9789037233544 voeding en gezond gedrag

Page 1

fb .v

.

Training

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

Voeding en gezond gedrag


Auteur(s): Alice ten Brinke Inhoudelijke redactie: Napona Smid Titel: Voeding en gezond gedrag

©

tie

ISBN: 978 90 3723 354 4

fb .v

Uitgeverij: Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl

.

Colofon

Edu’Actief b.v.2018

u' Ac

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Ed

Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl).

ij

De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

U

itg

ev

er

Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.


Inhoud Over deze training

.

9

Gezondheid en gezonde voeding BMI en overgewicht

fb .v

Oriëntatie

4

11

19

Voedseladditieven, voedselallergie, diëten en voedingsvoorschriften 29

tie

Voedselhygiëne en voedselveiligheid

Een gezond dagmenu samenstellen en bereiden

Reflecteren

46

42

35

u' Ac

Gezondheidsvoorlichting

Theoriebron Gezondheid

22

48

Theoriebron Gezonde voeding

Theoriebron BMI en overgewicht

51

55

Ed

Theoriebron Voedseladditieven, voedselallergie, diëten en voedingsvoorschriften Theoriebron Voedselhygiëne en voedselveiligheid

59

Theoriebron Een gezond dagmenu samenstellen en bereiden

ij

Theoriebron Gezond eten en koken met kinderen

61

64

67

U

itg

ev

er

Theoriebron Gezondheidsvoorlichting

57

3


Over deze training

Over deze training

u' Ac

tie

fb .v

.

Als toekomstig professional ga je met kinderen werken. In deze training leer je hoe je gezonde eet- en drinkgewoonten bij kinderen kunt bevorderen. En welke hygiënemaatregelen noodzakelijk zijn bij de bereiding en toediening van voedsel. Ook wordt aandacht besteed aan het geven van gezondheidsvoorlichting aan kinderen en ouders.

Gezond eetgedrag: jong geleerd is oud gedaan.

Leerdoelen • •

ij

Je kunt de uitgangspunten van de Schijf van Vijf in de praktijk toepassen en je kunt bewegingsactiviteiten voor kinderen bedenken om de gezondheid te verbeteren. Je kunt een plan van aanpak opstellen met leefstijladviezen bij een kind met een te hoog BMI. Je kunt op basis van de begrippen voedseladditieven, voedselallergie, diëten en voedingsvoorschriften verschillende gerechten samenstellen. Je kunt professioneel handelen waarbij je rekening houdt met de voedselhygiëne en voedselveiligheid. Je kunt een gezond dagmenu samenstellen en bereiden met kinderen en je kunt hierover informeren. Je kunt voor verschillende doelgroepen voorlichtingsactiviteiten uitvoeren op het gebied van voeding en gezond gedrag.

Ed

er

ev

itg

Beoordeling

U

Beoordelingsformulier <

4

Je wordt op verschillende punten beoordeeld. Deze punten kun je in het beoordelingsformulier terugvinden. De volgende punten zijn belangrijk bij de beoordeling. • • • • • •

Je doet actief mee aan de lessen. Je voldoet aan de voorwaarden bij de oefeningen en bij de demonstratie: correcte kleding, goede persoonlijke verzorging, geen sieraden. De opdrachten zijn netjes uitgewerkt. Tijden de voorbereiding van de demonstratie zijn alle processtappen afgerond. De activiteiten zijn afgestemd op de doelgroep. Het thema gezondheid komt in de verschillende activiteiten duidelijk naar voren.


Over deze training

• •

Er is een duidelijke samenhang tussen de verschillende activiteiten. In de uitwerking van de verschillende activiteiten is duidelijk dat er voldoende theoretische kennis over gezondheid, gezonde voeding, de Schijf van Vijf en de ADH is.

fb .v

Aan het einde van de training moet je een demonstratie uitvoeren. Plan deze demonstratie tijdig in. Lees eerst de demonstratie goed door en vul daarna het planningsformulier in. Neem ook de andere oefeningen van deze training op in je totale planning. Zo voorkom je dat je in tijdnood komt.

Demonstraties

tie

Planningsformulier <

.

Planning

Demonstratie 1: Themaweek gezonde voeding

er

ij

Ed

u' Ac

Plan voor jezelf een datum waarop je de demonstratie gaat uitvoeren. Vul deze datum in op het planningsformulier.

ev

Binnen de kinderopvang of op de basisschool waar jij werkt, is binnenkort een themaweek over gezonde voeding. Aan jou de taak om voor jouw klas of groep een activiteitenplan op te stellen en uit te werken.

U

itg

Bereid een activiteitenweek voor binnen een basisschool of kinderopvang rondom het thema gezonde voeding. Bijzonderheden: • Je bereidt de activiteitenweek voor, gericht op de doelgroep 0-4 jaar óf 4-8 jaar óf 8-13 jaar. • Kies een thema dat te maken heeft met gezonde voeding. Zorg dat dit thema aansprekend is voor de doelgroep en dat dit thema in de verschillende activiteiten duidelijk naar voren komt. • In de activiteitenweek eten de kinderen alle dagen tussen de middag op school/kinderopvang/BSO. • Het is de bedoeling dat er iedere middag een gezonde lunch wordt aangeboden aan de kinderen.

5


Over deze training

.

Bedenk dus vijf gezonde lunches, waarbij je zorgt voor voldoende variatie op de verschillende dagen. Het is de bedoeling dat de lunch twee keer samen met de kinderen wordt voorbereid (kookactiviteit). Daarnaast wordt er gedurende de activiteitenweek dagelijks één andere creatieve of leeractiviteit aangeboden aan de kinderen die te maken heeft met het thema gezonde voeding (dus geen kookactiviteit).

u' Ac

tie

fb .v

Processtappen • Maak een keuze voor welke leeftijdscategorie jij een themaweek wilt voorbereiden. • Kies een thema dat te maken heeft met gezonde voeding. • Maak een planning. • Maak een opzet voor de vijf gezonde lunches, op basis van de Schijf van Vijf, die je gaat uitwerken met behulp van de ADH-tabel voor de betreffende leeftijdsgroep. • Kies welke twee lunches je als kookactiviteit wilt gaan aanbieden en werk deze uit. • Maak een opzet voor de vijf creatieve en/of leeractiviteiten die je wilt gaan aanbieden. Zorg voor variatie binnen deze activiteiten. • Werk de gekozen creatieve speel-/leeractiviteiten uit met behulp van een activiteitenplan en maak een voorbeelduitwerking. • Je presenteert je volledige plan met uitwerkingen aan je docent met een korte mondelinge motivering van het gekozen onderwerp en de gekozen activiteiten.

Aanvullende opdracht voor PW4: • Zoek uit wat het gemeentelijk beleid is met betrekking tot het stimuleren van gezondheid en gezonde voeding van kinderen/jongeren. • Onderzoek of er subsidies en/of projectmateriaal beschikbaar zijn vanuit de gemeente/overheid voor projecten met betrekking tot gezondheid en voeding. • Maak bij de invulling van het thema gebruik van deze subsidie en/of projectmateriaal.

Ed

Laat elke processtap goedkeuren door je docent, voordat je begint aan de volgende processtap.

U

itg

ev

er

ij

Eisen aan de demonstratie • De punten waarop de demonstratie wordt beoordeeld kun je lezen in het beoordelingsformulier van deze training. • Specifieke eisen bij deze demonstratie: • Voor iedere activiteit werk je een activiteitenplan geheel uit. • Voor iedere lunch is er een receptenoverzicht en een volledige boodschappenlijst. • Voor de twee kookactiviteiten werk je daarnaast een activiteitenplan geheel uit. Geef hierbij duidelijk aan welke eisen met betrekking tot veiligheid en hygiëne tijdens de kookactiviteiten belangrijk zijn. • De creatieve/leeractiviteiten zijn uitgewerkt volgens het activiteitenplan inclusief een voorbeeld-uitwerking. • Maak een weekoverzicht waarop je aangeeft welke activiteiten op welke dag(del)en zullen plaatsvinden.

6

Aanvullende eisen niveau 4: • Geef schriftelijk aan bij welk(e) subsidiemogelijkheid/project dit thema aansluit en waarom je hiervoor gekozen hebt. Geef in het activiteitenplan duidelijk aan welke activiteiten aansluiten bij subsidiemogelijkheden en/of waar gebruikgemaakt wordt van projectmaterialen.


Over deze training

Demonstratie 2: Gezondheidsvoorlichting voor ouders

fb .v

.

De ouders van de school/kinderopvang worden tijdens de themaweek uitgenodigd voor een informatieavond over gezonde voeding. Deze avond wordt het volgende programma aangeboden: • informatief gedeelte (met behulp van PowerPoint of ander audiovisueel middel) (15 minuten) • interactief gedeelte waarbij ouders met behulp van een opdracht onderling discussiëren over gezonde voeding (kan een spel, casussen, stellingen enzovoort zijn) (30 minuten).

Aan het eind van de avond krijgen ouders een folder mee met informatie over het onderwerp. Het informatieve gedeelte wordt gepresenteerd voor de klas en/of docent, de andere onderdelen worden schriftelijk uitgewerkt.

Ed

u' Ac

tie

Plan als groepje een datum waarop je de demonstratie presenteert en overleg dit met je docent. Vul deze datum in op het planningsformulier.

U

itg

ev

er

ij

Processtappen • Maak een planning en een taakverdeling. • Maak een keuze in welke onderwerpen over gezonde voeding jullie specifiek aandacht willen besteden. • Bedenk welke informatie jullie willen overdragen aan ouders. • Maak de keuze voor een audiovisueel middel waarmee jullie de informatie willen overdragen en werk dit uit. • Maak een invulling voor het interactieve deel van de ouderavond en werk dit verder uit aan de hand van een activiteitenplan. • Bedenk welke informatie jullie mee willen geven aan ouders en werk deze uit in een folder. • Het informatieve deel van de ouderavond presenteren jullie in de klas. Eisen aan de demonstratie De punten waarop de demonstratie wordt beoordeeld kun je lezen in het beoordelingsformulier van deze training. Specifieke eisen bij deze demonstratie: • Het gekozen onderwerp sluit aan bij de doelgroep (ouders van kinderen in de leeftijd van 2-13 jaar). • De invulling van de verschillende activiteiten (audiovisuele presentatie, interactief gedeelte en de folder) sluit op elkaar aan en vormt een samenhangend geheel. • De invulling van de ouderavond laat zien dat jullie over voldoende kennis over gezondheid en gezonde voeding beschikken.

7


Over deze training

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

.

• •

De audiovisuele presentatie en folder zien er aantrekkelijk uit en bevatten voldoende relevante informatie. De audiovisuele presentatie heeft een inleiding die de aandacht trekt. De audiovisuele presentatie geeft duidelijk aan wat de nadelen zijn van bepaald gedrag en welke positieve effecten te verwachten zijn bij gedragsverandering. Het interactieve deel van de ouderavond nodigt uit tot onderlinge discussie/uitwisseling van meningen. Het interactieve deel van de ouderavond is beschreven in een volledig ingevuld activiteitenplan.

fb .v

8


OriĂŤntatie

OriĂŤntatie Oefening 1

Oorzaken en gevolgen van overgewicht

fb .v

.

Uit verschillende onderzoeken blijkt dat in Nederland het aantal kinderen (2-18 jaar) met een levensbedreigende vorm van overgewicht (morbide obesitas) in 30 jaar tijd flink is gestegen. a. Bedenk twee oorzaken die ertoe geleid kunnen hebben dat kinderen steeds vaker te dik zijn:

Gezonde voeding

Ed

Oefening 2

u' Ac

tie

b. De Nederlandse overheid wil met behulp van verschillende campagnes het aantal kinderen met overgewicht laten dalen. Bedenk twee redenen waarom de overheid dit doet:

ij

Broodtrommel 1

Broodtrommel 2

er

Hiervoor zie je twee afbeeldingen van een gevulde broodtrommel. Geef bij beide broodtrommels aan wat gezonde producten zijn en wat minder gezonde producten zijn.

U

itg

ev

Broodtrommel 1 gezonde producten:

ongezonde producten:

Broodtrommel 2 gezonde producten:

9


OriĂŤntatie

ongezonde producten:

.

In de supermarkt zie je veel kinderhelden zoals de Minions op voedselproducten. In 2016 is besloten dat dit moet verdwijnen uit de supermarkt per 2017. Lees het artikel 'Kinderhelden nog steeds zichtbaar op verpakkingen ongezond eten'. a. Wat vind jij van de reactie van Foodwatch?

tie

Artikel Kinderhelden nog steeds zichtbaar op verpakkingen ongezond eten <

Kinderhelden op verpakkingen

fb .v

Oefening 3

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

b. Wat spreekt je wel aan en wat spreekt je minder aan?

10


Gezondheid en gezonde voeding

.

Gezondheid en gezonde voeding

fb .v

Inleiding

tie

Dat roken de gezondheid nadelig beïnvloedt en dat bewegen een positief effect heeft op de gezondheid is algemeen bekend. In dit hoofdstuk besteden we aandacht aan deze, en verschillende andere factoren die van invloed zijn op de gezondheid. Daarnaast kijken we naar de Schijf van Vijf. Eet gevarieerd en beweeg voldoende, dat is de basis. Ook voor kinderen is dit heel belangrijk.

Leerdoelen • • •

Theoriebron Gezondheid <

Gezondheidsbelemmerende en gezondheidsbevorderende situaties Lees de volgende casussen zorgvuldig door. Geef bij iedere casus aan wat gezondheidsbelemmerende en wat gezondheidsbevorderende situaties zijn. Noteer dit in de schema's onder de casussen.

Ed

Oefening 4

Je kunt aangeven wat gezondheidsbelemmerende en gezondheidsbevorderende factoren zijn Je kunt je eigen gezondheid in kaart brengen en verbeteringen in gang zetten. Je kunt bewegingsactiviteiten voor kinderen bedenken. Je kunt de Schijf van Vijf in de praktijk toepassen.

u' Ac

Lucy (4 jaar)

U

itg

ev

er

ij

Lucy groeit op in een gezin met een vader, een moeder en een ouder broertje van 6 jaar. Het gezin woont midden in de stad in een grachtenpand met een kleine achtertuin. In de buurt zijn weinig speelmogelijkheden voor kinderen. De vader van Lucy werkt veel in het buitenland. De moeder van Lucy is thuis. De moeder van Lucy rookt veel, ook tijdens de zwangerschap heeft de moeder gerookt. Lucy is een vrolijk en actief meisje dat sinds kort naar de basisschool gaat. Lucy vindt het erg leuk op school en vooral het buitenspelen is bij haar favoriet. Lucy is vaak verkouden. Volgens moeder komt dit omdat ze op school met allerlei infecties in aanraking komt. In de familie van moeders kant komen veel hartproblemen voor. Lucy is een stevig meisje, volgens de consultatiebureauarts is haar gewicht iets te hoog. Lucy eet gezond en houdt vooral van hartige dingen. Ze snoept weinig en drinkt veel water, want dat vindt ze lekker.

Gijs (9 jaar) Gijs groeit op in een eenoudergezin, bij zijn moeder. Hij heeft geen contact met zijn vader. Moeder werkt vier dagen in de week en ze wonen in een dorp in een rijtjeshuis. Gijs heeft enkele keren een epilepsieaanval gehad maar met medicatie is dit nu al twee jaar heel stabiel en hij heeft geen aanvallen meer. Gijs kan niet zo goed leren, vooral met rekenen heeft hij moeite. Gijs heeft op school en thuis veel vrienden en speelt veel buiten. Ook vindt hij het erg leuk om te timmeren en te zagen en hij is daar handig in. Hij zit op voetbal en karate. De moeder van Gijs is niet altijd thuis wanneer Gijs uit school komt. Hij pakt dan zelf drinken en iets te snoepen en gaat dan weer buitenspelen. Gijs houdt wel van

11


Gezondheid en gezonde voeding

.

snoepen en zoetigheid. Als zijn moeder niet thuis is, pakt hij meestal wel meerdere snoepjes en ook een zakje chips lust hij dan wel. Op de dagen dat de moeder van Gijs werkt, eten ze ’s avonds om 19.00 uur. Meestal is dit een kant-en-klaarmaaltijd. Gijs gaat daarna nog even spelen en gaat rond 21.00 naar bed. ’s Ochtends moet Gijs om 7.30 uur weer opstaan.

Gezondheidsbelemmerende situaties 1

Gezondheid bevorderende situaties

tie

2

fb .v

Casus 1

u' Ac

3

4

5

Ed

6

ij

7

er

Casus 2

Gezondheidsbelemmerende situaties

ev

1

U

itg

2

12

3

4

Gezondheid bevorderende situaties


Gezondheid en gezonde voeding

Gezondheidsbelemmerende situaties

Gezondheid bevorderende situaties

5

fb .v

.

6

7

Website Gezondheidstest <

tie

Theoriebron gezondheid <

Mijn gezondheid

Een bekend Nederlands spreekwoord luidt: Goed voorbeeld doet goed volgen. Dit geldt zeker voor het aanleren van gezond gedrag. Voorbeeldgedrag van volwassenen in de directe omgeving bepaalt in grote mate in hoeverre kinderen gezond gedrag aanleren. Maar hoe gezond ben jij eigenlijk?

u' Ac

Oefening 5

Voorbereiding Lees Theoriebron Gezondheid zorgvuldig door.

ev

er

ij

Ed

Uitvoering • Beschrijf bij iedere factor welke gezondheidsbelemmerende en gezondheidsbevorderende factoren in jouw persoonlijke situatie van invloed zijn op je gezondheid. • Schrijf bij iedere factor minimaal één tip om deze factor te verbeteren en/of een belemmering op te heffen. • Ga naar de site Gezondheidstest en doe de verschillende tests op deze pagina. Noteer per test de uitkomsten en neem deze uitkomsten mee in je eigen plan van aanpak. • Vul de vragenlijst volledig in. Je ontvangt na 24 uur een leefstijladvies. • Vergelijk dit advies met je tips die je zelf hebt opgeschreven. • Welke overeenkomsten zijn er en welke verschillen? • Maak een gezondheidsplan voor je persoonlijke situatie. Hier beschrijf je tips en acties over hoe je jouw gezondheid kunt verbeteren. • De komende vier weken ga je dit gezondheidsplan uitvoeren. • Dagelijks schrijf je in een dagboekje op hoe dit verloopt. • Na vier weken schrijf je een evaluatie.

U

itg

Reflectie a. Hoe beoordeelde je je eigen gezondheid voordat je aan deze oefening begon?

b. Wat is hierin veranderd door het uitvoeren van deze oefening?

c. Hoe verliep de uitvoering van het gezondheidsplan? Wat ging goed en wat juist niet en hoe kwam dit?

13


Gezondheid en gezonde voeding

d. Hoe beoordeel je je eigen gezondheidsgedrag en gezondheid na vier weken?

Theoriebron Gezonde voeding <

.

Zitten alle voedingsstoffen erin?

Het is van belang dat je weet wat er allemaal in het eten van een kind zit. Een kind heeft veel goede voedingsstoffen nodig want het moet nog veel groeien! In deze oefening ga je hiermee aan de slag. Lees de dagmenu’s zorgvuldig door.

fb .v

Oefening 6

Dagmenu 1

Yoghurt met een appel in stukjes gesneden

Tussendoor

Beker yoghurtdrink en ontbijtkoek

Lunch

Cracker met kaas; een beker karnemelk; twee keer tosti met ham en kaas

Tussendoor

Beker yoghurtdrink en één Snicker

Diner

Verse salade met sla, stukjes kip, tomaat, mozzarella, en zelfgemaakt yoghurtdressing (magere yoghurt met kruiden) + gekookte pasta

u' Ac

tie

Ontbijt

Dagmenu 2

Twee keer wit bolletje besmeerd met halvarine en chocoladehageltjes + glas thee met suiker

Tussendoor

Flesje icetea (200 ml) + Liga

Lunch

Drie keer wit bolletje besmeerd met halvarine met chocoladehageltjes + glas thee met suiker

Ed

Ontbijt

Twee glazen thee met twee koekjes

Diner

Rijst met kip gebakken in olijfolie en kerriesaus uit een pot + Danoontje

ij

Tussendoor

Tussendoor

er

Tussendoor

U

itg

ev

Uitvoering • Geef bij ieder dagmenu aan welke voedingsstoffen er in welke producten zitten. • Geef bij ieder dagmenu aan of alle voedingsstoffen die een kind nodig heeft ook in het menu aanwezig zijn. • Geef suggesties voor verbeteringen van het betreffende dagmenu (welke producten kun je beter weglaten, welke producten kun je beter toevoegen). a. Dagmenu 1 Aanwezige voedingsstoffen + in welke producten aanwezig 1 2 3

14

Ontbrekende voedingsstoffen


Gezondheid en gezonde voeding

Aanwezige voedingsstoffen + in welke producten aanwezig

Ontbrekende voedingsstoffen

4

fb .v

.

5 6

u' Ac

Dagmenu 2

tie

Tips voor verbetering dagmenu

Aanwezige voedingsstoffen + in welke producten aanwezig 1

3 4

Ed

2

Ontbrekende voedingsstoffen

er

ij

5 6

U

itg

ev

Tips voor verbetering dagmenu

15


Gezondheid en gezonde voeding

fb .v

c. Welke tips herken jij uit je eigen jeugd?

.

Reflectie b. Vergelijk je uitwerking met die van een medestudent. Staan er tips tussen die je ook wilt gebruiken?

Oefening 7

Bewegingsactiviteiten

ev

er

ij

Ed

u' Ac

Theoriebron Gezonde voeding <

tie

d. Neem je deze tips mee in de praktijk? Leg je antwoord uit.

U

itg

Even lekker buiten rennen.

16

Een van de regels die hoort bij de Schijf van Vijf is: beweeg voldoende. Ook voor kinderen is het belangrijk om na de maaltijd even lekker te bewegen, het liefst in de buitenlucht. Voorbereiding Zorg dat je internet bij de hand hebt.


Gezondheid en gezonde voeding

Uitvoering a. Bedenk vijf bewegingsspelletjes die je voor of na de maaltijd kunt doen met kinderen van 2-4 jaar. 1.

.

2.

fb .v

3. 4. 5.

b. Bedenk vijf bewegingsspelletjes die je voor of na de maaltijd kunt doen met kinderen van 4-8 jaar.

tie

1. 2. 3.

u' Ac

4. 5.

c. Bedenk vijf bewegingsspelletjes die je voor of na de maaltijd kunt doen met kinderen van 9-13 jaar. 1.

3. 4. 5.

Ed

2.

er

ij

De bewegingsspelletjes moeten aan de volgende voorwaarden voldoen: • Je hebt er geen of maximaal één stuk materiaal voor nodig (bijvoorbeeld een bal). • Het spelletje is snel uit te leggen en kost geen voorbereiding. • Alle kinderen kunnen actief meedoen.

U

itg

ev

Beschrijf van ieder spel de volgende punten (maximaal één A4 per spel): • naam spel • leeftijd doelgroep • aantal deelnemers • benodigdheden • tijdsduur • korte speluitleg • spelregels. Presenteer van iedere leeftijdscategorie één activiteit voor de klas. Geeft tips en tops aan je medestudenten voor de gepresenteerde activiteiten. Reflectie d. Wat is jouw belangrijkste aandeel geweest bij het bedenken van de bewegingsspelletjes?

17


Gezondheid en gezonde voeding

.

e. Voor welke leeftijdsgroep vond je het moeilijker om bewegingsspelletjes te bedenken en waarom?

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

fb .v

f. Wat zijn de belangrijkste tips/tops die jullie hebben ontvangen van medestudenten?

18


BMI en overgewicht

BMI en overgewicht

.

Inleiding

fb .v

In 2016 had 11,9% van de kinderen in de leeftijd 4 tot 12 jaar overgewicht. Van de kinderen tussen de 12 en 18 jaar had 15,6% overgewicht. Ook in de kinderopvang en basisschool wordt je regelmatig geconfronteerd met kinderen die te dik zijn. Soms worden ze gepest of kunnen ze niet zo goed meedoen aan de bewegingsactiviteiten die je organiseert. Hoe maak je dit bespreekbaar, wanneer moet je ingrijpen en hoe kun je deze kinderen en hun ouders helpen? Vragen waar je in de dagelijkse praktijk regelmatig tegenaan kunt lopen.

Oefening 8

Je kunt uitleggen wat het begrip BMI betekent. Je kunt een BMI berekenen. Je kunt een plan van aanpak opstellen met leefstijladviezen bij een kind met een te hoog BMI.

u' Ac

• • •

tie

Leerdoelen

BMI

Het berekenen van het BMI wordt nog vaak toegepast in de praktijk. Let wel: als een richtlijn, niet als de waarheid. BMI krijgt steeds vaker de nodige kritiek.

Ed

a. Leg in je eigen woorden de betekenis van BMI uit.

er

ij

b. Waarom is BMI niet juist?

ev

Overgewicht?

U

itg

Johan is 1,80 meter lang. Als hij thuis op de weegschaal staat, tikt de weegschaal 90 kilo aan. Hij schrikt ervan en vertelt het zijn vriendin Mieke. Mieke gaat zijn BMI berekenen en komt erachter dat zijn BMI 27,8 is.

c. In welke categorie valt het BMI van Johan?

d. Zou het ook aan iets anders kunnen liggen dat zijn BMI zo hoog is?

19


BMI en overgewicht

BMI berekenen op voedingswaardetabel.nl <

Voorbereiding • Bestudeer Theoriebron BMI en overgewicht. • Lees de volgende casussen zorgvuldig door.

Casus Ben

.

BMI-normtabellen voor kinderen via voedingscentrum.nl <

In deze oefening ga je het BMI van de kinderen uit de casus berekenen. Vervolgens stel je een plan van aanpak op met daarin leefstijladviezen.

fb .v

Theoriebron BMI en overgewicht <

BMI en overgewicht

De achtjarige Ben weegt 43 kg en heeft een lengte van 137 cm. Op een dag komt Ben huilend thuis. Hij mag van de andere kinderen niet meer meedoen in de voetbalploeg: hij loopt te langzaam. De ouders van Ben twijfelen of ze de hulp van een diëtiste moeten inschakelen. Ben is nog klein en zal nog veel groeien, is het wel nodig? Trouwens, iedereen in de familie is wel wat zwaar gebouwd. Bovendien eet Ben volgens moeder eigenlijk helemaal niet veel en hij speelt vaak buiten. Hij heeft gewoon wat zware botten, daar doe je niet zo veel aan.

tie

Oefening 9

Ed

u' Ac

Het dagritme van Ben: ’s Ochtends is Ben vaak nog moe en is niet de snelste. Hij heeft dan vaak geen tijd meer voor zijn ontbijt en krijgt van moeder dan een cracker mee voor onderweg naar school. Tijdens de pauze heeft hij altijd een pakje yoghurtdrink en een chocoladereep mee. Tussen de middag eet hij altijd twee plakjes brood met hazelnootpasta en dan drinkt hij ook weer yoghurtdrink. Wanneer Ben thuiskomt uit school krijgt hij altijd een glas cola met een chocoladereep (mars, nuts of iets dergelijks). Daarna gaat hij met zijn vrienden buitenspelen. Het avondeten is echt Bens lievelingsmaaltijd. Hij eet dan voor de tv en neemt meestal wel twee lekker volle borden. Ben is niet dol op aardappels en meestal eten ze daarom pasta of rijst met een saus waarin gehakt of kipfilet zit. Na het avondeten gaat Ben altijd weer buitenspelen met zijn vrienden. Om half 8 moet hij binnen zijn en dan mag hij nog een uurtje tv-kijken of computeren. Hij krijgt dan nog een beker cola en een bakje chips voor het slapengaan.

er

ij

BMI vader 43,4; moeder 35,9.

ev

Ben zat tot nu toe redelijk in zijn vel, heeft wel aansluiting bij andere kinderen en is veel buiten, gezinsinkomen onder modaal.

U

itg

Casus overgewicht Aysin

20

Aysin is een meisje van 3 jaar met een Turkse achtergrond. De vader van Aysin is hoogopgeleid en werkt als accountant. De moeder van Aysin werkt als managementassistente. De oma van Aysin zorgt vier dagen per week voor Aysin en haar broer en zusje. Bij het bezoek aan het consultatiebureau blijkt dat Aysin een gewicht heeft van 21 kilo bij een lengte van 98 cm. De consultatiebureauarts geeft aan dat dit aan de hoge kant is. Volgens de moeder van Aysin komt dit wel weer goed. Oma vindt het heerlijk om de kinderen te verwennen met lekkere hapjes. Oma is wat slecht ter been en daardoor kan ze niet zo vaak met Aysin buiten gaan spelen. Straks wanneer Aysin naar de basisschool gaat, wordt dat wel beter. Ze krijgt dan iedere dag een gezonde lunch en gezond tussendoortje mee. Het snoepen wordt dan vanzelf minder. Ook gaat ze dan op zwemles en daarna mag ze een sport kiezen dus dan beweegt ze vanzelf ook meer. Bovendien is moeder zelf ook niet dik. Aysin lijkt erg op moeder dus dat komt wel goed. Aysin is een stil, verlegen meisje dat nog weinig Nederlands spreekt.


BMI en overgewicht

a. Bereken bij iedere casus de BMI van het kind. Berekening BMI Ben: Berekening BMI Aysin:

fb .v

.

b. Bestudeer de BMI-normtabellen voor kinderen en de website voedingswaardetabel.nl. Is het gewicht van dit kind gezond volgens de normtabel? Normgewicht Ben: Normgewicht Aysin:

u' Ac

tie

Uitvoering Schrijf een plan van aanpak voor dit kind. Vermeld in dit plan van aanpak de volgende gegevens. • naam + leeftijd van het kind • huidig gewicht + BMI + streefgewicht • gezondheidsbelemmerende en gezondheidsbevorderende situaties in de huidige leefstijl • voor iedere gezondheidsbelemmerende situatie minimaal één leefstijladvies hoe dit te verbeteren. Vergelijk jouw plan van aanpak met het plan van een medestudent. Geef elkaar feedback.

Ed

Reflectie c. Voor welke casus vond je het het gemakkelijkst om een plan van aanpak te schrijven en waarom?

er

ij

d. Wat viel je op bij de vergelijking van je eigen plan van aanpak met die van een medestudent?

U

itg

ev

e. Wat zou je de volgende keer anders doen bij het schrijven van een dergelijk plan van aanpak?

Voor PW4 Zoek op internet informatie over overgewicht en obesitas bij kinderen. f. Welke professionals kunnen betrokken worden bij de aanpak/behandeling van overgewicht?

g. Wat is de functie van de verschillende professionals?

21


Voedseladditieven, voedselallergie, diëten en voedingsvoorschriften

fb .v

.

Voedseladditieven, voedselallergie, diëten en voedingsvoorschriften Inleiding

• •

Op een etiket van een product is allerlei informatie te vinden over wat er in het product zit, zoals de ingrediënten, de voedingswaarde en de houdbaarheidsdatum. Wat er precies op het etiket moet staan en hoe, dat staat nauwkeurig vastgelegd in de Europese wet Voedselinformatie en in de Nederlandse Warenwet. Ingrediënten Op een etiket staat altijd te lezen welke ingrediënten er in het product zitten. Naast de ingrediënten die nodig zijn om dit product te maken, voegen voedselproducenten allerlei stoffen aan voedingsstoffen toe om ze langer houdbaar te maken of de voedingsstoffen een sterkere kleur, geur en smaak te geven. Deze toevoegingen noemen we voedseladditieven. Soms worden deze voedingsadditieven met hun naam benoemd en soms met de bijbehorende E-nummers.

U

itg

ev

er

Theoriebron Voedseladditieven, voedselallergie, diëten en voedingsvoorschriften <

Etiketten lezen

ij

Oefening 10

Je kunt het begrip voedseladditieven omschrijven. Je kunt in de praktijk aan de hand van informatie op het etiket beoordelen in hoeverre een product gezond is. Je kunt verschillende gerechten op basis van een dieet en/of voedingsvoorschrift samenstellen.

Ed

u' Ac

Leerdoelen

tie

Weet wat je eet is een bekende slagzin die hoort bij een campagne van de overheid om mensen meer bewust te laten omgaan met voeding. Waarop moet je letten, welke voedingsstoffen kun je beter vermijden en hoe kun je zien of een product deze voedingsstoffen bevat? Met behulp van verschillende oefeningen gaan we op zoek naar de antwoorden.

22

Voorbereiding • Lees van de Theoriebron Voedseladditieven, voedselallergie, diëten en voedingsvoorschriften het tekstblok over voedingsadditieven zorgvuldig door. • Ga naar de supermarkt en kies drie producten uit die je zou gebruiken bij een gezonde broodmaaltijd met kinderen. Dit mogen geen verse producten zijn. Kies ook alvast drie verschillende ranja's uit a. Noteer welke voedingsadditieven er in de verschillende producten zitten.


