34756 - c - Risicoanalyse maken

Page 1

fb .v

.

Cursus

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

Risicoanalyse maken


Colofon Uitgeverij: Edu’Actief b.v.

www.edu-actief.nl Auteur(s): Mascha Schrander Inhoudelijke redactie: Agnes Schouten Titel: Risicoanalyse maken

u' Ac

ISBN: 9789037234756 © Edu’Actief b.v. 2018

tie

info@edu-actief.nl

fb .v

.

0522-235235

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

U

itg

ev

er

ij

Ed

Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.


Inhoudsopgave Over deze cursus

.

8

Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) Uitvoeren van een RI&E

12

17

Wet- en regelgeving Veiligheid coördineren Reflectie

9

22

tie

Calamiteitenplan

fb .v

Oriëntatie

4

26

30

32

u' Ac

Theoriebron Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) Theoriebron Uitvoeren van een RI&E Theoriebron Calamiteitenplan

35

41

Theoriebron Wet- en regelgeving RI&E en calamiteitenplan 53

U

itg

ev

er

ij

Ed

Theoriebron Veiligheid coördineren

48

3


Over deze cursus

Over deze cursus

u' Ac

tie

fb .v

.

In deze cursus maak je kennis met een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) en een calamiteitenplan. Je leert wat het is en welk doel het heeft. Ook het uitvoeren van een RI&E en het opstellen van een calamiteitenplan komen aan bod. De cursus behandelt daarnaast de wet- en regelgeving rondom een RI&E en calamiteitenplan. Verder gaat deze cursus in op het coördineren van veiligheid op je werk.

Ziek door je werk. Dat moet voorkomen worden.

• • •

Je kunt uitleggen wat een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) inhoudt, uit welke onderdelen het bestaat en wat het doel hiervan is. Je kunt een risico-inventarisatielijst invullen en risico’s in kaart brengen. Je kunt prioriteiten stellen en verbeterpunten omschrijven op basis van de risico-inventarisatie. Je kunt beschrijven wat een calamiteit inhoudt en hoe je een calamiteit kunt voorkomen. Je kunt een calamiteitenplan opstellen. Je kunt wet- en regelgeving op het gebied van risico-inventarisatie en het calamiteitenplan uitleggen. Je kunt de veiligheid op het werk coördineren.

ij

Ed

Leerdoelen

er

ev

Beoordeling

U

itg

Beoordelingsformulier <

4

Aan het eind van de cursus wordt je parate kennis beoordeeld met een toets. Je praktische beheersing van de leerdoelen wordt getoetst aan de hand van twee beroepsproducten. Deze worden op verschillende punten beoordeeld: op inhoud en op de uitvoering. Andere belangrijke punten bij de beoordeling zijn: actieve deelname aan de lessen, nette uitwerking van de opdrachten in correct Nederlands. Je vindt ze bij elkaar in het beoordelingsformulier.


Over deze cursus

Planning Een beroepsproduct maken kost tijd. Daarom moet je dit goed plannen. Lees eerst de opdracht van het beroepsproduct goed door en vul daarna het planningsformulier in. Neem ook de andere opdrachten van deze cursus op in je totale planning. Zo voorkom je dat je in tijdnood komt.

fb .v

.

Planningsformulier <

Beroepsproduct: Een verkorte/versimpelde RI&E Maak een verkorte/versimpelde RI&E voor een door jou gekozen werkplek.

Werkmodel Plan van aanpak RI&E <

• •

er

ij

Je maakt dit beroepsproduct alleen. Maak een planning voor jezelf. Kies een werkplek waar je de mogelijkheid hebt om een verkorte/versimpelde RI&E te doen. Dat kan een stageplaats, een bijbaantje of desnoods een werkplek in het opleidingsgebouw zijn. Vraag om toestemming. Ga naar de Website OiRA. Registreer je met je e-mailadres en bedenk een wachtwoord. (Dit is nodig om gegevens op te kunnen slaan en door te gaan naar de aanbevelingen.) Start de Checklist Gezondheidsrisico’s – NG 2013. Deze checklist is niet branchegericht, maar wel gratis en geeft een idee van hoe een instrument voor een RI&E eruit kan zien. Je kunt je sessie een naam geven, zodat je ernaar kunt terugkeren. Je kiest een van de onderwerpen uit die relevant zijn voor jouw gekozen werkplek. Je inventariseert of de risico’s die bij dat onderwerp beschreven staan aanwezig zijn. Print de lijst met risico’s. Dit kun je doen door in de linkerkolom op ‘Inventarisatie + Evaluatie’ te klikken. In de rechterkolom zie je nu tussen de tekst in het blauw ‘Lijst met alle risico’s’. Klik erop om de lijst te kunnen downloaden en de risico’s van je gekozen onderwerp te kunnen printen. Je vinkt die risico’s aan op de uitgeprinte lijst. Tip: bij ieder risico heb je de mogelijkheid om op ‘meer informatie’ te klikken. Daar vind je meestal al voorbeelden van oplossingen of je kunt doorklikken naar oplossingen. Verzamel informatie over de aanwezige risico’s, denk aan het verzamelen van informatie bij collega’s, het lezen van werkprotocollen, het verzamelen van informatie op internet en het observeren van collega’s tijdens het uitvoeren van hun werk. Zet de risico’s op volgorde van prioriteit. Bedenk voor de drie risico’s met de hoogste prioriteit verbeterpunten. Ook hierbij kun je gebruikmaken van verschillende bronnen. Raadpleeg in ieder geval een of meerdere collega’s en zoek in de arbocatalogus van de branche op de Website Arboportaal. Maak voor de drie risico’s met de hoogste prioriteit een plan van aanpak. (Beschrijf bij de vraag wie het gaat uitvoeren geen naam, maar een functie.) Vraag of je de RI&E van de organisatie in mag zien en vergelijk deze met je eigen bevindingen. Schrijf op wat er verschilt en hoe jij denkt dat dit komt. Wanneer je de opdracht in het opleidingsgebouw uitvoert, vraag je jouw docent om de RI&E voor je op te vragen.

u' Ac

Website Arboportaal <

• •

Ed

Website OiRA <

tie

Stappen

ev

• •

U

itg

Laat elke processtap goedkeuren door je docent, voordat je begint aan de volgende processtap.

5


Over deze cursus

Eisen aan het beroepsproduct

• • •

.

Je hebt de risico’s geïnventariseerd die daadwerkelijk aanwezig zijn op de door jou gekozen werkplek en deze aangevinkt op de risico-inventarisatielijst. Je hebt informatie verzameld over de aanwezige risico’s en op basis daarvan de volgorde van prioriteit bepaald. Voor de drie risico’s met de hoogste prioriteit heb je passende verbeterpunten beschreven. Je hebt voor de drie risico’s met de hoogste prioriteit een plan van aanpak gemaakt, waar per verbeterpunt in staat wat ervoor nodig is om het uit te voeren. Je hebt beschreven hoe de RI&E van de organisatie verschilt met jouw eigen bevindingen en hoe jij denkt dat dit komt.

fb .v

tie

Beroepsproduct: Zelfinspectie van een vluchtweg Stappen

• •

ij

Je maakt dit beroepsproduct alleen. Maak een planning voor jezelf. Kies een werkplek waar je de mogelijkheid hebt om een zelfinspectie van een vluchtweg te doen. Dat kan een stageplaats zijn, een bijbaantje of desnoods een werkplek in het opleidingsgebouw. Vraag om toestemming. Probeer de snelste route naar buiten te vinden. Neem je tijd op van de start totdat je bij een nooduitgang bent. Je hoeft niet echt naar buiten. Evalueer hoe dat ging. Denk je dat het in geval van nood snel genoeg is? Kon je via de signalering (bordjes en aanwijzingen) snel ontdekken waar je heen moest? Was je vluchtweg vrij? Zoek een plattegrond op met daarop de vluchtwegen in het gebouw. Evalueer of je makkelijk toegang had tot de plattegrond. Vind je dat de vluchtwegen er duidelijk op staan? Heb jij toen je de vluchtweg inspecteerde, daadwerkelijk de kortste route genomen? Beschrijf verbeterpunten die je hebt voor het duidelijk en vrijmaken van de vluchtroute. Schrijf ook verbeterpunten op die je hebt geconstateerd in de toegang en duidelijkheid van de plattegrond waarop de vluchtwegen aangeduid staan. Maak een plan van aanpak waarin staat wie (met welke functie), wat, wanneer gaat doen om de verbeterpunten door te voeren. Beschrijf hoe je erop toe gaat zien dat het plan van aanpak wordt uitgevoerd en dat nieuwe of veranderde veiligheidsregels worden nageleefd.

Ed

• •

u' Ac

Inspecteer een vluchtweg op een door jou gekozen werkplek.

er

ev

U

itg

Eisen aan het beroepsproduct • • •

6

Je hebt geprobeerd om op een door jou gekozen werkplek de snelste route naar de buiten(nood)deur te vinden en je hebt de tijd die je nodig had genoteerd. Je hebt je vluchtroute geëvalueerd en je bevindingen beschreven. Je hebt een plattegrond opgezocht met daarop de vluchtwegen in het gebouw. Je hebt beschreven of je makkelijk toegang had tot de plattegrond, of jij vindt dat de vluchtwegen er duidelijk genoeg op staan en of je daadwerkelijk de kortste route naar de buitendeur hebt genomen. Je hebt verbeterpunten beschreven voor het duidelijk en vrijmaken van de vluchtroute en voor de toegankelijkheid en duidelijkheid van de plattegrond, waar de vluchtwegen op aangeduid staan.


Over deze cursus

•

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

fb .v

.

•

Je hebt een plan van aanpak gemaakt, waarin staat wie (met welke functie), wat, wanneer gaat doen om de verbeterpunten door te voeren. Je hebt beschreven hoe je erop gaat toezien dat het plan van aanpak wordt uitgevoerd en dat de nieuwe of veranderde veiligheidsregels worden nageleefd.

7


Oriëntatie

Oriëntatie Opdracht 1

Eigen ervaring met (on)veiligheid op het werk

fb .v

.

Deze opdracht doe je met de hele groep. Aan de hand van een ‘sta-op-werkvorm’ inventariseer je welke ervaring jij en je medestudenten hebben met (on)veiligheid op je stage of werk.

tie

Uitleg: • Ga met z’n allen in een kring zitten. • Eén persoon leest de ‘sta-op-zinnen’ hardop voor. Wanneer de stelling op jou van toepassing is, sta je op. • Als je wilt, mag je over je ervaring vertellen. • Eén persoon turft hoeveel mensen er per stelling opstaan. • Degene die voorleest en degene die turft mogen ook opstaan. Als alle stellingen besproken zijn, kun je opschrijven hoe vaak een stelling van toepassing was. • Bespreek de uitkomsten met elkaar en noteer voor jezelf wat je uit de resultaten kunt concluderen.

Ed

u' Ac

Stellingen: • Sta op wanneer je weleens een veiligheidsoefening gedaan hebt op je stage of werk. • Sta op wanneer je op de hoogte bent gesteld van veiligheidsregels op je stage of werk. • Sta op wanneer je weleens een echte ontruiming hebt meegemaakt (dus geen oefening). Sta op wanneer je weleens een onveilige situatie gezien hebt op je stage of werk. • Sta op wanneer je weleens hebt gezien dat een collega zich niet aan een veiligheidsregel hield. • Sta op wanneer je jezelf onveilig hebt gevoeld op je stage of je werk. • Sta op wanneer je weleens een bedrijfsongeval hebt meegemaakt. • Sta op als je weet wie je kunt roepen om EHBO te verlenen op je stage of op het werk. • Sta op als je iemand kent die ziek is geworden door zijn of haar stage of werk.

U

itg

ev

er

ij

Uit de resultaten van deze opdracht concludeer ik dat:

8


Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E)

fb .v

.

Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) Inleiding

Ed

u' Ac

tie

Door het maken van deze opdrachten ontdek je wat een RI&E is en uit welke onderdelen het bestaat. Je komt achter het doel van de RI&E en de voordelen die het uitvoeren van een RI&E voor de organisatie en de medewerkers heeft.

Door een goede RI&E kunnen de EHBO-spullen zo veel mogelijk in de kast blijven.

Leerdoelen

Je kunt uitleggen wat een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) is. Je kunt benoemen uit welke onderdelen een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) bestaat. Je kunt uitleggen wat het doel is van een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). Je kunt aangeven welke voordelen het uitvoeren van een RI&E heeft.

er

ij

• •

ev

• •

Opdracht 2

U

itg

Filmpje Introductie Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) <

Filmpje over RI&E Deze opdracht maak je alleen of met een medestudent. Lees de Theoriebron Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) en bekijk het Filmpje Introductie risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) en beantwoord de vragen. a. Welke argumenten hoor je in het filmpje over waarom het nuttig is als organisaties een RI&E maken en daarmee risico’s verkleinen?

Theoriebron Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) <

9


Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E)

b. Welke bedrijven moeten een RI&E maken?

d. Wat staat er in een online RI&E?

fb .v

.

c. Waar helpt een RI&E bij?

Ed

u' Ac

tie

e. Leg de vijf stappen van het maken van een RI&E uit in je eigen woorden.

er

ij

f. Beschrijf in je eigen woorden wat het doel van een RI&E is binnen het werkveld van de maatschappelijke zorg.

DiscussiĂŤren over de RI&E

ev

Opdracht 3

U

itg

Deze opdracht maak je met de hele groep. Verdeel de groep in vieren. Iedere groep krijgt een stelling. Probeer met elkaar zo veel mogelijk argumenten te bedenken, zowel argumenten voor als argumenten tegen de stelling.

10

Probeer het daarna samen eens te worden over of jullie voor of tegen de stelling zijn. Bespreek de argumenten en eindconclusies met de hele groep. Stellingen: 1. We werken in ons toekomstig werk niet met gevaarlijke stoffen en zwaar materieel, dus een RI&E is overdreven. 2. Een RI&E kost alleen maar tijd en geld en verdwijnt dan in een la. 3. Je bent als werknemer zelf verantwoordelijk voor je veiligheid, niet je werkgever. 4. Werkgevers en werknemers komen er samen wel uit, want ze hebben een gezamenlijk belang. Een verplichte RI&E is helemaal niet nodig.


Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E)

Artikel Kosten en baten RI&E <

Baten RI&E Deze opdracht maak je alleen of met een medestudent. Bekijk het overzicht van kosten en baten van een RI&E. Schrijf de drie baten op die voor jou als hulpverlener het zwaarst wegen. Schrijf ook de drie baten op waarvan je denkt dat die het zwaarst wegen voor de directie van organisaties.

fb .v

a. Belangrijkste drie baten van een RI&E voor mij als hulpverlener:

.

Opdracht 4

Opdracht 5

u' Ac

tie

b. De belangrijkste drie baten om organisaties te overtuigen van het nut van een RI&E zijn volgens mij:

Overtuigen van baten RI&E

Ed

Deze opdracht maak je met de gehele groep. Stel jezelf het volgende voor. Je zit in de personeelsvertegenwoordiging van een kleine organisatie binnen het werkveld van de maatschappelijke zorg. Bedenk samen met de groep wat voor organisatie het is en voor welke doelgroep. Het plan voor de RI&E wordt aan de personeelsvertegenwoordiging voorgelegd. Het plan voldoet aan de meest minimale eisen van de wet en uit de presentatie maak je op dat de directie de RI&E als een grote last ziet. De directie heeft geen oog voor de voordelen van een RI&E en het verkleinen van risico’s.

er

ij

Tijdens een rollenspel probeer je samen met je medestudenten een directielid ervan te overtuigen dat de RI&E niet alleen kosten met zich meebrengt, maar ook veel op kan leveren. De docent of een medestudent met gevoel voor drama speelt het directielid. Een andere student is voorzitter en zorgt ervoor dat de discussie geordend verloopt: één persoon praat tegelijk het directielid krijgt de tijd om te antwoorden. Hij of zij bewaakt ook de tijd. In vier groepen bedenken jullie voorbeelden waarmee jullie het directielid willen overtuigen. Kies één persoon uit de groep als woordvoerder.

ev

Jullie krijgen tien minuten voor het bedenken van de voorbeelden.

Na afloop krijgen het directielid, de woordvoerders en de voorzitter als eerste de kans om het spel te evalueren. Wat ging goed? Wat kan er beter? Is het directielid overtuigd? Daarna kunnen de andere medestudenten nog tips en tops geven.

U

itg

Daarna krijgen de vier woordvoerders gezamenlijk tien minuten om het rollenspel uit te spelen en het directielid te overtuigen. Het directielid vat samen en vraagt wanneer nodig door. (Hoe dan? Dat kost toch heel veel geld? Komt dat weleens voor dan?)

11


Uitvoeren van een RI&E

Uitvoeren van een RI&E

fb .v

.

Inleiding

Ed

u' Ac

tie

Door het maken van deze opdrachtenset ontdek je hoe je informatie kunt verzamelen over de risico’s die aanwezig zijn in de organisatie waar je werkt en hoe je die invult op een risico-inventarisatielijst. Ook ontdek je hoe je risico’s indeelt op prioriteit. Je leert verbeterpunten omschrijven en deze te verwerken in een plan van aanpak.

Een risico moet vermeden of verlaagd worden.

ij

Leerdoelen

Je kunt informatie verzamelen over de risico’s die aanwezig zijn in een organisatie. Je kunt de risico’s die aanwezig zijn binnen een organisatie invullen op een risico-inventarisatielijst. Je kunt de prioriteit bepalen van de risico’s die voortkomen uit de risico-inventarisatie. Je kunt verbeterpunten omschrijven waarmee risico’s vermeden of verlaagd worden. Je kunt verbeterpunten, die voortkomen uit de risico-inventarisatie, opnemen in een plan van aanpak.

er

• •

itg

ev

• • •

Opdracht 6

U

Theoriebron Uitvoeren van een RI&E < Filmpje RI&E maken <

12

Video RI&E-instrument Maak deze opdracht alleen of met een medestudent. Lees de Theoriebron Uitvoeren van een RI&E. Bekijk het Filmpje RI&E maken (tot 3:15) waarin het invullen van een RI&E-instrument wordt uitgelegd. a. Beschrijf in je eigen woorden wat een RI&E-instrument is.


Uitvoeren van een RI&E

fb .v

.

b. Waarom kun je in dit RI&E-instrument modules kiezen?

tie

c. Wat zijn de drie opties bij het beantwoorden van de vragenlijst (risico-inventarisatielijst)?

u' Ac

d. Welke gegevens moet je invullen onder het kopje ‘Beoordeling’ waarna het programma een risico toekent? (In de video verschijnt daarna de kolom ‘Risico’ met daaronder ‘klein’.)

e. Welke gegevens kun je invullen in het plan van aanpak?

Ed

f. Waarom is het belangrijk dat je het RI&E-instrument tussentijds op kunt slaan?

ev

er

ij

g. Stel je werkt in de thuiszorg en gaat met je team een deel van een RI&E doen. Je werkgever heeft een RI&E-instrument aangeschaft. Hoe zou je dit instrument kunnen gebruiken?

itg

Opdracht 7

U

Werkmodel Invullen risico-inventarisatie en risico’s evalueren <

Risico-inventarisatie binnenmilieu op kantoor Deze opdracht maak je met twee of drie medestudenten. Lees de casus en maak de bijbehorende opdracht.

Casus Karim is een jobcoach voor mensen met een verstandelijke beperking. Karim is veel op pad om cliënten te begeleiden op de werkvloer, tijdens sollicitatie- en voortgangsgesprekken. Op maandag plant Karim vaak een dag of dagdeel op het kantoor

13


Uitvoeren van een RI&E

in. Hij werkt op het kantoor van de stichting om telefonisch te kunnen netwerken, acquisitie (het verwerven van nieuwe arbeidsplaatsen) te doen, rapportages te schrijven en subsidieaanvragen voor te bereiden.

fb .v

.

Het pand waar de stichting gevestigd is, heeft een goede isolatie. Het binnenklimaat wordt automatisch geregeld met airconditioning en zonwering. Op een gewone maandag zijn er nog twee andere collega’s in het kantoor.

In de winter is de temperatuur aangenaam, maar als Karim een tijdje op kantoor gewerkt heeft, krijgt hij meestal last van droge lippen en ogen. Als het erg heet is in de zomer, doen de airconditioning en de zonwering goed hun werk. Zo goed, dat het verschil tussen de binnen- en buitentemperatuur soms wel tien graden scheelt!

tie

Soms krijgt Karim vermoeide ogen, omdat het net iets te donker is op kantoor om zijn beeldscherm en papieren goed te kunnen lezen.

Informatie verzamelen bij collega’s

Ed

Opdracht 8

u' Ac

Gebruik het Werkmodel Invullen risico-inventarisatie en risico’s evalueren om de risico’s van het binnenmilieu op de werkplek van Karim te inventariseren en evalueren. 1. Maak groepjes van drie of vier studenten. 2. Vul de risico-inventarisatielijst in. 3. Stel van ieder aanwezig risico de prioriteit vast: laag, gemiddeld of hoog. 4. Zet de risico’s op volgorde van wat het snelst aangepakt moet worden. 5. Vergelijk jullie risico’s, prioriteit en volgorde met die van de andere groepen.

ij

Deze opdracht maak je alleen of met een medestudent. Een RI&E wordt gemaakt voor alle medewerkers met verschillende functies. Stel je werkt op een logeeropvang voor kinderen met een verstandelijke beperking. Je moet voor de hiernavolgende risico’s bij lichamelijke belasting aangeven of ze voorkomen binnen de organisatie en de prioriteit evalueren. Je wilt te weten komen hoeveel medewerkers het risico lopen, hoe vaak zij het risico lopen, wat de gevolgen kunnen zijn en hoe waarschijnlijk het is dat het misgaat.

ev

er

Riciso's bij : • langer dan een uur staan • langdurig dezelfde beweging herhalen • zwaar tillen, duwen of trekken • het in een vermoeiende of pijnlijke houding werken.

itg

Op welke manier verzamel je deze informatie bij je collega’s?

Opdracht 9

U

Website Arboportaal <

14

Arbocatalogus Deze opdracht maak je alleen of met een medestudent. Ga naar de Website Arboportaal en zoek de arbocatalogus op van de Verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg, Thuiszorg, Ggz of Gehandicaptenzorg. Kies de arbocatalogus die het best past bij de baan waar je jezelf met deze opleiding op voorbereidt. Kijk rond op de website en geef aan of je het eens bent met de onderstaande stellingen. Licht je antwoord toe.


Uitvoeren van een RI&E

fb .v

.

a. De website van de door mij gekozen arbocatalogus maakt snel duidelijk wat de grootste risico’s zijn binnen mijn branche. eens oneens b. De grootste risico’s binnen mijn branche zijn:

tie

c. Ik kan makkelijk en snel verbeterpunten vinden om risico’s te vermijden of te verkleinen. eens oneens d. Geef een voorbeeld van een risico waarvoor verbeterpunten staan in de arbocatalogus.

u' Ac

e. De informatie is overzichtelijk en geschreven in begrijpelijke taal. eens oneens f. Ik ben het eens of oneens met de stelling, omdat:

Ed

g. Ik vind het goed dat er een arbocatalogus is voor mijn branche. eens oneens h. Ik ben het eens of oneens met de stelling, omdat:

Deze opdracht maak je alleen of met een medestudent. In een ggz-instelling is een RI&E gemaakt waaruit de volgende risico’s naar voren kwamen: 1. 80% van de hulpverleners geeft aan zich soms onveilig te voelen wanneer ze alleen op huisbezoek moeten gaan of alleen werken op een afdeling. 2. Een hulpverlener is door een cliënt aangevallen en geslagen en kampt sindsdien met angsten.

ev

er

Artikel Agressief gedrag <

Verbeterpunten bedenken

ij

Opdracht 10

a. Mogelijke verbeterpunten voor risico 1:

U

itg

Zoek per risico ten minste twee verbeterpunten op die de organisatie kan invoeren. Maak hierbij gebruik van het Artikel Agressief gedrag.

15


Uitvoeren van een RI&E

Opdracht 12 Werkmodel Plan van aanpak RI&E <

Deze opdracht maak je alleen of met een medestudent.

Bekijk het Filmpje Gevaarlijk werk en schrijf op een half A4 zo veel mogelijk manieren op waarmee je een arbeidsongeval kunt voorkomen.

Plan van aanpak maken

tie

Filmpje gevaarlijk werk <

Voorkomen van arbeidsongevallen

Deze opdracht maak je alleen of met een medestudent. Lees de casus en maak de bijbehorende opdracht.

Casus

u' Ac

Opdracht 11

fb .v

.

b. Mogelijke verbeterpunten voor risico 2:

ij

Ed

Senna werkt bij een organisatie voor schuldhulpverlening. Voor haar afdeling is een RI&E gedaan. Uit de RI&E bleek dat één van de collega’s zich regelmatig buitengesloten voelt en soms gepest wordt. Verder is het in de winter 's morgens erg koud, omdat de kachel nog niet aangezet is. De flexibele werkplekken zijn niet op hoogte in te stellen, waardoor de één een te hoog bureau heeft en de ander er met zijn knieën tegenaan zit. Er staan regelmatig dozen met ordners en tassen op de grond, waarover al eens iemand is gevallen. Voor deze risico’s moeten verbeterpunten opgesteld worden.

er

Bedenk voor elk van deze vier gezondheidsrisico’s die blijken uit de RI&E, ten minste één verbeterpunt. Zet de verbeterpunten in een plan van aanpak.

U

itg

ev

Bepaal de functie(s) van de medewerker(s) die verantwoordelijk is/zijn voor de uitvoering van het verbeterpunt. Beschrijf wanneer het uitgevoerd wordt of binnen welke termijn, wat de kosten zijn (mag je schatten) en welke medewerker wanneer controleert of het verbeterpunt is doorgevoerd. Gebruik hiervoor het Werkmodel Plan van aanpak RI&E.

16


Calamiteitenplan

Calamiteitenplan

fb .v

.

Inleiding

Ed

u' Ac

tie

Tijdens het maken van deze opdrachten ga je jezelf verdiepen in wat een calamiteit en calamiteitenplan inhouden. Je ontdekt hoe je met een calamiteitenplan omgaat, hoe je calamiteiten voorkomt of de schadelijke gevolgen beperkt. Je oefent met het opstellen van onderdelen van een calamiteitenplan.

Deel van een calamiteitenplan binnen een organisatie.

Leerdoelen

Je kunt uitleggen wat een calamiteit is. Je kunt uitleggen hoe je met een calamiteitenplan calamiteiten zo veel mogelijk kunt voorkomen. Je kunt een calamiteitenplan opstellen.

er

ij

• •

ev

Opdracht 13

Deze opdracht maak je met een of twee medestudenten. Lees de Theoriebron Calamiteitenplan. Maak samen een woordspin rondom het woord Calamiteitenplan.

itg

Theoriebron Calamiteitenplan <

Woordspin calamiteitenplan

U

Werkmodel Woordspin <

17


Calamiteitenplan

Filmpje Brandoefening <

Deze opdracht maak je alleen of met een medestudent. Lees de Theoriebron Calamiteitenplan. Bekijk het Filmpje Brandoefening en beantwoord de vragen. a. Heb je zelf wel eens een brandoefening meegemaakt?

.

Theoriebron Calamiteitenplan <

Wat doe je bij brand?

b. Hoe denk jij dat je zou reageren bij een brand?

tie

c. Wat denk je dat je moet doen bij een brand?

fb .v

Opdracht 14

u' Ac

d. Hoe vind je dat jij als hulpverlener geĂŻnformeerd moet worden over wat je moet doen bij een brand tijdens je werk?

Ed

e. Hoe vaak vind je dat een brandoefening gedaan moet worden?

ev

er

ij

f. Is er een verbouwing, verhuizing of verandering in de manier waarop er gewerkt wordt, dan moet het calamiteitenplan daarna ook aangepast en getest worden. Wie heeft de verantwoordelijkheid om het personeel te informeren over hoe zij in een nieuwe situatie moeten handelen bij brand en dit met hen te oefenen?

