2 minute read

lokaal verhaal

Voor het Verhaal van Gelderland werden tal van lokale verhalen ingestuurd. Ze zijn opgenomen in een special op mijnGelderland.nl en deels verwerkt in de tekst van de vier boeken.

MijnGelderland vertelt de geschiedenis van Gelderland in canons, routes, specials en losse verhalen, en biedt een platform voor de Gelderse erfgoedorganisaties. Bekijk ook de culturele agenda op mijnGelderland.nl.

Advertisement

Liudger, zendeling van Saksen en Friezen

Liudger werd in 742 in Zuilen bij Utrecht geboren. Hij stamde uit een voorname Friese familie die de Saksische traditie had doorbroken en zich had laten dopen. Samen met zijn familie werkte Liudger aan de kerstening van de Friese en Achterhoekse gebieden.

Geschreven door Job de Gelder, LiudgerKring & Museum Smedekinck

Volgens Liudgers eerste biograaf Alfried had zijn familie goede contacten met zowel de Frankische heersers als de Angelsaksische missionarissen Willibrord en Bonifatius. Zendelingen uit Engeland en Ierland kregen binnen de familie een hartelijk onthaal. Liudger kwam dus al jong in aanraking met het zendingswerk.

Liudger volgde onderwijs in het Martiniklooster te Utrecht en daarna in de kloosterschool van Alkuin in York. Daar werd hij tot diaken gewijd. Zijn tijd in York maakte diepte indruk op hem. Zijn zuster en broer werden aangestoken door Liudgers enthousiasme: zijn zuster Heriburg werd abdis in Nottuln en zijn broer Hildegrim werd bisschop van Chalons-sur Marne.

Na Liudger’s terugkeer zou hij een wonder hebben verricht door de blindheid van de Fries Bernlef te genezen. Hij deed zendingswerk in Friesland, tot dit in 784 onmogelijk werd door politieke spanningen. Vervolgens ging hij met zijn broer Hildegrim op pelgrimsreis naar Rome waar hij paus Hadrianus i (772-795) ontmoette.

Nadat Liudger uit Rome was teruggekeerd vervolgde hij zijn zendingswerk in de Achterhoek en het aangrenzende Duitse gebied, maar ook in Friesland. In Werden (tegenwoordig een stadsdeel van het Duitse Essen) bouwde hij een klooster en in Zelhem kwam rond 800 een kapel te staan.

Liudger bevorderde het ontstaan van een parochiale organisatie. Een van de nieuwe

 Liudgerkapel op terrein museum Smedekinck.

Foto: Smedekinck

gebruiken die hij invoerde was het begraven van doden rondom de kerk, om te voorkomen dat in het bos heidense begrafenissen plaats vonden bij heilige bomen.

Op zondag 25 maart 809 ging Liudger voor in een dienst in Coesfeld. Op weg naar de vol gende viering in Billerbeck zakte hij in elkaar bovenop de berg bij het huidige klooster Ger leve. Hij vierde wel nog de mis in Billerbeck, maar die nacht gaf hij ‘zijn geest terug aan zijn Schepper’.

Na de dood van Liudger schonken veel grondeigenaren land aan het klooster in Werden, in ruil voor het gebed van de monniken. Zo verkreeg het klooster veel bezit in de Achterhoek. Rond 1200 werden enkele bezittingen verkocht, waaronder het erf Smedekink in Zelhem. Op dat erf – nu een museum – staat een replica van het vroegere kapelletje. ◼

This article is from: