41501 bpv basis pw

Page 1

ht

ig

yr

op

C BPV basis PW

.

fb .v

tie

u' Ac

Ed

BPV


Colofon Uitgeverij: Edu’Actief b.v.

info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur(s): Lily Benjamin-Merens

tie

Inhoudelijke redactie: Floortje Vissers en Jo-Anne Schaaf Titel: BPV basis PW

Edu’Actief b.v. 2017

u' Ac

ISBN: 9789037241501 ©

fb .v

.

0522-235235

Ed

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

C

op

yr

ig

ht

Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.


B1-K1-W3

28

B1-K1-W4

39

B1-K1-W5

51

B1-K1-W6

65

B1-K1-W7

81

B1-K1-W8

96

B1-K2-W1

111

B1-K2-W2

124

fb .v

17

tie

B1-K1-W2

u' Ac

4

C

op

yr

ig

ht

Ed

B1-K1-W1

.

Inhoud

3


B1-K1-W1

B1-K1-W1

.

Inleiding

fb .v

Anna heeft vanochtend een intake met de familie Verboom. Hun zoon Tijmen is nu een half jaar. Over een paar weken komt hij op de babygroep. Tijdens het intakegesprek wil Anna meer weten over Tijmen. Daarnaast wil zij weten of de ouders speciale wensen hebben, bijvoorbeeld over het eten van hun zoon of zijn slaapgewoontes. Anna heeft het intakeformulier erbij gepakt en een boekje met informatie over de babygroep.

tie

Werkproces

Leerdoelen

u' Ac

Deze BPV-opdracht hoort bij het werkproces B1-K1-W1 Inventariseert behoeften en wensen van het kind.

Ed

Je kunt: • vertrouwen creëren • tactvol en empathisch handelen bij het bespreken van zaken die mogelijk schaamtevol en moeilijk bespreekbaar zijn • op methodische wijze de ontwikkeling, wensen en behoeften van het kind inventariseren • zorgvuldig, methodisch en volgens geldende protocollen en procedures observeren • nauwgezet en accuraat de waarneming registreren • interactievaardigheden effectief toepassen zoals 'sensitieve responsiviteit', 'respect voor autonomie' en 'praten en uitleggen'.

cursus Ontwikkelingspsychologie deel 1: Algemeen, baby, dreumes cursus Ontwikkelingspsychologie deel 2: Peuter, kleuter, jonge schoolkind cursus Ontwikkelingspsychologie deel 3: Oudere schoolkind, puber, adolescent cursus Gegevens verzamelen, observeren training Communiceren met doelgroep OA en PW/KO training Gesprekken voeren basis PW training Gesprekstechnieken PW project Kinderparticipatie project Oriëntatie op het werkveld project Interculturele communicatie.

C

op

yr

ig

• • • • • • • • • •

ht

Bronnen

Planningsformulier <

4

Planning Lees eerst de BPV-opdracht goed door en vul daarna het planningsformulier in. Dit formulier laat je goedkeuren door je praktijkbegeleider. Als hij akkoord is met je planning mag je de opdrachten gaan uitvoeren.


B1-K1-W1

Oefening 1

Op de kinderopvanginstelling is er een procedure voor de intake van een nieuw kind. In deze opdracht ga je na hoe de intakeprocedure verloopt. Je leest de protocollen na, bekijkt het intakeformulier en gaat na hoe men de gegevens van een kind opslaat. Je maakt een overzicht van de intakeprocedure.

fb .v

.

Werkmodel Intakegesprek <

Intakeprocedure

Voorbereiden

• • • •

tie

• •

Overleg met je BPV-begeleider welke protocollen je doorneemt, en waar je protocollen en formulieren die met de intake te maken hebben kunt vinden. Gebruik (eventueel) het Werkmodel Intakegesprek. Overleg met je BPV-begeleider aan welke collega's je vragen kunt stellen over de intakeprocedure. Lees de protocollen door. Neem het intakeformulier door. Onderzoek hierbij (navragen of lezen) welke regels er zijn voor het omgaan en opslaan van gegevens van het kind. Noteer vragen voor een gesprek met een collega over de intakeprocedure.

Uitvoeren

yr

ig

• •

Ed

Voer een gesprek met collega's die de intakeprocedure uitvoeren. Vraag hierbij na wat precies hun taken zijn. Illustreer stap voor stap - eventueel - met foto's, een stroomschema of een tijdsbalk, het proces waarmee ouders te maken krijgen vanaf het moment van eerste aanmelding tot aan de wenperiode van hun kind in de BPV-instelling. Beschrijf hierin wat er gebeurt en wie dit uitvoert. Maak nu een beschrijving van de intakeprocedure. Verwerk in je beschrijving: – een overzicht van de protocollen voor de intakeprocedure – een (blanco) intakeformulier – een overzicht van wie wat doet op welke moment, vanaf het moment van inschrijven tot aan de wenperiode van het kind – de richtlijnen voor het omgaan en opslaan van de gegevens van het kind. Verwerk de gegevens uit het gesprek met je collega bij de beschrijving. Bespreek het verslag met je BPV-begeleider en vertel haar wat je geleerd hebt van deze opdracht.

ht

u' Ac

Beoordelingscriteria

C

op

Intakeprocedure Je hebt: • een beschrijving gemaakt van de intakeprocedure met deze punten:

◦ ◦ ◦ ◦

een overzicht van de protocollen voor de intakeprocedure een (blanco) intakeformulier een overzicht van wie wat doet op welk moment, vanaf het moment van aanmelding tot aan de wenperiode van het kind een beschrijving van hoe men de gegevens van de kinderen opslaat.

5


B1-K1-W1

1

2

In de kinderopvang volgt men de ontwikkeling van de kinderen. Vaak gebeurt dit via een vaste procedure. Bijvoorbeeld tijdens de wenperiode, of elke drie of zes maanden.

Ed

In deze opdracht ga je na op welke manier en op welke momenten men kinderen observeert in de instelling. Daarna voer je zelf een observatie uit. Je maakt een observatieplan en een observatieverslag.

Voorbereiden • • •

Ga op de BPV-instelling na welke observaties medewerkers uitvoeren. Lees de procedure voor een observatie door. Onderzoek welke formulieren men gebruikt voor de observatie op de BPV-instelling. Wanneer er geen formulieren zijn, maak je gebruik van het Werkmodel Observatieformulier. Neem het artikel over observeren en waarnemen door. Noteer hieruit aandachtspunten voor je observatie. Overleg met je BPV-begeleider voor welk kind en met welke reden je een observatieplan opstelt. Doe hierbij zelf voorstellen. Maak aan de hand van de bestaande procedure een observatieplan voor de observatie van een kind. Maak hierbij gebruik van het Werkmodel Observatieplan. Overleg met de BPV-begeleider wanneer je de observatie uit gaat voeren. Kijk eerst een keer met een collega mee.

ig

Artikel Observeren en waarnemen <

Observatie

ht

Werkmodel Observatieformulier <

yr

• •

C

op

• • •

Uitvoeren • •

6

5

u' Ac

Beoordelaar:

Werkmodel Observatieplan <

4

tie

Opmerkingen:

Oefening 2

3

fb .v

Beoordeling

.

• met deze beschrijving stap voor stap duidelijk gemaakt hoe ouders het proces van intake doorlopen • het overzicht besproken met je BPV-begeleider.

Voer de observatie uit volgens je observatieplan. Registreer de gegevens uit de observatie in het dossier van het kind.


B1-K1-W1

• •

Maak een observatieverslag, geef in het observatieverslag antwoord op je observatievraag. Bespreek het resultaat van de observatie met je BPV-begeleider en reflecteer samen met je BPV-begeleider op de aandachtspunten die je genoteerd hebt op basis van het Artikel Observeren en waarnemen.

fb .v

.

Beoordelingscriteria Observatieplan

1

Beoordelaar:

3

4

5

Ed

Opmerkingen:

2

u' Ac

Beoordeling

tie

Je hebt: • het observatieplan geschreven volgens de richtlijnen van de BPV-instelling of van Werkmodel Observatieplan • het observatieplan besproken met je BPV-begeleider.

ht

Beoordelingscriteria Observatieverslag

1

2

3

4

5

Beoordeling

C

op

yr

ig

Je hebt: • de observatie volgens het observatieplan uitgevoerd • een observatieverslag geschreven • in het observatieverslag antwoord gegeven op de observatievraag • met je BPV-begeleider gereflecteerd op de aandachtspunten uit het artikel over observeren en waarnemen. • het observatieverslag besproken met je BPV-begeleider.

7


B1-K1-W1

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Oefening 3

In gesprek met ouders

u' Ac

tie

Dagelijks heb je in de kinderopvang te maken met ouders. Bij het brengen of halen van hun kinderen, of om te overleggen over de planning of als er iets bijzonders met een kind aan de hand is. Daarnaast zijn er het intakegesprek en de voortgangsgesprekken, waarin de ontwikkeling van het kind besproken wordt. In deze opdracht oefen je met het voeren van een gesprek met ouders bij het halen en/of brengen van hun kind. Je kijkt eerst mee hoe collega's deze gesprekken voeren. Daarna bereid je een overdrachtsgesprek voor en voert dit uit.

Voorbereiden

ig

• •

Ed

Onderzoek gedurende een week de haal- en brenggesprekken die verschillende collega's met ouders voeren. Noteer welke informatie aan de orde komt, hoelang de gesprekjes duren, welke vragen er over en weer zijn en hoe collega's makkelijke en lastige onderwerpen aansnijden. Maak na de observaties van de collega's van de haal- en brenggesprekken een verslag waarin je verwerkt welke punten er besproken zijn en hoe zij dit hebben aangepakt. Verwerk de verschillen die je tussen collega's zijn opgevallen. Noteer in het verslag hoe je zelf haal- en brenggesprekken aan wilt pakken. Bespreek dit verslag met je BPV-begeleider. Overleg met je BPV-begeleider met welke ouders je gedurende enkele (minimaal drie) dagen haal- en brenggesprekken gaat voeren. Bereid de gesprekken voor. Bedenk bij het brenggesprek welke informatie je van de ouders wilt krijgen. Bedenk voor het haalgesprek welke informatie je over de dag wilt vertellen aan de ouders. Overleg deze voorbereiding met je BPV-begeleider. Oefen eventueel een haal- en een brenggesprek met een collega. Overleg met je BPV-begeleider of hij of een collega bij de gesprekken is om je te observeren.

ht

C

op

yr

• •

8

Uitvoeren • • •

Voer nu de haal- en brenggesprekken uit gedurende enkele dagen. Noteer vragen die de ouders hebben en waar je hen later antwoord op gaat geven. Tijdens de gesprekken laat je zien dat je: – vertrouwen creëert – tactvol en empathisch bent bij het bespreken van zaken die lastig bespreekbaar zijn – interactievaardigheden toepast – controleert of jij alles goed begrepen hebt en of de ouders alles goed begrepen hebben.


B1-K1-W1

• •

Maak na ieder gesprek aantekeningen voor het reflectiegesprek. Vraag na afloop feedback aan de collega en ouders die bij het gesprek waren.

.

Beoordelingscriteria

fb .v

Voorbereiden

1

Beoordelaar:

3

4

5

Ed

Opmerkingen:

2

u' Ac

Beoordeling

tie

Je hebt: • een verslag geschreven over hoe collega's haal- en brenggesprekken voeren en dit verslag besproken met je BPV-begeleider • je voorbereid op haal- en brenggesprekken met de ouders door een opzet voor de gesprekken te maken en door achtergrondinformatie over het kind te verzamelen • geoefend met het voeren van een gesprek met ouders • je voorbereiding besproken met je BPV-begeleider.

ht

Beoordelingscriteria

ig

In gesprek met ouders Je hebt: • haal- en brenggesprekken gevoerd met ouders. Tijdens deze gesprekken heb je:

vertrouwen gecreëerd tactvol en inlevend zaken met ouders besproken die mogelijk lastig zijn interactievaardigheden toegepast gewerkt volgens je voorbereiding gecontroleerd of jij alles goed begrepen hebt en of de ouders alles goed begrepen hebben. • een reflectiegesprek gevoerd met je BPV-begeleider of de collega die je heeft geobserveerd bij de gesprekken.

yr op

C

◦ ◦ ◦ ◦ ◦

1

2

3

4

5

Beoordeling

9


B1-K1-W1

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Werkmodel Observatieplan < Werkmodel STRAK-reflectie <

tie

Je verzamelt regelmatig informatie over de kinderen in de BPV-instelling. Dit doe je door te inventariseren wat de wensen van het kind zelf zijn. Ook verzamel je informatie door het voeren van gesprekken met ouders en collega's en door het lezen van dossiers. Je observeert kinderen in verschillende situaties om een compleet beeld te krijgen van het kind. De gegevens verwerk je in het dossier van het kind.

u' Ac

Werkmodel Observatieformulier <

Eindopdracht Inventariseert behoeften en wensen van het kind

In deze eindopdracht leg je de ontwikkeling van het kind en zijn wensen en behoeften voor de begeleiding duidelijk vast.

Voorbereiden • •

Bespreek met je BPV-begeleider van welk kind je de ontwikkeling en de wensen en behoeften voor zijn begeleiding vast gaat leggen. Doe hierbij zelf voorstellen. Onderzoek waar je informatie over het kind kunt vinden, bijvoorbeeld in verslagen en in het kinddossier. Vraag - indien nodig - toestemming om het kinddossier in te mogen zien.

Ed

Oefening 4

Verzamel informatie over het kind door te inventariseren wat de wensen en behoeften van het kind zijn of door reeds bekende informatie te verzamelen. Maak hierbij gebruik van: – informatie van collega's – gegevens uit intake- en oudergesprekken – gegevens uit het kinddossier (met toestemming). Vul de gegevens aan met informatie die je verzamelt door: – het kind in verschillende situaties te observeren. Maak hiervoor een observatieplan volgens de formulieren van de instelling of, als deze er niet zijn, volgens de werkmodellen – gesprekken te voeren met de ouders en indien mogelijk het kind. Leg de observatiegegevens schriftelijk vast in een observatieverslag. Beschrijf op basis van alle verzamelde gegevens in een verslag (twee - vier A4) de ontwikkeling van het kind en zijn wensen en behoeftes bij de begeleiding. Noteer de gegevens van het kind en uit de observatie in het dossier van het kind volgens de geldende protocollen van de BPV-instelling. Bespreek het verslag met je BPV-begeleider. Schrijf als afsluiting een reflectieverslag op basis van het Werkmodel STRAK-reflectie.

yr

ig

ht

Uitvoeren

C

op

• • • • •

10


B1-K1-W1

Beoordelingscriteria Inventariseert behoeften en wensen van het kind

◦ ◦ ◦ ◦

fb .v

.

Je hebt: • relevante informatie en gegevens van een kind verzameld door gebruik te maken van: gespreksverslag van gesprekken met ouders het kinddossier informatie van collega's een aanvullende observatie van het kind, waarvoor je een observatieplan en observatieverslag hebt gemaakt

u' Ac

tie

◦ gesprekken te voeren met de ouders en indien mogelijk het kind. • de gegevens van het kind volgens de richtlijnen van de instelling nauwkeurig geregistreerd • een verslag (twee - vier A4) geschreven over de ontwikkeling en wensen en behoeftes van het kind • het verslag besproken met je BPV-begeleider. 1

Beoordeling

3

4

5

ht

Ed

Opmerkingen:

2

ig

Beoordelaar:

yr

Beoordelingscriteria

C

op

STRAK-reflectie Je hebt: • een STRAK-reflectie geschreven volgens het Werkmodel STRAK-reflectie • inzicht in je eigen functioneren.

1

2

3

4

5

Beoordeling

11


B1-K1-W1

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Terugkijken Reflectie op de leerstof

Ed

b. Wat wist je al?

u' Ac

a. Wat heb je allemaal geleerd? Noem drie dingen.

tie

Oefening 5

ht

c. Wat ga je in de toekomst in jouw werk gebruiken?

ig

Kritisch en creatief denken

C

op

yr

d. Kijk je naar verschillende mogelijkheden als dingen niet in één keer lukken? Noem één voorbeeld.

12

e. Kom jij voor jouw mening uit als de situatie dat vraagt? Noem één voorbeeld.


B1-K1-W1

.

f. Heb jij het uiterste uit jezelf gehaald bij de opdrachten? Noem één voorbeeld.

fb .v

Zelfregulatie en zelfsturing

tie

g. Heb je een goede planning gemaakt? Geef hiervan één voorbeeld.

Ben je goed omgegaan met feedback? Geef hiervan één voorbeeld: hoe heb je gereageerd?

Samenwerken

Heb jij bijgedragen aan een goede sfeer in de groep? Geef hiervan één voorbeeld.

ht

j.

Ed

i.

u' Ac

h. Heb je de goede bronnen en materialen gebruikt? Geef hiervan één voorbeeld.

l.

Kun je goed met andere mensen omgaan, ook al zijn ze anders dan jij? Geef hiervan één voorbeeld.

C

op

yr

ig

k. Hebben jullie als groep goede afspraken gemaakt? Geef één voorbeeld van een goede afspraak.

13


B1-K1-W1

Beoordelingscriteria Terugkijken

1

2

Beoordeling

Beoordeling werkproces

5

Ed

Oefening 6

4

u' Ac

Beoordelaar:

3

tie

Opmerkingen:

fb .v

.

Je hebt: • alle vragen beantwoord • inzicht in je eigen functioneren.

Vraag je BPV-begeleider om een eindbeoordeling.

Beoordelingscriteria

ht

Ethisch en integer handelen

ig

• Is tactvol en empathisch bij het beschrijven van zaken die mogelijk schaamtevol en moeilijk bespreekbaar zijn.

Opmerkingen:

C

op

yr

Beoordeling

Beoordelaar:

14

1

2

3

4

5


B1-K1-W1

Beoordelingscriteria Onderzoeken

1

2

Beoordeling

3

4

5

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

u' Ac

tie

Opmerkingen:

fb .v

.

• Observeert zorgvuldig, methodisch en volgens geldende protocollen en procedures.

Ed

Op de behoefte en verwachtingen van de 'klant' richten

• Inventariseert op methodische wijze de ontwikkeling, wensen en behoefte van het kind.

1

2

3

4

5

ht

Beoordeling

C

op

yr

ig

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria Instructies en procedures opvolgen • Registreert waarnemingen nauwgezet en accuraat.

15


B1-K1-W1

1

2

3

4

5

.

Beoordeling

fb .v

Opmerkingen:

tie

Beoordelaar:

Aandacht en begrip tonen

u' Ac

Beoordelingscriteria

• Creëert vertrouwen • Past de interactievaardigheden 'sensitieve responsiviteit', 'respect voor autonomie' en 'praten en uitleggen' effectief toe.

1

Ed

Beoordeling

ig

ht

Opmerkingen:

C

op

yr

Beoordelaar:

16

2

3

4

5


B1-K1-W2

B1-K1-W2

.

Inleiding

fb .v

Teun organiseert regelmatig activiteiten voor de kinderen van de bso. Hij bedenkt eerst welke activiteiten passen bij de behoeften en ontwikkeling van het kind of de groep. Soms werkt de bso met een thema. Teun kent allerlei mogelijkheden, zoals creatieve activiteiten, sport en spel en activiteiten die op de natuur zijn gericht. Hij bereidt de activiteit voor door materialen te verzamelen en klaar voor gebruik te maken. Hierbij maakt hij een planning voor de uitvoering.

tie

Werkproces

Leerdoelen

u' Ac

Deze BPV-opdracht hoort bij het werkproces B1-K1-W2 Bereidt de uitvoering van activiteiten voor.

Ed

Je kunt: • ruim van tevoren activiteiten regelen • passende materialen kiezen • de benodigde tijd juist inschatten • rekening houden met randvoorwaarden en onvoorziene omstandigheden.

Bronnen

ht

cursus Ontwikkelingspsychologie deel 1: Algemeen, baby, dreumes cursus Ontwikkelingspsychologie deel 2: Peuter, kleuter, jonge schoolkind cursus Ontwikkelingspsychologie deel 3: Oudere schoolkind, puber, adolescent cursus Onderwijs/VVE 1 Leren, algemene didactiek, leerstijlen cursus Onderwijs/VVE 2 Activerende leeromgeving cursus Onderwijs/VVE 3 Onderwijsvisies en pedagogen cursus Werken volgens de methodische cyclus training Huishoudelijke taken & inrichten van de ruimte training Onderwijs/VVE 4 Interactievaardigheden training Verhalen vertellen met poppen project Ontwikkelen van een activiteitenprogramma/themaweek.

C

op

yr

ig

• • • • • • • • • • •

Planningsformulier <

Planning Lees eerst de BPV-opdracht goed door en vul daarna het planningsformulier in. Dit formulier laat je goedkeuren door je praktijkbegeleider. Als hij akkoord is met je planning mag je de opdrachten gaan uitvoeren.

17


B1-K1-W2

Oefening 1

Je BPV-instelling werkt met een aantal vaste grote en kleinere activiteiten. Denk maar eens aan het sinterklaasfeest, of het maken van een knutselwerkje voor Moederdag. In deze opdracht neem je bestaande draaiboeken door. Je kijkt kritisch naar de planning en gekozen materialen. Je levert een overzicht op van hoe men met draaiboeken werkt in de instelling, en hoe planning en het gebruik van materialen hierin verwerkt zijn.

fb .v

.

Werkmodel Draaiboek <

Draaiboek doornemen

Voorbereiden

Overleg met je BPV-begeleider waar je op de instelling de draaiboeken kunt vinden. Bespreek met elkaar voor welke vier activiteiten je de draaiboeken door gaat nemen. Bekijk het Werkmodel Draaiboek voor extra informatie.

tie

• • •

Uitvoeren

ht

Ed

Neem de draaiboeken van vier activiteiten door. – Wat valt je op aan de draaiboeken? Is er een vast format? – Kijk naar de planning. Is deze realistisch? Waar zie je knelpunten? – Kijk kritisch naar de activiteiten: sluiten deze nog aan bij de huidige tijd? – Zijn de materialen passend bij de activiteiten? – Welke ontwikkelingsgebieden worden wel of niet gestimuleerd? Maak een verbetervoorstel voor één van de draaiboeken, neem hierin op: – antwoorden op de vragen – drie tops en drie tips met betrekking tot het draaiboek en de gekozen activiteiten Onderbouw je tops en tips. – vier aanpassingen aan de activiteiten voor als het programma veel sneller loopt, of juist veel langer duurt – vier aanpassingen aan activiteiten voor als de activiteit te makkelijk of juist te moeilijk is voor de kinderen. – vier alternatieve materialen die gebruikt zouden kunnen worden bij de activiteiten. Bespreek het overzicht met verbetervoorstel met je BPV-begeleider.

u' Ac

ig

Beoordelingscriteria Overzicht van draaiboeken

C

op

yr

Je hebt: • een verbetervoorstel voor één van de draaiboeken gemaakt, neem hierin op:

◦ ◦ ◦ ◦

antwoord op de vragen drie tips en drie tops met betrekking tot het draaiboek en de gekozen activiteiten vier aanpassingen aan activiteiten voor als het programma veel sneller loopt of juist veel langer duurt of te makkelijk of juist te moeilijk is voor de kinderen vier aanpassingen aan activiteiten voor als de activiteit te makkelijk of juist te moeilijk is voor de kinderen

◦ vier alternatieve materialen die gebruikt zouden kunnen worden bij de activiteiten. • je overzicht met verbetervoorstel besproken met je BPV-begeleider.

18


B1-K1-W2

1

2

3

4

5

.

Beoordeling

fb .v

Opmerkingen:

Nieuwe bronnen

u' Ac

Oefening 2

tie

Beoordelaar:

Een aantal activiteiten voor kinderen ken je uit je hoofd. Soms wil je wel eens iets anders of iets nieuws proberen. In boeken en op internet en Social Media kun je veel mogelijkheden vinden voor activiteiten.

Ed

In deze opdracht bedenk je op hoofdlijnen vier kunstzinnige, muzikale, creatieve of natuurgerichte activiteiten en doelen. Daarna zoek je digitaal naar bronnen, bijvoorbeeld op Social Media. Je noteert ideeën voor activiteiten die je hebt gevonden. Je maakt een lijst met handige sites en Social Media voor je collega's.

Voorbereiden

ig

Overleg met je BPV-begeleider voor welke doelgroep je activiteiten gaat bedenken en aan welke doelen gewerkt moet worden door middel van de activiteiten. Bedenk welke bronnen je wilt gebruiken voor het vinden van vier kunstzinnige, muzikale, creatieve of natuurgerichte activiteiten. Dit kan zijn: boeken, vaktijdschriften, Social Media (Pinterest, Facebook, Instagram), YouTube en internet. Gebruik minimaal drie verschillende digitale bronnen. De eisen aan de activiteiten zijn: – De activiteiten zijn niet standaard, kom echt met iets nieuws. – Er is minimaal één buitenactiviteit. Ben je niet zo bekend met Social Media, dan vraag je een collega of medestudent om je wegwijs te maken.

ht

C

op

yr

Uitvoeren • • • • •

Ga op zoek naar kunstzinnige, muzikale, creatieve of natuurgerichte activiteiten. Noteer welke ideeën je hebt gevonden. Houd bij hoe je zoektocht verloopt: welke zoektermen gebruik je, welke sites enzovoort. Maak screenshots van wat je hebt gevonden. Kies uit alle ideeën die je hebt gevonden vier activiteiten uit (zorg dat er minimaal één buitenactiviteit bij is) en maak voor deze activiteiten een voorbereiding. Neem hierin op: – doelen en doelgroep – materiaallijst – tijdsplanning. Bedenk bij iedere activiteit een alternatief voor onverwachte situaties.

19


B1-K1-W2

Maak een (digitale) presentatie van de voorbereiding van de activiteiten, waarin je opneemt: – vier verschillende vernieuwende kunstzinnige, muzikale, creatieve of natuurgerichte activiteiten – doelen en doelgroepen – materiaallijst – tijdsplanning – per activiteit een alternatief – de gebruikte bronnen en je manier van zoeken. Voer je presentatie uit voor je collega's en vraag om feedback.

fb .v

.

Beoordelingscriteria

tie

Presentatie Nieuwe Bronnen

Je hebt: • een (digitale) presentatie gemaakt, waarin is opgenomen:

◦ ◦ ◦ ◦

u' Ac

korte omschrijving van vier kunstzinnige, muzikale, creatieve of natuurgerichte activiteiten, die voldoen aan deze eisen: a. vernieuwend b. minimaal één buitenactiviteit een materiaallijst en tijdsplanning bij de activiteiten bij iedere activiteit een alternatief voor onverwachte situaties de vijf bronnen die je hebt gebruikt bij je voorbereiding, waarvan er drie digitale bronnen zijn

ht

Ed

welke bronnen bruikbaar zijn voor je toekomstige werk • je presentatie aantrekkelijk gemaakt, waarbij je gebruik hebt gemaakt van tekst en passend beeld • je presentatie gegeven aan een groep collega's • feedback gevraagd aan je collega's. De feedback heb je besproken met je BPV-begeleider.

ig

Beoordeling

C

op

yr

Opmerkingen:

20

Beoordelaar:

1

2

3

4

5


B1-K1-W2

Oefening 3

Bieden van mogelijkheden voor spontaan spel

fb .v

.

Dagelijks organiseer je in de BPV-instelling gericht activiteiten met kinderen. Hiermee wil je doelen bereiken. Voor kinderen is het daarnaast ook belangrijk om vrij te spelen. Er doen zich zo allerlei situaties voor waar zij op een spontane manier van kunnen leren. Als pedagogisch medewerker zorg je ervoor dat kinderen in een uitdagende omgeving zijn, zodat zij ook vrij kunnen spelen. Dit doe je door de ruimte op een bepaalde manier in te richten, of door materialen aan te bieden. Ook de groep en de interactie tussen kinderen zorgen voor spontane mogelijkheden om zichzelf te ontwikkelen met spel.

In deze opdracht bedenk je op welke manier je de ruimte, materialen of de groep zelf zo in kunt richten dat deze gelegenheid geven voor vrijspel.

Bedenk twee ontwikkelingsgerichte doelen waarvoor je deze opdracht uit wilt voeren. Overleg de doelen met je BPV-begeleider. Bedenk bij ieder doel welke pedagogische middelen er nodig zijn om kinderen hieraan te laten werken met vrijspel. Maak hiervan een kort overzicht en bespreek dit met je BPV-begeleider, kies samen uit welke pedagogische middelen je de komende week gaat inzetten tijdens het vrijspel van de kinderen.

Uitvoeren •

ig

ht

• •

Zorg er nu voor dat de pedagogische middelen die je bedacht hebt daadwerkelijk aanwezig zijn of ingericht zijn in de ruimte waar de kinderen vrijspelen. Observeer gedurende een week op welke manier de kinderen aan de ontwikkelingsgerichte doelen gewerkt hebben door in het vrijspel gebruik te maken van de pedagogische middelen, die jij hebt bedacht. Maak hiervan dagelijks aantekeningen. Maak na afloop van de week een verslag waarin je opneemt: – de twee ontwikkelingsgerichte doelen – je voorbereiding met de pedagogische middelen – je reflecties van een week conclusies die je trekt: Heeft de inzet van de pedagogische middelen tijdens het vrijspel bijgedragen aan het behalen van de twee ontwikkelingsgerichte doelen? Bespreek je verslag met je BPV-begeleider.

Ed

u' Ac

• • •

tie

Voorbereiden

yr

Beoordelingscriteria

C

op

Voorbereiden Je hebt: • in overleg met je BPV-begeleider twee ontwikkelingsgerichte doelen beschreven waar de kinderen de komende periode aan gaan werken • op basis van de twee ontwikkelingsgerichte doelen een overzicht gemaakt van pedagogische middelen die ingezet kunnen worden bij het vrijspel van de kinderen • je overzicht besproken met je BPV-begeleider en samen gekozen welke pedagogische middelen je de komende week gaat inzetten tijdens het vrijspel van de kinderen • gezorgd dat de pedagogische middelen die je bedacht hebt daadwerkelijk aanwezig zijn of ingericht zijn in de ruimte waar de kinderen vrijspelen.

21


B1-K1-W2

1

2

3

4

5

.

Beoordeling

fb .v

Opmerkingen:

tie

Beoordelaar:

u' Ac

Beoordelingscriteria Verslag

Je hebt: • gedurende een week op basis van je observaties aantekeningen gemaakt over het vrijspelen van de kinderen • een verslag geschreven, waarin is opgenomen:

◦ ◦ ◦ ◦

ht

Ed

de twee ontwikkelingsgerichte doelen je voorbereiding met de pedagogische middelen je reflecties van een week conclusies die je trekt: Heeft de inzet van de pedagogische middelen tijdens het vrijspel bijgedragen aan het behalen van de twee ontwikkelingsgerichte doelen? • het verslag besproken met je BPV-begeleider.

ig

Beoordeling

C

op

yr

Opmerkingen:

22

Beoordelaar:

1

2

3

4

5


B1-K1-W2

Oefening 4

Eindopdracht Bereidt de uitvoering van de activiteiten voor

fb .v

Voorbereiden

Overleg met je BPV-begeleider welke drie kunstzinnige, muzikale, creatieve of op de natuurgerichte activiteiten je gaat voorbereiden en voor welke doelgroep. Doe hierbij zelf voorstellen. Denk erom dat de activiteiten moeten aansluiten bij de behoeften en ontwikkeling van het kind en/of groep en/of situatie. Neem het Werkmodel Draaiboek door. Noteer welke gegevens je gaat verzamelen voor het draaiboek.

tie

Werkmodel STRAK-reflectie <

.

In deze eindopdracht bereid je drie kunstzinnige, muzikale, creatieve of op de natuurgerichte activiteiten voor. Je bedenkt welke materialen er nodig zijn voor de activiteiten en verzamelt deze. Als het nodig is, bewerk je de materialen. Je maakt een planning voor de uitvoering van de activiteiten.

Werkmodel Draaiboek <

• • •

Bereid de activiteiten nu voor. Leg in een draaiboek vast: – de doelen voor de drie activiteiten – een omschrijving van de activiteiten – een planning voor de voorbereiding, de uitvoering en de evaluatie – bij iedere activiteit een alternatief voor onverwachte omstandigheden – een materiaallijst – een overzicht van wie wat doet op welk moment. Zet de materialen klaar, bijvoorbeeld in een krat of een doos. Maak hier foto's van. Bewerk indien nodig materialen zodat ze klaar zijn om door de kinderen gebruikt te worden. Bespreek het draaiboek, aangevuld met de foto's van de materialen met je BPV-begeleider. Schrijf als afsluiting een reflectieverslag op basis van Werkmodel STRAK-reflectie.

Ed

u' Ac

Uitvoeren

ht

Beoordelingscriteria

Bereidt de uitvoering van activiteiten voor

ig

Je hebt: • een draaiboek voor drie kunstzinnige, muzikale, creatieve of op natuurgerichte activiteiten gemaakt met hierin opgenomen:

de doelen voor de drie activiteiten een omschrijving van de activiteiten een planning voor de voorbereiding, de uitvoering en de evaluatie bij iedere activiteit een alternatief voor onverwachte omstandigheden een materiaallijst een overzicht van wie wat doet op welk moment. • de materialen voor de activiteit verzameld en hiervan foto's gemaakt • het draaiboek en de foto's besproken met je BPV-begeleider.

yr op

C

◦ ◦ ◦ ◦ ◦

1

2

3

4

5

Beoordeling

23


B1-K1-W2

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

tie

STRAK-reflectie

u' Ac

Je hebt: • een STRAK-reflectie geschreven volgens het Werkmodel STRAK-reflectie • inzicht in je eigen functioneren.

1

Beoordeling

ht

Ed

Opmerkingen:

ig

Beoordelaar:

Oefening 5

Terugkijken

yr

Reflectie op de leerstof

C

op

a. Wat heb je allemaal geleerd? Noem drie dingen.

24

b. Wat wist je al?

2

3

4

5


B1-K1-W2

.

c. Wat ga je in de toekomst in jouw werk gebruiken?

fb .v

Kritisch en creatief denken

tie

d. Kijk je naar verschillende mogelijkheden als dingen niet in één keer lukken? Noem één voorbeeld.

u' Ac

e. Kom jij voor jouw mening uit als de situatie dat vraagt? Noem één voorbeeld.

Ed

f. Heb jij het uiterste uit jezelf gehaald bij de opdrachten? Noem één voorbeeld.

Zelfregulatie en zelfsturing

ig

ht

g. Heb je een goede planning gemaakt? Geef hiervan één voorbeeld.

i.

Ben je goed omgegaan met feedback? Geef hiervan één voorbeeld: hoe heb je gereageerd?

C

op

yr

h. Heb je de goede bronnen en materialen gebruikt? Geef hiervan één voorbeeld.

25


B1-K1-W2

Samenwerken Heb jij bijgedragen aan een goede sfeer in de groep? Geef hiervan één voorbeeld.

fb .v

.

j.

Kun je goed met andere mensen omgaan, ook al zijn ze anders dan jij? Geef hiervan één voorbeeld.

Beoordelingscriteria

Ed

Terugkijken

u' Ac

l.

tie

k. Hebben jullie als groep goede afspraken gemaakt? Geef één voorbeeld van een goede afspraak.

ht

Je hebt: • alle vragen beantwoord • inzicht in je eigen functioneren.

ig

Beoordeling

C

op

yr

Opmerkingen:

26

Beoordelaar:

1

2

3

4

5


B1-K1-W2

Oefening 6

Beoordeling werkproces Vraag je begeleider om een eindbeoordeling.

Materialen en middelen inzetten • Kiest passende materialen.

1

2

5

Ed

Beoordelingscriteria

4

u' Ac

Opmerkingen:

Beoordelaar:

3

tie

Beoordeling

fb .v

.

Beoordelingscriteria

Plannen en organiseren

ht

• Schat de benodigde tijd juist in. • Houdt effectief rekening met randvoorwaarden en onvoorziene omstandigheden. • Regelt ruim tevoren activiteiten.

1

2

3

4

5

yr

ig

Beoordeling

C

op

Opmerkingen:

Beoordelaar:

27


B1-K1-W3

B1-K1-W3

.

Inleiding

fb .v

Anna checkt vandaag de buitenruimte van de opvanginstelling. Nu het bijna zomer is, gaan de kinderen weer dagelijks naar buiten. Anna bekijkt of het buitenspeelgoed nog goed werkt en veilig is. Ook beoordeelt zij of de buitenmaterialen geschikt zijn om de ontwikkeling van kinderen te stimuleren en of ze uitdagend zijn. Ze maakt een lijst van wat nog goed bruikbaar is, en van wat er nieuw aangeschaft moet worden. Anna maakt de ruimte geschikt en verzamelt alle materialen die nodig zijn.

tie

Werkproces

Leerdoelen

u' Ac

Deze BPV-opdracht hoort bij het werkproces B1-K1-W3 Richt ruimten in ter voorbereiding op activiteiten.

Ed

Je kunt: • passende materialen kiezen die afgestemd zijn op het doel • ruimte en materialen toetsen op vastgestelde criteria • verantwoord en doeltreffend gebruikmaken van schoonmaakmiddelen en materialen • veilig en gezond werken overeenkomstig met de voorschriften.

Bronnen

cursus Ontwikkelingspsychologie deel 1: Algemeen, baby, dreumes cursus Ontwikkelingspsychologie deel 2: Peuter, kleuter, jonge schoolkind cursus Ontwikkelingspsychologie deel 3: Oudere schoolkind, puber, adolescent training Huishoudelijke taken & inrichten van de ruimte.

ht

• • • •

ig

Planning

Lees eerst de BPV-opdracht goed door en vul daarna het planningsformulier in. Dit formulier laat je goedkeuren door je praktijkbegeleider. Als hij akkoord is met je planning mag je de opdrachten gaan uitvoeren.

C

op

yr

Planningsformulier <

28


B1-K1-W3

De pedagogische visie van de instelling waar je werkt bepaalt welke materialen er zijn. In deze opdracht neem je beleidsdocumenten van de instelling over de pedagogische visie door. Je onderzoekt hoe in de praktijk de visie van de instelling samenhangt met het gebruik van materialen. Je maakt een collage van je bevindingen.

.

Artikel Pedagogische stromingen in de kinderopvang <

Materialen kiezen

fb .v

Oefening 1

Voorbereiden

tie

Overleg met je BPV-begeleider welke documenten je kunt gebruiken voor de opdracht en waar je deze kunt vinden. Neem het Artikel Pedagogische stromingen in de kinderopvang over pedagogische visies door. Bekijk hoe het verband is tussen de pedagogische visies en het gebruik van materialen in de kinderopvang. Neem de beleidsdocumenten van de instelling door. Onderzoek wat de pedagogische visie is en hoe deze samenhangt met de keuze voor materialen. Noteer vijf aandachtspunten.

Uitvoeren

Ed

Onderzoek de spelmaterialen in de BPV-instelling. Maak een lijst van spelmaterialen die niet aansluiten bij de pedagogische visie. Noteer op welke punten deze materialen niet passen. Maak foto's ter illustratie. Maak een voorstel met alternatieve materialen voor de materialen die niet passen bij de visie van de BPV-instelling. Maak een collage waarin je opneemt: – de pedagogische visie van de BPV-instelling, vijf aandachtspunten – de lijst met materialen die niet aansluiten bij de pedagogische visie en je motivatie hierbij – foto's van de materialen – je voorstel met alternatieve materialen. Bespreek je collage met je BPV-begeleider.

ht

• •

u' Ac

ig

Beoordelingscriteria Materialen kiezen

C

op

yr

Je hebt: • een collage gemaakt, met hierin opgenomen:

◦ ◦ ◦ ◦

de pedagogische visie van de BPV-instelling, vijf aandachtspunten de lijst met materialen die niet aansluiten bij de pedagogische visie en je motivatie hierbij

foto's van de materialen je voorstel met alternatieve materialen. • je collage besproken met je BPV-begeleider.

1

2

3

4

5

Beoordeling

29


B1-K1-W3

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Oefening 2

tie

In je instelling zijn er allerlei regels. Bijvoorbeeld over de veiligheid van de materialen en speeltoestellen waarmee je werkt. Of over hoe groot een ruimte minimaal moet zijn voor een groep kinderen. Ook zijn er regels over het uitvoeren van huishoudelijke taken.

• •

• •

Neem het Artikel Kwaliteit in de kinderopvang door. Hier vind je een algemeen overzicht van regels en wetten waar je mee te maken hebt. Noteer hoofdpunten. Overleg met je BPV-begeleider waar je de protocollen en regels voor inrichting van de ruimtes en voor de huishoudelijke werkzaamheden kunt vinden. Gebruik het Werkmodel Schoonmaakvaardigheden, als er geen protocollen hiervoor zijn in de BPV-instelling. Lees de regels en protocollen door. Noteer tien hoofdpunten op het gebied van veiligheid, hygiëne en inrichting. Neem het Werkmodel Veiligheid bij sport en spel door. Noteer hoofdpunten waar je op gaat letten bij het controleren van een ruimte. Bepaal voor welke ruimte je de regels gaat toetsen. Controleer of de ruimte veilig en hygiënisch is volgens de regels van de BPV-instelling. Ga hierbij ook na of er gewerkt wordt volgens de schema's voor huishoudelijke taken. Maak een verbetervoorstel. Gebruik hierbij een plattegrond om je punten duidelijk te maken. Bespreek het verbetervoorstel met je BPV-begeleider. Bespreek welke punten uit het verbetervoorstel je uit gaat voeren.

ig

• •

u' Ac

Voorbereiden

Ed

Artikel Kwaliteit in de kinderopvang <

In deze opdracht ga je na welke regels er zijn. Daarna toets je hoe deze regels toegepast worden in de praktijk. Je maakt een verbetervoorstel, dat je later uitvoert. Je oefent met het uitvoeren van huishoudelijke werkzaamheden.

ht

Werkmodel Veiligheid bij sport en spel <

Werkmodel Schoonmaakvaardigheden <

Ruimte toetsen

C

op

yr

Uitvoeren • •

30

Voer het verbetervoorstel uit. Voer gedurende een week huishoudelijke taken uit voor de ruimte. Noteer dagelijks je bevindingen over het uitvoeren van deze taken. Wat ging er goed? Wat ging er minder goed? Hoe vind je het om deze taken te doen? Maak een verslag waarin je opneemt: – tien hoofdpunten uit de protocollen en instructies die je hebt doorgenomen – de punten waarop je de ruimte hebt getoetst


B1-K1-W3

.

– je bevindingen bij het toetsen van de ruimte – het verbetervoorstel – de uitvoering van het verbetervoorstel – je reflectie over het uitvoeren van de huishoudelijke taken. Bespreek het verslag met je BPV-begeleider.

fb .v

Beoordelingscriteria Verbetervoorstel

u' Ac

tie

Je hebt: • verschillende documenten gelezen over veiligheid en hygiëne en de belangrijkste punten voor het inspecteren van een ruimte opgesteld • de afgesproken ruimte geïnspecteerd op veiligheid en hygiëne door puntsgewijs op te schrijven wat goed is en wat beter zou kunnen • op basis van de punten die beter zouden kunnen een verbetervoorstel geschreven • je verbetervoorstel besproken met je BPV-begeleider.

1

Beoordeling

3

4

5

Ed

Opmerkingen:

2

ht

Beoordelaar:

ig

Beoordelingscriteria

C

op

yr

Ruimte toetsen Je hebt: • je verbetervoorstel uitgevoerd en een week lang de huishoudelijke taken voor een ruimte uitgevoerd • een verslag geschreven over het toetsen van een ruimte, met hierin opgenomen:

◦ ◦ ◦ ◦ ◦ ◦

tien hoofdpunten uit de protocollen en instructies die je hebt doorgenomen de punten waarop je de ruimte hebt getoetst je bevindingen bij het toetsen van de ruimte het verbetervoorstel de uitvoering van het verbetervoorstel je reflectie over het uitvoeren van de huishoudelijke taken • het verslag besproken met je BPV-begeleider.

31


B1-K1-W3

1

2

3

4

5

.

Beoordeling

fb .v

Opmerkingen:

Ruimte geschikt maken voor een activiteit

u' Ac

Oefening 3

tie

Beoordelaar:

Voordat je een activiteit kunt uitvoeren maak je de ruimte geschikt. Je denkt op tijd na over hoe de ruimte ingericht en voorbereid kan zijn op een activiteit. In deze opdracht oefen je met het voorbereiden van een ruimte op een activiteit. Je maakt de ruimte geschikt. Na afloop van de activiteit zorg je ervoor dat alles is opgeruimd.

• • •

ig

Overleg met je BPV-begeleider met welke collega's en/of voor welke ruimte je deze opdracht uitvoert. Doe hierbij zelf voorstellen. Overleg met de collega welke activiteiten er op het programma staan. Bedenk op welke manier je de ruimte geschikt kan maken voor de activiteiten. Zet je voorbereiding op papier, maak eventueel een tekening ter ondersteuning. Bedenk hierbij welke taken er zijn voor het geschikt maken van de ruimte in de voorbereiding, tijdens de activiteiten en na afloop. Overleg je voorbereiding met je BPV-begeleider of met de collega.

ht

Ed

Voorbereiden

yr

Uitvoeren

C

op

• • •

Voer nu je voorbereiding uit. Maak de ruimte geschikt voor de activiteit en zorg ervoor dat de ruimte na afloop weer opgeruimd is. Maak eventueel foto's van de uitvoering. Voer een gesprek met je BPV-begeleider of collega over de uitvoering.

Beoordelingscriteria Ruimte geschikt maken voor een activiteit Je hebt: • overlegd met een collega over de activiteiten in een ruimte • een voorbereiding gemaakt voor het geschikt maken van een ruimte passend bij een activiteit Hierbij heb je aangegeven welke taken er zijn in de voorbereiding, tijdens de activiteit en na afloop.

32


B1-K1-W3

2

4

5

u' Ac

tie

Opmerkingen:

3

fb .v

1 Beoordeling

.

• de voorbereiding besproken met je BPV-begeleider of collega • je plan uitgevoerd, en daarmee een ruimte geschikt gemaakt voor een activiteit en na afloop opgeruimd Eventueel heb je foto's gemaakt ter illustratie. • een gesprek gevoerd met je BPV-begeleider of collega over de uitvoering.

Beoordelaar:

Werkmodel Schoonmaakschema <

In deze opdracht richt je een ruimte in aan de hand van een thema. Hierbij zorg je ervoor dat de inrichting uitdagend is voor de kinderen en voldoet aan de ontwikkelingsbehoefte. Daarnaast voldoet de ruimte aan de veiligheidseisen.

Voorbereiden • •

Overleg met je BPV-begeleider welke ruimte je in gaat richten. Overleg voor welk thema je de ruimte in gaat richten. Denk bijvoorbeeld aan de seizoenen, de jaarfeesten of het voorleesontbijt. Vraag na bij welke collega je vragen kunt stellen over de invulling van het thema. Lees het activiteitenplan voor het thema door.

ig

Werkmodel Moodbord maken <

Als pedagogisch medewerker breng je regelmatig veranderingen aan in de ruimtes van de opvang. De seizoenen veranderen, waardoor je de ruimtes anders inricht en aankleedt. Of je werkt aan een thema, waaraan je de ruimte aan wilt passen.

Ed

Werkmodel Plan van aanpak <

Eindopdracht Een ingerichte ruimte

ht

Oefening 4

• •

yr

Werkmodel STRAK-reflectie <

C

op

Uitvoeren • • • • • • • •

Bedenk aan de hand van het thema en de geplande activiteiten hoe de inrichting van de ruimte hieraan kan bijdragen. Maak een moodbord voor de inrichting. Gebruik hierbij het Werkmodel Moodbord maken. Maak een plattegrond, waarin je je inrichting tekent. Maak een lijst van de materialen die nodig zijn. Bedenk of er spullen aangeschaft moeten worden en wat dit kost. Maak een schoonmaakschema voor de ingerichte ruimte. Gebruik hierbij het Werkmodel Schoonmaakschema. Beschrijf deze punten in een plan van aanpak. Overleg dit plan met je BPV-begeleider of in een werkoverleg. Gebruik hierbij het Werkmodel Plan van aanpak. Werk je plan bij aan de hand van de feedback van de collega's.

33


B1-K1-W3

• •

Voer daarna het plan uit. Hierbij kun je collega's inschakelen. Maak eventueel foto's van het resultaat. Bespreek het resultaat van de uitvoering met je BPV-begeleider. Dit kun je doen door het te laten zien in de ruimte zelf, of door foto's te laten zien. Schrijf als afsluiting een reflectieverslag op basis van Werkmodel STRAK-reflectie.

.

fb .v

Beoordelingscriteria Een ingerichte ruimte

Je hebt: • de inrichting van de ruimte gepland met als resultaat een plan van aanpak, waarin verwerkt:

◦ ◦ ◦ ◦ ◦

een thema of programma voor activiteiten dat aansluit bij de ontwikkeling van de kinderen

tie

◦ ◦ ◦

u' Ac

een moodbord voor de inrichting een plattegrond met afmetingen van de ruimte een aansprekende inrichting, die past bij het thema of de activiteiten een realistisch budget met hieraan gekoppeld een materiaallijst een schoonmaakschema, passend bij de ruimte en regels van de instelling • het plan van aanpak besproken met je BPV-begeleider en aan de hand van feedback aanpassingen gemaakt • de ruimte ingericht volgens het plan van aanpak, waarbij je:

Ed

zo nodig collega's hebt ingeschakeld foto's hebt gemaakt van het uiteindelijk resultaat flexibel hebt ingespeeld op onvoorziene zaken • het resultaat en de foto's besproken met je BPV-begeleider.

1

2

3

4

ht

Beoordeling

C

op

yr

ig

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria STRAK-reflectie Je hebt: • een STRAK-reflectie geschreven volgens het Werkmodel STRAK-reflectie • inzicht in je eigen functioneren.

34

5


B1-K1-W3

1

2

3

4

5

.

Beoordeling

fb .v

Opmerkingen:

Terugkijken Reflectie op de leerstof

u' Ac

Oefening 5

tie

Beoordelaar:

Ed

a. Wat heb je allemaal geleerd? Noem drie dingen.

ht

b. Wat wist je al?

yr

ig

c. Wat ga je in de toekomst in jouw werk gebruiken?

C

op

Kritisch en creatief denken d. Kijk je naar verschillende mogelijkheden als dingen niet in één keer lukken? Noem één voorbeeld.

e. Kom jij voor jouw mening uit als de situatie dat vraagt? Noem één voorbeeld.

35


B1-K1-W3

.

f. Heb jij het uiterste uit jezelf gehaald bij de opdrachten? Noem één voorbeeld.

fb .v

Zelfregulatie en zelfsturing

tie

g. Heb je een goede planning gemaakt? Geef hiervan één voorbeeld.

Ben je goed omgegaan met feedback? Geef hiervan één voorbeeld: hoe heb je gereageerd?

Samenwerken

Heb jij bijgedragen aan een goede sfeer in de groep? Geef hiervan één voorbeeld.

ht

j.

Ed

i.

u' Ac

h. Heb je de goede bronnen en materialen gebruikt? Geef hiervan één voorbeeld.

C

op

yr

ig

k. Hebben jullie als groep goede afspraken gemaakt? Geef één voorbeeld van een goede afspraak.

36

l.

Kun je goed met andere mensen omgaan, ook al zijn ze anders dan jij? Geef hiervan één voorbeeld.


B1-K1-W3

Beoordelingscriteria Terugkijken

1

2

Beoordeling

Beoordeling werkproces

5

Ed

Oefening 6

4

u' Ac

Beoordelaar:

3

tie

Opmerkingen:

fb .v

.

Je hebt: • alle vragen beantwoord • inzicht in je eigen functioneren.

Vraag je BPV-begeleider om een eindbeoordeling.

Beoordelingscriteria

ht

Materialen en middelen inzetten

ig

• Kiest passende materialen die afgestemd zijn op het doel. • Maakt verantwoord gebruik van schoonmaakmiddelen en -materialen.

1

2

3

4

5

Opmerkingen:

C

op

yr

Beoordeling

Beoordelaar:

37


B1-K1-W3

Beoordelingscriteria Instructies en procedures opvolgen

2

3

4

5

4

5

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

Ed

Analyseren

u' Ac

tie

Opmerkingen:

fb .v

1 Beoordeling

.

• Werkt veilig en gezond overeenkomstig de voorschriften.

• Toetst ruimte en materialen op vastgestelde criteria.

ht

Beoordeling

C

op

yr

ig

Opmerkingen:

38

Beoordelaar:

1

2

3


B1-K1-W4

B1-K1-W4

.

Inleiding

fb .v

Emma bereidt het overleg met haar collega's voor. Op de agenda staat onder andere de kindbespreking. Tijdens het overleg wil Emma met haar de begeleiding van kinderen, die wat extra aandacht nodig hebben bespreken. Zij wil informatie uitwisselen met de collega's en daarna besluiten nemen over de begeleiding in de komende periode. Hierbij verdeelt zij de taken samen met de collega's. Emma houdt rekening met de wensen, behoeftes en prioriteiten van de collega's.

tie

Werkproces

Leerdoelen

u' Ac

Deze BPV-opdracht hoort bij het werkproces B1-K1-W4 Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen.

Ed

Je kunt: • tijdig en regelmatig overleggen met alle betrokkenen • openstaan voor meningen, ideeën en feedback van anderen • duidelijke en haalbare doelen formuleren • actief en effectief deelnemen aan vormen van overleg • in overleggen meerdere gespreksdoelen realiseren • rekening houden met de haalbaarheid van werkzaamheden in tijd en kwaliteit • professioneel aan de onderlinge band en samenwerking bouwen.

training Gesprekken voeren basis PW training Gesprekstechnieken PW training Professioneel Samenwerken project Oriëntatie op het werkveld.

ig

• • • •

ht

Bronnen

yr

Planning Lees eerst de BPV-opdracht goed door en vul daarna het planningsformulier in. Dit formulier laat je goedkeuren door je praktijkbegeleider. Als hij akkoord is met je planning mag je de opdrachten gaan uitvoeren.

C

op

Planningsformulier <

39


B1-K1-W4

Oefening 1

Deelnemen aan een overleg Op je BPV-instelling zijn regelmatig overleggen. Hierbij kan het gaan over de begeleiding van de kinderen, maar ook over praktische zaken zoals het rooster of de vakantieplanning. Je woont enkele overleggen bij en onderzoekt hoe de overleggen verlopen.

fb .v

.

In deze opdracht woon je een afstemmingsoverleg bij. Je maakt aantekeningen over de voorbereiding en de uitvoering van het overleg. Je noteert je bevindingen van het overleg.

Voorbereiden

tie

• •

Onderzoek welke overleggen er zijn in je BPV-instelling. Welke doelen hebben de overleggen en wie zijn er betrokken bij de overleggen? Maak hiervan een overzicht. Bespreek het overzicht met je BPV-begeleider. Overleg met je BPV-begeleider bij welk overleg je aanwezig bent en een observatie gaat doen. Doe hierbij zelf voorstellen. Je vraagt bij degene die het overleg leidt na welke gespreksdoelen er zijn en op welke manier hij deze wil bereiken.

Uitvoeren

• •

Woon het afgesproken overleg bij. Observeer hierbij op de punten: – Kan iedereen zijn mening geven? – Blijft men bij het gesprekspunt? Hoe zorgt de gespreksleider ervoor dat men bij het gesprekspunt blijft? – Hoe zijn de besluiten genomen? Maak een verslag met je bevindingen van het overleg. Bespreek het verslag met je BPV-begeleider.

Ed

u' Ac

Beoordelingscriteria

ht

Deelnemen aan een overleg

ig

Je hebt: • een overzicht gemaakt over de overleggen in de BPV-instelling, waarbij je hebt opgenomen:

◦ ◦ ◦

C

op

yr

welke overleggen zijn er wat zijn de verschillende doelen van de overleggen wie zijn er betrokken bij de overleggen • het overzicht van de overleggen besproken met je BPV-begeleider • een overleg bijgewoond, waarbij je gelet hebt op:

40

◦ ◦ ◦

Kan iedereen zijn mening geven? Blijft men bij het gesprekspunt? Hoe zorgt de gespreksleider ervoor dat men bij het gesprekspunt blijft?

Hoe zijn de besluiten genomen? • je bevindingen van het overleg bijgehouden • een verslag geschreven van je bevindingen • het verslag besproken met je BPV-begeleider.


B1-K1-W4

1

2

3

4

5

.

Beoordeling

fb .v

Opmerkingen:

u' Ac

Filmpje Oefening Welke fouten kan de voorzitter maken? <

Een overleg voorbereiden en uitvoeren

Wanneer je een overleg voorzit of leidt, dan bereid je jezelf eerst goed voor. Je zorgt ervoor dat je weet waar de gespreksonderwerpen over gaan. Je bedenkt op welke manier je wilt overleggen over de punten en wat je wilt bereiken. Je formuleert gespreksdoelen. In deze opdracht bereid je een overleg voor en je leidt dit overleg. In je voorbereiding besteed je aandacht aan de gespreksdoelen. Je zorgt ervoor dat de deelnemers de juiste informatie hebben. Je leidt het overleg waarbij je openstaat voor verschillende meningen en feedback.

Ed

Oefening 2

tie

Beoordelaar:

Voorbereiden • •

ig

Voor een afstemmingsoverleg bereid je een gesprekspunt voor. Dit gesprekspunt is een knelpunt in de organisatie. Overleg met je BPV-begeleider welk punt je voorbereidt en voor welk overleg. Bekijk het Filmpje Oefening Welke fouten kan de voorzitter maken? bij deze opdracht over het leiden van een overleg. Noteer aandachtspunten. Bedenk welk gespreksdoel je gesprekspunt heeft (informeren, meningsvorming of discussie). Bedenk welke informatie de deelnemers aan het overleg nodig hebben bij hun voorbereiding. Bespreek je voorbereiding met je BPV-begeleider. Zorg ervoor dat de deelnemers aan het overleg de informatie tijdig krijgen.

ht

C

op

yr

• •

Uitvoeren • •

• •

Leid het overleg bij je voorbereide gesprekspunt. Hierbij: – geef je anderen de ruimte om hun mening naar voren te brengen – vat je tussendoor samen wat er gezegd wordt – zorg je ervoor dat je bij het onderwerp blijft – zorg je voor draagkracht zodat er een besluit genomen kan worden. Je BPV-begeleider observeert je tijdens het overleg. Voer een gesprek met je BPV-begeleider, waarbij je reflecteert op hoe je het gesprekspunt hebt ingebracht en geleid.

41


B1-K1-W4

Beoordelingscriteria Voorbereiding van het overleg

fb .v

.

Je hebt: • je voorbereid op het uitvoeren van een overleg, door:

het formuleren van passende gespreksdoelen bij een gesprekspunt voor het overleg (informeren, discussiëren of mening vormen); het gesprekspunt is een knelpunt in de instelling

◦ het tijdig en volledig informeren van collega's over het gesprekspunt • je voorbereiding doorgesproken met je BPV-begeleider. 4

5

u' Ac

Beoordelaar:

3

Ed

Opmerkingen:

2

tie

1 Beoordeling

Beoordelingscriteria

ht

Overleggen Je hebt: • het overleg geleid bij een gesprekspunt, met als aandachtspunten:

◦ ◦ ◦ ◦

C

op

yr

ig

geef je anderen de ruimte om hun mening naar voren te brengen vat je tussendoor samen wat er gezegd wordt zorg je ervoor dat je bij het onderwerp blijft zorg je voor draagkracht zodat er een besluit genomen kan worden • een reflectiegesprek met je BPV-begeleider gevoerd over het leiden van het overleg bij een gesprekspunt.

42

1 Beoordeling

2

3

4

5


B1-K1-W4

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Oefening 3

Werkzaamheden verdelen

tie

Dagelijks werk je samen met je collega's. Hierbij is overleg met elkaar en de taakverdeling belangrijk.

Voorbereiden

Overleg met je BPV-begeleider wanneer en hoe je deze opdracht gaat uitvoeren. Maak een lijst of formulier, van punten waarop je wilt letten. Hierin neem je in ieder geval op: – Hoe worden de taken verdeeld? – Op welke momenten is er overleg? – Hoe wordt ervoor gezorgd dat belangrijk informatie bij alle collega's bekend is? Bespreek je voorbereiding met de lijst of het formulier met je BPV-opleider.

Ed

• •

u' Ac

In deze opdracht kijk je eerst hoe dagelijks overleg plaatsvindt en hoe de taken verdeeld worden. Daarna bedenk je hoe jij dit zelf in de toekomst aan gaat pakken.

Houd op je lijst of formulier een aantal dagen bij. Maak nu een dagoverzicht waarin je je bevindingen verwerkt. Bedenk wat je op dezelfde manier zou doen en wat je anders aan zou pakken als je verantwoordelijk was voor het afstemmen en het verdelen van taken. Schrijf hierover een paragraaf bij het dagoverzicht. Bespreek het dagoverzicht met je BPV-begeleider.

ig

• • •

ht

Uitvoeren

yr

C

op

Beoordelingscriteria Voorbereiding Je hebt: • een lijst of formulier gemaakt met in ieder geval als aandachtspunten:

◦ ◦ ◦

Hoe worden de taken verdeeld? Op welke momenten is er overleg? Hoe wordt ervoor gezorgd dat belangrijke informatie bij alle collega's bekend is?

◦ Wat zijn de eigen toevoeging(en)? • je lijst of formulier besproken met je BPV-begeleider.

43


B1-K1-W4

1

2

3

4

5

.

Beoordeling

fb .v

Opmerkingen:

tie

Beoordelaar:

Dagoverzicht

u' Ac

Beoordelingscriteria

Ed

Je hebt: • meerdere dagen je bevindingen bijgehouden op een formulier of lijst • een dagoverzicht gemaakt op basis van je bevindingen, met hierbij een paragraaf over hoe je het zelf aan zou pakken • het dagoverzicht besproken met je BPV-begeleider.

1

2

3

4

5

Beoordeling

yr

ig

ht

Opmerkingen:

C

op

Beoordelaar:

Oefening 4

Werkmodel STRAK-reflectie <

44

Eindopdracht Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen Als pedagogisch medewerker stem je af en neem je deel aan relevante overlegvormen. Je stemt werkzaamheden af met collega's of andere betrokkenen. Daarbij bespreek je de verdeling van taken. Je geeft richting aan overleggen om zowel overeenstemming als voldoende steun voor besluiten te verkrijgen. Je houdt rekening met mogelijkheden, eisen, prioriteiten, wensen, behoeftes en verwachtingen van betrokkenen en de daaruit voortkomende consequenties. Met behulp van uitgewisselde informatie vorm je je een compleet beeld van de dienstverlening. Je past je aanpak aan als blijkt dat dit nodig is. Daarnaast bespreek je eventuele knelpunten in de werkzaamheden en zoek je naar mogelijkheden om deze op te lossen.


B1-K1-W4

In deze eindopdracht stem je de werkzaamheden onderling af. Gedurende een aantal dagen verdeel jij de werkzaamheden op de groep.

fb .v

Overleg met je BPV-begeleider over welke groep je gedurende een aantal dagen (minimaal drie) de werkzaamheden gaat verdelen. Bereid je voor op deze punten: – Welke werkzaamheden ga je verdelen? – Wat zijn de vaste overlegmomenten? – Op welke manier wil jij belangrijke informatie delen? – Hoe zorg je ervoor dat je de kwaliteit, continuïteit en eenduidigheid op de groep waarborgt? Bespreek je voorbereiding met je BPV-begeleider.

tie

.

Voorbereiden

Uitvoeren

u' Ac

Stem gedurende (minimaal) drie dagen de werkzaamheden af volgens je voorbereiding. Noteer dagelijks je bevindingen en reflecteer op de aandachtspunten. Schrijf als afsluiting een reflectieverslag op basis van het Werkmodel STRAK-reflectie. waarin je duidelijk naar voren laat komen: – hoe je de werkzaamheden hebt verdeeld – of je je hebt gehouden aan vaste overlegmomenten – op welke manier je belangrijke informatie hebt gedeeld – hoe je ervoor hebt gezorgd dat de kwaliteit, continuïteit en eenduidigheid op de groep is gewaarborgd. Bespreek je verslag met je BPV-begeleider.

Ed

• • •

Beoordelingscriteria

ht

Voorbereiding Je hebt: • je voorbereid op het afstemmen van werkzaamheden met deze punten:

◦ ◦ ◦ ◦

1

2

3

4

5

Beoordeling

C

op

yr

ig

Welke werkzaamheden ga je verdelen? Wat zijn de vaste overlegmomenten? Op welke manier wil jij belangrijke informatie delen? Hoe zorg je ervoor dat je de kwaliteit, continuïteit en eenduidigheid op de groep waarborgt? • de voorbereiding besproken met je BPV-begeleider.

45


B1-K1-W4

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen

tie

Beoordelingscriteria

u' Ac

Je hebt: • gedurende (minimaal) drie dagen de werkzaamheden op een groep afgestemd waarbij je rekeningen gehouden hebt met de aandachtspunten uit je voorbereiding • dagelijks je bevindingen en reflecties bijgehouden.

1

Beoordeling

3

4

5

ht

Ed

Opmerkingen:

2

ig

Beoordelaar:

yr

Beoordelingscriteria

C

op

STRAK-reflectie

46

Je hebt: • en STRAK-reflectie geschreven volgens het Werkmodel STRAK-reflectie, waarin je duidelijk naar voren laat komen:

◦ ◦ ◦ ◦

hoe je de werkzaamheden hebt verdeeld of je je hebt gehouden aan vaste overlegmomenten op welke manier je belangrijke informatie hebt gedeeld hoe je ervoor hebt gezorgd dat de kwaliteit, continuïteit en eenduidigheid op de groep is gewaarborgd. • het verslag besproken met je BPV-begeleider • inzicht in je eigen functioneren.


B1-K1-W4

1

2

3

4

5

.

Beoordeling

fb .v

Opmerkingen:

Terugkijken Reflectie op de leerstof

u' Ac

Oefening 5

tie

Beoordelaar:

Ed

a. Wat heb je allemaal geleerd? Noem drie dingen.

ht

b. Wat wist je al?

yr

ig

c. Wat ga je in de toekomst in jouw werk gebruiken?

C

op

Kritisch en creatief denken d. Kijk je naar verschillende mogelijkheden als dingen niet in één keer lukken? Noem één voorbeeld.

e. Kom jij voor jouw mening uit als de situatie dat vraagt? Noem één voorbeeld.

47


B1-K1-W4

.

f. Heb jij het uiterste uit jezelf gehaald bij de opdrachten? Noem één voorbeeld.

fb .v

Zelfregulatie en zelfsturing

tie

g. Heb je een goede planning gemaakt? Geef hiervan één voorbeeld.

Ben je goed omgegaan met feedback? Geef hiervan één voorbeeld: hoe heb je gereageerd?

Samenwerken

Heb jij bijgedragen aan een goede sfeer in de groep? Geef hiervan één voorbeeld.

ht

j.

Ed

i.

u' Ac

h. Heb je de goede bronnen en materialen gebruikt? Geef hiervan één voorbeeld.

C

op

yr

ig

k. Hebben jullie als groep goede afspraken gemaakt? Geef één voorbeeld van een goede afspraak.

48

l.

Kun je goed met andere mensen omgaan, ook al zijn ze anders dan jij? Geef hiervan één voorbeeld.


B1-K1-W4

Beoordelingscriteria Terugkijken

1

2

Beoordeling

Beoordeling werkproces

5

4

5

Ed

Oefening 6

4

u' Ac

Beoordelaar:

3

tie

Opmerkingen:

fb .v

.

Je hebt: • alle vragen beantwoord • inzicht in je eigen functioneren.

Vraag je begeleider om een eindbeoordeling.

Beoordelingscriteria

ht

Overtuigen en beïnvloeden

ig

• Neemt actief en effectief deel aan gesprekken • Formuleert duidelijk haalbare doelen.

1

2

3

Opmerkingen:

C

op

yr

Beoordeling

Beoordelaar:

49


B1-K1-W4

Beoordelingscriteria Samenwerken en overleggen

2

5

4

5

Ed

Beoordelingscriteria

4

u' Ac

Beoordelaar:

3

tie

Opmerkingen:

fb .v

1 Beoordeling

.

• Staat open voor meningen, ideeën en feedback van anderen • Neemt actief deel aan overleg • Realiseert in gesprekken gespreksdoelen.

Plannen en organiseren

ht

• Voert tijdig en regelmatig overleg met anderen • Houdt bij de planning van werkzaamheden rekening met de tijd.

ig

Beoordeling

C

op

yr

Opmerkingen:

50

Beoordelaar:

1

2

3


B1-K1-W5

B1-K1-W5

.

Inleiding

fb .v

Laura voert in haar dagelijks werk regelmatig activiteiten uit waarmee zij de ontwikkeling van kinderen stimuleert. Vaak zijn dit georganiseerde activiteiten voor een individueel kind of een groepje kinderen. Soms maakt zij van een alledaags klusje als opruimen een ontwikkelingsactiviteit. Bij het voorlezen maakt zij gebruik van de eigen inbreng van kinderen. Tijdens de activiteiten die Laura met kinderen doet observeert zij hen. Signalen over de ontwikkeling van de kinderen bespreekt zij met haar leidinggevende.

tie

Werkproces

Leerdoelen

u' Ac

Deze BPV-opdracht hoort bij het werkproces B1-K1-W5 Stimuleert de ontwikkeling door het aanbieden van activiteiten.

Ed

Je kunt: • flexibel inspelen op veranderingen in de situatie, waaronder het schakelen tussen een individueel kind en een groep kinderen • voorbeeldgedrag tonen • bij het voorlezen wisselende intonatie en stiltemomenten op een aantrekkelijke wijze toepassen • interactievaardigheden effectief toepassen.

Bronnen

ht

cursus Ontwikkelingspsychologie deel 1: Algemeen, baby, dreumes cursus Ontwikkelingspsychologie deel 2: Peuter, kleuter, jonge schoolkind cursus Ontwikkelingspsychologie deel 3: Oudere schoolkind, puber, adolescent cursus Werken volgens de methodische cyclus cursus Onderwijs/VVE 1 Leren, algemene didactiek, leerstijlen cursus Onderwijs/VVE 2 Activerende leeromgeving cursus Onderwijs/VVE 3 Onderwijsvisies en pedagogen training Huishoudelijke taken & inrichten van de ruimte training Onderwijs/VVE 4 Interactievaardigheden training Taalontwikkeling training Verhalen vertellen met poppen project Oriëntatie op het werkveld project Ontwikkelen van een activiteitenprogramma/themaweek project Voorlezen van jeugdboeken project Interculturele communicatie.

C

op

yr

ig

• • • • • • • • • • • • • • •

Planning Planningsformulier <

Lees eerst de BPV-opdracht goed door en vul daarna het planningsformulier in. Dit formulier laat je goedkeuren door je praktijkbegeleider. Als hij akkoord is met je planning mag je de opdrachten gaan uitvoeren.

51


B1-K1-W5

.

fb .v

Artikel De ontwikkeling van je dreumes stimuleren <

In deze opdracht verdiep je je eerst in de achtergrond van het kind. Je kiest activiteiten die bij de ontwikkeling passen. Je bedenkt drie activiteiten die hierbij passen. Daarna voer je de activiteiten met het kind uit.

Voorbereiden • • • • •

• • •

Overleg met je BPV-begeleider met welk kind je deze opdracht uitvoert. Doe hierbij zelf voorstellen. Verdiep je in de achtergrond van het kind, door het dossier te raadplegen en door collega's te vragen. Maak een keuze voor een van de ontwikkelingsgebieden: motorisch, cognitief of sociaal-emotioneel. Neem de artikelen De ontwikkeling van je schoolgaande kind stimuleren en De ontwikkeling van je dreumes stimuleren door. Noteer aandachtspunten. Bedenk drie verschillende activiteiten om de specifieke ontwikkeling van dit kind te stimuleren. Gebruik hiervoor de werkwijze van de BPV-instelling of het Werkmodel Voorbereiding activiteit. Maak een plan van aanpak waarin je de doelen en de activiteiten beschrijft. Gebruik hiervoor de werkwijze van de BPV-instelling of het Werkmodel Plan van aanpak. Bedenk welke materialen je effectief kunt gebruiken bij deze activiteit. Bespreek je plan met je BPV-begeleider.

tie

Artikel De ontwikkeling van je schoolgaande kind stimuleren <

Regelmatig werk je met een individueel kind aan zijn ontwikkeling. Daarbij wil je een specifiek ontwikkelingsgebied stimuleren.

u' Ac

Werkmodel Voorbereiding activiteit <

Drie keer Ontwikkeling

Ed

Oefening 1

Uitvoeren

Voer de drie activiteiten met het kind uit. Waarbij je: – flexibel inspringen op veranderingen in de situatie – voorbeeldgedrag kunt laten zien – de juiste interactievaardigheden toepast: a. respect tonen voor de autonomie van het kind b. structuur aanbrengt en grenzen stellen c. ontwikkeling stimuleren d. praten en uitleggen. Maak na iedere activiteit aantekeningen. Voer na afloop een reflectiegesprek met je BPV-begeleider.

ig

ht

yr

• •

C

op

Beoordelingscriteria Plannen Je hebt: • drie activiteiten die de ontwikkeling van een kind bevorderen voorbereid, waarbij je:

◦ ◦

52

je hebt verdiept in de achtergrond van het kind op basis van de ontwikkeling hebt gekozen voor een ontwikkelingsgebied, namelijk motorisch, cognitief of sociaal-emotioneel


B1-K1-W5

activiteiten hebt gekozen die passen bij de ontwikkeling en behoefte van het kind

2

4

5

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria Drie keer Ontwikkeling

u' Ac

tie

Opmerkingen:

3

fb .v

1 Beoordeling

.

◦ materialen bedacht die passend zijn bij de geplande activiteiten • je plan met de drie activiteiten besproken met je BPV-begeleider.

◦ ◦ ◦

Ed

Je hebt: • de drie activiteiten uitgevoerd, waarbij je deze vaardigheden hebt toegepast:

ig

ht

flexibel inspringen op veranderingen in de situatie voorbeeldgedrag laten zien interactievaardigheden • na iedere activiteit voor jezelf aantekeningen gemaakt • een reflectiegesprek gevoerd met je BPV-begeleider.

1

2

3

4

5

yr

Beoordeling

C

op

Opmerkingen:

Beoordelaar:

53


B1-K1-W5

Oefening 2

Met voorlezen kun je niet vroeg genoeg beginnen. Zelfs voor kleine baby's is voorlezen een gezellige en ontwikkelingsgerichte activiteit.

Voorbereiden

tie

• • •

Overleg met je BPV-begeleider met welke kinderen je gaat voorlezen. Neem het Artikel Het belang van voorlezen door. Noteer aandachtspunten voor deze opdracht. Zoek een boek uit, passend bij de leeftijd van de kinderen waaruit je gaat voorlezen. Neem het boek door. Oefen voor jezelf door hardop voor te lezen. Bedenk bij het boek welke vragen je aan kinderen kunt stellen, of wat je nog meer kunt doen met het onderwerp van het boek. Tijdens het voorlezen observeert je BPV-begeleider of een collega je.

Uitvoeren

ht

• •

Voer de voorleesactiviteit uit, waarbij je correct taalgebruik hanteert. Houd bij het voorlezen rekening met deze punten: – lees niet te snel – betrek de kinderen bij het verhaal – stel vragen aan de kinderen – let op de reacties van kinderen en speel hier op in, maar blijf wel bij het verhaal – laat de kinderen bij het verhaal bewegen (bij jonge kinderen). Evalueer kort met de kinderen. Voer een reflectiegesprek met je BPV-begeleider of een collega, waarin je actief om feedback vraagt.

Ed

• •

u' Ac

• •

.

In deze opdracht verdiep je je eerst in het belang van voorlezen. Je bereidt een voorleesactiviteit voor. Daarna voer je deze uit.

fb .v

Artikel Het belang van voorlezen <

Voorlezen

Beoordelingscriteria

ig

Voorbereiding voorlezen

C

op

yr

Je hebt: • een boek uitgezocht dat passend is bij de ontwikkeling van de kinderen • bedacht hoe je bij het voorlezen de kinderen kunt betrekken en kunt stimuleren in hun ontwikkeling • (eventueel) geoefend met het voorlezen • de voorbereiding besproken met je BPV-begeleider.

54

1 Beoordeling

2

3

4

5


B1-K1-W5

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Voorlezen Je hebt: • de kinderen voorgelezen, waarbij je:

niet te snel hebt gelezen de kinderen bij het verhaal hebt betrokken vragen hebt gesteld aan de kinderen op de reacties van de kinderen hebt gelet, hierop hebt ingespeeld, maar wel bij het verhaal bent gebleven

u' Ac

◦ ◦ ◦ ◦

tie

Beoordelingscriteria

Ed

kinderen hebt laten bewegen bij het verhaal (bij jonge kinderen) • een reflectiegesprek gevoerd met je BPV-begeleider of een collega waarin je actief om feedback hebt gevraagd.

1

2

3

4

5

ht

Beoordeling

yr

ig

Opmerkingen:

C

op

Beoordelaar:

Oefening 3

Ontwikkeling is overal Kinderen ontwikkelen zich niet alleen met gerichte activiteiten of als zij in de klas zitten. Ontwikkeling is overal. Van een alledaags karweitje kun je een ontwikkelingsgerichte activiteit maken. Zoals bij het afruimen van de tafel het tellen van de bordjes, of door iets over het verkeer te vertellen als je met de kinderen op stap bent. In deze opdracht beschrijf je hoe je tijdens alledaagse gebeurtenissen de gelegenheid hebt gebruikt om de ontwikkeling te stimuleren. Je bereidt je hierop voor en wanneer de situatie zich voordoet voer je je plan uit.

55


B1-K1-W5

Voorbereiden

• •

.

Kies twee kinderen uit waarmee je deze opdracht wil doen. Verdiep je in de twee kinderen, geef aan wat voor hen de zone van naaste ontwikkeling is. Bedenk hoe je tijdens dagelijkse activiteiten de kinderen kunt stimuleren en welke ontwikkelingsdoelen je hiermee wil bereiken. Overleg je voorbereiding met je BPV-begeleider. Vraag je BPV-begeleider om je te observeren bij de uitvoering.

fb .v

• •

Uitvoeren

tie

Voer deze opdracht gedurende een aantal dagen uit. Maak daarbij gebruik van de situaties die zich voordoen. Maak dagelijks aantekeningen van de situaties die je gebruikt hebt om de ontwikkeling van de twee kinderen te stimuleren. Schrijf na afloop een verslag waarin je opneemt: – Heb je je doelen met deze twee kinderen bereikt? – Op welke manier heb je gebruikgemaakt van dagelijkse situaties om aan de doelen te werken? – Is wat en hoe je gedaan hebt toepasbaar bij andere kinderen? Wat wel en wat niet? – Heb je echt alle kansen die zich voordoen gebruikt? Bespreek het verslag met je BPV-begeleider, vraag je BPV-begeleider om feedback vanuit de observatie.

Ed

Beoordelingscriteria

u' Ac

Voorbereiding

ht

Je hebt: • twee kinderen uitgekozen om deze opdracht mee te doen • een voorbereiding voor deze opdracht gemaakt, waarin opgenomen:

◦ ◦ ◦

yr

ig

de achtergrond van de twee kinderen en de zone van naaste ontwikkeling de ontwikkelingsdoelen die je met deze kinderen wilt bereiken de manier waarop je tijdens dagelijkse activiteiten met deze kinderen wilt werken aan de ontwikkelingsdoelen • je plan besproken met je BPV-begeleider.

C

op

Beoordeling

56

1

2

3

4

5


B1-K1-W5

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

tie

Ontwikkeling is overal

◦ ◦ ◦

u' Ac

Je hebt: • gedurende enkele dagen de ontwikkeling van twee kinderen tijdens dagelijkse bezigheden gestimuleerd • dagelijks aantekeningen gemaakt van je bevindingen • na afloop een verslag geschreven, waarin opgenomen: Heb je je doelen met deze twee kinderen bereikt? Op welke manier heb je gebruikgemaakt van dagelijkse situaties om aan de doelen te werken? Is wat en hoe je gedaan hebt toepasbaar op andere kinderen? Wat wel en wat niet?

Ed

◦ Heb je echt alle kansen die zich voordoen gebruikt? • het verslag met je BPV-begeleider besproken, waarbij je om feedback hebt gevraagd vanuit de observatie bij de uitvoering. 1

2

3

4

5

ig

ht

Beoordeling

Beoordelaar:

C

op

yr

Opmerkingen:

57


B1-K1-W5

Werkmodel STRAK-reflectie <

In de kinderopvang voer je dagelijks activiteiten uit met kinderen. Hiermee streef je doelen na om de ontwikkeling van kinderen te stimuleren, zoals op motorisch, cognitief en sociaal-emotioneel gebied. Je maakt hierbij gebruik van passende materialen. Je voert de activiteiten uit en begeleidt en stimuleert individuele kinderen en groepjes kinderen. Bij het voorlezen betrek je kinderen actief bij het verhaal. Je gebruikt taal actief om ook de taalontwikkeling te stimuleren. Je bent alert op kansen die zich spontaan voordoen om de ontwikkeling te stimuleren. Je signaleert de voortgang en afwijkingen in de ontwikkeling van een kind.

.

Werkmodel Plan van aanpak <

Eindopdracht Stimuleert de ontwikkeling door het aanbieden van activiteiten

fb .v

Oefening 4

tie

In deze opdracht bereid je een activiteit voor voor een groepje kinderen. Je bedenkt welke ontwikkelingsdoelen je hiermee wilt bereiken. Je voert de activiteit uit, waarbij je aandacht hebt voor de individuele kinderen en het groepje kinderen. Hierbij gebruik je materialen effectief.

Voorbereiden

• • •

u' Ac

• •

Overleg met je BPV-begeleider voor welk kind of voor welk groepje kinderen je een activiteit uit wilt voeren. Verdiep je in de achtergrond van de kinderen. Schrijf een plan van aanpak voor drie activiteiten, waarin je opneemt: – de achtergrond van de kinderen – een motorisch, een cognitief en een sociaal-emotioneel ontwikkelingsdoel waar je met het kind of het groepje kinderen aan wilt werken – drie bijpassende activiteiten – passende materialen. Gebruik een standaard plan van aanpak van de BPV-instelling. Wanneer dit er niet is gebruik dan het Werkmodel Plan van aanpak. Bespreek dit plan van aanpak met je BPV-begeleider. Plan met je BPV-begeleider wanneer je de activiteit uitvoert.

Ed

Voer de activiteiten met behulp van je Plan van Aanpak uit. Voer daarna een gesprek met je BPV-begeleider waarin je de onderstaande vragen beantwoordt: – Zijn de doelen bereikt? Hoe heb je dat gemeten? – Hoe verliep de uitvoering? – Hoe heb je aandacht besteed aan de individuele kinderen en/of het groepje? – Hoe heb je voorbeeldgedrag getoond? Schrijf als afsluiting een reflectieverslag op basis van Werkmodel STRAK-reflectie.

yr

ig

• •

ht

Uitvoeren

C

op

Beoordelingscriteria Plan van aanpak Je hebt: • een plan van aanpak gemaakt om de ontwikkeling van een groepje kinderen te stimuleren, waarin opgenomen:

58

de achtergrond van de kinderen


B1-K1-W5

◦ ◦ ◦

een motorisch, een cognitief en een sociaal-emotioneel ontwikkelingsdoel waar je met het kind of het groepje kinderen aan wilt werken

2

3

4

5

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

u' Ac

tie

Opmerkingen:

fb .v

1 Beoordeling

.

drie bijpassende activiteiten passende materialen • het plan van aanpak besproken met je BPV-begeleider.

Ed

Stimuleert de ontwikkeling door het aanbieden van activiteiten Je hebt: • de ontwikkeling van een kind of een groepje kinderen gestimuleerd volgens je plan van aanpak • in een gesprek met je BPV-begeleider de volgende vragen beantwoord: Zijn de doelen bereikt? Hoe heb je dit gemeten? Hoe verliep de uitvoering? Hoe heb je aandacht besteed aan de individuele kinderen en/of het groepje? Hoe heb je voorbeeldgedrag getoond?

ig

ht

◦ ◦ ◦ ◦

1

2

3

4

5

Opmerkingen:

C

op

yr

Beoordeling

Beoordelaar:

59


B1-K1-W5

Beoordelingscriteria STRAK-reflectie

2

u' Ac

Oefening 5

Terugkijken

Ed

Beoordelaar:

Reflectie op de leerstof

ht

a. Wat heb je allemaal geleerd? Noem drie dingen.

C

op

yr

ig

b. Wat wist je al?

60

3

tie

Opmerkingen:

fb .v

1 Beoordeling

c. Wat ga je in de toekomst in jouw werk gebruiken?

.

Je hebt: • een STRAK-reflectie geschreven volgens het Werkmodel STRAK-reflectie • inzicht in je eigen functioneren.

4

5


B1-K1-W5

Kritisch en creatief denken

fb .v

.

d. Kijk je naar verschillende mogelijkheden als dingen niet in één keer lukken? Noem één voorbeeld.

tie

e. Kom jij voor jouw mening uit als de situatie dat vraagt? Noem één voorbeeld.

Zelfregulatie en zelfsturing

u' Ac

f. Heb jij het uiterste uit jezelf gehaald bij de opdrachten? Noem één voorbeeld.

Ed

g. Heb je een goede planning gemaakt? Geef hiervan één voorbeeld.

ig

ht

h. Heb je de goede bronnen en materialen gebruikt? Geef hiervan één voorbeeld.

Ben je goed omgegaan met feedback? Geef hiervan één voorbeeld: hoe heb je gereageerd?

Samenwerken j.

Heb jij bijgedragen aan een goede sfeer in de groep? Geef hiervan één voorbeeld.

C

op

yr

i.

61


B1-K1-W5

Kun je goed met andere mensen omgaan, ook al zijn ze anders dan jij? Geef hiervan één voorbeeld.

tie

l.

fb .v

.

k. Hebben jullie als groep goede afspraken gemaakt? Geef één voorbeeld van een goede afspraak.

Beoordelingscriteria

u' Ac

Terugkijken Je hebt: • alle vragen beantwoord • inzicht in je eigen functioneren.

1

2

3

4

5

Ed

Beoordeling

ig

ht

Opmerkingen:

yr

Beoordelaar:

C

op

Oefening 6

Beoordeling werkproces Vraag je begeleider om een eindbeoordeling.

Beoordelingscriteria Begeleiden • Schakelt snel tussen verschillende kinderen en van het individuele kind naar de groep • Toont voorbeeldgedrag in correct taalgebruik (woordenschat, synoniemen, zinsbouw, zinsconstructie, uitspraak, intonatie).

62


B1-K1-W5

1

2

3

4

5

.

Beoordeling

fb .v

Opmerkingen:

tie

Beoordelaar:

u' Ac

Beoordelingscriteria Vakdeskundigheid toepassen

Ed

• Past bij het voorlezen wisselende intonatie en stiltemomenten op een aantrekkelijke wijze toe • Past interactievaardigheden effectief toe: respect voor autonomie, structureren en grenzen stellen, praten en uitleggen en ontwikkelingsstimulering.

1

2

3

4

5

2

3

4

5

Beoordeling

yr

ig

ht

Opmerkingen:

C

op

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria Materialen en middelen inzetten • Gebruikt materialen effectief en vindingrijk.

1 Beoordeling

63


B1-K1-W5

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Omgang met verandering en aanpassen

tie

Beoordelingscriteria

• Speelt flexibel in op veranderingen in de situatie.

C

op

yr

ig

ht

Beoordelaar:

Ed

Opmerkingen:

64

2

u' Ac

1

Beoordeling

3

4

5


B1-K1-W6

B1-K1-W6

.

Inleiding

tie

fb .v

Gulay helpt Jona bij het zindelijk worden. Jona vindt het potje erg interessant, maar hij weet nog niet goed hoe hij het precies moet gebruiken. Gulay legt aan Jona uit hoe hij dit het best kan doen. Ze helpt hem met het losmaken van zijn broek, zodat hij het zelf verder kan doen. Ze geeft Jona complimentjes bij de taken die hij zelf uitvoert. Op deze manier bevordert zij zijn zelfstandigheid. Dit doet Gulay ook met andere verzorgende taken, zoals het aankleden en zelf leren eten. Hierbij houdt zij rekening met de verschillen tussen kinderen en de vertrouwelijkheid. Gulay werkt volgens de protocollen en richtlijnen van de instelling, zoals het vier-ogen-principe. Soms merkt Gulay bij de verzorging van een kind dat hij zich anders gedraagt dan normaal. Ze controleert dan of het kind misschien ziek is geworden of dat er iets anders aan de hand is. Als het nodig is, overlegt zij met de leidinggevende en de ouders.

u' Ac

Werkproces

Deze BPV-opdracht hoort bij het werkproces B1-K1-W6 Ondersteunt bij verzorgende taken.

Leerdoelen

ht

Ed

Je kunt: • discreet omgaan met lichaamscontact tijdens de persoonlijke verzorging. • vertrouwelijkheid respecteren • interactievaardigheden effectief toepassen: praten en uitleggen, ontwikkelingsstimulering, sensitieve responsiviteit en respect voor autonomie • jezelf houden aan geldende procedures en richtlijnen, waaronder het vier-ogen-principe • snel en effectief reageren op signalen van kinderen voor behoefte aan verzorging • snel en effectief handelen in geval van (signalen van) onveiligheid van kinderen.

ig

Bronnen

cursus Ontwikkelingspsychologie deel 1: Algemeen, baby, dreumes cursus Ontwikkelingspsychologie deel 2: Peuter, kleuter, jonge schoolkind cursus Ontwikkelingspsychologie deel 3: Oudere schoolkind, puber, adolescent cursus Gegevens verzamelen, observeren cursus Omgaan met lichamelijkheid en intimiteit cursus Kinderziektes en medicatie cursus ADL en zelfredzaamheid cursus Werken volgens de methodische cyclus training Voeding en gezond gedrag training EHBO project Oriëntatie op het werkveld.

C

op

yr

• • • • • • • • • • •

Planning Planningsformulier <

Lees eerst de BPV-opdracht goed door en vul daarna het planningsformulier in. Dit formulier laat je goedkeuren door je praktijkbegeleider. Als hij akkoord is met je planning mag je de opdrachten gaan uitvoeren.

65


B1-K1-W6

Tot je dagelijks werk als pedagogisch medewerker hoort het geven van persoonlijke verzorging aan kinderen. Denk hierbij aan het verschonen, handen wassen, toiletgang, aan- en uitkleden bij het slapen. Voor veel van deze taken zijn protocollen en procedures in je BPV-instelling. In deze opdracht onderzoek je welke protocollen en procedures er zijn voor de verzorgende taken. Je besteedt extra aandacht aan de uitvoering van het vier-ogen-principe. Je onderzoekt hoe je collega's in de praktijk werken met de protocollen en procedures. Daarna voer je zelf vier handelingen uit. Hierbij stimuleer je de zelfstandigheid van het kind.

.

