33018 Begeleiden en zorgen intramuraal

Page 1

.v

.

Cursus

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

fb

Begeleiden en zorgen intramuraal


Colofon

.v

.

Uitgeverij: Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl

fb

Auteur: Ank van de Wiel Inhoudelijke redactie: Agnes Schouten Titel: Begeleiden en zorgen intramuraal

ie

ISBN: 978 90 3723 301 8 ©

Ac t

Edu’Actief b.v. 2017 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Ed

u'

Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

C

op

yr

ig

ht

Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.


Inhoud Over deze cursus

Begeleiden en zorgen intramuraal

8

Zorg en ondersteuning in de intramurale zorg Welke intramurale zorg voor welke doelgroep?

14 18

28

Reflectievragen

34

31

Ac t

Domotica in de intramurale zorg

23

ie

Begeleiden van dementerenden in de intramurale zorg Begeleiden van groepen

.v

.

7

fb

OriĂŤntatie

4

u'

Theoriebron Intramurale zorg voor dementerenden, ouderen en cliĂŤnten met een lichamelijke beperking 36 Theoriebron Zorg en ondersteuning in de intramurale zorg

Ed

Theoriebron Welke intramurale zorg voor welke doelgroep?

40 44

Theoriebron Begeleiden van dementerenden in de intramurale zorg Theoriebron Begeleiden van groepen

49

53 57

C

op

yr

ig

ht

Theoriebron Domotica in de intramurale zorg

3


Over deze cursus

Over deze cursus

.

Inleiding

Ed

u'

Ac t

ie

fb

.v

In deze cursus leer je wat de huidige intramurale zorg voor dementerenden, ouderen en cliënten met een lichamelijke beperking inhoudt. Er wordt gekeken naar de nieuwe wetgeving rondom financiering en opname. Ook wordt er ingegaan op de manieren van begeleiden op individuele basis en in de groep. Daarnaast komt de rol van domotica in de intramurale zorg aan bod.

ht

De huidige intramurale zorg

Leerdoelen

C

op

yr

ig

• Je kunt uitleggen wat intramurale zorg is, welke visie en opvattingen achter intramurale zorg zitten en hoe intramurale zorg bij kan dragen aan kwaliteit van leven en wonen. • Je kunt uitleggen hoe de zorg en ondersteuning binnen intramurale zorg georganiseerd is. • Je kunt vertellen voor welke cliënten intramurale zorg geschikt is en welke vorm van intramurale zorg passend is bij verschillende doelgroepen en verschillende ondersteuningsbehoeften. • Je kunt cliënten begeleiden binnen intramurale zorg, zowel individueel als in de groep. • Je kunt de rol van domotica in de intramurale zorg uitleggen.

4

Beoordelingsformulier <

Beoordeling Aan het eind van de cursus wordt je parate kennis beoordeeld met een toets. Je praktische beheersing van de leerdoelen wordt getoetst aan de hand van twee beroepsproducten. Deze worden op verschillende punten beoordeeld: op inhoud en op de uitvoering. Andere belangrijke punten bij de beoordeling zijn: actieve deelname aan de lessen, nette uitwerking van de opdrachten in correct Nederlands. Je vindt ze bij elkaar in het beoordelingsformulier.


Over deze cursus

Planning

.

Beroepsproduct 1: Presentatie intramurale instelling in de woonplaats

fb

Website Interactieve Clip <

Een beroepsproduct maken kost tijd. Daarom moet je dit goed plannen. Lees eerst de opdracht van het beroepsproduct goed door en vul daarna het planningsformulier in. Neem ook de andere opdrachten van deze cursus op in je totale planning. Zo voorkom je dat je in tijdnood komt.

.v

Planningsformulier <

ig

ht

• • • • •

Bespreek samen de opdracht en de aanpak. Maak een planning en een taakverdeling Bestudeer de theoriebronnen: – de betekenis van de intramurale zorg voor dementerenden, ouderen en cliënten met een lichamelijke beperking – zorg en ondersteuning in de intramurale zorg Bedenk welke instelling je wilt bezoeken. Informeer bij de instelling of dit mogelijk is. Maak een afspraak voor een bezoek. Ontwerp de presentatie op papier of de computer. Maak de presentatie.

Ed

• • •

u'

Stappen

Ac t

ie

Bezoek in tweetallen een intramurale instelling voor ouderen, dementerenden of cliënten met een lichamelijke beperking in jullie woonplaats. Bedenk vooraf wat je wilt weten van deze instelling en welke vragen je wilt stellen. Maak tijdens je bezoek aantekeningen, foto’s en neem eventueel informatiefolders van de instelling mee. Je mag ook informatie van internet over de instelling gebruiken. Maak hier een presentatie van in PowerPoint of in Prezi. Probeer in je presentatie een reëel beeld van de instelling te laten zien. Geef ook aan of er gebruik wordt gemaakt van een specifieke begeleidingsmethode en hoe dit dan wordt vormgegeven.

yr

Laat elke processtap goedkeuren door je docent, voordat je begint aan de volgende processtap.

C

op

Eisen aan het beroepsproduct De punten waarop het beroepsproduct wordt beoordeeld kun je lezen in het beoordelingsformulier van deze cursus. Je geeft in je presentatie aan: • Welke instelling jullie bezocht hebben. • Waarom deze instelling een intramurale instelling is en wat dit inhoudt. • Wat de visie en opvatting van de stelling is. In hoeverre dit overeenkomt met de gangbare visies en opvattingen over intramurale zorg. • Wat de doelstelling van deze instelling is. • Wat de doelgroep van deze instelling is. • Hoe de zorg en ondersteuning binnen deze instelling georganiseerd zijn. • Welke deskundigen hierbij betrokken zijn en hoe deze samenwerken. • Wat de plus- en minpunten van de instelling zijn. • Welke begeleidingsmethode wordt toegepast in de instelling.

5


Over deze cursus

.v

.

Beroepsproduct 2: Een poster of Interactieve Clip Builder met voor- en nadelen van intramurale zorg

ie

fb

Maak een poster of Interactieve Clip Builder waarin je de voor- en nadelen van intramurale zorg voor ouderen, dementerenden of cliënten met een lichamelijke beperking in beeld verwoordt. Laat zien welke zorg er geboden wordt, hoe deze zorg gefinancierd wordt, om welke doelgroep het gaat en waar de knelpunten zitten.

Stappen

• • •

Ac t

u'

Bespreek samen de opdracht en de aanpak. Maak een planning en een taakverdeling. Bestudeer de theoriebronnen: – intramurale zorg voor dementerenden, ouderen en cliënten met een lichamelijke beperking – zorg en ondersteuning in de intramurale zorg – welke intramurale zorg voor welke doelgroep Zoek op internet naar beeldmateriaal, maar probeer ook zelf nieuw beeldmateriaal te maken. Verzamel al het materiaal en probeer het om te zetten in een verhaal waarin de vooren nadelen duidelijk worden. Maak de poster of Interactieve Clip Builder. Presenteer je product aan de groep. Licht jullie poster of Interactieve Clip Builder toe.

Ed

• • •

ht

Laat elke processtap goedkeuren door je docent, voordat je begint aan de volgende processtap.

ig

Eisen aan het beroepsproduct

C

op

yr

De punten waarop het beroepsproduct wordt beoordeeld kun je lezen in het beoordelingsformulier van deze cursus. Je laat in je product zien: • welke zorg en ondersteuning er in de intramurale zorg geboden wordt • om welke cliënten het gaat • wat volgens jullie de voordelen zijn van intramurale zorg en hoe intramurale zorg kan bijdragen aan kwaliteit van leven en wonen • wat volgens jullie de nadelen zijn van intramurale zorg • wat het verschil is met de thuiszorg • hoe de intramurale zorg gefinancierd wordt.

6

In het product gebruik je bestaand beeld en beelden die je zelf gemaakt hebt.


Oriëntatie

Oriëntatie Bingo (klassikaal)

• • • • • •

Schrijf in willekeurige volgorde in ieder vak een woord van het bord. Geef jouw blaadje aan je buurman links. De docent geeft nu een uitleg van een woord zonder het woord te noemen. Als het woord voorkomt op het blaadje dat voor je ligt, streep je het door. Nadat je alle woorden hebt doorgestreept, roep je ‘BINGO’. Alle woorden die nog niet genoemd zijn, worden kort besproken.

.

Er staan vijftien moeilijke woorden op het bord die met het onderwerp van deze cursus te maken hebben. Maak een bingoblaadje met negen vakken:

Ed

u'

Ac t

ie

fb

.v

Opdracht 1

Wist je welke woorden de docent bedoelde op basis van de uitleg?

Opdracht 2

Heb jij ervaring met ? (Klassikaal)

C

op

yr

ig

ht

Heb jij ervaring met het omgaan met of bieden van ondersteuning aan mensen met dementie? Beschrijf je ervaring in een kort verslag met behulp van onderstaande vragen: – Waar heb je de ervaring opgedaan? – Waarom had de ‘cliënt’ ondersteuning nodig? – Hoe heb je de ondersteuning geboden? – Kwam je problemen tegen? Hoe heb je die eventueel opgelost? De ervaringen worden hierna klassikaal besproken.

7


Begeleiden en zorgen intramuraal

.

Begeleiden en zorgen intramuraal

.v

Inleiding

ie

fb

De afgelopen jaren is de intramurale zorg voor ouderen, dementerenden en cliënten met een lichamelijke beperking voor alle betrokkenen ingrijpend veranderd. Niet alleen nieuwe wetgeving maar ook andere financiering en een nieuwe kijk op gezondheid spelen hierbij een rol.

Leerdoelen

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

Je kunt: • de betekenis van intramurale zorg benoemen • de verschillende gangbare visies en opvattingen over intramurale zorg toelichten • de manier waarop intramurale zorg kan bijdragen aan kwaliteit van leven en wonen uitleggen.

8

De zorgzwaarte van ouderen in de intramurale zorg neemt almaar toe.


Begeleiden en zorgen intramuraal

Opdracht 1

Betekenis intramurale zorg a. Wat houdt intramurale zorg voor ouderen, dementerenden en cliënten met een lichamelijke beperking in? Noem twee voorbeelden van cliënten, die van deze vorm van zorg gebruik kunnen maken.

fb

.v

.

Theoriebron Intramurale zorg voor dementerenden, ouderen en cliënten met een lichamelijke beperking <

ie

b. Waar zijn de veranderingen in de intramurale zorg vooral op gericht?

Ac t

c. Welke overheidsinstantie heeft een grotere rol gekregen in het organiseren van de zorg?

d. Wat betekenen de veranderingen voor de zorgorganisaties?

Ed

u'

e. Wat betekenen de veranderingen voor de zorgzwaarte van cliënten in de intramurale zorg?

f. Welke gevolgen hebben de veranderingen voor de aanbieders van zorg?

Zoek op internet meer informatie over Fokusprojecten. Maak met behulp van Pixton een strip waaruit duidelijk wordt wat een Fokusproject inhoudt. Beantwoord in je strip de volgende vragen: • Wat is het? • Voor wie is het? • Hoe wordt het vergoed? • Wat is het actuele woningaanbod?

ig

Stappenplan Pixton <

Fokusprojecten, wat houdt het in?

ht

Opdracht 2

C

op

yr

Website Pixton <

9


Begeleiden en zorgen intramuraal

Opdracht 3

Visies op zorg Uit verschillende visies blijkt dat de cliënt steeds meer centraal staat in de intramurale zorg.

Theoriebron Intramurale zorg voor dementerenden, ouderen en cliënten met een lichamelijke beperking <

Vraaggerichte zorg

Eigen regie

fb

Zelf beslissen over je leven, zorg en ondersteuning

Positieve gezondheid

.v

Kernbegrip

.

a. Welk kernbegrip hoort bij welke visie? Geef dit aan met een “X”

ie

Aansluiten bij de vragen van de cliënt

Ac t

Nadruk op wat iemand nog wel kan

ht

Ed

u'

b. Bij Eigen regie worden vier aspecten genoemd die belangrijk zijn. Noem voor alle vier de aspecten een concreet voorbeeld.

Opdracht 4

Maak tweetallen en interview samen je ouders/verzorgers of (oudere) kennissen en vraag hen hoe zij denken dat hun zorg eruitziet als ze oud zijn? Wat zijn hun voorkeuren ten aanzien van intramurale zorg en waarom? Het interview mag maximaal een half uur duren. Gebruik hiervoor het Werkmodel Interview.

ig

Werkmodel Interview <

Interview zorg in de toekomst

C

op

yr

Je kunt het interview op de volgende manier aanpakken: • Bereid je voor op de vragen, verdiep je in de personen die je gaat interviewen, spreek af wie vragen stelt en wie aantekeningen maakt. • Maak een afspraak voor het interview. • Verdeel je interview in introductie, inhoud en afronding.

10

Verwerk het interview in een verslag en verwerk daarin: – Wie heb je geïnterviewd? – Wat is de leeftijd van deze persoon of personen? – Hebben ze al ervaring met intramurale zorg? – Denken ze dat ze zelf ooit te maken krijgen met intramurale zorg? – Hoe zouden ze het liefst willen wonen op het moment dat ze hulp nodig hebben en is dit mogelijk? Lever dit verslag in bij je docent.


Begeleiden en zorgen intramuraal

Opdracht 5

a. Er zijn verschillende ideeën hoe de intramurale zorg voor ouderen, dementerenden en cliënten met een lichamelijke beperking eruit zou moeten zien. Hoe zou jouw visie eruitzien? Maak hierbij gebruik van informatie die je kunt vinden op internet en vat jouw visie kort samen in een informatiefolder van een A4’tje. In je visie geef je antwoord op de volgende vragen: • Hoe ziet volgens mij de ideale intramurale zorg voor dementerenden, ouderen en cliënten met een lichamelijke beperking eruit? • Hoe zou ik dit kunnen verwezenlijken? • Hoe haalbaar is deze visie? b. Vergelijk je visie hierna met de visie van een andere student. Wat zijn overeenkomsten? En wat zijn verschillen?

Verbetering van de kwaliteit van ouderenzorg

Ac t

Opdracht 6

ie

fb

.v

.

Theoriebron Intramurale zorg voor dementerenden, ouderen en cliënten met een lichamelijke beperking <

Website Inspectie Gezondheidszorg <

Visie op intramurale zorg

De Inspectie voor Gezondheidszorg (IGZ) probeert de kwaliteit in instellingen Verzorging Verpleging en Thuiszorgsector te bewaken door deze regelmatig te controleren en inspecteren. Bekijk op de Website Inspectie Gezondheidszorg het rapport over de kwaliteit in instellingen in de Verzorging Verpleging en Thuiszorgsector.

Ed

u'

a. Hoeveel instellingen zijn bezocht en hoeveel daarvan werden afgekeurd?

b. Wat heeft de Inspectie vastgesteld over het melden van fouten?

yr

ig

ht

c. Hoe is het volgens het rapport met de deskundigheid van de medewerkers gesteld?

C

op

d. Wat zijn volgens IGZ de oorzaken van het gebrek aan kwaliteit? Noem drie oorzaken.

11


Begeleiden en zorgen intramuraal

Opdracht 7

Kwaliteit van zorg Er wordt veel gediscussieerd over de kwaliteit van zorg. Dit lijkt vooral bij de intramurale zorg aan ouderen een uitdaging. Om de kwaliteit van zorg in de intramurale setting te kunnen bewaken zijn er verschillende instrumenten ontwikkeld. Een van de belangrijkste is het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg. Bekijk dit Kwaliteitskader op de Website van Zorginstituut Nederland. Vorm tweetallen en maak de volgende opdrachten. Beantwoord de volgende vragen:

ie

a. Wat zijn de drie doelen van het kwaliteitskader?

fb

Website Zorginstituut Nederland <

.v

.

Theoriebron Intramurale zorg voor dementerenden <

Ac t

b. Hoe kun jij zelf bijdragen aan de verbetering van de kwaliteit van zorg?

Ed

u'

c. Bedenk samen minstens twee oplossingen om de kwaliteit van de intramurale zorg aan ouderen te verbeteren.

ht

d. Bedenk samen een onderwerp waarmee je jullie deskundigheid in de intramurale zorg voor ouderen, dementerenden en cliënten met een lichamelijke beperking kunt verbeteren. Zoek hier vervolgens een artikel over op in een vaktijdschrift en maak er een samenvatting van.

yr

ig

e. Zoek een ander tweetal op. Beschrijf en leg aan het andere tweetal uit wat je van het artikel hebt geleerd.

C

op

Opdracht 8

12

Cliënttevredenheid Zoek op internet drie intramurale voorzieningen in de VVT bij jou in de buurt. Zoek vervolgens uit wat er over de kwaliteit van deze voorzieningen te vinden is. Als er op internet niet genoeg te vinden is, probeer je door een telefonisch interview een antwoord op je vragen te krijgen. Dit kan bijvoorbeeld door contact op te nemen met iemand van de Cliëntenraad. a. Maak een overzicht van intramurale voorzieningen bij jou in de buurt. Kijk naar zaken als cliënttevredenheid, hoe ervaren mantelzorgers de zorg en wat vindt het zorgpersoneel van de kwaliteit van zorg? Lever dit overzicht in.


Begeleiden en zorgen intramuraal

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

fb

.v

.

b. Welke voorziening van de voorzieningen die je hebt onderzocht, biedt volgens jou de beste zorg? En waarom vind je dit? Geef minstens drie argumenten.

13


Zorg en ondersteuning in de intramurale zorg

.

Zorg en ondersteuning in de intramurale zorg

.v

Inleiding

fb

Er is de afgelopen jaren veel veranderd in de intramurale zorg. Cliënten blijven langer thuis en zijn afhankelijk van strengere wetgeving. Cliënten die worden opgenomen hebben vaak meer complexe problemen waardoor de kwaliteit van zorg onder druk komt te staan.

ie

Leerdoelen

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

Je kunt: • de doelstellingen van intramurale zorg beschrijven en uitleggen wat de Wlz inhoudt • uitleggen welke deskundigen betrokken zijn bij intramurale zorg, welke functies deze deskundigen hebben, hoe jij met hen kunt samenwerken en hoe dit ingebed is in de ketenzorg • uitleggen hoe hulpverleners binnen de intramurale zorg werken, welke kennis en vaardigheden zij nodig hebben en hoe zij hun kennis en vaardigheden op peil kunnen houden.

Mensen blijven zo lang mogelijk thuis.

C

op

Opdracht 1

Theoriebron Zorg en ondersteuning in de intramurale zorg < Website Centraal Bureau voor de Statistiek <

14

Organisatie en financiering a. Zoek op internet drie verschillende organisaties op die intramurale zorg binnen de VVT aanbieden. Beschrijf wat elke organisatie over hun doelstelling of visie zegt. Bespreek daarna met een medestudent de overeenkomsten en verschillen.


Zorg en ondersteuning in de intramurale zorg

fb

.v

.

b. Door de bezuinigingen wordt de zorg commerciëler en zakelijker. Leg uit hoe de zorg van een verzorgings- en verpleeghuis gefinancierd wordt.

ie

c. Zoek uit wat er in Nederland in 2010 en in 2015 is uitgegeven aan intramurale zorg.De informatie kun je vinden op de Website van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Wat valt je op als je deze twee jaren vergelijkt? Geef hiervoor een verklaring.

Multidisciplinair team

Ed

Opdracht 2

u'

Ac t

d. Bedenk hoe de bezuinigingen invloed hebben op jouw dagelijkse werkzaamheden en op de cliënten. Geef hier twee concrete voorbeelden van uit ervaringen die je al hebt opgedaan? Als je deze ervaring nog niet hebt opgedaan, zoek je hier voorbeelden van op internet.

Lees onderdeel Multidisciplinair team van de Theoriebron.

Theoriebron Zorg en ondersteuning in de intramurale zorg <

ht

a. Zoek uit welke deskundigen betrokken zijn bij de zorg in een verpleeghuis bij jou in de buurt. Beschrijf welke functies deze deskundigen hebben en hoe zij samenwerken.

C

op

yr

ig

b. Is er volgens jou genoeg deskundigheid aanwezig in het verpleeghuis? Of zou je nog andere deskundigen kunnen bedenken? Geef aan welke rol zij kunnen hebben in het verpleeghuis.

Opdracht 3

Theoriebron Zorg en ondersteuning in de intramurale zorg <

MDO Lees onderdeel Multidisciplinaire team van de Theoriebron. Maak drie- of viertallen. Speel met dit groepje studenten een MDO na waar verbetering van de zorg voor een cliënt met een lichamelijke beperking in de intramurale zorg centraal staat. Bedenk eerst welke cliënt en welk probleem je wilt bespreken.

15


Zorg en ondersteuning in de intramurale zorg

Verdeel dan de rollen: wie is voorzitter, welke deskundigen zijn aanwezig? Er kan gekozen worden voor rollen als hulpverlener, arts, verpleegkundige, psycholoog, fysiotherapeut, ergotherapeut, maatschappelijk werker, logopedist of diëtist.

Opdracht 4

fb

Film het MDO met je mobiel en stuur het door naar je docent.

.v

.

Vervolgens bespreekt iedere deelnemer vanuit zijn eigen rol en deskundigheid het probleem, ideeën over hoe het probleem kan worden opgelost en de zorg verbeterd kan worden voor de cliënt.

Ketenzorg

a. Lees het onderdeel ketenzorg van de Theoriebron. Zoek verder op internet uit wat er met het begrip zorgketen (of dementieketen) wordt bedoeld en hoe dat van toepassing is op cliënten met dementie in de intramurale zorg.

u'

Ac t

ie

Theoriebron Zorg en ondersteuning in de intramurale zorg <

Ed

b. Zoek op internet een voorbeeld van ketenzorg in de intramurale zorg. Beschrijf hieronder hoe dat eruitziet.

C

op

yr

ig

Theoriebron Zorg en ondersteuning in de intramurale zorg <

Kwaliteit intramurale zorg

ht

Opdracht 5

16


Zorg en ondersteuning in de intramurale zorg

Opdracht 6

fb

Maak tweetallen. Zoek informatie op over de kennis en vaardigheden die jullie denken nodig te hebben om te werken in de intramurale zorg voor ouderen, cliënten met dementie of cliënten een lichamelijk beperking. Verwerk deze informatie in een Prezi van ongeveer tien minuten. In je Prezi besteed je aandacht aan: • op welke specifieke cliënt(kenmerken) je informatie is gericht • welke kennis en vaardigheden hierbij van belang zijn • wat je nog moet doen om dat te bereiken.

Ac t

Stappenplan Prezi <

Prezi

ie

Website Prezi <

.v

.

Als je eenmaal weet welke zorg de cliënt prettig vindt en wat de cliënt misschien anders zou willen, kun je ermee aan de slag gaan. Soms hoor je dit van de cliënt zelf maar het kan ook informatie zijn van naasten of feedback van je collega’s op hoe jij je werk doet. Bedenk zelf een casus van een cliënt in de intramurale zorg voor dementerenden, ouderen en cliënten met een lichamelijke beperking, waarin duidelijk wordt dat de kwaliteit moet worden verbeterd. Maak vervolgens gebruik van de PDCA-cyclus om dit om te zetten in een plan. Werk dit uit in Word en stuur het naar je docent.

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

En vervolgens presenteer je dit voor de groep.

17


Welke intramurale zorg voor welke doelgroep?

.

Welke intramurale zorg voor welke doelgroep?

.v

Inleiding

ie

fb

In deze opdrachten verdiep je je in de huidige stand van zaken van de intramurale zorg voor ouderen, mensen met dementie en mensen met een lichamelijke beperking. Hoe komen ze van thuis naar de intramurale zorg en met welke wetten en regels krijgen ze dan te maken? Ook is er aandacht voor wijkgericht werken in de intramurale zorg waarbij omwonenden en cliënten meer met elkaar in contact worden gebracht.

Leerdoelen

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

Je kunt: • uitleggen hoe de transitie van thuiszorg naar intramurale zorg binnen de VVT plaatsvindt • uitleggen wat wijkgericht werken binnen de intramurale VVT zorg inhoudt en hier voorbeelden van geven • uitleggen welke vorm van intramurale zorg passend is bij verschillende doelgroepen en verschillende ondersteuningsbehoeften.

18

Cliënten met een lichamelijke beperking zijn vaak al bekend bij wijkzorg.


Welke intramurale zorg voor welke doelgroep?

Opdracht 1

Wetten en regelingen Als mensen thuis of in een instelling hulp ontvangen krijgen ze met verschillende wetten en regelingen te maken. Noem minstens twee wetten die hierop van toepassing zijn en beschrijf wat er in deze wetten is geregeld voor de zorg aan ouderen en mensen met dementie of een lichamelijke beperking.

Opdracht 2

fb

.v

.

Theoriebron Welke intramurale zorg voor welke doelgroep? <

Wijkgericht werken in de intramurale zorg

ie

a. Op welke manier kan er wijkgericht gewerkt worden in de intramurale zorg voor mensen met dementie? Geef drie voorbeelden.

Ac t

Theoriebron Welke intramurale zorg voor welke doelgroep? <

b. Op de Website In voor zorg vind je een mooi voorbeeld van samenwerken in de intramurale zorg. Zoek het artikel op en beschrijf vervolgens in je eigen woorden: • Wat houdt de samenwerking in? • Wie werken er samen? • Wat vind je van deze samenwerking en waarom vind je dat?

