3 minute read

1.2 Aanleiding

In het kort, de docent van de opleiding en de leraar van de leerlingen zijn samen verantwoordelijk voor het slagen van het programma. Naast de docent van de opleiding, die altijd aanwezig is, is ook de leraar regelmatig aanwezig bij de begeleidingsmomenten van de studentmentoren. Door deze opzet heeft de docent zicht op de uitvoering en kunnen studenten reflecteren op het mentoruur met hun leerling. Door de klassikale opzet en inbedding in het curriculum, krijgt mentoring geen stigma bij leerlingen.

Studentmentoren en leraren zien de effecten van mentoring op hun leerlingen. De interventie resulteert in betere leerresultaten en betere studievaardigheden, een groei op sociaalemotioneel vlak, vergroting van zelfvertrouwen, interesseontwikkeling en meer aandacht voor loopbaanoriëntatie. Middels een meerjarig quasi-experimenteel evaluatieonderzoek wordt de effectiviteit van het programma in kaart gebracht.

Advertisement

In het schooljaar 2015-2016 hebben 740 studenten, 28 docenten en 740 leerlingen deelgenomen aan het programma. Doel is om die aantallen de komende jaren verder uit te breiden. Door de ervaren successen en de brede inzetbaarheid leent het programma zich er voor om ook door andere instellingen en in andere achterstandsgebieden ingezet te worden.

Mentoren op Zuid is een programma dat op initiatief van Expertisecentrum Maatschappelijke Innovatie (EMI), onderdeel van Hogeschool Rotterdam en Rotterdams Vakcollege De Hef is gestart in Rotterdam-Zuid. Rotterdam-Zuid bestaat uit verschillende wijken die veelal worden gekenmerkt door sociale achterstanden en een hoog percentage schooluitval. Veel kinderen uit deze wijken missen structureel support voor hun onderwijsloopbaan. De omgeving van een leerling met een lagere sociaaleconomische status heeft lagere sociale verwachtingen van deze leerling. Hierdoor wordt de leerling niet uitgedaagd om het beste uit zichzelf te halen. Deze leerlingen zullen minder snel een vervolgopleiding volgen en hebben minder beroepsaspiraties (Gregg, 2013).

Om studentmentoring te verbeteren en uit te breiden is in 2014 de Stichting Studentmentoren Rotterdam opgericht. Deze stichting bestaat uit een samenwerking tussen Hogeschool Rotterdam, Expertisecentrum Maatschappelijke Innovatie, het onderwijsveld van RotterdamZuid en Stichting De Verre Bergen. De kracht van studentmentoring is dat zowel de leerling als de studentmentor ervan leren. Met Mentoren op Zuid wil Stichting Studentmentoren eraan bijdragen dat jongeren het beste uit zichzelf halen. Tegelijkertijd wil zij studentmentoren de kans geven zich te ontwikkelen tot weerbare professionals. Eén op één coaching en begeleiding geven aan jonge mensen is een waardevolle competentie in veel beroepen. Studentmentoren ontwikkelen betere vaardigheden (next century skills) op het gebied

P17

van zelfmanagement, leiderschapscompetenties, metacognitie, probleemoplossend vermogen, communicatieve vaardigheden, zelfvertrouwen en krijgen meer binding met de school en de omgeving van de leerling (Luigies, 2013; Martin & Sifers, 2012).

Waarom mentoring?

Mentoring kan een bijdrage leveren aan hogere verwachtingen bij de leerling zelf en in zijn omgeving. Zo zien leraren dat leerlingen in positieve zin veranderen door mentoring en krijgen zij hogere verwachtingen van de leerlingen (Grossman, Chan, Schwartz, & Rhodes, 2012), wat de leerprestaties van leerlingen positief beïnvloedt (Hattie, 2008).

Eerder onderzoek toont aan dat mentoring kan leiden tot een vermindering van schoolverzuim, vroegtijdig schoolverlaten, probleemgedrag en middelengebruik. Ook is aangetoond dat mentoring zorgt voor een vergroting van het vertrouwen in schoolprestaties, daadwerkelijke schoolprestaties, psychisch welbevinden, gezondheid en relaties met ouders en peers (Noorda, Danker, Ezzeroili & Reubsaet, 2008; Herrera, DuBois & Grossman, 2013; Herrera, Grossman, Kauh & MacMaken, 2011; Rhodes, Grossman & Resch, 2000). Om het welzijn en de ontwikkelingskansen van kinderen uit achterstandswijken te verbeteren, is het voor deze kinderen belangrijk om een perspectief voor de toekomst te hebben en een opleiding af te ronden. Onderzoek laat zien dat bij kwetsbare groepen de meerwaarde van mentoring groter is (DuBois, Holloway, Valentine & Cooper, 2002; Rhodes, 1994).

Ook blijkt dat de studieresultaten van studentmentoren verbeteren als zij een mentorrol hebben gehad (Luigies, 2013). Daarnaast ontwikkelen de studenten competenties die van belang zijn bij het werken in cultureel diverse contexten.

De ambitie is om Mentoren op Zuid zo breed mogelijk in het hoger onderwijs te realiseren. Het programma past binnen het studentbeleid van Hogeschool Rotterdam, waarin het de bredere strategische doelstelling is om het onderwijs nauw te verbinden met de complexe Rotterdamse beroepspraktijk en context. Hierdoor is er groot draagvlak voor Mentoren op Zuid tot op het hoogste niveau. Dit draagvlak is essentieel voor de continuïteit van het programma.

This article is from: