11078 factor e helpende bpv mh mv 180713

Page 1

ig ht

yr

op

C Ed u'

f

tie

Ac

BPV Helpende


Ed u'

Eerste druk/eerste oplage

Ac

ISBN: 978 90 3721 1078 Copyright ©2013 Edu'Actief b.v. Meppel

tie

Uitgeverij: Edu’Actief b.v. Meppel Postbus 1056 7940 KB Meppel Tel.: 0522-235235 Fax: 0522-235222 E-mail: info@edu-actief.nl Internet: www.edu-actief.nl Auteur: Ingrid Staal, Klara Naaijer, Gerda Verhey, Nele Zeven Met medewerking van: Alfa College (Hardenberg) Eindredactie: Ingrid Koops Titel: BPV Helpende

f

Colofon

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission from the publisher.

ig ht

Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb. 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (Postbus 3060, 2130 KB) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.

C

op

yr

De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.


4 6

1. Kennismaken met de BPV-instelling 2. Schoonmaken van de woonomgeving 3. Observeren van emoties en gedrag 4. Ondersteuning bieden bij emotionele problemen 5. Een spelletjesmiddag organiseren 6. Een sport- of bewegingsdag organiseren 7. CreĂŤren van sfeervolle en gezellige groepruimte 8. De was verzorgen in een instelling 9. Bedden of ledikanten opmaken 10. Wassen en aan- en uitkleden in een zorginstelling 11. Een beautyverwendag of schminkdag organiseren 12. Voor drie werkdagen een werkplanning maken 13. Het bereiden en opdienen van maaltijden 14. Zorgvrager verplaatsen en bewegen 15. Ondersteunen bij de toiletgang 16. Vergelijkingsonderzoek: handelen bij brandgevaar 17. Omgaan met onvoorziene situaties 18. Hoe te handelen bij grensoverschrijdend gedrag? 19. Ondersteunen bij de zelfredzaamheid bij ADL 20. Ondersteunen bij de zelfredzaamheid bij HDL 21. Een tevredenheidsonderzoek doen 22. De organisatie bestuderen 23. Overlegvormen bestuderen en bijwonen

8 14 20 26 32 38 44 50 56 62 68 74 80 86 92 98 104 110 116 122 128 135 141

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

tie

Inleiding Aftekenlijst

f

Inhoud


Inleiding In dit BPV-opdrachtenboek staan bij elke beroepstaak van Factor-E Helpende Zorg & Welzijn opdrachten die je in jouw BPV-instelling kunt uitvoeren. Deze opdrachten zijn bedoeld voor de BPV in een zorginstelling en voor de BPV in een welzijnsinstelling.

f

Verderop zie je een overzicht van alle beroepstaken met de bijbehorende opdrachten voor de BPV. Er zijn in totaal 23 opdrachten. Het overzicht kun je ook gebruiken om af te tekenen welke opdrachten je gereed hebt.

Ac

tie

Je kunt met je begeleider op school en/of met de BPV-begeleider afspreken welke opdrachten jij gaat doen en in welke volgorde. Zo kun je het werken aan een BPV-opdracht afstemmen op de beroepstaak waarmee je op dat moment op school bezig bent.

Ed u'

Vanzelfsprekend begin je met de opdracht die hoort bij de ‘Introductiecursus: Kennismaken met de BPV-instelling’. Met die eerste BPV-opdracht maak je niet alleen kennis met jouw BPV-instelling, maar ook met de manier van werken met de BPV-opdrachten. Zo raak je in je introductieperiode alvast vertrouwd met de verschillende onderdelen van de BPV-opdrachten. En met de wijze van verslaglegging.

ig ht

Elke BPV-opdracht is op dezelfde manier opgezet. De onderdelen van de opdrachten zijn: • Inleiding • Voorwaarde • Voorbereiding • Uitvoering • Reflectie • Beoordeling • Aandachts- en leerpunten.

yr

Bij elke BPV-opdracht ga je een verslag maken over de onderdelen Voorbereiding, Uitvoering en Reflectie. Je zorgt dus steeds voor een methodische aanpak.

C

op

Bij de opdrachten horen enkele documenten die je kunt vinden in de toolbox, zoals je dat van de cursus Factor-E al gewend bent. Je hebt de volgende documenten nodig voor het maken van de BPV-opdrachten: • Plan van aanpak • Competenties • Verslag • Werkplan • Reflectieverslag.

Alle documenten die in de toolbox zitten, vind je op www.factor-e.nl.

<

Tot slot nog een tip: Het document ‘Competenties’ heb je nodig bij je plan van aanpak. Je vult in jouw plan van aanpak in aan welke competenties je werkt bij de betreffende BPV-opdracht. Op het beoordelingsformulier komen die competenties terug, maar dan omschreven als beoordelingscriteria.


Het is handig om bij elke BPV-opdracht niet alleen de inleiding te lezen voordat je begint met de afzonderlijke opdrachten. Je kunt het best ook al bekijken welke beoordelingscriteria op het beoordelingsformulier staan. Dat geeft je namelijk meer houvast bij het werken aan de opdrachten. Je weet dan beter waarop je je aandacht moet richten om tot een goed eindresultaat te komen.

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

tie

f

Veel succes met de BPV-opdrachten!


Aftekenlijst Beroepstaak

BPV •

Kennismaken met de BPV-instelling

1. Schoonmaken van de woonomgeving

Schoonmaken van de woonomgeving

2. Ondersteuning bieden bij emotionele problemen

Observeren van emoties en gedrag Ondersteuning bieden bij emotionele problemen

tie

Ac

• •

Een spelletjesmiddag organiseren Een sport- of bewegingsdag organiseren

Creëren van sfeervolle en gezellige groepsruimte

5. De was verzorgen

De was verzorgen in een instelling

6. Bed opmaken

Bedden of ledikanten opmaken

7. Wassen en aan- en uitkleden

Wassen en aan- en uitkleden in een zorginstelling

8. Het uiterlijk verzorgen

Een beautyverwendag of schminkdag organiseren

9. Werkplanning maken

Voor drie werkdagen een werkplanning maken

10. Ondersteuning bieden bij het bereiden van de maaltijd

Het bereiden en opdienen van maaltijden

11. Zorgvrager verplaatsen en bewegen

Zorgvrager verplaatsen en bewegen

op

yr

4. Creëren van een sfeervolle groepsruimte

ig ht

Ed u'

3. Ondersteuning bieden bij activiteiten

f

0. Introductie Helpende Zorg & Welzijn

C

Paraaf


Beroepstaak

BPV

Paraaf

12. Zorgvrager ondersteunen bij de toiletgang

Ondersteunen bij de toiletgang

13. Handelen bij kleine ongevallen

Vergelijkingsonderzoek: handelen bij brandgevaar Omgaan met onvoorziene situaties

Hoe te handelen bij de grensoverschrijdend gedrag?

15. Zorgvrager ondersteunen bij zelfredzaamheid

Ondersteunen bij de zelfredzaamheid bij ADL Ondersteunen bij zelfredzaamheid bij HDL

16. Werken aan eigen professionaliteit

Een tevredenheidsonderzoek doen De organisatie bestuderen Overlegvormen bestuderen en bijwonen

C

op

yr

ig ht

Ed u'

• •

Ac

tie

f

14. Handelen bij grensoverschrijdend gedrag


BPV Kennismaken met de BPV-instelling

1.

Kennismaken met de BPV-instelling Inleiding

tie

1.1

f

Beroepstaak 0 Introductie Helpende Zorg & Welzijn

Ac

Bij aanvang van je BPV is het van belang dat je een aantal belangrijke zaken te weten komt. Want dan kun je, wanneer je bent ingewerkt, zo zelfstandig mogelijk aan de slag.

Ed u'

In deze eerste BPV-opdracht ga je kennismaken met jouw BPV-instelling: met de leiding, je begeleider(s), collega’s en de doelgroep. Dat kunnen zorgvragers zijn in een zorginstelling of in de thuiszorg, en kinderen of cliÍnten in het welzijnswerk.

C

op

yr

ig ht

Ook maak je kennis met het gebouw en de regels en afspraken die er gelden. Denk bijvoorbeeld aan werktijden en veiligheid, bijvoorbeeld: wat te doen bij brand?

Deze eerste BPV-opdracht laat je ook kennismaken met de manier van werken met de BPV-opdrachten. Zo raak je in je introductieperiode alvast vertrouwd met de verschillende onderdelen van de BPV-opdrachten. En met de wijze van verslaglegging.

8


BPV Kennismaken met de BPV-instelling

Je gaat bij elke BPV-opdracht een verslag maken over de volgende onderdelen: • voorbereiding • uitvoering • reflectie.

1.2

Voorwaarde

Opdracht 1: Aftekenlijst vaardigheden

tie

f

Voordat je met de voorbereiding begint, laat je eerst zien dat je kleine onderdelen van de opdracht al voldoende beheerst. Dit doe je door minimaal drie vaardigheden als voldoende te laten aftekenen door je BPV-begeleider.

Vaardigheid Kan kennismaken

Voorbereiding

yr

Toolbox: Plan van aanpak op www.factor-e.nl

C

<

Voldoende (paraaf)

Opdracht 2: Plan van aanpak

op

1.3

Datum uitvoering

ig ht

Kan een verslag schrijven

Ed u'

Ac

1. Bespreek met je BPV-begeleider welke drie vaardigheden je laat aftekenen. Je mag deze lijst samen met je BPV-begeleider aanvullen met vaardigheden die passen binnen deze opdracht. Bij deze eerste BPV-opdracht mag je opdracht 1 eventueel overslaan, in overleg met je BPV-begeleider.

1. Bekijk het plan van aanpak. Vul het plan van aanpak al zo veel mogelijk in. Sommige vragen kun je misschien pas volledig invullen aan het einde van de voorbereidingsfase. Bewaar je plan van aanpak en voeg alle latere documenten hieraan toe.

Opdracht 3: Vooronderzoek 1. a. b. c. d. e. f.

Je verdiept je in de volgende punten en maakt hierover aantekeningen. Wat zijn de naam en het adres van de stageplaats. Wat zijn je werktijden, wat is het rooster? Waar kun je je jas en spullen kwijt? Hoe kom je binnen (heb je een sleutel nodig?)? Wat moet je doen als je ziek bent of je beter moet melden? Wie is of zijn je BPV-begeleider(s)?

9


g. Welke afspraken zijn er over de begeleiding? Hoe vaak is er een gesprek? Met wie ga je opdrachten bespreken, uitvoeren en nabespreken? h. Welke afspraken zijn er over het beoordelen van BPV-opdrachten?

Toolbox: Verslag op www.factor-e.nl

<

Opdracht 4: Verslag vooronderzoek 1. Verwerk je aantekeningen van het vooronderzoek (zie opdracht 3) in een verslag. Zorg dat alle punten uit het vooronderzoek in het verslag aan bod komen. Vul ook je plan van aanpak aan.

tie

f

Opdracht 5: Contact BPV-begeleider

Uitvoering

op

1.4

yr

ig ht

Ed u'

Ac

1. Laat je plan van aanpak en het verslag van het vooronderzoek lezen aan je BPV-begeleider. Vraag of er nog meer punten zijn waarover je afspraken in je verslag moet vastleggen. Zo ja, vul dan je verslag aan. 2. Bespreek wanneer je de opdracht gaat uitvoeren (inplannen). Daarbij gaat het om het maken van een werkplan voor het kennismaken met de BPV-instelling en het kennismaken zelf gedurende jouw introductieperiode en het schrijven van een verslag daarover. Bij het kennismaken ga je aandacht besteden aan de volgende punten: a. Welke zorg of begeleiding wordt geboden? b. Wat is het doel van de organisatie? c. Kennismaking met collega’s. Hoeveel collega’s heb je? d. Wat zijn de functies, taken en verantwoordelijkheden van de collega’s? e. Kennismaking met de doelgroep. Hoeveel zorgvragers, kinderen of cliënten zijn er? f. Rondleiding door het gebouw. Maak een plattegrond van de ruimte waar jij gaat werken. g. Wat moet je doen bij brand? Geef de nooduitgangen aan op je plattegrond. h. Overige punten? Bespreek dit met je BPV-begeleider. 3. Verwerk dit alles in je plan van aanpak. 4. Vraag goedkeuring aan je BPV-begeleider om te mogen starten met de uitvoering.

C

Je hebt je goed voorbereid. Nu ga je tijdens je introductieperiode kennismaken met de BPV-instelling.

Toolbox: Werkplan op www.factor-e.nl

<

Opdracht 6: Werkplan uitvoering 1. Schrijf een werkplan voor het kennismaken met de BPV-instelling. Denk daarbij aan de punten waaraan je aandacht moet besteden (zie de vorige opdracht).

Opdracht 7: Contact BPV-begeleider 1. Laat je werkplan lezen aan je BPV-begeleider. 2. Vraag goedkeuring aan je BPV-begeleider om te mogen starten met het kennismaken.

Opdracht 8: Uitvoering schoonmaakwerkzaamheden 1. Voer het kennismaken uit volgens je werkplan. De werkzaamheden doe je gedurende jouw introductieperiode.

10


BPV Kennismaken met de BPV-instelling

Toolbox: Verslag op www.factor-e.nl

<

Opdracht 9: Verslag uitvoering 1. Tijdens de vorige opdracht werkte je aan een verslag. Schrijf elke dag een kort verslag over de dag (minimaal een half A4’tje, maximaal één A4’tje). Kijk daarvoor in je werkplan. Komen de werkzaamheden overeen met je werkplan? Waarom wel of niet? Noteer dit in je verslag.

Opdracht 10: Contact BPV-begeleider

Reflectie

tie

1.5

f

1. Laat je verslag van de uitvoering lezen aan je BPV-begeleider.

Opdracht 11: Reflectieverslag

Ed u'

Toolbox: Reflectieverslag op www.factor-e.nl

Ac

Je hebt nu ervaren hoe het kennismaken in een zorg- of welzijnsinstelling verloopt. Hoe heb je de inwerkperiode ervaren: wat vond je prettig, wat vond je minder prettig, wat heb je geleerd? Verwerk deze vragen in je reflectieverslag.

1. Schrijf een reflectieverslag over je ervaringen tijdens deze BPV-opdracht. 2. Laat het reflectieverslag lezen aan je BPV-begeleider.

<

Beoordeling

ig ht

1.6

Opdracht 12: Invullen beoordelingsformulier 1. Vul het beoordelingsformulier in onder de kolom ‘Student’.

yr

Opdracht 13: Contact BPV-begeleider

C

op

1. Vraag je BPV-begeleider om het beoordelingsformulier in te vullen onder de kolom ‘Beoordelaar’ en bij ‘Opmerkingen’. 2. Vraag jouw BPV-begeleider om twee tips en twee tops op te schrijven. 3. Vraag je BPV-begeleider om een ‘eindbeoordeling’. Daarvoor gelden de beoordelingscriteria die aan het eind van het formulier staan.

11


Beoordelingsformulier Naam student: Naam 1e beoordelaar: Naam 2e beoordelaar:

f

Beoordelaar

tie

Student O

G

Ac

Voorbereiding

V

De student maakt een plan van aanpak.

Ed u'

De student maakt een verslag vooronderzoek: • Hij doet dit volgens het document 'Hoe maak je een verslag?' • Het verslag bevat de punten uit het vooronderzoek. De student communiceert op een juiste manier met de BPV-begeleider over de uitvoering.

ig ht

Uitvoering

De student maakt een werkplan.

De student werkt volgens het werkplan.

yr

De student werkt volgens instructies en procedures: • volgens de richtlijnen van de instelling • veilig.

C

op

De student maakt een verslag uitvoering: • Hij doet dit volgens het document ‘Hoe maak je een verslag?’

12

O

V

G


BPV Kennismaken met de BPV-instelling

Student O

V

Docent G

O

V

G

Reflectie De student maakt een verslag reflectie: • Hij doet dit volgens het document ‘Reflectieverslag’

tie

Tops

Ac

Tips

Paraaf 1e beoordelaar:

Paraaf student:

Paraaf 2e beoordelaar:

Paraaf student:

ig ht

Datum:

Eindbeoordeling

Ed u'

Opmerkingen

Datum:

f

De student communiceert op een juiste manier met de BPV-begeleider over de beoordeling.

op

yr

Beoordelingscriteria voor de eindbeoordeling: Goed: Het verslag vooronderzoek en minimaal de helft bij de uitvoering moeten goed zijn en er mag nergens een onvoldoende als beoordeling staan. Voldoende: Het verslag vooronderzoek en de uitvoering moeten voldoende zijn. Onvoldoende: Bij het verslag vooronderzoek en de uitvoering is meer dan de helft onvoldoende.

C

1.7

Aandachts- en leerpunten

Opdracht 14: Nieuwe leerdoelen 1. Plan een gesprek met je begeleider op school. Tijdens dit gesprek bespreek je de BPV-opdracht. Formuleer je nieuwe leerdoelen aan de hand van de reflectie en de beoordeling. Verwerk deze in jouw reflectieverslag.

13


BPV Schoonmaken van de woonomgeving

2.

Schoonmaken van de woonomgeving Inleiding

tie

2.1

f

Beroepstaak 1 Schoonmaken van de woonomgeving

Ac

Tijdens je BPV zul je vaak te maken krijgen met het schoonmaken en op orde houden van de woon- of verblijfsomgeving of opvangsituatie.

ig ht

Ed u'

De zorg- of welzijnsinstelling heeft hiervoor een schoonmaakplan. Het is belangrijk dat je de juiste materialen en middelen kiest om schoon te maken en dat je op de juiste manier schoonmaakt.

yr

Je gaat de leefomgeving van de zorgvrager of de verschillende ruimtes van de welzijnsorganisatie een wekelijkse beurt geven. Dat houdt in dat je de woonkamer, keuken, badkamer en wc gaat schoonmaken. Of de groepsruimte (inclusief speelgoed) en, indien daar aanwezig, ook het slaapvertrek, de keuken en de wc.

C

op

Daarbij houd je je aan het schoonmaakplan. Je kiest de juiste materialen en middelen en maakt op de juiste manier schoon, bijvoorbeeld in de juiste volgorde. Jij werkt hygiënisch, veilig en met een goede houding en je houdt rekening met het milieu. Ook houd je rekening met de wensen en behoeftes van de zorgvrager.

2.2

Je gaat een verslag maken over de volgende onderdelen: • voorbereiding • uitvoering • reflectie.

Voorwaarde Voordat je met de voorbereiding begint, laat je eerst zien dat je kleine onderdelen van deze opdracht al voldoende beheerst. Dit doe je door minimaal drie vaardigheden als voldoende te laten aftekenen door je BPV-begeleider.

14


BPV Schoonmaken van de woonomgeving

Opdracht 15: Aftekenlijst vaardigheden 1. Bespreek met je BPV-begeleider welke drie vaardigheden je laat aftekenen. Je mag deze lijst samen met je BPV-begeleider aanvullen met vaardigheden die passen binnen deze opdracht. Vaardigheid

Datum uitvoering

Voldoende (paraaf)

Opruimen

Wc schoonmaken

Ac

Dweilen of moppen

Ed u'

Afwassen Ramen wassen

tie

Keuken schoonmaken

f

Tafels en stoelen afnemen

2.3

Voorbereiding

Opdracht 16: Plan van aanpak 1. Bekijk het plan van aanpak. Vul het plan van aanpak al zo veel mogelijk in. Sommige vragen kun je misschien pas volledig invullen aan het einde van de voorbereidingsfase. Bewaar je plan van aanpak en voeg alle latere documenten hieraan toe.

op

yr

Toolbox: Plan van aanpak op www.factor-e.nl

<

ig ht

Speelgoed schoonmaken

C

Opdracht 17: Vooronderzoek 1. a. b. c. d.

Je verdiept je in de volgende punten en maakt hierover aantekeningen. Je gaat een dag meedraaien bij het schoonmaken. Je verdiept je in het schoonmaakplan. Beschrijf dit plan voor één week. Je verdiept je in de protocollen van de instelling voor het schoonmaken. Je verdiept je in hoe je hygiënisch en veilig schoonmaakt, wat een goede werkhouding is, hoe je bij het schoonmaken rekening houdt met het milieu en hoe je kostenbewust kunt werken. e. Je maakt een afspraak voor een interview met de eindverantwoordelijke voor de schoonmaakwerkzaamheden. f. Je maakt tien vragen voor het interview met de eindverantwoordelijke voor de schoonmaakwerkzaamheden en je neemt het interview af.

15


Toolbox: Verslag op www.factor-e.nl

Opdracht 18: Verslag vooronderzoek

1. Verwerk je aantekeningen van het vooronderzoek (zie vorige opdracht) in een verslag. Zorg dat alle punten uit het vooronderzoek in het verslag aan bod komen. Vul ook je plan van aanpak aan.

Ed u'

<

Ac

tie

f

g. Je maakt een afspraak voor een interview met een medewerker die verantwoordelijk is voor het uitvoeren van de schoonmaakwerkzaamheden. h. Je maakt tien vragen voor het interview met de medewerker die verantwoordelijk is voor het uitvoeren van de schoonmaakwerkzaamheden en je neemt het interview af. i. Doe jij je BPV-opdracht in een zorginstelling? Zo ja, verdiep je dan in een zorgvrager. Dit doe je door middel van een interview. Welke behoeftes heeft de zorgvrager met betrekking tot het schoonmaken? Schrijf van tevoren minimaal vijf vragen op waarop je antwoord wilt hebben. Die vragen gaan over de wensen en behoeftes van de zorgvrager ten aanzien van het schoonmaken. j. Doe jij je BPV-opdracht in een welzijnsinstelling? Zo ja, verdiep je dan in de doelgroep. Dit doe je door in boeken en op internet te zoeken naar regels voor schoonmaken. Denk bijvoorbeeld aan schoonmaakmiddelen in combinatie met kinderen. Zoek naar tips voor het gebruik van de juiste middelen bij speelgoed en het veilig wegzetten van schoonmaakmiddelen.

Opdracht 19: Contact BPV-begeleider

Uitvoering

yr

2.4

ig ht

1. Laat je plan van aanpak en het verslag van het vooronderzoek lezen aan je BPV-begeleider. 2. Bespreek wanneer je de opdracht gaat uitvoeren (inplannen). Daarbij gaat het om het maken van een werkplan voor het schoonmaakwerk, het schoonmaken zelf gedurende twee dagen en het schrijven van een verslag daarover. Verwerk dit in je plan van aanpak. 3. Vraag goedkeuring aan je BPV-begeleider om te mogen starten met de uitvoering.

op

Je hebt je goed voorbereid. Nu ga je twee dagen meehelpen bij de schoonmaakwerkzaamheden.

C

Toolbox: Werkplan op www.factor-e.nl

<

Opdracht 20: Werkplan uitvoering 1. Schrijf een werkplan voor het schoonmaken in een zorg- of welzijnsinstelling.

Opdracht 21: Contact BPV-begeleider 1. Laat je werkplan lezen aan je BPV-begeleider. 2. Vraag goedkeuring aan je BPV-begeleider om te mogen starten met het schoonmaken.

Opdracht 22: Uitvoering schoonmaakwerkzaamheden 1. Voer de schoonmaakwerkzaamheden uit volgens je werkplan. Die werkzaamheden doe je gedurende twee dagen.

16


BPV Schoonmaken van de woonomgeving

Toolbox: Verslag op www.factor-e.nl

<

Opdracht 23: Verslag uitvoering 1. Tijdens een vorige opdracht werkte je aan een verslag. Schrijf elke dag een kort verslag over de dag (minimaal een half A4’tje, maximaal één A4’tje). Kijk daarvoor in je werkplan. Komen de werkzaamheden overeen met je werkplan? Waarom wel of niet? Noteer dit in je verslag.

Opdracht 24: Contact BPV-begeleider

Reflectie

tie

2.5

f

1. Laat je verslag van de uitvoering lezen aan je BPV-begeleider.

Toolbox: Reflectieverslag op www.factor-e.nl

Ed u'

Ac

Je hebt nu ervaren hoe het schoonmaken in een zorg- of welzijnsinstelling verloopt. Je weet hoe je daarbij de juiste middelen en materialen kiest. Ook weet je hoe je op de juiste manier schoonmaakt. En je weet hoe je bij het schoonmaken rekening kunt houden met hygiëne, veiligheid, een goede werkhouding, het milieu en de wensen en behoeftes van de zorgvrager.

Opdracht 25: Reflectieverslag

1. Schrijf een reflectieverslag over je ervaringen tijdens deze BPV-opdracht. 2. Laat het reflectieverslag lezen aan je BPV-begeleider.

<

Beoordeling

ig ht

2.6

Opdracht 26: Invullen beoordelingsformulier

yr

1. Vul het beoordelingsformulier in onder de kolom ‘Student’.

Opdracht 27: Contact BPV-begeleider

C

op

1. Vraag je BPV-begeleider om het beoordelingsformulier in te vullen onder de kolom ‘Beoordelaar’ en bij ‘Opmerkingen’. 2. Vraag jouw BPV-begeleider om twee tips en twee tops op te schrijven. 3. Vraag je BPV-begeleider om een ‘eindbeoordeling’. Daarvoor gelden de beoordelingscriteria die aan het eind van het formulier staan.

17


Beoordelingsformulier Naam student: Naam 1e beoordelaar: Naam 2e beoordelaar:

f

Beoordelaar

tie

Student O

G

Ac

Voorbereiding

V

De student maakt een plan van aanpak.

Ed u'

De student maakt een verslag vooronderzoek: • Hij doet dit volgens het document 'Hoe maak je een verslag?' • Het verslag bevat de punten uit het vooronderzoek. De student communiceert op een juiste manier met de BPV-begeleider over de uitvoering.

ig ht

Uitvoering

De student maakt een werkplan.

De student werkt volgens het werkplan.

C

op

yr

De student werkt volgens instructies en procedures: • volgens het schoonmaakplan • hygiënisch • veilig • ergonomisch • milieuvriendelijk. De student zet materialen en middelen op de juiste manier in. De student houdt rekening met de wensen en behoeftes van de zorgvrager. De student maakt een verslag uitvoering: • Hij doet dit volgens het document ‘Hoe maak je een verslag?’

18

O

V

G


BPV Schoonmaken van de woonomgeving

Student O

V

Beoordelaar G

O

V

G

Reflectie De student maakt een verslag reflectie: Hij doet dit volgens het document ‘Reflectieverslag’.

Tops

Ac

tie

Tips

f

De student communiceert op een juiste manier met de BPV-begeleider over de beoordeling.

Datum:

Paraaf 1e beoordelaar:

Paraaf student:

Paraaf 2e beoordelaar:

Paraaf student:

ig ht

Datum:

Eindbeoordeling

Ed u'

Opmerkingen

op

yr

Beoordelingscriteria voor de eindbeoordeling: Goed: Het verslag vooronderzoek en minimaal de helft bij de uitvoering moeten goed zijn en er mag nergens een onvoldoende als beoordeling staan. Voldoende: Het verslag vooronderzoek en de uitvoering moeten voldoende zijn. Onvoldoende: Bij het verslag vooronderzoek en de uitvoering is meer dan de helft onvoldoende.

C

2.7

Aandachts- en leerpunten

Opdracht 28: Nieuwe leerdoelen 1. Plan een gesprek met je begeleider op school. Tijdens dit gesprek bespreek je de BPV-opdracht. Formuleer je nieuwe leerdoelen aan de hand van de reflectie en de beoordeling. Verwerk deze in jouw reflectieverslag.

19


BPV Observeren van emoties en gedrag

3.

Observeren van emoties en gedrag Inleiding

tie

3.1

f

Beroepstaak 2 Bieden van ondersteuning bij emotionele problemen

Ac

Tijdens je BPV kom je in aanraking met allerlei soorten mensen. Als helpende is het van belang dat je op een prettige en vriendelijke manier kunt omgaan met mensen. Een prettige omgang met mensen bepaalt voor een heel groot gedeelte de sfeer, het werkplezier en de kwaliteit van het werk.

Ed u'

Daarbij is het belangrijk dat je weet om te gaan met emoties van de doelgroep waarmee je werkt. Het kan bijvoorbeeld gaan over een kind dat boos of verdrietig is, over een puber die woest tegen de deur schopt of over een oudere die zich terugtrekt. Soms zijn het kleine emoties, maar het kunnen ook heftige emoties zijn.

C

op

yr

ig ht

Je gaat observeren welke emoties en welk gedrag je kunt tegenkomen bij de doelgroep. Dit doe je gedurende een ochtend of middag bij één of twee zorgvragers, kinderen of cliënten.

Je gaat een verslag maken over de volgende onderdelen: • voorbereiding • uitvoering • reflectie.

20


BPV Observeren van emoties en gedrag

3.2

Voorwaarde Voordat je met de voorbereiding begint, laat je eerst zien dat je kleine onderdelen van deze opdracht al voldoende beheerst. Dit doe je door minimaal drie vaardigheden als voldoende te laten aftekenen door je BPV-begeleider.

Opdracht 29: Aftekenlijst vaardigheden

tie

f

1. Bespreek met je BPV-begeleider welke drie vaardigheden je laat aftekenen. Je mag deze lijst samen met je BPV-begeleider aanvullen met vaardigheden die passen binnen deze opdracht. Datum uitvoering

Maakt kennis met de doelgroep

Herkent emoties

Ed u'

Maakt contact met de doelgroep

Voldoende (paraaf)

Ac

Vaardigheid

3.3

Voorbereiding

Opdracht 30: Plan van aanpak

yr

Toolbox: Plan van aanpak op www.factor-e.nl

1. Bekijk het plan van aanpak. Vul het plan van aanpak al zo veel mogelijk in. Sommige vragen kun je misschien pas volledig invullen aan het einde van de voorbereidingsfase. Bewaar je plan van aanpak en voeg alle latere documenten hieraan toe.

op

<

ig ht

Maakt bijzonderheden bespreekbaar

C

Opdracht 31: Vooronderzoek 1. Verdiep je in de volgende punten en maak hierover aantekeningen a. Je verdiept je in de ontwikkelingsfase van jouw doelgroep op het gebied van de motorische, cognitieve en sociale ontwikkeling. b. Je verdiept je in de kenmerken van jouw doelgroep bij het uiten van emoties. c. Je verdiept je in het verschil tussen waarnemen en observeren. d. Wanneer je observeert, rapporteer je hierover in 'termen van gedrag'. Vraag op je BPV of op school na wat daarmee wordt bedoeld. e. Je maakt met een collega een afspraak voor het houden van een interview. f. Je bedenkt voor het interview minimaal tien vragen die gaan over observeren. Denk aan vragen als: hoe observeren jullie, zijn er formulieren voor het observeren? Zo ja, beschrijf het doel van die verschillende formulieren. En je neemt het interview af.

21


Toolbox: Verslag op www.factor-e.nl

<

Opdracht 32: Verslag vooronderzoek 1. Verwerk je aantekeningen van het vooronderzoek (zie vorige opdracht) in een verslag. Vul ook je plan van aanpak aan.

Opdracht 33: Contact BPV-begeleider

Uitvoering

Ac

3.4

tie

f

1. Laat je plan van aanpak en het verslag van het vooronderzoek lezen aan je BPV-begeleider. 2. Bespreek wanneer je de opdracht gaat uitvoeren (inplannen). Daarbij gaat het om het maken van een werkplan voor het observeren van emoties en gedrag, het observeren zelf gedurende een dagdeel en het schrijven van een verslag daarover. Verwerk dit in je plan van aanpak. 3. Vraag goedkeuring aan je BPV-begeleider om te mogen starten met de uitvoering.

Toolbox: Werkplan op www.factor-e.nl

Opdracht 34: Werkplan uitvoering

1. Schrijf een werkplan voor het observeren van één of twee zorgvragers, kinderen of cliënten in een zorg- of welzijnsinstelling. Formuleer een doel voor de observatie. Dit mag eventueel samen met de BPV-begeleider. Je bespreekt ook met je BPV-begeleider welke twee personen je gaat observeren.

ig ht

<

Ed u'

Nu ga je gedurende een dagdeel één of twee zorgvragers, kinderen of cliënten observeren.

Opdracht 35: Contact BPV-begeleider 1. Laat je werkplan lezen aan je BPV-begeleider. 2. Vraag goedkeuring aan je BPV-begeleider om te mogen starten met het observeren.

yr

Opdracht 36: Uitvoering schoonmaakwerkzaamheden

op

1. Voer de observatie uit volgens je werkplan. Dit doe je gedurende een ochtend of middag.

C

Toolbox: Verslag op www.factor-e.nl

<

Opdracht 37: Verslag uitvoering 1. Schrijf een verslag over de ochtend of middag (minimaal één A4’tje, maximaal twee A4’tjes). Zorg ervoor dat je emoties en gedrag beschrijft in ‘termen van gedrag’.

Opdracht 38: Contact BPV-begeleider 1. Laat je verslag van de uitvoering lezen aan je BPV-begeleider.

22


BPV Observeren van emoties en gedrag

3.5

Reflectie Je hebt nu ervaren welke emoties en welk gedrag je kunt tegenkomen. Hoe denk je zelf dat je overkomt in die situaties? Hoe vinden je collega’s dat je overkomt als je met de doelgroep omgaat? Noteer je bevindingen in je reflectieverslag.

Opdracht 39: Reflectieverslag 1. Schrijf een reflectieverslag over je ervaringen tijdens deze BPV-opdracht. 2. Laat het reflectieverslag lezen aan je BPV-begeleider.

f

Toolbox: Reflectieverslag op www.factor-e.nl

tie

<

Beoordeling

Ac

3.6

Opdracht 40: Invullen beoordelingsformulier

Ed u'

1. Vul het beoordelingsformulier in onder de kolom ‘Student’.

Opdracht 41: Contact BPV-begeleider

C

op

yr

ig ht

1. Vraag je BPV-begeleider om het beoordelingsformulier in te vullen onder de kolom ‘Beoordelaar’ en bij ‘Opmerkingen’. 2. Vraag jouw BPV-begeleider om twee tips en twee tops op te schrijven. 3. Vraag je BPV-begeleider om een ‘eindbeoordeling’. Daarvoor gelden de beoordelingscriteria die aan het eind van het formulier staan.

23


Beoordelingsformulier Naam student: Naam 1e beoordelaar: Naam 2e beoordelaar:

f

Beoordelaar

tie

Student O

G

Ac

Voorbereiding

V

De student maakt een plan van aanpak.

Ed u'

De student maakt een verslag vooronderzoek: • Hij doet dit volgens het document 'Hoe maak je een verslag?' • Het verslag bevat de punten uit het vooronderzoek. De student communiceert op een juiste manier met de BPV-begeleider over de uitvoering.

ig ht

Uitvoering

De student maakt een werkplan.

De student werkt volgens het werkplan. De student observeert op de juiste manier.

yr

De student toont aandacht en begrip voor de doelgroep en kan zich inleven in de situatie.

C

op

De student houdt rekening met de wensen en behoeftes van de doelgroep.

24

De student maakt een verslag uitvoering: • Hij doet dit volgens het document 'Hoe maak je een verslag?' • Hij formuleert observaties in 'termen van gedrag'.

O

V

G


BPV Observeren van emoties en gedrag

Student O

V

Beoordelaar G

O

V

G

Reflectie De student maakt een verslag reflectie: • Hij doet dit volgens het document ‘Reflectieverslag’.

tie

Tops

Ac

Tips

Paraaf 1e beoordelaar:

Paraaf student:

Paraaf 2e beoordelaar:

Paraaf student:

ig ht

Datum:

Eindbeoordeling

Ed u'

Opmerkingen

Datum:

f

De student communiceert op een juiste manier met de BPV-begeleider over de beoordeling.

op

yr

Beoordelingscriteria voor de eindbeoordeling: Goed: Het verslag vooronderzoek en minimaal de helft bij de uitvoering moeten goed zijn en er mag nergens een onvoldoende als beoordeling staan. Voldoende: Het verslag vooronderzoek en de uitvoering moeten voldoende zijn. Onvoldoende: Bij het verslag vooronderzoek en de uitvoering is meer dan de helft onvoldoende.

C

3.7

Aandachts- en leerpunten

Opdracht 42: Nieuwe leerdoelen 1. Plan een gesprek met je begeleider op school. Tijdens dit gesprek bespreek je de BPV-opdracht. Formuleer je nieuwe leerdoelen aan de hand van de reflectie en de beoordeling. Verwerk deze in jouw reflectieverslag.

25


BPV Ondersteuning bieden bij emotionele problemen

4.

Ondersteuning bieden bij emotionele problemen Inleiding

Ac

4.1

tie

f

Beroepstaak 2 Bieden van ondersteuning bij emotionele problemen

Ed u'

Tijdens je BPV kom je in aanraking met allerlei soorten mensen. Als helpende is het van belang dat je op een prettige en vriendelijke manier kunt omgaan met mensen. Een prettige omgang met mensen bepaalt voor een heel groot gedeelte de sfeer, het werkplezier en de kwaliteit van het werk. Daarbij is het belangrijk dat alle medewerkers op een goede manier omgaan met emoties van de doelgroep. Soms zijn het kleine emoties, maar het kunnen ook heftige emoties zijn.

C

op

yr

ig ht

Je gaat eerst observeren hoe collega’s de doelgroep begeleiden bij emotionele problemen. Dit doe je gedurende een ochtend of middag bij twee collega’s. Van deze bevindingen kun je meer leren over de manier waarop jij zelf met emoties van de doelgroep omgaat. Vervolgens gaat een collega jou observeren bij jouw omgang met een zorgvrager, kind of cliënt.

Je gaat een verslag maken over de volgende onderdelen: • voorbereiding • uitvoering • reflectie.

26


BPV Ondersteuning bieden bij emotionele problemen

4.2

Voorwaarde Voordat je met de voorbereiding begint, laat je eerst zien dat je kleine onderdelen van deze opdracht al voldoende beheerst. Dit doe je door minimaal drie vaardigheden als voldoende te laten aftekenen door je BPV-begeleider.

Opdracht 43: Aftekenlijst vaardigheden

tie

f

1. Bespreek met je BPV-begeleider welke drie vaardigheden je laat aftekenen. Je mag deze lijst samen met je BPV-begeleider aanvullen met vaardigheden die passen binnen deze opdracht. Datum uitvoering

Maakt kennis met de doelgroep

Herkent emoties

Ed u'

Maakt contact met de doelgroep

Voldoende (paraaf)

Ac

Vaardigheid

4.3

Voorbereiding

Opdracht 44: Plan van aanpak

yr

Toolbox: Plan van aanpak op www.factor-e.nl

1. Bekijk het plan van aanpak. Vul het plan van aanpak al zo veel mogelijk in. Sommige vragen kun je misschien pas volledig invullen aan het einde van de voorbereidingsfase. Bewaar je plan van aanpak en voeg alle latere documenten hieraan toe.

op

<

ig ht

Maakt bijzonderheden bespreekbaar

C

Opdracht 45: Vooronderzoek 1. Verdiep je in de volgende punten en maak hierover aantekeningen. Voor punt a en b ga je bij jezelf na hoe jij op anderen overkomt. Gebruik, indien nodig, daarbij de onderstaande woorden. 2. vriendelijk / open / verlegen / kortaf / angstig / vrolijk / onvriendelijk / betrouwbaar / afwezig / gehaast / traag / liefdevol / chaotisch / afstandelijk / koel / warm / hartelijk a. Je vraagt aan twee collega's hoe jij overkomt op anderen. Ook vraag je met wie jij volgens hen goed kunt omgaan. b. Je vraagt aan diezelfde collega's hoe jij overkomt in je contact met zorgvragers, kinderen of cliĂŤnten.

27


c.

Je verdiept je in de ontwikkelingsfase van jouw doelgroep op het gebied van de motorische, cognitieve en sociale ontwikkeling. d. Je verdiept je in de kenmerken van jouw doelgroep bij het uiten van emoties. e. Je maakt met twee collega's afspraken voor het houden van een interview. f. Je bedenkt voor het interview minimaal tien vragen die je wilt stellen over het ondersteunen bij emotionele problemen. Denk aan vragen als: met welke emoties heb je vaak te maken, hoe ga je met deze emoties om? En je neemt het interview af.

1. Verwerk je aantekeningen van het vooronderzoek (zie vorige opdracht) in een verslag. Vul ook je plan van aanpak aan.

f

<

Opdracht 46: Verslag vooronderzoek

Opdracht 47: Contact BPV-begeleider

tie

Toolbox: Verslag op www.factor-e.nl

Ed u'

Ac

1. Laat je plan van aanpak en het verslag van het vooronderzoek lezen aan je BPV-begeleider. 2. Bespreek wanneer je de opdracht gaat uitvoeren (inplannen). Daarbij gaat het om het maken van een werkplan voor het meelopen met twee collega's en voor het observeren van jou door een collega, het meelopen en observeren zelf en het schrijven van een verslag daarover. Je gaat een dagdeel met de collega's meelopen. Eén collega observeert jou gedurende een dagdeel. Verwerk dit alles in je plan van aanpak. 3. Vraag goedkeuring aan je BPV-begeleider om te mogen starten met de uitvoering.

Uitvoering

ig ht

4.4

Je hebt je goed voorbereid. Nu ga je een dagdeel met twee collega’s meelopen (en observeren) en een collega gaat jou observeren.

1. Schrijf een werkplan voor het meelopen met twee collega’s in een zorg- of welzijnsinstelling om te observeren hoe zij omgaan met de doelgroep. Neem de volgende vragen in je werkplan op. Deze vragen ga je bij het observeren gebruiken. a. Hoe legt je collega het eerste contact? Wat doet je collega? b. Hoe praat je collega tegen de zorgvrager (hard of zacht, duidelijk?)? c. Wat valt je daaraan speciaal op? d. Hoe is de toon van je collega? e. Vind jij je collega liefdevol (schrijf tijdens de observatie op wat je ziet en hoort)? f. Is je collega te lief (zo ja, leg dan in je verslag uit waarom je dat vindt)? g. Raakt je collega de zorgvrager, het kind of de cliënt zachtaardig aan? Waaraan merk of zie je dat? h. Luistert je collega naar de zorgvrager, het kind of de cliënt? Waaraan merk of hoor je dat? i. Maakt de zorgvrager, het kind of de cliënt ook contact met je collega (zo ja, beschrijf dan hoe dat eruitziet)?

op

C

<

Opdracht 48: Werkplan uitvoering

yr

Toolbox: Werkplan op www.factor-e.nl

2. Neem in je werkplan ook op dat een collega jou gaat observeren tijdens de omgang met een zorgvrager. De bedoeling is dat die collega de voorgaande vragen over jou

28


BPV Ondersteuning bieden bij emotionele problemen

gaat beantwoorden en dat jullie de uitkomst samen nabespreken. De bevindingen van je collega ga je ook verwerken in je verslag van de uitvoering. Toolbox: Werkplan op www.factor-e.nl

<

Opdracht 49: Contact BPV-begeleider 1. Laat je werkplan lezen aan je BPV-begeleider. 2. Vraag goedkeuring aan je BPV-begeleider om te mogen starten met het meelopen (en observeren) en het jezelf laten observeren.

Opdracht 50: Uitvoering observeren

1. Schrijf over beide ochtenden of middagen minimaal één A4'tje en maximaal twee A4'tjes. Zorg ervoor dat je alle vragen die in je werkplan staan, beantwoordt. Dit doe je twee keer: a. Voor het meelopen met twee collega's. b. Voor de observatie van een collega van jouw manier van omgaan met een zorgvrager, kind of cliënt.

Ac

<

Opdracht 51: Verslag uitvoering

Ed u'

Toolbox: Verslag op www.factor-e.nl

tie

f

1. Voer het meelopen en het jezelf laten observeren uit volgens je werkplan. Beide gebeuren gedurende een ochtend of middag.

Opdracht 52: Contact BPV-begeleider

1. Laat je verslag van de uitvoering lezen aan je BPV-begeleider.

Reflectie

ig ht

4.5

yr

Je hebt nu ervaren hoe je zorgvragers, kinderen of cliënten kunt ondersteunen op emotioneel gebied. Je hebt gezien hoe collega’s hiermee omgaan en hebt feedback gekregen op jouw manier van omgaan. Verwerk je ervaringen en de feedback in je reflectieverslag.

C

<

Opdracht 53: Reflectieverslag

op

Toolbox: Reflectieverslag op www.factor-e.nl

4.6

1. Schrijf een reflectieverslag over je ervaringen tijdens deze BPV-opdracht. 2. Laat het reflectieverslag lezen aan je BPV-begeleider.

Beoordeling Opdracht 54: Invullen beoordelingsformulier 1. Vul het beoordelingsformulier in onder de kolom ‘Student’.

Opdracht 55: Contact BPV-begeleider 1. Vraag je BPV-begeleider om het beoordelingsformulier in te vullen onder de kolom ‘Beoordelaar’ en bij ‘Opmerkingen’. 2. Vraag jouw BPV-begeleider om twee tips en twee tops op te schrijven.

29


3. Vraag je BPV-begeleider om een ‘eindbeoordeling’. Daarvoor gelden de beoordelingscriteria die aan het eind van het formulier staan. Beoordelingsformulier Naam student: Naam 1e beoordelaar:

tie

f

Naam 2e beoordelaar:

Student

Voorbereiding

Ed u'

De student maakt een plan van aanpak.

De student maakt een verslag vooronderzoek: • Hij doet dit volgens het document 'Hoe maak je een verslag?' • Het verslag bevat de punten uit het vooronderzoek.

ig ht

De student communiceert op een juiste manier met de BPV-begeleider over de uitvoering. Uitvoering

De student maakt een werkplan.

yr

De student werkt volgens het werkplan. De student observeert op de juiste manier.

C

op

De student toont aandacht en begrip voor de doelgroep en kan zich inleven in de situatie.

30

V

G

Ac

O

Beoordelaar

De student houdt rekening met de wensen en behoeftes van de doelgroep.

De student maakt een verslag uitvoering: • Hij doet dit volgens het document 'Hoe maak je een verslag?' • Hij beantwoordt de vragen uit het werkplan over twee collega's. • Hij noteert de bevindingen van een collega over zichzelf.

O

V

G


BPV Ondersteuning bieden bij emotionele problemen

Student O

V

Beoordelaar G

O

V

G

Reflectie De student maakt een verslag reflectie: • Hij doet dit volgens het document ‘Reflectieverslag’.

tie

Tops

Ac

Tips

Paraaf 1e beoordelaar:

Paraaf student:

Paraaf 2e beoordelaar:

Paraaf student:

ig ht

Datum:

Beoordeling

Ed u'

Opmerkingen

Datum:

f

De student communiceert op een juiste manier met de BPV-begeleider over de beoordeling.

op

yr

Beoordelingscriteria voor de eindbeoordeling: Goed: Het verslag vooronderzoek en minimaal de helft bij de uitvoering moeten goed zijn en er mag nergens een onvoldoende als beoordeling staan. Voldoende: Het verslag vooronderzoek en de uitvoering moeten voldoende zijn. Onvoldoende: Bij het verslag vooronderzoek en de uitvoering is meer dan de helft onvoldoende.

C

4.7

Aandachts- en leerpunten

Opdracht 56: Nieuwe leerdoelen 1. Plan een gesprek met je begeleider op school. Tijdens dit gesprek bespreek je de BPV-opdracht. Formuleer je nieuwe leerdoelen aan de hand van de reflectie en de beoordeling. Verwerk deze in jouw reflectieverslag.

31


BPV Een spelletjesmiddag organiseren

5.

Een spelletjesmiddag organiseren Inleiding

tie

5.1

f

Beroepstaak 3 Ondersteuning bieden bij activiteiten

Ed u'

Ac

In veel zorginstellingen kunnen zorgvragers meermalen per week meedoen aan verschillende activiteiten. De begeleiders brengen de zorgvragers naar een speciale activiteitenruimte waar ze samen met andere zorgvragers kunnen kiezen wat ze graag willen doen. Bijvoorbeeld lezen, televisiekijken, spelletjes doen, handwerken of knutselen. Daarbij zijn vaak activiteitenbegeleiders en vrijwilligers aanwezig, die de zorgvragers helpen bij de activiteiten. In welzijnsinstellingen, zoals de kinderopvang of een buurthuis, is het natuurlijk vanzelfsprekend dat er veel aandacht is voor activiteiten.

ig ht

Kinderen en volwassenen vinden het vaak leuk om samen spelletjes te doen. Er zijn erg veel verschillende spelletjes en activiteiten die je met zorgvragers, kinderen of cliënten kunt doen. Maar hoe bereid jij je hierop voor? En waaraan moet je allemaal denken?

C

op

yr

Je gaat een spelletjesmiddag organiseren op je BPV. Het is de bedoeling dat de doelgroep een leuke, actieve en gezellige middag heeft waarop jij vier activiteiten organiseert. Die activiteiten moeten aansluiten bij de doelgroep van jouw BPV.

Je gaat een verslag maken over de volgende onderdelen: • voorbereiding • uitvoering • reflectie.

32


BPV Een spelletjesmiddag organiseren

5.2

Voorwaarde Voordat je met de voorbereiding begint, laat je eerst zien dat je kleine onderdelen van deze opdracht al voldoende beheerst. Dit doe je door minimaal drie vaardigheden als voldoende te laten aftekenen door je BPV-begeleider.

Opdracht 57: Aftekenlijst vaardigheden

tie

f

1. Bespreek met je BPV-begeleider welke drie vaardigheden je laat aftekenen. Je mag deze lijst samen met je BPV-begeleider aanvullen met vaardigheden die passen binnen deze opdracht. Datum uitvoering

Doet spelletjes Maakt een wandeling

Ed u'

Leest voor (boekje, krant)

Voldoende (paraaf)

Ac

Vaardigheid

5.3

Voorbereiding

Opdracht 58: Plan van aanpak

yr

Toolbox: Plan van aanpak op www.factor-e.nl

1. Bekijk het plan van aanpak. Vul het plan van aanpak al zo veel mogelijk in. Sommige vragen kun je misschien pas volledig invullen aan het einde van de voorbereidingsfase. Bewaar je plan van aanpak en voeg alle latere documenten hieraan toe.

op

<

ig ht

Doet een buitenactiviteit

C

Opdracht 59: Vooronderzoek 1. Verdiep je in de volgende punten en maak hierover aantekeningen. a. Je verdiept je in de doelgroep. Welke activiteiten vinden ze leuk om te doen? En zijn er activiteiten die ze helemaal niet willen doen? b. Je zoekt uit welke mogelijkheden en beperkingen deze doelgroep heeft. c. Je zoekt uit welke spelletjes ze in het verleden zoal hebben gedaan door twee zorgvragers, kinderen of cliĂŤnten te interviewen. Als de kinderen te jong zijn, informeer je bij een collega. d. Je beschrijft de wensen en behoeftes van de doelgroep op een spelletjesmiddag. e. Je zoekt uit welke ruimte je kunt gebruiken voor de spelletjesmiddag en maakt daarvan een plattegrond. f. Je beschrijft hoe en waar je de activiteiten het best kunt uitvoeren.

33


g. Je beschrijft welke materialen je nodig hebt en of deze aanwezig zijn. Moet je eventueel materiaal aanschaffen? h. Hoeveel geld mag je besteden? Toolbox: Verslag op www.factor-e.nl

<

Opdracht 60: Verslag vooronderzoek 1. Verwerk je aantekeningen van het vooronderzoek (zie vorige opdracht) in een verslag. Vul ook je plan van aanpak aan.

Opdracht 61: Contact BPV-begeleider

5.4

Ed u'

Ac

tie

f

1. Laat je plan van aanpak en het verslag van het vooronderzoek lezen aan je BPV-begeleider. 2. Bespreek wanneer je de opdracht gaat uitvoeren (inplannen). Daarbij gaat het om het maken van een werkplan voor het organiseren van een spelletjesmiddag, de spelletjesmiddag zelf en het schrijven van een verslag daarover. Bespreek met je BPV-begeleider hoelang de activiteiten duren (bijvoorbeeld minimaal 1,5 uur). Verwerk dit alles in je plan van aanpak. 3. Vraag goedkeuring aan je BPV-begeleider om te mogen starten met de uitvoering.

Uitvoering

Je hebt je goed voorbereid. Nu ga je een spelletjesmiddag organiseren en uitvoeren.

<

<

1. Schrijf een werkplan voor het organiseren en uitvoeren van een spelletjesmiddag in een zorg- of welzijnsinstelling.

Opdracht 63: Contact BPV-begeleider 1. Laat je werkplan lezen aan je BPV-begeleider. 2. Vraag goedkeuring aan je BPV-begeleider om te mogen starten met het organiseren en uitvoeren van een spelletjesmiddag.

yr

Toolbox: Werkplan op www.factor-e.nl

Opdracht 62: Werkplan uitvoering

ig ht

Toolbox: Werkplan op www.factor-e.nl

op

Opdracht 64: Uitvoering spelletjesmiddag

C

1. Voer de spelletjesmiddag uit volgens je werkplan. De activiteiten duren minimaal 1,5 uur, zoals afgesproken met je BPV-begeleider.

Toolbox: Verslag op www.factor-e.nl

<

Opdracht 65: Verslag uitvoering 1. Schrijf een kort verslag over de middag (minimaal een half A4’tje, maximaal één A4’tje). Kijk daarvoor in je werkplan. Komen de activiteiten overeen met je werkplan? Waarom wel of niet? Noteer dit in je verslag.

Opdracht 66: Contact BPV-begeleider 1. Laat je verslag van de uitvoering lezen aan je BPV-begeleider.

34


BPV Een spelletjesmiddag organiseren

5.5

Reflectie Je hebt nu ervaren hoe je een spelletjesmiddag kunt organiseren.

Toolbox: Reflectieverslag op www.factor-e.nl

Opdracht 67: Reflectieverslag 1. Schrijf een reflectieverslag over je ervaringen tijdens deze BPV-opdracht. 2. Laat het reflectieverslag lezen aan je BPV-begeleider.

Beoordeling

5.6

Ac

Opdracht 68: Invullen beoordelingsformulier

tie

f

<

1. Vul het beoordelingsformulier in onder de kolom ‘Student’.

Ed u'

Opdracht 69: Contact BPV-begeleider

C

op

yr

ig ht

1. Vraag je BPV-begeleider om het beoordelingsformulier in te vullen onder de kolom ‘Beoordelaar’ en bij ‘Opmerkingen’. 2. Vraag jouw BPV-begeleider om twee tips en twee tops op te schrijven. 3. Vraag je BPV-begeleider om een ‘eindbeoordeling’. Daarvoor gelden de beoordelingscriteria die aan het einde van het formulier staan.

35


Beoordelingsformulier Naam student: Naam 1e beoordelaar: Naam 2e beoordelaar:

f

Beoordelaar

tie

Student O

G

Ac

Voorbereiding

V

De student maakt een plan van aanpak.

Ed u'

De student maakt een verslag vooronderzoek: • Hij doet dit volgens het document 'Hoe maak je een verslag?' • Het verslag bevat de punten uit het vooronderzoek. De student communiceert op een juiste manier met de BPV-begeleider over de uitvoering.

ig ht

Uitvoering

De student maakt een werkplan.

De student werkt volgens het werkplan.

yr

De student werkt volgens instructies en procedures: • veilig • kostenbewust.

C

op

De student zet materialen en middelen op de juiste manier in.

36

De student houdt rekening met de wensen en behoeftes van de doelgroep.

De student maakt een verslag uitvoering: • Hij doet dit volgens het document ‘Hoe maak je een verslag?’

O

V

G


BPV Een spelletjesmiddag organiseren

Student O

V

Beoordelaar G

O

V

G

Reflectie De student maakt een verslag reflectie: • Hij doet dit volgens het document ‘Reflectieverslag’.

tie

Tops

Ac

Tips

Paraaf 1e beoordelaar:

Paraaf student:

Paraaf 2e beoordelaar:

Paraaf student:

ig ht

Datum:

Eindbeoordeling

Ed u'

Opmerkingen

Datum:

f

De student communiceert op een juiste manier met de BPV-begeleider over de beoordeling.

op

yr

Beoordelingscriteria voor de eindbeoordeling: Goed: Het verslag vooronderzoek en minimaal de helft bij de uitvoering moeten goed zijn en er mag nergens een onvoldoende als beoordeling staan. Voldoende: Het verslag vooronderzoek en de uitvoering moeten voldoende zijn. Onvoldoende: Bij het verslag vooronderzoek en de uitvoering is meer dan de helft onvoldoende.

C

5.7

Aandachts- en leerpunten

Opdracht 70: Nieuwe leerdoelen 1. Plan een gesprek met je begeleider op school. Tijdens dit gesprek bespreek je de BPV-opdracht. Formuleer je nieuwe leerdoelen aan de hand van de reflectie en de beoordeling. Verwerk deze in jouw reflectieverslag.

37


BPV Een sport- of bewegingsdag organiseren

6.

Een sport- of bewegingsdag organiseren

tie

Inleiding

Ac

6.1

f

Beroepstaak 3 Ondersteuning bieden bij activiteiten

Ed u'

‘Kinderen zijn te dik en bewegen te weinig' of ‘Ouderen kunnen niks’. Deze uitspraken heb je vast wel eens gehoord. Onze maatschappij maakt zich zorgen om het eet- en sportgedrag van kinderen en volwassenen. Ook jij komt hiermee als helpende in aanraking. Wellicht wordt in jouw BPV-instelling aandacht geschonken aan dit maatschappelijke onderwerp.

C

op

yr

ig ht

In deze opdracht ga jij aan de slag om je doelgroep meer in beweging te krijgen. Je organiseert een sportmiddag die minimaal twee uur duurt.

Je gaat een verslag maken over de volgende onderdelen: • voorbereiding • uitvoering • reflectie.

38


BPV Een sport- of bewegingsdag organiseren

6.2

Voorwaarde Voordat je met de voorbereiding begint, laat je eerst zien dat je kleine onderdelen van deze opdracht al voldoende beheerst. Dit doe je door minimaal drie vaardigheden als voldoende te laten aftekenen door je BPV-begeleider.

