41440 bpv ghz

Page 1

ht

ig

yr

op

C

u'

Ed ie

Ac t

.

.v

BPV GHZ

fb

BPV


Colofon

.v

.

Uitgeverij: Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl

fb

Auteur(s): Marijke Willems Inhoudelijke redactie: Jo-Anne Schaaf Titel: BPV GHZ

Edu’Actief b.v. 2017

Ac t

©

ie

ISBN: 9789037241440

u'

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Ed

Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl).

ht

De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

C

op

yr

ig

Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.


18

P1-K1-W3

33

P1-K1-W4

48

.v

P1-K1-W2

fb

4

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

P1-K1-W1

.

Inhoud

3


P1-K1-W1

P1-K1-W1

.

Inleiding

Ac t

ie

fb

.v

In het atelier waar jij werkt hebben jullie onlangs van een klant een nieuwe werkopdracht gekregen: het vervaardigen van keramische kralen. De vorige keer heb je aan de cliënten uitgelegd hoe het werkproces in elkaar steekt en hebben jullie geoefend met de eerste proefkralen. Deze tweede ochtend merk je dat Annelies, een van de vaste cliënten van het atelier, maar niet op gang komt. Je observeert haar een moment en dan zie je dat ze al bij het pakken van de klei blijft steken. Je gaat naast haar zitten en je vraagt haar hoe het met haar gaat en wat ze van deze opdracht vindt. Je komt er gaandeweg achter dat Annelies de klei heel precies wil afmeten voordat ze er een kraal van kan maken. Dat is niet nodig voor de opdracht, maar in het gesprek met Annelies kom je niet verder. Voor vandaag besluit je om de klei voor haar in stukken neer te leggen. Hiermee kan Annelies wel verder. Voor de volgende keer zorg je dat je een weegschaal tot je beschikking hebt.

Werkproces

Leerdoelen

ig

ht

• • • • • •

Je schept duidelijke kansen en mogelijkheden voor cliënten om zich te ontwikkelen. Je geeft opbouwende feedback, zodat cliënten met enthousiasme en een positieve instelling activiteiten uitvoeren. Je stemt je communicatie adequaat af op de wensen en mogelijkheden van de cliënt (verbaal, non-verbaal en pre-verbaal). Je spreekt cliënten zo nodig aan op hun gedrag. Je overlegt tijdens activiteiten tijdig over je aanpak. Je kiest de juiste materialen en middelen voor de activiteiten die je organiseert. Je gaat zorgvuldig en netjes met de materialen en middelen om. Je plant ruim van tevoren de activiteiten. Je gebruikt doelbewust indicatoren om de voortgang te meten.

Ed

• •

u'

Deze BPV-opdracht hoort bij het werkproces P1-K1-W1 Ondersteunt en motiveert een groep cliënten bij activiteiten.

C

op

yr

Bronnen training BMC vaardigheden gericht op dagbesteding deel 1 (creatief) training BMC vaardigheden gericht op dagbesteding deel 2 (sport en spel) training BMC vaardigheden gericht op dagbesteding deel 3 (muziek en drama) training BMC vaardigheden gericht op dagbesteding deel 4 (werk en scholing) cursus Verdieping dagbesteding en methodisch werken cursus Begeleiden en zorgen in kleinschalig wonen in GHZ cursus Begeleiden en zorgen in intramuraal in GHZ.

Planning Planningsformulier <

4

• • • • • • •

Lees eerst de BPV-opdracht goed door en vul daarna het planningsformulier in. Dit formulier laat je goedkeuren door je praktijkbegeleider. Als hij akkoord is met je planning mag je de opdrachten gaan uitvoeren.


P1-K1-W1

Oefening 1

Onderzoeken activiteit Je onderzoekt een lopende activiteit op kwaliteit en inzet van materialen en middelen.

.v

Kies samen met je BPV-begeleider een lopende activiteit die geschikt is voor je onderzoek. Zorg dat je toegang hebt tot de cliëntendossiers van de cliënten die aan deze activiteiten deelnemen. Verzamel de activiteitenplannen en bijbehorende documenten en logboeken van deze activiteit.

fb

• •

.

Voorbereiden

Uitvoeren

• •

ie

Ed

u'

• • •

Lees in de ondersteuningsplannen van de cliënten het deel 'activiteiten'. Lees het activiteitenplan van de activiteit door. Schrijf op welke cliënten aan de activiteit deelnemen en wat hun ondersteuningsdoelen zijn. Schrijf op wat het doel van de activiteit is. Observeer daarna een keer deze activiteit. Daarna schrijf je een verslag waarin je de volgende vragen beantwoordt: – Hoe worden cliënten gestimuleerd om hun ondersteuningsdoelen te realiseren? – Wat is je indruk van de sfeer en het gevoel van veiligheid in de groep? – Zijn gereedschappen, materialen en apparatuur voldoende aanwezig? – Weten cliënten volgens jou voldoende hoe ze de materialen en gereedschappen moeten gebruiken? – Wat vind je van de kwaliteit en toepasselijkheid van de producten die worden gemaakt? (indien van toepassing) – Wat zijn je aanbevelingen om de kwaliteit en de continuïteit van de activiteit en begeleiding te verbeteren? Bespreek je verslag met je BPV-begeleider. Leg je aanbevelingen voor aan de collega die de activiteit begeleidt.

Ac t

• • •

ht

Beoordelingscriteria

ig

Voorbereiden onderzoek

1

2

3

4

5

Beoordeling

C

op

yr

Je hebt: • samen met je BPV-begeleider een lopende activiteit gekozen die geschikt is voor je onderzoek • gezorgd dat je toegang hebt tot de cliëntendossiers van de cliënten die aan deze activiteiten deelnemen • de activiteitenplannen en bijbehorende documenten en logboeken van deze activiteit verzameld.

5


P1-K1-W1

.v

.

Opmerkingen:

fb

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

ie

Onderzoek

◦ ◦

Hoe worden cliënten gestimuleerd om hun ondersteuningsdoelen te realiseren? Wat is je indruk van de sfeer en het gevoel van veiligheid in de groep? Zijn gereedschappen, materialen en apparatuur voldoende aanwezig? Weten cliënten volgens jou voldoende hoe ze de materialen en gereedschappen moeten gebruiken?

Ed

◦ ◦ ◦ ◦

u'

Ac t

Je hebt: • in de ondersteuningsplannen van de cliënten het deel 'activiteiten' gelezen • het activiteitenplan van de activiteit doorgelezen • opgeschreven welke cliënten aan de activiteit deelnemen en wat hun ondersteuningsdoelen zijn • opgeschreven wat het doel van de activiteit is • daarna deze activiteit een keer geobserveerd • daarna een verslag geschreven waarin je de volgende vragen hebt beantwoord:

Wat vind je van de kwaliteit en toepasselijkheid van de producten die worden gemaakt? (indien van toepassing)

ig

ht

Wat zijn je aanbevelingen om de kwaliteit en de continuïteit van de activiteit en begeleiding te verbeteren? • je verslag besproken met je BPV-begeleider • je aanbevelingen voorgelegd aan de collega die de activiteit begeleidt.

Opmerkingen:

C

op

yr

Beoordeling

Beoordelaar:

6

1

2

3

4

5


P1-K1-W1

Oefening 2

Begeleiden activiteit Je begeleidt een groepje cliënten tijdens een activiteit.

• •

.v

fb

• • •

Kies in overleg met je BPV-begeleider een activiteit uit waarbinnen jij naast de activiteitenbegeleider een groepje van 4 tot 6 cliënten gaat begeleiden. met de vaste activiteitenbegeleider van deze activiteit welke cliënten jij gaat begeleiden. Lees je in in de ondersteuningsplannen van deze cliënten. Stel een aantal kleine doelen op waaraan jij tijdens de activiteit met de cliënten gaat werken, één van de doelen heeft betrekking op de groepsdynamica. Bereid je voor op het geven van uitleg of instructie over te gebruiken gereedschappen, apparatuur e.d. Overleg de doelen van tevoren met de activiteitenbegeleider en bespreek hoe je dat gaat doen.

ie

.

Voorbereiden

• • •

ht

u'

Begeleid de cliënten bij de gekozen activiteit. Overleg aan het begin van de activiteit waar de cliënten aan willen werken en vraag wat zij van jou nodig hebben. Geef uitleg of instructie aan dit groepje cliënten over hoe je bepaalde gereedschappen, materialen of apparatuur dient te gebruiken. Tijdens de activiteit speel jij in op de mogelijkheden, wensen, behoeften en problemen van de cliënten in dit groepje en stel je zo nodig de activiteit bij. Bewaak de voortgang en zorg dat cliënten de gestelde doelen kunnen behalen. Rapporteer de veranderingen in het gedrag van de cliënten na afloop aan de activiteitenbegeleider. Maak na afloop een verslag met daarin de volgende onderwerpen: – Hoe was het om te schakelen tussen de individuele cliënt en de groep cliënten? – Hoe ben je omgegaan met gedrag van cliënten en met de groepsdynamiek? – Hoe ging het uitleggen of instrueren over het gebruik van gereedschappen e.d? – Hoe heb je de voortgang bewaakt en gezorgd dat cliënten de gestelde doelen konden behalen? Bespreek dit verslag je met de activiteitenbegeleider. Maak van dit gesprek een kort gespreksverslag. Bespreek het verslag met je BPV-begeleider.

Ed

• •

Ac t

Uitvoeren

ig

• • •

yr

Beoordelingscriteria

C

op

Voorbereiden activiteit begeleiden Je hebt: • in overleg met je BPV-begeleider een activiteit uitgekozen waarbinnen jij naast de activiteitenbegeleider een groepje van 4 tot 6 cliënten gaat begeleiden • met de vaste activiteitenbegeleider overlegd welke cliënten jij gaat begeleiden • je ingelezen in de ondersteuningsplannen van deze cliënten • een aantal kleine doelen opgesteld waaraan jij tijdens de activiteit met de cliënten gaat werken, één van de doelen heeft betrekking op de groepsdynamica • je voorbereid op het geven van uitleg of instructie over te gebruiken gereedschappen, apparatuur e.d. • deze doelen van tevoren overlegd met de activiteitenbegeleider en je hebt besproken hoe je dat gaat doen.

7


P1-K1-W1

1

2

3

4

5

.

Beoordeling

fb

.v

Opmerkingen:

Ac t

Beoordelingscriteria

ie

Beoordelaar:

Uitvoeren begeleiden activiteit

ht

Ed

u'

Je hebt: • de cliënten bij de gekozen activiteit begeleid • aan het begin van de activiteit overlegd waar de cliënten aan willen werken en gevraagd wat zij van jou nodig hebben • uitleg of instructie gegeven aan dit groepje cliënten over hoe je bepaalde gereedschappen, materialen of apparatuur dient te gebruiken • tijdens de activiteit ingespeeld op de mogelijkheden, wensen, behoeften en problemen van de cliënten in dit groepje en zo nodig heb je de activiteit bijgesteld • de voortgang bewaakt en gezorgd dat cliënten de gestelde doelen kunnen behalen • de veranderingen in het gedrag van de cliënten na afloop aan de activiteitenbegeleider gerapporteerd • na afloop een verslag gemaakt met daarin de volgende onderwerpen:

◦ ◦ ◦ ◦

C

op

yr

ig

Hoe was het om te schakelen tussen de individuele cliënt en de groep cliënten? Hoe ben je omgegaan met gedrag van cliënten en met de groepsdynamiek? Hoe ging het uitleggen of instrueren over het gebruik van gereedschappen e.d? Hoe heb je de voortgang bewaakt en gezorgd dat cliënten de gestelde doelen konden behalen? • dit verslag met de activiteitenbegeleider besproken • van dit gesprek een kort gespreksverslag gemaakt • met je BPV-begeleider het verslag van de activiteit en het gespreksverslag besproken.

8

1 Beoordeling

2

3

4

5


P1-K1-W1

.v

.

Opmerkingen:

Kostenplaatje activiteit Je maakt een kostenplaatje van de activiteit.

Ac t

Voorbereiden

Kies met je BPV-begeleider een activiteit waarvan je de kosten en inkomsten gaat berekenen.

Uitvoeren

ht

Ed

Maak een tabel (mag in Excel) waarin de kosten en de inkomsten van deze activiteit overzichtelijk worden weergegeven per maand of per jaar. Denk aan de volgende kostenposten: – huur ruimte – fte aan personeel – inrichting – materialen – gereedschappen – apparatuur – energieverbruik – ... Denk aan de volgende inkomstenbronnen: – opbrengsten verkoop producten – opbrengsten geleverde diensten – ... Vul de kosten- en inkomstenposten eventueel aan. Leg je schema voor aan je BPV-begeleider. Zoek alle kosten en inkomsten op en zet ze in je tabel. Hoeveel kost deze activiteit en wat levert het op? Wat is je conclusie? Heb je nog aanbevelingen om de kosten te verlagen en/of de opbrengsten te verhogen? Leg het schema, je conclusie en je aanbevelingen voor aan je BPV-begeleider en eventueel ook aan de activiteitenbegeleider of de leidinggevende.

u'

ie

Oefening 3

fb

Beoordelaar:

ig

C

op

yr

• • • • • • •

9


P1-K1-W1

Beoordelingscriteria Voorbereiden kostenplaatje

2

4

5

Ac t

ie

Opmerkingen:

3

fb

1 Beoordeling

.v

.

Je hebt: • met je BPV-begeleider een activiteit gekozen waarvan je de kosten en inkomsten gaat berekenen.

u'

Beoordelaar:

Ed

Beoordelingscriteria

Kostenplaatje activiteit maken

ht

Je hebt: • een tabel gemaakt (eventueel in Excel) waarin de kosten en de inkomsten van deze activiteit overzichtelijk worden weergegeven per maand of per jaar • in elk geval de volgende kostenposten opgenomen:

◦ ◦ ◦ ◦ ◦ ◦ ◦

C

op

yr

ig

huur ruimte fte aan personeel inrichting materialen gereedschappen apparatuur energieverbruik • in elk geval de volgende inkomstenbronnen opgenomen:

10

◦ ◦

• • • • •

opbrengsten verkoop producten opbrengsten geleverde diensten de kosten- en inkomstenposten eventueel aangevuld je schema voorgelegd aan je BPV-begeleider alle kosten en inkomsten opgezocht en in je tabel gezet inzichtelijk gemaakt hoeveel deze activiteit kost en wat het oplevert je eigen conclusie getrokken uit dit kostenplaatje


P1-K1-W1

2

3

4

5

fb

.v

1 Beoordeling

.

• eventueel aanbevelingen bedacht om de kosten te verlagen en/of de opbrengsten te verhogen • het schema, je conclusie en je eventuele aanbevelingen voorgelegd aan je BPV-begeleider en eventueel ook aan de activiteitenbegeleider of de leidinggevende.

Ac t

ie

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Voorbereiden • • • •

Ed

Werkmodel gedragsobservatie MZ-P1-K1-W1 <

Je ontwikkelt een activiteit die je zelf gaat uitvoeren en evalueren.

Bespreek met je BPV-begeleider voor welke cliënten je wat voor activiteit kunt ontwikkelen passend bij de ondersteuningsbehoefte. Ontwikkel de activiteit. Bereid indien van toepassing je ideeën voor hoe je de producten af kunt zetten. Je zorgt ervoor dat gereedschappen, materialen en apparatuur aanwezig zijn en informeert de cliënten over de activiteit.

ht

Werkmodel STRAK-reflectie <

Eindopdracht Ondersteunen en motiveren groep cliënten bij activiteiten

u'

Oefening 4

ig

Uitvoeren

Nadat je de activiteit hebt ontwikkeld ga je deze uitvoeren. Draag in samenspraak met cliënten en collega’s zorg voor het afzetten van gemaakte producten. Geef bij aanvang van de activiteit uitleg of instructie over de activiteit aan de cliënten en laat onder andere voorbeelden, keuzemogelijkheden en alternatieven zien. Demonstreer zo nodig het gebruik van gereedschappen, apparatuur en materialen. Speel tijdens de activiteit in op de mogelijkheden, wensen, behoeften en problemen van de cliënt en de groep en zo nodig stel je de activiteit bij. Bewaak de voortgang en zorg dat cliënten de gestelde doelen kunnen behalen. Schakel flexibel en continu tussen de individuele cliënt en de groep cliënten. Observeer en deal met de groepsdynamiek en het gedrag van de cliënten. Indien nodig bespreek je dit in de groep. (Bijvoorbeeld omgaan met anderen en met sociale media, zich houden aan afgesproken (gedrags)regels). Rapporteer de veranderingen in het gedrag van de cliënten aan je leidinggevende of aan het (multidisciplinair) team.

yr

• •

C

op

• • • • • •

11


P1-K1-W1

• •

Vraag je BPV-begeleider tussentijds een keer het werkmodel Gedragsobservatie MZ-P1-K1-W1 in te vullen. Schrijf als afsluiting een reflectieverslag op basis van het werkmodel STRAK-reflectie.

.

Beoordelingscriteria

.v

Ontwikkelen activiteit

2

3

Ac t

1

ie

fb

Je hebt: • met je BPV-begeleider besproken voor welke cliënten je welke activiteit gaat ontwikkelen passend bij de ondersteuningsbehoefte • een activiteit ontwikkeld • indien van toepassing ideeën voorbereid hoe je de producten af kunt zetten • ervoor gezorgd dat gereedschappen, materialen en apparatuur aanwezig zijn • de cliënten over de activiteit geïnformeerd.

Beoordeling

5

Ed

u'

Opmerkingen:

4

ht

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

ig

Uitvoeren activiteit

C

op

yr

Je hebt: • de zelf ontwikkelde activiteit uitgevoerd • in samenspraak met cliënten en collega’s zorg gedragen voor het afzetten van gemaakte producten (indien van toepassing) • bij aanvang van de activiteit uitleg of instructie gegeven over de activiteit aan de cliënten • onder andere voorbeelden, keuzemogelijkheden en alternatieven laten zien • zo nodig het gebruik van gereedschappen, apparatuur en materialen gedemonstreerd • tijdens de activiteit ingespeeld op de mogelijkheden, wensen, behoeften en problemen van de cliënt en de groep en zo nodig de activiteit bijgesteld • de voortgang bewaakt en gezorgd dat cliënten de gestelde doelen kunnen behalen • flexibel en continu tussen de individuele cliënt en de groep cliënten geschakeld • de groepsdynamiek geobserveerd en gedeald met het gedrag van de cliënten

12


P1-K1-W1

2

3

4

5

fb

.v

1 Beoordeling

.

• indien nodig dit in de groep besproken (bijvoorbeeld omgaan met anderen en met sociale media, zich houden aan afgesproken (gedrags)regels) • de veranderingen in het gedrag van de cliënten gerapporteerd aan je leidinggevende of aan het (multidisciplinair) team.

Beoordelaar:

STRAK-reflectie

u'

Beoordelingscriteria

Ac t

ie

Opmerkingen:

Ed

Je hebt: • een STRAK-reflectie geschreven volgens het werkmodel STRAK-reflectie • inzicht in je eigen functioneren.

1

2

3

4

5

ht

Beoordeling

C

op

yr

ig

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria Gedragsobservatie Je hebt: • je BPV-begeleider gevraagd de gedragsobservatie in te vullen • je gedragsobservatie bekeken en besproken met je BPV-begeleider .

13


P1-K1-W1

1

2

3

4

5

.

Beoordeling

fb

.v

Opmerkingen:

Oefening 5

Terugkijken

Ed

u'

Reflectie op de lesstof a. Wat wist je al?

Ac t

ie

Beoordelaar:

ht

b. Wat ga je in de toekomst in jouw werk gebruiken?

C

op

yr

ig

Kritisch en creatief denken c. Kom jij voor jouw mening uit als de situatie dat vraagt? Noem één voorbeeld.

14

Zelfregulatie en zelfsturing d. Heb je de goede bronnen en materialen gebruikt? Geef hiervan één voorbeeld.


P1-K1-W1

.v

.

e. Ben je goed omgegaan met feedback? Geef hiervan één voorbeeld: hoe heb je gereageerd?

ie

fb

Samenwerken f. Kun je goed met andere mensen omgaan, ook al zijn ze anders dan jij? Geef hiervan één voorbeeld.

Ac t

Beoordelingscriteria Terugkijken

u'

Je hebt: • alle vragen beantwoord • inzicht in je eigen functioneren.

1

2

3

4

5

Ed

Beoordeling

ig

ht

Opmerkingen:

yr

Beoordelaar:

C

op

Oefening 6

Beoordeling werkproces Vraag je begeleider om een eindbeoordeling.

Beoordelingscriteria Begeleiden • Schept duidelijke kansen en mogelijkheden voor cliënten om zich te ontwikkelen • Geeft opbouwende feedback, zodat cliënten met enthousiasme en een positieve instelling activiteiten uitvoeren

15


P1-K1-W1

• Stemt zijn communicatie adequaat af op de wensen en mogelijkheden van de cliënt (verbaal, non-verbaal en pre-verbaal) • Spreekt cliënten zo nodig aan op hun gedrag.

2

3

5

fb

.v

4

.

1 Beoordeling

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

u'

Samenwerken en overleggen

Ac t

ie

Opmerkingen:

Ed

• Overlegt tijdens activiteiten tijdig over de aanpak.

1

2

3

4

Beoordeling

yr

ig

ht

Opmerkingen:

C

op

Beoordelaar:

16

Beoordelingscriteria Materialen en middelen inzetten • Kiest de juiste materialen en middelen voor de activiteiten die hij organiseert • Gaat zorgvuldig en netjes met de materialen en middelen om.

5


P1-K1-W1

1

2

3

4

5

.

Beoordeling

fb

.v

Opmerkingen:

Plannen en organiseren

Ac t

Beoordelingscriteria

ie

Beoordelaar:

u'

• Plant ruim van tevoren de activiteiten • Gebruikt doelbewust indicatoren om de voortgang te meten.

1

2

3

4

5

Ed

Beoordeling

ig

ht

Opmerkingen:

C

op

yr

Beoordelaar:

17


P1-K1-W2

P1-K1-W2

.

Inleiding

fb

.v

Gert is een cliënt die de laatste tijd niet zo lekker in zijn vel zit. Hij mist aansluiting op de groep waar hij woont. Je hebt met hem en zijn zus zijn sociale kaart opgemaakt en zijn eigen wensen en die van zijn zus besproken. Het blijkt dat zijn zus zijn enige vaste contact is en dat Gert behoefte heeft aan meer contacten. Jullie besluiten dat het fijn zou zijn als Gert een maatje zou hebben met wie hij eens in de week afspreekt. De zus geeft ook aan dat ze dat ook fijn zou vinden zowel voor Gert als voor zichzelf. Jullie hebben afgesproken dat jij op zoek gaat naar een passend maatje voor Gert.

ie

Werkproces

Ac t

Deze BPV-opdracht hoort bij het werkproces P1-K1-W2 Ondersteunt, informeert en adviseert de cliënt en naastbetrokkenen bij het behouden en stimuleren van de ontwikkeling.

Leerdoelen

• •

ht

u'

Je geeft duidelijke adviezen aan de cliënt m.b.t. de omgang met sociale media en internet om zijn sociale vaardigheden op dit gebied te vergroten. Je ondersteunt de cliënt adequaat gericht op de doelen ten aanzien van de ontwikkeling van zijn gedrag en vaardigheden. Je past gedrag, communicatie en omgangsvormen effectief aan op verschillende cliënten en naastbetrokkenen, ook als zij verschillen qua cultuur of achtergrond. Je draagt op begrijpelijke wijze je expertise met betrekking tot de begeleiding van de cliënt over aan naastbetrokkenen. Je besteedt proactief aandacht aan de balans tussen draagkracht en draaglast van de cliënt en naastbetrokkenen.

Ed

ig

Bronnen

training Voorlichting advies en instructie project Voorlichting geven cursus Ernstig en matig verstandelijke beperking/ cursus Verstandelijk gehandicapten cursus Ernstig meervoudige complexe beperkingen/ cursus Meervoudig complex gehandicapten cursus Revalidatie cursus Licht verstandelijke beperking/ cursus Licht verstandelijk gehandicapten cursus Lichamelijke en zintuiglijke beperkingen/ cursus Lichamelijk en zintuigelijk gehandicapten cursus Begeleiden en zorgen in kleinschalig wonen in GHZ cursus Begeleiden en zorgen intramuraal in GHZ cursus Begeleiden en zorgen in de thuiszorg en ambulantezorg in GHZ cursus Familie en wettelijke vertegenwoordiging project Verslaving.

C

op

yr

• • • •

18

• • • • • • • •


P1-K1-W2

Planning Lees eerst de BPV-opdracht goed door en vul daarna het planningsformulier in. Dit formulier laat je goedkeuren door je praktijkbegeleider. Als hij akkoord is met je planning mag je de opdrachten gaan uitvoeren.

Oefening 1

.v

.

Planningsformulier <

Onderzoeken van de ondersteuning

fb

Je gaat onderzoeken hoe cliënten worden ondersteund bij het ontwikkelen van sociale, cognitieve en fysieke vaardigheden.

Voorbereiden

Kies met je BPV-begeleider twee cliënten uit bij wie je gaat onderzoeken hoe zij ondersteund worden bij het ontwikkelen op één van de volgende vier gebieden: – sociale vaardigheden – cognitieve vaardigheden – fysieke vaardigheden – omgaan met sociale media en internet.

Ac t

ie

Uitvoeren

u'

ht

Per cliënt lees je het cliëntendossier en de ondersteuningsplannen door. Als er verwezen wordt naar trainingen die bij de ondersteuning worden ingezet of die door collega's zijn ontwikkeld dan neem je deze ook door (bijvoorbeeld: training sociale vaardigheden, een lesprogramma op de computer, een geheugentraining). Per cliënt maak je een verslag waarin je de volgende onderwerpen beschrijft: – de ondersteuningsvraag van de cliënt – de (sociale, cognitieve, fysieke, sociale media) leerdoelen – de wijze waarop en door wie de cliënt ondersteund wordt in de ontwikkeling hiervan – wat de voortgang is volgens de begeleider(s) – hoe de cliënt de ondersteuning en de voortgang ervaart – wat je zelf van de wijze van ondersteuning vindt – wat je zelf van de eventuele trainingsmethoden en materialen vindt – jouw conclusies en mogelijke aanbevelingen voor verbetering van de kwaliteit en effectiviteit van de ondersteuning Deze beide verslagen bespreek je met je BPV-begeleider.

Ed

• •

ig

yr

Beoordelingscriteria

C

op

Voorbereiden Je hebt: • met je BPV-begeleider twee cliënten uitgekozen bij wie je gaat onderzoeken hoe zij ondersteund worden bij het ontwikkelen van een (of meer) van de vier gebieden • gezorgd dat je minimaal twee van de vier gebieden kunt onderzoeken:

◦ ◦ ◦ ◦

sociale vaardigheden cognitieve vaardigheden fysieke vaardigheden omgaan met sociale media en internet.

19


P1-K1-W2

1

2

3

4

5

.

Beoordeling

fb

.v

Opmerkingen:

Onderzoeken

Ac t

Beoordelingscriteria

ie

Beoordelaar:

◦ ◦ ◦ ◦ ◦ ◦ ◦ ◦

Ed

u'

Je hebt: • per cliënt het cliëntendossier en de ondersteuningsplannen doorgelezen • als er verwezen wordt naar trainingen die bij de ondersteuning worden ingezet of die door collega's zijn ontwikkeld, deze ook doorgenomen (bijvoorbeeld: training sociale vaardigheden, een lesprogramma op de computer, een geheugentraining) • per cliënt een verslag gemaakt waarin je de volgende onderwerpen hebt beschreven: de ondersteuningsvraag van de cliënt de (sociale, cognitieve, fysieke, sociale media) leerdoelen de wijze waarop en door wie de cliënt ondersteund wordt in de ontwikkeling hiervan

C

op

yr

ig

ht

wat de voortgang is volgens de begeleider(s) hoe de cliënt de ondersteuning en de voortgang ervaart wat je zelf van de wijze van ondersteuning vindt wat je zelf van de eventuele trainingsmethoden en materialen vindt jouw conclusies en mogelijke aanbevelingen voor verbetering van de kwaliteit en effectiviteit van de ondersteuning • deze beide verslagen met je BPV-begeleider besproken.

20

Beoordeling

1

2

3

4

5


P1-K1-W2

.v

.

Opmerkingen:

Oefening 2

fb

Beoordelaar:

Bijwonen gesprekken naastbetrokkenen

Ac t

ie

Kies twee situaties met naastbetrokkenen waarbij de omgeving van de cliënt verschillend is van de omgeving van de andere cliënt. Denk hierbij aan: cliënten met een andere cultuur, gescheiden ouders, een laag sociaal milieu, hoogopgeleiden, naastbetrokkenen die nauwelijks betrokken zijn, naastbetrokkenen die zeer nauw betrokken zijn enzovoort. Je gaat twee gesprekken bijwonen waarin een collega naastbetrokkenen begeleidt en/of adviseert.

Overleg met je BPV-begeleider van welke twee collega's je een gesprek kunt bijwonen dat zij voeren met de naastbetrokkenen van een cliënt. Kies hierbij twee verschillende soorten situaties.

Ed

u'

Voorbereiden

Uitvoeren

Bereid de gesprekken per cliënt voor door: – je in te lezen in het cliëntendossier – hierbij te letten op wat je kunt vinden over de balans tussen draagkracht en draaglast van de cliënt en naastbetrokkenen – met je collega het gesprek voor te bespreken – een lijstje te maken met punten waar je op gaat letten tijdens de gesprekken – je lijstje met je collega te bespreken en eventueel aan te vullen – met je collega je rol tijdens het gesprek door te spreken Woon de beide gesprekken bij. Maak per gesprek een verslag waarin je beschrijft: – wie er bij het gesprek aanwezig waren – wat het doel was van het gesprek – in hoeverre het doel is behaald – wat hieraan heeft bijgedragen – wat je vindt van de balans tussen draagkracht en draaglast van de cliënt en naastbetrokkenen – wat je vond van de houding van de gesprekspartners – wat je vond hoe de collega in zijn communicatie en gedrag de naastbetrokken heeft benaderd – wat je hebt geleerd en hoe je dit zelf in zulke gesprekken gaat toepassen Bespreek beide verslagen met je BPV-begeleider.

ig

ht

C

op

yr

• •

21


P1-K1-W2

Beoordelingscriteria Voorbereiden

1

2

4

5

u'

Ac t

Opmerkingen:

Beoordelaar:

3

ie

Beoordeling

fb

.v

.

Je hebt: • overlegd met je BPV-begeleider van welke twee collega's je een gesprek kunt bijwonen dat zij voeren met de naastbetrokkenen van een cliënt • hierbij twee verschillende soorten situaties gekozen.

Ed

Beoordelingscriteria Bijwonen gesprekken

Je hebt: • de gesprekken per cliënt voorbereid door: je in te lezen in het cliëntendossier hierbij te letten op wat je kunt vinden over de balans tussen draagkracht en draaglast van de cliënt en naastbetrokkenen

ht

◦ ◦ ◦ ◦ ◦ ◦

C

op

yr

ig

met je collega het gesprek voor te bespreken een lijstje te maken met punten waar je op gaat letten tijdens de gesprekken je lijstje met je collega te bespreken en eventueel aan te vullen met je collega je rol tijdens het gesprek door te spreken • de beide gesprekken bijgewoond.

22

1 Beoordeling

2

3

4

5


P1-K1-W2

.v

.

Opmerkingen:

fb

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

ie

Evaluatieverslag

u'

◦ ◦

wie er bij het gesprek aanwezig waren wat het doel was van het gesprek in hoeverre het doel is behaald wat hieraan heeft bijgedragen wat je vindt van de balans tussen draagkracht en draaglast van de cliënt en naastbetrokkenen wat je vond van de houding van de gesprekspartners wat je vond hoe de collega in zijn communicatie en gedrag de naastbetrokken positief heeft benaderd

Ed

◦ ◦ ◦ ◦ ◦

Ac t

Je hebt: • per gesprek een verslag gemaakt waarin je beschrijft:

wat je hebt geleerd en hoe je dit zelf in zulke gesprekken gaat toepassen • beide verslagen met je BPV-begeleider besproken.

1

2

3

4

5

ig

ht

Beoordeling

Beoordelaar:

C

op

yr

Opmerkingen:

23


P1-K1-W2

Oefening 3

Je gaat samen met de cliënt diens sociale netwerk in kaart brengen.

Kies met je BPV-begeleider een methode om het sociale netwerk van een cliënt in kaart te brengen. Overleg met je BPV-begeleider met welke twee cliënten je dit gaat doen.

.v

.

Voorbereiden

fb

Artikel Aan de slag met sociale netwerken <

Sociale netwerk in kaart brengen

Uitvoeren

• • •

• •

ie

ht

• • •

Ac t

u'

Samen met de cliënt maak je een lijst met namen die de cliënt (of zijn familie als de cliënt daar zelf niet toe in staat is) spontaan noemt. Let hierbij ook op allerlei opmerkingen die de cliënt 'toevallig' maakt maar van belang zijn bij het werken aan een sociaal netwerk. Als de cliënt het fijn vindt kunnen jullie ook foto’s en tekeningen verzamelen die bij de namen horen. Leg de lijst daarna voor aan de persoonlijk begeleider of andere betrokkenen met de vraag of zij de lijst aan kunnen vullen. Maak dan samen met de cliënt een weekschema waarin je per dag opneemt met wie de cliënt in welke leefgebieden contact heeft en hoe de cliënt deze contacten ervaart. Daarna maak je (samen met de cliënt) een ecogram met behulp van de beschrijving in het boekje aan de slag met sociale netwerken om de kwaliteit van de relaties in kaart te brengen. Bevraag de cliënt en/of diens naastbetrokken hoe zij tegen de sociale kaart van de cliënt aankijken en wat de wensen zijn van de cliënt zelf en van zijn naastbetrokkenen. Naar aanleiding van het weekschema, het ecogram en de gesprekken met de cliënt maak je een analyse en doe je een voorstel tot behoud of verbetering van de sociale situatie van de cliënt. Dit voorstel bespreek je met de persoonlijk begeleider van de cliënt. Daarna leg je dit voorstel (samen met de persoonlijk begeleider) aan de cliënt voor. Maak een gespreksverslag en bespreek dit met je BPV-begeleider.

Ed

ig

Beoordelingscriteria Voorbereiden

C

op

yr

Je hebt: • samen met je BPV-begeleider een methode gekozen om het sociale netwerk van een cliënt in kaart te brengen • met je BPV-begeleider overlegd met welke twee cliënten je dit gaat doen.

24

1 Beoordeling

2

3

4

5


P1-K1-W2

.v

.

Opmerkingen:

fb

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

ie

Sociale netwerk in kaart brengen

ht

Ed

u'

Ac t

Je hebt: • samen met de cliënt je een lijst gemaakt met namen die de cliënt (of zijn familie als de cliënt daar zelf niet toe in staat is) spontaan noemt • hierbij ook gelet op allerlei opmerkingen die de cliënt 'toevallig' maakte maar van belang zijn bij het werken aan een sociaal netwerk • als de cliënt het fijn vindt ook samen foto’s en tekeningen verzameld die bij de namen horen • deze lijst daarna voorgelegd aan de persoonlijk begeleider of andere betrokkenen met de vraag of zij de lijst aan kunnen vullen • samen met de cliënt een weekschema gemaakt waarin je per dag hebt opgenomen met wie de cliënt in welke leefgebieden contact heeft en hoe de cliënt deze contacten ervaart • daarna (samen met de cliënt) een ecogram gemaakt om de kwaliteit van de relaties in kaart te brengen • de cliënt en/of diens naastbetrokken gevraagd hoe zij tegen de sociale kaart van de cliënt aankijken en wat de wensen zijn van de cliënt zelf en van zijn naastbetrokkenen.

1

2

3

4

5

yr

ig

Beoordeling

C

op

Opmerkingen:

Beoordelaar:

25


P1-K1-W2

Beoordelingscriteria Analyse en voorstel

1

Ac t

Ed

Je gaat de cliënt en diens naastbetrokkenen ondersteunen, informeren en adviseren bij het behouden en stimuleren van de ontwikkeling.

Voorbereiden • •

Overleg met je BPV-begeleider voor welke cliënt jij deze opdracht gaat uitvoeren. Lees in het cliëntendossier en inventariseer welke problemen en belemmeringen de cliënt tegenkomt in alle leefgebieden. Bevraag de cliënt hier ook op. Schrijf een ondersteuningsplan en neem daarin op: – welke sociale, cognitieve en fysieke vaardigheden behouden en/of ontwikkeld kunnen worden volgens jou – per leefgebied welke ondersteuning de cliënt volgens jou nodig heeft – of en welke technologische hulpmiddelen ingezet kunnen worden – of nieuwe mensen en/of organisaties hierin een rol kunnen spelen (bijvoorbeeld een vrijwilliger) Betrek de cliënt bij je plan en informeer en adviseer hem hierin. Overleg met de cliënt en diens naasten wie welke ondersteuning gaat bieden (balans draagkracht en draaglast in de gaten houden).

yr

Werkmodel Gedragsobservatie MZ-P1-K1-W2 <

C

op

• •

26

5

Eindopdracht Ondersteunen, informeren en adviseren van de cliënt en naastbetrokkenen bij het behouden en stimuleren van de ontwikkeling

ig

Werkmodel STRAK-reflectie <

4

ht

Oefening 4

3

u'

Opmerkingen:

Beoordelaar:

2

ie

Beoordeling

fb

.v

.

Je hebt: • naar aanleiding van het weekschema, het ecogram en de gesprekken met de cliënt een analyse gemaakt en een voorstel gedaan tot behoud of verbetering van de sociale situatie van de cliënt • dit voorstel besproken met de persoonlijk begeleider van de cliënt • dit voorstel daarna voorgelegd (samen met de persoonlijk begeleider) aan de cliënt • een gespreksverslag gemaakt en besproken met je BPV-begeleider.

• •


P1-K1-W2

Uitvoeren

• • •

.

.v

fb

Ondersteun de cliënt zoals je dat in het ondesteuningsplan hebt opgenomen. Bereid de cliënt voor op gesprekken en train hem in sociale vaardigheden. Motiveer en activeer de cliënt om contacten te leggen (eventueel met inzet van een vrijwilliger). Benader nieuwe mensen en/of organisaties met als doel een rol te vervullen in het netwerk van de cliënt (indien van toepassing). Begeleid en adviseer de naastbetrokkenen over (delen van) de ondersteuning van de cliënt gericht op zijn ontwikkeling .Betrek de naastbetrokkenen bij beslissingen en stimuleer hen om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de cliënt en aan een optimale situatie. Vraag je BPV-begeleider tussentijds een keer het werkmodel Gedragsobservatie MZ-P1-K1-W2 in te vullen. Schrijf als afsluiting een reflectieverslag op basis van het werkmodel STRAK-reflectie.

ie

• • •

Ac t

Beoordelingscriteria Voorbereiden

◦ ◦ ◦

Ed

u'

Je hebt: • met je BPV-begeleider overlegd voor welke cliënt jij deze opdracht gaat uitvoeren. • in het cliëntendossier gelezen en geïnventariseerd welke problemen en belemmeringen de cliënt tegenkomt in alle leefgebieden • de cliënt hier ook op bevraagd • een ondersteuningsplan geschreven waarin je hebt opgenomen: welke sociale, cognitieve en fysieke vaardigheden behouden en/of ontwikkeld moeten worden volgens jou

ig

ht

welke ondersteuning de cliënt volgens jou per leefgebied nodig heeft of en welke technologische hulpmiddelen ingezet kunnen worden of nieuwe mensen en/of organisaties hierin een rol kunnen spelen (bijvoorbeeld een vrijwilliger) • de cliënt bij het plan betrokken en hem hierin geïnformeerd en geadviseerd • met de cliënt en diens naasten overlegd wie welke ondersteuning gaat bieden (balans draagkracht en draaglast in de gaten houden).

1

2

3

4

5

Opmerkingen:

C

op

yr

Beoordeling

Beoordelaar:

27


P1-K1-W2

Beoordelingscriteria Ondersteunen, informeren en adviseren

Ac t

ie

fb

.v

.

Je hebt: • de cliënt ondersteund zoals je dat in het ondersteuningsplan hebt opgenomen • de cliënt voorbereid op gesprekken • de cliënt getraind in sociale vaardigheden • de cliënt gemotiveerd en geactiveerd om contacten te leggen (eventueel met inzet van een vrijwilliger) • nieuwe mensen en/of organisaties benaderd met als doel een rol te vervullen in het netwerk van de cliënt (indien van toepassing) • de naastbetrokkenen begeleid en geadviseerd over (delen van) de ondersteuning van de cliënt gericht op zijn ontwikkeling • de naastbetrokkenen betrokken bij beslissingen en hen gestimuleerd om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de cliënt en aan een optimale situatie.

1

3

4

5

Ed

Opmerkingen:

2

u'

Beoordeling

ht

Beoordelaar:

ig

Beoordelingscriteria STRAK-reflectie

C

op

yr

Je hebt: • een STRAK-reflectie geschreven volgens het werkmodel STRAK-reflectie • inzicht in je eigen functioneren.

28

1 Beoordeling

2

3

4

5


P1-K1-W2

.v

.

Opmerkingen:

fb

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

ie

Gedragsobservatie

Ac t

Je hebt: • je BPV-begeleider gevraagd de gedragsobservatie in te vullen • je gedragsobservatie bekeken en besproken met je BPV-begeleider.

1

3

4

5

ht

Ed

Opmerkingen:

2

u'

Beoordeling

ig

Beoordelaar:

Oefening 5

Terugkijken

b. Wat wist je al?

C

op

yr

Reflectie op de lesstof a. Wat heb je allemaal geleerd? Noem drie dingen.

29


P1-K1-W2

.v

.

Kritisch en creatief denken c. Kijk je naar verschillende mogelijkheden als dingen niet in één keer lukken? Noem één voorbeeld.

ie

fb

d. Heb jij het uiterste uit jezelf gehaald bij de opdrachten? Noem één voorbeeld.

u'

Ac t

Zelfregulatie en zelfsturing e. Heb je een goede planning gemaakt? Geef hiervan één voorbeeld.

Ed

Samenwerken f. Hebben jullie als groep goede afspraken gemaakt? Geef één voorbeeld van een goede afspraak.

yr

ig

ht

g. Kun je goed met andere mensen omgaan, ook al zijn ze anders dan jij? Geef hiervan één voorbeeld.

Beoordelingscriteria

C

op

Terugkijken

30

Je hebt: • alle vragen beantwoord • inzicht in je eigen functioneren.

1 Beoordeling

2

3

4

5


P1-K1-W2

.v

.

Opmerkingen:

Beoordeling werkproces

Beoordelingscriteria Begeleiden

Ac t

Vraag je begeleider om een eindbeoordeling.

ie

Oefening 6

fb

Beoordelaar:

Ed

u'

• Geeft duidelijke adviezen aan de cliënt m.b.t. de omgang met sociale media en internet om zijn sociale vaardigheden op dit gebied te vergroten • Ondersteunt de cliënt adequaat gericht op de doelen ten aanzien van de ontwikkeling van zijn gedrag en vaardigheden • Besteedt proactief aandacht aan de balans tussen draagkracht en draaglast van de cliënt en naastbetrokkenen.

1

2

3

4

5

ht

Beoordeling

yr

ig

Opmerkingen:

C

op

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria Vakdeskundigheid toepassen • Draagt op begrijpelijke wijze zijn expertise met betrekking tot de begeleiding van de cliënt over aan naastbetrokkenen.

31


P1-K1-W2

1

2

3

4

5

.

Beoordeling

fb

.v

Opmerkingen:

Ac t

Beoordelingscriteria

ie

Beoordelaar:

Omgaan met verandering en aanpassen

u'

• Past gedrag, communicatie en omgangsvormen effectief aan op verschillende cliÍnten en naastbetrokkenen, ook als zij verschillen qua cultuur of achtergrond.

1

Ed

Beoordeling

ig

ht

Opmerkingen:

C

op

yr

Beoordelaar:

32

2

3

4

5


P1-K1-W3

P1-K1-W3

.

Inleiding

fb

.v

Sinds vorige week krijgt Taylor een andere epilepsie-medicatie. In de rapportages heb je gelezen dat er weinig veranderingen zijn opgemerkt. Tijdens jouw dienst dien je de medicatie volgens afspraak en op het juiste tijdstip toe. In de loop van de middag krijg je bericht van de werkplaats waar Taylor werkt dat hij naar huis wordt gestuurd: hij is suf en voelt zich niet fit. Je leest de bijsluiter van de nieuwe medicatie nog een keer. Je vertrouwt het niet en besluit om even te overleggen met de arts of dit bijwerkingen van de nieuwe medicatie kunnen zijn en waar je zo nodig op moet letten.

ie

Werkproces

Ac t

Deze BPV-opdracht hoort bij het werkproces P1-K1-W3 Voert verpleegtechnische handelingen uit.

Leerdoelen

• •

ht

u'

• •

Je voert alleen verpleegtechnische handelingen uit waarvoor je bekwaam bent (bekwaam wil zeggen dat de uitvoerder op het moment van uitvoering de noodzakelijke kennis en vaardigheden bezit. Onbekwaam betekent onbevoegd en dus strafbaar). Je vormt je snel een beeld van de lichamelijke en psychische gesteldheid van de cliënt. Je kiest de geschikte materialen en hulpmiddelen voor de uit te voeren verpleegtechnische handelingen. Je gebruikt materialen en hulpmiddelen voor de uit te voeren verpleegtechnische handelingen effectief, efficiënt, zorgvuldig en veilig. Je voorziet in een optimaal controlesysteem voor de uit te voeren verpleegtechnische handelingen. Je voert de verpleegtechnische handelingen deskundig uit volgens veiligheidsvoorschriften, protocollen, bevoegdheden en wettelijke kaders, waaronder de wet BIG. Je schakelt zo nodig de arts (of leidinggevende) tijdig in. De onderliggende competenties zijn: Vakdeskundigheid toepassen, Materialen en middelen inzetten, Instructies en procedures opvolgen.

Ed

ig

C

op

yr

Bronnen

Planningsformulier <

• • • •

training EHBO 1 voor MZ training EHBO 2 voor MZ training Wondenverzorging en zwachtelen training Medicatie.

Planning Lees eerst de BPV-opdracht goed door en vul daarna het planningsformulier in. Dit formulier laat je goedkeuren door je praktijkbegeleider. Als hij akkoord is met je planning mag je de opdrachten gaan uitvoeren.

33


P1-K1-W3

Oefening 1

Medicijnen checken (dosering enzovoort), registreren en distribueren Je gaat met een collega meelopen die de medicijnen checkt, registreert en distribueert.

• •

.v

Bereid je voor op het meelopen met een collega die de volgende verpleegtechnische handelingen verricht: – medicijnen checken (dosering enzovoort), registreren, distribueren Doe dit door de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen, procedures en voorschriften te lezen. Maak een checklist voor jezelf waar op te letten en bespreek deze met je BPV-begeleider. Bespreek met je BPV-begeleider met welke collega je gaat meelopen.

fb

.

Voorbereiden

ht

Ed

u'

Observeer een collega die medicijnen checkt (dosering enzovoort), registreert en distribueert. Observeer daarna deze verpleegtechnische handelingen en let op de manier waarop je collega de volgende handelingen uitvoert: – het controleren van de gezondheidssituatie en de psychische gesteldheid van de cliënt (indien nodig de vitale functies) – het creëren van voorwaarden waardoor hij de verpleegtechnische handelingen optimaal kan uitvoeren – het afstemmen op de cliënt en vooraf en tijdens de uitvoering van de verpleegtechnische handeling(en), het wegnemen van bijvoorbeeld angst en onzekerheid door uitleg over wat, waarom en hoe hij de handeling(en) uitvoert. – het observeren van de gezondheidstoestand van de cliënt en het signaleren van wijzigingen en bijwerkingen en rapporteert deze Maak per toedieningswijze een evaluatieverslag en bespreek deze met je collega en daarna met je BPV-begeleider. Maak per toedieningswijze een samenvatting waar op te letten en hoe te handelen: – medicijnen checken (dosering enzovoort) – registreren – distribueren Bespreek deze samenvattingen eerst met de collega met wie je hebt meegelopen. Maak een kort reflectieverslag van dat gesprek en bespreek je samenvatting en reflectie met je BPV-begeleider.

Ac t

ie

Uitvoeren

ig

• •

yr

Beoordelingscriteria

C

op

Voorbereiden

34

Je hebt: • je voorbereid op het observeren van een collega die de volgende verpleegtechnische handelingen verricht:

◦ medicijnen checken (dosering enzovoort), registreren, distribueren • dit heb je gedaan door de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen, procedures en voorschriften te lezen • een checklist voor jezelf gemaakt waar op te letten en je hebt deze besproken met je BPV-begeleider • met je BPV-begeleider besproken met welke collega je gaat meelopen.


P1-K1-W3

1

2

3

4

5

.

Beoordeling

fb

.v

Opmerkingen:

Observeren collega

Ac t

Beoordelingscriteria

ie

Beoordelaar:

het creëren van voorwaarden waardoor hij de verpleegtechnische handelingen optimaal kan uitvoeren het afstemmen op de cliënt en vooraf en tijdens de uitvoering van de verpleegtechnische handeling(en), het wegnemen van bijvoorbeeld angst en onzekerheid door uitleg over wat, waarom en hoe hij de handeling(en) uitvoert

ht

het controleren van de gezondheidssituatie en de psychische gesteldheid van de cliënt (indien nodig de vitale functies)

Ed

u'

Je hebt: • een collega geobserveerd die medicijnen checkt (dosering enzovoort), registreert en distribueert • daarna deze verpleegtechnische handelingen geobserveerd en gelet op de manier waarop je collega de volgende handelingen uitvoert:

C

op

yr

ig

het observeren van de gezondheidstoestand van de cliënt en het signaleren van wijzigingen en bijwerkingen en rapporteert deze • per toedieningswijze een evaluatieverslag gemaakt en deze met je collega en daarna met je BPV-begeleider besproken • per toedieningswijze heb je een samenvatting gemaakt waar op te letten en hoe te handelen:

◦ ◦ ◦

medicijnen checken (dosering enzovoort) registreren distribueren • deze samenvattingen heb je eerst met de collega met wie je hebt meegelopen besproken • kort reflectieverslag van dat gesprek gemaakt en de samenvatting en reflectie met je BPV-begeleider besproken.

1

2

3

4

5

Beoordeling

35


P1-K1-W3

.v

.

Opmerkingen:

Medicijnen toedienen Je observeert een collega die medicijnen toedient.

• • •

Bereid je voor op het observeren van een collega die de volgende verpleegtechnische handelingen uitvoert: – medicijnen toedienen: oraal, rectaal, via de huid, via de slijmvliezen, via de luchtwegen Doe dit door de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen, procedures en voorschriften te lezen. Maak een checklist voor jezelf waar op te letten en bespreek deze met je BPV-begeleider. Bespreek met je BPV-begeleider met welke collega je gaat meelopen.

Loop met een collega mee die medicijnen gaat toedienen. Observeer daarna de verpleegtechnische handelingen en let op de manier waarop je collega de volgende handelingen uitvoert: – het controleren van de gezondheidssituatie en de psychische gesteldheid van de cliënt (indien nodig de vitale functies) – het creëren van voorwaarden waardoor hij de verpleegtechnische handelingen optimaal kan uitvoeren – het afstemmen op de cliënt en vooraf en tijdens de uitvoering van de verpleegtechnische handeling(en), het wegnemen van bijvoorbeeld angst en onzekerheid door uitleg over wat, waarom en hoe hij de handeling(en) uitvoert – het observeren van de gezondheidstoestand van de cliënt en het signaleren van wijzigingen en bijwerkingen en rapporteert deze Maak per handeling een evaluatieverslag en bespreek deze met je collega en daarna BPV-begeleider. Maak per toedieningswijze een samenvatting waar op te letten en hoe te handelen: – oraal – rectaal – via de huid – via de slijmvliezen – via de luchtwegen Bespreek deze samenvattingen eerst met de collega met wie je hebt meegelopen. Maak een kort reflectieverslag van dat gesprek en bespreek je samenvatting en reflectie met je BPV-begeleider.

yr

ig

ht

• •

Ed

Uitvoeren

u'

Ac t

Voorbereiden

C

op

36

• •

ie

Oefening 2

fb

Beoordelaar:


P1-K1-W3

Beoordelingscriteria Voorbereiden observeren

.v

.

Je hebt: • je voorbereid op het observeren van een collega die de volgende verpleegtechnische handelingen uitvoert:

1

2

3

4

5

Ac t

Beoordeling

ie

fb

medicijnen toedienen: oraal, rectaal, via de huid, via de slijmvliezen, via de luchtwegen • dit gedaan door de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen, procedures en voorschriften te lezen • een checklist voor jezelf gemaakt waar op te letten en deze met je BPV-begeleider besproken • met je BPV-begeleider overlegd met welke collega je gaat meelopen.

Ed

u'

Opmerkingen:

Beoordelaar:

ht

Beoordelingscriteria

ig

Observeren medicijnen toedienen

yr

Je hebt: • meegelopen met een collega die medicijnen gaat toedienen • daarna de verpleegtechnische handelingen geobserveerd en gelet op de manier waarop je collega de volgende handelingen uitvoert:

C

op

◦ ◦ ◦ ◦

het controleren van de gezondheidssituatie en de psychische gesteldheid van de cliënt (indien nodig de vitale functies) het creëren van voorwaarden waardoor hij de verpleegtechnische handelingen optimaal kan uitvoeren het afstemmen op de cliënt en vooraf en tijdens de uitvoering van de verpleegtechnische handeling(en), het wegnemen van bijvoorbeeld angst en onzekerheid door uitleg over wat, waarom en hoe hij de handeling(en) uitvoert.

het observeren van de gezondheidstoestand van de cliënt en het signaleren van wijzigingen en bijwerkingen en rapporteert deze • per handeling een evaluatieverslag gemaakt en deze met je collega en daarna BPV-begeleider besproken

37


P1-K1-W3

• per toedieningswijze een samenvatting gemaakt waar op te letten en hoe te handelen:

◦ ◦ ◦ ◦ ◦

1

4

5

Ac t

Ed

Oefening 3

3

u'

Opmerkingen:

Beoordelaar:

2

ie

Beoordeling

fb

.v

.

oraal rectaal via de huid via de slijmvliezen via de luchtwegen • deze samenvattingen eerst met de collega met wie je hebt meegelopen besproken • een kort reflectieverslag van dat gesprek gemaakt • je samenvatting en reflectieverslag met je BPV-begeleider besproken.

Eerste hulp verlenen bij verwondingen, vergiftigingen, verstikking, verslikken

ht

Je observeert collega's die eerste hulp verlenen bij voorkomende verwondingen, vergiftingen, verstikking en verslikken.

ig

Voorbereiden

Bereid je voor op het observeren van collega's die eerste hup verlenen bij: – verwondingen – vergiftigingen – verstikking – verslikken Doe dit door per handeling de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen, procedures en voorschriften te lezen. Met je BPV-begeleider en je team overleg je dat je mag observeren bij het voorvallen van een aantal van deze verpleegtechnische handelingen.

yr

C

op

38

Uitvoeren •

Maak een checklist voor jezelf per situatie hoe je volgens de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen, procedures en voorschriften moet handelen: – verwondingen – vergiftigingen – verstikking – verslikken


P1-K1-W3

Observeer daarna de voorkomende situaties en let op de manier waarop je collega de volgende handelingen uitvoert: – het controleren van de gezondheidssituatie en de psychische gesteldheid van de cliënt (indien nodig de vitale functies) – het creëren van voorwaarden waardoor hij de verpleegtechnische handelingen optimaal kan uitvoeren – het afstemmen op de cliënt en vooraf en tijdens de uitvoering van de verpleegtechnische handeling(en), het wegnemen van bijvoorbeeld angst en onzekerheid door uitleg over wat, waarom en hoe hij de handeling(en) uitvoert – het observeren van de gezondheidstoestand van de cliënt en het signaleren van wijzigingen en bijwerkingen en rapporteert deze Maak per handeling een samenvatting waar op te letten en hoe te handelen: – verwondingen – vergiftigingen – verstikking – verslikken Bespreek deze samenvattingen eerst met de collega met wie je hebt meegelopen. Maak een kort reflectieverslag van dat gesprek. Bespreek je samenvattingen en het reflectieverslag met je BPV-begeleider.

ie

• • •

Beoordelingscriteria

u'

Voorbereiden observeren:

Ac t

fb

.v

.

Je hebt: • je voorbereid op het observeren van collega's die eerste hup verlenen bij:

◦ ◦ ◦ ◦

ig

ht

Ed

verwondingen vergiftigingen verstikking verslikken • dit gedaan door per handeling de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen, procedures en voorschriften te lezen • een checklist voor jezelf gemaakt waar op te letten en deze met je BPV-begeleider besproken • met je BPV-begeleider en je team overlegd dat je mag observeren bij het voorvallen van een aantal van deze verpleegtechnische handelingen.

1

2

3

4

5

Opmerkingen:

C

op

yr

Beoordeling

Beoordelaar:

39


P1-K1-W3

Beoordelingscriteria Observeren eerste hulp handelingen

.v

.

Je hebt: • een checklist voor jezelf gemaakt per situatie hoe je volgens de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen, procedures en voorschriften moet handelen:

◦ ◦ ◦ ◦

◦ ◦

ie

het controleren van de gezondheidssituatie en de psychische gesteldheid van de cliënt (indien nodig de vitale functies) het creëren van voorwaarden waardoor hij de verpleegtechnische handelingen optimaal kan uitvoeren

Ac t

fb

verwondingen vergiftigingen verstikking verslikken • daarna de voorkomende situaties geobserveerd en gelet op de manier waarop je collega de volgende handelingen uitvoert:

het afstemmen op de cliënt en vooraf en tijdens de uitvoering van de verpleegtechnische handeling(en), het wegnemen van bijvoorbeeld angst en onzekerheid door uitleg over wat, waarom en hoe hij de handeling(en) uitvoert

Ed

◦ ◦ ◦ ◦ ◦

u'

het observeren van de gezondheidstoestand van de cliënt en het signaleren van wijzigingen en bijwerkingen en deze rapporteren • per toedieningswijze een samenvatting gemaakt waar op te letten en hoe te handelen:

ig

ht

oraal rectaal via de huid via de slijmvliezen via de luchtwegen • deze samenvattingen eerst met de collega met wie je hebt meegelopen besproken • een kort reflectieverslag van dat gesprek gemaakt • je samenvatting en reflectieverslag met je BPV-begeleider besproken.

yr

Beoordeling

C

op

Opmerkingen:

40

Beoordelaar:

1

2

3

4

5


P1-K1-W3

Oefening 4

• •

.v

Bespreek met je BPV-begeleider wat je grenzen zijn: wat valt wel en niet binnen je bevoegdheden. Bereid je voor op de uitvoering van de volgende verpleegtechnische handelingen: – medicijnen checken (dosering enzovoort), registreren, distribueren – medicijnen toedienen: oraal, rectaal, via de huid, via de slijmvliezen, via de luchtwegen – eerste hulp verlenen bij verwondingen, vergiftigingen, verstikking, verslikken Doe dit door per handeling de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen, procedures en voorschriften te lezen en door te spreken met je BPV-begeleider/collega. Overleg met je BPV-begeleider per verpleegtechnische handeling wanneer en onder wiens supervisie je de handeling gaat verrichten.

fb

.

Voorbereiden

ie

Werkmodel STRAK-reflectie <

Je gaat drie verschillende soorten verpleegtechnische handelingen uitvoeren die binnen jouw bevoegdheden liggen en met inachtneming van de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen, procedures en voorschriften.

Ac t

Werkmodel Gedragsobservatie MZ-P1-K1-W3 <

Eindopdracht Uitvoeren verpleegtechnische handelingen

Uitvoeren

ht

Ed

Voer daar waar het voorkomt en onder supervisie de voorbesproken verpleegtechnische handelingen die binnen je bevoegdheden vallen uit. Neem hierbij de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen, procedures en voorschriften in acht. Zorg dat je bij elke verpleegtechnische handelingen de volgende handelingen nagaat: – het controleren van de gezondheidssituatie en de psychische gesteldheid van de cliënt (indien nodig de vitale functies) – het creëren van voorwaarden waardoor je de verpleegtechnische handelingen optimaal kunt uitvoeren – het afstemmen op de cliënt en vooraf en tijdens de uitvoering van de verpleegtechnische handeling(en), het wegnemen van bijvoorbeeld angst en onzekerheid door uitleg over wat, waarom en hoe je de handeling(en) uitvoert – het observeren van de gezondheidstoestand van de cliënt en het signaleren van wijzigingen en bijwerkingen en rapporteert deze Maak per handeling een verslag en bespreek dit na met degene onder wiens supervisie jij de handeling hebt verricht. Vraag je BPV-begeleider tussentijds een keer het werkmodel Gedragsobservatie MZ-P1-K1-W3 in te vullen. Schrijf als afsluiting een reflectieverslag op basis van het werkmodel STRAK-reflectie.

u'

ig

yr

C

op

Beoordelingscriteria Voorbereiden Je hebt: • met je BPV-begeleider besproken wat je grenzen zijn: wat valt wel en niet binnen je bevoegdheden • je voorbereid op de uitvoering van de volgende verpleegtechnische handelingen:

◦ ◦ ◦

medicijnen checken (dosering enzovoort), registreren, distribueren medicijnen toedienen: oraal, rectaal, via de huid, via de slijmvliezen, via de luchtwegen eerste hulp verlenen bij verwondingen, vergiftigingen, verstikking, verslikken

41


P1-K1-W3

2

3

4

5

fb

.v

1 Beoordeling

.

• dit gedaan door per handeling de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen, procedures en voorschriften te lezen en door te spreken met je BPV-begeleider/collega • met je BPV-begeleider overlegd per verpleegtechnische handeling wanneer en onder wiens supervisie je de handeling gaat verrichten.

Beoordelaar:

u'

Beoordelingscriteria

Ac t

ie

Opmerkingen:

Verpleegtechnische handelingen verrichten

Ed

Je hebt: • daar waar het voorkomt en onder supervisie de voorbesproken verpleegtechnische handelingen uitgevoerd die binnen je bevoegdheden vallen. • hierbij de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen, procedures en voorschriften in acht genomen • naast elke verpleegtechnische handeling de volgende handelingen uitgevoerd: het controleren van de gezondheidssituatie en de psychische gesteldheid van de cliënt (indien nodig de vitale functies)

ht

het creëren van voorwaarden waardoor je de verpleegtechnische handelingen optimaal kunt uitvoeren

ig

yr

C

op

42

het afstemmen op de cliënt en vooraf en tijdens de uitvoering van de verpleegtechnische handeling(en), het wegnemen van bijvoorbeeld angst en onzekerheid door uitleg over wat, waarom en hoe je de handeling(en) uitvoert

het observeren van de gezondheidstoestand van de cliënt en het signaleren van wijzigingen en bijwerkingen en deze rapporteren • per handeling een verslag gemaakt • deze verslagen besproken met degene onder wiens supervisie jij de handeling hebt verricht.

1 Beoordeling

2

3

4

5


P1-K1-W3

.v

.

Opmerkingen:

fb

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

ie

STRAK-reflectie

Ac t

Je hebt: • een STRAK-reflectie geschreven volgens het werkmodel STRAK-reflectie • inzicht in je eigen functioneren.

1

3

4

5

ht

Ed

Opmerkingen:

2

u'

Beoordeling

ig

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

Je hebt: • je BPV-begeleider gevraagd de gedragsobservatie in te vullen • je gedragsobservatie bekeken en besproken met je BPV-begeleider .

1

2

3

4

5

Beoordeling

C

op

yr

Gedragsobservatie

43


P1-K1-W3

.v

.

Opmerkingen:

Oefening 5

Terugkijken

Ac t

ie

Reflectie op de lesstof a. Wat heb je allemaal geleerd? Noem drie dingen.

fb

Beoordelaar:

Ed

u'

b. Wat ga je in de toekomst in jouw werk gebruiken?

ht

Kritisch en creatief denken c. Kijk je naar verschillende mogelijkheden als dingen niet in één keer lukken? Noem één voorbeeld.

C

op

yr

ig

d. Heb jij het uiterste uit jezelf gehaald bij de opdrachten? Noem één voorbeeld.

44

Zelfregulatie en zelfsturing e. Heb je de goede bronnen en materialen gebruikt? Geef hiervan één voorbeeld.

f. Ben je goed omgegaan met feedback? Geef hiervan één voorbeeld: hoe heb je gereageerd?


P1-K1-W3

.v

.

Samenwerken g. Hebben jullie als groep goede afspraken gemaakt? Geef één voorbeeld van een goede afspraak.

ie

fb

h. Kun je goed met andere mensen omgaan, ook al zijn ze anders dan jij? Geef hiervan één voorbeeld.

Ac t

Beoordelingscriteria Terugkijken

u'

Je hebt: • alle vragen beantwoord • inzicht in je eigen functioneren.

1

2

3

4

5

Ed

Beoordeling

ig

ht

Opmerkingen:

C

op

yr

Beoordelaar:

45


P1-K1-W3

Oefening 6

Beoordeling werkproces Vraag je begeleider om een eindbeoordeling.

.

Beoordelingscriteria

.v

Vakdeskundigheid toepassen

3

4

Ac t

5

Ed

u'

Opmerkingen:

Beoordelaar:

2

ie

1 Beoordeling

fb

• Voert alleen verpleegtechnische handelingen uit waarvoor hij bekwaam is (Bekwaam wil zeggen dat de uitvoerder op het moment van uitvoering de noodzakelijke kennis en vaardigheden bezit. Onbekwaam betekent onbevoegd en dus strafbaar). • Vormt zich snel een beeld van de lichamelijke en psychische gesteldheid van de cliënt.

Beoordelingscriteria

ht

Materialen en middelen inzetten

yr

ig

• Kiest de geschikte materialen en hulpmiddelen voor de uit te voeren verpleegtechnische handelingen. • Gebruikt materialen en hulpmiddelen voor de uit te voeren verpleegtechnische handelingen effectief, efficiënt, zorgvuldig en veilig.

Opmerkingen:

C

op

Beoordeling

Beoordelaar:

46

1

2

3

4

5


P1-K1-W3

Beoordelingscriteria Instructies en procedures opvolgen

1

2

4

5

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

Opmerkingen:

Beoordelaar:

3

ie

Beoordeling

fb

.v

.

• Voorziet in een optimaal controlesysteem voor de uit te voeren verpleegtechnische handelingen. • Voert de verpleegtechnische handelingen deskundig uit volgens veiligheidsvoorschriften, protocollen, bevoegdheden en wettelijke kaders, waaronder de wet BIG. • Schakelt zo nodig de arts (of leidinggevende) tijdig in.

47


P1-K1-W4

P1-K1-W4

.

Inleiding

ie

fb

.v

Op de woning waar jij werkt komt op woensdagmiddag vrijwilligster Hennie. Zij gaat vaak met twee cliënten de stad in. Je hoort Hennie en de twee cliënten op een gegeven moment praten over wat ze gaan kopen. Je hoort Hennie zeggen dat zij het geen goed idee vindt dat Kirsten, een van beide cliënten, zo veel geld aan armbandjes wil besteden. Je steekt je hoofd om de hoek en vraagt vriendelijk of Hennie even wil komen. In het kantoortje leg je Hennie uit dat de manier waarop zij met Kirsten over haar geldbesteding praat niet overeenkomt met de manier waarop de begeleiders dat doen. Je legt uit hoe het met Kirstens zelfstandigheid zit en welke ruimte jullie haar geven. Hennie geeft aan dat ze dit lastig vindt, maar wel probeert om hierin mee te gaan.

Ac t

Werkproces

Deze BPV-opdracht hoort bij het werkproces B1-K1-W4 Begeleidt nieuwe collega's, stagiairs en/of vrijwilligers.

ht

• • • • •

Je stimuleert actief nieuwe collega’s, studenten en/of stagiairs om zich te ontwikkelen. Je nodigt collega’s, studenten, stagiairs en/of vrijwilligers actief uit tot het inbrengen van eigen opvattingen, ideeën en tot het stellen van vragen. Je stemt de begeleiding doelbewust af op diversiteit. Je maakt concrete afspraken over te behalen leerdoelen en resultaten. Je geeft heldere instructies. Je reageert adequaat op non-verbale signalen en op uitingen. Je beoordeelt zo objectief mogelijk het beroepsmatig handelen van studenten en/of stagiairs.

Ed

• •

u'

Leerdoelen

ig

Bronnen

cursus Begeleiding collega's en stagiairs cursus Begeleiding vrijwilligers en mantelzorgers.

yr

• •

op

Planning

C

Planningsformulier <

48

Lees eerst de BPV-opdracht goed door en vul daarna het planningsformulier in. Dit formulier laat je goedkeuren door je praktijkbegeleider. Als hij/zij akkoord is met je planning mag je de opdrachten gaan uitvoeren.


P1-K1-W4

Oefening 1

Meelopen met het begeleiden van een vrijwilliger Je gaat meelopen met een collega die een vrijwilliger begeleidt en een stukje zelf begeleiden.

.v

Overleg met je BPV-begeleider of er een nieuwe vrijwilliger in het team komt en of je bij het eerste gesprek of de eerste keer werken mee kunt lopen. Komt er geen nieuwe vrijwilliger overleg dan met welke collega je mee kunt lopen die met een vrijwilliger werkt. Lees je in in het vrijwilligersbeleid van de organisatie en het team of de woning.

fb

.

Voorbereiden

Uitvoeren

u'

• •

ie

• •

Loop mee met de collega die met de vrijwilliger werkt of die het eerste gesprek met een nieuwe vrijwilliger voert. Observeer hoe je collega de vrijwilliger inwerkt. Let hierbij op: – de onderwerpen – de manier waarop je collega de vrijwilliger inwerkt of aanstuurt – de grenzen van de vrijwilliger – de houding van de vrijwilliger naar de cliënten Maak daarna een verslag waarin je deze punten verwerkt. Bespreek je verslag met je BPV-begeleider.

Ac t

Ed

Beoordelingscriteria Voorbereiden

ig

ht

Je hebt: • met je BPV-begeleider overlegd of er een nieuwe vrijwilliger in het team komt en of je bij het eerste gesprek of de eerste keer werken mee kunt lopen • als er geen nieuwe vrijwilliger is, overlegd met welke collega je mee kunt lopen die met een vrijwilliger werkt • je ingelezen in het vrijwilligersbeleid van de organisatie en het team of de woning.

1

2

3

4

5

yr

Beoordeling

C

op

Opmerkingen:

Beoordelaar:

49


P1-K1-W4

Beoordelingscriteria Observeren en verslag

.v

.

Je hebt: • meegelopen met de collega die met de vrijwilliger werkt of die het eerste gesprek met een nieuwe vrijwilliger voert • geobserveerd hoe je collega de vrijwilliger inwerkt • hierbij gelet op:

fb

◦ ◦ ◦ ◦

Ac t

ie

de onderwerpen van de begeleiding of het gesprek de manier waarop je collega de vrijwilliger inwerkt of aanstuurt de grenzen van de vrijwilliger de houding van de vrijwilliger naar de cliënten • daarna een verslag gemaakt waarin je deze punten hebt verwerkt • je verslag met je BPV-begeleider besproken.

1

3

4

5

Ed

Opmerkingen:

2

u'

Beoordeling

ht

Beoordelaar:

Meelopen met het inwerken van een nieuwe collega

ig

Oefening 2

Je gaat meelopen met het inwerken van een nieuwe collega.

yr

Voorbereiden

C

op

50

• •

Overleg met je BPV-begeleider met wie je kunt meelopen bij het inwerken van een nieuwe collega (dit mag ook een invalkracht zijn). Lees je in in het beleid en/of de instructies 'inwerken nieuwe medewerkers'. Schrijf voor jezelf punten op waar je op wilt letten en eventuele vragen.

Uitvoeren • •

Bespreek met de collega die de nieuwe collega gaat inwerken vooraf je eventuele vragen door en vraag wat de punten van aandacht zijn in de begeleiding. Loop mee en observeer de collega's tijdens het inwerken.


P1-K1-W4

Let hierbij op: – de onderwerpen waarop wordt ingewerkt of begeleid – de manier waarop je collega de nieuwe collega inwerkt of aanstuurt. Denk hierbij aan: a. wanneer geeft zij instructie b. wanneer geeft zij aanwijzingen of tips c. wanneer coacht zij – de houding van de nieuwe collega – hoe wordt feedback gegeven – hoe wordt feedback ontvangen Maak daarna een verslag waarin je deze punten verwerkt. Bespreek je verslag eerst met de collega met wie je hebt meegelopen. Bespreek je verslag met je BPV-begeleider.

fb

• • •

.v

.

ie

Beoordelingscriteria

Ac t

Voorbereiden

u'

Je hebt: • met je BPV-begeleider overlegd met wie je kunt meelopen bij het inwerken van een nieuwe collega (mag ook een invalkracht zijn) • je ingelezen in het beleid en/of de instructies 'inwerken nieuwe medewerkers' • voor jezelf punten opgeschreven waar je op wilt letten en eventuele vragen.

1

2

3

4

5

Ed

Beoordeling

ig

ht

Opmerkingen:

yr

Beoordelaar:

C

op

Beoordelingscriteria Observeren inwerken nieuwe collega Je hebt: • met de collega die de nieuwe collega gaat inwerken vooraf je eventuele vragen doorgesproken en gevraagd wat de punten van aandacht zijn in de begeleiding • meegelopen en de collega's tijdens het inwerken geobserveerd

51


P1-K1-W4

.v

.

