32769 Verslavingszorg

Page 1

ij

er

ev

itg

U

tie

u' Ac

Ed

Verslavingszorg

.

fb .v

Cursus


Auteur: Riet Verhoogt Inhoudelijke redactie: Agnes Schouten Titel: Verslavingszorg

tie

ISBN: 9789037232769

fb .v

Uitgeverij: Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl

.

Colofon

©

u' Ac

Edu’Actief b.v. 2018 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Ed

Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

U

itg

ev

er

ij

Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.


Inhoudsopgave Over deze cursus

Wat is verslaving?

.

7

fb .v

OriĂŤntatie

4

9

OriĂŤntatie op diverse soorten verslavende middelen De gevolgen van een verslaving

18 24

tie

Voorzieningen binnen de verslavingszorg

Behandelingen en begeleiding bij een verslaving Een leven na de verslaving

13

33 37

u' Ac

Theoriebron Wat is een verslaving?

27

Theoriebron OriĂŤntatie op diverse soorten verslavende middelen Theoriebron De lichamelijke gevolgen van middelengebruik

41

44

Ed

Theoriebron Gevolgen van een verslaving op psychisch, sociaal en maatschappelijk gebied 47 Theoriebron Voorzieningen binnen de verslavingszorg Theoriebron Behandelingen en begeleiding

ij

Theoriebron Een leven na de verslaving

50

53

58

er

Theoriebron Uppers, downers en hallucinogene middelen Theoriebron Medicatie en verslaving

64

66

U

itg

ev

Theoriebron Alcoholmisbruik

60

3


Over deze cursus

Over deze cursus

.

Inleiding

Ed

u' Ac

tie

fb .v

Verslaafd zijn betekent dat je afhankelijk bent van een middel of van bepaald gedrag om je goed te voelen. Je bent de controle kwijt over dit gedrag of over het gebruik van het middel. Verslaafden kunnen naast hun verslaving een kluwen aan bijkomende problemen op lichamelijk, psychisch en sociaal gebied hebben. Deze problemen kunnen zichtbaar, maar ook heel onzichtbaar zijn. Omdat een verslaving zo complex is, kent de verslavingszorg veel verschillende voorzieningen, waarin diverse vormen van behandeling en begeleiding geboden worden. Ook preventie, voorlichting en nazorg zijn belangrijke onderdelen van de verslavingszorg.

Hoe krijg je de grip op je leven weer terug?

Leerdoelen

Je kunt omschrijven wat een verslaving inhoudt en welke factoren van invloed kunnen zijn op een verslaving. Je kunt de verschillende soorten verslavende middelen omschrijven en welke effecten deze middelen kunnen hebben op een persoon. Je kunt benoemen welke invloed een verslaving heeft op het lichamelijk, psychisch en sociaal functioneren van een persoon en wat maatschappelijke gevolgen van een verslaving zijn. Je kunt benoemen welke voorzieningen er binnen de verslavingszorg en forensische zorg zijn en welke hulp er geboden wordt aan personen met een verslaving. Je kunt aangeven welke methodieken er ingezet worden binnen de verslavingszorg en forensische zorg, wat deze inhouden en welke effecten deze hebben. Je kunt cliënten begeleiden om (na hun verslaving) hun leven in de maatschappij op te bouwen.

ij

er

ev

U

itg

Beoordelingsformulier <

4

Beoordeling Aan het eind van de cursus wordt je parate kennis beoordeeld met een toets. Je praktische beheersing van de leerdoelen wordt getoetst aan de hand van een beroepsproduct. Dit wordt op verschillende punten beoordeeld: op inhoud en op de uitvoering. Andere belangrijke punten bij de beoordeling zijn: actieve deelname aan de lessen, nette uitwerking van de opdrachten in correct Nederlands. Je vindt ze bij elkaar in het beoordelingsformulier.


Over deze cursus

Planning Een beroepsproduct maken kost tijd. Daarom moet je dit goed plannen. Lees eerst de opdracht van het beroepsproduct goed door en vul daarna het planningsformulier in. Neem ook de andere opdrachten van deze cursus op in je totale planning. Zo voorkom je dat je in tijdnood komt.

Beroepsproduct Presentatie Werkmodel Presenteren <

Presentatie

Maak in viertallen een presentatie van 25 minuten. Kies hierbij een van de volgende onderwerpen: 1. Legale verslavende middelen 2. Behandeling en voorzieningen 3. Terugkeer in de maatschappij.

tie

Opdracht 1

fb .v

.

Planningsformulier <

Voorbereiding

u' Ac

Maak gebruik van Werkmodel Presenteren. Jullie mogen als groepje zelf de vorm van presenteren kiezen (met behulp van PowerPoint of ander ondersteunend materiaal).

Ed

Begin jullie presentatie met: • wie jullie zijn • waarover jullie presentatie gaat • waarom jullie voor dit onderwerp hebben gekozen (motivatie).

Eisen aan de presentatie

er

ij

Laat als groep zien dat: • jullie hebben samengewerkt • iedereen een evenredige bijdrage heeft geleverd aan de voorbereiding van de presentatie • jullie presentatie er verzorgd en uitnodigend uitziet • jullie je hebben verdiept in het onderwerp • jullie een eigen mening hebben over het onderwerp.

Wat moet minimaal terugkomen (criteria) in de presentatie? 1. Legale verslavende middelen: – welke legale verslavende middelen er zijn en de werking ervan – het verschil tussen legale en illegale middelen (uitleg hierbij over wetgeving) – de lichamelijke gevolgen van minimaal twee legale middelen op korte en lange termijn – de sociale en maatschappelijke aspecten van legale verslavende middelen – jullie mening over legale verslavende middelen (wetgeving, gebruik, verkoop).

U

itg

ev

Eisen aan het beroepsproduct

5


Over deze cursus

tie

fb .v

.

2. Behandeling en voorzieningen: – een beschrijving van minimaal twee voorzieningen in de verslavingszorg – per voorziening een beschrijving van de doelgroep en het doel van de voorziening – een toelichting van twee behandelmethodieken die binnen deze voorzieningen worden ingezet – welke hulpverleners bij de behandeling betrokken zijn, waarom er welke keuzes worden gemaakt en door wie – hoe de hulpverleners binnen de voorziening samenwerken – jullie mening over de toepassing van deze behandelmethodieken. 3. Terugkeer in de maatschappij: – wat een verslavingsverleden met een eventueel bijkomend detentieverleden inhoudt – wat stigmatisering inhoudt en welke invloed dit heeft op ex-verslaafden – wat herstel van het normale leven van een ex-verslaafde kan bemoeilijken – welke persoonlijke en omgevingsaspecten de terugkeer van ex-verslaafden in de maatschappij tot een succes kunnen maken – jullie mening over de kansen en moeilijkheden die ex-verslaafden hebben bij het herstel van het normale leven.

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

Vertaal tijdens de presentatie de theorie naar praktische situaties en voorbeelden. Aan het einde van de presentatie zorg je dat er ruimte is voor de toehoorders om vragen te stellen.

6


Oriëntatie

Oriëntatie Kennis-estafette

• • • •

Opdracht 3

.

Jullie worden ingedeeld in groepjes. Ieder groepje krijgt een vel A4-papier met daarop een woord dat te maken heeft met het onderwerp verslavingszorg. Je hebt drie minuten de tijd om om de beurt een woord/feit over het onderwerp op te schrijven (scheldwoorden/schuttingtaal mogen niet). Na deze drie minuten worden de resultaten van iedere groep naast elkaar gelegd en vergeleken. Een groepje krijgt een punt als er een onderwerp op hun blaadje staat dat niet voorkomt bij de andere groepen en wel te maken heeft met het onderwerp. Het groepje met de meeste punten heeft gewonnen.

fb .v

• •

Wat weet je al?

u' Ac

a. Wat weet je al over verslavende middelen?

tie

Opdracht 2

Opdracht 4

Ed

b. Wat weet je al over de gevolgen van een verslaving?

Als ik dit onderwerp hoor, dan wil ik … a. Vul de volgende kolommen in over verslavingszorg.

ij

Verslavingszorg

Dit wil ik leren

U

itg

ev

er

Dit weet ik al

7


Oriëntatie

Vul de volgende zinnen aan:

fb .v

c. Kennis van de verslavingszorg is voor iedereen nuttig, omdat …

.

b. Verslavingszorg is een onderdeel van mijn opleiding, omdat …

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

d. Ik denk dat ik geschikt ben om in de verslavingszorg te werken, omdat …

8


Wat is verslaving?

Wat is verslaving?

.

Inleiding

fb .v

Het omschrijven van een verslaving is een lastige opgave. Wanneer spreek je van een verslaving en wanneer is iets een gewoonte? Waarom is de ene persoon gevoeliger voor een verslaving dan de andere en welke rol spelen persoonlijke omstandigheden, erfelijkheid en de omgeving hierbij?

Leerdoelen

er

ij

Ed

u' Ac

tie

Je kunt: • beschrijven wat verslaving is, hoe deze ontstaat en hoe dit wordt vastgesteld aan de hand van DSM-V • Beschrijven wat een gewoonte is en wat de relatie is tussen een gewoonte en een verslaving • beschrijven welke vormen van verslaving er zijn en wat deze inhouden • factoren beschrijven die invloed kunnen hebben op het ontwikkelen en/of het in stand houden van een verslaving aan de hand van de cirkels van Van Dijk.

De gevolgen van sociale media.

Wat is een verslaving? Lees Theoriebron Wat is een verslaving?. a. Omschrijf wat een verslaving is volgens DSM-V en hoe de diagnose wordt gesteld.

ev

Opdracht 5

b. Omschrijf wat het beloningscentrum doet in de hersenen van een verslaafde.

U

itg

Theoriebron Wat is een verslaving? <

9


Wat is verslaving?

fb .v

.

c. Omschrijf wat de reden is dat het beloningscentrum bij iedereen anders werkt en wat er hierdoor gebeurt.

d. Omschrijf welke rol het geheugen speelt bij het ontstaan van verslavingsgedrag.

Theoriebron Wat is een verslaving? <

Van een gewoonte naar een verslaving Lees Theoriebron Wat is een verslaving?. Beantwoord de volgende vragen: a. Wat zijn volgens jou gewoonten? Noem er drie.

tie

Opdracht 6

u' Ac

Werkmodel Discussie <

b. Noem drie omgevingsfactoren waardoor al snel gewoonten ontstaan.

Ed

c. Welke gewoonten houd jij erop na?

d. Wat gebeurt er als je jouw gewoonten niet kunt uitvoeren? Hoe voel je je dan en wat doe je vervolgens?

er

ij

e. Wat wordt er bedoeld met de misbruikfase?

U

itg

ev

f. Leidt de misbruikfase altijd tot verslaving? Waarom wel of waarom niet? In welke toestand kun je de conclusie trekken dat je verslaafd bent?

10

g. Wat zijn volgens jou handelingsverslavingen? Noem er twee.

h. Ken jij iemand die een handelingsverslaving heeft? Waar bestaat deze verslaving uit? Als je niemand kent met een handelingsverslaving, zoek dan een ervaringsverhaal over een handelingsverslaving op internet op.


Wat is verslaving?

Omschrijf in twee zinnen wat volgens jou een middelenverslaving is. Geef daarbij vijf voorbeelden.

.

i.

Theoriebron Wat is een verslaving? <

Gamen en internetverslaving

Lees de theoriebron en het Artikel Online van Jellinek over internet- (socialemedia-) verslaving.

Beantwoord hierna in tweetallen de volgende vragen: a. Bedrijven die games maken, hebben slimme manieren bedacht om zo veel mogelijk games te verkopen. Noem drie van die manieren.

tie

Opdracht 7

fb .v

Bespreek de antwoorden in een groepje van vier. Voer een discussie over het grijze gebied tussen een gewoonte en een verslaving. Maak hierbij gebruik van Werkmodel Discussie. De belangrijkste punten uit de discussie worden klassikaal besproken.

u' Ac

Artikel Online <

b. Wat zijn de belangrijkste redenen voor jongeren om veel tijd in sociale media te steken?

Ed

c. Welke problemen ervaren jongeren als zij zich intensief (maar nog net niet verslaafd) met gamen bezighouden?

er

ij

d. Noem vier aspecten waardoor je de kans loopt dat je game- en socialemediagedrag uit de hand loopt.

ev

Doe de test op pagina 21 en 22 van het Artikel Online. Bekijk de uitslag op pagina 27 en bespreek in groepjes van vier de resultaten.

itg

Opdracht 8

U

Theoriebron Wat is een verslaving? <

Casus Marc Lees de theoriebron en de casus. Beantwoord daarna de vragen. De antwoorden worden klassikaal besproken.

Casus Marc De ouders van Marc zijn een jaar geleden gescheiden. Zijn vader bleek gevoelens te hebben voor een man. Marc was in shock. Het feit dat zijn ouders uit elkaar gingen en zijn vader ook nog homo bleek te zijn, dat was net iets te veel. Zijn ouders hadden vaak ruzie en waren veel met zichzelf en elkaar bezig. Marc sliep slecht en had sombere gedachten. Ook schaamde hij zich voor zijn vader, terwijl hij niemand had om hierover te praten. In die tussentijd kreeg hij te horen dat hij gezakt was voor zijn eindexamen, zodat zijn vaste

11


Wat is verslaving?

fb .v

.

vriendengroep uit elkaar viel. Hij dronk steeds vaker wijn van zijn moeder en sterke drank van zijn vader. Daarbij nam hij regelmatig een slaaptablet van haar, terwijl hij helemaal niet wist welk middel dit was. Zolang het maar hielp… Soms nam hij de middelen samen in. Dit heeft ongeveer twee maanden geduurd. Het was maar goed dat het zomervakantie was en hij niet naar school hoefde. Gelukkig is de relatie tussen zijn vader en moeder weer redelijk goed. Marc vindt dit erg fijn en gaat nu ook weer beter om met zijn vader. Wel heeft hij gemerkt dat hij niet meer zonder de wijn en pillen kan. a. Welke effecten wil Marc op korte termijn bereiken met de drank en pillen?

tie

b. Wat is het effect als Marc deze middelen langere tijd gebruikt?

u' Ac

c. Wie en welke omgevingsfactoren hebben invloed op het middelengebruik van Marc?

d. Noem drie risico’s die Marc heeft genomen ten aanzien van de drank en de pillen.

Ed

e. Waarom kan Marc niet meer zonder wijn en pillen?

Het ontwikkelen en in stand houden van een verslaving

er

Opdracht 9

ij

f. Wat kan Marc vervolgens doen en waarom?

Lees Theoriebron Wat is een verslaving? en bekijk Werkmodel Cirkels van Van Dijk. a. Vorm groepjes van vier. Kies een specifieke verslaving (bijvoorbeeld gokken of alcoholverslaving). Maak een mindmap over deze specifieke vorm van verslaving en alles wat invloed heeft op het ontwikkelen en in stand houden van deze verslaving. Maak gebruik van Werkmodel Mindmap. In het midden zet je: de vicieuze cirkel van een … verslaving (vul de specifieke verslavingsvorm in). b. Ga naar de website Poster my wall en maak een poster. Laat hierin de belangrijkste punten uit je mindmap terugkomen. Presenteer jullie poster aan de gehele groep.

ev

Theoriebron Wat is een verslaving? <

itg

Werkmodel Cirkels van Van Dijk <

U

Werkmodel Mindmap <

Website Poster my wall <

12


fb .v

Oriëntatie op diverse soorten verslavende middelen

.

Oriëntatie op diverse soorten verslavende middelen

Inleiding

Leerdoelen

u' Ac

tie

Het ontwikkelen van een verslaving begint vaak uit nieuwsgierigheid. Het effect kan zijn dat je een lekker gevoel krijgt of dat spanning, onlust of onrust worden verdreven. Verslaving kan je leven gaan beheersen, vooral als je ontdekt dat je niet meer zonder kunt. Voor je het weet, heb je een bepaalde mate van afhankelijkheid gecreëerd. Er zijn veel verschillende soorten verslavende middelen. Het risico op verslaving, de mate van afhankelijkheid en het effect op lichaam en geest verschillen per middel.

ev

er

ij

Ed

Je kunt: • diverse (soorten) verslavende middelen beschrijven die tot een verslaving kunnen leiden • de lichamelijke en geestelijke effecten van verslavende middelen omschrijven • aangeven welke van de verslavende middelen legaal/illegaal zijn en welke middelen oneigenlijk worden gebruikt.

U

itg

‘Out of control’.

13


Oriëntatie op diverse soorten verslavende middelen

Poster Lichamelijke effecten van een verslaving <

.

a. Vorm tweetallen. Lees Theoriebron Oriëntatie op diverse soorten verslavende middelen en bekijk de poster Lichamelijke effecten van een verslaving. Bekijk ook het Artikel Drugsoverzicht. In dit artikel staan alle verslavende middelen in alfabetische volgorde, met erachter de belangrijkste informatie over de middelen. Breng nu al deze middelen in drie categorieën onder: • minst gevaarlijk/geen afhankelijkheid, geen tolerantie • middelmatig gevaarlijk/matige afhankelijkheid, geen tolerantie • meest gevaarlijk/snelle afhankelijkheid en snelle tolerantie.

fb .v

Theoriebron Oriëntatie op diverse soorten verslavende middelen <

Oriëntatie op diverse middelen

tie

Opdracht 10

u' Ac

Artikel Drugsoverzicht <

b. Kies in totaal vijftien middelen uit het artikel. Laat middelen uit alle drie de categorieën van opdracht A terugkomen. Zet deze in de eerste kolom van het volgende schema. Geef per middel aan welk effect het middel volgens jullie op het lichaam en op de geest heeft en hoe groot het verslavingsrisico van dit middel is. Kies hierbij uit de volgende scores:

Ed

5 = heel groot 4 = groot 3 = matig 2 = weinig 1 = heel weinig

U

itg

ev

er

ij

Middel

14

Effect op lichaam

Effect op geest

Verslavingsrisico


Oriëntatie op diverse soorten verslavende middelen

c. Vul nu achter de volgende middelen de drie kolommen in. Middel

Verkoopwijze

Tolerantie

Wat zijn de risico’s?

Tabak

fb .v

.

Cocaïne Lsd Alcohol GHB Lachgas

tie

Energiedrank Speed

Cannabis

Theoriebron Oriëntatie op diverse soorten verslavende middelen <

Uppers, downers en hallucinerende middelen

Lees de theoriebronnen. Beantwoord de volgende vragen:

Ed

Opdracht 11

u' Ac

Paddo’s

a. Wat doen uppers met je lichaam en geest? Noem twee effecten.

er

ij

b. Noem drie voorbeelden van wat uppers met je doen. Theoriebron Uppers, downers en hallucinerende middelen <

U

itg

ev

c. Wat doen downers met je lichaam en geest? Noem twee effecten.

d. Noem voorbeelden van een legale en een illegale upper en van een legale en illegale downer.

e. Noem drie hallucinerende middelen. Wat doen die middelen met je?

15


Oriëntatie op diverse soorten verslavende middelen

Opdracht 12 Artikel Feiten en fabels over ecstasygebruik <

fb .v

.

f. Wat is polygebruik en welke gevaren zijn hieraan verbonden? Geef een voorbeeld van wat er bij polygebruik kan gebeuren.

Casus Xtc

Bekijk het Artikel Feiten en fabels over ecstasygebruik en lees de casus Jasmijn.

Casus Jasmijn

u' Ac

tie

Jasmijn gaat voor het eerst met vier vriendinnen naar een danceparty. Van haar ouders mocht Jasmijn alleen mee als zij zeker waren van een drugsvrije party. Ze heeft met haar ouders en broer uitgebreid over de gevaren gesproken. Bij de ingang worden ze streng gefouilleerd op het bezit van drugs. ‘Wacht maar,’ zegt haar vriendin Claudia, ‘er is altijd wel iemand die handel bij zich heeft, ik heb zin om los te gaan.’ Jasmijn heeft zich voorgenomen alleen water te drinken. Claudia denkt hier heel anders over en heeft even later vijf xtc-pillen gescoord, voor ieder een. Jasmijn vindt het eng, maar Claudia kent de verkoper en zegt dat ze de pillen al eerder heeft gebruikt. Beantwoord in tweetallen de volgende vragen en werk deze uit op een A4’tje.

Ed

a. Welke reden kan Claudia hebben om een xtc-pil te willen gebruiken?

ij

b. Welke reden heeft Jasmijn om het eng te vinden een xtc-pil te nemen?

ev

er

c. Benoem drie lichamelijke effecten en drie geestelijke effecten van het gebruik van xtc.

U

itg

d. Deze lichamelijke en geestelijke effecten kunnen worden beïnvloed door andere aspecten. Noem er twee.

e. Welke ervaringen heb je zelf met partydrugs? Dit hoeft niet om persoonlijk gebruik te gaan, het mag ook een ervaring met iemand uit je omgeving zijn.

De antwoorden worden klassikaal besproken.

16


Oriëntatie op diverse soorten verslavende middelen

Lees Theoriebron Oriëntatie op diverse soorten verslavende middelen en bekijk de Animatie Drugdancer. Kies in de animatie twee keer voor een ander middel. Beschrijf in je eigen woorden: • welke invloeden deze twee middelen hebben • welk gevaar ze opleveren • wat ze met je lichaam en geest doen. Noteer dit op een half A4’tje en lever dit in bij je docent.

.

Theoriebron Oriëntatie op diverse soorten verslavende middelen <

Wat doen middelen met jou?

fb .v

Opdracht 13

Animatie Drugdancer <

a. Kies drie middelen van de poster die in de supermarkt verkrijgbaar zijn. Bespreek in viertallen: • Welke ervaring heb je zelf met deze middelen? • Wat vind je ervan dat je dit in de winkel kunt kopen? • Wat vind je van het verkoopbeleid dat ten aanzien van deze middelen wordt gehanteerd? b. Bespreek in hetzelfde groepje de volgende vragen over te verkrijgen softdrugs: hasj, wiet (cannabis) en paddo’s. • Welke ervaring heb je zelf met deze middelen? • Wat vind je ervan dat je dit in de coffeeshop kunt kopen? • Wat vind je van het gedoogbeleid dat ten aanzien van deze middelen wordt gehanteerd?

Ed

Artikel Drugsoverzicht <

Lees Theoriebron Oriëntatie op diverse soorten verslavende middelen. Bekijk het Artikel Drugsoverzicht.

tie

Theoriebron Oriëntatie op diverse soorten verslavende middelen <

Legaal en toch risicovol

u' Ac

Opdracht 14

Oneigenlijk gebruik van middelen en medicijnen

er

Opdracht 15

ij

c. Noteer de belangrijkste conclusies van de besproken punten uit opdracht A en B op een A4’tje en lever dit in bij je docent.

Lees Theoriebron Oriëntatie op diverse soorten verslavende middelen en Theoriebron Medicatie en verslaving. Beantwoord hierna de vragen. a. Welke twee aandoeningen kunnen een medicijnverslaving tot gevolg hebben?

ev

Theoriebron Oriëntatie op diverse soorten verslavende middelen <

b. Wat is het verschil tussen eigenlijk en oneigenlijk gebruik van medicijnen

c. Welke doelgroep is extra gevoelig voor het gebruik van benzodiazepinen? Hoe komt dit?

U

itg

Theoriebron Medicatie en verslaving <

17


De gevolgen van een verslaving

.

De gevolgen van een verslaving

fb .v

Inleiding

u' Ac

Leerdoelen

tie

Het gebruik van een middel heeft invloed op de hersenen, de hersenstructuur verandert. Door deze verandering in de hersenstructuur wordt de verslaving in stand gehouden. Bij langdurig chronisch gebruik van verslavende middelen kunnen lichamelijke aandoeningen ontstaan. Ook kunnen er acute reacties bij het gebruik van middelen optreden, die levensgevaarlijke situaties opleveren. In dit hoofdstuk leer je welke dit kunnen zijn. Naast lichamelijke gevolgen van een verslaving zijn er voor de persoon ook gevolgen op psychisch en sociaal gebied. Ook deze gevolgen worden in dit hoofdstuk behandeld, evenals de maatschappelijke gevolgen.

ev

er

ij

Ed

Je kunt: • de processen omschrijven die zich bij een verslaving afspelen in de hersenen • benoemen wat de lichamelijke gevolgen van een verslaving op korte en lange termijn zijn • aangeven wat de gevolgen van een verslaving op sociaal en psychisch gebied inhouden • benoemen wat de maatschappelijke gevolgen van een verslaving zijn.

Verslaving is een vriendschap zonder vriend. (Connie Palmen)

itg

Opdracht 16

U

Theoriebron De lichamelijke gevolgen van middelengebruik < Filmpje Hersenen Verslaving <

18

Hoe werkt een verslaving in je hersenen? Lees Theoriebron De lichamelijke gevolgen van middelengebruik en bekijk het Filmpje Hersenen Verslaving. Beantwoord de volgende vragen: a. Hoe communiceren de neuronen in de hersenen met elkaar?

b. Hoe bereiken de meeste drugs de hersenen?


De gevolgen van een verslaving

c. Welke gevolgen heeft het gebruik van drugs op de hersenen?

e. Wat gebeurt er als iemand verslaafd is aan drugs?

Opdracht 18

tie

De ziekte van Korsakov

Bekijk het Filmpje ‘Korsakov-patiënten steeds jonger’ en beantwoord hierna de volgende vragen. a. Vorm tweetallen. Verdiep je in het ziektebeeld Korsakov door aanvullende informatie op het internet op te zoeken. Maak gebruik van de website Jellinek of googel ‘Korsakov’. Welke factoren hebben invloed op het ontstaan van een alcoholverslaving?

er

Website Jellinek <

u' Ac

Artikel Tabak <

Lees Theoriebron De lichamelijke gevolgen van middelengebruik. Zoek in het Artikel Tabak naar informatie over de belangrijkste bestanddelen van tabak en welke lichamelijke gevolgen deze bestanddelen kunnen hebben. Maak vervolgens een informatiefolder voor jongeren over de lichamelijke gevolgen van roken. Deze informatiefolder bestaat uit de voor- en achterkant van een A4’tje. Laat in de folder de volgende punten naar voren komen: • de drie belangrijkste bestanddelen van tabak • welke schadelijke lichamelijke gevolgen deze drie belangrijke bestanddelen kunnen hebben • welke schadelijke lichamelijke aandoeningen bij roken kunnen ontstaan • wat de schadelijke gevolgen van meeroken kunnen zijn • hoe de schadelijke gevolgen van roken zo veel mogelijk voorkomen kunnen worden. Zorg dat jouw folder jongeren aanspreekt. Voeg relevante afbeeldingen toe. Lever de informatiefolder in bij je docent.

Ed

Theoriebron De lichamelijke gevolgen van middelengebruik <

De lichamelijke gevolgen van roken

ij

Opdracht 17

fb .v

.

d. Wat is het gevolg van drugsmisbruik op de hersenen?

ev

Filmpje Korsakov-patiënten steeds jonger <

U

itg

b. Wanneer kan de ziekte van Korsakov optreden en hoe komt dit?

c. Wat is het ernstigste gevolg van deze ziekte

19


De gevolgen van een verslaving

d. Welke psychische problemen ondervinden mensen die lijden aan de ziekte van Korsakov?

Bekijk het Filmpje ‘Levensgevaarlijke xtc-pil in omloop’ en beantwoord de vragen. a. Wat is PMMA en waarom is dit zo gevaarlijk?

Ed

Filmpje Levensgevaarlijke xtc-pil in omloop <

Levensgevaarlijke werking van xtc

u' Ac

Opdracht 19

tie

f. Waarom betreft het steeds vaker jongere mensen?

fb .v

.

e. Welke lichamelijke problemen kunnen ontstaan bij mensen die lijden aan de ziekte van Korsakov?

er

ij

b. Welke (aankomende) gebruikers lopen de meeste risico’s?

U

itg

ev

c. Wat is het grootste gevaar als je een pil van onbekende inhoud gebruikt en waarom?

20

d. Noem twee directe en twee indirecte (levens)gevaren bij gebruik van deze middelen. Wat kun je doen om dit te voorkomen?


De gevolgen van een verslaving

Artikel Opwindingsdelier <

Lees het Artikel Opwindingsdelier en bekijk klassikaal het Filmpje EDS symptoombeeld. Dit is een heftig filmpje. a. Noteer op een A4’tje de antwoorden op de volgende vragen: • Wat houdt EDS in? • Welk gevaar loopt iemand die in een opwindingsdelier zit en hoe komt dit? • Welk gevaar lopen de omgeving en de hulpverlening op dat moment? • Wat zou jij doen als je iemand treft in deze situatie? Ga je er bijvoorbeeld tussen springen en proberen iemand te kalmeren?

.

Theoriebron De lichamelijke gevolgen van middelengebruik <

Opwindingsdelier (EDS)

b. De antwoorden worden klassikaal besproken.

Maak de oefening over oorzaak en gevolg. Er is één oorzaak benoemd, die aangevuld moet worden met minimaal twee gevolgen (het mogen er meer zijn). • •

Zoek mogelijke gevolgen op internet op. Gebruik signaalwoorden als je de gevolgen van de oorzaak wilt vinden, zoals: daardoor, hierdoor, waardoor, ten gevolge van, veroorzaakt.

Er is al een voorbeeld gegeven.

U

itg

ev

er

ij

Werkmodel Cirkels van Van Dijk <

Lees Theoriebron Gevolgen van een verslaving op psychisch, sociaal en maatschappelijk gebied en Werkmodel Cirkels van Van Dijk.

u' Ac

Theoriebron Gevolgen van een verslaving op psychisch, sociaal en maatschappelijk gebied <

Oorzaak en gevolg

Ed

Opdracht 21

tie

Filmpje EDS symptoombeeld <

fb .v

Opdracht 20

21


De gevolgen van een verslaving

Oorzaak

Gevolg(en) of wat gevolgen kunnen zijn

Consequenties of mogelijke problemen

1. Langdurig dagelijks te veel alcohol drinken

• •

• • • • •

2. Dagelijks 8 uur gamen

Ed

4. Wekelijks naar het casino gaan

u' Ac

3. Met alcohol achter het stuur

ij

5. Iedere dag blowen

ev

er

6. 80% van je geld uitgeven aan cocaïne

U

itg

7. Iedere dag een slaappil nemen

22

8. Roken en te veel alcohol drinken tijdens de zwangerschap 9. Af en toe xtc gebruiken

.

fb .v

ontslagen worden relatiecrisis concentratieproblemen huiselijk geweld/agressie onveilige seks

tie

fouten maken op je werk niet zonder alcohol kunnen functioneren kans op vroegtijdige dementie of andere lichamelijke aandoeningen risicogedrag


De gevolgen van een verslaving

Opdracht 22

Alcoholmisbruik Lees Theoriebron Gevolgen van een verslaving op psychisch, sociaal en maatschappelijk gebied en Theoriebron Alcoholmisbruik. Bekijk het Filmpje ‘Alcohol & jongeren: animatie van Jellinek’. a. Maak met Pixton een stripverhaal over alcoholmisbruik bij jongeren. Laat hierin de volgende punten terugkomen: • de lichamelijke gevolgen op korte en lange termijn • hoe je kunt herkennen dat er sprake is van een verslaving • de psychische en sociale gevolgen • de maatschappelijke gevolgen.

Theoriebron Alcoholmisbruik <

b. Laat je stripverhaal door een ander tweetal lezen. Dit tweetal geeft jullie een tip en een top over het stripverhaal. Lever het stripverhaal en de feedback van het andere tweetal in bij je docent.

tie

fb .v

.

Theoriebron Gevolgen van een verslaving op psychisch, sociaal en maatschappelijk gebied <

u' Ac

Filmpje Alcohol & jongeren: animatie van Jellinek < Stappenplan Pixton <

Ed

Maak hierbij gebruik van Werkmodel Mindmap. Zet in het midden van de mindmap ‘onder invloed in het verkeer’. Let op: • ‘Verkeer’ heeft betrekking op alle deelnemers aan het verkeer, dus ook fietsers en voetgangers. • ‘Middelen’ heeft betrekking op alle middelen die invloed hebben op de verkeersveiligheid, dus ook drugs en medicijnen.

ev

Werkmodel Mindmap <

Lees Theoriebron Gevolgen van een verslaving op psychisch, sociaal en maatschappelijk gebied en bekijk het Artikel Drugs & Uitgaan. Maak opdracht a en b. a. Maak in tweetallen een mindmap over alles wat met middelenmisbruik en verkeersveiligheid te maken heeft. Je mag alle aspecten benoemen. Denk aan: • slachtoffer maken/zijn • politie en justitie • gevolgen.

er

Theoriebron Gevolgen van een verslaving op psychisch, sociaal en maatschappelijk gebied <

Risico’s middelenmisbruik

ij

Opdracht 23

b. Bespreek de mindmaps klassikaal.

U

itg

Artikel Drugs & Uitgaan <

23


Voorzieningen binnen de verslavingszorg

.

Voorzieningen binnen de verslavingszorg

fb .v

Inleiding

tie

Verslaving komt nooit alleen. Er is altijd sprake van complexe problematiek, zowel op lichamelijk, psychisch als sociaal gebied. Daarom kent de verslavingszorg in Nederland zo’n grote diversiteit aan voorzieningen. In dit hoofdstuk leer je wat de verslavingszorg en forensische zorg inhouden, welke hulp zij kunnen bieden en hoe er binnen deze zorg wordt samengewerkt. Ook wordt ingegaan op preventieve maatregelen.

Leerdoelen

ev

er

ij

Ed

u' Ac

Je kunt: • uitleggen wat forensische zorg en verslavingszorg zijn en op wie zij zich richten • uitleggen wat de taak van de forensische zorg en verslavingszorg is, wanneer zij welke hulp bieden en met wie ze samenwerken • benoemen welke mogelijke preventiemaatregelen kunnen worden ingezet.

In Nederland is hulp voor iedereen toegankelijk.

itg

Opdracht 24

U

Theoriebron Voorzieningen binnen de verslavingszorg < Filmpje Betere zorg, veiliger samenleving <

24

Forensische zorg en de ggz Lees Theoriebron Voorzieningen binnen de verslavingszorg. Bekijk het Filmpje ‘Betere zorg, veiliger samenleving’. Beantwoord vervolgens de volgende vragen: a. Wat is een forensische (verslavings)kliniek?


Voorzieningen binnen de verslavingszorg

fb .v

c. Met wie werkt de forensische verslavingszorg intensief samen en waarom?

.

b. Wat is de doelstelling van de forensische zorg? Wat wordt er bedoeld met ‘betere zorg, veiliger samenleving’?

Beschrijf in tweetallen op een A4’tje: • welke verschillen er zijn tussen een reguliere verslavingskliniek en een ggz-instelling • wat hun werkwijze is en welke overeenkomsten er zijn • wat beide organisaties te bieden hebben op het gebied van verslavingszorg • welke verschillende doelgroepen ze beide bedienen • welke hulpverleners (disciplines) er werkzaam zijn bij zowel Jellinek als GGz Centraal • op welke wijze deze twee organisaties het meest samenwerken en waarom dit van belang is. Lever je uitwerking in bij je docent.

er

Website Jellinek <

Lees Theoriebron Voorzieningen binnen de verslavingszorg. Bekijk de websites van Jellinek en GGz Centraal.

Ed

Theoriebron Voorzieningen binnen de verslavingszorg <

Verslavingskliniek en ggz

ij

Opdracht 25

u' Ac

e. Wat is jullie mening over deze knelpunten?

tie

d. Welke knelpunten zijn er binnen die samenwerking en waarom?

ev

Website GGz Centraal <

U

itg

Opdracht 26

Woonvoorzieningen Gebruik internet en zoek twee voorzieningen voor mensen met een verslavingsprobleem. Het gaat om voorzieningen waar mensen 24 uur per dag wonen of verblijven. Dit kan een tijdelijke of permanente voorziening zijn. Maak van elke voorziening een poster (in totaal twee). Laat de volgende punten in je poster terugkomen: • Welke specifieke doelgroep maakt gebruik van de door jou benoemde voorziening en waarom? • Wat is de doelstelling van de door jou benoemde voorziening? • Waarom zijn deze voorzieningen zo belangrijk voor de maatschappij? • Met welke andere voorzieningen wordt er samengewerkt? Wat houdt deze samenwerking in?

25


Voorzieningen binnen de verslavingszorg

Hang de posters in de groep op. Ieder groepje licht de twee gemaakte posters kort toe aan de rest van de groep.

Opdracht 27

Discussie aan de hand van stellingen

fb .v

.

a. Vorm groepjes van vier. Jullie gaan een discussie voeren over onderstaande stellingen. Twee personen zijn voor de stelling en twee personen ertegen. Bepaal dit vooraf. Bereid je individueel voor op de discussie door per stelling vijf argumenten voor of tegen de stelling te bedenken.

tie

Stellingen: • Iedereen is vrij om al dan niet alcohol of drugs te gebruiken. • Je moet zo veel mogelijk dingen in het leven uit eigen ervaring leren. Dit geldt ook voor alcohol of drugs. • Bij een verslaving levert een verslavingskliniek betere zorg dan een ggz-instelling. • De gevangenis schrikt niet genoeg af, het zou er strenger moeten zijn. • Eens crimineel, altijd crimineel.

u' Ac

b. Discussieer in viertallen over de stellingen (5 minuten per stelling) en benoem je argumenten. Zorg dat iedereen aan het woord komt. c. Bespreek de uitslag klassikaal onder leiding van de docent.

Theoriebron Voorzieningen binnen de verslavingszorg <

Voorlichting en preventie

Lees Theoriebron Voorzieningen binnen de verslavingszorg. Zoek op de websites van Jellinek en Novadic-Kentron naar informatie over voorlichting en preventie bij een verslaving. Ga in viertallen bij elkaar aan een tafel zitten. Leg een vel A3-papier in het midden. Zet een groot vierkant in het midden van het blad en verdeel de rest van het blad in vier vlakken (zie voorbeeld). Zorg dat je allemaal een pen of potlood en een markeerstift hebt.

Ed

Opdracht 28

U

itg

ev

er

Website Novadic-Kentron <

ij

Website Jellinek <

Denktijd: schrijf allemaal in je eigen vlak die onderdelen op waarvan jij denkt dat ze horen bij voorlichting en preventie ten aanzien van verslaving. Bespreek vervolgens ieders lijst. Student 1 licht zijn punten toe en daarna, met de klok mee, student 2, 3 en 4. Zet na deze bespreking de punten waarover jullie het eens zijn in het middelste vak. Zet de punten in logische rijtjes bij elkaar. Ga met een ander groepje bij elkaar zitten en bespreek jullie placemat. Markeer de verschillen en vul de placemat zo nodig aan.

26


fb .v

Behandelingen en begeleiding bij een verslaving

.

Behandelingen en begeleiding bij een verslaving

Inleiding

u' Ac

Leerdoelen

tie

Er zijn veel vormen en soorten hulpverlening die worden ingezet om een verslaafde van zijn verslaving af te helpen. Soms is die hulpverlening opgelegd door een rechter, zoals in de forensische verslavingszorg. Doorgaans melden mensen zichzelf aan voor hulp. Hulpverleners streven hierbij naar een optimaal resultaat door maatwerk te leveren dat aansluit bij de motivatie van de cliënt.

itg

ev

er

ij

Ed

Je kunt: • beschrijven welke specifieke behandelingen en vormen van behandelingen er zijn binnen de verslavingszorg • aangeven hoe, wanneer en door wie er gekozen wordt voor een bepaalde behandeling en op welke wijze • aangeven wat deze behandelingen inhouden en wie er naast de verslaafde cliënt wordt betrokken bij de hulpverlening • aangeven wat motiverende gespreksvoering inhoudt en hoe dit ingezet wordt om gedrag van verslaafde cliënten te beïnvloeden en/of te veranderen.

Opdracht 29

U

Theoriebron Behandelingen en begeleiding <

Soms heb je net even die hand nodig.

Het starten van een behandeling Lees Theoriebron Behandelingen en begeleiding. Maak vervolgens de vragen. a. Er wordt altijd een intakegesprek gehouden voordat er een behandeling wordt gestart. Waaruit bestaat dit intakegesprek? Wat is het doel van een intakegesprek en met wie en hoe vindt dit plaats?

27


Behandelingen en begeleiding bij een verslaving

fb .v

.

b. Wie bepaalt er voor welke behandeling er wordt gekozen en in welke vorm?

tie

c. Welke drie criteria wegen mee om voor een bepaalde behandeling te kiezen?

Bekijk de website van Al-Anon.

Maak in tweetallen een informatieblad van een A4’tje voor familieleden van verslaafden over wat Al-Anon inhoudt. Neem daarin de volgende punten op: • Voor welke soort verslaving verleent Al-Anon hulp? • Wat is het belangrijkste doel van Al-Anon en waarom? • Waaruit bestaat het programma van Al-Anon? • Voor wie is de hulp hoofdzakelijk bedoeld?

ij

Website Al-Anon <

Groepsbehandeling

Ed

Opdracht 30

u' Ac

d. Vaak wordt er bij een behandeling eerst gekozen voor detoxificatie. Wat houdt dit in?

er

Zorg dat het informatieblad voor de familieleden aantrekkelijk is om te lezen. Lever het informatieblad in bij je docent.

Vormen van behandeling

ev

Opdracht 31

itg

Theoriebron Behandelingen en begeleiding <

U

Artikel Online behandeling van Novadic-Kentron < Website Jellinek <

28

Lees Theoriebron Behandelingen en begeleiding. Lees het Artikel ‘Online behandeling van Novadic-Kentron’. Beantwoord de volgende vragen. a. Noem vier voordelen van een online behandeling.


Behandelingen en begeleiding bij een verslaving

fb .v

.

b. Noem minimaal twee nadelen van een online behandeling.

tie

c. De omgeving (partner) van een verslaafde die een behandeling ondergaat, zal doorgaans betrokken worden bij de behandeling. Waarom is dit van belang? Noem drie voordelen.

u' Ac

Zoek informatie op de website Jellinek over een zelfhulpgroep. Beantwoord de volgende vragen.

Ed

d. Wat is een zelfhulpgroep? Is dit een effectieve vorm van behandeling? Waarom wel/niet?

er

ij

e. Als jij voor een behandeling zou moeten kiezen, kies je dan liever voor een online behandeling of een zelfhulpgroep? Licht dit toe.

Opdracht 32

Lees Theoriebron Behandelingen en begeleiding. Vorm tweetallen en beantwoord de volgende vragen op een A4’tje. Lever de antwoorden op deze vragen in bij je docent.

ev

Theoriebron Behandelingen en begeleiding <

Werkwijze tijdens een behandeling

U

itg

Artikel Ontgiften en opname kliniek <

Artikel Ervaringsdeskundigen < Artikel Vrijplaats <

Bekijk de informatie over ontgiften en opname in de kliniek op de website van Brijder. a. Noem drie verschijnselen van ontwenning.

b. Er wordt geschreven over medicijnen die eventuele ontwenning kunnen tegengaan. Waarvoor dienen die medicijnen?

c. Wat zijn drie belangrijke redenen om je te laten opnemen in een verslavingskliniek?

d. Er wordt gesproken over het regelen van nazorg voor opname. Wat betekent dit en waarom is dit nodig?

29


Behandelingen en begeleiding bij een verslaving

Bekijk de informatie over ervaringsdeskundigen op de website van Brijder. e. Waarom zijn ervaringsdeskundigen zo belangrijk tijdens de behandeling?

fb .v

.

Download de folder ‘Vrijplaats’. f. Wat vinden jullie van dit initiatief? Noem twee grote voordelen.

Filmpje Cognitieve gedragstherapie <

Minnesotamodel a. Beschrijf in twee zinnen wat de Minnesotabehandeling inhoudt en waar de behandeling zich op richt.

b. Beschrijf in drie zinnen wat jou zelf het meest aanspreekt in deze behandelmethode en waarom.

Cognitieve gedragstherapie Bekijk het Filmpje Cognitieve gedragstherapie.

ij

Werkmodel Motiverende gespreksvoering <

Lees Theoriebron Behandelingen en begeleiding. Maak vervolgens de opdrachten.

u' Ac

Theoriebron Behandelingen en begeleiding <

Behandelingen en begeleiding

Ed

Opdracht 33

tie

g. Wat betekent dit initiatief volgens jullie voor (ex-)verslaafden?

ev

er

c. Waarop is deze vorm van therapie gebaseerd?

U

itg

d. Waarom is deze vorm van therapie zo effectief?

30


Behandelingen en begeleiding bij een verslaving

Motiverende gespreksvoering

fb .v

.

e. Bekijk Werkmodel Motiverende gespreksvoering. Vertel in twee zinnen wat motiverende gespreksvoering inhoudt.

Casemanagement en het FACT-team

tie

f. Motiverende gespreksvoering kan ingezet worden bij cognitieve gedragstherapie. Hoe denk jij dat dit gedaan kan worden?

Ed

u' Ac

g. Wat is een FACT-team en waar bestaat dit uit? In welke situaties wordt het FACT-team ingezet?

er

ij

h. Wat is kenmerkend voor casemanagement?

Is casemanagement voor iedere cliĂŤnt die in behandeling gaat noodzakelijk? Waarom wel/niet?

U

itg

ev

i.

31


Behandelingen en begeleiding bij een verslaving

Opdracht 34

Lees Theoriebron Behandelingen en begeleiding. Beantwoord de volgende vragen. Zoek indien nodig aanvullende informatie op internet. a. Een van de disciplines in de verslavingszorg is de verslavingsarts en/of psychiater (dit is ook een arts). Waarom is de inzet van een arts van belang voordat de behandeling van een verslaving wordt ingezet?

fb .v

.

Theoriebron Behandelingen en begeleiding <

Samenwerkende disciplines

u' Ac

tie

b. Een andere discipline is een psycholoog. Wat is de taak van deze discipline?

U

itg

ev

er

ij

Ed

c. Noem drie ketenpartners binnen de verslavingszorg en leg uit welke bijdrage zij leveren.

32


Een leven na de verslaving

Een leven na de verslaving

.

Inleiding

fb .v

Langdurig middelengebruik kan structuren in de hersenen blijvend beschadigen. Maar in elke fase van het proces waarin mensen misbruik maken van middelen of te maken krijgen met het verslavingsproces, liggen kansen – kansen om het leven weer op te pakken. Ondanks de stigmatisering* en vooroordelen is een leven na de verslaving mogelijk binnen de verschillende leefgebieden. *Iemand ten onrechte veroordelen of een vooroordeel hebben over iemand.

tie

Leerdoelen

er

ij

Ed

u' Ac

Je kunt: • aangeven welke kritieke fasen en risico’s er zijn voor een ex-verslaafde tijdens het terugkeren in de maatschappij na de verslavingsperiode • omschrijven wat clean zijn en craving inhouden • benoemen welke persoonlijke en maatschappelijke mogelijkheden en beperkingen er kunnen zijn na de periode van verslaving • aangeven welke vormen van nazorg er zijn, wat zij doen en wanneer zij worden ingezet.

ev

Iedereen verdient een tweede kans.

Opdracht 35

itg

Theoriebron Een leven na de verslaving <

U

Werkmodel Discussie <

Filmpje Keerpunt! Het waargebeurde verhaal van Evert Roeleveld <

Kansen en belemmeringen Lees Theoriebron Een leven na de verslaving. Bekijk het Filmpje ‘Keerpunt! Het waargebeurde verhaal van Evert Roeleveld’. Zoals je ziet in het filmpje is er herstel mogelijk na een leven van verslaving. 1. Welke oorzaken hebben volgens jou mogelijk invloed gehad of bijgedragen aan de verslaving van Evert? 2. Welke aspecten hebben bijgedragen aan een redelijk succesvolle terugkeer van Evert? 3. Wat is volgens jou de belangrijkste basis voor een verslaafde om terug te keren in de maatschappij? 4. Wat zijn volgens jou de meest voorkomende vooroordelen over verslaafden die stigmatisering veroorzaken? 5. Schrijf tien woorden op die bij je opkomen als je het woord ‘ex-verslaafde’ hoort. Schrijf je antwoorden op een A4’tje.

33


Een leven na de verslaving

Voer klassikaal een discussie over de antwoorden onder leiding van de docent. Maak hierbij gebruik van Werkmodel Discussie.

Lees Theoriebron Een leven na de verslaving en lees de casus. Beantwoord hierna de vragen.

.

Theoriebron Een leven na de verslaving <

Casus buurvrouw

fb .v

Opdracht 36

Casus

tie

Stel, je krijgt een nieuwe buurvrouw. Ze is alleenstaand en maakt een verzorgde indruk. Ook komt zij over als een sympathieke vrouw. Ze heeft een baan als administratief medewerker. Jullie begroeten elkaar regelmatig op straat en maken dan een praatje. Je gaat zelfs bij haar op de koffie. Na verloop van tijd hoor je dat zij tien jaar lang verslaafd is geweest aan cocaïne, dakloos is geweest en in de dak- en thuislozenopvang heeft gezeten.

Wat voor invloed zal deze informatie op jou hebben? Waarom? Zie je je nieuwe buurvrouw nu anders? • Welk verschil zou het hebben gemaakt als je de informatie over haar verslaving niet had gehad? Noem twee verschillen. • Hoe ga jij je gedragen tegenover de buurvrouw? Ga je met haar hierover in gesprek of ga je juist afstand nemen? Schrijf je antwoorden op een half A4’tje. Ga over je antwoorden in gesprek met een andere student. Wat zijn de overeenkomsten en verschillen in jullie antwoorden?

a. Wat kan een ex-verslaafde doen om de kans op een terugval te voorkomen?

er

ij

Theoriebron Een leven na de verslaving <

Kritieke fasen

Ed

Opdracht 37

u' Ac

itg

ev

b. Welke risico’s lopen (ex-)verslaafden op maatschappelijk niveau? Hoe komt dit? Geef hierbij een voorbeeld.

Opdracht 38

U

Theoriebron Behandelingen en begeleiding < Theoriebron Een leven na de verslaving <

34

Clean blijven Lees Theoriebron Behandelingen en begeleiding en Theoriebron Een leven na de verslaving. Beantwoord hierna de vragen. a. Wat is craving?


Een leven na de verslaving

fb .v

.

b. Wat is clean zijn?

tie

c. Leg de volgende zin uit: clean blijven is een wankel evenwicht.

u' Ac

d. Waarom is het nazorgtraject zo belangrijk na de behandeling van een verslaving en waar is het op gericht?

Ed

e. Waarom wordt de directe omgeving betrokken bij de nazorg?

Lees Theoriebron Een leven na de verslaving en bekijk de website Gevangenenzorg. Lees vervolgens de casus Marije. Beantwoord de bijbehorende vragen.

er

Theoriebron Een leven na de verslaving <

Casus Marije

ij

Opdracht 39

ev

Casus Marije

U

itg

Website Gevangenenzorg <

Marije zit nu drie jaar in de vrouwengevangenis voor drugssmokkel. In de gevangenis heeft ze een opleiding gedaan als medewerker in een callcenter. In deze periode is ze verplicht afgekickt. Ze heeft hierbij hulp gekregen van de huisarts van de gevangenis en van de psycholoog, met wie ze gesprekken had. Voor haar detentie was ze verslaafd aan verschillende middelen. Vanwege de hoge kosten kwam ze in de prostitutie terecht via haar pooier en van daaruit in de drugssmokkel. Vijf jaar geleden beviel ze van een zoontje, dat een half jaar na zijn geboorte in een pleeggezin werd geplaatst. Gelukkig komt hij iedere maand met zijn pleegmoeder langs. Ze zijn dan erg blij elkaar te zien. Marijes pooier heeft gezworen haar niet met rust te laten als ze vrijkomt. Haar ouders en broers heeft ze al jaren niet gesproken, terwijl ze met hen altijd wel een redelijk contact had. Binnenkort heeft ze voor het eerst verlof, want ze hoeft nog maar een jaar te zitten. Ze maakt zich zorgen om haar toekomst en heeft hier slapeloze nachten van. Ze wil niets liever dan haar zoontje terugkrijgen en een baan en een huisje bemachtigen, zodat ze haar zoontje een veilige omgeving kan bieden.

35


Een leven na de verslaving

fb .v

.

a. Wat zijn voor Marije de grootste risico’s als zij vrijkomt? Noem er drie. Waarom zijn dit risico’s? Wat en wie heeft ze nodig na detentie om de risico’s te beperken?

u' Ac

tie

b. Op welke hulpverleningsinstanties kan zij een beroep doen en waarvoor?

Ed

c. Welke activiteiten kan Marije nu al ondernemen om straks sterker uit de gevangenis te komen? Leg dit uit.

Maatschappelijke taak

er

Opdracht 40

ij

d. De antwoorden worden klassikaal besproken.

a. Lees Theoriebron Een leven na de verslaving. Download het Artikel ‘Participatiewet – Informatieblad ieder(in)’. Op de laatste pagina van deze pdf staan diverse links die je als extra informatiebron kunt gebruiken. Vorm tweetallen. Zoek op welke belangrijke taken gemeenten hebben tijdens de terugkeer in de maatschappij (rehabilitatie) van ex-verslaafden en/of -gedetineerden. Bekijk samen waar de ondersteunende taken van de gemeenten uit bestaan. Noteer dit op een half A4’tje.

ev

Theoriebron Een leven na de verslaving <

U

itg

Artikel Participatiewet – Informatieblad Ieder(in) <

36

b. Beschrijf welke twee ketenpartners betrokken zijn bij de rehabilitatie van ex-gedetineerden en/of ex-verslaafden, welke samenwerking zij nastreven en welke ketenpartner welk probleem moet oppakken. Noteer dit op een half A4’tje. Bespreek jullie resultaten klassikaal onder leiding van de docent.


Theoriebron Wat is een verslaving?

.

Theoriebron Wat is een verslaving?

fb .v

Inleiding

u' Ac

Wat is een verslaving?

tie

Ieder mens kan verslaafd raken, ook mensen met een baan of een gezin en/of managers en artsen die de druk niet meer aankunnen. Bij het woord alcoholverslaving denk je niet direct aan een arts of manager, omdat verslaving aan alcohol aanwijsbaar een relatie heeft met agressie en overlast. Het hebben van een verslaving kan veel zeggen over iemands persoonlijke situatie, de omstandigheden waarin deze persoon leeft en invloeden die een rol spelen bij het ontwikkelen en in stand houden van een verslaving.

Verslaving is een toestand waarin je lichamelijk en/of psychisch afhankelijk bent van een gewoonte, handeling of stof. Verslaving wordt beschouwd als een hersenziekte.

Het ontstaan van een verslaving

U

itg

ev

er

ij

Ed

Diverse factoren spelen een rol bij het ontstaan van een verslaving of van verslavingsgedrag. Een van de belangrijkste factoren speelt zich af in de hersenen, namelijk in het beloningscentrum. Je kunt activiteiten uitvoeren of je in een situatie bevinden (gezellige avond) die je een fijn gevoel geven. Als dit met een middel (het roken van een sigaret, het drinken van alcohol) of handeling te maken heeft, wordt dit door het beloningscentrum extra beloond met een prettig gevoel. Hierdoor bestaat de kans dat dát gedrag zich zal herhalen. Vooral het gebruik van middelen zoals alcohol en drugs kan dit beloningscentrum behoorlijk stimuleren. Soms werkt het beloningscentrum niet goed. Dit kan komen door genetische belasting. Je geniet dan minder van een normale beloning en je gaat op zoek naar alternatieven. Dit kan een middel of handeling zijn die zorgt voor een sterkere of heftigere beloning. Een voorbeeld hiervan is alcohol of gokken. Daarnaast speelt het geheugen een belangrijke rol bij het ontstaan van een verslaving en verslavingsgedrag. Het positieve gevoel van het eerste gebruik van het middel en de beloning die erop volgde, wordt als een sterke herinnering opgeslagen.

DSM-V classificatie DSM-V is een handboek voor de psychiatrie. De afkorting betekent ‘Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders’. Het handboek is bedoeld om eenheid te brengen in de diverse interpretaties van diagnoses. Dit is nodig om goed onderzoek te kunnen doen en de behandeling af te stemmen op de diagnose. In DSM-V is verslaving beschreven als een ‘stoornis in het gebruik van middelen’ (substance abuse disorder). De stoornis is aan de hand van elf criteria beschreven. Het aantal criteria waaraan iemand voldoet, geeft de ernst van de verslaving aan. Als je aan twee of drie criteria

37


Theoriebron Wat is een verslaving?

voldoet, heb je een milde stoornis in het gebruik van middelen. Voldoe je aan vier of vijf criteria, dan is er sprake van een matige stoornis en bij zes of meer symptomen spreekt men van een ernstige stoornis.

fb .v

.

Criteria DSM-V

Craving

u' Ac

tie

De elf criteria van een stoornis in het gebruik van middelen zijn: • vaker en in grotere hoeveelheden gebruiken dan het plan was • mislukte pogingen om te minderen of te stoppen • gebruik en herstel van gebruik kosten veel tijd • sterk verlangen om te gebruiken • door gebruik tekortschieten op het werk, school of thuis • blijven gebruiken ondanks dat het problemen meebrengt op het relationele vlak • door gebruik opgeven van hobby’s, sociale activiteiten of werk • voortdurend gebruik, zelfs wanneer je daardoor in gevaar komt • voortdurend gebruik ondanks weet hebben dat het gebruik lichamelijke of psychische problemen met zich meebrengt of deze verergert • grotere hoeveelheden nodig hebben om het effect nog te voelen, oftewel tolerantie • het optreden van onthoudingsverschijnselen, die minder hevig worden door meer van de stof te gebruiken.

er

ij

Ed

In DSM-V is ten opzichte van de oudere versie (DSM-IV) bij de stoornis in het gebruik van middelen een nieuw criterium opgenomen. Dit is hunkering (‘craving’), oftewel een sterk verlangen of onbedwingbare behoefte om een middel te gebruiken of een handeling uit te voeren. Craving kan als een chronisch probleem beschouwd worden. De hunkering wordt opgebouwd in het lichaam, met name in de hersenen. Hierbij horen overweldigende, dwangmatige gedachten en bijhorende handelingen die niet te bedwingen zijn. Mensen die verslaafd zijn, snakken met hun hele lichaam naar het trekken aan een sigaret, het drinken van alcohol, het spelen van een game of het bezig zijn met hun telefoon (internet).

Een gewoonte of een verslaving?

U

itg

ev

Omstandigheden hebben invloed op het ontwikkelen van een gewoonte, bijvoorbeeld een sigaretje na het eten of een biertje bij het voetballen. Dagelijkse bezigheden, zoals eten en het bezoeken van de sportclub, kunnen dus leiden tot gebruik ‘uit gewoonte’. Als een gewoonte een verslaving dreigt te worden, kom je in de misbruikfase. Als je in deze fase zit, kun je je gedrag nog terugschroeven tot een normaal niveau. Overschrijd je de grens van de misbruikfase, dan is de kans groot dat je een verslaving ontwikkelt. Een glaasje wijn drinken, gamen of gaan winkelen zijn leuke gewoonten, maar wat als de drang naar alcohol, gamen of shoppen steeds groter wordt? Ben je dan al meteen verslaafd? Bij een gezellig avondje hoort alcohol en voor de gezelligheid steek je ook een sigaret op – sommigen zelfs een jointje. Het zijn genotsmiddelen waar je je goed en zelfverzekerd door kunt voelen. Zolang je er niet afhankelijk van wordt, is er niets aan de hand. Toch denken veel mensen dat je bij het overschrijden van een bepaalde norm meteen verslaafd bent. Dat klopt niet. In feite ben je pas verslaafd als er een toestand is ontstaan waarin je afhankelijk bent geworden van deze middelen en niet meer zonder kunt.

38


tie

Als gamen je leven beheerst, is het geen spelletje meer.

fb .v

.

Theoriebron Wat is een verslaving?

Verschillende soorten verslaving

u' Ac

Er wordt binnen de verslavingszorg onderscheid gemaakt tussen het verslaafd zijn aan handelingen en het verslaafd zijn aan middelen. Onder handelingsverslaving wordt onder andere verstaan: game- en gokverslaving, seksverslaving, koopverslaving, tv-/internet- en socialemediaverslaving. Onder middelenverslaving wordt verstaan dat je iets tot je neemt, bijvoorbeeld door te eten, te drinken, te roken of in een enkel geval te snuiven of te injecteren. Het gaat dan om middelen als sigaretten, alcohol, pillen of poeders.

Ed

Voorbeelden van handelingsverslavingen

U

itg

ev

er

ij

Handelingsverslavingen vertonen dezelfde kenmerken als een middelenverslaving. Een voorbeeld is gamen. Als je een gameverslaving ontwikkelt, begin je vaak met enkele uren in de week. Als je dit uitbreidt naar meer uren per week, begint het gamen dwingender te worden. Je gedrag wordt dwangmatig en soms wordt het gebruik van andere verslavende middelen gestimuleerd. Als je tien uur achter elkaar een spelletje speelt, heb je vaak iets nodig om dit vol te houden: meestal energiedrankjes, koffie of sigaretten, soms softdrugs, speed of uiteindelijk zelfs cocaïne. Als je inmiddels verslaafd bent geraakt aan gamen, heb je geen tijd meer voor andere activiteiten. Contacten met familie worden minder en minder belangrijk, evenals school en/of werk. Vaak verwaarloos je de basisbehoeften, zoals eten en persoonlijke hygiëne. Het gamen is de belangrijkste activiteit in je leven geworden, met alle gevolgen van dien.

Experimenteren Iedereen komt wel een keer in zijn leven in contact met verslavende middelen. Dat hoeft natuurlijk niet meteen heel zwaar of groot te zijn, want sigaretten of alcohol zijn ook verslavende middelen. Veel jongeren experimenteren hiermee en op zich is dit niet verkeerd. Zo ervaren ze wat bepaalde middelen met hen kunnen doen. Soms kunnen middelen een onvoorspelbaar effect hebben. Je kunt je behoorlijk vergissen in de werking en er zelfs ziek van worden. Bij het gebruik van middelen, bijvoorbeeld alcohol en drugs, kun je gemakkelijk over je grenzen gaan. Je wilt meedoen, stoer doen of kijken hoe ver je kunt gaan. Het kan zijn dat je uit verveling gaat gebruiken. Ook kunnen stress, nieuwsgierigheid of druk vanuit je vriendengroep meespelen. ‘Nee’ zeggen in een groep waarin iedereen wel iets gebruikt, is wellicht nog veel stoerder dan meedoen om stoer te zijn.

39


Theoriebron Wat is een verslaving?

Het in stand houden van een verslaving

.

Als er eenmaal een verslaving is ontstaan, is de weg terug niet eenvoudig. Wat begon uit nieuwsgierigheid, experimenteren en/of groepsdruk, loopt uit op een situatie die iemands leven kan gaan beheersen. Zelfs als je jezelf hebt voorgehouden nooit verslaafd te raken, kan het toch gebeuren. Je zet hierdoor veel op het spel. Je kunt veel kwijtraken, zoals baan, geld en familie. Omstandigheden van buitenaf en genetische aanleg zijn factoren die invloed hebben op de ontwikkeling en het in stand houden van een verslaving. Het kan bijvoorbeeld heel lastig zijn om een leven op te bouwen zonder contacten met drinkers/gebruikers (en dealers). Dit houdt in dat je een compleet andere levensstijl en leefomgeving moet zoeken om het probleem te bestrijden. De cirkels van Van Dijk illustreren de wijze waarop een verslaving in stand wordt gehouden. Bekijk Werkmodel Cirkels van Van Dijk voor meer uitleg hierover.

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

fb .v

Werkmodel Cirkels van Van Dijk <

40


Theoriebron Oriëntatie op diverse soorten verslavende middelen

fb .v

.

Theoriebron Oriëntatie op diverse soorten verslavende middelen Inleiding

Ed

u' Ac

tie

Mensen kunnen verslaafd zijn aan verslavende handelingen of verslavende middelen. Verslavende middelen kunnen legale of illegale middelen zijn, waarbij wetgeving bepaalt wat wel of niet strafbaar is. Ook is er in Nederland een gedoogbeleid voor bepaalde middelen. Iedere soort middelenverslaving kent kenmerken en gevaren. Een gezamenlijke kenmerk is dat iedere middelenverslaving de werking van de hersenen beïnvloedt. Een gevaar bij alle verslavingen is dat je ongemerkt afhankelijk kunt worden.

ij

‘Drink je omdat je het moeilijk hebt of heb je het moeilijk omdat je drinkt?’

er

Soorten verslavende middelen

U

itg

ev

Er zijn zeer veel verschillende soorten verslavende middelen. Ze zijn in diverse categorieën te verdelen zoals de uppers, de downers en de hallucinogene middelen. Uppers, zoals nicotine en cocaïne, werken stimulerend en opwekkend. Ze kunnen je een boost geven om bijvoorbeeld een hele nacht door te dansen of te feesten. Downers, zoals alcohol en opium, zijn middelen die verdovend werken. Ze vlakken emoties af en geven je een rustig gevoel. Hallucinerende middelen, zoals hennep en lsd, hebben invloed op je geest en op je beleving. Je gaat dingen zien, horen en ruiken die er niet zijn of die in het echt anders zijn.

Legale en illegale middelen Een aantal van deze middelen is legaal verkrijgbaar, denk aan alcohol en sigaretten. Daarnaast zijn er diverse middelen die worden gedoogd, bijvoorbeeld softdrugs. Voor zowel de legaal verkrijgbare middelen als de gedoogmiddelen gelden strenge overheidsregels en afspraken. Als middelen illegaal verkrijgbaar en dus verboden zijn, vallen ze onder de opiumwetgeving.

41


Theoriebron Oriëntatie op diverse soorten verslavende middelen

Legaal verkrijgbare verslavende middelen

u' Ac

tie

fb .v

.

