Terugblik 2019 – Werkplan 2020
Inhoud Inleiding | Zuid proof
3
Hoofdstuk 1 | Omgevingsanalyse
6
1.1 Landelijke ontwikkelingen
6
1.2 Aansluiting Hogeschool Rotterdam
8
1.3 EMI en de stad
10
1.4 Aansluiting programmalijnen EMI
12
Hoofdstuk 2 | Onderwijs
14
2.1 Mentoren op Zuid
15
2.2 Thuis in Taal
19
2.3 Gereedschapskist
23
Hoofdstuk 3 | Werken
26
3.1 BRIDGE
27
3.2 Sociaal Ondernemerschap
31
Hoofdstuk 4 | Zorg & Welzijn
36
4.1 Mama’s Garden
37
4.2 Vitaal op Zuid
41
Hoofdstuk 5 | Wonen 5.1 Urban Innovation Hoofdstuk 6 | Kunst & Cultuur 6.1 Cultuur op Zuid
46 47 54 55
Hoofdstuk 7 | Marketing & communicatie
60
Hoofdstuk 8 | Organisatie & Governance
64
8.1 Bestuurlijke organisatie
64
8.2 Uitvoerende organisatie
65
8.3 Organigram
66
BIJLAGEN
68
BIJLAGE 1 | Leden bestuurlijke organisatie
68
BIJLAGE 2 | Leden uitvoerende organisatie*
69
BIJLAGE 3 | Samenwerkingspartners 2020
70
BIJLAGE 4 | Deelname netwerken 2020
71
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 2
Inleiding | Zuid proof Sinds 2013 richt het Expertisecentrum Maatschappelijke Innovatie (EMI) zich op het vinden van oplossingsrichtingen voor complexe vraagstukken in Rotterdam-Zuid. Een stad in de stad, bekend van lastige lijstjes en wicked problems, maar ook een gebied met veel potentie en mogelijkheden. Het werken aan vraagstukken gebeurt in een proces van al doende leren en samenwerken met een brede waaier aan partners. Die samenwerking komt tot uitdrukking in een breed programma-aanbod op het gebied van onderwijs, werken, zorg & welzijn, wonen en kunst & cultuur. In deze terugblik/dit werkplan laten we graag zien waar we staan en wat onze plannen zijn met de uiteenlopende thema’s en programma’s. Programma’s waarin een aantal zaken altijd terugkomt. We werken op het snijvlak tussen de systeemwereld en de weerbarstige praktijk. Wederkerigheid (‘halen en brengen’) tussen onderwijs, onderzoek en praktijk staat aan de basis van wat EMI doet. Door te monitoren, tellen en vertellen houden we goed zicht op de impact van ons werk en delen we onze bevindingen. We hebben het jaarverslag 2019 (’Terugblik’) gekoppeld aan onze plannen voor 2020 (‘Werkplan’). Anders dan voorheen gaan we nu uit van kalender- in plaats van collegejaren.
Landelijke ontwikkelingen Centres of Expertise Als Centre of Expertise (CoE) werken we vanuit het onderwijs samen met praktijkpartners. Dat levert naast innovatieve oplossingsrichtingen een inspirerende leeromgeving voor studenten én meerwaarde voor alle partijen op. In oktober 2019 heeft de landelijke Commissie Centres of Expertise (Commissie Reiner) geconcludeerd dat CoE’s breed gewaardeerd worden en een impactrijke toekomst hebben. Dit wordt in hoofdstuk 1 beschreven. Voor EMI zijn deze uitgangspunten goed herkenbaar en al dagelijkse praktijk. De commissie adviseert bovendien dat CoE’s aansluiting zoeken bij de zeventien Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties (VN) en bij de strategische onderzoeksagenda hbo, iets dat EMI al volop doet. Het is opvallend dat de commissie weinig aandacht besteedt aan het thema ‘maatschappelijke innovatie’ − een thema dat actueler is dan ooit. EMI vervult daarin een voortrekkersrol, die ook positief afstraalt op Hogeschool Rotterdam (HR). Het invullen van die rol kan landelijk beter worden benut en kan onderdeel gemaakt worden van de strategische discussie binnen de hogeschool.
EMI-programma’s Onze programma’s staan centraal in deze Terugblik en dit Werkplan. Bij Mentoren op Zuid hebben 1200 studentmentoren leerlingen op Zuid In het kader van hun eigen opleiding begeleid en werd financiering van het programma verworven voor de komende drie jaar. Na de ontwikkeling, implementatie en borging van de beproefde aanpak Thuis in Taal in de voorschoolse periode bij Peuter & Co, gaat Kenniscentrum Talentontwikkeling nu aan de slag met het onderzoek naar ondersteuning van laagopgeleide ouders in de thuissituatie.
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 3
In het kader van Sociaal Ondernemerschap zijn zeventien sociaal ondernemers ondersteund met het opstellen van een businessplan en impactrapport. Om zo te komen tot een businessmodel met maatschappelijke meerwaarde in samenwerking met onderzoekers, experts, studenten, docenten en ervaringsdeskundigen. Na een aantal jaar zaaien, was 2019 het jaar van groei voor Mama’s Garden. In 2020 starten we met actieonderzoek om de impact van het programma te meten en bijeenkomsten verder af te stemmen op de vraag van de deelnemers. Uitkomsten van dit onderzoek worden gedeeld met de professionals zodat de dienstverlening nog beter kan worden aangesloten. Het programma Urban Innovation heeft als nieuw onderdeel een meerjarig onderzoek naar sociale veerkracht in en rond Hillesluis. In samenspraak met partners en bewoners wordt door middel van interventies bekeken hoe de sociale veerkracht versterkt kan worden. Tevens wordt een vergelijkend onderzoek gedaan in Delfshaven, in de wijk Bospolder-Tussendijken. We zijn trots op twee nieuwe programmalijnen die in 2020 volop zichtbaar worden. Met Cultuur op Zuid ontwikkelen we in samenspraak met gemeente Rotterdam aan een plan om op Zuid een locatie te betrekken waar we met partners en studenten van diverse opleidingen werken aan maatschappelijke en culturele opgaven. In januari sluiten we een samenwerkingsconvenant af met Feyenoord, onder meer gericht op een nieuw programma rond vitaliteit, werk en de connectie tussen sport en nieuwe vormen van sociaal werk. EMI blijft haar footprint op Zuid versterken. Dat maakt EMI helemaal Zuid Proof!
Carolien Dieleman directeur EMI
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 4
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 5
Hoofdstuk 1 | Omgevingsanalyse 1.1 Landelijke ontwikkelingen Sinds 2011 wordt binnen Centres of Expertise (CoE’s) een nieuwe, ambitieuze samenwerkingsvorm tussen kennisinstellingen, het bedrijfsleven/maatschappelijke organisaties en de overheid getoetst. De CoE’s leveren een belangrijke bijdrage aan het praktijkgericht onderzoek van hogescholen. De twee Centres of Expertise van HR zijn vanaf de start in 2013-2014 verschillend vormgegeven. RDM CoE werd aanvankelijk extern landelijk gefinancierd, met een koppeling aan de inhoud van de Topsectoren en beoordeeld via de Reviewcommissie Hoger Onderwijs. Expertisecentrum Maatschappelijk Innovatie (EMI) kwam tot stand met financiering uit de lumpsum van HR en in strategisch partnerschap met Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ), een coproductie van de stedelijke en landelijke overheid. Bij de start van de CoE’s viel maatschappelijke innovatie niet onder een Topsector. Sinds het Sectorakkoord hoger beroepsonderwijs 2018 worden beide CoE’s gefinancierd uit de lumpsum van de hogeschool. Gezien de landelijke resultaten van de expertisecentra (inmiddels inclusief EMI), opgetekend door Katapult (een netwerk van samenwerkingsverbanden tussen beroepsonderwijs, bedrijfsleven, onderzoek en overheid) en de complexe omgeving (zie figuur 1 en 2) waarbinnen CoE’s opereren, is in het sectorakkoord vastgelegd dat CoE’s door een onafhankelijke commissie tegen het licht moeten worden gehouden.
Krachtenveld waarbinnen CoE’s opereren (Bron: Eindrapport van commissie Centres of Expertise, oktober 2019)
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 6
Rollen & partnerschappen (Bron: Eindrapport van commissie Centres of Expertise, oktober 2019)
In oktober 2019 kwam de Commissie Reiner met haar bevindingen: Centres of Expertise: groeibriljant voor excellente samenwerking in het hbo. Het rapport is goed ontvangen en zal naar verwachting de komende jaren belangrijk zijn voor de verdere ontwikkeling van CoE’s. De commissie ziet een breed gewaardeerde en impactrijke toekomst weggelegd voor expertisecentra. Om kansen te kunnen verzilveren, formuleert de commissie in haar eindrapport vijf uitgangspunten. Dit is wat Centres of Expertise volgens de commissie zouden moeten zijn: 1. Een motor voor het aanpakken van maatschappelijke uitdagingen. 2. Een instrument voor onderwijsinnovatie. 3. Een excellent verbinder van ‘buiten’ en ‘binnen’. 4. Een lerende en adaptieve netwerkorganisatie. 5. Een herkenbare samenwerkingsvorm met impact. De commissie koppelt daaraan elf aanbevelingen. Het eindrapport bevat tevens een reeks vereisten voor het predicaat ‘Centres of Expertise’ en formuleert een set spelregels voor een optimaal samenspel tussen deze centra. Ten slotte doet de commissie ook een aanbeveling voor een vorm van landelijke regie; een lichte, op outcome gerichte governance-structuur. Die bestaat uit twee aan elkaar verbonden delen die complementair zijn: een structuur van landelijke thematische netwerken en een landelijke stuurgroep. In hoeverre dit wordt opgepakt of uitgewerkt, was bij het schrijven van deze
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 7
terugblik/dit werkplan eind 2019 nog niet bekend, maar dit zal naar verwachting zeker effect hebben op de CoE’s van HR. Verder benadrukt de commissie het belang van een betere aansluiting op maatschappelijke thema’s om een snellere toegang en actieve deelname binnen het innovatiebeleid van de Centres te bewerkstelligen.
“Wij adviseren de Centres aan te sluiten bij de Sustainable Development Goals en de thema’s van de strategische onderzoeksagenda hbo, Onderzoek met Impact.” Commissie Reiner
1.2 Aansluiting Hogeschool Rotterdam RDM CoE en EMI sluiten aan bij de door de hogescholen onderschreven duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de VN.
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 8
Alle duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties
Ook veel van de onderzoeksthema’s uit de hbo-agenda Onderzoek met Impact (Vereniging Hogescholen, 2016) sluiten aan bij haven en stad: 1) Gezondheid: zorg en vitaliteit 2) Onderwijs en talentontwikkeling 3) Veerkrachtige samenleving 4) Slimme technologie en materialen 5) De gebouwde omgeving: duurzaam en leefbaar 6) Duurzaam transporteren: intelligente mobiliteit 7) Duurzame landbouw, water en voedselvoorziening 8) Energie en energievoorziening 9) Kunst- en creatieve industrie 10) Ondernemen: verantwoord en vernieuwend.
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 9
1.3 EMI en de stad EMI richt zich op maatschappelijke innovatie met het vinden van oplossingen voor complexe vraagstukken in een grootstedelijke context. Dit gebeurt in een proces van al doende leren, samen met partners en op basis van Quadruple Helix, een model gefocust op de samenwerking tussen overheden, bedrijfsleven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties. Oplossingsrichtingen ontstaan door een duurzame samenwerking tussen meerdere vakdisciplines en sectoren, belicht vanuit verschillende invalshoeken.
Focuswijken
EMI sluit hiermee aan bij de integrale aanpak van NPRZ. De doelstelling van NPRZ is dat RotterdamZuid binnen twintig jaar het gemiddelde niveau van de vier grote steden (Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht) bereikt als het gaat om werk, inkomen, onderwijs en sociale veiligheid. Zoals uit bijgevoegde cijfers blijkt, is dat nu nog niet het geval.
"EMI helpt ons bij het vinden van lastige vraagstukken op Zuid en brengt onze studenten in contact met de juiste partijen." Anne Kooiman, docent Social Work en Pedagogiek
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 10
De polsslag van Zuid (bron NPRZ)
Dat vergt investeringen voor alle groepen bewoners, met de nadruk op jongeren vanaf hun geboorte tot het moment dat zij aan het werk gaan. Het ideaal is dat alle jongeren deelnemen aan onderwijs en zich kwalificeren op een niveau dat bij hen past. Zij vinden werk – het liefst op Zuid – en blijven ook op Zuid wonen. Dat vraagt om een betere match met de werkgelegenheid op Zuid in de zorg en de (technische) maakindustrie, maar ook om een gevarieerde woningvoorraad en een veilige, prettige openbare ruimte. In het uitvoeringsplan 2019-2022 van NPRZ staan de bewoners van Rotterdam-Zuid centraal, in het bijzonder de zeven focuswijken en de zogenoemde kantelwijken in IJsselmonde. Participatie in NPRZ betekent naar school gaan, werken of vrijwilligerswerk doen en thuis de basis op orde hebben. Dat vraagt om een actieve opstelling van bewoners. Maar de verschillen tussen groepen burgers blijken hardnekkig, ook al stellen bewoners zich actief op en doen zij hun uiterste best om vooruit te komen. Zo blijven onderwijsachterstanden onder bevolkingsgroepen met een niet-westerse migratieachtergrond groot en zijn laagopgeleiden nog steeds vaker werkloos dan gemiddeld. Ook de gezondheid wordt als minder goed ervaren en de woontevredenheid is lager. Laagopgeleiden zijn minder optimistisch over de toekomst en hebben minder interesse en vertrouwen in de politiek dan hoogopgeleiden. De resultaten van NPRZ worden zichtbaar gemaakt via data die aangeven wanneer het beter gaat met bewoners. Denk aan hogere Cito-scores, werken in plaats van leven van een uitkering, minder schooluitval, een betere gezondheid en minder armoede.
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 11
1.4 Aansluiting programmalijnen EMI Vijf programmalijnen staan centraal. De programma’s verbinden onderwijs, onderzoek en praktijk. In de volgende hoofdstukken worden de programma’s besproken. Ten eerste met een terugblik over 2018-2019 (tweede helft 2018, heel 2019), vervolgens worden de plannen voor 2020 in het Werkplan toegelicht. De impact van de programma’s wordt beschreven aan de hand van resultaten bij verschillende doelgroepen en een cijfermatige onderbouwing.
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 12
–––––––
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 13
Hoofdstuk 2 | Onderwijs In veel gezinnen op Rotterdam-Zuid zijn de ouders laagopgeleid, is er sprake van taalachterstand en komt werkloosheid voor. Het gemiddeld besteedbaar inkomen per huishouden is laag. Het probleem taalachterstand – beginnend bij de voor- en vroegschoolse educatie (vve), het basisonderwijs en doorlopend naar het voortgezet en beroepsonderwijs – blijft onverminderd groot. Daarnaast is er een hoog percentage vroegtijdige schooluitval in het vervolgonderwijs. Voor doorlopende leerwegen met perspectief op werk, in het bijzonder op het gebied van technisch onderwijs en in de zorg, is onvoldoende aandacht. Daarnaast zijn ouders zeer beperkt betrokken bij school. School, thuis en straat zijn drie gescheiden werelden. De leerprestaties op Zuid blijven achter. De Cito-scores stijgen wel, maar zijn gemiddeld nog laag, en bijna een kwart van de leerlingen op Zuid verlaat de middelbare school zonder startkwalificatie. De programma’s van EMI zijn gericht op het structureel verhogen van de leerprestaties van kinderen op Zuid. Onze doelen zijn het bijdragen aan de best mogelijke toekomst voor alle kinderen op Zuid, een verdere verhoging van de Cito-scores en een voor iedere leerling passend uitstroomniveau uit het voortgezet en middelbaar onderwijs.
