie, die met inzet op de korte termijn bijdraagt aan het perspectief van de lange termijn, wordt voor de stadswijken een aantal principes geïntroduceerd. Deze vormen de ingrediënten voor een op maat gesneden aanpak door de partijen. 1. Voortbouwen op bestaande kwaliteiten: in de wijken liggen aanknopingspunten waar op doorgebouwd kan worden. Het voortbouwen op energie en bewezen successen in de wijken en ook het koesteren van historisch waardevolle elementen, levert zichtbaar resultaat op. 2. Massa noodzakelijk voor doorbraak: de herstructurering van Katendrecht, Spangen en Hoogvliet leert dat een meerjarige en integrale aanpak, met een bepaalde kritische massa, nodig is om succesvol te zijn in het creëren van een woonmilieu met meer diversiteit (door het toevoegen van meer grondgebonden woningen voor middeninkomens) en kwaliteit. In de oude stadswijken is op een aantal plekken een doorbraak met massa nodig om daadwerkelijk de omslag te kunnen maken. Voor delen van Carnisse, Bloemhof en Tarwewijk wordt momenteel onderzocht op welke manier en termijn dit bereikt kan worden.
3. Ontwikkeling van grote ĂŠn kleine schaal: de interventiestrategie bestaat uit een divers palet aan ingrepen, uitgevoerd door verschillende partijen: soms grootschalig (buurtniveau), maar zeker ook kleinschalig (blok, plek of pandsgewijs). De combinatie van ingrepen zorgt ervoor dat op korte en lange termijn rendement zichtbaar is. Op korte termijn kan gestart worden met kleinschalige ingrepen (renovatie, samenvoegen, vernieuwing op kleine schaal) waarmee snel resultaat zichtbaar is. Grootschalige ingrepen kennen per definitie langere doorlooptijden, op korte termijn wordt de uitvoeringsstrategie voor een aantal gerichte interventies onderzocht zodat voorbereidingen voor ingrijpen op lange termijn kunnen worden gestart.
Samenvatting De inzet op de woningvoorraad ziet er op hoofdlijnen als volgt uit. De stadswijken kennen de grootste opgave met globaal 20.000 aan te pakken woningen tot en met 2030. In de tuinsteden worden 15.000 woningen aangepakt. De maatregelen en de verdeling over korte en lange termijn zijn nader gespecificeerd in hoofdstuk 3. Onderstaande tabel geeft de globale richting aan voor een periode van twintig jaar, en zal in de loop van de periode waar nodig aangepast worden.
4. Beheer van de bestaande particuliere woningvoorraad: de gemeente versterkt beheer en onderhoud zodat verpaupering geen kans krijgt. VvE010 ondersteunt verenigingen in de stadswijken bij beheer- en onderhoudstaken. Daarnaast worden nieuwe instrumenten en financieringsmodellen ontwikkeld. De verbetercoach zet deze instrumenten in om particulieren optimaal te faciliteren en stimuleren om hun bezit duurzaam op orde te brengen en houden. In de periode van 2014 tot 2018 worden 3.000 woningen op deze manier aangepakt. Naast instrumenten die welwillende eigenaren ondersteunen, worden â&#x20AC;&#x2DC;huisjesmelkersâ&#x20AC;&#x2122; gelijktijdig hard aangepakt. 5. Opzetten gebiedsgerichte uitvoeringsorganisatie: om tot gestroomlijnde uitvoering te komen in de wijken is samenwerking tussen de direct betrokkenen (corporaties, gemeente), maar ook bewonersbetrokkenheid essentieel. De handelingsperspectieven vormen de leidraad voor die uitvoering, de organisatie van deze teams vraagt nadere uitwerking.
corporatie bezit
particulier bezit
Afrikaanderwijk
50
Bloemhof
1.950
Carnisse
4.800
Feijenoord
0
Hillesluis
1.750
Oud-Charlois
3.900
Tarwewijk
2.550
Totaal Focuswijken
15.000
5.000
Overig Feijenoord
500
Overig Charlois
2.500
Overig IJsselmonde
5.000
Totaal Tuinsteden
8.000
7.000
12
Totaal
20.000
15.000
Samenvatting • Het verbeteren van de woonkwaliteit is essentieel voor de sociaaleconomische ontwikkeling van Zuid. • Selectieve migratie (wegtrekken van midden en hoger opgeleiden) wordt tegengegaan door het woningaanbod te verbeteren (in totaal 35.000 woningen in de komende 20 jaar). • Ingezet wordt op het creëren van aantrekkelijke woon- milieus, waar mensen zich kunnen ontplooien en woon- carrière kunnen maken. • De opgave voor Zuid is het maken van meer verschil: herkenbare centrumstedelijke, rustige en groene woon- milieus (waar vraag naar is) kunnen een divers palet aan doelgroepen bedienen. • Doorontwikkelen van centrumstedelijk woonmilieu Kop van Zuid door toevoegen van woningen voor midden en hogere inkomens. Gestaag doorbouwen van dit milieu door marktpartijen en corporaties, waarbij zij worden gefaciliteerd door de gemeente. Wilhelminapier, Katendrecht (Pols), Afrikaanderwijk en Parkstad hebben prioriteit. • Transformatie van gestapelde naar grondgebonden milieus in de tuinsteden gaat door onder verantwoor- delijkheid van de corporaties. • De opgave in de stadswijken is het grootst. Hier wordt ingezet op het creëren van meer diversiteit in woningen en bevolkingssamenstelling door te ver- dunnen, woningen toe te voegen voor sociale stijgers/ middeninkomens en het reguleren van de instroom aan de onderkant. In wijken met particulier bezit (Charlois) neemt gemeente samen met lokalepartners het initiatief tot verbetering. In wijken met overwegend corporatie- bezit (Feijenoord) ligt het trekkerschap bij de corporaties. De ambitie en uitwerking van de focuswijken is vast- gelegd in de Handelingsperspectieven.
13
2 B etere wijken:
versterken randvoor waarden voor het wonen op Zuid
Naast de woning zelf spelen andere factoren een belangrijke rol in de keuze voor een woonomgeving. Denk aan de aanwezigheid en kwaliteit van scholen, winkels, horeca, sport- en speelvoorzieningen, de kwaliteit van de buitenruimte, de bereikbaarheid, veiligheid en de aanwezigheid van banen. In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de vestigingsvoorwaarden die bepalend zijn voor aantrekkelijk wonen op Zuid en hoe dat te verbeteren.
SWOT-analyse vormt de basis voor de economische focus vanuit NPRZ en het bepalen van de prioriteiten voor Zuid.