Opdracht 15

U

itg

Filmpje Wat te doen bij een calamiteit <

18

Informatiefilm brand of een ongeval Deze opdracht maak je alleen of met een medestudent. Bekijk het Filmpje Wat te doen bij een calamiteit en beantwoord de vragen. a. Voor wie is dit filmpje bedoeld, denk je?

b. Wat is het doel van het filmpje?


Calamiteitenplan

Artikel Hoe bereken ik het aantal bhv’ers? <

Organisatie bedrijfshulpverleners

Deze opdracht maak je alleen of met een medestudent. Een organisatie die vrijwilligers in contact brengt met mensen die vereenzaamd zijn, heeft een pand met daarin twee kantoren op de begane grond, een keukentje en een wc. Op het kantoor werken in totaal vijf mensen, allemaal in deeltijd. Regelmatig ontvangen de medewerkers vrijwilligers en cliënten op het kantoor. Bekijk het Artikel Hoe bereken ik het aantal bhv’ers?.

tie

Opdracht 16

fb .v

d. Beargumenteer waarom één keer de film kijken wel of niet genoeg is?

.

c. Wanneer en op welke manier kan dit filmpje het best getoond worden aan degenen voor wie het bedoeld is?

Ed

u' Ac

a. Motiveer hoeveel bedrijfshulpverleners jij vindt dat de organisatie aan moet stellen.

er

ij

b. Voor welke taken vind jij dat deze bedrijfshulpverleners opgeleid moeten zijn om hun werk naar behoren uit te kunnen voeren?

Plattegrond vluchtwegen thuis Deze opdracht maak je individueel. Maak een plattegrond van de onderste verdieping van je huis. Doe net alsof het onderdeel is van een organisatie waarvoor je een calamiteitenplan maakt. • Markeer op de plattegrond de vluchtwegen en nooduitgangen. • Geef eventueel aan waar je rookmelders, CO2-melders, EHBO-materiaal en een blusdeken zou plaatsen. • Teken op de plattegrond ook de verzamelplaats bij de ontruiming. • Geef aan waar de hoofdafsluiters voor gas en licht zitten als deze op de verdieping aanwezig zijn. • Wissel van plattegrond met een medestudent en beantwoord de vragen over de plattegrond van de ander. Bespreek de vragen met elkaar na.

U

itg

ev

Opdracht 17

a. Kijk naar een kamer op de plattegrond en probeer de vluchtroute vanuit die kamer naar buiten te vinden. Hoe kan de vluchtroute nog duidelijker aangegeven worden?

19


Calamiteitenplan

fb .v

.

b. Wat vind je van de plaatsing van de rookmelders, CO2-melders, EHBO-materiaal en de blusdeken? Licht je antwoord toe.

c. Wat vind je van de gekozen verzamelplaats bij een ontruiming?

Alarmering

tie

Opdracht 18

u' Ac

Deze opdracht maak je alleen of samen met een medestudent. Bij een calamiteit is het van belang dat er zo snel en efficiĂŤnt mogelijk alarm geslagen wordt. Beantwoord de volgende vragen. Zoek eventueel de antwoorden op internet op.

Ed

a. Bedenk zo veel mogelijk automatische en handmatige alarmsystemen en schrijf ze op.

b. Wat is het landelijk noodnummer voor ambulance, brandweer of politie?

er

ij

c. Welk nummer bel je wanneer er geen spoed is, maar je wel de politie nodig hebt?

U

itg

ev

d. Stel je werkt op een dagbesteding voor (dementerende) ouderen. Door een rood zwaailicht zie je dat iemand op de paniekknop in het toilet gedrukt heeft. Je vraagt je collega de aanwezige bhv'er op te roepen. Omdat jij het dichtstbij bent ga jij polshoogte nemen bij het toilet. Je roept en krijgt onduidelijk gekerm als antwoord. Je maakt de deur open met de loper en dan is gelukkig de bhv'er er ook bijgekomen. Op de grond ligt meneer De Vries. Hij is gevallen en kan niet zelf overeind komen. Waardoor hij is gevallen weet hij niet. De bhv'er beoordeelt de situatie en vraagt je een ambulance op te roepen. Hoe roep je de ambulance op en waarom op die manier?

20


Calamiteitenplan

a. Wat vind je goed aan het stroomschema?

b. Stel je bent bhv'er. Kun je dan ook in het stroomschema zien wat je wanneer en waar moet doen?

tie

Artikel Stroomschema alarmering <

Deze opdracht maak je alleen of samen met een medestudent. Bekijk het Artikel Stroomschema alarmering en lees de Theoriebron Calamiteitenplan.

.

Theoriebron Calamiteitenplan <

Stroomschema taakverdeling en communicatie

fb .v

Opdracht 19

Ed

u' Ac

c. Stel je werkt als hulpverlener in een asielzoekerscentrum. Tijdens een teamvergadering wordt de ontruimingsoefening die jullie vorige week gedaan hebben geëvalueerd. De ontruiming was wat rommelig verlopen, omdat niet duidelijk was wie van de bhv'ers de leiding had. De bhv'ers hielpen waar ze dachten nodig te zijn, maar hadden geen vooraf vastgestelde taak. De communicatie met mobiele telefoons ging soms langs elkaar heen, omdat er maar met een bhv'er tegelijk gesproken kon worden. Wat moet er in het calamiteitenplan beschreven staan om de knelpunten op te lossen?

d. Wat is een alternatief voor de communicatie via mobiele telefoons tijdens een ontruiming?

Een calamiteitenplan maken

ij

Opdracht 20

U

itg

ev

er

Deze opdracht maak je samen met een medestudent. Stel je werkt in een sociale werkplaats voor cliënten met een licht verstandelijke beperking. Jullie verzorgen mailingen voor bedrijven. Je werkt op de afdeling met nog een collega. In het pand zijn nog meer afdelingen van de sociale werkplaats, onder andere een wasserette en een fietsenwerkplaats. Maak een calamiteitenplan voor wanneer een van de cliënten onwel wordt. Beschrijf: • wie er wanneer alarm moet slaan • hoe er alarm geslagen moet worden • wie er gealarmeerd moet worden • wat de hulpverleners moeten doen tijdens het wachten op de bhv'er • wat de cliënten moeten doen om de bhv'er zo goed mogelijk zijn/haar werk te laten doen. Geef aan hoe en wanneer de onderdelen van het plan gecommuniceerd worden aan: • de cliënten die werken in de mailruimte • de hulpverleners in de mailruimte • de bedrijfshulpverleners. Beschrijf ook hoe vaak het plan geoefend moet worden en wat de functie is van de persoon die daar verantwoordelijk voor is.

21


Wet- en regelgeving

Wet- en regelgeving

fb .v

.

Inleiding

u' Ac

tie

Door het maken van de opdrachten in deze opdrachtenset kom je meer te weten over de wet- en regelgeving op het gebied van een risico-inventarisatie en -evaluatie en op het gebied van het calamiteitenplan.

Ed

Problemen op het gebied van veiligheid worden zichtbaar en aangepakt door een RI&E en calamiteitenplan.

Leerdoelen •

er

ij

•

Je kunt wet- en regelgeving op het gebied van risico-inventarisatie en -evaluatie uitleggen. Je kunt wet- en regelgeving op het gebied van het calamiteitenplan uitleggen.

Opdracht 21

Deze opdracht maak je alleen of samen met een medestudent. Lees de Theoriebron Wet- en regelgeving RI&E en calamiteitenplan. Ga naar de Website Quiz RI&E en maak de quiz. Beantwoord daarna de vragen.

itg

ev

Theoriebron Weten regelgeving RI&E en calamiteitenplan <

Quiz RI&E

U

Website Quiz RI&E <

22

a. Wat is de rol van de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging bij het tot stand komen en aanpassen van een RI&E?


Wet- en regelgeving

b. Welke organisaties moeten een preventiemedewerker in dienst hebben?

Artikel Bent u RI&E-plichtig? <

Deze opdracht maak je alleen of samen met een medestudent. Bekijk het Artikel Bent u RI&E-plichtig? Geef voor de onderstaande situaties aan of de organisatie verplicht is een RI&E te doen. a. Een stichting die kleinschalige opvang en eten en drinken biedt aan dak- en thuislozen. Voor de stichting zetten zich 75 vrijwilligers in. Er zijn twee parttime medewerkers in loondienst voor in totaal 36 uur. Is de stichting RI&E-plichtig? Ja (verkort) Nee b. Is een logopediste met een eigen praktijk zonder personeel RI&E-plichtig? Ja Nee c. Is een organisatie die wonen, dagactiviteiten en behandeling biedt aan mensen met een verstandelijke beperking, met 2500 medewerkers in loondienst, RI&E-plichtig? Ja Nee d. Is een organisatie met allĂŠĂŠn 45 vrijwilligers die mensen bezoeken om eenzaamheid tegen te gaan RI&E-plichtig? Ja Nee e. Is een speltherapeut met een eigen praktijk en een stagiaire voor zestien uur per week RI&E-plichtig? Ja (verkort) Nee Lees het Artikel Moet u uw RI&E toetsen?

U

itg

ev

er

ij

Ed

Artikel Toetsen van uw RI&E <

RI&E-verplichting

u' Ac

Opdracht 22

tie

d. Hoelang is een RI&E geldig?

fb .v

.

c. Welke taak heeft een preventiemedewerker met betrekking tot de RI&E?

f. Moet een instelling voor ggz met 300 medewerkers de RI&E laten toetsen? Ja Nee g. Moet een zorgboerderij met vijf medewerkers in loondienst en twaalf vrijwilligers, waar gebruik wordt gemaakt van een erkend RI&E-instrument de RI&E laten toetsen? Ja Nee h. Moet een hospice met minder dan 40 uur aan personeel in dienst en negentien vrijwilligers de RI&E laten toetsen? Ja Nee

23


Wet- en regelgeving

Deze opdracht maak je alleen of samen met een medestudent. Bekijk het Filmpje Instructievideo RI&E en beantwoord de vragen.

a. Wanneer een organisatie verplicht is de RI&E te laten toetsen, door wie moeten zij dit laten doen?

tie

Filmpje Instructievideo RI&E <

RI&E-wetgeving

fb .v

Opdracht 23

Moet een kleinschalige woonvorm met acht werknemers, waar geen erkend RI&E-instrument gebruikt wordt, de RI&E laten toetsen? Ja Nee

.

i.

u' Ac

b. Wat zijn de twee uitzonderingen waarbij de RI&E niet getoetst hoeft te worden?

c. Hoe vaak moeten organisaties hun RI&E up-to-date houden?

Deze opdracht maak je alleen of samen met een medestudent. Bekijk het Filmpje Instructievideo bhv en beantwoord de vragen. In de Theoriebron Calamiteitenplan kun je ook antwoorden op de vragen vinden. a. Welke directe hulp moeten organisaties volgens de Arbowet aan medewerkers kunnen bieden in onveilige situaties?

er

Filmpje Instructievideo bhv <

Ed

Theoriebron Calamiteitenplan <

Bedrijfshulpverlening

ij

Opdracht 24

ev

b. Wat kan er bijvoorbeeld in het bhv-plan staan?

U

itg

c. Hoeveel bhv'ers moeten er in een organisatie aanwezig zijn?

24

d. Welke opleiding hebben bhv'ers nodig?


Wet- en regelgeving

e. Hoe kan de kennis van de bhv'ers op peil blijven?

Artikel Eisen aan een calamiteitenplan <

Quiz Eisen calamiteitenplan Deze opdracht maak je met de hele groep.

Lees het Artikel Eisen aan een calamiteitenplan. Met vier of vijf medestudenten maak je tien quizvragen over de belangrijkste informatie op de website.

tie

Opdracht 25

fb .v

.

f. Hoe moeten organisaties hun bhv'organisatie up-to-date houden?

u' Ac

De quizvragen worden doorgeschoven (zonder de antwoorden), zodat ieder groepje de quizvragen van een ander groepje heeft. Wanneer de docent het teken geeft, mag je met je groep starten met het beantwoorden van de vragen. Wanneer een groep klaar is gaan de studenten staan en dat is het teken waarop de andere groepen moeten stoppen. De vragen worden (eerlijk) nagekeken door de groep die de vragen gemaakt heeft. Ieder goed antwoord is een punt.

U

itg

ev

er

ij

Ed

De groep met de meeste punten is de winnaar.

25


Veiligheid coördineren

Veiligheid coördineren

fb .v

.

Inleiding

Ed

u' Ac

tie

Tijdens het maken van deze opdrachtenset ontdek je manieren waarop je veiligheidsmaatregelen en regels bekendmaakt aan collega’s en het draagvlak ervoor vergroot. Ook leer je hoe je toezicht houdt op het naleven van veiligheidsmaatregelen en hoe je feedback geeft aan collega’s die ze niet (goed) uitvoeren. Je verdiept je in het signaleren en melden of aanpakken van veiligheidsrisico’s. Ook leer je hoe je meedenkt en anderen stimuleert om mee te denken over veilig werken.

Samen nadenken over veilig werken.

Leerdoelen

Je kunt manieren beschrijven waarop je veiligheidsmaatregelen en regels bekendmaakt aan collega’s. Je kunt manieren beschrijven waarmee je het draagvlak voor veiligheidsmaatregelen en regels bij collega’s vergroot. Je kunt manieren beschrijven waarop je toezicht houdt op de naleving van de veiligheidsmaatregelen. Je kunt anderen constructieve feedback geven op het naleven van veiligheidsmaatregelen. Je kunt veiligheidsrisico’s signaleren en deze melden of zelf actie ondernemen. Je kunt meedenken en anderen stimuleren mee te denken over hoe het werk nog veiliger kan.

ij

er

• •

ev

itg

• •

U

Opdracht 26

Theoriebron Veiligheid coördineren <

26

Veiligheid coördineren Deze opdracht maak je met een of twee medestudenten. a. Als hulpverlener niveau 4 is een van je taken het coördineren van veiligheid. Wat doe je in de praktijk om deze taak uit te voeren? Geef ten minste drie voorbeelden.


