5 minute read

Popnota

Next Article
Theaters

Theaters

Naar Vore!

‘Naar Vore! Plannen voor een gezonde popsector.’ Zo luidt de titel van de initiatiefnota die Tweede Kamerlid Peter Kwint (SP) onlangs indiende en die vorige maand besproken werd in de Kamer. Met de nota wil Kwint de basis leggen voor een gezond popbeleid voor de komende vier jaar, uit te voeren door het komende ministerie van OCW.

DOOR: JASPER VAN VUGT

Naar Vore! werd gepresenteerd op 22 april en besproken in de Kamer op 28 juni. In de nota, al snel ‘Popnota’ gedoopt, roept Kwint de overheid op om de kwetsbare infrastructuur voor Nederlandse popmuziek in de breedte te beschermen; van muziekscholen, jeugdcentra, kleine popzalen, grote podia en festivals tot een fatsoenlijk inkomen voor de makers. De visie in de nota kijkt daarbij vooral naar livemuziek, de keten van talent richting professionele top en de verschillende schakels daarbinnen. Belangrijkste pijnpunten: gebrek aan kennismakings- en groeimogelijkheden en redelijke betalingen. Concreet pleit de nota onder andere voor muziekles in de klas, een indicatie van een eerlijke beloning voor popmuzikanten volgens de Fair Practice Code, een investeringsfonds naar Canadees model, een betere vergoeding van streamingplatformen als YouTube en Facebook en een nationale popkoepel voor de ondersteuning van talent.

Slechte positie

‘Naar Vore!’ is de opvolger van de vorige nota ‘Oorstrelend en Hartveroverend’, in 2005 opgesteld door toenmalig SP-Kamerlid Arda Gerkens. De vorige popnota kon wel een update gebruiken, vertelt Peter Kwint. “De muzieksector is in die vijftien jaar flink veranderd. De oplossingen uit die nota zijn niet meer toepasbaar op deze tijd.” Niet veranderd is de slechte positie van popmuziek binnen het nationale cultuurbeleid, aldus Kwint. “Er is te weinig politieke aandacht en steun voor de popmuziek. Popmuziek verdient een plek binnen het cultuurhuis, geheel en volwaardig. Kijk bijvoorbeeld naar de subsidie-instellingen, daar is de popmuziek nog steeds het ondergeschoven kindje. Of de vergoedingen van streamingplatforms. Die moeten een eerlijke bijdrage betalen aan muzikanten, maar gaan dat niet uit zichzelf doen. Dat zet de infrastructuur voor muzikanten onder druk; de gemiddelde professionele popmuzikant zit qua inkomen op bijstandsniveau. Dat weten veel politici niet.”

Impact

Binnen de muzieksector zijn de reacties over de gehele linie positief over de nota van Kwint. Niet heel vreemd; veel partijen binnen de muzieksector hebben de afgelopen jaren meegedacht, bijgedragen of gesproken met Kwint over de ontwerpnota. “Buma/Stemra vertegenwoordigt veel schrijvers, componisten en uitgevers van popmuziek en maakt zich hard voor hun muziekauteursrecht. Steun van de overheid daarbij kan veel verschil maken en is hard nodig. Daarom is Buma/Stemra blij met het signaal dat de Popnota afgeeft”, zegt Bernard Kobes, bestuursvoorzitter van Buma/Stemra. Iedere vorm van aandacht vanuit Den Haag

voor popmuziek is welkom, vult Berend Schans aans, directeur van de Vereniging Nederlandse Poppodia en -Festivals (VNPF). In een uitgebreide brief aan de Kamer riep de VNPF de politici op de Popnota te steunen. “Ik ben blij met ieder haakje om voort te borduren. Er gaat veel te weinig subsidie naar cultuur, en zeker voor pop.” In zijn brief berekent hij dat slechts 0,6% van de Basisinfrastructuur naar popmuziek gaat. In de periode 2017-2019 ging 8,12% van het budget van het Fonds Podiumkunsten naar popmuziek, waarvan een deel een lening betrof. Schans: “Dat is niet uit te leggen als je kijkt naar de impact op en betekenis voor onze cultuur. Popmuziek moet voor vol worden aangezien en een vast onderdeel zijn van de cultuursector. We doen het hartstikke goed als je kijkt naar de ambities van het cultuurbeleid.” Sterk aan de popnota vindt Schans dat het zich richt op de hele sector. Schans: “Om de popmuziekcultuur in Nederland te verbeteren is het belangrijk niet slechts één schakel te versterken, maar te kijken hoe de schakels zich tot elkaar verhouden en alle schakels te versterken.” De hoop is dat er fundamentele, constructieve gesprekken gevoerd gaan worden over het beleid, bijvoorbeeld op het vlak van richtlijnen voor honoraria die aansluiten op de Fair Practice Code.

Talentontwikkeling

Frank Kimenai, voorzitter van POPnl, het samenwerkingsverband van de popkoepels, wijst in een open brief op de rol van talentontwikkeling in de keten. Volgens Kimenai begint dat met muziekles in de klas, muziekscholen in de buurt en laagdrempelige optreedmogelijkheden. Hij wijst naast culturele en maatschappelijke ook op de economische waarde van popmuziek, met meer dan €600 miljoen directe omzet en tien duizenden banen. Rita Zipora Verbrugge, voorzitter van de Raad van Rechthebbenden van collectieve beheersorganisatie Buma/Stemra, bevestigt dat laatste punt: “Vanuit Buma/Stemra zien we hoe belangrijk popmuziek is en een belangrijk onderdeel is van de Nederlandse muziekwereld en cultuur. We zien hoeveel het geconsumeerd, gewaardeerd en van genoten wordt en hoeveel het oplevert.” Zipora is blij met het initiatief van Kwint en inhoudelijk tevreden over de nota. “De nota is heel compleet en besteedt aandacht aan alle facetten van de popmuziek. Alles wat belangrijk is voor popmuziek, staat er in. Dat er in staat dat het streamingmodel naar een betere verdeling moet toewerken waarbij er een groter deel van de opbrengst naar het auteursrecht gaat, is iets waar we bij Buma/ Stemra dagelijks mee bezig zijn. ” De eerste popnota leverde het TAX videoclipfonds op, dat inmiddels al weer ter ziele is. Wat deze nieuwe popnota oplevert, valt nog te bezien. De presentatie van de nota en het daaropvolgende debat in de Kamer vonden plaats terwijl de formatiegesprekken voor een nieuw kabinet nog plaatsvinden. Zipora: “Het kabinet is demissionair en bij het debat wees minister Van Engelshoven vooral op de UPSTREAM-regeling. Er kan veel meer worden gedaan, maar dat is aan haar opvolger. Wie de nieuwe minister van OCW wordt, maakt daarom veel uit.” Toch is de timing van de popnota goed gekozen, aldus Kwint: “Ik hoop, met het oog op de nieuwe Kamerleden die zich de komende tijd met cultuur gaan bemoeien, dat ze de inhoud uit dit eerste debat meenemen naar de komende regeerperiode.” Een eerste succes is de motie van het lid Bekerman C.S. die volgde uit het debat, waarin de Kamer het kabinet oproept het belang van de popsector te onderschrijven, in overleg met gemeentes en provincies een visie te ontwikkelen voor een levendige popcultuur en de popketen versterkt kan worden. Het is nu wachten tot de formatie is afgerond en er handen en voeten kan worden gegeven aan deze motie. ◾

De initiatiefnota ‘Naar Vore!

'Plannen voor een gezonde popsector' is online in te zien via https://bit.ly/popnota

This article is from: