33285 Dubbele diagnose

Page 1

ht

ig

yr

op

C

u'

Ed ie

Ac t

fb

Dubbele diagnose

.

.v

Cursus


Colofon

.v

.

Uitgeverij: Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl

fb

Auteur: Inge Janssens Inhoudelijke redactie: Agnes Schouten Titel: Dubbele diagnose

ie

ISBN: 9789037233285 ©

Ac t

Edu’Actief b.v. 2017 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Ed

u'

Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

C

op

yr

ig

ht

Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.


Inhoud Over deze cursus

Dubbele diagnose en triple diagnose

8

Varianten van een dubbele diagnose

13

.v

.

7

fb

Oriëntatie

4

Behandelen en begeleiden van cliënten met een dubbele diagnose

Theoriebron Dubbele diagnose

28

31

Ac t

Theoriebron Behandeling bij een dubbele diagnose Theoriebron Triple diagnose

24

ie

Naastbetrokkenen van een cliënt met een dubbele diagnose

17

34

Theoriebron Varianten van dubbele diagnoses

37

u'

Theoriebron Interventies en begeleidingstechnieken bij een dubbele diagnose 42

C

op

yr

ig

ht

Ed

Theoriebron Naastbetrokkenen van een cliënt met een dubbele diagnose

40

3


Over deze cursus

Over deze cursus

.

Inleiding

Ed

u'

Ac t

ie

fb

.v

Een cliënt krijgt een dubbele diagnose als hij een psychische stoornis heeft én een verslaving. Cliënten uit deze doelgroep vragen aangepaste begeleiding, afgestemd op hun dubbele problematiek. Daarover gaat deze cursus, over cliënten met een dubbele of zelfs een triple diagnose. Over begeleidingsmethodieken en interventies die passen bij hun behoeften en over de naastbetrokkenen van deze cliënten.

Als een verslaving en psychische stoornis iemands leven overnemen.

ht

Leerdoelen

C

op

yr

ig

• Je kunt uitleggen wat bedoeld wordt met dubbele diagnose en een triple diagnose, hoe ze ontstaan en wat de gevolgen zijn van een dubbele diagnose en triple diagnose voor de cliënt en de behandeling. • Je kunt uitleggen wat de verschillende vormen van dubbele diagnose zijn. • Je kunt behandelmethoden en begeleidingsmethodieken voor cliënten met verschillende vormen van een dubbele diagnose beschrijven. Je kunt aandachtspunten in de begeleiding en begeleidingsmethodieken bij cliënten met een dubbele diagnose toepassen. • Je kunt naastbetrokkenen van een cliënt met een dubbele diagnose ondersteunen.

4

Beoordelingsformulier <

Beoordeling Aan het eind van de cursus wordt je parate kennis beoordeeld met een toets. Je praktische beheersing van de leerdoelen wordt getoetst aan de hand van twee beroepsproducten. Deze worden op verschillende punten beoordeeld: op inhoud en op de uitvoering. Andere belangrijke punten bij de beoordeling zijn: actieve deelname aan de lessen, nette uitwerking van de opdrachten in correct Nederlands. Je vindt ze bij elkaar in het beoordelingsformulier.


Over deze cursus

Planning Een beroepsproduct maken kost tijd. Daarom moet je dit goed plannen. Lees eerst de opdracht van het beroepsproduct goed door en vul daarna het planningsformulier in. Neem ook de andere opdrachten van deze cursus op in je totale planning. Zo voorkom je dat je in tijdnood komt.

.v

.

Planningsformulier <

fb

Beroepsproduct: Presentatie over dubbele diagnose (2)

Ac t

ie

In de organisatie waar je werkzaam bent komen nieuwe medewerkers werken. Voor hen is het de eerste keer dat ze werken met cliënten met een dubbele diagnose. De doelgroep waarop de organisatie zich richt zijn cliënten met een psychische stoornis en een middelenverslaving. Het is ook nieuw voor de medewerkers dat ze de naastbetrokkenen betrekken bij de begeleiding. Jij houdt een presentatie voor deze nieuwe groep medewerkers.

u'

De volgende onderwerpen moeten in de presentatie aan bod komen: • specifieke kenmerken van mensen met een dubbele diagnose: een psychische stoornis en een middelenverslaving • de aandachtspunten die kenmerkend zijn voor hun begeleiding • redenen waarom het belangrijk is om naastbetrokkenen te betrekken • manieren waarop naastbetrokkenen betrokken en ondersteund kunnen worden.

Ed

Maak en geef een leuke, levendige presentatie. De presentatie duurt 15 tot 20 minuten. Maak gebruik van minstens twee praktijkvoorbeelden om de theorie te illustreren. De presentatie bevat minstens één filmfragment. Gebruik Prezi of PowerPoint om je presentatie te maken.

ht

Stappen

Maak een planning en een taakverdeling. Maak een structuur voor je presentatie. Geef hierin aan welke onderwerpen je behandelt en in welke volgorde. Maak de presentatie. Geef de presentatie aan je groepsgenoten.

ig

• • • •

C

op

yr

Laat elke processtap goedkeuren door je docent, voordat je begint aan de volgende processtap.

Eisen aan het beroepsproduct • • • • • • •

De presentatie is bruikbaar in de praktijk. De presentatie is geschikt voor een publiek van nieuwe begeleiders. De presentatie bevat twee of meer toepasselijke praktijkvoorbeelden. De presentatie bevat een of meer toepasselijke filmfragmenten. De presentatie duurt 15 tot 20 minuten. Je geeft informatie over de specifieke kenmerken van mensen met een dubbele diagnose: een psychische stoornis en een middelenverslaving. Je geeft informatie over de aandachtspunten die kenmerkend zijn voor hun begeleiding.

5


Over deze cursus

• •

Je geeft informatie over de redenen waarom het belangrijk is om naastbetrokkenen te betrekken. Je geeft informatie over manieren waarop naastbetrokkenen betrokken en ondersteund kunnen worden.

.v

.

Beroepsproduct: Folder over interventies (4)

fb

Kies drie medestudenten om deze opdracht te maken.

Maak een informatiefolder waarin vier interventies beschreven worden die je kunt gebruiken bij cliënten met een dubbele diagnose. Illustreer het gebruik van elke interventie met een casus of ervaringsverhaal.

Ac t

ie

De volgende onderwerpen moeten aan bod komen: • psycho-educatie • ACT of (F)ACT • harm reduction • outreachende hulpverlening.

u'

Voor elke interventie beschrijf je: • wat de interventie inhoudt • wat de meerwaarde is bij de begeleiding van cliënten met een dubbele diagnose • hoe de interventie wordt toegepast in de praktijk.

Ed

De folder bestaat uit twee keer de voor- en achterzijde van een A4. Maak de folder duidelijk en leesbaar. Plan een datum waarop je dit beroepsproduct inlevert. Vul deze datum in op je planningsformulier.

ht

Stappen

Maak een planning en een taakverdeling. Maak een structuur voor je folder. Geef hierin aan welke onderwerpen je behandelt en in welke volgorde. Maak de folder.

ig

• • •

C

op

yr

Laat elke processtap goedkeuren door je docent, voordat je begint aan de volgende processtap.

Eisen aan het beroepsproduct • • • • • • • • •

6

De folder is duidelijk en leesbaar. Je bespreekt psycho-educatie. Je bespreekt ACT of (F)ACT. Je bespreekt harm reduction. Je bespreekt outreachende hulpverlening. Bij elke interventie beschrijf je wat de interventie inhoudt. Bij elke interventie beschrijf je wat de meerwaarde is bij de begeleiding van cliënten met een dubbele diagnose Bij elke interventie beschrijf je hoe de interventie wordt toegepast in de praktijk. Elke interventie illustreer je met een casus of ervaringsverhaal.


Oriëntatie

Oriëntatie Opdracht 1

Kennisestafette

fb

.v

.

Jullie worden ingedeeld in groepjes. Ieder groepje krijgt een groot vel papier met daarop het woord dubbele diagnose. Je hebt drie minuten de tijd om om de beurt een woord/feit over het onderwerp op te schrijven. Na de drie minuten worden de resultaten van iedere groep naast elkaar gelegd en vergeleken. Een groepje krijgt een punt als er een relevant woord op hun papier staat dat niet voorkomt bij de andere groepen.

Ac t

ie

a. Wist je al veel van het onderwerp af?

Persoonlijk silhouet

Ed

Opdracht 2

u'

b. Welke nieuwe dingen heb je erbij geleerd?

Neem cliënten met een verslaving en een psychische stoornis in gedachten en maak daarna de onderstaande zinnen af. Als ik aan cliënten met een verslaving en een psychische stoornis denk, dan: heb ik wel oren naar ... zie ik wel kans om ... gaat mijn hart sneller kloppen voor ... krijg ik het warm van ... houd ik me vast aan ... krijg ik buikpijn van ... ga ik harder lopen voor ... krijg ik kromme tenen van ... moet ik op mijn tenen lopen voor ... zet ik mij hakken in het zand als ...

yr

ig

ht

• • • • • • • • • •

C

op

Opdracht 3

Heb je ervaring met? Heb jij ervaring met het bieden van ondersteuning aan cliënten met een verslaving en een psychische stoornis? Beschrijf je ervaring in een kort verlag met behulp van onderstaande vragen: • Waar heb je de ervaring opgedaan? • Waarom had deze cliënt ondersteuning nodig? • Hoe heb je de ondersteuning geboden? • Kwam je problemen tegen en hoe heb je die eventueel opgelost?

7


Dubbele diagnose en triple diagnose

.

Dubbele diagnose en triple diagnose

.v

Inleiding

fb

In de praktijk kom je cliënten tegen die niet passen binnen één doelgroep. Ze hebben een verslaving én een psychische stoornis. Of een gehoorbeperking én een verslaving. Over hen gaat dit hoofdstuk.

ie

Leerdoelen

ig

ht

Ed

u'

Ac t

• Je kunt uitleggen wat bedoeld wordt met een dubbele diagnose en een triple diagnose. • Je kunt aan de hand van het biopsychosociale model uitleggen hoe risicofactoren kunnen bijdragen aan het ontstaan van een dubbele diagnose. • Je weet hoe vaak een dubbele diagnose en een triple diagnose voorkomen. • Je kunt uitleggen wat de gevolgen zijn van een dubbele diagnose en triple diagnose voor de cliënt en de behandeling.

C

op

yr

Als de problemen te groot worden.

8


Dubbele diagnose en triple diagnose

Opdracht 1

Wat wil je leren? •

Maak op een A4 drie kolommen: weten, nieuwsgierig, onthouden Nieuwsgierig

Onthouden

Wat is dubbele diagnose • • •

Artikel Wat is dubbele diagnose? <

Maak drie- of viertallen. Lees de twee artikelen. Stel in je groepje een quiz samen over de tekst. Bedenk tien tot twaalf vragen. Verzamel de vragen in één document en de antwoorden in een tweede document. Wissel je vragen uit met een ander groepje. Los hun vragen op zonder gebruik te maken van de artikelen.

Opdracht 3

Biopsychosociaal model

ht

Lees de Theoriebron Dubbele diagnose. Beantwoord daarna de vragen. a. Welke factoren dragen bij aan het ontstaan van een dubbele diagnose?

ig

Theoriebron Dubbele diagnose <

Ed

Artikel Triple diagnose <

u'

Opdracht 2

ie

Vermeld in de kolom ‘weten’ wat je al weet over het onderwerp: cliënten met een dubbele diagnose. Vermeld in de kolom ‘nieuwsgierig’ waarnaar je nieuwsgierig bent over dit onderwerp. Doe dit door vragen te formuleren. Na afloop van deze cursus vul je de kolom ‘onthouden’ in. Hier benoem je wat je geleerd hebt en wat je wilt onthouden.

Ac t

fb

.v

.

Weten

C

op

yr

b. Kijk naar je eigen leven. Geef drie voorbeelden van biologische, psychologische en sociale factoren die een invloed hebben op jouw leven. Geef aan of de factoren een positieve invloed of negatieve invloed hebben op jou.

9


Dubbele diagnose en triple diagnose

fb

.v

.

c. Leg uit waarom de ene persoon een grotere kans heeft om verslaafd te worden dan de andere persoon.

Oorzaken van een dubbele diagnose

• • •

Filmpje Ommelanderhuis <

Het leven van mensen met een dubbel diagnose Als je praat over ‘cliënten’ vergeet je soms dat het mensen zijn zoals jij en ik. In deze opdracht krijg je een beeld van de mensen achter de cliënten. Bekijk het Filmpje Ommelanderhuis en beantwoord daarna de vragen.

ht

Opdracht 5

Je maakt een casus over een cliënt met een dubbele diagnose. Vermeld in je casus: – om welke vorm van dubbel diagnose het gaat – welke biologische, psychologische en sociale factoren meewerken aan het ontstaan van de dubbele diagnose – ingrijpende levensgebeurtenissen uit het leven van deze cliënt. Geef je casus aan de volgende student. Deze student maakt een overzicht van de ontstaansfactoren van de dubbele diagnose bij deze cliënt volgens het biopsychosociale model. De schrijver van de casus checkt het antwoord van de medestudent en geeft feedback.

u'

Theoriebron Dubbele diagnose <

Ed

Opdracht 4

Ac t

ie

d. Geef drie voorbeelden van ingrijpende levensgebeurtenissen.

yr

ig

a. Wat valt je het meest op in dit filmpje?

C

op

b. Welke kenmerken vind je typerend voor deze mensen met een dubbele diagnose?

10

c. Welke voordelen heeft het wonen in het Ommelanderhuis voor deze mensen? Noem er minstens vijf.


Dubbele diagnose en triple diagnose

Bekijk de cliënten die langer in beeld zijn: Greet en Michiel.

.v

.

d. Beschrijf wat je weet over hun problemen.

ie

fb

e. Waar houden ze van?

Ac t

f. Welke dubbele diagnose zouden zij kunnen hebben?

Ed

u'

g. Welke vorm van ondersteuning krijgen de cliënten in het Ommelanderhuis?

h. Waarom denk je dat deze behandeling goed aansluit bij deze cliënten?

Een organisatie krijgt steeds meer te maken met cliënten die een lichte verstandelijke beperking hebben, een verslaving en een psychische stoornis. De begeleiders hebben wel ervaring met cliënten met een dubbele diagnose. Mensen met een triple diagnose zijn echter nieuw voor hen. Ze hebben om meer uitleg over deze doelgroep gevraagd. Jij bent een expert op dit gebied. De organisatie heeft jou gevraagd om een presentatiereeks te geven over deze doelgroep. Het onderwerp van de eerste avond is: Hoe ziet de doelgroep van cliënten met een triple diagnose eruit?

ig

Theoriebron Triple diagnose <

Presentatie triple diagnose

ht

Opdracht 6

yr

Artikel Triple diagnose <

• •

C

op

Maak een presentatie voor deze avond.

Maak tweetallen Lees de Theoriebron en het artikel Triple diagnose. Zoek op internet aanvullende informatie op. Verzamel informatie over de volgende onderwerpen: – Wat is een triple diagnose? – Wat is het verschil tussen cliënten met een dubbele diagnose en een triple diagnose? – Hoe groot is deze doelgroep? – Met welke problemen kampen deze mensen? – Wat is er anders in de behandeling van mensen met een triple diagnose? Zorg dat je minstens één relevant filmpje kan laten zien.

11


Dubbele diagnose en triple diagnose

•

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

fb

.v

.

•

Maak vervolgens de presentatie in PowerPoint of Prezi. De presentatie moet minstens tien sheets bevatten, met tekst en plaatjes. Geef de presentatie aan je medestudenten. Vraag om feedback: was de informatie duidelijk? Hebben ze een goed beeld gekregen van het onderwerp? Hebben ze tips?

12


Varianten van een dubbele diagnose

.

Varianten van een dubbele diagnose

.v

Inleiding

fb

Een dubbele diagnose bestaat in vele varianten. De grootste groep wordt gevormd door mensen met een psychische stoornis en een verslaving. In dit onderdeel maak je kennis met deze dubbele diagnose en andere varianten.

ie

Leerdoelen

ig

ht

Ed

u'

Ac t

• Je kunt de specifieke kenmerken van een dubbele diagnose uitleggen die bestaat uit een psychische stoornis (schizofrenie, depressie, bipolaire stoornis, angststoornis, persoonlijkheidsstoornis, autisme) en een verslaving (drugs, alcohol, gokken, roken, gamen). • Je kunt de specifieke kenmerken van een dubbele diagnose uitleggen die bestaat uit doofheid/slechthorendheid en een verslaving of een psychische stoornis.

C

op

yr

Gokverslaving en psychische stoornis: een dubbele diagnose.

13


Varianten van een dubbele diagnose

Opdracht 1

Termen bij dubbele diagnose Weet jij wat de volgende termen betekenen? Zoek ze indien nodig op internet op. Term

Betekenis

.v

.

Dubbele diagnose

fb

Triple diagnose

Middelenafhankelijkheid

Ed

u'

Gewoonteverslaving

Ac t

ie

Middelenmisbruik

ht

Middelenverslaving

Opdracht 2

Deze opdracht voer je uit met zeven medestudenten. Maak groepjes van twee. Verdeel de onderwerpen: • psychische ziekte en cannabis • psychische ziekte en xtc • psychische ziekte, alcohol en drugsgebruik • psychische ziekte, heroïne en crack. Elk groepje leest het artikel dat bij zijn onderwerp hoort. Dit gaat over een cliënt met een psychische stoornis en een middelenverslaving. Maak daarna een presentatie over het onderwerp. In de presentatie komt aan bod: • signalen van de psychische ziekte • het effect dat de drugs op de hersenen hebben • de interactie tussen de verslavende stof(fen) en de psychische ziekte • het effect op het leven van de cliënt. Aanvullende informatie opzoeken mag altijd. Voeg aan je presentatie minstens één filmpje toe ter verduidelijking.

yr

ig

Artikel Psychische ziekte en Cannabis <

Een psychische stoornis en een middelenverslaving

C

op

Artikel Psychische ziekte en XTC <

Artikel Psychische ziekte, alcohol en drugsgebruik < Artikel Psychische ziekte, heroïne en crack <

14

Als je presentatie klaar is, houd je de presentatie voor de rest van de groep. Vraag om feedback: is je verhaal duidelijk? Was het filmpje relevant? Wat vonden ze goed? Wat kan beter?


Varianten van een dubbele diagnose

Opdracht 3

b. Welke risicofactoren zijn groter bij mensen met een gehoorstoornis?

.v

.

a. Waarom denk je dat deze doelgroep apart genoemd wordt?

c. Waarom komen mensen met een gehoorstoornis vaak laat in de zorg terecht? Benoem vijf redenen en leg deze uit.

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

Artikel Psychiatrie en verslaving onder dove en slechthorende mensen <

Lees de Theoriebron en het artikel bij deze opdracht. Beantwoord daarna de vragen.

fb

Theoriebron Varianten van dubbele diagnoses <

Een gehoorbeperking en een verslaving of een psychische ziekte

C

op

yr

d. Welke kenmerken moet materiaal voor psycho-educatie voor deze doelgroep bevatten?

15


Varianten van een dubbele diagnose

Opdracht 4

Autisme en een gameverslaving Een school heeft veel leerlingen met autisme. Er wordt een ouderavond gegeven. Jullie maken een informatiefilmpje over autisme en een gameverslaving voor de ouders.

Artikel Signaleren van gameproblemen bij jongeren met autisme <

ie

fb

.v

.

Voorbereiding Maak drietallen. Lees het Artikel Signaleren van gameproblemen bij jongeren met autisme. Zorg dat je voldoende informatie hebt over de volgende onderwerpen. Indien nodig zoek je aanvullende informatie op internet. Onderwerpen: • Wat is een gameverslaving? • Waarom lopen jongeren met autisme meer kans op het ontwikkelen van een gameverslaving? • Hoe kunnen ouders aan hun kind merken dat het niet meer gaat om gewoon gamen, maar om een gameverslaving? • Wat kunnen ouders doen als ze denken dat hun kind met autisme een gameverslaving heeft of aan het ontwikkelen is?

u'

Ac t

Uitvoering • Maak een script voor je filmpje. Neem in het script de onderwerpen beschreven in de voorbereiding op. Je filmpje mag 5 tot 7 minuten duren. • Verzamel beeldmateriaal dat je wilt gebruiken in je filmpje. • Knip en plak het beeldmateriaal. Zet het in de goede volgorde. • Voeg tekst en/of muziek toe. • Laat je filmpje zien aan je medestudenten. Zij kijken door de ogen van de ouders naar het filmpje.

Opdracht 5

Ed

Reflectie Laat je medestudenten (door de ogen van de ouders) feedback geven op het informatiefilmpje. Wat kunnen de ouders goed gebruiken uit dit filmpje? Wat kan beter?

Psychische stoornissen en een verslaving

ig

ht

Maak drietallen. Ieder van jullie verdiept zich in de combinatie van een psychische stoornis en een verslaving. Bijvoorbeeld: • ADHD en verslaving • depressie en verslaving • posttraumatische stressstoornis en verslaving.

C

op

yr

Spreek af wie welke combinatie van diagnoses neemt. Zoek informatie op internet over jouw combinatie. Maak een overzicht van de informatie die je vindt. Zorg dat je de anderen van je groepje een goed beeld kunt geven van deze combinatie. (Hoe vaak komt het voor, waarom is er een verbinding tussen deze stoornis en verslaving, wat weet je over behandelmogelijkheden, enzovoort.) Als iedereen klaar is, deel je om de beurt de informatie met elkaar. Je medestudenten mogen vragen stellen tot ze een helder beeld hebben van de combinatie.

16


Behandelen en begeleiden van cliënten met een dubbele diagnose

.v

.

Behandelen en begeleiden van cliënten met een dubbele diagnose

fb

Inleiding

ie

Het begeleiden van cliënten met een dubbele diagnose vraagt om een aanpak met aandacht voor beide stoornissen. In de praktijk blijkt dat een geïntegreerde benadering de beste resultaten oplevert. Hoe deze benadering eruit ziet en welke varianten er zijn, onderzoek je in dit onderdeel.

Ac t

Leerdoelen

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Je kunt: • uitleggen wat een geïntegreerde behandeling is en hier voorbeelden van geven (bijvoorbeeld IDDT en ACT) • de fasen van verandering en fasen van behandeling benoemen en beschrijven welke vorm van actie nuttig is in elke fase • uitleggen hoe harm reduction en motiverende gespreksvoering toegepast kunnen worden bij cliënten met een dubbele diagnose • interventies bij een dubbele diagnose beschrijven en toepassen • kenmerken en aandachtspunten bij woonbegeleiding voor cliënten met een dubbele diagnose beschrijven en toepassen.

Contact maken is de eerste stap.

17


Behandelen en begeleiden van cliënten met een dubbele diagnose

Opdracht 1

Wat zou jij doen?

u'

Je verdeelt de vlakken zodat ieder een eigen vlak heeft. Het middelste vlak blijft leeg. Lees deze casus: Johan leeft op straat. Lang geleden heeft hij zijn zoontje verloren. Hij kwam terecht in een ernstige depressie. Het verdriet deed hem naar de alcohol grijpen. Wat eerst zijn gevoelens afvlakte, begon steeds meer van hem op te eisen. Hij verloor zijn baan, zijn huwelijk liep stuk, hij bouwde schulden op en kwam op straat terecht. Hij heeft veel hulpverleners zien komen en gaan. ‘Broekies’, noemt hij ze. Hij gelooft er niet meer in.

Ed

• •

Ac t

ie

fb

.v

.

Vorm een groepje van vier. Iedere student krijgt een vel papier met vlakken of maakt deze op de computer, zie de afbeelding.

ig

ht

Wat zou jij doen als hulpverlener om Johan te kunnen bereiken? En waarom denk je dat dit werkt? • Je vormt je mening over de vraag. Jouw antwoord vul je in op je eigen blad in jouw vak. • Als elke student zijn mening heeft opgeschreven, dan wissel je je mening met elkaar uit. Probeer in je groepje tot een overeenstemming te komen. Noteer jullie antwoord in het middelste vlak. • Daarna geven alle groepjes een korte presentatie van hun antwoord op de vraag.

Geïntegreerde behandeling Tijdens de behandeling van mensen met een dubbele diagnose moet rekening gehouden worden met hun verslaving én hun psychische stoornis. In de traditionele behandelmethoden gebeurde dit niet. Eerst werd de verslaving behandeld en daarna de psychische stoornis, of andersom.

yr

Opdracht 2

C

op

Theoriebron Behandeling bij een dubbele diagnose <

18

Wat is kenmerkend voor de geïntegreerde behandeling van cliënten met een dubbele diagnose? Lees hiervoor de Theoriebron. Zoek ook informatie op internet over de geïntegreerde behandeling bij mensen met een dubbele diagnose. Maak een overzicht van de kenmerken van een geïntegreerde behandeling. Zoek er minstens zes. Zet de kenmerken van de traditionele behandeling ernaast.


Behandelen en begeleiden van cliënten met een dubbele diagnose

Vergelijk jouw overzicht met dit van je medestudenten. Kenmerken traditionele behandeling

Opdracht 3

Harm reduction en motiverende gespreksvoering

Lees de Theoriebron Interventies en begeleidingstechnieken bij een dubbele diagnose.

Ac t

Theoriebron Interventies en begeleidingstechnieken bij een dubbele diagnose <

Ed

Behandeling bij Palier

u'

Je maakt deze opdracht samen met een medestudent. Jullie schrijven beiden een casus: de één schrijft een casus waarop harm reduction kan worden toegepast, de ander een casus waarbij motiverende gesprekvoering kan worden toegepast. Als deze casussen geschreven zijn, wissel je. Beschrijf vervolgens aan elkaar wat je doet om harm reduction respectievelijk motiverende gespreksvoering toe te passen bij de casus.

Opdracht 4

Er zijn verschillende organisaties die hulp bieden aan mensen met een dubbele diagnose. Palier is hier een voorbeeld van. Bekijk het Filmpje Centrum Dubbele Problematiek PalierTOPGGz en beantwoord de vragen. a. Met welke problemen kun je terecht in het centrum?

ht

Filmpje Centrum Dubbele Problematiek Palier - TOPGGz <

ie

fb

.v

.

Kenmerken geïntegreerde behandeling

ig

b. Cliënten kunnen opgenomen worden. Wat gebeurt er bij de opname?

C

op

yr

c. In welke fasen verloopt de behandeling bij een opname?

d. Welk behandelingsaanbod krijgen ze in de tweede fase?

e. Wat doen de cliënten in de doelengroep?

f. Wat is het doel van de psycho-educatie die ze krijgen?

19


Behandelen en begeleiden van cliënten met een dubbele diagnose

g. Palier heeft ook een ambulant programma. Wat kunnen cliënten hier dagelijks of wekelijks doen?

Behandeling bij Dimence

ie

Opdracht 5

Wat is de grootste uitdaging bij het werken met cliënten uit deze doelgroep?

fb

i.

.v

.

h. Wat is vaak het toekomstperspectief voor de cliënten die zijn opgenomen?

Een andere organisatie die hulp biedt aan mensen met een dubbele diagnose is Dimence. Bekijk het Filmpje Hulp bij een verslaving en psychische problemen en beantwoord de vragen.

Filmpje Hulp bij een verslaving en psychische problemen <

Ac t

a. Waarop richt de behandeling bij Dimence zich?

u'

b. Wat zien de hulpverleners vaak gebeuren als de verslaving bij cliënten aangepakt wordt?

Ed

c. Wat gebeurt er in de eerste periode na de opname?

d. Welke behandelvormen zijn mogelijk naast een opname?

ig

ht

e. Hoe wordt de omgeving van jongeren betrokken bij de behandeling?

yr

f. Waarom is het belangrijk dat ook de omgeving betrokken wordt bij de behandeling?

C

op

Opdracht 6

Filmpje Documentaire Kleine Haag – Van de straat <

20

Behandeling bij dubbele diagnose met alcoholverslaving In Amersfoort is een alcoholopvang. Hier worden mensen met een alcoholverslaving en andere problemen opgevangen. • Bekijk het Filmpje Documentaire Kleine Haag - Van de straat. Maak daarna tentamenvragen voor je medestudenten. Maak minstens twaalf open vragen. Verzamel de vragen in één document en de antwoorden in een ander document. • Wissel je vragen uit met een medestudent. Beantwoord de vragen van een andere student en kijk hoeveel informatie je hebt gebruikt uit het filmpje.


Behandelen en begeleiden van cliënten met een dubbele diagnose

Opdracht 7

.v

.

Lees bij deze opdracht de Theoriebron en bekijk het Filmpje Bemoeizorg voor mensen met psychiatrische en verslavingsproblemen. Beantwoord daarna de vragen.

fb

a. Omschrijf in je eigen woorden wat bemoeizorg of outreachende zorg is.

b. Voor welke cliënten is bemoeizorg geschikt?

Ac t

Filmpje Bemoeizorg voor mensen met psychiatrische en verslavingsproblemen <

Mensen met een dubbele diagnose staan niet altijd open voor hulp. Daarom nemen hulpverleners soms zelf het initiatief om contact te leggen. Dit is een vorm van outreachende zorg of bemoeizorg.

ie

Theoriebron Interventies en begeleidingstechnieken bij een dubbele diagnose <

Outreachende zorg of bemoeizorg in het kader van ACT

c. Welke zorg geeft BinG aan welke doelgroep?

u'

d. Welke kenmerken hebben de hulpverleners?

Ed

e. Waarom bezoeken de hulpverleners de cliënten wekelijks?

ht

f. Waarop richt de begeleiding zich? Geef hier een voorbeeld van.

yr

ig

g. Wat is het voordeel om ervaringsdeskundigen te betrekken bij de hulpverlening?

C

op

h. Wat is de meerwaarde van samen ontspannende activiteiten doen zonder behandeldoel?

21


Behandelen en begeleiden van cliënten met een dubbele diagnose

Opdracht 8

IDDT en ACT Vorm een groepje van vier studenten. Jullie maken twee posters: één over IDDT en één over ACT of (F)ACT.

Opdracht 9

ie

.

Verdeel de onderwerpen. Twee studenten verdiepen zich in IDDT, de andere twee in (F)ACT. Lees de Theoriebron bij deze opdracht. Zoek op internet aanvullende informatie over je onderwerp. Maak met de gevonden informatie een poster op A3-formaat. De poster illustreert de belangrijkste aspecten van IDDT of (F)ACT. Maak gebruik van tekst en beeldmateriaal voor het maken van de poster. Als de posters klaar zijn, presenteer je je poster aan je medestudenten uit het groepje. Zij geven feedback: is het duidelijk wat het onderwerp inhoudt? Is er iets wat anders of beter kan?

.v

fb

Theoriebron Behandeling bij een dubbele diagnose <

Behandeling afgestemd op de motivatie van de cliënt

Een geïntegreerde aanpak kan fasegericht opgezet zijn. Dit betekent dat andere interventies ingezet worden, afhankelijk van de motivatie van de cliënt en waar hij zich bevindt in het proces van verandering. Hoe dit werkt, zie je op de poster.

Ac t

Artikel Geïntegreerd behandelen en fasegericht werken <

Ed

u'

a. Bekijk de poster. Zoek alle woorden of begrippen op die je niet kent. Maak hiervan een overzicht.

ht

b. Werk met twee medestudenten deze opdracht uit. • Schrijf een casus over een cliënt met een dubbele diagnose. Iemand die de casus leest, moet terug kunnen vinden wat het probleem is van deze cliënt en in welke fase van verandering deze cliënt zich bevindt. • Geef je casus aan de volgende student. Deze geeft aan welke fase van behandeling het beste past voor deze cliënt en licht dit toe.

Woonbegeleiding voor mensen met een dubbele diagnose

ig

Opdracht 10

Mensen met een dubbele diagnose hebben behoefte aan aangepaste huisvesting. In de praktijk wordt dit op verschillende manieren vormgegeven. In deze opdracht verdiep je je in drie veel voorkomende woonvormen: woonvormen in het kader van IDDT, Housing First en Skaeve Huse. • Vorm een groep van zes studenten en maak drie groepjes van twee studenten. Verdeel de onderwerpen over deze groepjes. Elk groepje verdiept zich in een van de woonvormen. Zorg dat je expert wordt op dit gebied. Je kunt gebruikmaken van het Artikel Het vormgeven van woonbegeleiding aan mensen met een dubbele diagnose: – IDDT: bladzijde 13-18 van het artikel – Housing First: bladzijde 18-19 van het artikel – Skaeve Huse: bladzijde 19-21 van het artikel. Zoek aanvullende informatie op internet.

C

op

yr

Artikel Het vormgeven van woonbegeleiding aan mensen met een dubbele diagnose <

22


Behandelen en begeleiden van cliënten met een dubbele diagnose

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

fb

.v

Maak een overzicht van de gevonden informatie. Zorg ervoor dat je duidelijk weet: – wat de uitgangspunten zijn van deze benadering – wat de doelgroep is voor deze woonvorm – hoe deze benadering er in de praktijk uitziet – wat de voordelen en nadelen zijn van deze woonvorm. Stel twee nieuwe groepjes van drie studenten samen met elk een andere expertise. Ieder presenteert zijn woonvorm aan de anderen. De anderen stellen vragen tot alles duidelijk is.

.

23


Naastbetrokkenen van een cliënt met een dubbele diagnose

.v

.

Naastbetrokkenen van een cliënt met een dubbele diagnose

fb

Inleiding

ie

Naastbetrokkenen zijn mensen die dicht bij een cliënt staan. Dit kunnen familieleden zijn, vrienden, buren of collega’s. Je kunt ze betrekken bij de zorg of de behandeling. Zelf kunnen ze ook behoefte hebben aan ondersteuning. Hoe je dit in de praktijk vormgeeft, lees je in dit onderdeel.

Ac t

Leerdoelen

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

• Je kunt uitleggen wat naastbetrokkenen kunnen doen om de cliënt met een dubbele diagnose te ondersteunen en hen betrekken bij de ondersteuning. • Je kunt interventies benoemen die naast de cliënt de familie of naastbetrokkenen ondersteunen. • Je kunt informatiebronnen en websites benoemen die zijn gericht op de ondersteuning van naastbetrokkenen. • Je kunt beschrijven wat de meerwaarde is van het ondersteunen van familie/naastbetrokkenen en van hen betrekken bij een geïntegreerde behandeling.

24

Samen sterk.


Naastbetrokkenen van een cliënt met een dubbele diagnose

Opdracht 1

Mindmap naastbetrokkenen Lees de Theoriebron. Bij de begeleiding van iemand met een dubbele diagnose krijg je ook te maken met zijn naastbetrokkenen. Waar denk jij aan als je hoort ‘naastbetrokkenen van een cliënt met een dubbele diagnose’? Maak hiervan een mindmap. Je kunt het Werkmodel Mindmap hierbij gebruiken.

.

Werkmodel Mindmap <

Naastbetrokkenen zijn vaak erg verweven met de problemen van de cliënt. Ze worden voor dilemma’s gesteld. Bekijk het Filmpje ‘Verslaafd aan jou’.

Filmpje Verslaafd aan jou <

u'

Ac t

Bespreek de volgende stellingen: • Naastbetrokkenen moeten voor zichzelf kiezen en breken met de cliënt. • Het is de fout van de naastbetrokkene dat de cliënt doorgaat met zijn probleemgedrag. • Naastbetrokkenen kunnen niet omgaan met het gedrag van de cliënt, omdat ze hier niet voor zijn opgeleid.

Opdracht 3

De verslaving van de naastbetrokkene

Naastbetrokkenen komen soms zelf in een cirkel van verslaving terecht. Zo ook de vrouw in het filmpje. Zij heeft al vijftien jaar een relatie met een man die ernstig verslaafd is. Zij heeft ervoor gekozen hem een contract te laten tekenen om zich beter te gedragen. Zij gelooft dat het werkt, maar de hulpverlener ziet dit anders. Bekijk het Filmpje Dilemma (van 22:24 tot 32:53).

Ed

Filmpje Dilemma <

Ervaringsverhaal naastbetrokkenen

ie

Opdracht 2

fb

.v

Theoriebron Naastbetrokkenen van een cliënt met een dubbele diagnose <

ht

a. Waarom denkt de vrouw dat het contract wel werkt?

ig

b. Waarom denkt de hulpverlener dat het contract niet werkt?

C

op

yr

c. Wat denkt de hulpverlener dat er met de vrouw aan de hand is?

d. Wat is volgens de hulpverlener de oorzaak van de verslaving van de vrouw?

e. Hoe wordt de verslaving van de vrouw genoemd?

f. Wat kan de vrouw doen om los te komen van haar verslaving?

25


Naastbetrokkenen van een cliënt met een dubbele diagnose

Opdracht 4

Methodieken en interventies

ie

fb

a. Welke acht interventies richten zich ook op de naastbetrokkenen?

.v

Zoek in het artikel de interventies op die zich ook richten op naastbetrokkenen.

.

Het Landelijk Expertise- en implementatiecentrum Dubbele Diagnose heeft een overzicht gemaakt van interventies en methodieken die gebruikt worden bij de behandeling en begeleiding van mensen met een dubbele diagnose. Je vindt dit overzicht in het Artikel Dubbele diagnose.

Artikel Dubbele diagnose <

Opdracht 5

Familie betrekken

u'

Solim

Solim is 16 jaar. Hij heeft een drugverslaving en schizofrenie. Onlangs is hij in behandeling gegaan. Zijn hulpverleners willen zijn familie betrekken bij de behandeling. Solim woont bij zijn oudere zus, Hamila. De hulpverlener heeft een gesprek gepland met Hamila. In het gesprek wil de hulpverlener weten op welke manier Hamila nu al betrokken is bij Solim. Wat ze voor hem doet, en wat niet. Hij geeft haar uitleg over de gezinsinterventie die ze willen starten. Hij vertelt wat van Solim en Hamila verwacht wordt en waarom het belangrijk is dat Hamila betrokken wordt.

ht

Ed

Artikel Dubbele diagnose <

Ac t

b. Welke ondersteuning krijgen naastbetrokkenen van cliënten met een dubbele diagnose in de interventies van vraag 1? Maak hiervan een overzicht in Word. Zoek indien nodig aanvullende informatie op internet. Als je overzicht klaar is, vergelijk je het met een medestudent.

Samen met twee medestudenten speel je deze casus na in een rollenspel.

C

op

yr

ig

Voorbereiding • Zoek samen uit wat een gezinsinterventie precies inhoudt. Zorg ervoor dat je beeld zo duidelijk is, dat je het goed kunt uitleggen aan iemand die er nog nooit van gehoord heeft. Zoek hiervoor informatie op internet. Je kunt ook gebruikmaken van de Toolkit in het Artikel Dubbele diagnose. • Maak een lijst van argumenten die je kunt gebruiken om Hamila het belang te laten inzien van haar betrokkenheid bij de behandeling. • Bedenk welke vragen Hamila kan stellen, welke informatie ze zal willen hebben. Zorg ervoor dat je hierop antwoord kunt geven. • Verdeel de rollen. Eén student is de hulpverlener, één student is Hamila, de derde student observeert het rollenspel. Solim is niet aanwezig.

26

Uitvoering • Speel het rollenspel. • De observator observeert of de hulpverlener de informatie duidelijk overbrengt. Reflectie • Elke student reflecteert op het gesprek. Wat was duidelijk, wat niet? Welke aanvullingen zijn nodig? Wissel daarna van rol en speel het rollenspel opnieuw. Doe dit tot ieder elke rol heeft gehad.


Naastbetrokkenen van een cliënt met een dubbele diagnose

Opdracht 6

.

Elke woensdag is er een praatgroep voor ouders in het wijkcentrum. Het thema van volgende week is: ‘Wat als je kind een psychische stoornis en een verslaving heeft?’ Ter voorbereiding maak jij een informatieblad voor ouders met websites en folders die ze achteraf kunnen raadplegen. Je wilt het informatieblad na afloop van het gesprek aan ouders meegeven.

.v

Lees de Theoriebron bij deze opdracht. • Verzamel tien websites en informatiefolders die gericht zijn op de ouders, familie of naastbetrokkenen van iemand met een dubbele diagnose. • Maak een overzicht van de links waar je de informatie kunt vinden. Vermeld bij elke link kort welke informatie de ouder hier kan vinden. • Stel een informatieblad samen. Geef je informatieblad een titel en een korte inleiding. Daarna volgt een overzichtelijke opsomming van de websites en folders die je gevonden hebt, met de links en een korte uitleg. Je tekst moet duidelijk zijn voor ouders. Je informatieblad is maximaal twee A4tjes. • Laat je informatieblad lezen aan een medestudent. Vraag wat goed is en wat duidelijker zou kunnen.

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

fb

Theoriebron Naastbetrokkenen van een cliënt met een dubbele diagnose <

Informatie voor ouders

27


Theoriebron Dubbele diagnose

.

Theoriebron Dubbele diagnose

.v

Inleiding

Ed

u'

Ac t

ie

fb

Sommige mensen hebben een psychische stoornis én een verslaving. In het werkveld wordt dan gezegd dat deze mensen een dubbele diagnose hebben. In deze theoriebron vind je terug wat een dubbele diagnose is en wat de effecten zijn op het leven van de cliënt en zijn behandeling. Je leest ook hoe vaak een dubbele diagnose voorkomt en wat de oorzaak ervan is.

ht

Als de wereld een chaos wordt.

ig

De term ‘dubbele diagnose’

C

op

yr

De term ‘dubbele diagnose’ wordt gebruikt als iemand een psychische stoornis heeft én problemen met verslavende middelen. Bijvoorbeeld een depressie en alcoholverslaving of een cocaïneverslaving en schizofrenie. De psychische stoornis en de verslaving beïnvloeden elkaar. Het gebruik van verslavende middelen kan de symptomen van een psychische stoornis versterken. Of een psychische stoornis kan iemand gevoeliger maken voor het ontwikkelen van een verslaving. Ook kan de psychische stoornis de reden zijn dat iemand begonnen is met het gebruiken van alcohol of drugs. Beide problemen kun je daarom niet los van elkaar zien. Of de psychische stoornis eerst verschijnt of eerst de verslaving, is vaak niet eenvoudig vast te stellen. Dit verschilt per persoon. De factoren die leiden tot het ontstaan van een dubbele diagnose, zijn hiervoor te divers.

28


Theoriebron Dubbele diagnose

.v

.

Oorzaken van een dubbele diagnose: het biopsychosociale model

fb

Het biopsychosociale model.

u'

Ac t

ie

Een dubbele diagnose ontstaat door een combinatie van factoren. 1. biologische factoren, zoals genetische aanleg, doorstane ziekten en medicijngebruik 2. psychologische factoren, bijvoorbeeld persoonlijkheidskenmerken, karaktertrekken en eigenschappen 3. sociale factoren, waaronder werk, vrienden, gezinssituatie en woonsituatie. Al deze factoren samen bepalen hoe kwetsbaar je bent op een bepaald moment in je leven. Als je te maken krijgt met ingrijpende levensgebeurtenissen, zoals een ongeval, ontslag, faillissement of overlijden van een dierbare, dan kom je onder druk te staan. Je ervaart stress. Hoe groter je kwetsbaarheid is, hoe meer stress je ervaart of hoe groter het effect van de stress is. Duurt dit lang, dan kun je ziekten ontwikkelen, lichamelijke of psychische. Bijvoorbeeld een depressie, angststoornis, psychose of middelenafhankelijkheid. Voor het ontstaat van een dubbele diagnose zijn meerdere risicofactoren verantwoordelijk, die voor iedereen verschillend zijn.

Ed

Hoe vaak komt een dubbele diagnose voor

ig

ht

In Nederland heeft een grote groep mensen een dubbele diagnose. Er zijn geen exacte cijfers bekend. Schattingen zijn er wel. Van de mensen in de ggz met een psychische stoornis heeft twintig tot vijftig procent ook een verslaving. Van de cliĂŤnten in de verslavingszorg heeft zestig tot tachtig procent eveneens een psychische stoornis. In het Handboek Dubbele Diagnose 2013 staat vermeld dat 47 procent van de cliĂŤnten met schizofrenie in hun leven te maken krijgen met een verslaving. Bij mensen met een bipolaire stoornis is dit 52 procent. In de tabel hieronder vindt u de percentages voor andere stoornissen. Kort gezegd komt het erop neer dat een aanzienlijke groep mensen tijdens hun leven zowel een verslaving als een psychische stoornis heeft.

C

op

yr

Psychische stoornis

Percentage mensen dat te maken krijgt met een verslaving

Schizofrenie

47%

Bipolaire stoornis

52%

Angststoornis

35%

Persoonlijkheidsstoornis

79% opiatenverslaving 44% alcoholverslaving

ADHD

23%

Depressie

19%

Autisme

16%

29


Theoriebron Dubbele diagnose

Gevolgen van een dubbele diagnose op het leven van de cliënt

ie

fb

.v

.

Als iemand een psychische stoornis én een verslaving heeft, zijn de gevolgen hiervan op zijn leven en zijn omgeving groot. Financiële problemen liggen op de loer. De kans om uiteindelijk dakloos te worden is groot. Door risicovol gedrag (bijvoorbeeld het uitwisselen van spuiten) en slechte voeding kunnen cliënten gezondheidsproblemen krijgen. Zo is hun gebit vaak heel slecht, hebben ze huidproblemen, moeilijk genezende wonden en lopen ze een grotere kans op infectieziekten. Hun sociale contacten verminderen en verslechteren, mede door hun agressieve of antisociale gedrag. Ze kunnen met geweld in aanraking komen en komen soms door hun gedrag in de gevangenis terecht. Ze voelen zich vaak somber en kunnen zelfmoordneigingen krijgen.

Ac t

Gevolgen van een dubbele diagnose op behandeling en diagnostiek

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Een dubbele diagnose bemoeilijkt de behandeling van een cliënt. Door de verwevenheid van de problemen is de behandeling van beide stoornissen apart vaak niet doeltreffend. De afzonderlijke werkvelden (ggz en verslavingszorg) hebben vaak te weinig kennis van de dubbele problematiek, waardoor de cliënt niet de behandeling krijgt die hij nodig heeft. Het kost ook meer moeite om een cliënt te motiveren om in behandeling te gaan en zeker om de behandeling vol te houden. De kans op een terugval is groot. Bij het nemen van medicatie is het effect van de verslavende middelen op de medicatie niet altijd bekend. Dit kan leiden tot onvoorziene bijwerkingen, overdosering of een verminderde werking van de medicijnen.

30


Theoriebron Behandeling bij een dubbele diagnose

.

Theoriebron Behandeling bij een dubbele diagnose

.v

Inleiding

Ed

u'

Ac t

ie

fb

Mensen met een dubbele diagnose hebben een behandeling nodig die rekening houdt met hun psychische stoornis, hun verslaving én de interactie tussen beide. Dan is de kans op succes het grootst. In de praktijk blijkt het niet eenvoudig om dit soort zorg vorm te geven. In dit onderdeel bekijk je de problemen waar de traditioneel gescheiden hulpverlening tegenaan loopt bij cliënten met een dubbele diagnose. Je ontdekt ook welke hulpverleningsvorm meer kans heeft op succes.

ht

Iedereen heeft recht op passende hulp.

ig

Problemen in de traditionele hulpverlening

C

op

yr

Traditioneel werken de ggz en de verslavingszorg gescheiden van elkaar. Ieder werkgebied heeft zijn eigen expertise. De hulpverleners uit de ggz weten bijvoorbeeld veel over het omgaan met cliënten met een psychische stoornis, maar weinig over alcohol, drugs en verslaving. Om in de ggz een behandeling te krijgen moet een cliënt clean zijn. Dus een cliënt met een verslaving wordt naar de verslavingszorg verwezen. Daar is echter te weinig kennis van de interactie tussen de psychische stoornis en de verslaving. De cliënt krijgt hierdoor geen passend aanbod. De kans is groot dat de cliënt voortijdig stopt met de behandeling. Cliënten met een dubbele diagnose lopen hierdoor het risico om zorg mis te lopen.

31


Theoriebron Behandeling bij een dubbele diagnose

Geïntegreerde behandeling

fb

.v

.

Bij een geïntegreerde behandeling wordt de zorg aangeboden vanuit één team, dat werkt vanuit één locatie en dat tegelijkertijd de psychische stoornis en verslaving behandelt. Dit sluit beter aan op de behoeften van cliënten met een dubbele diagnose. Het team besteedt tegelijkertijd aandacht aan beide stoornissen en aan de interactie tussen de stoornissen. De resultaten van een geïntegreerde behandeling zijn meestal beter op de lange termijn. In Nederland zijn IDDT en F-ACT de meest toegepaste geïntegreerde behandelingen.