• hierbij gelet op: ◦ de onderwerpen waarop wordt ingewerkt of begeleid ◦ de manier waarop je collega de nieuwe collega inwerkt of aanstuurt. Denk hierbij aan: a. wanneer geeft hij instructie b. wanneer geeft hij aanwijzingen of tips c. wanneer coacht hij

◦ ◦ ◦

1

2

3

4

5

Ac t

Beoordeling

ie

fb

de houding van de nieuwe collega hoe wordt feedback gegeven hoe wordt feedback ontvangen • daarna een verslag gemaakt waarin je deze punten verwerkt • je verslag eerst met de collega met wie je hebt meegelopen besproken • je verslag met je BPV-begeleider besproken.

Ed

u'

Opmerkingen:

ht

Beoordelaar:

Oefening 3

Meelopen met het begeleiden van studenten

ig

Je gaat meelopen met het begeleiden van studenten/stagiairs.

Voorbereiden Overleg met je BPV-begeleider met welke collega je kunt meelopen bij het begeleiden van een student of stagiair. Lees je in in het beleid en/of de instructies 'begeleiden studenten, stagiairs'. Schrijf voor jezelf de punten op waarop je wilt letten en jouw eventuele vragen.

yr

C

op

• •

52

Uitvoeren • • •

Bespreek met de collega die de student of stagiair gaat begeleiden vooraf je eventuele vragen door en vraag wat de punten van aandacht zijn in de begeleiding. Loop mee en observeer de collega en de student of stagiair. Let hierbij op: – de onderwerpen waarop wordt begeleid – waar het over gaat: leeractiviteiten, beoordelingen, voortgang enzovoort.


P1-K1-W4

fb

• • • •

.v

.

– de manier waarop je collega de student/stagiair inwerkt of aanstuurt. Denk hierbij aan: a. wanneer geeft zij instructie b. wanneer geeft zij aanwijzingen of tips c. wanneer coacht zij – de houding van de collega en van de nieuwe collega – hoe wordt feedback gegeven – hoe wordt feedback ontvangen – hoe worden afspraken gemaakt Maak daarna een verslag waarin je deze punten verwerkt. Bespreek je verslag eerst met de collega met wie je hebt meegelopen. Vul je verslag aan met je inzichten uit dit gesprek. Bespreek je verslag daarna met je BPV-begeleider.

ie

Beoordelingscriteria

Ac t

Voorbereiden

u'

Je hebt: • met je BPV-begeleider overlegd met welke collega je kunt meelopen bij het begeleiden van een student of stagiair • je ingelezen in het beleid en/of de instructies 'begeleiden studenten, stagiairs' • voor jezelf de punten opgeschreven waarop je wilt letten en jouw eventuele vragen.

1

2

3

4

5

Ed

Beoordeling

ig

ht

Opmerkingen:

yr

Beoordelaar:

C

op

Beoordelingscriteria Observeren begeleiden student, stagiair Je hebt: • met de collega die de student of stagiair gaat begeleiden vooraf je eventuele vragen doorgesproken en gevraagd wat de punten van aandacht zijn in de begeleiding • meegelopen en de collega en de student/stagiair geobserveerd

53


P1-K1-W4

.v

.

• hierbij gelet op: ◦ de onderwerpen waarop wordt begeleid ◦ waar het over gaat: leeractiviteiten, beoordelingen, voortgang ◦ de manier waarop je collega de student/stagiair inwerkt of aanstuurt. Denk hierbij aan: a. wanneer geeft hij instructie b. wanneer geeft hij aanwijzingen of tips c. wanneer coacht hij

◦ ◦ ◦ ◦

fb

ie

Ac t

• • • •

de houding van de collega en van de nieuwe collega hoe feedback wordt gegeven hoe feedback wordt ontvangen hoe afspraken worden gemaakt daarna een verslag gemaakt waarin je deze punten hebt verwerkt je verslag eerst met de collega met wie je hebt meegelopen besproken je verslag aangevuld met je inzichten uit dit gesprek daarna je verslag met je BPV-begeleider besproken.

1

3

4

5

Ed

Opmerkingen:

2

u'

Beoordeling

ht

Beoordelaar:

Eindopdracht Begeleiden van nieuwe collega's, stagiairs en/of vrijwilligers

ig

Oefening 4

Je gaat een nieuwe collega of een stagiair of vrijwilliger begeleiden.

yr

Werkmodel STRAK-reflectie <

C

op

Werkmodel Gedragsobservatie MZ-P1-K1-W4 <

54

Voorbereiden •

• • •

Overleg met je BPV-begeleider in welke van de volgende drie situaties je gaat begeleiden: – een nieuwe collega inwerken of begeleiden – een student of stagiair begeleiden – een vrijwilliger inwerken of begeleiden Lees je in in het beleid of de instructie 'inwerken nieuwe collega's', 'begeleiden studenten en stagiairs' of 'vrijwilligers'. Schrijf voor jezelf punten van aandacht op. Overleg met de vaste begeleider van deze stagiair, vrijwilliger of nieuwe medewerker: – op welke onderwerpen of in welke specifieke situatie jij gaat begeleiden – wat hier een passende manier van begeleiden is.


P1-K1-W4

Uitvoeren Voer de voorbesproken begeleiding uit. Pas de gekozen wijze van begeleiden toe. Instrueer, geef aanwijzingen en adviezen en coach waar nodig. Geef feedback op de leeractiviteiten, het beroepsmatig handelen en/of de voortgang. Bespreek de begeleiding na met degene die jij hebt begeleid en geef elkaar feedback. Bespreek de begeleiding na met de vaste begeleider. Maak een evaluatieverslag van de begeleiding en neem daarbij de feedback uit de nabespreking mee. Vraag je BPV-begeleider tussentijds een keer het werkmodel Gedragsobservatie MZ-P1-K1-W4 in te vullen. Schrijf als afsluiting een reflectieverslag op basis van het werkmodel STRAK-reflectie.

• •

fb

.v

.

• • • • • • •

ie

Beoordelingscriteria

Ac t

Voorbereiden

Je hebt: • met je BPV-begeleider overlegd in welke van de volgende drie situaties je gaat begeleiden:

◦ ◦ ◦

• •

u'

ht

• •

Ed

een nieuwe collega inwerken of begeleiden een student of stagiair begeleiden een vrijwilliger inwerken of begeleiden je ingelezen in het beleid of de instructie 'inwerken nieuwe collega's', 'begeleiden studenten en stagiairs' of 'vrijwilligers' voor jezelf punten van aandacht opgeschreven met de vaste begeleider van deze stagiair, vrijwilliger of nieuwe medewerker overlegd: op welke onderwerpen of in welke specifieke situatie jij gaat begeleiden wat hier een passende manier van begeleiden is.

1

2

3

4

5

ig

Beoordeling

Beoordelaar:

C

op

yr

Opmerkingen:

55


P1-K1-W4

Beoordelingscriteria Uitvoeren begeleiding

1

2

3

4

5

Ac t

Beoordeling

ie

fb

.v

.

Je hebt: • de voorbesproken begeleiding uitgevoerd • de gekozen wijze van begeleiden toegepast • waar nodig geïnstrueerd, aanwijzingen en adviezen gegeven en gecoacht • feedback gegeven op de leeractiviteiten, het beroepsmatig handelen en/of de voortgang • de begeleiding nabesproken met de vaste begeleider en degene die jij hebt begeleid en elkaar feedback gegeven • een evaluatieverslag gemaakt van de begeleiding en daarbij de feedback uit de nabespreking meegenomen.

Ed

u'

Opmerkingen:

Beoordelaar:

ht

Beoordelingscriteria

ig

STRAK-reflectie

C

op

yr

Je hebt: • een STRAK-reflectie geschreven volgens het werkmodel STRAK-reflectie • inzicht in je eigen functioneren.

56

Beoordeling

1

2

3

4

5


P1-K1-W4

.v

.

Opmerkingen:

fb

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

ie

Gedragsobservatie

Ac t

Je hebt: • je BPV-begeleider gevraagd de gedragsobservatie in te vullen • je gedragsobservatie bekeken en besproken met je BPV-begeleider.

1

3

4

5

ht

Ed

Opmerkingen:

2

u'

Beoordeling

ig

Beoordelaar:

Oefening 5

Terugkijken

b. Wat ga je in de toekomst in jouw werk gebruiken?

C

op

yr

Reflectie op de lesstof a. Wat wist je al?

57


P1-K1-W4

.v

.

Kritisch en creatief denken c. Kom jij voor jouw mening uit als de situatie dat vraagt? Noem één voorbeeld.

fb

d. Heb jij het uiterste uit jezelf gehaald bij de opdrachten? Noem één voorbeeld.

Ac t

ie

Zelfregulatie en zelfsturing e. Heb je een goede planning gemaakt? Geef hiervan één voorbeeld.

Ed

u'

f. Ben je goed omgegaan met feedback? Geef hiervan één voorbeeld: hoe heb je gereageerd?

ht

Samenwerken g. Heb jij bijgedragen aan een goede sfeer in de groep? Geef hiervan één voorbeeld.

C

op

yr

ig

h. Kun je goed met andere mensen omgaan, ook al zijn ze anders dan jij? Geef hiervan één voorbeeld.

58

Beoordelingscriteria Terugkijken Je hebt: • alle vragen beantwoord • inzicht in je eigen functioneren.


P1-K1-W4

1

2

3

4

5

.

Beoordeling

fb

.v

Opmerkingen:

Oefening 6

Beoordeling werkproces

Ac t

ie

Beoordelaar:

Vraag je begeleider om een eindbeoordeling.

Aansturen

u'

Beoordelingscriteria

Ed

• Stimuleert actief nieuwe collega’s, studenten en/of stagiairs om zich te ontwikkelen • Nodigt collega’s, studenten, stagiairs en/of vrijwilligers actief uit tot het inbrengen van eigen opvattingen, ideeën en tot het stellen van vragen.

1

2

3

4

5

ht

Beoordeling

C

op

yr

ig

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria Begeleiden • Stemt de begeleiding doelbewust af op diversiteit • Maakt concrete afspraken over te behalen leerdoelen en resultaten • Geeft heldere instructies.

59


P1-K1-W4

1

2

3

4

5

.

Beoordeling

fb

.v

Opmerkingen:

Aandacht en begrip tonen

Ac t

Beoordelingscriteria

ie

Beoordelaar:

• Reageert adequaat op non-verbale signalen en op uitingen.

2

3

4

5

Ed

u'

1

Beoordeling

ig

ht

Opmerkingen:

yr

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

C

op

Vakdeskundigheid toepassen

60

• Beoordeelt zo objectief mogelijk het beroepsmatig handelen van studenten en/of stagiairs.

1 Beoordeling

2

3

4

5


P1-K1-W4

.v

.

Opmerkingen:

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

fb

Beoordelaar:

61


ht

ig

yr

op

C

u'

Ed ie

Ac t

fb

.

.v


ht

ig

yr

op

C

u'

Ed ie

Ac t

fb

.

.v


ht

ig

yr

op

C

u'

Ed ie

Ac t

fb

.

.v


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.