![](https://assets.isu.pub/document-structure/211102111152-653a6481c4ec1b2a80c289f3e810b262/v1/91993bfeb8b38a46b49a41445e6bd0f9.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
4 minute read
kort verhaal
Een verdrietige en blijde Kerst
Johan Leeflang
Het orgel laat nog een paar laatste klanken horen. Vader duwt Rick een snoepje in zjn hand. Moeder doet hetzelfde bj zjn zusje Hanneke, die aan de andere kant van vader en moeder zit. Grote lampen met lange armen schitteren tegen het plafond van de eeuwenoude dorpskerk, waar maar een paar mensen zitten. De muziek rolt tegen de muren en gljdt dan weg in het niets. De dominee staat op en leest de Bjbeltekst voor waaruit hj zal gaan preken. Rick leest mee. Het gaat over Jesaja 40:1: „Troost, troost Mjn volk, zal ulieder God zeggen.” Rick kjkt naar de dominee.
Raar dat hj nu niet uit Lukas preekt. Dat hoort toch bj eerste kerstdag? Op school heeft hj er al veel over gehoord. Wekenlang vertelde de juf erover uit de Bjbel. Ze mochten ook een gedicht bedenken dat over Kerst ging. Dat was best moeiljk, maar het lukte. Ricks gedachten dwalen naar zjn oma. Oma, die altjd heerljke koek kon bakken. Oma, die altjd voor het raam stond te zwaaien als Rick en Hanneke ’s morgens naar school ietsten. En die ’s middags vaak wenkte dat ze even moesten komen. Dan kregen ze een snoepje. Of een lolly. Hoe lang is het nu al geleden? Drie maanden? Of vier? Dan denkt hj aan opa. Die is al veel eerder gestorven. Al negen maanden geleden. Of misschien wel tien. Rick vond opa altjd zo stoer. Opa, die kon alles. Samen maakten ze vogelhuisjes in de schuur achter opa en oma’s huis. Urenlang konden ze daar met elkaar bezig zjn. Zagen, timmeren, verven.
Rick kjkt weer naar voren. Naar de dominee. Maar hj hoort nauweljks wat er wordt gezegd. Opa en oma. Daar denkt hj aan. De vorige Kerst waren opa en oma bj hen thuis geweest. Moeder had heerljk gekookt. Opa was na het eten in de grote stoel gaan zitten. Rick weet het nog goed. Opa vertelde altjd mooie verhalen. Maar nu was hj heel ernstig geweest. „We kunnen zomaar sterven”, had opa gezegd. „En dan moet je wel zeker weten dat de Heere Jezus ook voor jou is gekomen.” Sterven? Daar had Rick eigenljk nog nooit zo goed over nagedacht. Met oud en nieuw zouden ze naar opa en oma gaan. Maar dat ging niet door. Vader en moeder hadden griep. „Kom dan volgend jaar maar met de jaarwisseling bj ons”, zei oma. Het werd januari. Aan tafel vertelde vader over een ziekte. Corona. Een van de moeiljkste woorden die Rick ooit had gehoord. „We kunnen dit jaar niet naar China”, had vader lachend gezegd. „Want daar is corona.” Alsof ze ooit van plan waren om naar China te gaan.
Maar het kwam dichterbj. Op biddag zaten ze met z’n allen nog in de kerk. Maar daarna mocht het niet meer. In de kamer volgden ze op de laptop de dienst. Ze mochten ook niet meer naar school. Dus ook niet langs opa en oma. Maar moeder had een oplossing. Twee keer in de week
beeld Inge van der Maas
![](https://assets.isu.pub/document-structure/211102111152-653a6481c4ec1b2a80c289f3e810b262/v1/429c832f8c82394a78ac28365180b6b7.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
mochten ze naar hun straat. Even voor het raam zwaaien. Vreemd dat ze niet naar binnen konden. Oma legde een snoepje op het raamkozjn naast de deur. Op dinsdag tenminste. Maar op donderdag was er iets vreemds. „Opa voelt zich niet lekker”, zei moeder. „Maar ga toch maar even naar hun huis.” Oma kwam niet naar het raam. Snoep lag er ook niet. Wel stond er een ziekenauto. Rick staart voor zich uit. De dagen erna waren heel vreemd. Opa lag in het ziekenhuis. Maar vader en moeder mochten niet op bezoek. Na een
Ze mochten alleen even voor het raam zwaaien
week ging midden in de nacht de telefoon. Rick werd er wakker van. Hj sloop naar de deur en zag vader en moeder huilen. Opa, hj was gestorven. Opa, bj wie hj zo graag kwam. Opa, die veel vertelde over de Heere Jezus, van Wie hj en oma zo veel hielden. Een paar dagen later gingen ze naar de kerkdienst. En daarna de begrafenis. De eerste keer dat Rick dat meemaakte. Opa had geljk gekregen. Je kunt zomaar sterven. Naar oma mochten ze niet. Ja, later, nog veel later. Toen mocht oma weer bezoek krjgen. Maar zonder opa was alles zo heel anders. Oma verhuisde. Naar een zorgcentrum vlak bj school. Het leek allemaal goed te gaan. Maar het ging niet goed. In het zorgcentrum werden mensen ziek. Weer corona, werd er gezegd. Ze gingen wel naar oma toe. Maar ze mocht alleen vanaf het balkon zwaaien. Oma kuchte wat. Helemaal niet erg, leek het. Maar het werd erger. Drie dagen lang was ze echt ziek geweest. Toen was ze overleden. Wat had oma ook alweer gezegd? Kom de volgende jaarwisseling maar bj ons? Dat kon niet meer. Nooit meer.
Rick veert op. Wat zegt de dominee nu? De hele tjd heeft hj nauweljks geluisterd. Maar nu zit hj recht overeind. Daar klinken de woorden weer. „Troost, troost Mjn volk, zal ulieder God zeggen.” De Trooster Die komen zou. Daar had Jesaja het al over. Hj is gekomen. Ricks gedachten dwalen van de dominee naar zjn opa en weer terug naar de dominee. „Je kunt zomaar sterven”, had opa gezegd. „Maar doordat de Heere Jezus is gekomen, mag je ook uitkjken naar een eeuwig leven”, zegt de dominee. Ricks gedachten dwalen weer af. Hj voelt hoe zjn ogen zich vullen met tranen. Snel boent hj ze weg met zjn arm. Dan komt er een lichte glimlach op zjn gezicht. Opa, die is nu net als oma bj de Heere Jezus, over Wie de dominee vertelt. „Sterven”, zei opa. „Eeuwig leven”, zei de dominee. En de Bjbel? „Troost, troost Mjn volk, zal ulieder God zeggen.”