Artikel Het vier-ogen-principe in de praktijk <

Ondersteunen bij de persoonlijke verzorging

fb .v

Oefening 1

Voorbereiden

• •

tie

• •

u' Ac

Overleg met je BPV-begeleider waar je de protocollen en procedures kunt nalezen. Lees de protocollen en procedures over de persoonlijke verzorging van kinderen door. Noteer aandachtspunten. Stel vragen bij onduidelijkheden. Lees het Artikel Het vier-ogen-principe in de praktijk door. Onderzoek hoe het vier-ogen-principe terugkomt in de protocollen en procedures van je instelling. Onderzoek gedurende een dag hoe de collega's werken met de protocollen en procedures. Schrijf een verslag waarin je opneemt: – welke protocollen en procedures je hebt doorgenomen en waar je deze kunt vinden. – hoe het vier-ogen-principe terugkomt in de protocollen en procedures. – hoe collega's werken met de protocollen en procedures en wat je hierbij is opgevallen. Bespreek je verslag met je BPV-begeleider. Bespreek welke vier protocollen en procedures je zelf uit gaat voeren. Vraag je BPV-begeleider of een collega om je te observeren bij de uitvoering.

Ed

• •

Uitvoeren

C

op

yr

ig

• •

Voer nu vier protocollen en procedures op het gebied van persoonlijke verzorging met kinderen uit. Hierbij let je erop dat je: – de protocollen en procedures goed toepast – discreet omgaat met lichaamscontact – communiceert met het kind – de zelfstandigheid van het kind bevordert. Maak aantekeningen van de uitvoering, noteer je bevindingen. Voer een reflectiegesprek met je BPV-begeleider of met de collega die je heeft geobserveerd. Bespreek hierbij: – hoe je de uitvoering van de protocollen en procedures hebt gedaan – hoe je specifiek het vier-ogen-principe hebt toegepast – hoe je discreet bent omgegaan met lichaamscontact – hoe je hebt gecommuniceerd met het kind – hoe je de zelfstandigheid van het kind hebt bevorderd.

ht

Beoordelingscriteria Voorbereiding Je hebt: • de protocollen en procedures voor de persoonlijke verzorging onderzocht, waarbij je extra aandacht hebt besteed aan het vier-ogen-principe • gedurende een dag onderzocht hoe collega's in de praktijk werken met de protocollen en procedures

66


B1-K1-W6

◦ ◦

1

2

3

4

5

tie

Beoordeling

fb .v

hoe het vier-ogen-principe terugkomt in de protocollen en procedures hoe collega's werken met de protocollen en procedures en wat je hierbij is opgevallen. • het verslag besproken met je BPV-begeleider • afspraken gemaakt welke vier protocollen en procedures op het gebied van persoonlijke verzorging je uit gaat voeren.

.

• een verslag geschreven, waarin je hebt opgenomen: ◦ welke protocollen en procedures je hebt doorgenomen en waar je deze kunt vinden

u' Ac

Opmerkingen:

Ed

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

Ondersteunen bij persoonlijke verzorging

ht

Je hebt: • vier protocollen en procedures op het gebied van persoonlijke verzorging met kinderen uitgevoerd. Hierbij heb je erop gelet dat je:

◦ ◦ ◦ ◦

C

op

yr

ig

de protocollen en procedures correct toepast discreet omgaat met lichaamscontact communiceert met het kind de zelfstandigheid van het kind bevordert • aantekeningen gemaakt van je bevindingen • een reflectiegesprek gevoerd met je BPV-begeleider of met de collega die je heeft geobserveerd. Hierbij heb je besproken:

◦ ◦ ◦ ◦ ◦

hoe je de uitvoering van de protocollen en procedures hebt gedaan hoe je specifiek het vier-ogen-principe hebt toegepast hoe je discreet bent omgegaan met lichaamscontact hoe je hebt gecommuniceerd met het kind hoe je de zelfstandigheid van het kind hebt bevorderd.

1

2

3

4

5

Beoordeling

67


B1-K1-W6

Beoordelaar:

Werkmodel Het bereiden van flesvoeding in de kinderopvang <

tie

In deze opdracht oefen je met het uitvoeren van een aantal taken. Je bereidt je voor door protocollen en instructies voor verzorgende taken door te nemen. Daarna voer je de taken uit.

Voorbereiden • • • • •

Kies in overleg met je BPV-begeleider vijf verzorgende taken rond het eten en drinken uit die je gaat oefenen. Overleg wanneer je de taken uitvoert. Overleg wie je observeert tijdens de uitvoering van de taken. Lees de procedures en protocollen door voor deze verzorgende taken. Neem de Werkmodellen Tanden poetsen, het Werkmodel Het bereiden van verse fruitof groentehapjes voor baby's en jonge kinderen in de kinderopvang en het Werkmodel Het bereiden van flesvoeding in de kinderopvang door.

Uitvoeren

Voer de verzorgende taken rond het eten en drinken uit. Let er hierbij op dat je: – hygiënisch werkt met voedingsmiddelen – de vertrouwelijkheid respecteert – discreet omgaat met lichaamscontact – het vier-ogen-principe toepast wanneer dit nodig is. Maak na het uitvoeren van een taak notities: wat ging er goed, wat ging er minder goed, wat wil je nog eens oefenen? Noteer hoe je gewerkt hebt volgens de protocollen en procedures. Was alles duidelijk? Vraag de collega die je observeert om feedback. Oefen - indien nodig - de verzorgende taak opnieuw.

yr

ig

• •

C

op

68

u' Ac

Werkmodel Het bereiden van verse fruit- of groentehapjes voor baby's en jonge kinderen in de kinderopvang <

Dagelijks voer je doorlopend verzorgende taken uit met de kinderen.

Ed

Werkmodel Tanden poetsen <

Verzorgende taken uitvoeren bij het eten en drinken

ht

Oefening 2

fb .v

.

Opmerkingen:

• • •


B1-K1-W6

Beoordelingscriteria Voorbereiding

1

2

3

4

5

tie

Beoordeling

fb .v

.

Je hebt: • protocollen en instructies voor het uitvoeren van verzorgende taken doorgenomen • een planning gemaakt wanneer je de verzorgende taken uitvoert en met welke kinderen • je voorbereiding besproken met je BPV-begeleider.

u' Ac

Opmerkingen:

Ed

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria Verzorgende taken

yr

ig

ht

Je hebt: • vijf verzorgende taken rond het eten en drinken uitgevoerd volgens geldende procedures en richtlijnen • hygiënisch gewerkt • het vier-ogen-principe toegepast • respect voor vertrouwelijkheid getoond • discretie laten zien bij het omgaan met lichaamscontact.

1

2

3

4

5

Opmerkingen:

C

op

Beoordeling

Beoordelaar:

69


B1-K1-W6

Oefening 3

Signalen

.

Als pedagogisch medewerker maak je de kinderen in je groep dagelijks mee. Na een tijdje ken je hen zo goed dat het je ook opvalt als er iets met een kind aan de hand is. Een kind is stiller dan normaal, of juist luidruchtiger, of je haalt een kind uit bed en merkt dat het koorts heeft. Wat doe je dan?

fb .v

In deze opdracht oefen je met het signaleren en handelen daarna. Je bedenkt hoe je in verschillende situaties reageert. Wanneer de situatie zich voordoet dan voer je je plan uit. Hierbij signaleer je afwijkingen in het gedrag en je reageert hierop.

Voorbereiden

tie

• •

Overleg met je BPV-begeleider hoe je deze opdracht aanpakt. Je kunt deze opdracht niet goed tevoren plannen omdat het juist gaat over onverwachte gebeurtenissen. Wanneer een gebeurtenis zich voordoet kun je de opdracht uitvoeren. Je voert voor drie onverwachte situaties deze opdracht uit. Ter voorbereiding onderzoek je deze punten en maak je een overzicht van de informatie: – Neem de protocollen en procedures over signaleren van de instelling en/of de GGD door, zoals de signalen bij een vermoeden van kindermishandeling. – Neem de theorie over veelvoorkomende kinderziektes (nogmaals) door. – Onderzoek waar het EHBO-materiaal zich bevindt, wat er in de EHBO-koffer zit. Bespreek je overzicht met je BPV-begeleider.

Voer het verlenen van eerste hulp en het signaleren van bijzonderheden zoals een kinderziekte volgens de protocollen van de instelling uit, wanneer de situatie zich voordoet. Maak aantekeningen. Maak na afloop van drie situaties een verslag waarin je opneemt: – met welke situatie je te maken had – welke signalen je hebt opgemerkt – hoe je gehandeld hebt volgens protocol – hoe de situatie is afgelopen – je reflectie, wat doe je anders of hetzelfde een volgende keer? Bespreek het verslag met je BPV-begeleider.

ig

ht

• •

Ed

Uitvoeren

u' Ac

yr

Beoordelingscriteria

C

op

Voorbereiding Je hebt: • informatie verzameld en onderzocht en hier een verslag van gemaakt, waarin je hebt opgenomen:

◦ ◦ ◦

70

een overzicht van de protocollen en procedures over signaleren van de instelling en/of de GGD, zoals de signalen bij een vermoeden van kindermishandeling een overzicht van veelvoorkomende kinderziektes een overzicht van waar het EHBO-materiaal zich bevindt, wat er in de EHBO koffer zithet verslag besproken met je BPV-begeleider.


B1-K1-W6

1

2

3

4

5

.

Beoordeling

fb .v

Opmerkingen:

tie

Beoordelaar:

u' Ac

Beoordelingscriteria Signalen

Je hebt: • in een situatie, waarin je eerste hulp moest verlenen en in een situatie waarin je bijzonderheden signaleerde, gehandeld volgens de protocollen van de instelling • aantekeningen gemaakt van je bevindingen • een verslag geschreven waarin je hebt opgenomen:

◦ ◦ ◦ ◦ ◦

ht

Ed

met welke situatie je te maken had welke signalen je hebt opgemerkt hoe je gehandeld hebt volgens protocol hoe de situatie is afgelopen je reflectie, wat doe je anders of hetzelfde een volgende keer? • het verslag besproken met je BPV-begeleider.

1

2

3

4

5

yr

ig

Beoordeling

C

op

Opmerkingen:

Beoordelaar:

71


B1-K1-W6

Werkmodel STRAK-reflectie <

In je dagelijks leven begeleid je kinderen om zelfredzaam te worden op het gebied van persoonlijke verzorging. Je communiceert hierbij met het kind en geeft informatie en/of instructie zodat het kind het ook zelf kan. Je past hierbij kennis en vaardigheden toe. Je houdt hierbij de verschillen tussen kinderen in de gaten. Je maakt van de gelegenheid gebruik om de seksuele ontwikkeling te bespreken, waarbij je normen en waarden bewaakt. Je voert verzorgende taken uit. Hierbij signaleer je bijzonderheden en bespreekt deze met betrokkenen. In voorkomende gevallen verleen je eerste hulp bij ongelukken.

.

Werkmodel Plan van aanpak <

Eindopdracht Ondersteunt bij verzorgende taken

fb .v

Oefening 4

In deze opdracht voer je de persoonlijke verzorging gedurende vijf dagen uit. Je verzorgt hierbij verschillende kinderen.

• • • • •

Overleg met je BPV-begeleider met welk kinderen je deze opdracht gedurende een week uitvoert. Neem de gegevens van de kinderen door. Zijn er bijzonderheden bij de persoonlijke verzorging? Neem de protocollen en procedures door, waarmee je bij de verzorging van dit kind te maken hebt. Bedenk bij iedere verzorgende taak hoe je het kind kunt stimuleren bij de zelfredzaamheid. Maak van je voorbereiding een plan van aanpak. Gebruik hierbij het Werkmodel Plan van aanpak. Bespreek het plan van aanpak met je BPV-begeleider.

ig

• •

Voer je plan van aanpak uit. Hierbij let je op dat je: – methodisch werkt – discreet omgaat met lichaamscontact – indien nodig werkt volgens het vier-ogen-principe – let op de veiligheid van de kinderen – ergonomisch werkt – interactievaardigheden toepast. Maak dagelijks aantekeningen over hoe de uitvoering van de verzorging ging. Doen zich onverwachte situaties met het kind voor, reageer dan volgens protocol. Maak notities over je aanpak. Schrijf aan het eind van de week een STRAK-reflectieverslag waarin je opneemt: – welke verzorgende taken je met welke kinderen hebt uitgevoerd – hoe je de protocollen hebt uitgevoerd. Liep je hier tegen problemen aan? – hoe je bent omgegaan met bijzondere signalen van kinderen – hoe je de kinderen hebt gestimuleerd tot zelfredzaamheid – hoe je discreet bent omgegaan met lichaamscontact en vertrouwelijkheid – hoe je interactievaardigheden hebt toegepast – hoe je gedacht heb aan veiligheid – hoe je ergonomisch gewerkt hebt.

ht

Ed

Uitvoeren

C

op

yr

72

u' Ac

tie

Voorbereiden


B1-K1-W6

Beoordelingscriteria Plannen van verzorging

fb .v

◦ ◦ ◦ ◦

.

Je hebt: • een plan van aanpak gemaakt, met daarin opgenomen: de gegevens van de kinderen en de bijzonderheden bij de verzorging de verzorgende taken die je uit gaat voeren de protocollen en procedures waarmee je te maken hebt de manier waarop je de zelfredzaamheid wil stimuleren. • het plan van aanpak besproken met je BPV-begeleider.

Beoordelaar:

3

5

4

5

u' Ac

4

Ed

Opmerkingen:

2

tie

1 Beoordeling

Beoordelingscriteria

ht

Ondersteunt bij verzorgende taken Je hebt: • het plan van aanpak uitgevoerd. Hierbij heb je erop gelet dat je:

ig

◦ ◦ ◦ ◦ ◦ ◦

1

2

3

Beoordeling

C

op

yr

methodisch werkte discreet omging met lichaamscontact indien nodig werkte volgens het vier-ogen-principe lette op de veiligheid van de kinderen ergonomisch werkte interactievaardigheden toepaste. • dagelijks aantekeningen gemaakt.

73


B1-K1-W6

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

tie

STRAK-reflectie

Je hebt: • een STRAK-reflectie geschreven waarin je hebt opgenomen:

◦ ◦ ◦ ◦

welke verzorgende taken je met welke kinderen hebt uitgevoerd hoe je de protocollen hebt uitgevoerd Liep je hier tegen problemen aan?

u' Ac

◦ ◦

Ed

hoe je bent omgegaan met bijzondere signalen van kinderen hoe je de kinderen hebt gestimuleerd tot zelfredzaamheid hoe je discreet bent omgegaan met lichaamscontact en vertrouwelijkheid hoe je interactievaardigheden hebt toegepast • het verslag besproken met je BPV-begeleider • inzicht in je eigen functioneren.

ht

Beoordeling

C

op

yr

ig

Opmerkingen:

74

Beoordelaar:

1

2

3

4

5


B1-K1-W6

Oefening 5

Terugkijken Reflectie op de leerstof

fb .v

.

a. Wat heb je allemaal geleerd? Noem drie dingen.

tie

b. Wat wist je al?

Kritisch en creatief denken

u' Ac

c. Wat ga je in de toekomst in jouw werk gebruiken?

Ed

d. Kijk je naar verschillende mogelijkheden als dingen niet in één keer lukken? Noem één voorbeeld.

ig

ht

e. Kom jij voor jouw mening uit als de situatie dat vraagt? Noem één voorbeeld.

Zelfregulatie en zelfsturing g. Heb je een goede planning gemaakt? Geef hiervan één voorbeeld.

C

op

yr

f. Heb jij het uiterste uit jezelf gehaald bij de opdrachten? Noem één voorbeeld.

75


B1-K1-W6

Ben je goed omgegaan met feedback? Geef hiervan één voorbeeld: hoe heb je gereageerd?

fb .v

i.

.

h. Heb je de goede bronnen en materialen gebruikt? Geef hiervan één voorbeeld.

Heb jij bijgedragen aan een goede sfeer in de groep? Geef hiervan één voorbeeld.

u' Ac

j.

tie

Samenwerken

Kun je goed met andere mensen omgaan, ook al zijn ze anders dan jij? Geef hiervan één voorbeeld.

ht

l.

Ed

k. Hebben jullie als groep goede afspraken gemaakt? Geef één voorbeeld van een goede afspraak.

ig

Beoordelingscriteria

C

op

yr

Terugkijken

76

Je hebt: • alle vragen beantwoord • inzicht in je eigen functioneren.

1 Beoordeling

2

3

4

5


B1-K1-W6

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Beoordeling werkproces Vraag je begeleider om een eindbeoordeling.

Aandacht en begrip tonen

u' Ac

Beoordelingscriteria

tie

Oefening 6

• Kan interactievaardigheden toepassen.

1

2

3

4

5

Ed

Beoordeling

ht

Opmerkingen:

ig

Beoordelaar:

yr

Beoordelingscriteria

C

op

Ethisch en integer handelen • Gaat discreet om met lichaamscontact tijdens de persoonlijke verzorging • Respecteert de vertrouwelijkheid.

1

2

3

4

5

Beoordeling

77


B1-K1-W6

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

tie

Op de behoeften en verwachtingen van de 'klant' richten

fb .v

.

Opmerkingen:

u' Ac

• Reageert snel en effectief op signalen van behoefte aan verzorging en op signalen van onveiligheid.

1

Beoordeling

3

4

5

Ed

Opmerkingen:

2

ht

Beoordelaar:

ig

Beoordelingscriteria

yr

Instructies en procedures opvolgen

C

op

• Houdt zich aan geldende procedures en richtlijnen, waaronder het vier-ogen-principe.

78

Beoordeling

1

2

3

4

5


B1-K1-W6

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Vakdeskundigheid toepassen

tie

Beoordelingscriteria

• Is vaardig in het uitvoeren van handelingen van persoonlijke verzorging.

4

5

ht

Beoordelaar:

3

Ed

Opmerkingen:

2

u' Ac

1

Beoordeling

ig

Beoordelingscriteria Begeleiden

1

2

3

4

5

Beoordeling

C

op

yr

• Past interactievaardigheden effectief toe: praten en uitleggen, ontwikkelingsstimulering, sensitieve responsiviteit en respect voor autonomie effectief toe.

79


B1-K1-W6

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Omgaan met verandering en aanpassen

tie

Beoordelingscriteria

u' Ac

• Reageert snel en effectief op signalen van behoefte aan verzorging • Handelt snel en effectief in geval van (signalen van) onveiligheid van de kinderen.

1

Beoordeling

Ed

Opmerkingen:

C

op

yr

ig

ht

Beoordelaar:

80

2

3

4

5


B1-K1-W7

B1-K1-W7

.

Inleiding

tie

fb .v

Op de buitenspeelplaats houdt Stijn een groepje peuters extra in de gaten. De laatste tijd hebben zij vaak ruzie met elkaar. Stijn vindt het belangrijk dat de kinderen leren om zelf een conflict op te lossen. Hij kijkt wel goed of alle kinderen goed tot hun recht komen. In allerlei situaties komt het voor dat Stijn de regels en afspraken van de instelling uitvoert. Bijvoorbeeld bij het samen eten aan tafel of bij het kiezen van een spelletje. Ook zorgt hij ervoor dat de aankleding en het dagritme van de opvang bijdragen aan de ontwikkeling van de kinderen. Stijn is duidelijk over wat er wel en niet kan. Soms zijn er vermoedens van pesten of kindermishandeling. Stijn handelt dan volgens de protocollen van de instelling.

Werkproces

Leerdoelen

u' Ac

Deze BPV-opdracht hoort bij het werkproces B1-K1-W7 Zorgt voor een veilig pedagogisch klimaat.

Ed

Je kunt: • kinderen rechtvaardig behandelen • elk kind in de groep tot zijn recht laten komen • overwicht tonen bij het handhaven van afspraken en regels • rust en zelfvertrouwen tonen ook in onzekere en onduidelijke situaties • op tijd actie ondernemen bij signalen en vermoedens van pesten, kindermishandeling en seksueel misbruik.

cursus Ontwikkelingspsychologie deel 1: Algemeen, baby, dreumes cursus Ontwikkelingspsychologie deel 2: Peuter, kleuter, jonge schoolkind cursus Ontwikkelingspsychologie deel 3: Oudere schoolkind, puber, adolescent cursus Groepsdynamica cursus Kinderen met speciale begeleidingsbehoefte training Gesprekken voeren basis PW training Gesprekstechnieken PW training Groepsklimaat training Begeleiden training Communiceren met doelgroep OA en PW/KO training Opvoeden zonder vooroordelen project Interculturele communicatie project Begeleiden bij belangrijke levensgebeurtenissen project Sociale veiligheid 1 (pesten, grensoverschrijdend gedrag) project Sociale veiligheid 2 (mishandeling).

C

op

yr

ig

• • • • • • • • • • • • • • •

ht

Bronnen

81


B1-K1-W7

Planning Lees eerst de BPV-opdracht goed door en vul daarna het planningsformulier in. Dit formulier laat je goedkeuren door je praktijkbegeleider. Als hij akkoord is met je planning mag je de opdrachten gaan uitvoeren.

Artikel Sociogram <

Sociogram

Dagelijks werk je met kinderen in groepen op je BPV-instelling. Om de kinderen een veilig pedagogisch klimaat te kunnen bieden is het goed om eerst meer inzicht te hebben in de groep. Wie speelt er met wie, wie heeft er veel contacten, wie minder, en hoe verlopen de contacten tussen de kinderen onderling. Met een sociogram kun je inzicht krijgen in de relaties binnen een groep.

tie

Oefening 1

fb .v

.

Planningsformulier <

Voorbereiden • •

Overleg met je BPV-begeleider voor welke groep je een sociogram gaat maken. Doe hierbij zelf voorstellen. Neem het Artikel Sociogram door. Noteer aandachtspunten. Maak een opzet voor hoe je het aan wil pakken. Op welke manier ga je de relaties in kaart brengen? Welke methode gebruik je? Op welke momenten breng je de relaties in kaart? Bespreek je opzet met je BPV-begeleider.

Ed

u' Ac

In deze opdracht maak je een sociogram van een groep in de BPV-instelling. Op grond van het sociogram trek je conclusies en doe je aanbevelingen om het groepsproces te bevorderen.

Uitvoeren

ht

Verzamel nu de gegevens voor het sociogram volgens je plan. Teken het sociogram. Trek conclusies over het functioneren van kinderen en de groep als geheel. Doe naar aanleiding van het sociogram en de conclusies aanbevelingen voor het pedagogisch klimaat in de groep. De aanbevelingen kunnen gaan over de inrichting van de ruimte, aanbod van activiteiten, regel/structuur, houding collega's. Bespreek het sociogram en de conclusies in een teamoverleg.

ig

• • • •

yr

Beoordelingscriteria

C

op

Voorbereiding Je hebt: • je verdiept in manieren om een sociogram op te stellen • een plan gemaakt voor het samenstellen van het sociogram, waarin je hebt opgenomen:

◦ ◦ ◦ ◦

voor welke groep je het sociogram maakt op welke manier je de relaties in kaart gaat brengen welke methode je gebruikt op welke momenten je gegevens over de groep verzamelt • de voorbereiding besproken met je BPV-begeleider.

82


B1-K1-W7

1

2

3

4

5

.

Beoordeling

fb .v

Opmerkingen:

tie

Beoordelaar:

u' Ac

Beoordelingscriteria Sociogram

Je hebt: • een sociogram van de groep samengesteld, waarbij je:

◦ ◦

gegevens over de relaties in de groep hebt verzameld volgens je plan de relaties en het functioneren van kinderen en de groep als geheel in kaart hebt gebracht

Ed

◦ ◦

ht

conclusies hebt getrokken uit de gegevens aanbevelingen gedaan voor het pedagogisch klimaat in de groep. De aanbevelingen kunnen gaan over de inrichting van de ruimte, aanbod van activiteiten, regel/structuur, houding collega's • het sociogram en de aanbevelingen besproken in een teamoverleg.

1

2

3

4

5

ig

Beoordeling

Beoordelaar:

C

op

yr

Opmerkingen:

83


B1-K1-W7

Artikel Wie wil jij zijn voor je leerlingen? <

Als pedagogisch medewerker behandel je kinderen rechtvaardig en je zorgt ervoor dat kinderen in de groep tot hun recht kunnen komen. In de praktijk kan dit wel eens lastig zijn. Misschien vind je het ene kind leuker dan het andere. Of je vindt het moeilijk om met bepaald gedrag om te gaan, terwijl omgaan met ander gedrag je juist erg makkelijk afgaat. Ook kun je persoonlijk moeite hebben met regels, die je dagelijks uitvoert.

.

Werkmodel Zevenstappenplan <

Wat ik moeilijk vind ...!

fb .v

Oefening 2

In deze opdracht onderzoek je je eigen voorkeuren. Je neemt eerst protocollen en procedures van de instelling door over regels en afspraken. Je voert gedurende een afgesproken tijd taken en activiteiten uit waarbij je het pedagogisch klimaat bevordert. Tot slot schrijf je een artikel waarin je reflecteert op wat je lastig vindt bij de uitvoering.

Overleg met je BPV-begeleider wanneer je deze opdracht uitvoert. Neem protocollen en procedures over regels en afspraken door. Neem het Werkmodel Zevenstappenplan door. Neem het Artikel Wie wil jij zijn voor je leerlingen? door. Noteer voor jezelf belangrijke punten, waar je in je eigen gedrag op wilt letten bij deze opdracht.

Uitvoeren

yr

ig

• •

Ed

• •

Voer gedurende een week taken en activiteiten uit waarbij je het pedagogisch klimaat bevordert. Je reflecteert dagelijks hierbij volgens het Werkmodel Zevenstappenplan. Je kijkt terug op een situatie en bedenkt hierbij: – hoe je de kinderen rechtvaardig hebt behandeld – met welke regel of afspraak je moeite hebt – welk gedrag van kinderen je lastig vindt – hoe je interactievaardigheden effectief toepast, zoals sensitieve responsiviteit, respect voor autonomie, structureren en begrenzen, praten en uitleggen, ontwikkelingsstimulering, begeleiden van interacties. Maak dagelijks notities van situaties die je tegenkomt. Schrijf ter afsluiting een artikel of blog waarin je beschrijft: – in welke situatie je het lastig vindt om rechtvaardig om te gaan met de kinderen – met welke regel of afspraak je moeite hebt – met welk gedrag van kinderen je moeite hebt – hoe je interactievaardigheden toe kunt passen om het pedagogisch klimaat te bevorderen. Bespreek het artikel of blog met je BPV-begeleider.

ht

u' Ac

• • • •

tie

Voorbereiden

C

op

Beoordelingscriteria Wat ik moeilijk vind Je hebt: • protocollen en procedures doorgenomen over het pedagogisch klimaat • gedurende een week het pedagogisch klimaat bevorderd, waarbij je:

◦ ◦ ◦

84

kinderen rechtvaardig hebt behandeld ieder kind effectief tot zijn recht hebt laten komen zichtbaar rust en zelfvertrouwen getoond


B1-K1-W7

1

2

Pesten en kindermishandeling komt overal voor. Dus ook bij de kinderen die de opvang bezoeken. Als pedagogisch medewerker heb je een taak in het signaleren van zorgwekkend gedrag van kinderen. Vervolgens handel je volgens bestaande protocollen. In deze opdracht onderzoek je hoe de regels hiervoor zijn in je instelling. Bij een concreet geval van een kind met zorgwekkend gedrag volg je hoe de pedagogisch medewerkers handelen volgens protocol. Tot slot voer je zelf het protocol uit in een situatie die zich voordoet.

ig

ht

Website Rijksoverheid Meldcode <

5

Ed

Beoordelaar:

Meldcode

4

u' Ac

Opmerkingen:

Oefening 3

3

tie

Beoordeling

fb .v

.

• een artikel geschreven waarin je hebt opgenomen: ◦ in welke situatie je het lastig vindt om rechtvaardig om te gaan met de kinderen ◦ met welke regel of afspraak je moeite hebt ◦ met welk gedrag van kinderen je moeite hebt ◦ hoe je interactievaardigheden toe kunt passen om het pedagogisch klimaat te bevorderen • het artikel besproken met je BPV-begeleider.

yr

Voorbereiden •

C

op

• • • • •

Overleg met je BPV-begeleider waar je de protocollen voor pesten en kindermishandeling kunt vinden. Neem de protocollen door. Maak voor jezelf notities. Op welke signalen bij kinderen ben je alert? Wat moet je doen wanneer je zorgwekkend gedrag signaleert? Neem de informatie van de Rijksoverheid over de meldcode door. Maak een stroomschema voor de BPV-instelling, waarin je opneemt hoe je concreet moet handelen in het geval van een vermoeden van kindermishandeling. Bespreek je stroomschema met je BPV-begeleider. Bespreek met je BPV-begeleider op welke manier je concreet met een collega mee kunt kijken of zelf het protocol uit kunt voeren voor een actuele situatie in de instelling.

85


B1-K1-W7

Uitvoeren

.

fb .v

Beoordelingscriteria Voorbereiding meldcode

tie

• •

Onderzoek hoe collega's zorgwekkend gedrag signaleren en hoe zij handelen volgens protocol in een concreet geval of signaleer zelf zorgwekkend gedrag bij kinderen en handel volgens protocol. Maak notities over het verloop. Alternatief: interview een collega over een situatie van een kind waarin dit gespeeld heeft. Schrijf een verslag waarin je ingaat op een concrete casus: – Wat is de situatie? – Welke signalen zijn er over het kind? – Op welke manier heb jij of je collega gehandeld volgens protocol? – Heb je het stroomschema gebruikt? – Wat was het resultaat? – Heb je verbeterpunten voor de procedure? Noteer deze ook. Bespreek het verslag met je BPV-begeleider.

u' Ac

Je hebt: • een stroomschema gemaakt voor het handelen bij zorgwekkend gedrag bij kinderen in de BPV-instelling, waarin je hebt verwerkt:

◦ ◦

ht

Ed

de informatie uit de protocollen van de instelling informatie van de meldcode • het stroomschema besproken met je BPV-begeleider • met je BPV-begeleider besproken hoe je in een concreet geval in de instelling mee kunt kijken bij de uitvoering van de protocollen of hoe je dit zelf kunt doen.

ig

Beoordeling

C

op

yr

Opmerkingen:

86

Beoordelaar:

1

2

3

4

5


B1-K1-W7

Beoordelingscriteria Meldcode

fb .v

.

Je hebt: • gehandeld bij een vermoeden van kindermishandeling in de instelling Hierbij heb je meegekeken bij een collega of zelf gehandeld. • een verslag geschreven over deze concrete casus, waarin je ingaat op:

◦ ◦ ◦ ◦ ◦ ◦

5

Eindopdracht Zorgt voor een veilig pedagogisch klimaat

ig

Oefening 4

4

ht

Beoordelaar:

3

Ed

Opmerkingen:

2

u' Ac

1

Beoordeling

tie

Wat was de situatie? Welke signalen zijn er over het kind? Op welke manier heb jij of je collega gehandeld volgens protocol? Heb je het stroomschema gebruikt? Wat was het resultaat? Heb je verbeterpunten voor de procedure? Noteer deze ook. • het verslag besproken met je BPV-begeleider.

Als pedagogisch medewerker zorg je voor een veilig pedagogisch klimaat. Het kind voelt zich thuis in de instelling en de kinderen gaan plezierig met elkaar om. Je doet dit door je eigen houding. Daarnaast zorg je voor een prettige inrichting, structuur en dagritme. Je kiest voor activiteiten die bijdragen aan een goede sfeer. Bij problemen in de interactie tussen kinderen bied je emotionele steun, waarbij je kinderen stimuleert om zelf met oplossingen te komen. Je handhaaft de orde op de groep. Je treedt op bij ongewenst gedrag. Bij zorgwekkend gedrag handel je volgens protocollen van de instelling.

C

op

yr

Werkmodel STRAK-reflectie <

In deze eindopdracht laat je gedurende een dag zien dat je zorgt voor een veilig pedagogisch klimaat.

Voorbereiden •

Bedenk op welke manier jij wilt zorgen voor een veilig pedagogisch klimaat op de groep. Hiervoor maak je een lijst van concrete aandachtspunten. Je neemt hierin in ieder geval op hoe je: – met je eigen houding invloed hebt op de groep

87


B1-K1-W7

.

– structuur en dagritme wilt bieden – zorgt voor een aangename aankleding en inrichting van de ruimte – emotionele steun aan kinderen geeft – normen en waarden bespreekt met kinderen. Bespreek je lijst met aandachtspunten met je BPV-begeleider.

tie

Bevorder gedurende een dag het pedagogisch klimaat op de groep. Voer hierbij je lijst met aandachtspunten uit. Na afloop schrijf je een STRAK-reflectieverslag waarin je concreet beschrijft hoe je: – je eigen houding hebt gebruikt bij het bevorderen van het pedagogisch klimaat – structuur en dagritme hebt geboden – hebt gezorgd voor een aangename aankleding en inrichting van de ruimte – emotionele steun aan kinderen hebt gegeven – normen en waarden met de kinderen hebt besproken. Bespreek het verslag met je BPV-begeleider.

Beoordelingscriteria

u' Ac

fb .v

Uitvoeren

Lijst met aandachtspunten

Je hebt: • voor het bevorderen van het pedagogisch klimaat een lijst met vijf concrete aandachtspunten gemaakt, waarin je beschrijft hoe je:

◦ ◦ ◦ ◦ ◦

ht

Ed

met je eigen houding invloed hebt op de groep structuur en dagritme wilt bieden zorgt voor een aangename aankleding en inrichting van de ruimte emotionele steun aan kinderen geeft normen en waarden bespreekt met kinderen. • de lijst met aandachtspunten besproken met je BPV-begeleider.

ig

Beoordeling

C

op

yr

Opmerkingen:

88

Beoordelaar:

1

2

3

4

5


B1-K1-W7

Beoordelingscriteria Veilig pedagogisch klimaat

1

2

Beoordeling

5

Ed

Beoordelingscriteria

4

u' Ac

Beoordelaar:

3

tie

Opmerkingen:

fb .v

.

Je hebt: • gedurende een dag gezorgd voor een veilig pedagogisch klimaat op de groep, waarbij kinderen veilig zijn en zich thuis voelen op de groep en prettig met elkaar omgaan.

STRAK-reflectie

Je hebt: • een verslag STRAK-reflectie geschreven over hoe je de aandachtspunten hebt uitgevoerd, waarin je beschrijft hoe je:

◦ ◦ ◦ ◦ ◦

1

2

3

4

5

Beoordeling

C

op

yr

ig

ht

je eigen houding hebt gebruikt bij het bevorderen van het pedagogisch klimaat structuur en dagritme hebt geboden hebt gezorgd voor een aangename aankleding en inrichting van de ruimte emotionele steun aan kinderen hebt gegeven normen en waarden met de kinderen hebt besproken. • het verslag besproken met je BPV-begeleider • inzicht in je eigen functioneren.

89


B1-K1-W7

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Terugkijken Reflectie op de leerstof

Ed

b. Wat wist je al?

u' Ac

a. Wat heb je allemaal geleerd? Noem drie dingen.

tie

Oefening 5

ht

c. Wat ga je in de toekomst in jouw werk gebruiken?

ig

Kritisch en creatief denken

C

op

yr

d. Kijk je naar verschillende mogelijkheden als dingen niet in één keer lukken? Noem één voorbeeld.

90

e. Kom jij voor jouw mening uit als de situatie dat vraagt? Noem één voorbeeld.


B1-K1-W7

.

f. Heb jij het uiterste uit jezelf gehaald bij de opdrachten? Noem één voorbeeld.

fb .v

Zelfregulatie en zelfsturing

tie

g. Heb je een goede planning gemaakt? Geef hiervan één voorbeeld.

Ben je goed omgegaan met feedback? Geef hiervan één voorbeeld: hoe heb je gereageerd?

Samenwerken

Heb jij bijgedragen aan een goede sfeer in de groep? Geef hiervan één voorbeeld.

ht

j.

Ed

i.

u' Ac

h. Heb je de goede bronnen en materialen gebruikt? Geef hiervan één voorbeeld.

l.

Kun je goed met andere mensen omgaan, ook al zijn ze anders dan jij? Geef hiervan één voorbeeld.

C

op

yr

ig

k. Hebben jullie als groep goede afspraken gemaakt? Geef één voorbeeld van een goede afspraak.

91


B1-K1-W7

Beoordelingscriteria Terugkijken

1

2

Beoordeling

Beoordeling werkproces

5

4

5

Ed

Oefening 6

4

u' Ac

Beoordelaar:

3

tie

Opmerkingen:

fb .v

.

Je hebt: • alle vragen beantwoord • inzicht in je eigen functioneren.

Vraag je begeleider om een eindbeoordeling.

Beoordelingscriteria

ht

Aansturen

ig

• Behandelt de kinderen rechtvaardig • Toont overwicht bij het handhaven van afspraken en regels.

Opmerkingen:

C

op

yr

Beoordeling

Beoordelaar:

92

1

2

3


B1-K1-W7

Beoordelingscriteria Aandacht en begrip tonen

1

2

5

Ed

Beoordelingscriteria

4

u' Ac

Opmerkingen:

Beoordelaar:

3

tie

Beoordeling

fb .v

.

• Laat elk kind in de groep tot zijn recht komen • Past interactievaardigheden effectief toe: sensitieve responsiviteit, respect voor autonomie, structureren en grenzen, praten en uitleggen, ontwikkelingsstimulering, begeleiden van interacties.

Omgaan met verandering en aanpassen

ht

• Toont rust en zelfvertrouwen - ook in onzekere en onduidelijke situaties.

1

2

3

4

5

ig

Beoordeling

Beoordelaar:

C

op

yr

Opmerkingen:

93


B1-K1-W7

Beoordelingscriteria Begeleiden

2

3

4

5

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

u' Ac

tie

Opmerkingen:

fb .v

1 Beoordeling

.

• Behandelt de kinderen rechtvaardig • Laat elk kind in de groep tot zijn recht komen.

Ed

Instructies en protocollen opvolgen

• Onderneemt tijdig doeltreffende actie op vermoedens en signalen van pesten, kindermishandeling en seksueel misbruik.

1

ig

ht

Beoordeling

C

op

yr

Opmerkingen:

94

Beoordelaar:

2

3

4

5


B1-K1-W7

Beoordelingscriteria

1

2

Beoordeling

3

4

5

u' Ac

tie

Opmerkingen:

fb .v

• Onderneemt tijdig doeltreffende actie op vermoedens en signalen van pesten, kindermishandeling en seksueel misbruik.

.

Vakdeskundigheid toepassen

C

op

yr

ig

ht

Ed

Beoordelaar:

95


B1-K1-W8

B1-K1-W8

.

Inleiding

tie

fb .v

Annemiek voert vandaag een gesprek met de ouders van Yari. In de afgelopen maanden is er extra aandacht besteed aan de ontwikkeling van de 3-jarige peuter. Hij bleek een achterstand te hebben in zijn taalontwikkeling. Drie maanden geleden is een plan van aanpak opgesteld. In de afgelopen week heeft Annemiek gegevens verzameld over de uitvoering van het plan van aanpak. Ook heeft zij Yari geobserveerd, om erachter te komen hoe het nu is met zijn taalontwikkeling. In het teamoverleg is met de collega's de stand van zaken geëvalueerd. Hierbij heeft Annemiek ook feedback gevraagd op haar aanpak van Yari's ontwikkeling.

Werkproces Leerdoelen

u' Ac

Deze BPV-opdracht hoort bij het werkproces B1-K1-W8 Evalueert de werkzaamheden.

Ed

Je kunt: • passende methode(n) kiezen om evaluatiegegevens te verzamelen • actief gegevens verzamelen • interesse, begrip en interculturele sensitiviteit tonen voor standpunten van anderen • scherp en kernachtig formuleren • een goed beeld vormen van je eigen werkwijze • conclusies trekken uit de belangrijkste gegevens • relevante gegevens registreren op de voorgeschreven manier.

cursus Evalueren begeleiding van activiteiten

ig

ht

Bronnen

Planning Lees eerst de BPV-opdracht goed door en vul daarna het planningsformulier in. Dit formulier laat je goedkeuren door je praktijkbegeleider. Als hij akkoord is met je planning mag je de opdrachten gaan uitvoeren.

yr

C

op

Planningsformulier <

96


B1-K1-W8

.

In deze opdracht onderzoek je op welke manier men in de instelling evaluaties doet. Vervolgens ga je na hoe men in de praktijk evalueert en hoe men gegevens uit evaluaties registreert. Je noteert wat je opvalt en je reflecteert op de manier van evalueren.

fb .v

Artikel Klanttevredenheid <

Regelmatig voer je een evaluatie uit. In de BPV-instelling evalueer je activiteiten, de begeleiding van kinderen en de samenwerking tussen collega's.

Voorbereiden • • • • •

Overleg met je BPV-begeleider aan welke collega je vragen kunt stellen over deze opdracht. Lees in de werkwijze of beleidsstukken van je instelling na wat er is vastgelegd over evaluaties. Noteer minimaal vijf hoofdpunten. Bekijk het Werkmodel Evaluatieformulier. Neem het Artikel Klanttevredenheid door. Noteer wat je hieruit kunt toepassen. Neem de theorie over evaluaties uit je lesboek door. Maak een plan hoe je je vijf hoofdpunten wilt onderzoeken. Neem in je plan op: – wat er is vastgelegd in de beleidsstukken over deze hoofdpunten – waar je gegevens kunt vinden van evaluaties – welke vragen je wilt stellen aan een collega over het evalueren. Bespreek je plan met je BPV-begeleider en vraag toestemming om in het (kind)dossier te mogen kijken.

tie

Werkmodel Evaluatieformulier <

Observatiemethoden

• • • •

yr

ig

Maak nu een overzicht van de evaluatiemethoden in je instelling. Verzamel documenten als formulieren die hierbij horen. Lees in dossiers van kinderen, dossiers van de instelling na hoe evaluaties zijn uitgevoerd. Bekijk hoe de gegevens van evaluaties zijn verwerkt. Noteer wat je hierbij opvalt. Reflecteer op de manier van evaluaties. Wat vind je van de methodes? Leveren ze voldoende gegevens op voor de kwaliteitsverbetering? Sluit de praktijk aan bij wat er in de beleidsstukken staat? Schrijf een verslag waarin je opneemt: – de vijf hoofdpunten die je hebt onderzocht – de evaluatiemethoden die je hebt gevonden – de manier waarop de gegevens zijn verwerkt – twee concrete punten op het gebied van kwaliteitsverbetering die voortkomen uit de evaluaties – je bevindingen: sluit de praktijk aan bij wat er in de beleidsstukken staat? Bespreek het verslag met je BPV-begeleider.

ht

Ed

Uitvoeren

u' Ac

Oefening 1

C

op

Beoordelingscriteria Plan met hoofdpunten Je hebt: • je verdiept in wat er vastligt over evalueren in de beleidsstukken van je BPV-instelling • een plan gemaakt, waarin je hebt opgenomen:

vijf hoofdpunten die je wilt nagaan

97


B1-K1-W8

◦ ◦ ◦

2

3

4

5

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

Ed

Evaluatiemethoden

u' Ac

tie

Opmerkingen:

fb .v

1 Beoordeling

.

wat er is vastgelegd in de beleidsstukken over deze hoofdpunten waar je gegevens kunt vinden van evaluaties welke vragen je wilt stellen aan een collega over het evalueren • je plan besproken met je BPV-begeleider • toestemming gevraagd om gegevens uit (kind)dossiers na te gaan.

Je hebt: • je verdiept in de evaluatiemethoden van je instelling. Hierbij heb je formulieren en dossiers nagekeken. Je hebt vragen gesteld aan een collega over het uitvoeren van evaluaties. • een verslag geschreven van je bevindingen, met hierin opgenomen:

ht

◦ ◦ ◦ ◦

ig

de vijf hoofdpunten die je hebt onderzocht de evaluatiemethoden die je hebt gevonden de manier waarop de gegevens zijn verwerkt twee concrete punten op het gebied van kwaliteitsverbetering die voortkomen uit de evaluaties

C

op

yr

◦ je bevindingen: sluit de praktijk aan bij wat er in de beleidsstukken staat? • het verslag besproken met je BPV-begeleider.

98

Beoordeling

1

2

3

4

5


B1-K1-W8

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Werkmodel Observatieformulier <

Gegevens verzamelen, bijvoorbeeld door het observeren van gedrag is een vak apart. Je bent snel geneigd om conclusies en interpretaties te verbinden aan wat je ziet. Maar klopt dit wel altijd? Of heb je op de juiste zaken gelet bij je observatie?

tie

Werkmodel Observatieplan <

Gegevens verzamelen

In deze opdracht oefen je met het uitvoeren van een observatie, waarbij je gegevens over een kind verzamelt. Je stelt eerst een observatieplan op en maakt een observatieformulier. Daarna voer je de observatie uit.

Voorbereiden

ig

• •

Ed

Overleg met je BPV-begeleider voor welk kind er binnenkort een evaluatiemoment is waarvoor je deze opdracht kunt uitvoeren. Verdiep je in de achtergrond van het kind. Lees na welke doelen er tijdens een vorig gesprek zijn gesteld. Maak een observatieplan, waarin je opneemt: – de eerder gestelde doelen – de observatiemethode die je kiest – de manier waarop je gegevens vastlegt, zoals een formulier. Gebruik hierbij de methode van observeren van de BPV-instelling of als deze er niet is het Werkmodel Observatieplan en het Werkmodel Observatieformulier. Bespreek het observatieplan met je BPV-begeleider. Leg alles klaar voor je observatie, zoals formulieren. Bespreek met je collega's je aanpak voor de observatie.

ht

u' Ac

Oefening 2

• • •

Voer je observatieplan uit. Maak steeds notities volgens je plan en volgens de methode van je instelling. Maak een observatieverslag, waarin je opneemt: – de gegevens die je hebt verzameld naar aanleiding van je doel – aanbevelingen voor de begeleiding (niveau 4). Bespreek het observatieverslag met je BPV-begeleider.

C

op

yr

Uitvoeren

99


B1-K1-W8

Beoordelingscriteria Observatieplan

fb .v

.

Je hebt: • een observatieplan voor de observatie van de begeleiding van een kind opgesteld volgens de methode van de BPV-instelling of het Werkmodel Observatieplan Hierbij heb je beschreven:

◦ ◦ ◦

1

Beoordelaar:

3

4

5

4

5

Ed

Opmerkingen:

2

u' Ac

Beoordeling

tie

de doelen waarvan je nu wilt nagaan of ze zijn bereikt de observatiemethode die je kiest de manier waarop je gegevens vastlegt, zoals een formulier • het observatieplan besproken met je BPV-begeleider.

ht

Beoordelingscriteria Gegevens verzamelen

ig

Je hebt: • de observatie uitgevoerd volgens je observatieplan • gewerkt volgens geldende methodes van de instelling • een observatieverslag geschreven, waarin je hebt opgenomen:

◦ ◦

C

op

yr

de gegevens die je hebt verzameld naar aanleiding van je doel aanbevelingen voor de begeleiding (niveau 4) • het observatieverslag besproken met je BPV-begeleider.

100

1 Beoordeling

2

3


B1-K1-W8

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

tie

In deze opdracht evalueer je een activiteit die je met collega's hebt uitgevoerd. Je voert eerst een activiteit uit. Je bedenkt vragen voor de evaluatie. Daarna voer je de evaluatie uit. Je trekt conclusies uit de evaluatie.

Voorbereiden •

• • •

Overleg met je BPV-begeleider wanneer je deze opdracht kunt doen. Dit kan zijn tijdens een teamoverleg of tijdens een overleg met de collega's waarmee je een activiteit hebt uitgevoerd. Kies een activiteit uit die je binnenkort samen met collega's gaat uitvoeren en die geschikt zou zijn om te evalueren. Neem het Artikel Evalueren in de kinderopvang door. Noteer aandachtspunten voor verschillende soorten evaluaties. Maak een evaluatieplan, waarin je opneemt: – de manier van evalueren (gesprek, schriftelijk, formulier enzovoort) – vijf vragen voor de productevaluatie – vijf vragen voor de procesevaluatie. Bespreek het evaluatieplan met je BPV-begeleider.

ig

u' Ac

Artikel Een conclusie schrijven <

De evaluatie van een activiteit of van een plan van aanpak krijgt vaak niet de aandacht die het verdient. Je vraagt tijdens het opruimen aan elkaar wat je ervan vond, maar echt er even voor gaan zitten, ook als het goed verliep, dat komt er niet altijd van.

Ed

Artikel Evalueren in de kinderopvang <

Evalueren met collega's

ht

Oefening 3

yr

Uitvoeren

C

op

• •

• • • •

Voer de gekozen activiteit uit en evalueer deze daarna volgens je evaluatieplan. Denk tijdens de evaluatie om de volgende punten: – Bespreek alle evaluatievragen. – Geef ruimte aan anderen om ook evaluatiepunten/vragen in te brengen. – Toon interesse voor de standpunten van anderen. – Zorg dat iedereen zijn mening kan geven. Maak notities tijdens de evaluatie. Trek conclusies uit de evaluatie. Lees hiervoor het Artikel Een conclusie schrijven. Vraag je collega's om feedback over je manier van evalueren. Schrijf een evaluatieverslag waarin je opneemt: – antwoord op de vragen voor de productevaluatie – antwoord op de vragen voor de procesevaluatie – je reflectie op de methode van evalueren (gesprek, schriftelijk, formulier enzovoort ) – hoe je aandacht hebt besteed aan verschillende standpunten. Bespreek het evaluatieverslag met je BPV-begeleider.

101


B1-K1-W8

Beoordelingscriteria Evaluatieplan

de manier van evalueren vijf vragen voor de productevaluatie vijf vragen voor de procesevaluatie • je evaluatieplan met je BPV-begeleider besproken.

1

2

3

4

5

tie

Beoordeling

fb .v

◦ ◦ ◦

.

Je hebt: • een evaluatieplan gemaakt voor een activiteit, met hierin opgenomen:

u' Ac

Opmerkingen:

Ed

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

ht

Evaluatieverslag

Je hebt: • de evaluatie uitgevoerd volgens je evaluatieplan • een evaluatieverslag samengesteld, waarbij je hebt opgenomen:

yr

ig

◦ ◦ ◦

antwoord op de vragen voor de productevaluatie antwoord op de vragen voor de procesevaluatie je reflectie op de methode van evalueren (gesprek, schriftelijk, formulier enzovoort)

C

op

◦ hoe je aandacht hebt besteed aan verschillende standpunten. • het evaluatieverslag met je BPV-begeleider besproken.

102

1 Beoordeling

2

3

4

5


B1-K1-W8

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

In je dagelijks werk evalueer je regelmatig de werkzaamheden en de dienstverlening. Dit kan na een bepaalde periode zijn, of gedurende een uitvoeringstraject. Je verzamelt relevante gegevens over de uitvoering en de behaalde resultaten. De gegevens analyseer je. Je reflecteert op de werkwijze.

tie

Werkmodel STRAK-reflectie <

Eindopdracht Evalueert de werkzaamheden

u' Ac

Oefening 4

In deze eindopdracht evalueer je werkzaamheden en de dienstverlening. Je kiest een methode om gegevens te verzamelen. Je voert de evaluatie uit. Aan de hand van de gegevens lever je input voor de verbeteringen.

Voorbereiden

ig

Ed

Bespreek met je BPV-begeleider welke werkzaamheden of dienstverlening je gaat evalueren. Verdiep je in de achtergrond van de werkzaamheden of dienstverlening. Ga na welke doelen er eerder gesteld zijn, die je nu gaat evalueren. Stel een evaluatieplan op, waarin je opneemt: – de werkzaamheden of dienstverlening die je gaat evalueren – de eerder gestelde doelen – de methode die je kiest om te evalueren – de vragen die je stelt bij de evaluatie. Bespreek het evaluatieplan met je BPV-begeleider.

ht

Uitvoeren Voer het evaluatieplan uit, waarbij je: – interesse toont voor verschillende standpunten – scherp en kernachtig formuleert. Bespreek de gegevens uit de evaluatie met de kinderen en ouders of het team en toets de gegevens op betrouwbaarheid, volledigheid en relevantie. (Alleen voor de opleiding GPM) Bespreek de gegevens uit de evaluatie met de kinderen/leraar of het lerarenteam en toets de gegevens op betrouwbaarheid, volledigheid en relevantie. (Alleen voor de opleiding OA) Schrijf een evaluatierapport waarin je opneemt: – de verzamelde gegevens – de manier waarop je de gegevens hebt verzameld – conclusies (allen GPM en OA) – aanbevelingen voor de verbetering van de werkzaamheden of dienstverlening (allen GPM en OA). Registreer relevante gegevens volgens de richtlijnen van de instelling.

C

op

yr

103


B1-K1-W8

• •

Bespreek het evaluatierapport met je BPV-begeleider. Schrijf als afsluiting een reflectieverslag op basis van het Werkmodel STRAK-reflectie.

.

Beoordelingscriteria

fb .v

Evaluatieplan Je hebt: • de evaluatie van werkzaamheden of de dienstverlening voorbereid • een evaluatieplan gemaakt waarin je hebt opgenomen:

◦ ◦ ◦ ◦

4

5

ht

Beoordelaar:

3

Ed

Opmerkingen:

2

u' Ac

1 Beoordeling

tie

de werkzaamheden of dienstverlening die je gaat evalueren de eerder gestelde doelen de methode die je kiest om te evalueren de vragen die je stelt bij de evaluatie • het evaluatieplan besproken met je BPV-begeleider.

Beoordelingscriteria

ig

Evaluatie van de begeleiding

C

op

yr

Je hebt: • de werkzaamheden geëvalueerd volgens het evaluatieplan. Hierbij heb je:

104

◦ ◦

interesse getoond voor standpunten van anderen heldere conclusies geformuleerd en besproken • de gegevens uit de evaluatie met de kinderen en ouders of het team besproken en de gegevens getoetst op betrouwbaarheid, volledigheid en relevantie. (Alleen voor de opleiding GPM) • de gegevens uit de evaluatie met de kinderen/leraar of het lerarenteam besproken en de gegevens getoetst op betrouwbaarheid, volledigheid en relevantie. (Alleen voor de opleiding OA)


B1-K1-W8

1

2

5

Ed

Beoordelingscriteria

4

u' Ac

Opmerkingen:

Beoordelaar:

3

tie

Beoordeling

fb .v

.

• een evaluatierapport opgesteld. Hierin heb je opgenomen: ◦ de verzamelde gegevens ◦ de manier waarop je de gegevens hebt verzameld ◦ conclusies (alleen GPM en OA) ◦ aanbevelingen voor de verbetering van de werkzaamheden of dienstverlening (alleen GPM en OA) • relevante gegevens geregistreerd volgens de richtlijnen van de instelling • het evaluatierapport besproken met je BPV-begeleider.

STRAK-reflectie

ig

ht

Je hebt: • een STRAK-reflectie geschreven volgens het Werkmodel STRAK-reflectie • inzicht gekregen in je eigen functioneren.

1

2

3

4

5

yr

Beoordeling

C

op

Opmerkingen:

Beoordelaar:

105


B1-K1-W8

Oefening 5

Terugkijken Reflectie op de leerstof

fb .v

.

a. Wat heb je allemaal geleerd? Noem drie dingen.

tie

b. Wat wist je al?

Kritisch en creatief denken

u' Ac

c. Wat ga je in de toekomst in jouw werk gebruiken?

Ed

d. Kijk je naar verschillende mogelijkheden als dingen niet in één keer lukken? Noem één voorbeeld.

ig

ht

e. Kom jij voor jouw mening uit als de situatie dat vraagt? Noem één voorbeeld.

C

op

yr

f. Heb jij het uiterste uit jezelf gehaald bij de opdrachten? Noem één voorbeeld.

106

Zelfregulatie en zelfsturing g. Heb je een goede planning gemaakt? Geef hiervan één voorbeeld.


B1-K1-W8

Ben je goed omgegaan met feedback? Geef hiervan één voorbeeld: hoe heb je gereageerd?

fb .v

i.

.

h. Heb je de goede bronnen en materialen gebruikt? Geef hiervan één voorbeeld.

Heb jij bijgedragen aan een goede sfeer in de groep? Geef hiervan één voorbeeld.

u' Ac

j.

tie

Samenwerken

Kun je goed met andere mensen omgaan, ook al zijn ze anders dan jij? Geef hiervan één voorbeeld.

ht

l.

Ed

k. Hebben jullie als groep goede afspraken gemaakt? Geef één voorbeeld van een goede afspraak.

ig

Beoordelingscriteria

Je hebt: • alle vragen beantwoord • inzicht in je eigen functioneren.

1

2

3

4

5

Beoordeling

C

op

yr

Terugkijken

107


B1-K1-W8

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Beoordeling werkproces Vraag je begeleider om een eindbeoordeling.

u' Ac

Beoordelingscriteria

tie

Oefening 6

Formuleren en rapporteren

• Formuleert scherp en kernachtig • Registreert relevante gegevens op de voorgeschreven wijze.

1

2

3

4

5

3

4

5

Ed

Beoordeling

ig

ht

Opmerkingen:

yr

Beoordelaar:

C

op

Beoordelingscriteria Analyseren • Trekt uit gegevens de belangrijkste conclusies • Vormt een reëel beeld van haar eigen werkwijze.

1 Beoordeling

108

2


B1-K1-W8

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Aandacht en begrip tonen

tie

Beoordelingscriteria

• Toont interesse, begrip en interculturele sensitiviteit.

4

5

ht

Beoordelaar:

3

Ed

Opmerkingen:

2

u' Ac

1

Beoordeling

ig

Beoordelingscriteria Samenwerken en overleggen

1

2

3

4

5

Beoordeling

C

op

yr

• Toont interesse, begrip en interculturele sensitiviteit voor de standpunten van anderen.

109


B1-K1-W8

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

tie

Onderzoeken

u' Ac

• Kiest een passende methode om evaluatiegegevens te verzamelen • Verzamelt gegevens actief, doelgericht en met gebruikmaking van de juiste taalvariant.

1

Beoordeling

ht

Ed

Opmerkingen:

C

op

yr

ig

Beoordelaar:

110

2

3

4

5


B1-K2-W1

B1-K2-W1

.

Inleiding

u' Ac

Werkproces

tie

fb .v

Fatu heeft net de intake gedaan met de ouders van Emma. Tijdens het gesprek kwamen de eetgewoontes van Emma ter sprake. De ouders willen graag dat zij eet volgens een methode waarbij de baby vanaf een half jaar hele stukken eten krijgt en geen gepureerde hapjes. Fatu hoort voor het eerst van deze methode. Om meer te weten komen over deze manier van eten vraagt zij haar collega's of zij het kennen. Als dit niet zo blijkt te zijn verdiept Fatu zich hier verder in. Ze leest op internet, in een boek en een vaktijdschrift. Haar kennis deelt zij in een overleg met haar collega's. Fatu is leergierig. Ze wil graag bijblijven in haar beroep. Daarom kijkt zij ook naar tv-programma's die over opvoedonderwerpen gaan. Af en toe bezoekt zij een training of korte cursus. Fatu vindt het ook belangrijk om haar eigen functioneren te verbeteren. Regelmatig vraagt zij om feedback. Tijdens besprekingen met haar leidinggevende brengt zij haar persoonlijk ontwikkelingsplan naar voren.

Deze BPV-opdracht hoort bij het werkproces B1-K2-W1 Werkt aan de eigen deskundigheid.

Leerdoelen

Ed

Je kunt: • betekenis halen uit teksten met hoge informatiedichtheid, zowel mondeling als schriftelijk • eigen kennis en expertise begrijpelijk overbrengen • passend taal- en woordgebruik gebruiken • feedback om jezelf verder te ontwikkelen gebruiken.

project Deskundigheidsbevordering 1 project Deskundigheidsbevordering 2.

ig

• •

ht

Bronnen

yr

Planning Lees eerst de BPV-opdracht goed door en vul daarna het planningsformulier in. Dit formulier laat je goedkeuren door je praktijkbegeleider. Als hij akkoord is met je planning mag je de opdrachten gaan uitvoeren.

C

op

Planningsformulier <

111


B1-K2-W1

Oefening 1

Actueel onderwerp

fb .v

.

Regelmatig krijg je in de instelling te maken met nieuwe ontwikkelingen. De wetgeving of de inzichten over pedagogiek veranderen. Soms krijg je te maken met een kind met een specifieke begeleidingsvraag, waarvoor je informatie op moet zoeken. Of jullie instelling gaat over op een nieuw softwaresysteem om de dossiers van kinderen bij te houden. Dit zijn allemaal redenen om je in een onderwerp te verdiepen.

In deze opdracht ga je op zoek naar informatie over een actueel onderwerp. Je formuleert vragen over het onderwerp. Daarna onderzoek je deze vragen. Hierbij gebruik je vijf verschillende bronnen. Je presenteert tot slot je kennis over het onderwerp aan je collega's.

Voorbereiden

tie

u' Ac

• •

Bedenk drie onderwerpen, waarmee je tijdens de BPV te maken hebt gekregen en waarover je meer wilt weten. Overleg met je BPV-begeleider welk onderwerp je uit gaat werken. Vraag collega's hoe zij met dit onderwerp te maken hebben. Wat willen zij erover weten? Formuleer vragen over het onderwerp. Wat wil je erover weten? Wat kun je ermee in de praktijk van de opvang? Maak een plan van aanpak, waarin je opneemt: – het onderwerp dat je gaat onderzoeken – hoe jij en collega's met dit onderwerp te maken hebben – de manier waarop je het onderwerp gaat onderzoeken – op welke vragen je antwoord wilt hebben – welke (drie) bronnen je wilt gebruiken, zoals internet, boeken, vaktijdschriften of de deskundigheid van collega's Overleg je aanpak met je BPV-begeleider.

Ed

Uitvoeren

ht

Onderzoek je onderwerp volgens je plan van aanpak. Maak steeds aantekeningen van de antwoorden die je krijgt of vindt. Maak een vorm van presentatie voor je collega's over het onderwerp. Dit kan een presentatie zijn in een werkoverleg, of een factsheet met informatie, of een activiteit, waarbij je kennis overdraagt. De presentatie voldoet aan deze eisen: – geeft antwoord op door jouw collega's en jou geformuleerde vragen – is aantrekkelijk door een combinatie van tekst en beeld – taal- en woordgebruik is passend – geeft aan welke bronnen er gebruikt zijn (minimaal drie) Vraag je collega's om feedback op de inhoud en op de presentatie. Voer een reflectiegesprek met je BPV-begeleider.

yr

ig

• • •

C

op

• •

Beoordelingscriteria Voorbereiden Je hebt: • drie actuele onderwerpen bedacht en samen met je BPV-begeleider een keuze voor een onderwerp gemaakt

112


B1-K2-W1

1

2

3

4

5

tie

Beoordeling

fb .v

.

• een plan van aanpak gemaakt, waarin je hebt opgenomen: ◦ het onderwerp dat je gaat onderzoeken ◦ hoe jij en collega's met dit onderwerp te maken hebben ◦ de manier waarop je het onderwerp gaat onderzoeken ◦ op welke vragen je antwoord wilt hebben ◦ welke (drie) bronnen je wilt gebruiken, zoals internet, boeken, vaktijdschriften of de deskundigheid van collega's • het plan van aanpak besproken met je BPV-begeleider.

u' Ac

Opmerkingen:

Ed

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria Actueel onderwerp

ht

Je hebt: • een onderwerp dat actueel is voor je BPV-instelling onderzocht volgens je plan van aanpak • antwoord gekregen op de door jou gestelde vragen en hieruit een vorm van presentatie samengesteld, die voldoet aan:

ig

◦ ◦ ◦ ◦

1

2

3

4

5

Beoordeling

C

op

yr

Er is antwoord gegeven op de gestelde vragen. Er zijn (minimaal) drie verschillende bronnen gebruikt en vermeld. De presentatie is aantrekkelijk door een combinatie van tekst en beeld. Taal- en woordgebruik is passend. • feedback gevraagd aan je collega's over de inhoud van de presentatie en over je manier van presenteren • een reflectiegesprek gevoerd met je BPV-begeleider.

113


B1-K2-W1

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Oefening 2

tie

Feedback ontvangen is belangrijk om jezelf verder te ontwikkelen. Op deze manier leer je kritisch naar jezelf te kijken, maar ook naar je collega's.

In deze opdracht oefen je met feedback geven en ontvangen. Je bereidt je eerst voor door hoofdpunten voor het geven en ontvangen van feedback te noteren. Daarna voer je met drie collega's een feedbackgesprek.

Voorbereiden • • •

Bespreek met je BPV-begeleider dat je gedurende een week dagelijks feedback vraagt van en geeft aan (bij voorkeur) verschillende collega's. Maak afspraken met de collega's over de planning. Lees de theorie over feedback (nogmaals) door. Noteer voor jezelf de hoofdpunten. Gebruik het Werkmodel Feedback beoordelen.

Ed

u' Ac

Werkmodel Feedback beoordelen <

Feedback krijgen

Uitvoeren

ht

Voer gedurende een week dagelijks een feedbackgesprek met een collega, waarbij je: – actief feedback vraagt – zelf feedback geeft – de regels voor feedback toepast. Maak dagelijks aantekeningen van de feedbackgesprekken, waarbij je: – noteert welke feedback je hebt gekregen – persoonlijke doelen formuleert over wat je gaat doen met de feedback – beschrijft op welke manier je hebt gereageerd op de feedback – beschrijft hoe je zelf feedback hebt gegeven. Voer na twee weken een reflectiegesprek met je BPV-begeleider. Bespreek hierbij: – de aantekeningen van je reflecties – en hoe jezelf en anderen merken dat je met de feedback aan de slag bent geweest. Verwerk de feedback en gestelde leerdoelen in je POP en PAP.

ig

yr

C

op

Beoordelingscriteria Feedback geven en ontvangen Je hebt: • feedback gegeven en ontvangen.

114


B1-K2-W1

1

2

3

4

5

.

Beoordeling

fb .v

Opmerkingen:

Blog

u' Ac

Oefening 3

tie

Beoordelaar:

In de kinderopvang krijg je regelmatig te maken met politieke veranderingen en nieuwe wet- en regelgeving. In deze opdracht onderzoek je een verandering en wat deze voor gevolgen heeft voor het werk in je BPV-instelling. Je schrijft een blog over dit onderwerp.

ig

Overleg met je BPV-begeleider over welke politieke verandering of wet- en regelgeving je deze opdracht doet. Doe hierbij zelf voorstellen. Maak een plan van aanpak, waarin je opneemt: – de politieke verandering of wet- en regelgeving waarover je deze opdracht gaat doen – welke vragen je hebt over dit onderwerp – op welke manier je je vragen gaat onderzoeken. Gebruik hierbij verschillende bronnen en informatie van collega's. Bespreek je plan van aanpak met je BPV-begeleider.

ht

Ed

Voorbereiden

yr

Uitvoeren

Voer nu je plan van aanpak uit. Stel uit de verzamelde informatie een blog of artikel samen, dat voldoet aan deze eisen: – beschrijft het onderwerp, de actualiteit en de invloed ervan op het werk – geeft antwoord op de door jou gestelde vragen – sluit in taalgebruik aan bij de lezer – is 300 - 400 woorden – is overzichtelijk opgesteld. Bespreek je blog of artikel met je BPV-begeleider. Deel het daarna met je collega's.

C

op

• •

115


B1-K2-W1

Beoordelingscriteria Voorbereiding

◦ ◦ ◦

fb .v

.

Je hebt: • samen met je BPV-begeleider een keuze gemaakt voor een onderwerp op het gebied van een politieke verandering of actuele wet- en regelgeving. • een plan van aanpak gemaakt, waarin je hebt opgenomen: de politieke verandering of wet- en regelgeving waarover je deze opdracht gaat doen.

1

4

5

ht

Beoordelaar:

3

Ed

Opmerkingen:

2

u' Ac

Beoordeling

tie

welke vragen je hebt over dit onderwerp. op welke manier je je vragen gaat onderzoeken. Gebruik hierbij verschillende bronnen en informatie van collega's. • het plan van aanpak besproken met je BPV-begeleider.

Beoordelingscriteria

ig

Blog of artikel

C

op

yr

Je hebt: • volgens je plan van aanpak de politieke ontwikkeling of de actuele wet- en regelgeving onderzocht • met de verzamelde informatie een artikel of blog geschreven dat voldoet aan deze eisen:

116

◦ ◦ ◦ ◦ ◦

beschrijft het onderwerp, de actualiteit en de invloed ervan op het werk geeft antwoord op de door jou gestelde vragen sluit in taalgebruik aan bij de lezer is 300-400 woorden is overzichtelijk opgesteld • het artikel of blog besproken met je BPV-begeleider • het artikel of blog gedeeld met je collega's.


B1-K2-W1

1

2

3

4

5

.