Legale middelen, zoals tabak en alcohol, zijn te koop in de supermarkt of slijterij. De voorwaarden voor de verkoop, die zijn gesteld door de overheid, zijn streng. Zo mag er geen reclame meer worden gemaakt voor tabak. Ook mag tabak niet meer zichtbaar in de supermarkt liggen. Roken mag sowieso nergens meer in het openbaar. Alcohol en tabak mogen alleen aan jongeren vanaf achttien jaar verkocht worden. Verder zijn jongeren tot 25 jaar die alcohol of tabak willen kopen, verplicht zich te legitimeren. Samen kopen is samen legitimeren: als de koper niet alleen is, maar bijvoorbeeld met een groepje vrienden bij de kassa staat, moeten de identiteitsbewijzen van de hele groep gecontroleerd worden. Iedereen moet oud genoeg zijn.

Ed

Je kunt je niet voorstellen dat roken in restaurants ooit heel normaal was.

De Opiumwet

U

itg

ev

er

ij

De Opiumwet geeft alle regels aan die gaan over hard- en softdrugs. Bij deze wet horen twee lijsten: • harddrugs Deze zijn schadelijker voor de gezondheid dan softdrugs. Voorbeelden zijn heroïne, cocaïne, amfetamine, xtc en GHB. • softdrugs De risico’s van deze drugs zijn minder groot dan die van de harddrugs op lijst 1. Voorbeelden zijn cannabisproducten (hasj en wiet) en slaapmiddelen. Ook kalmeringsmiddelen als diazepam staan op deze lijst. Deze kalmeringsmiddelen worden ook wel benzodiazepinen genoemd. In het algemeen is het verboden om middelen die op deze lijst staan in bezit te hebben, te telen, te verwerken of te verkopen en naar andere landen te brengen. Dit is strafbaar. Er zijn uitzonderingen op deze wet. Zo mogen apotheken bepaalde grondstoffen in bezit hebben voor medicinaal gebruik. Zij zijn echter verplicht deze stoffen goed op te bergen en een strikte administratie bij te houden. Verder worden coffeeshops in bepaalde gevallen gedoogd. Dit staat niet beschreven in de Opiumwet.

Het gedoogbeleid Coffeeshops mogen onder zeer strenge voorwaarden wiet en hasj verkopen. Zij worden daarvoor niet strafrechtelijk vervolgd. Dit wordt het gedoogbeleid genoemd. Ook worden personen niet vervolgd als zij kleine hoeveelheden softdrugs bezitten (hasj en wiet: maximaal 5 gram) voor eigen gebruik.

42


Maatregelen coffeeshops

fb .v

De regels voor een coffeeshop zijn: • De verkoop van harddrugs is streng verboden. • Per persoon mag er niet meer dan 5 gram softdrugs per dag worden verkocht. • Aan minderjarigen mogen geen softdrugs verkocht worden. • In de coffeeshop mogen geen minderjarigen toegelaten worden. • Alcohol is verboden. • Reclame voor drugs en de coffeeshop is verboden. • Overlast voor de omgeving moet worden voorkomen. • De handelsvoorraad mag niet meer dan 500 gram zijn. • De verkoop aan anderen dan ingezetenen van Nederland is niet toegestaan.

.

Theoriebron Oriëntatie op diverse soorten verslavende middelen

u' Ac

tie

Als coffeeshophouders zich niet aan de voorwaarden houden, kunnen zij worden vervolgd. De burgemeester heeft de juridische mogelijkheid de coffeeshop te sluiten. Om overlast te voorkomen, kunnen gemeenten aanvullende eisen aan een coffeeshop stellen. Een voorbeeld is aangepaste openingstijden of een grotere afstand tot scholen. Een identiteitskaart is verplicht, om zo uit te sluiten dat jongeren (<18 jaar) en buitenlanders toegang hebben/krijgen. Dit is een verantwoordelijkheid van de coffeeshophouder.

Reactie van lichaam en geest op verslavende middelen

Ed

Bij het gebruik van verslavende middelen reageert het lichaam op iets giftigs wat er niet thuishoort. Het lichaam probeert hier zo snel mogelijk vanaf te komen. Maar als het middel steeds weer wordt ingenomen, wordt het lichaam gedwongen zich aan te passen. Vaak ontstaat er in dat geval tolerantieontwikkeling. Van het middel zijn dan grotere hoeveelheden nodig om de effecten nog te voelen. Tolerantie op zich – en de mate van tolerantie – is niet voor iedereen en voor ieder middel hetzelfde. Dit heeft met verschillende factoren te maken. Bijvoorbeeld hoe je stofwisseling werkt, hoe je lichaam reageert op een verslavende stof (nicotine) en wat je gewend bent (alcohol). Op de poster Lichamelijke effecten van een verslaving wordt per onderdeel van het lichaam geïllustreerd welke schade een verslavend middel kan aanrichten. De effecten op het lichaam kunnen per middel en per mens verschillen. Zo kan het roken van hasj of wiet zeer schadelijk zijn voor de longen. Diep inhaleren en de rook lang vasthouden verhogen de schadelijkheid.

ev

er

ij

Poster Lichamelijke effecten van een verslaving <

U

itg

(Oneigenlijk) gebruik van middelen en medicijnen In sommige gevallen worden drugs als medicijn gebruikt. Medicinale wiet wordt bijvoorbeeld voorgeschreven bij mensen met zeer ernstige zenuwpijnen en multiple sclerose. De werking van medicinale wiet is voor beide middelen wetenschappelijk vastgesteld. Door methadon in te zetten bij een chronisch verslaafde, met name een oud-heroïneverslaafde, wordt de verslaving gecontroleerd in stand gehouden. De reden waarom dit wordt gedaan, is dat de schade die in de hersenen is aangericht door het jarenlange heroïnegebruik onherstelbaar is. Sommige medicijnen, bijvoorbeeld benzodiazepinen, worden ter ondersteuning gebruikt om afkickverschijnselen op te vangen. Oneigenlijk gebruik van bepaalde benzodiazepinen, zoals slaappillen, komt voor als mensen het middel gebruiken omdat ze eraan verslaafd zijn geraakt. De reden (aandoening) waarvoor het middel in eerste instantie was voorgeschreven, is niet meer van toepassing.

43


Theoriebron De lichamelijke gevolgen van middelengebruik

fb .v

.

Theoriebron De lichamelijke gevolgen van middelengebruik Inleiding

Ed

u' Ac

tie

Alle vormen van verslaving beïnvloeden de normale werking van het zenuwstelsel. De hersenen hebben grote invloed op het ontstaan, het ontwikkelen en het in stand houden van een verslaving. Langdurig middelengebruik kan op de lange termijn ernstige somatische ziekten tot gevolg hebben. Voorbeelden zijn hart- en vaatziekten, kanker en COPD bij roken, evenals leverbeschadigingen (levercirrose) en de ziekte van Korsakov bij langdurig chronisch alcoholgebruik.

De rol die de hersenen spelen in de ontwikkeling en het in stand houden van een verslaving is heel groot.

er

ij

Verslaving en de invloed op de hersenen

U

itg

ev

Het lichamelijke proces in de hersenen is complex en moeilijk te begrijpen. Het verlangen om een middel te gaan gebruiken of een handeling uit te voeren, ontstaat in de hersenen. Dit deel van de hersenen heet de cortex. Je emotie (gevoel) en je ratio (verstand) spelen een grote rol bij het maken van de keuze al dan niet toe te geven aan dit verlangen. Bijvoorbeeld het gevoel: ‘ik heb zin om te gebruiken’ en het verstand: ‘ik moet morgen werken’. Het is steeds weer het maken van de afweging tussen gevoel en verstand. Toegeven aan het verlangen geeft het prettige effect en wordt dus beloond. Door het gebruik van middelen verandert de hersenstructuur. De dopaminereceptoren zijn minder beschikbaar en hierdoor worden de herinneringen heviger. Door deze verandering in de hersenstructuur wordt de verslaving in stand gehouden.

44

Verslavende werking van roken Nicotine is een belangrijk bestanddeel van tabak. Nicotine is zeer verslavend. Er treedt een acute gewenning op en het lichaam past zich snel aan de nicotine aan. Dat gebeurt al na 30 minuten tot een uur. Je gaat je onrustig voelen, raakt geïrriteerd, kunt je niet meer concentreren, krijgt hoofdpijn en slaapt slecht. Dit worden ook wel onthoudingsverschijnselen


Theoriebron De lichamelijke gevolgen van middelengebruik

genoemd. Ga je roken, dan verdwijnen deze onthoudingsverschijnselen weer. Eigenlijk wil je een constant niveau van nicotine in je lichaam hebben en daarom rook je de hele dag door.

fb .v

.

Overige gevolgen van roken

Ed

u' Ac

tie

Roken kan tot heel veel lichamelijke klachten en ziekten leiden, zowel op de korte als op de lange termijn. Het kan leiden tot pijnlijke ledematen, een hersenbloeding of een hartinfarct. Roken is ook zeer slecht voor de ademhalingsorganen. Hierdoor kunnen tal van longziekten optreden, zoals bronchitis, longemfyseem, chronisch longlijden (COPD) en longkanker. Bronchitis is een chronische ontsteking van het slijmvlies, longemfyseem is kortademigheid omdat de longen te weinig zuurstof krijgen. Op alle beschadigde plekken kan kanker ontstaan, zoals neus-, keel-, slokdarm- of strottenhoofdkanker. Met roken beschadig je niet alleen jezelf. Meerokers hebben 20% meer kans op longkanker. Stoppen met roken is behoorlijk lastig. Gelukkig kun je hierbij hulp krijgen van bijvoorbeeld het Trimbos-instituut of andere verslavingsklinieken. Ook kan de huisarts je doorverwijzen of ondersteuning bieden met medicijnen. Je eigen motivatie en doorzettingsvermogen zijn natuurlijk het belangrijkste instrument om te stoppen.

er

ij

Een van de gevolgen van langdurig alcoholgebruik en roken is impotentie en verminderde vruchtbaarheid bij de man.

U

itg

ev

De lichamelijke gevolgen van langdurig alcoholgebruik Alcohol wordt door volwassenen (acht op de tien) van alle leeftijden gebruikt. Ook jongeren gaan steeds vroeger alcohol gebruiken. Alcohol kan zowel op de korte als op de lange termijn lichamelijke gevolgen hebben. Het behoort tot de downers, werkt ontremmend (dit betekent dat iemand losser en vrijer wordt in houding en gedrag) en veroorzaakt een roes. Bij regelmatig chronisch gebruik treden gewenning en tolerantie op. Op de langere termijn kan overmatig alcoholgebruik ernstige lichamelijke gevolgen hebben. Een voorbeeld hiervan is de ziekte van Korsakov. Dit is een blijvende hersenschade door langdurig ernstig alcoholmisbruik. Alcoholgebruik behoort tot de belangrijkste risicofactoren voor ziekte en sterfte.

45


Theoriebron De lichamelijke gevolgen van middelengebruik

Acute levensgevaarlijke situaties bij middelengebruik

fb .v

.

Het directe gevaar van het gebruik van een middel zit vaak in de te hoge concentratie van het middel, het nemen van een te grote dosering en de combinatie van middelen (alcohol, medicijnen en drugs). Onwetendheid over middelen en wat middelen met iemand als persoon doen, leveren soms tijdens het eerste gebruik al levensgevaarlijke situaties op. Heel regelmatig worden in de media en kranten berichten verspreid dat er levensgevaarlijke middelen zijn aangetroffen of zijn aangeboden voor onderzoek. Recent kreeg een testcentrum nog een pil aangeboden die als xtc was verkocht. Het bleek om een levensgevaarlijke PMMA-pil te gaan, die tot dodelijke oververhitting en ernstig hart-, nier- en leverfalen kan leiden.

tie

Extreme reacties op middelengebruik (Excited Delirium Syndroom)

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

EDS, ook wel het extreme opwindingsdelier genoemd, is zeer ernstig, acuut optredend gedrag dat bestaat uit extreme agressie. Dit extreme gedrag is meestal niet tegen mensen gericht, maar meer tegen heftige prikkels van buitenaf, zoals fel licht, geluid en dergelijke. Er is een verband tussen EDS en het gebruik van stimulerende drugs, psychofarmaca of alcohol. Het gaat meestal om jonge mannen die in een extreem delier terechtkomen. Zij zoeken vaker hun grens op door middelen tegelijkertijd te gebruiken en lopen hierdoor een groter risico. Ze zijn op het moment van de delier bovennatuurlijk sterk en maken dierlijke geluiden. Daarbij zijn ze ongevoelig voor pijn (fixatie, handboeien, knuppels, pepperspray) en raken ondanks heftige inspanningen nauwelijks vermoeid. Zij hebben hallucinaties (zien dingen die er niet zijn) en stoornissen in de spraak. Soms kleden ze zich uit. Verder zijn zij gedesoriĂŤnteerd, door het dolle heen en niet in toom te houden. Politieagenten of anderen proberen de persoon onder controle te houden, met als gevolg dat lichaamsfuncties zoals bloeddruk, temperatuur en hartslag levensgevaarlijk stijgen. Hierdoor bestaat de kans dat de persoon een acute dood sterft. Het enige wat gedaan kan worden om hen tot rust te brengen, is sederende medicatie toedienen per injectie.

46


Theoriebron Gevolgen van een verslaving op psychisch, sociaal en maatschappelijk gebied

fb .v

.

Theoriebron Gevolgen van een verslaving op psychisch, sociaal en maatschappelijk gebied

tie

Inleiding

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

Processen die zich in het lichaam afspelen, komen vaak tot uiting in het gedrag van een verslaafde persoon en de wijze waarop hij functioneert. Het is dus van belang te weten hoe een verslaving wordt herkend en welk gedrag hierbij hoort. Normaal functioneren met een aanhoudende verslaving is uiteindelijk niet meer mogelijk. De aanhoudende verslaving heeft naast lichamelijke gevolgen ook diverse psychische, sociale en maatschappelijke gevolgen. Om uiteindelijk uit het dal van misbruik en disfunctioneren te komen, heeft een verslaafde een lange weg te gaan.

De gevolgen van middelengebruik zijn divers en complex.

Het herkennen van verslavingsgedrag Hoe herken je het gedrag van iemand die verslaafd is of verslaafd dreigt te raken? Sommige mensen kunnen een verslaving lang verborgen houden, vooral als zij veel te verliezen hebben (zoals een baan of een gezin/vrienden). Onderzoek wijst uit dat een verstoring in de sociale relaties een van de eerste kenmerken van een verslaving is. Het gaat dan over verstoring in relaties met ouders, een partner, kinderen, relaties op het werk of op school. Als er eenmaal verslavingsgedrag is ontstaan, worden de problemen duidelijk zichtbaar en gaan ze het leven van de verslaafde en zijn omgeving beheersen. Er wordt hoofdzakelijk tijd besteed aan activiteiten ten behoeve van de verslaving, waardoor andere zaken minder belangrijk worden.

47


Theoriebron Gevolgen van een verslaving op psychisch, sociaal en maatschappelijk gebied

u' Ac

tie

fb .v

.

Zo kan verwaarlozing toenemen. De verslaafde is niet goed meer in staat zichzelf te verzorgen en zijn leefomgeving op orde te houden. Het wordt steeds moeilijker om verplichtingen en afspraken na te komen. Er worden fouten gemaakt op het werk, de verslaafde meldt zich vaker ziek en maakt mogelijk brokken in het verkeer. Daarnaast kunnen financiële problemen ontstaan, omdat al het geld wordt besteed aan het verslavende middel. Het bespreekbaar maken van het verslavingsgedrag is vanwege schaamte vaak lastig. Er volgt ontkenning en liegen over het gebruik.

Door schaamte blijft een verslaving vaak lang onzichtbaar.

Ed

Samenleven met een verslaafde

er

ij

Het samenleven met iemand die verslaafd is, kan erg stressvol zijn. Er is sprake van gedrag dat een verstoring kan opleveren voor bijvoorbeeld een heel gezin. Dit gedrag uit zich vaak in zich terugtrekken, minder communiceren, zichzelf isoleren en zichzelf verwaarlozen. Ook zullen agressie en geweld toenemen. Er kunnen conflicten over geld en bezittingen optreden. Er ontstaat onzekerheid over waar het verslaafde familielid zich bevindt. De stemming en het gedrag van het verslaafde familielid worden onvoorspelbaar. Terugkerende problematiek op bijvoorbeeld sociaal gebied (scheiding, werkloos worden) kan leiden tot hernieuwd middelengebruik.

U

itg

ev

Risicogedrag en middelengebruik

48

Veel verslavende middelen, dus ook medicijnen en drugs, beïnvloeden het functioneren en het gedrag. Alcohol heeft bijvoorbeeld een verdovend effect op de hersenen; remmingen vallen weg, het concentratievermogen en het geheugen verminderen. Er ontstaat zelfoverschatting van het eigen kunnen, terwijl risico’s niet voldoende kunnen worden ingeschat. Ook ander risicogedrag (onveilige seks, agressie en geweld, rijden onder invloed) komt voor en hangt deels samen met te veel alcoholgebruik, al dan niet in combinatie met gebruik van drugs. Seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s) komen vaker voor in de verslavingsscene. Ook het rijgedrag wordt beïnvloed. Een bestuurder onder invloed van alcohol is immers verminderd in staat om veilig te rijden. Door de alcohol neemt de concentratie af en neemt de reactietijd toe. Het gebruik van alcohol in het verkeer leidt tot een grotere kans op ongevallen, al vanaf één à twee glazen alcohol.


Theoriebron Gevolgen van een verslaving op psychisch, sociaal en maatschappelijk gebied

Maatschappelijke gevolgen van een verslaving

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

fb .v

.

De maatschappelijke gevolgen van een verslaving zijn omvangrijk en complex. Denk aan overlast door hangjongeren en criminaliteit door verslaafden om hun verslaving te bekostigen, maar ook aan verkeersongevallen met (ernstig) letsel. Verder kan ziekteverzuim als gevolg van een verslavingsprobleem voor werkgevers nadelige gevolgen hebben. Het Trimbos-instituut heeft onderzoek gedaan naar de relatie tussen verslaving en gewelddadig gedrag. Hieruit blijkt dat met name alcohol en stimulerende drugs in verband kunnen worden gebracht met geweldsincidenten. Deze incidenten komen vaak voor in het uitgaansleven. Groepsprocessen en omgevingsfactoren lijken dan ook invloed te hebben.

49


Theoriebron Voorzieningen binnen de verslavingszorg

.

Theoriebron Voorzieningen binnen de verslavingszorg

fb .v

Inleiding

Ed

u' Ac

tie

De verslavingszorg in Nederland is ondergebracht in veel verschillende voorzieningen. Zij bieden hulp die is afgestemd op het soort verslaving, op de persoon zelf en op de omstandigheden.

Gedwongen behandeling voor verslaving wordt soms opgelegd door een rechter.

er

ij

Forensische (verslavings)zorg

U

itg

ev

Forensische zorg is geestelijke gezondheidszorg die doorgaans verleend wordt binnen een strafrechtelijk kader. Deze is bedoeld voor mensen bij wie de rechter heeft bepaald dat zij hun behandeling gedwongen moeten ondergaan. Deze mensen hebben een strafbaar feit gepleegd. Het gaat vaak om mannen tussen 25 en 50 jaar die psychische/psychiatrische problemen of stoornissen hebben, bijvoorbeeld een (borderline) persoonlijkheidsstoornis, autisme of een gedragsstoornis. Soms gaat deze gepaard met een licht verstandelijke beperking, een verslavingsprobleem, sociale isolatie en schulden. Het risico is groot dat zij opnieuw een strafbaar feit zullen plegen. Het belangrijkste doel van de forensische zorg is behandeling van de cliĂŤnt, het voorkomen van herhaling van het strafbare feit en bescherming van de maatschappij. Forensische zorg kan een combinatie zijn van beveiliging en behandeling of verpleging, zoals behandeling in een forensische psychiatrische kliniek of in een penitentiair psychiatrisch centrum.

50


Theoriebron Voorzieningen binnen de verslavingszorg

Verslavingszorg door de ggz

tie

fb .v

.

Ggz is een verzamelnaam voor diverse instanties die mensen hulp kunnen bieden bij een verslaving. De ggz biedt diverse vormen van verslavingszorg en hulp bij verslaving aan. Er wordt professionele hulp geboden, zoals psychosociale hulp, dagbehandeling en deeltijdprogramma's, activiteitenbehandelingen en re-integratiehulp. Bij psychosociale hulp worden cliënten begeleid om richting te geven aan hun leven en hier keuzes in te maken. Zij worden geholpen bij het ordenen van hun gedachten en gevoelens. Re-integratiehulp houdt in dat iemand geholpen wordt weer deel te nemen aan het maatschappelijke leven. Deze persoon wordt begeleid bij het op orde krijgen van de financiën. Ook wordt de persoon ondersteund om weer deel te nemen aan sociale en maatschappelijke activiteiten. Een voorbeeld is het zoeken van vrijwilligerswerk of lid worden van een sportvereniging of hobbyclub.

Gedwongen of vrijwillige behandeling

Ed

u' Ac

Een verslaafde persoon die in de war is en een gevaar is voor zichzelf en zijn omgeving, kan met een rechterlijke machtiging gedwongen worden opgenomen. De overlast of het gevaar heeft zulke grote vormen aangenomen dat gedwongen opname onvermijdelijk is. Voor een vrijwillige behandeling moet de verslaafde zichzelf aanmelden. Hiervoor heeft hij een verwijzing van de huisarts nodig. Er zal altijd een intakegesprek plaatsvinden, waarin het probleem inzichtelijk wordt gemaakt. Als er een behandeling wordt gestart, worden afspraken vastgelegd in een behandelingsovereenkomst. Deze overeenkomst wordt, indien akkoord, door beide partijen ondertekend. Als de cliënt zich niet houdt aan gemaakte afspraken, kan de overeenkomst worden ontbonden. Bij een interne opname dient de cliënt zich te houden aan de regels van de kliniek. Deze regels worden bij de intake besproken.

ij

Verslavingsklinieken met een religieuze achtergrond

ev

er

Er bestaan klinieken die onafhankelijk van een instelling zorg en hulp bieden aan verslaafden. Deze klinieken bevinden zich in geheel Nederland en hebben veelal een religieuze of andere levensbeschouwelijke achtergrond. Een voorbeeld is het Leger des Heils.

U

itg

Privéklinieken Privéklinieken zijn soms in het buitenland gevestigd. Mensen kunnen er anoniem en dus discreet geholpen worden. De behandelingen die deze klinieken bieden, zijn overigens niet beter of slechter dan die van de reguliere klinieken in Nederland. Voordeel is dat er over het algemeen geen wachtlijst is. Vaak mag er in het begin geen of heel weinig contact zijn met de buitenwereld. Doorgaans is er een intensief programma, dat geheel geïsoleerd wordt afgewerkt. De verslaafde wordt dus onttrokken aan zijn omgeving. Programma’s die gericht zijn op de verslaving worden aangevuld met programma’s die gericht zijn op lichamelijk herstel, zoals yoga, meditatie en sport.

51


Theoriebron Voorzieningen binnen de verslavingszorg

Outreached werken

fb .v

.

Binnen de verslavingszorg wordt vaak outreached gewerkt. Dat betekent dat hulpverleners niet meer wachten tot de verslaafde hulp zoekt, maar dat ze proberen met verslaafden in contact te komen en te blijven. Een van de doelgroepen die men probeert te bereiken, zijn alcoholisten. Zij weten hun verslaving vaak goed verborgen te houden voor hun sociale omgeving. Ze hebben echter wel te kampen met grote meervoudige, complexe, ernstige en langdurige (psychische en/of verslavings-) problematiek.

Hulp bij een chronische verslaving

u' Ac

tie

Ernstige drugs- en alcoholverslaving wordt door de hulpverlening beschouwd als een chronische ziekte. Hierdoor ligt de focus allang niet meer op volledig afkicken. De nadruk in de verslavingszorg komt steeds meer te liggen op korte opnames, gevolgd door (nazorg)behandeling buiten de kliniek. De doelstelling hiervan is schadebeperking bij mensen die worden ingeschat als chronisch ziek en moeilijk te genezen. De scherpste randjes van de verslaving kunnen met methadon en andere geneesmiddelen worden afgeslepen.

Samenwerkingsverbanden

ij

Ed

Veel mensen met een verslavingsprobleem hebben ook vaak een psychiatrische stoornis zoals borderline, ADHD, autisme of PDD-NOS. Zij hebben dus een dubbele diagnose en krijgen vaak niet de juiste behandeling. De ervaring leert dat de verslavingszorg de psychiatrische problemen van mensen met een dubbele diagnose doorgaans te ernstig vindt om hen te behandelen. Omgekeerd is er in de ggz vaak weerstand of onvoldoende kennis om verslaving te behandelen. Professionals weten niet altijd waar zij mensen met een dubbele diagnose naartoe kunnen verwijzen. Het is dus van groot belang dat de geboden zorg geïntegreerd wordt toegepast en dat er samenwerking en informatie-uitwisseling is tussen gemeenten, onderwijs, thuiszorg, verslavingszorgklinieken en justitie en politie.

er

Voorlichting en preventiemaatregelen

U

itg

ev

De maatschappelijke gevolgen van een verslaving zijn omvangrijk en complex. Voorlichting en preventie zijn om die reden van belang, want voorkomen is nog altijd beter dan genezen. Via diverse kanalen en verschillende organisaties worden preventie- en voorlichtingsactiviteiten georganiseerd. Soorten voorlichting en preventie zijn: • adviesgesprekken over risicovol gebruik van alcohol en drugs • informatieavonden voor ouders op bijvoorbeeld scholen • praat- en doegroepen voor kinderen van verslaafde ouders.

52

Verder zijn de meeste verslavingsklinieken digitaal bereikbaar en beschikken ze over een scala van informatie- en preventiemateriaal op maat (specifiek voor jongeren, ouders en professionals).


Theoriebron Behandelingen en begeleiding

.

Theoriebron Behandelingen en begeleiding

fb .v

Inleiding

Ed

u' Ac

tie

Binnen de verslavingszorg worden verschillende behandelingen en vormen van begeleiding aangeboden. De ene behandeling en begeleiding zal beter bij een bepaalde persoon passen dan de andere. Het is dus zoeken welke behandeling het best bij een persoon aansluit, welke het meest effectief is en in welke vorm de behandeling wordt gegeven. Daarnaast moet rekening worden gehouden met de context waarbinnen de behandeling en begeleiding plaatsvinden. Bij een gedwongen behandeling liggen er doorgaans meerdere andere problemen aan de verslaving ten grondslag.

Het betrekken van familie tijdens een verslavingsbehandeling is van groot belang.

ij

Het starten van de behandeling

U

itg

ev

er

Voordat een behandeling wordt ingezet, wordt er een intakegesprek met een verpleegkundige of arts gevoerd. Deze intake kan op diverse manieren plaatsvinden, afhankelijk van de keuze voor de vorm van behandeling. Als er bijvoorbeeld wordt gekozen voor een online behandeling, zal de intake digitaal of per webcam plaatsvinden. Het doel van een intakegesprek is het verkrijgen van een compleet beeld. Dat beeld bestaat uit inzicht in de achtergronden en huidige situatie van de cliĂŤnt. Hierna volgt er een vervolggesprek met een van de disciplines, zoals een verslavingsarts of psychiater. De problematiek wordt in kaart gebracht en er wordt een inschatting gemaakt van de lichamelijke en psychische conditie van de verslaafde cliĂŤnt. Het kan namelijk zijn dat eerst een ander probleem moet worden behandeld voordat er aan het verslavingsprobleem gewerkt kan worden. Ook stelt de verslavingsarts, psychiater of GZ-psycholoog een diagnose. Hierbij wordt gebruikgemaakt van DSM-V. Hoe een verslaving wordt behandeld, is afhankelijk van de ernst, de soort en de duur van de verslaving en de vraag van de verslaafde persoon. Dit wordt samen besloten.

53


Theoriebron Behandelingen en begeleiding

Detoxificatie

tie

Ontwenningsverschijnselen

fb .v

.

Het kan zijn dat een verslaafde cliënt eerst volledig moet ontgiften (detoxificatie) voordat hij aan zijn eigenlijke behandeling begint. Detox is een ander woord voor het ontgiften van het lichaam. Iemand stopt dan helemaal met het gebruik van middelen. Mensen die verslaafd zijn aan verslavende middelen zullen ontwenningsverschijnselen (ook wel onttrekking genoemd) krijgen als ze deze middelen niet meer binnenkrijgen. Hun lichaam en geest zijn afhankelijk geworden van de alcohol of drugs. Bij middelen is er vooral een lichamelijke afhankelijkheid. Tegelijkertijd is er een geestelijke afhankelijkheid, die veel langer kan duren omdat middelen veel invloed hebben op structuren in de hersenen. Voordat je geestelijk kunt afkicken, moet eerst je lichaam helemaal vrij zijn van de verslavende middelen.

er

ij

Ed

u' Ac

De volgende ontwenningsverschijnselen kunnen optreden tijdens een detoxificatie: • rillen en trillen • zweten • verstoorde stofwisseling • darmkrampen en diarree • slapeloosheid • hartkloppingen • spierpijn • hoofdpijn • vermoeidheid. Het optreden van ontwenningsverschijnselen is afhankelijk van het soort middel waaraan iemand verslaafd is, hoe hij als persoon in elkaar zit en zijn omstandigheden. Stoppen met roken is voor sommige mensen een makkie als ze bijvoorbeeld een ernstig hartprobleem hebben gehad, terwijl het voor die tijd nooit lukte. Stoppen met cocaïne zal heel andere problemen met zich meebrengen, omdat dit op zich al een zeer verslavend middel is. Cocaïne heeft een kort maar heftig effect na gebruik en blijft dus als zeer prettig in het geheugen hangen. Daarbij richt cocaïne veel schade aan in de hersenstructuur. De lichamelijke ontwenning is te doen, maar de geestelijke ontwenning daarna is zeer moeilijk.

U

itg

ev

Medische begeleiding bij detoxen

54

Een detox kan heftig en beangstigend zijn. Een goede medische begeleiding is dan ook erg belangrijk. De detox vindt altijd plaats onder continue medische begeleiding. Daartoe worden gespecialiseerde artsen en speciaal getraind verpleegkundig personeel ingezet. Door toepassing van medicatie tijdens de detoxperiode worden de onthoudingsverschijnselen tot een minimum beperkt. De duur en intensiteit van de detox is niet altijd hetzelfde. Dit is afhankelijk van het gebruikte middel, maar ook van de ernst van de verslaving. Verder speelt mee of je lichamelijk gezond bent, of je ook psychische klachten hebt en of je een vangnet hebt dat ondersteuning biedt bij het stoppen. De duur van de detox is zelden meer dan tien dagen.


Theoriebron Behandelingen en begeleiding

Afkicken

fb .v

.

Afkicken is feitelijk hetzelfde als detoxen. Detoxen is de ontgifting van het lichaam, terwijl afkicken meer betrekking heeft op het mentale deel. Je kunt ervoor kiezen om 'cold turkey' af te kicken, of met behulp van medicijnen. Cold turkey betekent dat je afkickt zonder hulpmiddelen. Verslavingsproblemen zijn niet alleen lichamelijk, maar zitten ook in gedrag, in emoties, in de omgeving en in allerlei dagelijkse gewoonten. Het is niet toevallig dat het woord ‘slaaf’ in het woord verslaafd zit. Het gaat niet alleen om stoppen met drinken of gebruiken, maar ook om een andere manier van leven.

Vormen waarin behandeling plaatsvindt

Ed

u' Ac

tie

Er zijn diverse vormen waarin behandeling plaats kan vinden. Zo is er internetbehandeling, poliklinische behandeling, dagbehandeling, avondbehandeling en klinische behandeling. Bij een internetbehandeling volg je een behandeling in de thuissituatie via internet. Voor lichte problemen met roken, alcohol, gokken en cannabis kun je een zelfhulpprogramma volgen. Bij matige tot ernstige problemen word je begeleid door een behandelaar. Poliklinische behandeling is een behandeling waarbij je voor een bepaalde periode wekelijks individuele gesprekken hebt met een behandelaar, of groepsbijeenkomsten volgt onder leiding van een behandelaar. Dagbehandeling is een intensievere vorm van behandeling van een verslaving. Er wordt gestart met detoxificatie. Daarna volg je drie tot vier dagen per week in een groep een dagprogramma. Er is hierbij aandacht voor het op orde krijgen van financiĂŤn, dagbesteding of werk. Tijdens de avondbehandeling volg je een intensieve behandeling zonder dat je werk of opleiding eronder lijdt. Klinische behandeling staat voor een intensieve behandeling in een kliniek. Er wordt hierbij ook gestart met detoxificatie. Verder is er aandacht voor bijkomende problemen zoals lichamelijke, psychische, sociale en maatschappelijke problemen.

er

ij

Minnesotabehandeling

U

itg

ev

De Minnesotabehandeling is een groepsbehandeling die vaak wordt toegepast bij verslavingsproblemen. Deze behandeling is erop gericht het isolement van verslaving te doorbreken door een band met andere mensen op te bouwen. Een groot voordeel van groepsbehandelingen is dat mensen lotgenoten zijn; ze spreken elkaars taal. Gevoelens delen en steun krijgen geven een gevoel van saamhorigheid. De Minnesotabehandeling is ontstaan vanuit de AA (Anonieme Alcoholisten). Mensen moeten bereid zijn om volledig te stoppen met alcohol, drugs of gokken/gamen. Dit is een voorwaarde om de behandeling te laten slagen. Uitgangspunt van de Minnesotabehandeling is dat je zelf verantwoordelijk bent voor het omgaan met de ziekte die verslaving heet.

Twaalf stappen De twaalf stappen van de Minnesotabehandeling zijn: 1. Je erkent dat je niet met drank of drugs kunt omgaan. 2. Je geeft toe dat je hulp nodig hebt. 3. Je aanvaardt de hulp die jou geboden wordt. 4. Je maakt de balans op van jouw (verzopen of gedrogeerde) leven. 5. Je spreekt jezelf uit naar een vertrouwenspersoon.

55


Theoriebron Behandelingen en begeleiding

Je kijkt naar jouw aandeel in wat is misgegaan en je onderzoekt dat. Je uit jouw bereidheid om te werken aan je gedrag en je doet dat ook! Je uit jouw bereidheid om de schade te herstellen die je hebt veroorzaakt. Je bekent kleur en je maakt het – waar mogelijk en zo goed mogelijk – goed met deze mensen. 10. Je doet aan zelfonderzoek en je houdt op die manier een vinger aan de pols. 11. Je creëert stilte in je leven door middel van gebed, meditatie of anderszins. 12. Je geeft hetgeen je hebt geleerd weer door aan een lotgenoot.

Cognitieve gedragstherapie

fb .v

.

6. 7. 8. 9.

u' Ac

tie

Een andere behandeling die vaak wordt ingezet bij verslavingsproblemen is cognitieve gedragstherapie. Bij deze therapie gaat het om het veranderen van je manier van denken en je gedrag. Hoe je denkt heeft invloed op hoe je je voelt en gedraagt. Je gaat samen met je behandelaar onderzoeken welke situaties jou in de verleiding brengen om iets te gaan gebruiken. Het uitgangspunt is dat je aangeleerd gedrag, zoals een verslaving, kunt afleren of ombuigen tot iets anders. Het is een individuele en proactieve behandeling. Dit betekent dat je uit je zelf actief aan de slag gaat. Dus niet alleen tijdens de behandelafspraken, maar juist in je dagelijks leven ga je zelf aan de slag. Dit doe je door het maken van huiswerkopdrachten en oefeningen die met je verslaving te maken hebben. Je wordt hierbij begeleid door een behandelaar.

Ed

Multidisciplinair team bij langdurige chronische verslaving (FACT-team)

ev

er

ij

FACT staat voor flexible assertive community treatment: F = flexible; flexibel A = assertive; de zorg wordt actief, outreachend aangeboden ('bemoeizorg'), hulpverleners trekken eropuit C = community; thuis, op straat, in de wijk T = treatment; behandeling, begeleiding, ondersteuning bij herstel. FACT-teams worden ingezet in situaties waarbij mensen met een psychiatrische stoornis (al dan niet met een verslaving) extra ondersteuning en begeleiding nodig hebben op alle leefgebieden.

U

itg

Casemanager

56

De casemanager maakt deel uit van een multidisciplinair (FACT-)team en is het eerste aanspreekpunt voor cliënten die worden begeleid. Een casemanager werkt bij voorkeur bij de cliënt thuis. Zo ontstaat er vertrouwen en een vorm van samenwerking. Ook kunnen er contacten worden gelegd met de familie, de buren of andere mensen om de cliënt heen. De casemanager richt zich in eerste instantie op de psychiatrische aandoening. De behandeling bestaat uit gesprekken en medicatie. Daarnaast biedt de casemanager ondersteuning op het gebied van wonen, werk, financiën, verslaving, ziekte en relaties. De casemanager kan multidisciplinaire hulp inschakelen, zoals hulp van een psychiater, een verslavingsarts, GZ-psycholoog, maatschappelijk werker en/of (sociaalpsychiatrisch) verpleegkundige. Er is een nauwe samenwerking met (hulpverlenings)instanties die bij de cliënt betrokken zijn. De casemanager zorgt voor een goede onderlinge afstemming. Hierbij behoudt de cliënt de regie over zijn eigen leven.


Theoriebron Behandelingen en begeleiding

Ondersteunende medicatie

fb .v

.

Heel vaak is ondersteuning met medicatie noodzakelijk, niet alleen tijdens de detoxperiode, maar bijvoorbeeld ook in verband met een bijkomende psychiatrische aandoening. Om die reden zullen altijd een arts (psychiater) en verpleegkundige deel uitmaken van een behandelteam. Daarnaast wordt de verslaving soms gecontroleerd in stand gehouden met behulp van medicatie. Denk aan methadon of medicinale heroïne bij ernstige chronische heroïneverslaafden of medicinale GHB bij ernstig dreigende onttrekkingsverschijnselen bij een GHB-verslaafde.

tie

Inzet en samenwerking van disciplines en ketenpartners

u' Ac

Aangezien de problematiek van een verslaving vaak complex is, kunnen er bij een behandeling tal van disciplines betrokken zijn (of worden). Het samenwerken en inzetten van verschillende disciplines gaat vaak op basis van standaarden en richtlijnen. Soms zijn disciplines direct betrokken bij een behandeling en soms zijn ze consulteerbaar. Dit wil zeggen dat ze alleen worden ingezet indien nodig. Naast de samenwerkende disciplines zijn er ook de ketenpartners waarmee samengewerkt moet worden: de apotheek als er ondersteunende medicatie nodig is of de gemeente indien er maatschappelijke of financiële problemen zijn.

Ed

Overige betrokkenen

U

itg

ev

er

ij

Het betrekken van familie zal bij aanvang en nazorg van een behandeling altijd ter sprake komen. Vanuit de hulpverlening heerst namelijk de stelling dat verslaving een ‘familieziekte’ is. Er wordt als volgt geredeneerd: de omgeving (gezin, partner) van een verslaafde cliënt is vaak mede-eigenaar geworden van het probleem ‘verslaving’. Zij zitten ten aanzien van het probleem in een bepaalde rol. Als de verslaafde cliënt uit zijn omgeving wordt geplukt, wordt behandeld en weer wordt teruggezet, is de verslaafde wellicht veranderd, maar zijn omgeving (nog) niet. Voor de ex-verslaafde is de kans groot dat hij weer terugvalt in de oude rol. Daarom is het belangrijk om het hele systeem te behandelen. Het gedrag van zowel de naasten als de verslaafde moet veranderen. Ook kunnen de naasten dienen als vangnet voor de verslaafde bij een mogelijke terugval. De familie, het gezin of de directe omgeving krijgt tips en adviezen over de omgang met het verslaafde familie- of gezinslid.

57


Theoriebron Een leven na de verslaving

.

Theoriebron Een leven na de verslaving

fb .v

Inleiding

Clean zijn en blijven

tie

Terugkeren in de maatschappij is vaak een van de moeilijkste dingen voor een ex- verslaafde, vooral voor iemand die in de gevangenis heeft gezeten en een strafblad heeft. Ook is dit lastig als er sprake is van stigmatisering door de maatschappij. Wat dit inhoudt wordt in deze theoriebron behandeld.

Ed

u' Ac

Letterlijk betekend clean zijn: afgekickt, brandschoon, drugs ontwend en zeer netjes. Clean zijn is een leven zonder verslavende middelen of handelingen. Clean blijven is een wankel evenwicht. Herstel na een verslaving is mogelijk, maar het is vooral moeilijk als er in de periode van verslaving onherstelbare schade is aangericht op alle leefgebieden. Risico’s om terug te vallen blijven voor iedere verslaving aanwezig, vandaar dat mensen hun leven lang op hun hoede moeten zijn voor de gevoeligheid van een verslaving waar ze ooit last van hebben gehad. De lichamelijke afhankelijkheid kan namelijk al lang verleden tijd zijn, maar de hersenen kunnen maanden of jaren na de verslavingsperiode nog hunkering (craving) vertonen. De mate van hunkering is voor iedere verslaving verschillend.

Kritieke fasen na de verslaving

U

itg

ev

er

ij

De meest kritieke fase van het herstelproces is het moment van terugkeer in de maatschappij. Hierbij vindt de confrontatie met de omgeving en met de gevolgen van de verslaving plaats. Als nazorg en begeleiding uitblijven is het risico nog groter. Een goede begeleiding is dus van groot belang. Zodra de deuren van de kliniek, de gevangenis of de inrichting opengaan, kan er een gevoel van spanning en onzekerheid optreden. De confrontatie met de gevolgen kan hard en meedogenloos zijn, zowel in relationele, zakelijke als materiële sfeer. Naast de confrontatie met de gevolgen van de verslaving kan de confrontatie met de omgeving waarin de verslaving zich afspeelde, een zeer kritiek moment zijn. Een dealer die je iets aanbiedt, een ‘vriend’ die zich meldt of personen die nog iets van je willen. Een ander kritiek moment dient zich aan als er na je verslaving niets meer is om op terug te vallen. Er is dan niemand die op je wacht en met wie je dingen kunt delen. Ook kunnen momenten van tegenslagen kritieke momenten zijn om weer te gaan gebruiken.

58

Maatschappelijke tolerantie en stigmatisering De vooroordelen die mensen hebben ten aanzien van personen met een verslavings- of detentieverleden zijn nog steeds groot en werken stigmatiserend. Met stigmatiseren wordt bedoeld dat iemand ten onrechte of vanuit een vooroordeel wordt beoordeeld of veroordeeld. Het stigma maakt het extra moeilijk voor ex-gebruikers of ex- gedetineerden om hun leven weer op te pakken. Zij moeten ondanks de vooroordelen, de werkeloosheid en het gebrek aan inkomen toch het leven weer op orde krijgen.


Theoriebron Een leven na de verslaving

Nazorg

u' Ac

Weer terug in de maatschappij.

tie

fb .v

.

Daarbij lijkt de maatschappelijke tolerantie ten opzichte van ex-verslaafden en/of ex-gedetineerden minder geworden. Denk aan protesten van buurten waarbij plannen zijn om Domushuizen van het Leger des Heils te realiseren.

ij

Ed

Nazorg wordt doorgaans gegeven als mensen opgenomen zijn geweest in de kliniek of een intensieve behandeling tegen hun verslaving hebben ondergaan. Om terugval te voorkomen is de nazorg onder andere gericht op ‘triggers’ en valkuilen. Met triggers wordt bedoeld dat er kritieke momenten of situaties (jouw zwakke plekken) zijn die jou raken, zodat je weer in de verleiding kunt komen om te gaan gebruiken. Daarnaast wordt er inhoud gegeven aan het doorvoeren van noodzakelijke veranderingen in de leefstijl. Het is erg belangrijk dat de directe omgeving wordt betrokken bij nazorgtrajecten. Terugval kan worden voorkomen door de leefstijl aan te passen en je bewust te zijn van je valkuilen. Daarnaast is zorgen voor een zinvolle dagbesteding van belang, zodat verveling niet kan toeslaan. Structuur geven aan je leven – door bijvoorbeeld op tijd te eten, te slapen en te werken of bezig te zijn – kan houvast geven.

er

Terugkeren vanuit een detentieperiode

U

itg

ev

Binnen het ministerie van Veiligheid en Justitie is de laatste jaren veel geïnvesteerd in het terugdringen van recidive (in herhaling vallen van bijvoorbeeld crimineel gedrag), nazorg en begeleiding naar werk en inkomen. De gemeenten hebben hierin een belangrijke rol gekregen. Dit is vanuit de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) zo geregeld. Ook is ketensamenwerking noodzakelijk. Ketensamenwerking van de gemeente vindt plaats met het UWV, uitzendorganisaties en werkgevers. Verder zijn er tal van instanties die bemiddelen tussen werkgevers en aankomende (ex-)verslaafde en/of -gedetineerde werknemers.

59


Theoriebron Uppers, downers en hallucinogene middelen

fb .v

.

Theoriebron Uppers, downers en hallucinogene middelen Inleiding

tie

Verslavende middelen zijn grofweg in te delen in drie categorieën: uppers, downers en hallucinogene middelen. Dit kunnen zowel legale als illegale en/of gedoogde middelen zijn.

Downers

Ed

u' Ac

Voorbeelden van downers zijn: • alcohol Dit is een legaal verkrijgbaar middel. • benzodiazepine Dit is een rustgevend medicijn dat alleen op recept verkrijgbaar is. • barbituraten Dit zijn kalmerende middelen die alleen op recept verkrijgbaar zijn. • opiaten, zoals opium Dit is sterk gerelateerd aan heroïne (morfine) dat, behalve als drug, in de geneeskunde ook wordt gebruikt als sterke pijnstiller.

ij

Tot op zekere hoogte behoren ook marihuana en hasjiesj tot de verdovende middelen, hoewel deze meestal tot de hallucinogenen worden gerekend.

er

Invloed op lichaam en geest

U

itg

ev

Downers hebben de volgende invloed op lichaam en geest: • Ze hebben een kalmerend, rustgevend effect. • Ze vlakken emotioneel af. • Ze zijn pijnstillend.

60

De gebruiker: • reageert op eigen wijze op alcohol: vrolijk, slaperig, stil, agressief, luidruchtig • kan ervaren dat gevoelens worden versterkt, vooral door alcohol. Voor jongeren is alcohol extra schadelijk: het verstoort de groei van de hersenen.

Uppers Voorbeelden van uppers zijn: • Cocaïne: is een opwekkende stof afkomstig van de bladeren van de cocastruik. • Amfetaminen: worden ook wel gebruikt als doping bij duursporten. • MDMA: is een hoofdbestanddeel van xtc. • Nicotine: is een legaal verkrijgbaar middel.


Theoriebron Uppers, downers en hallucinogene middelen

Plantaardige stoffen zoals qat, thee, koffie, energiedrank, efedrine, guarana of het meer inheemse munt hebben een stimulerend effect. Ze zijn doorgaans legaal verkrijgbaar. • Steroïden geven een stimulering van de spiergroei. Steroïden worden voornamelijk gebruikt door bodybuilders. Soms worden amfetaminen voorgeschreven bij de behandeling van personen met ADHD, die hier juist rustiger van worden. Bij mensen die geen ADHD hebben, kan amfetamine sterk opwekkend werken.

Invloed op lichaam en geest

fb .v

.

tie

Uppers hebben de volgende invloed op lichaam en geest: • Ze hebben een stimulerende werking op het centrale zenuwstelsel. • Ze compenseren de werking van een downer: indien samen gebruikt, compenseert de alertheid van de upper de loomheid van een downer, zodat de gebruiker kan blijven functioneren.

u' Ac

De gebruiker: • voelt zich zelfverzekerd, alert en daadkrachtig • voelt zich vrolijk en vrij van remmingen • heeft het gevoel heel veel energie te hebben en kan dagen (of nachten) achtereen doorgaan.

Hallucinogene middelen

er

ij

Ed

Hallucinogene middelen worden ook wel geestverruimende middelen genoemd. Tot deze groep behoren onder andere: • hennep, zoals marihuana, cannabis, hasj • MDMA • lds • paddo's, oftewel hallucinogene paddenstoelen, zoals kaalkopjes of de vliegenzwam • DMT • ketamine. In minder sterke mate behoren ook absint en hop tot deze categorie. Van de bovenstaande drugs is hennep, waar wiet (marihuana) en hasj (hasjiesj) onder vallen, de bekendste.

U

itg

ev

Invloed op lichaam en geest Hallucinogene middelen hebben de volgende invloed op lichaam en geest: • Ze beïnvloeden de zintuiglijke waarneming. • Ze kunnen diverse hallucinaties oproepen. De gebruiker: • ervaart zintuiglijke prikkels intenser • is in een eufore stemming. Deze ervaring wordt een trip genoemd. Hoewel gebruikers bewust op zoek zijn naar deze euforische effecten, kan het gebruik ook leiden tot angst en verwardheid, de zogenoemde bad trip.

61


Theoriebron Uppers, downers en hallucinogene middelen

Wijze van gebruik

Ed

u' Ac

tie

fb .v

.

De stoffen en medicijnen worden op verschillende wijzen gebruikt. • oraal De drug wordt gegeten of gedronken, soms vermengd met iets anders. Bijvoorbeeld alcoholische dranken of thee waaraan opium is toegevoegd. • nasaal Snuiven wordt veel toegepast bij amfetamine, cocaïne en ketamine. • intraveneus De drugs worden in een ader gespoten, zodat ze direct in het bloed komen. • inhaleren De drugs worden op een oppervlak gelegd en de damp wordt (na eventueel verhitten) geïnhaleerd. Voorbeelden zijn ‘crack’ en lijmsnuiven. • roken Valt onder inhaleren. Nu wordt de drug echter met tabak vermengd en door middel van rookwaar (vloeipapier, pijp) opgerookt. Het bekendste voorbeeld is de ‘joint’: een lange sigaret met wiet en/of hasj erin vermengd. • het roken van sigaretten De stimulerende werking is zeer kort. Er zijn steeds hogere doseringen nicotine nodig om hetzelfde effect te behouden en/of te bereiken. • kauwen Het middel, veelal een plant, wordt gekauwd. Werkzame stoffen die vrijkomen, worden doorgeslikt of via de slijmvliezen opgenomen. Voorbeeld is het kauwen van qat. • via de huid Een voorbeeld is de nicotinepleister. Sommige medicijnen worden ook per pleister gegeven (sterke pijnstillers bij mensen die ernstig ziek zijn).