Ed

u'

Website In voor zorg <

a. Noem een aantal kenmerken van cliënten die gebruikmaken van de Wlz. Denk hierbij aan leeftijd en sekse.

ig

Theoriebron Welke intramurale zorg voor welke doelgroep? <

Doelgroep

ht

Opdracht 3

C

op

yr

b. Welke aandoeningen komen het meest voor bij deze doelgroep? Geef een top vijf.

19


Welke intramurale zorg voor welke doelgroep?

c. De ondersteuning die cliënten nodig hebben wordt onder andere door de soort beperking bepaald. Vul het juiste woord in:

Opdracht 4

fb

.v

.

Mensen met een motorische / zintuiglijke handicap hebben de hulp nodig van anderen met alledaagse taken zoals douchen en aankleden. Mensen met een chronische / motorische handicap zijn meestal wel beperkt, maar niet per se afhankelijk van andere mensen. Iemand met nierinsufficiëntie heeft een chronische handicap / lichamelijke beperking.

Ondersteuningsbehoefte

ie

Hier volgt een aantal voorbeelden van cliënten. Bespreek in tweetallen of de cliënten in aanmerking komen voor intramurale zorg. Beargumenteer steeds waarom je dit denkt.

Lees de onderdelen indicatie en indicatietraject in de Theoriebron. Zoek op internet hoeveel mensen er zijn opgenomen in verzorgingshuizen, verpleeghuizen en revalidatiecentra. Deze groep wordt ook ‘cliënten met indicatie zorg met verblijf’ genoemd. Maak hierbij gebruik van de Website De Staat van Volksgezondheid en Zorg. Zoek uit: • in welke leeftijdsgroep de meeste mensen vallen • of het gaat om vrouwen of mannen. Geef aan welke aandoening of handicap het meest voorkomt.

yr

ig

Theoriebron Welke intramurale zorg voor welke doelgroep? <

Indicatie

ht

Opdracht 5

Ed

u'

Ac t

Voorbeelden: • Meneer De Vries is 64 jaar en heeft ALS. • Meneer Jacobs is 78 jaar en heeft last van ernstige somberheid. • Mevrouw Shi is 82 en heeft de ziekte van Parkinson. • Jenny Kamerling is 39 en heeft meerdere motorische beperkingen door een aangeboren hersenafwijking. Ook is Jenny blind. • Mevrouw Silcuk is 61 en al 10 jaar bekend met Lewy-Body dementie.

C

op

Website De Staat van Volksgezondheid en Zorg <

20


Welke intramurale zorg voor welke doelgroep?

Opdracht 6

Zorgprofiel a. Wat is een zorgprofiel?

.v

.

Theoriebron Welke intramurale zorg voor welke doelgroep? <

b. Zoek uit welke zorgprofielen het meest voorkomen bij cliënten in de intramurale zorg. Maak hierbij gebruik van de Website De Staat van Volksgezondheid en Zorg.

Opdracht 7

ie

fb

Website De Staat van Volksgezondheid en Zorg <

Regelhulp

Zoek iemand in jouw omgeving die graag extra intramurale zorghulp (voor dementerenden, ouderen en cliënten met een lichamelijke beperking) zou willen hebben maar deze nog niet ontvangt. Onderzoek met behulp van de informatie die je van deze persoon hebt via de Website Regelhulp welke hulp deze persoon kan ontvangen op basis van de informatie die je hebt. Bespreek vervolgens of het antwoord overeenkomt met de verwachting van deze persoon en of de geboden hulp afdoende is. Als je niemand in je omgeving kent, mag je ook eerst zelf een fictieve casus maken. Dus je zoekt uit: • Wat is de wens van deze persoon? • Op welke hulp zou hij of zij volgens de genoemde website recht hebben? • Komen deze twee zaken overeen?

ht

Ed

u'

Ac t

Website Regelhulp <

Ontmoetingsplekken

Lees onderdeel wijkgericht werken in de intramurale zorg van de Theoriebron. Steeds meer zorgcentra beschikken over een restaurant of andere ontmoetingsplek waar iedereen welkom is. Hier kunnen cliënten, bezoekers en buurtbewoners terecht om elkaar te ontmoeten. Een voorbeeld hiervan zijn de Vivium-restaurants. Zoek informatie op over deze restaurants op de Website van Vivium en beantwoord de volgende vragen:

ig

Opdracht 8

op

yr

Theoriebron Welke intramurale zorg voor welke doelgroep? <

• • •

Wat bieden de restaurants aan? Bekijk de verschillende locaties en geef aan welke volgens jou het best is. Geef ook aan waarom je dit vindt. Bedenk nog twee andere diensten die zorgcentra zouden kunnen aanbieden om het contact met mensen uit de wijk te stimuleren.

C

Website Vivium <

21


Welke intramurale zorg voor welke doelgroep?

Opdracht 9

.

De nieuwe wetgeving en financiering van de zorg lijkt een toenemend aantal mensen in de problemen te brengen. Probeer de problemen in kaart te brengen voor ouderen die eigenlijk meer zorg nodig hebben. Werk hierbij als volgt: • Zoek aanvullende artikelen of filmpjes waarin de problemen worden beschreven. • Maak een top vijf van meest voorkomende problemen. • Probeer met oplossingen te komen voor de problemen. • Maak ook duidelijk wat dit voor jullie als hulpverleners kan betekenen. • Verwerk dit alles in beeld met behulp van Lino. • Lever dit in bij je docent.

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

fb

Website Lino <

Lees het Artikel Ouderen blijven te lang thuis wonen en maak viertallen.

.v

Artikel Ouderen blijven te lang thuis wonen <

Houdbaarheid van de thuiszorg

22


.v

Begeleiden van dementerenden in de intramurale zorg

.

Begeleiden van dementerenden in de intramurale zorg

fb

Inleiding

ie

De grootste groep oudere cliënten die je zult aantreffen in de intramurale zorg zijn mensen met dementie. Dit is een kwetsbare groep die vaak om een goed afgestemde manier van begeleiden vraagt.

Ac t

Leerdoelen

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Je kunt: • benoemen hoe je dementerenden, ouderen en cliënten met een lichamelijke beperking kunt ondersteunen bij zelfredzaamheid in de intramurale zorg door middel van een dagprogramma en activiteitenbegeleiding • uitleggen hoe je cliënten in de intramurale zorg kunt ondersteunen bij participatie en inclusie • specifieke begeleidingsmethodieken kunt toepassen voor dementerenden in de intramurale zorg.

Opdracht 1

Theoriebron Begeleiden van dementerenden in de intramurale zorg <

Ouderen in de intramurale zorg.

Zelfredzaamheid a. Op welke activiteiten heeft zelfredzaamheid betrekking?

23


Begeleiden van dementerenden in de intramurale zorg

b. Wat is het verschil tussen zelfredzaamheid en zelfmanagement?

fb

.v

.

c. Waar kan zelfredzaamheid op gericht zijn als je een optimale situatie voor een cliĂŤnt wilt bereiken?

Website Gezond en Zeker <

Zelfredzaamheid in kaart brengen met Zelfredzaamheidsradar

Ac t

Opdracht 2

ie

d. Welke drie factoren zijn belangrijk om zelfredzaamheid te kunnen behouden of vergroten?

Lees onderstaande casus en beantwoord de vragen

Casus Mevrouw Cornelissen

ig

ht

Ed

u'

Mevrouw Cornelissen van bijna 90 jaar woont sinds twee jaar in een verpleeghuis. Mevrouw heeft een ernstige vorm van maculadegeneratie. Dit is een ingrijpende oogziekte waarbij het gezichtsvermogen steeds verder achteruit gaat. Mevrouw is beperkt mobiel vanwege een mislukte heupoperatie. Ze heeft zich hierbij neergelegd en wil geen nieuwe operatie meer. Mevrouw heeft geen kinderen en heeft altijd samengewoond met haar vriendin die inmiddels 86 is. Ze kan helaas niet meer op bezoek komen omdat ze ook zeer slecht ter been is. Mevrouw Cornelissen wil veel zelf doen maar dit lukt steeds minder goed, omdat ze bijna niets meer ziet. Ook eten en drinken zijn hierdoor een probleem geworden. Ze is afhankelijk van wat anderen haar aanreiken en kan niet zien wat er op haar bord ligt. Doordat ze beperkt mobiel is, lukt het niet altijd om op tijd het toilet te vinden. Ze heeft tot haar verdriet, door haar lichamelijke beperkingen, maar weinig contact met anderen.

a. Op de Website Gezond en Zeker staat een link naar de Zelfredzaamheidsradar.

C

op

yr

Lees wat de Zelfredzaamheidsradar inhoudt. Print deze vervolgens uit. Breng voor mevrouw Cornelissen de 15 aspecten van zelfredzaamheid in kaart die in de Zelfredzaamheidsradar worden genoemd. Als het niet lukt om het uit te printen mag je de aspecten ook zelf opschrijven en bij elk aspect een score aangeven. b. Bespreek de ingevulde zelfredzaamheidsradars klassikaal. c. Geef hierna voor de aspecten die slecht scoren suggesties voor verbetering.

24


Begeleiden van dementerenden in de intramurale zorg

Opdracht 3

Een activiteit organiseren Maak tweetallen. Jullie krijgen de opdracht om voor een cliëntengroep van een PG (psychogeriatrische)-afdeling een activiteit te organiseren voor cliënten die weinig bezoek krijgen. Dit zijn cliënten met een lichte of milde vorm van dementie.

Theoriebron Begeleiden van dementerenden in de intramurale zorg <

.v

.

Werk een concreet voorbeeld uit. Je kunt hierbij gebruikmaken van het Werkmodel Activiteitenplan om een activiteit te organiseren.

In dit voorbeeld laat je zien: • welke activiteit je gekozen hebt • waarom je deze gekozen hebt • wat je met de activiteit wilt bereiken • hoe de planning van de activiteit eruitziet • hoe je de activiteit gaat uitvoeren • hoe je door middel van een activiteit aandacht besteedt aan het mentale en lichamelijke welbevinden van de groep cliënten • hoe je aansluit op de mogelijkheden en beperkingen van de doelgroep • hoe je de activiteit gaat evalueren.

Opdracht 4

Ondersteunen bij participatie en inclusie

Lees onderdeel Participatie en inclusie van de Theoriebron

u'

a. Wat wordt er met de begrippen participatie en inclusie voor (demente) ouderen bedoeld?

Ed

Theoriebron Begeleiden van dementerenden in de intramurale zorg <

Ac t

ie

fb

Werkmodel Activiteitenplan een activiteit organiseren <

C

op

yr

ig

ht

b. Geef een voorbeeld hoe je bij een cliënt met dementie het begrip inclusie toepast.

25


Begeleiden van dementerenden in de intramurale zorg

Opdracht 5

.

Lees de informatie over de begeleidingsmethodieken in de Theoriebron en bekijk de verschillende werkmodellen over de begeleidingsmethodieken. Beschrijf in het kort wat de volgende specifieke begeleidingsmethodieken inhouden: Vraag a. Validation

.v

Theoriebron Begeleiden van dementerenden in de intramurale zorg <

Specifieke begeleidingsmethodieken

fb

Werkmodel Presentiebenadering < b. Presentiezorg

Ac t

d. Snoezelen

u'

Werkmodel Passiviteiten Dagelijks Leven (PDL) <

c. Reminiscentie

e. PDL Werkmodel Reminiscentie <

Ed

Werkmodel Snoezelen <

ie

Werkmodel Validation <

ht

Lees eerst de volgende casus:

ig

Casus Mevrouw Zucek

C

op

yr

Mevrouw Zucek is 86 jaar en heeft een lichte vorm van dementie. Mevrouw is zeer slechthorend, ziet beperkt en heeft een ernstige vorm van diabetes. Sinds de amputatie van haar onderbeen is mevrouw afhankelijk van een rolstoel. Mevrouw beheerst het Nederlands beperkt maar geeft wel steeds aan dat ze naar buiten wil. Mevrouw wil het liefst dat iemand haar hand vasthoudt. Mevrouw heeft regelmatig huilbuien.

26

Kies na het lezen van de casus een begeleidingsmethodiek uit die je volgens jou kunt toepassen op mevrouw Zucek. Maak hierbij gebruik van de Werkmodellen. Je mag ook meerdere methodieken kiezen. f. Geef aan waarom je deze methode hebt gekozen en hoe je met deze methode de situatie van deze cliĂŤnt op een positieve manier kunt beĂŻnvloeden.


Begeleiden van dementerenden in de intramurale zorg

Opdracht 6

.

.v

fb

Filmpje GPTV: Snoezelruimte in Talma Hûs Veenwouden <

Lees daarna de Theoriebron en daar vermelde werkmodellen van begeleidingsmethodieken door: • Werkmodel Presentietheorie • Werkmodel Validation • Werkmodel Snoezelen • Werkmodel Passiviteiten Dagelijks Leven (PDL) • Werkmodel Reminiscentie.

Schrijf vervolgens een script voor een situatie met een demente cliënt (en zijn naasten) die behoefte heeft aan extra begeleiding volgens een van de begeleidingsmethodieken. Maak daarbij gebruik van de Werkmodellen. Verdeel de rollen in het script en film jezelf als je het rollenspel uitspeelt. Presenteer je film in de groep.

ie

Filmpje Nostalgiekar <

Maak groepen van drie of vier studenten en bekijk eerst de filmpjes. Door het kijken van de filmpjes krijg je meer informatie over de toepassing van verschillende begeleidingsmethodieken in de praktijk.

Ac t

Filmpje Tillie van Asselt over haar ervaringen met Presentie <

Specifieke begeleidingsmethodieken in beeld verwoord

u'

Filmpje Video dementie in verpleeghuis <

yr

ig

Werkmodel Validation <

ht

Werkmodel Presentiebenadering <

Ed

Theoriebron Begeleiden van dementerenden in de intramurale zorg <

C

op

Werkmodel Snoezelen <

Werkmodel Passiviteiten Dagelijks Leven (PDL) < Werkmodel Reminiscentie <

27


Begeleiden van groepen

Begeleiden van groepen

.

Inleiding

fb

.v

In de intramurale zorg leven cliënten vaak (noodgedwongen) in groepen met elkaar. Dit heeft voor- en nadelen zowel voor de bewoners als de hulpverleners. Cliënten voelen zich minder eenzaam maar hebben ook weinig privacy. En hulpverleners moeten hun aandacht over iedereen verdelen. Daarnaast probeer je te zorgen voor een positief groepsklimaat.

Leerdoelen

ht

Ed

u'

Ac t

ie

Je kunt: • uitleggen wat een groep is en uitleggen wat groepsdynamica inhoudt • aangeven hoe je de groep op een positieve manier kunt beïnvloeden.

Samen plezier maken en bewegen in een groep.

Groepen

ig

Opdracht 1

Beantwoord de volgende vragen: a. Geef een definitie van de term ‘groep’.

C

op

yr

Theoriebron Begeleiden van groepen <

28

b. Tot welke groepen behoor jijzelf?


Begeleiden van groepen

Opdracht 2

ie

d. Waar denk je aan bij het woord ‘groepsdynamica’?

fb

.v

.

c. Beschrijf aan welke groep jij deelneemt. Beschrijf: • waarom je deelneemt aan deze groep • wat voor jou belangrijk is aan deze groep • wat de groep voor jou betekent en welke plek jij inneemt in de groep.

Begeleiden van groepen

Ac t

Kies het juiste woord. Groepsdynamica richt zich op het gedrag / de zorgvraag van mensen in groepen en de relaties tussen groepen onderling.

Theoriebron Begeleiden van groepen <

u'

Een netwerk van relaties tussen de groepsleden noemt men de groepsstructuur / groepscohesie.

Ed

Alle normen en waarden van groepsleden vormen samen de sfeer / de groepscultuur in een groep. Wanneer er een wij-gevoel heerst binnen een groep, heeft een groep een lage / hoge cohesie. In een groep met een positief groepsklimaat kunnen ook conflicten zijn / zijn geen conflicten.

Maak tweetallen. Jullie maken een poster met daarop de groepsnormen van jullie eigen groep. a. Bekijk en bespreek de poster met een ander tweetal. Welke verschillen zijn jullie opgevallen?

yr

ig

Theoriebron Begeleiden van groepen <

Poster maken en Groepsrollen

ht

Opdracht 3

C

op

Beantwoord vervolgens in tweetallen de volgende vragen. b. Welke verschillende groepsrollen zijn er?

Opdracht 4

c. Welke rollen zien jullie terug in jullie eigen groep?

Groepen en dementie Zoek op internet in tweetallen informatie op over het begeleiden van groepen demente ouderen. Probeer een antwoord te vinden op onderstaande vragen: a. Wat wordt er vaak genoemd als het over deze doelgroep gaat?

29


Begeleiden van groepen

.v

.

b. Wat is er de afgelopen jaren veranderd ten aanzien van deze groepen?

Maak tweetallen. Lees onderdeel Actie ondernemen bij pesten van de Theoriebron. Hoe wordt er op jullie huidige en/of vorige stageplek in de intramurale zorg voor dementerenden, ouderen of cliĂŤnten met een lichamelijke beperking omgegaan met pesten?

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Theoriebron Begeleiden van groepen <

Pesten

Ac t

Opdracht 5

ie

fb

c. Op welke manier kun je groepen demente ouderen op een positieve manier beĂŻnvloeden?

30


Domotica in de intramurale zorg

.

Domotica in de intramurale zorg

.v

Inleiding

ie

fb

De laatste jaren komen er steeds meer ĂŠn betere ICT-hulpmiddelen op de markt om op afstand zorg te bieden. Domotica wordt niet alleen ingezet om mensen met een beperking, dementie of chronische ziekte langer zelfstandig te laten wonen maar ook voor ondersteuning in de intramurale zorg.

Leerdoelen

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

Je kunt: • uitleggen wat domotica is • uitleggen welke rol domotica in de intramurale zorg speelt.

Zelfredzaamheid behouden door domotica.

C

op

Opdracht 1

Theoriebron Domotica in de intramurale zorg <

Domotica a. Wat is domotica?

b. Ken je zelf mensen die gebruikmaken van domotica?

31


Domotica in de intramurale zorg

c. Denk je dat domotica ooit de hulpverleners kan vervangen? Waarom denk je dit?

.

Functiewijzers voor domotica

.v

Opdracht 2

Lees de Theoriebron.

Theoriebron Domotica in de intramurale zorg <

fb

Vilans heeft verschillende functiewijzers voor domotica ontwikkeld. Bijvoorbeeld de ‘Functiewijzer Domotica voor dementiezorg’ en ‘Functiewijzer domotica voor somatische zorg’.

Website Vilans <

ie

Maak tweetallen. Zoek een van de functiewijzers op van de doelgroep zorg die je het meest aanspreekt. Gebruik hiervoor de Website Vilans.

Ac t

Kies uit een van de Functiewijzers een functie (vorm van domotica) die je het meest handig lijkt om in te zetten in de intramurale zorg voor een denkbeeldige cliënt (of iemand die je kent of ooit hebt verzorgd). Beschrijf kort de situatie van deze cliënt.

Lees het Artikel Zorgrobot ZORA heeft positief effect. a. Bedenk samen twee voor- en nadelen van het gebruik van een zorgrobot.

ig

ht

Artikel Zorgrobot ZORA heeft positief effect <

Zorgrobot ZORA

Ed

Opdracht 3

u'

Geef vervolgens aan: • wat voor product het is • onder welke functiegroep van domotica het valt • hoe je dit voor de cliënt die je hebt uitgekozen gaat inzetten. Beschrijf dit op een A4 en lever dit in bij je docent.

C

op

yr

b. Denken jullie dat de zorgrobot voor alle cliënten inzetbaar is? Leg je antwoord uit.

32

c. Vinden jullie dat hulpverleners verplicht moet worden om met de robots te werken? Waarom vinden jullie dit?


Domotica in de intramurale zorg

Opdracht 4

.

Denk hierbij aan een goede opbouw met confrontatie, opening, argumenten en afsluiting. Houd je aan de spelregels. Denk aan de doelstelling van de discussie.

Bespreek in tweetallen wat je van deze discussie geleerd hebt.

.v

• • •

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

Werkmodel Discussie <

Voer een discussie met als thema: Domotica de nieuwe zorgverleners van de toekomst? Maak hierbij gebruik van het Werkmodel Discussie.

fb

Theoriebron Domotica in de intramurale zorg <

Discussie over domotica

33


Reflectievragen

Reflectievragen Opdracht 1

Reflectie op de lesstof

fb

.v

.

a. Wat heb je allemaal geleerd? Noem drie dingen.

ie

b. Wat wist je al?

Opdracht 2

Kritisch en creatief denken

Ac t

c. Wat ga je in de toekomst in jouw werk gebruiken?

Ed

u'

a. Kijk je naar verschillende mogelijkheden als dingen niet in één keer lukken? Noem een voorbeeld.

b. Kom jij voor jouw mening uit als de situatie dat vraagt? Noem één voorbeeld.

ig

ht

c. Heb jij het uiterste uit jezelf gehaald bij de opdrachten? Noem één voorbeeld.

Opdracht 3

Zelfregulatie en zelfsturing

C

op

yr

a. Heb je een goede planning gemaakt? Geef hiervan één voorbeeld.

34

b. Heb je de goede bronnen en materialen gebruikt? Geef hiervan één voorbeeld.

c. Ben je goed omgegaan met feedback? Geef hiervan één voorbeeld: hoe heb je gereageerd?


Reflectievragen

Opdracht 4

Samenwerken

.

a. Heb jij bijgedragen aan een goede sfeer in de groep? Geef hiervan één voorbeeld.

fb

.v

b. Hebben jullie als groep goede afspraken gemaakt? Geef één voorbeeld van een goede afspraak.

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

c. Kun je goed met andere mensen omgaan, ook al zijn ze anders dan jij? Geef hiervan één voorbeeld.

35


Theoriebron Intramurale zorg voor dementerenden, ouderen en cliënten met een lichamelijke beperking

fb

.v

.

Theoriebron Intramurale zorg voor dementerenden, ouderen en cliënten met een lichamelijke beperking

ie

Inleiding

Ac t

Intramurale zorg betreft de zorg die cliënten ontvangen gedurende een onafgebroken verblijf in een instelling of zorgcentrum. Om deze zorg betaalbaar te houden, is de wetgeving aangepast en kunnen alleen cliënten die echt niet meer thuis kunnen blijven met hulp van hun naasten worden opgenomen. Ondanks de toegenomen zorgzwaarte staat ook de kwaliteit van zorg voor de intramurale cliënt centraal. Dit is onder andere vastgelegd in het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg.

u'

Wat is de betekenis van intramurale zorg?

yr

ig

ht

Ed

De afgelopen jaren is de intramurale zorg voor ouderen, dementerenden en cliënten met een lichamelijke beperking ingrijpend veranderd, zowel voor de cliënt als de hulpverlener en zorgorganisaties. Om de zorg financieel betaalbaar te houden, hebben er veranderingen plaatsgevonden in wie wat wanneer vergoed krijgt en wie hier verantwoordelijk voor is. Er wordt meer van cliënten zelf en hun naasten verwacht. Gemeenten hebben een grotere rol gekregen in het organiseren van de zorg. Zorgorganisaties doen de komende jaren meer met minder: zij voorzien met minder financiële middelen en personeel in een grotere en stijgende zorgvraag. Er is veel minder intramurale zorgverlening, maar de zorgzwaarte van mensen die intramurale zorg ontvangen is groter. Alleen cliënten met een vergevorderd stadium van dementie of zeer ernstige lichamelijke beperkingen na bijvoorbeeld hersenletsel worden nog opgenomen. Aanbieders werken in netwerken samen met gemeentes, zorgverzekeraars en andere aanbieders. Dit vraagt om onderhandeling, gezamenlijke afspraken en vertrouwen.

C

op

Nieuwe woonvormen

36

Een nieuwere vorm van intramurale zorg is het kleinschalig wonen voor dementerende ouderen. Deze woonvorm sluit zo veel mogelijk aan bij de (vertrouwde) gezinssituatie. In de woongroep wordt integrale zorg verleend. Dat betekent dat het woongroepteam verantwoordelijk is voor de totale zorg en begeleiding aan de cliënten van de woongroep. Voor cliënten met een lichamelijke handicap zijn er Fokusprojecten opgezet. Een Fokuswoning is een aangepaste, rolstoeldoorgankelijke en gelijkvloerse woning met extra oppervlakte. Er zijn diverse Fokuswoningen, bijvoorbeeld een eengezinswoning of een woning in een appartementencomplex. De woningen hebben meestal drie of vier kamers, zodat cliënten er ook met partner, gezin of een huisdier kunnen wonen.


Ac t

ie

fb

.v

.

Theoriebron Intramurale zorg voor dementerenden, ouderen en cliënten met een lichamelijke beperking

u'

Opvang van mensen in de intramurale zorg.

De cliënt centraal in de intramurale zorg

ig

ht

Ed

De opvattingen over hoe goede zorg eruitziet zijn aan het veranderen: zelfredzaamheid en eigen regie van cliënten worden steeds meer gezien als elementen die bijdragen aan kwaliteit van leven. Hierbij wordt de cliënt steeds meer centraal gesteld. Er wordt uitgegaan van de kracht en mogelijkheden van de cliënt en zijn naasten. Vraaggerichte zorg sluit aan bij de vragen van de cliënt. Dikwijls zijn dit andere vragen dan de lichamelijke zorgbehoeftes. Of de vragen gaan erover hoe iemand ondanks die lichamelijke zorgbehoeftes toch een 'gewoon' leven kan leiden. Dus wat kan iemand ondanks een handicap of beperking? Het centraal stellen van de cliënt zie je ook goed terug in het begrip positieve gezondheid. Hierbij wordt gezondheid niet meer gezien als de af- of aanwezigheid van ziekte, maar als het vermogen van mensen om met de fysieke, emotionele en sociale levensuitdagingen om te gaan en zo veel mogelijk eigen regie te voeren.

