fb .v
.
Cursus
U
itg
ev
er
ij
Ed
u' Ac
tie
Moeilijk verstaanbaar gedrag
Auteur: Anne-Marie Klaassen Inhoudelijke redactie: Agnes Schouten Titel: Moeilijk verstaanbaar gedrag
tie
ISBN: 9789037233636
fb .v
Uitgeverij: Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl
.
Colofon
©
Edu’Actief b.v. 2018
u' Ac
Bronvermelding: Vakblad Klik (kennispockets), Kennisplein Gehandicaptensector, Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE), Boek Driehoekskunde van Chiel Egberts, Boek Het gewone leven ervaren (Triple-C) van Hans van Wouwe en Dick van de Weerd, Methode Heijkoop, Boek Door stil te staan kom je verder van Geert Bettinger. Betsie Groothedde (foto HH en AMK). En bijzonder dank aan Willemieke Klaassen, persoonlijk begeleider van cliënten met MVG bij 's Heeren Loo voor haar bijdrage.
Ed
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
er
ij
Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl).
U
itg
ev
De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.
Inhoud Over deze cursus
Wat is moeilijk verstaanbaar gedrag? Aanleidingen en oorzaken MVG
14
Betekenis en gevolgen van MVG
20
Begeleiden van MVG
fb .v
.
7 8
24
Overleggen, samenwerken en reflecteren
29
tie
OriĂŤntatie
4
Theoriebron Wat is moeilijk verstaanbaar gedrag? 36
u' Ac
Theoriebron Oorzaken en aanleidingen MVG
32
Theoriebron Betekenis en gevolgen van MVG Theoriebron Begeleidingsmethodieken MVG Theoriebron Begeleiding bij MVG
40
43
47
50
U
itg
ev
er
ij
Ed
Theoriebron Overleggen, samenwerking en reflectie bij MVG
3
Over deze cursus
Over deze cursus
.
Inleiding
Ed
u' Ac
tie
fb .v
Moeilijk verstaanbaar gedrag bij mensen met een verstandelijke beperking. Wat is moeilijk verstaanbaar gedrag? Wat zie je dan? En wat is de oorzaak ervan? Nu is het moeilijk om op die vragen één concreet antwoord te geven. Er zijn veel factoren die van invloed kunnen zijn op het gedrag. In deze cursus leer je wat wordt verstaan onder moeilijk verstaanbaar gedrag, welke oorzaken kunnen meespelen en hoe je (anders) kunt kijken naar het gedrag. Ook verschillende methodes worden behandeld. Succes en kijk goed!
Wat gaat er allemaal in dat hoofd om?
ij
Leerdoelen
U
itg
ev
er
Je kunt: • uitleggen wat verstaan wordt onder moeilijk verstaanbaar gedrag bij cliënten met een verstandelijke beperking (vastgelopen mensen) en je kunt vormen en uitingen van het gedrag omschrijven • mogelijke aanleidingen van het gedrag en onderliggende problematiek in kaart brengen • de betekenis van het gedrag en de gevolgen van het gedrag benoemen. Je kunt aangeven wat het gedrag in stand houdt • cliënten met moeilijk verstaanbaar gedrag begeleiden en je kunt begeleidingsmethoden beschrijven en toepassen, afgestemd op de cliënt • overleggen en samenwerken met collega’s en ouders over cliënten met moeilijk verstaanbaar gedrag en je kunt reflecteren op je eigen handelen, grenzen aangeven en bespreekbaar maken.
4
Over deze cursus
Beoordeling Aan het eind van de cursus wordt je parate kennis beoordeeld met een toets. Je praktische beheersing van de leerdoelen wordt getoetst aan de hand van 1 beroepsproduct. Deze wordt op verschillende punten beoordeeld: op inhoud en op de uitvoering. Andere belangrijke punten bij de beoordeling zijn: actieve deelname aan de lessen, nette uitwerking van de opdrachten in correct Nederlands. Je vindt ze bij elkaar in het beoordelingsformulier.
fb .v
.
Beoordelingsformulier <
Planning
Een beroepsproduct maken kost tijd. Daarom moet je dit goed plannen. Lees eerst de opdracht van het beroepsproduct goed door en vul daarna het planningsformulier in. Neem ook de andere opdrachten van deze cursus op in je totale planning. Zo voorkom je dat je in tijdnood komt.
tie
Planningsformulier <
Casus
u' Ac
Beroepsproduct: Het expertiseteam
Ed
Er wordt binnenkort een nieuwe locatie geopend waar cliënten met moeilijk verstaanbaar gedrag (MVG) gaan wonen. Omdat jij en je collega's op een andere locatie werken met MVG-cliënten is jullie hulp ingeroepen. Jullie hebben al de nodige kennis en ervaring in huis. De vraag die de manager van de nieuwe locatie gesteld heeft, is de volgende:
ij
Willen jullie een brochure maken met informatie over moeilijk verstaanbaar gedrag? Het is de bedoeling dat deze brochure zowel geschikt is voor ouders als voor de nieuwe begeleiders.
U
itg
ev
er
Ook heeft de manager gevraagd of jullie tijdens de opening van het huis een voorlichtingspresentatie willen geven. Belicht tijdens je presentatie niet alleen de moeilijke kanten van het werken met deze cliënten, maar (juist) ook de algemene manier van werken en de mooie kanten. Neem in je presentatie ook een voorbeeldsituatie van een succesverhaal op. (Welk gedrag vertoonde een cliënt, hoe zijn jullie ermee omgegaan en wat is het resultaat?)
Stappen • • • • • • • • •
Maak viertallen. Maak een planning en een taakverdeling. Bepaal welke informatie in de brochure moet komen. Bepaal welke informatie nodig is voor de voorlichtingspresentatie. Verzamel alle gegevens en maak een eerste opzet. Maak eerst de brochure. Beschrijf een casus over een cliënt met MVG. Maak vervolgens de presentatie. Geef de presentatie. Hierbij introduceer je ook de brochure.
5
Over deze cursus
Laat elke processtap goedkeuren door je docent, voordat je begint aan de volgende processtap.
Eisen aan het beroepsproduct
U
itg
ev
.
er
ij
Ed
u' Ac
tie
• • • •
Zowel de brochure als de presentatie hebben de vereiste inhoud. Zie het beoordelingsformulier. De brochure ziet er netjes uit en bevat minimaal één afbeelding. De brochure bestaat uit minimaal twee A4'tjes, lettertype max. grootte 12. Het taalgebruik is netjes en correct Nederlands. De presentatie duurt minimaal tien minuten, inclusief een filmfragment (max. 1 min).
fb .v
•
6
Oriëntatie
Oriëntatie Opdracht 1
Van verschillende kanten!
fb .v
.
Moeilijk verstaanbaar gedrag, letterlijk vertaald betekent het dat je het niet goed kunt verstaan, niet goed begrijpt. En soms is dat ook echt zo, dan kan een cliënt niet zeggen wat er aan de hand is of wat er in zijn koppie om gaat. Het is sowieso heel belangrijk dat je goed leert kijken: Wat zie je? Wat gebeurt er? Wat ging eraan vooraf?
u' Ac
tie
a. Plaats in alle vier de hoeken van de ruimte een camera, zodat de hele ruimte gefilmd wordt. Ga met elkaar in gesprek over de volgende vragen: • Wie heeft weleens te maken gehad met agressie? En wie wil daarover wat zeggen? • Wat vind je ervan als iemand heel hard op zijn hand bijt, tot bloedens toe? • Wat zou je doen als iemand al een half uur heel hard aan het gillen is?
Ed
b. Na het gesprek worden de opnames gestopt. De groep wordt in vieren gedeeld en elke groep krijgt vanuit één hoek de beelden te zien. Wat ZIEN jullie allemaal op het filmpje? Kijk goed en wees zo compleet mogelijk. Zet alle observaties op een groot vel papier (flip-over).
U
itg
ev
er
ij
c. Vervolgens gaan jullie alle vier de observaties naast elkaar leggen en analyseren. • Welke observaties zijn vanuit alle vier de hoeken gezien? • Wat is niet iedereen opgevallen? • En welke observaties zijn eigenlijk interpretaties? • Wat heb je geleerd in deze oefening en neem je mee in deze cursus?
7
Wat is moeilijk verstaanbaar gedrag?
.
Wat is moeilijk verstaanbaar gedrag?
fb .v
Inleiding
Moeilijk verstaanbaar gedrag, het woord zegt het eigenlijk al. Het is gedrag wat niet direct begrepen wordt. Er wordt ook wel gesproken over probleemgedrag of over signaalgedrag. Het is gedrag, waarvan niet altijd duidelijk is wat de oorzaak is of wat zomaar te veranderen is.
tie
Leerdoelen
U
itg
ev
er
ij
Ed
u' Ac
Je kunt: • uitleggen wat wordt verstaan onder moeilijk verstaanbaar gedrag bij cliënten met een verstandelijke beperking • vormen en uitingen van het moeilijk verstaanbaar gedrag omschrijven.
8
Wat is moeilijk verstaanbaar gedrag?
a. Lees eerst het Artikel en bekijk het Filmpje op de website van NOS Nieuwsuur: Zo veel instellingen gebeld, maar nergens plaats voor Siebe. • Hoe zou jij het moeilijk verstaanbare gedrag omschrijven van de twee jongens? • En wat denk je na dit gezien te hebben? Hoe kijk je tegen deze situaties aan? Breng je gedachten onder woorden.
tie
Theoriebron Wat is moeilijk verstaanbaar gedrag? <
Mensen met moeilijk verstaanbaar gedrag, probleemgedrag of gedragsproblemen. Vastgelopen mensen ... en dat is niet alleen van toepassing op de cliënt zelf. Soms loopt ook de familie vast.
.
Filmpje Zoveel instellingen gebeld, maar nergens plaats voor Siebe. <
Wat is moeilijk verstaanbaar gedrag?
fb .v
Opdracht 2
Ed
u' Ac
b. Lees Theoriebron Wat is moeilijk verstaanbaar gedrag? En beantwoord de volgende vragen: 1. Wat is moeilijk verstaanbaar gedrag? Omschrijf het in je eigen woorden. 2. Noem minimaal vier andere termen die gebruikt worden in plaats van 'moeilijk verstaanbaar gedrag'.
c. Als je iets duidelijk wilt maken en het lukt je niet, omdat je ouder of je hulpverlener je niet begrijpt. Hoe frustrerend is dat?
U
itg
ev
er
ij
Hoe zou jij het vinden als je iets duidelijk wilt maken en het lukt je niet? Probeer je in te denken welke emoties dat bij jou zou oproepen? Welke emoties komen als eerste bij jou naar boven? En geef daar een voorbeeld van.
9
Wat is moeilijk verstaanbaar gedrag?
Gelezen in de overdracht: Kees heeft ernstig geautomutileerd vanmorgen. Na het eten was hij veelvuldig aan het rumineren. Door zijn pica was hij ook erg gefixeerd op de planten tijdens de wandeling. Maar wat wel erg leuk was, hij genoot zichtbaar van de sterkruikende bloeiende bloesem. De extra aandacht op zijn verstoorde SI werpt toch zijn vruchten af. Er is veel vakjargon voor moeilijk verstaanbaar gedrag. Maar wat wordt daar nu eigenlijk mee bedoeld? Omschrijf in je eigen woorden de betekenis van de volgende begrippen: 1. automutilatie 2. rumineren 3. pica 4. (verstoorde) SI 5. (beperkte) zelfregulatie 6. besef van decorum 7. destructief gedrag 8. grensoverschrijdend gedrag 9. comorbiditeit.
u' Ac
tie
Artikel Middelen en maatregelen in een noodsituatie <
Casus
.
Theoriebron Wat is moeilijk verstaanbaar gedrag? <
Vakjargon
fb .v
Opdracht 3
1.
3.
ij
4.
Ed
2.
er
5.
ev
6.
U
itg
7.
10
8.
9.
Wat is moeilijk verstaanbaar gedrag?
Lees Theoriebron Wat is moeilijk verstaanbaar gedrag? En beantwoord de volgende vragen: 1. Licht, matig of ernstig verstandelijk beperkt en probleemgedrag. De uitingen van moeilijk verstaanbaar gedrag kunnen verschillend zijn. Leg in je eigen woorden uit wat wordt bedoeld met kunnen en aankunnen. 2. Waarom is het zo belangrijk om naar het 'hele plaatje' te kijken? 3. Welke bijkomende factoren spelen een rol bij moeilijk verstaanbaar gedrag? Geef een eigen voorbeeld.
.
Theoriebron Wat is moeilijk verstaanbaar gedrag? <
Van licht tot matig, tot ernstig verstandelijk beperkt
fb .v
Opdracht 4
1.
tie
2.
Artikel Dankbaar werk? Niet altijd < Filmpje: Agressief gedrag, voorbeeld video voor training <
Agressie
'Een knal voor je kop hoort erbij, maar is niet normaal'. Lees het Artikel: Dankbaar werk? Niet altijd. En kijk vervolgens naar het Filmpje: Agressief gedrag, voorbeeld video voor training. a. Beantwoord de volgende vragen over het filmpje: 1. Wat zie je gebeuren? 2. Wat zegt de medewerker Onno Gewenst en wat vind jij ervan? Is zijn agressie redelijk? 3. Wat zou je doen als jij de hulpverlener bent van deze persoon? 1.
Ed
Opdracht 5
u' Ac
3.
er
ij
2.
b. Ga met een groepje medestudenten in gesprek over agressie (ongeveer 15 min.). En denk na over de volgende punten: • Agressie hoort er nu eenmaal bij, risico van het vak. • Ik vind agressie eigenlijk heel lastig, misschien zelfs wel eng. • Als iemand met een mes op mij afkomt, dan sluit ik mezelf wel op in het kantoor ofzo. • Verbale agressie doet me niets. • Als ik maar goede handgreeptechnieken beheers, kan ik prima omgaan met fysieke agressie.
U
itg
ev
3.
11
Wat is moeilijk verstaanbaar gedrag?
Artikel Expertje 8 Zelfverwonding <
Automutilatie
Automutilatie of zelfverwonding. Het komt veel voor bij mensen met een verstandelijke beperking. Het kan variĂŤren van relatief onschuldig gedrag tot zeer ernstige vormen met letsel. En het kan veel emoties oproepen bij hulpverleners.
tie
Opdracht 6
fb .v
.
En geef een samenvatting van jullie gesprek.
1.
ij
2.
Ed
u' Ac
Lees eerst het Artikel Expertje 8 Zelfverwonding en beantwoord de volgende vragen: 1. Wat is zelfverwonding? 2. Welke vormen van zelfverwonding zijn er? Noem er minimaal zes. 3. Kan zelfverwonding onschuldig zijn? Licht dit toe. 4. Noem twee mogelijke oorzaken van automutilatie bij mensen met LVB. 5. Hoe kom je achter de oorzaak van automutilatie bij mensen met een matig, ernstig of zeer ernstig verstandelijke beperking? 6. Noem vier mogelijke oorzaken van automutilatie en geef daarbij een voorbeeld. 7. Behandeling bij automutilatie is een ingewikkeld proces, maar er moeten een aantal stappen genomen worden. Welke?
er
3.
ev
4.
5.
U
itg
6.
12
7.
Wat is moeilijk verstaanbaar gedrag?
Theoriebron Wat is moeilijk verstaanbaar gedrag? <
Stereotype gedrag of herhaalgedrag. Bij een cliĂŤnt valt het misschien niet eens meer op. 'Want dat doet ze altijd!' Maar is het daarmee normaal? Bekijk het Filmpje Stereotype gedrag dierentuindieren.
.
Filmpje Stereotype gedrag dierentuindieren <
Stereotype gedrag
a. Welke emotie ging er als eerste door je heen bij het zien van het filmpje? Wat zie je eigenlijk bij de dieren?
fb .v
Opdracht 7
Nu voelt de vergelijking met dieren misschien een beetje oneerbiedig. Maar is dat ook zo?
tie
b. Want welke emotie ging er als eerste door je heen?
u' Ac
c. Is het anders als je een EMB-cliĂŤnt ziet wiegen?
Ed
d. Zo ja, wat is het verschil? Zo nee, wat is de overeenkomst?
ij
e. Wat is stereotype gedrag en welk effect heeft het?
er
f. Wat is de oorzaak van stereotype gedrag?
U
itg
ev
g. Welke functie heeft herhaalgedrag?
13
Aanleidingen en oorzaken MVG
.
Aanleidingen en oorzaken MVG
fb .v
Inleiding
Moeilijk verstaanbaar gedrag heet niet voor niets moeilijk. Het is (zeer) complexe zorg, waar veel bij komt kijken. Er kunnen veel verschillende factoren meespelen. En soms is het zoeken naar een speld in een hooiberg. Maar dat wil niet zeggen dat je niet moet gaan zoeken.
tie
En om met de woorden van Jacques Heijkoop te spreken: Vaak is er niet één oorzaak aan te wijzen. Oftewel: Vaak spelen er meerdere factoren een rol.
Leerdoelen
U
itg
ev
er
ij
Ed
u' Ac
Je kunt: • mogelijke aanleidingen van het moeilijk verstaanbare gedrag bij cliënten omschrijven • het gedrag en onderliggende problematiek in kaart brengen.
14
Aanleidingen en oorzaken MVG
Opdracht 8
Prikkelverwerking Mensen met een verstandelijke beperking hebben vaak een andere manier van prikkelverwerking. Er wordt veel gesproken over prikkels, prikkelverwerking en in vakjargon over (verstoorde) sensorische integratie. Maar wat betekent het?
fb .v
.
a. Beantwoord de volgende vragen: 1. Welke verschillende soorten prikkels kun je onderscheiden? 2. Geef van elk een voorbeeld. 3. Geef minimaal vijf voorbeelden van verstoorde sensorische integratie (prikkelverwerking) 4. Hoe verloopt de prikkelverwerking bij mensen met AD(H)D? Wat gebeurt er bij hen? 5. Welke verschillende problemen met de prikkelverwerking kunnen er zijn bij hen?
tie
1.
u' Ac
2.
3.
4.
Ed
5.
ij
b. Wat zie jij eigenlijk, wat voel jij eigenlijk, wat ruik je eigenlijk? Zoek met een paar medestudenten een drukke locatie op. Dit kan de schoolkantine zijn, een druk kruispunt of een plein in de stad. Gedurende vijf minuten ga je de prikkels ervaren. Geef woorden aan alles wat er aan prikkels bij je binnenkomt. Bijvoorbeeld: Je hoort een auto rijden. Je ruikt autodampen, je voelt een trilling. Je hoort een vogeltje.
er
Vergelijk na de vijf minuten jouw lijst met prikkels met de anderen. Wat valt er op? Waar liggen de overeenkomsten en waar liggen de verschillen?
ev
Hoe zou dit zijn voor cliĂŤnten met AD(H)D?
U
itg
Wat is het meest opvallende wat je geleerd hebt over prikkelverwerking?
15
Aanleidingen en oorzaken MVG
Filmpje ODD Gedragsproblemen in de klas <
Voor hulpverleners is het vaak moeilijk om gevoelens te herkennen en te begrijpen. Maar cliënten die vaak overspoeld worden door de emoties, begrijpen het evenmin. a. Lees eerst Theoriebron Oorzaken en aanleidingen MVG en beantwoord de volgende vragen: 1. Hoe geven cliënten met MVG uiting aan hun emoties? Noem er drie. 2. Geef van elke uitingsvorm een voorbeeld. 3. Wat kan er mis gaan in de vertaling van die emoties door hulpverleners?
.
Theoriebron Oorzaken en aanleidingen MVG <
Emoties en gevoelens
fb .v
Opdracht 9
1.
tie
2.
u' Ac
3.
Elk individu heeft de basisbehoefte om zich te hechten aan mensen. Een pasgeboren baby wordt niet voor niets gelijk op de ontblote borst van de moeder gelegd. Die eerste jaren zijn enorm belangrijk voor een gezonde hechting. Ook kan er in die eerste jaren zo veel mis gaan met alle gevolgen van dien.
er
Theoriebron Oorzaken en aanleidingen MVG <
Hechtingsproblematiek
ij
Opdracht 10
Ed
b. Bekijk het Filmpje ODD Gedragsproblemen in de klas en geef aan welke emoties je ziet. Passen de emoties van deze kinderen bij de situaties? Licht dit toe.
U
itg
ev
a. Bij adoptiekinderen is het een vaak voorkomend probleem, een verstoorde hechting. Hetzelfde geldt ook voor veel cliënten. Psychotherapeut en orthopedagoog Truus Bakker-van Zeil heeft een Bouwstenenmodel gemaakt. In dit model is te zien is hoe een gezonde hechting is opgebouwd en in welke leeftijdsfase dat normaal gesproken gebeurd. Maar ook wat daar tegenover staat. Dus welke problemen kunnen ontstaan als er iets misgaat.
16
Lees Theoriebron Oorzaken en aanleidingen MVG. Maak een omgekeerd Bouwstenenmodel. Teken de bouwstenen en geef daarin aan in welke ontwikkelingsfase welke problemen kunnen ontstaan. En zet daarbij welke begeleiding je hierbij als hulpverlener kunt bieden.
Aanleidingen en oorzaken MVG
b. Beantwoord de volgende vragen: • Hoe zou jij in je eigen woorden de definitie van hechting omschrijven?
.
Als je kijkt naar de bouwstenen van hechting, dan kan het in verschillende fasen misgaan. De meeste cliënten zullen zelfs niet alle bouwstenen ontwikkelen.
Website Kennisplein Gehandicaptenzorg <
Lichamelijke problemen
Ed
Opdracht 11
u' Ac
tie
fb .v
Als je naar de volgende personen kijkt, in welke fase zitten zij qua hechting? • Marleen heeft het syndroom van Rett (knik in het bestaan). Ze is nu negentien jaar en ze was anderhalf toen haar ontwikkeling stagneerde. Nu functioneert ze op het niveau van zes maanden. • Merel is ook 19 jaar, maar door haar moeder gelijk bij de geboorte afgestaan. Door alcoholgebruik van haar moeder tijdens de zwangerschap heeft Merel een hersenbeschadiging opgelopen, met gedragsproblemen tot gevolg. Sociaal-emotioneel functioneert ze als een twee- tot driejarige.
Wat is de oorzaak van het probleemgedrag? Wat is de aanleiding van die gedragsveranderingen? Het kan zijn dat er een lichamelijk probleem de oorzaak of de aanleiding is. Alleen: hoe kom je daarachter?
ij
Casus
U
itg
ev
er
Samantha is een jonge vrouw van 23 jaar met een licht verstandelijke beperking en een heel verleden van hulpverleners en hulpverleningsinstanties. Het leek erop dat de puberale hormonen een beetje uitgeraasd waren nu ze haar eigen appartement heeft in een begeleidwonenproject. Ze woont er al een jaar. Het ging heel goed tot een maand of drie geleden. Toen veranderde haar gedrag. Ze werd weer steeds afwijzender naar hulpverleners en ze begon ook vreemde eetgewoontes erop na te houden. Hendrick is ernstig verstandelijk beperkt. Sinds vijf dagen huilt hij veel. En dan met name bij verzorgingsmomenten. Ook eten weigert hij, terwijl hij eigenlijk alles lust. Cedric is een jong ventje van zes en het is niet heel professioneel, maar mijn collega's en ook ik vinden hem eigenlijk een ongeleid projectiel. Hij klautert overal op. Hij kan niet gewoon op de stoep wandelen. In ieder geval één been moet in het plantsoen, het liefst twee. En binnen hangt hij vooral in de gordijnen. Vanmorgen was het eigenlijk wel lekker rustig. Hij wilde zijn bed niet uit, maar hij had geen koorts en ook maakte hij niet echt een zieke indruk. Dus hup jongen, je bed uit. Douchen ging niet helemaal vanzelf, maar ik was allang blij dat ik niet net zo nat was als hij, wat normaal gesproken wel zo is.
17
Aanleidingen en oorzaken MVG
Opdracht 12
tie
fb .v
.
Bekijk de Samenvattingskaart multidisciplinaire richtlijn Signaleren lichamelijke problemen bij mensen met een verstandelijke beperking op de Website Kennisplein Gehandicaptenzorg. Gebruik de samenvattingskaart om de casussen te analyseren. Wat is er met de cliënten aan de hand? Welke signalen vallen jou op als hulpverlener en welke stappen ga je zetten?
Kijken naar gedrag
Casus Job
u' Ac
Geert Bettinger is trainer en coach van teams binnen zorg- en welzijnsinstellingen. Hij heeft het niet over moeilijk verstaanbaar gedrag, maar noemt het signaalgedrag. Het gedrag geeft namelijk een signaal af en het is zoeken naar de juiste vertaling. Maar belangrijk is om allereerst het signaal op te pakken.
er
ij
Ed
Job is een ernstig meervoudig beperkte man van 56 jaar. Hij woont al jaren in een instelling, waar de dagelijkse gang van zaken eigenlijk heel bekend en vertrouwd is. Elke morgen wordt hij om 7.00u wakker gemaakt en gelijk gedoucht. Hij schreeuwt vanaf het moment dat hij onder de douche zit en pas na het ontbijt wordt hij rustig. ‘Hij heeft gewoon een enorm ochtendhumeur’, zeggen zijn hulpverlener. Om 16.00u wordt er bij thuiskomst een bakkie koffie gedronken met alle groepsgenoten. Maar omdat het eten om 17.00u op tafel staat, is er geen koekje bij de koffie. Dat is niet zo nodig. In de huiskamer schreeuwt Job veel. Daarom wordt hij vaak naar zijn eigen kamer gebracht. Het is voor hem dan rustiger en aangenamer, toch?
U
itg
ev
a. Geef eerst antwoord op de volgende vragen: 1. Wat gebeurt er met jou als je het koud hebt? En wat doe je dan? 2. Wat voel je als je (lekkere) trek hebt? En wat doe je dan? 3. Wat doe je als je tegen een bepaalde situatie opziet? Hoe ga je daarmee om? 4. Wat gaat er door je heen in een verdrietige situatie? En hoe uit je dat? 5. Wat zeg je als je het niet eens bent met een bepaalde regel (op school of thuis)? En hoe loopt dat vervolgens af?
18
Aanleidingen en oorzaken MVG
1.
.
2.
fb .v
3.
4.
tie
5.
U
itg
ev
er
ij
Ed
u' Ac
b. Nu kun jij met de meeste emoties en gevoelens wel omgaan. Maar als je deze vragen zou stellen aan Job? Lees de casus en ga samen met een medestudent over Job in gesprek. Welk signaalgedrag zie je? Welke vragen zou je stellen? Wat zijn mogelijke antwoorden?
19
Betekenis en gevolgen van MVG
.
Betekenis en gevolgen van MVG
fb .v
Inleiding
Het is een zoektocht naar de betekenis van MVG. De gevolgen zijn duidelijker, maar daarmee ook gelijk de reden om te zoeken naar de betekenis!
Leerdoelen
er
ij
Ed
u' Ac
tie
Je kunt: â&#x20AC;˘ de betekenis van het moeilijk verstaanbaar gedrag benoemen â&#x20AC;˘ de gevolgen van het moeilijk verstaanbaar gedrag benoemen en wat het gedrag in stand houdt.
U
itg
ev
Wij begrijpen elkaar zonder woorden! (Mijn meisje en ik, AMK)
20
Betekenis en gevolgen van MVG
Theoriebron Oorzaken en aanleidingen MVG < Werkmodel IJsberg van McClelland <
Opdracht 14
.
fb .v
2.
3.
b. Lees Theoriebron Betekenis en gevolgen van MVG. Bekijk het Filmpje: Het beste voor Kees. Om gedrag en factoren die mee kunnen spelen in het probleemgedrag in kaart te brengen, wordt er gebruikgemaakt van het IJsbergmodel. Maak een zo compleet mogelijke ijsberg van Kees. Wat zie je (gedrag, boven de waterlijn)? En welke andere factoren kunnen meespelen onder de waterlijn (kennis, vaardigheden, houding/lichaam en persoonlijkheid). Gebruik hiervoor Werkmodel IJsberg van McClelland.
Op zoek naar de betekenis
In 1998 is er een documentaire gemaakt over de Kinderen van de Hondsberg. Zie het Filmpje Argos: Céline. Zij was één van de kinderen met ernstig probleemgedrag. Lees het onderdeel Kijken naar gedrag van Theoriebron Oorzaken en aanleidingen MVG .
er
Filmpje ARGOS: Céline <
1.
tie
Theoriebron Wat is moeilijk verstaanbaar gedrag? <
a. Lees Theoriebron Wat is moeilijk verstaanbaar gedrag en Theoriebron Oorzaken en aanleidingen MVG. Beantwoord de volgende vragen: 1. Wat vraagt 'vroegtijdig signalen herkennen' van de hulpverlener? 2. Wat is vaak een eerste signaal bij cliënten dat er iets speelt? Geef zes voorbeelden. 3. Wat speelt er vaak mee in het probleemgedrag?
u' Ac
Theoriebron Betekenis en gevolgen van MVG <
Hoe eerder je signalen herkent, hoe sneller je de oorzaak of aanleiding kunt zoeken. Hoe sneller je de cliënt kunt begeleiden aan de hand van zijn werkelijke vraag.
Ed
Filmpje Het beste voor Kees <
Vroegtijdig signalen herkennen
ij
Opdracht 13
a. Bekijk het filmpje van Céline. Observeer het gedrag van Céline. Beschrijf objectief het waarneembare gedrag. Wat zie je?
ev
Theoriebron Oorzaken en aanleidingen MVG <
U
itg
Filmpje ARGOS: Céline, dertien jaar later. <
21
Betekenis en gevolgen van MVG
b. Het is een trieste situatie. Het lijkt zelfs wel een beetje uitzichtloos. In het filmfragment worden er vijf kernhulpvragen geformuleerd over angst, relaties, geweten, overlevingsgedrag en stress.
tie
fb .v
.