Voedseladditieven, voedselallergie, diëten en voedingsvoorschriften

Kies drie verschillende soorten ranja uit. Een ranja waarvan jullie denken dat er weinig voedingsadditieven inzitten, een waarvan jullie denken dat er meer voedingsadditieven inzitten en een waarvan jullie denken dat er heel veel voedingsadditieven inzitten.

Ranja 1 Merk: Werking

u' Ac

tie

Voedingsadditief

fb .v

.

Uitvoering b. • Noteer per soort ranja welke voedingsadditieven zijn toegevoegd. • Zoek op internet informatie over deze verschillende voedingsadditieven en hun werking. • Neem onderstaande tabel over en vul deze voor alledrie volledig in.

Beantwoord de volgende vragen:

Ed

c. Was je je er voordat je deze oefening deed van bewust dat er zo veel voedingsadditieven in voeding zitten?

er

ij

d. Wist je wat het doel was van deze voedingsadditieven?

U

itg

ev

e. Hoe sta jij zelf tegenover het gebruik van voedingsadditieven?

Voedingswaarde Behalve de ingrediënten wordt op ieder etiket de voedingswaarde van het product beschreven. Dit geeft aan hoeveel energie en voedingsstoffen in het product zitten. De energie van levensmiddelen wordt meestal uitgedrukt in kilojoule (kJ). Ook zie je op een verpakking nog wel eens de kilocalorieën vermeld staan. Op zich is de kilocalorie een verouderd begrip. 1 kilocalorie = 4,1868 kJ. Daarnaast vind je informatie over de hoeveelheid vetten, koolhydraten, vezels, eiwitten, zout en calcium. Uitvoering Bij de lunch mogen de kinderen kiezen uit vier verschillende soorten drinken, namelijk yoghurtdrank, fruitdrank en ijsthee.

23


Voedseladditieven, voedselallergie, diĂŤten en voedingsvoorschriften

fb .v

.

f. Alles komt uit een pak en is gekocht in de supermarkt. Welk drankje denk jij dat het meest gezond is en waarom?

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

g. Hierna vind je de vier etiketten van verschillende drankjes. Welke drank is volgens jou, na het bestuderen van de etiketten, de minst ongezonde keuze en waarom?

24


Kinderen nemen vaak in plaats van fruit een ‘gezond’ koekje mee naar school. Ga naar de supermarkt en vergelijk van minimaal vijf ‘gezonde’ koekjes de etiketten.

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

fb .v

.

Voedseladditieven, voedselallergie, diëten en voedingsvoorschriften

25


Voedseladditieven, voedselallergie, diĂŤten en voedingsvoorschriften

h. Noteer van ieder soort de gezonde en minder gezonde toevoegingen. Geef een advies welk koekje volgens jou het minst ongezonde alternatief voor fruit is en waarom. Gezonde toevoegingen:

Ongezonde toevoegingen

Advies:

u' Ac

i.

tie

fb .v

.

Merk koekje:

Wat zijn azo-kleurstoffen?

ij

j.

Ed

Azo-kleurstoffen (alleen voor PW 4) Zoek op internet informatie over de azo-kleurstoffen en beantwoord de volgende vragen.

ev

er

k. Zijn azo-kleurstoffen gevaarlijk voor de gezondheid?

U

itg

l.

26

Welke waarschuwing moet erop het etiket staan als een product azo-kleurstoffen bevat?


Voedseladditieven, voedselallergie, diëten en voedingsvoorschriften

m. Vul de volgende tabel in Waarom wordt het toegevoegd?

Waar zit het vaak in?

Ed

Binnen de kinderopvang en basisschool word je geconfronteerd met kinderen uit verschillende milieus, met verschillende culturele achtergronden en verschillende geloofsovertuigingen. Dit kan tot gevolg hebben dat kinderen speciale voedingsvoorschriften van huis meekrijgen. Daarnaast zijn er kinderen die op medisch voorschrift een speciaal dieet volgen. Hoewel je binnen de kinderopvang en basisschool van ouders de specifieke informatie krijgt over voedingsvoorschriften en/of het dieet van hun kind, is het toch belangrijk dat je globaal kennis hebt van veelvoorkomende voedingsvoorschriften en diëten. In de praktijk moet je deze op een juiste wijze kunnen toepassen.

er

Theoriebron Voedseladditieven, voedselallergie, diëten en voedingsvoorschriften <

Diëten en voedingsvoorschriften

ij

Oefening 11

u' Ac

tie

fb .v

.

E-nummer

ev

Voorbereiding • Lees de Theoriebron Voedseladditieven, voedselallergie, diëten en voedingsvoorschriften zorgvuldig door.

b. Welke medische aandoeningen ken jij waarbij speciale diëten gevolgd moeten worden?

U

itg

a. Welke speciale voedingsvoorschriften zijn bij jou bekend?

27


Voedseladditieven, voedselallergie, diëten en voedingsvoorschriften

(bijvoorbeeld suikerziekte, coeliakie).

fb .v

.

Uitvoering • Verdeel de klas in vier groepen. Iedere groep bereidt een presentatie voor van ongeveer vijftien minuten over een van de volgende onderwerpen: a. voedingsvoorschriften op basis van milieubewustzijn en/of dierenwelzijn en de eigen gezondheid (bijvoorbeeld vegetarisch, veganistisch, biologisch, biologisch-dynamisch) b. voedingsvoorschriften op basis van geloofsovertuiging (bijvoorbeeld Jodendom, islam, boeddhisme) c. voedselallergie en voedselovergevoeligheid bij (jonge) kinderen (bijvoorbeeld koemelkallergie, allergie voor fruitsoorten, allergie voor noten, eczeem ten gevolge van voedselallergie) d. regelmatig voorkomende medische aandoeningen waarbij een dieet noodzakelijk is

Ed

• •

duidelijkheid van de geboden informatie duidelijke aandachtspunten met betrekking tot voedselhygiëne, voor- en nadelen van het betreffende dieet voor (jonge) kinderen, eventuele noodzakelijke voedingssupplementen voor jonge kinderen bij toepassing van het betreffende dieet duidelijkheid en volledigheid van aandachtspunten/tips voor medewerkers binnen de kinderopvang of basisschool wanneer een kind een bepaald dieet of voedingsvoorschrift volgt praktische toepasbaarheid van gegeven tips. Vraag feedback aan je klasgenoten.

u' Ac

• •

tie

Geef de presentatie in de klas waarbij de klasgenoten en docent de presentatie beoordelen op de volgende onderdelen:

ij

Reflectie c. Welke feedback heb je ontvangen? En ben je het daarmee eens of juist niet?

U

itg

ev

er

d. Welke nieuwe informatie denk jij te kunnen gebruiken in de praktijk?

28


Voedselhygiëne en voedselveiligheid

.

Voedselhygiëne en voedselveiligheid

fb .v

Inleiding

tie

Als pedagogisch medewerker of onderwijsassistent heb je een afwisselend takenpakket. Het ene moment moet je een peuter helpen bij het afvegen van de billen, het volgende moment speel je met een groepje kinderen in de zandbak en dan ben je weer bezig het fruit klaar te zetten. De afwisseling in werkzaamheden zorgt ervoor dat jij een grote bron van bacteriën kunt zijn, die via de voeding worden overgedragen op de kinderen. Aandacht voor de hygiëne is dan ook zeer belangrijk.

Leerdoelen • •

Oefening 12

Je kunt op de juiste wijze je handen wassen en instructies hierover geven aan collega's en kinderen. Je kunt op de juiste wijze voedingsmiddelen bewaren en uitserveren. Je kunt huisregels opstellen voor hygiëne.

Handen wassen

ij

ev

er

Hygiënecode kleine instellingen <

Ed

Theoriebron Voedselhygiëne en voedselveiligheid <

u' Ac

Binnen de kinderopvang en basisscholen is het zeer belangrijk dat de volwassenen en kinderen regelmatig hun handen wassen. Hiermee kun je verspreiding van bacteriën en virussen voor een belangrijk deel voorkomen. Maar dan moet het handen wassen wel op een goede manier gebeuren.

U

itg

Handen wassen.

29


Voedselhygiëne en voedselveiligheid

Voorbereiding Lees Theoriebron Voedselhygiëne en voedselveiligheid zorgvuldig door. Zorg dat je de Hygiënecode kleine instellingen bij de hand hebt.

tie

fb .v

.

Uitvoering • Zoek in de hygiënecode op welke aanbevelingen en voorschriften er worden gegeven voor de persoonlijke hygiëne van medewerkers. • Maak een instructiefilm voor pedagogisch medewerkers en onderwijsassistenten hoe zij hun handen moeten wassen. • Zorg dat in de film duidelijk de verschillende stappen van het handen wassen benoemd en getoond worden. • Vergelijk jullie filmpje met dat van een ander duo studenten. • Was nu om de beurt je handen volgens de instructies in de film. De ander observeert bij de verrichting van de handeling. • Geef elkaar feedback op de verrichte handeling. • Geef samen feedback aan het duo studenten van wie jullie het filmpje bekeken hebben.

u' Ac

Kinderen zijn zelf natuurlijk ook een grote bron van bacteriën. Het is dan ook belangrijk kinderen al op jonge leeftijd instructies te geven over het handen wassen. Maak samen een instructiekaart voor kinderen van 2 tot 6 jaar over het wassen van handen. Peuters en kleuters kunnen uiteraard nog niet lezen, dus maak gebruik van foto’s of plaatjes. Vergelijk de door jullie gemaakte instructiekaart met die van een duo medestudenten en geef elkaar feedback.

Ed

Reflectie a. Verschilt de manier waarop je voorheen je handen waste van de manier van handen wassen zoals beschreven in de hygiënecode? Wat zijn de belangrijkste verschillen?

er

ij

b. Wat viel je op bij de vergelijking van de instructiefilmpjes Handen wassen?

ev

c. Wat viel je op bij de vergelijking van de instructiekaarten Handen wassen voor 2-6 jarigen?

U

itg

d. Wat zou je op basis van deze vergelijkingen de volgende keer anders doen?

30


Voedselhygiëne en voedselveiligheid

Oefening 13

Je bent werkzaam binnen kindcentrum De Toverhoed en de boodschappenbestelling wordt gebracht. Aan jou de taak om de boodschappen op de goede manier op te ruimen. • Bestudeer Theoriebron Voedselhygiëne en voedselveiligheid zorgvuldig. • Zorg dat je het Werkmodel Bewaartemperatuur voedingsproducten bij de hand hebt. • Zorg dat je de Hygiënecode kleine instellingen bij de hand hebt. • Zorg dat je internet hebt om eventueel aanvullende informatie op te zoeken.

Oefening 14 Hygiënecode kleine instellingen < Voedingscentrum.nl <

tie

Voedselveiligheid

u' Ac

Boodschappenlijst kindcentrum De Toverhoed <

Pak de Boodschappenlijst kindcentrum De Toverhoed erbij en geef in het invulschema de volgende zaken aan: • in welke volgorde je de boodschappen gaat opruimen door een cijfer ( 1 t/m 5) in de betreffende kolom te zetten (1 = wat je het eerst gaat opruimen, 2 = wat je daarna gaat opruimen enzovoort). Je hebt dus meerdere producten met een gelijk cijfer omdat je die gelijktijdig opruimt. • waar je de boodschappen gaat opruimen (koelkast, diepvries, keukenkastje, berging) • eventuele bijzonderheden waar je rekening mee moet houden bij het opruimen • uiterste houdbaarheidsdatum van de verse producten.

Naast het kopen en bereiden van voedsel is het ook van belang dat je weet hoe je de voedingsmiddelen moet bewaren en waar je op moet letten bij het uitserveren. In deze oefening ga je hiermee aan de slag. Voorbereiding • Onderzoek welke aandachtspunten belangrijk zijn bij het bewaren en het uitserveren van voedingsmiddelen. Maak hierbij gebruik van de volgende bronnen: – Theoriebron Voedselhygiëne en voedselveiligheid – De Hygiënecode voor kleine instellingen – informatie van het Voedingscentrum met betrekking tot het bewaren van voeding.

Ed

Hygiënecode kleine instellingen <

fb .v

.

Werkmodel Bewaartemperatuur voedingsproducten <

Bewaren van voeding

ij

Lees de volgende casus door.

er

Gezamenlijke lunch

U

itg

ev

Je bent werkzaam binnen kindcentrum De Toverhoed waar kinderen van 0-13 jaar de kinderopvang en basisschool bezoeken. Er is binnen het kindcentrum sprake van een continurooster en alle kinderen hebben ’s middags per leeftijdsgroep/klas een gezamenlijke lunch onder begeleiding van de pedagogisch medewerkers of onderwijsassistenten. De pedagogisch medewerkers en klassenassistenten zorgen ervoor dat de lunch dagelijks op een verantwoorde wijze op tafel komt.

Maak per duo een lijst van aandachtspunten die belangrijk zijn bij het bewaren en het uitserveren van de voedingsmiddelen. Laat de lijst checken door de docent en geef deze lijst daarna aan een duo medestudenten. Je gaat een lunch uitserveren voor een groep kinderen. Zorg dat je servies voor acht personen hebt en ook voedingsmiddelen die bij een verantwoorde lunch horen (bijvoorbeeld melk en/of karnemelk, thee, brood, kaas, vleesbeleg, smeerkaas, halvarine, komkommer en/of tomaat en/of radijs, volkorenbrood).

31


Voedselhygiëne en voedselveiligheid

fb .v

.

Uitvoering • Start de bereiding en het uitserveren van de lunch waarbij een duo medestudenten jullie handelingen beoordeelt op basis van de lijst met aandachtspunten die je ontvangen hebt van je medestudenten. • Daarna wisselen jullie de rol van observator en uitvoerende om. • Bespreek na afloop de oefening met je duo medestudenten aan hand van de volgende vragen: – Wat hebben jullie gezien bij de uitvoering van de werkzaamheden? – Wat ging goed, wat kan nog beter? – In hoeverre was de lijst met aandachtpunten volledig en gemakkelijk leesbaar? – Wat kan verbeterd worden aan de lijst?

tie

Reflectie a. Wat vond je het moeilijkste onderdeel van deze oefening en waarom?

u' Ac

b. Welke feedback heb je ontvangen van medestudenten over de praktijkoefening?

Ed

c. Welke feedback heb je ontvangen van medestudenten over de geformuleerde aandachtspunten?

Huisregels voor hygiëne

er

Oefening 15

ij

d. Formuleer voor jezelf een leerdoel op het gebied van voedselhygiëne.

Voor niveau 3-studenten Binnen kinderdagverblijf Speelpret hebben ze al jaren geleden huisregels voor hygiëne en gezondheid op papier gezet. Maar voldoen de regels eigenlijk nog wel aan de eisen van de tijd? Aan jou de taak om dit uit te zoeken.

ev

Hygiënecode voor kleine instellingen <

itg

Risico-inventarisatielijst Gezondheidsmanagement methode voor de kinderdagverblijven (p. 15 - 25) <

U

Huisregels kinderdagverblijf Speelpret <

32

Voorbereiding • Zorg dat je de hygiënecode voor kleine instellingen bij de hand hebt. • Lees de huisregels van kinderdagverblijf Speelpret door. Uitvoering a. Geef aan wat jij zou willen veranderen in de huisregels van kinderdagverblijf Speelpret qua indeling.


Voedselhygiëne en voedselveiligheid

.

b. Welke regels ontbreken nog als je het vergelijkt met de hygiënecode voor kleine instellingen?

Bespreek klassikaal de uitkomsten van de beoordelingen.

fb .v

c. Welke regels moeten aangepast worden op basis van de hygiënecode voor kleine instellingen?

u' Ac

tie

Reflectie d. Wat vond je het meest opvallend aan de huisregels van kinderdagverblijf Speelpret?

e. Had jezelf veel aanvullingen bedacht?

Ed

f. Wat viel je op bij de klassikale bespreking?

ij

g. Wat zou je een volgende keer anders doen?

er

Voor niveau 4-studenten Binnen kinderdagverblijf Speelpret willen ze nieuwe huisregels opstellen voor hygiëne en gezondheid. Aan jou de taak om deze huisregels te gaan opstellen.

U

itg

ev

Voorbereiding • Zorg dat je de hygiënecode voor kleine instellingen bij de hand hebt. • Zorg dat je de Risico-inventarisatielijst Gezondheidsmanagement methode voor de kinderdagverblijven (pagina 15 tot en met 25) bij de hand hebt. Uitvoering • Stel huisregels op voor de hygiëne en gezondheid voor kinderdagverblijf Speelpret. • Zorg dat de huisregels overzichtelijk geordend zijn. • Neem de huisregels, voorzien van je naam, in geprinte versie mee naar de volgende les. • Hang de huisregels op en bespreek klassikaal de onderlinge verschillen en overeenkomsten. Reflectie h. Wat vond je het moeilijkste van deze opdracht?

33


VoedselhygiĂŤne en voedselveiligheid

Wat viel je op bij de klassikale bespreking van de onderlinge verschillen en overeenkomsten?

j.

Wat zou je een volgende keer anders doen?

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

fb .v

.

i.

34


Een gezond dagmenu samenstellen en bereiden

.

Een gezond dagmenu samenstellen en bereiden

fb .v

Inleiding

Leerdoelen •

• •

Vaak wordt gezegd dat smaak iets persoonlijks is. Deels is dit waar, want de ene persoon houdt meer van zoet en de andere juist van pittig. Maar smaak is meer en wordt ook beïnvloed door culturele, emotionele en psychologische factoren. Aan de hand van enkele proefjes ga je dit ontdekken. Op basis van de ervaringen die je hebt opgedaan tijdens de proefjes maak je een folder voor ouders over de smaakontwikkeling van kinderen.

U

itg

ev

er

Theoriebron Een gezond dagmenu samenstellen en bereiden <

Over smaak valt wel te twisten

ij

Oefening 16

Je kunt aangeven hoe de ontwikkeling van de smaakontwikkeling van jonge kinderen verloopt en houdt hiermee rekening bij de samenstelling van een dagmenu. Je kunt aangeven wat het begrip aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (adh) inhoudt, kent de voedingsbehoefte van kinderen per leeftijdscategorie en weet dit in de praktijk toe te passen. Je kunt kinderen van verschillende leeftijden betrekken bij de samenstelling en bereiding van het dagmenu. Je kunt aangeven wat aandachtspunten zijn bij de uitvoering van kookactiviteiten met kinderen.

Ed

u' Ac

tie

Binnen de kinderopvang worden over het algemeen de lunch, tussendoortjes en soms ook de warme maaltijd door de pedagogisch medewerkers bereid. Ook zijn zij vaak betrokken bij de inkoop. Ook binnen de basisscholen blijven kinderen steeds vaker tussen de middag eten op school. Waar moet je op letten bij het samenstellen van een gezond dagmenu? En hoe zorg je dat gezond ook aantrekkelijk is voor de kinderen? Daarnaast vinden kinderen het al vanaf zeer jonge leeftijd leuk om betrokken te zijn bij de bereiding van de maaltijd. Bovendien eten kinderen een zelf bereide maaltijd vaak met veel smaak op en kun je ze spelenderwijs leren wat gezond en ongezond is. Kortom, alle reden om regelmatig de kinderen te betrekken bij het koken!

Voorbereiding • Klassikaal worden door de docent vijf verschillende smaakproeven aangeboden en besproken. • Lees de Theoriebron Een gezond dagmenu samenstellen en bereiden zorgvuldig door. • Zorg dat je een computer bij de hand hebt voor het maken van de folder. Uitvoering • Noteer na iedere proef kort voor jezelf wat de belangrijkste conclusies waren. • Maak samen een folder voor ouders/verzorgers met tips en tops hoe je kinderen het best kunt stimuleren bij de smaakontwikkeling. Gebruik hierbij de conclusies die je hebt opgeschreven na de proefjes en het doorlezen van de Theoriebron Een gezond dagmenu samenstellen en bereiden. Neem de folder mee naar de volgende les en hang deze op in de klas. Bekijk en beoordeel de folders klassikaal.

35


Een gezond dagmenu samenstellen en bereiden

.

Reflectie a. Welke proef heeft voor jou de belangrijkste conclusie opgeleverd en waarom?

fb .v

b. Wat was de belangrijkste feedback die jullie kregen op de door jullie ontworpen folder?

Voorbereiding • Schrijf voor jezelf op wat je gisteren allemaal hebt gegeten en gedronken. • Ga naar Kiesikgezond.nl en klik op de button ‘Doe de check’. • Volg het aangegeven stappenplan en vul in wat je gisteren hebt gegeten en gedronken bij het ontbijt, de lunch, de warme maaltijd en als tussendoortjes. • Beoordeel je eigen eetgedrag en maak voor jezelf een plan van aanpak om nog gezonder te gaan eten. • Bestudeer vervolgens Theoriebron Een gezond dagmenu samenstellen en bereiden zorgvuldig door en zoek eventueel op internet aanvullende informatie over gezonde voeding voor kinderen. Uitvoering Maak een gezond (dag)menu op basis van de Schijf van Vijf en de adh voor de volgende doelgroepen: – voor een groep 3- en 4-jarigen die van 8.30-17.00 uur op het dagverblijf aanwezig is twee tussendoortjes en een lunch – voor een groep 8- en 9-jarigen die het Kindcentrum van 7.00- 17.00 uur bezoeken een ontbijt, een lunch, een gezond tussendoortje om mee te nemen naar school en nog een tussendoortje na schooltijd – voor een groep baby’s van 6 maand tot 1 jaar twee gezonde tussendoortjes en een lunch. Vergelijk jouw menu’s met die van een medestudent en geef elkaar feedback op de volgende punten: • Voldoet het dagmenu aan de Schijf van Vijf? Waarom wel/niet, wat kan nog beter? • Voldoet het dagmenu aan de adh van deze doelgroep? Waarom wel/niet, wat kan nog beter? • Zit er voldoende variatie in de gekozen producten? • Is er bij de baby’s op gelet dat gekozen producten niet te hard zijn?

U

itg

ev

er

ij

Kiesikgezond.nl <

Bij een gezond dagmenu denk je waarschijnlijk al snel aan de Schijf van Vijf. In deze oefening ga je een gezond dagmenu opstellen voor een doelgroep kinderen.

u' Ac

Theoriebron Een gezond dagmenu samenstellen en bereiden <

Een gezond dagmenu

Ed

Oefening 17

tie

c. Hoe beoordeel je na de klassikale vergelijking jullie eigen folder? Wat zou je de volgende keer anders doen?

36

Reflectie a. Wat viel je op bij de beoordeling van je eigen eetgedrag?


Een gezond dagmenu samenstellen en bereiden

b. Voor welke leeftijd vond je het het moeilijkst om een menu samen te stellen en waarom?

Theoriebron Een gezond dagmenu samenstellen en bereiden <

Voor niveau 4

.

Gezonde voeding kost geld

fb .v

Oefening 18

Binnen de kinderopvang en scholen wordt vaak een kostprijs gehanteerd waarbij de kosten van een broodmaaltijd, fruit en tussendoortjes niet extra berekend worden. Maar hoe hoog zijn de kosten van voeding nu eigenlijk?

Ed

a. Conclusies:

u' Ac

tie

Voorbereiding • Ga naar de supermarkt en noteer wat een gemiddeld fruithapje in een potje voor een kind van 8 maanden kost en hoeveel gram je daarvoor hebt. Koop vervolgens een appel, een banaan en een sinaasappel en noteer wat je hiervoor betaald hebt. • Vergelijk de kosten van een fruithapje uit een potje met de kosten van een vers bereid fruithapje aan de hand van de volgende stappen: – Maak zelf met het door jullie gekochte verse fruit een fruithapje klaar. – Weeg hoeveel gram fruithapje je nu hebt. – Vergelijk dit met het nettogewicht van het fruithapje uit het potje. – Hoeveel potjes kun je vullen met het verse fruithapje? – Vergelijk nu de kosten van het verse fruithapje met de kosten van het fruitpotje. – Noteer je conclusies.

U

itg

ev

er

ij

Uitvoering • Binnen basisschool Het Kompas willen ze extra aandacht besteden aan gezonde voeding. De bedoeling is om dagelijks tijdens de ochtendpauze gratis fruit en melk te gaan verstrekken en ook tijdens de middagpauze een gezamenlijke lunch op school te gaan eten. Maar wat gaat dit ongeveer kosten? • Bepaal de kosten van dit voorstel aan de hand van de volgende stappen: – Maak een lijst van ingrediënten die je nodig hebt voor fruit en een gezonde lunch voor een groep van zes kinderen van 8 jaar. – Kijk welke ingrediënten je eventueel vaker kunt gebruiken en welke je dagelijks moet aanschaffen. – Ga naar de supermarkt en noteer wat de verschillende ingrediënten kosten. – Maak nu een kostprijsberekening. Voor ingrediënten die je vaker kunt gebruiken, schat je in hoe vaak je dit ingrediënt kunt gebruiken en deel je de kostprijs door het aantal keren dat je het kunt gebruiken. – De totale kostprijs deel je vervolgens door het aantal kinderen (zes). Je hebt nu een globale indicatie van de kostprijs per kind. – Vergelijk klassikaal de door jullie berekende kostprijs bij onderdeel A + B. Zijn er grote onderlinge verschillen, zoek dan uit waardoor dit komt.

37


Een gezond dagmenu samenstellen en bereiden

.

Reflectie b. Welke keus zou jij maken als je eigenaar was van een kinderopvang over de verstrekking van fruit, en waarom?

fb .v

c. Vind je het een goed plan om als basisschool dagelijks fruit en een gezonde lunch te verstrekken? Waarom wel/niet?

Eetmoment = ontwikkelmoment

u' Ac

Oefening 19

tie

d. Wie moet de extra kosten hiervan betalen volgens jou en waarom?

U

itg

ev

er

ij

Ed

Theoriebron Gezond eten en koken met kinderen <

Het vraagt veel energie van de begeleiders om de gezamenlijke lunch bij de kinderopvang of de tussenschoolse opvang bij de basisschool goed te laten verlopen. Je moet zorgen dat iedereen zijn natje en droogje krijgt en het ook nog gezellig is aan tafel. Toch is de gezamenlijke lunch ook een van de belangrijke groepsmomenten op de dag waar kinderen heel veel verschillende leerervaringen op kunnen doen. Neem de lijst met activiteiten door. Geef bij iedere activiteit aan voor welke doelgroep deze activiteit geschikt is en aan welke doelstelling aandacht besteed wordt. Je hebt de volgende keuzes: • • •

38

bevorderen taalontwikkeling bij groep 2- tot 4-jarigen bevorderen ontluikend rekenen bij groep 2- tot 4-jarigen bevorderen zelfstandigheid bij groep 2- tot 4-jarigen


Activiteit

fb .v

bevorderen zelfstandigheid bij groep 4- tot 8-jarigen bevorderen zelfstandigheid bij groep 9- tot 12-jarigen bevorderen sociale competenties bij groep 2- tot 4-jarigen bevorderen sociale competenties bij groep 4- tot 8-jarigen bevorderen sociale competenties bij groep 9- tot 12-jarigen bevorderen smaakontwikkeling bij groep 2- tot 4-jarigen bevorderen smaakontwikkeling bij groep 4- tot 8-jarigen bevorderen smaakontwikkeling bij groep 9- tot 12-jarigen.

Doelstelling/geschikt voor de leeftijd

Gesprek voeren over wat je wel/niet lekker vindt Product op tafel aanwijzen en kinderen om de beurt laten vertellen of ze dit lekker vinden Kinderen kleine stukjes brood met verschillende soorten beleg laten proeven

u' Ac

Kinderen zelf brood laten smeren

tie

• • • • • • • •

.

Een gezond dagmenu samenstellen en bereiden

Kinderen zelfstandig de tafel laten dekken

Kinderen producten die op tafel staan laten benoemen Gesprek voeren over wel of niet gezond eten

Ed

Boterham in vier stukjes snijden en op ieder stuk een ander soort beleg smeren. Kinderen laten proeven met de ogen dicht en laten raden wat het is Kinderen zelf drinken in laten schenken

er

ij

Kinderen laten tellen hoeveel bekers er op tafel staan

U

itg

ev

Kinderen verschillende producten laten proeven en laten benoemen of ze zuur, zoet, zout of bitter zijn

39


Een gezond dagmenu samenstellen en bereiden

Tijdens het bereiden van een maaltijd kun je kinderen op een speelse en natuurlijke manier met hygiëne, veiligheid en gezonde eetgewoonten in aanraking laten komen.

• Schooltv Surinaams koken met Flip de Beer < Life and cooking - Koken met kinderen <

Oefening 21 Veiligheidsmanagement - Methode voor de kinderdagverblijven <

fb .v

.

Je gaat klassikaal drie filmpjes bekijken waarin kinderen van verschillende leeftijden bezig zijn met het bereiden van een maaltijd. Let bij het bekijken van de filmpjes op de volgende punten: – Op welke manier wordt de zelfstandigheid van de kinderen gestimuleerd? – Op welke manier wordt aandacht besteed aan gezonde voeding? – Op welke manier wordt aandacht besteed aan hygiëne? – Op welke manier wordt aandacht besteed aan veiligheid in de keuken? – Wat is je het meest opgevallen aan dit filmpje? – Wat zou jij anders doen als je deze activiteit zou uitvoeren?

tie

Schooltv - Zelf koken, dat smaakt altijd extra lekker <

Koken met kinderen

Bespreek klassikaal per vraag de antwoorden die jullie gegeven hebben.

Hoe kindveilig is de keuken? Alleen voor niveau 4

u' Ac

Oefening 20

Bij het organiseren van kookactiviteiten met kinderen is het belangrijk de veiligheid in de keuken goed in de gaten te houden. Een handig hulpmiddel om de kindveiligheid in de keuken te kunnen beoordelen is de Risico-inventarisatielijst die hoort bij de methode Veiligheidsmanagement, Methode voor de kinderdagverblijven.

Ed

Voorbereiding • Open het document Veiligheidsmanagement - Methode voor de kinderdagverblijven. • Ga naar de inventarisatielijsten in het document en print de items die betrekking hebben op de veiligheid in de keuken uit.

U

itg

ev

er

ij

Uitvoering • Beoordeel de kindveiligheid van je eigen keuken of die op school door in tweetallen de inventarisatielijst in te vullen. • Maak op basis van de uitgevoerde inventarisatie allebei, zonder met elkaar te overleggen, actieplannen hoe je de kindveiligheid van de keuken kunt verbeteren. Maak voor het opstellen van de actieplannen gebruik van het voorbeeldactieplan en de oplossingenlijst die als bijlage toegevoegd zijn in het document Veiligheidsmanagement - Methode voor de kinderdagverblijven. • Vergelijk de door jullie opgestelde actieplannen. Wat zijn overeenkomsten en wat zijn verschillen tussen de gekozen oplossingen? Discussieer samen over de gekozen oplossingen waarin jullie verschillen.

40

Reflectie a. Wat is je het meest opgevallen bij het invullen van de inventarisatielijst? Was je je bewust van alle gevaren voor kinderen in de keuken?

b. Wat is je het meest opgevallen bij de onderlinge vergelijking van de opgestelde actieplannen?


Een gezond dagmenu samenstellen en bereiden

Oefening 22

De Kookclub Binnen bso De Kajuit hebben ze iedere dinsdagmiddag een kookclub voor de 4- tot 8-jarigen. Een groepje van zes kinderen gaat onder begeleiding van een pedagogisch medewerker en een stagiair gerechtjes maken. Jij loopt nu al een tijdje stage op deze groep en aan jou wordt gevraagd om voor de komende maand gerechten te bedenken om samen te kunnen bereiden.

.

Werkmodel Koken met kinderen <

Voorbereiding • Lees de Theoriebron Gezond eten en koken met kinderen zorgvuldig door en noteer voor jezelf aandachtspunten voor kookactiviteiten met kinderen van 4 tot 8 jaar. • Zorg dat je het werkmodel Koken met kinderen bij de hand hebt.

fb .v

Werkmodel Beschrijving activiteit <

• •

Zorg voor een goede voorbereiding door de ingrediënten in te kopen en overige voorbereidingen alvast te treffen. Let tijdens de uitvoering van de kookactiviteit op de aandachtspunten voor veilig koken met kinderen (zie Werkmodel Koken met kinderen). Geef elkaar na afloop van de kookactiviteit feedback. Pas eventueel het recept nog aan op basis van de praktijkoefening.

Ed

u' Ac

tie

Uitvoering • Bedenk vier kookactiviteiten die je de komende weken met de kinderen wilt uitvoeren. De kookactiviteiten voldoen aan de volgende voorwaarden: – De gerechten zijn gezond. – De gerechten zijn op een veilige manier te bereiden met kinderen van 4 tot 8 jaar. – Er is afwisseling in de verschillende gerechten. – De gerechten zijn aantrekkelijk voor de doelgroep. – Van ieder gerecht is een beschrijving gegeven volgens Werkmodel Beschrijving activiteit. – Iedere student gaat vervolgens één gerecht bereiden waarbij de overige deelnemers van de groep de rol van kinderen in de kookgroep vervullen.

er

ij

Reflectie a. Wat vond je het lastigst bij het uitvoeren van de kookactiviteit?

ev

b. Welke feedback heb je van medestudenten ontvangen naar aanleiding van de kookactiviteit?

U

itg

c. Welk leerdoel zou je voor jezelf formuleren naar aanleiding van deze oefening?

41


Gezondheidsvoorlichting

Gezondheidsvoorlichting

.

Inleiding

fb .v

In deze training heb je inmiddels al heel veel kennis opgedaan over gezonde voeding en wat je kunt doen om gezond te blijven. Deze kennis wil je natuurlijk ook straks in de dagelijkse praktijk gaan toepassen. Maar hoe zorg je dat de kennis die jij hebt ook bij ouders en kinderen terechtkomt, zodat zij ook het belang van gezond eten en bewegen gaan inzien?

Leerdoelen •

Theoriebron Gezondheidsvoorlichting <

Vragen rondom gezondheid bespreken met ouders

u' Ac

Oefening 23

Je kunt benoemen welke aandachtspunten belangrijk zijn bij het geven van gezondheidsvoorlichting. Je kunt op diverse manieren voorlichting geven over voeding en gezond gedrag.

tie

Binnen de kinderopvang en basisschool komt het regelmatig voor dat ouders of medewerkers zich zorgen maken over de gezondheid van een kind. Het is belangrijk om dit in een vroeg stadium bespreekbaar te maken zodat gezondheidsproblemen voorkomen kunnen worden.

Ed

Voorbereiding • Lees de Theoriebron Gezondheidsvoorlichting zorgvuldig door. • Noteer voor jezelf drie aandachtspunten bij het bespreken van vragen rondom gezondheid. Lees de volgende casussen zorgvuldig door. Bedenk voor elke situatie wat de oorzaken kunnen zijn voor het geschetste probleem, welke informatie je nog van ouders nodig hebt, en welke informatie en tips je aan ouders kunt geven. Gebruik eventueel informatie van internet over het probleem.

ij

Liselot wil minder eten

ev

er

Liselot is 2 jaar en ze is altijd een lekkere eter geweest. Maar nu wil ze ’s avonds niets meer eten volgens haar moeder. Alleen voor het toetje en voor appelmoes wil ze haar mond nog opendoen. Het is iedere avond weer een strijd en veel gemopper aan tafel. Op de dagopvang eet Liselot nog wel steeds goed. Haar moeder vraagt zich af wat ze nog kan doen.

U

itg

Brian is vaak onverzorgd

42

Brian is 8 jaar en komt vaak onverzorgd op school aan. Zijn haren zijn niet gekamd en je vraagt je af hoe vaak zijn kleren worden gewassen. Soms ruik je gewoon dat hij niet echt schoon is. Brian heeft nu al voor de derde keer hoofdluis en andere kinderen willen daarom niet meer naast hem zitten. Brian had altijd nog wel vriendjes maar hij komt steeds meer buiten de groep te staan. Je besluit moeder uit te nodigen voor een gesprek.


Gezondheidsvoorlichting

Wietske heeft veel last van hoofdpijn

.

Wietske is 12 jaar en is de laatste tijd veel afwezig op school omdat ze ziek is. Moeder geeft aan dat Wietske veel last heeft van hoofdpijn en graag een gesprek wil met de leerkracht omdat ze zich zorgen maakt om haar gezondheid.

tie

fb .v

Uitvoering • Verdeel de klas in drietallen. • Per drietal bepaal je wie eerst de rol van ouder, pedagogisch medewerker en observant vervult. • De ouder brengt de probleemsituatie uit de casus in, de pedagogisch medewerker gaat hierop in, stelt eventueel aanvullende vragen, geeft tips en adviezen. De observator observeert het gespreksverloop. • Speel de rollenspelen (ongeveer vijf minuten per rollenspel) en wissel steeds van rol. • Na elk rollenspel evalueren jullie gezamenlijk het verloop van het gesprek. Wissel uit welke andere adviezen/tips/informatie je in een dergelijke situatie aan ouders kunt geven.

u' Ac

Reflectie a. In welke casus vond je het lastig om tips te bedenken voor de geschetste situatie? Geef aan waarom je dit lastig vond.

Ed

b. Hoe vond je het gesprek verlopen waarin jij de rol van pedagogisch medewerker vervulde en wat zou je een volgende keer anders doen?

U

itg

ev

er

ij

c. Formuleer voor jezelf een leerdoel met betrekking tot het geven van adviezen met betrekking tot eetproblemen aan ouders.

43


Gezondheidsvoorlichting

Oefening 24

Gezonde traktaties

fb .v

.

In de kinderopvang en op de basisschool wordt bij de verjaardag van een kind vaak getrakteerd. Ouders krijgen meestal het advies of voorschrift om te kiezen voor een gezonde traktatie. In de praktijk blijken ouders het vaak best lastig te vinden om een leuke traktatie te bedenken die ook nog gezond is. Voorbereiding Discussieer klassikaal over de volgende stellingen:

tie

Binnen de kinderopvang kun je ouders niet verplichten om alleen gezonde traktaties mee te geven, dat is de eigen verantwoordelijkheid van de ouders.

u' Ac

Wanneer je als kinderopvang het beleid hebt dat kinderen alleen gezonde traktaties mogen meenemen, moet je ook consequent zijn. Heeft een kind een ongezonde traktatie mee, dan kan het helaas niet trakteren.

Het is verstandig om binnen de kinderopvang traktaties bij verjaardagen gewoon af te schaffen. Kinderen krijgen zo veel te vaak een tussendoortje en bovendien wordt het bij ouders onderling vaak een competitie (wie de mooiste traktatie heeft).

U

itg

ev

er

ij

Ed

Uitvoering • Maak per tweetal een map met voorbeelden van gezonde traktaties die je voor ouders op de kinderopvang/basisschool ter inzage kunt leggen. Let hierbij op de volgende punten: • De map bevat in totaal minimaal tien voorbeelden van gezonde traktaties. • Er zijn traktaties herkenbaar voor de volgende doelgroepen: – tot 4-jarigen – 4- tot 8-jarigen – 8- tot 12-jarigen. • De gekozen traktaties voldoen aan de volgende voorwaarden: – De traktatie is eetbaar en gezond. – De traktatie is redelijk eenvoudig te maken. – De ingrediënten zijn eenvoudig verkrijgbaar. – De traktatie ziet er feestelijk uit. • De beschrijving van de traktatie bestaat uit de volgende onderdelen: – foto of plaatje van het eindresultaat – doelgroep waarvoor de traktatie geschikt is – lijst van benodigdheden/ingrediënten – beschrijving van de werkwijze.

44

Kies een van de door jullie beschreven traktaties uit en ga deze maken. Neem deze traktatie mee naar de volgende les en presenteer deze aan je medestudenten. Reflectie a. Had je voordat je aan deze oefening begon een mening over gezonde traktaties? Is deze mening door de uitvoering van de oefening veranderd?


Gezondheidsvoorlichting

Theoriebron Gezondheidsvoorlichting <

Voedingsvoorlichting aan ouders

fb .v

Oefening 25

.

b. Wat is jouw persoonlijke visie op het nut van gezonde traktaties? Geef argumenten waarom jij dit vindt.

Als pedagogisch medewerker of onderwijsassistent krijg je regelmatig te maken met situaties waarin kinderen minder gezond gedrag laten zien dan jij graag zou willen. De oorzaak ligt vaak bij de thuissituatie.

tie

Voorbereiding • Bedenk samen vier verschillende situaties waarin je er als pedagogisch medewerker last van kunt hebben als ouders minder/geen belang hechten aan gezonde voeding terwijl de kinderopvangorganisatie of school waarbij je werkzaam bent gezonde voeding wel als uitgangspunt neemt. • Bedenk voor deze situaties wat je deze ouders zou willen leren/laten inzien.

Ed

u' Ac

Uitvoering • Kies een van de voorbeeldsituaties die jullie bedacht hebben en ga over dit onderwerp een introductie voorbereiden die je tijdens de voorlichtingsavond voor ouders kunt gebruiken. • De introductie bestaat uit een inleidend toneelstukje waarbij je het dilemma voor ouders op een speelse manier duidelijk maakt en de aandacht van ouders weet te trekken. • Het toneelstukje ga je in de volgende les daadwerkelijk presenteren in de klas. • Geef elkaar feedback op de toneelstukjes aan de hand van de volgende punten: – Was het toneelstukje herkenbaar voor ouders? – Trekt het toneelstukje de aandacht van ouders? – Werd tijdens het toneelstukje duidelijk weergegeven wat het probleem was?

er

ij

Reflectie a. Wat was jouw belangrijkste aandeel in het bedenken van het toneelstukje? Wat zou je een volgende keer anders doen binnen de samenwerking?

U

itg

ev

b. Hoe vond je het om een toneelstukje uit te voeren voor de klas? Wat heb je hiervan geleerd?

c. Wat viel je op bij het bekijken van de toneelstukjes van medestudenten? Waarom zou een toneelstukje als inleiding op een onderwerp tijdens een ouderavond een goed middel kunnen zijn?

d. Wat kan een nadeel zijn van het inzetten van dit middel?

45


Reflecteren

Reflecteren Oefening 26

Reflectie op de lesstof

fb .v

.

a. Wat heb je allemaal geleerd? Noem drie dingen.

tie

b. Wat wist je al?

Oefening 27

u' Ac

c. Wat ga je in de toekomst in jouw werk gebruiken?

Kritisch en creatief denken

ij

Ed

a. Kijk je naar verschillende mogelijkheden als dingen niet in één keer lukken? Noem één voorbeeld.

ev

er

b. Kom jij voor jouw mening uit als de situatie dat vraagt? Noem één voorbeeld.

U

itg

c. Heb jij het uiterste uit jezelf gehaald bij de opdrachten? Noem één voorbeeld.

46

Oefening 28

Zelfregulatie en zelfsturing a. Heb je een goede planning gemaakt? Geef hiervan één voorbeeld.


Reflecteren

.

b. Heb je de goede bronnen en materialen gebruikt? Geef hiervan één voorbeeld.

Oefening 29

fb .v

c. Ben je goed omgegaan met feedback? Geef hiervan één voorbeeld: hoe heb je gereageerd?

Samenwerken

u' Ac

tie

a. Heb jij bijgedragen aan een goede sfeer in de groep? Geef hiervan één voorbeeld.

Ed

b. Hebben jullie als groep goede afspraken gemaakt? Geef één voorbeeld van een goede afspraak.

U

itg

ev

er

ij

c. Kun je goed met andere mensen omgaan, ook al zijn ze anders dan jij? Geef hiervan één voorbeeld.

47


Theoriebron Gezondheid

Theoriebron Gezondheid

.

Inleiding

Ed

u' Ac

tie

fb .v

Gezond leven is voor ieder persoon belangrijk, maar gezondheid is niet te koop. Op welke manier kun je je eigen gezondheid dan wel beïnvloeden? Wanneer ben je gezond, welke factoren belemmeren de gezondheid en hoe blijf je gezond? Dat zijn vragen die in dit hoofdstuk aan de orde komen.

Bewegen is gezond.

ij

Definitie van gezondheid

U

itg

ev

er

Het is niet gemakkelijk om in een korte definitie te zeggen wat gezondheid is. Dit komt omdat ieder mens gezondheid op een andere manier ervaart. De meest gebruikte definitie is die van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO, 1948) en luidt: ‘Gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijk gebreken.’ In deze definitie moet er dus sprake zijn van afwezigheid van lichamelijk gebreken, maar wordt daarnaast ook gekeken naar het welzijn van de persoon. De laatste jaren komt er kritiek op deze definitie van de WHO. De definitie zou verouderd zijn en te veel nadruk leggen op gezondheid als toestand waar de mens weinig invloed op heeft. In een nieuwe definitie van gezondheid zou meer nadruk moeten komen op preventie en zelfsturing. Wat kunnen mensen zelf doen om ziekten te voorkomen en hoe kun je mensen leren ondanks een (chronische) ziekte of handicap toch gezond in het leven te staan?

Leefstijl en gezondheid De mens heeft zelf een belangrijke invloed op de gezondheid. De manier van leven noemen we de leefstijl. Dat zijn alle gewoontes van eten, drinken, slapen, werken, bewegen en ontspannen.

48


Theoriebron Gezondheid

fb .v

.

Bij een gezonde leefstijl horen: • gezonde en gevarieerde voeding • voldoende beweging • voldoende rust en ontspanning • regelmatig leefpatroon • niet roken, beperkt alcoholgebruik en geen drugs. Een gezonde leefstijl zorgt ervoor dat je lekker in je vel zit. Je hebt meer energie en bent minder vaak ziek. De laatste jaren is er vanuit de overheid steeds meer aandacht voor gezondheidsbevorderende programma’s die mensen willen stimuleren een meer gezonde leefstijl te kiezen en hun gedrag te gaan aanpassen. Bekende overheidsprogramma’s zijn bijvoorbeeld gericht op gevaren van alcohol en verkeer (Bobcampagne), geen alcohol en roken onder de 18 jaar (NIX18), veilig vrijen (Ik vrij veilig of ik vrij niet).

tie

Invloed van psychologische factoren op gezond gedrag

Ed

u' Ac

Iemands persoonlijke eigenschappen, hoe je denkt en voelt, bepalen voor een deel in hoeverre je gezond kunt en wilt leven. Bij een gezonde leefstijl hoort bijvoorbeeld voldoende rust en ontspanning. Psychologische factoren bepalen voor een groot deel hoe snel je stress ervaart. Iemand die snel stressgevoelens krijgt, heeft meer kans op ziektes omdat langdurige stress je immuunsysteem kan verzwakken. Ook bij gezond eetgedrag spelen emoties een belangrijke rol. Er zijn verschillende typen eters te onderscheiden: emotie-eters, lijngerichte eters en externe eters. Emotie-eters eten meer of juist minder om zichzelf beter of gelukkiger te voelen. Lijngerichte eters volgen vaak een dieet. Externe eters eten vooral als ze eten zien. Omdat je in de westerse wereld de hele dag wel voeding ziet of kunt vinden is het juist voor deze externe eters zeer moeilijk om niet te veel te eten.

er

ij

Invloed van omgevingsfactoren op gezond gedrag

U

itg

ev

Omgevingsfactoren zijn invloeden van buitenaf. Je hebt de natuurlijke omgeving en de sociale omgeving. De natuurlijke omgeving is de omgeving waarin je leeft. Voorbeelden van natuurlijke omgevingsfactoren zijn geluid, straling, luchtverontreiniging, beschikbaarheid van (gezonde) voeding, de kwaliteit van de woning, het klimaat in de klassenlokalen en hoeveel groen er in je omgeving is. Bij de sociale omgeving gaat het om de mensen in je omgeving. In welk gezin groei je op, hoeveel vrienden heb je, hoeveel steun krijg je in je omgeving, hoe wordt er in je omgeving gedacht over omgegaan met gezondheid? Ook je sociale omgeving heeft invloed op je gezondheid. Zo blijken eenzame mensen met een laag inkomen over het algemeen ongezonder te leven en meer gezondheidsklachten te hebben. Als een kind opgroeit in een gezin waar veel gesport wordt en de ouders gezond eten belangrijk vinden, dan heb je een grotere kans dat de kinderen dit later overnemen en gezonder leven.

49


tie

Gezond voorbeeld doet gezond volgen.

fb .v

.

Theoriebron Gezondheid

u' Ac

Invloed van genetische factoren op gezond gedrag

Ed

Je genetische factoren bepalen voor een groot deel je lichamelijke eigenschappen. Dit wordt bepaald door je erfelijke materiaal, het DNA waarmee je geboren wordt. Iemand kan door een afwijking in het DNA geboren worden met een beperking of chronische ziekte. Maar ook heeft het DNA invloed op de kans dat je in je latere leven bepaalde ziektes kunt krijgen. Er is bijvoorbeeld een gen dat de vetopslag regelt. Onder invloed van je DNA zal de ene persoon meer vet aanmaken en meer vet opslaan dan een ander. Dit kan ervoor zorgen dat men sneller last heeft van overgewicht en van hart- en vaatziekten. Ook de mate van eetlust is deels erfelijk bepaald. De werking van de hypofyse kan bijvoorbeeld door DNA-verschillen meer of minder hormonen aanmaken. Deze verschillen zorgen ervoor dat de ene persoon sneller een verzadigingsgevoel heeft dan een ander.

ij

Samenhang tussen verschillende factoren

U

itg

ev

er

Of je gezond blijft of ziek wordt, hangt dus af van veel verschillende factoren. Voor alle factoren die hiervoor genoemd zijn geldt dat er zowel gezondheidsbevorderende als gezondheidsbelemmerende situaties kunnen zijn. Bovendien kunnen deze situaties elkaar versterken of kan een gezondheidsbelemmering bij de ene factor juist weer gecompenseerd worden door een gezondheidsbevorderende situatie bij een andere factor. Bijvoorbeeld: een kind dat is geboren met een erfelijke aanleg waardoor het meer vet aanmaakt en opslaat heeft veel meer kans op overgewicht als dit kind opgroeit in een familie waar niet gesport wordt en de ouders hier ook het nut niet van inzien. Wanneer het kind bovendien op de derde verdieping van een flat woont en er thuis veel snoep en chips voorradig is, dan stijgt de kans dat het kind overgewicht zal krijgen nog verder.

50


Theoriebron Gezonde voeding

.

Theoriebron Gezonde voeding

fb .v

Inleiding

De Schijf van Vijf

tie

Voor kinderen is het extra belangrijk aandacht te besteden aan gezonde voeding omdat het lichaam van kinderen nog volop in ontwikkeling is. Dat patat en snoep niet zo gezond zijn, weet iedereen. Maar wat is nu gezonde voeding, waar moet je op letten, welke voedingsstoffen kun je beter vermijden? Daarover gaat dit hoofdstuk.

u' Ac

De Schijf van Vijf is een goed hulpmiddel bij het samenstellen van een evenwichtig en gevarieerd dagmenu. De Schrijf van Vijf is in de loop van jaren bijgesteld op basis van wetenschappelijke inzichten. De meest recente is die uit 2016. De Schijf van Vijf is opgebouwd uit vijf vakken die laten zien met wat voor soort producten je je lichaam gezond kunt houden.

U

itg

ev

er

ij

Ed

De vijf vakken zijn: 1. groente en fruit 2. brood, graanproducten en aardappelen 3. dranken 4. vloeibare smeer- en bereidingsvetten 5. vis, peulvruchten, vlees, ei, noten en zuivel.

De Schijf van Vijf is een handig hulpmiddel.

51


Theoriebron Gezonde voeding

fb .v

.

Kies liefst elke dag producten uit alle vakken en varieer zo veel mogelijk binnen de vakken. Uit de grotere vakken moet je wat meer nemen dan uit de kleine vakken. Zo zie je in één oogopslag dat je meer groenten en fruit nodig hebt dan vetten en oliën. Er wordt geadviseerd om minder (bewerkt en onbewerkt) vlees te eten en vaker noten, eieren en vegetarische producten. De belangrijkste boodschap is: eet kleine porties en eet niet te veel suiker, zout en verzadigd vet. Daarnaast moet er een verschuiving komen van een meer plantaardig en minder dierlijk voedingspatroon. In voeding zitten voedingsstoffen die ons lichaam niet zelf kan maken maar die we wel nodig hebben. De belangrijkste stoffen die ons lichaam nodig heeft zijn: vezels, vitamines en mineralen, eiwitten, koolhydraten en vetten.

Vezels

u' Ac

tie

Vezels komen veel voor in groenten, fruit en granen. Vezels leveren geen voedingsstoffen aan het lichaam, maar zijn belangrijk voor de bacteriën die in onze darmen leven. In de darmen worden de vezels omgezet in stoffen die zorgen dat de darmflora gezond blijft en dit is belangrijk voor een goede gezondheid. Ook zorgen vezels voor een verzadigd gevoel na het eten. Dit is belangrijk om te veel eten en overgewicht te voorkomen.

Vitamines en mineralen

er

ij

Ed

Vitamines en mineralen zijn stoffen die in kleine hoeveelheden in ons eten en drinken zitten. Ze spelen een rol bij de groei en het herstel van ons lichaam. Voor een gezonde groei van kinderen zijn vitamine C en D onmisbaar. Vitamine C zit vooral in groente, fruit en aardappelen. Vitamine C is belangrijk voor onze weerstand. Veel vitamine D die een lichaam nodig heeft, halen we uit het zonlicht. Ook komt vitamine D voor vlees, vis en eieren. Vitamine D is belangrijk voor de groei, de spierfunctie en heeft invloed op de hersenwerking. Kleine kinderen hebben meer vitamine D nodig dan ze uit hun voeding en zonlicht kunnen halen. Daarom wordt voor kinderen tot en met 3 jaar geadviseerd om extra vitamine D toe te dienen. De belangrijkste mineralen die het lichaam nodig heeft, zijn calcium, chloor, fosfor, kalium, natrium en magnesium. In Nederland komen mineralentekorten bijna niet voor. Wanneer je eet volgens de Schijf van Vijf krijg je voldoende mineralen binnen.

U

itg

ev

Eiwitten

52

Eiwitten worden ook wel proteïnen genoemd. Ze zijn belangrijk omdat ze calorieën en aminozuren leveren. Aminozuren zijn bouwstenen voor het eiwit in lichaamscellen. Sommige aminozuren kan het lichaam zelf maken. Andere moeten uit het eten komen. Alle cellen bevatten eiwit, bijvoorbeeld spieren en organen, het zenuwstelsel, de botten en het bloed. Eiwitten zorgen ervoor dat het lichaam nieuwe cellen kan maken en bestaande cellen kan vervangen. Omdat kinderen nog groeien en veel weefsel opbouwen, hebben ze per kilogram lichaamsgewicht meer eiwit nodig dan volwassenen. Een tekort aan eiwit kan bij kinderen leiden tot groeistoornissen en een slechte spierontwikkeling. Langdurig tekort kan zelfs tot de dood leiden, maar dit komt eigenlijk alleen voor in landen die geplaagd worden door langdurige voedselschaarste.


Theoriebron Gezonde voeding

Koolhydraten

tie

fb .v

.

Koolhydraten zijn een belangrijke bron van energie voor het lichaam. Na de vertering komen de koolhydraten voornamelijk als glucose in het bloed. De glucose wordt vervolgens snel opgenomen door de weefsels die het kunnen verbranden. Hierbij ontstaat energie die nodig is voor bepaalde lichaamsfuncties. Vooral voor de hersenen en rode bloedcellen zijn koolhydraten erg belangrijk. Koolhydraten komen in de voeding voor als zetmeel en suikers. Zetmeel zit vooral in graanproducten zoals brood, rijst en pasta, maar ook in aardappelen en peulvruchten. Let er bij broodproducten op dat het volkoren producten zijn. Suikers komen van nature voor in fruit maïs, suikerriet, suikerbiet en melk. Daarnaast worden er ook veel suikers toegevoegd aan voedingsmiddelen. Voor een gezonde energiebalans is het beter te kiezen voor zetmeel als leverancier van de koolhydraten omdat deze producten zorgen voor een verzadigingsgevoel. Gebruik van te veel koolhydraten kan leiden tot overgewicht.

Vetten

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

Het lichaam heeft vet nodig als energiebron en als reservebron. Ook is lichaamsvet nodig om inwendige organen te beschermen tegen schokken. Er zijn verschillende soorten vet, namelijk onverzadigde vetten, verzadigde vetten en transvetzuren. Verzadigd vet en transvetzuren zijn de ‘verkeerde’ vetten, ze verhogen de kans op hart- en vaatziekten. Verzadigde vetten zijn de vetten die op kamertemperatuur hard zijn. Ook zitten er veel verzadigde vetten in eigeel, slagroom, vollemelkproducten, koekjes, melkchocolade, snacks en (vet) vlees. Transvetzuren zitten in sommige bak- en braadproducten, margarines, donuts en gefrituurde producten. Onverzadigde vetten zijn de ‘goede’ vetten. Deze zorgen juist voor een verlaagde kans op hart- en vaatziekten. Deze vetten zitten vooral in vis, vloeibare bak- en braadproducten, oliën en noten. Voor een gezonde ontwikkeling van kinderen is vet onmisbaar, maar te veel vet is niet goed. Belangrijk is om vooral voor onverzadigde vloeibare vetten te kiezen.

Verkeerde en goede vetten.

53


Theoriebron Gezonde voeding

De vijf regels van de Schijf van Vijf Bij de Schijf van Vijf horen vijf regels die helpen bij een gezond eetpatroon. De vijf regels zijn: 1. Eet gevarieerd. Dan is de kans groter dat je lichaam alle benodigde vitamines en mineralen binnenkrijgt. 2. Eet niet te veel en beweeg. 3. Gebruik minder verzadigd vet. 4. Eet veel groente, fruit en brood. 5. Ga veilig (hygiĂŤnisch) met voedsel om.

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

fb .v

.

Richtlijnen Schijf van Vijf (2016) <

54


Theoriebron BMI en overgewicht

.

Theoriebron BMI en overgewicht

fb .v

Inleiding

Door veranderingen in het voedingspatroon en leefwijze worden Nederlandse kinderen steeds langer en ook steeds zwaarder. Wanneer is een kind te dik en wat kun je doen om overgewicht te voorkomen?

BMI is de afkorting van Body Mass Index. De BMI is een eenvoudige rekenmethode die een eerste schatting geeft of je een gezond of ongezond lichaamsgewicht hebt. Let er wel op dat dit een richtlijn is. Er wordt geen rekening gehouden met: de verhouding tussen spiermassa en vetweefsel, de natuurlijke massa die grote mensen hebben (waardoor ze dikker lijken). En de lichaamsbouw is per individu anders.

u' Ac

Website BMI berekenen <

tie

BMI

Ed

De BMI wordt als volgt berekend: lichaamsgewicht in kg / lengte x lengte in meters. Bijvoorbeeld: je bent 174 cm lang en weegt 68 kg. Je BMI bereken je als volgt. Toets je gewicht in op de rekenmachine = 68 kg. Deel dit door je lengte = 1,74 meter. Het antwoord deel je daarna nog een keer door je lengte = 1.74 meter. In dit geval is de BMI 22,4 kg/m. Voor volwassenen geldt dat een BMI tussen 18,5 en 25 een gezond gewicht is. Bij een BMI hoger dan 30 is er sprake van ernstig overgewicht.

ij

Ook voor kinderen vanaf 2 jaar kan de BMI berekend worden. Voor kinderen gelden er echter andere grenswaarden die per leeftijdsjaar wijzigen en bovendien verschillend zijn voor jongens en meisjes.

er

Oorzaken van overgewicht

U

itg

ev

In de afgelopen dertig jaar is het aandeel kinderen en jeugdigen met overgewicht in Nederland sterk toegenomen. In 2016 had 11,9% van de kinderen in de leeftijd 4 tot 12 jaar in Nederland overgewicht. Van de kinderen tussen de 12 en 18 jaar had 15,6% overgewicht. De oorzaak van het overgewicht is meestal een combinatie van te weinig bewegen, te veel eten en een erfelijke aanleg voor obesitas. Obesitas is een ernstige vorm van overgewicht. Hierdoor ontstaat een overmatige vetstapeling in het lichaam, met grote gezondheidsrisico’s. In Nederland is ongeveer 2,7% (4 t/m 11 jaar) van de kinderen obees. Overgewicht zorgt ervoor dat kinderen minder gemakkelijk bewegen en ook minder lol hebben in bewegen. Daardoor ontstaat een vicieuze cirkel van nog minder bewegen en mogelijk nog meer overgewicht. De aanpak van overgewicht en vooral het voorkomen van overgewicht bij kinderen krijgt de laatste jaren steeds meer aandacht. Overgewicht op jonge leeftijd kan zeer nadelige gevolgen hebben voor de gezondheid op latere leeftijd.

55


Theoriebron BMI en overgewicht

Voorkomen van overgewicht bij kinderen Uit onderzoek is gebleken dat overgewicht het meest effectief kan worden voorkomen door de volgende leefregels te hanteren:

• •

.

Stimuleer gezonde voeding: beperk het aanbieden van suikerhoudende dranken en bied vaker fruit en groente aan. Stimuleer de lichaamsbeweging: elke dag minimaal een uur buiten spelen, vaker lopen en fietsen in plaats van de auto/bus te nemen. Beperk inactiviteit: stel regels hoe vaak en hoelang een kind per dag mag tv-kijken, gamen en/of computeren.

fb .v

•

u' Ac

tie

Het is belangrijk dat ouders hierbij zo veel mogelijk betrokken worden. Speciale themaweken binnen de basisscholen en kinderopvang waarin extra aandacht besteed wordt aan gezonde voeding en gezond bewegen kunnen hierbij ondersteunend zijn. Maar ook een duidelijk beleid en afspraken maken met ouders zijn belangrijk. Denk hierbij aan afspraken over wat er gegeten en gedronken mag worden in de pauzes en/of de lunch, welke traktaties een kind mag meenemen en wel/geen snoep meenemen op een schoolreisje.

Kinderen met overgewicht

er

ij

Ed

Wanneer een kind in de groep last heeft van overgewicht, probeer dit dan in de eerste plaats bespreekbaar te maken met ouders. Geef duidelijk aan waarom je je zorgen maakt, wat de negatieve gevolgen kunnen zijn van overgewicht en op welke Stimuleer de lichaamsbeweging. manier je samen het kind kunt helpen om te komen tot een gezonder leefpatroon. Kijk welke factoren en welke situatie belemmerend of juist bevorderend kunnen werken bij de aanpak van het overgewicht.Verwijs ouders eventueel door naar het consultatiebureau of de huisarts.

U

itg

ev

Wees er in de groep alert op dat het kind met overgewicht niet gepest wordt. Stimuleer het kind om deel te nemen aan bewegingsactiviteiten door te kiezen voor activiteiten waarbij het element winnen-verliezen minder op de voorgrond staat en ieder kind op zijn eigen niveau kan meedoen. Blijft het overgewicht een probleem dan is het belangrijk tijdig de samenwerking te zoeken met experts op dit gebied.

56


Theoriebron Voedseladditieven, voedselallergie, diëten en voedingsvoorschriften

fb .v

.

Theoriebron Voedseladditieven, voedselallergie, diëten en voedingsvoorschriften

tie

Inleiding

u' Ac

Op de etiketten van voeding is veel informatie te vinden over de ingrediënten, maar lees jij die informatie ook? Waarom staat al die informatie eigenlijk op de etiketten, heeft dat wel nut? Kortom, weet jij altijd wat je eet?

Voedseladditieven

er

ij

Ed

Voedselproducenten voegen allerlei stoffen aan voedingsmiddelen toe. Deze toevoegingen noemen we voedseladditieven. Voorbeelden van voedingsadditieven zijn kleurstoffen, zoetstoffen en conserveermiddelen. Voedingsadditieven worden toegevoegd om bijvoorbeeld de houdbaarheid te vergroten, kleur te geven of de smaak te versterken. Suiker en zout zijn voorbeelden van natuurlijke voedseladditieven, maar er zijn ook kunstmatige (synthetische) additieven. Binnen de Europese Unie moeten alle voedseladditieven die in de voedingsmiddelenindustrie gebruikt worden, vooraf door de EFSA (Europese Voedselveiligheidsautoriteit) zijn goedgekeurd. Is een additief goedgekeurd, dan krijgt het een E-nummer. Een E-nummer geeft dus aan dat de overheid de stof gecontroleerd heeft en dat de stof veilig is. Op het etiket van elk voedingsmiddel moet het E-nummer en/of de naam van de toevoeging vermeld staan.

U

itg

ev

Voedselallergie Voedselallergie wil zeggen dat het lichaam overgevoelig reageert op bepaalde voedingsstoffen. Het lichaam maakt antistoffen aan als deze voedingsstoffen gegeten worden. Deze antistoffen veroorzaken een allergische reactie. In Nederland komt voedselallergie ongeveer bij 2 à 3% van de volwassenen voor en bij ongeveer 8% van alle kinderen. Bij kinderen geven vooral voedingsmiddelen als koemelk, kippenei en pinda klachten. Bij volwassenen zijn de boosdoeners meestal pinda’s, noten en fruit. De klachten en de ernst van de klachten die optreden bij voedselallergie zijn per persoon verschillend. Jonge kinderen met een voedselallergie hebben vaak maag- en darmklachten en huidklachten zoals eczeem. Bij de behandeling van voedselallergie is het heel belangrijk om het voedingsmiddel dat de klachten veroorzaakt niet meer te eten. Ook alle producten waarin het betreffende voedingsmiddel is verwerkt moeten vermeden worden. Dat blijkt in de praktijk vaak moeilijk maar de laatste tijd is er meer aandacht voor een goede vermelding van voedingsstoffen op de etiketten.

57


fb .v

.

Theoriebron Voedseladditieven, voedselallergie, diëten en voedingsvoorschriften

tie

Diëten en voedingsvoorschriften

Ed

u' Ac

Naast een voedselallergie kunnen er andere medische redenen zijn waarom kinderen een bepaald dieet moeten volgen. Bijvoorbeeld bij diabetes en bepaalde stofwisselingsziekten. Er zijn ook kinderen die bepaalde voedingsvoorschriften volgen op basis van geloofs- of levensovertuiging. Denk aan het niet eten van varkensvlees door moslims of uitsluitend biologische voedingsmiddelen willen eten. Het is belangrijk binnen de basisschool en kinderopvang de voorgeschreven diëten en voedingsvoorschriften goed op te volgen. Registreer goed wat ieder kind wel/niet mag eten en wat de reden hiervan is. Zorg dat deze informatie voor alle collega’s duidelijk is en dat iedereen deze informatie gemakkelijk kan vinden. Soms krijgt een kind speciale voedingsmiddelen (bijvoorbeeld speciaal brood, sojamelk). Maak duidelijke afspraken of de ouders deze dieetvoeding zelf meenemen of dat hiervoor gezorgd moet worden.

Diëten en voedingsvoorschriften in de groep

U

itg

ev

er

ij

Voor kinderen is het niet altijd even prettig om zich aan een dieet te moeten houden in de groep. • Zorg voor variatie, zodat ook het kind met een dieet altijd kan kiezen. • Zorg dat dieetvoeding zo normaal en aantrekkelijk mogelijk gepresenteerd wordt. Zet het neer op tafel in de buurt van het kind. • Geef kinderen een eigen verantwoordelijkheid. Bij kleuters kun je bijvoorbeeld al beginnen door verschillende kleuren bakjes voor de vleeswaren te gebruiken. Vleeswaren met varkensvlees zitten bijvoorbeeld in blauwe bakjes en vleeswaren van kip in rode bakjes. Zo kan een kind zelf zien uit welke bakjes het kan kiezen. • Zorg voor een speciaal bakje met lekkere dieetvoeding. Is er een traktatie die het kind niet mag hebben dan kan het kind hieruit kiezen. • Geef duidelijke uitleg aan groepsgenootjes waarom dit kind niet alles mag eten. • Laat groepsgenootjes ook eens proeven van de speciale voeding.

58


fb .v

Theoriebron Voedselhygiëne en voedselveiligheid

.

Theoriebron Voedselhygiëne en voedselveiligheid

Inleiding

tie

(Jonge) kinderen vormen een kwetsbare groep die sneller dan volwassenen een voedselinfectie kunnen oplopen. Aandacht voor de hygiënische bereiding van voedsel is erg belangrijk. Want wie wil er de oorzaak van zijn dat kinderen een voedselvergiftiging oplopen?

u' Ac

Gezondheidsrisico’s binnen de kinderopvang en basisschool

Hygiënecode

ij

Ed

Jonge kinderen zijn gevoelig voor infecties en ziektes. Daar waar veel mensen bij elkaar komen, zoals bij de kinderopvang en basisschool, verspreiden ziektes zich sneller. Bacteriën, virussen en schimmels zijn vaak onzichtbaar maar wel overal aanwezig. Deze ziekteverwekkers worden gemakkelijk overgedragen, bijvoorbeeld via de handen of speelgoed. Extra (hygiëne)maatregelen zijn noodzakelijk om (onnodige) overdracht van ziektekiemen tegen te gaan. Belangrijk, want kinderen zijn kwetsbaar en worden blootgesteld aan ziekteverwekkers waartegen nog geen weerstand is opgebouwd.

U

itg

ev

er

Binnen de kinderopvang en basisscholen is het belangrijk extra aandacht te besteden aan (voedsel)hygiëne omdat dit gezondheidsproblemen kan voorkomen. Nederlandse kinderopvangorganisaties zijn wettelijk verplicht te handelen volgens de richtlijnen van de Bacteriën en virussen kunnen zich snel Hygiënecode voor kleine instellingen in verspreiden. de branches Jeugdzorg, Welzijn en Maatschappelijke dienstverlening en Kinderopvang. In deze hygiënecode worden risico’s en werkinstructies beschreven die belangrijk zijn bij de bereiding van voeding. Ook zijn er verschillende handige hulpmiddelen opgenomen zoals voorbeeldprotocollen en formulieren, die aangepast kunnen worden voor iedere organisatie. Voor basisscholen geldt dat zij vaak geen eten en drinken bereiden omdat kinderen zelf hun fruit, drinken en eventueel een lunch meenemen naar school. Scholen zijn daarom niet wettelijk verplicht zich te houden aan de hygiënecode. Maar natuurlijk is het ook binnen de basisscholen belangrijk de voedselhygiëne in de gaten te houden tijdens de tussenschoolse opvang en tijdens de organisatie van kookactiviteiten.

59


Theoriebron Voedselhygiëne en voedselveiligheid

Persoonlijke hygiëne

u' Ac

Bedrijfshygiëne

tie

fb .v

.

Een goede voedselhygiëne begint bij een goede persoonlijke hygiëne. Regelmatig je handen wassen op een zorgvuldige manier is bijvoorbeeld een belangrijke voorwaarde voor een goede persoonlijke hygiëne. Het is belangrijk goed te letten op mogelijke overdracht van ziektekiemen en bacteriën. Infecties aan handen, verkoudheid of diarree vormen risico’s die het noodzakelijk kunnen maken extra voorzorgsmaatregelen te treffen. Het is bijvoorbeeld belangrijk wondjes altijd goed af te dekken met een pleister, bij verkoudheid gebruik te maken van tissues, regelmatig speelgoed te reinigen en bij diarree het aankleedkussen en wc’s na gebruik te desinfecteren. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft een inventarisatie gemaakt waarin de meest voorkomende ziektebeelden worden beschreven en advies wordt gegeven over de gewenste maatregelen. Een kind kan al jong hygiënisch gedrag aangeleerd worden. Regels als handen wassen na het plassen en voor het eten, niezen met de elleboog voor de mond en niet je mes aflikken zijn voorbeelden waarmee je kinderen kunt leren aandacht te hebben voor hygiëne.

Ed

Binnen de kinderopvang en basisschool moet er ook aandacht zijn voor de bedrijfshygiëne. Bij het inrichten van de ruimtes en bij aanschaf van materialen moet bewust worden nagedacht over de eisen voor hygiëne. Waar kun je je handen wassen, hoe gemakkelijk zijn materialen te reinigen, waar wordt afval bewaard? Ook moeten er duidelijke afspraken/regels zijn over het schoonmaken en onderhouden van de ruimtes en materialen. Een hulpmiddel om de gezondheidsrisico’s binnen de kinderopvang en basisscholen in kaart te brengen is de Checklist gezondheidsrisico’s van het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid (LCHV). Na het invullen van de checklist kan gekeken worden welke maatregelen er nog genomen moeten worden. Voor kinderopvangorganisaties is het verplicht jaarlijks deze checklist in te vullen. Voor basisscholen geldt deze verplichting niet maar is het zeker raadzaam dit wel te doen.

er

ij

Versheid en temperatuur

U

itg

ev

Er zijn twee dingen die altijd in de gaten gehouden moeten worden wanneer je met (verse) voedingsproducten werkt: versheid en temperatuur. Op verpakte voedingsmiddelen staat altijd de THT-datum (ten minste houdbaar tot) of TGT-datum (te gebruiken tot) vermeld. Controleer deze datum altijd voordat je het product gaat gebruiken. Voor verse producten geldt dit lang niet altijd en bovendien zijn deze producten na opening maar beperkt houdbaar. Daarom is het Let altijd op de THT-datum. belangrijk om op deze producten altijd zelf de IVD-datum (interneverbruiksdatum) te vermelden. Is op een product aangegeven 'na opening nog twee weken gekoeld houdbaar' en wordt de verpakking op 12 mei geopend, dan is de IVD 26 mei. Ook is het belangrijk de voedingsproducten op de goede temperatuur te bewaren en de temperatuur van de koelkast en diepvries regelmatig te controleren.

60


Theoriebron Een gezond dagmenu samenstellen en bereiden

fb .v

.

Theoriebron Een gezond dagmenu samenstellen en bereiden Inleiding

Ed

u' Ac

tie

Dat gezonde voeding belangrijk is, heb je in de vorige hoofstukken geleerd. Maar hoeveel moet een kind eigenlijk eten? En wat moet je doen als het kind niet wil eten? Hoe kun je ervoor zorgen dat gezond eten aantrekkelijk wordt voor kinderen? Want kinderen houden vaak meer van ongezonde dingen, zoals snoep, koekjes en patat.

er

ij

Hoe kun je zorgen dat gezond eten aantrekkelijk wordt?

U

itg

ev

De ontwikkeling van smaak Om te kunnen proeven hebben we smaakpapillen op de tong. Een mens kan vijf smaken onderscheiden: zoet, zuur, zout, bitter en umami (hartig). De smaakontwikkeling begint al in de baarmoeder. De smaak van het vruchtwater wordt beĂŻnvloed door dat wat de moeder eet. De foetus krijgt dit vruchtwater in de mond en maakt op deze manier kennis met verschillende smaken. Wanneer een baby geboren wordt, kent het al het verschil tussen de smaken bitter, zoet en zuur. Een pasgeboren baby heeft bij de geboorte duizenden smaakpapillen. Een groot deel van deze smaakpapillen verdwijnt langzamerhand. Rond zijn tiende jaar heeft een kind nog maar 500 smaakpapillen en een volwassene van 30 jaar heeft nog maar 250 smaakpapillen. Doordat een baby veel smaakpapillen heeft, is een baby heel gevoelig voor smaken en heeft het een voorkeur voor milde smaken.

61


Theoriebron Een gezond dagmenu samenstellen en bereiden

Voeding van baby’s 0-6 maand

tie

fb .v

.

Tot 6 maanden krijgt een baby alleen borstvoeding en/of flesvoeding. De hoeveelheid melkvoeding die een baby nodig heeft, is afhankelijk van zijn gewicht en lengte. Borstvoeding is de meest natuurlijke voeding voor baby’s. De samenstelling van de borstvoeding wijzigt in de loop van de maanden en is precies afgestemd op de behoeften van de baby. Als een baby borstvoeding krijgt, is het wel noodzakelijk om de eerste twee maanden dagelijks vitamine K te geven voor de bloedstolling. Ook krijgt de baby vitamine D. De vitamine K en D wordt in vloeibare vorm aangeboden en kan in de mond van het kind gedruppeld worden. Flesvoeding is verkrijgbaar in allerlei merken. In de Warenwet is precies vastgelegd hoe de samenstelling van de poedermelk moet zijn. Er zijn veel soorten speciale flesvoeding op de markt. Zo is er voeding speciaal voor baby’s die veel spugen, voor baby’s die vaak krampjes hebben, voor baby’s die te gulzig drinken en baby’s met een voedselallergie. Aan poedermelk is altijd vitamine K en D toegevoegd.

Ed

u' Ac

Voeding van 6 tot 8 maand

Tot 6 maanden krijgt een baby alleen melk.

Vanaf 6 maanden heeft een baby naast de melkvoeding ook vaste voeding nodig om voldoende voedingsstoffen binnen te krijgen. Het wennen aan vaste voeding gaat stapje voor stapje en moet langzaam opgebouwd worden. De baby moet wennen aan de nieuwe smaken en het vaste voedsel. Ook de maag van de baby moet zich langzaam kunnen

ev

er

ij

instellen op deze veranderingen. Om de overgang naar vaste voeding zo klein mogelijk te maken, wordt het eten gepureerd. In de eerste fase geef je een baby enkele dagen achter elkaar één soort groente of fruit en kijk je hoe de baby hierop reageert. De eerste hapjes geef je wanneer de baby niet moe is en geen grote honger heeft. De baby is dan namelijk het meest ontspannen en dat is een goed moment om iets nieuws te proeven. Vanaf 7 maanden kunnen baby’s oefenen met kauwen door ze een broodkorst of soepstengel aan te bieden.

U

itg

Voeding van 8 maand tot 1 jaar

62

Vanaf 8 maanden gaat een baby echte maaltijden eten die de melkvoedingen vervangen. Vaak krijgt de baby ’s ochtends en ’s avonds nog een borst- of flesvoeding. De boterham wordt nog in stukjes gesneden. Let erop dat je maximaal een keer per week smeerkaas en leverpastei gebruikt want deze soorten beleg zijn niet heel gezond, zeker voor baby’s. In smeerkaas zit namelijk veel zout en in smeerleverworst zit orgaanvlees. De nieren en lever van de baby kunnen dit nog niet goed verwerken. Ook mag een baby geen honing. In honing kan een bacterie zitten die bij baby’s ernstige voedselvergiftiging kan veroorzaken. Voor de vaste voeding (groentehapje en fruithapje) geldt dat de stukjes steeds groter mogen worden. Let er wel op dat je zo weinig mogelijk zout en kruiden gebruikt. Wanneer een baby 1 jaar is mag het gewone halfvolle melk drinken. Krijgt het kind borstvoeding, dan mag dit natuurlijk ook. In principe kan ieder kind vanaf 1 jaar gewoon met de pot mee-eten.


Theoriebron Een gezond dagmenu samenstellen en bereiden

Voeding kinderen van 1-13 jaar

tie

fb .v

.

Hoeveel voedingsstoffen een kind binnen moet krijgen, is afhankelijk van het geslacht en de leeftijd, maar ook van hoeveel iemand beweegt. (Iemand die veel sport, heeft meer energie nodig dan iemand die niet sport.). De Gezondheidsraad heeft per voedingsstof aanbevelingen gegeven voor de hoeveelheid die gezonde mensen dagelijks nodig hebben. We noemen dit de Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid (ADH). Voor kinderen zijn er aparte tabellen, afgestemd op de leeftijd van het kind. Om tandbederf te voorkomen is het advies het aantal eetmomenten tot maximaal zeven per dag te beperken. Een eetmoment is iedere keer dat je iets eet. Dus ook de tussendoortjes tellen mee. Water en thee zonder suiker kunnen onbeperkt genomen worden. Wees er in een fase waarin een kind even wat minder eet alert op dat het kind dat niet gaat compenseren door het eten en drinken van (zoete) tussendoortjes. Daarnaast blijft het altijd belangrijk de groei en de ontwikkeling van het kind, ook op het gebied van lengte, gewicht en gezondheid, in de gaten te houden. Dagelijkse benodigde hoeveelheden voedingsmiddelen per leeftijdscategorie

4-5 sneetjes (140-175 gram)

Aardappelen (of rijst, pasta, peulvruchten)

2-3 aardappels of opscheplepels rijst/pasta/peulvruchten (100-150 gram)

3-4 aardappels of opscheplepels rijst/pasta/peulvruchten (150-200 gram)

Groente

100-150 gram (2-3 groentelepels)

150-200 gram (3-4 groentelepels)

1,5 stuks (150 gram)

2 stuks (200 gram)

400 ml melk(producten) en 10 gram kaas (½ plak)

600 ml melk(producten) en 20 gram kaas (1 plak)

Vlees(waren), vis, kip, ei of vleesvervangers

60-80 gram (gaar product), inclusief vleeswaren

80-100 gram (gaar product), inclusief vleeswaren

Halvarine, margarine, baken braadproducten

15-20 gram

20-25 gram

Dranken

1 liter

1-1,5 liter

Braad-, bakfrituurproducten, olie

15 g (een eetlepel)

15 g (een eetlepel)

Dranken

1 liter

1 -1,5 liter

Fruit

ev

er

ij

Zuivel

U

itg

9-13 jaar

3-4 sneetjes (105-140 gram)

Ed

Brood

4-8 jaar

u' Ac

Productgroep

63


Theoriebron Gezond eten en koken met kinderen

.

