Datacenter & Cloud Dossier 2024

DATACENTER & CLOUD 2024 DOSSIER

Halen partners alles uit het datacenter?

Datacenters en cloud horen onlosmakelijk bij elkaar. Hoe benut je de mogelijkheden optimaal? Professionals uit de industrie buigen zich hierover in het Grotetafelgesprek. Pagina 6

WE KEEP IT RUNNING.

AL 75 JAAR DE SPECIALIST OP HET GEBIED VAN DATACENTER EN TELECOM KOELING.

Belangrijkste aandeel op aarde

De hype rond kunstmatige intelligentie zorgt op beursvloeren wereldwijd voor ongekende taferelen. Neem nu de Amerikaanse chipmaker Nvidia. De afgelopen anderhalf jaar steeg de koers van het bedrijf maar liefst 650 procent. Alleen Microsoft en Apple zijn op dit moment meer waard.

De stormachtige groei van Nvidia trekt ook andere fondsen omhoog. Reden genoeg voor de Amerikaanse zakenbank Goldman Sachs om een aandeel Nvidia te omschrijven als ‘het belangrijkste aandeel op aarde’.

Pessimisten trekken echter vergelijkingen met de internetbubbel van begin deze eeuw, toen een groot aantal internetbedrijfjes naar de beurs gingen en hun aandeelhouders gouden bergen beloofden. In het voorjaar van 2000 stortten de koersen in en ‘knapte’ de zeepbel. Veel van al die zogenaamd hippe bedrijfjes bleken gebouwd te zijn op drijfzand van durfkapitaal en gingen massaal failliet.

Nu ben ik iemand voor wie het glas altijd halfvol is, dus ik denk dat het zo’n vaart niet zal lopen. En dat dragen ook de talloze partijen uit die in dit Dossier Datacenter & Cloud aan bod komen. Het voert te ver om een Nvidia-aandeel te bestempelen als de nieuwe heilige graal, maar gezien de enorme vraag naar de razendsnelle AI-chips die de chipmaker produceert voor datacenters, is het einde van de groei voorlopig nog niet in zicht.

Ik wens je veel leesplezier!

COLOFON

ChannelConnect is hét platform voor de IT-dienst-verlener met focus op het mkb. ChannelConnect informeert zijn lezers dagelijks via het magazine, de Dossiers, de website ChannelConnect.nl, de e-mailnieuwsbrief en via de sociale mediakanalen.

In 2024 verschijnt het magazine vier keer. Daarnaast brengen we vier keer een Dossier uit met de onderwerpen Datacenter & Cloud, Telecom & UC, Security & Privacy en Cloudtransformatie. Rond deze onderwerpen worden de zogenoemde Grotetafelgesprekken georganiseerd.

ADRES

iMediate BV

Arendstraat 33b

1223 RE Hilversum

Telefoon: 035 646 5800 redactie@channelconnect.nl

UITGEVER

Joost Driessen

HOOFDREDACTEUR

Arnold le Fèbre

EINDREDACTIE

Marcel Debets

WEBREDACTIE

Arnold le Fèbre, Marcel Debets

REDACTIE & MEDEWERKERS

Michiel van Blommestein, Eric Cordes, Mels Dees, Cas Spiertz, Hans Steeman, Martijn Vet

MANAGER CLIENT SERVICES

Yvonne Schouren, Laura Vermeulen

ART DIRECTION

Rik van den Berg

VORMGEVING & DTP

Tim van den Berg, Martin Wolber

ADVERTENTIE- EXPLOITATIE

Tarik Lahri (tarik.lahri@imediate.nl)

Mitchel van der Heide (mitchel.vanderheide@imediate.nl)

DRUK

Vellendrukkerij BDU, Barneveld

CHANNELCONNECT IS EEN UITGAVE VAN:

ChannelConnect mag niet worden gereproduceerd, geheel noch gedeeltelijk, zonder schriftelijke toestemming vooraf van de uitgever. ChannelConnect is niet aansprakelijk voor eventuele onjuistheden in deze uitgave. ChannelConnect is niet verantwoordelijk voor handelingen van derden, welke mogelijkerwijs voortvloeien uit het lezen van deze uitgave. ChannelConnect behoudt zich het recht voor om ingezonden materiaal zonder kennisgeving vooraf geheel of gedeeltelijk te publiceren.

Lezersservice

Voor onze wekelijkse e-mail nieuwsbrief kunt uzich (gratis) aanmelden via de website: www.channelconnect.nl Hier kunt u dagelijks terecht voor nieuws, achtergronden, marktcijfers, opinie en video-interviews. Voor het wijzigen van adresgegevens en/of overige vragen kunt u contact opnemen met onze abonnementen-administratie via: redactie@ channelconnect.nl of 035 646 5800

ChannelConnect, ISSN 2211-825X

UPDATE

Elke werkdag is op channelconnect.nl het actuele nieuws uit het IT-kanaal te lezen. Schrijf je daar ook in voor onze gratis nieuwsbrief.

4 miljoen

voor stimulering Datacenter Onderwijs De Europese Commissie heeft een subsidie van vier miljoen euro toegekend aan het project Colleges for European Datacenter Education (CEDCE). Sinds de start in 2019 is de Dutch Data Center Association (DDA) samen met diverse partners, zoals Alfa College en NorthC Datacenters, betrokken bij het onderwijsproject.

Sinds 2019 zijn acht onderwijsinstellingen in Europa (Alfa College, HELHa, ATU, ITCF ETLA, EKAMI, Mercantec, UCL and FMS) en veertig organisaties vanuit de sector, waaronder de Dutch Data Center Association (DDA) en NorthC Datacenters, bezig met het opzetten van Colleges for European Datacenter Education (CEDCE).

CEDCE is een consortium van onderwijsinstellingen en industriële partners in heel Europa met als doel het datacenteronderwijs naar een hoger niveau te tillen. Met deze recent toegekende EU-subsidie kan CEDCE onderwijs – van beroepsonderwijs tot hoger onderwijs – voor datacenters gaan ontwikkelen.

Vertiv lanceert nieuwe designtool

Vertiv heeft in maart een nieuwe tool gelanceerd voor het ontwerpen van prefab modulaire (PFM) datacenters. Deze Vertiv Modular Designer Lite is vanaf nu beschikbaar in de EMEA- regio.

De app is bedoeld voor maatwerk- en redundantieplanning op basis van locatiegegevens, weerdata, fiscale regels, rackspecificaties, batterij-eisen en elektrische voorkeuren. Met 2D- en 3D-visualisaties kunnen gebruikers configuraties opslaan, aanpassingen maken en toegang krijgen tot technische documentatie.

‘Hybride cloud populair vanwege AI’

Het gebruik van hybride multicloud-modellen zal naar verwachting de komende één tot drie jaar verdubbelen. Dit komt doordat IT-beslissers te maken krijgen met nieuwe druk om IT-infrastructuren te moderniseren vanwege factoren als AI, beveiliging en duurzaamheid. Dat zegt cloudaanbieder Nutanix.

De uitkomsten zijn afkomstig van het jaarlijkse onderzoek Enterprise Cloud Index. Uit het rapport blijkt dat beveiliging en innovatie het afgelopen jaar de belangrijkste drijfveren waren voor het verplaatsen van applicaties naar een andere omgeving. Respondenten noemen toenemende investeringen in hun AI-strategie als de belangrijkste prioriteit, op de voet gevolgd door investeringen in IT-modernisering.

80 procent van de ECI-respondenten is van plan te investeren in IT-modernisering. 85 procent geeft aan hun investeringen in AI te verhogen.

90 procent van de respondenten kiest voor een ‘cloud smart’-benadering van hun infrastructuurstrategie, waarbij elke applicatie in de juiste omgeving wordt geplaatst. Dat vergroot het gebruik van hybride multicloud. Meer dan

80 procent van de organisaties is van mening dat hybride IT-omgevingen het gunstigst zijn als ze applicaties en data willen beheren.

KPN-datacenter in Haarlem overgenomen

Photon Capital heeft het KPN-datacenter in Haarlem overgenomen via zijn portfoliobedrijf Penta Infra.

Het datacenter was voorheen eigendom van KPN voor hun hosting- en datacenterdiensten en wordt momenteel beperkt gebruikt. KPN blijft huurder van de locatie om de continuïteit voor hun netwerkdivisie te kunnen waarborgen. Penta Infra gaat de overige ruimtes herontwikkelen tot state-of-the-art IT-ruimtes voor colocatieklanten.

Penta Infra beheert momenteel 11 datacenters in Duitsland, Frankrijk, Denemarken en Nederland. Met de overname van het carrier- en cloudneutrale datacenter van KPN vestigt Penta Infra zich in de Metropoolregio Amsterdam en breidt het zijn aanwezigheid op de Nederlandse markt uit.

Nederlands consortium bouwt Europese cloud

Een Nederlands consortium, bestaande uit Info Support, i3D.net, BIT, AMS-IX en TNO, start met het bouwen van een federatieve Europese cloud.

Het project ‘European cloud services in an open federated ecosystem’ (ECOFED) wordt mede gefinancierd door de Nederlandse overheid, na goedkeuring van de Europese Commissie. Eind vorig jaar keurde de Europese Commissie het Important Project of Common European Interest – Cloud Infrastructure and Services (IPCEI-CIS) programma goed, waarmee een totaalbedrag van 2,6 miljard euro wordt geïnvesteerd in de ontwikkeling van een Europese cloudinfrastructuur. Nederland neemt voor 70 miljoen euro met drie projecten deel aan IPCEI-CIS. Eén van de drie projecten is het ECOFED-project, dat zich op cloudfederatie richt als belangrijke basis voor de toekomstige digitale infrastructuur. Het ECOFED-project richt zich op de ontwikkeling van open interfaces en open-source software tools om de ontbundeling van software en cloudoplossingen te bevorderen. Het project loopt van 2024 tot en met 2027 en omvat samenwerking met Europese partners zoals OpenNebula en Arsys in Spanje, Engineering in Italië en SAP in Duitsland. Het doel is het technische fundament te leggen voor een open en federatief cloud-ecosysteem, waarin integrators en infrastructuur-aanbieders verschillende diensten kunnen verhandelen zonder tussenkomst van een centrale platformpartij.

Veeam en Microsoft gaan samen AI-oplossingen ontwikkelen

Veeam Software heeft een vijfjarige strategische samenwerking aangekondigd met Microsoft. De bedrijven willen de producten van Veeam en Microsoft Copilot- en AI-diensten integreren. Daarnaast gaan ze dataprotectie voor Microsoft 365 en Microsoft Azure op de markt brengen via de onlangs aangekondigde Veeam Data Cloud. De combinatie van de backup- en herstelmogelijkheden van Veeam en de schaal en innovatie van Microsoft moet zorgen voor een betere cyberweerbaarheid voor klanten.

De samenwerking tussen Veeam en Microsoft bestaat onder meer uit:

• Gezamenlijke extra AI-mogelijkheden naar Veeam backup- en herstelproducten brengen.

• Geïntegreerde ondersteuning van de nieuwste API’s voor Microsoft 365 Backup Storage binnen Veeam Backup for Microsoft 365.

• Gezamenlijke go-to-market-activiteiten.

• Nieuwe Veeam-functionaliteit voor backup en herstel voor Microsoft Azure.

• Versnelde migratie van on-premises klanten naar de Veeam Data Cloud, gehost op Azure.

• Klantmigratie naar en bescherming van Azure Kubernetes Services met Kasten by Veeam.

• Veeam-functionaliteit voor bescherming tegen en herstel van ransomware voor Microsoft-klanten.

CHANNELCONNECT GROTETAFELSESSIE DATACENTER & CLOUD

Dynamische clouden datacenterwereld biedt partners kansen

Kopstukken uit de datacenteren cloud-sector kwamen bij elkaar om te discussiëren over de ontwikkelingen in de markt en de manier waarop msp’s optimaal kunnen profiteren van de kracht van datacenters.

“Partners vormen de brug naar de eindgebruiker.”

Tekst: Mels Dees | Fotografie: iMediate | Steven van Kooijk

Het was een gemêleerd maar deskundig gezelschap dat met elkaar in discussie ging tijdens dit Grotetafelgesprek over Datacenter & Cloud. Zo was niet alleen de datacenter- en glasvezelbranche vertegenwoordigd in respectievelijk Stijn Grove (DDA) en Andrew van der Haar (Fiber Carrier Association), maar toeleveranciers als Stulz, Rittal, en een leverancier van maatwerk storage en servers RNT Rausch, schoven ook aan. Net als Hans ten Hove van Datto, een bedrijf dat zonder datacenters niet zou kunnen bestaan en diensten via msp’s naar de markt brengt. De heren gingen in discussie aan de hand van vijf stellingen.

“Wat ik hier hoor, bevestigt mijn beeld van een nog verdergaande disruptie in de omgang met data.” Stijn Grove

Stelling 1: Er is dringend behoefte aan meer datacenters

Marc Corbeek, Salesmanager Business Unit

IT bij Rittal, weet dat er een dringende behoefte is aan extra datacentercapaciteit – en die zal voorlopig aanhouden. “Er verandert veel. AI is al een jaar een buzzword in de sector, maar het is inmiddels ook bij mensen zelf een trending topic geworden. Het heeft heel snel een enorme vlucht genomen. Wie zich dat realiseert weet wat er nodig is om die trend te ondersteunen en mogelijk te maken, en onderkent dat alleen daarvoor al meer datacenters nodig zijn.”

Vincent van der Linden, Regional Business Leader bij RNT Rausch onderschrijft dit nadrukkelijk. “Er is bij eindklanten al langer behoefte aan diensten die hen ontzorgen. En laten we duidelijk zijn: AI is ook een service waarin je je als individueel bedrijf vaak niet wilt onderscheiden, dat koop je dus in via de cloud. Dat betekent weer een extra product dat men via datacenters af wil nemen.”

Van der Linden realiseert zich dat de voors en tegens als het gaat over on-premise, public cloud en private cloud later in het gesprek nog aan de orde komen, maar loopt vooruit op de link met de mogelijke privacy en security issues die bij dat onderwerp spelen. “We zien beslist dat AI ook een zorgenkindje wordt, want wat gebeurt er met de kritische data van jouw bedrijf als medewerkers het delen met en laten verwerken door

AI?” Hoewel het thema nog niet zo heel lang speelt, zie je nu al, stelt Van der Linden, dat wanneer je kritische data aanlevert aan AI, dit een onderdeel gaat vormen van het verrijken van het gehele platform. Dat is beslist een uitdaging.

De Regional Business Leader schetst in grote lijnen een oplossing die tegemoet zou kunnen komen aan de capaciteitsproblemen, de stroomproblemen en de privacyproblemen. “Wij zouden er een voorstander van zijn om datacenters aan elkaar te koppelen. Dit terwijl gebruikers weten hoe het grid is opgebouwd en waar hun data heel concreet staan.”

In dat geval, stelt Van der Linden, zou je ook informatie kunnen uitwisselen en in een breder grid, met meer vermogen, kunnen verwerken. “Ik ben daarom voorstander van het bouwen van een datagrid van en voor informatiesystemen. Dit op basis van een veilige data-uitwisseling en een fair use policy. Mijn onderneming levert bepaalde geanonimiseerde data aan anderen, maar krijgt dat ook terug. Zo benut je de capaciteit van datacenters maximaal en werkt toch de security zoals je dat verwacht en verlangt.”

Na enige nadenken reageert Stijn Grove, Managing Director bij Dutch Data Center Association. “Wat ik nu hoor, bevestigt mijn beeld van een nog verdergaande disruptie in de omgang met data.” Hij stelt dat het eigenlijk

raar is van een disruptie te spreken in een sector die in feite nog heel jong is. “Onze wereld, onze sector, is niet alleen inhoudelijk en technisch, maar ook in de beeldvorming continu aan verandering onderhevig.”

Maar de suggestie van Van der Linden biedt volgens Grove kansen. “De hoeveelheid data groeit, maar de verwerking piekt op bepaalde momenten.” Dit heeft echter consequenties: datacenters zijn op bepaalde momenten meer belast dan op andere momenten. En dat geldt nadrukkelijk ook voor

dan stijgt ook de behoefde aan koeling. Dat geldt natuurlijk voor de grote datacenters, maar net zo goed voor edge- en kleine serverruimtes.” Wat Brouwer wil zeggen is: je kunt de motor wel willen opvoeren, maar je moet er toch zeker ook voor zorgen dat er voldoende benzine in gaat en dat de koeling het afdoende doet. “Dus ja, je kunt zeker per vierkante meter meer rekencapaciteit genereren, maar dat lost zeker niet alle problemen op. Zoals de energiecongestie die we ervaren op het moment. Sterker nog, die maak

“Je kunt per vierkante meter meer rekencapaciteit genereren, maar dat lost zeker niet alle problemen op.” Carlo Brouwer

het stoomnet. Het is dus zaak de capaciteit van de datacenters te balanceren. “Hetzelfde geldt grosso modo voor de arbeidsmarkt: ook daar hebben we te maken met krapte. Dus een meer e ciënte inzet van datacenters is een belangrijke stap.”

De afgeleide vraag is dan: is er meer te bereiken met de bestaande datacenters? Kunnen we de motor wellicht verder opvoeren? Dat is een vraag die Carlo Brouwer, Managing Director bij Stulz Groep, kan beantwoorden. “Als klanten meer capaciteit nodig hebben

je in feite alleen maar groter. Stroomvoorziening is op dit moment de bottleneck.”

Marc Corbeek sluit deze ronde af. “Het wordt niet alleen maar groter en meer gecentraliseerd in deze sector. Retail-organisaties richten nu eigen kleine datacenters in om in hun eigen omgeving kassasystemen te laten draaien, of om te experimenteren met AI. De kennis daar ontbreekt vaak, dus daar leveren wij samen met partners complete oplossingen die bestaan uit behuizing, koeling, noodstroom en een brandblusinstallatie.”

Stelling 2: Partners slagen er onvoldoende in maximaal te profiteren van de mogelijkheden die moderne datacenters bieden

Hans ten Hove, Area Vice President voor Continental Europe bij Datto is het in een eerste reactie niet met de stelling eens. “Ik denk dat ze wél heel goed gebruikmaken van wat datacenters kunnen bieden.” Hij geeft een voorbeeld uit de praktijk bij Datto. “Wij bieden pentesten aan. Dat is een heel actueel onderwerp, zeker straks, bij de invoering van NIS2.” Het uitvoeren van pentes-

“Ik zie veel businessmodellen die mogelijk zijn door de cloud, en daarmee indirect door datacenters.” Hans ten Hove

ten kost bedrijven in de praktijk veel tijd en geld. “Daarom zijn er nu partijen die pentesten als service aanbieden. Op die manier kan elk mkb-bedrijf het laten uitvoeren voor een paar honderd euro.”

Dus eigenlijk draait Ten Hove de stelling liever om: “Ik zie heel veel businessmodellen die mogelijk zijn door de cloud, en daarmee

indirect, door datacenters.” Datto maakt deel uit van dat systeem, wordt uit het relaas duidelijk. “We doen drie tot vier acquisities per jaar en dat zijn altijd bedrijven die iets nieuws bieden op dit gebied.”

Van der Linden (RNT Rausch) deelt een andere observatie. “We zien wel dat er heel veel ine ectiviteit in het datacenter is. Zo zetten partijen hun apparatuur of services doorgaans niet uit als die niet gebruikt worden.” De diensten zijn immers allemaal heel makkelijk op te starten, maar van uitfaseren komt het vaak niet, of we kopen meerdere diensten die eigenlijk hetzelfde doen. “Partners zouden daar advies in kunnen geven.” Het niet afschalen of uitschakelen van services heeft zeker ook een relevant security-aspect. “Applicaties die onbewust of onbedoeld blijven functioneren zijn niet zichtbaar voor de beveiliging.” Los daarvan benutten dergelijke services onnodig capaciteit.

Stijn Grove (DDA) is het weliswaar eens met die observatie en vermoedt dat er verbeterslagen te maken zijn. “Maar tegelijkertijd

Deelnemers aan het Grotetafelgesprek

Marc Corbeek, sales manager voor de business IT bij Rittal. Rittal is een bekende speler op het gebied van serveren netwerkracks, power en koeling.

hebben we het in dit gesprek ook over een wereld die snel belangrijk geworden is. Alle startups van de laatste 25 jaar zijn in de cloud geboren en opgegroeid. Die maken gebruik van moderne datacenters. Zonder dat kunnen ze niet bestaan.”