Maak groepjes van vier. Formuleer bij iedere kernhulpvraag uit het filmpje twee hulpvragen voor Céline. Maar dan op een andere manier. Leg de nadruk op kwaliteit en waardigheid van leven.
Ed
u' Ac
c. In dertien jaar is er veel veranderd. Van een jong meisje is Céline geworden tot een jongvolwassen vrouw. Bekijk het filmpje ARGOS: Céline, dertien jaar later. • Kijk goed naar het gedrag van Céline en geef aan wat je ziet. • Welke veranderingen zie je in vergelijking met dertien jaar geleden? • Leg de hulpvragen die je geformuleerd hebt naast je observaties. Geef aan welke hulpvragen Céline nu nog zou kunnen hebben. Formuleer er minimaal twee.
Het gedrag heeft vaak enorme gevolgen voor de kwaliteit van leven van de cliënt. Uiteindelijk gaat het wel om zijn of haar leven. Het is goed om dat te beseffen en dat tot je door te laten dringen.
er
Theoriebron Betekenis en gevolgen van MVG <
De gevolgen van MVG
ij
Opdracht 15
U
itg
ev
Daarnaast heeft moeilijk verstaanbaar gedrag ook gevolgen voor de mensen om de cliënt heen. Het is voor ouders heel moeilijk om hun kind zo 'ongelukkig' te zien. Het is voor hulpverleners echt geen pretje als het bloed langs de tanden van de cliënt stroomt die weer in zijn arm bijt. Het is voor medecliënten niet fijn als een cliënt weer het conflict opzoekt tijdens het eten.
22
Betekenis en gevolgen van MVG
.
Lees Theoriebron Betekenis en gevolgen van MVG. Het is moeilijk om heel concreet aan te geven wat de gevolgen zijn van MVG. 1. Op welke drie gebieden kan MVG gevolgen hebben en geef bij elk gebied twee voorbeelden. 2. Niet altijd is een oorzaak van MVG weg te nemen. Wat houdt probleemgedrag in stand?
2.
Werkmodel Cirkel van 8 <
Hoezo andere vragen stellen, zul je misschien wel denken. Maar soms loop je bij de zoektocht naar de oorzaak of aanleiding vast en verandert er niets in de situatie. Dat is uiteindelijk ook niet de bedoeling.
tie
Theoriebron Betekenis en gevolgen van MVG <
Andere vragen stellen
Het kan dan nodig zijn om 'out of the box' te denken. De situatie vanuit een andere invalshoek te bekijken en andere vragen te stellen. Ook belangrijk hierbij is: hoe ga jij om met de probleemsituatie?
u' Ac
Opdracht 16
fb .v
1.
a. Lees onderdeel Andere vragen stellen van de theoriebron. Bedenk met een medestudent een casus over een cliënt met MVG. Welk probleemgedrag laat de cliënt zien. Wat is de oorzaak van dit probleemgedrag?
Ed
Je verdeelt de rollen cliënt en hulpverlener.
Vervolgens gaan jullie met een ander tweetal in gesprek. Zij weten niets van jullie casus. Maar aan de hand van het stellen van andere vragen aan jullie, gaan zij op zoek naar het probleemgedrag en de oorzaak ervan.
ij
Wissel de rollen om. Ga nu in op de casus van het andere tweetal.
b. Analyseer aan de hand van het Werkmodel Cirkel van 8 jouw eigen manier van reageren op probleemsituaties. • Hoe zou je reageren op het probleemgedrag, geschetst in je eigen casus? • Accepteer je de feiten snel of ben je meer geneigd om snel geïrriteerd te reageren? • Wat zegt de Cirkel van 8 jou persoonlijk? Wat leer jij over jezelf?
U
itg
ev
er
Bespreek je bevindingen over het stellen van de 'andere vragen'.
23
Begeleiden van MVG
Begeleiden van MVG
.
Inleiding
fb .v
Als situaties vastlopen, kunnen hulpverleners er vaak niet goed meer zijn voor de cliënt. De blik van hulpverleners raakt vaak vertroebeld, door de lastige situatie. De onmacht gaat gepaard met emoties. De methode Heijkoop zegt daarover: 'De situaties zijn misschien vastgelopen, maar niet de persoon!' En dat biedt perspectief voor de hulpverlener om met de cliënt verder te kunnen. Al zal er actie ondernomen moeten worden op de vastgelopen situatie.
tie
Leerdoelen
ev
er
ij
Ed
u' Ac
Je kunt: • verschillende begeleidingsmethoden voor moeilijk verstaanbaar gedrag beschrijven en toepassen • agressie hanteren en reguleren • aangeven wat je moet doen en laten in het begeleiden van cliënten met MVG • innovatieve oplossingen inzetten in het begeleiden van cliënten met MVG.
U
itg
Bedreiging en agressie
24
Begeleiden van MVG
Artikel Triple-C < Artikel Cirkel van de menselijke behoeften <
Cliënt - Coach - Competentie, oftewel drie keer C. Zo eenvoudig is het! Maar zo moeilijk kan het zijn. Het is namelijk niet altijd duidelijk wie de cliënt is en wat er in hem omgaat. Waar liggen zijn behoeften en waarom laat hij bepaald gedrag zien?
.
a. Lees Theoriebron Begeleidingsmethodieken MVG en beantwoord de volgende vragen: 1. Wat is de visie van Triple-C? 2. Wat biedt Triple-C niet en wat biedt Triple-C wel? 3. Er wordt niet gekeken naar probleemgedrag, maar waar wordt wel naar gekeken? 4. Waar richt Triple-C zich op? 5. Wat vraagt werken met Triple-C van hulpverleners?
fb .v
Theoriebron Begeleidingsmethodieken MVG <
Triple C
1.
tie
Opdracht 17
2.
u' Ac
3.
4.
Ed
5.
U
itg
ev
er
ij
b. Het Triple-C behandelhuis gaat uit van drie pijlers en drie doelen, namelijk onvoorwaardelijke ondersteuning (relatieopbouw), betekenisvolle daginvulling (competentieopbouw) en anders kijken naar probleemgedrag. • Maak een systematische tekening van het behandelhuis. Maak het behandelhuis compleet met uitleg van het fundament en de nok. • Het behandelhuis maakt gebruik van een bepaalde kleurverdeling die ook terugkomt in de Cirkel van de menselijke behoeften (Barret, 2000). Bekijk het in het Artikel Triple-C. Die kleuren corresponderen met elkaar. Leg in je eigen woorden de kleurverdeling uit: wat hoort bij elkaar en waarom?
•
Kies vervolgens één van de volgende gedragsproblemen. Gebruik het behandelhuis om aan te geven waar de behoefte zou kunnen liggen, welke pijler leidraad is en welk doel daarbij hoort. Licht je antwoord toe. Probleemgedrag: Verbale agressie, angst, aantrekken/afstoten van relaties, automutilatie, destructief gedrag.
25
Begeleiden van MVG
Radar is een methode om met agressie om te gaan. Lees Theoriebron Begeleidingsmethodieken MVG en beantwoord de volgende vragen: 1. Waar wordt de Radarmethode onder andere voor gebruikt? Waar moet je op letten bij het omgaan met agressie? Noem minimaal drie opties. 2. Welke aandachtspunten zijn er bij Controle en Fysieke beheersing?
.
Theoriebron Begeleidingsmethodieken MVG <
Agressie regulatie training (Radar)
fb .v
Opdracht 18
1.
Theoriebron Begeleidingsmethodieken MVG <
Verschillende begeleidingsmethodes
Er zijn veel verschillende methodieken om mensen met MVG te begeleiden. Al hebben de methodieken ook veel overeenkomsten. a. Vul het schema verder in. Visie
Het gewone leven ervaren
Specifieke doelgroep
Werkwijze
Begeleiding
Licht tot matig verstandelijke beperking
De cliĂŤnt succeservaringen op laten doen
Juiste vragen stellen, logisch nadenken en handvatten verzamelen
Ed
Triple-C
u' Ac
Opdracht 19
Ontdekkend kijken naar de cliĂŤnt in vastgelopen situaties
ij
Methode Heijkoop
Recht van iedereen op optimale ontplooiing van mogelijkheden
U
itg
ev
er
Methode Vlaskamp
26
tie
2.
Competentie Gericht Werken
Balans in draagkracht en draaglast
INVRA / Op eigen benen
Inzicht geven in eigen aanwezige competenties en vaardigheden
Begeleiden van MVG
Gedragsbeïnvloedende medicatie heeft zo zijn voordelen, maar ook zeker nadelen.
tie
Filmpje Minder medicijnen voor verstandelijk gehandicapten <
Medicatie
Bekijk het Filmpje Minder medicijnen voor verstandelijk gehandicapten. Geef aan wat de voor- en nadelen zijn van het wel en niet gebruiken van gedragsbeïnvloedende medicijnen bij cliënten met een verstandelijke beperking.
u' Ac
Opdracht 20
fb .v
.
b. Aan de hand van een methodiek begeleid je cliënten met MVG. Het geeft richting aan je handelen en het is doelgericht. Maar wat moet je vooral doen en wat moet je laten in het begeleiden van cliënten?
Wel medicijnen
Voordelen:
Voor elk probleem is er een oplossing. Soms is het een bestaande oplossing en soms moet het nog uitgevonden worden. Maar er is enorm veel mogelijk. Overigens zijn innovaties niet alleen producten, maar ook verbeteringen en veranderingen.
U
itg
ev
er
Artikel Binnen vijf minuten antwoord op een alledaagse vraag. <
Innovatie
ij
Opdracht 21
Ed
Nadelen:
Geen medicijnen
Voorbeeld van innovatie: een spraakcomputer.
27
Begeleiden van MVG
Binnen vijf minuten antwoord op een alledaagse vraag. Wie wil dat nu niet? Het is een voorbeeld van hedendaagse ontwikkelingen en innovatie. Lees het artikel op de Website van Klik.
.
Tip
fb .v
a. Ga op internet op zoek naar een innovatief product, een verbetering of verandering waar jij enthousiast van wordt en wat eigenlijk onmisbaar is (of goed bruikbaar, of gewoon leuk) voor de doelgroep cliënten met een verstandelijke beperking en MVG. Je krijgt vervolgens één minuut de tijd om jouw innovatie te promoten. Geef daarbij aan: • om welk probleem het gaat • wat de innovatie biedt • en waarom het innoverend is.
tie
Ook je medestudenten hebben een innovatie te promoten. Nadat iedereen is geweest gaan jullie stemmen welke innovatie het meest innoverend, het meest verrassend en het meest onmisbaar is.
U
itg
ev
er
ij
Ed
u' Ac
b. Lees het item over middelen en maatregelen in het artikel Binnen vijf minuten antwoord op een alledaagse vraag. Beoordeel de volgende situaties in tweetallen: • Een cliënt is heel boos en erg destructief. Samen met je collega besluit je om hem te separeren. • Een cliënt is zo ernstig aan het automutileren, dat het bloed uit beide armen stroomt. Je besluit om hem te fixeren om hem tot rust te brengen. • Een cliënt zit op zijn kamer te roken en alcohol te drinken, wat tegen de huisregels is. Op het moment dat jij aanklopt en hem erop wilt aanspreken, dreigt hij om een fles te gooien als je de deur opendoet. Je besluit om de deur niet open te doen en zelfs op slot te draaien, zodat de cliënt er ook niet meer uit kan. • Je bent samen met een cliënt met een ernstige verstandelijke beperking boodschappen aan het doen. Midden in de winkel laat hij opeens zijn broek zakken. Je hijst snel de broek omhoog en doet zijn riem achterstevoren, zodat hij die zelf niet meer los kan maken.
28
Overleggen, samenwerken en reflecteren
.
Overleggen, samenwerken en reflecteren
fb .v
Inleiding
u' Ac
Leerdoelen
Je kunt: • samenwerken met collega's en familie in het begeleiden van cliënten met MVG • je eigen grenzen aangeven en bespreekbaar maken • familieleden en betrokkenen uitleggen wat de oorzaak van het MVG van een cliënt is en welke betekenis het heeft.
Samenwerken
U
itg
ev
er
ij
Ed
Filmpje Bij deze mensen durft familie niet eens in de buurt te komen. <
tie
Dat de doelgroep cliënten met een verstandelijke beperking en moeilijk verstaanbaar gedrag een complexe doelgroep is, is inmiddels wel duidelijk. Dat het vraagt om kennis, vaardigheden, inzicht, logisch nadenken en motivatie van hulpverleners is ook duidelijk. Maar het vraagt ook om goede samenwerking, overleg en (zelf)reflectie. Het vraagt veel van hulpverleners en je krijgt er soms na een lange adem pas iets voor terug. Juist in het proces (ontrafelen, uitpluizen, afpellen), de visie (waardigheid van leven) en het vooruitzicht (kwaliteit van leven) zit de voldoening.
29
Overleggen, samenwerken en reflecteren
Als hulpverlener van cliënten met een verstandelijke beperking en gedragsproblemen moet je stevig in je schoenen staan. a. Lees Theoriebron Overleggen, samenwerking en reflectie bij MVG en beantwoord de volgende vragen: 1. Wat is er nodig voor een goede samenwerking? 2. Wat is er nodig voor goede communicatie?
.
Theoriebron Overleggen, samenwerking en reflectie bij MVG <
Stevig staan
fb .v
Opdracht 22
1.
tie
2.
Opdracht 23
Eigen grenzen
u' Ac
b. Nu in de praktijk. Hoe goed ben jij in samenwerking en goede communicatie? Reflecteer met een medestudent en geef aan waar je sterke kanten liggen, maar ook waar je nog leerpunten hebt.
Ed
Waar liggen eigenlijk dé grenzen. Zijn er wel vastomlijnde grenzen? Of is er ook nog iets van een grijs gebied rond grenzen? Mag de hulpverlener dit zelf bepalen?
U
itg
ev
er
ij
Lees de volgende stellingen en bepaal of je het ermee eens of oneens bent. Geef per stelling minstens één argument, waarom je het eens of oneens bent. • Als je het niet eens bent met een begeleidingsafspraak, mag je naar eigen inzicht handelen. • Als een collega een duidelijke klik heeft met een cliënt en jij niet, dan doe jij iets niet goed. • Als een cliënt dreigt om met een boterhammes zich te snijden, dan moet je haar fixeren. • Om de band tussen hulpverleners en ouders te versterken, mag je elkaar toevoegen op Facebook. • De werkgever mag van jou dingen vragen die over je eigen grenzen gaan.
30
Overleggen, samenwerken en reflecteren
Filmpje Ouders willen Kubo (13) met Down weer naar gewone school. <
Samen mogen zorgen voor iemands kind is iets heel bijzonders. Je maakt deel uit van iemands leven. Dat betekent ook dat als ouders jou de zorg voor hun kind toevertrouwen, ze jou het vertrouwen geven.
.
Lees Theoriebron Overleggen, samenwerking en reflectie bij MVG. Bekijk het Filmpje Ouders willen Kubo (13) met Down weer naar gewone school. Beantwoord de volgende vragen: 1. Wat is misschien wel het belangrijkste in het contact met ouders van cliĂŤnten? 2. Hoe houd je de relatie met ouders in balans? 3. Hoe zou je jouw rol als hulpverlener in de driehoek kunnen omschrijven? 4. Stel je voor dat jij de ambulante hulpverlener bent van Kubo. Wat zou je doen als hulpverlener?
fb .v
Theoriebron Overleggen, samenwerking en reflectie bij MVG <
Omgaan met familie
1.
tie
Opdracht 24
u' Ac
2.
3.
U
itg
ev
er
ij
Ed
4.
31
Inleiding 'I wish they would only take me as I am' - Vincent van Gogh
fb .v
Theoriebron Wat is moeilijk verstaanbaar gedrag?
.
Theoriebron Wat is moeilijk verstaanbaar gedrag?
er
ij
Ed
u' Ac
tie
Moeilijk verstaanbaar gedrag, gedragsproblemen of probleemgedrag, onbegrepen gedrag of signaalgedrag. Het gaat om gedrag waardoor iemand niet gelukkig is. Dat kan van alles zijn en dat kan door verschillende oorzaken komen. Maar wat is nu 'moeilijk verstaanbaar gedrag'?
Waarom huil je?
ev
Van duivelskind tot signaalgedrag
U
itg
Moeilijk verstaanbaar gedrag is iets van alle tijden. Maar gelukkig is er wel een positieve ontwikkeling gaande. Waar er vroeger werd gesproken over duivelskinderen, wordt nu gesproken over moeilijk verstaanbaar of onbegrepen gedrag. Van 1500 na Chr. tot 1900 na Chr. wordt er gesproken over duivelskinderen. Dit gaat bijvoorbeeld om kinderen die schreeuwen of zichzelf slaan. Maar ook om kinderen die niet kunnen praten of je niet aankijken. Ze worden verstopt in het bos en de mensen zijn bang dat ze ziektes bij zich dragen of epidemieĂŤn veroorzaken. Van 1900 tot 1945 worden deze mensen gezien als bedreiging voor de mensheid als zij zich zouden voortplanten. Deze mensen worden daarom veelal gesteriliseerd of vermoord. Van 1945 tot 1955 verandert het beeld en wordt gedacht dat mensen met moeilijk verstaanbaar gedrag een 'defect' hebben. Heel veel medicatie wordt toegediend of ze ondergaan een hersenoperatie.
32
Theoriebron Wat is moeilijk verstaanbaar gedrag?
Vanaf 1955 wordt er verondersteld dat een 'verkeerd leereffect' in de opvoeding of een 'misgelopen' ontwikkeling de oorzaak is van het onbegrepen gedrag.
fb .v
Moeilijk verstaanbaar gedrag uitgelegd
.
Pas vanaf 1995 is het gedachtegoed dat het gaat om een vorm van communicatie, waarbij de cliënt iets duidelijk probeert te maken.
Moeilijk verstaanbaar gedrag is gedrag dat niet gelijk begrepen wordt. Het gedrag is onverwacht. Soms zijn mensen agressief naar zichzelf, naar anderen of destructief op materiaal.
tie
Met dit gedrag probeert iemand duidelijk te maken dat er iets niet klopt. Het is alleen een zoektocht naar de betekenis van dát iets.Het kan zijn dat de cliënt iets anders wil, dan hij krijgt. Het kan ook onmacht zijn, dat hij niet begrepen wordt. Soms is het gedrag een uiting van een gevoel van ontevredenheid over de manier waarop het leven van de cliënt verloopt.
u' Ac
Er kunnen ook onderliggende oorzaken zijn die tot uiting komen in onbegrepen gedrag, zoals angst, pijn of een verstoorde prikkelverwerking. Het is moeilijk om een exacte definitie te geven van moeilijk verstaanbaar gedrag, omdat er veel verschillende vormen, uitingen en oorzaken zijn bij deze vastgelopen mensen.
Ed
Vakjargon
Er worden veel termen gebruikt in de zorg rondom cliënten met probleemgedrag. Een verstoorde sensorische integratie (SI) betekent dat prikkels van buiten en de prikkels van binnenuit niet op elkaar afgestemd zijn.
Bij besef van decorum gaat het om de buitenkant, om het besef van uiterlijke waardigheid of gewoon gezegd om fatsoensnormen. Een ernstig meervoudig beperkte cliënt (EMB) weet niet waarom hij niet de hele dag met zijn hand in zijn broek mag zitten, hij heeft geen besef van decorum. Een licht verstandelijk beperkte cliënt (LVB) weet best wel dat het niet fatsoenlijk is, maar kan het bijvoorbeeld doen om te provoceren.
U
itg
ev
er
ij
Bij beperkte zelfregulatie ontbreekt de innerlijke 'rem', iemand kan zijn eigen gedachten en acties niet beheersen en sturen. Dat is het geval bij destructief gedrag. Iemand heeft dan de drang om dingen kapot te maken en kan zichzelf niet beheersen. Dat is ook het geval bij grensoverschrijdend gedrag. Bij grensoverschrijdend gedrag gaat het om elke vorm van bedreiging of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard tussen twee of meer personen, met letsel of dreiging daarvan.
33
Theoriebron Wat is moeilijk verstaanbaar gedrag?
Nog meer termen
fb .v
.
Met automutilatie wordt het herhaaldelijk verwonden van het eigen lichaam bedoeld. Dat kan op verschillende manieren, zoals krabben, bijten, snijden en branden. Ook pica is een vorm van automutilatie en een eetstoornis, waarbij een cliënt oneetbare dingen eet. Dit komt veel voor bij mensen met een verstandelijke beperking, zoals het eten van peuken, zand/stenen of ontlasting. Rumineren zie je met name bij matig tot ernstig verstandelijk gehandicapten. Rumineren is het ophalen van eten (herkauwen). Tijdens het rumineren komt er maagzuur in de slokdarm van de cliënt. Dit is slecht voor de slokdarm, waardoor er vaak een maagbeschermer (medicatie) wordt gegeven. Bij cliënten met een verstandelijke beperking is er vaak sprake van comorbiditeit. Dit betekent het hebben van twee of meerdere stoornissen tegelijk, zoals autisme en AD(H)D, depressie of angststoornissen.
tie
Mate van verstandelijke beperking
u' Ac
Globaal wordt de mate van de verstandelijke beperking ingedeeld naar IQ: • IQ van 50-70: licht verstandelijke beperking (LVB) • IQ van 35-50: matig verstandelijke beperking • IQ van 20-35: ernstig verstandelijke beperking • IQ < 20: zeer ernstig (meervoudig) verstandelijke beperking (EMB).
Ook bijkomende factoren spelen een rol bij het bepalen van het niveau, zoals sociale en praktische vaardigheden als motoriek en spraakontwikkeling.
Ed
Bij cliënten met een verstandelijke beperking is er vaak sprake van een disharmonisch profiel. Een cliënt met een LVB heeft bijvoorbeeld een IQ van 65 (kunnen), maar sociaal-emotioneel functioneert hij op de leeftijd van een tweejarige (aankunnen). Er zit verschil in het kunnen en aankunnen van de cliënt. De kans op overvraging is dan groot, met mogelijk probleemgedrag tot gevolg.
er
ij
Naast overvraging is ook ondervraging een risico. Als een cliënt ondervraagt wordt kan hij zich bijvoorbeeld vervelen en ongewenst gedrag vertonen. Het is zoeken naar de balans in kunnen en aankunnen.
U
itg
ev
MVG bij verschillende niveaus
34
Moeilijk verstaanbaar gedrag komt voor binnen alle niveaus. Er zijn overeenkomsten in de uitingen, maar ook verschillen. Het hangt af van de bijkomende problematiek hoe het MVG naar buiten komt, maar ook is het per persoon verschillend. Een cliënt met LVB die agressief gedrag vertoont, kan een hulpverlener fysiek in de haren vliegen, maar ook manipuleren of gooien met meubilair. Een EMB-cliënt met bijkomende lichamelijke beperkingen, zoals verlamming of spasme, kan gewoon niet gooien met spullen. Bij automutilatie zie je ook verschillen. Iemand met LVB zal eerder zichzelf snijden dan bijten. En iemand met EMB zal eerder bonken of bijten dan snijden.
Theoriebron Wat is moeilijk verstaanbaar gedrag?
Grensoverschrijdend gedrag
u' Ac
Wat zie je bij MVG?
tie
fb .v
.
Er zijn verschillende vormen van grensoverschrijdend gedrag. 1. verwaarlozen en onthouden van zorg; een cliënt onthouden van medicatie en geen adequate voeding geven, slechte hygiëne 2. psychisch grensoverschrijdend gedrag; pesten, verbaal geweld, manipulatief gedrag, buitensluiten, bovenmatige controle uitoefenen 3. fysiek grensoverschrijdend gedrag; lichamelijke mishandeling, agressie, schoppen, slaan, bijten, haren trekken, bewust of onbewust eten/drinken van oneetbare dingen (pica) 4. seksuele grensoverschrijdingen; ongewenste aanrakingen, onnodige ontkleding, anderen betrekken bij seksuele handelingen zonder toestemming, aanranding en verkrachting 5. discriminatie; ongelijkwaardige behandeling op basis van beperking, afkomst, sekse, seksuele voorkeur of religie 6. schending van rechten; overtreden van gemaakte afspraken, maar ook vrijheidsbeperkende maatregelen vallen hieronder 7. materiële en financiële uitbuiting of vernieling; diefstal, destructie, verkopen of gebruiken van andermans eigendommen zonder toestemming.
Probleemgedrag komt op veel verschillende manieren tot uiting. Veel voorkomende gedragingen zijn agressie, automutilatie en stereotype gedragingen. Met name agressie en automutilatie hebben naast de impact op de cliënt ook een grote impact op hulpverleners.
Ed
Wat wordt er onder agressie, automutilatie en stereotype gedrag verstaan? Agressie: Fysieke en verbale agressie komt veel voor bij licht en matig verstandelijk beperkte cliënten met MVG. Dat gaat van schelden, tot dreigen, tot fysiek geweld met allerlei risico's voor de cliënt, voor andere cliënten en voor hulpverleners.
er
ij
Automutilatie: Zelfverwonding, variërend van relatief onschuldig tot zeer ernstig. Het gaat bijvoorbeeld om zichzelf slaan, zichzelf bijten, in de eigen ogen prikken of zichzelf snijden met scherpe voorwerpen. Er kunnen veel oorzaken aan ten grondslag liggen. Behandeling en begeleiding van cliënten met automutilatie is een ingewikkeld proces.
U
itg
ev
Stereotype gedrag: het gaat om een dwangmatige steeds herhaalde beweging die op het eerste gezicht geen direct doel heeft. Het werkt 'verslavend', want er worden endorfines aangemaakt. Oorzaak kan verveling, stress of ongemak zijn. Wiegen en fladderen zijn bekende stereotype gedragingen. Herhaalgedrag hoeft overigens niet schadelijk te zijn, het kan ook voldoen aan sterke behoeftes. Bijvoorbeeld om spanning draaglijk maken, verveling en leegte op te vullen, zichzelf lustvol te stimuleren, positieve/negatieve emoties uit te drukken, contact te maken of anderen te beïnvloeden.
35
Theoriebron Oorzaken en aanleidingen MVG
.
Theoriebron Oorzaken en aanleidingen MVG
fb .v
Inleiding
tie
Angst is één van de grootste oorzaken van moeilijk verstaanbaar gedrag bij cliënten met een verstandelijke beperking. Vragen hierbij zijn: Waar komt de angst vandaan? Waar is een cliënt zo angstig voor? Het is zoeken naar de oorzaak. Het is laagje voor laagje afpellen en het is van lieverlee de puzzel ontrafelen om duidelijkheid te krijgen waar het moeilijk verstaanbaar gedrag vandaan komt.
Prikkelverwerking (Sensorische Integratie)
u' Ac
Mensen met een verstandelijke beperking hebben vaak een andere manier van het verwerken van prikkels. De prikkels kun je onderscheiden in: • prikkels uit de omgeving (zintuigen): ruiken, voelen, horen, zien en proeven • prikkels uit het eigen lijf: evenwicht, spierspanning en gewrichtsgevoel • prikkels van de organen: longen, blaas, spijsverteringskanaal, bloedvaten.
Ed
Voorbeelden van verstoorde prikkelverwerking zijn: • snel afgeleid door geluiden • gevoelig voor bepaalde geluiden • gevoelig voor aanraken • lange verwerkingstijd van informatie • moeite met evenwicht en houterige motoriek.
ev
er
ij
Veel moeilijk verstaanbaar gedrag heeft te maken met het verwerken van prikkels. Van mensen met niet-aangeboren hersenletsel is bekend dat hun kortetermijngeheugen vaak is beschadigd. Bij hen is het nodig om regelmatig dingen te herhalen. Bij EMB-cliënten kan het zijn dat ze gevoelig zijn voor aanrakingen. Dat kan betekenen dat ze heel voorzichtig willen worden aangeraakt. Maar het kan ook betekenen dat ze liever stevig worden aangeraakt. Door af te stemmen op de prikkelverwerking van de cliënt en de juiste voorwaarden te bieden, kun je probleemgedrag voorkomen of beperken.
U
itg
AD(H)D
36
Bij mensen met AD(H)D werken de hersenen ook anders in het verwerken van prikkels. Ze missen een soort filter om belangrijke en onbelangrijke prikkels te scheiden. Hierdoor komen alle prikkels direct bij hen binnen. Ze horen jou wel als je tegen ze praat, maar ze horen ook een rijdende auto, een vliegtuig in de lucht. Ook zien ze nog iemand lopen en ruiken een mandarijntje, die iemand in de buurt schilt. Het kost mensen met AD(H)D veel extra energie om zich te concentreren en onbelangrijke prikkels te negeren.
Theoriebron Oorzaken en aanleidingen MVG
Emoties en gevoelens
fb .v
.
Cliënten met AD(H)D hebben verschillende aandachtsproblemen: • Probleem met focussen, het is moeilijk om aan een taak te beginnen. • Probleem met selecteren van belangrijke prikkels, wat is belangrijk en wat is onbelangrijk? • Probleem met vasthouden van concentratie, moeite om weerstand te bieden aan afleidende prikkels. • Probleem met informatieverwerking, met name bij cliënten met ADD (aandachtsstoornis). ADD is een vorm van ADHD. Bij deze cliënten gaat de informatieverwerking langzamer, waardoor onbelangrijke prikkels erg afleiden. • Probleem met switchen, moeite om van de ene taak over te gaan naar een volgende.
tie
Nog meer dan anderen worden de meeste mensen met een verstandelijke beperking en MVG overspoeld door emoties. Ze begrijpen hun eigen emoties niet. Laat staan dat het voor hulpverleners altijd begrijpelijk is. Daarnaast uiten deze cliënten hun emoties en gevoelens op een andere manier dan wij gewend zijn.