Veiligheid coördineren

Instrueren collega’s Deze opdracht maak je met de hele groep.

tie

Opdracht 27

fb .v

.

b. Wat kan een reden zijn voor een collega om een veiligheidsmaatregel niet uit te voeren? Geef ten minste drie voorbeelden.

u' Ac

Bedenk zo veel mogelijk manieren om veiligheidsmaatregelen, aanwijzingen en regels te communiceren aan collega’s. Je zit met je medestudenten met de tafels in een kring. Als de tijd start krijgen jullie vijf minuten de tijd om het blad door te schuiven en om beurten een manier op te schrijven waarop je collega’s kunt instrueren omtrent veiligheid. Weet je niets op te schrijven, dan geef je het blad door aan de volgende. Heb je één punt opgeschreven, dan mag je pas een nieuw punt noteren wanneer het blad helemaal rond is gegaan. Je mag geen ideeën naar elkaar roepen.

Ed

Jullie strijden tegen de docent die op een bord of eigen vel schrijft. Eén student houdt de tijd bij en roept Stop wanneer de vijf minuten om zijn. Wie de meeste manieren heeft verzonnen heeft gewonnen.

Opdracht 28

Advies vergroten draagvlak

er

ij

Deze opdracht maak je met een of twee medestudenten.

ev

Je zit op een terras te kletsen met een goede vriend van je. Je vriend vertelt dat hij sinds kort preventiemedewerker is in een organisatie voor verslavingszorg. Hij vindt veilig werken erg belangrijk, maar toch is hij niet erg gelukkig met zijn nieuwe nevenfunctie.

U

itg

Hij krijgt het gevoel dat de directie de wetten en regels om de werkveiligheid te vergroten maar gedoe vindt. Hij vertelt dat hij de opdracht heeft gekregen de kosten van preventie zo laag mogelijk te houden. Zijn collega’s maken grapjes, waaruit je vriend opmaakt dat ze vooral bang zijn dat ze door hem worden aangesproken wanneer ze zich niet aan de veiligheidsregels houden.

Geef je vriend advies hoe hij het draagvlak voor veilig werken kan vergroten bij de directie en zijn collega’s. (Schrijf je advies op een half A4.)

27


Veiligheid coördineren

Opdracht 29

Veiligheidsbord of –filmpje maken Deze opdracht maak je met twee of drie medestudenten.

fb .v

.

Mensen zijn eerder geneigd veiligheidsstappen uit te voeren wanneer ze eraan herinnerd worden op een makkelijke en leuke manier.

Opdracht 30

Rollenspel aanspreken op onveilig gedrag

tie

Maak een duidelijk en leuk bord of filmpje over een door jullie gekozen veiligheidsmaatregel binnen het werkveld van de maatschappelijke zorg. Overleg met elkaar over welke veiligheidsmaatregel binnen de maatschappelijke zorg jullie een bord of filmpje maken. Brainstorm over de manieren waarop jullie dat kunnen doen. Kies de duidelijkste en leukste manier om een bord of filmpje te maken. Jullie presenteren de resultaten aan de groep en bekijken ook de borden en filmpjes van de anderen.

u' Ac

Je werkt als hulpverlener in een woonvorm voor mensen met een verstandelijke beperking. Eén van de cliënten in de woonvorm heeft hepatitis A. Bij de lichamelijke verzorging en het helpen bij toiletbezoek draagt je collega handschoenen, maar bij het verschonen van vervuilde kleding en beddengoed niet. Er bestaat dan een risico op besmetting.

Maak groepjes van drie studenten.

Ed

In een rollenspel oefen je het aanspreken van je collega op onveilig gedrag. Afwisselend spelen jullie de rol van degene die de ander aanspreekt en van de collega die onveilig werkt. Degene die geen rol heeft observeert. Na ieder rollenspel evalueren jullie met elkaar. De ‘aanspreker’ mag eerst zeggen wat hij/zij goed vond gaan en wat beter kon. Daarna mag de aangesproken collega en als laatste de observator.

U

itg

ev

er

ij

Aanspreken op onveilig gedrag: • Leid het gesprek in. (Bijvoorbeeld: 'Kan ik het even met je hebben over je werkwijze?') • Vertel het onveilige gedrag dat je gezien hebt. ('Ik zag dat …') • Vraag of de ander weet welk risico hij/zij daarmee loopt. ('Weet je dat je dan het risico loopt om …?') • Geef de ander de kans om te reageren. • Als de ander bezwaren noemt voor het uitvoeren van de veiligheidsmaatregel neem die dan serieus. (Bijvoorbeeld: 'Ja, dat is ook lastig als je weinig tijd hebt.') • Vraag wat de ander nodig heeft om het risico te vermijden. (Meer tijd, of andere beschermingsmiddelen enzovoort.) • Bepaal samen welke actie ondernomen moet worden.

28

De rol van collega, die onveilig werkt: • Je schat het risico lager in bij het verschonen van vervuilde kleding en beddengoed. • De handschoenen zitten niet lekker en drogen je handen enorm uit, je draagt ze daarom zo min mogelijk. De observator: • noteert wat opvalt aan de non-verbale communicatie van de aanspreker • noteert of de aanspreker de stappen doorloopt • noteert tips en tops die opvallen.


Veiligheid coördineren

Opdracht 31

Veiligheidsmaatregel implementeren Deze opdracht maak je alleen of met een medestudent.

fb .v

.

Bij een loket voor schuldhulpverlening krijgen de medewerkers regelmatig te maken met agressieve cliënten. De preventiemedewerker krijgt een onderzoek onder ogen waaruit blijkt dat het zien van iemand in een roze bloemetjesschort gevoelens van agressie opheft. De directie besluit dat alle medewerkers in de organisatie die het risico lopen te maken te krijgen met agressie een roze bloemetjesschort moeten dragen tijdens hun werk.

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

Werk je plan uit op een half A4.

tie

Stel je voor dat het onderzoek uit de casus serieus is en de resultaten onomstotelijk zijn bewezen. • Hoe pak jij het aan om de medewerkers te informeren over deze maatregel? • In welke stappen implementeer jij de maatregel? • Hoe zie je erop toe dat de regels nageleefd worden?

29


Reflectie

Reflectie Opdracht 32

Reflectie op de lesstof

fb .v

.

a. Wat heb je allemaal geleerd? Noem drie dingen.

tie

b. Wat wist je al?

Opdracht 33

u' Ac

c. Wat ga je in de toekomst in jouw werk gebruiken?

Kritisch en creatief denken

ij

Ed

a. Kijk je naar verschillende mogelijkheden als dingen niet in één keer lukken? Noem één voorbeeld.

ev

er

b. Kom jij voor jouw mening uit als de situatie dat vraagt? Noem één voorbeeld.

U

itg

c. Heb jij het uiterste uit jezelf gehaald bij de opdrachten? Noem één voorbeeld.

30

Opdracht 34

Zelfregulatie en zelfsturing a. Heb je een goede planning gemaakt? Geef hiervan één voorbeeld.


Reflectie

.

b. Heb je de goede bronnen en materialen gebruikt? Geef hiervan één voorbeeld.

Opdracht 35

fb .v

c. Ben je goed omgegaan met feedback? Geef hiervan één voorbeeld: hoe heb je gereageerd?

Samenwerken

u' Ac

tie

a. Heb jij bijgedragen aan een goede sfeer in de groep? Geef hiervan één voorbeeld.

Ed

b. Hebben jullie als groep goede afspraken gemaakt? Geef één voorbeeld van een goede afspraak.

U

itg

ev

er

ij

c. Kun je goed met andere mensen omgaan, ook al zijn ze anders dan jij? Geef hiervan één voorbeeld.

31


Theoriebron Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E)

fb .v

.

Theoriebron Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) Inleiding

ij

Ed

u' Ac

tie

Werken doe je om verschillende redenen: voor het geld, de leuke collega’s, om jezelf uit te dagen en jezelf te blijven ontwikkelen, om met iets zinvols bezig te zijn, of voor de waardering of status die je erdoor krijgt. Dat werken ook risico’s voor je gezondheid met zich meebrengt, daar sta je vaak niet bij stil. Gelukkig is je werkgever verplicht na te denken over het vermijden of verkleinen van risico’s voor jou als hulpverlener.

er

Door arbeidsongevallen belanden sommige mensen op de spoedeisende hulp.

U

itg

ev

Bedrijfsongevallen en gezondheidsklachten

32

In Nederland krijgen jaarlijks zo’n 230.000 mensen een ongeluk tijdens hun werk. Dat zijn meer dan 600 mensen per dag. Sommige mensen overleven dat ongeval niet. Behalve door ongevallen, kun je ook gezondheidsklachten krijgen door allerlei andere factoren op het werk. Binnen de maatschappelijke zorg is dat onder andere het werken in een verkeerde houding, werken met mensen met overdraagbare aandoeningen of te maken krijgen met agressie, ongewenst (seksueel) gedrag of een te hoge werkdruk. (Bron: RIVM, Arbeidsongevallen in cijfers, januari 2014.)


Theoriebron Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E)

Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E)

fb .v

.

Natuurlijk wil je veilig kunnen werken als hulpverlener binnen de maatschappelijke zorg. Daarom heeft de overheid in de arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) regels vastgelegd om dit zo veel mogelijk voor elkaar te krijgen. Eén van die maatregelen is dat werkgevers een risico-inventarisatie en -evaluatie moeten doen, afgekort: RI&E. Organisaties die een RI&E uitvoeren, gebruiken een lijst met de risico’s die voor kunnen komen binnen hun branche. Met deze lijst gaan zij na of die risico’s ook voor hun eigen medewerkers aanwezig zijn. De risico’s die binnen de organisatie bestaan worden daarna gesorteerd op volgorde van belangrijkheid om aan te pakken. Ook maken zij een plan om de aanwezige risico’s uit te sluiten of te verkleinen. Zo vormt de RI&E een methode om de gezondheid en veiligheid op de werkvloer te bevorderen.

tie

Ook binnen de sector maatschappelijke zorg zijn organisaties en instellingen verplicht een RI&E te doen om jouw veiligheid als hulpverlener zo veel mogelijk te waarborgen.

Doel RI&E

u' Ac

Het doel van een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) is om arbeidsgerelateerde gezondheidsklachten en -ongevallen tot een minimum te beperken. Voorbeelden van hoe een RI&E bijdraagt aan het vergroten van de arbeidsveiligheid:

ij

Ed

Uit de RI&E is gebleken dat hulpverleners op een woongroep voor cliënten met een verstandelijke beperking het risico lopen om te maken te krijgen met agressieve cliënten. Kort geleden is er zelfs letsel ontstaan bij een van de hulpverleners (bedrijfsongeval). Dit risico moet snel worden vermeden of, als dat niet kan, verkleind worden. Daarvoor zijn er flink wat maatregelen nodig, waaronder het analyseren van de situaties die agressie opwekken , zodat ze daardoor soms vermeden kunnen worden. De hulpverleners volgen een training Voorkomen van en omgaan met agressie. Incidenten worden geregistreerd en hulpverleners die het slachtoffer zijn geworden van agressie ontvangen nazorg.

U

itg

ev

er

Uit de RI&E is gebleken dat hulpverleners van een zorgcentrum voor ouderen het risico lopen geïnfecteerd te raken met het Norovirus. Het Norovirus veroorzaakt een nare buikgriep. Het virus zit in het braaksel en in de ontlasting van de patiënt. Het kan zich via de handen verspreiden naar voorwerpen rondom de zieke. Bij braken kan het virus in de lucht terechtkomen en neerslaan op spullen in de omgeving. Naar aanleiding hiervan zijn verschillende maatregelen genomen, waaronder brieven naar cliënten, hulpverleners en bezoekers. Cliënten of afdelingen die besmet zijn gaan in quarantaine. De hygiëneregels voor de persoonlijke verzorging van de medewerkers en het schoonhouden van de omgeving zijn duidelijk gecommuniceerd en zichtbaar. Er zijn voldoende en afdoende beschermingsmiddelen voor de hulpverleners, zoals zeep of handalcohol, handschoenen, beschermende kleding, bril en mondneusmasker. Ook zijn er protocollen opgesteld voor handelingen die risico op infectie met zich meebrengen, zoals bij het helpen bij een toiletbezoek, wassen en aankleden en verpleegtechnische handelingen.

33


tie

Handschoenen kunnen de kans op infectie verkleinen.

Stappen RI&E

Hierna volgen in het kort de stappen die je neemt bij het maken van een RI&E. De Theoriebron Uitvoeren van een RI&E gaat hier dieper op in.

u' Ac

Theoriebron Uitvoeren van een RI&E <

fb .v

.

Theoriebron Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E)

Stap 1 van een RI&E: inventarisatie

Om de risico’s binnen een organisatie te inventariseren ga je een lange lijst af van risico’s die kunnen bestaan. Je vinkt de risico’s op de zogeheten risico-inventarisatielijst aan die daadwerkelijk binnen de organisatie aanwezig zijn.

Ed

Stap 2 van een RI&E: evaluatie

ij

Als duidelijk is welke risico’s er binnen de organisatie zijn, zet je de risico’s op volgorde van prioriteit. Om dat te kunnen doen, moet ieder afzonderlijk risico geëvalueerd worden. De risico’s die als eerste moeten worden aangepakt, om ze te vermijden of te verkleinen, staan bovenaan.

er

Stap 3 van een RI&E: plan van aanpak

ev

Wanneer duidelijk is in welke volgorde de risico’s aangepakt moeten worden, maak je een plan van aanpak. Voor ieder risico bepaal je welke maatregelen nodig zijn om het risico te vermijden of te verkleinen. In het plan van aanpak beschrijf je wie, wat, wanneer gaat uitvoeren om de risico’s aan te pakken. Er staat ook in hoe, wanneer en door wie dit gecontroleerd wordt.

itg

Stap 4 van een RI&E: toetsen van de RI&E

U

Theoriebron Weten regelgeving RI&E en calamiteitenplan <

In veel gevallen moet de RI&E getoetst worden. Een gecertificeerde arbodienst of gecertificeerd arbeidsdeskundige controleert dan of de RI&E goed is uitgevoerd, kloppend is met de situatie in de organisatie en of hij voldoet aan de richtlijnen volgens de wet. In de Theoriebron Wet- en regelgeving RI&E en calamiteitenplan kun je meer lezen over de wetgeving en toetsing van de RI&E. Stap 5 van een RI&E: uitvoering plan van aanpak Als de RI&E is goedgekeurd of wanneer goedkeuring niet nodig is, wordt het plan van aanpak uitgevoerd.

34


Theoriebron Uitvoeren van een RI&E

.

Theoriebron Uitvoeren van een RI&E

fb .v

Inleiding

Ed

u' Ac

tie

Risico’s inventariseren en evalueren is een belangrijk, maar tijdrovend karwei. Wil je een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) goed uitvoeren, dan neem je die tijd ervoor. Je neemt de veiligheid tijdens het werken heel serieus en je maakt gebruik van meerdere kennis- en hulpbronnen. Deze theoriebron beschrijft wat je moet doen en waar je op moet letten als je (een onderdeel van) een RI&E doet.

Nadenken over risico’s.

ij

Jij en de RI&E

U

itg

ev

er

Misschien denk je: wat moet ik met al die informatie over de RI&E? Dat is toch iets wat mijn werkgever voor mij moet regelen? Het antwoord is: ja en nee. Je werkgever is eindverantwoordelijk voor de RI&E. Op welke manier de RI&E wordt uitgevoerd en met welke hulpmiddelen en deskundigen wordt meestal bepaald door het hoger management. Vaak wordt er ook al een voorselectie gemaakt van de risico’s die geïnventariseerd worden. In veel gevallen wordt daarna de medewerking van de medewerkers gevraagd om de RI&E verder af te maken. Daarom is de kans groot dat jij als hulpverlener met de RI&E te maken krijgt. De reden hiervoor is dat een RI&E de risico’s omvat voor iédereen binnen de organisatie, van de receptionist tot de kok, de medewerker maatschappelijke zorg en het management. Eén persoon kan nooit van iedereen precies inschatten wie, hoe vaak, welke risico’s loopt en hoe groot de gevolgen zijn wanneer het misgaat. Veel organisaties kiezen er daarom voor om de delen van de RI&E die van toepassing zijn, te laten uitvoeren op de afdelingen, woongroepen, of locaties. Dit kan het afdelingshoofd doen, de teamcoördinator, afdelingsmanager ofwel de leidinggevende van het team. Het heeft de voorkeur om de hulpverleners binnen de teams daar flink bij te betrekken. Zij hebben de meeste kennis van de risico’s op hún werkplek. Zij zijn expert en medeverantwoordelijk voor de veiligheid tijdens hun werk.

35


Theoriebron Uitvoeren van een RI&E

Je team en de RI&E

fb .v

.

Een organisatie voor de opvang van verslaafden en andere kwetsbare personen heeft twee locaties. Eén voor dag- en nachtopvang met daarbij een afdeling kleinschalig wonen. Op de andere locatie wordt crisisopvang geboden. Daarnaast biedt de organisatie begeleiding bij het wonen in een eigen woning. Er zijn vier zelfsturende teams. Ieder team werkt met een net iets andere doelgroep op een andere locatie met andere doelstellingen. Ook de risico’s van het bieden van de hulpverlening verschillen. Daarom worden de teamleiders verantwoordelijk gesteld om per kwartaal een vooraf bepaald onderdeel uit de RI&E met het team te behandelen. Tijdens de teamvergadering worden de risico’s geïnventariseerd en gewogen, daarna wordt er een plan van aanpak gemaakt.

u' Ac

tie

Wanneer je een leidinggevende functie hebt, kan het zijn dat je met jouw team (een deel van) een RI&E moet uitvoeren. Hierbij kun je ondersteuning verwachten van een preventiemedewerker. Dit is een collega die er (meestal als nevenfunctie) onder andere voor zorgt dat de RI&E goed wordt opgesteld en wordt uitgevoerd binnen de gehele organisatie. Een RI&E uitvoeren is niet iets dat je helemaal alleen achter een computer doet. Vaak is het slim om de voor jouw werkplek opgestelde risico-inventarisatielijst uit te printen, zodat je ermee kunt rondlopen op de afdeling, woongroep of locatie. Je kunt dan zien of veiligheidsmaatregelen zijn uitgevoerd, veiligheidsaanwijzingen duidelijk zichtbaar zijn en of beschermingsmiddelen aanwezig zijn en gebruikt worden. Ook kun je met collega’s overleggen en hun mening vragen over de risico’s die zij wel of niet ervaren. Zo worden geen risico’s gemist.

Ed

Een andere manier om informatie over de risico’s binnen de organisatie te verzamelen is om je collega’s te vragen de risico-inventarisatielijst in te vullen en hen te vragen hun antwoorden toe te lichten. De risico-inventarisatielijst kan ook (in delen) tijdens (team)vergaderingen doorgenomen worden. Of je kunt de hulpverleners uit je team interviewen over de risico’s die zij ervaren tijdens het werk.

er

ij

Wanneer je geen leidinggevende functie hebt, kun je als hulpverlener niveau 4 gevraagd worden mee te denken met je team over (delen van) een RI&E. Of je nu wel of geen leidinggevende functie hebt, in beide gevallen kun je verantwoordelijk gesteld worden voor het uitvoeren van onderdelen van het plan van aanpak.

U

itg

ev

Veel organisaties moeten al meerdere jaren een RI&E doen. Meestal werk je dus mee aan een update of aanpassing van een bestaande RI&E.

Met je team nadenken over risico’s.

36


Theoriebron Uitvoeren van een RI&E

RI&E-instrument Een RI&E-instrument is een handig hulpmiddel bij het uitvoeren van een RI&E. Organisaties kunnen een speciaal voor hun branche gemaakt RI&E-instrument aanschaffen. Voor organisaties en instellingen binnen zorg en welzijn zijn er verschillende RI&E-instrumenten beschikbaar. Je kunt deze vinden op de Website RI&E instrumenten. Er is een apart RI&E-instrument voor de Geestelijke gezondheidszorg, Gehandicaptenzorg, Jeugdzorg, Thuiszorgorganisaties, Verpleeg- en verzorgingshuizen, Verpleeg-, Verzorg- en Thuiszorgorganisaties, Welzijn en Zorgboerderijen.

fb .v

.

Website RI&E instrumenten <

Ed

u' Ac

tie

Een RI&E-instrument bestaat meestal uit een computerprogramma met lijsten en templates die je in kunt vullen. Het programma begeleidt je stapsgewijs door de onderdelen van de RI&E. De risico’s die kunnen voorkomen binnen de branche staan er in opgesomd. Per risico, waar vaak ook nog een toelichting bij staat, geef je aan of het risico bestaat binnen de organisatie. Ook ken je met behulp van het programma een prioriteit toe: laag, gemiddeld of hoog. Als laatste stap wordt binnen het programma het plan van aanpak opgesteld. Vaak biedt het RI&E-instrument ook tips en oplossingen die je kunt opnemen in het plan.

ij

Het invullen van een RI&E-instrument op de computer.

er

Risico-inventarisatielijst

U

itg

ev

Bij het uitvoeren van een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) begin je met het invullen van een risico-inventarisatielijst. Een risico-inventarisatielijst beschrijft alle veiligheidsrisico’s die zich voor kunnen doen voor het personeel tijdens het werk. Je kunt zelf een lijst maken met de risico’s binnen de organisatie en deze uitwerken in een RI&E. Gebruik je een RI&E-instrument, dan is de risico-inventarisatielijst daar al in opgenomen. Op de risico-inventarisatielijst geef je aan of het risico bestaat binnen de organisatie om daarna door te kunnen gaan naar de volgend stap van evaluatie van de risico’s. Voordat je de lijst invult ga je na of er in de afgelopen periode bedrijfsongevallen plaatsvonden. Het is ook aan te raden om bij de personeelsadministratie na te vragen of er ziekmeldingen zijn van aan werkgerelateerde gezondheidsklachten. Risico’s waaruit ongevallen of gezondheidsklachten voort zijn gekomen moeten in ieder geval meegenomen worden in de RI&E. Als die risico’s nog niet in de risico-inventarisatielijst zijn opgenomen, dan moet dat alsnog gedaan worden.

37


Theoriebron Uitvoeren van een RI&E

Prioriteit risico’s bepalen

fb .v

.

Wanneer de risico’s geïnventariseerd zijn is het tijd om ze op volgorde te zetten van prioriteit. Je bepaalt welk risico als eerste vermeden of verkleind moet worden, welke daarna enzovoort. Om de volgorde te helpen bepalen, kun je de risico’s eerst opdelen in laag, gemiddeld of hoog risico. Daarna kun je binnen deze subgroepen ook weer bepalen wat eerst te doen en wat daarna.

Website Arboportaal <

u' Ac

Verbeterpunten

tie

Het is niet altijd makkelijk om de prioriteit van een risico in te schatten. Hoe zwaar het risico weegt is van meerdere factoren afhankelijk. Je hebt kennis nodig van al die verschillende factoren. Om de prioriteit van een risico te kunnen bepalen moet je weten: • hoeveel mensen binnen de organisatie, per afdeling, woongroep of locatie het risico lopen • hoe vaak mensen het risico lopen • hoe groot de kans is dat het daadwerkelijk misgaat • wat de schadelijke gevolgen voor medewerkers kunnen zijn wanneer het misgaat • hoe groot, gevaarlijk of vervelend de medewerkers dit risico vinden.

Als de risico’s geïnventariseerd en geprioriteerd zijn is de volgende stap het bedenken van verbeterpunten. Schrijf per risico op wat er gedaan moet worden om het risico te vermijden of te verkleinen. De oplossingen en maatregelen mogen, maar hoeven niet zelf bedacht te worden.

er

ij

Ed

Een arbocatalogus bevat oplossingen voor de risico’s die voorkomen binnen een sector of branche. Je kunt de arbocatalogus vinden op internet en gebruiken bij het bedenken van verbeterpunten. De arbocatalogus is opgesteld door de sociale partners (werkgevers en werknemers vertegenwoordigd in werkgeversorganisaties en vakbonden) en getoetst door de Inspectie SZW (Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid). Op de Website Arboportaal kun je alle arbocatalogi vinden. Voor het werkveld van maatschappelijke zorg kun je bijvoorbeeld een arbocatalogus vinden voor Ggz, Gehandicaptenzorg, Jeugdzorg, Sociale Werkvoorziening, Thuiszorg, Verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg en Welzijn en maatschappelijke dienstverlening.

U

itg

ev

Organisaties die gebruikmaken van een RI&E-instrument kunnen daarin ook vaak oplossingen en verbeterpunten vinden.

38

Meestal hebben de hulpverleners die echt met het risico te maken hebben, zelf hele goede ideeën om de risico’s te vermijden of te verkleinen. Het is zeker aan te raden hen te betrekken bij het bedenken van oplossingen en hun mening hierin serieus te nemen. Je maakt dan niet alleen gebruik van hun expertise, maar creëert ook meer draagvlak voor de uitvoering omdat de ideeën van henzelf zijn.

Oorzaak en gevolg Pak de risico’s aan bij de oorzaak en niet bij de gevolgen, want voorkomen is beter dan genezen. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, want niet altijd is de oorzaak meteen heel duidelijk. Doorvragen en doordenken is vaak noodzakelijk om tot de kern van het probleem te komen.


Theoriebron Uitvoeren van een RI&E

fb .v

.

Een ambulant medewerker die thuisbegeleiding geeft aan cliënten met een psychiatrische aandoening, heeft regelmatig last van cliënten die (verbaal) agressief zijn. Dit vormt een risico voor de mentale en fysieke gezondheid van de hulpverlener. De ingehuurde arbeidsdeskundige stelt een training Omgaan met agressief gedrag voor, zodat de hulpverlener leert om de cliënt te kalmeren. De voorgestelde verbetering werd doorgesproken met de betreffende hulpverlener. Wat bleek: de agressie van de cliënten kwam alleen voor wanneer de hulpverlener later kwam dan afgesproken en dat kwam nogal eens voor. Het agressief gedrag is een gevolg van de onzekerheid die cliënten ervaren wanneer de hulpverlener te laat komt.

Ed

u' Ac

tie

Om de agressie bij de oorzaak aan te pakken, stelt de hulpverlener voor dat hij meer tijd krijgt om de bezoeken af te leggen en om de cliënten toegang te geven tot een app, waarin ze de eventuele uitlooptijd kunnen zien. Ook kan de communicatie naar de cliënt over welke ondersteuning hij of zij van de hulpverlener kan verwachten duidelijker.

Als iemand boos op je is, doet dat wat met je.

ij

Plan van aanpak

U

itg

ev

er

Zodra duidelijk is wat er aan welke risico’s gedaan moet worden en in welke volgorde, wordt dit uitgewerkt in een plan van aanpak. Geef bij ieder verbeterpunt aan: • wat er voor nodig is om het uit te voeren Denk aan: materialen, kennis, vaardigheden. • wie het gaat uitvoeren • wanneer het wordt uitgevoerd • wat de kosten zijn • wat de termijn is waarop het verbeterpunt uitgevoerd moet zijn • aan welke eisen moet zijn voldaan om te kunnen zeggen dat het verbeterpunt naar wens is uitgevoerd en wie dat controleren en wanneer.

Theoriebron Weten regelgeving RI&E en calamiteitenplan <

Toetsing van de RI&E Als het plan van aanpak af is, is de RI&E klaar om getoetst te worden door een gecertificeerde Arbodienst of gecertificeerd arbeidsdeskundige. (Zie Theoriebron Wet- en regelgeving RI&E en calamiteitenplan). Deze controleert dan of de RI&E goed is uitgevoerd, kloppend is met de situatie binnen de organisatie en of de RI&E voldoet aan de richtlijnen volgens de wet.

39


Theoriebron Uitvoeren van een RI&E

Wanneer de RI&E is goedgekeurd of als toetsing niet verplicht is dan kan het plan van aanpak uitgevoerd worden. Wanneer de situatie in de organisatie verandert, moet je de RI&E opnieuw doornemen en aanpassen. Bij een nieuwe locatie, werkwijze of het gebruik van nieuwe hulpmiddelen kunnen er namelijk nieuwe risico’s ontstaan.

tie

fb .v

.

