41747 creeer een veilig seksueel klimaat

Page 1

fb .v

.

Cursus

C

op

yr

ig

ht

Ed

u' Ac

tie

CreĂŤer een veilig seksueel klimaat


Colofon Uitgeverij: Edu’Actief b.v.

fb .v

.

0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Annemieke Loos

Titel: Creëer een veilig seksueel klimaat

u' Ac

ISBN:9789037241747 © Edu’Actief b.v. 2017

tie

Inhoudelijke redactie: Floortje Vissers

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

C

op

yr

ig

ht

Ed

Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.


Inhoudsopgave Over deze cursus

CreĂŤer een veilig seksueel klimaat

10

Seksisme, seksuele intimidatie en seksueel geweld Seksuele problemen

22

Communiceren over seksualiteit

27

Methodieken, gespreksvormen en -vaardigheden 39

34

u' Ac

Reflectie

16

Theoriebron Een veilig seksueel klimaat

41

Theoriebron Seksisme, seksuele intimidatie en seksueel geweld Theoriebron Seksuele problemen bij jongeren Theoriebron Communiceren over seksualiteit

Ed

fb .v

.

7

tie

OriĂŤntatie

4

44

47

50

53

C

op

yr

ig

ht

Theoriebron Methodieken, gespreksvormen en -vaardigheden

3


Over deze cursus

Over deze cursus

.

Inleiding

C

op

yr

ig

ht

Ed

u' Ac

tie

fb .v

Het is van groot belang dat iedereen zich veilig voelt, op de opleiding, op stages en op het werk. Veiligheid heeft te maken met sfeer en een positief klimaat waarin mensen elkaar accepteren en elkaars grenzen respecteren. Veiligheid moet er ook zijn op het gebied van seksualiteit. Dit gaat niet alleen over bijvoorbeeld veilig vrijen, maar ook over de vrijheid om zonder problemen homoseksueel te kunnen zijn, of durven aangeven dat je iets niet wilt. Daarvoor moet je met elkaar in gesprek gaan, als collega’s onderling, maar ook met cliënten. Je leert in deze cursus hoe jij als sociaal-cultureel werker een veilig seksueel klimaat kunt bevorderen.

Ongewenste aanrakingen kunnen vallen onder seksueel grensoverschrijdend gedrag.

Leerdoelen • • •

4

Je hebt kennis van het begrip veilig seksueel klimaat en kunt het belang uitleggen van een veilig seksueel klimaat in een groep. Je hebt kennis van seksisme, seksuele intimidatie en seksueel geweld en van de wijze van signaleren als professional. Je hebt kennis van seksuele problemen en van de wijze van signaleren als professional.


Over deze cursus

Je kunt uitleggen hoe je op professionele wijze over seksualiteit kunt communiceren met de doelgroep. Je hebt kennis van diverse methodieken om een veilig seksueel klimaat in de groep te bevorderen.

fb .v

.

Beoordeling

Aan het eind van de cursus wordt je parate kennis beoordeeld met een toets. Je praktische beheersing van de leerdoelen wordt getoetst aan de hand van eenberoepsproduct. Deze worden op verschillende punten beoordeeld: op inhoud en op de uitvoering. Ander belangrijke punten bij de beoordeling zijn: actieve deelname aan de lessen, nette uitwerking van de opdrachten in correct Nederlands. Je vindt ze bij elkaar in het beoordelingsformulier.

tie

Beoordelingsformulier <

Planningsformulier <

u' Ac

Planning

Een beroepsproduct maken kost tijd. Daarom moet je dit goed plannen. Lees eerst de opdracht van het beroepsproduct goed door en vul daarna het planningsformulier in. Neem ook de andere opdrachten van deze cursus op in je totale planning. Zo voorkom je dat je in tijdnood komt.

Ed

Beroepsproduct: Voorlichtingspresentatie Een veilig seksueel klimaat (2)

yr

ig

ht

Je loopt stage in een wijk- en dienstencentrum in een Vinex-wijk, waar veel jongeren wonen. De coördinator van het wijkcentrum, de heer Lanting, vraagt jou om voor medewerkers een voorlichtingspresentatie in elkaar te zetten over het creëren van een veilig seksueel klimaat. In het verleden zijn de medewerkers hierover al geïnformeerd, maar het is de hoogste tijd voor een opfrisprogramma. De voorlichtingspresentatie bestaat uit een presentatie en een hand-out. Dit is een korte samenvatting van de presentatie. Je maakt de voorlichtingspresentatie samen met een medestudent. Voor het maken van de presentatie en de hand-out gebruik je de opgedane kennis uit deze cursus. Je kunt ook aanvullende bronnen gebruiken, zoals het internet of de bibliotheek.

C

op

Plan voor jezelf een datum waarop je dit beroepsproduct inlevert. Vul deze datum in op je planningsformulier.

Werkmodel Samenwerkingscontract <

Processtappen • •

• •

Maak een planning en een samenwerkingscontract met behulp van Werkmodel Samenwerkingscontract. Bedenk welke informatie noodzakelijk is voor de voorlichtingspresentatie. Houd hierbij de doelgroep van het programma in gedachten. Zorg ervoor dat alle onderwerpen uit deze cursus (veilig seksueel klimaat; seksisme, seksuele intimidatie en seksueel geweld; seksuele problemen; de wijze van signaleren als professional; communiceren over seksualiteit en diverse methodieken) evenredig aan bod komen. Bedenk hoe je de informatie van de presentatie overzichtelijk indeelt. Bedenk welke informatie in de hand-out moet komen.

5


Over deze cursus

Bedenk een paar tips voor toehoorders die meer informatie willen. Zoek eventueel aanvullende informatie in de bibliotheek of op het internet. Je hebt nu alle informatie. Maak de presentatie. Je doet dit in Prezi of met PowerPoint. Schrijf de hand-out. Dit doe je in Word. Overleg met je docent of jullie de voorlichtingspresentatie aan jullie medestudenten presenteren.

fb .v

Laat elke processtap goedkeuren door je docent, voordat je begint aan de volgende processtap.

Eisen aan het beroepsproduct

C

op

yr

ig

ht

Ed

u' Ac

• •

De voorlichtingspresentatie bevat informatie over de volgende onderdelen: veilig seksueel klimaat; seksisme, seksuele intimidatie en seksueel geweld; seksuele problemen; de wijze van signaleren als professional; communiceren over seksualiteit en diverse methodieken. De presentatie is gemaakt met Prezi of PowerPoint, ziet er verzorgd uit, bevat geen taalen spelfouten en duurt maximaal 15 minuten. Tijdens de presentatie komen beide studenten evenredig aan het woord. Er is een bijlage aan de presentatie toegevoegd. Dit is een hand-out met een samenvatting van de presentatie. De hand-out heeft een duidelijke opbouw, bevat geen taal- en spelfouten en is gemiddeld 2 pagina's lang (Verdana 10, regelafstand 0).

tie

6

.

• • • • •


Oriëntatie

Oriëntatie Opdracht 1

Genderblender

fb .v

.

In deze cursus leer je over sekserollen. Sekserollen zijn de verwachtingen die de maatschappij heeft ten aanzien van specifieke mannelijke of vrouwelijke eigenschappen. Hoe zit het met jouw eigen mannelijke en vrouwelijke eigenschappen? Zijn deze van invloed op het werk dat jij later gaat doen?

Website CPS <

u' Ac

a. Wat is de uitkomst van jouw lijst?

tie

Je vult een vragenlijst in om na te gaan hoe jouw mix van mannelijke en vrouwelijke eigenschappen is. Ga naar de website van het CPS. Bekijk de omschrijving van de publicatie en download de vragenlijst. Print deze en vul hem in.

Ed

b. Welke invloed heeft het hebben van bepaalde mannelijke en/of vrouwelijke eigenschappen op het werk dat je later gaat doen?

ig

ht

c. Vergelijk je antwoorden met die van een medestudent. Wat zijn de overeenkomsten en wat zijn de verschillen? Leg je antwoord uit.

Opdracht 2

Wanneer je over seksualiteit communiceert, is het handig om te weten hoe jongeren omgaan met hun seksualiteit. Hoe vaak gebruiken jongeren anticonceptie? Wat vinden zij ervan als twee jongens op straat zoenen. Met deze opdracht krijg je meer inzicht in ‘seks onder je 25e’.

C

op

yr

Website Seks onder je 25e <

Seks onder je 25e

Ga naar de website Seks onder je 25e. Bekijk de infographics. a. Hoe oud waren jongeren gemiddeld in 2012 toen zij voor de eerste keer seks hadden?

b. Hoe oud waren jongeren gemiddeld in 2017 toen zij voor de eerste keer seks hadden?

7


Oriëntatie

c. Waardoor zou dat verschil zijn ontstaan, denk je?

fb .v

.

d. In de infographics gaat het ook over seksuele grensoverschrijding. Wat houdt dit volgens jou in? Je kunt het internet raadplegen.

tie

e. Hoeveel procent van de meisjes heeft te maken met seksueel grensoverschrijdend gedrag volgens het onderzoek uit 2017, en is dus ooit gedwongen iets te doen op seksueel gebied wat zij niet wilden?

Opdracht 3

Wat mij interessant lijkt

u' Ac

f. Welke informatie uit de infographics is nieuw voor jou? Of schokkend? Leg je antwoord uit.

ht

Ed

In deze cursus leer je onder andere over: • een veilig seksueel klimaat • seksisme, seksuele intimidatie en seksueel geweld • seksuele problemen • de wijze van signaleren als professional • communiceren over seksualiteit • diverse methodieken om een veilig seksueel klimaat te bevorderen.

ig

a. Welk van de onderwerpen lijkt jou het meest interessant om aan te werken? Waarom is dat?

C

op

yr

b. Zoek over het onderwerp dat jou het meest interessant lijkt informatie op; bijvoorbeeld op het internet. Noteer tien steekwoorden, of belangrijke begrippen, die met dit onderwerp te maken hebben.

8


OriĂŤntatie

C

op

yr

ig

ht

Ed

u' Ac

tie

fb .v

.

c. Vergelijk je antwoorden met die van een medestudent. Wat zijn de overeenkomsten en wat zijn de verschillen? Leg je antwoord uit.

9


Creëer een veilig seksueel klimaat

.

Creëer een veilig seksueel klimaat

fb .v

Inleiding

Ed

u' Ac

tie

Als sociaal-cultureel werker werk je onder anderen met jongeren. Jongeren bevinden zich in een fase van hun leven waarin van alles verandert. Ook op het gebied van hun eigen lijf en op het gebied van seksualiteit verandert er veel. Een sfeer waarbij iedereen zich prettig voelt en waarbij allerlei onderwerpen op een respectvolle manier besproken kunnen worden, is dan ook belangrijk. Dan kan iedereen zichzelf zijn en durft iedereen zijn grenzen of wensen aan te geven.

ht

Sekserollen: wat verwacht de maatschappij van mannen en vrouwen?

Leerdoelen

Je kunt uitleggen wat een veilig seksueel klimaat is. Je kunt uitleggen wat het belang is van een veilig seksueel klimaat binnen een groep. Je kunt uitleggen wat de maatschappelijke rolverdeling tussen jongens, mannen, meisjes en vrouwen inhoudt en daarbij behorende sekserollen uitleggen. Je kunt de begrippen hetero, homo, transgender en lhbt'er uitleggen.

ig

• • •

C

op

yr

10


Creëer een veilig seksueel klimaat

Artikel Lhbt-vluchtelingen <

a. In sommige niet-westerse landen is het onmogelijk om homo, lesbienne, biseksueel of transgender te zijn. Schets de werkelijkheid voor lhbt-mensen in die landen.

.

Theoriebron Een veilig seksueel klimaat <

Lhbt-vluchtelingen in Nederland

fb .v

Opdracht 4

b. Sommige lhbt’ers vluchten naar Nederland om zich veilig te voelen. In Nederland lopen zij echter ook tegen problemen aan. Welke problemen zijn dit?

tie

Website Lhbt-vluchtelingen <

u' Ac

c. Lees het Artikel Lhbt-vluchtelingen. Omschrijf de problemen die de vluchtelingen uit het artikel ervaren.

Opdracht 5

Een onveilig seksueel klimaat Je gaat met medestudenten een rollenspel doen. Lees eerst de casus.

ig

Theoriebron Een veilig seksueel klimaat <

ht

Ed

d. Lees de aanbevelingen om als professional om te gaan met lhbt-vluchtelingen. Bekijk hiervoor de Website Lhbt-vluchtelingen. Download de Handreiking lhbt-emancipatie, lhbt-asielzoekers en -vluchtelingen. Combineer de aanbevelingen uit de handreiking met het Artikel Lhbt-vluchtelingen dat je gelezen hebt. Welke aanpak vind je adequaat voor het probleem uit het artikel? Beargumenteer je keuze.

Een onveilig klimaat

yr

Op je werkplek hoor je toevallig dat twee jongens over een groepje meisjes zeggen: ‘Die willen gepakt worden, dat zie je zo.’ Je denkt meteen te weten dat ze het hebben over een aantal recente gevallen van aanranding in de buurt, waarvan de daders nog steeds vrij rondlopen, wat erg veel onrust veroorzaakt.

C

op

Werkmodel Rollenspel <

a. Hoe zou jij als sociaal-cultureel werker op de opmerking van de jongens reageren?

b. Met welk doel spreek je de jongens aan? Welke verandering wil je zien in hun gedrag?

11


Creëer een veilig seksueel klimaat

c. Zou jij een collega inschakelen?

fb .v

.

Werk een rollenspel uit naar aanleiding van de casus en de vragen. In het rollenspel speel je het gesprek van de groepsleiding met de twee jongens na. Maak gebruik van Werkmodel Rollenspel. Voer het rollenspel uit. Twee van jullie spelen de jongens, de andere twee spelen om de beurt de groepsleider. Je kunt bijvoorbeeld afspreken dat de ander inspringt als hij of zij vindt dat het anders of beter kan. Speel het spel twee keer.

tie

De groepsleider spreekt de jongens aan op hun uitlating. De jongens reageren, verdedigen zich, verontschuldigen zich (‘Het was een geintje!’), wat dan ook. Confronteer hen ook met de recente aanrandingen in de buurt. Leef je goed in, neem je rol als 'jongen' of 'groepsleider' serieus, speel realistisch.

d. Hoe ging het rollenspel?

u' Ac

Bereid je erop voor dat je het rollenspel misschien in de klas moet laten zien. Vraag daarna commentaar van de kijkers.

b. Een veilig seksueel klimaat kan pas bestaan of ontstaan als er gewerkt is aan voorwaarden. Er moet ‘iets’ geregeld zijn zodat cliënten zich veilig en op hun gemak voelen. Zoek in de theoriebron op aan welke voorwaarden een sociaal-cultureel werker moet werken om een veilig seksueel klimaat te creëren.

C

op

yr

Website Lino <

a. Waarom moet er, volgens Theoriebron Een veilig seksueel klimaat, aandacht besteed worden aan seksualiteit binnen instellingen? Noem twee argumenten.

ig

Theoriebron Een veilig seksueel klimaat <

Voorwaarden voor een veilig seksueel klimaat

ht

Opdracht 6

Ed

e. Welke opmerkingen van klasgenoten vond je waardevol tijdens de nabespreking?

12

c. Stel je voor dat je in een buurthuis werkt. Aan welke gedragsregels moeten cliënten zich houden, zodat iedereen zich prettig voelt? Bedenk vijf gedragsregels. Betrek in je antwoord ook regels die te maken hebben met een veilig seksueel klimaat.


Creëer een veilig seksueel klimaat

fb .v

.

d. Stel je voor dat iemand zich niet aan de gedragsregels houdt. Welke gevolgen zijn er?

Theoriebron Een veilig seksueel klimaat <

Binnen een veilig seksueel klimaat is het belangrijk dat jongeren en volwassenen mogen zijn wie ze zijn, dat iedereen zichzelf mag zijn. Maar voor sommige jongeren en volwassenen is dat lastig. Zij vinden alles wat afwijkt van de norm ‘raar’, ‘bizar’ of onacceptabel. Dat gezegd hebbende, sommige dingen die afwijken van de norm zijn een misdrijf. Dan moet er aangifte worden gedaan. a. Leg uit wat vroeger normaal was als het gaat om de rolverdeling tussen mannen en vrouwen.

ht

Filmpje Het verschil tussen jongens en meisjes <

Man-vrouwverschillen

Ed

Opdracht 7

u' Ac

tie

e. Maak met elkaar een collage in Lino over jullie persoonlijke voorwaarden. Misschien werken jullie liever ‘ouderwets’ met karton, stiften en plaatjes. Dat mag natuurlijk ook! Vergelijk je collage met die van een groep medestudenten. Wat zijn de overeenkomsten en wat zijn de verschillen? Leg je antwoord uit.

yr

ig

b. Wat is de uitkomst van een onderzoek uit 2016 van het Centraal Bureau voor de Statistiek over de zorg voor huishouden en opvoeding van kinderen?

C

op

Maak de volgende zinnen af. c. Echte dames zullen nooit …

d. Echte heren zullen nooit …

Bekijk het Filmpje Het verschil tussen jongens en meisjes. Lauk Woltring vertelt over de aanpak van jongens in het onderwijs. Hierbij schetst hij verschillen tussen jongens en meisjes.

13


CreĂŤer een veilig seksueel klimaat

Over welke verschillen in de ontwikkeling van jongens en meisjes spreekt Lauk? Noem er zes. Voeg bij elk verschil een korte omschrijving toe.

fb .v

.

e. Verschil 1:

f. Verschil 2:

tie

g. Verschil 3:

Verschil 5:

j.

Verschil 6:

Ed

i.

u' Ac

h. Verschil 4:

ig

ht

k. Verschillen tussen jongens en meisjes bestaan. Wat voor invloed hebben deze verschillen wanneer je denkt aan het creĂŤren van een veilig seksueel klimaat?

Leg uit wat sekserollen zijn.

C

op

yr

l.

14


Creëer een veilig seksueel klimaat

a. Wat is de betekenis van stereotypering?

b. Welke stereotype beelden ken jij over homoseksuelen? Website Tegengaan van discriminatie <

tie

c. Welke stereotype beelden ken jij over lesbiennes?

u' Ac

Artikel Mietjes moeten we niet <

.

Theoriebron Een veilig seksueel klimaat <

Stereotypen

fb .v

Opdracht 8

d. Bekijk het Artikel Mietjes moeten we niet. Bekijk bladzijde 26 van het document. Komen de stereotype beelden die jij hebt opgeschreven over homoseksuelen overeen met de beschreven stereotype beelden in het document?

Ed

e. Bekijk het Artikel Mietjes moeten we niet. Bekijk bladzijde 30 van het document. Komen de stereotype beelden die jij hebt opgeschreven over lesbiennes overeen met de beschreven stereotype beelden in het document?

ig

ht

Op basis van veel onderzoeken blijkt dat een goede dialoog tussen de persoon die stereotype beelden heeft en de persoon op wie die beelden berust, de stereotype beelden kan doen afnemen. Bekijk de Website Tegengaan van discriminatie. Die gaat over de do’s-and-don’ts bij discriminatie op grond van afkomst, religie en huidskleur, maar is ook goed te gebruiken bij stereotype beelden op grond van seksuele voorkeur.

C

op

yr

f. Kies drie 'do's' en beschrijf hoe jij deze zou inzetten als je jongeren tegenkomt die stereotype beelden gebruiken.

15


fb .v

Seksisme, seksuele intimidatie en seksueel geweld

.

Seksisme, seksuele intimidatie en seksueel geweld

Inleiding

Ed

u' Ac

tie

In de ontwikkeling naar volwassenheid hebben veel jongeren de neiging om zich groter voor te doen dan ze in werkelijkheid zijn. Dat geldt ook op het gebied van seksualiteit. Dat gebeurt soms op een onprettige manier: stoere verhalen over seks, denigrerende opmerkingen over vrouwen en homo’s en handtastelijkheden horen er in bepaalde groepen ‘gewoon’ bij. Het seksuele klimaat in dergelijke groepen is heel onveilig.

ht

Sexting kan ook onder seksueel geweld vallen.

Leerdoelen

Je kunt uitleggen wat seksisme inhoudt en hoe je dit kunt signaleren. Je kunt uitleggen wat seksuele intimidatie inhoudt en hoe je dit kunt signaleren. Je kunt uitleggen wat seksueel geweld is en hoe je dit kunt signaleren. Je kunt uitleggen hoe je op professionele wijze omgaat met situaties die te maken hebben met seksuele intimidatie, seksueel geweld en grensoverschrijdend gedrag na signalering van deze situaties.

C

op

yr

ig

• • • •

Opdracht 9

Theoriebron Seksisme, seksuele intimidatie en seksueel geweld < Werkmodel Debatteren <

16

Seksisme Sommige mensen hebben allerlei vooropgezette ideeën over bijvoorbeeld hoe mannen en vrouwen met elkaar behoren om te gaan, of over het huwelijk in gaan als maagd. In veel culturen is het van groot belang dat vrouwen maagd zijn wanneer zij trouwen. Het is een schande wanneer een meisje voor haar huwelijk seks heeft.


Seksisme, seksuele intimidatie en seksueel geweld

fb .v

.

a. Zoek op het internet uit hoe bepaalde culturen ‘controleren’ of een vrouw nog maagd is wanneer zij de huwelijksnacht in gaat. Vermeld ook je bron.

Je gaat met drie medestudenten in debat. Je gebruikt hiervoor Werkmodel Debatteren. De stelling waarover jullie debatteren is: ‘Het controleren van de maagdelijkheid van een vrouw die in het huwelijk treedt, is een vorm van seksisme’.

tie

Misschien wil je eerst meer over het onderwerp weten, zodat je in het debat goed je argumenten kunt verdedigen. Spreek met elkaar af of jullie tijd nodig hebben voor eventueel onderzoek en zo ja, hoeveel. Verdeel de rollen in het debat: • twee partijen die aan het debat deelnemen, eventueel met een teamaanvoerder/captain • een jury (een of meer personen), die ook aantekeningen maakt • een gespreksleider.

u' Ac

Ga nu met elkaar in debat. Gebruik de aantekeningen of opmerkingen van de jury om na afloop de vragen te beantwoorden.

Ed

b. Welke argumenten werden in het debat gebruikt? Noem twee argumenten van voorstanders van de stellingen en noem twee argumenten van tegenstanders.

ht

c. Is jouw mening door dit debat veranderd? Leg je antwoord uit.

ig

d. Wat zou je een volgende keer anders doen in een debat en de voorbereiding daarvan?

C

op

yr

e. Wat zou je een volgende keer hetzelfde in een debat en de voorbereiding daarvan?

Opdracht 10

Theoriebron Seksisme, seksuele intimidatie en seksueel geweld <

Seksuele intimidatie of…? In het contact met anderen kun je heel wat verkeerd doen, soms zelfs zonder dat je je daarvan bewust bent. Soms doe je dingen die de ander heel onaangenaam vindt, of kwetsend of bedreigend, terwijl jij dacht dat je 'niks' deed of alleen maar aardig was. Vooral in situaties waarin je andere mensen aanraakt, ligt dat heel subtiel en gevoelig. Als professional heb je te maken met zulke situaties: pupillen in jouw groep in het buurthuis krijgen bijvoorbeeld grote ruzie over een schouderklopje, of omdat ze naast elkaar zitten, of vanwege een pesterijtje, flauw grapje, echt onprettige aanrakingen of erger. Je ziet zulke dingen gebeuren, of hoort daarover van de groepsleden, het slachtoffer, de dader of collega's. Dan moet jij als professional daar iets mee.

17


Seksisme, seksuele intimidatie en seksueel geweld

In deze opdracht ga je samen bedenken hoe je in dat soort situaties kunt reageren. Kies drie van de vijf casussen. Leef je in de situatie in. Als je meer tijd hebt, kun je ook meer casussen behandelen.

.

Güzel

fb .v

Güzel (14) loopt over straat. Bij de snackbar staat een groepje jongens. Als ze Güzel zien, beginnen ze te fluiten en seksueel getinte opmerkingen te maken. Een van de jongens roept haar na: ‘Hé stuk, kom eens hier, dan zullen we je eens lekker verwennen!’

Pieter

u' Ac

tie

Pieter (16) is smoorverliefd op Laura (15), maar Laura vindt hem een enge griezel. Elke gelegenheid grijpt ze aan om hem te vernederen en te treiteren. Ze trekt bijvoorbeeld haar rok heel ver op als ze weet dat Pieter haar kan zien, of ze gaat opzichtig aan haar beha zitten friemelen. Als ze dan ziet dat Pieter naar haar kijkt, steekt ze haar middelvinger naar hem op.

Fleur

Mark

Ed

Fleur (16) zit op de bank tv te kijken. Rushairo (17) komt binnen en gaat vlak naast haar zitten. Als Fleur een stukje opschuift, schuift Rushairo met haar mee. Dat gaat zo twee keer, dan staat Fleur op en loopt ze zonder iets te zeggen de kamer uit.

ht

Mark (17) heeft nog nooit verkering gehad en zelfs nog nooit met een meisje gezoend. In de groep wordt hij steeds vaker gepest omdat hij homo zou zijn. Dat gaat gepaard met allerlei agressieve voorstellen van de andere jongens: ‘Zullen we je eens lekker pakken?’ En: ‘Wil je dan door mij gepijpt worden?’

Yousef

C

op

yr

ig

Yousef (15) loopt door de gang. Patrick (15) komt van de andere kant. Als ze vlak bij elkaar zijn, maakt Patrick plotseling een gebaar alsof hij Yousef in zijn kruis wil grijpen.

Neem per casus maximaal vijf minuten. Bespreek met elkaar (enkele van) de volgende vragen. • Wat is het probleem? • Is hier sprake van seksuele intimidatie of seksueel geweld? • Wie is dader, wie is slachtoffer? • Kun je begrijpen waarom de dader doet wat hij doet? • Hoe denk je dat het slachtoffer zich eronder voelt? • Had het slachtoffer mogelijkheden om het voorval te voorkomen? Zo ja, hoe dan? • Hoe kan het slachtoffer reageren op het voorval? • Als het slachtoffer niet kwaad of agressief wordt, betekent dit dan dat het niet erg is? • Wat is de rol van de omstanders of wat had die rol moeten of kunnen zijn? Maak individueel een verslag van jullie bespreking van een van de casussen.

18


Seksisme, seksuele intimidatie en seksueel geweld

Het lijkt soms alsof slachtoffers van seksueel geweld specifieke karakteristieken hebben. In die zin lijkt seksueel geweld op pesten. Daarbij zie je ook dat het om bepaalde kinderen (of volwassenen) gaat die zodanig reageren op hun omgeving dat de pesters zich uitgedaagd voelen om er nog een schepje bovenop te doen. a. Wat is er in het algemeen te zeggen over slachtoffers van seksueel geweld? Onderzoek dit op internet.

tie

fb .v

Theoriebron Seksisme, seksuele intimidatie en seksueel geweld <

Slachtoffers van seksueel geweld

.

Opdracht 11

u' Ac

b. Bedenk manieren waarop potentiĂŤle slachtoffers van seksueel geweld zich weerbaarder kunnen maken. Schrijf jouw conclusie op.

Opdracht 12

Het verhaal van een jongen a. Bekijk het filmpje Bronski Beat: Smalltown boy. Waarover gaat de videoclip?

yr

ig

Theoriebron Seksisme, seksuele intimidatie en seksueel geweld <

ht

Ed

c. Zijn er ook algemene kenmerken te noemen van de plegers van seksueel geweld? Zo ja, welke? Schrijf hieronder op wat jij daarvan vindt.

C

op

Filmpje Bronski Beat: Smalltown boy <

b. In het filmpje wordt, naast het probleem van de jongen, gesproken over een universeel probleem. Welk probleem is dat?

c. Stel je voor dat je al sociaal-cultureel werker bent en dat iemand naar jou toe komt met een soortgelijk probleem. Bijvoorbeeld een meisje dat niet mag daten of tegen haar zin wordt uitgehuwelijkt, of een jongen die weet dat hij gevoelens heeft voor mannen, maar bang is daarvoor uit te komen. Dit soort problemen kunnen escaleren.

19


Seksisme, seksuele intimidatie en seksueel geweld

fb .v

.

Kies zinnen of delen van zinnen uit de theoriebron die je vindt passen bij het filmpje en de geschetste problemen in deze opdracht.

tie

d. Je hebt gelezen dat je als sociaal werker met groepen een gedragscode kunt afspreken om een veilig seksueel klimaat te ontwikkelen en behouden. Is er bij jou op de opleiding een bepaalde gedragscode? Leg je antwoord uit.

Tamara en Elora Je werkt als jongerenwerker in een cultureel centrum waar je activiteiten organiseert. Je kent de jongeren door en door, als jongerenwerker spreek je ze ook individueel. Maria (16) komt regelmatig naar het cultureel centrum en wil haar verhaal bij jou doen. Ze heeft verkering gehad met oud-klasgenoot Jordi (16). Jordi neemt zelf niet deel aan de activiteiten van het cultureel centrum, maar hangt wel op het plein voor de ingang rond. Maria en Jordi hebben destijds ook seks met elkaar gehad. Maria zegt dat ze voortdurend heeft gezegd dat ze dat per se niet wilde. Nu vertelt Jordi rond dat Maria er 'wel zin in had' en maakt hij seksueel getinte opmerkingen als Maria voorbijloopt. Maria komt met haar verhaal bij jou.

C

op

yr

Werkmodel Rollenspel <

Deze drie manieren gebruik je voor het rollenspel. Lees de casus.

ig

Werkmodel Optreden bij grensoverschrijdend gedrag <

In deze opdracht speel je één situatie op drie verschillende manieren uit met medestudenten. Verdeel de rollen (Tamara, Elora en de groepsleider) onderling steeds op een andere manier, zodat iedereen aan de beurt komt. In Werkmodel Optreden bij grensoverschrijdend gedrag vind je drie manieren voor het omgaan met grensoverschrijdend gedrag: • net doen alsof je niets gemerkt hebt • weerspreken, confronteren, in de aanval gaan • afstraffen.

Ed

Theoriebron Seksisme, seksuele intimidatie en seksueel geweld <

Omgaan met grensoverschrijdend gedrag

ht

Opdracht 13

u' Ac

e. Vergelijk je antwoorden met die van een medestudent. Wat zijn de overeenkomsten en wat zijn de verschillen? Leg je antwoord uit.

Speel de situatie op drie manieren uit. Bereid je voor op je rol: maak samen een beschrijving van de spelsituatie en een beschrijving van de personages en leef je in met behulp van Werkmodel Rollenspel. Hoe vond je de uitwerking van de drie manieren gaan?

20


Seksisme, seksuele intimidatie en seksueel geweld

a. Net doen alsof je niets gemerkt hebt:

fb .v

.

b. Weerspreken, confronteren, in de aanval gaan:

tie

c. Afstraffen:

C

op

yr

ig

ht

Ed

u' Ac

d. Welke manier past het best bij jou? Waarom is dat zo?

21


Seksuele problemen

Seksuele problemen

.

Inleiding

Ed

u' Ac

tie

fb .v

Wanneer je praat over of werkt aan een veilig seksueel klimaat, krijg je ook te maken met problemen rondom seksualiteit. Je kunt denken aan jongens die misschien liever als meisje geboren hadden willen worden, of omgekeerd, meisjes die liever een jongen zijn. Ook zijn er problemen op het gebied van seks waarbij bijvoorbeeld jonge vrouwen pijn hebben bij het vrijen, of helemaal niet kunnen of durven vrijen. In deze set werk je aan problemen rondom seksualiteit.

Bij een seksuele opwindingsstoornis wordt bij mannen het geslacht niet hard, ook al zijn ze wel opgewonden.

Leerdoelen

Je kunt uitleggen wat genderdysforie en transseksualiteit inhouden en hoe je dit kunt signaleren. Je kunt uitleggen wat het begrip seksuele disfunctie inhoudt, kunt vier soorten benoemen (stoornis in seksueel verlangen, seksuele opwindingsstoornis, orgasmestoornis, seksuele pijnstoornis) en je kunt uitleggen hoe je dit kunt signaleren. Je kunt uitleggen wat het begrip parafilie inhoudt, kunt verschillende soorten benoemen en je kunt uitleggen hoe je dit kunt signaleren. Je kunt uitleggen welke mogelijke problemen rondom homo- en biseksualiteit kunnen ontstaan en hoe je die kunt signaleren.

ht

ig

C

op

yr

Opdracht 14

Theoriebron Seksuele problemen bij jongeren < Website Transvisie <

22

Genderdysforie a. Neem je eigen vriendengroep in gedachten, of denk aan familieleden van jouw leeftijd. Welk gedrag van jouw vrienden of familieleden zou je omschrijven als typisch jongensgedrag? Beschrijf dit gedrag zo nauwkeurig mogelijk.


Seksuele problemen

fb .v

.

b. Welk gedrag zou je omschrijven als typisch meisjesgedrag? Beschrijf dit gedrag zo nauwkeurig mogelijk.

c. Vertoon jij weleens typisch meisjes- of jongensgedrag? In welke situaties?

u' Ac

tie

d. Kinderen of jongeren met genderdysforie twijfelen over wie zij zijn, omdat ze zich ongemakkelijk voelen bij hun geslacht. Hoe is genderdysforie bij jonge kinderen te herkennen?

Ed

e. Tegen welke problemen lopen kinderen met genderdysforie aan in de puberteit?

ig

ht

f. Ouders van kinderen en jongeren met genderdysforie kunnen veel vragen hebben over het omgaan met hun kind of puber. Hoe ga je de school inlichten? Of familie? Kun je pesten tegenhouden? Welke vragen zouden ouders van kinderen of jongeren met genderdysforie nog meer kunnen hebben? Schrijf er drie op.

C

op

yr

g. Bekijk de Website van Transvisie. Wat voor een soort groep is (H)Erkenning?

h. Op de website kun je uitspraken lezen van mensen die in hun nabijheid iemand hebben die van geslacht wil veranderen. Welke uitspraak grijpt jou het meest aan?

i.

Welke gevoelens kunnen mensen in de omgeving van de persoon die in transitie is of wil gaan, ervaren?

23


Seksuele problemen

a. Lees de omschrijvingen in de tabel. Welke seksuele disfunctie hoort bij de omschrijving? Omschrijving

Type seksuele disfunctie

Een brandende of snijdende pijn tijdens of na de penetratie

.

Theoriebron Seksuele problemen bij jongeren <

Seksuele disfuncties

fb .v

Opdracht 15

Klaarkomen zonder sperma

Werkmodel Een betoog schrijven <

Geen zin hebben in seks door angst of relatieproblemen Het niet hard worden van de penis

Het aanspannen van de bekkenbodemspieren waardoor penetratie onmogelijk is

u' Ac

Voldoende opgewonden zijn, maar niet kunnen klaarkomen tijdens de coïtus

tie

Te veel verlangen naar seks

Problemen rondom vaginale lubricatie

Je gaat met een medestudent een betoog schrijven. Jullie kunnen kiezen uit twee stellingen die jullie gaan verdedigen of juist tegenspreken.

Ed

Stelling 1

‘Een vroegtijdige zaadlozing bestaat niet’. Stelling 2

ht

‘Een orgasmestoornis bij vrouwen is geen echt probleem’.

ig

Bij een betoog is het belangrijk dat je je argumenten kunt onderbouwen met feiten en informatie. Nadat jullie een stelling gekozen hebben, gaan jullie op zoek naar online informatie om je standpunt te verdedigen en te onderbouwen. Je kunt ook Theoriebron Seksuele problemen bij jongeren gebruiken.

yr

Jullie schrijven je betoog van maximaal één A4’tje in Word. Gebruik Werkmodel Een betoog schrijven.

C

op

b. Vergelijk jullie betoog met dat van medestudenten die dezelfde stelling hebben gekozen. Wat zijn de overeenkomsten en wat zijn de verschillen? Leg je antwoord uit.

24


Seksuele problemen

a. Geef twee voorbeelden van ‘abnormale doelen’.

b. Geef twee voorbeelden van ‘abnormale activiteiten’.

c. Wat zijn mogelijke signalen die kunnen wijzen op parafilie?

tie

Artikel Handboek Seksualiteitshulpverlening <

Mensen die parafilie hebben, raken opgewonden door abnormale ‘doelen’ en abnormale ‘activiteiten’.

.

Theoriebron Seksuele problemen bij jongeren <

Parafilie

fb .v

Opdracht 16

b. Bekijk het Filmpje Homo en voetballer. Wat was niet de meest ideale situatie om profvoetballer te worden, volgens de pleegvader van Wensley? Waarom was dit zo?

ig

Filmpje Homo en voetballer <

a. ‘Ook in Nederland is de acceptatie van homo- en biseksuelen nog niet voltooid’. Wat wordt hiermee bedoeld, denk je?

Ed

Theoriebron Seksuele problemen bij jongeren <

Mogelijke problemen rondom homo- en biseksualiteit

ht

Opdracht 17

u' Ac

d. Welke stap zou jij zetten als je denkt dat een cliënt parafilie heeft? Ik ga contact opnemen met een ggz-verpleegkundige. Ik neem contact op met een seksuoloog. Ik schakel de zedenpolitie in, er is een slachtoffer. Ik overleg met mijn collega of leidinggevende. Anders,

c. Waarom stopte Wensley op een gegeven moment als profvoetballer?

d. Tegen welke problemen lopen jongeren aan die homo- en/of biseksueel zijn? Gebruik voor je antwoord Theoriebron Seksuele problemen bij jongeren.

C

op

yr

Website Goals and Glamour <

25


Seksuele problemen

fb .v

.

e. Ga naar de Website Goals and Glamour, bekijk de foto’s en lees de verhalen van voetballers die openlijk homo zijn. Welke uitspraken, gevoelens en woorden uit de verhalen van de voetballers kun je vergelijken met het onderwerp Mogelijke problemen rondom homoen biseksualiteit uit de theoriebron?

C

op

yr

ig

ht

Ed

u' Ac

tie

f. Vergelijk je antwoorden met die van een medestudent. Wat zijn de overeenkomsten en wat zijn de verschillen? Leg je antwoord uit.

26


Communiceren over seksualiteit

.

Communiceren over seksualiteit

fb .v

Inleiding

Ed

u' Ac

tie

Wanneer je werkzaam bent als sociaal-cultureel werker, praat je met jongeren onder andere over seksualiteit. Praten over seksualiteit kan lastig zijn, zeker wanneer het gaat om gevoelens op het gebied van seks. Als je met jongeren over seks praat, is het belangrijk om gedragsregels op te stellen. Je maakt bijvoorbeeld afspraken over het vertrouwelijk omgaan met informatie, of over het soort woorden dat je gebruikt.

Praten over seksualiteit kan spannend zijn, gedragsregels opstellen is belangrijk.

ht

Leerdoelen •

yr

ig

• • •

Je kunt uitleggen hoe je op een professionele wijze over seksualiteit praat met de doelgroep en welke gedragsregels je daarbij hanteert. Je kunt uitleggen hoe je een positief klimaat in de groep kunt creëren. Je kunt uitleggen hoe je jeugdigen adequate seksuele voorlichting kunt geven. Je kunt uitleggen hoe je ongepast (seksueel) gedrag van jeugdigen kunt bijsturen.