Tip
Ed
u' Ac
Wat is er anders? • De reactie is veel extremer. Ze kunnen bijvoorbeeld ontploffen bij een kleinigheidje of heel hard lachen om iets onbenulligs. • De stemmingswisselingen zijn extreem. Ze kunnen van enorme woede in één zucht omdraaien naar een lachbui. Het voelt dan bijna alsof de boosheid niet echt was, maar die was wel echt en werd diep gevoeld. • De emoties hebben veel vaker een negatieve lading. Met het complexe en moeilijke leven is dat ook wel te verklaren. De negatieve emoties worden niet door hun beperking veroorzaakt, maar door het feit dat de wereld niet is ingericht op hun beperking. De Vlaamse gezinstherapeut Peter Vermeulen heeft een interessant boek geschreven over emoties en autisme: Een gesloten boek, autisme en emoties.
ij
Hechtingsproblematiek
ev
er
Vanaf het allereerste begin van het leven wordt de blauwdruk voor hechting al aangelegd. En de eerste twee jaar zijn daarbij misschien wel het belangrijkst. Bij veel cliënten met een verstandelijke beperking verloopt het hechtingsproces van jongs af aan vaak verstoord, door de beperking of verstoorde prikkelverwerking.
U
itg
De definitie van gehechtheid is (John Bowlby, 1907-1990): De neiging om de nabijheid te zoeken van een specifiek persoon met name bij angst, vermoeidheid of ziekte. Hechting gaat dus om een affectieve band die een buffer is voor stress en een voorwaarde voor exploratie van nieuwe situaties. Een gezonde hechting is opgebouwd uit verschillende bouwstenen. Het bouwstenenmodel is ontwikkeld door Truus Bakker (zie afbeelding). In de linkerkant van de piramide wordt een gezonde hechting binnen elke leeftijdsfase beschreven en welke facetten daarbij horen. Elke goede ontwikkeling van een eerdere bouwsteen is een stevige basis voor de volgende bouwsteen. Als er verstoringen optreden, heeft dat invloed op die bouwsteen en de daaropvolgende. Aan de rechterkant van de piramide staan de aandachtspunten voor hulpverleners. Elke fase vraagt een specifieke benadering.
37
u' Ac
tie
fb .v
.
Theoriebron Oorzaken en aanleidingen MVG
Tip
Ed
Het Bouwstenenmodel, ontwikkeld door Truus Bakker-van Zeil.
Kijk voor meer informatie over het bouwstenenmodel op de Website van Samen Zelf, mensen met een beperking beter begeleiden.
ij
Website Samen Zelf - Bouwstenenmodel
er
Lichamelijke problemen
U
itg
ev
Bij cliënten met een verstandelijke beperking en moeilijk verstaanbaar gedrag is het belangrijk om lichamelijke problemen uit te sluiten als oorzaak van het gedrag. Lichamelijke klachten worden niet altijd op tijd gesignaleerd of herkend. En cliënten kunnen het niet altijd uiten. Het is belangrijk om als hulpverlener alert te zijn op signalen van lichamelijke klachten.
38
Er zijn vier soorten signalen voor het herkennen van lichamelijke problemen: 1. Alarmsignalen Direct actie ondernemen. Bijvoorbeeld als iemand plotseling blauw aanloopt. 2. Niet-pluisgevoel Serieus nemen en onderzoeken. Bijvoorbeeld als de cliënt een niet-fitte indruk maakt, maar je niet weet wat er aan de hand is. Of bij verandering in alertheid of bij verandering in manier van doen. 3. Veranderingen in gedrag Dit kan wijzen op lichamelijk ongemak. Soms is verandering in gedrag het enige dat je waarneemt bij een cliënt. 4. Specifieke signalen van lichamelijke problemen Concrete signalen, zoals diarree of bloed bij de urine.
Theoriebron Oorzaken en aanleidingen MVG
Tip
Op de website van Kennisplein gehandicaptenzorg is een multidisciplinaire richtlijn te downloaden: Signaleren lichamelijke problemen bij verstandelijke beperking.
Kijken naar gedrag
fb .v
.
Multidisciplinaire richtlijn Signaleren lichamelijke problemen bij verstandelijke beperking.
tie
Geert Bettinger schreef het boek Door stil te staan, kom je verder. Hij begint de zoektocht naar de bron van moeilijk verstaanbaar gedrag met twee vragen: • Wat is de ideale hulpverlener? • Wat is de ideale cliënt?
u' Ac
De ideale hulpverlener en cliënt bestaan misschien niet, maar het ideale plaatje wel. Een ideale hulpverlener begrijpt het gedrag van cliënten, kan goed observeren en aansluiten bij iemands stemming. De ideale cliënt kan gezonde relaties aangaan met hulpverleners, kan zich goed uiten en vliegt je niet in de haren. Cliënten geven vaak een signaal met hun gedrag: slaan, schoppen, gillen, dreigen, bevriezen of automutileren. De hulpverlener reageert hier vaak op door het gedrag te stoppen, maar niet op zoek te gaan naar het signaal erachter. Een valkuil is dat het gedrag van cliënten 'gewoon' is, dat het hoort bij die persoon.
U
itg
ev
er
ij
Ed
Veel moeilijk verstaanbaar gedrag heeft te maken met een andere manier van het verwerken van prikkels. In plaats van gedrag te verbieden, moet je zoeken naar welke prikkels iemand hinderen of juist helpen.
39
Theoriebron Betekenis en gevolgen van MVG
.
Theoriebron Betekenis en gevolgen van MVG
fb .v
Inleiding
er
ij
Ed
u' Ac
tie
Iedereen doet weleens moeilijk. Peuters kunnen heel goed dreinen en drammen. En er zijn vrouwen die erg veel last hebben van premenstrueel syndroom. Niet altijd wordt dat even goed begrepen. Maar dat heeft niet gelijk gevolgen voor het functioneren van de peuter na de boze bui of voor de vrouw na haar periode. Als moeilijk verstaanbaar gedrag niet begrepen wordt, dan heeft dat zeker betekenis en gevolgen voor de persoon.
Dreinen en drammen kan behoorlijk lastig zijn.
U
itg
ev
Herkennen van signalen
40
Vaak wordt er gezegd: Je moet een cliĂŤnt eerst goed kennen om probleemgedrag te herkennen. Dit klinkt heel logisch. Maar iemand met een frisse blik kijkt onbevangen. Die vindt niet-gewone gedragingen ook niet gewoon. Het is nodig om te weten waarom 'iemand de dingen doet die hij doet. En misschien niet wil of juist niet doet, wat hij wel graag zou willen'.
Theoriebron Betekenis en gevolgen van MVG
IJsbergmodel
Ed
u' Ac
tie
fb .v
.
De IJsberg van McClelland is een goed hulpmiddel om het (probleem)gedrag en bijkomende factoren van een cliënt in kaart te brengen. Boven de waterlijn wordt het zichtbare gedrag van de cliënt beschreven, wat de cliënt doet (objectief) en laat zien. Het grootste deel van de ijsberg bevindt zich onder de waterlijn. Dit bestaat uit alles wat niet zichtbaar is bij de cliënt: wat voelt de cliënt, wat ervaart of denkt hij? Maar ook de beperkingen van de cliënt, fysieke pijn, verstoorde sensorische integratie en persoonskenmerken. Onder de waterlijn gaat het om kennis, vaardigheden, houding/lichaam en persoonlijkheid. Dit 'onzichtbare' heeft invloed op het gedrag van de cliënt.
De IJsberg van McClelland.
Betekenis van gedrag
er
Website Be-responsible <
Op de Website Be-responsible is een voorbeeld van een ingevulde ijsberg te bekijken.
ij
Tip
U
itg
ev
Om betekenis te kunnen geven aan moeilijk verstaanbaar gedrag van cliënten met een verstandelijke beperking, moet je een aantal zaken in je achterhoofd houden, namelijk: • Observeer de cliënt en wat zijn eigen manier is van het uiten van emoties en gevoelens. Wat wil de cliënt zeggen met zijn gedrag? Beschrijf dat. • Accepteer de eigen manier van beleving van een cliënt. • Beschouw probleemgedrag als indicatie voor stress en onderzoek hoe je de stress kunt verminderen. • Boosheid is een reactie, een uiting, op een situatie die een cliënt niet begrijpt. • Laat je eigen emoties geen rol spelen in het betekenis geven aan het gedrag, dus wees affectief-neutraal. • Maak het probleemgedrag van een cliënt niet persoonlijk. Het is niet bedoeld om je te pesten, hooguit om je te testen. • Vraag naar de feitelijke gebeurtenissen in plaats van naar emoties. Dus niet: Waarom ben je boos? Maar: Wat is er gebeurd? • Veel gedrag komt voort uit frustratie. Cliënten hebben er vaak meer aan om hun behoeften te kunnen uiten, dan hun emoties te uiten.
41
Theoriebron Betekenis en gevolgen van MVG
•
U
itg
ev
er
ij
Ed
u' Ac
tie
fb .v
.
•
Pas overlevingsstrategieën van de cliënt toe op praktische dingen, zoals het aanleren van sociale vaardigheden. Geef de cliënt een goed gevoel door het leven voor hem iets makkelijker te maken. Het gaat om jouw houding als hulpverlener naar de cliënt toe. Wees begripvol naar de cliënt en laat weten dat je het MVG lastig vindt, maar de cliënt waardeert.
42
Theoriebron Begeleidingsmethodieken MVG
fb .v
.
Theoriebron Begeleidingsmethodieken MVG Inleiding
ev
er
ij
Ed
u' Ac
tie
Hulpverleners, behandelaars en ook managers staan regelmatig met de handen in het haar, omdat ze niet goed meer weten hoe ze een cliënt met moeilijk verstaanbaar gedrag kunnen helpen. Het is geen schande om met een cliënt vastte lopen. Het wordt wel een schande als je de andere kant opkijkt of er niets mee doet. Maar besef in ieder geval dat het anders moet, ook al heb je de oplossing niet. Zorg voor een visie op menswaardigheid.
U
itg
Het Triple-C Behandelhuis.