Andrew van der Haar, van de Fiber Carrier Association (FCA) gaat specifiek in op de stelling. “Ik denk inderdaad dat partners er niet in slagen maximaal te profiteren van alle mogelijkheden die het datacenter hun kan bieden. Zo kiezen ze nog weleens buiten het datacenter om voor bepaalde connectiviteit, bijvoorbeeld als het gaat om storage. Dan creëren ze zelf een koppeling met Azure.” Dat is natuurlijk prima,” geeft Van der Haar aan, “maar als je het via het datacenter doet ben je verzekerd van continuïteit, veiligheid en betrouwbaarheid.”

Daar is Ten Hove (Datto) het mee eens. “Datacenters communiceren nu niet, of te weinig, wat de mogelijkheden zijn. Veel partners weten daarom eigenlijk niet wat er allemaal mogelijk is.”

Andrew van der Haar, managing director Fiber Carrier Association (FCA). Dit is de brancheorganisatie voor alle aanbieders (consument en zakelijk) van glasvezelnetwerken die actief zijn in Nederland.

Hans ten Hove, verantwoordelijk bij Datto / Kaseya voor continentaal Europa. De onderneming is leverancier van managed services aan msp’s.

Carlo Brouwer, Managing Director Stulz Groep. Stulz houdt zich onder meer bezig met de technologie die datacenter- en serverkoeling mogelijk maakt.

Vincent van der Linden, Regional Business Leader voor de Benelux bij de Duitse fabrikant van gepersonaliseerde server- en storageoplossingen RNT Rausch.

Stijn Grove, Directeur van Dutch Data Center Association (DDA). DDA is de brancheorganisatie voor en van de datacenterindustrie.

Stelling 3: Hybride cloud-oplossingen brengen de sterke punten van public cloud en private cloud bij elkaar. Het is dus niet meer nodig om te kiezen voor de ene

of de andere vorm.

Het kwam al vaker in ChannelConnect aan de orde: hoe verhouden public-, private- en hybride cloud zich tot elkaar. En waarop baseer je de keuze?

Hans ten Hove (Datto) reageert als eerste: “Ik denk dat het heel erg afhankelijk is van applicaties, van de kosten en van de security.” Hij stelt dat public-platformen niet altijd even veilig zijn. “Dat wordt echter ten onrechte wel vaak aangenomen.” De afnemer van de service is immers zelf verantwoordelijk voor de security en de back-up.

On-premise is volgens Ten Hove in veel gevallen nog steeds een goede oplossing, ook als het wellicht ouderwets mag klinken. “Netjes in een eigen omgeving, bijvoorbeeld in een Rittal-rack in een eigen serverruimte. Ook die oplossing heeft nog steeds bestaansrecht, net als de andere twee vormen.” Daarom moeten partners zich afvragen wat de eindklant nodig heeft, qua capaciteit, qua koeling en qua data-security. Die kennis ontbreekt bij veel eindklanten, is de mening van

de deelnemers aan tafel, dus moeten partners er dan voor zorgen dat ze optimaal advies kunnen geven.

“Ik zie eigenlijk een ontwikkeling dat de locatie waar de data geproduceerd wordt een andere plek is dan waar men de data verwerkt,” analyseert Van der Linden (RNT Rausch). “We zien nu dat de informatie uit elkaar wordt getrokken.”

Hij licht dat nader toe. “Vaak heb je zoveel informatie die je wilt verwerken, dat er een soort tussenschifting moet plaatsvinden.” De plaats waar dit gebeurt wordt wel de Fog genoemd. Het is cloud, maar dan heel dicht bij de bron die data genereert. “Al die gegenereerde informatie willen ondernemingen kunnen renderen,” weet Van der Linden. “Tot voor kort kon dat heel gecentraliseerd, nu vanwege de omvang van de datastroom en de latency niet meer.”

Volgens Marc Corbeek (Rittal) vervaagt de scheiding tussen private en public. “O ce

365 is private, maar je deelt wel een infrastructuur, een platform, met heel veel andere praktijken. En dat doe je bij een datacenter als klant ook. Je gebruikt dezelfde voordeur en stroomaansluiting.”

Van der Haar (FCA) onderschrijft dit. “Het is in de praktijk eigenlijk steeds meer én-én. Het is niet langer meer kiezen tussen de varianten, maar het gaat om slim combineren.” Daarnaast ziet hij dat bedrijven steeds vaker de controle terugpakken en kiezen voor wat echt precies bij hun past. ‘Wat is mijn core business,’ luidt dan de vraag. ‘Moet ik honderd mensen op IT-infra hebben? Of koop ik een alternatief in waarmee in een keer een hoop zaken e ciënt geregeld worden.’ Die vraag kunnen eindklanten vaak zelf niet helder formuleren, laat staan beantwoorden. Daar zijn partners als trusted advisors voor nodig. Van der Haar: “Partners moeten zich dan vooral concentreren op het thema business continuïteit, meer dan op het installeren van een o cepakket.”

Als partijen die dataverwerking terugbrengen naar de bron, of kiezen voor on-premise, dan is het wel zaak dat die serverruimte veilig en beveiligd is. “Net als in een extern datacenter zul je moeten denken aan fysieke beveiliging, goede sloten, brandblusapparatuur en noodstroom,” geeft Marc Corbeek (Rittal) aan. “Op die manier versterk je de

“Partners moeten zich concentreren op business continuïteit en niet op de verkoop van een officepakket.” Andrew van der Haar

business continuity van de onderneming.” Ten Hove is het daarmee eens. “Tot voor een paar jaar zei iedereen: we moeten naar de cloud. Maar de kosten vallen soms tegen en de flexibiliteit ook. Een mix van een goed ingerichte on-premise omgeving en verschillende cloudvormen kan ideaal zijn, mits een partner voor het juiste advies zorgt.”

Stelling 4: de hegemonie van Amerikaanse platforms wordt niet doorbroken

Stijn Grove (DDA) verwacht dat de meer traditionele enterprise IT een stuk minder snel zal groeien dan de IT-behoefte die AI veroorzaakt. “En dan kom je waarschijnlijk toch uit bij de hyperscalers om in die massale behoefte aan computing te voorzien.” Daar komt iets bij, stelt Van der Linden (RNT Rausch). “De jonge generatie IT-professionals is opgegroeid met cloud, en de applicaties die ze al hun hele leven gebruiken draaien in Amerikaanse omgevingen. Onderschat dat niet. Ze denken serverless en hebben niet van nature een

aversie tegen Azure, Google of Amazon.

Integendeel.”

Corbeek van Rittal ziet wel dat de geopolitieke situatie nu gevolgen heeft. “Er komt een tegenbeweging door de politieke situatie in Amerika. De snelle opmars van Huawei Cloud kan daar niet los van gezien worden.” Het punt is dat de 28 Europese landen nog niet slagen in een Europese cloud. Grove (DDA): “Het is een federatieve cloud waaraan men werkt, dat functioneert anders. Maar toch is het een belangrijke ontwikkeling.”