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 14
2.1 Mentoren op Zuid Programmamanager Rineke Kraaij (2018-2019), Jos Heinerman-Leijdekker (v.a. november 2019)
Programmateam Margriet Clement (methodiek), Gert-Jan van der Maas (financiën en logistiek), Soesja Pijlman (coördinator studentmedewerkers en docenten), Floortje van Ree (communicatie)
Aanleiding Leerlingen op Zuid kunnen wel wat extra aandacht gebruiken. Vanuit die gedachte is in 2014 op verzoek van het onderwijsveld van Rotterdam-Zuid het programma Mentoren op Zuid (MoZ) gestart. De meeste kinderen en jongeren op Zuid hebben baat bij extra een-op-eenbegeleiding op het gebied van talentontwikkeling, schoolcarrière, zelfvertrouwen en loopbaanoriëntatie. Studenten leren binnen MoZ hoe het is om iemand in de praktijk te coachen en ervaren de superdiversiteit binnen de dynamische en grootstedelijke context van Rotterdam-Zuid. Zo ontwikkelen zij zich tot kritische professionals.
Samenwerkingspartners Het programma wordt bestuurd door Stichting De Verre Bergen (SDVB), Hogeschool Rotterdam, het onderwijsveld van Rotterdam-Zuid (met zeventien scholen zijn convenanten opgesteld), EMI en Thomas More Hogeschool, welke zitting hebben in de Stichting Studentmentoren Rotterdam. Overige partners zijn Echo, Gelijke Kansen Alliantie OCW, iMentor, Rotterdam Mentorstad, JINC, Rabobank Rotterdam, Stichting Bevordering van Volkskracht, Sint Laurensfonds, NPRZ, gemeente Rotterdam, Inholland, Codarts, Albeda, Erasmus Universiteit Rotterdam.
Netwerken European Center for Evidence Based Mentoring, NPRZ Onderwijstafel, NPRZ-werkgroep Loopbaanoriëntatie (LOB), BRIDGE
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 15
Terugblik 2018-2019 Verduurzaming Het schooljaar 2018-2019 stond in het teken van ‘verduurzaming’. De scholen en de verschillende opleidingen van Hogeschool Rotterdam hebben de samenwerking bestendigd door het tekenen van samenwerkingsovereenkomsten voor de komende drie jaar, startend vanaf het schooljaar 2019-2020. Hieraan voorafgaand heeft een serie gesprekken plaatsgevonden met alle partijen, waaruit bleek dat de betrokkenheid onverminderd groot is. Begin januari vond een feestelijk ondertekeningsmoment plaats in het bijzijn van alle betrokkenen. Het schooljaar stond ook in het teken van financiële verduurzaming met het vinden van nieuwe financiële partners: gemeente Rotterdam, NPRZ, Rabobank Rotterdam, Van Leeuwen Lignac Stichting van het Laurensfonds en Stichting Bevordering van Volkskracht. Studentmedewerkers Dankzij een financiering van OCW (binnen het programma Students-4-Students) worden studentmedewerkers gekoppeld aan mentortrajecten. Dit zijn oud-mentoren die nu als betaald studentmedewerker in de klas aan de slag gaan, naast een docent van de hogeschool en een docent van de school zelf. De studentmedewerker vangt indien nodig leerlingen op bij ziekte van een mentor, assisteert de docent bij het geven van feedback en kan als ervaringsdeskundige een mooie brug slaan tussen (nieuwe) docenten en studenten. Mentorenapp De mentorenapp, die studenten en docenten gebruiken om zich voor te bereiden, te reflecteren en feedback te geven, is gebruiksvriendelijker gemaakt. De app kan per opleiding worden aangepast, zodat deze beter aansluit op de specifieke leerdoelen. Ook de toolkit met mentoractiviteiten en intervisieonderwerpen is geïntegreerd. De app is nu veel meer dan slechts een registratiemiddel; het is een bron van informatie en inspiratie geworden. Met deze verbeteringen zien we het gebruik van de app significant toenemen. Doorontwikkeling Met SDVB wordt gewerkt aan een doorontwikkeling van het programma MoZ, waarbij koppels die de mentoring na de periode van twintig weken willen voortzetten, een programma krijgen toegewezen en mogelijk ook een locatie. Communicatie MoZ heeft nu ook een eigen website waarop voor de verschillende doelgroepen het programma wordt beschreven. De website heeft zowel een verhalende als informatieve kant.
“Mijn mentor heeft me enorm gemotiveerd en geholpen. We hebben samen onderzocht wat ik wil worden en hoe ik dat kan bereiken. Hij is een jongen die van mij een hardwerkende man maakt.” leerling vmbokader
Opgeleverde producten •
Website Mentoren op Zuid | Lancering vond plaats op 7 november 2019.
•
Handleidingen voor studenten en docenten.
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 16
Werkplan 2020 :
Status
starten
ontwikkelen
valideren
opschalen
optimaliseren
Voor 2020 is de ambitie dat 1350 mentoren eenzelfde aantal leerlingen op Zuid begeleiden op scholen en opleidingen die hieraan invulling kunnen en willen geven. Daarnaast heeft het programmateam een aantal ambities opgesteld die betrekking hebben op verdere organisatorische en financiĂŤle verduurzaming en het verbeteren van de kwaliteit en monitoring van het programma. 1. Verduurzamen van financiering van het programma De afgelopen zes jaar heeft de samenwerking tussen HR en SDVB geleid tot het succesvol uitgroeien van MoZ. In de komende fase willen we met andere partners zorgen dat het programma duurzaam kan blijven bestaan en zich verder kan ontwikkelen. Naast de reeds betrokken partners willen we in de toekomst ook een aantal bedrijven aan ons binden. SDVB blijft betrokken bij het programma door deel uit te maken van het bestuur van Stichting Studentmentoren Rotterdam. 2. Vergroten van het eigenaarschap bij de opleidingen en scholen Door het maken van vaste koppelingen tussen scholen en instituten van HR kan de organisatie van de mentoring in de uitvoering meer bij henzelf komen te liggen. Dat maakt dat het programma beter wordt ingebed en de rol van het programmateam komt zo meer te liggen op kwaliteitsborging, schaalvergroting, borgen van de financiering, methodiekontwikkeling en communicatie rond het programma. 3. Vasthouden en verhogen kwaliteit en effectiviteit onder andere door: Het ontwikkelen en aanreiken van tools om de effectiviteit van mentoring te verbeteren De reeds ontwikkelde toolkit met suggesties voor activiteiten tijdens het mentortraject willen we anders ordenen en via de mentorenapp beter ontsluiten voor studenten en docenten. De toolkit breiden we graag uit met intervisieactiviteiten voor docenten, vergelijkbaar met de activiteiten voor mentoring die we studenten aanbieden. Het verbeteren van de monitoring van het programma Omdat er met de app een steeds grotere dataverzameling ontstaat, kan het programmateam ook betere analyses maken als het gaat om de waardering van het programma en de doelen waaraan wordt gewerkt. Daar waar nodig kunnen we op basis van de uitkomsten bijsturen. Het meten van de effecten op de ontwikkeling van mentoren en mentees Door het gebruik van de mentorenapp kunnen wij de mentoring volgen. Hieraan willen wij in de toekomst ook onderzoek koppelen; met het meten van effect kunnen wij impact aantonen.
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 17
4. Verbreding programma Naast de wens om verder en gestaag te groeien binnen HR en Thomas More Hogeschool, zijn we gericht op samenwerking met Hogeschool Inholland, Codarts, Erasmus Universiteit Rotterdam en Albeda. 5. Doorontwikkeling In 2020 wordt de doorontwikkeling van MoZ verder uitgewerkt. Het gaat om het in samenwerking met SDVB faciliteren van een verlenging van het mentortraject voor koppels die aangeven dat zij door willen gaan. Er wordt gewerkt aan een plan van aanpak, zodat wellicht in het schooljaar 2020-2021 een pilot kan starten. Resultaten •
Inwoners Zuid: 1350 leerlingen op Zuid ontvangen extra begeleiding bij school, welzijn en LOB.
•
Werkveld/partners: Voor de scholen biedt het programma extra begeleiding en aandacht voor leerlingen.
•
Studenten HR: Verwerven coachingsvaardigheden en leren werken in een context van superdiversiteit.
•
Instituten HR: Koppelen theorie aan praktijk in de directe omgeving van HR, ervaren wie hun toekomstige studenten (kunnen) zijn, zien/ervaren wat opleidingen kunnen bijdragen aan een bredere maatschappelijke context.
•
HR: De rol van kennispartner in Rotterdam vervullen voor andere instellingen voor hoger en middelbaar onderwijs in de stad door kennis, ervaring en methodiek te delen.
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 18
Resultaten 2019 en ambities 2020 2.1 Mentoren op Zuid Aansluiting onderwijs
Beroepspraktijk
Intern netwerk (HR)
2019 doel
Docenten
Extern netwerk
2020
resultaten
Communicatie 2019 doel
doel Samenwerkingspartners
2020
resultaten 20
Uitingen
doel
doel
10
10
51
62
Afstudeerders
1
2
1
Scholen
Stagiairs
3
5
2
po
6
11
11
Filmpjes
19
25
vo
13
16
16
1007
1350
mbo
-
1
hbo
-
wo
-
Studenten
1200
Onderzoekers Lectoren
2
1
1
ECTS
2019 doel
Keuzevak
4
resultaten 4
5x20
Project praktijkintegratie 4
55x20
Stage** Afstuderen
-
Bereik
6
2
32
30
1
12
15
2
2
10
10
2
2
14
15
3 30
3
2019 Doel
Minor Regulier curriculum
3
Anders
3
resultaten
doel Externe financiers
Bewoners Leerlingen
1000
1233
Ouders Professionals
35
52
70
** Studenten Uni, leveren geen ECTS voor HR
Verbindingen/netwerk
doel
doel
2020
resultaten
2019
doel
Scripties/werkstukken
-
0
3
Handleidingen
-
3
3
Overig
-
2020
resultaten
doel
Beurzen en congressen
4
4
Lezingen en presentaties
8
10
Rondleidingen en excursies
2
2
Gastcolleges
2
2
Expertmeetings
5
2
Overig
2019 doel
1350
Anders
2019
Overig
Externe financiers
2020
* aantal groepen x aantal studenten
Beroepsproducten
2
Anders
doel*
4
6
Bezoek website EMI
Netwerken
2020
7
Publicaties drukwerk
Overheden Aansluiting op onderwijs
2020
resultaten doel
Publicaties digitaal
35
Studentmedewerkers
2019
2020
resultaten doel
Fondsen
2
4
Vanuit overheden
1
1
2.2 Thuis in Taal Programmaleider Martine van der Pluijm, Senem Tekin (vanaf september 2019)
Programmateam Manuela Meijer (tot 1 oktober 2019, administratief medewerker) en Marchien van Marle-van der Wolk, Floortje van Ree (communicatie)
Aanleiding Op scholen is behoefte aan kennis over hoe laagopgeleide ouders ondersteund kunnen worden bij taalstimulering thuis. Het project Thuis in Taal zorgt voor kennisdeling van de aanpak ontwikkeld tijdens het promotieonderzoek van Martine van der Pluijm. Dit gebeurt onder andere in de vorm van leerkringen voor professionals op de werkvloer en opleiders.
Samenwerkingspartners De Globetrotter, Bloemhof, Oscar Romero, Nelson Mandela, Kameleon, Prins Willem van Oranje, Savornin Lohman, De Kleine Wereld, Beatrixschool, Cosmicus, De Triangel, Wilhelminaschool, Vreewijkschool, Noen, Finlandia, en (uit Vlaardingen) De Klinker en De Globe. Stichting Peuter & Co (met circa 68 peuterscholen), gemeente Rotterdam, Stichting Lezen & Schrijven, Stichting Lezen, VoorleesExpres/Hoedje van Papier, Bibliotheek Rotterdam, Ministerie van OCW, Brusselleer, Erasmus Hogeschool Brussel, Vrije Universiteit, Erasmus Universiteit Rotterdam, Radboud Universiteit, CED-groep, MEE Rotterdam, PCBO, RVKO, BOOR, NJI, Rutu Foundation, Bureau Hagenaar, BOOT, Stichting AANZET, Actief ouderschap, Annette Diender
Netwerken Lectorplatform kwetsbare (aanstaande) ouders met jonge kinderen
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 19
Terugblik 2018-2019 Het programma Thuis in Taal heeft samen met Stichting Peuter & Co en basisscholen de aanpak van Thuis in Taal geïmplementeerd. Professionals zijn getraind om de tools en handvatten te gebruiken die door HR zijn ontwikkeld tijdens het promotieonderzoek van Martine van der Pluijm. Dit gebeurde door leerkringen en coaching op de werkvloer, met inzet van studenten. Tijdens deze periode zijn we ook gestart met een nieuw plan van aanpak als het gaat om de thuissituatie. 38 Ouders zijn thuis gecoacht in het ondersteunen van de taalontwikkeling van hun kind. De samenwerking met Peuter & Co heeft geleid tot borging van de aanpak Thuis in Taal in het beleid van de organisatie en tot vervolgonderzoek naar effectieve ondersteuning in de thuissituatie. Daar kregen we subsidie voor van het ministerie van OCW en het regieorgaan SIA. Er is tevens een gemeentelijk netwerk opgezet om kennis te delen. Dit heeft onder meer geleid tot een inspiratiefestival dat plaatsvond op 3 oktober 2019.
“Het gaat om een andere mindset. Je moet het ervaren, dan weet je wat het is.” leerkracht
Opgeleverde producten •
Blij(f) praten! | Handreiking voor meer interactie met jonge kinderen op de groep en thuis met de aanpak Thuis in Taal.
•
Thuis in Taal | Zeven stappen voor leraren om samen met álle ouders een taalrijke omgeving te bieden aan jonge kinderen.
•
Blij(f) Verbinden! | Tips uit onderzoek om de samenwerking met ouders in de Voor- en Vroegschoolse Educatie te verbeteren voor meer taalstimulering thuis.
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 20
Werkplan 2020 Status
starten
ontwikkelen
valideren
opschalen
optimaliseren
In 2020 wordt de implementatie bij Peuter & Co afgebouwd met subsidie van het ministerie van OCW. De subsidie is bedoeld om de aanpak Thuis in Taal op de groepen van Peuter & Co in de organisatie te borgen. Dit moet resulteren in kennisdeling, onder andere met brochures en mogelijk een inspiratiefestival, waarvoor nog extra middelen worden gezocht. Vanaf januari 2020 heeft Kenniscentrum Talentontwikkeling voor vier jaar een RAAK-PRO-subsidie ontvangen voor verder onderzoek in de praktijk van Peuter & Co naar ondersteuning van laagopgeleide ouders in de thuissituatie. Resultaten •
Ouders: We betrekken ouders van jonge kinderen bij de taalontwikkeling van hun kind door het versterken van hun interactievaardigheden en coachen leraren op de werkvloer zodat zij de ouders handvatten kunnen bieden. Daarnaast gaan we meer kennis opdoen over effectieve thuisondersteuning door bij zeventig ouders met een doelgroepindicatie thuis extra ondersteuning aan te bieden om zo de interactie tussen ouder en kind in de thuissituatie te stimuleren. Door middel van onderzoek doen we kennis op over de taalomgeving thuis en vervolgens proberen we zo goed mogelijk aan te sluiten bij de ouders door maatwerk aan te bieden.
•
Professionals: We betrekken professionals bij het ontwikkelen van de nieuwe vorm van thuisondersteuning. Daarnaast delen we de kennis die wij opdoen in publicaties en leerkringen.
•
Scholen/partners: Scholen en andere partners werken actief mee aan het verzamelen van nieuwe kennis en ervaringen om de samenwerking met ouders in de thuissituatie vorm te geven.