F-ACT

Ed

IDDT

u'

Ac t

ie

F-ACT, Flexible Assertive Community Treatment, is een geïntegreerd, outreachend aanbod dat zich richt op mensen met ernstige psychische problemen en een dubbele diagnose. Het werkt ook bij dak- en thuislozen. Mensen worden bij F-ACT namelijk actief opgezocht en krijgen zo veel mogelijk thuis of op hun verblijfplaats hulp bij hun actuele problemen. Bijvoorbeeld bij wonen, werken, leren, vrijetijdsbesteding, participatie in de samenleving, sociale en intieme relaties en het familieleven. De hulp wordt heel intensief aangeboden door een multidisciplinair team, meerdere keren per week of zelfs dagelijks en dat voor lange tijd. De behandeling richt zich op het verminderen van de symptomen en het leren omgaan met de stoornis.

yr

ig

ht

IDDT, Integrated Dual Disorder Treatment, is een geïntegreerd behandelmodel voor de behandeling van mensen met een dubbele diagnose. Het doel is het verbeteren van de kwaliteit van hun leven. De behandeling richt zich eerst op de problemen die door de cliënt als meest dringend worden beschouwd. De behandeling verloopt in fases. Het begint met de opbouw van een werkrelatie, dan het motiveren van de cliënt voor behandeling, vervolgens de actieve behandeling en ten slotte de terugvalpreventie. Als het mogelijk is, wordt de familie betrokken bij de behandeling. De hulpverleners bij IDDT hebben voldoende kennis van de effecten van alcohol en drugs en de wisselwerking daarvan met psychische stoornissen. Tijdens de behandeling gaat daarom gelijktijdig aandacht naar de psychische stoornis en de verslaving. IDDT combineert diverse interventies, waaronder motiverende gespreksvoering, psycho-educatie, groepsbehandeling, familiebegeleiding, zelfhulp en behandeling met medicijnen.

C

op

IDDT en een gefaseerde behandeling

32

Een kenmerk van IDDT is de gefaseerde behandeling. Hierbij is de aard van de hulpverlening afhankelijk van de motivatie van de cliënt en de fase van verandering waarin de cliënt zich bevindt. Een cliënt die nog geen contact heeft met een hulpverlener, er zelf niet over nadenkt om zijn gebruik te verminderen en niet nadenkt over de invloed van de psychische stoornis en verslaving op zijn leven, zit in de fase van het vooroverwegen. In deze fase richt de behandeling zich op het opbouwen van een werkrelatie. Bijvoorbeeld door outreachende hulp, waarbij een hulpverlener actief contact zoekt. Een cliënt die zich in de fase van actieve behandeling bevindt, is gemotiveerd om te praten over zijn klachten en problemen. Hij probeert het middelengebruik te verminderen of te stoppen. Interventies die hierbij passen, zijn bijvoorbeeld zelfhulpgroepen of cognitieve gedragstherapie. Of behandeling met medicatie gericht op abstinentie ofwel het volledig stoppen met het gebruik van de verslavende middelen.


Theoriebron Behandeling bij een dubbele diagnose

IDDT en woonbegeleiding

ie

fb

.v

.

Volgens de visie van IDDT hebben mensen met een dubbele diagnose behoefte aan verschillende soorten huisvesting, passend bij hun motivatie en de fase van het herstelproces. De regels en de begeleiding van de woonvorm sluiten hierop aan. Er zijn drie soorten woonvormen: wet housing, damp housing en dry housing. Wet housing is gericht op het bieden van onderdak en veiligheid. De cliënt mag verslavende middelen gebruiken. Het hoofddoel is namelijk om contact te leggen met de cliënt. In damp housing worden grenzen gesteld aan het middelengebruik. Het gaat erom dat de cliënt het effect van de middelen op zijn leven gaat onderkennen en begint met grenzen stellen aan zijn gebruik. Bij dry housing is middelengebruik niet toegestaan. Door samen te leven met anderen die ervoor kiezen om middelenvrij te zijn, ondervinden mensen sociale steun om de ingeslagen weg te vervolgen. Ze bouwen een nieuw sociaal netwerk op.

Ac t

IDDT en herstelgerichte zorg

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Herstelgerichte zorg is zorg die gericht is op het ondersteunen van het herstelproces van de cliënt. Het gaat niet om het terugdringen van een stoornis of het verminderen van symptomen voor een betere beheersing van de problemen. Het gaat om het herstellen van de cliënt als mens, vanuit zijn wensen en perspectief. Om het terugvinden van de zin in het leven en het opbouwen van een toekomst. Volgens deze visie krijgen de cliënt en de hulpverlener een andere rol. De cliënt krijgt veel meer de regie en zeggenschap tijdens het herstelproces. Zijn (ervarings)kennis over wat hij wil, kan en nodig heeft, staat veel meer centraal. De hulpverlener heeft hier respect voor en is minder sturend aanwezig. Hij sluit meer aan bij het verhaal van de cliënt, herkent zijn mogelijkheden en helpt deze mee uitbreiden. De relatie tussen de cliënt en de hulpverlener wordt dan veel gelijkwaardiger.

33


Theoriebron Triple diagnose

.

Theoriebron Triple diagnose

.v

Inleiding

Ed

u'

Ac t

ie

fb

Het grote verschil tussen mensen met een dubbele diagnose en die met een triple diagnose zijn hun cognitieve vermogens. Bij mensen met een triple diagnose zijn deze minder sterk ontwikkeld. In deze theoriebron lees je wat een triple diagnose inhoudt en wat de gevolgen zijn van de beperktere cognitieve vermogens voor de behandeling.

ht

“Erbij willen horen” kan grote gevolgen hebben.

ig

Wat is een triple diagnose

C

op

yr

Een triple diagnose houdt in dat iemand gelijktijdig een psychische stoornis heeft, middelen misbruikt of hier afhankelijk van is én een lichte verstandelijke beperking heeft. Iemand heeft een lichte verstandelijke beperking (LVB) als zijn IQ tussen 50 en 70 ligt. De triple diagnose heeft ook betrekking op mensen die zwakbegaafd zijn (IQ tussen 70 en 85) en die tevens een beperkt sociaal aanpassingsvermogen hebben. Een beperkt sociaal aanpassingsvermogen heeft iemand als diegene geen aansluiting vindt bij leeftijdsgenoten. In een groep is hij sterk beïnvloedbaar en hij laat regelmatig ongepast gedrag zien. Ook beschikt hij over weinig invoelend vermogen. Wanneer een klasgenoot bijvoorbeeld vertelt dat zijn moeder een auto-ongeluk heeft gehad omdat ze een kat wilde ontwijken, barst hij in lachen uit omdat hij dit grappig vindt. Door de beperktere verstandelijke vermogens en het beperkte sociale aanpassingsvermogen lopen deze cliënten een grotere kans op het ontwikkelen van problemen met alcohol en drugs.

34


Theoriebron Triple diagnose

Hoe vaak komt een triple diagnose voor

ie

fb

.v

.

Het is niet bekend hoeveel mensen een triple diagnose hebben. Wel is bekend dat mensen met een lichte verstandelijke beperking en psychische problemen meer kans lopen op middelenmisbruik of –afhankelijkheid. Iemand heeft een middelenafhankelijkheid als hij de controle over het gebruik heeft verloren, wanneer hij steeds meer nodig heeft of als last krijgt van onthoudingsverschijnselen. Middelenmisbruik betekent dat het gebruik van middelen leidt tot herhaaldelijke problemen op het werk, thuis en in het sociale leven. In 2008 hadden ongeveer 55.000 Nederlanders een lichte verstandelijke beperking en ongeveer 1,4 miljoen Nederlanders zwakbegaafdheid en een beperkt sociaal aanpassingsvermogen. In de Borg-klinieken is een onderzoek gedaan onder 159 cliënten met een lichte verstandelijke beperking en ernstige gedrags- of psychische problemen. In het jaar voor de opname had 42 procent van hen problemen door het gebruik van drugs en alcohol.

Ac t

Risicofactoren op een verslaving voor mensen met een LVB

ht

Ed

u'

Mensen met een lichte verstandelijke beperking lopen meer risico op het ontwikkelen van een verslaving. Dit komt omdat ze moeite hebben met ‘eerst denken, dan pas doen’. In sociale contacten willen ze er graag bij horen. Door hun gebrekkige sociale vaardigheden vinden ze moeilijker sociale aansluiting. De behoefte om geaccepteerd te worden kan zo groot zijn, dat ze gemakkelijker slachtoffer worden van mensen met slechte bedoelingen. Daarnaast overzien ze de gevolgen van het gebruik van middelen niet. Zo kunnen ze onbedoeld afglijden naar middelenmisbruik of –afhankelijkheid. Andere risicofactoren voor het ontwikkelen van een verslaving zijn een laag zelfbeeld en sombere gevoelens. Beide komen bij mensen met een lichte verstandelijke beperking vaker voor. In vergelijking met anderen hebben mensen met een lichte verstandelijke beperking ook minder beschermende factoren in hun omgeving. Bijvoorbeeld een partner die hen aanspoort om te minderen of te stoppen met het gebruik van middelen of een goede baan.

ig

Gevolgen van een triple diagnose op het leven van een cliënt

C

op

yr

Net zoals mensen met een dubbele diagnose ervaren mensen met een triple diagnose een hele reeks problemen, naast de directe gevolgen van hun psychische stoornis, beperktere verstandelijke vermogens en verslaving. Ze lopen grote kans om financiële problemen te krijgen en hun huisvesting te verliezen. Hun gezondheid gaat achteruit. Als ze een baan hebben, is de kans groter dat ze deze verliezen. Hun sociale contacten verminderen of worden gekenmerkt door problemen. Ze kunnen agressief of onaangepast gedrag laten zien en belanden vaker in de gevangenis.

35


Theoriebron Triple diagnose

Begeleiding van een cliënt met een triple diagnose

ie

Geïntegreerde zorg

fb

.v

.

Het gevaar om in een behandeling overvraagd te worden is groot als geen rekening wordt gehouden met de beperkte cognitieve vermogens van een cliënt met een triple diagnose. Hulpverleners verwachten dan te veel eigen verantwoordelijkheid, inzicht en vaardigheden van de cliënt. In een gesprek merken ze bijvoorbeeld niet op dat de cliënt de vragen eigenlijk niet begrijpt. Of dat hij sociaal wenselijke antwoorden geeft of spreekwoorden letterlijk neemt. De cliënt kan ook niet reflecteren op zichzelf. Het vraagt van hulpverleners speciale gespreksvaardigheden om in gesprek te gaan met een cliënt met een triple diagnose, die bovendien meer behoefte heeft aan structuur en duidelijkheid.