2.1 Aanwezigheid van banen In de regio Rijnmond (excl. Westland) wordt ruim 8% van het Bruto Binnenlands Product verdiend. De economische betekenis van deze regio voor Nederland is groot en moet ook naar de toekomst toe behouden worden. Onderstaande
Het vestigingsklimaat voor bedrijven op Zuid is onder de maat. Bedrijven geven aan dat het steeds lastiger is aan geschikt personeel te komen. De beroepsbevolking op Zuid is veelal laag opgeleid, maar wordt ook voor laag gekwalificeerd werk onvoldoende ingeschakeld. De werkloosheid is hoger dan in de rest van Rotterdam en Nederland. De consumentenbestedingen blijven daarmee eveneens achter. Tegelijkertijd liggen er kansen: er bevinden zich sterke groeisectoren op Zuid en in de regio (haven, techniek, zorg), de bevolking is jong en Zuid kan letterlijk en figuurlijk ruimte bieden aan ondernemerschap. Het Nationaal Programma werkt aan een
Sterk
Zwak
- Kwetsbare sociaaleconomische structuur: laag opleidingsniveau, vaak ontbreken van startkwalificatie, hoge werkloosheid, laag inkomen, lage score op sociaal en veiligheid, slechte gezondheid. - Eenzijdige economische structuur. - Laagopgeleiden te weinig aan de slag in laag opgeleid werk. - Relatief weinig arbeidsplaatsen op Zuid (1/5 deel van stedelijk aantal arbeidsplaatsen, waar 1/3 deel van de bevolking woont). - Toegankelijkheid van arbeidsplaatsen is onvoldoende ontwikkeld (OV en auto). - Eenzijdige en kwetsbare woningvoorraad met gebrek aan waardecreatie (gevolg: scheve bevolkingsopbouw).
- Economische brandpunten met diversiteit aan werkgelegenheid, groeipotentie en imago. - Letterlijk en figuurlijk ruimte om te ondernemen (gekoppeld aan concentratie en transformatie van winkelgebieden). - Groot arbeidspotentieel (jonge bevolking). - Strategische ligging Zuid op economische assen: haven/ Antwerpen/ Duitsland, metropoolregio Rotterdam/ Den Haag. - Centrum en Zuid groeien aan elkaar met potentie van spin off.
Bedreiging
Kans
- Samenwerking van partners in NPRZ (visie, slagkracht, partcipatie door school en werk). - Verbinding van de groeisectoren (haven, zorg, techniek) en de economische brandpunten met de potentie van de jeugd op Zuid. - Broedplaats voor ondernemerschap (door beschikbare ruimte). - Vergroot draagvlak voor voorzieningen (winkels, horeca, etc) door vasthouden en aantrekken middengroepen. - Goede vestigingscondities voor specialistische zakelijke dienstverlening. - Werkgelegenheid in de omgeving (regio). - Lage instapwaarde (vastgoed). - Inzet Childrenâ&#x20AC;&#x2122;s Zones met minder schooluitval en hogere opleidingsniveaus als resultaat. 14
- Verlies aan talenten in onderwijs. - Overschot aan detailhandel leidt tot marginaal ondernemerschap, leegstand, verpaupering en onveiligheid. - Zuid en haar inwoners heeft in het regionale bedrijfsleven geen positief imago waardoor bedrijven terughoudend zijn zich er te vestigen of te investeren. - Segregatie. - Sociale omgeving die niet aanzet tot participatie (sociaal en cultureel).
RDM Campus,foto Marijke Volkers forse verbetering van opleidingsniveau, arbeidsparticipatie én woonkwaliteit in Zuid zodat deze op het gemiddelde van de G4 komen over 20 jaar. Om de bedrijven en de werkgelegenheid te laten groeien, wordt op Zuid ingezet op het versterken van de kansrijke economische sectoren (haven/techniek en zorg) en op talentontwikkeling, gericht op de vraag vanuit het bedrijfsleven. De economische brandpunten (Kop van Zuid, Hart van Zuid, Zorgboulevard, Stadshavens, Stadionpark) spelen een grote rol in de economische ontwikkeling. Er wordt letterlijk en figuurlijk ruimte geboden aan bedrijven op Zuid. Haven en techniek Het versterken van de mainport Rotterdam is van nationaal belang, wat wordt onderschreven in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte van het Rijk. Om de mainport duurzaam te versterken is een innovatieslag noodzakelijk; de Havenvisie 2030 geeft de richting aan. In de regio Rotterdam zit een krachtige concentratie van economische topsectoren op het gebied van (duurzame) energie, water, logistiek en chemie die samen komen in het havenindustrieel complex. Deze bedrijvigheid spreidt zich uit over een veel groter gebied dan de traditionele havenbekkens, ook bedrijventerreinen in en buiten de stad (tot in Gorinchem en West-Brabant) en binnenstedelijke werklocaties huisvesten deze sectoren. Op dit moment telt het havenindustrieel complex ruim 64.000 banen in de stadsregio Rotterdam, waarvan zo’n 45.000 in de stad zelf. Bedrijven in maritieme dienstverlening, maritieme constructietechniek, assemblage, logistiek, handel en onderhoud zijn bezig met die innovatieslag en bieden kansen voor de toekomst. Technisch vakmanschap is essentieel in deze sectoren. Dat vraagt om goed opgeleide arbeidskrachten met vakkennis en –kunde. Om de economische potentie van het havenindustrieel complex te benutten is het van groot belang om meerjarig te investeren in het opleidingsniveau van de schoolgaande jeugd op Zuid. Om de omslag te maken naar een slimmere haven, de uitstroom van oudere werknemers op te vangen en de bewoners van Zuid aan het werk te krijgen en te houden. Zuid zelf kent verschillende locaties waar de haven en technische sectoren kunnen uitbreiden en vernieuwen. In Stadshavens wordt op verschillende plekken en manieren de transitie van de haveneconomie zichtbaar. De Rijnhaven gaat 15
dienen als showcase voor energieslim en waterveilig bouwen en wordt een nieuwe bestemming voor stedelijke recreatie. De Waal- en Eemhaven vernieuwt en moderniseert. Deepsea containeroverslag maakt geleidelijk plaats voor nieuwe activiteiten als het shortsea fruitcluster (relatie met greenport Barendrecht en het te ontwikkelen bedrijventerrein Nieuw Reijerwaard) en maritieme technologie en diensten. De RDM campus is een locatie waar onderwijs en bedrijfsleven samenwerken aan duurzame en innovatieve oplossingen op het gebied van bouwen, mobiliteit en energie. Bedrijventerreinen in de directe omgeving van Zuid bieden plaats aan logistieke bedrijven. Het accommoderen van bedrijven in deze sectoren staat centraal. Zorg De meeste banen op Zuid zijn te vinden in de semipublieke sector: zorg, onderwijs en overheid. Hier zit ook de groei van de werkgelegenheid. De zorg- en welzijnsector is qua werkgelegenheid de grootste sector met 91.000 banen binnen de stadsregio, waarvan 58.000 in de stad zelf. Ook de komende jaren zal dit een stabiele factor blijven in de werkgelegenheid en vormt daarmee een belangrijke pijler onder de stedelijke economie. De zorg- en welzijnssector kenmerkt zich door een grote innovatie- en groeipotentie én grote systeemwijzigingen. Medische technologie en zorginnovatie vragen om goed geschoold personeel (van hoog tot laag opgeleid), dat mede de uitstroom van oudere werknemers kan opvangen. De decentralisatie van de ouderenzorg zal grote veranderingen in de sector met zich meebrengen. De trend is mensen zo lang mogelijk thuis te laten wonen en de gewenste zorg aan huis te bieden. De groeipotentie van de medische sector is al zichtbaar op de Zorgboulevard. Bij station Lombardijen concentreren zich het Maasstadziekenhuis, een Zorgacademie en de Medimall: een verzamelgebouw met diverse zorgverleners en zorggerelateerde detailhandel. Een kraamhotel, apotheek, fitness, huisartsenpost, voedingsvoorlichting, psychiatrisch centrum, zorghotel zijn hier reeds gevestigd. Op het nabij gelegen bedrijventerrein Hordijkerveld en aan de IJsselmondse Randweg is ruimte voor uitbreiding van de medisch gerelateerde bedrijvigheid. Initiatieven die dit economisch brandpunt versterken, kunnen hier terecht. Ook in het Motorstraatgebied is de groei van de zorgeconomie zichtbaar. Het Ikazia ziekenhuis breidt uit en in de directe omgeving wordt een zorghotel ontwikkeld.
zorgboulevard
Tegelijkertijd zullen op de middellange termijn naar verwachting meer grote (ouderen)zorglocaties op Zuid vrijkomen en zal de zorg op een kleinschaliger wijze in de wijken georganiseerd worden. Hiermee ontstaat een transformatieopgave van de grote zorglocaties waarbij gezocht moet worden naar de meest optimale invulling (wonen of een andere economische invulling) en een nieuwe vraag naar kleinschalige zorgvoorzieningen in de wijken. Talentontwikkeling Een belangrijke opgave voor Zuid is om de economische ontwikkelingen zo veel mogelijk ten goede te laten komen aan het arbeidspotentieel van Zuid. De ontwikkeling van Hart van Zuid, Stadionpark en Nieuw Reijerwaard en de komst van Speelstad Rotterdam zijn voorbeelden van ontwikkelingen waar werkgelegenheid ontstaat, scholieren een vak leren en werkzoekenden met afstand tot de arbeidsmarkt aan de slag gaan. Daarnaast zoeken, ondanks de crisis, nog steeds veel bedrijven gekwalificeerd en gemotiveerd personeel, vooral in de zorg (mbo 3/4, wijkverpleegkundige en zorgtechnologie), haven (mbo 3/4 en specialistische functies op hbo-niveau), techniek (mbo 3/4 en specialistische functies op hbo-niveau) en ICT (hbo/wo). Bovendien gaan de komende 5 jaar door de vergrijzing breder personele tekorten in het bedrijfsleven ontstaan, het is voor deze bedrijven zaak om zich daarop voor te bereiden door nu te gaan investeren in talentontwikkeling. De arbeidsmarkt internationaliseert in toenemende mate met een toestroom van EU arbeidsmigranten tot gevolg, er is namelijk werk beschikbaar in deze regio. Deze ontwikkeling zal ook de komende jaren doorgaan en levert op lokaal niveau zowel kansen als bedreigingen op. Verdringing op de arbeidsmarkt is daarbij een belangrijk thema. Voor de economische ontwikkeling op Zuid en in de regio is het van belang de goedopgeleide kennis- en arbeidsmigrant vast te houden en samen met werkgevers, die actief arbeidsmigranten werven, te zorgen voor spreiding over stad en regio, goede faciliteiten qua huisvesting en maatschappelijke voorzieningen. De talentontwikkeling van alle Rotterdamse jongeren is extra belangrijk om de concurrentie op de arbeidsmarkt aan te kunnen.
16
Daarbij staat de vraag vanuit het bedrijfsleven centraal, de inzet is gericht op het verbinden van deze vraag met de jeugd van Zuid, waarin zij wordt voorgelicht over kansrijke beroepen, leerwerkervaring opdoet en regulier aan het werk gaat. De focus in deze concepten ligt op vakmanschap. Om de jeugd beter voor te bereiden op de vraag op de arbeidsmarkt is het zaak om al vroeg te beginnen. De ontwikkeling van Children’s Zones met de belofte ’we zorgen ervoor dat je straks een goede baan kunt vinden’, speelt hierin een belangrijke rol. In die belofte zit de ambitie van het ontwikkelen van talent, de hoogst haalbare prestaties en de zekerheid van perspectief. Dit moet waargemaakt worden door excellent onderwijs te bieden vanaf de basisschool, gevolgd door de middelbare school, de vervolgopleiding en de betrokkenheid van werkgevers in m.n. de zorg en techniek. Investeren in kinderen en jongeren is essentieel om hen perspectief te bieden op economische zelfstandigheid én om het bedrijfsleven en overheidswerkgevers op Zuid te faciliteren in hun personeelsvraag. Economische ontwikkeling en talentontwikkeling gaan hand in hand. Inspirerend voorbeeld is de RDM campus. Economische brandpunten De fysieke clustering van bedrijven en onderwijs vindt plaats binnen de economische brandpunten. Het levert de grootste kans op economische groei, het verbetert het onderwijs doordat sprake is van een contextrijke leeromgeving en de combinatie heeft een zichtbare impact op de omgeving. De gebieden bieden daarnaast een voorzieningenaanbod dat het wonen en leven op Zuid aantrekkelijk maakt en ze dragen bij aan de identiteit van Zuid. Op Zuid gaat het dan om de Kop van Zuid, Hart van Zuid, Zorgboulevard, Stadshavens en Stadionpark. Met het inzetten op de economische brandpunten wordt voortgebouwd op de huidige situatie. Ieder gebied heeft zijn eigen identiteit en zorgt daarmee voor herkenbaarheid en een spin off richting een veel groter gebied. De gebieden hebben een stedelijke, regionale en deels nationale functie. De toegankelijkheid en bereikbaarheid van deze gebieden is daarom van groot belang.
5
Knooppunt Lombardijen INZET ECONOMISCHE MOTOREN
Doorontwikkelen bestaande bereikbare gebieden Programmatische transformatie
2. 1.
1.
Economische brandpunten 1 Stadshavens - Zuid 2 Kop van Zuid 3 Hart van Zuid 4 Stadionpark 5 Knooppunt Lombardijen
4. 3. 5.
Inzet economische brandpunten De brandpunten worden door private partijen samen met Intensieve ontwikkeling de gemeente verder ontwikkeld. Niet alle gebieden kunnen tegelijkertijd en met dezelfde inzet tot ontwikkeling komen. Afbouw Daarvoor is de regionale en stedelijke vraag naar kantoren, bedrijfsruimtes, woningen, retail en andere voorzieningen te beperkt. Daarom is geprioriteerd in de ontwikkeling van de gebieden en zijn de ontwikkelmogelijkheden sterk gelieerd aan de verbetering van de bereikbaarheidspositie van de gebieden en de mate waarin private investeringen worden gedaan. De gebiedsontwikkeling Hart van Zuid vindt plaats in de vorm van een publiek private samenwerking die 20 jaar duurt. De overheid investeert in culturele en maatschappelijke voorzieningen, de bereikbaarheid en de buitenruimte van dit centrum. Het consortium doet aanvullende investeringen in het commercieel en sociaal programma. Uitvoering start naar verwachting vanaf 2017. De ontwikkeling van Stadshavens is een lange termijn strategie waarbij inspirerende initiatieven vanuit de markt worden ondersteund door de gemeente. In Stadionpark start de gemeente met de ontwikkeling van de Sportcampus. De doorontwikkeling van de Kop van Zuid en spin off van de Zorgboulevard ligt primair bij marktpartijen. Voorinvesteringen zijn hier gedaan, afhankelijk van de marktvraag kunnen deze gebieden verder worden ontwikkeld.
2.2 Aantrekkelijk winkelaanbod Goede winkelgebieden (compact en compleet) voor de dagelijkse boodschappen zijn een belangrijk onderdeel van een aantrekkelijk woonmilieu. Op Zuid is sprake van een overaanbod aan detailhandel van beperkte kwaliteit en met beperkt investeringsvermogen. Het economisch functioneren en de ruimtelijke kwaliteit van alle winkelgebieden is tegen het licht gehouden en op basis daarvan is geconcludeerd dat voor 6 van de 20 winkelgebieden binnen het NPRZ gebied transformatie nodig is. Voor deze gebieden geldt dat ze terug moeten naar een kleiner winkelbestand of volledig moeten transformeren naar andere functies (wonen of andere vormen van bedrijvigheid). De winkelgebieden waar transformatie een opgave is, zijn: Oranjeboomstraat, Dordtselaan, Pleinweg, Plein 1953 en de buurtwinkelcentra Pliniusstraat en Kouwenoord in deelgemeente IJsselmonde. De winkelgebieden die over blijven, zijn krachtig genoeg om kwantitatief en kwalitatief tegemoet te komen aan de wensen van de bewoners in de verschillende wijken. Dit biedt meer perspectief en zekerheid voor de ondernemers in deze gebieden. De transformatie van niet courante winkelvoorraad biedt kansen voor andere vormen van ondernemerschap en kleinschalige bedrijvigheid in de wijken. Dit is van belang voor de werkgelegenheid ĂŠn speelt een rol in de beleving van woonmilieus. In totaal is het kleinbedrijf (< 10 werkzame personen) goed voor ruim 90.000 arbeidsplaatsen in de stad en zijn ze vaker gevestigd in de woonwijken. De opgave ligt in het bieden van een aantrekkelijk en gevarieerd winkel- en horeca-aanbod passend bij de behoefte van bewoners in de wijken. Legenda Buurtwinkelcentra/steunpunt Wijkwinkelcentra (klein) Wijkwinkelcentra (groot) Stadsdeelcentra (klein) Stadsdeelcentra (regionaal) Stadscentrum Perifere en grootschalige concentraties
Toekomstige detailhandelstructuur Rotterdam bron: Stedelijke Detailhandelnota Rotterdam 2012 17
investering in hoofdstructuur: kade
investering in hoofdstructuur: Zuiderpark
2.3 Maatschappelijke voorzieningen: onderwijs, sport, cultuur, zorg Het voorzieningenniveau in de wijken is kwantitatief gezien op orde. Op dit moment is echter sprake van leegstand of ‘overruimte’. Tegelijkertijd dienen zich nieuwe kansen aan zoals de ontwikkeling van Children’s Zones en kleinschalige zorg in de wijken. Onderzocht moet worden welke mogelijkheden dit biedt voor het omgaan met maatschappelijk vastgoed in de wijken. Ook dient gekeken te worden op welke andere wijze gemeentelijk vastgoed een positieve bijdrage kan zijn voor de woonomgeving. De komende jaren ligt de focus op kwaliteitsverbetering van het voorzieningenaanbod, door: • De aanwezige voorzieningen beter te benutten door het gebruik van bestaand vastgoed te intensiveren. De gemeente ontwikkelt een portal waarmee iedereen ruimtes kan zoeken en horen voor bepaalde activiteiten. • Aan de gebruikers van voorzieningen inzicht te bieden in het totale aanbod van voorzieningen. Door ook inzicht te bieden in het commercieel aanbod zijn de keuze mogelijkheden voor bewoners vele malen groter. • De programmering van het maatschappelijk vastgoed afstemmen op de vraag vanuit de bewoners. Zo is in de Burgertop gevraagd om buurthuizen en moet naar mogelijkheden worden gezocht om die functie aan te bieden, wellicht in scholen of sportvoorzieningen. • Te investeren in het op orde houden van de bestaande voorzieningen en pas bij bewezen noodzaak over te gaan tot nieuwbouw. Dat laatste bij voorkeur gekoppeld aan (private) ontwikkelingen in de omgeving zoals bij Hart van Zuid, Parkstad, Stadionpark en Bloemhof. • Leegstaand vastgoed te verkopen waarmee ruimte ontstaat voor ondernemerschap in de wijken of moge lijkheden ontstaan voor (collectief) particulier opdracht geverschap. Dit gebeurt momenteel al door de verkoop van oude schoolgebouwen (Delfshaven) aan particulieren die ze transformeren naar wonen.
18
investering in hoofdstructuur: singel
2.4 Openbare ruimte Het realiseren van een gezonde en kindvriendelijke buitenruimte is een belangrijke opgave voor de komende jaren. De afgelopen jaren is al geïnvesteerd in de openbare ruimte van Zuid en dan met name in de hoofdstructuur; de buitenruimte die een functie heeft op stedelijke schaal (het Zuiderpark, doorgaande routes, kades, singels). Het vinden van de juiste verhouding tussen investeringen op het stedelijke en het lokale schaalniveau vormt een belangrijke uitdaging voor de komende jaren. De hoofdopgave vertaalt zich in het vinden van de juiste balans in gebruik; tussen groen, spelen en parkeren, met name in de stadswijken. • Een groene en aantrekkelijke buitenruimte is essentieel om van de stadswijken aangename woonmilieus te maken. De investeringsbudgetten staan erg onder druk. Investerin gen in de buitenruimte worden zoveel mogelijk gekoppeld aan corporatie, particulier en privaat initiatief dat zich voordoet in de wijken, aan de beheer- en onderhoudscycli en aan infrastructurele investeringen. • In de openbare ruimte zijn schoon, heel en veilig de basisvoorwaarden voor een prettige woonomgeving. De beheer- en onderhoudsbudgetten betreffen nog steeds grote bedragen, maar te weinig om goed onderhoud te doen. Het onderhoudsniveau zit momenteel op het basis niveau, ook op plekken die eigenlijk om plusniveau vragen. De opgave is te kijken hoe we de langjarige beheerbudget ten zo goed mogelijk kunnen inzetten, kijkend naar het gebruik van plekken. • De buitenruimte biedt mogelijkheden voor het vergroten van de betrokkenheid van bij de woonomgeving en het aan het werk zetten van mensen (re-integratieprojecten, stages, etc). • Aandachtspunt is het verbeteren van de sport- en beweeg mogelijkheden in de openbare ruimte in de nabijheid van de woning. Het verbeteren van fiets- en wandelmogelijkhe den (functioneel en recreatief) is daarbij van belang. • Goede verbindingen naar winkelgebieden, scholen, het Zuiderpark, de rivier en de recreatiegebieden in de omge ving van Rotterdam zijn essentieel voor het gebruik van de voorzieningen en de mate waarin mensen bewegen. Het verbeteren van de oversteekbaarheid van grote ver keerswegen tussen wijken en buurten en deze andere voorzieningen staat hoog op de agenda waardoor de bar rièrewerking van deze wegen wordt verminderd.
2.5 Bereikbaarheid Voorwaarde voor een goed functionerende economie en een aantrekkelijk woonklimaat is een goede bereikbaarheid. Een belangrijk deel van de economie op Zuid functioneert op (boven)regionaal niveau. Personeel, bezoekers en klanten moeten de werklocaties binnen een acceptabele reistijd kunnen bereiken. Het wonen op Zuid wordt bovendien alleen aantrekkelijk voor midden en hogere inkomens wanneer zij binnen een beperkte reistijd veel banen binnen bereik hebben. De bereikbaarheid van de haven en bedrijventerreinen in de stad en in de regio is van belang. Een goede auto- en (brom)fiets bereikbaarheid van deze plekken staat centraal. Investeringen zijn en worden gedaan in de A15 en een betere ontsluiting van bedrijventerreinen. Het verbeteren van het openbaar vervoer naar deze plekken is een belangrijke opgave. Dit kan door kleinschalige mobiliteitsinitiatieven als bijvoorbeeld bedrijfsvervoer en specifiek doelgroepenvervoer, dat aanvullend is op het reguliere openbaar vervoer en juist het voor- en natransport naar de halten verzorgt. Door de bereikbaarheid van de economische brandpunten vanuit de wijken op Zuid en de rest van de stad te verbeteren, ontstaat een aantrekkelijker vestigingsklimaat voor nieuwe bedrijven. Een goede autobereikbaarheid blijft een voorwaarde voor doorontwikkeling van Hart van Zuid, Stadshavens en Stadionpark. Het verbreden van de A15 verbetert de autobereikbaarheid van deze gebieden op Zuid en waarborgt de doorstroming van het autoverkeer.
De regionale OV bereikbaarheid van de economische brandpunten is onvoldoende (BO MIRT 2011). Daarmee zijn investeringen in de bereikbaarheid van deze gebieden voor het openbaar vervoer op lange termijn noodzakelijk. Voor het verbeteren van het vestigingsklimaat is een combinatie van een intercitystation op Zuid en een rivierkruisende openbaar vervoertangent (tussen Kralingse Zoom en Schiedam) van belang. Deze doet de economische brandpunten Stadionpark, Hart van Zuid en Stadshavens aan én de woonwijken van Zuid. Deze ingrepen zorgen voor een sterke verkorting van de reistijden van en naar Zuid en voor een reductie van capaciteitsknelpunten op het bestaande Rotterdamse openbaar vervoernetwerk. De tangent zorgt voor meer directe oost-west relaties binnen Zuid en tussen Zuid en (sub)centra op Noord. De rivierkruising (brug/ tunnel) kan een combinatie zijn van OV, auto en langzaam verkeer. Op een lager schaalniveau is een goede bereikbaarheid van en naar de voorzieningen in de wijken van belang. Dit betekent aantrekkelijke, snelle en veilige loop- en fietsroutes vanuit de wijken naar winkelgebieden, scholen, de rivier en het Zuiderpark met goede oversteekplaatsen van de grote wegen. In de dichtbebouwde woonwijken ligt de opgave in het aanbieden van voldoende parkeergelegenheid, gecombineerd met een aantrekkelijke openbare ruimte. De probleemanalyses zijn vastgelegd in het BO MIRT 2011 en het rijk, regio en gemeente hebben afgesproken dat
CS
perkt versterken bestaande verbindingen 2020
CS IC ALEXANDER
CS
Binnenstad “Booming”
tram+
24x
bus
IC
(m OV S etr Y o / STE E tra mk M A wa lite it
Station Stadionpark
)
ruimtelijke ontwikkeling
omleggen tramlijn 2
multimodale oeververbinding
ruimtelijke ontwikkeling
metrostation Charloisse Poort
inzet tot 2020 19
Olympische ambitie kwaliteitsplan Oost - West en Noord - Zuid verbindingen perspectief 2030+
inzet na 2020
op lange termijn een nieuwe OV tangent op Zuid inclusief een nieuw Intercitystation noodzakelijk is. Hiervoor zijn nog geen financiële middelen door de partners (rijk, regio, gemeente) ter beschikking gesteld. Zij hebben afgesproken via een groeimodel toe te werken naar het verbeteren van de openbaar vervoer bereikbaarheid van Zuid. Tot 2020 zijn deze aanloopinvesteringen in het openbaar vervoer op Zuid ondergebracht in het programma Beter Benutten van het ministerie van I&M, provincie en stadsregio. Het verbeteren van de bereikbaarheid doen we door: • Het bestaande netwerk van metro en tramlijnen beter en efficiënter te benutten door de rijtuigen met hogere fre quentie en snelheid te laten rijden op bestaand spoor. Hiermee wijzigt met name de bereikbaarheidspositie van de oude stadswijken en komen zij gunstiger te liggen ten opzichte van het banenaanbod in de regio. Momenteel wordt onderzocht wat dit betekent voor de exploitatie. • Een nieuw Stedenbaanstation Stadionpark te ontwikkelen als eerste stap in de concentratie van reizigersstromen in dit gebied. De verbeterde bereikbaarheid legt de basis voor de ontwikkeling van de Sportcampus en zorgt voor een betere aanhaking van de stadswijken op het spoor. • Het personenvervoer over water te versterken richting Stadshavens.
20
• Een fietsveer verbinding tussen Kralingen en Feijenoord aan te leggen. De realisatie van deze nieuwe oeververbin ding zorgt voor een sterke reistijdverkorting richting de Erasmus Universiteit en v.v. naar Zuid. Het vervoer over water krijgt een impuls, zoals ook met een mogelijk nieuwe veerverbinding tussen Charlois en Katendrecht. • Het versterken van het voor – en natransport naar de huidige OV halten met o.a. elektrische tuktuks (zoals Flex Feijenoord).
Samenvatting • Het versterken van de kansrijke sectoren haven/techniek en zorg én het beter benutten van het arbeidspotentieel van Zuid zijn de economische kernopgaven van de komende decennia. • In de regio is voldoende aanbod aan werk, het beter bereikbaar maken van dit aanbod voor werkzoekenden van Zuid is een opgave voor de korte termijn. • Investeren in talentontwikkeling vanaf een zeer vroeg stadium staat centraal, zodat de potenties van de jeugd ten volle worden benut en tegemoet komen aan de toe- komstige vraag vanuit het bedrijfsleven. Hiermee neemt het opleidingsniveau toe. • Clustering van de zorg en techniek met onderwijs vindt plaats in de economische brandpunten op Zuid, hiermee wordt de kwaliteit, zichtbaarheid en impact vergroot. • De economische opgave wordt gezamenlijk opgepakt: bedrijfsleven, onderwijs, overheid, corporaties, zorg. • Het winkelaanbod op Zuid wordt teruggebracht t.b.v. een beter kwaliteitsniveau. Transformatie van oude winkelgebieden biedt kansen voor andere vormen van ondernemerschap in de wijken. • De opgave voor de maatschappelijke voorzieningen in de wijken draait om kwaliteitsverbetering en betere benutting. • In de openbare ruimte dient een goede balans tussen groen, spelen en parkeren te worden gevonden, met name om een aantrekkelijk woonmilieu in de stadswijken te garanderen. Daarnaast is blijvend aandacht nodig voor goede langzaam verkeerverbindingen tussen wijken, voorzieningen, parken en recreatiegebieden. • De verbetering van de bereikbaarheid van Zuid is van belang voor de economische doorontwikkeling van het gebied en voor het woonklimaat. Dit vergt grote investeringen in m.n. de OV-bereikbaarheid.
21
3 Financiële strategie
In hoofdstuk 1 en 2 is beschreven wat de ambities zijn in de pijler wonen en hoe we dat bereiken. In dit hoofdstuk wordt de financiële opgave, die daarmee samenhangt, in beeld gebracht. Eerst voor de aanpak van de woningvoorraad, daarna voor de randvoorwaarden die bepalend zijn voor een beter woonmilieu.
verbetering en grondige renovatie, mede door de beperkte marktvraag naar nieuwbouwwoningen. Op de lange termijn zal de inzet gericht zijn op een grondiger aanpak door sloopnieuwbouw.
De afgelopen jaren zijn al stappen gezet in het scheppen van condities die het mogelijk maken de wijken op Zuid aan te pakken. Voor een belangrijk deel van de geplande investeringen is dekking gevonden, zoals de aanpak van de corporatievoorraad in de komende jaren, en de gerealiseerde buitenruimte-investeringen en het verbeteren van de particuliere voorraad in de afgelopen jaren. Voor een ander deel van de ambitie is nog geen financiering gevonden. Dat hoeft ook niet direct in de eerste jaren geregeld te zijn, het is tenslotte een programma voor twintig jaar. Wel moeten die opgaven prominent op de agenda blijven. Dit geldt bijvoorbeeld voor de opgave in de particuliere voorraad en de infrastructurele ingrepen op lange termijn.
50 milj.
3.1 Woningvoorraad Het aanpakken van de woningvoorraad betreft ruim één derde van het totale woningbestand op Zuid. Het gaat om 35.000 woningen, waarvan 12.000 corporatiewoningen en 23.000 particulier. Met de aanpak van deze enorme aantallen is een goed begin gemaakt. Vanuit gemeentelijke middelen is fors geïnvesteerd in de basisverbetering van de particuliere voorraad. Ook zijn de condities geschapen voor het starten van een grondige verbetering van de woningvoorraad op korte termijn. Met het Rijksconvenant Vestia-projecten en de ontheffing op de Verhuurdersheffing is geld vrijgekomen om te investeren, dus er is letterlijk veel werk te verrichten. Voor de lange termijn blijven de ambities hoog, maar moet de financiering van de grootschalige opgave in de particuliere woningvoorraad nog gevonden worden. Corporatievoorraad In de periode 2014 tot en met 2017 investeren de Rotterdamse corporaties bijna 500 miljoen euro op Zuid. Een grootschalige renovatie- en transformatieontwikkeling vindt plaats. Bijna 4.000 woningen worden in deze periode door de corporaties verbeterd of gebouwd. De aanpak van deze 4.000 woningen in de komende vier jaar past goed in de 20 jaren ambitie om in de corporatievoorraad 12.000 woningen op Zuid aan te pakken. Op de korte termijn ligt de focus op 22
30 milj. 26 milj.
door corporatie benodigd, extra benodigde middelen ambitie toegekende middelen 2012
2013
2014
2015
2016
2017
2031
Particuliere woningvoorraad: basisverbetering De gemeente Rotterdam kent een succesvolle aanpak van de particuliere woningvoorraad. Voor het toewerken naar en veiligstellen van de basiskwaliteit (wettelijk minimum) van deze voorraad hanteert zij een eigenaargerichte aanpak. Door de oorzaken van achterstallig onderhoud bij de bron aan te pakken en preventief te werken, kan structureel onderhoud en beheer beter worden geborgd en wordt de basiskwaliteit van de voorraad langdurig zeker gesteld. VVE-010 vervult een belangrijke rol in het activeren van Verenigingen van Eigenaren en het stimuleren van spaargedrag. Vanuit het gemeentelijke programma particuliere woningvoorraad zijn in de periode 2010 tot en met 2013 ruim 2.400 woningen in aanpak genomen, een investering van ca. € 24 miljoen. De afgelopen periode heeft een herijking plaatsgevonden van het programma particuliere woningvoorraad. In de focusgebieden is een quickscan uitgevoerd naar de staat van onderhoud. De uitkomsten zijn getoetst bij de betrokken partners binnen het NPRZ en waar nodig aangevuld. In deze gezamenlijke analyse is vastgesteld dat in de periode 2014 tot en met 2017 ruim 3.200 woningen in aanmerking komen voor een aanpak gericht op versterking van beheer en onderhoud. Hiervan is 75% onderdeel van een Vereniging van Eigenaren. De aanpak zal veelal bestaan uit een bloksgewijze projectmatige aanpak VVE-010 met een subsidie- en financieringsarrangement. Voor deze opgave is een gemeentelijke investering nodig van ca. € 26 miljoen euro. Hierbij is de inzet en expertise vanuit VvE-010 van groot belang. De Rotterdamse partners (corporaties en gemeente) zetten VvE010 ook de komende jaren in. De voor de periode 2014-2017 genoemde aantallen zijn de ambitie. In het nieuwe College-
corporatie bezit Afrikaanderwijk
50
Bloemhof
1.950
Carnisse
4.800
Feijenoord
0
Hillesluis
1.750
Oud-Charlois
3.900
Tarwewijk
2.550
Totaal Focuswijken
5.000
20.000
15.000
Overig Feijenoord
500
Overig Charlois
2.500
Overig IJsselmonde
5.000
Totaal Tuinsteden
Totaal
particulier bezit
8.000
7.000
15.000
Lange termijn
Korte termijn
Totaal
tot 2013
2014-2017
2017-2030
Afrikaanderwijk
0
0
0
0
Bloemhof
260
550
240
1.050
Carnisse
840
550
860
2.250
Feijenoord
0
0
0
0
Hillesluis
260
475
365
1.100
Oud-Charlois
400
475
1.325
2.200
Tarwewijk
460
1.100
90
1.650
Totaal Focuswijken
2.220
3.150
2.880
8.250
Overig Feijenoord
30
0
470
500
Overig Charlois
50
0
1.350
1.400
Overig IJsselmonde
150
50
2.650
2.850
Totaal Tuinsteden
230
50
4.470
4.750
Totaal
2.450
3.200
7.350
13.000
Particuliere woningvoorraad: basisverbetering werkprogramma moeten de financiële middelen hiertoe beschikbaar worden gesteld. Voor de volgende collegeperiode kan een lager aantal worden afgesproken, wat betekent dat voor de periode na 2017 (lange termijn) het aantal opgeschroefd wordt. Ook gaan we met de grotere particuliere verhuurders in gesprek om te bespreken wat zij bij kunnen dragen aan een sterker Zuid, en ook welke mogelijkheden zij hebben om gebruik te maken van de ontheffing op de verhuurdersheffing. Particuliere woningvoorraad: grootschalige opgave Het grondig aanpakken van de particuliere voorraad door sloop-nieuwbouw, samenvoegen of bijvoorbeeld concepten als kluswoningen, kent de grootste onrendabele top. De opbrengsten van de nieuwbouw wegen niet op tegen de optelsom van te maken kosten (verwerving, sloop en vervolgens nieuwbouw). Dit wordt extra lastig door de noodzakelijke verdunningsslag die nodig is in deze volgebouwde wijken. Er worden meer woningen gesloopt dan er teruggebouwd worden. De hogere verkoopprijs (omdat de nieuw te bouwen woningen groter zijn) maakt dit verschil niet goed. Voor een 23
periode van twintig jaar komt dit neer op een onrendabele top van € 50 miljoen per jaar die publiek gefinancierd moet worden. Zoals in eerdere jaren en in andere gebieden succesvolle trajecten zijn doorlopen om andere woonmilieus te maken (kluswoningen in Spangen, transformatie op Katendrecht, herstructurering Hoogvliet), zijn er nu forse investeringen nodig in de woningvoorraad op Zuid om zowel de fysieke als maatschappelijke leefbaarheidsproblematiek te verminderen. Nieuwe vormen van collectief particulier opdrachtgeverschap komen hierbij in beeld die voortborduren op de ervaringen uit de afgelopen jaren met bijvoorbeeld één blok stad, de kluswoningen en initiatieven elders in het land. Hiervoor is een lange adem nodig, evenals een oplossing voor het feit dat er oude woningen “in de weg staan”. De waarde hiervan is weliswaar laag, maar door de aantallen is hier sprake van een kostenpost waar een gezamenlijke oplossing voor moet komen. Als vuistregel geldt dat de verwervingskosten de onrendabele top in deze projecten vertegenwoordigen.