C

op

yr

Eigen regie Eigen regie gaat om het zelf beslissen over je leven en zorg en ondersteuning daarbij. Het gaat om het vast kunnen houden van je eigen leven op een manier die bij je past, juist ook als het moeilijk wordt. Eigen regie gaat om de volgende vier aspecten: 1. uitgaan van het positieve Wat kan ik wel als cliënt, waar ligt mijn kracht? 2. de cliënt versterken door inzicht in zijn eigen drijfveren en situatie Op welke gebieden gaat het goed, op welke gebieden gaat het niet zo goed, wat wil ik nog of weer graag kunnen doen? 3. de zeggenschap over ondersteuning en hulp zo veel mogelijk bij de cliënt laten Wat wil ik met mijn leven, waar wil ik aan werken, welke hulp heb ik daarbij nodig en hoe wil ik dat die hulp eruit ziet? 4. het versterken en inschakelen van informele en sociale netwerken.

37


Theoriebron Intramurale zorg voor dementerenden, ouderen en cliënten met een lichamelijke beperking

Vraaggerichte zorg

Ac t

Positieve gezondheid

ie

fb

.v

.

Vraaggericht werken betekent: • aandacht en zorgzaamheid voor cliënten op alle levensdomeinen: oog en gevoel hebben voor waar het leven van de cliënt om draaitWat is belangrijk voor deze cliënt? Wat zou hij graag willen, waar hoopt hij op en waar heeft hij plezier in? Welke zorgen en problemen heeft hij en wat betekent het voor hem om problemen met de gezondheid te hebben en afhankelijk te worden van de hulp van anderen? Pas in een goede zorgrelatie tussen cliënt en hulpverlener kunnen zulke persoonlijke zaken geleidelijk naar voren komen. • het kunnen signaleren van gezondheidsrisico's van cliënten en daarnaar handelen: kennis hebben van bijbehorende richtlijnen en die op zo'n manier toepassen dat het bijdraagt aan de kwaliteit van leven van de cliënt Het zorgleefplan ondersteunt professionals vraaggericht te werken. De regie over zijn eigen leven is en blijft bij de cliënt. Cliënt en hulpverlener maken samen een zorgleefplan.

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

In deze visie, van Machteld Huber, gaat het om het vermogen om met veranderende omstandigheden te kunnen omgaan. Hierbij staat de cliënt centraal en ligt de nadruk op wat iemand nog wel kan in plaats van wat er niet meer gaat. Huber onderscheidt in haar visie zes gezondheidsdimensies om het ‘gezondheidswelzijn’ te meten: • lichaamsfuncties: medische feiten en waarnemingen, fysiek functioneren, klachten en pijn, energie • mentale functies en -beleving: cognitief functioneren, emotionele toestand, eigenwaarde/zelfrespect, gevoel controle te hebben, zelfmanagement en eigen regie, veerkracht • spiritueel/existentiële dimensie: zingeving, doelen/idealen nastreven, toekomstperspectief, acceptatie • kwaliteit van leven: welbevinden, geluk beleven, genieten, ervaren gezondheid, lekker in je vel zitten, levenslust, balans • sociaal maatschappelijke participatie: sociale en communicatieve vaardigheden, betekenisvolle relaties, sociale contacten, geaccepteerd worden, maatschappelijke betrokkenheid, betekenisvol werk • dagelijks functioneren: Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL), gezondheidsbewustzijn, lichamelijk en geestelijk in staat zijn om huidig werk uit te voeren.

38

Kwaliteit van zorg en leven in de intramurale zorg Om de kwaliteit van zorg in de intramurale setting te kunnen bewaken zijn er verschillende instrumenten ontwikkeld. Een van de belangrijkste is het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg. In het kwaliteitskader wordt beschreven wat cliënten en hun naasten mogen verwachten van verpleeghuiszorg. Het vormt de wettelijke basis voor de kwaliteit van de verpleeghuiszorg. Het instrument is bedoeld om van te leren, de zorg te verbeteren en het vertrouwen te herstellen. Uitgangspunt is dat kwaliteit van verpleeghuiszorg iets is voor en van de mensen in de sector. Het document wordt ook gebruikt om toezicht op de zorg te kunnen houden.


Theoriebron Intramurale zorg voor dementerenden, ouderen en cliënten met een lichamelijke beperking

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

fb

.v

.

Het Kwaliteitskader benadrukt de cliënt als uitgangspunt bij de zorg en dienstverlening. Het stuurt aan op het leveren van maatwerk en bevordert daarmee dat de zorg wordt afgestemd op de individuele situatie en behoefte van de cliënt. Afspraken hierover worden vastgelegd in het zorgleefplan.

39


fb

Inleiding

.v

Theoriebron Zorg en ondersteuning in de intramurale zorg

.

Theoriebron Zorg en ondersteuning in de intramurale zorg

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

Zorg voor mensen die in een instelling wonen, wordt zorg met verblijf of intramurale zorg genoemd. Een deel van deze (langdurige) zorg wordt geleverd door verpleeghuizen en verzorgingshuizen. Voor cliĂŤnten met een lichamelijke handicap die niet geheel zelfstandig kunnen functioneren door bijvoorbeeld niet-aangeboren hersenletsel zijn er ook nog andere woonvormen zoals kleinschalig groepswonen. Met de invoering van nieuwe wetgeving wordt geprobeerd de kosten voor de intramurale zorg flink terug te dringen.

De nieuwe wetgeving heeft grote invloed op de herinrichting van de intramurale zorg.

Organisatie en financiering van de intramurale zorg Langdurige zorg is zorg voor mensen die langere tijd zorg nodig hebben. Dit zijn ouderen, chronisch zieken, gehandicapten en mensen met langdurige psychische problemen. Langdurige zorg is anders dan curatieve zorg, die gericht is op genezing en daardoor anders van aard is en meestal korter van duur. Curatieve zorg is bijvoorbeeld een opname in een ziekenhuis.

40


Theoriebron Zorg en ondersteuning in de intramurale zorg

.v

.

Langdurige zorg wordt ook wel ‘care’ genoemd, curatieve zorg ‘cure’. Vanaf 2015 wordt zorg voor personen die blijvend behoefte hebben aan permanent toezicht of 24 uur per dag zorg in de nabijheid voor een deel vergoed uit de Wet Langdurige Zorg (Wlz). Bij zorg vanuit de Wlz gaat het met name om zorg met verblijf in een instelling. Naast deze vergoeding zijn cliënten een eigen bijdrage verschuldigd. Deze eigen bijdrage is een landelijk verplichte regeling, die is vastgesteld door het ministerie. Het Centraal Administratie Kantoor (CAK) voert deze regeling uit.

fb

Wmo

Ac t

ie

Naast de Wlz is er nog een andere wet die de overige langdurige zorg financiert, namelijk: De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2015 regelt dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor de ondersteuning van mensen die niet zelfredzaam zijn. Ten opzichte van de Wmo hebben gemeenten in de Wmo 2015 extra taken gekregen zoals het organiseren van begeleiding en dagbesteding. Huishoudelijke verzorging blijft vanaf 2015 de verantwoordelijkheid van gemeenten en wordt gefinancierd uit de Wmo 2015. Gemeenten mogen voor de ondersteuning die zij bieden een eigen bijdrage vragen. Iedere gemeente organiseert de toegang tot ondersteuning op zijn eigen manier. Sommige gemeenten kiezen voor het Wmo-loket. Veel gemeenten kiezen sociale wijkteams waar mensen terechtkunnen met hun hulpvraag. Wat het wijkteam precies doet, verschilt per gemeente.

u'

Doelstellingen van verschillende woonvormen

ht

Ed

Voor wie is een verpleeghuis? Als iemand intensieve zorg of medische behandelingen nodig heeft, kan hij (tijdelijk) wonen in een verpleeghuis. Bijvoorbeeld als iemand: • door ernstige lichamelijke beperkingen zware medische behandelingen nodig heeft • door een chronische ziekte veel zorg nodig heeft, bijvoorbeeld door MS, hersenletsel of dementie • na een ziekenhuisopname tijdelijk veel verzorging en/of verpleging nodig heeft • na een ongeluk, een grote operatie of een beroerte moet revalideren.

ig

Mensen van alle leeftijden kunnen wonen in een verpleeghuis. In sommige verpleeghuizen wonen alleen bepaalde groepen cliënten, bijvoorbeeld mensen met dementie. Mensen kunnen ook tijdelijk in een verpleeghuis opgenomen worden, bijvoorbeeld om te herstellen van een operatie. Men noemt dit eerstelijns verblijf.

C

op

yr

Er worden in een verpleeghuis ook mensen opgenomen die heel ernstig ziek zijn en in de laatste fase van hun leven verkeren. Zij hebben intensieve verzorging nodig die thuis niet (meer) gegeven kan worden. Dit wordt ook palliatieve zorg genoemd. In verzorgingshuizen of -centra wonen cliënten vaak zelfstandig met de mogelijkheid op hulp in de dagelijkse verzorging en verpleging. In geval van nood kunnen ze via het oproepsysteem iemand alarmeren.

Multidisciplinair team In de intramurale zorg werken verschillende disciplines met elkaar samen. Dit wordt het multidisciplinair team genoemd. De zorg is erop gericht mensen weer zo veel mogelijk zelfstandig te laten functioneren, eventueel met behulp van een hulpmiddel. Dit kan via dagbehandeling, tijdelijke of permanente opname in het verpleeghuis.

41


Theoriebron Zorg en ondersteuning in de intramurale zorg

fb

.v

.

In het verpleeghuis (of de verpleegunit) ontvangt een cliënt, naast verzorging en verpleging, ook begeleiding en behandeling. Een multidisciplinair team kan bestaan uit specialist ouderengeneeskunde (voorheen verpleeghuisarts), verpleegkundig specialisten, verpleegkundigen, verzorgenden, activiteitenbegeleiders, maatschappelijk werkers, logopedisten, een fysiotherapeut, revalidatieartsen, een ergotherapeut en psycholoog. Zij zorgen ervoor dat de cliënt de zorg ontvangt die is vastgelegd in het zorgleefplan. Tijdens het Multi Disciplinair Overleg (MDO) bespreken de verschillende zorgverleners de gezondheidssituatie en het zorgleefplan van de cliënt. Bij veranderingen wordt het zorgleefplan aangepast.

Ketenzorg

u'

Ac t

ie

Bij de behandeling van cliënten met een chronische ziekte zijn verschillende zorgverleners uit verschillende disciplines betrokken. Bij ketenzorg bundelen al die zorgverleners hun krachten, met één gezamenlijk doel: de kwaliteit van leven van cliënten verbeteren. Zorgverleners kijken over de muren van hun praktijk of instelling heen en stemmen de zorg af op de behoeften van de cliënt. Ze werken samen in de organisatie en uitvoering van de zorg en brengen hierin samenhang. Aangesloten zorgverleners hebben meestal toegang tot een Ketenzorg Informatiesysteem. Zij leggen hierin alle informatie die te maken heeft met de chronische ziekte digitaal vast. In het systeem kunnen ze van elkaar zien wat een collega heeft gedaan, welk advies is gegeven, wat de meetwaarden zijn en aan welke doelen iemand wil werken.

Ed

Multidisciplinaire team de toekomst

ig

ht

Onderzoek van de Inspectie voor de gezondheidszorg (IGZ) laat zien dat de kennis, vaardigheden en beschikbaarheid van medewerkers in verpleeghuizen niet passen bij de zorgbehoefte van cliënten. De overheid wil dat alle Nederlandse verpleeghuizen liefdevolle zorg bieden door hulpverleners die trots zijn op hun werk. De zorginstelling moet zorgen voor een goede mix van personeel met de juiste opleiding en ervaring en voldoende aandacht voor de mensen. En dat er altijd iemand is die een cliënt echt kent. Dit is vastgelegd in een leidraad voor verpleeghuizen. Daarmee wil de overheid vanaf 2017 de kwaliteit van leven voor cliënten van een verpleeghuis verbeteren.

yr

Kwaliteit in de intramurale zorg

C

op

Website Kiesbeter < Website Zorgkaart Nederland <

42

De overheid heeft het plan Waardigheid en Trots opgesteld om de verpleeghuiszorg te verbeteren. Uitgangspunt van het plan is liefdevolle zorg voor ouderen waarbij waardigheid en trots centraal staan. De plannen richten zich op de relatie tussen de cliënt, zijn naasten en de professional. De twee belangrijkste redenen om de zorg te verbeteren zijn: • Mensen komen op steeds hogere leeftijd in een verpleeghuis. Daardoor is de zorgvraag van de cliënt zwaarder en complexer. • Nieuwe generaties ouderen hebben andere wensen en verwachtingen van de zorg. De kwaliteit van de verpleeghuiszorg zal voor iedereen beter zichtbaar worden. De ervaringen van cliënten (en hun naasten) komen op internet te staan. Vanaf 2017 is per verpleeghuis te zien hoe dit verpleeghuis presteert. Het gaat dan bijvoorbeeld om medicatieveiligheid, overleg met de oudere en familie, het sturen op kwaliteit en de deskundigheid van het personeel. De informatie vind je terug op de Website Kiesbeter en de Website Zorgkaart Nederland.


Theoriebron Zorg en ondersteuning in de intramurale zorg

Kwaliteit van hulpverleners

fb

.v

.

Een van de punten die in het plan Waardigheid en Trots wordt genoemd is het ontwikkelen van een leidraad voor de hulpverleners. In deze leidraad wordt aangegeven hoeveel personeel met welke opleiding, deskundigheid of competentie moet worden ingezet bij een groep cliënten om verantwoorde en cliëntgerichte zorg doelmatig te kunnen leveren. In het verleden ging het vaak om goede zorg en veilige zorg. Uiteraard is dat nog steeds belangrijk, maar er is een element aan toegevoegd. Waardige en liefdevolle zorg kan alleen worden verleend door professionals die de cliënt en zijn levensgeschiedenis kennen. Professionals die weten wat belangrijk is voor de cliënt en die dat kunnen vertalen in het dagelijkse contact met de cliënt.

Ac t

ie

Verbeteren van de kwaliteit door de PDCA-cyclus

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Een van de manieren waarop je de kwaliteit van zorg kunt verbeteren is door de PDCA-cyclus (ook wel ‘Deming cirkel’) toe te passen. De cyclus bestaat uit de vier herhalende stappen Plan, Do, Check en Act. 1. Plan Stel een helder en haalbaar doel. Bedenk goed voor jezelf hoe en wanneer je het doel wilt bereiken. 2. Do Ga aan de slag zodat je de doelen die je gesteld hebt ook bereikt. Acties die je kunt ondernemen zijn het volgen van een training of bijscholing of het extra oefenen van een handeling. 3. Check Onderzoek hoe het staat met je doelen. Is de aanpak en de planning die je bedacht had goed of zijn andere acties nodig om je doel te behalen? 4. Act Nadat je stil hebt gestaan bij het doel dat je jezelf gesteld hebt, eventueel je doel en/of acties hebt aangepast, ga je weer verder tot je het doel behaald hebt.

43


.v

Theoriebron Welke intramurale zorg voor welke doelgroep?

.

Theoriebron Welke intramurale zorg voor welke doelgroep?

fb

Inleiding

Ac t

ie

Er is steeds meer gespecialiseerde hulp beschikbaar voor cliënten met dementie, ouderen en cliënten met een lichamelijke beperking die thuis wonen. Maar in een aantal gevallen is er toch een opname nodig. Naast tijdelijke opnames om de mantelzorg te ontlasten hebben sommige cliënten 24 uur per dag zorg of toezicht nodig en worden ze, na een indicatie van het CIZ, permanent opgenomen. Eenmaal opgenomen wordt de wijkgerichte aanpak die cliënten thuis gewend waren vaak voortgezet in de intramurale zorg.

Van thuiszorg naar intramurale zorg

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Cliënten blijven, onder andere door het wijkgericht werken, steeds langer thuis wonen vaak met hulp van mantelzorg en thuiszorg. Maar de groep mensen die thuis zorg nodig heeft, vraagt steeds meer van de hulpverleners. De gemeente is vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) verplicht ondersteuning te bieden aan mensen die het huishouden niet (helemaal) zelf kunnen doen. In een onderzoek (het ‘keukentafelgesprek’) stelt de gemeente vast welke hulp nodig is. Voor ondersteuning vanuit de Wmo moet een eigen bijdrage worden betaald die inkomensafhankelijk is. Daarnaast kan er met behulp van de Wlz hulp geboden worden in de vorm van verpleging en lichamelijke verzorging. Als dit nodig is, kan iemand contact opnemen met een thuiszorgorganisatie om de mogelijkheden te bespreken. De wijkverpleegkundige stelt de indicatie en regelt dat iemand zorg krijgt. Verpleging en verzorging zit in het basispakket en wordt vergoed door de zorgverzekeraar.

Mensen blijven zo lang mogelijk thuis wonen, maar soms wordt het te veel.

44


Theoriebron Welke intramurale zorg voor welke doelgroep?

Respijtzorg In sommige gevallen maken mantelzorgers van dementerende cliënten gebruik van extramurale dagbesteding of logeeropvang om zelf even op adem te kunnen komen. Dit wordt respijt of respijtzorg genoemd. Er zijn verschillende manieren om de zorg met anderen te delen. Dit kan met mensen in de directe omgeving, door vrijwilligers, incidenteel of structureel thuis of buitenshuis. Welke zorg iemand kiest hangt af van de wensen en de wensen van degene wordt verzorgd. Voor bepaalde vormen van zorg zijn indicaties mogelijk en soms vergoedt de zorgverzekeraar ook een aantal uur opvang. Op de Website van Mezzo staat een voorbeeld van iemand die wordt opgenomen voor respijtzorg.

fb

.v

.

Website Mezzo <

ie

Wijkgericht werken in de intramurale zorg

Ed

u'

Ac t

Mensen wonen steeds langer thuis, waarbij een groter beroep gedaan wordt op hun eigen netwerk en sociale omgeving. In veel gemeentes zijn sociale wijkteams opgestart. De samenstelling van de wijkteams kan per wijk/plaats verschillen, afhankelijk van de hulp/zorgvraag in de desbetreffende wijk. De wijkteams zijn het eerste aanspreekpunt voor de zorg, ondersteuning en activering. De hulpverleners van het wijkteam werken samen met collega’s van verschillende organisaties, mantelzorgers en vrijwilligers. Hierdoor worden de formele en de informelere zorg gecombineerd. Bij complexe problematiek wordt gewerkt volgens het volgende principe: één gezin, één plan, één regisseur. Daarnaast ontstaan steeds vaker verschillende samenwerkingsvormen en netwerken, bijvoorbeeld op het gebied van dementie en gehandicaptenzorg. Ook openen de aanwezige zorgcentra steeds vaker hun deuren voor omwonenden en organiseren ze activiteiten zoals kaarten of biljarten en kunnen mensen ook gebruik maken van het aanwezige restaurant. Mensen die thuis wonen kunnen via een WMO-indicatie deelnemen aan de dagbesteding die vaak georganiseerd wordt door een zorgcentrum.

ig

ht

Cliënten en hun ondersteuningsbehoefte in de intramurale zorg

C

op

yr

Ouderen leven steeds langer maar kampen wel met de nodige problemen. Het aantal cliënten met chronische ziekten die grote negatieve invloed op de kwaliteit van leven opleveren neemt toe, vooral vanaf de leeftijd van 70 jaar. Het grootste deel van cliënten die gebruikmaken van de Wlz bestaat uit vrouwelijke cliënten tussen 80 en 90 jaar. Vrouwen worden gemiddeld ouder dan mannen. De ontwikkeling in zorgvraag wordt onder andere bepaald door de aanwezigheid en ontwikkeling van bepaalde ziektebeelden. Het RIVM heeft een top tien opgesteld van aandoeningen die het grootste verlies aan gezonde levensjaren en hiermee het grootste verlies in kwaliteit van leven als gevolg hebben. Deze top tien ziet er als volgt uit: 1. coronaire hartziekten (aandoeningen waarbij de bloedvoorziening van de hartspier gedeeltelijk of geheel is afgesloten). 2. diabetes mellitus (aandoening waarbij er te veel glucose (suiker) in het bloed aanwezig is). 3. beroerte 4. artrose 5. COPD (Chronische Obstructieve Longziekte) 6. gehoorstoornissen 7. dementie

45


Theoriebron Welke intramurale zorg voor welke doelgroep?

8. nek- en rugklachten 9. gezichtsstoornissen 10. hartritmestoornissen.

fb

Lichamelijke beperkingen of handicap

.v

.

De meest voorkomende aandoeningen in de intramurale zorg kunnen worden opgedeeld in lichamelijke beperking of handicap en psychogeriatrische aandoeningen.

u'

Ac t

ie

Een lichamelijke beperking is een verzamelnaam voor motorische handicaps, zintuiglijke handicaps en chronische handicaps. Bij motorische handicaps is sprake van een houdings- en bewegingshandicap en/of stoornissen in het bewegen. Dit kan gaan om een verlamming maar ook om stoornissen in de samenwerking van de spieren, misvormingen en spierziekten. Voorbeelden van een motorische handicap zijn de ziekte van Parkinson (hersenaandoening waarbij een kleine groep cellen in de hersenen beschadigt en afsterft), ziekte van Duchenne (erfelijke aandoening waarbij de spieren steeds meer verzwakken) of een dwarslaesie. Bij zintuiglijke handicaps gaat het om mensen met een beperking in de zintuiglijke waarneming. Dit betekent niet goed kunnen zien, horen, ruiken, voelen of proeven. Sommige mensen worden doof of blind geboren, maar mensen kunnen ook door een ongeluk, ouderdom of ziekte hun vermogen om te zien of horen verliezen. Mensen met een chronische handicap hebben een orgaan dat niet goed meer functioneert. Dit kunnen bijvoorbeeld een slecht functionerende lever, hart, nieren of longen zijn. Astma en suikerziekte zijn veelvoorkomende chronische handicaps.

Ed

Psychogeriatrische aandoeningen

C

op

yr

ig

ht

Een psychogeriatrische aandoening is een ziekte, aandoening of stoornis in of van de hersenen (mede) als gevolg van ouderdom. Deze aandoeningen gaan vaak gepaard met aantasting van het denkvermogen, gevoelsleven, intellect en het geheugen. Soms is er ook sprake van een afname van motorische functies en een vermindering van de sociale redzaamheid. Oorzaak van de psychogeriatrische aandoening zijn de verschillende vormen van dementie. • Dementie van het Alzheimertype heeft een geleidelijk verloop met achteruitgang van inprenting en kortetermijngeheugen en desoriëntatie in de eerste fase. • Bij fronto-temporale dementie kan er sprake zijn van ontremd gedrag, stoornissen in het overzicht- en planningsvermogen, verlies van controle over impulsen en dwangmatig gedrag. • Lewy-Body dementie heeft een snel verloop waarbij de cognitieve toestand wisselt van dag tot dag. Andere kenmerken zijn achteruitgang in geheugen, verhoogde spierstijfheid en er kunnen hallucinaties voorkomen. • Vasculaire dementie verloopt schoksgewijs met traagheid in denken, handelen en de motoriek, wisseling in het functioneren.

46

Indicatie Als iemand blijvend 24 uur per dag zorg of toezicht nodig heeft, kan hij een indicatie aanvragen voor de Wet langdurige zorg (Wlz) bij het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ). Het CIZ kijkt of iemand voldoet aan de voorwaarden voor de Wlz. Het CIZ stelt een aantal eisen aan een aanvraag. Er moeten gegevens over de zorgverzekeraar, (medische) gegevens over de situatie van een cliënt en een handtekening worden aangeleverd.


Theoriebron Welke intramurale zorg voor welke doelgroep?

Indicatietraject

fb

.v

.

Nadat een aanvraag is ingediend bij het CIZ, ontvangt iemand (in principe) binnen zes weken een besluit. Soms is er nog extra informatie nodig om de aanvraag goed te beoordelen. Het CIZ belt vervolgens met de aanvrager of maakt een afspraak voor een huisbezoek. Hierna ontvangt de aanvrager het indicatiebesluit per brief. Daarin staat op welke zorg iemand recht heeft en waarom. Deze informatie wordt doorgegeven aan het zorgkantoor. Als er meer zorg nodig is dan in het best passende zorgprofiel beschikbaar is, kan het CIZ het zorgkantoor vragen onderzoek te doen naar ‘meerzorg’. Deze regeling is bedoeld om extra zorg voor cliënten met een zeer intensieve zorgvraag te financieren. Er is sprake van een zeer intensieve zorgvraag als de totale zorgvraag van de cliënt uitstijgt boven de zorg die de cliënt krijgt op basis van het geïndiceerde zorgprofiel (ZZP).

ie

Zorgprofiel

Ac t

Niet iedereen met een Wlz-indicatie heeft dezelfde soort en hoeveelheid zorg nodig. Daarom bestaan er zorgprofielen, voorheen ook zorgzwaartepakketten (ZZP's) genoemd. Een zorgprofiel geeft aan wat voor zorg iemand nodig heeft. De profielen hebben nu namen, maar waren tot 2015 genummerd. Een zorgprofiel is een globale omschrijving van de zorgbehoefte.

ht

Ed

u'

Het CIZ indiceert het zorgprofiel dat het best past bij de ziekte of aandoening en de beperkingen die daaruit voortkomen. Er zijn verschillende reeksen zorgprofielen. Er zijn zorgprofielen voor: • Verpleging en Verzorging (V&V) • Verstandelijk Gehandicapt (VG) • Licht Verstandelijk Gehandicapt (LVG) • Sterk Gedragsgestoord Licht Verstandelijk Gehandicapt (SGLVG) • Lichamelijk Gehandicapt (LG) • Zintuiglijk Gehandicapt Auditief (ZGaud) en Visueel (ZGvis) • Geestelijke gezondheidszorg (GGZ): GGZ-B (verblijf vanwege behandeling).

yr

ig

Profielen voor intramurale zorg dementerenden, ouderen en cliënten met een lichamelijke beperking

C

op

De profielen voor deze doelgroep zien er als volgt uit: Verpleging en Verzorging (VV):

Nummer zorgprofiel

Naam zorgprofiel Sector Verpleging en Verzorging (VV)

VV4

VV Beschut wonen met intensieve begeleiding en uitgebreide verzorging

VV5

VV Beschermd wonen met intensieve dementiezorg

47


Theoriebron Welke intramurale zorg voor welke doelgroep?

Naam zorgprofiel

VV6

VV Beschermd wonen met intensieve verzorging en verpleging

VV7

VV Beschermd wonen met zeer intensieve zorg, vanwege specifieke aandoeningen, met de nadruk op begeleiding

VV8

VV 8

VV9

VV Herstelgerichte behandeling met verpleging en verzorging

VV10

VV Beschermd verblijf met intensieve palliatief-terminale zorg

.

Nummer zorgprofiel

fb

.v

VV Beschermd wonen met zeer intensieve zorg, vanwege specifieke aandoeningen, met de nadruk op verzorging/verpleging

Lichamelijk Gehandicaptenzorg (LG)

ie

Bron: Zorgkantoor-zorgzekerheid.nl.

Ac t

Sector Lichamelijk Gehandicaptenzorg (LG)

LG Wonen met enige begeleiding en enige verzorging (2015)

LG2

LG Wonen met begeleiding en enige verzorging

LG3

LG Wonen met enige begeleiding en verzorging (2015)

LG4

LG Wonen met begeleiding en verzorging

LG5

LG Wonen met begeleiding en intensieve verzorging

LG6

LG Wonen met intensieve begeleiding en intensieve verzorging

Ed

LG7

u'

LG1

LG Wonen met zeer intensieve begeleiding en zeer intensieve verzorging

C

op

yr

ig

ht

Bron: Zorgkantoor-zorgzekerheid.nl.

48


Theoriebron Begeleiden van dementerenden in de intramurale zorg

.v

.

Theoriebron Begeleiden van dementerenden in de intramurale zorg

fb

Inleiding

Ac t

ie

Voor het begeleiden van dementerenden in de intramurale zorg is het belangrijk dat je de juiste begeleidingsmethodiek gebruikt. Hier wordt vooral besproken wat de meest gebruikte begeleidingsmethodieken bij cliënten met dementie zijn, omdat zij de grootste groep vormen in de intramurale zorg. Kijk goed naar de cliënt en sluit aan bij zijn wensen en mogelijkheden. Zelfredzaamheid en zelfmanagement staan hierbij voorop. Je gaat vooral uit van de mogelijkheden en niet van de beperkingen.

u'

Ondersteunen bij zelfredzaamheid en zelfmanagement

C

op

yr

ig

ht

Ed

Zelfredzaamheid gaat over algemene dagelijkse activiteiten: jezelf wassen, je huis verzorgen, contacten met anderen onderhouden. Zelfmanagement gaat niet alleen over goed kunnen omgaan met de ziekte en de gevolgen daarvan, maar vooral ook over een goed leven hebben mét de ziekte. Soms moet je in het begin extra ondersteuning bieden om iemand op langere termijn zelfredzamer te maken. Werken aan zelfredzaamheid kan erop gericht zijn problemen met zelfredzaamheid te voorkomen, te herstellen of de mate van zelfredzaamheid te behouden of te vergroten. Hierbij zijn de volgende drie factoren belangrijk: 1. Wat doet iemand zelf om zelfredzaam te kunnen zijn? Beweegt hij bijvoorbeeld genoeg en hoe is zijn leefstijl? Je kunt iemand ondersteunen door te motiveren om meer te bewegen en bijvoorbeeld gezonder te eten. 2. Wat zijn de sociale, financiële, fysieke en cognitieve mogelijkheden? Hoe past een cliënt zich aan zijn mogelijkheden aan? 3. In hoeverre ondersteunt de omgeving de zelfredzaamheid? Denk bijvoorbeeld aan naasten, de woning, hulpmiddelen en technologie.

Ondersteunen bij participatie en inclusie In het zorgleefplan is participatie een van de vier hoofddomeinen. Hier wordt onder verstaan ‘daginvulling volgens eigen interesse en onderhouden van sociale contacten’. Voor participatie van ouderen met dementie geldt een aantal aandachtspunten: • Betrek bij voorkeur familie of anderen die de oudere goed kennen. • Investeer tijd en aandacht om met de oudere in gesprek te gaan. • Probeer gevoel te krijgen voor datgene wat voor hem of haar belangrijk is in het leven. Probeer daarbij ook dingen uit. Hiervoor is het nodig dat je je verdiept in het leven en de interesses van de oudere met dementie.

49


Theoriebron Begeleiden van dementerenden in de intramurale zorg

Ac t

ie

fb

.v

.

Inclusie gaat over het meedoen en erbij horen van mensen met een fysieke of verstandelijke beperking of psychische stoornis. Het vertrekpunt bij inclusie is een goed leven, dat wordt ook wel kwaliteit van bestaan genoemd. Een standaardaanbod van zorg volstaat niet meer en ouderen en hun naasten willen een antwoord op maat. Dit kan bij cliënten met dementie worden toegepast door ze bijvoorbeeld te laten meebeslissen over de inrichting van een locatie of tijdstip van maaltijden.

u'

Probeer de cliënt met dementie zo veel mogelijk bij alles te betrekken.

Ed

Activiteitenbegeleiding

C

op

yr

ig

ht

Het is voor ouderen met dementie belangrijk om leuke en zinvolle activiteiten te ondernemen. Hierbij staat het goede tijdstip en de goede activiteit centraal. Vaak is er ruimte voor activiteiten aan het einde van de ochtend en middag. Ouderen met dementie zijn voornamelijk ’s avonds onrustig. Ook worden de cliënten ongedurig, wanneer ze langer dan anderhalf uur hetzelfde doen. Houd hier rekening mee. Uit onderzoek blijkt dat ouderen een voorkeur hebben voor de volgende activiteiten: cognitieve spelletjes, koken en bakken, lezen, omgang met huisdieren, dansen, handwerk, kerkelijke activiteiten, tuinieren, lopen, naaiwerk, fietsen, omgang met kinderen en sociaal zijn. Voor cliënten met dementie zullen niet alle activiteiten even geschikt zijn. Betrek niet alleen de cliënt maar ook de naasten om uit te vinden welke activiteiten het meest geschikt zijn. Activiteiten voor deze doelgroep moeten voldoen aan de volgende punten: • interesse van de cliënt • lichamelijke behoeften • mentale behoeften • psychosociale behoeften.

50

Toepassing specifieke begeleidingsmethodieken Een van de manieren om de zelfredzaamheid bij dementerenden te ondersteunen is het hanteren van de juiste begeleidingsmethodiek. Je kunt zelfredzaamheid stimuleren door op de best passende manier met de cliënt om te gaan.


Theoriebron Begeleiden van dementerenden in de intramurale zorg

Ac t

Begeleidingsmethodieken

ie

fb

.v

.

Fasen dementie Het is belangrijk dat je je begeleiding afstemt op de fase van de dementie. Stadium 1: Verminderen van het gevoel van angst en onveiligheid, informeren over de concrete werkelijkheid (realiteitsoriëntatie). Stadium 2 : Houvast bieden en de dagelijkse leefomgeving structureren, aansluiten bij interesses en behoeften. Stadium 3: Aansluiten op de directe zintuiglijke behoeften (warmte, rust, prettige sfeer) en beleving (warm/koud, honger/dorst, pijn). Rustige, prikkelarme leefomgeving. Stadium 4: Inspelen op lichamelijke behoeften, lichamelijk contact maken, praten en prettige zintuiglijke prikkels aanbieden.

u'

Naast belevingsgerichte zorg waarin je inspeelt op de ‘ik-beleving’ (hoe ervaart de cliënt zichzelf en de wereld om hem heen) en de behoeften van de persoon met dementie zijn er ook nog andere technieken. Voorbeelden van deze technieken en modellen zijn uitgewerkt in de Werkmodellen begeleidingsmethodieken.

Presentiezorg is een liefdevolle benadering die uitgaat van goede, nabije afgestemde zorg. Deze zorg sluit aan bij de behoeftes en verlangens van de cliënt. Het gaat om aandacht en het bieden van zorg vanuit een menselijke, liefdevolle verhouding. Dit is geschikt voor cliënten bij wie de complexiteit van problemen groot is. De presentiebenadering wordt op dit moment onder andere actief toegepast in de zorg voor ouderen en mensen met dementie.

ht

Werkmodel Presentiebenadering <

Ed

Presentietheorie

ig

Reminiscentie Reminiscentie bestaat uit interventies om herinneringen op te halen en te presenteren. Het was oorspronkelijk gericht op 'ouderen in het algemeen' en niet specifiek op 'ouderen met dementie.' Reminiscentie is voor iedereen die in staat is en het plezierig vindt om herinneringen op te halen en te presenteren.

C

op

yr

Werkmodel Reminiscentie <

51


ie

fb

.v

.

Theoriebron Begeleiden van dementerenden in de intramurale zorg

Ac t

Samen foto’s kijken is een mooie vorm van reminiscentie.

Validation

u'

Validation gaat er vanuit dat dementerende mensen niet per se meer teruggehaald moeten worden naar onze werkelijkheid. Validation helpt om te communiceren met gedesoriënteerde, zeer oude mensen. Het accepteren en respecteren van de ouder wordende cliënt is een basisvoorwaarde.

Ed

Werkmodel Validation <

Snoezelen

ht

Snoezelen is een vorm van zintuigactivering voor mensen met dementie in een sfeervolle omgeving. Door het werken met verschillende materialen worden verschillende zintuigen gestimuleerd. Snoezelen is vooral geschikt voor mensen met dementie in een later stadium (3 en 4).

ig

Werkmodel Snoezelen <

yr

Passiviteiten Dagelijks Leven (PDL)

C

op

Werkmodel Passiviteiten Dagelijks Leven (PDL) <

52

PDL richt zich op cliënten met een grote of volledige zorgafhankelijkheid. Het gaat uit van de wensen en beleving van de cliënt en heeft tot doel stabilisatie. Het wordt toegepast bij cliënten met ernstige passiviteitsproblemen die verpleegd en verzorgd worden in verpleeghuizen, zorgcentra, instellingen voor lichamelijk gehandicapten.


Theoriebron Begeleiden van groepen

.

Theoriebron Begeleiden van groepen

.v

Inleiding

ie

fb

De meeste mensen zijn sociale wezens. Zij maken zowel gedwongen als ongedwongen deel uit van allerlei verschillende groepen. In elke groep is er een dynamiek. Dynamiek zegt iets over de processen en de interacties binnen de groep. In de ene groep is de dynamiek goed te herkennen terwijl die in een andere groep onduidelijk kan zijn. Het is belangrijk dat je verhoudingen, rollen, processen en interacties binnen de groep herkent. Daarnaast heb je oog voor de individuen binnen de groep.

Ac t

Groepen

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Met een groep wordt een grotere of kleinere verzameling mensen bij elkaar bedoeld. Wanneer er twee mensen bij elkaar zijn dan ontstaat er al een groep. Als er meer mensen bijkomen dan wordt de groep groter en moeten er meer afspraken gemaakt worden. Als je met een groep, bijvoorbeeld een woongroep, gezamenlijk wilt eten dan moeten er afspraken gemaakt worden over bijvoorbeeld het tijdstip. Groepsleden hebben regelmatig en intensief contact met elkaar en kunnen elkaar beĂŻnvloeden. Ouderen en cliĂŤnten met een lichamelijke beperking op bijvoorbeeld een verpleegafdeling maken deel uit van een groep. Iedere groep ontwikkelt een eigen groepssfeer. De karakters en gedragingen van ouderen in een groep hebben effect op elkaar.

Samen wonen in een groep.

53


Theoriebron Begeleiden van groepen

Groepsdynamica

fb

.v

.

In de beroepspraktijk zijn groepen vaak willekeurig samengesteld. Mensen kiezen niet zelf voor een groep maar worden er in geplaatst. De groep bestaat soms al, een nieuw groepslid moet zijn of haar plaats in de groep dan nog vinden. Doordat er binnen een groep verschillende mensen zijn en er zich verschillende situaties voordoen ontstaat er dynamiek. Bijvoorbeeld wanneer een cliĂŤnt ruzie heeft gehad met een andere cliĂŤnt en niet meer aan dezelfde tafel wil zitten. Groepsdynamica is een wetenschap die zich bezighoudt met het gedrag van mensen in groepen en met de relaties tussen groepen onderling. Groepsdynamica gaat over het groepsproces, het gedrag en de verschillende rollen van de groepsleden in een groep en de invloed die groepsleden in een groep op elkaar hebben.

ie

Groepsstructuur

Ed

u'

Ac t

Binnen een groep nemen groepsleden een bepaalde positie in, ieder groepslid krijgt een eigen plaats binnen de groep. Er ontstaat een netwerk van relaties tussen de groepsleden, de groepsstructuur. Bij een groep die goed functioneert is er vaak sprake van een goede groepsstructuur. Een goede groepsstructuur wil zeggen dat de groepsleden met elkaar een samenhangend geheel vormen. De relaties en de rollen van de groepsleden zijn dan goed op elkaar afgestemd. Een goede groepsstructuur geeft de groepsleden veiligheid en bescherming die ieder groepslid nodig heeft om zich verder te kunnen ontwikkelen.

Groepscultuur

yr

ig

ht

Alle normen en waarden van groepsleden vormen samen de groepscultuur in een groep. Hiermee worden de regels bedoeld die gaan over hoe iemand zich dient te gedragen binnen de groep en datgene wat de groepsleden belangrijk vinden. Het is belangrijk dat de cultuur in een groep zodanig is dat de groepsleden zich veilig voelen. Als hulpverlener moet je weten hoe je een positieve groepscultuur kunt stimuleren. Een cultuur waarin groepsleden rekening houden met elkaar, elkaar kunnen motiveren om positief gedrag te laten zien en elkaar helpen met het oplossen van problemen. Samen kun je afspraken en groepsregels maken. Je geeft zelf het goede voorbeeld door je aan de regels te houden. Wanneer iemand zich niet aan de regels houdt, kun je deze bespreken met de groep. Dit zorgt voor vertrouwen en een gevoel van veiligheid.

C

op

Groepscohesie

54

Voor mensen is het belangrijk dat er een goede groepscohesie is binnen de groep om zich te kunnen ontwikkelen. Dit betekent dat de groepsleden met elkaar een geheel vormen. Groepsleden willen bijvoorbeeld graag bij elkaar zijn, vertrouwen elkaar en zijn zorgzaam voor elkaar. Wanneer er een wij-gevoel heerst binnen een groep, heeft een groep een hoge cohesie. In groepen met een lage cohesie is weinig wij-gevoel en zijn groepsleden minder betrokken. Groepscohesie kan verstoord worden door bijvoorbeeld het ontstaan van subgroepjes binnen de groep. Negatieve reacties en negatieve feedback van mensen buiten de groep en het wisselen van de leiding van de groep of andere grote veranderingen kunnen de groepscohesie verstoren.


Theoriebron Begeleiden van groepen

Groepscohesie kan versterkt worden door groepsleden bijvoorbeeld de mogelijkheid te geven om hun verhaal kwijt te kunnen en met ideeën te komen. Ook gezamenlijke groepsactiviteiten en het geven van taken en verantwoordelijkheden kunnen bijdragen aan een goede groepscohesie.

.v

.

Groepsklimaat

u'

Groepsrollen

Ac t

ie

fb

Een positief groepsklimaat is belangrijk voor het welzijn van de groep. Als groepsleden zich veilig voelen en lekker in hun vel zitten, functioneren zij beter. Ook de hulpverlener functioneert beter wanneer dit het geval is. Bij een positief groepsklimaat zal er onderling minder ‘gedoe’ zijn waardoor er meer tijd overblijft om activiteiten te ondernemen. In een positieve groep kunnen ook conflicten zijn maar die zijn vaak goed op te lossen. Het is belangrijk dat je aandacht besteedt aan het bevorderen van een positief groepsklimaat. In een positieve groep corrigeren groepsleden elkaar en hoeven groepsbegeleiders zich minder bezig te houden met begrenzen en het ombuigen van negatief gedrag van groepsleden. Het is belangrijk dat er afspraken gemaakt worden voor gewenst gedrag. Ook kun je zorgen voor wederzijds vertrouwen door jezelf te zijn, inlevingsvermogen te tonen en door goed te luisteren naar de groepsleden. Daarnaast kan het gebruik van humor spanningen doorbreken.

Actieve groepsleden: deze nemen veel initiatief, komen zelf met ideeën en reageren vaker op de inbreng van andere groepsleden. • Socialen: zijn meer op elkaar gericht en zorgen voor positieve sfeer. • Neutralen: nemen weinig initiatief. In een groep met veel neutralen is het lastiger om keuzes te maken. Door de verschillende rollen vinden alle groepsleden een plekje binnen de groep. Wanneer alle groepsrollen evenwichtig aanwezig zijn, is er een goede structuur binnen de groep. De rol die je aanneemt heeft invloed op de groep. Wanneer je werkt met een groep met veel sociale maar weinig actieve groepsleden, kun je de actieve rol op je nemen en hierdoor de actieve kanten van de groepsleden versterken. Dit kun je doen door bijvoorbeeld zelf met ideeën of voorstellen te komen en te vragen hoe de groep hierover denkt.

ig

ht

Ed

In een groep met een positief groepsklimaat zijn er vaak veel verschillende rollen zoals:

C

op

yr

Structuur en dagritme Wanneer er in de groep structuur en dagritme is, voelt de groep sneller vertrouwd aan. Een dagritme biedt cliënten en hun naasten en begeleiders houvast. De meeste mensen vinden het prettig om te weten wat er komen gaat. Tips voor structuur en dagritme: • Stel samen regels op. • Maak gebruik van routines en rituelen. • Gebruik dagritmekaarten (hierop staat aangeven hoe de dag eruitziet) om de structuur zichtbaar te maken. • Breng naasten op de hoogte van het dagritme. Vertel erbij waarom het ritme deze vorm heeft.

55


Theoriebron Begeleiden van groepen

Actie ondernemen bij pesten

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

fb

.v

.

CliĂŤnten die elkaar negeren, negatieve opmerkingen maken, elkaar buitensluiten of elkaars weg blokkeren met bijvoorbeeld hun rollator. Dit zijn voorbeelden van pestgedrag onder ouderen die uit onderzoek naar voren kwamen. Er is steeds meer aandacht voor pesten bij ouderen in de intramurale zorg en er zijn zelfs pestprotocollen opgesteld om dit tegen te gaan. Voor het behouden van een veilig groepsklimaat is het belangrijk dat je snel actie onderneemt wanneer er sprake is van pesten. Laat je dit na, dan kunnen pesters denken dat hun gedrag wordt geaccepteerd. Nog mooier is het wanneer je pesten kunt voorkomen. Het is belangrijk om zelf het goede voorbeeld te geven. In groepen waar de hulpverlener als voorbeeld wordt gezien, komt pesten minder vaak voor. Ook is het belangrijk om ervoor te zorgen dat iedereen bij de groep hoort.

56


Theoriebron Domotica in de intramurale zorg

.

Theoriebron Domotica in de intramurale zorg

.v

Inleiding

ie

fb

Steeds vaker zetten zorgorganisaties domotica in ter ondersteuning van de zorg en de verbetering van de kwaliteit van leven in de intramurale zorg voor mensen met dementie. Voor de inzet van domotica zijn er verschillende functiewijzers ontwikkeld. Er is een Functiewijzer Domotica voor dementiezorg en een Functiewijzer domotica voor somatische zorg.

Ac t

Domotica

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Domotica is het toepassen van elektronica in huis om het leven in huis 'makkelijker' te maken zodat ouderen of mensen met een handicap langer zelfredzaam kunnen blijven. Daarnaast wordt het ook steeds meer toegepast in de intramurale zorg. Het gaat om hulpmiddelen met sensoren en computertechnologie, soms gecombineerd met communicatie met hulpverleners die zich ook buitenshuis bevinden. Dit wordt ook 'zorg op afstand' genoemd: het op afstand verlenen van zorg door gebruik te maken van informatie- en communicatietechnologie (ICT). De cliënt en de hulpverlener bevinden zich niet in dezelfde ruimte.

Een voorbeeld van videocommunicatie.

Zorg op afstand De twee belangrijkste manieren van domotica die gebruikt worden zijn videocommunicatie en het gebruik van slimme technologie. • Videocommunicatie of beeldschermzorg: via een beeldscherm is er communicatie tussen cliënt en zorgverlener. • Slimme technologie: hierbij wordt de cliënt in de woning of kamer gemonitord met behulp van sensoren. De technologie wordt gebruikt voor noodgevallen of dwaaldetectie,

57


Theoriebron Domotica in de intramurale zorg

.

maar het is ook mogelijk om met een netwerk van sensoren veranderingen in het normale leefpatroon of gedrag van de cliënt waar te nemen. De 'onzichtbare' en slimme technologie richt zich met name op ouderen en mensen met een lichamelijke of psychische beperking. Deze ICT-toepassingen zijn ook goed geschikt voor mensen met dementie (stadium 3 en 4).

.v

Functiewijzer Domotica voor dementiezorg

Ac t

ie

fb

De voornaamste doelstellingen voor de inzet van domotica in de intramurale zorg voor mensen met dementie zijn: • verbetering van de kwaliteit van leven van de cliënten • terugdringen van het gebruik van fysieke maatregelen van vrijheidsbeperking • ondersteuning van de zorg • verbetering van de doelmatigheid. De domotica wordt onderverdeeld in vier groepen: 1. bewakingsfuncties op mogelijke noodsituaties ’s nachts, overdag en ’s avonds 2. preventie en detectie 3. functies omtrent licht 4. algemene functies.

u'

Een aantal functies is per bewoner in te stellen. Deze individuele instelbaarheid is bij voorkeur opgenomen in het zorgleefplan.

bewakingsfuncties op mogelijke noodsituaties ’s nachts, overdag en ’s avonds: Opsta-alarmering/uit-bedmelding: Als de cliënt in bed gaat liggen, wordt de opsta-alarmering/uit-bedmelding geactiveerd zonder dat hulpverleners een handeling hoeven te verrichten. Dit wordt automatisch uitgezet als de cliënt in de ochtend opstaat uit bed zonder dat hulpverleners op dat moment een handeling hoeven te verrichten. preventie en detectie: Bij cliënten met expliciet wegloopgedrag: gesloten houden van strategische deur(en) naar buiten en/of naar andere delen van het zorggebouw bij nadering en melding als men toch de deur weet te passeren. Ook de mogelijkheid tot melding bij strategische doorgangen zonder deur. functies met betrekking tot licht: nachtoriëntatieverlichting algemene functies: nood/assistentieoproep door hulpverleners.

ig

ht

Ed

Voorbeelden domotica voor dementiezorg

yr

• •

C

op

Functiewijzer domotica voor somatische zorg

58

Bij de indeling van de domotica in deze functiewijzer worden vier groepen onderscheiden: 1. bewakingsfuncties op mogelijke noodsituaties ’s nachts en overdag en ’s avonds 2. specifieke functie voor mensen met somatische klachten 3. communicatie en sociale participatie 4. algemeen. Ook hier zijn een aantal functies per cliënt in te stellen en moet dit worden opgenomen in het zorgleefplan. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen basisfuncties (functies die er standaard in zitten) en optionele functies (functies die mensen extra kunnen kiezen). Domotica voor cliënten met lichamelijke beperkingen wordt vaak voorzien van een verplaatsbaar aanraakscherm. Dit scherm kan worden aangesloten op een ICT-infrastructuur binnen het zorgcentrum. Dit scherm kan bijvoorbeeld worden geplaatst op een verrijdbare bedtafel of boven het bed en bij de belangrijkste stoel van de cliënt.


Theoriebron Domotica in de intramurale zorg

Voorbeelden domotica voor somatische zorg

.

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

.v

bewakingsfuncties op mogelijke noodsituaties ’s nachts, overdag en ’s avonds. Er kan contact worden opgenomen met een cliënt via spreekluisterverbinding. Als een cliënt zich bijvoorbeeld niet lekker voelt, kan deze inbellen. specifieke functie: omgevingsbesturing. Hiermee kunnen bijvoorbeeld de verlichting, gordijnen en de televisie op afstand worden bediend. communicatie en sociale participatie: tweeweg beeld- en geluidsverbinding (beeldbellen) met familie en kennissen algemeen: mogelijkheid tot nood/assistentieoproep door het zorgpersoneel, inclusief bepaling positie binnen het zorggebouw.

fb

59


ht

ig

yr

op

C

u'

Ed ie

Ac t

fb

.

.v


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.