Opdracht 71: Aftekenlijst vaardigheden

tie

f

1. Bespreek met je BPV-begeleider welke drie vaardigheden je laat aftekenen. Je mag deze lijst samen met je BPV-begeleider aanvullen met vaardigheden die passen binnen deze opdracht. Datum uitvoering

Doet spelletjes Begeleidt een spel

Ed u'

Maakt een wandeling

Voldoende (paraaf)

Ac

Vaardigheid

Doet een buitenactiviteit

ig ht

Helpt bij een gymles

Voorbereiding

yr

6.3

C

<

Opdracht 72: Plan van aanpak 1. Bekijk het plan van aanpak. Vul het plan van aanpak al zo veel mogelijk in. Sommige vragen kun je misschien pas volledig invullen aan het einde van de voorbereidingsfase. Bewaar je plan van aanpak en voeg alle latere documenten hieraan toe.

op

Toolbox: Plan van aanpak op www.factor-e.nl

Opdracht 73: Vooronderzoek 1. a. b. c. d. e.

f.

Verdiep je in de volgende punten en maak hierover aantekeningen. Verdiepen in de BPV-instelling: Welke sportieve activiteiten worden er aangeboden? Waarom worden deze activiteiten aangeboden? Je onderzoekt binnen het team wat collega's vinden van het sportieve programma. Doe jij BPV bij een welzijnsinstelling? Zo ja, zoek dan uit welke regels en richtlijnen het ministerie oplegt als het gaat om sport. Zoek ook uit wat jouw BPV-instelling doet met deze regels en richtlijnen. Verdiepen in de doelgroep:

39


g. Je inventariseert wat ouderen, kinderen of cliënten vinden van het aangeboden sportieve programma. h. Wat zijn de wensen en behoeftes van de doelgroep wanneer het gaat om sportieve activiteiten binnen de instelling? Let ook goed op mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking. i. Is er een budget? Zo ja, maak dan een budgetteringsplan. j. Je maakt een collage over de ideeën die jij hebt om de doelgroep meer in beweging te krijgen.

1. Verwerk je aantekeningen van het vooronderzoek (zie vorige opdracht) in een verslag. Vul ook je plan van aanpak aan.

f

<

Opdracht 74: Verslag vooronderzoek

Opdracht 75: Contact BPV-begeleider

tie

Toolbox: Verslag op www.factor-e.nl

Ed u'

Ac

1. Laat je plan van aanpak en het verslag van het vooronderzoek lezen aan je BPV-begeleider. 2. Bespreek wanneer je de opdracht gaat uitvoeren (inplannen). Daarbij gaat het om het maken van een werkplan voor een sport- of bewegingsdag, het verzorgen van de dag zelf en het schrijven van een verslag daarover. Bespreek met je BPV-begeleider hoelang de activiteit mag duren (bijvoorbeeld minimaal 1 uur). Verwerk dit alles in je plan van aanpak. 3. Vraag goedkeuring aan je BPV-begeleider om te mogen starten met de uitvoering.

Uitvoering

ig ht

6.4

Je hebt je goed voorbereid. Nu ga je de sport- of bewegingsdag organiseren.

<

C Toolbox: Verslag op www.factor-e.nl

<

40

1. Schrijf een werkplan voor het organiseren van een sport- of bewegingsdag in een zorg- of welzijnsinstelling.

Opdracht 77: Contact BPV-begeleider

op

Toolbox: Werkplan op www.factor-e.nl

<

Opdracht 76: Werkplan uitvoering

yr

Toolbox: Werkplan op www.factor-e.nl

1. Laat je werkplan lezen aan je BPV-begeleider. 2. Vraag goedkeuring aan je BPV-begeleider om te mogen starten met het organiseren van de sport- of bewegingsdag.

Opdracht 78: Uitvoering sport- en bewegingsdag 1. Voer de sport- en bewegingsdag uit volgens je werkplan. De activiteit duurt minimaal 1 uur, zoals afgesproken met je BPV-begeleider.

Opdracht 79: Verslag uitvoering 1. Schrijf een kort verslag over de dag (minimaal een half A4’tje, maximaal één A4’tje). Kijk daarvoor in je werkplan. Komen de activiteiten overeen met je werkplan? Waarom wel of niet? Noteer dit in je verslag.


BPV Een sport- of bewegingsdag organiseren

Opdracht 80: Contact BPV-begeleider 1. Laat je verslag van de uitvoering lezen aan je BPV-begeleider.

6.5

Reflectie Je hebt nu ervaren hoe je een sport- of bewegingsdag kunt organiseren.

f

Opdracht 81: Reflectieverslag

tie

Toolbox: Reflectieverslag op www.factor-e.nl

1. Schrijf een reflectieverslag over je ervaringen tijdens deze BPV-opdracht. 2. Laat het reflectieverslag lezen aan je BPV-begeleider.

Beoordeling

Ed u'

6.6

Ac

<

Opdracht 82: Invullen beoordelingsformulier

1. Vul het beoordelingsformulier in onder de kolom ‘Student’.

Opdracht 83: Contact BPV-begeleider

C

op

yr

ig ht

1. Vraag je BPV-begeleider om het beoordelingsformulier in te vullen onder de kolom ‘Beoordelaar’ en bij ‘Opmerkingen’. 2. Vraag jouw BPV-begeleider om twee tips en twee tops op te schrijven. 3. Vraag je BPV-begeleider om een ‘eindbeoordeling’. Daarvoor gelden de beoordelingscriteria die aan het eind van het formulier staan.

41


Beoordelingsformulier Naam student: Naam 1e beoordelaar: Naam 2e beoordelaar:

f

Beoordelaar

tie

Student O

G

Ac

Voorbereiding

V

De student maakt een plan van aanpak.

Ed u'

De student maakt een verslag vooronderzoek: • Hij doet dit volgens het document 'Hoe maak je een verslag?' • Het verslag bevat de punten uit het vooronderzoek. De student communiceert op een juiste manier met de BPV-begeleider over de uitvoering.

ig ht

Uitvoering

De student maakt een werkplan.

De student werkt volgens het werkplan.

yr

De student werkt volgens instructies en procedures: • veilig • kostenbewust.

C

op

De student zet materialen en middelen op de juiste manier in.

42

De student houdt rekening met de wensen en behoeftes van de doelgroep.

De student maakt een verslag uitvoering: • Hij doet dit volgens het document ‘Hoe maak je een verslag?’

O

V

G


BPV Een sport- of bewegingsdag organiseren

Student O

V

Beoordelaar G

O

V

G

Reflectie De student maakt een verslag reflectie: • Hij doet dit volgens het document ‘Reflectieverslag’.

tie

Tops

Ac

Tips

Paraaf 1e beoordelaar:

Paraaf student:

Paraaf 2e beoordelaar:

Paraaf student:

ig ht

Datum:

Eindbeoordeling

Ed u'

Opmerkingen

Datum:

f

De student communiceert op een juiste manier met de BPV-begeleider over de beoordeling.

op

yr

Beoordelingscriteria voor de eindbeoordeling: Goed: Het verslag vooronderzoek en minimaal de helft bij de uitvoering moeten goed zijn en er mag nergens een onvoldoende als beoordeling staan. Voldoende: Het verslag vooronderzoek en de uitvoering moeten voldoende zijn. Onvoldoende: Bij het verslag vooronderzoek en de uitvoering is meer dan de helft onvoldoende.

C

6.7

Aandachts- en leerpunten

Opdracht 84: Nieuwe leerdoelen 1. Plan een gesprek met je begeleider op school. Tijdens dit gesprek bespreek je de BPV-opdracht. Formuleer je nieuwe leerdoelen aan de hand van de reflectie en de beoordeling. Verwerk deze in jouw reflectieverslag.

43


BPV Creëren van een sfeervolle en gezellige groepsruimte

Creëren van een sfeervolle en gezellige groepsruimte Inleiding

Ac

7.1

tie

Beroepstaak 4 Creëren van een sfeervolle groepsruimte

f

7.

Ed u'

Wanneer je in een zorg- of welzijnsinstelling werkt, krijg je te maken met groepsruimtes, bijvoorbeeld een huiskamer of een multifunctionele ruimte. Groepsruimtes worden vaak ingezet bij sociale en recreatieve activiteiten, zoals koffieochtenden, bingo, bloemschikken of knutselen. Mensen brengen er een (groot) deel van de dag door. Soms staan er persoonlijke spullen, maar vaker is dat niet het geval. Dit kan betekenen dat de inrichting door anderen is bepaald. Sommige ruimtes zijn sfeervol ingericht, andere soberder.

C

op

yr

ig ht

Als helpende kun je invloed hebben op de sfeer door de aankleding van de ruimte aan te passen. Bijvoorbeeld door de ruimte in te richten/te versieren met materialen en middelen die horen bij het jaargetijde. Denk bij de herfst bijvoorbeeld aan bloemschikken en een thematafel. Ook kun je daarbij een verhaal over de herfst vertellen. Zo kun je bij elk jaargetijde – lente, zomer, herfst en winter – iets bedenken.

Tijdens je BPV ga je twee weken meewerken in de groepsopvang. Niet alle zorgvragers die daar komen, beseffen welk jaargetijde het op dat moment is. Om deze zorgvragers toch een idee te geven welk jaargetijde het is, ga je de volgende opdracht uitvoeren. Je gaat de groepsruimte zo inrichten dat de zorgvragers het gevoel hebben én kunnen zien welk jaargetijde is aangebroken. Na afloop ga je een fotocollage op A3-formaat maken. Je gaat een verslag maken over de volgende onderdelen: • voorbereiding • uitvoering • reflectie.

44


BPV CreĂŤren van een sfeervolle en gezellige groepsruimte

7.2

Voorwaarde Voordat je met de voorbereiding begint, laat je eerst zien dat je kleine onderdelen van deze opdracht al voldoende beheerst. Dit doe je door minimaal drie vaardigheden als voldoende te laten aftekenen door je BPV-begeleider.

Opdracht 85: Aftekenlijst vaardigheden

tie

f

1. Bespreek met je BPV-begeleider welke drie vaardigheden je laat aftekenen. Je mag deze lijst samen met je BPV-begeleider aanvullen met vaardigheden die passen binnen deze opdracht. Datum uitvoering

Voldoende (paraaf)

Ac

Vaardigheid

Kiest geschikte muziek uit voor de ruimte Versiert een ruimte voor een verjaardag

Verzorgt planten

Ed u'

Versiert een ruimte voor een thema (bijvoorbeeld Sinterklaas of Kerst)

Helpt bij een knutselactiviteit

yr

Toolbox: Plan van aanpak op www.factor-e.nl

C

<

Toolbox: Sfeerblad op www.factor-e.nl

<

Voorbereiding

op

7.3

ig ht

Leest een boekje voor

Opdracht 86: Plan van aanpak 1. Bekijk het plan van aanpak. Vul het plan van aanpak al zoveel mogelijk in. Sommige vragen kun je misschien pas volledig invullen aan het einde van de voorbereidingsfase. Bewaar je plan van aanpak en voeg alle latere documenten hieraan toe.

Opdracht 87: Vooronderzoek 1. Verdiep je in de volgende punten en maak hierover aantekeningen. a. Je beschrijft de groepsruimte en de mogelijkheden daarbij voor het inrichten, passend bij een jaargetijde. b. Je maakt een plattegrond van de ruimte. c. Je beschrijft welke functie de ruimte heeft. d. Je beschrijft welke eisen de leiding stelt aan de ruimte. Wat mag je wel aanpassen en wat niet? Dit doe je door middel van een interview met de leiding. Vraag welke

45


Opdracht 88: Verslag vooronderzoek

1. Verwerk je aantekeningen en het sfeerblad van het vooronderzoek (zie opdracht 3) in een verslag. Vul ook je plan van aanpak aan.

Ed u'

Toolbox: Verslag op www.factor-e.nl

Ac

tie

f

eisen aan de ruimte worden gesteld en welke spullen voorhanden zijn. Vraag ook om ideeën en tips. e. Je verdiept je in de doelgroep. Welke behoeftes en wensen heeft de doelgroep ten aanzien van de ruimte? Dit doe je door middel van een interview. Maak een vragenlijst van minimaal vijf vragen en neem het interview af. f. Je houdt met minimaal vier zorgvragers, kinderen of cliënten een interview of houdt een groepsgesprek met minimaal zes personen. Als de kinderen te jong zijn, interview dan collega's. Probeer erachter te komen waaraan de doelgroep denkt als je het hebt over een jaargetijde. g. Met behulp van de antwoorden op de vragen van de vragenlijst ga je een sfeerblad maken dat je als hulpmiddel kunt gebruiken bij je opdrachten. h. Je onderzoekt wat de mogelijkheden van de doelgroep zijn. Wat kunnen ze nog zelf? En welke bijdrage zouden ze zelf kunnen/willen leveren aan het creëren van sfeer? Kunnen ze meehelpen bij de uitvoering? i. Welke materialen en middelen verwacht je nodig te hebben? j. Is er een budget? Zo ja, maak dan een budgetteringsplan.

<

Opdracht 89: Contact BPV-begeleider

Uitvoering

op

7.4

yr

ig ht

1. Laat je plan van aanpak en het verslag van het vooronderzoek lezen aan je BPV-begeleider. 2. Bespreek wanneer je de opdracht gaat uitvoeren (inplannen). Daarbij gaat het om het maken van een werkplan voor het creëren van een sfeervolle en gezellige groepsruimte, het uitvoeren van de activiteit zelf gedurende twee weken en het schrijven van een verslag daarover. Denk ook aan de fotocollage op A3-formaat die je na afloopt maakt. Verwerk dit alles in je plan van aanpak. 3. Vraag goedkeuring aan je BPV-begeleider om te mogen starten met de uitvoering.

Je hebt je goed voorbereid. Nu ga je de sfeervolle en gezellige groepsruimte creëren.

C

Toolbox: Werkplan op www.factor-e.nl

<

Opdracht 90: Werkplan uitvoering 1. Schrijf een werkplan voor het creëren van een sfeervolle en gezellige groepsruimte in een zorg- of welzijnsinstelling.

Opdracht 91: Contact BPV-begeleider Toolbox: Werkplan op www.factor-e.nl

<

46

1. Laat je werkplan lezen aan je BPV-begeleider. 2. Vraag goedkeuring aan je BPV-begeleider om te mogen starten met het creëren van een sfeervolle en gezellige groepsruimte. Denk er ook aan om toestemming te vragen voor de foto's die je wilt gaan maken!


BPV Creëren van een sfeervolle en gezellige groepsruimte

Opdracht 92: Uitvoering sfeervolle en gezellige groepsruimte creëren 1. Voer het creëren van een sfeervolle en gezellige groepsruimte uit volgens je werkplan. De werkzaamheden doe je gedurende twee weken. Toolbox: Verslag op www.factor-e.nl

<

Opdracht 93: Verslag uitvoering 1. Schrijf een kort verslag over de dag (minimaal een half A4’tje, maximaal één A4’tje per dag). Voeg de fotocollage toe. Kijk daarvoor in je werkplan. Komen de werkzaamheden overeen met je werkplan? Waarom wel of niet? Noteer dit in je verslag.

tie

f

Opdracht 94: Contact BPV-begeleider

7.5

Ac

1. Laat je verslag van de uitvoering lezen aan je BPV-begeleider.

Reflectie

Toolbox: Reflectieverslag op www.factor-e.nl

Ed u'

Je hebt nu ervaren hoe het is om een groepsruimte in te richten aan de hand van een thema om zo een sfeervolle en gezellige groepsruimte te creëren.

Opdracht 95: Reflectieverslag

1. Schrijf een reflectieverslag over je ervaringen tijdens deze BPV-opdracht. 2. Laat het reflectieverslag lezen aan je BPV-begeleider.

ig ht

<

Beoordeling

7.6

yr

Opdracht 96: Invullen beoordelingsformulier 1. Vul het beoordelingsformulier in onder de kolom ‘Student’.

C

op

Opdracht 97: Contact BPV-begeleider

1. Vraag je BPV-begeleider om het beoordelingsformulier in te vullen onder de kolom ‘Beoordelaar’ en bij ‘Opmerkingen’. 2. Vraag jouw BPV-begeleider om twee tips en twee tops op te schrijven. 3. Vraag je BPV-begeleider om een ‘eindbeoordeling’. Daarvoor gelden de beoordelingscriteria die aan het eind van het formulier staan.

47


Beoordelingsformulier Naam student: Naam 1e beoordelaar: Naam 2e beoordelaar:

f

Beoordelaar

tie

Student O

G

Ac

Voorbereiding

V

De student maakt een plan van aanpak.

Ed u'

De student maakt een verslag vooronderzoek: • Hij doet dit volgens het document 'Hoe maak je een verslag?' • Het verslag bevat de punten uit het vooronderzoek, waaronder het sfeerblad. De student communiceert op een juiste manier met de BPV-begeleider over de uitvoering.

ig ht

Uitvoering

De student maakt een werkplan.

De student werkt volgens het werkplan.

yr

De student werkt volgens instructies en procedures: • veilig • kostenbewust.

C

op

De student zet materialen en middelen op de juiste manier in.

48

De student houdt rekening met de wensen en behoeftes van de doelgroep.

De student maakt een verslag uitvoering: • Hij doet dit volgens het document ‘Hoe maak je een verslag?’ • Hij doet dit met een fotocollage.

O

V

G


BPV Creëren van een sfeervolle en gezellige groepsruimte

Student O

V

Beoordelaar G

O

V

G

Reflectie De student maakt een verslag reflectie: • Hij doet dit volgens het document ‘Reflectieverslag’.

tie

Tops

Ac

Tips

Paraaf 1e beoordelaar:

Paraaf student:

Paraaf 2e beoordelaar:

Paraaf student:

ig ht

Datum:

Eindbeoordeling

Ed u'

Opmerkingen

Datum:

f

De student communiceert op een juiste manier met de BPV-begeleider over de beoordeling.

op

yr

Beoordelingscriteria voor de eindbeoordeling: Goed: Het verslag vooronderzoek en minimaal de helft bij de uitvoering moeten goed zijn en er mag nergens een onvoldoende als beoordeling staan. Voldoende: Het verslag vooronderzoek en de uitvoering moeten voldoende zijn. Onvoldoende: Bij het verslag vooronderzoek en de uitvoering is meer dan de helft onvoldoende.

C

7.7

Aandachts- en leerpunten

Opdracht 98: Nieuwe leerdoelen 1. Plan een gesprek met je begeleider op school. Tijdens dit gesprek bespreek je de BPV-opdracht. Formuleer je nieuwe leerdoelen aan de hand van de reflectie en de beoordeling. Verwerk deze in jouw reflectieverslag.

49


BPV De was verzorgen in een instelling

8.

De was verzorgen in een instelling Inleiding

tie

8.1

f

Beroepstaak 5 De was verzorgen

Ed u'

Ac

Tijdens je BPV zul je heel veel wasgoed tegenkomen. ’s Morgens ga je bijvoorbeeld naar een zorgvrager die gewassen wil worden. Hiervoor heb je schoon wasgoed nodig. De zorgvrager krijgt immers schoon ondergoed aan en je gebruikt washandjes en handdoeken om de zorgvrager te wassen en te drogen. Al het vuile wasgoed doe je in de wasmand en je sorteert het bij de waskar. Het vuile wasgoed wordt door een externe wasserij opgehaald en weer schoon afgeleverd. Of de was wordt binnen de instelling zelf gedaan. Ook binnen welzijnsinstellingen is er veel wasgoed. Bij kinderdagverblijven zijn er bedjes die moeten worden verschoond en kledingstukken die vuil zijn geworden. En er zijn washandjes, handdoeken en theedoeken. Ook op basisscholen wordt linnengoed gebruikt. Soms moeten de gordijnen in de was.

C

op

yr

ig ht

Je gaat de was verzorgen in een zorg- of welzijnsinstelling. Wat gebeurt er allemaal met het vuile wasgoed totdat het weer schoon op de afdeling komt?

Let op! Kun je de opdrachten niet volledig uitvoeren binnen jouw BPV-instelling? Overleg dan met je begeleider op school. Je gaat een verslag maken over de volgende onderdelen: • voorbereiding • uitvoering • reflectie.

50


BPV De was verzorgen in een instelling

8.2

Voorwaarde Voordat je met de voorbereiding begint, laat je eerst zien dat je kleine onderdelen van deze opdracht al voldoende beheerst. Dit doe je door minimaal drie vaardigheden als voldoende te laten aftekenen door je BPV-begeleider.

Opdracht 99: Aftekenlijst vaardigheden

tie

f

1. Bespreek met je BPV-begeleider welke drie vaardigheden je laat aftekenen. Je mag deze lijst samen met je BPV-begeleider aanvullen met vaardigheden die passen binnen deze opdracht. Datum uitvoering

Wasgoed sorteren Juiste wasmiddelen gebruiken

Droger bedienen

Ed u'

Wasmachine bedienen

Voldoende (paraaf)

Ac

Vaardigheid

Wasgoed ophangen Strijken

ig ht

Wasgoed opvouwen

Voorbereiding

op

8.3

yr

Wasgoed opruimen

C

Toolbox: Plan van aanpak op www.factor-e.nl

<

Opdracht 100: Plan van aanpak 1. Bekijk het plan van aanpak. Vul het plan van aanpak al zo veel mogelijk in. Sommige vragen kun je misschien pas volledig invullen aan het einde van de voorbereidingsfase. Bewaar je plan van aanpak en voeg alle latere documenten hieraan toe.

Opdracht 101: Vooronderzoek 1. Verdiep je in de volgende punten en maak hierover aantekeningen. a. Welke wensen en behoeftes heeft de zorgvrager bij het verzorgen van de was? Denk bijvoorbeeld aan: b. reparatie van kleding c. labels in kleding maken

51


Toolbox: Verslag op www.factor-e.nl

Opdracht 102: Verslag vooronderzoek

1. Verwerk je aantekeningen van het vooronderzoek (zie vorige opdracht) in een verslag. Zorg dat alle punten uit het vooronderzoek in het verslag aan bod komen. Vul ook je plan van aanpak aan.

Ed u'

<

Ac

tie

f

d. hoe omgegaan wordt met het wasgoed (sorteren, ernstig vervuild wasgoed, strijken, schoon wasgoed opbergen). e. Hoe houdt de instelling rekening met de wensen en behoeftes van de zorgvrager? f. Je verdiept je in de protocollen van de instelling voor het verzorgen van de was. Let op hoe je hygiĂŤnisch en veilig de was verzorgt, wat een goede werkhouding is, hoe je bij het wassen rekening houdt met het milieu en hoe je kostenbewust kunt werken. g. Je maakt een afspraak met de eindverantwoordelijke voor het wasproces binnen de instelling. h. Je maakt tien vragen voor het interview met de eindverantwoordelijke voor het wasproces binnen de instelling. En je neemt het interview af. i. Je maakt een afspraak voor een interview met een medewerker die verantwoordelijk is voor het verzorgen van het wasgoed. j. Je maakt tien vragen voor het interview met een medewerker die verantwoordelijk is voor het verzorgen van het wasgoed en je neemt het interview af. k. Je bekijkt of de inrichting van de linnenkamer of wasruimte ergonomisch is.

Opdracht 103: Contact BPV-begeleider

Uitvoering

yr

8.4

ig ht

1. Laat je plan van aanpak en het verslag van het vooronderzoek lezen aan je BPV-begeleider. 2. Bespreek wanneer je de opdracht gaat uitvoeren (inplannen). Daarbij gaat het om het maken van een werkplan voor het verzorgen van de was, het verzorgen van de was zelf gedurende drie dagen en het schrijven van een verslag daarover. Verwerk dit in je plan van aanpak. 3. Vraag goedkeuring aan je BPV-begeleider om te mogen starten met de uitvoering.

op

Je hebt je goed voorbereid. Nu ga je drie dagen meewerken met een medewerker die verantwoordelijk is voor het verzorgen van het wasgoed.

C

Toolbox: Werkplan op www.factor-e.nl

<

Opdracht 104: Werkplan uitvoering 1. Schrijf een werkplan voor het verzorgen van de was in een zorg- of welzijnsinstelling.

Opdracht 105: Contact BPV-begeleider 1. Laat je werkplan lezen aan je BPV-begeleider. 2. Vraag goedkeuring aan je BPV-begeleider om te mogen starten met het verzorgen van de was.

Opdracht 106: Uitvoering wasgoed verzorgen 1. Voer het verzorgen van de was uit volgens je werkplan. De werkzaamheden doe je gedurende drie dagen.

52


BPV De was verzorgen in een instelling

Toolbox: Verslag op www.factor-e.nl

<

Opdracht 107: Verslag uitvoering 1. Schrijf elke dag een kort verslag over de dag (minimaal een half A4’tje, maximaal één A4’tje). Kijk daarvoor in je werkplan. Komen de werkzaamheden overeen met je werkplan? Waarom wel of niet? Noteer dit in je verslag.

Opdracht 108: Contact BPV-begeleider 1. Laat je verslag van de uitvoering lezen aan je BPV-begeleider.

f

Reflectie

tie

8.5

Toolbox: Reflectieverslag op www.factor-e.nl

Ed u'

Ac

Je hebt nu ervaren hoe de was in een zorg- of welzijnsinstelling is georganiseerd. Je weet hoe je daarbij de richtlijnen van de instelling moet opvolgen, maar ook hoe je rekening kunt houden met wensen en behoeftes van de zorgvrager. En je weet hoe je bij het wassen rekening kunt houden met hygiëne, veiligheid, een goede werkhouding en het milieu.

Opdracht 109: Reflectieverslag

1. Schrijf een reflectieverslag over je ervaringen tijdens deze BPV-opdracht. 2. Laat het reflectieverslag lezen aan je BPV-begeleider.

<

Beoordeling

ig ht

8.6

Opdracht 110: Invullen beoordelingsformulier 1. Vul het beoordelingsformulier in onder de kolom ‘Student’.

yr

Opdracht 111: Contact BPV-begeleider

C

op

1. Vraag je BPV-begeleider om het beoordelingsformulier in te vullen onder de kolom ‘Beoordelaar’ en bij ‘Opmerkingen’. 2. Vraag jouw BPV-begeleider om twee tips en twee tops op te schrijven. 3. Vraag je BPV-begeleider om een ‘eindbeoordeling’. Daarvoor gelden de beoordelingscriteria die aan het eind van het formulier staan.

53


Beoordelingsformulier Naam student: Naam 1e beoordelaar: Naam 2e beoordelaar:

f

Beoordelaar

tie

Student O

G

Ac

Voorbereiding

V

De student maakt een plan van aanpak.

Ed u'

De student maakt een verslag vooronderzoek: • Hij doet dit volgens het document 'Hoe maak je een verslag?' • Het verslag bevat de punten uit het vooronderzoek. De student communiceert op een juiste manier met de BPV-begeleider over de uitvoering.

ig ht

Uitvoering

De student maakt een werkplan.

De student werkt volgens het werkplan.

C

op

yr

De student werkt volgens instructies en procedures: • volgens richtlijnen van de instelling • hygiënisch • veilig • ergonomisch • milieuvriendelijk • kostenbewust. De student zet materialen en middelen op de juiste manier in. De student houdt rekening met de wensen en behoeftes van de doelgroep. De student maakt een verslag uitvoering: • Hij doet dit volgens het document ‘Hoe maak je een verslag?’

54

O

V

G


BPV De was verzorgen in een instelling

Student O

V

Beoordelaar G

O

V

G

Reflectie De student maakt een verslag reflectie: • Hij doet dit volgens het document ‘Reflectieverslag’.

tie

Tops

Ac

Tips

Paraaf 1e beoordelaar:

Paraaf student:

Paraaf 2e beoordelaar:

Paraaf student:

ig ht

Datum:

Eindbeoordeling

Ed u'

Opmerkingen

Datum:

f

De student communiceert op een juiste manier met de BPV-begeleider over de beoordeling.

op

yr

Beoordelingscriteria voor de eindbeoordeling: Goed: Het verslag vooronderzoek en minimaal de helft bij de uitvoering moeten goed zijn en er mag nergens een onvoldoende als beoordeling staan. Voldoende: Het verslag vooronderzoek en de uitvoering moeten voldoende zijn. Onvoldoende: Bij het verslag vooronderzoek en de uitvoering is meer dan de helft onvoldoende.

C

8.7

Aandachts- en leerpunten

Opdracht 112: Nieuwe leerdoelen 1. Plan een gesprek met je begeleider op school. Tijdens dit gesprek bespreek je de BPV-opdracht. Formuleer je nieuwe leerdoelen aan de hand van de reflectie en de beoordeling. Verwerk deze in jouw reflectieverslag.

55


BPV Bedden of ledikanten opmaken

9.

Bedden of ledikanten opmaken Inleiding

tie

9.1

f

Beroepstaak 6 Bed opmaken

yr

ig ht

Ed u'

Ac

Tijdens je BPV zul je vaak te maken krijgen met het opmaken van bedden of ledikanten. Bij het opmaken van bedden werk je volgens de protocollen van de instelling of organisatie. Daarbij houd je zo veel mogelijk rekening met de wensen en behoeftes van de zorgvrager of het kind.