“Er komt een tegenbeweging door de politieke situatie in Amerika.

Dat is een belangrijke ontwikkeling.” Marc Corbeek

Stelling 5: Datacenters zorgen voor werkgelegenheid

De fysieke ‘aaibaarheidsfactor’ van een datacenter is niet al te hoog. Het is niet de bedoeling dat mensen zomaar naar binnen lopen en ramen heeft het gebouw vaak niet. Wellicht is het daarom dat het in de discussie over datacenters zelden over het personeel gaat. Je ziet het personeel wellicht niet, maar er werken veel hooggekwalificeerde professionals in de sector. Van der Haar (FCA) reageert als eerste: “Neem het datacenter van Google in de Groningse Eemshaven als voorbeeld. Dat biedt werk aan 500 FTE’s. Stijn Grove beaamt dit. “DDA zette een uitgebreid programma op voor het werven en opleiden van personeel. “Dat begint zeker vruchten af te werpen,” geeft hij aan. “Het resoneert ook onder jongeren. Het is gewoon sexy om in deze sector te werken.”

Daarbij gaat het, menen Grove en Van der Haar, niet alleen om hbo’ers en universitair geschoold personeel. Zo blijkt de opleiding Klimaattechniek en Elektra op mbo 4-niveau een hele sterke basis. “Je kunt cv-reparateur worden, en dat is een prachtig vak,

maar je kunt ook grootser denken en in een datacenter aan de slag. Dat zien we steeds vaker.”

Ook Corbeek (Rittal) ziet een kentering. Gaming, drones, het is wat jonge mensen aanspreekt en dat is niet mogelijk zonder datacenters. “Iedereen heeft eigenlijk op elk moment van de dag met datacenters te maken. Het is relevant en dat spreekt jongeren aan.”

Hans ten Hove (Datto) maakt daar wel een kanttekening bij. “De impact die AI op de hele maatschappij zal hebben is groot. Maar terwijl ons onderwijs aan kwaliteit verliest hebben we juist hoger opgeleide medewerkers nodig.” Zij moeten immers leren omgaan met moderne tooling. “Wie gaat straks AI voeden, trainen en bewaken? Dat is een serieuze uitdaging.”

Corbeek (Rittal) onderschrijft dit. “Kennis verdwijnt uit Nederland. Dat proces startte al door het outsourcen van IT-taken. Maar daarmee zal ook onze kennis op het gebied van R&D elders gaan landen.”

ACT Slimline patchkabels

ACT Connectivity Solutions is leverancier van datacenter oplossingen gericht op het uitbreiden en wijzigen van bekabeling. Als dé specialist in patchbekabeling introduceert ACT een nieuwe generatie Slimline patchkabels.

Meer ruimte en eenvoudiger kabelmanagement

Slimline patchkabels van ACT zijn meer dan 40% dunner en flexibeler dan standaard patchkabels en bieden hierdoor significante ruimtebesparing en verbeteren het kabelmanagement.

• Leverbaar in de lengtes: 0,15m, 0,25m, 0,5m, 1m, 1,5m, 2m, 3m, 5m, 7m en 10m

• Beschikbaar in CAT6 en CAT6A

• Eenvoudig te identificeren d.m.v. 11 verschillende kleuren

BRANDED CONTENT

Behoud je onafhankelijkheid en strategische flexibiliteit met Copaco Cloud

De markt waarin Managed Service Providers opereren, is het afgelopen jaar flink opgeschud. Prijsverhogingen van Microsoft, datacenters die stroomkosten verhogen en de overname van VMware door Broadcom zorgen voor onrust en vragen in het partnerkanaal. Copaco begrijpt deze bezorgdheid en staat zoals altijd achter zijn partners. Op deze manier kunnen partners bij een onafhankelijke partij inkopen én de flexibiliteit behouden in hun datacenterstrategie.

Staat je strategie vast of ben je in transitie?

“Staat je strategie vast of heroverweeg je jouw beleidskeuzes nu de markt drastisch is opgeschud? Ben je voldoende flexibel om mee te bewegen met de markt? Dit zijn vragen die we veelal bespreken met onze partners,” aldus Rick van den Hoogenhof, Manager Copaco Cloud. “We ondersteunen partners die hun eigen platform exploiteren, gebruik maken van de Public of Copaco VMware Cloud of een hybride strategie hebben. Voor alle partners zijn deze vragen op dit moment relevant. Partners die op Azure hosten, lopen tegen prijsverhogingen aan en VMware-partners zien flinke kostenstijgingen op zich afkomen. Dat maakt dat iedereen de door hen gemaakte keuzes opnieuw tegen het licht houdt.”

VMware-verbruik rapporteren via Copaco Cloud

Vanuit Copaco willen we iedere partner ondersteunen. Dat doen we met hard- en software voor partners die hun eigen platformen exploiteren. Door de overname van VMware kan niet iedere partner meer een eigen ‘puntencontract’ afsluiten. Zij kunnen echter per direct VMware cores via Copaco Cloud afrekenen en op deze manier hun business voortzetten. Dat kan op basis van commitment en flexibele contracten op partner- en klantniveau.

Copaco VMware Cloud en Microsoft Azure Soms vallen de VMware-kosten dermate hoger uit op het ‘per core model’, dat partners versneld afschalen op hun eigen platform en

overstappen op een OPEX-model. Partners kunnen dan kiezen voor Copaco VMware Cloud, een platform dat is geoptimaliseerd voor msp’s. Het voordeel is dat een migratie relatief eenvoudig is en engineers kunnen blijven werken met dezelfde software. Bovendien is Copaco’s VMware propositie volledig geïntegreerd met de Copaco Cloud Marketplace, waardoor het eenvoudig te combineren is met back-up- en securitydiensten en de uitrol, het beheer en de facturatie geautomatiseerd kan worden.

Daarnaast zien we dat partners Azure, inclusief SaaS- en PaaS-diensten, sneller adopteren. Hiermee zijn ze opnieuw verzekerd van volledige flexibiliteit in het op- en afschalen van diensten.

Eén partij waar je op kunt vertrouwen

Dat Copaco msp’s in iedere situatie kan helpen, maakt onze propositie uniek. Er is geen andere partij die dezelfde onafhankelijke positie inneemt, exclusief via partners levert en de officiële ‘indirecte’ status heeft bij zowel VMware als Microsoft. Wij ondersteunen partners, maar partners bepalen zelf hun strategie. Dat begrijpen we bij Copaco heel goed. Wijzigt je strategie, dan kun je via Copaco altijd meebewegen. Van een eigen platform naar een as-a-service model of van de Public Cloud terug naar een eigen platform of Copaco VMware Cloud. Copaco staat voor je klaar. ◾

Rick van den Hoogenhof

‘De whitespace staat voor een revolutie’

Datacenters hebben te maken met een groeiende behoefte aan rekenkracht, dat laat zich vertalen naar hogere stroom en koeling vraag. Dat geldt vooralsnog primair voor de hyperscalers en wholesaledatacenters. Maar het is een kwestie van tijd voordat partners ook vragen krijgen over technieken die worden ingezet in colocatieomgevingen, zegt Ronald van Veen, Technical Solution Architect bij Vertiv. Tekst: Michiel van Blommestein

Een datacenter is in de kern te vergelijken met een hele grote desktopcomputer: allerlei losse onderdelen die uiteindelijk de rekenkracht aanbieden om applicaties te draaien. Zelfs de aanschaftrends lijken op elkaar, zo vertelt Ronald van Veen. “Vroeger bouwden veel gebruikers hun computers uit allerlei losse onderdelen. Ze kozen zelf een moederbord met processor, zochten daar een videokaart, geheugen en storage bij, een voeding, koeling, enzovoorts,” zegt hij. “Maar dat is nu anders. Het is veel populairder om een volledige pc aan te schaffen. Die verschuiving zie je nu ook bij datacenters: zij kiezen steeds vaker voor compleet geïntegreerde oplossingen. In plaats van een losse PDU, chiller, downflow unit of rack te kopen, kloppen partijen bij ons aan voor een volledige oplossing.”

Ergens is dat ook logisch: wie een noodstroomaggregaat koopt, neemt ook het volledige pakket en gaat niet een losse dieselmotor, generator en koeling bij elkaar brengen.

“Datacenters luisteren steeds nauwer,” ziet Van Veen. “Het totaalplaatje moet goed aansluiten op de behoefte en als oplossing de juiste prestaties leveren. Daarom zie je dat de markt voor prefabricated modules zo enorm groeit: het is allemaal getest, en je weet precies hoe efficiënt het is.”

Roland van Veen

Ontwikkelingen in enterprise en hyperscale druppelen naar colocatie

Niet of, maar wanneer

Het is een trend die geheid door gaat druppelen naar de kleinere partijen en dienstverleners die het midden- en kleinbedrijf op whitespaceniveau bedienen. “Dus dan moet je echt denken aan racks of een aantal racks die worden geclusterd, met pijpen en wisselaars en control die als pakket worden geleverd,” zegt Van Veen. “En dat zal ook zeker naar de partners komen. Het is geen vraag of die behoefte komt, maar wanneer.” Het goede nieuws is dat een partij als Vertiv de mogelijkheden al biedt. “We bieden al standalone units van racks met geïntegreerde UPS en koeling,” zegt Van Veen “Als ze de behoefte hebben, dan staat er niet veel in de weg.” Wel krijgen partners te maken met dezelfde uitdagingen die nu al zichtbaar zijn in de hogere segmenten. “Voor nieuwe technieken als vloeistofkoeling zijn er nog niet heel veel normeringen. Je moet dat soort dingen goed afstemmen met de ICT.” En ja: ook met dit soort technieken krijgen colocatie-partners uiteindelijk te maken. “Uiteindelijk zullen er klanten komen die gebruik willen maken van nieuwe hardwaremoge-

lijkheden,” voorspelt Van Veen. “Op het moment dat die keuze valt, dan heb je het over een nieuwe generatie chips en andere hardware waarvoor luchtkoeling niet langer voldoende is.”

Voelspriet

Dat klinkt allemaal goed voor nieuw in te richten datacenters. Maar Van Veen wijst erop dat het inpassen van geïntegreerde systemen juist bij bestaande datacenters helemaal geen probleem is. “Wij produceren systemen, op dit moment voornamelijk voor de retailmarkt, die prima geschikt zijn voor de bestaande installed base van partners,” zegt hij. “Dan heb je een of twee racks met alles geïntegreerd. Dat kunnen luchtgekoelde en vloeistofgekoelde systemen zijn, met UPS en koeling

en control.” Het is vervolgens de taak van de partner om de rest van de ICT-ruimte in te richten.”

Want hoewel Vertiv veel ervaring heeft met direct sales aan de enterprisekant, is het de partner die voor hen als voelspriet fungeert. “Ik zou het geweldig vinden als ons partnernetwerk ons verder uitdaagt,” zegt Van Veen. “We horen graag wat zij op zich af zien komen, en wat wij voor hen kunnen doen om hun behoeften te faciliteren.” Op dit moment, zo zegt Van Veen, vinden veel ontwikkelingen plaats aan de koelingskant. Maar met uitdagingen als netcongestie, kunnen ook andere elementen belangrijker gaan worden in de colocatiemarkt. “We zien al geruime tijd dat er veel meer vermogen in racks gaat,” zegt Van Veen. “Nu met de

“Uiteindelijk zullen er klanten komen die gebruik willen maken van nieuwe hardwaremogelijkheden”

komst van de nieuwe IT-hardware en de nieuwe chips zien we zowel voor luchtgekoelde systemen als vloeistofgekoelde systemen dat de dichtheid enorm toeneemt. Voor de whitespace houdt dat eigenlijk de grootste verandering in. Alles dat je doet, moet op een kleinere oppervlakte. En dat gaan partners merken.” ◾

Save days – even weeks – with these datacenter configuration tools

CommScope offers free, cutting-edge tools to help you effortlessly

Streamline planning and design

Save valuable time, labour and expertise

Elevate your data center’s infrastructure

Optimize your data center efficiency

Ensure peak performance without the hassle

Scan the QR code and start exploring!

data center sustainably with CommScope’s tools and resources. game-changing

COMMSCOPE PLEIT

MEER VOORUITDENKEN IN DE MARKT

Flexibiliteit meenemen in datacenterontwerp

Door de verhoogde inzet van kunstmatige intelligentie (AI) worden steeds meer eisen gesteld aan datacenter. Partners moeten al in een vroeg stadium nadenken over hoe ze de netwerkinfrastructuur van datacenters toekomstbestendig maken. Tekst: Michiel van Blommestein

Discussies over het effect van AI zijn niet eenvoudig. Het kan overkomen als het zoveelste modewoord in de IT, met veel aandacht voor interessante en populaire, maar uiteindelijk beperkte toepassingen als generatieve tekstgeneratie. Maar de trend gaat diep en heeft grote consequenties voor de datacenterinfrastructuur, zegt Rogier den Boer, Director Enterprise Sales Benelux bij CommScope.

“Er is een structureel tekort aan personeel, met als gevolg dat AI wordt ingezet om repetitieve handelingen op te vangen,” zegt hij. “Ook wordt AI al veel gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek en videobewerkingen. Dus er zijn allerlei toepassingen die nu in de praktijk worden gebruikt, die aan de achterkant AI-achtige vormen hebben aangenomen.” Dat zorgt voor een grotere behoefte aan nieuwe hardware en veel meer verbindingen.

Toepassen is de truc Belangrijker nog: die behoefte kan binnen afzienbare tijd nog verder toenemen. “400 Gbit/s is nu meestal voldoende, en meer capaciteit toevoegen is niet kosteneffectief,”

‘Niemand zit te wachten op een ‘forklift-upgrade’

noemt Den Boer. “Maar over twee jaar kan de behoefte zijn gegroeid naar 800 Gbit/s. Daar moet je op kunnen inspringen. AI verandert dus nu al de opzet en het design van datacenters. Het verandert de eisen die aan het ontwerp van een datacenter gesteld worden ten opzichte van het traditionele ontwerp. Je wilt namelijk voorkomen dat je een keuze maakt,

waardoor je voor een upgrade alles eruit moet halen en al die panelen moet vervangen. Niemand wil zo’n forklift-upgrade.”

De technologie om flexibiliteit en duurzaamheid in te bouwen is er al, en wordt ook door CommScope geleverd. “Het is vooral de toepassing ervan waar de truc zit,” zegt Den Boer. “Daarom is mijn advies om een partij als ons zo vroeg mogelijk in het proces te betrekken. Dat kan zo simpel zijn als een conference call van een half uur. Niet alleen als fabrikant, ook als inhoudelijke kennispartner zijn we met onze tooling, resources en kennis een waardevolle ‘missing link’. We zijn wereldwijd actief, dus we kunnen veel dingen zien aankomen.”

Duurzaamheid

Een tweede element om al bij het ontwerp rekening mee te houden, is duurzaamheid en efficiëntie. AI zorgt immers voor meer dichtheid en potentieel meer energieverbruik. Datacenters gaan onderhand meer dan een decennium mee, maar de eisen rond duurzaamheid worden alleen maar strenger. “We bieden tools

aan die de impact op het milieu op de lange termijn aangeven,” zegt Den Boer. “Bij een cloudprovider hebben we een installatie gedaan en hebben we inzichtelijk gemaakt wat de inzet van ons Propel-platform voor modulaire panelen betekent op het punt van duurzaamheid. In deze specifieke situatie betekende het 60 procent reductie in plastic ten opzichte van andere oplossingen. Het scheelde 71 procent in het toepassen van staal, en 78 procent in het gebruik van karton.” Dat soort inzichten zijn voor steeds meer betrokken partijen - gebruikers, datacenters, de multitenants, partners - belangrijk.

“Wij denken in termen van ecosystemen,” zegt Den Boer. “We doen meer dan producten produceren. Voor ons moet uiteindelijk iedereen in de keten vooruit worden geholpen. Dat proberen wij uit te dragen naar de markt.” ◾

Rogier den Boer

Datacenters bieden msp’s bedrijfszekerheid

Tijdens de Grotetafeldiscussie luidde een van de stellingen dat msp’s er niet altijd in slagen optimaal te profiteren van de mogelijkheden die een datacenter biedt. Carlo Brouwer, Managing Director bij Stulz Groep, gaat er dieper op in en kiest een eigen benadering. Tekst:

De stelling klopt in elk geval als we stellen dat datacenters altijd toekomstgericht investeren.” Daarmee wijst Brouwer op het feit dat deze organisaties altijd vooruitlopen op de marktontwikkelingen, door het installeren van capaciteit die ze verwachten op termijn nodig te hebben. “Dat betekent dat de hele infrastructuur, waaronder ook de koeling valt, vaak veel krachtiger is dan men actueel gebruikt. Zo wordt er bijvoorbeeld voor 5 megawatt aan koelvermogen geïnstalleerd –tijdens de bouw, een update van het gebouw, of bij een complete retrofit – terwijl de organisatie in eerste instantie maar 1 of 1,5 megawatt gebruikt.”

Dat brengt met zich mee dat datacenters doorgaans piekbelastingen redelijk makkelijk kunnen opvangen. “Dit geeft msp’s die eigen of beheerde apparatuur van hun klanten in een datacenter plaatsen, de ruimte om zonder veel problemen hun diensten op te schalen in capaciteit.”

Het houden van een reserve voor de toekomst is natuurlijk commercieel van belang. “Als een nieuwe klant komt die 5 megawatt aan capaciteit nodig heeft en je hebt nog maar 3 megawatt beschikbaar, dan heb je een probleem als datacenter. Als je die klant niet af wilt wijzen, zul

je het pand moeten uitbreiden, wat niet op heel korte termijn te realiseren is. Of afscheid nemen van een bestaande klant. Dat wil je natuurlijk niet.”

Elektriciteitsnet als bottleneck Veel belangrijker is echter het gecontracteerde vermogen bij de provider van stroom. “Als je bij de bouw bijvoorbeeld 100 megawatt contracteerde en je gebruikt er lange tijd maar vijftig, dan is dat een mooi uitgangspunt.” Die andere 50 megawatt heb je, in een tijd dat het stroomnet overvol is en het aanvragen van extra vermogen lang duurt, hard nodig om in te kunnen spelen op veranderingen in de markt, legt Brouwer uit.

De directies van datacenters zijn continu bezig met het stroomverbruik en de vraag of ze in de toekomst het verwachte vermogen kunnen leveren. “Dat is ook de kracht van datacenters en daarom zijn ze zo interessant voor partners. Het is die kennis die wellicht niet altijd landt bij msp’s.” Want, zo betoogt Brouwer, als je op de hoogte bent van de reserves die de datacenters op dit gebied hebben, dan kun je zelf als partner ook zekerheid bieden aan je eindklanten. En dat is van belang, want hoewel de hoeveelheid data al lange tijd enorm

groeit, wordt die eigenlijk altijd onderschat.

Stulz speelt daarop in door het feit dat de buiten­koelunits modulair zijn in te passen. “Werk je met een basiselement van bijvoorbeeld 2 megawatt, dan kun je theoretisch steeds met 2 megawatt uitbouwen en uitbreiden.” Brouwer gebruikt niet voor niets het woord theoretisch, want naast het maximaal beschikbare vermogen aan stroom, is er nog een beperkende factor die van belang is voor de koeling: de oppervlakte van het dak van het datacenter. “En dat niet alleen, je moet ook alle leidingen en andere onderdelen van de koeling binnen kwijt kunnen.”

Interessante sector

Zeker op het moment dat een msp voor zijn eindklant gebruik gaat maken van high density­koeling kan een uitdaging ontstaan. “Wanneer je van 5 kilowatt per rek naar 30 kilowatt wilt gaan, en je bijvoorbeeld met chip­on­koeling gaat werken, dan heb je per vierkante meter veel meer koelvermogen nodig. En dan zien we in de praktijk dat het dak de bepalende of belemmerende factor wordt.”

Zo komen veel factoren bij elkaar die partners en zeker ook mkb­eindklanten (die in sommige gevallen

Mels Dees

“Een microdatacenter is voor kleinere bedrijven zeker interessant”

net zoveel data willen kunnen verwerken als het grootbedrijf) zich niet realiseren. “Alle partijen die betrokken zijn, bij het ontwerp, de inrichting en het in bedrijf houden van een datacenter, moeten van alle markten thuis zijn. Dat maakt deze sector ook zo speciaal en interessant.”

Microdatacenters

Tot nu toe ging het gesprek over datacenters. Nu vragen we Brouwer wat voor hem de onderkant van de markt is als het gaat om het leveren van toepassingen. “Het microdatacenter is voor kantooromgevingen, advocatenkantoren, gezondheidscentra of hotels een interessante oplossing”, luidt het antwoord. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om twee racks in een serverkast, waarin ook de koeling, een voorziening voor noodstroom en een brandblussysteem zijn ondergebracht. Brouwer wijst er wel op dat over de juiste plaatsing van een dergelijke oplossing goed moet worden nagedacht. “Er gaat qua elektriciteit nog steeds een fors vermogen naartoe. De koeling moet wel zijn werk kunnen doen.” Op dat gebied kan een partner dan weer goed advies geven, om ervoor te zorgen dat hij een stabiele en veilige omgeving voor de eindklant kan realiseren. ◾

Carlo Brouwer

NDIX BIEDT NETWERKDIENSTEN BUITEN DE GEËFFENDE PADEN

‘Directe connectiviteit ook voor mkb een must’

Er zijn goede argumenten te bedenken om als IT-dienstverlener te kiezen voor directe connectiviteit, zonder over het publieke internet te moeten gaan. Stabiliteit en netwerkprestaties bijvoorbeeld, maar ook de beveiliging is een belangrijke overweging. Hoe kom je aan zulke verbindingen? Tekst: Michiel van Blommestein

Door cloud computing en hybride omgevingen is connectiviteit een onversneden bedrijfskritisch onderdeel van de IT geworden. Dankzij het publieke internet is het ook relatief eenvoudig op te zetten. Maar voor bedrijven in vitale sectoren is dat niet altijd een ideale oplossing. Het publieke internet is meestal grilliger dan interne netwerken, de snelheid is niet altijd gegarandeerd, maar boven alles is het niet volledig afgeschermd. Aanbieder van virtuele netwerken NDIX ziet daarom dat steeds meer bedrijven gebruikmaken van connectiviteit buiten de traditionele internetdiensten. Sinds het bedrijf onderdeel is geworden van Relined, is de beschikbaarheid van de diensten in Nederland sterk uitgebreid.

Wolk

De integratie van de NDIX-dienstverlening met Relined is in volle gang. Begonnen als een project van de Technische Universiteit Twente, met Oost NL en de Stadtwerke Münster als latere deelnemers, is het

bedrijf sinds de zomer een dochteronderneming van darkfiberleverancier Relined. Het laag-2 aanbod van NDIX is een goede aanvulling op wat Relined al biedt. “We zijn erg gericht op vitale organisaties waar de maatschappij afhankelijk van is,” zegt Kathy Gaalman, de Teamleider Marketing bij NDIX. “Als iedere seconde telt, moet de connectiviteit altijd in stand blijven. Daarnaast kunnen we zeer hoge capaciteit le-

Hybride

Het gevolg van die aanpak is volgens Van de Lagemaat en Gaalman dat ook gebieden die buiten de traditionele glasvezelroutes liggen, profiteren van hoge snelheden. Juist voor mkb-bedrijven is dat van groot belang, want zij werken steeds vaker met hybride omgevingen. “Zij kunnen nu hele snelle verbindingen naar de cloud organiseren,” zegt Van de Lagemaat. “Maar

“Als een verbinding niet over het internet gaat, dan is het moeilijker af te tappen”

veren, alles tussen de 1 en 400 gigabit,” voegt Thomas van de Lagemaat, Director NOC & Operations bij NDIX, eraan toe. “Ons netwerk is gegroeid als een wolk over Nederland heen. Daardoor zitten we niet alleen in de grote datacenters. Onze voetafdruk is landelijk, en reikt ook tot in Duitsland. Daardoor kunnen we verbindingen echt op maat aanleggen voor de eindklant.”

ze kunnen heel lokaal ook voor connectiviteit onderling zorgen, tussen bijvoorbeeld een dienstverlener en een klant.” Het gaat dus om een directe verbinding, zonder dat dit via het internet gaat, iets waardoor de netwerkleverancier ook meer grip biedt op de betrouwbaarheid van het netwerk. “Service wordt alleen maar belangrijker. Je gaat immers in de cloud werken, en daardoor

“Ieder bedrijf is een softwarebedrijf”

wordt een organisatie afhankelijker van het netwerk naar buiten toe.”

En die trend gaat volgens Van de Lagemaat en Gaalman doordruppelen naar de kleinere bedrijven. “Jaren geleden zag ik vaak de slogan voorbijkomen: ieder bedrijf wordt een softwarebedrijf,” zegt Van de Lagemaat. “Ik denk dat we dat punt ondertussen wel hebben bereikt. Ook kleine detailhandelaren hebben een website, een bestelsysteem, een spaarsysteem en een pinautomaat. Is het daarmee een softwarebedrijf? Nou, het is afhankelijk van software. En daarmee dus ook van connectiviteit.”

Veiligheid

Van de Lagemaat geeft meteen toe: hoge snelheden zijn ook wel via het internet te behalen. Maar naast netwerkprestaties- en stabiliteit is er nog een belangrijke reden om voor een dergelijke oplossing te gaan:

dataveiligheid. “Als je een klein bedrijf bent dat met zeer gevoelige informatie werkt, bijvoorbeeld een kleine zorgonderneming, dan kun je direct koppelen op een zorgnetwerk zonder tussenkomst van het internet,” legt hij uit. Gaalman voegt eraan toe dat bedrijven - ook in het mkb-segment - met steeds strengere veiligheidseisen te maken hebben, zoals met NIS2. “Het zijn nu vaak de middelgrote organisaties die toch nét te klein zijn om een eigen IT-manager aan te stellen en dat uitbesteden,” zegt ze. Security is voor partners altijd een sluitend verkoopargument. Hoewel een goede VPN al veel doet om de verbinding te beveiligen, wijst Gaalman erop dat gelaagde beveiliging altijd aan te raden is. “Je kunt het nóg veiliger maken door encryptie in te zetten,” zegt ze. “Als een verbinding niet over het internet gaat, dan is het moeilijker af te tappen.”

Ontwikkelingen in kwantumcomputers kunnen daarnaast ook in de toekomst een test zijn voor bestaande encryptiemethoden. “Dat is op korte termijn misschien nog geen kwestie, maar het is niet uit te sluiten dat het gaat gebeuren.”

Partnerprogramma

Het wordt dus een uitdaging voor partners om naast de IT-omgevingen van de klanten ook de connectiviteit buiten het eigen netwerk te waarborgen. Bij NDIX zien ze dat ook, en daarom is de leverancier een breed partnerprogramma aan het opzetten dat hen daarin ondersteunt. “We leveren daarin advies over zowel de techniek als de sales en marketing”, vertelt Gaalman. “Connectiviteit gaat verder dan de werkplekken bij de klant. Ons doel is dat partners toegang hebben tot onze kennis om alles ook daar in goede banen te leiden.” ◾

Thomas van de Lagemaat en Kathy Gaalman