GHB

U

itg

ev

er

ij

GHB is een verdovend middel dat verschillende effecten heeft. De chemische stof GHB is aanvankelijk ontwikkeld als narcosemiddel, maar zij wordt vanwege de grote kans op bijwerkingen niet meer gebruikt. Sinds 1990 is het gebruik in Nederland in opkomst en sinds 2002 staat het op de lijst van verboden harddrugs. Vanwege de zoutige, chemische smaak mengen gebruikers het vaak door zure frisdrank of door sinaasappelsap. GHB werkt twee tot drie uur, maar deze tijd kan bij chronische gebruikers sterk verkort zijn. Hoewel GHB ook stimulerende eigenschappen heeft, is het vooral een roesmiddel. Ongeveer een derde van alle gebruikers maakt de drug zelf, de rest verkrijgt die via dealers of kennissen. Twee derde van al het gebruik vindt plaats in de thuissituatie. Ontremming, verdoving en lichte hallucinaties zijn de belangrijkste effecten. Een iets te hoge dosis kan tot zware verdoving leiden en zelfs tot coma. GHB is zeer verslavend.

62

Combineren van middelen: polygebruik Mensen combineren vaak middelen zonder dat ze daar stil bij staan, bijvoorbeeld als ze aan het begin van de avond een paar glazen bier drinken en later op de avond een lijntje cocaïne nemen. De alcohol kan dan nog in het bloed zitten; per glas alcohol duurt de afbraak 1 à 1½ uur. Zelfs met een tussenpauze van enkele uren kunnen de effecten van de verschillende middelen onverwacht op elkaar inwerken. Het combineren van drugs is extra riskant. De effecten van combinaties zijn meestal niet goed te voorspellen. Combineren betekent dus meer risico lopen.


Theoriebron Uppers, downers en hallucinogene middelen

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

fb .v

.

Een voorbeeld vormen xtc en GHB: deze kunnen een gevaarlijke wisselwerking hebben. Omdat xtc stimulerend werkt, merk je minder van de verdovende werking van GHB. Hierdoor neem je snel te veel GHB. Als de xtc uitgewerkt raakt en er zit nog veel GHB in je lichaam, kun je plotseling ‘out gaan’ oftewel bewusteloos raken. Door de verdovende werking kan GHB de bewustzijnsveranderende effecten van xtc versterken.

63


Theoriebron Medicatie en verslaving

.

Theoriebron Medicatie en verslaving

fb .v

Algemeen

Bij een verslaving wordt eerder aan alcohol of drugs gedacht dan aan medicijnen. Toch zijn er in Nederland veel meer personen verslaafd aan slaap- en kalmeringsmiddelen dan aan bijvoorbeeld cocaïne.

tie

Medicatie

u' Ac

Het gebruik van medicijnen is altijd via een doktersrecept volgens de richtlijnen. (Uitzondering vormen de zelfzorgmiddelen: alles wat je bij de drogist koopt zonder recept.) Dit betekent dat het middel dat de arts voorschrijft, is bedoeld tegen een bepaalde aandoening. De arts kan ook een recept voorschrijven dat buiten de richtlijnen valt. Dit laatste betekent dat sommige medicijnen eigenlijk ergens anders voor zijn bedoeld. Een voorbeeld is dat een rustgevend middel ook kan dienen voor de ondersteuning bij het afkicken van bepaalde drugs.

Ed

Verslavende werking

ij

Medicijnen die lichamelijk en/of psychisch verslavend werken, zijn benzodiazepinen, slaapmiddelen, kalmeringsmiddelen en zware pijnstillers. Benzodiazepinen worden vanwege hun brede werking gebruikt voor de behandeling van epilepsie, een paniekstoornis en onthoudingsverschijnselen (of onttrekking) van alcohol.

U

itg

ev

er

Slaapmiddelen, kalmeringsmiddelen en zware pijnstillers worden voorgeschreven aan mensen met ernstige zenuwpijnen, chronisch zieken en mensen in de stervensfase. Ook bij ouderen en dementerenden worden deze middelen regelmatig toegepast. Zij reageren echter vaak heftiger op dit soort middelen, omdat de lever- en nierfuncties minder goed werken. Ook hebben zij minder lichaamsvocht en gebruiken ze vaak meerdere medicijnen, die interacties kunnen geven. (Het ene medicijn beïnvloedt de werking van een ander medicijn.)

64

Soms gaat het incidentele gebruik van medicatie over in chronisch gebruik, misbruik, afhankelijkheid – met als gevolg verslaving. Ook het gebruik in combinatie met bijvoorbeeld alcohol of andere middelen kan problemen opleveren.

Om welke middelen gaat het? Medicijnen met een rustgevende werking (benzodiazepinen), zoals: • midazolam • temazepam • zopiclon • oxazepam • lorazepam.


Theoriebron Medicatie en verslaving

fb .v

Gevolgen chronisch medicijngebruik

.

Medicijnen met een sterk pijnstillende werking (opioïden/opiaten), zoals: • fentanyl • morfine.

tie

Bij chronisch gebruik van slaap- of kalmeringsmiddelen worden de alertheid en het coördinatievermogen minder. Soms treden er klachten op als verwardheid, stemmingswisselingen, geheugenverlies en concentratiegebrek. Ouderen lopen een nog groter risico, bijvoorbeeld om te vallen. Voor alle middelen geldt: • Ze beïnvloeden het rijgedrag. • Ze kunnen gevaar opleveren in combinatie met andere medicijnen. • Ze leveren gevaar op als het middel in combinatie met alcohol of andere verslavende middelen wordt gebruikt.

u' Ac

Afbouwen medicatie bij medicijngewenning

Ed

Als er een medicijngewenning is ontstaan, moet die langzaam worden afgebouwd. Het ineens stoppen met het gebruiken van een verslavend medicijn kan klachten geven van ontwenningsverschijnselen. Voorbeelden hiervan zijn: • bij benzodiazepinen: angst en onrust, misselijkheid, hoofdpijn, diarree, beven, verwardheid, slapeloosheid, vaak wakker worden en veel dromen • bij opiaten: gapen, tranenvloed, zweten en onrustige slaap.

ij

Het inzetten van medicijnen tegen een verslaving

er

Als tegen de verslaving een behandeling met medicijnen wordt ingezet, moet dit multidisciplinair worden gedaan. Het is de bedoeling dat dit zowel op het sociale als op het psychische en lichamelijke vlak effect oplevert.

U

itg

ev

Bij detoxificatie (stoppen met het gebruik) van een bepaald middel (zoals alcohol) kunnen diverse lichamelijke onthoudingsverschijnselen optreden. Ook ontstaan soms bij onthouding slaapstoornissen. Deze worden bij voorkeur niet ondersteund met medicatie.

65


Theoriebron Alcoholmisbruik

.

Theoriebron Alcoholmisbruik

fb .v

Inleiding

tie

Alcohol is een middel dat onder volwassenen en jongeren veel gebruikt wordt. Wat is het en wat zijn de gevolgen van het gebruik op korte en lange termijn? Wanneer ben je verslaafd aan alcohol? Hier wordt in deze theoriebron op ingegaan. Jongeren vormen een risicogroep. Voor hen is alcohol extra schadelijk, omdat het de groei van de hersenen verstoort. Ouderen vormen ook een risicogroep, die vaak over het hoofd gezien wordt.

Wat is alcohol en hoe werkt het in het lichaam?

er

ij

Ed

u' Ac

Alcohol ontstaat door gisting van gerst (bier) of druiven (wijn). Dit gistingsproces stopt bij ongeveer 15% alcohol. Door verhitting en afkoeling kunnen hogere alcoholpercentages ontstaan. In bier zit 5% alcohol, in wijn 12% en in gedestilleerd (zoals jenever) 35%. Alcohol komt via de maag en dunne darm in het bloed. Via het bloed wordt de alcohol door het gehele lichaam verspreid. Al na een minuut of tien bereikt de alcohol de hersenen en vanaf dat moment ben je onder invloed. Als je hebt gegeten, duurt de opname van de alcohol iets langer. Alcohol verdooft de hersenen. Dit heeft allerlei effecten op je stemming en gedrag. Zo vallen remmingen weg, vermindert je geheugen en concentratie en verdwijnt je zelfkritiek. Hoe meer je drinkt, hoe sterker de effecten. Een standaardglas alcohol leidt gemiddeld tot een promillage van 0,2 bij mannen en 0,3 bij vrouwen. Omdat het lichaam van een vrouw minder vocht bevat dan dat van een man, wordt de alcohol bij vrouwen minder verdund en zijn vrouwen gemiddeld sneller onder invloed. Dus hoe hoger het promillage hoe sterker het effect is op het lichaam. De lever breekt ruim 95% van alle alcohol in het lichaam af. Een kleine 5% verlaat het lichaam via urine, adem en zweet.

U

itg

ev

Directe gevolgen van alcoholgebruik

66

Hoewel het alcoholpercentage van de diverse dranken sterk varieert, krijg je per glas ongeveer dezelfde hoeveelheid alcohol binnen, namelijk 12 cc (tenminste als je de drank in het daarvoor bestemde glas schenkt). De effecten kunnen per persoon verschillen. Dit is onder meer afhankelijk van geslacht, gewicht, leeftijd en hoe je je op het moment van drinken voelt. 1-3 glazen (0 tot 0,5 promille) Ontspannen - ontremd - vrolijk Je polsslag en ademhaling versnellen. Je krijgt een warm gevoel. Smaak, reuk en gezichtsvermogen gaan achteruit en je voelt minder pijn. Je eetlust neemt toe en je moet vaker plassen. 3-7 glazen (0,5 tot 1,5 promille) Aangeschoten - tipsy Stemming en gedrag veranderen duidelijk. Je overschat jezelf. Je geheugen, reactiesnelheid en coรถrdinatie verminderen en het beoordelen van situaties gaat moeilijker. Links en rechts van je gezichtsas neem je steeds minder waar (tunneleffect).


Theoriebron Alcoholmisbruik

7-15 glazen (1,5 tot 3 promille) Zat - dronken Alle eerder genoemde effecten worden versterkt. Ook ga je je overdreven emotioneel gedragen en je zelfkritiek verdwijnt. Je gezicht wordt rood, zwelt op en je pupillen verwijden zich. Je kunt misselijk worden en braken.

fb .v

.

15-20 glazen (3 tot 4 promille) Laveloos Je zintuigen raken verdoofd en je bent in de war en afwezig. Wat je hoort en ziet, dringt nauwelijks tot je door.

tie

20-25+ glazen (4 promille en hoger) Knock-out Je ademhaling en polsslag vertragen zo sterk dat je in coma kunt raken en zelfs kunt doodgaan: je ademhaling stopt of je krijgt een hartstilstand.

Wanneer ben je verslaafd aan alcohol?

Ed

u' Ac

Verslaafd ben je als je de alcohol voortdurend gebruikt om van stemming te veranderen. Spanningen of angsten kun je niet meer kwijtraken zonder alcohol. Tegelijkertijd went je lichaam aan alcohol. Je moet steeds meer drinken om het effect nog te voelen. Dan treden er onthoudingsverschijnselen op, zoals slecht slapen, transpireren, angstig en gespannen worden en last hebben van trillingen. Overige signalen van een alcoholverslaving: • niet genoeg hebben aan één of twee drankjes • beloften of pogingen om te stoppen • lichamelijke problemen • verzuim op het werk • ruzie met gezinsleden over drank.

ij

Oorzaken

U

itg

ev

er

Alcoholproblemen ontstaan door een combinatie van factoren. Erfelijkheid kan hierbij een rol spelen; hierdoor ontstaat een groter risico op een verslaving. Maar erfelijkheid is nooit de enige reden dat iemand alcoholproblemen krijgt. Iemands karakter en de manier waarop hij omgaat met problemen en spanningen zijn ook van invloed. Daarnaast speelt de omgeving een belangrijke rol. Hoe gemakkelijker er met alcohol wordt omgegaan, en/of hoe gemakkelijker alcohol verkrijgbaar is, des te eerder kan alcoholgebruik leiden tot misbruik en op den duur tot verslaving. Ook kunnen problemen in de thuissituatie of op het werk een rol spelen.

Welke problemen ontstaan er? De volgende problemen kunnen er ontstaan bij alcoholmisbruik: • op korte termijn agressie en risicogedrag en op langere termijn problemen met familie, relaties, schulden, soms contacten met politie en justitie en conflicten met familie of de buurt en het werk. Je bent niet meer in staat om na een aantal drankjes te stoppen. • maatschappelijke problemen: ziekteverzuim, schade, verhoogde kosten in de gezondheidszorg en verhoogde justitiële kosten • ieder jaar ongeveer 250 doden in het verkeer vanwege het rijden onder invloed van alcohol

67


Theoriebron Alcoholmisbruik

.

Duizenden mensen raken gewond. Een avondje stappen met vijf biertjes op levert al vier keer zo veel kans op om brokken te maken. Bij het drinken van tien biertjes is de kans op het veroorzaken van een ongeluk twintig keer zo groot. In beide situaties vertraagt je reactievermogen, je wordt roekeloos, je verwerkt informatie minder goed, schat snelheid verkeerd in en je ziet geen fouten meer; je bent minder alert.

fb .v

Ziekten en gevolgen

Ed

u' Ac

tie

Alcoholmisbruik kan de volgende lichamelijke problemen en ziekten veroorzaken: • Drinken tijdens de zwangerschap (> zes glazen) geeft een verhoogde kans op een kind met het ‘foetaal alcoholsyndroom’ (FAS). Een kind met FAS heeft een groeiachterstand, afwijkingen in het gezicht, afwijkingen aan het centrale zenuwstelsel en het hart, en misvormingen van de ledematen. • Ook neemt door alcoholgebruik de vruchtbaarheid bij man en vrouw af en is er meer kans op een miskraam. • Het slijmvlies van de slokdarm en de maag kan door overmatig alcoholgebruik ontstoken raken. Bepaalde vormen van kanker (met name kanker van mond, keel, strottenhoofd en slokdarm) kunnen ontstaan. • Overmatig alcoholgebruik kan schade aan de hersenen en het zenuwstelsel tot gevolg hebben. Dit kan zich uiten in een verminderd geheugen of het optreden van het zeer ernstige korsakovsyndroom. Dit is een blijvende hersenschade door langdurig ernstig alcoholmisbruik. Ook kan er vroegtijdige dementie ontstaan. • Ernstige leverafwijkingen, zoals levercirrose. Bij overmatig alcoholgebruik moet de lever alle giftige stoffen afbreken. Hierdoor sterven levercellen af en ontstaat er onherstelbare schade. • Ernstig vitamine B-tekort: door het drinken van alcohol en een slecht eetpatroon wordt minder vitamine B1 door het lichaam opgenomen. Bij een tekort kunnen vermoeidheid, zenuwontstekingen en spierverlammingen ontstaan. • Ernstige ontwenningsverschijnselen, zoals een verlaagd bewustzijn met hallucinaties.

ij

Overige weetjes over alcohol Kinderen, jongeren en vrouwen lopen meer risico; zij hebben minder lichaamsvocht. Bij 5 promille kun je in coma raken. Dit kan levensgevaarlijk zijn. Als je te veel gedronken hebt, kun je een kater krijgen. Alcohol werkt vochtafdrijvend. Je lichaam droogt uit en zo ontstaat er een vochttekort in de hersenen. Alcohol irriteert het maagslijmvlies, vandaar dat je soms moet braken.

er

• • •

U

itg

ev

68

Alcoholproblemen bij ouderen Aan ouderen en alcohol wordt naar verhouding weinig aandacht besteed, terwijl al langer bekend is dat het aantal problematische drinkers bij 55- en 65-plussers toeneemt. Er wordt vaak gereageerd met: ‘Ach dat ene pleziertje ga je toch niet afpakken?’ Of: ‘Mensen van die leeftijd zijn oud en wijs genoeg.’ De valkuilen om systematisch te gaan drinken bij ouderen zijn: • moeilijk inslapen of vroeg ontwaken Dit zijn klachten die op oudere leeftijd vaker voorkomen. • alcohol drinken om stress, eenzaamheid of depressieve gevoelens te verdrijven • dat vrije tijd symbool staat voor alcohol drinken.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.