C

op

Opdracht 18

Theoriebron Communiceren over seksualiteit <

Gedragsregels bij het praten over seksualiteit Vaak zijn gedragsregels impliciet. Dat wil zeggen: iedereen weet in het algemeen wel hoe het hoort en wat eventuele gevolgen zijn wanneer je je daar niet aan houdt. Deze regels zijn niet opgeschreven of echt uitgesproken. a. Welke gedragsregels gelden impliciet in jullie klas?

Website Blog schrijven <

27


Communiceren over seksualiteit

fb .v

.

b. Welke gedragsregels in de klas zouden beter gehandhaafd moeten worden, volgens jullie? Waarom vinden jullie dat? Wie is daarvoor verantwoordelijk? Gebruik in je antwoord de woorden sociale controle en zelfcontrole.

tie

c. Vinden jullie het nodig dat de impliciete gedragsregels expliciet gemaakt worden door ze uit te spreken en te noteren? Waarom wel of niet?

Bekijk de voorbeelden van gedragsregels voor het praten over seksualiteit. Schrijf onder elke gedragsregel wat de regel volgens jou betekent en wat je ervan vindt.

u' Ac

d. Jij bepaalt wat je hier wel en niet wilt zeggen.

Ed

e. Geen antwoord is gek, het is jouw antwoord.

ht

f. Ik vertel geen verhalen rond over anderen.

C

op

yr

ig

g. Je gaat nu met medestudenten een blog schrijven. De blog gaat over communiceren over seksualiteit en het belang van het opstellen van gedragsregels om over seksualiteit te kunnen praten. Je kunt het internet en de theoriebronnen gebruiken. Als je uit een boek of artikel iets overneemt of bewerkt, vergeet dan niet om de bron te vermelden. De centrale vraag voor je blog is: ‘Hoe kunnen we als professional op een serieuze manier praten over seksualiteit en hoe stellen we hiervoor regels op met de groep?’ Kijk op de Website Blog schrijven voor tips voor het schrijven van een blog. Schrijf de blog. Je hoeft hem niet online te publiceren, maar je kunt hem natuurlijk wel delen met je docent en medestudenten. Laat jullie blog lezen door je docent en minimaal één medestudent die niet in jullie groepje zit. Wat zijn hun reacties? Schrijf ze hieronder op.

Opdracht 19 Theoriebron Communiceren over seksualiteit <

28

Een positief klimaat in de groep a. Bekijk de zinnen over groepen en een positief klimaat in groepen. Welke woorden ontbreken? Een positief klimaat is een klimaat waarbij deelnemers zich Feedback is gericht op gevoel en

voelen.


Communiceren over seksualiteit

De begeleider kan een positief klimaat bevorderen door ruimte,

en

te bieden.

fb .v

.

b. Kijk eens naar jouw groep op de opleiding. Is er een goede sfeer in jullie groep? Leg je antwoord uit.

tie

c. Noem drie oorzaken die zorgen voor een positieve sfeer in jouw groep.

Theoriebron Communiceren over seksualiteit <

a. Wanneer je voorlichting geeft, ben jij de bron van informatie. In de theoriebron wordt onderscheid gemaakt tussen seksuele vorming en relationele vorming. Leg in je eigen woorden het verschil uit.

b. Bekijk de omschrijvingen in de tabel. Waar horen de omschrijvingen bij? Zet op de goede plek een x in de tabel.

ht

Filmpje UP2U Internet <

Voorlichting geven

Ed

Opdracht 20

u' Ac

d. Noem drie oorzaken die zorgen voor een negatieve sfeer in jouw groep.

Omschrijving

Seksuele vorming

Relationele vorming

C

op

yr

ig

Veranderingen van het lichaam in de puberteit Prettige en onprettige gevoelens met betrekking tot seksualiteit Lichaamsverzorging Bedoelde of onbedoelde zwangerschap Anticonceptie Grenzen en wensen aangeven Seksuele identiteit Verliefdheid

29


Communiceren over seksualiteit

Omschrijving

Seksuele vorming

Relationele vorming

Soa’s en hiv

.

Seksuele dwang en misbruik

fb .v

Mediawijsheid op het gebied van seks

tie

c. Bekijk het Filmpje UP2U Internet. Beschrijf kort waar het over gaat.

d. In welke categorie zou jij dit filmpje plaatsen: seksuele vorming of relationele vorming?

u' Ac

e. Stel je voor dat je dit filmpje gebruikt om voorlichting te geven. Welke vragen kun je bij dit filmpje bedenken om een gesprek op gang te brengen met de doelgroep (jongeren tussen 13 en 17 jaar)? Bedenk vijf vragen.

Ed

Na het filmpje kun je klikken op ja of op nee. Dan komen er weer nieuwe filmpjes. Als je wilt kun je verder klikken om verder te kijken.

ht

f. Welke zin(nen) uit de theoriebron die goed aansluit(en) bij deze opdracht wil je ‘meenemen’?

yr

ig

g. Vergelijk je antwoorden met die van een medestudent. Wat zijn de overeenkomsten en wat zijn de verschillen? Leg je antwoord uit.

C

op

Opdracht 21

Theoriebron Communiceren over seksualiteit < Website Seksuele vorming < Website Pinterest <

30

Tips om gedrag bij te sturen Gedrag bijsturen is niet eenvoudig. Denk maar eens aan jezelf. Misschien heb je wel slechte gewoontes, zoals nagelbijten of te veel energiedrankjes drinken. Het is niet makkelijk om daarmee te stoppen of er iets anders voor in de plaats te gaan doen. a. Op welke drie manieren kan gedrag worden bijgestuurd, volgens Theoriebron Communiceren over seksualiteit? Licht de manieren toe.


Communiceren over seksualiteit

u' Ac

tie

fb .v

.

b. Je gaat zelf een pin maken op Pinterest met gouden tips voor begeleiders in het sociaal-cultureel werk die seksuele en relationele vorming geven. Ga eerst naar de Website Seksuele vorming. Je ziet hier drie mogelijkheden die horen bij situaties tijdens het lesgeven. Bekijk omgaan met diversiteit, reacties van leerlingen en vragen van leerlingen. Noteer minimaal vijf gouden tips uit de teksten. Ga nu aan de slag met je pin! 1. Maak een account aan op de website Pinterest, als je deze nog niet hebt. 2. Vul de gegevens aan. 3. Schrijf je tips kort en bondig op. 4. Druk op de knop 'Nu toevoegen'. 5. Rond de registratie af. 6. Druk op de knop 'Bord maken'. 7. Maak het bord – Gouden tips. 8. Zoek afbeeldingen voor jouw bord. 9. Kies een afbeelding op Pinterest. 10. Prik deze op jouw bord 'Gouden tips'.

Theoriebron Communiceren over seksualiteit <

a. Geef in je eigen woorden weer wat het Vlaggensysteem inhoudt.

b. Schrijf de zes criteria op om seksueel gedrag te beoordelen.

ig

Artikel Doorverwijsluik <

Vlaggensysteem

ht

Opdracht 22

Ed

Tip: als je op Pinterest geen passende afbeeldingen kunt vinden, kun je ook afbeeldingen van Google halen. Gebruik dan de knop 'Pin it', zodat het plaatje aan je bord op Pinterest wordt toegevoegd. Laat een medestudent naar jouw pin kijken. Schrijf zijn of haar reactie op.

1.

yr

2. 3.

5. 6.

C

op

4.

31


Communiceren over seksualiteit

c. In de tabel staan voorbeelden van seksueel gedrag. Vul de tabel zelfstandig in. Welke kleur vlag geef je aan de omschreven situatie?

1. Een jongen raakt de borsten van een meisje aan tijdens een groepsknuffel. Het is niet de eerste keer dat dit gebeurt. 2. Een meisje krijgt een flirterig sms’je van de vriend van haar beste vriendin. 3. Een meisje (14) flirt met de trainster (18).

tie

4. Een 15-jarige jongen dwingt een 15-jarig meisje hem te pijpen. Hij bedreigt haar met een mes.

.

Welke kleur vlag?

fb .v

Voorbeeld

5. Twee meisjes van 16 dwingen een jongen van 10 tot seksuele spelletjes.

u' Ac

6. Een meisje van 16 chat met een klasgenoot. Ze krijgt een naaktfoto doorgestuurd van een meisje dat ze niet zo leuk vindt. Ze beslist om de foto naar de hele school door te sturen.

7. Een fotograaf vraagt meisjes om seksueel uitdagende poses aan te nemen en maakt foto’s.

Ed

8. Een jongen van 17 toont zijn penis aan voorbijgangers in het park.

ht

d. Vergelijk je antwoorden met die van een medestudent. Wat zijn de overeenkomsten en wat zijn de verschillen? Leg je antwoord uit.

ig

De omschreven situaties in de tabel vragen om actie. Van de jongere zelf, maar vaker nog van een hulpverlener of van een professionele opvoeder, bijvoorbeeld uit het sociaal-cultureel werk.

C

op

yr

e. Bekijk met elkaar het Artikel Doorverwijsluik. Op welke drie manieren kun je de jongere ondersteunen of doorverwijzen volgens het Doorverwijsluik?

32


Communiceren over seksualiteit

f. Breng nu aan de hand van het Doorverwijsuik in kaart, hoe je gaat handelen. Welke persoon of welke organisatie kan de jongere of verder helpen? Vul de tabel in. Voorbeeldnummer

Wie ga je inschakelen?

fb .v

.

1. Een jongen raakt de borsten van een meisje aan tijdens een groepsknuffel. Het is niet de eerste keer dat dit gebeurt.

3. Een meisje (14) flirt met de trainster (18).

u' Ac

4. Een 15-jarige jongen dwingt een 15-jarig meisje hem te pijpen. Hij bedreigt haar met een mes.

tie

2. Een meisje krijgt een flirterig sms’je van de vriend van haar beste vriendin.

5. Twee meisjes van 16 dwingen een jongen van 10 tot seksuele spelletjes.

Ed

6. Een meisje van 16 chat met een klasgenoot. Ze krijgt een naaktfoto doorgestuurd van een meisje dat ze niet zo leuk vindt. Ze beslist om de foto naar de hele school door te sturen.

ht

7. Een fotograaf vraagt meisjes om seksueel uitdagende poses aan te nemen en maakt foto’s.

C

op

yr

ig

8. Een jongen van 17 toont zijn penis aan voorbijgangers in het park.

33


fb .v

Methodieken, gespreksvormen en -vaardigheden

.

Methodieken, gespreksvormen en -vaardigheden

Inleiding

ht

Let’s Talk!

Ed

u' Ac

tie

Er zijn diverse methodieken op de markt die gezond seksueel gedrag bij jongeren bevorderen. In deze set maak je kennis met drie van deze methodieken. Ook ga je aan het werk met een rollenspel om gespreksvaardigheden te oefenen. Daarnaast beoordeel je een lesbrief en pas je deze aan voor het sociaal-cultureel werk. Je checkt op doelen, doelgroep en werkwijze.

Leerdoelen

Je kunt het doel en de werkwijze van de methodiek Boys R Us uitleggen. Je kunt het doel en de werkwijze van de methodiek Girls’ Talk uitleggen. Je kunt het doel en de werkwijze van de methodiek Let’s talk uitleggen. Je kunt uitleggen wat gespreksvormen zijn en hiervan voorbeelden geven. Je kunt uitleggen wat gespreksvaardigheden zijn en hiervan voorbeelden geven.

yr

ig

• • • • •

C

op

Opdracht 23

Theoriebron Methodieken, gespreksvormen en -vaardigheden < Artikel Lesbrief bij Seksquiz <

34

Wat zijn methodieken? a. Methodieken worden onder meer in het sociaal-cultureel werk, het jongerenwerk en instellingen ingezet. Leg in je eigen woorden uit wat methodieken zijn.

b. Leg het verschil uit tussen methodieken die evidence based zijn en methodieken die practice based zijn.


Methodieken, gespreksvormen en -vaardigheden

.

c. Wat wordt er altijd in een methodiek beschreven?

fb .v

Bekijk het Artikel Lesbrief bij Seksquiz. Stel je voor dat je met een groep meiden bij een Jongeren Informatie Punt in gesprek wilt gaan over hun eigen lichaamsbeeld en onrealistische beelden uit porno. Je gaat met de meiden aan de slag met de Seksquiz. Bestudeer de lesbrief. Maak zelf ook de quiz en bekijk de vlog ‘Waarom porno onrealistisch is’. In de lesbrief op de website kun je op de quiz en de vlog klikken.

Seksquiz Doelgroep

Werkwijze

Duur

Middelen/overige

Ed

u' Ac

Doel

tie

d. Vul nu de tabel in. Pas de woorden zo aan dat de quiz geschikt wordt voor het sociaal-cultureel werk.

ig

ht

e. Wat vind jij? Is de seksquiz als een methodiek te omschrijven? Leg je antwoord uit.

C

op

yr

f. Vergelijk je antwoorden met die van een medestudent. Wat zijn de overeenkomsten en wat zijn de verschillen? Leg je antwoord uit.

35


Methodieken, gespreksvormen en -vaardigheden

a. In de theoriebron staan drie methodieken beschreven: Boys R Us, Girls’ Talk en Let’s talk. Vul het schema over de methodieken in. Naam methodiek

Doel

.

Theoriebron Methodieken, gespreksvormen en -vaardigheden <

Methodieken voor een veilig seksueel klimaat

Werkwijze

Boys R Us

Doelgroep

tie

Girls’ Talk

fb .v

Opdracht 24

u' Ac

Let’s talk

Gespreksvaardigheden heb je als sociaal-cultureel werker nodig om professionele gesprekken te kunnen voeren. a. Maak het schema compleet. Gebruik hiervoor Theoriebron Methodieken, gespreksvormen en -vaardigheden én de volgende omschrijvingen: Geven van informatie – Waarbij je het gesprek ordent en stuurt – Waarbij je het gedrag van de jongere weergeeft en jouw eigen beleving van het gedrag van de jongere terugkoppelt en waarbij je jouw eigen beleving kunt motiveren. Ook geef je aan hoe je het wél graag hebt.

ig

Theoriebron Methodieken, gespreksvormen en -vaardigheden <

Gespreksvaardigheden

ht

Opdracht 25

Ed

b. Welke methode spreekt jou het meest aan? Waarom is dat zo?

C

op

yr

Tip: streep de omschrijvingen door die je in de tabel hebt opgenomen. Kenmerken gespreksvaardigheid

Om welke gespreksvaardigheid gaat het? Aandacht geven

Waarbij je duidelijk en concreet informatie geeft in begrijpelijke taal, waarbij de informatie in kleine hoeveelheden gegeven wordt Structureren Confronteren

36


Methodieken, gespreksvormen en -vaardigheden

Kenmerken gespreksvaardigheid

Om welke gespreksvaardigheid gaat het?

fb .v

Geven van feedback

.

Waarbij je vragen stelt die aansluiten bij wat de jongere zojuist heeft verteld, zonder dat de ander het gevoel krijgt dat hij ‘uitgehoord’ wordt

Waarbij je de jongere inzicht geeft in jouw eigen gedachtegang, observaties en overwegingen

u' Ac

tie

b. Een andere gespreksvaardigheid is positief heretiketteren. Zoek uit wat deze vaardigheid inhoudt. Vermeld ook je bron.

Lizzy

Ed

Lizzy is op haar tiende door een oudere jongen gedwongen om zichzelf te betasten voor een webcam. Inmiddels is zij 16. Ze heeft nog nooit met iemand over deze ervaring gepraat. Lizzy was jou al wel opgevallen bij de naschoolse activiteiten die jij begeleidt. Ze is een mooie meid, maar gaat ieder contact met jongens uit de weg. Na een voorval waarbij zij huilend de groep verliet, klopt ze bij jou aan. Haar eerste zin is: ‘Ik haat jongens.’

d. Vergelijk je antwoorden met die van een medestudent. Wat zijn de overeenkomsten en wat zijn de verschillen? Leg je antwoord uit.

C

op

yr

ig

ht

c. Stel je voor dat Lizzy bij jou komt. Welke gesprekstechnieken zet jij in zodat zij haar verhaal kan doen? Neem bij elke techniek een voorbeeldzin op die je zou kunnen gebruiken om tegen Lizzy te zeggen.

37


Methodieken, gespreksvormen en -vaardigheden

Je gaat een rollenspel doen met twee medestudenten om gespreksvaardigheden te oefenen. Bekijk met elkaar het Filmpje Britt Talk over anticonceptie Pil en condoom. Lees met elkaar de casus.

.

Theoriebron Methodieken, gespreksvormen en -vaardigheden <

Gespreksvaardigheden

fb .v

Opdracht 26

Aziz Filmpje Britt Talk <

a. Stel je voor dat je met Aziz een gesprek aangaat over anticonceptie. Welke informatie uit het Filmpje Britt Talk over anticonceptie Pil en condoom vind je geschikt ter voorbereiding op het gesprek met Aziz? Schrijf deze puntsgewijs op.

u' Ac

tie

Werkmodel Observatieformulier <

Aziz is een stoere jongen met Marokkaanse roots. Hij is altijd luid en duidelijk aanwezig rondom het buurthuis. Ook vertelt hij vaak stoere verhalen over seks. Op een dag komt hij naar je toe met een vraag over anticonceptie. Je bent verbaasd over zijn komst en vraag; hij wist toch alles al?

Bedenk met elkaar wat de sociaal-cultureel werker wil gaan vertellen, wat hij wil gaan vragen aan Aziz en hoe hij wil reageren op de vragen van Aziz. Noteer dit alles, bijvoorbeeld op je tablet of in Word.

Ed

b. Kies samen een geschikte gespreksvorm. Gebruik hiervoor Theoriebron Methodieken, gespreksvormen en -vaardigheden. Welke gespreksvorm is geschikt voor dit gesprek?

ig

ht

c. Bereid samen de rol van Aziz voor: van een stoere jongen naar iemand met heel veel vragen en misschien een hulpvraag. Schrijf de vragen die Aziz wil stellen op. Doe dit met elkaar. Welke vragen stelt Aziz?

C

op

yr

Verdeel nu de rollen: één student is sociaal-cultureel werker, één is Aziz en één is observant. Speel nu het gesprek met Aziz uit. De observant observeert het gedrag van de sociaal-cultureel werker met behulp van Werkmodel Observatieformulier. d. Is het gelukt om de vragen van Aziz adequaat te beantwoorden?

e. Welke gespreksvaardigheden heeft de sociaal-cultureel werker gebruikt tijdens het gesprek?

Als je nog tijd hebt, kunnen jullie nogmaals het gesprek naspelen. Wissel hiervoor van rol.

38


Reflectie

Reflectie Opdracht 27

Reflectie op de lesstof

fb .v

.

a. Wat heb je allemaal geleerd? Noem drie dingen.

tie

b. Wat wist je al?

Opdracht 28

u' Ac

c. Wat ga je in de toekomst in jouw werk gebruiken?

Kritisch en creatief denken

ht

Ed

a. Kijk je naar verschillende mogelijkheden als dingen niet in één keer lukken? Noem één voorbeeld.

yr

ig

b. Kom jij voor jouw mening uit als de situatie dat vraagt? Noem één voorbeeld.

C

op

c. Heb jij het uiterste uit jezelf gehaald bij de opdrachten? Noem één voorbeeld.

Opdracht 29

Zelfregulatie en zelfsturing a. Heb je een goede planning gemaakt? Geef hiervan één voorbeeld.

39


Reflectie

.

b. Heb je de goede bronnen en materialen gebruikt? Geef hiervan één voorbeeld.

Samenwerken

tie

Opdracht 30

fb .v

c. Ben je goed omgegaan met feedback? Geef hiervan één voorbeeld: hoe heb je gereageerd?

u' Ac

a. Heb jij bijgedragen aan een goede sfeer in de groep? Geef hiervan één voorbeeld.

Ed

b. Hebben jullie als groep goede afspraken gemaakt? Geef één voorbeeld van een goede afspraak.

C

op

yr

ig

ht

c. Kan je goed met andere mensen omgaan, ook al zijn ze anders dan jij? Geef hiervan één voorbeeld.

40


Theoriebron Een veilig seksueel klimaat

.

Theoriebron Een veilig seksueel klimaat

fb .v

Inleiding

Ed

u' Ac

tie

Bloot is overal. Seks en bloot worden vaak als lokkertje gebruikt voor van alles en nog wat. Denk maar aan televisieprogramma’s als Adam zoekt Eva of advertenties voor auto’s en parfums. Toch zijn seks en bloot niet vanzelfsprekend. Binnen instellingen kan het lastig zijn om seks op een serieuze manier bespreekbaar te maken met cliënten. Het is belangrijk dat instellingen, bijvoorbeeld een buurthuis of een residentiële instelling, aandacht besteden aan seksualiteit. Dit voorkomt dat het een taboe wordt of dat er op een ongewenste manier met seksualiteit wordt omgegaan. Een veilig klimaat is voor iedereen van belang, zowel voor cliënten als voor het personeel.

ht

Een veilig seksueel klimaat is wéten waar de grenzen liggen.

ig

Wat is een veilig seksueel klimaat?

C

op

yr

Een veilig seksueel klimaat houdt in dat er openheid heerst over seksualiteit, maar ook over gevoelens in het algemeen. Mannen en vrouwen en jongens en meisjes moeten zich vrij voelen om over zichzelf te praten, ook over hun gevoelens. Tegelijkertijd is het een onderwerp dat bij veel jongeren leeft en waar ze veel vragen over hebben. Juist daarom is het scheppen van een veilig (seksueel) klimaat zo belangrijk: een klimaat waarin vragen vrij staat en geen enkele vraag ‘gek’ gevonden wordt. Om een dergelijk veilig klimaat te creëren is het belangrijk dat jij als begeleider uitstraalt dat ‘alles’ bespreekbaar is. Hierbij ga je gevoelens niet uit de weg. Dat er een bepaalde mate van verlegenheid of ongemak ontstaat, is daarbij niet erg. Seksualiteit is nu eenmaal een gevoelig onderwerp. Seksualiteit, intimiteit en gevoelens in het algemeen worden niet zomaar een gemakkelijk onderwerp van een open gesprek. Voor een veilig seksueel klimaat zijn normen en waarden, dus regels omtrent gedrag, enorm belangrijk.

41


Theoriebron Een veilig seksueel klimaat

Het belang van een veilig seksueel klimaat in een groep

u' Ac

tie

fb .v

.

In instellingen moet aandacht worden besteed aan seksualiteit. Wanneer dit niet gebeurt, bestaat de kans dat seks een taboe wordt (een verboden onderwerp), of dat er in het geheim over seks gesproken wordt. Dit kan leiden tot misverstanden of ongelukkige gebeurtenissen. Een andere reden om te praten over seksualiteit is om cliënten, bewoners en buurthuisbezoekers de kans te geven om hun seksualiteit op een volwassen en serieuze manier te ontwikkelen en te beleven. Als sociaal-cultureel werker kun je werken aan een veilig (seksueel) klimaat in een groep door in je dagelijkse omgang met cliënten het positieve te benadrukken. Je kunt mensen prijzen, ze laten merken dat je ze waardeert en dat ze er mogen zijn, ongeacht hun eventuele tekortkomingen. Voor het sociaal-cultureel werk is een visie op seksualiteit van belang. Er moeten duidelijke regels zijn. Wat zijn de grenzen op het gebied van (praten over) seksualiteit? Welke gevolgen zijn er wanneer cliënten zich niet houden aan de regels en grenzen? Hiervoor zijn gesprekken nodig, tussen collega’s onderling, maar ook tussen hulpverlener en cliënt. Gezamenlijk wordt binnen een instelling een aanpak met betrekking tot een gezonde seksuele ontwikkeling opgesteld.

Maatschappelijke rolverdeling mannen en vrouwen

ig

ht

Ed

Vroeger was de rolverdeling tussen mannen en vrouwen vrij eenvoudig. In de prehistorie ging de man uit jagen en zorgde de vrouw voor de kinderen en de verwerking van voedsel. Deze rolverdeling heeft lang standgehouden. Tot aan de jaren tachtig van de vorige eeuw was het in Nederland over het algemeen gebruikelijk dat de man de kostwinner was; hij zorgde voor inkomsten. De vrouw zorgde voor de kinderen en het huishouden. Daar kwam verandering in, onder andere door acties van de Dolle Mina’s. Dit was een actiegroep van zowel mannen als vrouwen die ‘uit eigen ervaring onvrede deelden met de plaats en de mogelijkheden van vrouwen, zowel in hun privéleven als in de maatschappij’. Uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in 2016 blijkt dat maar liefst 40% van de jongeren vrouwen geschikter vinden voor het huishouden en de opvoeding van kinderen dan mannen. Er is nog een lange weg te gaan om ongelijkheid tussen mannen en vrouwen op te heffen.

C

op

yr

Sekserollen

42

De sekserol is de verwachting die de maatschappij of cultuur heeft ten aanzien van specifiek mannelijke of vrouwelijke eigenschappen. Een ander woord hiervoor is gender. Gedrag dat hoort bij de sekserol wordt sekserolgedrag genoemd. Sommige gedragingen worden dan als typisch voor jongens of typisch voor meisjes gezien. Zo weten jonge kinderen het verschil tussen ‘meisjesspeelgoed’ (een pop, een klein keukentje) en ‘jongensspeelgoed’ (een bal, een brandweerwagen). Als kinderen nog klein zijn en nog niet ontdekt hebben dat ze hun sekserol zelf kunnen kiezen, imiteren ze het gedrag van volwassenen. Met andere woorden: een sekserol is in eerste instantie aangeleerd. Daarvoor kijken kinderen naar rolmodellen, zoals ouders, leerkrachten, voetbaltrainers en sociaal-cultureel werkers. Die laten, veelal onbewust, zien hoe een man of vrouw zich in onze samenleving gedraagt. Kinderen nemen dat over. Overigens is het zo dat meisjes eerder jongensdingen doen, zoals voetballen of in bomen klimmen, dan omgekeerd. Wanneer jongens ‘meisjesdingen’ doen en meisjes ‘jongensdingen’, wordt dit cross-seksegedrag genoemd.


Theoriebron Een veilig seksueel klimaat

Hetero en lhbt

Ed

u' Ac

tie

fb .v

.

Seksualiteit heeft verschillende aspecten. Zo is er de seksuele oriëntatie: jouw verhouding tot het eigen en het andere geslacht. Daarbij is sprake van drie dimensies, namelijk gevoelens (fantaseren, aantrekkelijk vinden, verliefd worden), gedrag (vrijen of seks hebben) en identiteit. Je seksuele identiteit is hoe je jezelf definieert: heteroseksueel, homoseksueel of biseksueel. Heteroseksuelen voelen zich seksueel aangetrokken tot mensen van het andere geslacht. Homoseksuelen voelen zich aangetrokken tot mensen van hetzelfde geslacht. Bij vrouwen wordt er vaak gesproken over lesbiennes, bij mannen over homo's. Maar homo betekent in het Oudgrieks 'gelijk' en in het Latijn 'mens', oftewel een persoon met een seksuele voorkeur of gevoelens voor hetzelfde geslacht. Biseksuelen vallen zowel op vrouwen als op mannen. Ook is er een groep mensen die transgender zijn. Transgenders zijn mensen die een vrouwenlichaam hebben, maar zich man voelen. Ook kan het gaan om mensen die een mannenlichaam hebben, maar zich vrouw voelen. Het geslacht komt dan niet overeen met de genderidentiteit. Wanneer deze mensen – ongeacht hun geslacht – kiezen voor hun genderidentiteit, worden ze transgender genoemd. Over lhbt’ers wordt vaak in stereotypen gedacht. Dat zijn algemene beelden van groepen mensen en hun gedrag; het wordt ook wel ‘hokjesdenken’ genoemd. Mensen doen aan stereotypering om orde te scheppen in een ingewikkelde wereld. Daarnaast heeft stereotypering te maken met het toekennen van positieve eigenschappen aan de groep waarvan je zelf deel uitmaakt. Dit wordt ook wel de ingroup genoemd. Mensen die niet ‘tot jouw groep behoren’ worden de outgroup genoemd. Leden van de outgroup worden in het algemeen wat voorzichtiger tegemoetgetreden. Helaas kan stereotypering leiden tot discriminatie van bijvoorbeeld lhbt’ers.

Lhbt en vluchtelingen

C

op

yr

ig

ht

In juli 2016 publiceerde de gemeente Amsterdam gegevens over de beleving van veiligheid door homoseksuelen in Amsterdam. Bijna een kwart van de homoseksuele mannen heeft weleens discriminatie ervaren en 6% is slachtoffer geweest van geweld. Geweld tegen homoseksuelen komt dus ook in Nederland voor. Er zijn echter landen waar homoseksualiteit strafbaar is, waaronder het merendeel van de Afrikaanse landen, het Midden-Oosten en de Caraïben. Er zijn ook landen waar zelfs de doodstraf staat op homoseksualiteit. Dit is het geval in Mauritanië, Soedan, delen van Somalië en Nigeria, Iran, Jemen en Saoedi-Arabië. Voor homo’s, lesbiennes, biseksuelen en transgenders wordt leven in dat soort landen erg lastig. Ze worden soms verstoten door hun familie, vinden geen werk en huisvesting en kunnen niet openlijk een relatie aangaan met degene van wie ze houden. Voor sommigen is dat een reden om te vluchten naar landen waar men vrijer omgaat met homoseksualiteit, biseksualiteit en mensen die transgender zijn. In het sociaal-cultureel werk krijg je wellicht te maken met mensen die én vluchteling én lhbt’er zijn. Het verbergen van hun seksuele geaardheid is voor deze mensen helaas vaak vanzelfsprekend. Ook is het niet altijd veilig om in de omgang met andere vluchtelingen uit diverse culturen te spreken over hun seksuele voorkeur.

43


fb .v

Theoriebron Seksisme, seksuele intimidatie en seksueel geweld

.

Theoriebron Seksisme, seksuele intimidatie en seksueel geweld

Inleiding

ht

Ed

u' Ac

tie

De grens tussen gewenste en ongewenste vormen van seksueel gedrag kan onduidelijk zijn, zeker wanneer jongvolwassenen zich ontwikkelen op seksueel gebied. Wat de ene dag nog spannend leek, kan de volgende dag als onprettig of zelfs bedreigend worden ervaren. Een beetje flirten en uitdagen kan voor de één een onschuldig spel zijn. De ander ziet in dat gedrag misschien alleen maar onbedoelde uitnodigende seksuele signalen. In zo’n onduidelijk gebied gebeuren soms dingen die door slachtoffer en dader diep betreurd worden. Wie de grens overschrijdt, maakt zich schuldig aan seksueel geweld.

ig

Blauwe plekken of kneuzingen kunnen een teken zijn van seksueel geweld.

C

op

yr

Grensoverschrijdend gedrag

44

Seksualiteit is iets om intens van te genieten. Bij het genieten van seksualiteit moet je er beiden op kunnen rekenen dat de een het beste met de ander voorheeft. In een relatie met een vaste partner, maar ook in een vluchtige flirt of een onenightstand, moeten beide deelnemers erop kunnen vertrouwen dat de ander niet te ver gaat. Daarvoor is nodig dat beide partners van zichzelf weten waar hun eigen grens ligt en hoe ze dat kenbaar kunnen maken. Als er toch misverstanden ontstaan, moet iemand duidelijk kunnen maken waar de grens ligt. Dat kan met een eenvoudige mededeling: ‘Dit wil ik niet, hou er nu mee op.’ Als professional moet je onderscheid kunnen maken tussen echt grensoverschrijdend gedrag en gedrag dat jij als persoon niet wilt tolereren omdat het afwijkt van jouw eigen normen en waarden. Daarnaast is het van belang dat je als sociaal-cultureel werker anderen helpt en ondersteunt om grenzen aan te geven wanneer zij dit (nog) lastig vinden.


Theoriebron Seksisme, seksuele intimidatie en seksueel geweld

Seksueel geweld

u' Ac

tie

fb .v

.

Er is sprake van seksueel geweld als het slachtoffer gedwongen wordt seksuele dingen te doen die hij of zij niet wil. Het slachtoffer ondergaat deze handelingen onder emotionele druk, overwicht, dwang, psychisch of fysiek geweld of de dreiging daarmee van de dader. Je kunt verschillende vormen van seksueel geweld onderscheiden: • ongewenste intimiteiten of seksuele intimidatie: opmerkingen of aanrakingen met seksuele bijbedoelingen, ongewenste seksueel getinte of seksistische uitingen Dat kan ook online gebeuren: denk aan sexting, waarbij foto's of filmpjes ongewenst worden doorgestuurd. • aanranding: gedwongen seksueel contact zonder geslachtsgemeenschap, zoals ongewenste aanrakingen, betasten, ongewenst kussen en uitkleden Verkrachting is een extreme vorm van aanranding, waarbij wel sprake is van geslachtsgemeenschap. • vrouwenmishandeling: vrouwen die met geweld worden gedwongen een man zijn zin te geven Vrouwen worden ook mishandeld omdat hun man zijn macht wil tonen en bevestigen. Mannenmishandeling in huiselijke kring komt ook voor, maar in mindere mate. • seksuele kindermishandeling: een kind dat door een of meer volwassenen gedwongen wordt tot seksueel contact Geweld of agressie tegen homoseksuele mannen (‘potenrammen’) of vrouwen vanwege hun geaardheid valt zeker ook onder seksueel geweld.

Ed

Seksisme

C

op

yr

ig

ht

Doordat seksualiteit zo'n ingewikkeld onderwerp is, kan er ook een hoop misgaan. Vaak gebeurt dat zonder opzet, of omdat mensen denken dat zaken nu eenmaal zijn zoals ze zijn. Veel mensen hebben allerlei vooropgezette ideeën over bijvoorbeeld hoe mannen en vrouwen met elkaar behoren om te gaan. Wanneer vrouwen als minderwaardig worden behandeld of gediscrimineerd op grond van hun geslacht, heet dat seksisme. In oude advertenties zie je veel seksisme: afbeeldingen waarop vrouwen in dienst staan van hun werkende man en hem bijvoorbeeld zijn pantoffels komen brengen na een dag hard werken op kantoor. Tegenwoordig worden vrouwen in reclames juist weer vaak als lustobject neergezet. Dit is ook een vorm van seksisme. Het suggereert dat vrouwen alleen ‘goed’ zijn vanwege hun uiterlijk. Zo worden vrouwen niet gewaardeerd om hun karakter, intellectuele vermogens of sociale vaardigheden. Seksueel geweld kan een gevolg zijn van seksisme. In Noorwegen zijn advertenties die de ongelijkheid van de seksen benadrukken bij wet verboden. In andere westerse landen zijn er bewustwordingscampagnes in de strijd tegen seksisme.

Seksuele intimidatie Seksuele intimidatie is ongewenst verbaal en lichamelijk gedrag dat opzettelijk seksueel van aard is of op die manier wordt ervaren. Het gaat bij seksuele intimidatie dus eigenlijk niet om wat de dader met zijn gedrag of woorden bedoelt, maar om hoe het slachtoffer dit gedrag van de ander interpreteert en ervaart. Sommige mensen vinden het bijvoorbeeld niet erg wanneer anderen op de opleiding of het werk intieme vragen stellen, of dat ze worden gevraagd voor een afspraakje terwijl ze al een relatie hebben. Zij vinden dat grappig of zetten de ander meteen op hun plek. Wanneer echter de waardigheid van de ontvanger aangetast wordt, of wanneer deze zich bedreigd voelt, gaat het wel om seksuele intimidatie. Voorbeelden zijn: iemand langdurig aanstaren, een arm om de schouder leggen, vastpakken, seksueel getinte opmerkingen maken, iemand proberen te zoenen, iemand de doorgang

45


Theoriebron Seksisme, seksuele intimidatie en seksueel geweld

fb .v

De signaleringstaak van de sociaal-cultureel werker

.

versperren, seksueel getinte mailtjes, appjes, sms’jes of briefjes sturen, seksueel getinte of pornografische plaatjes tonen, aanranding, seksueel getinte gebaren maken, intieme vragen stellen over iemands privéleven en verkrachting.

u' Ac

tie

Het is voor een buitenstaander vaak heel moeilijk om te beoordelen of in een bepaalde relatie sprake is van seksueel geweld. Het bespreken van mogelijk seksueel geweld in jouw professionele omgeving moet gebeuren in uitvoerig overleg met je collega’s. Als je als professional te maken krijgt met seksueel geweld of vermoedens of beschuldigingen daarvan, stel je dan in samenspraak met je collega’s de volgende vragen: was er sprake van dwang of onvrijwilligheid, misleiding, chantage, bedwelming? Was er sprake van machtsongelijkheid tussen pleger en slachtoffer? Was er sprake van lichamelijk geweld of verwonding? Was er sprake van lichamelijk of relationeel overwicht? Signalen van seksueel geweld kunnen zijn: kneuzingen, blauwe plekken, bloedingen, geslachtsziektes of zwangerschap, angst-, schaamteen schuldgevoelens, afkeer van seksualiteit of lichamelijkheid, weerzin tegen het eigen lichaam, relationele problemen, bindingsangst en wantrouwen jegens mensen. Andere mogelijke aanwijzingen zijn: plotselinge veranderingen in gedrag en schoolprestaties, veel spijbelen, agressief gedrag, niet durven of mogen deelnemen aan bepaalde sociale activiteiten en zelfverwonding. Kom in ieder geval altijd in actie bij vermoedens!

Ed

Gedragscode en melding

C

op

yr

ig

ht

De meeste instellingen in de welzijnssector hebben een gedragscode. Daarin is vastgelegd hoe alle betrokkenen zich behoren te gedragen. Dat is natuurlijk geen garantie dat iedereen zich ook zo gedraagt, maar het is ten minste een basis die duidelijkheid schept over wat wel en niet hoort. Het is in groepen jongeren heel goed mogelijk ook een onderlinge gedragscode overeen te komen. Vraag de deelnemers daarbij nadrukkelijk om het gezamenlijk opstellen van regels voor de onderlinge omgang. Dat leidt tot betrokkenheid en een klimaat waarin jongeren elkaar met verwijzing naar de afspraken kunnen aanspreken op eventueel ongewenst gedrag. Als je als sociaal-cultureel werker echter seksueel geweld vermoedt, is het belangrijk om actie te ondernemen. Doe dit altijd in overleg met collega’s, leidinggevenden en professionele instanties. In sommige gevallen is het noodzakelijk om een melding te doen van huiselijk geweld, seksueel geweld en/of kindermishandeling. Of er moet contact opgenomen worden met de Sociale Jeugd- en Zedenpolitie of Veilig Thuis. De verplichte Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling geldt voor instellingen als kinderopvang, maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp.

46


Theoriebron Seksuele problemen bij jongeren

.