C

op

Je gaat in een zorginstelling bedden opmaken voor verschillende zorgvragers. Dat doe je zowel voor een zorgvrager die uit bed mag als voor een zorgvrager die bedlegerig is. Of je gaat bij een BPV in een welzijnsinstelling ledikanten opmaken.

9.2

Je gaat een verslag maken over de volgende onderdelen: • voorbereiding • uitvoering • reflectie.

Voorwaarde Voordat je met de voorbereiding begint, laat je eerst zien dat je kleine onderdelen van deze opdracht al voldoende beheerst. Dit doe je door minimaal drie vaardigheden als voldoende te laten aftekenen door je BPV-begeleider.

56


BPV Bedden of ledikanten opmaken

Opdracht 113: Aftekenlijst vaardigheden 1. Bespreek met je BPV-begeleider welke drie vaardigheden je laat aftekenen. Je mag deze lijst samen met je BPV-begeleider aanvullen met vaardigheden die passen binnen deze opdracht. Vaardigheid

Datum uitvoering

Voldoende (paraaf)

Bed/ledikant afhalen

Ed u'

Ledikant verschonen

tie

Bed verschonen van een zorgvrager die bedlegerig is

Ac

Bed verschonen van een zorgvrager die uit bed mag

f

Schoon beddengoed uit de linnenkast halen

Voorbereiding

Toolbox: Plan van aanpak op www.factor-e.nl

Opdracht 114: Plan van aanpak 1. Bekijk het plan van aanpak. Vul het plan van aanpak al zo veel mogelijk in. Sommige vragen kun je misschien pas volledig invullen aan het einde van de voorbereidingsfase. Bewaar je plan van aanpak en voeg alle latere documenten hieraan toe.

yr

<

ig ht

9.3

C

op

Opdracht 115: Vooronderzoek 1. Verdiep je in de volgende punten en maak hierover aantekeningen. a. Je verdiept je in de protocollen van de instelling voor het opmaken van bedden of ledikanten. b. Je maakt met je BPV-begeleider een afspraak voor een interview. c. Je maakt tien vragen voor een interview met je BPV-begeleider en je neemt het interview af. d. Doe jij je BPV-opdracht in een zorginstelling? Zo ja, verdiep je dan in de doelgroep. Welke behoeftes heeft de doelgroep als het gaat over het opmaken van een bed? Je verdiept je ook in de verschillende ziektebeelden. Welke komen voor op jouw afdeling en heeft dit gevolgen voor de manier waarop je bedden moet opmaken? e. Doe jij je BPV-opdracht in een welzijnsinstelling? Zo ja, verdiep je dan in wiegendood en een voorkeurshouding. Welke gevolgen heeft dit voor de manier waarop je een ledikant moet opmaken? Welke veiligheidsvoorschriften zijn er rondom het ledikant?

57


Toolbox: Verslag op www.factor-e.nl

<

Opdracht 116: Verslag vooronderzoek 1. Verwerk je aantekeningen van het vooronderzoek (zie vorige opdracht) in een verslag. Zorg dat alle punten uit het vooronderzoek in het verslag aan bod komen. Vul ook je plan van aanpak aan.

Opdracht 117: Contact BPV-begeleider

Uitvoering

Ed u'

9.4

Ac

tie

f

1. Laat je plan van aanpak en het verslag van het vooronderzoek lezen aan je BPV-begeleider. 2. Bespreek wanneer je de opdracht gaat uitvoeren (inplannen). Daarbij gaat het om het maken van een werkplan voor het opmaken van bedden of ledikanten, het opmaken van bedden of ledikanten zelf gedurende twee dagen en het schrijven van een verslag daarover. Verwerk dit in je plan van aanpak. 3. Vraag goedkeuring aan je BPV-begeleider om te mogen starten met de uitvoering.

Je hebt je goed voorbereid. Nu ga je twee dagen meewerken bij het opmaken van bedden of ledikanten. Let op! Als je in een zorginstelling werkt, maak je een bed op van een zorgvrager die uit bed mag én van een zorgvrager die bedlegerig is.

<

Opdracht 118: Werkplan uitvoering

1. Schrijf een werkplan voor het opmaken van bedden of ledikanten in een zorg- of welzijnsinstelling.

ig ht

Toolbox: Werkplan op www.factor-e.nl

Opdracht 119: Contact BPV-begeleider

yr

1. Laat je werkplan lezen aan je BPV-begeleider. 2. Vraag goedkeuring aan je BPV-begeleider om te mogen starten met het opmaken van bedden of ledikanten.

op

Opdracht 120: Uitvoering bedden of ledikanten opmaken

C

1. Voer het opmaken van bedden of ledikanten uit volgens je werkplan. De werkzaamheden doe je gedurende twee dagen.

Toolbox: Verslag op www.factor-e.nl

<

Opdracht 121: Verslag uitvoering 1. Schrijf elke dag een kort verslag over de dag (minimaal een half A4’tje, maximaal één A4’tje). Kijk daarvoor in je werkplan. Komen de werkzaamheden overeen met je werkplan? Waarom wel of niet? Noteer dit in je verslag.

Opdracht 122: Contact BPV-begeleider 1. Laat je verslag van de uitvoering lezen aan je BPV-begeleider.

58


BPV Bedden of ledikanten opmaken

9.5

Reflectie Je hebt nu ervaren hoe het opmaken van bedden of ledikanten in een instelling verloopt. En hoe je daarbij rekening kunt houden met de wensen en behoeftes van de zorgvrager of het kind. Ook weet je hoe je op de juiste manier bedden of ledikanten opmaakt. En hoe je bij het opmaken van bedden of ledikanten rekening kunt houden met hygiëne, veiligheid en een goede werkhouding.

f

Opdracht 123: Reflectieverslag 1. Schrijf een reflectieverslag over je ervaringen tijdens deze BPV-opdracht. 2. Laat het reflectieverslag lezen aan je BPV-begeleider.

tie

Toolbox: Reflectieverslag op www.factor-e.nl

Beoordeling

9.6

Ac

<

Ed u'

Opdracht 124: Invullen beoordelingsformulier

1. Vul het beoordelingsformulier in onder de kolom ‘Student’.

Opdracht 125: Contact BPV-begeleider

C

op

yr

ig ht

1. Vraag je BPV-begeleider om het beoordelingsformulier in te vullen onder de kolom ‘Beoordelaar’ en bij ‘Opmerkingen’. 2. Vraag jouw BPV-begeleider om twee tips en twee tops op te schrijven. 3. Vraag je BPV-begeleider om een ‘eindbeoordeling’. Daarvoor gelden de beoordelingscriteria die aan het eind van het formulier staan.

59


Beoordelingsformulier Naam student: Naam 1e beoordelaar: Naam 2e beoordelaar:

f

Beoordelaar

tie

Student O

G

Ac

Voorbereiding

V

De student maakt een plan van aanpak.

Ed u'

De student maakt een verslag vooronderzoek: • Hij doet dit volgens het document 'Hoe maak je een verslag?’ • Het verslag bevat de punten uit het vooronderzoek. De student communiceert op een juiste manier met de BPV-begeleider over de uitvoering.

ig ht

Uitvoering

De student maakt een werkplan.

De student werkt volgens het werkplan.

op

yr

De student werkt volgens instructies en procedures: • volgens richtlijnen van de instelling • hygiënisch • veilig • ergonomisch.

C

De student zet materialen en middelen op de juiste manier in.

De student houdt rekening met de wensen en behoeftes van: • een zorgvrager die uit bed mag • een zorgvrager die bedlegerig is • een kind. De student maakt een verslag uitvoering: • Hij doet dit volgens het document ‘Hoe maak je een verslag?’

60

O

V

G


BPV Bedden of ledikanten opmaken

Student O

V

Beoordelaar G

O

V

G

Reflectie De student maakt een verslag reflectie: • Hij doet dit volgens het document ‘Reflectieverslag’.

tie

Tops

Ac

Tips

Paraaf 1e beoordelaar:

Paraaf student:

Paraaf 2e beoordelaar:

Paraaf student:

ig ht

Datum:

Eindbeoordeling

Ed u'

Opmerkingen

Datum:

f

De student communiceert op een juiste manier met de BPV-begeleider over de beoordeling.

op

yr

Beoordelingscriteria voor de eindbeoordeling: Goed: Het verslag vooronderzoek en minimaal de helft bij de uitvoering moeten goed zijn en er mag nergens een onvoldoende als beoordeling staan. Voldoende: Het verslag vooronderzoek en de uitvoering moeten voldoende zijn. Onvoldoende: Bij het verslag vooronderzoek en de uitvoering is meer dan de helft onvoldoende.

C

9.7

Aandachts- en leerpunten

Opdracht 126: Nieuwe leerdoelen 1. Plan een gesprek met je begeleider op school. Tijdens dit gesprek bespreek je de BPV-opdracht. Formuleer je nieuwe leerdoelen aan de hand van de reflectie en de beoordeling. Verwerk deze in jouw reflectieverslag.

61


BPV Wassen en aan- en uitkleden in een zorginstelling

10.

Wassen en aan- en uitkleden in een zorginstelling

tie

Inleiding

Ac

10.1

f

Beroepstaak 7 Wassen en aan- en uitkleden

Ed u'

Zorgvragers in een instelling of in de thuiszorg hebben vaak hulp nodig bij het wassen en/of aan- en uitkleden. Als helpende ondersteun jij deze zorgvragers hierbij.

C

op

yr

ig ht

Je gaat zorgvragers helpen bij het wassen en aan- en uitkleden. Als het kan, help je mannen en vrouwen. Ook zorg je ervoor dat je die twee zorgvragers op twee verschillende manieren kunt wassen, bijvoorbeeld douchen en op bed wassen. Dit doe je volgens de protocollen van de instelling en volgens het persoonlijk zorgplan van de zorgvragers.

Je gaat een verslag maken over de volgende onderdelen: • voorbereiding • uitvoering • reflectie.

62


BPV Wassen en aan- en uitkleden in een zorginstelling

10.2

Voorwaarde Voordat je met de voorbereiding begint, laat je eerst zien dat je kleine onderdelen van deze opdracht al voldoende beheerst. Dit doe je door minimaal drie vaardigheden als voldoende te laten aftekenen door je BPV-begeleider.

Opdracht 127: Aftekenlijst vaardigheden

tie

f

1. Bespreek met je BPV-begeleider welke drie vaardigheden je laat aftekenen. Je mag deze lijst samen met je BPV-begeleider aanvullen met vaardigheden die passen binnen deze opdracht. Datum uitvoering

Wassen van een zorgvrager op bed

Voldoende (paraaf)

Ac

Vaardigheid

Wassen van een zorgvrager onder de douche

Ed u'

Helpen bij het uitkleden

Helpen bij het aankleden

ig ht

Steunkousen aandoen

Voorbereiding

yr

10.3

C

<

Opdracht 128: Plan van aanpak 1. Bekijk het plan van aanpak. Vul het plan van aanpak al zo veel mogelijk in. Sommige vragen kun je misschien pas volledig invullen aan het einde van de voorbereidingsfase. Bewaar je plan van aanpak en voeg alle latere documenten hieraan toe.

op

Toolbox: Plan van aanpak op www.factor-e.nl

Opdracht 129: Vooronderzoek 1. Verdiep je in de volgende punten en maak hierover aantekeningen. a. Je zoekt uit welke protocollen er zijn voor het wassen en aan- en uitkleden van zorgvragers. b. Bij welke doelgroep ga je deze opdracht uitvoeren (zoals ouderen, ouderen op een psychogeriatrische afdeling, zorgvragers met een verstandelijke beperking)? c. Wat is er speciaal aan het wassen en aan- en uitkleden van deze doelgroep? d. Wat kan de doelgroep nog zelf bij het wassen en aan- en uitkleden? e. Hoe kun je de zelfredzaamheid bij deze doelgroep stimuleren? f. Je kiest in overleg met je BPV-begeleider twee zorgvragers, als het kan een man en een vrouw.

63


g. Je zorgt dat je de twee zorgvragers op twee verschillende manieren kunt wassen, bijvoorbeeld douchen en op bed wassen. h. Welke materialen en middelen ga je gebruiken bij de verzorging? i. Je gaat in gesprek met de zorgvragers die je gaat verzorgen en vraagt wat hun wensen zijn. Bespreek ook wat ze nog zelf kunnen doen tijdens het wassen en aanen uitkleden. j. Je verdiept je in het zorgplan van de twee zorgvragers. k. Je verdiept je in de protocollen van de instelling voor het wassen en aan- en uitkleden van zorgvragers.

<

f

Opdracht 130: Verslag vooronderzoek 1. Verwerk je aantekeningen van het vooronderzoek (zie vorige opdracht) in een verslag. Zorg dat alle punten uit het vooronderzoek in het verslag aan bod komen. Vul ook je plan van aanpak aan.

Ac

Opdracht 131: Contact BPV-begeleider

tie

Toolbox: Verslag op www.factor-e.nl

Ed u'

1. Laat je plan van aanpak en het verslag van het vooronderzoek lezen aan je BPV-begeleider. 2. Bespreek wanneer je de opdracht gaat uitvoeren (inplannen). Daarbij gaat het om het maken van een werkplan voor het wassen en aan- en uitkleden van zorgvragers, het wassen en aan- en uitkleden zelf gedurende vier dagen en het schrijven van een verslag daarover. Verwerk dit in je plan van aanpak. 3. Vraag goedkeuring aan je BPV-begeleider om te mogen starten met de uitvoering.

Uitvoering

ig ht

10.4

Je hebt je goed voorbereid. Nu ga je gedurende vier dagen twee zorgvragers helpen met het wassen en aan- en uitkleden.

yr

Let op! Het gaat om een mannelijke ĂŠn een vrouwelijke zorgvrager. En om twee manieren van wassen, bijvoorbeeld bij de wastafel en onder de douche.

C

<

Opdracht 132: Werkplan uitvoering

op

Toolbox: Werkplan op www.factor-e.nl

1. Schrijf een werkplan voor het helpen met het wassen en aan- en uitkleden in een zorginstelling.

Opdracht 133: Contact BPV-begeleider 1. Laat je werkplan lezen aan je BPV-begeleider. 2. Vraag goedkeuring aan je BPV-begeleider om te mogen starten met het wassen en aan- en uitkleden van zorgvragers.

Opdracht 134: Uitvoering helpen met het wassen en aan- en uitkleden 1. Voer het wassen en aan- en uitkleden van zorgvragers uit volgens je werkplan. De werkzaamheden doe je gedurende vier dagen.

64


BPV Wassen en aan- en uitkleden in een zorginstelling

Toolbox: Verslag op www.factor-e.nl

<

Opdracht 135: Verslag uitvoering 1. Schrijf elke dag een kort verslag over de dag (minimaal een half A4’tje, maximaal één A4’tje). Kijk daarvoor in je werkplan. Komen de werkzaamheden overeen met je werkplan? Waarom wel of niet? Noteer dit in je verslag.

Opdracht 136: Contact BPV-begeleider 1. Laat je verslag van de uitvoering lezen aan je BPV-begeleider.

f

Reflectie

tie

10.5

Toolbox: Reflectieverslag op www.factor-e.nl

Ed u'

Ac

Je hebt nu ervaren hoe het wassen en aan- en uitkleden van verschillende zorgvragers verloopt in een zorginstelling. Jij weet hoe je daarbij de juiste middelen en materialen kiest. Ook weet je hoe je op de juiste manier een zorgvrager helpt bij het wassen en aan- en uitkleden. En hoe je bij het wassen en aan- en uitkleden rekening kunt houden met hygiëne, veiligheid, een goede werkhouding en de wensen en behoeftes van de zorgvrager.

Opdracht 137: Reflectieverslag

1. Schrijf een reflectieverslag over je ervaringen tijdens deze BPV-opdracht. 2. Laat het reflectieverslag lezen aan je BPV-begeleider.

<

Beoordeling

ig ht

10.6

Opdracht 138: Invullen beoordelingsformulier

yr

1. Vul het beoordelingsformulier in onder de kolom ‘Student’.

Opdracht 139: Contact BPV-begeleider

C

op

1. Vraag je BPV-begeleider om het beoordelingsformulier in te vullen onder de kolom ‘Beoordelaar’ en bij ‘Opmerkingen’. 2. Vraag jouw BPV-begeleider om twee tips en twee tops op te schrijven. 3. Vraag je BPV-begeleider om een ‘eindbeoordeling’. Daarvoor gelden de beoordelingscriteria die aan het eind van het formulier staan.

65


Beoordelingsformulier Naam student: Naam 1e beoordelaar:

tie

f

Naam 2e beoordelaar:

Student

Voorbereiding

De student maakt een plan van aanpak.

Ed u'

De student maakt een verslag vooronderzoek: • Hij doet dit volgens het document 'Hoe maak je een verslag?' • Het verslag bevat de punten uit het vooronderzoek.

ig ht

De student communiceert op een juiste manier met de BPV-begeleider over de uitvoering. Uitvoering

De student maakt een werkplan.

De student werkt volgens het werkplan.

C

op

yr

De student werkt volgens instructies en procedures: • volgens richtlijnen van de instelling • hygiënisch • veilig • ergonomisch. De student zet materialen en middelen op de juiste manier in.

De student houdt rekening met de wensen en behoeftes van: • mannelijke zorgvrager • vrouwelijke zorgvrager. De student maakt een verslag uitvoering: • Hij doet dit volgens het document ‘Hoe maak je een verslag?’

66

V

G

Ac

O

Beoordelaar O

V

G


BPV Wassen en aan- en uitkleden in een zorginstelling

Student O

V

Beoordeling G

O

V

G

Reflectie De student maakt een verslag reflectie: • Hij doet dit volgens het document ‘Reflectieverslag’.

tie

Tops

Ac

Tips

Paraaf 1e beoordelaar:

Paraaf student:

Paraaf 2e beoordelaar:

Paraaf student:

ig ht

Datum:

Eindbeoordeling

Ed u'

Opmerkingen

Datum:

f

De student communiceert op een juiste manier met de BPV-begeleider over de beoordeling.

op

yr

Beoordelingscriteria voor de eindbeoordeling: Goed: Het verslag vooronderzoek en minimaal de helft bij de uitvoering moeten goed zijn en er mag nergens een onvoldoende als beoordeling staan. Voldoende: Het verslag vooronderzoek en de uitvoering moeten voldoende zijn. Onvoldoende: Bij het verslag vooronderzoek en de uitvoering is meer dan de helft onvoldoende.

C

10.7

Aandachts- en leerpunten

Opdracht 140: Nieuwe leerdoelen 1. Plan een gesprek met je begeleider op school. Tijdens dit gesprek bespreek je de BPV-opdracht. Formuleer je nieuwe leerdoelen aan de hand van de reflectie en de beoordeling. Verwerk deze in jouw reflectieverslag.

67


BPV Een beautyverwendag of schminkdag organiseren

11.

Een beautyverwendag of schminkdag organiseren

tie

Inleiding

Ac

11.1

f

Beroepstaak 8 Het uiterlijk verzorgen

Ed u'

Veel zorgvragers in zorginstellingen vinden het fijn om lekker vertroeteld te worden. Ook kinderen of cliënten in een welzijnsinstelling houden ervan om lekker in de watten gelegd te worden.

yr

ig ht

Je gaat een beautyverwendag of een schminkdag organiseren. Het is de bedoeling dat de zorgvragers, kinderen of cliënten een leuke en gezellige ochtend of middag hebben en lekker verwend worden. Hiervoor mag je allerlei activiteiten verzinnen die te maken hebben met uiterlijke verzorging. Denk hierbij aan: • gezichtsverzorging • make-upverzorging • nagelverzorging • handmassage • schminken • haren verzorgen • kleding uitkiezen.

C

op

Bij het kiezen van activiteiten is het belangrijk om goed te letten op het budget.

Doe jij je BPV-opdracht in een zorginstelling? Je mag de beautyverwendag met drie medestudenten of collega’s voorbereiden of uitvoeren. Wanneer je samenwerkt met

68


BPV Een beautyverwendag of schminkdag organiseren

medestudenten of collega’s, is het minimale aantal zorgvragers zes. Wanneer je de activiteit alleen uitvoert, is het minimale aantal zorgvragers drie. Doe jij je BPV-opdracht in een welzijnsinstelling? Dan voer je de activiteit uit voor minimaal drie kinderen of cliënten.

Voorwaarde

Ac

11.2

tie

Je gaat een verslag maken over de volgende onderdelen: • voorbereiding • uitvoering • reflectie.

f

Voer de activiteit minimaal gedurende drie uur uit (een ochtend of middag).

Ed u'

Voordat je met de voorbereiding begint, laat je eerst zien dat je kleine onderdelen van deze opdracht al voldoende beheerst. Dit doe je door minimaal drie vaardigheden als voldoende te laten aftekenen door je BPV-begeleider.

Opdracht 141: Aftekenlijst vaardigheden

ig ht

1. Bespreek met je BPV-begeleider welke drie vaardigheden je laat aftekenen. Je mag deze lijst samen met je BPV-begeleider aanvullen met vaardigheden die passen binnen deze opdracht. Vaardigheid

Datum uitvoering

Voldoende (paraaf)

Haren kammen

yr

Nagels knippen of vijlen Nagels lakken

op

Bodylotion opbrengen Gezichtscrème opbrengen

C

Krulspelden zetten Kleding uitzoeken Make-up of schmink opbrengen

69


11.3

Voorbereiding

Toolbox: Plan van aanpak op www.factor-e.nl

<

Opdracht 142: Plan van aanpak 1. Bekijk het plan van aanpak. Vul het plan van aanpak al zo veel mogelijk in. Sommige vragen kun je misschien pas volledig invullen aan het einde van de voorbereidingsfase. Bewaar je plan van aanpak en voeg alle latere documenten hieraan toe.

f

Opdracht 143: Vooronderzoek

Opdracht 144: Verslag vooronderzoek 1. Verwerk je aantekeningen van het vooronderzoek (zie vorige opdracht) in een verslag. Zorg dat alle punten uit het vooronderzoek in het verslag aan bod komen. Vul ook je plan van aanpak aan.

yr

Toolbox: Verslag op www.factor-e.nl

ig ht

Ed u'

Ac

tie

1. Verdiep je in de volgende punten en maak hierover aantekeningen. a. Welke behoeftes heeft de doelgroep zorgvragers/cliënten als het gaat om uiterlijke verzorging? b. Wat zijn de mogelijkheden voor de doelgroep? Denk aan de zelfredzaamheid van zorgvragers/cliënten, maar ook aan die van kinderen. c. Je gaat in gesprek met de doelgroep en probeert erachter te komen welke onderdelen van de uiterlijke verzorging zij prettig en belangrijk vinden en welke wensen ze hebben. Ook vraag je welke materialen en middelen ze gewend zijn te gebruiken, waarvoor en waarom. Let daarbij op zaken als allergie. d. Welke eisen stelt de BPV-begeleider aan de beautyverwendag of schminkdag? Wat mag je wel doen en wat niet? Vraag of je begeleider ideeën en tips voor je heeft. Vraag ook hoeveel budget er is. e. Je verdiept je in de materialen en middelen die je kunt gebruiken. Wat is in de instelling aanwezig en wat moet je nog aanschaffen? f. Je verdiept je in de mogelijkheden voor uiterlijke verzorging. Je zoekt voorbeelden en protocollen die je kunt gebruiken. Denk daarbij ook aan richtlijnen voor hygiëne, veiligheid, ergonomie en milieu. g. Je bekijkt en beschrijft welke ruimte je kunt gebruiken voor de beautyverwendag of schminkdag. Je maakt een plattegrond van de ruimte.

op

<

C

Opdracht 145: Contact BPV-begeleider

11.4

1. Laat je plan van aanpak en het verslag van het vooronderzoek lezen aan je BPV-begeleider. 2. Bespreek wanneer je de opdracht gaat uitvoeren (inplannen). Daarbij gaat het om het maken van een werkplan voor de beautyverwendag of schminkdag, het uitvoeren van de dag zelf en het schrijven van een verslag daarover. Verwerk dit in je plan van aanpak. 3. Vraag goedkeuring aan je BPV-begeleider om te mogen starten met de uitvoering.

Uitvoering Je hebt je goed voorbereid. Nu ga je de beautyverwendag of schminkdag uitvoeren.

70


BPV Een beautyverwendag of schminkdag organiseren

Toolbox: Werkplan op www.factor-e.nl

<

Opdracht 146: Werkplan uitvoering 1. Schrijf een werkplan (toolbox) voor het uitvoeren van de beautyverwendag of schminkdag.

Opdracht 147: Contact BPV-begeleider 1. Laat je werkplan lezen aan je BPV-begeleider. 2. Vraag goedkeuring aan je BPV-begeleider om te mogen starten de verwendag.

Opdracht 148: Uitvoering beautyverwendag of schminkdag

Opdracht 149: Verslag uitvoering

1. Schrijf elke dag een kort verslag over de dag (minimaal een half A4’tje, maximaal één A4’tje). Kijk daarvoor in je werkplan. Komen de werkzaamheden overeen met je werkplan? Waarom wel of niet? Noteer dit in je verslag.

Ac

<

tie

Toolbox: Verslag op www.factor-e.nl

f

1. Voer de verwendag uit volgens je werkplan.

Opdracht 150: Contact BPV-begeleider

11.5

Reflectie

Ed u'

1. Laat je verslag van de uitvoering lezen aan je BPV-begeleider.

1. Schrijf een reflectieverslag over je ervaringen tijdens deze BPV-opdracht. 2. Laat het reflectieverslag lezen aan je BPV-begeleider.

op

<

Opdracht 151: Reflectieverslag

yr

Toolbox: Reflectieverslag op www.factor-e.nl

ig ht

Je hebt nu ervaren hoe het is om een beautyverwendag of schminkdag te organiseren en uit te voeren. Je weet hoe je daarbij de juiste middelen en materialen kiest. En hoe je bij de uitvoering rekening kunt houden met hygiëne, veiligheid, een goede werkhouding, het milieu, het budget en de wensen en behoeftes van de doelgroep.

C

11.6

Beoordeling Opdracht 152: Invullen beoordelingsformulier 1. Vul het beoordelingsformulier in onder de kolom ‘Student’.

Opdracht 153: Contact BPV-begeleider 1. Vraag je BPV-begeleider om het beoordelingsformulier in te vullen onder de kolom ‘Beoordelaar’ en bij ‘Opmerkingen’. 2. Vraag jouw BPV-begeleider om twee tips en twee tops op te schrijven. 3. Vraag je BPV-begeleider om een ‘eindbeoordeling’. Daarvoor gelden de beoordelingscriteria die aan het eind van het formulier staan.

71


Beoordelingsformulier Naam student: Naam 1e beoordelaar: Naam 2e beoordelaar:

f

Beoordelaar

tie

Student O

G

Ac

Voorbereiding

V

De student maakt een plan van aanpak.

Ed u'

De student maakt een verslag vooronderzoek: • Hij doet dit volgens het document 'Hoe maak je een verslag?' • Het verslag bevat de punten uit het vooronderzoek. De student communiceert op een juiste manier met de BPV-begeleider over de uitvoering.

ig ht

Uitvoering

De student maakt een werkplan.

De student werkt volgens het werkplan.

C

op

yr

De student werkt volgens instructies en procedures: • volgens richtlijnen van de instelling • hygiënisch • veilig • ergonomisch • milieuvriendelijk • kostenbewust. De student zet materialen en middelen op de juiste manier in.

De student houdt rekening met de wensen, behoeftes en zelfredzaamheid van: • zorgvragers • kinderen • cliënten. De student maakt een verslag uitvoering: • Hij doet dit volgens het document ‘Hoe maak je een verslag?’

72

O

V

G


BPV Een beautyverwendag of schminkdag organiseren

Student O

V

Beoordeling G

O

V

G

Reflectie De student maakt een verslag reflectie: • Hij doet dit volgens het document ‘Reflectieverslag’.

tie Ac

Tips

Paraaf 1e beoordelaar:

Paraaf student:

Paraaf 2e beoordelaar:

Paraaf student:

ig ht

Datum:

Ed u'

Opmerkingen

Datum:

f

De student communiceert op een juiste manier met de BPV-begeleider over de beoordeling.

op

yr

Beoordelingscriteria voor de eindbeoordeling: Goed: Het verslag vooronderzoek en minimaal de helft bij de uitvoering moeten goed zijn en er mag nergens een onvoldoende als beoordeling staan. Voldoende: Het verslag vooronderzoek en de uitvoering moeten voldoende zijn. Onvoldoende: Bij het verslag vooronderzoek en de uitvoering is meer dan de helft onvoldoende.

C

11.7

Aandachts- en leerpunten

Opdracht 154: Nieuwe leerdoelen 1. Plan een gesprek met je begeleider op school. Tijdens dit gesprek bespreek je de BPV-opdracht. Formuleer je nieuwe leerdoelen aan de hand van de reflectie en de beoordeling. Verwerk deze in jouw reflectieverslag.

73


BPV Voor drie werkdagen een werkplanning maken

12.