Theoriebron Gezond eten en koken met kinderen

fb .v

Inleiding

Ed

u' Ac

tie

Het eetgedrag, de smaakvoorkeuren en de eetlust kunnen bij kinderen sterk wisselen. Wat vorige week nog héél lekker was, kan volgende week ineens met een boos gezicht van het bord worden geveegd met de mededeling: ‘vies’. Hoe kun je ervoor zorgen dat een kind gezond eten leert waarderen?

ij

Randvoorwaarden die gezond eetgedrag bevorderen

U

itg

ev

er

Enkele belangrijke randvoorwaarden die gezond eetgedrag bevorderen zijn: • Zorg voor duidelijke en vaste eetmomenten met duidelijke regels. Dit biedt kinderen zekerheid en veiligheid. • Zorg voor een aantrekkelijke aankleding: een mooie opmaak van de maaltijd zorgt ervoor dat kinderen sneller iets zullen proeven. • Betrek de kinderen zo veel mogelijk bij de bereiding van de maaltijd: wat je zelf hebt gemaakt, smaakt vaak het best. • Geef zelf het goede voorbeeld: eet mee met de kinderen en eet van alles iets. • Varieer veel: iets hartigs op brood kan vervangen worden door komkommer, rauwe wortelen, tomaat, vis, ei of fruit. • Rem kinderen die te veel/te snel willen eten af: leer ze rustig te kauwen, geef extra drinken (water of thee) of rauwkost aan deze kinderen. • Beperk de tussendoortjes: maak van ieder eetmoment een gezellig (groeps)moment waarbij kinderen zowel drinken als iets te eten krijgen. • Zorg voor beweging: ga voor en/of na de maaltijd een lekker actief spel doen.

64


Theoriebron Gezond eten en koken met kinderen

Bevorderen gezond eetgedrag van 1 tot 4 jaar

tie

fb .v

.

Een kind van 1 tot 4 jaar leert zelf te drinken, zelf met een lepel en vork te eten, zelf brood te smeren en aan tafel te blijven zitten. Dit vraagt veel energie van het kind. Bedenk dat kinderen in deze leeftijdsfase nog niet alles tegelijk kunnen: én leren brood smeren, én praten, én luisteren, én stilzitten. Zie de gezamenlijke eetmomenten als een activiteit waarin je aandacht kan besteden aan de ontwikkeling van zelfstandigheid, taal, ontluikend rekenen of sociale ontwikkeling. Bedenk vooraf wat je doel is en bedenk hoe je het eetmoment gaat inrichten. Wil je kinderen van 2 jaar bijvoorbeeld laten oefenen met het zelfstandig brood smeren, dan moet je ze niet te veel afleiden met gezellige gesprekjes. Geef kinderen de ruimte veel te oefenen; Knoeien is niet erg. Peuters en kleuters willen graag veel zelf doen en jou helpen. Bied hiervoor voldoende ruimte: samen de tafel dekken, samen afruimen of afwassen.

Bevorderen gezond eetgedrag van 4 tot 8 jaar

Ed

u' Ac

Een kleuter van 4 jaar zal bij het zelfstandig brood smeren en snijden nog wat vaker hulp nodig hebben en wat meer knoeien dan een kind van 8 jaar. Het blijft belangrijk veel ruimte te bieden voor oefening van de vaardigheden. Gezelligheid en het voeren van gesprekjes worden belangrijker. De volwassene heeft een sturende rol door te zorgen dat iedereen aan bod komt (beurt verdelen). De spanningsboog is in deze leeftijdsfase nog beperkt. Zorg dat het eetmoment niet te lang duurt en geef kinderen na afloop de ruimte om zich even uit te leven. Het is belangrijk om aandacht te besteden aan de persoonlijke hygiëne. Geef kinderen vaak uitleg waarom iets belangrijk is. Ook kinderen in deze leeftijdsfase vinden het erg leuk om te helpen. Laat kinderen meedenken over wat ze willen eten.

ij

Bevorderen gezond eetgedrag van 9 tot 13 jaar

U

itg

ev

er

In deze leeftijdsfase hebben kinderen de vaardigheden die nodig zijn om zelfstandig en netjes te eten meestal onder de knie. Gezellige gesprekjes voeren, maar ook een discussie voeren over een onderwerp (wat vind jij leuk, wat vind ik leuk?) worden belangrijker. De volwassene krijgt tijdens de eetmomenten steeds meer een ondersteunende rol en houdt zich op de achtergrond wanneer dit mogelijk is. In onderling overleg met de kinderen kun je taken zoals tafel afruimen of afwassen verdelen. Maar ook kun je kinderen zelf het menu van de week laten samenstellen of hen laten helpen bij het boodschappen doen. Stel samen met de kinderen kaders op waaraan het weekmenu moet voldoen. Bijvoorbeeld: hoe vaak eten we fruit, hoe vaak eten we een snoepje?

65


Theoriebron Gezond eten en koken met kinderen

Kookactiviteiten met kinderen

u' Ac

tie

fb .v

.

Kookactiviteiten zijn bij kinderen vaak populair en bieden veel mogelijkheden om aandacht te besteden aan gezonde voeding en persoonlijke hygiëne. Ook kunnen tijdens kookactiviteiten schoolse vaardigheden, zoals lezen en rekenen, op een speelse manier geoefend worden. Kinderen leren bijvoorbeeld een recept lezen, leren rekenen met gewichten en inhoudsmaten. Door samen te koken, kun je kinderen op een speelse wijze leren waar ze op Samen koken. moeten letten bij het koken. Langzamerhand kun je kinderen meer ruimte en zelfstandigheid bieden. Voor kinderen van 4 tot 8 jaar kun je het best kiezen voor het bereiden van koude gerechten en tussendoortjes. Laat de kinderen helpen bij het snijden van zachte ingrediënten (met een kindermes), het mengen van ingrediënten en het versieren van gerechten. Voor oudere kinderen kun je dit steeds verder uitbreiden. Leer hen stap voor stap omgaan met keukenapparaten, zoals een mixer en het snijden met scherpere messen/dunschiller.

Aandachtspunten bij kookactiviteiten

U

itg

ev

er

ij

Ed

Het voorbereiden van kookactiviteiten verdient aandacht omdat in de keuken veel gevaren aanwezig zijn. Het is belangrijk dat de volwassene zich bewust is van deze gevaren en altijd aanwezig is tijdens kookactiviteiten. Enkele aandachtspunten: 1. Let op de hygiëne. Altijd handen wassen en als je iets proeft altijd de lepel daarna bij de afwas leggen. 2. Werk met groepjes van maximaal vier tot zes kinderen. 3. Neem de tijd en zorg dat alles klaarstaat. 4. Scherpe messen alleen door oudere kinderen en onder toezicht laten gebruiken. 5. Pas op met hete voorwerpen. Laat kinderen nooit alleen bij een hete oven of kooktoestel. 6. Stelen van pannen op een kooktoestel altijd opzij draaien. 7. Zorg ervoor dat kinderen stevig staan. Niet op een stoel staan bij het aanrecht. Gebruik speciale opstapjes die stevig zijn. 8. De keuken is geen plek om te spelen of te rennen.

66


Theoriebron Gezondheidsvoorlichting

.

Theoriebron Gezondheidsvoorlichting

fb .v

Inleiding

u' Ac

tie

Binnen de kinderopvang en basisschool word je regelmatig geconfronteerd met ouders en kinderen die minder belang hechten aan gezond eten en bewegen dan jij zou willen. Kinderen die elke dag weer een koekje meenemen in plaats van fruit, kinderen en ouders die willen dat er ook op de bso een spelcomputer wordt aangeschaft. Veelvoorkomende situaties waarbij je voor een dilemma komt te staan. Want hoe maak je aan kinderen, maar ook aan ouders, duidelijk dat gezond eten en bewegen belangrijk is?

Ed

Hoe maak je duidelijk dat gezond eten en bewegen belangrijk is?

Wat is gezondheidsvoorlichting

er

ij

GVO is een afkorting van gezondheidsvoorlichting en -opvoeding. GVO heeft te maken met gezondheid en gezondheidsgedrag. Het doel van GVO is dat mensen gezond blijven door hun gezondheid te bevorderen en te beschermen. Er zijn verschillende vormen van gezondheidsvoorlichting, namelijk:

U

itg

ev

Primaire gezondheidsvoorlichting: deze voorlichting is bedoeld om ongezonde situaties te voorkomen en te zorgen dat de gezondheid bevorderd wordt. Je kunt hierbij denken aan het organiseren van een voorlichtingsavond over gezonde voeding. Secundaire gezondheidsvoorlichting is gericht op het vroegtijdig opsporen van gezondheidsbedreigende situaties om al in een heel vroeg stadium te kunnen ingrijpen. Bijvoorbeeld een oudergesprek voeren bij een vermoeden van verwaarlozing. Tertiaire gezondheidsvoorlichting is de voorlichting die je geeft als iemand al een gezondheidsprobleem of ziekte heeft. Door voorlichting probeer je de nadelige gevolgen zo veel mogelijk te beperken. Bijvoorbeeld ouders doorverwijzen naar een huisarts/consultatiebureau wanneer een kind niet goed hoort.

67


Theoriebron Gezondheidsvoorlichting

Aandachtspunten bij gezondheidsvoorlichting

tie

fb .v

.

Als je gezondheidsvoorlichting geeft, wil je natuurlijk dat dit effect heeft en het gedrag van de ander zal veranderen. Drie aandachtspunten bij het geven van voorlichting zijn: • aandacht trekken Om ervoor te zorgen dat datgene wat je wilt vertellen ook gehoord wordt, moet je de aandacht van een persoon of een groep zien te vangen. Denk na over hoe je de aandacht kunt krijgen van degene die je wilt voorlichten. Belangrijk is dat je het nut van de voorlichting duidelijk maakt. • aansluiten Sluit goed aan bij de kennis van de groep of het individu waaraan je voorlichting geeft. Een kind geef je andere voorlichting dan een volwassene. Ook het actief laten meedoen en meedenken, maakt dat de gegeven informatie beter begrepen wordt. • motiveren De voordelen van de gedragsverandering moeten opwegen tegen de nadelen. Maak duidelijk wat de nadelen zijn van bepaald gedrag (op de lange termijn) en welke positieve effecten de gedragsverandering zullen opleveren.

u' Ac

Gezondheidsvoorlichting aan kinderen

U

itg

ev

er

ij

Ed

Binnen de kinderopvang en basisschool heb je veel mogelijkheden om de kennis van kinderen over een gezonde leefstijl te vergroten. In alledaagse situaties kun je dit onderwerp vaak op een natuurlijke manier bespreken. Denk aan het handen wassen na het plassen en voor het eten, aandacht voor gezonde voeding tijdens het fruitmoment of praten over sporten tijdens een kringgesprek. Omdat deze situaties regelmatig terugkomen, kun je de informatie vaak herhalen en zal het beter bij de kinderen blijven hangen. Wees je er daarnaast van bewust dat je als pedagogisch medewerker of onderwijsassistent zelf een belangrijke voorbeeldfunctie hebt. Beweeg je lekker mee met de kinderen of zit jij zelf altijd op een stoel? Eet je gezond mee met de kinderen of neem jij een koek bij de koffie? Daarnaast kun je themaweken organiseren over een specifiek onderwerp. Kies voor veel doeactiviteiten, houd de luisteractiviteiten kort en sluit goed aan bij datgene wat leeft in de groep.

68


Theoriebron Gezondheidsvoorlichting

Gezondheidsvoorlichting aan ouders

fb .v

.

Ouders hebben een belangrijke invloed op hun kinderen als het gaat om gezond eten en bewegen. Kinderen volgen hierin vaak het gedrag van hun ouders. Wil je de leefstijl van kinderen beïnvloeden, dan is het dus belangrijk ouders hierbij te betrekken. Je kunt als school nog zo vaak zeggen dat fruit gezond is, als er thuis geen fruit te vinden is, zal het effect van je boodschap gering zijn. Om ouders te betrekken bij het onderwerp kun je verschillende aanknopingspunten gebruiken:

u' Ac

tie

• het individuele kind Tijdens individuele gesprekken kun je aandacht besteden aan dit onderwerp. Bijvoorbeeld wanneer een kind door overgewicht moeite heeft om mee te doen in de gymles. • regels en beleid De afspraak dat er alleen gezond getrakteerd mag worden moet bekend zijn bij ouders. Geef uitleg waarom deze regels er zijn. • betrekken bij activiteiten In een themaweek rondom gezonde voeding kun je ouders vragen om te komen helpen bij de activiteiten.

Vragen rondom gezondheid bespreken met ouders

U

itg

ev

er

ij

Ed

Veel ouders maken zich wel eens zorgen om de gezondheid van hun kind. Maar ook pedagogisch medewerkers en onderwijsassistenten signaleren soms zaken waardoor zij zich zorgen maken over de gezondheid van een kind. Een goede samenwerking met ouders is belangrijk om mogelijke problemen aan te pakken. Houd bij een gesprek de volgende aandachtspunten in de gaten: – wederzijds begrip en waardering Ouders blijven de eerstverantwoordelijke opvoeders van hun kind. Begrip en waardering tonen zorgt ervoor dat er een basis ontstaat voor een gezamenlijke aanpak van de problemen. – wederzijds adviseren en informeren Ouders kennen het kind al vanaf de geboorte en weten hoe een kind zich thuis gedraagt. Bij het bespreken van vragen rondom gezondheid is het belangrijk te vragen hoe een kind thuis is. Wat ervaren de ouders als probleem? Geef zelf informatie over dat wat jij ziet bij dit kind. – heldere afspraken Maak heldere afspraken wat jullie gaan doen om het probleem op te lossen. Wie doet wat, wanneer ga je evalueren?

Informatie-uitwisseling met ouders Binnen de kinderopvang en basisschool heb je te maken met verschillende kinderen, afkomstig uit verschillende opvoedingsmilieus. De eet- en drinkgewoonten kunnen per kind zeer verschillend zijn. Ook kan verschillend gedacht worden over wat gezond is voor een kind en hoeveel een kind moet eten. Belangrijk is om oog te hebben voor deze verschillen en hierover met ouders in gesprek te gaan. Een duidelijk beleid en goede afspraken over gezonde voeding en bewegen is prettig voor ouders en medewerkers en biedt een duidelijk kader. In de nieuwsbrief regelmatig aandacht besteden aan het hoe en waarom van een bepaalde afspraak is een goed hulpmiddel om te zorgen dat deze informatie ook bij ouders bekend blijft.

69


Theoriebron Gezondheidsvoorlichting

u' Ac

tie

fb .v

.

Bovendien kan via de nieuwsbrief ingespeeld worden op actuele zaken die spelen binnen de school. Zijn er bijvoorbeeld hoofdluizen, dan kan in de nieuwsbrief aandacht besteed worden aan preventieve maatregelen.

Ouderbetrokkenheid vergroten

er

ij

Ed

Om ouders te ondersteunen bij een gezonde opvoeding kan het raadzaam zijn hen te betrekken bij activiteiten op school. Kinderen die thuis geen melk drinken doen dit op de kinderopvang soms zonder problemen. Let hierbij wel op bewuste keuzes van ouders, het kan natuurlijk zo zijn dat een kind geen melk of een bepaald ander voedingsmiddel krijgt omdat het allergisch of overgevoelig is. Een ochtend meedraaien binnen de kinderopvang of basisschool geeft ouders vaak meer inzicht hoe gezond gedrag bij de kinderen op een speelse manier gestimuleerd kan worden. Ook bij het organiseren van speciale activiteiten kunnen ouders uitgenodigd worden om hun steentje bij te dragen. Door ouders bijvoorbeeld te laten assisteren bij een kookactiviteit worden zij direct betrokken bij het thema en zal er thuis ook over gesproken worden.

U

itg

ev

Het organiseren van een ouderavond

70

Binnen een ouderavond is er de mogelijkheid om een bepaald aspect van gezond eten en bewegen onder de aandacht van ouders te brengen. Hierbij kan een deskundige uitgenodigd worden om informatie te geven over een bepaald onderwerp. Aansluitend kan vanuit school/kinderdagverblijf aangegeven worden hoe hier in het beleid of bij afspraken invulling aan gegeven wordt. Zorg dat er daarnaast altijd ruimte is voor uitwisseling tussen ouders onderling of tussen ouders en de school of het kinderdagverblijf. Geef ruimte aan ouders om mee te denken en mee te praten over dit onderwerp en hoe je hier op school/kinderopvang en thuis mee zou kunnen omgaan. Zo voorkom je dat er in de kast mooie beleidstukken en afspraken liggen die in de praktijk door niemand worden nageleefd.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.