Theoriebron Seksuele problemen bij jongeren

fb .v

Inleiding

Ed

u' Ac

tie

In een veilig seksueel klimaat kan iedereen zichzelf zijn. Dat is al lastig voor ‘gewone’ pubers. Maar wanneer jongeren problemen hebben op het gebied van seksualiteit, wordt het soms nog ingewikkelder. Als sociaal-cultureel werker moet je seksuele problemen bij jongeren kunnen signaleren en jongeren daarbij kunnen begeleiden.

ht

Een dragqueen: een man die voor 'de show' gekleed is als vrouw.

ig

Genderdysforie

C

op

yr

Kinderen of jongeren die genderdysforie hebben, voelen zich erg ongemakkelijk bij hun geslacht. Veel jonge kinderen hebben een fase waarin zij dit zo voelen, maar dit gevoel is van tijdelijke aard. Kinderen met genderdysforie hebben het gevoel dat zij ‘in een verkeerd lichaam’ geboren zijn. In het Kennis- en Zorgcentrum voor Genderdysforie van de Vrije Universiteit in Amsterdam komen jaarlijks zo’n veertig kinderen tussen de 4 en 12 jaar die het idee hebben dat ze in een verkeerd lichaam geboren zijn. Meisjes die graag een jongen willen zijn, kun je herkennen aan ‘jongensachtig gedrag’, zoals hutten bouwen en voetballen en graag met jongens optrekken. Ook spreken deze meisjes soms de wens uit een jongen te willen zijn en kleden ze zich als een jongen. De puberteit is voor deze meisjes pijnlijk vanwege de ontwikkeling van borsten en het begin van de menstruatie. Jongens die liever een meisje willen zijn, spreken soms ook deze wens uit, houden niet van ruwe spelletjes, gedragen en kleden zich soms als een meisje en spelen graag met andere meisjes. Deze jongens hebben veel moeite met de puberteit, omdat hun stem verandert en zij bijvoorbeeld baardgroei krijgen.

47


Theoriebron Seksuele problemen bij jongeren

Transseksualiteit

u' Ac

tie

fb .v

.

Transseksualiteit is de extreme vorm van genderdysforie. Transgenders zijn mensen die door middel van een operatie van geslacht zijn veranderd. Een vrouw verandert in een man of een man verandert in een vrouw. Wanneer kinderen met genderdysforie zo rond hun twaalfde levensjaar nog steeds de wens uitspreken dat zij hun geslacht willen aanpassen, kan er begonnen worden met puberteitsremmende medicijnen. Dan stopt de ontwikkeling van het lichaam naar het ongewenste geslacht. De puber heeft dan de tijd om te voelen en na te denken over zijn of haar lichaam. Wanneer de wens om van geslacht te veranderen blijft bestaan, kan er vanaf het zestiende levensjaar begonnen worden met hormonen van het gewenste geslacht. Vanaf 18 jaar kunnen er operaties volgen om van geslacht te veranderen. Ook zijn er transgenders die zich soms vrouw en soms man voelen. Zij ondergaan geen geslachtsveranderende operaties. Of mensen die zich geen van beide voelen, geen man én geen vrouw, maar iets ertussenin of juist allebei: man en vrouw. Dit wordt ook wel androgynie genoemd, wat in het Grieks 'man' en 'vrouw' betekent. Travestie is het zich kleden als een lid van de andere sekse: een man gaat gekleed als vrouw of een vrouw gaat gekleed als man. Ten slotte zijn er mensen die zich vooral in het openbaar 'voor de show' kleden als een lid van het andere geslacht; mannen heten hierbij dragqueens en vrouwen dragkings. Bij dragqueens en -kings komen meestal geen transgevoelens kijken.

Seksuele disfunctie 1

ig

ht

Ed

Een seksuele disfunctie is een verstoring van het seksuele functioneren. Psychische of lichamelijke problemen zijn de oorzaak van seksuele disfuncties. Ongeveer 19% van de mannen heeft een of meer seksuele disfuncties. Bij vrouwen komt het vaker voor: bij ongeveer 27%. Sommige mensen met seksuele disfuncties ervaren dit niet als een probleem. Zij zullen dan misschien ook geen hulp zoeken. Stoornis in seksueel verlangen: hierbij is sprake van een vermindering in verlangen, fantasie en seksuele activiteit. Mogelijke oorzaken zijn stress, relatieproblemen, lichamelijke oorzaken (zoals pijn, overgewicht, vermoeidheid), de angst om betrapt te worden, onzekerheid over het eigen lichaam. Overigens komt het ook voor dat er te veel verlangen is naar seks (overmatig seksueel verlangen). Seksuele opwindingsstoornis: bij deze stoornis is er wel het verlangen om seks te hebben, alleen lukt het hebben van seks niet. Bij mannen uit dit zich in het hebben van erectieproblemen (het niet hard worden van het geslacht). Bij vrouwen zijn er problemen op het gebied van vaginale lubricatie (het niet ‘nat worden’ in de vagina).

C

op

yr

Seksuele disfunctie 2

48

Twee andere stoornissen op het gebied van de seksualiteit zijn de orgasmestoornis en de seksuele pijnstoornis: Orgasmestoornis: een orgasmestoornis bij vrouwen gaat om het niet kunnen klaarkomen tijdens de penetratie, ook wel de coïtus genoemd. Vrouwen die dit ervaren, zijn wel voldoende opgewonden. Het kan ook voorkomen dat deze vrouwen wel kunnen klaarkomen door masturbatie (zelfbevrediging), of wanneer hun partner hen met zijn of haar handen of bijvoorbeeld een kunstpenis (dildo) bevredigt. Overigens komen enorm veel vrouwen niet klaar tijdens de penetratie. Dit wordt niet altijd als een probleem ervaren. Bij mannen uit een orgasmestoornis zich in een voortijdige zaadlozing of bijvoorbeeld klaarkomen zonder sperma. Seksuele pijnstoornis: deze stoornis wordt ook vaak penetratiestoornis genoemd. In dit geval is er geen mogelijkheid tot penetratie van de penis in de vagina. Ook bijvoorbeeld tampons kunnen bij deze stoornis niet worden ingebracht, of gynaecologisch onderzoek is onmogelijk.


Theoriebron Seksuele problemen bij jongeren

Ook komt het voor dat er pijn tijdens en na de geslachtsgemeenschap is, deze wordt omschreven als brandend, snijdend, prikkend of kloppend. Ten slotte komt het voor dat de vrouw de bekkenbodemspieren zo aanspant dat penetratie niet mogelijk is.

fb .v

.

Parafilie

Ed

u' Ac

tie

Mensen die parafilie hebben, raken opgewonden door abnormale ‘doelen’ zoals jonge kinderen. Ook kunnen mensen met parafilie opgewonden raken door abnormale ‘activiteiten’, zoals het kijken naar mensen die naakt zijn of seks hebben, zonder dat die mensen daarvan op de hoogte zijn (voyeurisme). De doelen of activiteiten die vallen onder parafilie of een parafiele stoornis, zijn vaak strafbaar of brengen schade of pijn toe aan anderen. Soms zijn de activiteiten ook schadelijk voor de deelnemer zelf, zoals bij wurgseks. Andere voorbeelden van parafilie zijn exhibitionisme (in het openbaar geslachtsgemeenschap hebben, zichzelf of anderen betasten of bevredigen) en de frotteuristische stoornis, waarbij mensen zonder toestemming van de ander die persoon aanraken of met hun geslacht tegen een ander aanwrijven. Daarnaast is er de sadomachistische stoornis, waarbij mensen zichzelf of anderen pijn doen (over het algemeen is dit met toestemming), zoals vastbinden, vernederen of slaan. Ook valt fetisjisme onder de noemer van parafilie. Hierbij raken mensen seksueel opgewonden door niet-levende voorwerpen, zoals latex, schoenen en kleding. Het signaleren van jongeren met parafilie is niet eenvoudig. Toch zijn er bepaalde factoren die kunnen wijzen op parafilie: de jongere is zelf slachtoffer (geweest) van seksueel geweld of misbruik, de jongere vertoont een asociale levensstijl, de jongere misbruikt verdovende middelen of is verslaafd, de jongere heeft een houding waarbij seksueel geweld tegen vrouwen wordt goedgepraat, de jongere is impulsief en wellicht agressief, de jongere heeft moeite met het aangaan van relaties en heeft geen sterke sociale vaardigheden.

Mogelijke problemen rondom homo- en biseksualiteit

C

op

yr

ig

ht

Het ‘niet uit de kast durven komen’ door jongeren, dus niet toegeven dat zij homo- en/of biseksuele gevoelens hebben, is een veelvoorkomend probleem. Dit komt onder andere doordat homo- en/of biseksualiteit in de Nederlandse samenleving nog steeds onvoldoende geaccepteerd wordt. Zo vindt 12% van de Nederlandse ouders het onacceptabel als hun homo- en/of biseksuele zoon of dochter zou gaan samenwonen met iemand van hetzelfde geslacht. Zo’n 22% van de bevolking vindt het niet goed dat homoparen of lesbiennes met elkaar kunnen trouwen. Negatieve gedachten over homoparen en lesbiennes of biseksuelen komen vaak voor bij mensen die lager opgeleid zijn, erg religieus zijn, bij mannen en jongens, en bij mensen die politiek conservatief of behoudend zijn. Jongeren met homoseksuele of biseksuele gevoelens kunnen zich eenzaam en depressief voelen, of onveilig op school – zeker wanneer er in de omgeving negatief gereageerd wordt op homoseksualiteit. Lhbt-jongeren roken meer dan gemiddeld, gebruiken meer alcohol en drugs, spijbelen vaker en doen vaker een zelfmoordpoging (Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), ‘Jongeren en seksuele oriëntatie’, 2015).

49


fb .v

Theoriebron Communiceren over seksualiteit

.

Theoriebron Communiceren over seksualiteit

Inleiding

ht

Ed

u' Ac

tie

Uit onderzoek is gebleken dat veel professionele opvoeders, zoals begeleiders in de kinderopvang, het onderwijs en de (residentiële) jeugdzorg, handelingsverlegen zijn als het gaat om communiceren over seks met de doelgroep. Dit betekent dat zij (nog) niet goed in staat zijn om over dit onderwerp te praten en dat ze zich daarover onzeker voelen. De commissie Samson heeft onderzoek gedaan naar seksueel misbruik in de jeugdzorg. Naar aanleiding van dit onderzoek zijn er aanbevelingen gedaan om seksueel misbruik beter te kunnen voorkomen, signaleren en stoppen. Communiceren over seksualiteit is daar een belangrijk onderdeel van.

ig

Bij communiceren over seksualiteit houd je rekening met culturele verschillen.

C

op

yr

Communiceren over seksualiteit

50

Communiceren over seksualiteit is praten over seksualiteit mét groepsleden of cliënten. Dit kan verschillende aanleidingen hebben. Het kan onderdeel zijn van een bepaald project of programma binnen het sociaal-cultureel werk. Ook kan het gebeuren dat iemand naar je toe komt met een bepaald probleem dat hij of zij ervaart op het gebied van seksualiteit. Tijdens het praten over seksualiteit is het belangrijk te benoemen dat bijna iedereen het lastig vindt om te spreken over seks (’benoem het taboe’). Bied informatie aan en vertel wat je zelf weet over het onderwerp of wat je er van anderen over hebt gehoord. Verder is het belangrijk om duidelijke taal te gebruiken wanneer je over seks praat. Noem bijvoorbeeld geslachtsorganen bij de juiste naam en gebruik hiervoor geen andere woorden of straattaal. Andere tips zijn: begin met een algemeen praatje om de ander op zijn gemak te stellen, neem de cliënt serieus, humor mag, respecteer iemands privacy, houd culturele verschillen in je achterhoofd en wees je bewust van de vooroordelen die je misschien zélf hebt.


Theoriebron Communiceren over seksualiteit

Een positief klimaat in de groep

tie

fb .v

.

Een positief klimaat is een klimaat waarin deelnemers zich veilig voelen. Daarnaast dragen echte interesse in de deelnemers en een positieve benadering van de deelnemers bij aan een positieve sfeer. Om je veilig te voelen in een groep is het volgende nodig: groepsleden reageren ondersteunend en niet oordelend op gedrag, meningen en onthullingen, feedback is gericht op gevoel en positiviteit, groepsleden luisteren actief naar de ander, en groepsleden kunnen gevoelens ervaren van begrip, warmte en acceptatie. Uit onderzoek is gebleken dat mensen andere mensen vertrouwen wanneer zij respect tonen voor gevoelens, anderen helpen zich op hun gemak te laten voelen, open en eerlijk zijn over hun motieven en bijvoorbeeld meningen geven waar de ander iets aan heeft. De wijze van leidinggeven aan een groep helpt ook bij het versterken van een positief klimaat waar vertrouwen heerst. De begeleider kan dit bereiken door ruimte, respect en vrijheid te bieden, ook bij het bepalen van doelen. Daarnaast stimuleert de begeleider vrije communicatie, waarbij er vertrouwelijk wordt omgegaan met informatie.

u' Ac

Seksuele en relationele vorming

ht

Ed

Binnen het sociaal-cultureel werk begeleid je jongeren in een levensfase waarin ze zichzelf beginnen te ontdekken. Hun seksuele ontwikkeling hoort daarbij. Als hun begeleider moet je in staat zijn serieus antwoord te geven op de vragen, problemen en probleempjes die jongeren ervaren in hun ontwikkeling. Wanneer je seksuele voorlichting geeft, ben jij de bron van informatie. De groepsleden luisteren. Bij het geven van seksuele voorlichting is het van belang de doelen in de gaten te houden. Seksuele vorming van kinderen en jongeren bestaat uit twee onderdelen die niet los van elkaar gezien kunnen worden: relationele vorming en seksuele vorming. Bij relationele vorming kun je denken aan het ontwikkelen van een respectvolle houding ten aanzien van verschillen in relaties, genderidentiteiten en sekserollen. Of je kunt denken aan het kunnen communiceren over eigen wensen en grenzen op het gebied van seks. Seksuele vorming heeft betrekking op leren over anticonceptie, seksuele functies en ontwikkelingen van het vrouwelijk en mannelijk lichaam en voortplanting.

ig

Gedrag bijsturen

C

op

yr

Gedrag bijsturen kan op drie manieren gebeuren: door zelfcontrole, door informele sociale controle en door formele sociale controle. Bij zelfcontrole gaat men ervan uit dat jongeren zelf hun ongewenste gedrag bijsturen. Bijvoorbeeld omdat ze merken dat bepaald gedrag niet werkt, waardoor ze vrienden kwijtraken of gezichtsverlies lijden. De jongere wordt zelf verantwoordelijk gehouden voor verandering van zijn of haar gedrag. Niet iedere jongere kan dit. Het puberbrein laat zich vaker leiden door emoties dan door ‘verstandige keuzes’ of rationele overwegingen. Bij informele sociale controle wordt gedrag bijgestuurd door sancties. Dit kunnen negatieve sancties zijn, zoals straf of uitsluiting, maar ook positieve, zoals complimenteren en belonen. Informele sociale controle gebeurt door mensen onder elkaar. Wanneer mensen met een bepaalde functie straf opleggen en aansturen op verandering van gedrag – zoals bureau HALT of de Raad voor de Kinderbescherming – spreek je van formele sociale controle. Gedrag bijsturen door jou als sociaal-cultureel werker gaat makkelijker wanneer je samen met de deelnemers afspraken hebt gemaakt over bijvoorbeeld woordgebruik, respect hebben voor elkaars vragen en meningen en vertrouwelijk omgaan met informatie.