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

Iemand met een triple diagnose heeft baat bij geïntegreerde zorg: zorg waarbij de verstandelijke gehandicaptenzorg, psychiatrie en verslavingszorg intensief samenwerken. De medewerkers brengen elk hun expertise in en vullen elkaar aan. Afhankelijk van de problematiek van de cliënt en zijn persoonlijke kenmerken wordt de verslaving of de psychische stoornis als eerste behandeld.

36


Theoriebron Varianten van dubbele diagnoses

.

Theoriebron Varianten van dubbele diagnoses

.v

Inleiding

Ed

u'

Ac t

ie

fb

Dubbele diagnoses zijn er in vele combinaties. Twee groepen komen het meest voor: een psychische stoornis met een middelenverslaving en een psychische stoornis met een gewoonteverslaving. In deze theoriebron vind je beide vormen terug. Daarnaast krijg je informatie over een bijzondere groep binnen de dubbele diagnoses: mensen die een gehoorstoornis hebben én een verslaving of psychische stoornis.

ht

Gamen is een gewoonteverslaving.

C

op

yr

ig

Een psychische stoornis en een middelenverslaving In de praktijk komen een psychische stoornis en een middelenverslaving regelmatig samen voor. De symptomen die de cliënt ervaart, kunnen hierdoor afkomstig zijn van meerdere bronnen. Een angstaanval kan bijvoorbeeld een onderdeel zijn van een angststoornis, maar hangt ook samen met het gebruik van cannabis of cocaïne. Bij de groep mensen met een dubbele diagnose komen de volgende psychische stoornissen het meest voor: depressie, bipolaire stoornis, angststoornis, ADHD, schizofrenie en persoonlijkheidsstoornis (zoals de borderline). Het gebruik van verslavende middelen wordt problematisch als iemand illegale drugs gebruikt of legale drug zonder doktersvoorschrift of in grote hoeveelheden. Maar ook als iemand problemen krijgt door het gebruik van het middel en toch doorgaat met gebruik. De verslavende middelen zijn heel divers. Het kan gaan om alcohol, nicotine, slaapmiddelen, cannabis, heroïne, cocaïne, cannabis of andere drugs.

37


Theoriebron Varianten van dubbele diagnoses

Psychoses, psychische stoornissen en middelenverslaving

ie

fb

.v

.

Psychoses komen voor zowel bij een psychische stoornis als bij een verslaving. Mensen met een psychose zijn voor een korte of langere tijd het contact met de werkelijkheid gedeeltelijk of volledig kwijt. Mensen met psychotische symptomen horen stemmen of geluiden die er niet zijn. Ze hebben last van paranoia en denken bijvoorbeeld dat ze afgeluisterd worden door de geheime dienst of achtervolgd worden door ruimtewezens. Ze hebben betrekkingswanen en gedachtestoornissen, bijvoorbeeld dat de caissière gedachten in hun hoofd stopt om hen te straffen. Mensen die middelen gebruiken zoals XTC of cannabis krijgen vaak psychotische beelden en gedachten die vanzelf weer over gaan. Sommigen krijgen een echte psychose die langdurig herstel vraagt. Iemand die middelen gebruikt en een psychische stoornis heeft zoals een stemmingsstoornis, angststoornis of schizofrenie, loopt een veel grotere kans op een psychose door middelengebruik.

Ac t

Alcohol en een psychische stoornis

Ed

u'

Alcohol is een verslavende stof die voor mensen met een psychische stoornis extra risico’s met zich meebrengt. Het stimuleert depressieve gevoelens en gedachten aan zelfmoord. Het versterkt paranoia en kan daardoor angst of agressie oproepen. Alcohol maakt dat heftige gevoelens afgestompt worden. Vervelende gedachten schuiven naar de achtergrond en lijken te verdwijnen zolang de roes duurt. Mensen met een psychische stoornis vinden het moeilijk om met hun gevoelens om te gaan. Ze ervaren vaak veel of sterke gedachten en gevoelens die ze liever niet willen voelen. De kans om een alcoholverslaving te ontwikkelen is voor hen daarom groter. Mensen met een angststoornis of posttraumatische stressstoornis hebben twee keer zo veel kans om alcoholverslaafd te worden. Mensen met een bipolaire stoornis zelfs vijf keer zo veel. Van de mensen met schizofrenie is ongeveer 33 procent een probleemdrinker.

ig

ht

Een psychische stoornis en een gewoonteverslaving

C

op

yr

Een gewoonteverslaving is een verslaving aan gedrag. Bijvoorbeeld een gokverslaving, gameverslaving of social media-verslaving. Het uitvoeren van dit gedrag zorgt voor de aanmaak van bepaalde stoffen in de hersenen, bijvoorbeeld dopamine. Deze stoffen geven een goed gevoel. Mensen met een psychische stoornis kunnen gevoeliger zijn voor het ontwikkelen van een gewoonteverslaving. Mensen met een autismespectrumstoornis zijn bijvoorbeeld extra gevoelig voor het ontwikkelen van een gameverslaving. Vanuit het autistisch denken, kunnen ze zich obsessief bezighouden met één hobby. Het gamen biedt hen veiligheid, controle en een overzichtelijke wereld. In tegenstelling tot de problemen die ze dagelijks ervaren in een onbegrijpelijke, chaotische wereld. Mensen met een bipolaire stoornis zijn extra gevoelig voor het ontwikkelen van een gokverslaving. In hun manische periodes voelen ze zich onoverwinnelijk en hebben ze een niet te stuiten dadendrang. De stap naar overmatig gokken wordt dan kleiner.

38


Theoriebron Varianten van dubbele diagnoses

Willem

fb

.v

.

Willem is 13 jaar. Hij heeft een autismespectrumstoornis. Gamen vindt hij geweldig. In die wereld heeft hij controle. Niemand doet er onbegrijpelijk moeilijk en hij hoeft zich niet aan te passen. Als hij gamet, voelt hij zich prettig. Het liefst speelt hij de hele nacht door. Op school gaan zijn resultaten achteruit en ook de sociale contacten die hij had verslechteren. Als iemand hem stoort tijdens het gamen, wordt hij boos of agressief. Als hij geen games mag spelen, voelt hij zich somber en lusteloos.

ie

Gehoorbeperking en psychische stoornis of verslaving

Ed

u'

Ac t

Een bijzondere groep binnen de dubbele diagnose zijn cliĂŤnten met een gehoorbeperking en een psychische stoornis of een gehoorbeperking en een verslaving. Mensen met een gehoorstoornis vormen een bijzondere categorie, omdat de combinatie van hun problemen een specifieke benadering vraagt. Communiceren met cliĂŤnten met een gehoorstoornis verloopt meestal via een tolk. Dit maakt het lastiger om heel persoonlijke zaken te bespreken, zeker in het kader van een verslaving of psychische stoornis. Daarnaast zijn veel mensen met een gehoorstoornis opgegroeid in een internaat. Door de aanhoudende hulp hebben velen een aangeleerde afhankelijkheid ontwikkeld. Dit betekent dat ze niet meer zelf het initiatief nemen om hun situatie te veranderen, maar wachten tot iemand anders hulp aanbiedt. Ook hun lees- en schrijfvaardigheden zijn vaak minder sterk ontwikkeld. Het gebruikelijke informatiemateriaal moet daarom aangepast worden om voor hen begrijpelijk te zijn.

Meer risicofactoren

C

op

yr

ig

ht

Het aantal risicofactoren voor het ontwikkelen van een verslaving of een psychische stoornis is groter bij mensen met een gehoorstoornis. Toch blijken zij in de praktijk alleen meer kans te hebben op een depressie, niet op andere psychische stoornissen of het ontwikkelen van een verslaving. Een van de specifieke risicofactoren voor deze doelgroep is dat ze vaak laat hulp zoeken. Ze hebben door informatiegebrek soms minder kennis van psychische stoornissen, verslaving en het bestaande zorgaanbod. Of ze willen het beperkte aantal tolkuren dat ze ieder jaar krijgen liever voor andere zaken gebruiken. Daarnaast worden kenmerken van een psychische stoornis in de praktijk regelmatig toegeschreven aan de gehoorstoornis. De periode tussen het optreden van de symptomen en het zoeken van hulp wordt hierdoor groter.

39


Theoriebron Interventies en begeleidingstechnieken bij een dubbele diagnose

.v

.

Theoriebron Interventies en begeleidingstechnieken bij een dubbele diagnose

fb

Inleiding

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

Een aantal interventies en begeleidingstechnieken wordt vaak ingezet bij de geïntegreerde behandeling van mensen met een dubbele diagnose. Ze sluiten aan op de specifieke kenmerken van deze doelgroep. Het gaat om outreachende hulpverlening, motiverende gespreksvoering, harm reduction en terugvalpreventie.

En, waar word jij blij van?

C

op

yr

Outreachende hulpverlening

40

Outreachende hulpverlening houdt in dat de hulpverlener actief contact zoekt met de cliënt en niet wacht tot deze zelf hulp komt zoeken. Mensen met een dubbele diagnose zijn zelden uit zichzelf gemotiveerd om hulp te zoeken of om in behandeling te blijven. De chaos van de dubbele stoornis, soms in combinatie met hun beperkte cognitieve vermogens, maakt dat cliënten een behandeling regelmatig voortijdig stopzetten. Om dit te voorkomen legt de outreachende hulpverlener actief contact en besteedt hij veel aandacht aan het motiveren van de cliënt. De hulpverlener kan bijvoorbeeld de cliënt thuis of op zijn kamer opzoeken. Hij besteedt dan aandacht aan wat de cliënt op dat moment belangrijk vindt. Bijvoorbeeld even samen het glas naar de glasbak brengen. Of de brief voorlezen van de woningstichting. Soms is alleen even een praatje maken voldoende. Op deze manier legt de hulpverlener de basis voor een werkrelatie met de cliënt.


Theoriebron Interventies en begeleidingstechnieken bij een dubbele diagnose

Motiverende gespreksvoering

Ac t

Harm reduction

ie

fb

.v

.

Motiverende gespreksvoering is een therapeutische techniek waarbij de hulpverlener en de cliënt samen de problemen verkennen en kijken wat eraan te doen is. Centraal staan de wensen en het gedrag van de cliënt. De hulpverlener luistert naar wat de cliënt wil en zegt. Hij confronteert de cliënt met het verschil tussen wat hij wil, zegt en doet. Daarmee probeert hij inzicht en een gedragsverandering bij de cliënt uit te lokken. Hij laat de cliënt ervaren dat hij zelf verantwoordelijk kan zijn voor zijn gedragsverandering. Tijdens contacten toont de hulpverlener begrip en vermijdt hij discussies. Hij veroordeelt het gedrag van de cliënt niet, ook niet als dat gedrag schadelijk is voor de cliënt zelf. Hij laat alleen zien dat de cliënt wél keuzemogelijkheden heeft en zelf verantwoordelijk is om deze te gebruiken. Deze techniek wordt vaak gebruikt bij cliënten met een dubbele diagnose die verantwoordelijkheid kunnen dragen voor hun leven en het vermogen bezitten om te veranderen. Ze moeten ook voldoende eigenwaarde hebben om voor zichzelf te kunnen kiezen.

Ed

u'

Harm reduction is een interventie met een dubbel doel. Het is gericht op het beperken van de risico’s die alcohol- en druggebruik met zich meebrengen. Het legt een basis voor het opbouwen van een werkrelatie met een cliënt. Interventies in het kader van harm reduction kunnen bijvoorbeeld zijn: het aanbieden van schone naalden voor heroïneverslaafden, van methadon zonder doktersvoorschrift (methadon is een legaal medicijn met gelijkaardige werking als heroïne, dat gebruikt wordt bij de ontwenning van heroïneverslaafden), van veilige dag- of nachtopvang, van maaltijden en zelfs van gesprekken over voorbehoedsmiddelen en veilig vrijen. Harm reduction vult basisbehoeften van de cliënt in. Het wordt ook gebruikt om de cliënt te motiveren om in behandeling te gaan voor zijn verslaving of psychische problemen.

ht

Terugvalpreventie

C

op

yr

ig

Terugvalpreventie is erop gericht om de signalen van een terugval zo vroeg mogelijk op te merken en te voorkomen dat de terugval plaatsvindt. Zelfs cliënten die graag willen veranderen, kunnen te maken krijgen met een terugval. Om dit te voorkomen, gaan de cliënt en hulpverlener samen op zoek naar de waarschuwingssignalen die een naderende terugval aankondigen. Bijvoorbeeld als de cliënt moeilijker uit bed kan komen, meer sombere gedachten heeft, het liefst alleen op de bank wil hangen of de drang heeft contact op te nemen met de oude vriendengroep waarbij het vaak mis is gegaan. Deze signalen brengen ze in kaart. Ze bekijken ook wat de cliënt kan doen als hij deze signalen opmerkt. Bijvoorbeeld extra aandacht besteden aan zijn hobby of contact zoeken met een vriend die los staat van het gebruikerscircuit. Daardoor leert de cliënt beter om te gaan met deze situaties. Zijn copingstrategieën breiden zich uit. Daarnaast leert hij nieuwe sociale vaardigheden om hem te helpen een terugval te voorkomen. Bijvoorbeeld ‘nee’ zeggen als hem toch drugs worden aangeboden.

41


Theoriebron Naastbetrokkenen van een cliënt met een dubbele diagnose

fb

.v

.

Theoriebron Naastbetrokkenen van een cliënt met een dubbele diagnose

ie

Inleiding

ht

Ed

u'

Ac t

Mensen die heel dicht bij iemand met een dubbele diagnose staan, worden naastbetrokkenen genoemd. Zij vormen vaak een essentieel onderdeel van de behandeling van de cliënt. Wie ze zijn, wat ze kunnen doen en welke hulp ze zelf kunnen krijgen, lees je in deze theoriebron.

ig

Soms wordt het allemaal even te veel.

C

op

yr

Wat zijn naastbetrokkenen

42

Naastbetrokkenen zijn mensen die nauw betrokken zijn bij een cliënt met een dubbele diagnose. Het kan gaan om ouders, broers en zussen, de partner, kinderen, vrienden of buren. Vaak dragen zij een gedeelte van de zorg voor de cliënt of krijgen ze te maken met de effecten van de dubbele problematiek. Naastbetrokkenen kunnen een belangrijke rol spelen voor de cliënt en zijn herstel. Door hun zorg en aandacht kunnen ze het leven van de cliënt vergemakkelijken en bijvoorbeeld een terugval voorkomen. De belasting die ze ervaren, kan erg groot zijn. Een voorbeeld van een naastbetrokkene is Pia. Haar broer heeft schizofrenie en een heroïneverslaving. Hij verwaarloost zichzelf. Pia probeert contact met hem te houden, met hem te praten. Ze brengt eten voor hem mee. Tanja is een andere naastbetrokkene. Ze is 18 jaar. Haar moeder heeft schizofrenie en een alcoholverslaving. Tanja probeert zo goed mogelijk voor haar moeder te zorgen. Ze kookt en blijft in de buurt als moeder heftige angsten heeft.


Theoriebron Naastbetrokkenen van een cliënt met een dubbele diagnose

Wat kan een naastbetrokkene doen

fb

.v

.

Je kunt iemand alleen helpen als hij geholpen wil worden. Wat naastbetrokkenen kunnen doen voor de cliënt, is belangstelling tonen. Luisteren als dat nodig is. Geen ongevraagde adviezen geven. Interesse tonen in hun leven, hun wensen en hun gezondheid. Proberen om hen niet te veroordelen en de mens achter de stoornis te blijven zien. Vragen naar het middelengebruik en hoe de persoon zich voelt. Als de cliënt hiervoor openstaat, kunnen ze hem verwijzen naar professionele hulp en hem hierbij steunen. Bij alles wat ze doen, zullen ze geduld moeten hebben, want zelfs als de cliënt ervoor kiest te veranderen kan dat een langdurig, intensief proces zijn.

ie

Naastbetrokkenen en de behandeling van de cliënt

Ed

u'

Ac t

Er zijn verschillende interventies die naastbetrokkenen betrekken bij de behandeling van de cliënt. Bijvoorbeeld de gezinsinterventie. Deze richt zich specifiek op gezinnen die nauw contact hebben met een gezinslid met een dubbele diagnose. De interventie heeft als doel het bevorderen van het functioneren van alle gezinsleden. De belangen van de cliënt en de familieleden wegen even zwaar tijdens deze interventie. Het is een vorm van cognitieve gedragstherapie waarbij geleerd wordt om anders tegen (problematische) situaties aan te kijken en er anders mee om te gaan. Psycho-educatie is een andere interventie die zich richt op naastbetrokkenen. Bij psycho-educatie krijgen de cliënten en hun familieleden informatie over relevante onderwerpen, bijvoorbeeld over de psychische stoornis en over de verslaving. Ze leren de informatie toepassen op hun persoonlijke situatie. Ook de geïntegreerde behandelingen zoals IDDT en ACT betrekken bewust naastbetrokkenen in het behandeltraject om de kracht van de behandeling en het netwerk van de cliënt te versterken.

ig

ht

Wat kan een naastbetrokkene voor zichzelf doen? Omdat het gedrag van een cliënt met een dubbele diagnose veel stress oproept, is het enorm belangrijk dat een naastbetrokkene goed voor zichzelf zorgt. Dit voorkomt uitputting en overspannenheid. Wat hiervoor nodig is, verschilt per persoon. Sommigen hebben het nodig om even afstand te nemen en iets voor zichzelf te doen. Anderen hebben behoefte aan goede informatie. Weer anderen zoeken naar herkenning bij lotgenoten. Er zijn organisaties die hulp bieden aan naastbetrokkenen. De stichting Labyrint in perspectief ondersteunt familie en vrienden van mensen met psychische problemen. De organisatie Ypsilon is een vereniging van mensen met een verhoogde kwetsbaarheid voor psychose. Beide organisaties geven advies en steun aan naastbetrokkenen. Ze bieden mogelijkheden om rechtstreeks vragen te stellen aan ervaringsdeskundigen en contact te hebben met lotgenoten via lotgenotengroepen. Naastbetrokkenen kunnen zo hun ervaringen delen, even stoom afblazen of nieuwe ideeën krijgen van lotgenoten. Op de websites Labyrint in perspectief en Ypsilon kun je meer informatie over deze organisaties vinden.

yr

Website Ypsilon <

C

op

Website Labyrint in perspectief <

43


Theoriebron Naastbetrokkenen van een cliënt met een dubbele diagnose

Informatiebronnen voor naastbetrokkenen

.

.v

Website Verslaafd aan jou <

Op de website van het Landelijk Expertisecentrum Dubbele Diagnose kunnen naastbetrokkenen informatie en folders vinden. Bijvoorbeeld de folder ‘Hoe gaat het met je?’. Hierin staat informatie over alcohol, drugs en psychische gezondheid zo beschreven dat iedereen het kan begrijpen. Een naastbetrokkene kan hierdoor een beter beeld krijgen van de problemen van de cliënt. Er zijn ook websites van het Trimbos-instituut, speciaal voor naastbetrokkenen, zoals ‘Verslaafd aan jou’ en ‘Drank je wel’. De folder ‘Verslaafd aan jou’ gaat over het leven met iemand die te veel drinkt of drugs gebruikt.

fb

Website Landelijk Expertisecentrum Dubbele Diagnose <

ie

Website Drankjewel <

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

Folder Verslaafd aan jou <

44


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.