Voor drie werkdagen een werkplanning maken

tie

Inleiding

Ac

12.1

f

Beroepstaak 9 Werkplanning maken

ig ht

Ed u'

Wanneer je als helpende aan het werk gaat, zul je allerlei werkzaamheden tegenkomen, zoals helpen bij de verzorging, helpen bij de maaltijd en de ruimte netjes achterlaten. Voor een zorgvrager, kind of cliënt is het prettig om te weten wat er elke dag gaat gebeuren. Ook is het voor jou als helpende handig om overzicht te houden én om niets te vergeten. Daarom is het verstandig om een werkplanning te maken.

C

op

yr

Je gaat voor drie dagen een werkplanning maken op jouw BPV-instelling. Ga hierbij uit van je vaste taken, maar houd wel rekening met extra dingen die op de planning staan. Bijvoorbeeld een doktersbezoek van de zorgvrager of de verjaardag van een kind. Omdat niet elke dag hetzelfde is, maak je voor elke dag een nieuwe werkplanning. Je maakt je planning aan de hand van de drie stappen van methodisch werken: voorbereiden, uitvoeren en evalueren. Zorg dat de planning duidelijk is en voer daarna je taken uit. Houd je hierbij goed aan de gemaakte werkplanning, maar houd ook rekening met onvoorziene situaties. Het kan zijn dat je flexibel met je werkplanning moet omgaan. Je gaat een verslag maken over de volgende onderdelen: • voorbereiding • uitvoering • reflectie.

74


BPV Voor drie werkdagen een werkplanning maken

12.2

Voorwaarde Voordat je met de voorbereiding begint, laat je eerst zien dat je kleine onderdelen van deze opdracht al voldoende beheerst. Dit doe je door minimaal drie vaardigheden als voldoende te laten aftekenen door je BPV-begeleider.

Opdracht 155: Aftekenlijst vaardigheden

tie

f

1. Bespreek met je BPV-begeleider welke drie vaardigheden je laat aftekenen. Je mag deze lijst samen met je BPV-begeleider aanvullen met vaardigheden die passen binnen deze opdracht. Datum uitvoering

Ondersteunt bij activiteiten Ondersteunt bij opruimen

Ed u'

Ondersteunt bij eten/drinken

Voldoende (paraaf)

Ac

Vaardigheid

12.3

Voorbereiding

Opdracht 156: Plan van aanpak

yr

Toolbox: Plan van aanpak op www.factor-e.nl

1. Bekijk het plan van aanpak. Vul het plan van aanpak al zo veel mogelijk in. Sommige vragen kun je misschien pas volledig invullen aan het einde van de voorbereidingsfase. Bewaar je plan van aanpak en voeg alle latere documenten hieraan toe.

op

<

ig ht

Ondersteunt bij ADL

C

Opdracht 157: Vooronderzoek 1. Verdiep je in de volgende punten en maak hierover aantekeningen. a. Je verdiept je in alle taken of activiteiten die deze drie dagen gedaan moeten worden door jou en je collega's. Welke taken of activiteiten zou jij kunnen doen? Hoe zou je de zorgvragers, kinderen of cliĂŤnten hierbij kunnen betrekken? b. Je verdiept je in de doelgroep, bijvoorbeeld in hun wensen en behoeftes. c. Je kijkt in het zorg-, leef- of activiteitenplan of daarin dingen staan waarmee jij rekening moet houden. d. Je verdiept je in de regels en protocollen van de instelling. e. Je verdiept je in middelen en materialen die je kunt gebruiken bij de taken en activiteiten.

75


f.

Toolbox: Verslag op www.factor-e.nl

<

Welke eisen stelt jouw BPV-begeleider aan de taken of activiteiten die jij moet uitvoeren? Wat mag je wel en niet doen? Hoeveel tijd mag je aan de verschillende taken of activiteiten besteden?

Opdracht 158: Verslag vooronderzoek 1. Verwerk je aantekeningen van het vooronderzoek (zie vorige opdracht) in een verslag. Zorg dat alle punten uit het vooronderzoek in het verslag aan bod komen. Vul ook je plan van aanpak aan.

f

Opdracht 159: Contact BPV-begeleider

Ed u'

Ac

tie

1. Laat je plan van aanpak en het verslag van het vooronderzoek lezen aan je BPV-begeleider. 2. Bespreek wanneer je de opdracht gaat uitvoeren (inplannen). Daarbij gaat het om het maken van een werkplan voor het maken van een werkplanning met taken of activiteiten, het uitvoeren van de werkplanning zelf gedurende drie dagen en het schrijven van een verslag daarover. Verwerk dit in je plan van aanpak. 3. Vraag goedkeuring aan je BPV-begeleider om te mogen starten met de uitvoering.

12.4

Uitvoering

Toolbox: Werkplan op www.factor-e.nl

Opdracht 160: Werkplan uitvoering 1. Schrijf een werkplan voor jouw taken of activiteiten voor drie dagen in een zorgof welzijnsinstelling. De werkplanning is een heel belangrijk onderdeel van deze opdracht. Denk bij de planning aan de drie stappen van methodisch werken: voorbereiden, uitvoeren en evalueren.

yr

<

ig ht

Je hebt je goed voorbereid. Nu ga je gedurende drie dagen taken of activiteiten uitvoeren volgens je werkplanning.

Opdracht 161: Contact BPV-begeleider

C

op

1. Laat je werkplan lezen aan je BPV-begeleider. 2. Vraag goedkeuring aan je BPV-begeleider om te mogen starten met taken of activiteiten voor drie dagen volgens jouw werkplanning.

Toolbox: Verslag op www.factor-e.nl

<

76

Opdracht 162: Uitvoering taken of activiteiten volgens werkplanning 1. Voer de taken of activiteiten uit volgens je werkplan. Let speciaal op jouw werkplanning! De taken en activiteiten doe je gedurende drie dagen.

Opdracht 163: Verslag uitvoering 1. Schrijf elke dag een kort verslag over de dag (minimaal een half A4’tje, maximaal één A4’tje). Kijk daarvoor in jouw werkplan en werkplanning. Komen de taken en activiteiten overeen met je werkplan? Heb je je aan je werkplanning kunnen houden? Waarom wel of niet? Noteer dit in je verslag.


BPV Voor drie werkdagen een werkplanning maken

Opdracht 164: Contact BPV-begeleider 1. Laat je verslag van de uitvoering lezen aan je BPV-begeleider.

12.5

Reflectie

Ac

tie

f

Je hebt drie verschillende werkplanningen gemaakt en je hebt daarna je taken of activiteiten uitgevoerd in een zorg- of welzijnsinstelling. Nu ga je evalueren. Je kijkt of alles is gegaan zoals je had gepland. • Wat ging goed of minder goed? • Kon jij je aan je planning houden? • Waarom wel of niet? • Welke onvoorziene situaties hebben zich voorgedaan? • Hoe ben je daarmee omgegaan? • Wat kun je in de toekomst verbeteren?

Toolbox: Reflectieverslag op www.factor-e.nl

Ed u'

Deze vragen verwerk je in je reflectieverslag.

Opdracht 165: Reflectieverslag

1. Schrijf een reflectieverslag over je ervaringen tijdens deze BPV-opdracht. 2. Laat het reflectieverslag lezen aan je BPV-begeleider.

<

Beoordeling

ig ht

12.6

Opdracht 166: Invullen beoordelingsformulier

yr

1. Vul het beoordelingsformulier in onder de kolom ‘Student’.

Opdracht 167: Contact BPV-begeleider

C

op

1. Vraag je BPV-begeleider om het beoordelingsformulier in te vullen onder de kolom ‘Beoordelaar’ en bij ‘Opmerkingen’. 2. Vraag jouw BPV-begeleider om twee tips en twee tops op te schrijven. 3. Vraag je BPV-begeleider om een ‘eindbeoordeling’. Daarvoor gelden de beoordelingscriteria die aan het eind van het formulier staan.

77


Beoordelingsformulier Naam student: Naam 1e beoordelaar: Naam 2e beoordelaar:

f

Beoordelaar

tie

Student O

G

Ac

Voorbereiding

V

De student maakt een plan van aanpak.

Ed u'

De student maakt een verslag vooronderzoek: • Hij doet dit volgens het document 'Hoe maak je een verslag?' • Het verslag bevat de punten uit het vooronderzoek. De student communiceert op een juiste manier met de BPV-begeleider over de uitvoering.

ig ht

Uitvoering

De student maakt een werkplan met een duidelijke werkplanning. De student werkt volgens het werkplan en de werkplanning.

yr

De student werkt volgens instructies en procedures van de instelling.

C

op

De student zet materialen en middelen op de juiste manier in. De student houdt rekening met de wensen en behoeftes van de zorgvrager. De student is flexibel en houdt rekening met onvoorziene situaties.

De student maakt een verslag uitvoering: • Hij doet dit volgens het document ‘Hoe maak je een verslag?’

78

O

V

G


BPV Voor drie werkdagen een werkplanning maken

Student O

V

Beoordelaar G

O

V

G

Reflectie De student maakt een verslag reflectie: • Hij doet dit volgens het document ‘Reflectieverslag’.

tie

Tops

Ac

Tips

Paraaf 1e beoordelaar:

Paraaf student:

Paraaf 2e beoordelaar:

Paraaf student:

ig ht

Datum:

Opmerkingen

Ed u'

Opmerkingen

Datum:

f

De student communiceert op een juiste manier met de BPV-begeleider over de beoordeling.

op

yr

Beoordelingscriteria voor de eindbeoordeling: Goed: Het verslag vooronderzoek en minimaal de helft bij de uitvoering moeten goed zijn en er mag nergens een onvoldoende als beoordeling staan. Voldoende: Het verslag vooronderzoek en de uitvoering moeten voldoende zijn. Onvoldoende: Bij het verslag vooronderzoek en de uitvoering is meer dan de helft onvoldoende.

C

12.7

Aandachts- en leerpunten

Opdracht 168: Nieuwe leerdoelen 1. Plan een gesprek met je begeleider op school. Tijdens dit gesprek bespreek je de BPV-opdracht. Formuleer je nieuwe leerdoelen aan de hand van de reflectie en de beoordeling. Verwerk deze in jouw reflectieverslag.

79


BPV Het bereiden en opdienen van maaltijden

13.

Het bereiden en opdienen van maaltijden Inleiding

Ac

13.1

tie

f

Beroepstaak 10 Ondersteuning bieden bij het bereiden van de maaltijd

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Tijdens je werk als helpende zul je regelmatig de doelgroep ondersteunen bij het bereiden en opdienen van de maaltijd. Of je moet zelf de maaltijd bereiden, afhankelijk van de zelfredzaamheid van de doelgroep. Daarbij werk je met de protocollen van de instelling waarvoor je werkt. Natuurlijk houd je zo veel mogelijk rekening met de wensen, behoeftes en mogelijkheden van zorgvragers, kinderen of cliënten.

Jij gaat meewerken met het bereiden en opdienen van maaltijden in een zorg- of welzijnsinstelling. Je verdiept je in drie diëten en voedingsvoorschriften waarmee je in de instelling te maken krijgt. Als er geen diëten voorkomen bij jouw BPV-instelling, zoek je informatie over drie diëten die kunnen voorkomen bij jouw doelgroep. Je gaat een verslag maken over de volgende onderdelen: • voorbereiding • uitvoering • reflectie.

80


BPV Het bereiden en opdienen van maaltijden

13.2

Voorwaarde Voordat je met de voorbereiding begint, laat je eerst zien dat je kleine onderdelen van deze opdracht al voldoende beheerst. Dit doe je door minimaal drie vaardigheden als voldoende te laten aftekenen door je BPV-begeleider.

Opdracht 169: Aftekenlijst vaardigheden

tie

f

1. Bespreek met je BPV-begeleider welke drie vaardigheden je laat aftekenen. Je mag deze lijst samen met je BPV-begeleider aanvullen met vaardigheden die passen binnen deze opdracht. Datum uitvoering

Helpen bij tafel dekken

Maaltijd bijwonen

Ed u'

Helpen bij brood smeren

Voldoende (paraaf)

Ac

Vaardigheid

Helpen bij het afruimen

Afwassen of vaatwasser inruimen

Menu samenstellen voor een week

Voorbereiding

op

13.3

yr

ig ht

Helpen bij koken

C

Toolbox: Plan van aanpak op www.factor-e.nl

<

Opdracht 170: Plan van aanpak 1. Bekijk het plan van aanpak. Vul het plan van aanpak al zo veel mogelijk in. Sommige vragen kun je misschien pas volledig invullen aan het einde van de voorbereidingsfase. Bewaar je plan van aanpak en voeg alle latere documenten hieraan toe.

Opdracht 171: Vooronderzoek 1. a. b. c. d.

Verdiep je in de volgende punten en maak hierover aantekeningen. Welke wensen heeft de doelgroep in het algemeen ten aanzien van de maaltijd? Welke diĂŤten komen voor bij de instelling? Welke voedingsvoorschriften zijn er bij de instelling? Je zoekt uit hoe de instelling kookt (gekoppeld of ontkoppeld of op de afdeling zelf). e. Je zoekt uit waarom de instelling volgens die manier kookt.

81


Je verdiept je in de protocollen van de instelling voor het bereiden en opdienen van maaltijden en verwerkt deze in je plan van aanpak bij 'Hulpmiddelen'. g. Je zoekt uit hoe de zorgvragers, kinderen of cliënten eten (alleen of in een groep). h. Je zoekt uit welke maaltijden gegeten worden in de instelling. i. Je overlegt met je BPV-begeleider welke maaltijd jij zou kunnen verzorgen. j. Je gaat in gesprek met minimaal drie zorgvragers of cliënten en vraagt ze naar de wensen en eventuele diëten. k. Je maakt een afspraak met een collega voor een interview over drie verschillende diëten en voedingsvoorschriften. l. Je maakt minimaal tien vragen die je wilt gaan stellen over de diëten en voedingsvoorschriften en je neemt het interview af.

1. Verwerk je aantekeningen van het vooronderzoek (zie vorige opdracht) in een verslag. Zorg dat alle punten uit het vooronderzoek in het verslag aan bod komen. Vul ook je plan van aanpak aan.

Ac

<

Opdracht 172: Verslag vooronderzoek

tie

Toolbox: Verslag op www.factor-e.nl

f

f.

Opdracht 173: Contact BPV-begeleider

ig ht

Ed u'

1. Laat je plan van aanpak en het verslag van het vooronderzoek lezen aan je BPV-begeleider. 2. Bespreek wanneer je de opdracht gaat uitvoeren (inplannen). Daarbij gaat het om het maken van een werkplan voor het bereiden en opdienen van maaltijden, het bereiden en opdienen zelf gedurende drie dagen en het schrijven van een verslag daarover. Verwerk dit in je plan van aanpak. 3. Vraag goedkeuring aan je BPV-begeleider om te mogen starten met de uitvoering.

13.4

Uitvoering

yr

Je hebt je goed voorbereid. Nu ga je drie dagen meewerken bij het bereiden en opdienen van de maaltijden.

C

<

Opdracht 174: Werkplan uitvoering

op

Toolbox: Werkplan op www.factor-e.nl

1. Schrijf een werkplan voor het bereiden en opdienen van maaltijden in een zorg- of welzijnsinstelling.

Opdracht 175: Contact BPV-begeleider 1. Laat je werkplan lezen aan je BPV-begeleider. 2. Vraag goedkeuring aan je BPV-begeleider om te mogen starten met het bereiden en opdienen van maaltijden.

Opdracht 176: Uitvoering van het bereiden en opdienen van maaltijden 1. Voer het bereiden en opdienen van maaltijden uit volgens je werkplan. De werkzaamheden doe je gedurende drie dagen.

82


BPV Het bereiden en opdienen van maaltijden

Toolbox: Verslag op www.factor-e.nl

<

Opdracht 177: Verslag uitvoering 1. Schrijf elke dag een kort verslag over de dag (minimaal een half A4’tje, maximaal één A4’tje). Kijk daarvoor in jouw werkplan. Komen de werkzaamheden overeen met je werkplan? Waarom wel of niet? Noteer dit in je verslag.

Opdracht 178: Contact BPV-begeleider 1. Laat je verslag van de uitvoering lezen aan je BPV-begeleider.

f

Reflectie

tie

13.5

Opdracht 179: Reflectieverslag

1. Schrijf een reflectieverslag over je ervaringen tijdens deze BPV-opdracht. 2. Laat het reflectieverslag lezen aan je BPV-begeleider.

Ed u'

Toolbox: Reflectieverslag op www.factor-e.nl

Ac

Je hebt nu ervaren hoe het bereiden en opdienen van maaltijden in een zorg- of welzijnsinstelling verloopt. Ook weet je welke diëten en voedingsvoorschriften je in je werk als helpende kunt tegenkomen.

<

Beoordeling

13.6

ig ht

Opdracht 180: Invullen beoordelingsformulier 1. Vul het beoordelingsformulier in onder de kolom ‘Student’.

Opdracht 181: Contact BPV-begeleider

C

op

yr

1. Vraag je BPV-begeleider om het beoordelingsformulier in te vullen onder de kolom ‘Beoordelaar’ en bij ‘Opmerkingen’. 2. Vraag jouw BPV-begeleider om twee tips en twee tops op te schrijven. 3. Vraag je BPV-begeleider om een ‘eindbeoordeling’. Daarvoor gelden de beoordelingscriteria die aan het eind van het formulier staan.

83


Beoordelingsformulier Naam student: Naam 1e beoordelaar: Naam 2e beoordelaar:

f

Beoordelaar

tie

Student O

G

Ac

Voorbereiding

V

De student maakt een plan van aanpak.

Ed u'

De student maakt een verslag vooronderzoek: • Hij doet dit volgens het document 'Hoe maak je een verslag?' • Het verslag bevat de punten uit het vooronderzoek. De student communiceert op een juiste manier met de BPV-begeleider over de uitvoering.

ig ht

Uitvoering

De student maakt een werkplan.

De student werkt volgens het werkplan.

C

op

yr

De student werkt volgens instructies en procedures: • volgens richtlijnen van de instelling • hygiënisch • veilig • ergonomisch • milieuvriendelijk • kostenbewust. De student zet materialen en middelen op de juiste manier in. De student houdt rekening met de wensen, behoeftes en zelfredzaamheid van de zorgvrager, het kind of de cliënt. De student maakt een verslag uitvoering: • Hij doet dit volgens het document ‘Hoe maak je een verslag?’

84

O

V

G


BPV Het bereiden en opdienen van maaltijden

Student O

V

Beoordelaar G

O

V

G

Reflectie De student maakt een verslag reflectie: • Hij doet dit volgens het document ‘Reflectieverslag’.

tie

Tops

Ac

Tips

Paraaf 1e beoordelaar:

Paraaf student:

Paraaf 2e beoordelaar:

Paraaf student:

ig ht

Datum:

Eindbeoordeling

Ed u'

Opmerkingen

Datum:

f

De student communiceert op een juiste manier met de BPV-begeleider over de beoordeling.

op

yr

Beoordelingscriteria voor de eindbeoordeling: Goed: Het verslag vooronderzoek en minimaal de helft bij de uitvoering moeten goed zijn en er mag nergens een onvoldoende als beoordeling staan. Voldoende: Het verslag vooronderzoek en de uitvoering moeten voldoende zijn. Onvoldoende: Bij het verslag vooronderzoek en de uitvoering is meer dan de helft onvoldoende.

C

13.7

Aandachts- en leerpunten

Opdracht 182: Nieuwe leerdoelen 1. Plan een gesprek met je begeleider op school. Tijdens dit gesprek bespreek je de BPV-opdracht. Formuleer je nieuwe leerdoelen aan de hand van de reflectie en de beoordeling. Verwerk deze in jouw reflectieverslag.

85


BPV Zorgvrager verplaatsen en bewegen

14.

Zorgvrager verplaatsen en bewegen

tie

Inleiding

Ac

14.1

f

Beroepstaak 11 Zorgvrager verplaatsen en bewegen

Ed u'

Als helpende zul je hulp moeten bieden bij het verplaatsen en zul je moeten helpen bij het bewegen. In zorginstellingen gaat het om zorgvragers die vaak hulp nodig hebben. In welzijnsinstellingen zul je kleine kinderen helpen bij het verplaatsen (tillen) en bewegen. Dit maakt het werk soms zwaar. Daarom is het belangrijk dat je leert hoe je dit ergonomisch doet. Daarbij werk je met protocollen van de instelling waarvoor je werkt. Je bent op de hoogte van hulpmiddelen die het verplaatsen en bewegen makkelijker kunnen maken.

C

op

yr

ig ht

Je gaat meedraaien bij het ondersteunen bij het verplaatsen en bewegen. Ook maak je een veilige wandeling met een zorgvrager of met een kindje. Dit kan binnen of buiten.

Je gaat een verslag maken over de volgende onderdelen: • voorbereiding • uitvoering • reflectie.

86


BPV Zorgvrager verplaatsen en bewegen

14.2

Voorwaarde Voordat je met de voorbereiding begint, laat je eerst zien dat je kleine onderdelen van deze opdracht al voldoende beheerst. Dit doe je door minimaal drie vaardigheden als voldoende te laten aftekenen door je BPV-begeleider.

Opdracht 183: Aftekenlijst vaardigheden

tie

f

1. Bespreek met je BPV-begeleider welke drie vaardigheden je laat aftekenen. Je mag deze lijst samen met je BPV-begeleider aanvullen met vaardigheden die passen binnen deze opdracht. Datum uitvoering

In of uit de (kinder)stoel helpen

Voldoende (paraaf)

Ac

Vaardigheid

Wandelen met een zorgvrager, binnen of buiten

Ed u'

In of uit bed helpen

Meehelpen bij het gebruik van een tillift (passief of actief) Bij de toiletgang helpen

Begeleiden naar de fysiotherapie

ig ht

Begeleiden naar de ergotherapie

op

yr

Een kind op de commode tillen

C

14.3

Toolbox: Plan van aanpak op www.factor-e.nl

<

Voorbereiding

Opdracht 184: Plan van aanpak 1. Bekijk het plan van aanpak. Vul het plan van aanpak al zo veel mogelijk in. Sommige vragen kun je misschien pas volledig invullen aan het einde van de voorbereidingsfase. Bewaar je plan van aanpak en voeg alle latere documenten hieraan toe.

Opdracht 185: Vooronderzoek 1. Verdiep je in de volgende punten en maak hierover aantekeningen. a. Je beschrijft de doelgroep waarbij je deze opdracht gaat uitvoeren. b. Wat zijn de bijzonderheden van deze doelgroep bij het verplaatsen en bewegen?

87


c. d. e. f. g.

Toolbox: Verslag op www.factor-e.nl

tie

Opdracht 186: Verslag vooronderzoek

1. Verwerk je aantekeningen van het vooronderzoek (zie vorige opdracht) in een verslag. Zorg dat alle punten uit het vooronderzoek in het verslag aan bod komen. Vul ook je plan van aanpak aan.

Ed u'

<

Ac

i. j.

f

h.

Welke problemen met verplaatsen en bewegen komen voor bij de zorgvragers bij jouw BPV-instelling? Je noemt minimaal zes hulpmiddelen die in jouw BPV-instelling gebruikt worden bij het verplaatsen en bewegen. Je zoekt nog drie andere hulpmiddelen op die ook gebruikt zouden kunnen worden. Je verdiept je in de protocollen/regels van de instelling voor het verplaatsen en bewegen. Je leest deze protocollen/regels door en vraagt een collega of hij zich hieraan kan houden. Je kijkt bij jouw BPV-instelling of zorgvragers en verzorgend personeel zich veilig kunnen verplaatsen. Wat vind jij veilig en wat vind jij niet veilig? Je maakt een afspraak voor een interview met een collega. Je maakt vijf vragen voor het interview met de collega over wat deze collega doet om ergonomisch te werken en zodoende bijvoorbeeld rugklachten te voorkomen. En je neemt het interview af.

Opdracht 187: Contact BPV-begeleider

Uitvoering

yr

14.4

ig ht

1. Laat je plan van aanpak en het verslag van het vooronderzoek lezen aan je BPV-begeleider. 2. Bespreek wanneer je de opdracht gaat uitvoeren (inplannen). Daarbij gaat het om het maken van een werkplan voor het ondersteunen bij het verplaatsen en bewegen, het ondersteunen bij het verplaatsen en bewegen zelf gedurende drie dagen en het schrijven van een verslag daarover. Verwerk dit in je plan van aanpak. 3. Vraag goedkeuring aan je BPV-begeleider om te mogen starten met de uitvoering.

C

op

Je hebt je goed voorbereid. Nu ga je drie dagen meewerken bij het ondersteunen bij het verplaatsen en bewegen van zorgvragers of kinderen. Maak ook – binnen of buiten – bij een veilige wandeling met een zorgvrager of een kind.

Toolbox: Werkplan op www.factor-e.nl

<

Opdracht 188: Werkplan uitvoering 1. Schrijf een werkplan voor het ondersteunen bij het verplaatsen en bewegen van zorgvragers of kinderen in een zorg- of welzijnsinstelling.

Opdracht 189: Contact BPV-begeleider 1. Laat je werkplan lezen aan je BPV-begeleider. 2. Vraag goedkeuring aan je BPV-begeleider om te mogen starten met het ondersteunen bij het verplaatsen en bewegen van zorgvragers of kinderen.

88


BPV Zorgvrager verplaatsen en bewegen

Opdracht 190: Uitvoering ondersteunen bij verplaatsen en bewegen 1. Je gaat meedraaien bij het ondersteunen bij het verplaatsen en bewegen. Ook maak je een veilige wandeling met een zorgvrager of met een kindje. De werkzaamheden doe je gedurende drie dagen. Toolbox: Verslag op www.factor-e.nl

<

Opdracht 191: Verslag uitvoering 1. Schrijf elke dag een kort verslag over de dag (minimaal een half A4’tje, maximaal één A4’tje). Kijk daarvoor in jouw werkplan. Komen de werkzaamheden overeen met je werkplan? Waarom wel of niet? Noteer dit in je verslag.

tie

f

Opdracht 192: Contact BPV-begeleider

14.5

Ac

1. Laat je verslag van de uitvoering lezen aan je BPV-begeleider.

Reflectie

Toolbox: Reflectieverslag op www.factor-e.nl

Opdracht 193: Reflectieverslag

1. Schrijf een reflectieverslag over je ervaringen tijdens deze BPV-opdracht. 2. Laat het reflectieverslag lezen aan je BPV-begeleider.

ig ht

<

Ed u'

Je hebt nu ervaren hoe het ondersteunen van zorgvragers of kinderen bij het verplaatsen en bewegen in een instelling verloopt. Ook weet je welke hulpmiddelen je in je werk als helpende kunt tegenkomen en hoe je die hulpmiddelen kunt gebruiken.

Beoordeling

14.6

yr

Opdracht 194: Invullen beoordelingsformulier

op

1. Vul het beoordelingsformulier in onder de kolom ‘Student’.

C

Opdracht 195: Contact BPV-begeleider 1. Vraag je BPV-begeleider om het beoordelingsformulier in te vullen onder de kolom ‘Beoordelaar’ en bij ‘Opmerkingen’. 2. Vraag jouw BPV-begeleider om twee tips en twee tops op te schrijven. 3. Vraag je BPV-begeleider om een ‘eindbeoordeling’. Daarvoor gelden de beoordelingscriteria die aan het eind van het formulier staan.

89


Beoordelingsformulier Naam student: Naam 1e beoordelaar: Naam 2e beoordelaar:

f

Beoordelaar

tie

Student O

G

Ac

Voorbereiding

V

De student maakt een plan van aanpak.

Ed u'

De student maakt een verslag vooronderzoek: • Hij doet dit volgens het document 'Hoe maak je een verslag?' • Het verslag bevat de punten uit het vooronderzoek. De student communiceert op een juiste manier met de BPV-begeleider over de uitvoering.

ig ht

Uitvoering

De student maakt een werkplan.

De student werkt volgens het werkplan.

op

yr

De student werkt volgens instructies en procedures: • volgens de richtlijnen van de instelling • veilig • ergonomisch.

C

De student zet materialen en middelen op de juiste manier in. De student houdt rekening met de wensen en behoeftes van de zorgvrager. De student gaat respectvol om met de zorgvrager en luistert met aandacht.

De student maakt een verslag uitvoering: • Hij doet dit volgens het document ‘Hoe maak je een verslag?’

90

O

V

G


BPV Zorgvrager verplaatsen en bewegen

Student O

V

Beoordelaar G

O

V

G

Reflectie De student maakt een verslag reflectie: • Hij doet dit volgens het document ‘Reflectieverslag’.

tie

Tops

Ac

Tips

Paraaf 1e beoordelaar:

Paraaf student:

Paraaf 2e beoordelaar:

Paraaf student:

ig ht

Datum:

Eindbeoordeling

Ed u'

Opmerkingen

Datum:

f

De student communiceert op een juiste manier met de BPV-begeleider over de beoordeling.

op

yr

Beoordelingscriteria voor de eindbeoordeling: Goed: Het verslag vooronderzoek en minimaal de helft bij de uitvoering moeten goed zijn en er mag nergens een onvoldoende als beoordeling staan. Voldoende: Het verslag vooronderzoek en de uitvoering moeten voldoende zijn. Onvoldoende: Bij het verslag vooronderzoek en de uitvoering is meer dan de helft onvoldoende.

C

14.7

Aandachts- en leerpunten

Opdracht 196: Nieuwe leerdoelen 1. Plan een gesprek met je begeleider op school. Tijdens dit gesprek bespreek je de BPV-opdracht. Formuleer je nieuwe leerdoelen aan de hand van de reflectie en de beoordeling. Verwerk deze in jouw reflectieverslag.

91


BPV Ondersteunen bij de toiletgang

15.

Ondersteunen bij de toiletgang Inleiding

tie

15.1

f

Beroepstaak 12 Zorgvrager ondersteunen bij de toiletgang

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

Tijdens je werk als helpende zul je regelmatig zorgvragers ondersteunen bij de toiletgang of zul je regelmatig kinderen naar het toilet begeleiden. Daarbij werk je met de protocollen van de instelling waarvoor je werkt. En natuurlijk houd je zo veel mogelijk rekening met de wensen en behoeftes van de zorgvrager, met gevoelens van schaamte en met de privacy.

C

Je gaat helpen met het ondersteunen van zorgvragers en kinderen bij de toiletgang.

92

Je gaat een verslag maken over de volgende onderdelen: • voorbereiding • uitvoering • reflectie.


BPV Ondersteunen bij de toiletgang

15.2

Voorwaarde Voordat je met de voorbereiding begint, laat je eerst zien dat je kleine onderdelen van deze opdracht al voldoende beheerst. Dit doe je door minimaal drie vaardigheden als voldoende te laten aftekenen door je BPV-begeleider.

Opdracht 197: Aftekenlijst vaardigheden

tie

f

1. Bespreek met je BPV-begeleider welke drie vaardigheden je laat aftekenen. Je mag deze lijst samen met je BPV-begeleider aanvullen met vaardigheden die passen binnen deze opdracht. Datum uitvoering

Helpen bij het losmaken van de broek Stimuleren tot de toiletgang

Ed u'

Helpen met handen wassen

Voldoende (paraaf)

Ac

Vaardigheid

Voorbereiding

1. Bekijk het plan van aanpak. Vul het plan van aanpak al zo veel mogelijk in. Sommige vragen kun je misschien pas volledig invullen aan het einde van de voorbereidingsfase. Bewaar je plan van aanpak en voeg alle latere documenten hieraan toe.

op

<

Opdracht 198: Plan van aanpak

yr

Toolbox: Plan van aanpak op www.factor-e.nl

ig ht

15.3

C

Opdracht 199: Vooronderzoek 1. Verdiep je in de volgende punten en maak hierover aantekeningen. a. Je beschrijft de doelgroep waarmee je deze opdracht gaat uitvoeren. b. Wat zijn de behoeftes en verwachtingen van zorgvragers bij de toiletgang? Of wat is er bij de toiletgang speciaal bij kinderen? c. Je noemt minimaal drie problemen die je bij deze doelgroep tegenkomt bij de toiletgang in jouw BPV-instelling. d. Je vertelt wat er aan deze problemen gedaan wordt en hoe je ermee moet omgaan. e. Je noemt minimaal vijf hulpmiddelen die gebruikt worden bij de toiletgang. f. Welke protocollen gelden er in jouw BPV-instelling voor de toiletgang? g. Hoe houd je rekening met de privacy van de zorgvragers wanneer je ze naar het toilet helpt? h. Doe jij je BPV-opdracht in een welzijnsinstelling? Zo ja, zoek dan uit wat er aan zindelijkheidstraining wordt gedaan. i. Je maakt een afspraak voor een interview met een collega.

93


j.

Toolbox: Verslag op www.factor-e.nl

<

Je maakt tien vragen voor het interview met de collega over de zorg bij de toiletgang. En je neemt het interview af.

Opdracht 200: Verslag vooronderzoek 1. Verwerk je aantekeningen van het vooronderzoek (zie vorige opdracht) in een verslag. Zorg dat alle punten uit het vooronderzoek in het verslag aan bod komen. Vul ook je plan van aanpak aan.

Opdracht 201: Contact BPV-begeleider

Uitvoering

Ed u'

15.4

Ac

tie

f

1. Laat je plan van aanpak en het verslag van het vooronderzoek lezen aan je BPV-begeleider. 2. Bespreek wanneer je de opdracht gaat uitvoeren (inplannen). Daarbij gaat het om het maken van een werkplan voor het ondersteunen bij de toiletgang, het ondersteunen bij de toiletgang zelf gedurende drie dagen en het schrijven van een verslag daarover. Verwerk dit in je plan van aanpak. 3. Vraag goedkeuring aan je BPV-begeleider om te mogen starten met de uitvoering.

Je hebt je goed voorbereid. Nu ga je drie dagen meewerken bij het ondersteunen bij de toiletgang.

<

Opdracht 202: Werkplan uitvoering

ig ht

Toolbox: Werkplan op www.factor-e.nl

1. Schrijf een werkplan voor het ondersteunen bij de toiletgang in een zorg- of welzijnsinstelling.

Opdracht 203: Contact BPV-begeleider

op

yr

1. Laat je werkplan lezen aan je BPV-begeleider. 2. Vraag goedkeuring aan je BPV-begeleider om te mogen starten met het ondersteunen bij de toiletgang.

Opdracht 204: Uitvoering ondersteunen bij de toiletgang

C

1. Voer het ondersteunen bij de toiletgang uit volgens je werkplan. De werkzaamheden doe je gedurende drie dagen.

Toolbox: Verslag op www.factor-e.nl

<

Opdracht 205: Verslag uitvoering 1. Schrijf elke dag een kort verslag over de dag (minimaal een half A4’tje, maximaal één A4’tje). Kijk daarvoor in jouw werkplan. Komen de werkzaamheden overeen met je werkplan? Waarom wel of waarom niet? Noteer dit in je verslag.

Opdracht 206: Contact BPV-begeleider 1. Laat je verslag van de uitvoering lezen aan je BPV-begeleider.

94


BPV Ondersteunen bij de toiletgang

15.5

Reflectie Je hebt nu ervaren hoe het ondersteunen van zorgvragers bij de toiletgang in een zorgof welzijnsinstelling verloopt. Ook weet je welke hulpmiddelen je in je werk als helpende kunt tegenkomen en hoe je die moet gebruiken.

Opdracht 207: Reflectieverslag 1. Schrijf een reflectieverslag over je ervaringen tijdens deze BPV-opdracht. 2. Laat het reflectieverslag lezen aan je BPV-begeleider.

f

Toolbox: Reflectieverslag op www.factor-e.nl

tie

<

Beoordeling

Ac

15.6

Opdracht 208: Invullen beoordelingsformulier

Ed u'

1. Vul het beoordelingsformulier in onder de kolom ‘Student’.

Opdracht 209: Contact BPV-begeleider

C

op

yr

ig ht

1. Vraag je BPV-begeleider om het beoordelingsformulier in te vullen onder de kolom ‘Beoordelaar’ en bij ‘Opmerkingen’. 2. Vraag jouw BPV-begeleider om twee tips en twee tops op te schrijven. 3. Vraag je BPV-begeleider om een ‘eindbeoordeling’. Daarvoor gelden de beoordelingscriteria die aan het einde van het formulier staan.

95


Beoordelingsformulier Naam student: Naam 1e beoordelaar: Naam 2e beoordelaar:

f

Beoordelaar

tie

Student O

G

Ac

Voorbereiding

V

De student maakt een plan van aanpak.

Ed u'

De student maakt een verslag vooronderzoek: • Hij doet dit volgens het document 'Hoe maak je een verslag?' • Het verslag bevat de punten uit het vooronderzoek. De student communiceert op een juiste manier met de BPV-begeleider over de uitvoering.

ig ht

Uitvoering

De student maakt een werkplan.

De student werkt volgens het werkplan.

op

yr

De student werkt volgens instructies en procedures: • volgens richtlijnen van de instelling • hygiënisch • veilig • ergonomisch.

C

De student zet materialen en middelen op de juiste manier in. De student houdt rekening met de wensen, behoeftes en privacy van de zorgvrager of het kind.

De student maakt een verslag uitvoering: • Hij doet dit volgens het document ‘Hoe maak je een verslag?’

96

O

V

G


BPV Ondersteunen bij de toiletgang

Student O

V

Beoordelaar G

O

V

G

Reflectie De student maakt een verslag reflectie: • Hij doet dit volgens het document ‘Reflectieverslag’.

tie

Tops

Ac

Tips

Paraaf 1e beoordelaar:

Paraaf student:

Paraaf 2e beoordelaar:

Paraaf student:

ig ht

Datum:

Eindbeoordeling

Ed u'

Opmerkingen

Datum:

f

De student communiceert op een juiste manier met de BPV-begeleider over de beoordeling.

op

yr

Beoordelingscriteria voor de eindbeoordeling: Goed: Het verslag vooronderzoek en minimaal de helft bij de uitvoering moeten goed zijn en er mag nergens een onvoldoende als beoordeling staan. Voldoende: Het verslag vooronderzoek en de uitvoering moeten voldoende zijn. Onvoldoende: Bij het verslag vooronderzoek en de uitvoering is meer dan de helft onvoldoende.

C

15.7

Aandachts- en leerpunten

Opdracht 210: Nieuwe leerdoelen 1. Plan een gesprek met je begeleider op school. Tijdens dit gesprek bespreek je de BPV-opdracht. Formuleer je nieuwe leerdoelen aan de hand van de reflectie en de beoordeling. Verwerk deze in jouw reflectieverslag.

97


Vergelijkingsonderzoek: handelen bij brandgevaar

16.

Vergelijkingsonderzoek: handelen bij brandgevaar

tie

Inleiding

Ac

16.1

f

Beroepstaak 13 Handelen bij kleine ongevallen

Ed u'

Tijdens je werk als helpende kun je te maken krijgen met kleine ongelukken. Behalve met kleine ongelukken kun je te maken krijgen met brandgevaar. Het is belangrijk dat je dan snel op de juiste manier kunt handelen, zodat verdere schade voorkomen wordt.

C

op

yr

ig ht

Jij gaat uitzoeken welk brandgevaar er in de instelling is en hoe de preventie daar geregeld is. Je bekijkt welke preventiemaatregelen en protocollen er zijn. Ook bekijk je welke maatregelen er zijn als er brand uitbreekt, zoals het ontruimingsplan. Je vergelijkt deze maatregelen met maatregelen die de Stichting Consument en Veiligheid aanraadt. Je doet dus een vergelijkingsonderzoek brandgevaar. Daarbij hoort ook het formuleren van aanbevelingen voor verbeteringen.

Je gaat een verslag maken over de volgende onderdelen: • voorbereiding • uitvoering • reflectie.

98


Vergelijkingsonderzoek: handelen bij brandgevaar

16.2

Voorwaarde Voordat je met de voorbereiding begint, laat je eerst zien dat je kleine onderdelen van deze opdracht al voldoende beheerst. Dit doe je door minimaal drie vaardigheden als voldoende te laten aftekenen door je BPV-begeleider.

Opdracht 211: Aftekenlijst vaardigheden

tie

f

1. Bespreek met je BPV-begeleider welke drie vaardigheden je laat aftekenen. Je mag deze lijst samen met je BPV-begeleider aanvullen met vaardigheden die passen binnen deze opdracht. Datum uitvoering

Voldoende (paraaf)

Ac

Vaardigheid

Laten zien waar de blusmiddelen te vinden zijn Een ruimte op veiligheid controleren

Ed u'

Laten zien waar de brandmelders zijn

Voorbereiding

1. Bekijk het plan van aanpak. Vul het plan van aanpak al zo veel mogelijk in. Sommige vragen kun je misschien pas volledig invullen aan het einde van de voorbereidingsfase. Bewaar je plan van aanpak en voeg alle latere documenten hieraan toe.

op

<

Opdracht 212: Plan van aanpak

yr

Toolbox: Plan van aanpak op www.factor-e.nl

ig ht

16.3

C

Opdracht 213: Vooronderzoek 1. Verdiep je in de volgende punten en maak hierover aantekeningen. a. Je verdiept je in de doelgroep. Welk specifiek risico op brandgevaar loopt deze doelgroep? Hoe zelfstandig kunnen zorgvragers, kinderen of cliĂŤnten omgaan met brandgevaar? b. Hoe zelfstandig kan de doelgroep het pand verlaten wanneer er brand uitbreekt? c. Hoe kan brand voorkomen worden in de BPV-instelling? Welke preventiemaatregelen zijn er? d. Welke protocollen zijn te volgen wanneer er brand uitbreekt (denk ook aan het ontruimingsplan)? e. Wat zijn de taken van een BHV'er (bedrijfshulpverlener)? Interview zo mogelijk een BHV'er. Je maakt daarvoor tien vragen. f. Welke taken heb jij als helpende wanneer er brand uitbreekt? g. Hoe bereidt de instelling zich voor op brandgevaar?

99


h. Je onderzoekt welke adviezen van de Stichting Consument en Veiligheid (www.veiligheid.nl) er zijn wanneer het gaat om brandgevaar. Toolbox: Verslag op www.factor-e.nl

<

Opdracht 214: Verslag vooronderzoek 1. Verwerk je aantekeningen van het vooronderzoek (zie vorige opdracht) in een verslag. Zorg dat alle punten uit het vooronderzoek in het verslag aan bod komen. Vul ook je plan van aanpak aan.

Opdracht 215: Contact BPV-begeleider

Uitvoering

Ed u'

16.4

Ac

tie

f

1. Laat je plan van aanpak en het verslag van het vooronderzoek lezen aan je BPV-begeleider. 2. Bespreek wanneer je de opdracht gaat uitvoeren (inplannen). Daarbij gaat het om het maken van een werkplan voor het vergelijkingsonderzoek brandgevaar, het vergelijkingsonderzoek brandgevaar zelf en het schrijven van een verslag daarover. Verwerk dit in je plan van aanpak. 3. Vraag goedkeuring aan je BPV-begeleider om te mogen starten met de uitvoering.

Je hebt je goed voorbereid. Nu ga je het vergelijkingsonderzoek brandgevaar uitvoeren.

<

Opdracht 216: Werkplan uitvoering

1. Schrijf een werkplan voor het vergelijkingsonderzoek brandgevaar in een zorg- of welzijnsinstelling. Denk eraan dat ook de aanbevelingen voor verbetering bij je onderzoek horen.

ig ht

Toolbox: Werkplan op www.factor-e.nl

Opdracht 217: Contact BPV-begeleider

op

yr

1. Laat je werkplan lezen aan je BPV-begeleider. 2. Vraag goedkeuring aan je BPV-begeleider om te mogen starten met het vergelijkingsonderzoek brandgevaar.

Opdracht 218: Uitvoering vergelijkingsonderzoek brandgevaar

C

1. Voer het vergelijkingsonderzoek brandgevaar uit volgens je werkplan.

Toolbox: Verslag op www.factor-e.nl

<

100

Opdracht 219: Verslag uitvoering 1. Schrijf elke dag een kort verslag over de dag (minimaal een half A4’tje, maximaal één A4’tje). Kijk daarvoor in jouw werkplan. Komen de werkzaamheden overeen met je werkplan? Waarom wel of niet? Noteer dit in je verslag. 2. Schrijf een verslag over de resultaten van je vergelijkingsonderzoek brandgevaar. De vergelijking moet laten zien welk brandgevaar er in de instelling is en hoe de preventie geregeld is (preventiemaatregelen en protocollen). En ook welke maatregelen er zijn als er brand uitbreekt, zoals het ontruimingsplan. Vergelijk de maatregelen van de instelling met de maatregelen die de Stichting Consument en Veiligheid aanraadt. Formuleer aanbevelingen voor verbeteringen. Zorg voor een


Vergelijkingsonderzoek: handelen bij brandgevaar

verslag van minimaal twee A4'tjes en maximaal vier A4'tjes. Neem zo mogelijk illustraties op in je verslag.

Opdracht 220: Contact BPV-begeleider 1. Laat je verslag over de uitvoering lezen aan je BPV-begeleider. Let op! Je hebt dus twee verslagen: één over de manier waarop je aan het vergelijkingsonderzoek brandgevaar hebt gewerkt en één met de resultaten van het vergelijkingsonderzoek.

f

Reflectie

tie

16.5

Opdracht 221: Reflectieverslag

1. Schrijf een reflectieverslag over je ervaringen tijdens deze BPV-opdracht. 2. Laat het reflectieverslag lezen aan je BPV-begeleider.

Ed u'

Toolbox: Reflectieverslag op www.factor-e.nl

Ac

Je hebt nu ervaren hoe een zorg- of welzijnsinstelling omgaat met brandgevaar. Je weet welke preventiemaatregelen en protocollen er zijn. Ook weet je hoe er gehandeld moet worden bij brand.

<

Beoordeling

16.6

ig ht

Opdracht 222: Invullen beoordelingsformulier 1. Vul het beoordelingsformulier in onder de kolom ‘Student’.

Opdracht 223: Contact BPV-begeleider

C

op

yr

1. Vraag je BPV-begeleider om het beoordelingsformulier in te vullen onder de kolom ‘Beoordelaar’ en bij ‘Opmerkingen’. 2. Vraag jouw BPV-begeleider om twee tips en twee tops op te schrijven. 3. Vraag je BPV-begeleider om een ‘eindbeoordeling’. Daarvoor gelden de beoordelingscriteria die aan het eind van het formulier staan.

101


Beoordelingsformulier Naam student: Naam 1e beoordelaar: Naam 2e beoordelaar:

f

Beoordelaar

tie

Student O

G

Ac

Voorbereiding

V

De student maakt een plan van aanpak.

Ed u'

De student maakt een verslag vooronderzoek: • Hij doet dit volgens het document 'Hoe maak je een verslag?' • Het verslag bevat de punten uit het vooronderzoek. De student communiceert op een juiste manier met de BPV-begeleider over de uitvoering.

ig ht

Uitvoering

De student maakt een werkplan.

De student werkt volgens het werkplan. De student werkt nauwkeurig.

yr

De student toont aandacht en begrip voor de doelgroep van de instelling.

C

op

De student maakt een verslag uitvoering over de manier van werken aan het vergelijkingsonderzoek: • Hij doet dit volgens het document ‘Hoe maak je een verslag?’

102

De student maakt een verslag uitvoering over de resultaten van het vergelijkingsonderzoek: • Hij doet dit volgens het document ‘Hoe maak je een verslag?’

O

V

G


Vergelijkingsonderzoek: handelen bij brandgevaar

Student O

V

Beoordelaar G

O

V

G

Reflectie De student maakt een verslag reflectie: • Hij doet dit volgens het document ‘Reflectieverslag’.

tie

Tops

Ac

Tips

Paraaf 1e beoordelaar:

Paraaf student:

Paraaf 2e beoordelaar:

Paraaf student:

ig ht

Datum:

Eindbeoordeling

Ed u'

Opmerkingen

Datum:

f

De student communiceert op een juiste manier met de BPV-begeleider over de beoordeling.

op

yr

Beoordelingscriteria voor de eindbeoordeling: Goed: Het verslag vooronderzoek en minimaal de helft bij de uitvoering moeten goed zijn en er mag nergens een onvoldoende als beoordeling staan. Voldoende: Het verslag vooronderzoek en de uitvoering moeten voldoende zijn. Onvoldoende: Bij het verslag vooronderzoek en de uitvoering is meer dan de helft onvoldoende.

C

16.7

Aandachts- en leerpunten

Opdracht 224: Nieuwe leerdoelen 1. Plan een gesprek met je begeleider op school. Tijdens dit gesprek bespreek je de BPV-opdracht. Formuleer je nieuwe leerdoelen aan de hand van de reflectie en de beoordeling. Verwerk deze in jouw reflectieverslag.

103


BPV Omgaan met onvoorziene situaties

17.

Omgaan met onvoorziene situaties Inleiding

tie

17.1

f

Beroepstaak 13 Handelen bij kleine ongevallen

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

Bij een BPV-instelling gebeurt erg veel. Soms weet je al precies wat je moet doen, maar andere situaties zijn nieuw voor je. Het kan zijn dat je dan niet weet wat je moet doen. Als helpende wordt van je verwacht dat je leert omgaan met nieuwe en onverwachte situaties. Soms gebeurt er iets wat je niet had verwacht of gebeuren er dingen waarop jij geen grip hebt. Ook hierbij moet je leren hoe je moet handelen.

Je gaat een verslag maken over de volgende onderdelen: • voorbereiding • uitvoering • reflectie. Voor deze opdracht hoef je geen vaardigheden te laten aftekenen.

104


BPV Omgaan met onvoorziene situaties

Opdracht 225: Contact BPV-begeleider 1. Spreek met je BPV-begeleider af wanneer je met de voorbereiding van deze opdracht begint. Maak deze afspraak met je BPV-begeleider. 2. Voor de uitvoering zul je een langere periode moeten nemen. Je weet immers niet van tevoren wanneer zich onvoorziene situaties zullen voordoen. Bespreek met je BPV-begeleider in welke periode jij de uitvoering gaat doen.

Voorbereiding

<

Opdracht 226: Plan van aanpak

1. Bekijk het plan van aanpak. Vul het plan van aanpak al zo veel mogelijk in. Sommige vragen kun je misschien pas volledig invullen aan het einde van de voorbereidingsfase. Bewaar je plan van aanpak en voeg alle latere documenten hieraan toe.

Ed u'

Opdracht 227: Vooronderzoek

Ac

Toolbox: Plan van aanpak op www.factor-e.nl

tie

f

17.2

1. Verdiep je in de volgende punten en maak hierover aantekeningen. a. Welke onvoorziene situaties denk je te kunnen tegenkomen tijdens je BPV-periode? b. Heb je al een idee van hoe je kunt omgaan met deze onvoorziene situaties? Noteer je ideeĂŤn daarover.

<

Opdracht 228: Verslag vooronderzoek

1. Verwerk je aantekeningen van het vooronderzoek (zie vorige opdracht) in een verslag. Zorg dat alle punten uit het vooronderzoek in het verslag aan bod komen. Vul ook je plan van aanpak aan.

ig ht

Toolbox: Verslag op www.factor-e.nl

Opdracht 229: Contact BPV-begeleider

C

op

yr

1. Laat je plan van aanpak en het verslag van het vooronderzoek lezen aan je BPV-begeleider. 2. Bespreek in welke periode je onvoorziene situaties gaat noteren en de manier waarop jij daarmee omgaat. Deze periode neem je op in een werkplan. Over jouw bevindingen tijdens de uitvoering ga je een verslag schrijven. Verwerk dit alles in je plan van aanpak. 3. Vraag goedkeuring aan je BPV-begeleider om te mogen starten met de uitvoering.

17.3

Uitvoering Je hebt je goed voorbereid. Nu ga je notities maken als zich onvoorziene situaties voordoen.

105


Toolbox: Werkplan op www.factor-e.nl

<

Opdracht 230: Werkplan uitvoering 1. Schrijf een werkplan voor het omgaan met onvoorziene situaties in een zorg- of welzijnsinstelling.

Opdracht 231: Contact BPV-begeleider 1. Laat je werkplan lezen aan je BPV-begeleider. 2. Vraag goedkeuring aan je BPV-begeleider om te mogen starten met het omgaan met onvoorziene situaties.

f

Opdracht 232: Uitvoering omgaan met onvoorziene situaties

1. Schrijf elke dag een kort verslag over de dag (minimaal een half A4’tje, maximaal één A4’tje). Kijk daarvoor in jouw werkplan. Komen de werkzaamheden overeen met je werkplan? Waarom wel of niet? Noteer dit in je verslag. 2. Schrijf een verslag over de onvoorziene situaties die zich hebben voorgedaan en over de manier waarop jij daarmee bent omgegaan. Noteer hoe anderen op jou reageerden. En zou je een volgende keer deze situatie ook anders kunnen oplossen? Zo ja, hoe zou je het dan doen? Zorg voor een verslag van minimaal één A4'tje en maximaal drie A4'tjes. Neem zo mogelijk illustraties op in je verslag.

Ed u'

<

Opdracht 233: Verslag uitvoering

Ac

Toolbox: Verslag op www.factor-e.nl

tie

1. Voer het omgaan met onvoorziene situaties uit volgens je werkplan.

Opdracht 234: Contact BPV-begeleider

Reflectie

yr

17.4

ig ht

1. Laat je verslag over de uitvoering lezen aan je BPV-begeleider. Let op! Je hebt dus twee verslagen: één over de manier waarop je aan de opdracht over het omgaan met onvoorziene situaties hebt gewerkt en één met de resultaten van de opdracht zelf.

op

Je hebt nu ervaren hoe je in een zorg- of welzijnsinstelling kunt omgaan met onvoorziene situaties.

C

Toolbox: Reflectieverslag op www.factor-e.nl

Opdracht 235: Reflectieverslag 1. Schrijf een reflectieverslag over je ervaringen tijdens deze BPV-opdracht. 2. Laat het reflectieverslag lezen aan je BPV-begeleider.

<

17.5

Beoordeling Opdracht 236: Invullen beoordelingsformulier 1. Vul het beoordelingsformulier in onder de kolom ‘Student’.

106


BPV Omgaan met onvoorziene situaties

Opdracht 237: Contact BPV-begeleider

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

tie

f

1. Vraag je BPV-begeleider om het beoordelingsformulier in te vullen onder de kolom ‘Beoordelaar’ en bij ‘Opmerkingen’. 2. Vraag jouw BPV-begeleider om twee tips en twee tops op te schrijven. 3. Vraag je BPV-begeleider om een ‘eindbeoordeling’. Daarvoor gelden de beoordelingscriteria die aan het eind van het formulier staan.

107


Beoordelingsformulier Naam student: Naam 1e beoordelaar: Naam 2e beoordelaar:

f

Beoordelaar

tie

Student O

G

Ac

Voorbereiding

V

De student maakt een plan van aanpak.

Ed u'

De student maakt een verslag vooronderzoek: • Hij doet dit volgens het document 'Hoe maak je een verslag?' • Het verslag bevat de punten uit het vooronderzoek. De student communiceert op een juiste manier met de BPV-begeleider over de uitvoering.

ig ht

Uitvoering

De student maakt een werkplan.

De student werkt volgens het werkplan.

yr

De student toont aandacht en begrip voor de doelgroep van de instelling.

C

op

De student maakt een verslag uitvoering over de manier van werken aan de opdracht over omgaan met onvoorziene situaties: • Hij doet dit volgens het document ‘Hoe maak je een verslag?’

108

De student maakt een verslag uitvoering over de resultaten van het vergelijkingsonderzoek: • Hij doet dit volgens het document ‘Hoe maak je een verslag?’

O

V

G


BPV Omgaan met onvoorziene situaties

Student O

V

Beoordelaar G

O

V

G

Reflectie De student maakt een verslag reflectie: • Hij doet dit volgens het document ‘Reflectieverslag’.

tie

Tops

Ac

Tips

Paraaf 1e beoordelaar:

Paraaf student:

Paraaf 2e beoordelaar:

Paraaf student:

ig ht

Datum:

Eindbeoordeling

Ed u'

Opmerkingen

Datum:

f

De student communiceert op een juiste manier met de BPV-begeleider over de beoordeling.

op

yr

Beoordelingscriteria voor de eindbeoordeling: Goed: Het verslag vooronderzoek en minimaal de helft bij de uitvoering moeten goed zijn en er mag nergens een onvoldoende als beoordeling staan. Voldoende: Het verslag vooronderzoek en de uitvoering moeten voldoende zijn. Onvoldoende: Bij het verslag vooronderzoek en de uitvoering is meer dan de helft onvoldoende.

C

17.6

Aandachts- en leerpunten

Opdracht 238: Nieuwe leerdoelen 1. Plan een gesprek met je begeleider op school. Tijdens dit gesprek bespreek je de BPV-opdracht. Formuleer je nieuwe leerdoelen aan de hand van de reflectie en de beoordeling. Verwerk deze in jouw reflectieverslag.

109


BPV Hoe te handelen bij grensoverschrijdend gedrag?

Hoe te handelen bij grensoverschrijdend gedrag? Inleiding

Ac

18.1

tie

Beroepstaak 14 Handelen bij grensoverschrijdend gedrag

f

18.

Ed u'

Tijdens je BPV krijg je met allerlei mensen te maken. Met zorgvragers, jong en oud, en soms ook met ouders of familieleden. Ook krijg je te maken met collega’s en leidinggevenden. Op veel werkplekken zijn afspraken gemaakt over hoe het personeel met elkaar om hoort te gaan. Dit is belangrijk om te voorkomen dat je last hebt van grensoverschrijdend gedrag.

ig ht

Voor zorgvragers, kinderen en cliënten is het niet altijd duidelijk welke regels er zijn. Daardoor komt regelmatig grensoverschrijdend gedrag voor, zoals knijpen, pesten of schelden. Ook andere vormen van grensoverschrijdend gedrag kun je tegenkomen tijdens je BPV.

yr

Je gaat een poster met pictogrammen maken die de doelgroep duidelijk moeten maken wat goed is voor de algemene veiligheid en gezelligheid in jouw BPV-instelling. Ook moeten er pictogrammen op de poster komen die laten zien welk gedrag onprettig (grensoverschrijdend) is.