51


Theoriebron Communiceren over seksualiteit

Vlaggensysteem 1

u' Ac

tie

fb .v

.

Het Vlaggensysteem is een aanpak voor professionele opvoeders, leerkrachten, pedagogen en hulpverleners op het gebied van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Het is ontwikkeld voor kinderen en jeugdigen van 0 tot 18 jaar. Het systeem helpt de professional om seksueel gedrag te beoordelen en bespreekbaar te maken. Het gaat erom dat wanneer de professional seksueel gedrag ziet, vermoedt of (erover) hoort, hij of zij dit gedrag kort in kaart brengt met zes criteria. De zes criteria zijn: 1. wederzijdse toestemming Willen de jongeren het allebei? Zegt de ander ja of nee? Of zijn er twijfels? 2. vrijwilligheid Is er druk of dwang? 3. gelijkwaardigheid Heeft de ander veel meer te zeggen? Zijn de jongeren aan elkaar gewaagd? 4. leeftijds- of ontwikkelingsadequaat Past het bij de leeftijd of het ontwikkelingsniveau? 5. contextadequaat Past het bij de context of omgeving? Vindt het bijvoorbeeld plaats op een juiste plek? 6. zelfrespect Zorgen de jongeren ervoor dat zij zichzelf of een ander geen schade toebrengen? Op basis van de criteria kan worden beoordeeld of seksueel gedrag aanvaardbaar is of niet. Om duidelijk te maken of seksueel gedrag aanvaardbaar is of niet, wordt er gewerkt met vlaggen.

groene vlag: seksueel gedrag dat prima aanvaardbaar is Je kunt het gedrag benoemen en bevestigen of er bewust niet op reageren. gele vlag: licht seksueel grensoverschrijdend gedrag Er is geen sprake van duidelijke wederzijdse toestemming, er is sprake van lichte dwang/druk, van licht aanstootgevend gedrag, gedrag dat niet passend is voor de context waarin het plaatsvindt, gedrag dat niet helemaal leeftijdsadequaat is of zelfbeschadigend kan zijn. Dit betekent dat je het gedrag benoemt en begrenst. Verbieden is niet nodig, uitleggen waarom je begrenst wel. rode vlag: ernstig seksueel grensoverschrijdend gedrag Er is geen duidelijke wederzijdse toestemming, er is sprake van druk/dwang (manipulatie, macht, chantage) of van grote ongelijkwaardigheid tussen de betrokkenen, het gedrag vindt plaats in een ongepaste context, het gedrag is beschadigend of niet leeftijdsadequaat. Je confronteert degene om wie het gaat met zijn of haar gedrag, maar in plaats van te begrenzen, ga je het gedrag verbieden. zwarte vlag: zwaar seksueel grensoverschrijdend gedrag Er is geen wederzijdse toestemming of er is sprake van dwang of van grote ongelijkwaardigheid, het gedrag vindt plaats in een zeer ongepaste context, het gedrag is zwaar beschadigend of het gedrag is totaal niet leeftijdsadequaat. Bij de zwarte vlag verbied je niet alleen, maar straf je ook en leg je uit waarom je straft. Soms moet er hulp ingeschakeld worden of is dit zelfs noodzakelijk.

ig

ht

Ed

Vlaggensysteem 2

C

op

yr

52


Theoriebron Methodieken, gespreksvormen en -vaardigheden

fb .v

.

Theoriebron Methodieken, gespreksvormen en -vaardigheden Inleiding

ht

Ed

u' Ac

tie

Wanneer je aan de slag wilt om een veilig seksueel klimaat te creëren, kun je gebruikmaken van bestaande methodieken. Methodieken geven stap voor stap aan hoe te handelen en welke risico’s of problemen je aanpakt, maar beschrijven bijvoorbeeld ook wat je nodig hebt. Om een veilig seksueel klimaat te creëren, voer je veel gesprekken met jongeren en begeleid je gesprekken die jongeren onderling hebben. Daarvoor is het handig om gespreksvormen te kennen en gespreksvaardigheden te bezitten.

ig

Methodieken zijn werkwijzen om bijvoorbeeld gedrag en meningen te veranderen bij de doelgroep.

C

op

yr

Wat zijn methodieken? Een methodiek is een werkwijze om iets te veranderen. Wanneer je bijvoorbeeld ongewenst seksueel gedrag van jongeren wilt veranderen, kun je een bepaalde methodiek inzetten. Een officiële definitie van een methodiek is: ‘een theoretisch en praktisch weldoordachte, doelgerichte en systematische werkwijze’. In een methodiek zijn het doel, de doelgroep en een werkwijze op een systematische manier beschreven. Ook wordt beschreven welk risico of welk probleem aangepakt wordt. Soms staat er bij een methodiek ook aangegeven voor wie de methodiek juist niet bedoeld is. De werkwijze kun je zien als een stappenplan dat je als sociaal-cultureel werker moet doorlopen. Er zijn acties en middelen in het stappenplan opgenomen. Tevens staat er vermeld in welke volgorde activiteiten plaatsvinden, de duur van de activiteiten en hoe vaak iets plaatsvindt. Methodieken kunnen evidence based of practice based zijn. Bij de eerste gaat het om methodieken die gebaseerd zijn op wetenschappelijk onderzoek; bij de tweede soort gaat het om methodieken die eerst in de praktijk zijn uitgevoerd en later pas beschreven zijn.

53


Theoriebron Methodieken, gespreksvormen en -vaardigheden

Boys R Us

tie

fb .v

.

Boys R Us is een methodiek om de weerbaarheid van jongens van 10 tot 15 jaar te vergroten. Doel is het ‘bewust maken van het belang van veilige, prettige, gewenste en gelijkwaardige seksuele en relationele contacten’. De methodiek draagt dan ook bij aan de seksuele gezondheid van de doelgroep. Boys R Us is een groepsspel waarbij jongens moeten nadenken over hun houding en opvattingen over seksualiteit, maar ook kennis opdoen over dit onderwerp. Ook oefenen zij hun communicatieve vaardigheden. In het spel komen vier levensgebieden van jongens voor: meisjes, de omgeving, vrienden en ik. Bij het spel voeren de spelers opdrachten uit. Ze moeten bepaalde keuzes motiveren, antwoorden geven op kennis- en meningsvragen, of bijvoorbeeld meedoen aan een rollenspel. De andere deelnemers beoordelen de inbreng van de speler. Wanneer zij de inbreng als ‘goed’ bestempelen, krijgt de speler een ‘fiche’. Degene met de meeste fiches heeft gewonnen. Een professional begeleidt het spel.

u' Ac

Girls’ Talk

ht

Ed

Girls’ Talk is een methodiek om de seksuele gezondheid, gezond seksueel gedrag en gezonde interactiecompetenties te bevorderen. De methodiek is bedoeld voor meiden tussen de 14 en 18 jaar, met diverse etnische achtergronden en een vmbo-opleiding of lager. Deze methodiek is vooral gericht op het uitwisselen van ervaringen, en het versterken van vaardigheden op het gebied van interactie. Girls’ Talk bestaat uit spel, discussievormen, creatieve opdrachten, reflectieopdrachten en lichaamsgerichte oefeningen. Door middel van deze vormen raken de deelnemers vertrouwd met elkaar, met prettige en onprettige seksuele ervaringen. Het begin van het programma bestaat voornamelijk uit kennisoverdracht over seksuele gezondheid van vooral meisjes. Daarna is er meer aandacht voor omgaan met seksualiteit, opvattingen en het aanbieden en onderzoeken van oplossingsstrategieën. Ook is er aandacht voor het leren vormen van een mening op het gebied van seksuele risico’s en seksuele gezondheid én voor het leren aangeven van grenzen en wensen. Girls’ Talk is geschikt voor het (buurtgerichte) jeugdwelzijnswerk, de jeugdzorg, de residentiële jeugdhulpverlening en als buitenschoolse activiteit in een school.

ig

Let’s talk

C

op

yr

Let’s talk is een methodiek voor jongeren van 12 tot 19 jaar, die wordt ingezet om jongeren bewust te maken van hun houding en opvattingen op het gebied van weerbaarheid, genderrollen en seksualiteit. Door met elkaar in gesprek te gaan op een respectvolle manier werkt de doelgroep aan de seksuele gezondheid. Let’s talk bestaat uit beeldfragmenten over vijftien thema’s: eerste keer, flirten/versieren, kijk op seksualiteit, maagdelijkheid, partnerkeuze, religie/cultuur, safe sex, sekserollen, seksuele intimidatie, seksuele oriëntatie, seksuele voorlichting, sociale omgeving, vreemdgaan, wensen en grenzen, en zelfbeeld. De begeleider bepaalt zelf welke thema’s relevant zijn voor zijn of haar doelgroep. Dit geldt ook voor de werkvormen en de beeldfragmenten. De bespreking van een thema duurt 30 tot 60 minuten. Let’s talk wordt gebruikt in het voortgezet onderwijs, van vmbo tot en met vwo. Ook professionals in het jongerenwerk gebruiken deze methodiek. In de handleiding staan tips om de bijeenkomsten voor te bereiden en uit te voeren. Ook is er aandacht voor het begeleiden van discussies.

54


Theoriebron Methodieken, gespreksvormen en -vaardigheden

Gespreksvormen Als sociaal-cultureel werker moet je verschillende soorten gesprekken kunnen voeren:

u' Ac

tie

fb .v

.

slechtnieuwsgesprek Bij dit soort gesprekken moet je de jongere droevig of vervelend nieuws vertellen. Vertel het slechte nieuws direct, duidelijk en concreet. Doe dit zonder omwegen. Geef een korte, heldere toelichting of motivatie, wees eerlijk en open. adviesgesprek In dit gesprek geef je advies aan de jongere, waarvan je hoopt dat het wordt opgevolgd. Hiervoor moet je het probleem in kaart brengen, afstemmen, luisteren, vragen en doorvragen. Daarnaast moet je informatie verzamelen en het juiste advies kiezen. Ten slotte moet je dit advies geven. helpend gesprek Dit gesprek voer je met als doel de ander te helpen bij zijn of haar probleem. voorlichtingsgesprek Met een voorlichtingsgesprek geef je aanwijzingen hoe te handelen, iets te gebruiken of hoe iemand kan denken. Het gaat dan niet zozeer om het probleem, maar vooral om de oplossing of het bewerkstelligen van een verandering. De cliënt is bereid om aan de slag te gaan.

Gespreksvaardigheden

C

op

yr

ig

ht

Ed

Gespreksvaardigheden zijn vaardigheden die je nodig hebt om als professional gesprekken te kunnen voeren. De gespreksvaardigheden zijn op te delen in afzonderlijke vaardigheden, bijvoorbeeld op het gebied van: • aandacht geven, waarbij je kleine verbale aanmoedigingen geeft (zoals ‘o ja’ of ‘vertel eens’ of ‘hummen’) en een geïnteresseerde lichaamshouding aanneemt • vragen stellen, waarbij je vragen duidelijk formuleert, en open en gesloten vragen kunt stellen • doorvragen, waarbij je vragen stelt die aansluiten bij wat de jongere zojuist heeft verteld, zonder dat de ander het gevoel krijgt dat hij ‘uitgehoord’ wordt • parafraseren, waarbij je kort en in je eigen woorden samenvat wat de ander heeft gezegd, waarmee je bij de jongere wilt checken of je zijn verhaal goed begrepen hebt • reflecteren van gevoel, waarbij je probeert de gevoelens van de jongere in woorden uit te drukken confronteren, waarbij je de jongere een spiegel voorhoudt, zodat deze zich bewust wordt van het eigen gedrag • hardop denken, waarbij je de jongere inzicht geeft in jouw eigen gedachtegang, observaties en overwegingen.

55


ht

ig

yr

op

C

.

fb .v

tie

u' Ac

Ed


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.