Beoordeling

fb .v

Opmerkingen:

Eindopdracht Werkt aan de eigen deskundigheid

u' Ac

Oefening 4

tie

Beoordelaar:

Je werkt steeds aan je eigen deskundigheid. Zo zorg je ervoor dat je op de hoogte blijft van maatschappelijke, technologische en vakinhoudelijke ontwikkelingen. Je volgt allerlei vormen van bijscholing. Je ontwikkelt je verder door feedback te vragen en te geven. Je deelt kennis met collega's en voert inhoudelijke discussies. Op deze manier lever je een bijdrage aan de ontwikkeling van het beroep.

Ed

In deze eindopdracht werk je aan je leerdoelen uit je persoonlijk ontwikkelplan, waardoor je je deskundigheid verder ontwikkelt. Je zorgt ervoor dat je op de hoogte bent van actuele ontwikkelingen. Je deskundigheid heb je gedeeld met je collega's.

Voorbereiden

ig

Stel samen met je BPV-begeleider een persoonlijk ontwikkelplan op en onderneem stappen om vakkennis, vaardigheden en beroepshouding te verbeteren. Betrek hierin onderstaande activiteiten: – lezen vakliteratuur – feedback vragen – volgen bijscholingen. Bepaal samen evaluatiemomenten voor je doelstellingen.

ht

yr

C

op

Uitvoeren • •

• • • •

Werk aan je eigen deskundigheid. Zorg ervoor dat je op de hoogte blijft van maatschappelijke, technologische en vakinhoudelijke ontwikkelingen. – Lees daarvoor vakliteratuur en volg bijscholingen. – Reflecteer op je eigen functioneren, vraag om feedback over jouw eigen functioneren en geef feedback aan anderen. Zorg ervoor dat je op de hoogte bent van actuele wet- en regelgeving m.b.t. de beroepsuitoefening en van de actuele visie op zorg en welzijn. Neem deel aan inhoudelijke discussies met collega's en anderen over beroepstaken en werkzaamheden. Draag de beroeps- en organisatievisie uit naar anderen. Schrijf als afsluiting een reflectieverslag op basis van het Werkmodel STRAK-reflectie.

117


B1-K2-W1

Beoordelingscriteria Voorbereiden

1

2

5

Ed

Beoordelingscriteria

4

u' Ac

Opmerkingen:

Beoordelaar:

3

tie

Beoordeling

fb .v

.

Je hebt: • samen met je BPV-begeleider een persoonlijk ontwikkelplan opgesteld en stappen ondernomen om vakkennis, vaardigheden en beroepshouding te verbeteren • samen evaluatiemomenten voor je doelstellingen bepaald.

Eigen deskundigheid werken

ht

Je hebt: • aan je eigen deskundigheid gewerkt • ervoor gezorgd dat je op de hoogte blijft van maatschappelijke, technologische en vakinhoudelijke ontwikkelingen.

◦ ◦

C

op

yr

ig

daarvoor vakliteratuur gelezen en bijscholingen gevolgd op je eigen functioneren gereflecteerd, om feedback over jouw eigen functioneren gevraagd en feedback gegeven aan anderen • ervoor gezorgd dat je op de hoogte bent van actuele wet- en regelgeving m.b.t. de beroepsuitoefening en van de actuele visie op zorg en welzijn • deelgenomen aan inhoudelijke discussies met collega's en anderen over beroepstaken en werkzaamheden • de beroeps- en organisatievisie uitgedragen naar anderen.

118

1 Beoordeling

2

3

4

5


B1-K2-W1

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

tie

STRAK-reflectie

u' Ac

Je hebt: • een STRAK-reflectie geschreven volgens het Werkmodel STRAK-reflectie • inzicht gekregen in je eigen functioneren.

1

Beoordeling

3

4

5

ht

Ed

Opmerkingen:

2

ig

Beoordelaar:

Oefening 5

Terugkijken

yr

Reflectie op de leerstof

C

op

a. Wat heb je allemaal geleerd? Noem drie dingen.

b. Wat wist je al?

119


B1-K2-W1

.

c. Wat ga je in de toekomst in jouw werk gebruiken?

fb .v

Kritisch en creatief denken

tie

d. Kijk je naar verschillende mogelijkheden als dingen niet in één keer lukken? Noem één voorbeeld.

u' Ac

e. Kom jij voor jouw mening uit als de situatie dat vraagt? Noem één voorbeeld.

Ed

f. Heb jij het uiterste uit jezelf gehaald bij de opdrachten? Noem één voorbeeld.

Zelfregulatie en zelfsturing

ig

ht

g. Heb je een goede planning gemaakt? Geef hiervan één voorbeeld.

C

op

yr

h. Heb je de goede bronnen en materialen gebruikt? Geef hiervan één voorbeeld.

120

i.

Ben je goed omgegaan met feedback? Geef hiervan één voorbeeld: hoe heb je gereageerd?


B1-K2-W1

Samenwerken Heb jij bijgedragen aan een goede sfeer in de groep? Geef hiervan één voorbeeld.

fb .v

.

j.

Kun je goed met andere mensen omgaan, ook al zijn ze anders dan jij? Geef hiervan één voorbeeld.

Beoordelingscriteria

Ed

Terugkijken

u' Ac

l.

tie

k. Hebben jullie als groep goede afspraken gemaakt? Geef één voorbeeld van een goede afspraak.

ht

Je hebt: • alle vragen beantwoord • inzicht in je eigen functioneren.

1

2

3

4

5

ig

Beoordeling

Beoordelaar:

C

op

yr

Opmerkingen:

121


B1-K2-W1

Oefening 6

Beoordeling werkproces Vraag je begeleider om een eindbeoordeling.

Vakdeskundigheid toepassen

fb .v

.

Beoordelingscriteria

• Draagt eigen kennis en expertise over • Haalt betekenis uit teksten met hoge informatiedichtheid.

1

2

3

4

5

4

5

tie

Beoordeling

u' Ac

Opmerkingen:

Ed

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria Leren

ht

• Gebruikt feedback om zich verder te ontwikkelen.

ig

Beoordeling

C

op

yr

Opmerkingen:

122

Beoordelaar:

1

2

3


B1-K2-W1

Beoordelingscriteria Formuleren en rapporteren

2

Beoordeling

3

4

5

u' Ac

tie

Opmerkingen:

fb .v

1

.

• Gebruikt passend taal- en woordgebruik.

C

op

yr

ig

ht

Ed

Beoordelaar:

123


B1-K2-W2

B1-K2-W2

.

Inleiding

u' Ac

Werkproces

tie

fb .v

Mike haalt in de loop van de middag een van de peuters uit bed. Wanneer hij Maartje oppakt, merkt hij dat ze erg warm is. In overleg met zijn leidinggevende besluit hij de ouders te bellen. Als hij hen vertelt wat er met Maartje aan de hand is, vertellen de ouders hem dat hij Maartje best een paracetamol kan geven. Zij komen haar aan het eind van de dag ophalen, maar moeten nu echt nog werken. De ouders zeggen Mike dat zijn collega's dit ook regelmatig doen. Mike weet niet goed wat te doen. Hij mag Maartje niet zomaar medicijnen geven. Bovendien is de regel in de opvang dat een kind met koorts altijd opgehaald wordt door de ouders. Nu het kennelijk zo is dat hij en zijn collega's hier anders mee omgaan, besluit Mike om dit punt in te brengen bij de intervisie. Na een uitgebreid gesprek, waarbij de collega's hun kennis en ervaring inbrengen, wordt besloten het protocol voor ziekte van kinderen door te nemen en verbeteringen voor te stellen.

Deze BPV-opdracht hoort bij het werkproces B1-K2-W2 Werkt aan het bewaken en bevorderen van kwaliteitszorg.

Leerdoelen

Ed

Je kunt: • zorgvuldig voorgeschreven protocollen, procedures en wettelijke richtlijnen volgen • functioneel je eigen kennis en ervaring inzetten voor het verbeteren van de kwaliteit van de werkzaamheden • actief gesignaleerde tekortkomingen in de werkwijze doorgeven aan de juiste persoon.

cursus Kwaliteitszorg, beleid en kwaliteitszorgsystemen

ig

ht

Bronnen

yr

Planning

C

op

Planningsformulier <

124

Lees eerst de BPV-opdracht goed door en vul daarna het planningsformulier in. Dit formulier laat je goedkeuren door je praktijkbegeleider. Als hij akkoord is met je planning mag je de opdrachten gaan uitvoeren.


B1-K2-W2

Oefening 1

Kwaliteitsverbetering In je instelling werk je constant aan het verbeteren van de kwaliteit. Jij en je collega's werken volgens protocollen en instructies. De wereld verandert doorlopend, en zo moeten regels ook bijgesteld worden.

fb .v

.

In deze opdracht ga je na hoe er aan kwaliteit gewerkt wordt in je instelling. Je formuleert vragen over hoe men protocollen en procedures controleert en verbetert.

Voorbereiden

tie

Overleg met je BPV-begeleider met welke collega je deze opdracht uit kunt voeren. Het is de bedoeling dat je vragen kunt stellen aan de collega die kwaliteit als aandachtspunt heeft. Maak een plan van aanpak over wat je wilt bespreken met de collega, neem hierin in ieder geval de volgende drie vragen op: – Hoe is de kwaliteitszorg geregeld binnen de instelling? – Hoe werkt dit praktisch in de praktijk? – Zijn er hiaten? Gaat het wel eens mis? Bespreek je aanpak met je BPV-begeleider.

Uitvoeren •

Voer nu een gesprek met de collega die kwaliteit als aandachtspunt heeft. Stel hierbij de vragen uit je plan van aanpak. Schrijf een verslag over de kwaliteitszorg in de instelling. Neem hierin op: – hoe de kwaliteitszorg is geregeld, illustreer met een stroomschema – hoe je zelf tegen kwaliteit aankijkt, formuleer voor drie protocollen of procedures wanneer deze kwalitatief goed uitgevoerd worden. Bespreek je verslag met je BPV-begeleider.

Ed

u' Ac

ht

Beoordelingscriteria

ig

Voorbereiden

Je hebt: • een plan van aanpak gemaakt, waarin je hebt opgenomen:

◦ ◦ ◦

1

2

3

4

5

Beoordeling

C

op

yr

Hoe is de kwaliteitszorg geregeld binnen de instelling? Hoe werkt dit praktisch in de praktijk? Zijn er hiaten? Gaat het wel eens mis? • het plan van aanpak besproken met je BPV-begeleider.

125


B1-K2-W2

fb .v

.

Opmerkingen:

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria

tie

Onderzoeken

u' Ac

Je hebt: • een gesprek gevoerd met de collega die kwaliteit als aandachtspunt heeft • tijdens dit gesprek je plan van aanpak uitgevoerd, en in ieder geval de volgende vragen besproken:

◦ ◦ ◦

Hoe is de kwaliteitszorg geregeld binnen de instelling? Hoe werkt dit praktisch in de praktijk? Zijn er hiaten? Gaat het wel eens mis? • na het gesprek een verslag geschreven, waarin je hebt opgenomen:

◦ ◦

Ed

hoe de kwaliteitszorg is geregeld, geïllustreerd met een stroomschema hoe je zelf tegen kwaliteit aankijkt, formuleer voor drie protocollen of procedures wanneer deze kwalitatief goed uitgevoerd worden • het verslag besproken met je BPV-begeleider.

1

2

3

4

5

ht

Beoordeling

C

op

yr

ig

Opmerkingen:

Oefening 2

Kwaliteitsmonitor scoreformulier 2011 <

126

Beoordelaar:

Je eigen kwaliteit Je werkt nu enige tijd in de instelling. In de loop van de tijd heb je gewerkt met verschillende protocollen en procedures. In deze opdracht spreek je met collega's over het begrip kwaliteit. Wanneer vinden zij dat zij hun werk kwalitatief goed doen? Daarna maak je voor jezelf een checklist over kwaliteit. Een collega vult deze later voor je in, waarna jullie samen reflecteren.


B1-K2-W2

Voorbereiden

• • •

.

Overleg met je BPV-begeleider met welke collega's je deze opdracht uit kunt voeren. Lees het kwaliteitsmonitor scoreformulier 2011. Voer een gesprek met collega's over een belangrijke vaardigheid uit het werk, zoals het inzetten van interactievaardigheden. Vraag de collega's wat maakt dat ze hun werk kwalitatief goed doen. Maak naar aanleiding van het gesprek met de collega's een lijst met punten op het gebied van deze vaardigheid die belangrijk zijn voor de kwaliteit, die je levert. Bespreek deze lijst met je BPV-begeleider. Bespreek welke collega de lijst later in de week invult over jouw kwaliteit.

fb .v

• • •

Vraag - zoals afgesproken - een collega om de lijst voor je in te vullen. Vul de lijst ook over jezelf in. Voer met de collega een gesprek over jullie beide lijsten. Schrijf een verslag waarin je in 200 - 400 woorden vertelt of jij kwaliteit levert. Verwerk hierbij de gegevens uit de lijsten en het gesprek met de collega. Bespreek het verslag met je BPV-begeleider.

Beoordelingscriteria

Ed

Voorbereiding

u' Ac

• • • •

tie

Uitvoeren

ig

ht

Je hebt: • een gesprek gevoerd met collega's over het leveren van kwaliteit bij vaardigheden die van belang zijn, zoals interactievaardigheden • een lijst opgesteld met punten die belangrijk zijn om kwaliteit te leveren bij die vaardigheid • de lijst besproken met je BPV-begeleider • besproken welke collega in de komende week de lijst over jou invult.

1

2

3

4

5

yr

Beoordeling

C

op

Opmerkingen:

Beoordelaar:

127


B1-K2-W2

Beoordelingscriteria Je eigen kwaliteit

fb .v

.

Je hebt: • de collega gevraagd om de lijst voor je in te vullen • zelf de lijst ingevuld over je eigen kwaliteit • met de collega een gesprek gevoerd over de ingevulde lijsten • naar aanleiding van het gesprek een verslag geschreven over je eigen kwaliteit, dat voldoet aan deze eisen:

◦ ◦ ◦

1

Oefening 3

5

Intervisiegroep

Een manier om de kwaliteit van het werk te bespreken en te verbeteren is het organiseren van intervisiegroepen.

ig

Artikel Intervisie, de 10 stappen methode <

4

ht

Beoordelaar:

3

Ed

Opmerkingen:

2

u' Ac

Beoordeling

tie

200 - 400 woorden de gegevens uit beide lijsten en uit het gesprek met de collega zijn verwerkt je geeft je mening over je eigen kwaliteit van werken • het verslag besproken met je BPV-begeleider.

C

op

yr

In deze opdracht neem je deel aan een intervisiegroep. Wanneer deze er niet zijn op je instelling, dan organiseer je een intervisiegroep met collega's. Je oriënteert je op de werkwijze van een intervisiegroep en je bereidt een bijeenkomst voor. Je woont de bijeenkomst bij. Je doet een voorstel voor kwaliteitsverbetering.

Voorbereiden • • •

128

Overleg met je BPV-begeleider welke bijeenkomst je bijwoont. Lees meer over intervisie in het Artikel Intervisie, de 10 stappen methode. Welke tips haal je hier uit over een intervisie? Zet je punten voor de voorbereiding van de intervisiegroep op papier, waarbij je noemt: – je mening of vragen over het onderwerp – je eigen kennis en ervaringen over dit onderwerp – je vragen over de werkwijze van een intervisiebijeenkomst. Bespreek je voorbereiding met je BPV-begeleider.


B1-K2-W2

Woon de intervisiebijeenkomst bij, waarbij je: – actief deelneemt – je kennis en ervaring deelt over het onderwerp dat wordt besproken met als doel kwaliteitsverbetering – aantekeningen maakt over het verloop van de bijeenkomst. Schrijf een verslag over de intervisiebijeenkomst, waarin je opneemt: – stapsgewijs de werkwijze – je eigen inbreng – wat je vindt van deze werkwijze om te komen tot een kwaliteitsverbetering. Bespreek het verslag met je BPV-begeleider.

fb .v

.

Uitvoeren

tie

Beoordelingscriteria Voorbereiding

u' Ac

Je hebt: • je voorbereiding voor de intervisiebijeenkomst op papier gezet, waarbij je hebt genoemd:

◦ ◦ ◦

Ed

je mening of vragen over het onderwerp je eigen kennis en ervaringen over dit onderwerp je vragen over de werkwijze van een intervisiebijeenkomst • je voorbereiding besproken met je BPV-begeleider.

1

2

3

4

5

Beoordeling

yr

ig

ht

Opmerkingen:

C

op

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria Intervisiegroep Je hebt: • deelgenomen aan de intervisiebijeenkomst waarbij je:

◦ ◦ ◦

actief hebt deelgenomen je kennis en ervaring hebt gedeeld over het onderwerp dat wordt besproken met als doel kwaliteitsverbetering aantekeningen hebt gemaakt over het verloop van de bijeenkomst

129


B1-K2-W2

1

2

Beoordeling

3

4

5

u' Ac

tie

Opmerkingen:

fb .v

.

• een verslag geschreven over de intervisiebijeenkomst, waarin je hebt opgenomen: ◦ stapsgewijs de werkwijze ◦ je eigen inbreng ◦ wat je vindt van deze werkwijze om te komen tot een kwaliteitsverbetering • het verslag besproken met je BPV-begeleider.

Beoordelaar:

Werkmodel STRAK-reflectie <

Eindopdracht Verbetervoorstel

Je werkt constant aan het verbeteren van de kwaliteit van de taken en werkzaamheden. Dit doe je door deel te nemen aan een ontwikkelgroep. Of door je kennis op het vakgebied in te zetten bij verbetertrajecten. Je let op de kwaliteit van je eigen werkzaamheden. Je signaleert en meldt knelpunten.

Ed

Oefening 4

ht

In deze eindopdracht lever je vanuit je eigen deskundigheid een bijdrage aan de kwaliteitsverbetering.

ig

Voorbereiden •

C

op

yr

Overleg met je BPV-begeleider over welk onderwerp je deze opdracht doet. Doe hierbij zelf voorstellen. Maak een planning, waarbij je deze aandachtspunten verwerkt: – Om welk onderwerp gaat het? – Hoe speelt het op de werkvloer, waar ligt de behoefte aan verbetering? – Op welke manier wil je werken aan verbetering? Denk hierbij aan het aanpassen van een protocol, of het organiseren van deskundigheidsbevordering of het bespreken in een intervisiegroep. – Maak concreet wat je gaat doen. Bespreek je planning met je BPV-begeleider.

Uitvoeren • •

130

Voer je plan uit. Schrijf een verslag waarin je opneemt: – het onderwerp met de achtergronden


B1-K2-W2

– de manier waarop je aan de verbetering hebt gewerkt – op welke manier je je eigen expertise hebt ingebracht – welk resultaat je geboekt hebt. Bespreek je verslag met je BPV-begeleider.

fb .v

.

Beoordelingscriteria Voorbereiden

Je hebt: • een keuze gemaakt voor het onderwerp waarvoor je kwaliteitsverbetering wilt realiseren • een planning gemaakt, waarin je hebt opgenomen:

tie

Om welk onderwerp gaat het? Hoe speelt het op de werkvloer, waar ligt de behoefte aan verbetering? Op welke manier wil je werken aan verbetering? Denk hierbij aan het aanpassen van een protocol, of het organiseren van deskundigheidsbevordering of het bespreken in een intervisiegroep.

u' Ac

◦ ◦ ◦

◦ Maak concreet wat je gaat doen. • de planning besproken met je BPV-begeleider 1

2

3

4

5

Ed

Beoordeling

ht

Opmerkingen:

ig

Beoordelaar:

yr

Beoordelingscriteria

C

op

Verbetervoorstel Je hebt: • je planning uitgevoerd • een verslag geschreven waarin je hebt opgenomen:

◦ ◦ ◦ ◦

het onderwerp met de achtergronden de manier waarop je aan de verbetering hebt gewerkt op welke manier je je eigen expertise hebt ingebracht welk resultaat je geboekt hebt • je verslag besproken met je BPV-begeleider.

131


B1-K2-W2

1

2

3

4

5

.

Beoordeling

fb .v

Opmerkingen:

tie

Beoordelaar:

STRAK-reflectie

u' Ac

Beoordelingscriteria

Ed

Je hebt: • een STRAK-reflectie geschreven volgens het Werkmodel STRAK-reflectie • de STRAK-reflectie besproken met je BPV-begeleider • inzicht in je eigen functioneren.

1

Beoordeling

yr

ig

ht

Opmerkingen:

op

Beoordelaar:

C

Oefening 5

132

Terugkijken Reflectie op de leerstof a. Wat heb je allemaal geleerd? Noem drie dingen.

2

3

4

5


B1-K2-W2

tie

Kritisch en creatief denken

fb .v

c. Wat ga je in de toekomst in jouw werk gebruiken?

.

b. Wat wist je al?

u' Ac

d. Kijk je naar verschillende mogelijkheden als dingen niet in één keer lukken? Noem één voorbeeld.

Ed

e. Kom jij voor jouw mening uit als de situatie dat vraagt? Noem één voorbeeld.

ht

f. Heb jij het uiterste uit jezelf gehaald bij de opdrachten? Noem één voorbeeld.

ig

Zelfregulatie en zelfsturing

C

op

yr

g. Heb je een goede planning gemaakt? Geef hiervan één voorbeeld.

h. Heb je de goede bronnen en materialen gebruikt? Geef hiervan één voorbeeld.

i.

Ben je goed omgegaan met feedback? Geef hiervan één voorbeeld: hoe heb je gereageerd?

133


B1-K2-W2

Samenwerken Heb jij bijgedragen aan een goede sfeer in de groep? Geef hiervan één voorbeeld.

fb .v

.

j.

Kun je goed met andere mensen omgaan, ook al zijn ze anders dan jij? Geef hiervan één voorbeeld.

Beoordelingscriteria

Ed

Terugkijken

u' Ac

l.

tie

k. Hebben jullie als groep goede afspraken gemaakt? Geef één voorbeeld van een goede afspraak.

ht

Je hebt: • alle vragen beantwoord • inzicht in je eigen functioneren.

ig

Beoordeling

C

op

yr

Opmerkingen:

134

Beoordelaar:

1

2

3

4

5


B1-K2-W2

Oefening 6

Beoordeling werkproces Vraag je begeleider om een eindbeoordeling.

Instructies en procedures opvolgen

fb .v

.

Beoordelingscriteria

• is zorgvuldig in het volgen van voorgeschreven protocollen, procedures en wettelijke richtlijnen.

1

2

3

4

5

tie

Beoordeling

u' Ac

Opmerkingen:

Ed

Beoordelaar:

Beoordelingscriteria Kwaliteit leveren

ht

• zet functioneel de eigen expertise in voor het verbeteren van de kwaliteit • geeft actief gesignaleerde tekortkomingen in werkwijze door aan de juiste persoon.

1

2

3

4

5

yr

ig

Beoordeling

C

op

Opmerkingen:

Beoordelaar:

135


ht

ig

yr

op

C

.

fb .v

tie

u' Ac

Ed


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.