•
Studenten HR: Studenten zijn betrokken in de vorm van een leerwerkgemeenschap (met derdeen vierdejaarsstudenten) vanuit het Instituut voor Sociale Opleidingen (ISO) en door het introduceren van studenten op (peuter)scholen. Studenten doen in de opleiding kennis op en leren vaardigheden om de samenwerking met ouders en taalstimulering thuis te versterken. Ze doen tevens ervaring op met het implementeren van nieuwe inzichten en handelingen in de onderwijspraktijk.
•
Instituten HR: De opleidingen ISO, Pabo en Ad PEP (Associate degree Pedagogisch Educatief Professional) zijn actief betrokken bij het verzamelen van nieuwe kennis die in het curriculum kan worden ingezet om studenten beter voor te bereiden op de samenwerking met ouders.
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 21
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 22
Resultaten 2019 en ambities 2020 2.2 Thuis in Taal Aansluiting onderwijs
Beroepspraktijk
Intern netwerk (HR)
2019 doel
2020
resultaat
Extern netwerk
doel
5
8
5
Samenwerkingspartners
Afstudeerders
6
10
6
Scholen
Stagiairs
6
6
6
po
12
228
12
Onderzoekers Lectoren Aansluiting op onderwijs
2 ECTS
2
2019 doel
resultaat
2019 doel
Docenten
Studenten
Communicatie 2020
resultaat 29
Uitingen
doel
doel
19
18
100
100
Publicaties drukwerk
4
3
Filmpjes
1
1
mbo
3
hbo
wo
2020
Overheden
bezoek site EMI
doel
Netwerken
Keuzevak
doel 3
2
resultaat 4
vo
2
2020
Publicaties digitaal
2
1
2019
# overig:
Anders, nl.:
Pi/praktijkproject Minor
12
Regulier curriculum
1
33
20
2019 doel
Stage Afstuderen
Bereik
6
10
Anders, nl‌..
6
Bewoners
6
Leerlingen
182 2019 doel
# scripties/werkstukken # Handleidingen # overig:
6
Externe financiers
3000 3000
200
233
250
Anders, nl.:
doel 6
11
Verbindingen/netwerk
3
2019 doel
2020
resultaat
doel
# beurzen en congressen # lezingen en presentaties
30
20
# rondleidingen en excursies
1
# gastcolleges
1
3
# expertmeetings
3
3
24
20
# overig: Leerkringen
2019 doel
3000
Ouders 2020
resultaat
doel
4208
Professionals Beroepsproducten
resultaat
3000
Externe financiers
2020
2020
resultaat
doel
Fondsen Vanuit overheden
2
2
2
2.3 Gereedschapskist Programmaleider Mariëtte Lusse (lector)
Programmateam Martine van der Pluijm, Monique Strijk, Rosa Rodrigues, Leonie le Sage, Peter Vanhoof, Clementine Degener, Eline Ossevoort, Ragnar Dienske, Liesbeth van der Ree, Luuk van Schie (onderzoekers), Angèle Diesfeldt (communicatie)
Aanleiding Ouders zijn van cruciaal belang voor de ontwikkelingskansen van kinderen. Daarom doet het lectoraat Ouders in Rotterdam Zuid samen met scholen praktisch onderzoek naar beter samenwerken met ouders op thema’s die relevant zijn voor gelijke kansen. De projecten richten zich vooral op ouders in achterstandssituaties en in veel projecten staat Rotterdam-Zuid centraal.
Samenwerkingspartners peuterscholen, voorscholen, po, vo en mbo, Peuter & Co, Bibliotheek Rotterdam, De Katrol, Samen Leren, Sezer voor Diversiteit, gemeente Rotterdam, Loopbaangroep (Marinka Kuijpers); Zelfstandig adviseurs: Annette Diender, Annet Hermans, Peter de Vries
Netwerken Hogescholen en scholengroepen in andere steden (Amsterdam, Almere, Groningen, Den Haag), ministeries van OCW en SZW, NPRZ-werkgroep Children’s Zone.
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 23
Terugblik 2018-2019 Sinds 2016 deelt het lectoraat de wetenschappelijk onderbouwde en in de praktijk beproefde werkwijzen met de praktijk via de Gereedschapskist voor beter samenwerken met ouders. In deze Gereedschapskist zit professionaliseringsmateriaal voor leraren op de thema’s basisvormen van oudercontact, ouders en geletterdheid, ouders en schoolloopbaan en implementatie. Op deze thema’s zijn handreikingen, gereedschappen en/of films met kijkwijzers ontwikkeld die leraren inspireren om deze op maat in te zetten. Vrij recent is materiaal toegevoegd voor het project Thuis in Taal (om ook laagopgeleide ouders te betrekken bij de taalontwikkeling van hun kind) en handreikingen (met films) voor het betrekken van ouders bij de schoolloopbaanontwikkeling van hun kind, zowel in het basis- als in het voortgezet onderwijs. Tot nu toe is samengewerkt met 67 scholen en 70 peuterspeelzaallocaties, veelal in Rotterdam-Zuid. Ook docenten en studenten van HR droegen bij. Onze gereedschappen zijn inmiddels minstens 85.000 maal bekeken en worden van Brussel tot Groningen gebruikt, in zowel de praktijk als bij opleidingen. Minister Slob noemde de Gereedschapskist onlangs in een kamerbrief als voorbeeld van good practice. Het eerstvolgende product in de Gereedschapskist is een handreiking voor het basis- en voortgezet onderwijs voor het omgaan met armoede (februari 2020). Voor de langere termijn staan nog een handreiking en een film over het werken met thuisopdrachten op de planning waarmee leerlingen hun ouders kunnen betrekken bij wat zij leren op school. En er komt beslist nog ander materiaal. De Gereedschapskist bevat ook een Gids voor beter samenwerken met ouders. Deze gids biedt (Rotterdamse) scholen een overzicht van kennis, materialen en ondersteuning om plannen te maken om de samenwerking met ouders te verbeteren én om de kwaliteit van de aanpak te vergroten. De Gereedschapskist heeft onder de vleugels van EMI kunnen groeien in Rotterdam-Zuid en heeft inmiddels een landelijke functie gekregen. De komende jaren wordt de band met EMI losser, maar blijft het lectoraat zich inzetten voor het verbeteren van de samenwerking met ouders in achterstandssituaties. Zuid kan volop van dit werk blijven profiteren.
“De materialen in de ‘Gereedschapskist voor beter samenwerken met ouders’ sluiten precies aan op de uitdagingen en behoeften van ouders en leerkrachten, en zijn wetenschappelijk onderbouwd.”
Opgeleverde producten •
Gereedschapskist | Platform waarop in de praktijk beproefde werkwijzen voor
•
ouderbetrokkenheid worden gepubliceerd. Gids voor beter samenwerken met ouders | Gids om Rotterdamse scholen te helpen bij het formuleren en uitvoeren van verbeterstappen.
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 24
––
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 25
Hoofdstuk 3 | Werken Het aantal arbeidsplaatsen in Rotterdam-Zuid is relatief gering en er is weinig zichtbare economie in de wijken op Zuid. Verder zijn de mogelijkheden om vanaf Zuid per openbaar vervoer naar de economische kerngebieden rond Zuid te reizen onvoldoende ontwikkeld. Tel daarbij het lage opleidingsniveau op en de relatief hoge werkloosheid in de focuswijken en het wordt al snel duidelijk dat de match tussen beschikbare banen en het opleidingsniveau van werklozen problematisch is. Toch staan veel lichten op groen, door de economische groei, het stijgende aantal banen en de positieve energie bij alle partners. Nu is het zaak om kansen te benutten. In de werkgroep LOB van NPRZ ontwikkelden scholen – primair onderwijs (po), voortgezet onderwijs (vo), mbo en hbo (middelbaar en hoger beroepsonderwijs) – samen een aanpak voor loopbaanoriëntatie en -begeleiding (het ‘Gaan voor een Baan’-programma) . Speciale aandacht wordt besteed aan sectoren waarin wel degelijk werk te vinden is (zorg, techniek en haven gerelateerde beroepen). De werkzaamheden hebben geresulteerd in carrièrestartgaranties, afgegeven door bedrijven. De aanpak richt zich in het po en vo onder andere op het trainen/opleiden van docenten, mentoren en decanen, het betrekken van ouders bij de keuze voor een vervolgopleiding of studie en het voor leerlingen opdoen van werkervaring via bliksemstages, bedrijfsbezoeken etc. In het mbo richt de aanpak zich vooral op het trainen/opleiden van schoolloopbaan- en praktijkbegeleiders die afkomstig zijn uit het bedrijfsleven.
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 26
3.1 BRIDGE Programmaleider Jos Heinerman
Programmateam Ouderbetrokkenheid bij LOB: Mariëtte Lusse (Lector KCTO), Monique Strijk (docent ISO promovenda KCTO), Sophie van Buren (docent ISO), Jos Heinerman (EMI) Wetenschap & Technologie: Tamara Van Heel (docent Pabo), Alexandra van der Meulen (projectmedewerker EMI), Floortje van Ree (communicatie) Mentoren op Zuid: Rineke Kraaij (programmaleider), Margriet Clement (methodiek), Karlijn van Alten (begeleider docenten en studentmedewerkers)
Aanleiding In Rotterdam-Zuid is er sprake van een mismatch tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Verkeerde beroepskeuzes zorgen voor onnodige schooluitval, verspilde talenten. En er is een mismatch tussen opleiding en arbeidsmarkt. Leerlingen denken niet altijd goed na over welke opleiding bij hen past of zicht geeft op een reële kans op werk en een kansrijke toekomst. Professionals en ouders zijn zoekende in hoe zij deze leerlingen kunnen ondersteunen bij het leren maken van de juiste schoolloopbaankeuzes. BRIDGE wordt ingezet als antwoord op dit praktijkvraagstuk. BRIDGE is een driejarig programma van gemeente Rotterdam en partners op Zuid, en wordt ondersteund door het Europese fonds Urban Innovative Actions. EMI is betrokken als partner en draagt bij aan de ontwikkeling van de inhoud van het programma als geheel. EMI brengt drie van haar reeds beproefde programma’s in als interventies voor de onderwijspraktijk op Zuid.
Samenwerkingspartners Gemeente Rotterdam, NPRZ-programmabureau, Metropoolregio Rotterdam Den Haag, SEOR – Erasmus School of Economics, Rebel Group
Netwerken Besturen en individuele basisscholen op Zuid, besturen en individuele vmbo-scholen op Zuid, NPRZ-programmabureau, NPRZ Onderwijstafel, NPRZ-werkgroep Children’s Zone, NPRZwerkgroep LOB, cluster Maatschappelijke Ontwikkeling
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 27
Terugblik 2018-2019 | Afsluiting BRIDGE Als partner van de NPRZ Onderwijstafel, de werkgroep LOB en het daaruit ontwikkelde ‘Gaan voor een Baan’-programma werd Hogeschool Rotterdam - EMI - partner in de aanvraag en uitvoering van het programma. BRIDGE (Building the Right Investments for Delivering a Growing Economy) werd zo mogelijk gemaakt vanuit een driejarige Europese subsidie vanuit UIA (Urban Innovative Action) en gaf een financiële impuls aan het Gaan voor een Baan-programma. De afgelopen jaren gaf EMI invulling aan zowel het partnerschap (stuurgroep, kernteam en bijdragen aan de brede ontwikkeling van BRIDGE) als uitvoering aan drie praktijkinterventies. EMI investeerde in het vaardiger worden van leerlingen, leerkrachten en/of ouders in het (ondersteunen van het) oriënteren en leren maken van loopbaankeuzes van jongeren op Zuid, gericht op studiesucces en kansrijke studieloopbanen. Dit deed zij door drie van haar bestaande programma’s – MoZ, Ouders en Wetenschap & Technologie (W&T) – specifiek in te kleuren met op LOB gerichte componenten. Ouders en LOB Hoe geef je vorm aan loopbaanontwikkeling en -begeleiding (LOB) op school en op welke manier betrek je ouders hierbij? Deze vragen stonden centraal in het professionaliserings-begeleidingstraject Ouders en LOB. Aan scholen werd maatwerk begeleiding geboden, gericht op het vergroten van de samenwerking met ouders en het versterken van het loopbaanondersteunend gedrag van ouders. Op de scholen werd geïnventariseerd wat er al gebeurde op het gebied van LOB en het betrekken van ouders hierbij. Vervolgens werd hierin samenhang aangebracht, met de school een ontwikkelagenda opgesteld en nieuwe werkwijzen ontworpen en geïmplementeerd. Voorbeelden hiervan zijn loopbaangerichte oudergesprekken en thuisopdrachten die leerlingen thuis samen met hun ouders maken en interactieve ouderbijeenkomsten. De begeleiding was maatwerkgericht en iedere school ontwikkelde een bij de school passende eigen aanpak. Dat wat samen met het Lectoraat Ouders in Rotterdam Zuid werd geleerd tijdens de implementatie op de scholen is vastgelegd in breder te delen materialen voor de praktijk.
“Geweldig hoe een school door jullie begeleiding zijn eigen werkwijze heeft kunnen ontwikkelen.” beleidsmedewerker primair onderwijs Wetenschap en Technologie en LOB Sommige basisscholen hebben een volledig uitgerust technieklokaal en geven verschillende W&Tactiviteiten, maar zochten naar een manier om samenhang aan te brengen. Andere scholen wilden heel graag met W&T aan de slag, maar wisten niet waar te beginnen. Het team W&T en LOB richtte zich op de professionalisering van basisschool-leerkrachten-teams en hun specifieke ontwikkelvragen hierbij. Zij organiseerden naar aanleiding van gedeelde vragen uit het veld workshops voor leerkrachten en W&T-coördinatoren. En boden op de basisscholen zelf maatwerk ondersteuning om W&T én de didactiek Onderzoekend en Ontwerpend Leren te verankeren in het curriculum. Om de scholen, ook die niet direct aan de professionaliseringsactiviteiten deelnamen, te ondersteunen zijn verschillende materialen ontwikkeld die blijvend gebruikt kunnen worden. Deze materialen variëren van eenvoudige W&T-lesjes voor de nog onervaren leerkracht tot een uitgebreid assortiment lesbrieven voor de juist meer ervaren leerkracht en zelf een W&T-activiteitenset voor studentmentoren. In een afrondende publicatie is vastgelegd wat het team samen met de praktijk
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 28
ontdekten over het belang van W&T voor leerlingen in de basisschoolleeftijd en de manier waarop scholen dit vorm kunnen geven in de school. Mentoren op Zuid en LOB Door de extra middelen vanuit BRIDGE kon LOB in de afgelopen jaren steviger geïntegreerd worden in de methodiek van Mentoren op Zuid en als vast onderdeel opgenomen in het programma. Hiertoe zijn zowel de handleiding voor studenten als voor docenten aangepast en zijn er specifieke LOB-intervisiematerialen ontwikkeld. Er is zo meer aandacht voor LOB en netwerken. Ook wordt in de opdracht voor studenten gevraagd op welke manier ze gaan werken aan LOB. Docenten en studenten hebben informatie en middelen om op verschillende manieren met de leerlingen te werken aan LOBcompetenties. Zo is de toolkit (met activiteiten) aangepast toegankelijker geordend en verrijkt met LOB-activiteiten voor de verschillende onderwijsniveaus en leerjaren. In de studentmentorapp noteren de studentmentoren welke activiteiten ze doen met hun mentees, waardoor data geleverd kunnen worden over de mate waarin LOB onderdeel is van de mentoring. BRIDGE afgerond en nu? Het EU gesubsidieerde BRIDGE-project werd eind oktober afgerond en loopt inhoudelijk onder de vlag van NPRZ de komende jaren in aangepaste vorm door. Er zijn vormen van borging gevonden om het programma te continueren. Zo krijgen bijvoorbeeld de carrièrestartgaranties een plek binnen de leerwerkakkoorden en de LOB-activiteiten voor leerlingen een plek binnen de leertijduitbreiding en worden de professionaliseringsactiviteiten gedragen door de schoolbesturen. Met betrekking tot de interventies van EMI zal Mentoren op Zuid een vast aanbod blijven voor de leerlingen op Zuid als ‘Gaan voor een Baan’-interventie. Voor wat betreft de professionaliseringsactiviteiten ‘Ouders en LOB’ en ‘W&T en LOB’, is wat we tijdens de begeleidingstrajecten samen met, door en voor de praktijk leerden, zoveel mogelijk vastgelegd in overdraagbare producten, zodat na BRIDGE de praktijkkennis breder ingezet kan worden. Hiertoe zijn de ontwikkelde materialen blijvend beschikbaar en kunnen gebruikt worden door de (leerkrachten van) scholen en de studentmentoren.