Totaal
Lange termijn 2017 - 2030
Korte termijn t/m 2017 sloop
samenvoegen / kluswoningen
sloop
samenvoegen / kluswoningen
Afrikaanderwijk
0
0
50
0
50
Bloemhof
350
150
250
150
900
Carnisse
450
100
1.550
450
2.550
Feijenoord
0
0
0
0
0
Hillesluis
250
100
100
200
650
Oud-Charlois
150
300
150
1.100
1.700
Tarwewijk
250
100
450
100
900
Totaal Focuswijken
1.450
750
2.550
2.000
6.750
Overig Feijenoord
0
0
0
0
0
Overig Charlois
0
0
0
1.100
1.100
Overig IJsselmonde
0
0
0
2.150
2.150
Totaal Tuinsteden
0
0
0
3.250
3.250
Totaal
1.450
750
2.550
5.250
10.000
Particuliere woningvoorraad: grootschalige opgave
De financierbaarheid van deze opgave is lastig omdat het een maatschappelijke opgave is die in vastgoedtermen onrendabel is. Toch worden er op kleine schaal al successen geboekt: • Beijerlandselaan: Hier heeft een projectontwikkelaar al 30 woningen verworven om aan dezewinkel straat nieuwe winkels plus woningen toe te voegen. Een tweede fase met de verwerving van nog eens 20 woningen vindt vanaf 2014 plaats. • Oud-Carnisse: In deze buurt vindt een gecombi- neerde aanpak van basisverbetering en sloop- nieuwbouw van particuliere voorraad plaats. Onder andere 16 woningen worden aangekocht om op deze locatie circa 10 eengezinswoningen ter ver- sterking van deze buurt terug te bouwen. • Hefblok: Hier worden de resterende particuliere panden in de wijk Feijenoord verworven om plaats te maken voor zelfbouw in verschillende vormen: stadswoningen, collectief particulier opdrachtgeverschap. Vanaf 2014 wordt er gesloopt en gestart met nieuwbouw. Dit soort projecten is alleen mogelijk met publiek geld die de onrendabele top weg financiert. Het zijn relatief kleine projecten die miljoenen kosten om gerealiseerd te krijgen. Gezien het maatschappelijk belang om de focuswijken heterogener qua samenstelling te krijgen, een absolute must. 24
Daarnaast hebben de corporaties met de gemeente afgesproken om de particuliere woningvoorraad in met name Carnisse en Tarwewijk onder de loep te nemen (maken van ontwikkelvisies) met de intentie om delen van de wijk te verbeteren. Private investeringen Op enkele plekken op Zuid, met name op de Kop van Zuid (Wilhelminapier, Parkstad) en Katendrecht, maar ook op kansrijke plekken in de stadswijken en de tuinsteden is sprake van private investeringen door institutionele beleggers of projectontwikkelaars. De komende decennia zal de realisatie van woningen hier doorgaan, afhankelijk van de marktvraag. Vanuit het NPRZ wordt ook ingezet op het interesseren van dit type partijen voor de toekomst. 3.2 Randvoorwaarden In deze paragraaf is aangegeven welke investeringen op Zuid worden gedaan om de woonomgeving te verbeteren. Per aspect is aangegeven welke investeringen er op de korte en lange termijn noodzakelijk zijn. Hierbij zijn de economische investeringen, de investeringen in het voorzieningenaanbod, investeringen in de openbare ruimte en bereikbaarheid in beeld gebracht.
Aanwezigheid banen
Ingreep
Hoogte investering tot 2030
Partijen
Dekking
Vergroten arbeidsparticipatie
Opleiden jongeren in zorg en techniek
€ 20 miljoen tot € 40
Europese fondsen
Waarschijlijk, € 20 miljoen subsidie
Hart van Zuid
Gebiedsontwikkeling
€ 96 miljoen tot € 300
Gemeente en private partners
Ja, € 96 miljoen. rest door Ballast Nedam
Stadshavens
Gebiedsontwikkeling
€ 11,8 miljoen tot € 35
Gemeente, Rijk en private partners
Ja, € 11,8 miljoen gemeente. Rest door rijk en private partijen
Stadionpark
Gebiedsontwikkeling
€ 60 miljoen tot € 450
Gemeente en private partners
Ja, € 90 miljoen voor sportcampus. Rest afhankelijk van private partijen
Aanwezigheid banen
Ingreep
Hoogte investering tot 2030
Partijen
Dekking
miljoen
miljoen
miljoen
miljoen
Aanwezigheid van banen dere financiële middelen en bronnen aanwezig. Het betreft Onderstaande tabel is een weergave van de inspanningen hier altijd vormen van publiek private samenwerking en finan€ 20 miljoen tot €ciering. € 20 gebiedsjongeren 40 fondsen Waarschijlijk, miljoen die Vergroten tot 2030arbeidsparticizijn gepland om Opleiden te zorgen voorinmeer werkgeleVoorEuropese het behalen van de ambities zijn deze patie zorg en techniek miljoen subsidie Bereikbaarheid Korte termijn Lange termijn Dekking genheid op Zuid, de daarvoorIngreep benodigde investeringen en de ontwikkelingen van cruciaal belang. De gemeente staat met 2020 2030 dekking voor die investeringen. private partners aan de lat en betrekt actief de partners van NPRZ waar dat meerwaarde biedt. Ja, € 96 miljoen. rest door € 96 miljoen totProgramma € 300 Hart van Zuid Gebiedsontwikkeling BeterGemeente en private Ja, € 20 miljoen Verbeteren OV Stedenbaan station NPRZ zet in op werkgelegenheid in zorg en techniek en op miljoen partners Ballast Nedam bereikbaarheid van Zuid Benutten water richtingin deze Door Rijk (I&M) en regio beter opgeleide jongeren dieMeer aanOV deover slag kunnen Bereikbaarheid Stadshavens sectoren. Om deze doelen te bereiken wordt aanspraak geOnderstaande tabel is een weergave van inStadshavens Gebiedsontwikkeling Gemeente, Rijk en Ja, € de 11,8geplande miljoen gemeente. € 11,8 miljoen tot € 35 miljoen private partners Rest door rijk en private daan op twee Europese fondsen voor respectievelijk econogrepen op infrastructureel gebied op korte en lange termijn. Fietsveer Kralingen - Feijenoord partijen mische groei (meer banen/ bedrijven) en sociale versterking Tevens is aangegeven voor welke maatregelen financiering Voor- en natransport vanaf OV: Stadionpark Gebiedsontwikkeling 60 miljoen tot €geregeld 450 Gemeente en private Ja, € 90 miljoen voor (vergroten arbeidsparticipatie). Totaal gaat het om een€subsiis en voor welke niet. Flex Feijenoord miljoen partners sportcampus. Rest diebedrag van ca. € 20 miljoen. Bij toekenning van subsidies afhankelijk van private Oost-westtangent bus op Zuid is altijd sprake van cofinanciering. Voor de bereikbaarheidsmaatregelen op korte termijn zijn afpartijen spraken gemaakt met het Rijk en vastgelegd in het BOMIRT Verbeteren regionale OV station en nieuwe OV max. € 4 miljard Nee € 1,5 tot 2011. Er is € 20 miljoen beschikbaar ter verbetering van Voor de ontwikkeling van drieIntercity economische brandpunten op verbinding Zuid tangentverbinding de openbaar vervoer bereikbaarheid van Zuid tot 2020. De Zuid: Hart van Zuid, Stadionpark en Stadshavens, zijn meerVerbeteren bereikbaarheid langzaam verkeer Bereikbaarheid en comfort OV