C

op

Wat is een pictogram? Een pictogram is een heel eenvoudig getekend plaatje dat iedereen kan ‘lezen’. Denk bijvoorbeeld aan een verkeersbord waarop een fiets is afgebeeld. Of aan een simpel zwart-wit figuurtje op de wc-deur om aan te geven dat het een dames- of herentoilet is. Ook vind je bijvoorbeeld pictogrammen in kledingstukken, zoals een strijkbout met een kruis erdoor: niet strijken.

In de zorg worden veel pictogrammen (picto’s) gebruikt om de zorgvrager informatie te geven. Het is dan niet nodig dat de zorgvrager kan lezen. Je gaat een verslag maken over de volgende onderdelen: • voorbereiding

110


BPV Hoe te handelen bij grensoverschrijdend gedrag?

• •

18.2

uitvoering reflectie.

Voorwaarde

tie

Opdracht 239: Aftekenlijst vaardigheden

f

Voordat je met de voorbereiding begint, laat je eerst zien dat je kleine onderdelen van deze opdracht al voldoende beheerst. Dit doe je door minimaal drie vaardigheden als voldoende te laten aftekenen door je BPV-begeleider.

Ac

Bespreek met je BPV-begeleider welke drie vaardigheden je laat aftekenen. Je mag deze lijst samen met je BPV-begeleider aanvullen met vaardigheden die passen binnen deze opdracht. Datum uitvoering

Voldoende (paraaf)

Ed u'

Vaardigheid

Waarnemen boos gedrag en dat bespreken met je BPV-begeleider Waarnemen knijpen, pesten of schelden en dat bespreken met je BPV-begeleider

ig ht

Dreigend gedrag waarnemen en dat bespreken met je BPV-begeleider

op

yr

Intimiderende uitspraken of een grote mond waarnemen en dat bespreken met je BPV-begeleider

C

18.3

Toolbox: Plan van aanpak op www.factor-e.nl

<

Voorbereiding

Opdracht 240: Plan van aanpak 1. Bekijk het plan van aanpak. Vul het plan van aanpak al zo veel mogelijk in. Sommige vragen kun je misschien pas volledig invullen aan het einde van de voorbereidingsfase. Bewaar je plan van aanpak en voeg alle latere documenten hieraan toe.

Opdracht 241: Vooronderzoek 1. Verdiep je in de volgende punten en maak hierover aantekeningen. a. Welke vormen van grensoverschrijdend gedrag kom jij tegen in jouw BPV-instelling? b. Welke vormen van veilig en prettig gedrag wil jij in jouw BPV-instelling graag zien?

111


c. Waarom zijn pictogrammen voor jouw doelgroep een goed communicatiemiddel? d. Zijn er in jouw BPV-instelling protocollen of regels voor wat je moet doen bij grensoverschrijdend gedrag? e. Je maakt een afspraak met een collega voor een interview over grensoverschrijdend gedrag en hoe je daarmee zou kunnen omgaan. f. Je maakt tien vragen voor het interview met de collega en je neemt het interview af. Toolbox: Verslag op www.factor-e.nl

1. Verwerk je aantekeningen van het vooronderzoek (zie vorige opdracht) in een verslag. Zorg dat alle punten uit het vooronderzoek in het verslag aan bod komen. Vul ook je plan van aanpak aan.

Opdracht 243: Contact BPV-begeleider

tie

f

<

Opdracht 242: Verslag vooronderzoek

Ed u'

Ac

1. Laat je plan van aanpak en het verslag van het vooronderzoek lezen aan je BPV-begeleider. 2. Bespreek wanneer je de opdracht gaat uitvoeren (inplannen). Daarbij gaat het om het maken van een werkplan voor een poster met pictogrammen over prettig gedrag en grensoverschrijdend gedrag, over het maken van de poster zelf en het schrijven van een verslag daarover. Verwerk dit in je plan van aanpak. 3. Vraag goedkeuring aan je BPV-begeleider om te mogen starten met de uitvoering.

Uitvoering

ig ht

18.4

yr

Je hebt je goed voorbereid. Nu ga je een poster met pictogrammen maken. Op jouw poster komen: • drie pictogrammen met gedrag dat veilig en prettig is • drie pictogrammen die grensoverschrijdend gedrag laten zien. Achter elk positief pictogram zet je een: +. Achter elk grensoverschrijdend pictogram zet je een -.

C

<

Opdracht 244: Werkplan uitvoering

op

Toolbox: Werkplan op www.factor-e.nl

1. Schrijf een werkplan voor het maken van een poster met pictogrammen over prettig gedrag en grensoverschrijdend gedrag in een zorg- of welzijnsinstelling.

Opdracht 245: Contact BPV-begeleider 1. Laat je werkplan lezen aan je BPV-begeleider. 2. Vraag goedkeuring aan je BPV-begeleider om te mogen starten met het maken van een poster met pictogrammen over prettig gedrag en grensoverschrijdend gedrag.

Opdracht 246: Uitvoering het maken van een poster met pictogrammen 1. Voer het maken van een poster met pictogrammen uit volgens je werkplan.

112


BPV Hoe te handelen bij grensoverschrijdend gedrag?

Toolbox: Verslag op www.factor-e.nl

<

Opdracht 247: Verslag uitvoering 1. Schrijf elke dag een kort verslag over de dag (minimaal een half A4’tje, maximaal één A4’tje). Kijk daarvoor in je werkplan. Komen de werkzaamheden overeen met je werkplan? Waarom wel of niet? Noteer dit in je verslag.

Opdracht 248: Contact BPV-begeleider 1. Laat je verslag over de uitvoering lezen aan je BPV-begeleider.

f

Reflectie

tie

18.5

Opdracht 249: Reflectieverslag

1. Schrijf een reflectieverslag over je ervaringen tijdens deze BPV-opdracht. 2. Laat het reflectieverslag lezen aan je BPV-begeleider.

Ed u'

Toolbox: Reflectieverslag op www.factor-e.nl

Ac

Je poster is klaar. Hang deze op je werkplek op. Kijk of de poster wordt opgemerkt en wat de reactie van de doelgroep is. Vraag ook of jouw collega’s de poster duidelijk vinden. Verwerk deze bevindingen in je reflectieverslag.

<

Beoordeling

18.6

ig ht

Opdracht 250: Invullen beoordelingsformulier 1. Vul het beoordelingsformulier in onder de kolom ‘Student’.

Opdracht 251: Contact BPV-begeleider

C

op

yr

1. Vraag je BPV-begeleider om het beoordelingsformulier in te vullen onder de kolom ‘Beoordelaar’ en bij ‘Opmerkingen’. 2. Vraag jouw BPV-begeleider om twee tips en twee tops op te schrijven. 3. Vraag je BPV-begeleider om een ‘eindbeoordeling’. Daarvoor gelden de beoordelingscriteria die aan het eind van het formulier staan.

113


Beoordelingsformulier Naam student: Naam 1e beoordelaar: Naam 2e beoordelaar:

f

Beoordelaar

tie

Student O

G

Ac

Voorbereiding

V

De student maakt een plan van aanpak.

Ed u'

De student maakt een verslag vooronderzoek: • Hij doet dit volgens het document 'Hoe maak je een verslag?' • Het verslag bevat de punten uit het vooronderzoek. De student communiceert op een juiste manier met de BPV-begeleider over de uitvoering.

ig ht

Uitvoering

De student maakt een werkplan.

De student werkt volgens het werkplan.

yr

De student toont aandacht en begrip voor de doelgroep van de instelling.

op

De student houdt rekening met de wensen en behoeftes van de doelgroep.

C

De student maakt een verslag uitvoering: • Hij doet dit volgens het document ‘Hoe maak je een verslag?’

114

O

V

G


BPV Hoe te handelen bij grensoverschrijdend gedrag?

Student O

V

Beoordelaar G

O

V

G

Reflectie De student maakt een verslag reflectie: • Hij doet dit volgens het document ‘Reflectieverslag’.

tie

Tops

Ac

Tips

Paraaf 1e beoordelaar:

Paraaf student:

Paraaf 2e beoordelaar:

Paraaf student:

ig ht

Datum:

Eindbeoordeling

Ed u'

Opmerkingen

Datum:

f

De student communiceert op een juiste manier met de BPV-begeleider over de beoordeling.

op

yr

Beoordelingscriteria voor de eindbeoordeling: Goed: Het verslag vooronderzoek en minimaal de helft bij de uitvoering moeten goed zijn en er mag nergens een onvoldoende als beoordeling staan. Voldoende: Het verslag vooronderzoek en de uitvoering moeten voldoende zijn. Onvoldoende: Bij het verslag vooronderzoek en de uitvoering is meer dan de helft onvoldoende.

C

18.7

Aandachts- en leerpunten

Opdracht 252: Nieuwe leerdoelen 1. Plan een gesprek met je begeleider op school. Tijdens dit gesprek bespreek je de BPV-opdracht. Formuleer je nieuwe leerdoelen aan de hand van de reflectie en de beoordeling. Verwerk deze in jouw reflectieverslag.

115


BPV Ondersteunen bij de zelfredzaamheid van ADL

Ondersteunen bij de zelfredzaamheid bij ADL Inleiding

Ac

19.1

tie

Beroepstaak 15 Ondersteunen bij de zelfredzaamheid

f

19.

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Tijdens je werk als helpende zul je zorgvragers, kinderen of cliënten regelmatig ondersteunen bij de zelfredzaamheid. Daarbij kijk je hoe het gesteld is met de zelfredzaamheid van de zorgvrager en hoe je die kunt verbeteren. Je gaat helpen bij het ondersteunen van de zelfredzaamheid bij ADL. Daarbij let je goed op wat je wel en niet moet doen als je een zorgvrager, kind of cliënt ondersteunt bij de zelfredzaamheid. Je bekijkt welke activiteiten geschikt zijn voor jouw doelgroep en hoe je de zelfredzaamheid van een groep of van één persoon kunt stimuleren. Daarbij is het belangrijk om respectvol met de doelgroep om te gaan.

Je gaat een verslag maken over de volgende onderdelen: • voorbereiding • uitvoering • reflectie.

116


BPV Ondersteunen bij de zelfredzaamheid van ADL

19.2

Voorwaarde Voordat je met de voorbereiding begint, laat je eerst zien dat je kleine onderdelen van deze opdracht al voldoende beheerst. Dit doe je door minimaal drie vaardigheden als voldoende te laten aftekenen door je BPV-begeleider.

Opdracht 253: Aftekenlijst vaardigheden

tie

f

Bespreek met je BPV-begeleider welke drie vaardigheden je laat aftekenen. Je mag deze lijst samen met je BPV-begeleider aanvullen met vaardigheden die passen binnen deze opdracht. Datum uitvoering

Stimuleren om zelf te eten Stimuleren bij het aankleden

Ed u'

Stimuleren bij het uitkleden

Voldoende (paraaf)

Ac

Vaardigheid

19.3

Voorbereiding

Opdracht 254: Plan van aanpak

yr

Toolbox: Plan van aanpak op www.factor-e.nl

1. Bekijk het plan van aanpak. Vul het plan van aanpak al zo veel mogelijk in. Sommige vragen kun je misschien pas volledig invullen aan het einde van de voorbereidingsfase. Bewaar je plan van aanpak en voeg alle latere documenten hieraan toe.

op

<

ig ht

Stimuleren tot opstaan

C

Opdracht 255: Vooronderzoek 1. Verdiep je in de volgende punten en maak hierover aantekeningen. a. Hoe is het gesteld met de zelfredzaamheid bij ADL van de doelgroep in jouw BPV-instelling? b. Welke ondersteuning heeft de doelgroep van jouw BPV-instelling nodig bij ADL? c. Je verdiept je in activiteiten die geschikt zijn voor ondersteuning bij ADL. d. Je verdiept je in de leeftijd van de doelgroep. Wat kan een gemiddelde persoon van die leeftijd zelf en waarmee moet je hem helpen? e. Je maakt een afspraak met een medewerker voor een interview over de zelfredzaamheid bij ADL bij de doelgroep. f. Je bedenkt minimaal tien vragen die je wilt gaan stellen aan de medewerker en je neemt het interview af.

117


Toolbox: Verslag op www.factor-e.nl

<

Opdracht 256: Verslag vooronderzoek 1. Verwerk je aantekeningen van het vooronderzoek (zie vorige opdracht) in een verslag. Zorg dat alle punten uit het vooronderzoek in het verslag aan bod komen. Vul ook je plan van aanpak aan.

Opdracht 257: Contact BPV-begeleider

Uitvoering

Ed u'

19.4

Ac

tie

f

1. Laat je plan van aanpak en het verslag van het vooronderzoek lezen aan je BPV-begeleider. 2. Bespreek wanneer je de opdracht gaat uitvoeren (inplannen). Daarbij gaat het om het maken van een werkplan voor het ondersteunen van de zelfredzaamheid bij ADL, het ondersteunen zelf gedurende drie dagen en het schrijven van een verslag daarover. Verwerk dit in je plan van aanpak. 3. Vraag goedkeuring aan je BPV-begeleider om te mogen starten met de uitvoering.

Je hebt je goed voorbereid. Nu ga je drie dagen meewerken bij het ondersteunen van de zelfredzaamheid bij ADL.

Toolbox: Werkplan op www.factor-e.nl

1. Schrijf een werkplan voor drie dagen meewerken bij het ondersteunen van de zelfredzaamheid bij ADL in een zorg- of welzijnsinstelling.

ig ht

<

Opdracht 258: Werkplan uitvoering

Opdracht 259: Contact BPV-begeleider

yr

1. Laat je werkplan lezen aan je BPV-begeleider. 2. Vraag goedkeuring aan je BPV-begeleider om te mogen starten met het ondersteunen van de zelfredzaamheid bij ADL.

Opdracht 260: Uitvoering ondersteunen van de zelfredzaamheid bij ADL

op

1. Voer het ondersteunen van de zelfredzaamheid bij ADL uit volgens je werkplan. De werkzaamheden doe je gedurende drie dagen.

C

Toolbox: Verslag op www.factor-e.nl

<

Opdracht 261: Verslag uitvoering 1. Schrijf elke dag een kort verslag over de dag (minimaal een half A4’tje, maximaal één A4’tje). Kijk daarvoor in je werkplan. Komen de werkzaamheden overeen met je werkplan? Waarom wel of niet? Noteer dit in je verslag.

Opdracht 262: Contact BPV-begeleider 1. Laat je verslag over de uitvoering lezen aan je BPV-begeleider.

118


BPV Ondersteunen bij de zelfredzaamheid van ADL

19.5

Reflectie Je hebt nu ervaren hoe het ondersteunen van de doelgroep bij de zelfredzaamheid in een zorg- of welzijnsinstelling verloopt. Ook weet je welke activiteiten je kunt gebruiken om de zelfredzaamheid te vergroten.

Opdracht 263: Reflectieverslag 1. Schrijf een reflectieverslag over je ervaringen tijdens deze BPV-opdracht. 2. Laat het reflectieverslag lezen aan je BPV-begeleider.

f

Toolbox: Reflectieverslag op www.factor-e.nl

tie

<

Beoordeling

Ac

19.6

Opdracht 264: Invullen beoordelingsformulier

Ed u'

1. Vul het beoordelingsformulier in onder de kolom ‘Student’.

Opdracht 265: Contact BPV-begeleider

C

op

yr

ig ht

1. Vraag je BPV-begeleider om het beoordelingsformulier in te vullen onder de kolom ‘Beoordelaar’ en bij ‘Opmerkingen’. 2. Vraag jouw BPV-begeleider om twee tips en twee tops op te schrijven. 3. Vraag je BPV-begeleider om een ‘eindbeoordeling’. Daarvoor gelden de beoordelingscriteria die aan het eind van het formulier staan.

119


Beoordelingsformulier Naam student: Naam 1e beoordelaar: Naam 2e beoordelaar:

f

Beoordelaar

tie

Student O

G

Ac

Voorbereiding

V

De student maakt een plan van aanpak.

Ed u'

De student maakt een verslag vooronderzoek: • Hij doet dit volgens het document 'Hoe maak je een verslag?' • Het verslag bevat de punten uit het vooronderzoek. De student communiceert op een juiste manier met de BPV-begeleider over de uitvoering.

ig ht

Uitvoering

De student maakt een werkplan.

De student werkt volgens het werkplan.

yr

De student ondersteunt de zelfredzaamheid van de doelgroep bij ADL.

op

De student houdt rekening met de wensen en behoeftes van de doelgroep.

C

De student toont respect voor de doelgroep.

120

De student maakt een verslag uitvoering: • Hij doet dit volgens het document ‘Hoe maak je een verslag?’

O

V

G


BPV Ondersteunen bij de zelfredzaamheid van ADL

Student O

V

Beoordeling G

O

V

G

Reflectie De student maakt een verslag reflectie: • Hij doet dit volgens het document ‘Reflectieverslag’.

tie

Tops

Ac

Tips

Paraaf 1e beoordelaar:

Paraaf student:

Paraaf 2e beoordelaar:

Paraaf student:

ig ht

Datum:

Eindbeoordeling

Ed u'

Opmerkingen

Datum:

f

De student communiceert op een juiste manier met de BPV-begeleider over de beoordeling.

op

yr

Beoordelingscriteria voor de eindbeoordeling: Goed: Het verslag vooronderzoek en minimaal de helft bij de uitvoering moeten goed zijn en er mag nergens een onvoldoende als beoordeling staan. Voldoende: Het verslag vooronderzoek en de uitvoering moeten voldoende zijn. Onvoldoende: Bij het verslag vooronderzoek en de uitvoering is meer dan de helft onvoldoende.

C

19.7

Aandachts- en leerpunten

Opdracht 266: Nieuwe leerdoelen 1. Plan een gesprek met je begeleider op school. Tijdens dit gesprek bespreek je de BPV-opdracht. Formuleer je nieuwe leerdoelen aan de hand van de reflectie en de beoordeling. Verwerk deze in jouw reflectieverslag.

121


BPV Ondersteunen bij de zelfredzaamheid van HDL

Ondersteunen bij de zelfredzaamheid bij HDL Inleiding

Ac

20.1

tie

Beroepstaak 15 Ondersteunen bij de zelfredzaamheid

f

20.

Ed u'

Tijdens je werk als helpende zul je zorgvragers, kinderen of cliënten regelmatig ondersteunen bij de zelfredzaamheid. Daarbij kijk je hoe het gesteld is met de zelfredzaamheid van de zorgvrager en hoe je die kunt verbeteren. Je gaat helpen bij het ondersteunen van de zelfredzaamheid bij HDL in de zorg of bij activiteiten in een welzijnsinstelling (bijvoorbeeld een spelletje spelen of een boekje lezen). Daarbij let je goed op wat je wel en niet moet doen als je een zorgvrager, kind of cliënt ondersteunt bij de zelfredzaamheid.

C

op

yr

ig ht

Je bekijkt welke activiteiten geschikt zijn voor jouw doelgroep en hoe je de zelfredzaamheid van een groep of van één persoon kunt stimuleren. Daarbij is het belangrijk om respectvol met de doelgroep om te gaan.

Je gaat een verslag maken over de volgende onderdelen: • voorbereiding • uitvoering • reflectie.

122


BPV Ondersteunen bij de zelfredzaamheid van HDL

20.2

Voorwaarde Voordat je met de voorbereiding begint, laat je eerst zien dat je kleine onderdelen van deze opdracht al voldoende beheerst. Dit doe je door minimaal drie vaardigheden als voldoende te laten aftekenen door je BPV-begeleider.

Opdracht 267: Aftekenlijst vaardigheden

tie

f

Bespreek met je BPV-begeleider welke drie vaardigheden je laat aftekenen. Je mag deze lijst samen met je BPV-begeleider aanvullen met vaardigheden die passen binnen deze opdracht. Datum uitvoering

Voldoende (paraaf)

Ac

Vaardigheid

Stimuleren tot het zelf smeren van brood Stimuleren bij het bed opmaken

Ed u'

Stimuleren bij het was opruimen

Voorbereiding

1. Bekijk het plan van aanpak. Vul het plan van aanpak al zo veel mogelijk in. Sommige vragen kun je misschien pas volledig invullen aan het einde van de voorbereidingsfase. Bewaar je plan van aanpak en voeg alle latere documenten hieraan toe.

op

<

Opdracht 268: Plan van aanpak

yr

Toolbox: Plan van aanpak op www.factor-e.nl

ig ht

20.3

C

Opdracht 269: Vooronderzoek 1. Verdiep je in de volgende punten en maak hierover aantekeningen. a. Hoe is de zelfredzaamheid bij de HDL of activiteiten van de doelgroep in jouw BPV-instelling? b. Welke ondersteuning heeft de doelgroep van jouw BPV-instelling nodig bij de HDL of activiteiten? c. Je verdiept je in activiteiten die geschikt zijn voor ondersteuning bij de HDL of bij activiteiten waarbij je kinderen of cliĂŤnten kunt ondersteunen. d. Je verdiept je in de leeftijd van de doelgroep. Wat kan een gemiddelde persoon van die leeftijd zelf en waarmee moet je hem helpen? e. Je maakt een afspraak met een medewerker voor een interview over de zelfredzaamheid bij HDL of bij activiteiten bij de doelgroep. f. Je bedenkt minimaal tien vragen die je wilt gaan stellen aan de medewerker en je neemt het interview af.

123


Toolbox: Verslag op www.factor-e.nl

<

Opdracht 270: Verslag vooronderzoek 1. Verwerk je aantekeningen van het vooronderzoek (zie vorige opdracht) in een verslag. Zorg dat alle punten uit het vooronderzoek in het verslag aan bod komen. Vul ook je plan van aanpak aan.

Opdracht 271: Contact BPV-begeleider

Uitvoering

Ed u'

20.4

Ac

tie

f

1. Laat je plan van aanpak en het verslag van het vooronderzoek lezen aan je BPV-begeleider. 2. Bespreek wanneer je de opdracht gaat uitvoeren (inplannen). Daarbij gaat het om het maken van een werkplan voor het ondersteunen van de zelfredzaamheid bij HDL of activiteiten, het ondersteunen zelf gedurende drie dagen en het schrijven van een verslag daarover. Verwerk dit in je plan van aanpak. 3. Vraag goedkeuring aan je BPV-begeleider om te mogen starten met de uitvoering.

Je hebt je goed voorbereid. Nu ga je drie dagen meewerken bij het ondersteunen van de zelfredzaamheid bij HDL of activiteiten.

Toolbox: Werkplan op www.factor-e.nl

1. Schrijf een werkplan voor drie dagen meewerken bij het ondersteunen van de zelfredzaamheid bij HDL of activiteiten in een zorg- of welzijnsinstelling.

ig ht

<

Opdracht 272: Werkplan uitvoering

Opdracht 273: Contact BPV-begeleider

yr

1. Laat je werkplan lezen aan je BPV-begeleider. 2. Vraag goedkeuring aan je BPV-begeleider om te mogen starten met het ondersteunen van de zelfredzaamheid bij HDL of activiteiten.

op

Opdracht 274: Uitvoering ondersteunen van de zelfredzaamheid bij HDL of activiteiten 1. Voer het ondersteunen van de zelfredzaamheid bij HDL of activiteiten uit volgens je werkplan. De werkzaamheden doe je gedurende drie dagen.

C

Toolbox: Verslag op www.factor-e.nl

<

Opdracht 275: Verslag uitvoering 1. Schrijf elke dag een kort verslag over de dag (minimaal een half A4’tje, maximaal één A4’tje). Kijk daarvoor in je werkplan. Komen de werkzaamheden overeen met je werkplan? Waarom wel of niet? Noteer dit in je verslag.

Opdracht 276: Contact BPV-begeleider 1. Laat je verslag over de uitvoering lezen aan je BPV-begeleider.

124


BPV Ondersteunen bij de zelfredzaamheid van HDL

20.5

Reflectie Je hebt nu ervaren hoe het ondersteunen van de doelgroep bij de zelfredzaamheid in een zorg- of welzijnsinstelling verloopt. Je weet ook welke activiteiten je kunt gebruiken om de zelfredzaamheid te vergroten.

Opdracht 277: Reflectieverslag 1. Schrijf een reflectieverslag over je ervaringen tijdens deze BPV-opdracht. 2. Laat het reflectieverslag lezen aan je BPV-begeleider.

f

Toolbox: Reflectieverslag op www.factor-e.nl

tie

<

Beoordeling

Ac

20.6

Opdracht 278: Invullen beoordelingsformulier

Ed u'

1. Vul het beoordelingsformulier in onder de kolom ‘Student’.

Opdracht 279: Contact BPV-begeleider

C

op

yr

ig ht

1. Vraag je BPV-begeleider om het beoordelingsformulier in te vullen onder de kolom ‘Beoordelaar’ en bij ‘Opmerkingen’. 2. Vraag jouw BPV-begeleider om twee tips en twee tops op te schrijven. 3. Vraag je BPV-begeleider om een ‘eindbeoordeling’. Daarvoor gelden de beoordelingscriteria die aan het eind van het formulier staan.

125


Beoordelingsformulier Naam student: Naam 1e beoordelaar: Naam 2e beoordelaar:

f

Beoordelaar

tie

Student O

G

Ac

Voorbereiding

V

De student maakt een plan van aanpak.

Ed u'

De student maakt een verslag vooronderzoek: • Hij doet dit volgens het document 'Hoe maak je een verslag?' • Het verslag bevat de punten uit het vooronderzoek. De student communiceert op een juiste manier met de BPV-begeleider over de uitvoering.

ig ht

Uitvoering

De student maakt een werkplan.

De student werkt volgens het werkplan.

yr

De student ondersteunt de zelfredzaamheid van de doelgroep bij HDL en activiteiten.

op

De student houdt rekening met de wensen en behoeftes van de doelgroep.

C

De student toont respect voor de doelgroep.

126

De student maakt een verslag uitvoering: • Hij doet dit volgens het document ‘Hoe maak je een verslag?’

O

V

G


BPV Ondersteunen bij de zelfredzaamheid van HDL

Student O

V

Beoordelaar G

O

V

G

Reflectie De student maakt een verslag reflectie: • Hij doet dit volgens het document ‘Reflectieverslag’.

tie

Tops

Ac

Tips

Paraaf 1e beoordelaar:

Paraaf student:

Paraaf 2e beoordelaar:

Paraaf student:

ig ht

Datum:

Eindbeoordeling

Ed u'

Opmerkingen

Datum:

f

De student communiceert op een juiste manier met de BPV-begeleider over de beoordeling.

op

yr

Beoordelingscriteria voor de eindbeoordeling: Goed: Het verslag vooronderzoek en minimaal de helft bij de uitvoering moeten goed zijn en er mag nergens een onvoldoende als beoordeling staan. Voldoende: Het verslag vooronderzoek en de uitvoering moeten voldoende zijn. Onvoldoende: Bij het verslag vooronderzoek en de uitvoering is meer dan de helft onvoldoende.

C

20.7

Aandachts- en leerpunten

Opdracht 280: Nieuwe leerdoelen 1. Plan een gesprek met je begeleider op school. Tijdens dit gesprek bespreek je de BPV-opdracht. Formuleer je nieuwe leerdoelen aan de hand van de reflectie en de beoordeling. Verwerk deze in jouw reflectieverslag.

127


BPV Een tevredenheidsonderzoek doen

21.

Een tevredenheidsonderzoek doen

tie

Inleiding

Ac

21.1

f

Beroepstaak 16 Werken aan eigen professionaliteit

Ed u'

In veel bedrijven, instellingen en scholen wordt met enige regelmaat een tevredenheidsonderzoek gehouden onder het personeel.

C

op

yr

ig ht

Wanneer men over het algemeen tevreden is over het werk, zal de sfeer ook beter zijn dan wanneer men ontevreden is over het werk. Een goede sfeer zorgt voor betere kwaliteit van het werk; mensen hebben plezier in hun werk, komen op tijd en nemen – als het nodig is – werk van een ander over. Men helpt elkaar en steunt elkaar bij de uit te voeren taken. Tevreden medewerkers zorgen voor meer professionaliteit op het werk.

Je gaat een tevredenheidsonderzoek doen onder het personeel van jouw BPV-instelling. Je gaat een verslag maken over de volgende onderdelen: • voorbereiding • uitvoering • reflectie.

128


BPV Een tevredenheidsonderzoek doen

21.2

Voorwaarde Voordat je met de voorbereiding begint, laat je eerst zien dat je kleine onderdelen van deze opdracht al voldoende beheerst. Dit doe je door minimaal drie vaardigheden als voldoende te laten aftekenen door je BPV-begeleider.

Opdracht 281: Aftekenlijst vaardigheden

tie

f

Bespreek met je BPV-begeleider welke drie vaardigheden je laat aftekenen. Je mag deze lijst samen met je BPV-begeleider aanvullen met vaardigheden die passen binnen deze opdracht. Datum uitvoering

Voldoende (paraaf)

Ac

Vaardigheid

Toont bekend te zijn met de werkzaamheden van de helpende

Toont initiatief

Ed u'

Werkt zelfstandig

ig ht

Rapporteert bevindingen

Voorbereiding

1. Bekijk het plan van aanpak. Vul het plan van aanpak al zo veel mogelijk in. Sommige vragen kun je misschien pas volledig invullen aan het einde van de voorbereidingsfase. Bewaar je plan van aanpak en voeg alle latere documenten hieraan toe.

C

op

Toolbox: Plan van aanpak op www.factor-e.nl

<

Opdracht 282: Plan van aanpak

yr

21.3

Opdracht 283: Vooronderzoek 1. a. b. c.

Verdiep je in de volgende punten en maak hierover aantekeningen. Wat is volgens jou een werkklimaat? Waaraan moet een werkklimaat voldoen? Waarover ben je zelf tevreden binnen jouw BPV- instelling? Je zoekt uit hoeveel mensen in het team zitten waarin jij werkt, welke functies zij hebben, hoe de werkroosters worden gemaakt en hoe het zit met de werktijden van het personeel. d. Waarom zal een tevreden team betere kwaliteit leveren op het werk (dus professioneler zijn)? e. Je kiest uit de volgende lijst de punten uit die volgens jou tevredenheid opleveren op het werk. Met die punten ga je aan de slag bij je tevredenheidsonderzoek. Voeg er eventueel nieuwe punten aan toe.

129


Een goede samenwerking onderlinge pesterijen geven en nemen grensoverschrijdend gedrag in het algemeen gevoel van vernedering afspraken nakomen iets voor je collega overhebben respect hebben voor iemand die anders denkt dan jij de kantjes eraf lopen goede afspraken maken over de verdeling van het werk gelijkwaardigheid voelen ten opzichte van collega's die een hogere of lagere positie bekleden – betrokken zijn bij je collega's. f. Om een goede vragenlijst voor je tevredenheidsonderzoek te maken, moet je eerst bij jezelf nagaan wat 'tevredenheid op het werk' voor jou inhoudt. Wat heb jij nodig om op jouw BPV-instelling een tevreden helpende te zijn? Bedenk tien punten. g. Je gebruikt jouw tevredenheidslijst voor het maken van duidelijke vragen. Je maakt de vragenlijst. Je houdt rekening met de volgende richtlijnen: a. De invuller van de vragenlijst blijft anoniem. b. Je introduceert jezelf kort, zodat iedereen weet dat dit een opdracht van school is en dat zij ook weten wie jij bent. c. Je zorgt dat de vragenlijst alleen ingevuld hoeft te worden met: heel tevreden, tevreden, niet zo tevreden, ontevreden. En ruimte voor een toelichting. d. Je deelt je vragenlijst in. Verschillende onderdelen zijn bijvoorbeeld: – algemeen (inleiding, doel van het onderzoek, voorstellen) – samenwerken – veilige sfeer – omgang met collega's. a. Je bedenkt bij elk onderdeel drie duidelijke vragen.

<

Opdracht 284: Verslag vooronderzoek 1. Verwerk je aantekeningen van het vooronderzoek (zie vorige opdracht) in een verslag. Zorg dat alle punten uit het vooronderzoek in het verslag aan bod komen. Vul ook je plan van aanpak aan.

yr

Toolbox: Verslag op www.factor-e.nl

ig ht

Ed u'

Ac

tie

f

– – – – – – – – – – –

C

op

Opdracht 285: Contact BPV-begeleider

130

1. Laat je plan van aanpak en het verslag van het vooronderzoek lezen aan je BPV-begeleider. 2. Bespreek wanneer je de opdracht gaat uitvoeren (inplannen). Daarbij gaat het om het maken van een werkplan voor het tevredenheidsonderzoek, het tevredenheidsonderzoek zelf en het schrijven van een verslag daarover. Verwerk dit in je plan van aanpak. Bespreek ook met je BPV-begeleider aan welke collega's je je vragenlijst gaat uitdelen. Bijvoorbeeld aan het hele team of alleen aan het team van jouw afdeling. Bespreek ook hoe je de vragenlijsten denkt terug te krijgen. Bijvoorbeeld in jouw postvak of in een doos in de teamkamer. En wanneer, na één of twee weken, retour. 3. Vraag goedkeuring aan je BPV-begeleider om te mogen starten met de uitvoering.


BPV Een tevredenheidsonderzoek doen

21.4

Uitvoering Je hebt je goed voorbereid. Nu ga je het tevredenheidsonderzoek uitvoeren.

Toolbox: Werkplan op www.factor-e.nl

1. Schrijf een werkplan voor het uitvoeren van het tevredenheidsonderzoek in een zorg- of welzijnsinstelling. Neem in je werkplan op wat je doet als je niet alle vragenlijsten op de door jou vastgestelde datum terug hebt gekregen (bijvoorbeeld vragen of ze de lijst alsnog willen inleveren). Denk ook aan de verwerking van de gegevens.

Opdracht 287: Contact BPV-begeleider

tie

f

<

Opdracht 286: Werkplan uitvoering

Ac

1. Laat je werkplan lezen aan je BPV-begeleider. 2. Vraag goedkeuring aan je BPV-begeleider om te mogen starten met het tevredenheidsonderzoek.

Ed u'

Opdracht 288: Uitvoering tevredenheidsonderzoek

1. Voer het tevredenheidsonderzoek uit volgens je werkplan. Toolbox: Verslag op www.factor-e.nl

1. Schrijf een kort verslag over de manier waarop je aan het tevredenheidsonderzoek hebt gewerkt (minimaal een half A4'tje, maximaal één A4'tje). Kijk daarvoor in je werkplan. Komen de werkzaamheden overeen met je werkplan? Waarom wel of niet? Noteer dit in je verslag. 2. Schrijf een verslag over de resultaten van je tevredenheidsonderzoek. Verwerk de gegevens door de antwoorden op de vragen te turven. Schrijf in je rapportage op hoeveel keer per vraag men heel tevreden, tevreden, niet zo tevreden of ontevreden opschreef. Noteer ook per vraag de toelichtingen die staan beschreven. Wat is jouw conclusie? Formuleer aanbevelingen voor verbeteringen. Zorg voor een verslag van minimaal twee A4'tjes en maximaal vier A4'tjes. Neem zo mogelijk illustraties op in je verslag.

op

yr

ig ht

<

Opdracht 289: Verslag uitvoering

C

Opdracht 290: Contact BPV-begeleider

21.5

1. Laat je verslag over de uitvoering lezen aan je BPV-begeleider. Let op! Je hebt dus twee verslagen: één over de manier waarop je aan het tevredenheidsonderzoek hebt gewerkt en één met de resultaten van het tevredenheidsonderzoek.

Reflectie De rapportage over jouw tevredenheidsonderzoek laat zien op welke punten het personeel tevreden of ontevreden is. Misschien kunnen sommige punten worden verbeterd. Heb je een beeld gekregen van de algemene tevredenheid in je BPV-instelling? En van je eigen tevredenheid in je BPV-instelling? Wat kun jij zelf doen om de situatie

131


te verbeteren wanneer je niet zo tevreden bent? Verwerk de antwoorden op de vragen in je reflectieverslag. Toolbox: Reflectieverslag op www.factor-e.nl

Opdracht 291: Reflectieverslag 1. Schrijf een reflectieverslag over je ervaringen tijdens deze BPV-opdracht. 2. Laat het reflectieverslag lezen aan je BPV-begeleider.

<

Beoordeling

tie

f

21.6

Opdracht 292: Invullen beoordelingsformulier

Ac

1. Vul het beoordelingsformulier in onder de kolom ‘Student’.

Opdracht 293: Contact BPV-begeleider

C

op

yr

ig ht

Ed u'

1. Vraag je BPV-begeleider om het beoordelingsformulier in te vullen onder de kolom ‘Beoordelaar’ en bij ‘Opmerkingen’. 2. Vraag jouw BPV-begeleider om twee tips en twee tops op te schrijven. 3. Vraag je BPV-begeleider om een ‘eindbeoordeling’. Daarvoor gelden de beoordelingscriteria die aan het eind van het formulier staan.

132


BPV Een tevredenheidsonderzoek doen

Beoordelingsformulier Naam student: Naam 1e beoordelaar: Naam 2e beoordelaar:

f

Beoordelaar

tie

Student O

G

O

V

G

Ac

Voorbereiding

V

De student maakt een plan van aanpak.

Ed u'

De student maakt een verslag vooronderzoek: • Hij doet dit volgens het document 'Hoe maak je een verslag?' • Het verslag bevat de punten uit het vooronderzoek. De student communiceert op een juiste manier met de BPV-begeleider over de uitvoering.

ig ht

Uitvoering

De student maakt een werkplan.

De student werkt volgens het werkplan. De student werkt nauwkeurig.

yr

De student richt zich op de behoeftes en verwachtingen van de ‘klant’.

C

op

De student formuleert de vragen voor het tevredenheidsonderzoek op de juiste manier.

De student maakt een verslag uitvoering over de manier van werken aan het tevredenheidsonderzoek: • Hij doet dit volgens het document ‘Hoe maak je een verslag?’ De student maakt een verslag uitvoering over de resultaten van het tevredenheidsonderzoek: • Hij doet dit volgens het document ‘Hoe maak je een verslag?’

133


Student O

V

Beoordelaar G

O

V

G

Reflectie De student maakt een verslag reflectie: • Hij doet dit volgens het document ‘Reflectieverslag’.

tie

Tops

Ac

Tips

Paraaf 1e beoordelaar:

Paraaf student:

Paraaf 2e beoordelaar:

Paraaf student:

ig ht

Datum:

Eindbeoordeling

Ed u'

Opmerkingen

Datum:

f

De student communiceert op een juiste manier met de BPV-begeleider over de beoordeling.

op

yr

Beoordelingscriteria voor de eindbeoordeling: Goed: Het verslag vooronderzoek en minimaal de helft bij de uitvoering moeten goed zijn en er mag nergens een onvoldoende als beoordeling staan. Voldoende: Het verslag vooronderzoek en de uitvoering moeten voldoende zijn. Onvoldoende: Bij het verslag vooronderzoek en de uitvoering is meer dan de helft onvoldoende.

C

21.7

Aandachts- en leerpunten

Opdracht 294: Nieuwe leerdoelen 1. Plan een gesprek met je begeleider op school. Tijdens dit gesprek bespreek je de BPV-opdracht. Formuleer je nieuwe leerdoelen aan de hand van de reflectie en de beoordeling. Verwerk deze in jouw reflectieverslag.

134


BPV De organisatie bestuderen

22.

BPV De organisatie bestuderen Inleiding

tie

22.1

f

Beroepstaak 16 Werken aan eigen professionaliteit

yr

ig ht

Ed u'

Ac

Wanneer je werkt in een arbeidsorganisatie, is het belangrijk dat je weet waar de organisatie voor staat. Wat zijn de visie en de doelstelling van de organisatie? Welke mensen werken er? Je gaat je verdiepen in de organisatie van jouw BPV-instelling. Het is een theoretische opdracht.

C

op

Je gaat een verslag maken over de volgende onderdelen: • voorbereiding • uitvoering • reflectie.

22.2

Voorwaarde Voordat je met de voorbereiding begint, laat je eerst zien dat je kleine onderdelen van deze opdracht al voldoende beheerst. Dit doe je door minimaal drie vaardigheden als voldoende te laten aftekenen door je BPV-begeleider.

135


Opdracht 295: Aftekenlijst vaardigheden Bespreek met je BPV-begeleider welke drie vaardigheden je laat aftekenen. Je mag deze lijst samen met je BPV-begeleider aanvullen met vaardigheden die passen binnen deze opdracht. Vaardigheid

Datum uitvoering

Voldoende (paraaf)

Werkt zelfstandig

tie

f

Toont initiatief Rapporteert bevindingen

Ed u'

Overlegt met anderen

Ac

Werkt samen

Voorbereiding

Toolbox: Plan van aanpak op www.factor-e.nl

<

Opdracht 296: Plan van aanpak

ig ht

22.3

1. Bekijk het plan van aanpak. Vul het plan van aanpak al zo veel mogelijk in. Sommige vragen kun je misschien pas volledig invullen aan het einde van de voorbereidingsfase. Bewaar je plan van aanpak en voeg alle latere documenten hieraan toe.

yr

Opdracht 297: Vooronderzoek Verdiep je in de volgende punten en maak hierover aantekeningen. Wat is de visie van de organisatie? Wat zijn de doelstellingen van de organisatie? Welke mensen en hoeveel mensen werken er? Zet dit in een organogram. Met welke personen heb jij tijdens je BPV te maken, op welke manier en wanneer?

C

op

1. a. b. c. d.

Toolbox: Verslag op www.factor-e.nl

<

Opdracht 298: Verslag vooronderzoek 1. Verwerk je aantekeningen van het vooronderzoek (zie vorige opdracht) in een verslag. Zorg dat alle punten uit het vooronderzoek in het verslag aan bod komen. Vul ook je plan van aanpak aan.

Opdracht 299: Contact BPV-begeleider 1. Laat je plan van aanpak en het verslag van het vooronderzoek lezen aan je BPV-begeleider. 2. Bespreek wanneer je de opdracht gaat uitvoeren (inplannen). Daarbij gaat het om het maken van een werkplan voor het bestuderen van de organisatie, het bestuderen zelf en het schrijven van een verslag daarover. Verwerk dit in je plan van aanpak.

136


BPV De organisatie bestuderen

3. Vraag goedkeuring aan je BPV-begeleider om te mogen starten met de uitvoering.

22.4

Uitvoering

Toolbox: Werkplan op www.factor-e.nl

<

Ed u'

Ac

tie

f

Je hebt je goed voorbereid. Nu ga je bestuderen hoe de visie en de doelstellingen van de organisatie doorwerken in de dagelijkse praktijk. Je gaat de volgende punten uitzoeken: • Wat zie jij van de visie terug in het dagelijkse werk? Geef minimaal drie voorbeelden. • Wat zie jij van de doelstellingen terug in het dagelijkse werk? Geef minimaal drie voorbeelden. • Op welke manier besteedt de instelling aandacht aan kwaliteit: a. Met welke kwaliteitswet heeft je BPV-instelling te maken? En wat betekent dat voor de instelling? b. Hoe zie je op de werkvloer dat er aan kwaliteit wordt gewerkt? Noem minimaal drie voorbeelden. • Bij het bieden van kwaliteit hoort ook deskundigheidsbevordering. a. Op welke manier wordt er aandacht besteed aan deskundigheidsbevordering? b. Op welke manier denk jij in de toekomst je deskundigheid op peil te houden?

Opdracht 300: Werkplan uitvoering

1. Schrijf een werkplan voor het bestuderen van jouw BPV-instelling.

ig ht

Opdracht 301: Contact BPV-begeleider

1. Laat je werkplan lezen aan je BPV-begeleider. 2. Vraag goedkeuring aan je BPV-begeleider om te mogen starten met het bestuderen van jouw BPV-instelling.

yr

Opdracht 302: Uitvoering het bestuderen van jouw BPV-instelling 1. Voer het bestuderen van jouw BPV-instelling uit volgens je werkplan.

C

<

Opdracht 303: Verslag uitvoering

op

Toolbox: Verslag op www.factor-e.nl

1. Schrijf een kort verslag over de manier waarop je aan het tevredenheidsonderzoek hebt gewerkt (minimaal een half A4'tje, maximaal één A4'tje). Kijk daarvoor in je werkplan. Komen de werkzaamheden overeen met je werkplan? Waarom wel of niet? Noteer dit in je verslag. 2. Schrijf een verslag over de resultaten van het bestuderen van jouw BPV-instelling. Wat is jouw conclusie? Formuleer aanbevelingen voor verbeteringen. Zorg voor een verslag van minimaal twee A4'tjes en maximaal vier A4'tjes. Neem zo mogelijk illustraties op in je verslag.

Opdracht 304: Contact BPV-begeleider 1. Laat je verslag over de uitvoering lezen aan je BPV-begeleider. Let op! Je hebt dus twee verslagen: één over de manier waarop je aan het bestuderen van jouw BPV-instelling hebt gewerkt en één met de resultaten van het bestuderen van jouw BPV-instelling.

137


22.5

Reflectie Je hebt nu bestudeerd hoe de visie en de doelstellingen van de organisatie doorwerken in de dagelijkse praktijk.

Toolbox: Reflectieverslag op www.factor-e.nl

Opdracht 305: Reflectieverslag 1. Schrijf een reflectieverslag over je ervaringen tijdens deze BPV-opdracht. 2. Laat het reflectieverslag lezen aan je BPV-begeleider.

tie

f

<

Beoordeling

Ac

22.6

Opdracht 306: Invullen beoordelingsformulier

1. Vul het beoordelingsformulier in onder de kolom ‘Student’.

Ed u'

Opdracht 307: Contact BPV-begeleider

C

op

yr

ig ht

1. Vraag je BPV-begeleider om het beoordelingsformulier in te vullen onder de kolom ‘Beoordelaar’ en bij ‘Opmerkingen’. 2. Vraag jouw BPV-begeleider om twee tips en twee tops op te schrijven. 3. Vraag je BPV-begeleider om een ‘eindbeoordeling’. Daarvoor gelden de beoordelingscriteria die aan het eind van het formulier staan.

138


BPV De organisatie bestuderen

Beoordelingsformulier Naam student: Naam 1e beoordelaar: Naam 2e beoordelaar:

f

Beoordelaar

tie

Student O

G

O

V

G

Ac

Voorbereiding

V

De student maakt een plan van aanpak.

Ed u'

De student maakt een verslag vooronderzoek: • Hij doet dit volgens het document 'Hoe maak je een verslag?' • Het verslag bevat de punten uit het vooronderzoek. De student communiceert op een juiste manier met de BPV-begeleider over de uitvoering.

ig ht

Uitvoering

De student maakt een werkplan.

De student werkt volgens het werkplan. De student werkt nauwkeurig.

yr

De student richt zich op de behoeftes en verwachtingen van de ‘klant’.

C

op

De student maakt een verslag uitvoering over de manier van werken bij het bestuderen van de BPV-instelling: • Hij doet dit volgens het document ‘Hoe maak je een verslag?’ De student maakt een verslag uitvoering over de resultaten van het bestuderen van de BPV-instelling: • Hij doet dit volgens het document ‘Hoe maak je een verslag?’

139


Student O

V

Beoordelaar G

O

V

G

Reflectie De student maakt een verslag reflectie: • Hij doet dit volgens het document ‘Reflectieverslag’.

tie

Tops

Ac

Tips

Paraaf 1e beoordelaar:

Paraaf student:

Paraaf 2e beoordelaar:

Paraaf student:

ig ht

Datum:

Eindbeoordeling

Ed u'

Opmerkingen

Datum:

f

De student communiceert op een juiste manier met de BPV-begeleider over de beoordeling.

op

yr

Beoordelingscriteria voor de eindbeoordeling: Goed: Het verslag vooronderzoek en minimaal de helft bij de uitvoering moeten goed zijn en er mag nergens een onvoldoende als beoordeling staan. Voldoende: Het verslag vooronderzoek en de uitvoering moeten voldoende zijn. Onvoldoende: Bij het verslag vooronderzoek en de uitvoering is meer dan de helft onvoldoende.

C

22.7

Aandachts- en leerpunten

Opdracht 308: Nieuwe leerdoelen 1. Plan een gesprek met je begeleider op school. Tijdens dit gesprek bespreek je de BPV-opdracht. Formuleer je nieuwe leerdoelen aan de hand van de reflectie en de beoordeling. Verwerk deze in jouw reflectieverslag.

140


BPV Overlegvormen bestuderen en bijwonen

23.

Overlegvormen bestuderen en bijwonen

tie

Inleiding

Ac

23.1

f

Beroepstaak 16 Werken aan eigen professionaliteit

Ed u'

Binnen de organisatie vinden regelmatig overleggen plaats. Dit is belangrijk omdat zodoende werkzaamheden verdeeld kunnen worden en afstemming bereikt wordt tussen de verschillende medewerkers. Vaak zijn er verschillende soorten overleg waarbij verschillende medewerkers aanwezig zijn. Binnen de overlegvormen vervullen zij een bepaalde rol.

C

op

yr

ig ht

Je gaat onderzoeken welke overlegvormen er zijn, wat het doel daarvan is en welke rollen medewerkers vervullen tijdens dit overleg. En je gaat een overleg bijwonen. Ook ga jij je eigen werkzaamheden en vaardigheden evalueren met betrekking tot de voortgang van je opleiding.

Je gaat een verslag maken over de volgende onderdelen: • voorbereiding • uitvoering • reflectie.

141


23.2

Voorwaarde Voordat je met de voorbereiding begint, laat je eerst zien dat je kleine onderdelen van deze opdracht al voldoende beheerst. Dit doe je door minimaal drie vaardigheden als voldoende te laten aftekenen door je BPV-begeleider.

Opdracht 309: Aftekenlijst vaardigheden

tie

f

Bespreek met je BPV-begeleider welke drie vaardigheden je laat aftekenen. Je mag deze lijst samen met je BPV-begeleider aanvullen met vaardigheden die passen binnen deze opdracht. Datum uitvoering

Een overdracht bijwonen Een overdracht geven

Voorstellen doen

Ed u'

Overleggen met collega’s

Voldoende (paraaf)

Ac

Vaardigheid

ig ht

Evaluaties afspreken.

Voorbereiding

yr

23.3

C

<

Toolbox: Verslag op www.factor-e.nl

<

142

Opdracht 310: Plan van aanpak 1. Bekijk het plan van aanpak. Vul het plan van aanpak al zo veel mogelijk in. Sommige vragen kun je misschien pas volledig invullen aan het einde van de voorbereidingsfase. Bewaar je plan van aanpak en voeg alle latere documenten hieraan toe.

op

Toolbox: Plan van aanpak op www.factor-e.nl

Opdracht 311: Vooronderzoek 1. a. b. c. d.

Verdiep je in de volgende punten en maak hierover aantekeningen. Welke soorten overleg zijn er op jouw afdeling, groep of woning? Wat is het doel van de verschillende soorten overleg? Wie zijn aanwezig bij de verschillende soorten overleg? Welke rollen zijn er binnen de verschillende soorten overleg?

Opdracht 312: Verslag vooronderzoek 1. Verwerk je aantekeningen van het vooronderzoek (zie vorige opdracht) in een verslag. Vul ook je plan van aanpak aan.


BPV Overlegvormen bestuderen en bijwonen

Opdracht 313: Contact BPV-begeleider

Uitvoering

tie

23.4

f

1. Laat je plan van aanpak en het verslag van het vooronderzoek lezen aan je BPV-begeleider. 2. Bespreek wanneer je de opdracht gaat uitvoeren (inplannen). Daarbij gaat het om het maken van een werkplan voor het bijwonen van een overlegvorm, het bijwonen zelf en het schrijven van een verslag daarover. Spreek af welk overleg je gaat bijwonen. Verwerk dit alles in je plan van aanpak. 3. Vraag goedkeuring aan je BPV-begeleider om te mogen starten met de uitvoering.

Toolbox: Werkplan op www.factor-e.nl

<

Ed u'

Ac

Je hebt je goed voorbereid. Nu ga je een overleg in de dagelijkse praktijk bijwonen. Je gaat over dat overleg de volgende punten beschrijven: • Wat is het doel van het overleg? • Welke functie of rol hebben de deelnemers? Houd hierbij rekening met de privacy! • Wat werd besproken in het overleg? • Had iedereen evenveel inbreng? • Zijn er dingen die je opvielen?

Opdracht 314: Werkplan uitvoering

1. Schrijf een werkplan voor het bijwonen van een overleg.

ig ht

Opdracht 315: Contact BPV-begeleider 1. Laat je werkplan lezen aan je BPV-begeleider. 2. Vraag goedkeuring aan je BPV-begeleider om te mogen starten met het bijwonen van een overleg.

yr

Opdracht 316: Uitvoering het bijwonen van een overleg 1. Voer het bijwonen van een overleg uit volgens je werkplan.

C

<

Opdracht 317: Verslag uitvoering

op

Toolbox: Verslag op www.factor-e.nl

1. Schrijf een kort verslag over de manier waarop je aan het tevredenheidsonderzoek hebt gewerkt (minimaal een half A4'tje, maximaal één A4'tje). Kijk daarvoor in je werkplan. Komen de werkzaamheden overeen met je werkplan? Waarom wel of niet? Noteer dit in je verslag. 2. Schrijf een verslag over het bijwonen van het overleg. Wat zijn jouw bevindingen? Formuleer aanbevelingen voor verbeteringen. Zorg voor een verslag van minimaal twee A4’tjes en maximaal vier A4’tjes. Neem zo mogelijk illustraties op in je verslag.

Opdracht 318: Contact BPV-begeleider 1. Laat je verslag over de uitvoering lezen aan je BPV-begeleider. Let op! Je hebt dus twee verslagen: één over de manier waarop je aan het bijwonen van een overleg hebt gewerkt en één met de bevindingen van het bijwonen van het overleg.

143


23.5

Reflectie Je hebt nu bestudeerd welke overlegvormen er zijn en hebt een overleg bijgewoond.

Toolbox: Reflectieverslag op www.factor-e.nl

1. Schrijf een reflectieverslag over je ervaringen tijdens deze BPV-opdracht. 2. Voeg een extra A4'tje toe aan je reflectieverslag. Neem daarin een evaluatie op. Op welke manieren evalueer jij je werkzaamheden en vaardigheden als het gaat over de voortgang van je opleiding? Verwerk de volgende punten: a. Met wie evalueer jij je functioneren? b. Op welke manier evalueer je dat: hoe bereid jij je voor en wie heeft welke rol tijdens het gesprek? c. Met wie voer je de voortgangsgesprekken en beoordelingsgesprekken en hoe bereid je die voor? d. Ga zelf een voortgangsgesprek voorzitten; je leidt het gesprek en vraagt na afloop feedback. Schrijf een reflectie over het voorzitten van het gesprek. 3. Laat het reflectieverslag lezen aan je BPV-begeleider.

Ed u'

Ac

tie

f

<

Opdracht 319: Reflectieverslag

23.6

Beoordeling

Opdracht 320: Invullen beoordelingsformulier

ig ht

1. Vul het beoordelingsformulier in onder de kolom ‘Student’.

Opdracht 321: Contact BPV-begeleider

C

op

yr

1. Vraag je BPV-begeleider om het beoordelingsformulier in te vullen onder de kolom ‘Beoordelaar’ en bij ‘Opmerkingen’. 2. Vraag jouw BPV-begeleider om twee tips en twee tops op te schrijven. 3. Vraag je BPV-begeleider om een ‘eindbeoordeling’. Daarvoor gelden de beoordelingscriteria die aan het eind van het formulier staan.

144


BPV Overlegvormen bestuderen en bijwonen

Beoordelingsformulier Naam student: Naam 1e beoordelaar: Naam 2e beoordelaar:

f

Beoordelaar

tie

Student O

G

O

V

G

Ac

Voorbereiding

V

De student maakt een plan van aanpak.

Ed u'

De student maakt een verslag vooronderzoek: • Hij doet dit volgens het document 'Hoe maak je een verslag?' • Het verslag bevat de punten uit het vooronderzoek. De student communiceert op een juiste manier met de BPV-begeleider over de uitvoering.

ig ht

Uitvoering

De student maakt een werkplan.

De student werkt volgens het werkplan. De student werkt samen en overlegt.

yr

De student volgt instructies en procedures op.

C

op

De student maakt een verslag uitvoering over de manier van werken bij het bijwonen van overleggen: • Hij doet dit volgens het document ‘Hoe maak je een verslag?’ De student maakt een verslag uitvoering over de bevindingen over het bijwonen van overleggen: • Hij doet dit volgens het document ‘Hoe maak je een verslag?’

145


Student O

V

Beoordelaar G

O

V

G

Reflectie

Tops

Opmerkingen

Eindbeoordeling

Paraaf 1e beoordelaar:

Paraaf student:

Paraaf 2e beoordelaar:

Paraaf student:

ig ht

Datum:

Ed u'

Ac

Tips

tie

De student communiceert op een juiste manier met de BPV-begeleider over de beoordeling.

f

De student maakt een verslag reflectie: • Hij doet dit volgens het document ‘Reflectieverslag’. • Hij vult dit aan met informatie over de voortgang van de opleiding.

Datum:

C

op

yr

Beoordelingscriteria voor de eindbeoordeling: Goed: Het verslag vooronderzoek en minimaal de helft bij de uitvoering moeten goed zijn en er mag nergens een onvoldoende als beoordeling staan. Voldoende: Het verslag vooronderzoek en de uitvoering moeten voldoende zijn. Onvoldoende: Bij het verslag vooronderzoek en de uitvoering is meer dan de helft onvoldoende.

23.7

Aandachts- en leerpunten Opdracht 322: Nieuwe leerdoelen 1. Plan een gesprek met je begeleider op school. Tijdens dit gesprek bespreek je de BPV-opdracht. Formuleer je nieuwe leerdoelen aan de hand van de reflectie en de beoordeling. Verwerk deze in jouw reflectieverslag.

146


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.