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 29
Opgeleverde producten Ontwikkelde materialen W&T en LOB •
W&T-waaier | De W&T-waaier bestaat uit een reeks eenvoudige W&T-lessen, met per les aandacht voor het doel, het benodigde materiaal en de achtergrond en een stapsgewijze uitleg voor het geven van de les.
•
W&T-lesbrieven | In de W&T-lesbrieven lees je hoe je met de methodiek van Onderzoekend en Ontwerpend Leren uiteenlopende onderwerpen kunt behandelen. De lessen zijn ontwikkeld en getest door W&T-studenten van de Pabo. Bij een deel van de W&T-lesbrieven vind je een powerpoint die je bij een les kunt gebruiken.
•
Nieuwsbrieven | Kennisdelen en het uitwisselen van ervaringen wordt door de deelnemers goed gewaardeerd. In het archief van de nieuwsbrieven zijn ter inspiratie verslagen en interessante bronnen te vinden.
•
Publicatie Wetenschap & Technologie en LOB in het basisonderwijs | Deze publicatie is een samenvatting van de vragen en antwoorden, die samen met basisscholen op Zuid ontdekt zijn tijdens de zoektocht naar het waarom en hoe Wetenschap & Technologie (W&T) in het curriculum te verankeren en te verbinden is met loopbaanontwikkeling en begeleiding (LOB).
•
W&T-waaier MoZ | Voor Mentoren op Zuid is een speciale W&T-waaier ontwikkeld. De studentmentor kan een kleine W&T-activiteit doen met een leerling op Zuid, die de start kan zijn voor een gesprek over W&T-talenten en dromen voor de toekomst.
Ontwikkelde materialen Ouders en LOB •
Handreiking ouders en LOB voor het basisonderwijs | Deze handreiking geeft praktische handvatten voor po-scholen die de samenwerking met ouders over de begeleiding van de loopbaanontwikkeling van de leerlingen willen verbeteren. De handreiking is bedoeld ter inspiratie van scholen die de samenwerking met ouders meer loopbaangericht willen maken.
•
Instructiefilmpjes thuisopdracht | Ter informatie inspiratie zijn twee korte filmpjes (‘zo liever niet’ en ‘zo kan het ook’) gemaakt om een indruk te geven hoe een thuisopdracht te introduceren en na te bespreken en thuis te begeleiden.
•
Handreiking regie bij de leerling | Waarom en hoe kan je als de school de leerling steeds meer eigen regie geven over zijn/ haar leerproces. Geen standaard recept, maar wel handvatten om een hier bij de school passende wijze voor te ontwikkelen.
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 30
Resultaten 2019 en ambities 2020 3.1.1 Ouders en LOB Dit programma is in 2019 afgerond, en heeft in 2020 geen vervolg bij EMI.
Aansluiting onderwijs
Communicatie
Beroepspraktijk
Intern netwerk (HR)
2019 doel
Extern netwerk
resultaten
doel
Docenten
1
1
Afstudeerders
2
3
Stagiairs Studenten Onderzoekers
1
1
Lectoren
1
1
Uitingen
2019
Samenwerkingspartners
doel
resultaten 12
12
Scholen
4
6
po
2
2
vo
4
4
ECTS
2019 Doel
resultaten
Keuzevak
resultaten
Publicaties digitaal
2
Publicaties drukwerk
2
Filmpjes
2
Facebook Instagram
mbo
hbo
wo Aansluiting op onderwijs
2019
Overheden
2
2
Netwerken
4
4
Bezoek website EMI Overig:
Anders
Project praktijkintegratie Minor
Bereik
Regulier curriculum
doel
Stage Afstuderen
2019
30
2
2
Anders
Bewoners
575
600
Leerlingen
575
630
75
72
Beroepsproducten
2019 doel
2
Verbindingen/netwerk
Vanuit overheden
2019 doel
resultaten
Beurzen en congressen
1
Lezingen en presentaties
4
Rondleidingen en excursies Gastcolleges
1
Expertmeetings
2
Overig
resultaten
Fondsen
resultaten 2
2019 doel
Anders
Handleidingen Overig
Externe financiers
Ouders Professionals
Scripties/werkstukken
Externe financiers
resultaten
1
1
Resultaten 2019 en ambities 2020 3.1.2 Wetenschap & Technologie en LOB Dit programma is in 2019 afgerond, en heeft in 2020 geen vervolg bij EMI
Aansluiting onderwijs
Beroepspraktijk
Intern netwerk (HR)
2019 doel
Docenten
Extern netwerk
resultaten 3
Communicatie
2
Afstudeerders
2019 doel
Uitingen
resultaten
Samenwerkingspartners
3
Scholen
Stagiairs
po
Studenten
20
1
12
16
doel
3
Filmpjes
4 1
mbo
Lectoren
hbo
wo
Overheden
Bezoek website EMI
2019 doel
resultaten
Keuzevak
Netwerken
4
16
Publicaties drukwerk
vo
ECTS
resultaten
Publicaties digitaal
Onderzoekers
Aansluiting op onderwijs
2019
Overig
Anders
Project praktijkintegratie Minor
Bereik
Regulier curriculum
doel
Stage
Bewoners
Afstuderen
Leerlingen
Anders
Ouders 2019 doel
Scripties/werkstukken
1200
Fondsen 60
15
Anders Verbindingen/netwerk
2019 doel
resultaten
Beurzen en congressen
2
Lezingen en presentaties
3
Rondleidingen en excursies Gastcolleges Expertmeetings Overig
8
2019 doel
300
resultaten
Handleidingen Overig
resultaten Externe financiers
Professionals Beroepsproducten
Externe financiers
2019
Vanuit overheden
resultaten
3.2 Sociaal Ondernemerschap Programmaleider Gert-Jan van der Maas
Programmateam Docenten: Ellen Boslooper, Jessica Bosman, Ernst Phaff, Robert van der Laan, Ward de Rooij, Rob den Exter; Lectoren: Maaike Lycklama, Paul van der Aa; Communicatie: Floortje van Ree
Aanleiding Sociaal Ondernemerschap zorgt voor samenwerkingen en verbindingen die anders niet zouden ontstaan bij de aanpak van arbeidsparticipatie van bewoners. Studenten en docenten komen in aanraking met sociaal ondernemerschap door in opdracht van praktijkpartners (beginnende) sociaal ondernemers van projecten op Zuid te helpen met de uitwerking, uitvoering en onderbouwing van hun businesscase.
Samenwerkingspartners SPARK Social Enterprise, Afrikaanderwijk CoĂśperatie, Civic Crowdfunding, Move2Social Rotterdam, Rabobank Rotterdam, House of Hope, diverse werkgevers
Netwerken CoP Rotterdams Onderzoek naar Onbenutte Talenten
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 31
Terugblik 2018-2019 Studenten van de minors Business & Innovation en Risicomanagement hebben sociaal ondernemers ondersteund met het opstellen van een businessplan en een impactrapport (inzichten in maatschappelijke kosten en opbrengsten van projecten van sociaal ondernemers). Op basis van de ervaringen is een artikel geschreven en gepubliceerd op de website civictools.nl over de succes- en faalfactoren van (financiële) verduurzaming van sociale ondernemingen. Vanuit de minor Human Talent Development hebben Human Resource Management (HRM)studenten bij een startende sociale onderneming werkzoekenden gecoacht bij het zoeken naar een persoonlijk toekomstperspectief, en het ontdekken en verder ontwikkelen van persoonlijke kwaliteiten. Er zijn onder andere drie workshops georganiseerd om de sollicitatievaardigheden van werkzoekenden te verbeteren met deelnemers van heel diverse achtergronden die elkaar anders niet zouden hebben leren kennen. De onderzoekers zijn door de studenten in staat gesteld om een rapport te schrijven op basis van de ingevulde observatieformulieren, enquêtes en reflecties van de werkzoekenden. De studenten leverden zo een maatschappelijke bijdrage én deden ervaring op die bijdraagt aan hun persoonlijke ontwikkeling. Dit project heeft de titel Werkkracht gekregen.
“In mijn netwerk maak ik vaak mee dat er in hokjes wordt gedacht. De studenten denken juist in mogelijkheden en kansen.” sociaal ondernemer en deelnemer Move2Social
Opgeleverde producten •
Civic Tools | Praktische kennis en tools voor professionals die maatschappelijke initiatieven via crowdfunding mogelijk willen maken.
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 32
Werkplan 2020 Status
starten
ontwikkelen
valideren
opschalen
optimaliseren
Wijkeconomie De Afrikaanderwijk Coöperatie verwerft opdrachten waarmee inkomsten kunnen worden gerealiseerd. Geldstromen die ten gunste komen van de Afrikaanderwijk en daarmee de wijkeconomie versterken. Bewoners worden gekoppeld aan werkopdrachten waarvoor ze een salaris ontvangen of een werkopdracht wordt gekoppeld aan een ondernemer in de wijk. De wijkcoöperatie doet zo aan meervoudige waardecreatie (transacties creëren tegelijk sociale en economische waarde). Het verhaal wordt over het algemeen goed ontvangen, maar er wordt altijd gevraagd naar onderbouwing en resultaten in de vorm van rendementsonderzoeken. Jaarlijks wordt door Rotterdam Business School-studenten een impactrapport opgesteld voor de Afrikaanderwijk Coöperatie. In de toekomst wordt er door een student op basis van meerdere impactrapporten een ontwerptool ontwikkeld. Die moet sociaal ondernemers helpen met het bijhouden van hun impactboekhouding en het opstellen van impactrapportages. We verkennen op welke manier(en) studenten van de Rotterdam Business School ingezet kunnen worden om de impact en doorwerking van donaties aan (beginnende) sociaal ondernemers vanuit het RabobankRotterdamFonds zichtbaarder te maken. Onze eerste gedachte is om studenten van de opleiding Marketing of Social Business te matchen aan ontvangers van een donatie om hen te ondersteunen bij bedrijfskundige en marketing gerelateerde vraagstukken. Naar (betaald) werk Ondanks de toegenomen vraag naar personeel, profiteert een deel van de wijkbewoners daar nauwelijks van. Het gaat om een groep kwetsbare bewoners die moeite heeft om een (passende) baan te vinden. Het lukt soms wel om deze mensen kortdurend in een traject te plaatsen, maar vaak leiden dergelijke trajecten er niet toe dat mensen duurzaam uit de bijstand blijven. Welzijnsorganisaties hebben veelal contact met de groep langdurig werkloze wijkbewoners, mensen die zich maatschappelijk gezien aan de onderkant van de samenleving bevinden. Denk aan bewoners met een meervoudige problematiek, zoals taalachterstand, een licht verstandelijke beperking en/of verslavingsproblematiek etc. Een deel van deze groep gaat aan de slag als vrijwilliger, maar de stap naar betaald werk wordt niet gemaakt. In samenwerking met het lectoraat inclusieve arbeid, House of Hope (HoH) – leerwerkgemeenschap van ISO – en Werkkracht wordt onderzoek gedaan naar de volgende vragen: •
Hoe denken de kwetsbare vrijwilligers (onder andere de vrijwilligers die vanuit de Tegenprestatie bij HoH actief zijn) binnen HoH überhaupt over werk?
•
Wat is de waarde van het doen van vrijwilligerswerk bij HoH in relatie tot het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt voor kwetsbare bewoners?
•
Wat zijn werkzame routes die voor de doelgroep van HoH leiden tot duurzame arbeidsparticipatie?
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 33
Het voornemen is om aan het einde van het collegeljaar 2019-2020 een symposium te organiseren om de uitkomsten van het onderzoek te presenteren aan beleidsmakers, fondsen en sociaal ondernemers. Met als doel om hen bewuster te maken van de leefwereld en talenten van wijkbewoners. We willen dit onderzoek ook bij andere leerwerkgemeenschappen van ISO uitvoeren. We zetten de samenwerking met HRM (minor Human Talent Development) en Werkkracht voort. HRM-studenten worden gekoppeld aan werkzoekenden met een migratieachtergrond. Studenten verzorgen ook een sollicitatietraining voor de werkzoekenden, als coachingstraject. De ervaringen met Werkkracht hebben ons geleerd dat het zelfstandig invullen van questionnaires door deelnemers aan het onderzoek onvoldoende is om interpreteerbare resultaten te verkrijgen. Het invullen van de questionnaire moet worden begeleid, om zo taalproblemen en de mogelijkheid tot het verkeerd interpreteren van de vragen voor te zijn. Aanvullend moeten er observaties en mogelijk interviews worden gedaan. We bekijken hoe studenten van HRM hier nader onderzoek naar kunnen doen. Resultaten •
Bewoners Zuid: a) (Beginnende) sociaal ondernemers ondersteunen met de onderbouwing van de meerwaarde van hun project/businessplan. b) Het belang van vrijwilligerswerk door kwetsbare bewoners op een andere waarde schatten en tonen aan de maatschappij. Wat is de leefwereld van deze groep? Hoe wordt het doen van vrijwilligerswerk door deze groep ervaren? Wat is hun toekomstperspectief?
•
Professionals: Via onze studenten willen we de leefwereld van sociaal ondernemers en bewoners zonder betaald werk voor het voetlicht brengen bij de gemeente, fondsen en het bedrijfsleven.
•
Partners: Versterken van sociaal ondernemerschap in Rotterdam-Zuid door studenten en docenten te koppelen aan praktijkvraagstukken.
•
Studenten HR: Maatschappelijke inzet van studenten in Rotterdam-Zuid om sociale ondernemers te helpen met de uitwerking, uitvoering en onderbouwing van hun businesscase.
•
Instituten HR: Nieuwe kennis over sociaal ondernemerschap, wijkeconomie, impactstudies, diversiteit en empowerment.
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 34
Resultaten 2019 en ambities 2020 3.2 Sociaal Ondernemerschap Aansluiting onderwijs
Beroepspraktijk
Intern netwerk (HR)
2019 doel
2020
resultaat
Extern netwerk
1
po
Filmpjes
vo
19
4
mbo
hbo
wo
2020
Overheden
Bezoek website EMI
doel
Netwerken
Overig
3
3
Stagiairs 39
20
Onderzoekers
doel
3
resultaat
2
3
7
4
3
Anders
Keuzevak Project praktijkintegratie
150
6
8
4
Minor
150
5
3
3
Bereik
2019 doel
Regulier curriculum Bewoners
Stage Afstuderen
600
Anders
4
2
3
3
2019 doel
22
22
2
2
3
Handleidingen
3
5
1
2020
resultaat
doel
Fondsen 12
Verbindingen/netwerk
17
2019 doel
12
2020
resultaat
doel
Beurzen en congressen
2
3
5
Lezingen en presentaties
2
2
2
Rondleidingen en excursies
2
Gastcolleges
4
2
1
Expertmeetings
8
12
8
Overig
2019 doel
doel
Scripties/werkstukken
Externe financiers
Leerlingen
Anders
2020
resultaat
doel
Ouders
27
Beroepsproducten
Externe financiers
2020
resultaat 25
Professionals
Overig
doel
1
1
2019
resultaat
Publicaties drukwerk
Afstudeerders
ECTS
doel
2020
Scholen
Samenwerkingspartners
Aansluiting op onderwijs
doel
2019
3
9
1
resultaat
Uitingen
4
9
Lectoren
2020
Publicaties digitaal
5
50
2019 doel
doel
Docenten
Studenten
Communicatie
Vanuit overheden
1
1
1
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 35
Hoofdstuk 4 | Zorg & Welzijn Zorg- en welzijnsorganisaties zijn op zoek naar nieuwe manieren van werken en samenwerkingsvormen. De wetgeving op de zorg voor kwetsbare groepen is veranderd; taken worden gedecentraliseerd, van het rijk naar de gemeenten. De zoektocht naar hoe het anders en beter kan met minder geld is een moeilijke opgave. Van burgers wordt tegelijkertijd een toenemende zelfredzaamheid gevraagd. Het bereiken daarvan vraagt toegewijde inspanningen van professionals. Die nemen de zaak niet over, maar bieden vooral ondersteuning. In gezinnen waar het water aan de lippen staat, moet goed en snel hulp worden verleend. De vraagwijzer en wijknetwerken van waaruit hulp verleend moet worden, werken nog niet naar behoren. Soms hebben de ouders, en soms hebben de kinderen hulp nodig. Voor kinderen die extra aandacht behoeven, moet er een goede zorgstructuur komen die de school ontlast en gericht is op het versterken van het gezin, de thuisbasis van het kind. Zorg en begeleiding dicht bij huis, gericht op preventie waar mogelijk en op hulp waar nodig. Deze zorg en begeleiding staat onder druk door grote veranderingen en bezuinigingen in het landschap van zorg en welzijn, maar er is ook sprake van interessante nieuwe concepten en sociaal ondernemerschap.
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 36
4.1 Mama’s Garden Programmaleider Wietske Willemse
Programmateam Samira Kossir (programmamedewerker), Samira el Moubtahij (student-assistent communicatie), Julia van Olffen (communicatiemedewerker), Sofie Smeets (docent handleiding en methodiek), Marcella van Erp Boverhof (per 1 september 2019)
Aanleiding Mama’s Garden biedt ruimte aan moeder en kind, fysiek en met voldoende beschikbare tijd. Dat doen we door het organiseren van laagdrempelige informele bijeenkomsten in de buurt en de inzet van buddy studenten. Moeder en kind krijgen een nieuw netwerk aangeboden in zowel het sociale, als het medische als het informele domein.
Samenwerkingspartners Centrum Jeugd en Gezin, verloskundigen, huisartsen, Huizen van de Wijk, Bibliotheek Rotterdam, gemeente Rotterdam, U CREATE Expertisecentrum Utrecht, Albeda College, ROC Zadkine Startcollege, Oranjefonds, Sint Laurensfonds, Kiem Creative
Netwerken Jonge Moeders netwerk, Gemeente Stevige Start, Academische Werkplaats Jeugd, netwerkorganisaties op Zuid
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 37
Terugblik 2018-2019 In 2018 zijn we, mede met de ondersteuning van subsidies van SIA (Kiem Creative), Oranjefonds en Sint Laurensfonds, verdergegaan met de doorontwikkeling van het programma. Een aantal concrete producten die hieruit is voortgekomen: •
Handleiding voor studenten en vrijwilligers van Mama’s Garden.
•
Fotoboeken, gemaakt door een oud-student Communication and Multimedia Design (CMD). De boeken zijn verspreid in het eigen netwerk, het netwerk van het lectoraat Geboortezorg en Verloskunde en U-create, onze partner in Utrecht.
•
Website, in november 2019 gelanceerd: mamasgarden010.nl. De website is het portaal voor Mama’s Garden. Hier staan onder andere werkpakketten op waar andere hogescholen gebruik van kunnen maken om ook in de eigen regio een Mama’s Garden op te zetten. In Utrecht zijn hierover al gesprekken gevoerd met het mbo, hbo en de Gemeentelijke Gezondheidsdienst Rotterdam-Rijnmond. De Werkpakketten zijn ontwikkeld vanuit de Kiem-subsidie, met de alumni die ooit het concept van Mama’s Garden hebben bedacht.
•
Lespakket voor moeders, gemaakt in samenwerking met een moedervrijwilliger.
•
Praktijk en profilering (RTV Rijnmond, Highlights, De Havenloods).
De spreiding is vergroot en de locaties en het aantal bijeenkomsten zijn toegenomen. Er zijn stagiairs actief vanuit de jongemoedersklas van Zadkine Startcollege en moeders zijn zowel deelnemer als vrijwilliger. Mama’s Garden krijgt steeds meer bekendheid en professionals zoeken ons op om samen te werken. De gesprekken over bijeenkomsten in Utrecht en de uitbreiding van de activiteiten zijn in gang gezet. De samenwerking met de opleiding Verloskunde (eerste en tweede jaar) is nog niet verder doorontwikkeld omdat het curriculum niet aansluit bij de uitvoer van de bijeenkomsten, Verloskunde is bezig met een curriculum herziening waarin deze doelgroep wordt opgenomen. Daarnaast wil Mama’s Garden graag aansluiten bij de leerwerkgemeenschap ISO, deze is nog in ontwikkeling voor het tweede stagejaar (waar wij mee samenwerken).
‘’Elke maand blog ik over mijn leven als moeder. Dit wordt gedeeld in de besloten Facebookgroep van Mama’s Garden.’’ Megin Sacré
Opgeleverde producten •
Fotoboek | Dit wordt gebruikt ter promotie van Mama’s Garden (werving van zowel moeders als studenten/docenten).
•
Handboek Mama’s Garden | Een handleiding voor studenten en moeder vrijwilligers waarin men inzicht krijg in de werkwijze, doel en uitvoer van bijeenkomsten.
•
Website | De website is een portaal waarin men basisinformatie kan vinden en de catalogus met daarin verschillend werkpakketten, hoe start ik als onderwijsinstelling mijn eigen Mama’s Garden.
•
Filmpje Oranjefonds | Product dat zowel als informatie inzetbaar is (voor presentaties) als ter promotie van Mama’s Garden.
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 38
Werkplan 2020 Status
starten
ontwikkelen
valideren
opschalen
optimaliseren
Met het organiseren van laagdrempelige informele bijeenkomsten in de buurt en met inzet van (buddy)studenten biedt Mama’s Garden maatwerk en ondersteuning aan moeder en kind. Door langdurig te investeren in de relatie met moeder en kind bouwen we aan vertrouwen en contact. Daarnaast richt het programma zich op preventie of vroegtijdig doorverwijzen naar professionals. Studenten en moeders met verschillende opleidingsachtergronden – mbo, niveau 1 en 4, Associate degree en hbo – krijgen inzicht in werving, outreachend werk en zijn actief in de praktijk. Mama’s Garden werkt nauw samen met de doelgroep en partners. Beiden weten ons steeds beter te vinden. Er zijn verschillende manieren waarop de moeders worden betrokken: •
Deelname aan bijeenkomsten.
•
Inzet bij bijeenkomsten (uitvoeren van workshops).
•
Inzet als stagiair (studerende moeders van zowel het Zadkine Startcollege, Albeda of HR).
Er wordt nauw samengewerkt met zorg- en welzijnspartners (o.a. inzet van hun locaties). De studenten sluiten de inhoud van de bijeenkomsten aan bij het aanbod van die partners om ook hun doelgroep te bereiken. Tot slot nodigt Mama’s Garden de professionals van de partners uit om vragen van moeders te beantwoorden (bijvoorbeeld een huisarts in om het gesprek aan te gaan over inenten). Per 1 september zijn twee locaties vervallen, hiervoor in de plaats zijn drie nieuwe locaties gevonden: Humanitas Feijenoord, Pinkstergemeente De Banier en Dock Millinxparkhuis. Daarnaast is er een extra jongemoedersklas vanuit het Zadkine bijgekomen en start Mama’s Garden bij Prokino een pilot. Gesprekken worden gevoerd met Albeda Sportlaan, Pameijer en met Baljuwplein Albeda. Relatiebeheer vindt plaats op strategisch en uitvoerend niveau. In 2020 gaan we verder met het opzetten actieonderzoek bij de moeders, in nauwe samenwerking met het lectoraat Verloskunde en Geboortezorg. Op dit moment zijn we al bezig met een andere vorm van actieonderzoek die meer kijkt naar het verbeteren van de werkpraktijk. Zo hebben we twee moeders een polaroidcamera meegegeven met de opdracht om elke dag een foto te maken van een situatie of gebeurtenis waar zij met hun kind tegenaan lopen. De vragen die hieruit naar voren komen, gebruiken wij weer als input voor de workshops/bijeenkomsten. Voor de doorontwikkeling van het programma geven we vorm aan een businesscase om nieuwe funding te realiseren. Er komt een nieuwe medewerker in 2020 die wordt ingezet om o.a. twee werkboeken te schrijven (mbo en hbo) en extra ondersteuning van het organisatieteam. Communicatiekanalen die worden ingezet: •
Social media: uitbreiden met content van de studenten (Instagram story’s) en meer content voor de besloten Facebookgroep.
•
Flyers voor werving door studenten.
•
Spreekuur op de Werkplaats om de zichtbaarheid te vergroten.
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 39
•
Aansluiten bij netwerkevents van onder andere gemeente Rotterdam, subsidiegevers en samenwerkingspartners.
•
Werkpakketten: start je eigen Mama’s Garden (voor partnerhogescholen buiten Rotterdam).
Resultaten •
Bewoners/ouders Zuid: Meer bijeenkomsten die aansluiten op de vraag, een vaste ontmoetingsplaats en uitbreiding van het sociale netwerk van moeders. Resultaten empowerment van moeders, inzet van moeders tijdens de bijeenkomsten, vergroten van het sociale netwerk en gevoel van capabel ouderschap. Lichte ondersteuning van moeders.
•
Professionals: Een samenwerkingspartner waarnaar wordt doorverwezen of mee wordt samengewerkt op locatie. Partners zijn Dock, Humanitas, Centrum voor Jeugd en Gezin, verloskundigen, huisartsen, kerkelijke organisaties et cetera.
•
Partners: Zie ook professionals, zowel samenwerken als strategische partnerschappen (gemeente Rotterdam, welzijnsorganisaties, jongemoedersnetwerk, lectoraat, opleidingen).
•
Scholen: Albeda-mbo, verschillende locaties, Zadkine Startcollege. Opbrengst is een op maat gemaakt lesprogramma voor jonge moeders (pilot 2019 door moedervrijwilliger) en aansluiting op de burgerschapslessen van de studerende moeders. Een vaste groep studenten die deze studerende moeders bezoekt, ondersteunt en als vraagbaak dient. Het empoweren van deze doelgroep en zorgen voor een vertrouwde en veilige omgeving.
•
Studenten (HR): -
Opdrachten voor drie groepen vanuit minor opvoedschakels, resultaten beroepsproduct een monitoringtool voor studenten en moeders en workshop meertaligheid.
-
Stagiairs die meedraaien in de uitvoer (mbo en hbo), inzicht en bijdrage aan netwerk van Mama’s Garden, bezoeken van events/netwerk/congressen, geven van presentaties aan partners.
-
Projectonderwijs, campagne voor Mama’s Garden in samenwerking met AD Crossmediale Communicatie.
•
Afstudeeronderzoeken.
Instituten HR: Praktijkonderwijs, bijdragen aan kwalitatief hoogwaardige stage- en onderzoeksplekken, input voor curriculum.
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 40
Resultaten 2019 en ambities 2020 4.1 Mama’s Garden Aansluiting onderwijs
Beroepspraktijk
Intern netwerk (HR)
2019 doel
2020
resultaat
Extern netwerk
doel
3
10
5
Samenwerkingspartners
Afstudeerders
4
1
2
10
5
10
100
172
100
Studenten Onderzoekers Lectoren Aansluiting op onderwijs
1 uren
1
2019 doel
resultaat
2019 doel
Docenten Stagiairs
Communicatie 2020
resultaat 20
Uitingen
doel
2019 doel
18
28
2020
resultaat
doel
Publicaties digitaal
5
Scholen
Publicaties drukwerk
2
po
Filmpjes
3
vo
98
125
27
50
1
mbo
1
hbo
52
75
39
50
2
wo
2020
Overheden
Bezoek website EMI
doel
Netwerken
Overig
Keuzevak
250
Anders
Project praktijkintegratie Minor
840
17
20
Bereik
Regulier curriculum
2019 doel
Stage
560/224
Afstuderen
600
Anders
4
10
15
1
2
188
Bewoners (moeders en kinderen)
resultaat 200
Externe financiers
2020 116
doel 200
2019
Ouders (moeders)
doel
2020
resultaat
126
150
Anders Verbindingen/netwerk
Handleidingen Overig
50
doel
Scripties/werkstukken 3 3
3
2019 doel
2020
resultaat
doel
Beurzen en congressen
44
50
Lezingen en presentaties
19
25
Rondleidingen en excursies
4
Gastcolleges
5
10
Expertmeetings
5
10
Overig
2019 doel
Leerlingen Professionals
Beroepsproducten
Externe financiers
2020
resultaat
Fondsen
2
Vanuit overheden
1
doel 3
4.2 Vitaal op Zuid Programmaleider Jet Houwers
Programmateam Irina Nojoredjo (docent ISO/Social Work leerwerkgemeenschap (LWG) Feyenoord), Julia van Olffen (communicatie)
Aanleiding HR werkt gecoĂśrdineerd door EMI vanuit de sociaal-economische opgaven van Feyenoord, afdeling maatschappelijke zaken, en levert via de projectorganisatie, de gebiedsontwikkeling Stadionpark en andere partners op Zuid de komende jaren haar bijdrage aan de vitaliteit en hiermee de ontwikkelkansen van bewoners op Zuid.
Samenwerkingspartners Feyenoord en nog nader te bepalen partners op het gebied van sport, zorg en welzijn
Netwerken Feyenoord, projectorganisatie Stadionpark, NPRZ
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 41
Terugblik 2018-2019 Leerwerkgemeenschap (LWG) Feyenoord heeft al jaren een ‘Hand in Hand’-samenwerking tussen Social Work vanuit ISO en de maatschappelijke afdeling van Feyenoord bewerkstelligd. Doel van deze integrale samenwerking is om ongeveer zestig studenten op te leiden in een contextrijke leeromgeving die door middel van de projecten van Feyenoord direct effect heeft op de jeugd en jongeren op Zuid. Naast samenwerkingen met ISO wordt er ook met andere instituten van HR samengewerkt, zoals de opleiding SportMarketing & Management. Studenten worden gekoppeld aan uitvoerende projecten en/of afstudeeropgaven, zoals SV GIO in de KUIP, SV GIO EUR, School Sport Plus, De HUB, Street League en nog te ontwikkelen programma’s. De maatschappelijke afdeling van Feyenoord maakt een groei door en wil gezien haar sociaal-economische vraagstukken een bredere en instituten overstijgende regie. Dit is overeengekomen in drie inhoudelijke programmalijnen die de basis zijn van het EMI-programma Vitaal op Zuid – alles ter verrijking en inspiratie van preventieprojecten.
“Joh, die Kuip heeft toch gewoon die ‘wow’-factor! Ik krijg wéér kippenvel!” Mitch, student
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 42
Werkplan 2020 Status
starten
ontwikkelen
valideren
opschalen
optimaliseren
Uit recent onderzoek is gebleken dat de gezondheid van bewoners in Rotterdam slechter is in vergelijking met de rest van Nederland. En bínnen Rotterdam blijkt de gezondheid en levensverwachting van bewoners op Zuid nog weer slechter te zijn. Vooral in gebieden met een lagere sociaal-economische status, zijn de gezondheidsachterstanden groot. Gemeente Rotterdam maakt zich sterk om Rotterdammers te stimuleren om vitaler te leven en meer verantwoordelijkheid te nemen voor de eigen gezondheid. Om deze redenen ontwikkelt EMI met Feyenoord en andere relevante partners op Zuid – waaronder projectorganisatie Stadionpark en gemeente Rotterdam – een stevig en integraal programma dat bijdraagt aan de sociaal-economische doelen van Feyenoord en gemeente Rotterdam. Feyenoord heeft hiertoe de hulp ingeroepen van vier grote onderwijsinstellingen. Het programma staat geheel in het kader van het vitaliseren van bewoners op Zuid. Om bovenstaande doelen te realiseren, hebben EMI en Feyenoord voorlopig drie programmalijnen ontwikkeld. Stimuleren gezonde leefstijl Een van de primaire doelstellingen van Feyenoord is het stimuleren van sportparticipatie. In alle projecten komt het stimuleren van een gezonde leefstijl naar voren. Beide partijen kijken op welke manier het stimuleren van een gezonde leefstijl het meest effect heeft op de bevolking van RotterdamZuid. Gezamenlijk wordt gekeken welke opleidingen hier het best op aansluiten. Daarbij wordt ook samenwerking gezocht met stakeholders op Zuid die ook deze doelstelling nastreven. Hierbij wordt onder andere gedacht aan partners binnen sport, zorg, werk en welzijn. Mensen bewegen naar werk De groep mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt is heel divers, wat een gedifferentieerde aanpak vereist. Feyenoord is in staat om mensen in beweging te krijgen en wil die energie ook gebruiken om mensen richting werk te bewegen. Feyenoord en EMI stellen hun expertise beschikbaar om te kijken welke innovaties mogelijk zijn voor deze doelgroepen. Programmalijn innovatief Social Work Binnen deze programmalijn wordt onderzoek gedaan naar de profilering van het begrip ‘community coach’. Feyenoord neemt zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid door sport in te zetten als middel om mensen te bereiken, te verbinden en in beweging te krijgen. Het zet haar expertise in om de connectie te maken tussen sport en sociaal werk. Daarbij is het ontwikkelen van een nieuwe profilering – de community coach – het doel. De community coach zet sport in om het sociale welbevinden en de wijkparticipatie te vergroten. Beide partijen bekijken wat nodig is om deze en andere innovaties te implementeren binnen het onderwijs. Concreet wil Feyenoord met behulp van vier grote onderwijsinstellingen tot 2028 een aantal resultaten behalen, waaraan ook EMI een belangrijke bijdrage kan leveren.
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 43
Resultaten •
Bewoners Zuid: -
Uitbreiding van de mogelijkheid voor bewoners om meer te bewegen en te sporten.
-
Meer banen voor werkzoekenden, specifiek uit Rotterdam-Zuid, en dan met name voor werkzoekenden met afstand tot de arbeidsmarkt.
•
Meer sportmogelijkheden in de buurt via Feyenoord Hubs in de wijken van Rotterdam-Zuid.
Leerlingen: Aanvulling van beweegonderwijs op scholen in Rotterdam-Zuid, zodat iedere leerling wekelijks vijf uur sport en beweging krijgt.
•
Professionals: Feyenoord en diverse stakeholders op het gebied van sport, zorg, werk en welzijn betrekken bij de verschillende programmalijnen.
•
Partners: Sociaal-economisch Programma Feyenoord.
•
Studenten: Structurele stages en leerwerkplekken bij Feyenoord (City) voor jongeren (met een
•
focus op het mbo). Instituten HR: ISO, Instituut voor Gezondheidszorg, SportMarketing & Management.
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 44
Resultaten 2019 en ambities 2020 4.2 Vitaal op Zuid Aansluiting onderwijs
Beroepspraktijk
Intern netwerk (HR)
2019 doel
2020
resultaat
Docenten Afstudeerders
Extern netwerk
doel 8
18
25
Studenten Lectoren Aansluiting op onderwijs
uren
103
125
1
2
2019 doel
resultaat
2019 doel
8
Stagiairs Onderzoekers
Communicatie 2020
resultaat
Samenwerkingspartners
Uitingen
doel
1
doel 1
resultaat
2020 doel
Publicaties digitaal
Scholen
Publicaties drukwerk
po
Filmpjes
vo
2
mbo
2
hbo
4
wo
2020
Overheden
Bezoek website EMI
doel
Netwerken
Keuzevak
2019
1
1
Overig
Anders
Project praktijkintegratie Minor
Bereik
Regulier curriculum
2019 doel
Stage
Externe financiers
2020
resultaat
doel Externe financiers
Bewoners (moeders en kinderen)
Afstuderen
15
Anders Beroepsproducten
2019 doel
resultaat
2020
doel
Leerlingen Ouders (moeders)
Fondsen
Professionals
Vanuit overheden
Anders
doel
Scripties/werkstukken
5
Handleidingen
5
Overig
5
Verbindingen/netwerk
2019 doel
2020
resultaat
doel
Beurzen en congressen Lezingen en presentaties Rondleidingen en excursies
2
4
Gastcolleges
2
4
Expertmeetings
2
4
Overig
2019 resultaat
2020 doel
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 45
Hoofdstuk 5 | Wonen Op Zuid is sprake van een zeer omvangrijke, kwetsbare woningvoorraad en de omvang en/of de kwaliteit van de buitenruimte laat op veel plaatsen te wensen over. De focuswijken scoren laag op de veiligheidsindex. In verschillende wijken wonen gezinnen in (te) kleine en verouderde woningen, met een gemiddelde oppervlakte van vaak minder dan 70m2. Op Zuid zijn er weinig mogelijkheden om wooncarrière te maken. Veel woningen kampen met (grootschalig) achterstallig onderhoud, voornamelijk in gebieden met weinig corporatiebezit. Particulieren zijn vaak nauwelijks financieel in staat en/of bereid om te investeren in onderhoud en renovatie. De WOZ-waarde (Waardering Onroerende Zaken) is laag. Waardecreatie van woningen is een belangrijke motor voor ontwikkeling van wijken en dat is op Zuid een probleem. Er zijn echter ook kansrijke ontwikkelingen in de aanpak van de particuliere woningvoorraad en de bouw van nieuwe woningen.
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 46
5.1 Urban Innovation Programmaleider Arjen van Susteren
Programmateam Angela van der Heijden (programmaregisseur), Elma Oosthoek (afstudeerder Maatschappelijke Veerkracht Hillesluis), Quincy Maan (student-assistent Samen & Anders 2.0), Gido Noordhuis (stagiair Studeren, Starten, Stijgen), Angèle Diesfeldt (communicatie), Bert van Meggelen, Rob van der Bijl (leden Reflectieraad)
Aanleiding In de huidige tijd wordt een beroep gedaan op de maatschappelijke veerkracht van de bewoners van Rotterdam-Zuid. Overheid en maatschappij verwachten zowel zelfredzaamheid als participatie, ook van mensen die in kwetsbare wijken wonen. Dit vraagt een bepaalde mate van (zelf)organisatie en verbinding door mensen in groepen, buurten en wijken. We zien deze focus ook terug bij onze partners in de stad. Zij vragen om brede kennis en oplossingen voor de complexe stedelijke uitdagingen op Zuid. Onze partners benadrukken de verbinding tussen opgaven over de fysieke omgeving (gebouwen, openbare ruimte) en onderzoek naar de manieren waarop sociale groepen en gemeenschappen hun onderlinge leven organiseren.
Samenwerkingspartners NPRZ, gemeente Rotterdam, Woonstad (incl. Stadswonen), Woonbron, Veldacademie, Museum Rotterdam, Laurens Wonen, Zuid Onderneemt, Like je Wijk, Havensteder, Erasmus Universiteit Rotterdam, TU Delft
Netwerken Alliantie Hand in Hand, Programma Veerkrachtig Bospolder-Tussendijken 2028, Stadslab Maashaven, Opstapwijk Lombardijen, Werkgroep Leefbaarheid/Rotterdamse Wijkaanpak Programma
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 47
Terugblik 2018-2019 Binnen het programma Urban Innovation staat gebiedsgebonden maatschappelijke innovatie aan de hand van stedelijke transitie centraal. Deze aanpak veronderstelt dat maatschappelijke innovatie tot stand komt door een integrale ruimtelijke, sociaal-culturele en economische benadering van de opgaven in het betreffende gebied. In 2018 werd in de CoP’s van Urban Innovation gewerkt aan praktijkvraagstukken rondom vier thema’s: vastgoedtransformatie, gebiedstransitie, huisvesting studenten & sociale stijgers en aanpak ondermijning. Bijzondere aandacht was er voor de ontwikkeling van (social) resilience, op basis van een samenwerkingsconvenant met het netwerk 100 Resilient Cities van gemeente Rotterdam en The Rockefeller Foundation in New York. Urban Innovation heeft in 2019 een grote ontwikkeling doorgemaakt. In samenspraak met de praktijken onderwijspartners hebben we keuzes gemaakt in het grote aanbod van onderwerpen voor stedelijke innovatie. De focus is verschoven naar meerjarige samenwerkingsprojecten waarin praktijk en onderwijs elkaar ontmoeten. In samenspraak komen we tot contextrijke opgaven voor studenten. En nieuwe opgaven bouwen voort op voorgaande opgaven; wij noemen dit estafetteonderzoek. Vanaf 2019 besteden we bovendien veel aandacht aan de toegankelijkheid van de beroepsproducten die de studenten voortbrengen. In dit kader maken de studenten per vak of project een fotoboek met korte praktijkvertalingen van hun resultaten in woord en beeld. Ook maken we met de studenten onder meer YouTube-presentaties en verzamelen we kennis in de toegankelijke Kennisbank Zuid. Daarmee ondersteunen we de studenten in het vertalen van hun inzichten, interventies en oplossingen naar bruikbaarheid in de praktijk. Deze inzichten en interventies worden ook gedeeld met bewoners via de kanalen OPEN Rotterdam en Café Weltschmerz om zo het bereik van de beroepsproducten van de studenten te vergroten.
“De samenstelling van studenten, starters en gezinnen (stijgers) in een gebied is écht belangrijk.” Marco Pastors, directeur NPRZ
Opgeleverde producten •
Inspiratiecatalogus Resilient Rotterdam | Hierin staan voorbeelden van gebouwen, gebieden, programma’s en infrastructuur die een bijdrage leveren aan een veerkrachtig Rotterdam.
•
Effectmeting Samen & Anders | Evaluatie en analyse van het woonconcept Samen & Anders van woningcorporatie Laurens Wonen (intern product).
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 48
Werkplan 2020 Innovatielijn
Status
Veerkracht Hillesluis
starten
ontwikkelen
valideren
opschalen
optimaliseren
Wederkerig Wonen
starten
ontwikkelen
valideren
opschalen
optimaliseren
Studeren, Starten, Stijgen
starten
ontwikkelen
valideren
opschalen
optimaliseren
Urban Innovation onderzoekt de verbinding en het samenspel tussen drie domeinen: de fysiekruimtelijke omgeving, de sociaal-culturele samenhang en interactie, en de financieel-economische aspecten. Deze cross-over brengen we ook naar het onderwijs. We laten studenten van diverse opleidingen en instituten samenwerken aan opgaven van de stad (zie onderstaande afbeelding).
fysiek-ruimtelijke innovatie (IGO, EAS)
Urban Innovation (stedelijke innovatie)
sociaal-culturele innovatie
financieel-economische innovatie
(ISO, WdKA, CMI)
(HRBS, RBS, IFM)
(Net)werkwijze Urban Innovation De gebiedsgebonden aanpak is een integrale benadering in de multidisciplinaire context van het gebied. Het gebiedsniveau varieert van Rotterdam-Zuid als geheel, tot wijk- en (gebouw)locatieniveau. De studenten van de verschillende opleidingen worden verenigd via onder meer drie minors, een afstudeerstudio, praktijkintegratie (PI)-projecten, opgaven honoursprogramma en leerwerktrajecten. De werkwijze van studenten met opgaven in een leerwerkgemeenschappen kent vier stappen: 1. Observeren. Wat neem je waar? Wat gebeurt er? 2. Duiden. Wat is er aan de hand? Waarom gebeurt dit? 3. Innoveren. Hoe kan dit slimmer? Hoe kan het anders? 4. Implementeren. Hoe krijgen we dat voor elkaar? Hoe kunnen we dat bestendigen? Tussen stap ĂŠĂŠn en twee gaan de studenten aan de slag met onderzoek en analyse, tussen stap twee en drie zijn ze onderzoekend aan het ontwerpen en tussen stap drie en vier buigen zij zich over de uitvoering en bestendiging van het innovatieve voorstel.
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 49
Vanuit deze basis focust Urban Innovation op drie innovatielijnen: 1) Veerkrachtig Hillesluis, 2) Wederkerig Wonen, 3) Studeren, Starten, Stijgen. Veerkrachtig Hillesluis In samenwerking met de Veldacademie draagt Urban Innovation de komende vier jaar bij aan het versterken van de maatschappelijke veerkracht in Hillesluis. Hierin zijn verbinding (zoals participatie) en veiligheid centrale thema’s. Bovendien zijn de activiteiten in Hillesluis onderdeel van een meerjarig vergelijkend onderzoek tussen Rotterdam-Zuid en Bospolder-Tussendijken. Het doel is om uitspraken te doen over de effectiviteit van de verschillende benaderingen voor het stimuleren van de maatschappelijke veerkracht. De praktijkpartners en wijkbewoners bepalen samen wat de vraagstukken zijn die de studenten kunnen uitwerken en onderzoeken. Het doel van de samenwerking is dat de studenten, partners en bewoners van en met elkaar leren. De studenten gaan in de wijk met drie typen opgaven aan de slag: •
Observeren, documenteren en bediscussiëren van de ontwikkeling van de veerkracht in de wijk, onder andere via GIS (geografisch informatiesysteem)-kaarten, maatschappelijke gebiedsanalyses en de ontwikkeling van de Nieuwe Kaart van Rotterdam.
•
Praktijkgericht onderzoek en interventies vanuit de sociaal-culturele, fysiek-ruimtelijke en economische domeinen.
•
Stimuleren van de wijk als lerende omgeving. Bewoners, praktijkpartners en studenten leren van elkaar, onder meer via verhalencafés en het maken van wijkcollecties in samenwerking met onder andere de Social Work-LWG Museum Rotterdam Lab.
Wederkerig Wonen De innovatielijn Bijzondere Woonconcepten voor Rotterdam Zuid kent twee thema’s: Het Nieuwe Samen & Anders De afgelopen jaren leverden studenten van de Hogeschool Rotterdam een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van het concept voor wederkerig wonen ‘Samen & Anders’ (S&A). Dit bijzondere woonconcept is opgezet door woningcorporatie Laurens Wonen, in het grote woon-zorg complex Simeon en Anna aan de Strevelsweg in Rotterdam. In dit gebouw wonen jong en oud, kwetsbare en minder kwetsbare mensen betaalbaar samen. Iedereen zet zich minstens tien uur per maand in voor elkaar. De maatschappelijke en financiële meerwaarde van het woonconcept staat inmiddels op de kaart. Daardoor gaat Samen & Anders een nieuwe fase in. Onze studentenopgaven dragen bij aan de verbreding van het woonconcept, onder de noemer Het Nieuwe Samen & Anders. Afstudeerstudio bijzondere woonconcepten In samenwerking met de Veldacademie start de Afstudeerstudio bijzondere woonconcepten. Deze studio bouwt voort op de kennis over wederkerig wonen. Onze praktijkpartners zijn geïnteresseerd in kleinschalige woonoplossingen voor bijzondere doelgroepen in andere contexten, met name binnen bestaande woningbouw en in interactie tussen bewoners op wijkniveau. Bovendien ontstaan meerdere bijzondere woonconcepten in (en buiten) Rotterdam, zoals de Ouderenhubs. Urban Innovation biedt een afstudeeromgeving waarin praktijkpartners actief aanwezig zijn en meedenken. Door de samenwerking met de Veldacademie ontstaan voor de studenten een breed netwerk en mogelijkheden voor kennisuitwisseling.
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 50
Studeren, Starten, Stijgen Deze innovatielijn is gerelateerd aan de doelstelling van NPRZ om het wonen op Zuid aantrekkelijker te maken voor sociale stijgers (young professionals). Om deze groep aan te trekken, is via studentonderzoek de veronderstelling naar voren gekomen dat deze stijgers voormalige starters zijn, en daarvóór studenten waren. Zodoende is de ambitie gerezen om studenten en starters in Zuid te huisvesten om zo op termijn de sociale stijgers van de toekomst in Zuid te laten landen. De huidige problematiek doet zich voor op een onder druk staande woningmarkt, waar studenten, starters en middeninkomens lastig woonruimte kunnen vinden. Het is aangetoond dat studenten die in de stad wonen een hoger studierendement hebben en vaker na hun studie in de stad willen blijven wonen. Een andere belemmering is de studieschuld, waardoor starters met minder kapitaalkrachtige ouders moeilijker een hypotheek kunnen afsluiten en de verhuurmarkt voor hen vaak onbereikbaar is. Dit biedt kansen voor Rotterdam-Zuid. Het is essentieel om in te zien waar deze problemen vandaan komen en wat mogelijke oplossingsrichtingen zijn. Doel is om bij te dragen aan de discussie over de stad die leefbaar blijft voor alle burgers en de bijbehorende diversiteit van de woningmarkt. Binnen de programmalijn Studeren, Starten, Stijgen wordt onderzoek gedaan naar de huidige problematiek in de volkshuisvesting middels een drieluik: 1. Waar komen we vandaan? (Historisch perspectief (volks)huisvesting) 2. Waar staan we nu? (Status quo) 3. Waar moeten we naartoe? (Huisvestingsstrategie leraren van Lombardijen) De casuïstiek in deze innovatielijn richt zich op het programma Opstapwijk Lombardijen van NPRZ en haar partners, waarbij de focus ligt op het lerarentekort en hoe leraren gehuisvest kunnen worden. Bijvoorbeeld aan de hand van totaalpakketten voor startende leraren (huisvesting, mobiliteit, energie en baangarantie in het gebied), in combinatie met het ontwikkelen van huisvesting voor studenten die de Pabo of de lerarenopleiding volgen in hetzelfde gebied.
“Door mijn opdracht bij Urban Innovation leer ik snel nieuwe manieren van werken en denken.” Gido Noordhuis, student-stagiair EMI Resultaten •
Bewoners gaan een steeds actievere rol spelen in de opgaven. Zij zijn (meestal) niet meer het lijdend voorwerp voor interviews en enquêtes, maar gaan zelf bijdragen aan de ontwikkeling van hun leefomgeving. Dit gebeurt bij Wederkerig Wonen bij het vormgeven van de CoP’s, bij Studeren, Starten, Stijgen via onder andere studieverenigingen en in Hillesluis met verhalencafés, een wijkmuseum van hedendaags erfgoed en een afstudeerproject over interculturele muziek en verbinding tussen groepen.
•
Studenten krijgen de mogelijkheid om te werken in interdisciplinaire projecten met relevante praktijkvragen. Zij bouwen aan hun netwerk van lokale contacten. Ze krijgen extra cursussen aangeboden en ondersteuning van partners als de Veldacademie, Laurens Wonen, wijkmanagers en stadsmariniers.
•
Partners en opleidingen en instituten. Urban Innovation brengt de beroepspraktijk in toenemende mate direct in contact met de onderwijsprofessionals, om samen studentenopgaven
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 51
te formuleren en resultaten te beoordelen. Beiden stellen dit zeer op prijs. Zo wordt de invulling van een van de drie minors waarmee we samenwerken (Minor+ Creating Space: Developing the City – werktitel) vormgegeven in samenspraak tussen onderwijs en praktijk.
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 52
Resultaten 2019 en ambities 2020 5.1 Urban Innovation Aansluiting onderwijs
Beroepspraktijk
Intern netwerk (HR)
2019 doel
Docenten
2020
resultaat
Extern netwerk
doel
30
16
Samenwerkingspartners
Afstudeerders
2
3
12
Stagiairs
1
1
2
669
498
420
5
4
4
Onderzoekers Lectoren Aansluiting op onderwijs
ECTS
2019 doel
resultaat
2019 doel
28
Studenten
Communicatie
38
doel
16
2019 doel
10
2020
resultaat
doel
Publicaties digitaal
3
Scholen
Publicaties drukwerk
3
po
Filmpjes
vo
mbo
hbo
1
wo
2
Overheden
10
5
8
Bezoek website EMI
doel
Netwerken
8
4
6
Overig
2
6
Anders
Project praktijkintegratie
180
180
30
Minor
120
120
120
Regulier curriculum
350
175
250
Stage
1
1
2
Bewoners
Afstuderen
2
3
12
Leerlingen
14
30
60
Ouders
honoursprogramma
Bereik
2019 doel
Beroepsproducten
2019 doel
2020
resultaat 24
24
Externe financiers
2020
resultaat
5000
2875
doel 5000
38
16
50
Anders
doel 32
Verbindingen/netwerk
Handleidingen
2019 doel
15
Beurzen en congressen
2020
resultaat 1
doel 1
2
Lezingen en presentaties
2
4
Rondleidingen en excursies
1
2
Gastcolleges
4
4
Expertmeetings
4
4
Overig
Externe financiers
2019 doel
Professionals
Overig
resultaat
Uitingen
2020
Keuzevak
Scripties/werkstukken
2020
resultaat
2020 doel
Fondsen
40.000
Vanuit overheden
40.000
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 53
Hoofdstuk 6 | Kunst & Cultuur Rotterdam-Zuid heeft een culturele infrastructuur die achterblijft bij stedelijke gebieden van vergelijkbare omvang. Dat geldt voor het cultuuraanbod in de wijken en het gebied als geheel. Een kwalitatief en kwantitatief passend aanbod van kunst en cultuur is belangrijk voor jongeren en volwassenen. Naast het hebben van een bijbaan, sporten, uitgaan, winkelen en omgaan met familie en vrienden, behoort ook kunst en cultuur tot de gangbare vrijetijdsbestedingen. Daartoe is in de wijken een voorzieningenniveau nodig op een schaal die in lijn is met de werkwijze van NPRZ en partners. Zoveel mogelijk wijkgericht en dicht bij de bewoners. Dit past ook bij de doelstellingen van gemeente Rotterdam, om te komen tot publieksverbreding en een inclusief cultuurbeleid. Inwoners van Zuid moeten op cultureel vlak dezelfde kansen krijgen en mogelijkheden hebben als andere inwoners van Rotterdam.
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 54
6.1 Cultuur op Zuid Programmaleider Sabine Maertens (2018-2019), Reinier Weers (2019-2020)
Programmateam Dafne Foet (programmaontwikkelaar), Danique Rustveld (afstudeerder en studentmedewerker, vanaf september 2019), Angèle Diesfeldt (communicatie)
Aanleiding Rotterdam-Zuid is het jongste, cultureel meest diverse deel van onze stad. Een gebied met veel potentie én een plek waar veel gebeurt op het gebied van kunst en cultuur. Toch is de cultuurparticipatie volgens formele onderzoeksmethoden te laag. Samen met studenten, bewoners en culturele partners werken we aan een sterk cultureel klimaat op Zuid door te onderzoeken, ondersteunen en experimenteren.
Samenwerkingspartners gemeente Rotterdam (afdeling Cultuur), Codarts, Inholland, culturele ondernemers van Zuid, cultureel kapitaal (talent) uit de wijk, OPEN Rotterdam, ‘t Gemaal, Cultuur Concreet
Netwerken Alliantie Hand in Hand, formele en informele, zichtbare en onzichtbare culturele instellingen en aanbieders op Zuid, de gebruikers/bewoners van Zuid
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 55
Terugblik 2018-2019 De ambitie om kunst en cultuur toe te voegen aan het programma van EMI hebben we omgezet naar een hanteerbare programmaopzet. Dus door de overkoepelende vraag ‘Hoe kunnen we de culturele participatie op Rotterdam-Zuid mee helpen verhogen?’ praktisch te maken. Met studenten, docenten en cultuurmakers gaan we op zoek naar de informele culturele infrastructuur op Zuid. Tijdens Werkplaats Zuid hebben vier groepen studenten hun projecten gepresenteerd, vanaf maart 2019 zijn we met talloze makers op Zuid in gesprek gegaan en in september hebben een talkshow georganiseerd, met meer dan honderd bezoekers. Daarnaast hebben we een plan ontwikkeld om samen met Alliantie Hand in Hand op de Groene Hilledijk vanaf najaar 2019 een voormalige speelgoedwinkel om te vormen tot een culturele hub. Daar dragen studenten en docenten van HR, samen met cultuurmakers en bewoners van de wijk bij aan de opgave om de cultuur in dit deel van Zuid zichtbaar te maken, te onderzoeken, te ondersteunen en er te experimenteren.
“Waar zit die Culturele Speelgoedwinkel hier eigenlijk?” Bewoner op Zuid
Opgeleverde producten •
VAN | UIT Zuid september 2019 | Verslag eerste talkshow met échte aandacht voor cultuur op Zuid.
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 56
Werkplan 2020 Status
starten
ontwikkelen
valideren
opschalen
optimaliseren
In 2020 werken we vanuit de culturele hub aan de Groene Hilledijk. Samen met Alliantie Hand in Hand en een aantal culturele partners hebben we een plek gerealiseerd waar we de opgaven op het gebied van kunst en cultuur kunnen vertalen naar (onderwijs)projecten die relevant zijn voor bewoners op Zuid. De culturele hub, met als werktitel: Cultuurplein Zuid, is een plek waar je ‘onderwijs, cultuur en community’ letterlijk tegenkomt. Die vormen de basis voor onderwijs en culturele ontwikkeling voor de omgeving. Cultuur op Zuid is verantwoordelijk voor het ontwikkelen en uitvoeren van de activiteiten die in de hub plaatsvinden en die in verbinding staan met het verhogen van de cultuurparticipatie op Zuid. In de beginfase richten we ons in eerste instantie op een samenwerking met de verschillende opleidingen binnen WiIlem de Kooning Academie (WdKA). Met de opleidingen Leisure & Events Management en Transformation Design wordt de samenwerking geïntensiveerd en kwalitatief verbeterd. We ontwikkelen casussen voor studenten van de verschillende richtingen van het kunstonderwijs en de docentenopleiding van WdKA. En we kiezen een select gezelschap afstudeerders en stagiairs, die met hun projecten kunnen bijdragen aan deeloplossingen voor ons onderzoek. Verdeeld over de verschillende studiejaren ontwikkelen we projecten en casussen waar studenten in de hub aan kunnen werken, onder begeleiding van hun eigen docent en medewerkers van EMI. Met verschillende stageactiviteiten in de hub kunnen studenten ervaring opdoen, door bijvoorbeeld mee te draaien met de activiteiten die er plaatsvinden: evenementen, optredens en kunstactiviteiten, maar ook beheer- en servicewerkzaamheden. Buiten HR ontwikkelen we samenwerkingen met opleidingen van Codarts, Inholland en verschillende mbo’s (waaronder Grafisch Lyceum Rotterdam). Concreet: •
We ontwikkelen een programma in Cultuurplein Zuid dat bijdraagt aan het zichtbaar maken van de (in)formele (stads)cultuur in het gebied rondom de hub en andere relevante gebieden op Zuid. We betrekken studenten en docenten van HR, leerlingen van omliggende scholen, bewoners en (culturele) ondernemers in Hillesluis en Bloemhof (en breder) bij het programma en dragen zo bij aan het versterken van de culturele infrastructuur op Zuid. Samen onderzoeken, ondersteunen en experimenteren we (met) eerdergenoemde groepen.
•
We breiden het netwerk uit van professionals, cultuurmakers, betrokken wijkbewoners en studenten en collega's binnen HR, met name uit de opleidingen communicatie van CMI, IGO, EASen ISO. We organiseren netwerkbijeenkomsten, stellen de hub open voor allerlei evenementen van de hogeschool en uit het veld, gelieerd aan het thema cultuur. We stellen de ruimte beschikbaar aan partijen als Inholland, de ondernemersvereniging, kleine culturele organisaties, een streetartwinkel en mediapartner Like je Wijk.
•
We ontwikkelen manieren om via de dialoog het onderzoek naar cultuur op Zuid te verdiepen, bediscussiëren en ontwikkelen.
•
We introduceren het culturele aanbod, de plekken en de makers aan een steeds grotere groeiende groep studenten en docenten van HR. Op die manier raken zij meer bekend met Rotterdam-Zuid als belangrijk gebied van de stad, als toekomstige woon- en werkplek van studenten en als wijk die voor het onderwijs relevante opgaven biedt.
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 57
•
Onder het credo ‘tellen en vertellen’ ontwikkelen we samen met een geschikte onderwijspartner een methodiek om de beoogde opbrengst van programma cultuur op Zuid te monitoren.
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 58
Resultaten 2019 en ambities 2020 6.1 Cultuur op Zuid Beroepspraktijk
Aansluiting onderwijs Intern netwerk (HR)
2019 doel
Docenten
Extern netwerk
2020
resultaat
Communicatie 2019 doel
doel
2020
resultaat
Uitingen
doel
doel
Samenwerkingspartners
Publicaties digitaal Publicaties drukwerk
15
24
1
4
Scholen
4
po
-
Filmpjes
600
vo
-
Onderzoekers
mbo
-
Lectoren
hbo (Inholland; Codarts)
-
wo
-
Afstudeerders Stagiairs Studenten
Aansluiting op onderwijs
346
ECTS
2019 doel
resultaat
Minor Regulier curriculum
2
2
resultaat
doel
1
5 25
16
25
1
2
Overheden (gemeente Rotterdam)
1
1
doel
Netwerken
7
10
8
16
18
24
Bereik
Afstuderen
2019 doel
8
Stage 24
6
Bewoners
96
Leerlingen
Bezoek website EMI Overig, infografic
Externe financiers
2020
resultaat
doel Externe financiers
Professionals (stakeholders) Beroepsproducten
2019 doel
resultaat 19
29
50
Anders
2020 doel 30
Verbindingen/netwerk
2019 doel
1
2020
resultaat
doel
Beurzen en congressen Lezingen en presentaties (onderwijs)
4
8
Rondleidingen en excursies (instatours +
3
18
ontvangsten in de hub) Gastcolleges Expertmeetings Talkshows Events (in de hub)
2019 doel
Ouders
Anders
Overig
2020
Anders
Project praktijkintegratie
Handleidingen
1
2020
Keuzevak
Scripties/werkstukken
2019
7 12
resultaat
2020 doel
Fondsen
3
Vanuit overheden
1
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 59
Hoofdstuk 7 | Marketing & communicatie Communicatie speelt een cruciale rol om de rol van EMI als faciliterende netwerk- en kennisorganisatie in te vullen. EMI is een betrokken innovatiepartner die opdrachten op Zuid uitvoert met verschillende project- en programmateams. De interactie tussen onderwijs (studenten, docenten, onderzoekers) en partners en bewoners wordt als waardevol ervaren. Studenten komen in aanraking met actuele maatschappelijke vragen en zijn in de praktijk met hun creatieve en frisse blik een bijzondere aanvulling op het werk van professionals.
Doelstellingen in communicatie Communicatie heeft als doel resultaten en ervaringen zichtbaar te maken, te delen en te versterken, aan de juiste doelgroepen en in de juiste context. We maken onderscheid tussen twee communicatielijnen: de communicatie over EMI als geheel en over de afzonderlijke programma’s. De programma’s zijn de concrete bewijsvoering van waar EMI voor staat en daarom tastbaar en relevant in de communicatie. EMI verbindt de programmalijnen met haar eigen overkoepelende positionering en propositie, binnen de kaders van HR.
Communicatiedoelgroepen EMI kent een brede waaier aan doelgroepen. We onderscheiden klantsegmenten en daarbinnen klantrelaties. De klantsegmenten zijn HR (docenten, onderzoekers, studenten) en alle partners op Zuid, inclusief de bewoners. Het hele veld van onderwijs, onderzoek en praktijk wordt bestreken. Extern, in het werkveld op Zuid, is EMI vaak actief naast een groot aantal andere partners. De rol van EMI als betrokken innovatie- en onderwijspartner is door de inzet van studenten en docenten goed herkenbaar en men erkent de toegevoegde waarde van EMI. Bij HR intern is de bekendheid en toegevoegde waarde van EMI minder helder. Er ligt een belangrijke taak voor de communicatie om de synergie tussen de hogeschool en EMI zichtbaar, relevant en urgent te maken, onder meer door de dwarsverbanden tussen de programma’s beter te duiden. In het strategische marketingcommunicatieplan identificeren en benoemen we de witte vlekken binnen de communicatiedoelgroepen, om daar vervolgens actiepunten aan te hangen.
Strategie in communicatie Zoals gezegd werkt de marketing en communicatie bij EMI langs twee lijnen: EMI-breed en langs de individuele programmalijnen. Elke programmalijn heeft een accounthouder, die samen met de programmaleider verantwoordelijk is voor de interne en externe communicatie van het programma. Die twee lijnen moeten beter op elkaar worden afgestemd. Daartoe wordt begin 2020 de positionering en strategie aangescherpt en vervolgens vertaald naar een concreet strategisch marketingcommunicatieplan. Onderwerpen die daarin aan bod komen, zijn de branding van EMI in relatie tot HR en externe partners, duidelijker prioriteren en een zichtbaarder effect sorteren. Daarnaast komt ook het verfijnen van de aanpak en invulling van kanalen en middelen aan bod.
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 60
Werkwijze EMI brengt studenten, docenten en onderzoekers dicht bij praktijkpartners op Zuid en vervult daarmee een unieke rol binnen HR; EMI faciliteert en voedt het onderwijs. De uitwisseling van opgedane kennis is een kerntaak van de communicatie. In de vorm van producten die deel uitmaken van beroeps- en onderwijspraktijk bijvoorbeeld, of in de vorm van events, waar via interactie informatie en kennis worden gedeeld en men van elkaar leert, om die kennis vervolgens te gebruiken en verder te delen.
Middelen Naast de middelen van de hogeschool en die van externe samenwerkingspartners heeft EMI een zestal eigen middelen die de kern van het communicatiebeleid vormen: 1. Website emiopzuid.nl: de backbone van onze communicatie. In 2020 gaan we op basis van resultaten (data) de site optimaliseren (versie 2.0). Inclusief de EMI-aanwezigheid op de websites van HR en NPRZ (crosslinks en doorverwijzingen). 2. Events zijn voor EMI de meest diverse en zichtbare vorm van communicatie en daarom heel belangrijk. Hieronder verstaan we bijeenkomsten, rondleidingen, talkshows, presentaties van studenten en debat- en verhalencafés. 3. Social media: EMI is actief op Facebook, Instagram, Twitter en LinkedIn. In 2020 gaan we de interactie met website en nieuwsbrieven (gezamenlijk ons digitale ecosysteem) verder invullen en optimaliseren. 4. Digitale nieuwsbrieven: vanuit EMI én de programma’s MoZ en Mama’s Garden. 5. Magazine Highlights: het ideale middel om jaarlijks door middel van storytelling de verhalen van ons werk en onze studenten op Zuid te delen. 6. EMI-zine: de ambitie is om in 2020 twee EMI-zines uit te brengen, waarin telkens één EMIprogramma voor het voetlicht wordt gebracht.
Netwerken Hoewel EMI de draaischijf tussen HR en Rotterdam-Zuid is, reikt het netwerk veel verder dan Zuid of zelfs Rotterdam. Met onze programma’s hebben we uiteenlopende samenwerkingspartners in Nederland en zelfs internationaal. Deze zijn opgenomen in bijlage 4.
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 61
Publicaties 2019 EMI algemeen
Werkplan 2018-2019
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
Verslag Werkplaats Zuid
Highlights 2018-2019
pagina 62
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 63
Hoofdstuk 8 | Organisatie & Governance EMI is een netwerkorganisatie die met de opleidingen en kenniscentra van HR en samen met praktijkpartners bouwt aan gebiedsgebonden maatschappelijke innovatie. Om recht te doen aan die missie, kiezen we voor een organisatiestructuur die fluïde en robuust is, met ruimte voor een langdurige focus, nieuwe netwerkpartners en bestendiging van uitkomsten in praktijk en onderwijs.
8.1 Bestuurlijke organisatie De organisatie bestaat uit een stuurgroep en een programmaraad waarin gezaghebbende en toonaangevende experts op het gebied van maatschappelijke innovatie zitting hebben (zie bijlage 1). De stuurgroep is verantwoordelijk en schept de kaders voor de (door)ontwikkeling van EMI, zowel inhoudelijk en financieel als bestuurlijk/juridisch. De stuurgroep bestaat uit twee leden die het onderwijs en onderzoek van HR vertegenwoordigen: 1. Vertegenwoordiger college van bestuur HR. 2. Directeur NPRZ. De programmaraad adviseert de directeur en het programmateam vanuit een groter en breder perspectief van maatschappelijke trends. De programmaraad zorgt voor het leggen van verbindingen binnen en buiten de regio, signaleert kansen en ontwikkelingen en treedt op als promotor en ambassadeur van EMI. De programmaraad bestaat uit gezaghebbende leden met expertise op de volgende thema’s: •
Stedelijke ontwikkeling en architectuurgeschiedenis.
•
Gezondheid en vitaliteit.
•
Kunst en cultuur.
•
(Jeugd)zorg en strafrecht.
•
Onderwijs.
•
(Sociaal) ondernemerschap.
Naast deze specifieke expertise is culturele sensitiviteit in de grootstedelijke context eveneens een kenmerk van de leden van de programmaraad. Belangrijk, gezien de culturele diversiteit van Rotterdam-Zuid en de wens van de hogeschool om een inclusief beleid te voeren ten aanzien van studenten en personeel. De raad wordt voorgezeten door de directeur van ISO. Voor het programma MoZ is een aparte stichting opgericht onder de naam Stichting Studentmentoren Rotterdam. In het bestuur van deze stichting hebben de volgende leden zitting: een lid van het college van bestuur van HR, de directeur van EMI, een lid van het college van bestuur van de STC Group (Scheepsvaart en Transport College) (tevens voorzitter), de directeur en de programmamanager van SDVB en de directeur van Thomas More Hogeschool.
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 64
In 2019 is voor de komende jaren een nieuwe vierjarige samenwerkingsovereenkomst tussen NPRZ en EMI getekend.
8.2 Uitvoerende organisatie De directeur draagt de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de activiteiten van EMI en zorgt dat dit gebeurt door middel van de in de stuurgroep vastgestelde jaarwerkplannen. De directeur is verantwoordelijk voor de inhoudelijke en financiële verantwoordingscyclus en treedt op als secretaris van de stuurgroep en programmaraad. De directeur geeft leiding aan een team dat de verdere ontwikkeling van EMI inhoudelijk vormgeeft. Dit team bestaat uit programmaleiders die samen met de partners, docenten, studenten en onderzoekers in CoP’s programma’s uitvoeren die verbonden zijn aan de vijf aandachtsgebieden onderwijs, werk, zorg & welzijn, wonen en kunst & cultuur. De programmaleiders zijn inhoudelijke experts met skills op het gebied van het leiden van complexe programma’s. Zij hebben zowel inhoudelijke kennis over het maatschappelijk vraagstuk als kennis van onderwijs en onderzoek van HR. Zij weten via hun stedelijke netwerk partners te vinden die mee kunnen werken aan de oplossingen in CoP’s en kunnen schakelen tussen het operationeel en strategisch managen van complexe meerjarige programma’s. Met verschillende partners zijn meerjarige samenwerkingsconvenanten afgesloten. In totaal bestond EMI in 2019 gemiddeld uit 17,02 fte. Dit is inclusief medewerkers die bij EMI gedetacheerd (zie bijlage 2) zijn en student-assistenten. De stagiairs en afstudeerders zijn buiten deze berekening gehouden.
Onderwijs Onderwijs Werken Werken Zorg Welzijn Zorg& & Welzijn Wonen Wonen Kunst & Cultuur Kunst & Cultuur EMI EMIalgemeen algemeen
totaal
2017-2018 5,53 2,82 3,43 3,22 0,00 1,88 16,88
2019 5,86 2,99 2,81 2,80 0,74 1,83 17,02
Studenteninzet In 2019 waren 27 studenten (4,6 fte) betrokken bij een van de programma’s of de afdeling marketing en communicatie van EMI.
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 65
Werkgeluk In het onderwijs wordt de werkdruk als hoog ervaren. Vanuit de hogeschool is hier steeds meer aandacht voor en ook vanuit de cao is elke hogeschool verplicht om beleid te ontwikkelen op het verlagen van werkdruk. Het project Werkgeluk vanuit EMI is mede gericht op het verlagen van werkdruk, maar ook is er gekeken naar Werkgeluk bevorderende factoren. EMI heeft hier op eigen initiatief acties op ondernomen en dit thema kwam o.a. terug tijdens de 2-daagse en gedurende verschillende interventies die plaatsvonden. Inmiddels staat werkgeluk ook hogeschool breed op de agenda en is men bezig met het ontwikkelen van o.a. een leerwerktraject voor collega’s hogeschool breed.
Planning & Control De backoffice wordt verzorgd door OKC (Ondersteuning Kenniscentra). Het ondersteuningsbureau van EMI bestaat uit een financiële medewerker, een personele medewerker, een secretariële/beleidsassistent en een aantal marketingcommunicatiemedewerkers.
8.3 Organigram
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 66
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 67
BIJLAGEN BIJLAGE 1 | Leden bestuurlijke organisatie Stuurgroep Zakia Guernina
lid college van bestuur HR
Marco Pastors
directeur NPRZ
Programmaraad Emile van Velsen
voorzitter, directeur ISO
Janpier Brands
directeur WORM, het cultuurhuis voor de productie en presentatie voor alternatieve vormen van kunst en cultuur in Rotterdam
Hannaa Faouzi
advocaat, specialisatie: internationaal (jeugd)strafrecht en bestuursstrafrecht
Anoesjka Imambaks directeur Stichting Venture CafĂŠ Rotterdam Theo Magito
talentontwikkeling van Rotterdamse jongeren
Simone Rots
partner Crimson, architectuurhistoricus
Brian Godor
assistent professor faculteit sociale wetenschappen Erasmus Universiteit
vacature
bedrijfs- en bestuurskunde, duurzaamheid, onderzoek
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 68
BIJLAGE 2 | Leden uitvoerende organisatie* Carolien Dieleman
directeur EMI
Marjon Schrama
beleidsondersteunend medewerker
René Bouwmeester
strateeg marketing en communicatie
Angèle Diesfeldt
medewerker communicatie
Julia van Olffen
medewerker communicatie
Floortje van Ree
medewerker communicatie
Sandra van de Lest
administratief medewerker OKC
Andrea Waalewijn
personeelsmedewerker OKC
Marina Meeuwisse
stadspsycholoog
Onderwijs Jos Heinerman
programmamanager MoZ
Margriet Clement
programmamedewerker MoZ
Soesja Pijlman
programmamedewerker MoZ
Martine van der Pluijm
onderzoeker Thuis in Taal
Senem Tekin
projectleider Thuis in Taal
Werken Gert-Jan van der Maas
programmaleider Social Return en programmamedewerker MoZ
Zorg & Welzijn Wietske Willemse
programmaleider Mama’s Garden
Samira Kossir
programmamedewerker Mama’s Garden
Samira el Moubtahij
student-assistent Mama’s Garden
Jet Houwers
programmaleider Vitaal op Zuid (per 1-1-2020)
Wonen Arjen van Susteren
programmaleider Urban Innovation
Angela van der Heijden
programmaregisseur Urban Innovation
Quincy Maan
student-assistent Urban Innovation
Kunst & Cultuur Reinier Weers
programmaleider Cultuur op Zuid
Dafne Foet
programmaontwikkelaar Cultuur op Zuid
* In dit overzicht zijn de medewerkers opgenomen die op 1-1-2020 een contract of detachering bij EMI hebben.
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
pagina 69
BIJLAGE 3 | Samenwerkingspartners 2020 ONDERWIJS MOZ thuis Afrikaanderwijk Coöperatie AIR Albeda All You can Art Archel Thompson Bibliotheek Rotterdam Brusseleer (met 6 basisscholen Brussel) Bureau Frontlijn Bureau Hagenaar CED Groep Civic Crowdfunding CJG Codarts De Rebelgroep De Veldacademie Dock Charlois Echo Enfant terrible EUR Feyenoord Frank Jeanine Boerman Gallerie Niffo Gelijke kansen aliantie OCW gemeente Roterdam Gezondheidscentrum Afrikaanderwijk Gezondheidscentrum Lijn2 Gezondheidscentrum 't Slag Hart van Zuid Havensteder House of Hope Huisartsen Huizen van de Wijk Humanitas Ik ben Wij Inholland JINC Jongerenloket Kiem Creative Laurens Wonen Like je Wijk Loopbaancollectief (Annet Diender) Luxor Theater MEE Rotterdam Ministerie OCW Move2Social Museum Rotterdam NJI NPRZ OM Operadagen Oranjefonds Pameijer PCBO Peuterscholen Politie Rotterdam Pow Wow Festival Rabobank Rotterdam Rotterdams Onderzoek naar Onbenutte Talenten Rutu Foundation RVKO SGBO Sint Laurens Fonds Spark Social Enterprise Stadsmariniers Stadswonen Stichting Aanzet Stichting Bevordering van Volkskracht Stichting BOOR Stichting Connect the Culture Stichting De Verre Bergen Stichting Lezen & Schijven Stichting Peuter & Co Stichting Sprakuloos t Klooster Team Enkelband Theater Islemunda Theater Walhalla Theater Zuidplein Thomas More Hogeschool U Create Veldwerk Verloskundigen Voorleesexpres/Hoedje van Papier Wandschappen Woonbron Woonstad Zangstudio Nanda Akkerman Zuid onderneemt van Leeuwen van Lignac Stichting Zadkine
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
WERKEN ZORG & WELZIJN SO MG VoZ x
WONEN UI x
KUNST CUL x x
x
x x
x x x
x x
x x x x x
x x x x
x x x x x x x x
x
x x x x
x
x
x x x
x x x x
x x
x x
x x x x x
x
x x x
x x x x x
x
x
x
x x
x x
x x x
x x x x
x
x x x x x
x
x x x x
x
x x x
x x
x x x x x x x x x x x x x x x x x
x x
x x x
pagina 70
BIJLAGE 4 | Deelname netwerken 2020 ONDERWIJS MOZ thuis
WERKEN ZORG & WELZIJN SO MG VoZ
KUNST CUL
x
Academische Werkplaats Jeugd
X
Alliantie Hand in Hand
x
x
x x
Feyenoord City
x x
Hart van Zuid x
Jonge moedersnetwerk x
Lectorplatform kwetsbare ouders met jonge kinderen
x
Mediacommissie OPEN Rotterdam x
Metropoolregio Rotterdam Den Haag x
NPRZ NPRZ onderwijstafel
x
NPRZ-werkgroep Loopbaanoriëntatie
x
x
x x
RRKC x
Stadionpark
x
Stadmakerscongres x
Stadslab Maashaven Stevige Start
x
Veerkrachtig Bospolder-Tussendijken
x
Werkgroep Leefbaarheid
x
Zorgvrijstaat
Terugblik 2019 – Werkplan 2020
x
x
Opstap Lombardijen Rotterdam Mentorstad
ALG
x
100 rc
European Center for Evidence Based Mentoring
WONEN UI
x
pagina 71
Expertisecentrum Maatschappelijke Innovatie emiopzuid@hr.nl 010 794 5946 Postbus 25035 3001 HA Rotterdam
www.emiopzuid.nl