Verbeteren OV bereikbaarheid van Zuid
Verbeteren bereikbaarheid langzaam verkeer in / tussen de Ingreep wijken
Programma Beter Benutten 2 Korte termijn 2020
Verbeteren OV netwerk incl. knooppunten (o.a. overstapkwaliStedenbaan station teit / verblijfskwaliteit
Nee Lange termijn 2030
Programma Beter Benutten
Meer OV over water richting Verbeteren oversteekbaarheid Stadshavensop Zuid hoofdwegen
Dekking
Ja, € 20 miljoen Door Rijk (I&M) en regio
Fietsveer Kralingen - Feijenoord Voor- en natransport vanaf OV: Flex Feijenoord Oost-westtangent bus op Zuid Verbeteren regionale OV verbinding Zuid
Intercity station en nieuwe OV tangentverbinding
Verbeteren bereikbaarheid langzaam verkeer en comfort OV
Verbeteren bereikbaarheid langzaam verkeer in / tussen de wijken
€ 1,5 tot max. € 4 miljard
Programma Beter Benutten 2
Verbeteren OV netwerk incl. knooppunten (o.a. overstapkwaliteit / verblijfskwaliteit Verbeteren oversteekbaarheid hoofdwegen op Zuid
25
Nee
Nee
investeringsmogelijkheden voor aanleg van nieuwe grootschalige infrastructurele verbindingen in het stedelijk gebied zijn beperkt. Samen met het Rijk en de stadsregio is wel geconcludeerd dat het lange termijn perspectief (Intercitystation op Zuid met een volledige openbaar vervoertangent en multimodale stadsbrug) het meeste bijdraagt aan de bereikbaarheid, netwerkcapaciteit en de sociaaleconomische positie van Zuid. Op de langere termijn zijn dit investeringen die zich terugverdienen en die als hefboom kunnen dienen voor waardestijging van grond en vastgoed op locaties die daarvan profiteren. Afhankelijk van de uit te voeren vorm van de OV tangent is een investeringsbudget nodig van € 1,5 - € 4 miljard. De gemeente zal samen met het Rijk de lange termijn bereikbaarheidsmaatregelen voor Zuid en de financiële middelen concretiseren. Voorzieningen en openbare ruimte Kwalitatief hoogwaardige openbare ruimte en de aanwezigheid van economische en maatschappelijke voorzieningen zijn belangrijke vestigingsvoorwaarden voor bewoners en bedrijven. De lopende investeringen in de openbare ruimte worden gefinancierd uit ISV-3, grondexploitaties of sectorale budgetten. In de handelings-perspectieven is per wijk beschreven waar investeringen in openbare ruimte en voorzieningen nodig zijn. Een deel van deze investeringen zal op vergelijkbare wijze plaatsvinden. Voor andere investeringen op dit gebied is nog geen financiering georganiseerd. Dit zal eveneens voor de korte en lange termijn, per wijk in beeld worden gebracht. Uitgangspunt is zoveel mogelijk werk met werk te maken.
26
3.3 Conclusie en vervolg Duidelijk is dat de ambitie van het NPRZ de nu beschikbare middelen overstijgt. Op korte termijn is er vooral behoefte aan financiering voor de grondige aanpak van de particuliere voorraad. Op lange termijn ook aan financiering voor infrastructurele ingrepen, het doorzetten van de corporatieaanpak en de continuering van de verbetering van de particuliere voorraad. Dit kan voor een deel door financiering door overheden, maar om private investeringen uit te lokken worden ook nieuwe vormen van samenwerking onderzocht. Het gaat erom institutionele beleggers het vertrouwen te geven om langjarig te participeren in projecten waar op langere termijn een goed rendement op kan worden behaald. Daarnaast kan gedacht worden aan het verstrekken van (langlopende) leningen tegen lage rente, bijv. in het kader van gebiedsontwikkeling of woningbouwverbetering. Het is voor institutionele beleggers te duur en bewerkelijk om projecten op die voor hen relatief beperkte schaal te beoordelen. Het soort ‘vehikel’ waaraan wordt gedacht is te beschouwen als een aanleverende partij (bijv. gemeente, corporatie, PPP), als er sprake is van één groot project of programma. Of bij bundeling een construct waarin verschillende initiatieven zijn ondergebracht en meerdere, relatief kleinere projecten, worden gebundeld, waarmee per saldo toch een omvang kan worden gerealiseerd die interessant is voor institutionele beleggers. Projecten kunnen thematisch worden gebundeld (bijv. infrastructuur, verduurzaming gebouwen en woningen, energienetwerken, technologische innovaties), maar ook teritoriaal (nationaal, regionaal, lokaal).
Samenvatting • Op korte termijn is er dekking voor de aanpak van sociale woningvoorraad, kleinere infrastructurele ingrepen en verbetering in de particuliere voorraad. • Nieuwbouwontwikkelingen, zoals op de Kop van Zuid en Katendrecht zullen door middel van private financiering worden gerealiseerd als de markt daarvoor rijp is. • Er is nog geen financiering gevonden voor de grondige aanpak van de particuliere voorraad en lange termijn infrastructurele ingrepen. • Een deel van de ongedekte opgave zal op lange termijn (mede) worden gefinancierd door nieuwe vormen van samenwerking.
27
Colofon Programma Bureau NPRZ Gemeente Rotterdam Ministerie van Binnenlandse Zaken Deelgemeente Charlois Deelgemeente Feijenoord Deelgemeente IJsselmonde Havensteder Woonstad Rotterdam Woonbron Vestia Groep Stichting Ik Zit op Zuid Kamer van Koophandel Deltalinqs
april 2014