Voorbeelden van de noodzaak om de RI&E aan te passen: • Op een kleinschalige woongroep voor cliënten met een verstandelijke beperking is een nieuwe cliënt komen wonen. Deze cliënt heeft een hulphond. De RI&E moet worden aangevuld met de risico’s die de hulpverleners lopen door het werken met de hond. • De afdeling activiteitenbegeleiding voor ouderen verhuist naar een ander pand. De RI&E moet worden nagelopen en aangepast op de risico’s die anders en nieuw kunnen zijn in dit gebouw. • Door een nieuw camera en geluidssysteem is er geen nachtwaker op locatie meer bij kleinschalig begeleide woningen voor mensen met een lichamelijke beperking. De nachtwaker monitort op een centrale locatie de slaapkamers en kan binnen vijf minuten aanwezig zijn, mocht dat nodig zijn. De RI&E moet worden aangevuld met de risico’s die deze nieuwe werkwijze voor de hulpverleners met zich meebrengt.

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

Wanneer toetsing verplicht is, moet dat ook opnieuw gebeuren na het wijzigen van de RI&E.

40


Theoriebron Calamiteitenplan

.

Theoriebron Calamiteitenplan

fb .v

Inleiding

Ed

u' Ac

tie

Door een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) te doen probeert je werkgever te voorkomen dat je een arbeidsongeval of arbeidsgerelateerde gezondheidsklachten krijgt. Helaas zijn niet alle risico’s (helemaal) te vermijden. Denk aan: stroomuitval, brand, wateroverlast, ijzel, hevige sneeuwval of een overval. Dit soort onverwachte risico’s ,die grote impact kunnen hebben, worden calamiteiten genoemd. Organisaties bereiden zich voor op calamiteiten om schade aan mensen, milieu en spullen tot een minimum te beperken. Hoe ze dat doen, lees je in deze theoriebron.

ij

Wie, wat, doet bij brand staat beschreven in het calamiteitenplan.

er

Calamiteitenplan

U

itg

ev

Je werkgever heeft de verantwoordelijkheid te waken over de veiligheid van jou en je collega’s, de cliënten en eventuele bezoekers. Bij een calamiteit komt die veiligheid in gevaar. Een calamiteit is niet altijd te voorkomen, maar er zijn wel dingen die gedaan kunnen worden om de gevolgschade van een calamiteit zo klein mogelijk te houden. De uitwerking hiervan staat in het calamiteitenplan. Het hebben van een calamiteitenplan, of met een ander woord een bedrijfsnoodplan, is een wettelijke verplichting voor iedere werkgever. In een calamiteitenplan staat precies wie, wat, wanneer moet doen in het geval van een calamiteit. Ook bevat het gegevens en plattegronden die nodig zijn wanneer het plan in werking wordt gezet. Er ontstaat bijvoorbeeld brand in een stapel hooibalen in de stal van een zorgboerderij. De hulpverleners van de zorgboerderij zijn met het calamiteitenplan op de hoogte van wie, wat moet doen. Ze slaan alarm, blussen de brand (alleen een kleine beginnende brand door een bedrijfshulpverlener) of brengen zichzelf en anderen in veiligheid.

41


Theoriebron Calamiteitenplan

fb .v

.

In dit geval was de brand verder dan het beginnende stadium. De hulpverlener die de brand ontdekte belde de brandweer en riep de bedrijfshulpverlener van de zorgboerderij op. Die gaf het startsein voor ontruiming van de stal en de boerderij. De hulpverleners hielpen de cliĂŤnten en bezoekers naar de afgesproken verzamelplaats te gaan. De bedrijfshulpverlener controleerde of niemand was achtergebleven en dat was het geval. De ontruiming was soepel verlopen, zoals meerdere keren geoefend was. De brandweer kwam de brand blussen en gelukkig bleven ook de dieren ongedeerd. Het calamiteitenplan heeft ervoor gezorgd dat het onverwachte risico van brand niet meer onverwacht was. De hulpverleners waren voorbereid, konden de situatie beoordelen en wisten wat ze moesten doen. Een calamiteitenplan bevat altijd een ontruimingsplan. Het ontruimingsplan zorgde evoor dat iedereen rustig en veilig naar een afgesproken plek kon komen. Dat gaf overzicht van wie er eventueel nog gevaar liep.

tie

Jij en het calamiteitenplan

u' Ac

Het hebben van een calamiteitenplan is een verantwoordelijkheid van je werkgever. Als je preventiemedewerker of bedrijfshulpverlener bent, kun je bij het opstellen van een calamiteitenplan betrokken worden. Als je deel uitmaakt van de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging word je gevraagd het calamiteitenplan goed te keuren. Als het calamiteitenplan onverhoopt in werking gesteld moet worden, gebeurt dat door de bedrijfshulpverleners. Toch moet jij, ook als je geen bedrijfshulpverlener bent, op de hoogte zijn van het calamiteitenplan.

Ed

In de eerste plaats voor je eigen veiligheid. Als je weet wat de te nemen stappen en vluchtroutes zijn, verklein je jouw afhankelijkheid van de bedrijfshulpverleners. Ook weet je dan hoe je alarm moet slaan bij calamiteiten.

er

ij

Als hulpverlener werk je met kwetsbare doelgroepen, die in paniek kunnen raken, aanwijzingen misschien niet (goed) begrijpen, wellicht slecht zien of horen of mobiliteitsproblemen hebben (bijvoorbeeld moeilijk lopen of gebruikmaken van een rolstoel of bedlegerig zijn). In een calamiteitenplan moet extra aandacht besteed worden aan hoe om te gaan met deze kwetsbare mensen tijdens een calamiteit of ontruiming.

U

itg

ev

Jij als hulpverlener moet het plan kennen en (delen ervan) regelmatig oefenen om te helpen het efficiĂŤnt uit te kunnen voeren als dat nodig is.

Iemand die slecht of niet kan lopen kan met een evacuatiestoel van de trap geholpen worden.

42


Theoriebron Calamiteitenplan

Risico op calamiteiten inventariseren en aanpakken

fb .v

.

Net als bij een RI&E wordt voor een calamiteitenplan eerst uitgezocht welke risico’s op calamiteiten er zijn. Daarbij worden de calamiteiten die zich binnen het gebouw of de gebouwen van de organisatie voor kunnen doen, zoals brand, iemand met een wapen, een giftige gaswolk of aardbeving geïnventariseerd. Ook de omgeving van het pand of de panden wordt onderzocht op mogelijke gevaren. Ligt een asielzoekerscentrum bijvoorbeeld in de buurt van een rivier, dan kan overstroming een risico vormen. Is er bijvoorbeeld een kerncentrale in de omgeving van een woongroep voor dementerende ouderen dan bestaat er kans op stralingsgevaar.

tie

Als de calamiteiten die zich voor kunnen doen geïnventariseerd zijn, worden ze geëvalueerd en op volgorde van prioriteit gezet.

u' Ac

In het calamiteitenplan worden de mogelijke calamiteiten vermeld met daarbij de wijze van bestrijding en door wie dat gedaan wordt: externe hulpdiensten en/of de eigen bhv'ers. Voor calamiteiten die een grote prioriteit hebben en/of een aparte aanpak vereisen kan een apart hoofdstuk van het calamiteitenplan gewijd worden.

Organisatie van de bedrijfshulpverlening (bhv)

Ed

Een bedrijfshulpverlener (bhv'er) is belast met het uitvoeren van het calamiteitenplan wanneer dat nodig is. Hoe groter de organisatie en hoe risicovoller het werk, hoe meer bhv'ers er nodig zijn.

er

ij

In het calamiteitenplan moet staan hoe de bedrijfshulpverlening georganiseerd is. Per afdeling en plaats staat beschreven hoeveel bhv'ers er zijn en welke opleidingen en competenties zij hebben. De organisatie moet verantwoorden hoe zij hebben vastgesteld dat het aantal bhv'ers met de opleiding die ze gekregen hebben in staat is adequaat te handelen bij een calamiteit. Dit kunnen zij bijvoorbeeld aantonen door het bhv-team te laten oefenen op gesimuleerde situaties en te evalueren hoe dat ging.

ev

Ook moet er in het calamiteitenplan staan hoe de organisatie waarborgt dat het bhv-team ook in de toekomst over voldoende en goed opgeleide mensen beschikt. Bijvoorbeeld bij het openen van nieuwe vestigingen of bij de aanname van meer personeel.

U

itg

In het calamiteitenplan staat welke bhv'er wanneer aanwezig is en hoe vervanging is geregeld. Zo zijn er altijd voldoende bhv'ers in het pand.

Controle van veiligheidsmaatregelen, -middelen en signalering Het calamiteitenplan bevat een plattegrond van het gebouw met daarop de aanwezige: • vluchtwegen • nooduitgangen • vluchttrappen • vluchtladders • brandmelders • blusmateriaal

43


Theoriebron Calamiteitenplan

• • • • •

EHBO-materiaal AED herkennings- en beschermmiddelen voor de bhv'ers verzamelplaats bij ontruiming hoofdafsluiters van gas en licht.

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

fb .v

.

In het calamiteitenplan staat vermeld wie er verantwoordelijk is voor het controleren of de plattegrond met vluchtwegen in het gebouw ook echt in orde en duidelijk te zien is door signalering en verlichting. In het calamiteitenplan staat beschreven hoe vaak de verantwoordelijke persoon of personen controleren of de vluchtwegen en nooduitgangen vrij en in orde zijn en of er zonder sleutel naar buiten gelopen kan worden. (Dit geldt niet voor een deur op een vluchtroute die begint in een ruimte voor het insluiten van personen, zoals een cel of gesloten afdeling.) Ook gaan zij na of alle veiligheids-, blus- en EHBO-materialen aanwezig en werkend zijn.

Plattegrond met vluchtwegen erop.

44


Theoriebron Calamiteitenplan

Alarmering

fb .v

In het calamiteitenplan staat vastgelegd: • hoe, waar en bij wie een calamiteit gemeld wordt • wie de hulpdiensten en/of de bhv'ers oproept • wie of wat het ontruimingsplan inwerkingstelt • wie de directie/het management waarschuwt.

.

Bij een calamiteit is het van belang dat de hulpverlening, ontruiming of schadebeperking zo snel mogelijk op gang komt. Om dat mogelijk te maken moet het voor iedereen in het pand duidelijk zijn hoe en bij wie er alarm geslagen wordt.

tie

Automatische meldingssystemen moeten regelmatig gecontroleerd worden door een hiervoor aangewezen verantwoordelijke medewerker. Het calamiteitenplan begint vaak met een lijst met adresgegevens en belangrijke interne en externe telefoonnummers, van onder andere het management en de bhv'ers.

u' Ac

Ook de alarmnummers (intern en extern) staan er duidelijk op vermeld.

Taakverdeling en communicatie

Het calamiteitenplan bevat een overzicht van de (leidinggevende) taken en verantwoordelijkheden van iedere bhv'er tijdens een calamiteit.

Ed

Ook staat er beschreven waarover en hoe er gecommuniceerd wordt. Een stroomschema kan dit nog inzichtelijker maken. Portofoons en megafoons kunnen handig zijn bij de communicatie tussen de bhv'ers en eventueel bij het aansturen en informeren van mensen tijdens een ontruiming.

U

itg

ev

er

ij

Ook de taakverdeling en communicatie tussen de bhv'ers en externe hulpdiensten staat beschreven in het calamiteitenplan. Het is aan te raden om bij het opstellen van het calamiteitenplan samen te werken met de gemeente en plaatselijke hulpdiensten. Ook medewerkers die geen bhv'er zijn en cliënten of bezoekers moeten weten wat zij moeten doen in het geval van een calamiteit. In het calamiteitenplan staat hoe, wanneer en door wie, deze informatie gecommuniceerd wordt. Speciale aandacht is hierbij voor nieuwe medewerkers en het overdragen van veiligheidstaken aan een collega, wanneer iemand uit dienst gaat.

Ontruimingsplan Een apart onderdeel van het calamiteitenplan is het ontruimingsplan. In het ontruimingsplan staat hoe de organisatie zich voorbereidt op en handelt wanneer door een calamiteit het gebouw moet worden ontruimt. Wanneer bij een calamiteit iedereen het pand moet verlaten, is het belangrijk dat dit efficiënt en snel, maar doordacht gebeurt. Er mogen geen ruimtes vergeten worden, niemand mag gewond raken tijdens de ontruiming en er moet gecontroleerd worden of iedereen buiten is. Zoals eerder al genoemd moet er rekening gehouden worden met mensen die zichzelf niet (goed) kunnen redden, zoals aan bed gebonden cliënten, mindervaliden, kinderen en cliënten met een (ernstige) verstandelijke beperking.

45


Theoriebron Calamiteitenplan

u' Ac

tie

fb .v

.

Voor mensen die bedlegerig zijn is er bijvoorbeeld een sleepmatras. Een sleepmatras is een doek dat tussen het bed en het matras ligt. Bij een evacuatie kan het doek zo vastgemaakt worden dat de cliĂŤnt inclusief zijn of haar matras horizontaal of van de trap kan worden gedragen. Er bestaan ook evacuatiebrancards of evacuatiestoelen voor rolstoelgebonden mensen of moeilijk lopende cliĂŤnten. Voor een geordende ontruiming moeten de bhv'ers weten wat hun taken en verantwoordelijkheden zijn en door oefening op elkaar ingespeeld zijn. Voor de personen in het pand moet duidelijk zijn wie de bhv'ers zijn en wat er van hen verwacht wordt. Bijvoorbeeld over het achterlaten van jassen en tassen mag geen discussie ontstaan tijdens de ontruiming. De verzamelplaats moet voor iedereen bekend, veilig, ruim genoeg en overzichtelijk zijn.

Ed

Het groene licht dat de dichtstbijzijnde nooduitgang aangeeft voor een ontruiming.

EHBO of brand

er

ij

De voorbereiding op en het handelen bij brand en ongelukken krijgen vaak een apart hoofdstuk in het calamiteitenplan. Bhv'ers zijn opgeleid om te handelen en kleine branden te blussen. Ook kunnen bhv'ers eerste hulp bij ongelukken verrichten en inschatten of er een ambulance gebeld moet worden.

U

itg

ev

Instemming en inzage

46

De ondernemingsraad (or) en/of een personeelsvertegenwoordiging (pvt) moeten instemming geven over de manier waarop het calamiteitenplan totstandkomt. Als zij vertrouwen hebben in de deskundigheid van de makers van het calamiteitenplan en de manier waarop het plan gecontroleerd wordt, kan er gestart worden. Ook met het eindproduct moet de or of de pvt instemmen. Alle werknemers van de organisatie, de arbeidsdeskundigen en externe hulpverleningsinstanties moeten op de hoogte zijn van de inhoud van het calamiteitenplan. Voor jou als hulpverlener geldt dat je het calamiteitenplan kent van de locatie(s) waar je werkt. Vaak ligt het calamiteitenplan ter inzage op een centrale plek in ieder gebouw, vestiging of woning, bijvoorbeeld bij de receptie, hal of gezamenlijke (werk-)ruimte. Zo kan iedereen die dat wil zich op de hoogte stellen van de voorbereidingen die getroffen zijn voor het geval er zich een calamiteit voordoet.


Theoriebron Calamiteitenplan

Test en evaluatie

.

Je snapt wel dat een calamiteitenplan dat alleen in de kast ligt, geen enkele waarde heeft. Een ontruimingsoefening wordt meestal eens per jaar of vaker gedaan, zodat het voor iedereen duidelijk is wat er moet gebeuren bij een evacuatie.

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

fb .v

Minimaal om de drie jaar moet het calamiteitenplan getest en geĂŤvalueerd worden en zo nodig ook worden gewijzigd. In het calamiteitenplan is opgenomen hoe en hoe vaak het plan van de betreffende locatie geoefend en geĂŤvalueerd wordt. Is er een verbouwing, verhuizing of verandering in de manier waarop er gewerkt wordt, dan moet het calamiteitenplan daarna ook aangepast en getest worden.

47


fb .v

Theoriebron Wet- en regelgeving RI&E en calamiteitenplan

.

Theoriebron Wet- en regelgeving RI&E en calamiteitenplan

Inleiding

Ed

u' Ac

tie

Om werknemers te beschermen is er de Arbowet. Volgens de Arbowet moet een werkgever in de meeste gevallen een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) doen en altijd een calamiteitenplan hebben. Deze theoriebron gaat dieper in op de wetten en regels rondom de RI&E en het calamiteitenplan.

ij

Wet- en regelgeving RI&E en calamiteitenplan.

er

Verplichting RI&E

U

itg

ev

Nagenoeg alle werkgevers zijn verplicht een RI&E te doen. (Een werkgever met alleen vrijwilligers aan het werk hoeft geen RI&E te doen, wanneer er niet met gevaarlijke stoffen of biologische ziekmakers wordt gewerkt.) Kleine organisaties, waarvan alle werknemers bij elkaar opgeteld minder dan 40 uur per week werken, mogen een verkorte RI&E doen: de Checklist Gezondheidsrisico’s. Heeft een organisatie voor 40 of meer uur per week één of meer mensen in dienst dan verlangt de wet een volledige RI&E.

48

Ondernemingsraad en/of personeelsvertegenwoordiging De ondernemingsraad (or) en/of een personeelsvertegenwoordiging (pvt) heeft instemmingsrecht op het gebied van arbeidsomstandigheden. Voor het maken van een RI&E betekent het dat de or en/of pvt moet instemmen met: • het RI&E-instrument dat de organisatie wil gebruiken


Theoriebron Wet- en regelgeving RI&E en calamiteitenplan

• •

de eventuele inhuur van een arbodienst of arbodeskundige voor (begeleiding bij) het maken van de RI&E en/of toetsing van de RI&E en de afspraken die met hen gemaakt worden de (getoetste) RI&E en het plan van aanpak het aanpassen van de RI&E.

Uitvoering RI&E

fb .v

.

De or mag een jaarlijkse rapportage over de RI&E-eisen. Werknemers hebben altijd inzagerecht in de RI&E van hun organisatie.

tie

Elke organisatie met meer dan 25 medewerkers is verplicht ten minste één preventiemedewerker in dienst te hebben. Een preventiemedewerker kan de wettelijke maatregelen gericht op de veiligheid en de gezondheid binnen de organisatie uitvoeren. De preventiemedewerker kan een vaste medewerker zijn die dit naast zijn functie in zijn takenpakket opneemt. In kleinere organisaties mag de directeur de taken van preventiemedewerker op zich nemen.

Ed

u' Ac

Een van de taken van de preventiemedewerker is het (mede) opstellen van de RI&E. De preventiemedewerker heeft een adviserende rol, maar hoeft een RI&E niet alleen uit te voeren. De preventiemedewerker kan ondersteunt worden door een ingehuurde expert van buitenaf. Dat kost geld, maar het maken van de RI&E gaat dan vaak veel sneller. Degene die de verantwoordelijkheid draagt voor het maken van de RI&E hoeft zeker niet alles alleen te doen. Hoe meer mensen van verschillende disciplines uit de organisatie betrokken zijn, hoe kleiner de kans dat er een risico over het hoofd gezien wordt.

Toetsing RI&E

er

ij

Grotere organisaties zijn verplicht om hun gemaakte RI&E, dus inclusief het plan van aanpak, te laten toetsen. De toetsing is een controle van de RI&E om te kijken of alle risico’s erin opgenomen zijn, of de beschreven situaties kloppen met de werkelijkheid in de organisatie en of de laatste richtlijnen en normen gebruikt zijn. Organisaties huren een gecertificeerde arbodienst of gecertificeerde arbodeskundige in om de toetsing te doen.

ev

Organisaties die minder dan 40 uur per week aan personeel inhuren hoeven hun (verkorte) RI&E niet te laten toetsen.

U

itg

Organisaties met minder dan 25 werknemers in dienst die een voor de branche erkend RI&E-instrument (hulpmiddel bij het maken van een RI&E) hebben gebruikt, zijn ook vrijgesteld van toetsing.

Actueel houden RI&E In de wet staat niet hoelang een RI&E geldig is. Er staat wel in de wet dat de RI&E actueel moet zijn. Dat betekent dat de RI&E aangepast moet worden als er iets verandert in de werkwijze, werkomstandigheden of als gevolg van technische innovaties. Een voorbeeld van veranderde werkwijze en werkomstandigheden:

49


Theoriebron Wet- en regelgeving RI&E en calamiteitenplan

fb .v

.

Bij een woonvorm voor jongeren met een ernstig verstandelijke beperking besluiten de hulpverleners familieparticipatie toe te passen. De hulpverleners betrekken familie en vrienden zo veel mogelijk bij de zorg voor de jongeren. Ze maken gebruik van hun kennis en ervaring. De hulpverleners stimuleren de familie en vrienden om activiteiten te ondernemen met hun dierbare en ook de andere jongeren in de groep. Wanneer familie en vrienden van een jongere begeleidings-, zorg- en verpleegtechnische taken willen uitvoeren en hiertoe ook in staat zijn, wordt die mogelijkheid geboden. Het werken met familieparticipatie is een verandering van werkwijze en ook de werkomstandigheden veranderen. De hulpverleners hebben intensiever contact met de familie en vrienden van de jongeren. Hun rol verandert van dienstverlenen voor naar samenwerken met.

u' Ac

tie

De RI&E moet nagelopen worden op eventuele veranderde risico’s, zoals verhoogde werkdruk door extra communicatietijd en begeleiding van de familie en vrienden. Ook kunnen de hulpverleners meningsverschillen krijgen met familie en vrienden, te maken krijgen met ongewenst gedrag van familie en vrienden en familie en vrienden die niet op de hoogte zijn van veiligheidsprotocollen enzovoort.

Een voorbeeld van veranderingen door technische innovaties:

Ed

Bij dezelfde woonvorm voor jongeren met een ernstig verstandelijke beperking uit het vorige voorbeeld zijn de hulpverleners gestart met een digitaal platvorm dat hen de mogelijkheid geeft om sneller informatie uit te wisselen met familie en vrienden van de cliĂŤnten.

U

itg

ev

er

ij

Deze technische innovatie brengt veranderingen met zich mee die een risico kunnen vormen voor de gezondheid van de hulpverleners. Daarom moet de RI&E herzien worden. De risico’s kunnen zijn: klachten aan hand, arm of nek door repeterende handelingen van het tikken van berichten, werkdrukverhoging door extra tijd die het schrijven en beantwoorden van berichten inneemt enzovoort.

50

Via een platvorm op een tablet wordt informatie uitgewisseld met familie en vrienden. Voor organisaties die verplicht zijn hun RI&E te laten toetsen, geldt dat na grote aanpassingen de RI&E opnieuw getoetst moet worden. De RI&E is een werkdocument waar tussentijds ook kleine wijzigingen in gedaan kunnen worden. Wanneer er geen grote wijzigingen zijn, die om onmiddellijke aanpassing en toetsing vereisen, dan is het aan te raden eens per jaar de RI&E te controleren op actualiteit.


Theoriebron Wet- en regelgeving RI&E en calamiteitenplan

Wel verplichting, maar geen RI&E

tie

Calamiteitenplan

fb .v

.

De Inspectie SZW (Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid) is de toezichthouder. Zij controleert de naleving van de Arbowet. Wanneer organisaties wel verplicht zijn een RI&E te doen, maar het niet doen, riskeren zij een boete van de Inspectie SZW. Wanneer de RI&E er wel is, maar niet compleet of actueel is, kan de inspecteur een waarschuwing geven. De organisatie krijgt dan maximaal drie maanden de tijd om de RI&E alsnog in orde te maken. Wanneer een arbeidsongeval tot een rechtszaak komt, neemt de rechter het wel of niet hebben van een goedgekeurde RI&E zeker mee in de afwegingen. Ook kan een aansprakelijkheidsverzekering zijn dekking verliezen wanneer een organisatie de RI&E niet (goed) gedaan heeft. De verzekering keert dan niet uit.

u' Ac

Iedere werkgever is verplicht de werkomstandigheden zo veilig mogelijk te maken als redelijkerwijs verwacht kan worden. Met het maken van een RI&E en het uitvoeren van het plan van aanpak worden de risico’s zo veel mogelijk vermeden of verkleind. De verantwoordelijkheid van de werkgever houdt daar niet mee op. Wanneer er zich onverhoopt toch een calamiteit voordoet, moet de werkgever voldoende voorbereidingen hebben getroffen om de schadelijke gevolgen in te perken.

Ed

Organisaties moeten beschikken over een calamiteitenplan (bedrijfsnoodplan) waar alle voorzorgsmaatregelen en plannen in staan om bij een calamiteit: • eerste hulp te kunnen verlenen • brand te kunnen beperken en bestrijden • de gevolgen van ongevallen te kunnen beperken • alle personen in de organisatie of instelling te kunnen alarmeren en evacueren.

ij

Organisaties met meer dan vijftien medewerkers moeten minstens eens per jaar een bhv-oefening doen. In ieder geval wordt dan de ontruiming van het pand geoefend en geëvalueerd.

er

Bedrijfshulpverlener

U

itg

ev

Iedere organisatie heeft ten minste een medewerker in dienst met als nevenfunctie bedrijfshulpverlener (bhv'er). Een bhv'er ondersteunt de werkgever bij in het uitvoeren van de maatregelen en interventies, zoals deze beschreven staan in het calamiteitenplan. Hoeveel bhv'ers een organisatie in dienst moet hebben hangt af van de grootte van de organisatie en de risico’s die het werk met zich mee brengt. Ook de responstijd (hoelang het duurt voor hulpdiensten ter plaatse kunnen zijn) van hulpdiensten wordt hierin meegewogen. Wordt er bijvoorbeeld met tilliften of zware medicijnen gewerkt, dan vraagt dat meer kennis en vaardigheden van de bhv'ers. Het risico op letsel of een levensbedreigende situaties is dan groter. In ieder geval zegt de wet dat er genoeg bhv'ers moeten zijn om in geval van nood het calamiteitenplan naar behoren uit te kunnen voeren. Ook moeten zij voldoende opgeleid zijn, goed uitgerust zijn (met materialen en beschermingsmiddelen, zoals herkenbare hesjes, communicatiemiddelen, blussers, EHBO-materiaal enzovoort) en zodanig georganiseerd zijn dat zij hun taken als bhv'ers goed kunnen uitvoeren.

51


Theoriebron Wet- en regelgeving RI&E en calamiteitenplan

Arbeidsongevallen

fb .v

.

De werkgever is verplicht alle arbeidsongevallen, die tot de dood of een ziekenhuisopname hebben geleid of blijvend letsel hebben veroorzaakt bij de toezichthouder, de Inspectie SZW, te melden. Bij overlijden van een werknemer moet dit telefonisch gebeuren. In andere gevallen mag daar ook een online meldformulier voor gebruikt worden.

Inspectie SZW

tie

Iedere werkgever is verplicht om zelf ook een lijst bij te houden van alle gemelde bedrijfsongevallen. Op die lijst registreert de werkgever alle gemelde ĂŠn alle niet gemelde arbeidsongevallen die een verzuim van drie of meer werkdagen tot gevolg hadden. In het kort vermeldt hij of zij daarbij wat er is gebeurd en op welke datum.

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

De Inspectie SZW controleert niet alleen of bedrijven een RI&E hebben die in orde is. De inspecteur gaat ook na of de bedrijfshulpverlening goed geregeld is, met goed toe- en uitgeruste bhv'ers en of de arbeidsongevallen gemeld en gedocumenteerd zijn. De inspectie SZW controleert of alle wetten en besluiten, die de overheid op het gebied van arbeid heeft gemaakt, ook goed worden toegepast in organisaties. Bij een overtreding kan de inspecteur een afspraak maken, een waarschuwing geven, of een eis stellen, een boeterapport opmaken, het werk stilleggen, een proces-verbaal opmaken of een dwangsom opleggen.

52


Theoriebron Veiligheid coördineren

.

Theoriebron Veiligheid coördineren

fb .v

Inleiding

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

Als hulpverlener niveau 4 heb je niet alleen hulpverlenende, maar ook coördinerende taken. Een van je taken is het coördineren van de veiligheid van je collega’s. Je probeert de wetgeving op het gebied van veiligheid zo goed mogelijk toe te passen en te controleren. Zo draag je bij aan het voorkomen van ongelukken op de werkvloer en het verkleinen van de gevolgen ervan.

itg

Jouw veiligheid staat op nummer 1.

U

Website Arboportaal <

Jouw veiligheid op nummer 1 Je eigen veiligheid komt tijdens je werk op de eerste plaats. Alleen als je zelf veilig en gezond bent, kun je anderen goed van dienst zijn en je ook om hun veiligheid bekommeren. Door jezelf op de hoogte te stellen van de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) van de organisatie waar je werkt leer je meer over de risico’s die er zijn tijdens je werk. In het plan van aanpak van de RI&E en in de arbocatalogus lees je wat je kunt doen om zo veilig mogelijk met die risico’s om te gaan. Op de Website Arboportaal vind je arbocatalogussen voor de ggz, Gehandicaptenzorg, Jeugdzorg, Sociale Werkvoorziening, Thuiszorg, Verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg en Welzijn en maatschappelijke dienstverlening.

53


Theoriebron Veiligheid coördineren

Daarnaast is het belangrijk dat je de protocollen die gemaakt zijn voor het uitvoeren van je werkzaamheden, goed kent en opvolgt. In de protocollen zijn vaak stappen opgenomen die jouw veiligheid moeten beschermen.

De veiligheid van je collega’s

fb .v

.

Als je ook het calamiteitenplan van de locatie(s) waar je werkt goed kent, dan ben je goed bezig met het beschermen van je eigen veiligheid. In het calamiteitenplan staat precies wat je moet doen en waar je heen moet gaan als er een onvoorziene onveilige situatie is ontstaan, zoals bij brand of een gaslek. Je kunt er ook een plattegrond in vinden met daarop de alarminstallaties, alarmnummers, het blus- en het EHBO materiaal en de vluchtwegen in het gebouw.

u' Ac

tie

Als hulpverlener kan het zijn dat je veel alleen werkt, bijvoorbeeld als je ambulant begeleider bent. Maar zelfs als je veel alleen werkt, heb je collega’s die hetzelfde werk doen als jij. Veiligheidsrisico’s die jij signaleert, kunnen ook een gevaar vormen voor je collega’s. Om die reden heb je de verantwoordelijkheid om veiligheidsrisico’s te melden bij je leidinggevende. Doe dat ook als het incident bij jou goed is afgelopen en wanneer je denkt dat het bij één incident blijft. Als je zelf leidinggevende bent, kun je het beste met de preventiemedewerker van de organisatie overleggen welke stappen er genomen moeten worden.

Ed

Jijzelf weet natuurlijk het meeste af van de werkzaamheden die je doet in jouw functie en hoe je die doet. Daarom heb jij ook het meeste zicht op de veiligheidsrisico’s die je loopt tijdens je werk. De kans is groot dat je daarom ook de beste ideeën hebt over hoe het werk beter en veiliger kan. Als maatschappelijk medewerker niveau 4 heb je de verantwoordelijkheid mee te denken over hoe het werk veiliger kan en je inbreng te delen met je collega’s en leidinggevende. Daarmee help je niet alleen je eigen werk, maar ook het werk van je collega’s veiliger te maken.

ij

Onveilig werken

U

itg

ev

er

Van een hulpverlener niveau 4 wordt verwacht dat je jouw collega’s aanspreekt op onveilig gedrag en er ook open voor staat om zelf aangesproken te worden wanneer je iets onveilig aanpakt. Probeer hierbij om iemand niet terecht te wijzen, maar ga met de ander in gesprek. Wanneer iemand veiligheidsmaatregelen niet toepast, komt dat meestal niet voort uit onwil. Soms is een gebrek aan kennis of materiaal de oorzaak. Vaak worden veiligheidsmaatregelen niet uitgevoerd wegens tijdsdruk. Het uitvoeren van veiligheidsmaatregelen vormt een extra stap in de handelingen die voor een taak verricht moeten worden. Soms maken de veiligheidsmaatregelen het uitvoeren van een taak een stuk lastiger of ongemakkelijker. Daardoor gaat de uitvoering langzamer. Omdat een werkgever toch verwacht dat het werk gedaan is binnen een bepaalde tijd, voelen hulpverleners zich soms genoodzaakt om veiligheidsstappen over te slaan.

54

Een voorbeeld: Op een begeleide woongroep voor mensen met niet aangeboren hersenletsel heeft een van de cliënten een beenwond die hijzelf niet makkelijk kan verzorgen. Ruud, de hulpverlener, gebruikt handschoenen bij het verschonen van de pleister en het schoonmaken van de wond. Als hij klaar is, gooit hij de handschoenen weg en ruimt de gebruikte spullen op. Zijn collega Tim ziet dat Ruud een trouwring draagt en dat hij na


Theoriebron Veiligheid coördineren

het uittrekken van de handschoenen zijn handen niet wast. Tim besluit om een gesprek met Ruud aan te gaan om uit te zoeken waarom hij een ring draagt en zijn handen niet wast na het uittrekken en weggooien van de handschoenen.

u' Ac

tie

fb .v

.

Het volgende kan aan de hand zijn: • Ruud weet niet dat er onder zijn ring een vochtige warme plek ontstaat, wat een bron vormt voor bacteriën en dat hij met zijn ring om dus niet hygiënisch werkt. • Ruud weet niet dat er in zijn wegwerphandschoenen minuscule gaatjes kunnen zitten waardoor bacteriën zich kunnen verplaatsen. • Ruud weet niet dat door het dragen van wegwerphandschoenen zijn handen warm en vochtig worden, waardoor de bacteriën flink in aantal toenemen. Om die bacteriën weg te spoelen, moet hij na het uittrekken van zijn handschoenen zijn handen wassen. • Ruud weet dat het hygiënischer is om zijn ring af te doen, maar wil of kan het niet. Hij hecht er veel waarde aan om hem te dragen, hij krijgt hem niet af of is bang hem kwijt te raken enzovoort. • Ruud is vergeten zijn ring af te doen. • Ruud is vergeten zijn handen te wassen na het uittrekken en weggooien van de handschoenen. • Ruud krijgt eczeem op zijn handen als hij ze te vaak wast. • Ruud vindt het afdoen van zijn ring en handen wassen na het dragen van handschoenen overdreven. • Ruud vindt het te veel tijd kosten om steeds zijn handen te wassen. Hij heeft het al zo druk.

Collega’s aanspreken op onveilig gedrag

ev

er

ij

Ed

Een ander aanspreken op zijn of haar gedrag kan best moeilijk zijn. Het kan helpen om de onderstaande stappen te volgen: • Leid het gesprek in. (Bijvoorbeeld: 'Kan ik het even met je hebben over je werkwijze?') • Vertel het onveilige gedrag dat je gezien hebt. ('Ik zag dat ….') • Vraag of de ander weet welk risico hij/zij daarmee loopt. ('Weet je dat je dan het risico loopt om …?') • Geef de ander de kans om te reageren. • Als de ander bezwaren noemt voor het uitvoeren van de veiligheidsmaatregel neem die dan serieus. (Bijvoorbeeld: ‘Ja', dat is ook lastig als je weinig tijd hebt.') • Vraag wat de ander nodig heeft om het risico te vermijden. (Meer tijd, of andere beschermingsmiddelen, een herinnering ophangen enzovoort.) • Bepaal samen welke actie ondernomen moet worden.

U

itg

Probeer de sfeer ontspannen te houden, dan wordt het voor de ander ook minder beladen en vervelend. Als je het normaal vindt om het gesprek aan te gaan over hoe iemand iets doet en dat luchtig kunt doen, merk je dat anderen het waarderen dat je met ze meedenkt.

Aangesproken worden op onveilig gedrag Wanneer je zelf wordt aangesproken op onveilig gedrag kun je, afhankelijk van de manier waarop, jezelf aangevallen voelen. Probeer je gevoelens even te parkeren en te luisteren naar wat de ander zegt. Als dat niet lukt, vraag dan of je er op een later moment op terug mag komen en doe dat dan ook. Je hebt dan ook de tijd om bij jezelf na te gaan of je een verbeterslag kunt maken om veiliger te werken. Als je merkt dat je weerstand hebt tegen de maatregel die je werk veiliger maakt, probeer dan te ontdekken waar die weerstand vandaan komt.

55


Theoriebron Veiligheid coördineren

fb .v

Veiligheid coördineren

.

Bedenk wat je nodig hebt om de verbeterslag te maken of de weerstand weg te nemen. Eventueel kun je daarbij de hulp vragen van de collega die je aansprak of een andere collega. Vergeet niet de collega die je heeft aangesproken te bedanken. Hij of zij heeft zich bekommert om je veiligheid en vond dat misschien niet makkelijk om te doen.

tie

Als hulpverlener niveau 4 kun je een coördinerende rol hebben op het gebied van veiligheid. Dan neem je een actievere en meer sturende houding bij het veilig werken in een veilige werkomgeving. Jij houdt dan het overzicht, bewaakt de samenhang en signaleert problemen voor jouw team of afdeling. Wanneer je ziet dat er iets niet goed gaat op het gebied van veiligheid kun je direct ingrijpen en er zo nodig melding van maken. Ook kun je veiligheidsknelpunten op de agenda zetten om te bespreken tijdens een vergadering met de betrokkenen en verantwoordelijken. Je maakt regelmatig een ronde op de afdeling, woning of locatie waar je werkt om te zien of alles in orde is en of de afgesproken maatregelen niet verslonzen.

Ed

u' Ac

Naast het zelf signaleren, ben je ook een aanspreekpunt voor je collega’s op het gebied van veiligheid. Wanneer regels overtreden worden of werkzaamheden onnodige risico’s met zich meebrengen, moeten je collega’s zich veilig genoeg voelen om dit bij jou te melden. Ook moeten ze uiteraard weten dat ze hiervoor bij jou terecht kunnen en het vertrouwen hebben dat jij er ook echt iets aan gaat doen. Maak jezelf dus kenbaar als aanspreekpunt omtrent de veiligheid. Maak echt werk van vraagstukken of problemen die je collega’s je toevertrouwen. Geef uitleg over het onderwerp arbeidsveiligheid en breng het regelmatig onder de aandacht, bijvoorbeeld tijdens een teamvergadering. Stimuleer je collega’s over veilig werken na te denken en hun klachten en ideeën te delen.

Draagvlak creëren

er

ij

Het succes dat je hebt met het coördineren van de veiligheid hangt voor een groot deel af van hoe je jezelf opstelt. Wanneer je met een opgeheven vingertje iedereen aanspreekt die in jouw ogen de veiligheid niet serieus genoeg neemt, bereik je misschien dat mensen even extra opletten wanneer jij eraan komt. Daarna gaan ze weer verder zoals ze dat ervoor deden.

U

itg

ev

Benader veiligheid als een gedeelde verantwoordelijkheid. Anders ben jij degene die iedereen achter de broek zit en mag jij het nog bezuren als het mis gaat ook. Als je collega’s wilt overtuigen van het belang van veiligheidsmaatregelen en een veilige werkomgeving, moet je eerst zelf het nut ervan inzien. Als je zelf niet overtuigd bent, kun je ook een ander niet motiveren. Breng wat je wilt overbrengen daarom met enthousiasme en een passie voor de veiligheid van je collega’s. Spreek collega’s aan met constructieve feedback en geef ook zelf het goede voorbeeld door veilig te werken. Het meeste draagvlak creëer je door te inventariseren wat er leeft onder je collega’s. Welke risico’s vinden zij het gevaarlijkst? Van welke risico’s hebben zij de meeste last? Welke maatregel denken zij dat het beste werkt? Ga in gesprek en verschaf informatie, maar probeer vooral ook te luisteren. Medewerkers kennen hun eigen werk het beste en weten vaak heel goed zelf manieren te bedenken waarop het werk veiliger kan. Sta open voor en verzamel goede ideeën bij je collega’s. Geef ze door aan anderen waarbij je zorgt dat de bedenker er de credits voor krijgt. Zet mensen die een goed voorbeeld zijn van hoe het moet eens in het zonnetje. Maak veiligheid makkelijk en leuk met duidelijke, goed zichtbare aanwijzingen, bordjes of filmpjes. Daarbij mag je best gebruikmaken van humor.

56


u' Ac

Organisatiecultuur

tie

Op een ontspannen manier in gesprek met een collega over veilig werken.

fb .v

.

Theoriebron Veiligheid coördineren

In de ideale organisatiecultuur voel je je als hulpverlener betrokken en verantwoordelijk om zelf veilig te werken. Je helpt en denkt actief mee om een veilige werkomgeving voor jezelf en anderen mogelijk te maken.

U

itg

ev

er

ij

Ed

Dit doe je door: • jezelf op de hoogte te stellen van de veiligheidsprotocollen en maatregelen in de organisatie • veiligheidsprotocollen en maatregelen uit te voeren en na te leven • aanwezige beschermingsmiddelen te gebruiken • het aan te geven wanneer de beschermingsmiddelen bijna op zijn, of ze zelf op tijd aan te vullen, of te bestellen • spullen veilig op te ruimen na gebruik • wanneer je door een ongelukje, iets morst of breekt, dit meteen op te ruimen • bij een onveilige situatie meteen actie te ondernemen • verantwoordelijkheid te nemen in het informatie zoeken over onbekende risico’s (Bijvoorbeeld er is een fles, waarvan het etiket ontbreekt, gaan lekken. Hierdoor is de fietsreparatiewerkplaats van een sociale werkvoorziening met een vreemde geur gevuld.) • bij ‘Oei, dat ging maar net goed-momenten’ na te gaan of het risico zich kan herhalen voor een ander en in actie te komen als dat zo is • extra zorgvuldig te werk te gaan bij een risicovolle combinatie van werkzaamheden (Bijvoorbeeld het vervoeren van cliënten die onderweg ruzie krijgen; autorijden en het begeleiden van cliënten.)

Opkomen voor veiligheid Neem de redenen waarom medewerkers om veiligheidsmaatregelen niet of niet goed toe passen serieus. Ga na of de tijdsdruk reëel is en of er genoeg kennis en beschermingsmateriaal aanwezig is. Als dat niet het geval is, vraag het management dan om hun verantwoordelijkheid te nemen. Dat kan ze positiever en productievere hulpverleners opleveren en ook nog eens een hoop kosten schelen aan schade, schadeclaims, ziektekosten en loondoorbetaling.

57


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.