Triple-C 'Het gewone leven ervaren' - dat is de visie van Triple-C. Deze visie is samengevat in het Triple-C behandelhuis. Triple-C biedt geen pasklare antwoorden, maar daagt uit om zelf antwoorden te bedenken. Dit kun je doen door het stellen van de juiste vragen, logisch na te denken en handvatten te verzamelen. Triple-C staat voor de Cliënt. Daar is het om te doen. De hulpverlener is de Coach en samen werk je aan de Competenties van de cliënt om het gewone leven te kunnen ervaren. Het Triple-C behandelhuis bestaat uit verschillende bouwstenen. Het huis is onder te verdelen in het fundament, pijlers, doelen en het perspectief. Deze bouwstenen zijn onder te verdelen in vier Het huis is opgebouwd uit een fundament, pijlers, doelen en een perspectief.
43
Theoriebron Begeleidingsmethodieken MVG
Fundament
fb .v
.
Het fundament is de basis van het huis. Deze basis bestaat uit de menselijke behoeftes. Begeleiding en behandeling is volledig gericht op het beantwoorden en vervullen van de menselijke behoeften, zowel fysieke (overleven: stabiliteit en veiligheid), emotionele (relaties en eigenwaarde), mentale (bewust kiezen) als zingevende behoeften (dienstbaarheid, onderscheiden, zin en betekenis).
Pijlers
Ontdekkend kijken
tie
Een onvoorwaardelijke ondersteuningsrelatie wordt vormgegeven door de pijlers. Een betekenisvolle daginvulling wordt aangeboden. Er wordt anders gekeken naar probleemgedrag. Het gaat om het opdoen van succeservaringen, een groeiend vertrouwen, minder stress. En dit zorgt ervoor dat het probleemgedrag afneemt.
u' Ac
De methode Heijkoop, van Jacques Heijkoop, is gericht op het kijken naar de cliënt in vastgelopen situaties. Met daarbij de nadruk op vastgelopen situaties. De persoon is niet vastgelopen, maar de blik op de persoon is vertroebeld geraakt. Het gaat om het versterken van het zelfvertrouwen van hulpverleners en de cliënt, door: • aan te sluiten bij wat er is (capaciteiten in het team, bij de cliënt) • sámen op weg te gaan • de betrokkenheid en inbreng van cliënt en alle hulpverleners en familie om hem heen.
Ed
Ontdekkend kijken is een objectieve manier van kijken. Het gaat niet om de emoties die jij ervaart, maar om goed te zien wat er gebeurt. Met dat als uitgangspunt wordt er gekeken naar mogelijke oorzaken. Het perspectief voor de cliënt bij de toepassing van deze methode is: een toename van zelfvertrouwen en eigenwaarde.
ev
er
ij
De methode Heijkoop bestaat uit een aantal instrumenten om hulpverleners te helpen bewust te worden van de mogelijkheden van de cliënt en hun begeleidingskwaliteiten te ontwikkelen, door: • ontdekkend kijken naar videobeelden van een cliënt, waarbij je de 'eigen wijze' van de cliënt in kaart brengt. • videotraining, ontdekkend zien van je begeleidingskwaliteiten • een functioneringsprofiel, om in te zien hoe je de cliënt inschat (over- en onderschatten).
U
itg
Anders kijken
44
De top van de ijsberg steekt boven het wateroppervlak uit, het probleemgedrag is zichtbaar gedrag. En het liefst wordt daar zo snel mogelijk op ingespeeld door protocollen, medicatie, fixatie of separatie. Daarmee ligt de nadruk op het probleemgedrag. Het is eigenlijk symptoombestrijding, het controleren en beheersen van het probleem. Maar wat is nu de werkelijke oorzaak? Triple-C richt zich op die onderliggende, onvervulde menselijke behoefte. Deze behoeftes worden aangevuld, waardoor het leven weer gewoon wordt. Of in elk geval: zo gewoon mogelijk.
Theoriebron Begeleidingsmethodieken MVG
Doelen en perspectief
fb .v
.
Vanuit het Triple-C behandelhuis zijn er vanuit het fundament en de pijlers drie doelen geformuleerd: • relatieopbouw door sensitief en responsief aan te sluiten bij het ontwikkelingsniveau • competentieopbouw door middel van herkenbare en voorspelbare dagelijkse activiteiten • doorbreken van ineffectieve actie-reactiepatronen bij probleemgedrag.
De onvoorwaardelijke ondersteuning komt tegemoet aan erkenning en waardering. Met als doel dat elk mens de regie en invloed op zijn eigen leven heeft. Voor hulpverleners die al lang in de zorg werken kan deze andere manier van benaderen van cliënten een behoorlijke omslag zijn. Het is durven loslaten en anders leren kijken. Het vraagt om 'gewoon om te gaan met mensen die anders zijn'.
u' Ac
Radarmethode
tie
Het perspectief voor een cliënt met moeilijk verstaanbaar gedrag is dat een menswaardige omgeving uitnodigt tot menselijk gedrag: het gewone leven ervaren.
Agressie regulatie training (ART) volgens Radar, is een training voor het omgaan met agressie en geweld. Radar staat voor Registratie Agressie Diagnostiek Analyse Risico's.
Ed
De Radarmethode wordt onder andere gebruikt voor preventie van agressie en geweld. Hoe je moet handelen in verschillende ongewenste situaties en professionele collegiale opvang na ernstige incidenten.
er
ij
Een onderdeel van de Radarmethode is Controle en Fysieke Beheersing (CFB). Aandachtspunten daarbij zijn: • je eigen houding en eigen angst/onmacht in agressief gewelddadige situaties. • persoonlijke veiligheidstechnieken om veilig weg te komen uit bedreigende situaties • efficiënt en professioneel fysiek met collega's samenwerken • vanuit de fysieke samenwerking leren communiceren in bedreigende situaties met cliënten.
Andere methodieken
U
itg
ev
Andere methodieken die gebruikt worden in de hulpverlening van cliënten met een verstandelijke beperking en gedragsproblemen zijn: Methodiek Vlaskamp: Deze methode is speciaal ontwikkeld voor mensen met een (zeer) ernstig verstandelijke beperking ontwikkeld. Het uitgangspunt is dat iedereen recht heeft op optimale ontplooiing van mogelijkheden. De werkwijze is vastgelegd in een individueel ondersteuningsprogramma, waarin doelgericht, navolgbaar en systematisch handelen een voorwaarde is. INVRA/Op eigen benen: Deze leermethode is met name geschikt voor LVB-doelgroep (jeugdigen/jongeren). De methode is gericht op de sterke kanten van de cliënt. De cliënt wordt inzicht gegeven in zijn eigen aanwezige competenties. Ook worden hem vaardigheden aangeleerd. Het vraagt van de hulpverlener om een stap terug te doen en de cliënt ruimte te bieden om zelf na te denken over een aanpak van een taak of de oplossing voor een probleem. Door de cliënt meer invloed op zijn eigen leven te laten krijgen, wordt de kans op probleemgedrag verkleind.
45
Theoriebron Begeleidingsmethodieken MVG
U
itg
ev
er
ij
Ed
u' Ac
tie
fb .v
.
Competentie Gericht Werken: Deze methode is gericht op het aanleren van concrete vaardigheden aan een cliĂŤnt, die in het leven van alledag noodzakelijk zijn rondom zelfredzaamheid en sociaal functioneren. De balans tussen draagkracht en draaglast staat daarbij centraal. Door de nadruk op de competenties te leggen, krijgt de cliĂŤnt de verantwoordelijkheid over zijn eigen leven.
46
Theoriebron Begeleiding bij MVG
.
Theoriebron Begeleiding bij MVG
fb .v
Inleiding
ij
Ed
u' Ac
tie
De zorg is continu in beweging. Organisaties veranderen en medewerkers zullen ook mee moeten in de veranderingen. Veranderingen zijn bedoeld om verbeteringen aan te brengen. Terwijl het voor veel hulpverleners ook weleens lastig is, want vasthouden aan het 'oude vertrouwde' is lekker veilig. Juist jouw frisse blik en vernieuwende kijk is nodig in het werken met cliënten met een verstandelijke beperking en MVG.
Zorg voor de toekomst?!
er
Innovaties
U
itg
ev
Bij het woord 'innovatie' wordt gauw gedacht aan nieuwe producten, aan digitalisering, aan verandering. Maar innovatie zit ook in verbeteringen verbinding. Ooit heeft iemand wielen aan een stoel gezet en de rolstoel was geboren. Het was toen heel innovatief, maar de rolstoel is gelukkig ook met de jaren enorm verbeterd. Uitgangspunt bij innovatie is: Wees niet tegen verandering, maar voor verbetering. Doel van innovatie is: • vergroten van de zelfredzaamheid van cliënten • verhogen van de kwaliteit van leven • het werk gemakkelijker maken. En daarbij: Veranderen doet de gehandicaptenzorg toch. Maak er daarom vooral iets moois van.
47
Theoriebron Begeleiding bij MVG
Cirkel van acht De cirkel van acht wordt gebruikt om inzichtelijk te maken hoe jij omgaat met problemen.
fb .v
.
De cirkel van acht bestaat eigenlijk uit twee verschillende cirkels met een centraal probleem. Het is hierbij de vraag hoe jij omgaat met een probleem. Is dat positief (dan draai je met de klok mee naar boven) of is het negatief (dan ga je tegen de klok in naar beneden)?
Uiteindelijk is het afhankelijk van jouw reactie of je adequaat handelt en daarmee het probleem misschien zelfs oplost, of dat je vervalt in slachtoffergedrag en inadequaat handelt.
Doen!
Aan de hand van een methode begeleid je cliënten doelgericht, vanuit een duidelijke visie en een helder perspectief. Wat heb je nodig om cliënten met MVG te kunnen begeleiden?
u' Ac
Artikel De cirkel van 8 <
Lees verder over het gebruiken en toepassen van de cirkel van 8 in het artikel De cirkel van 8
tie
Tip
Ed
Voorwaarden om te werken met moeilijk verstaanbaar gedrag: • incasseringsvermogen en flexibiliteit • (heel veel) geduld • daadkracht • een kritische blik • zelfreflecterend vermogen. En hoe breng je dat concreet in praktijk?
er
ij
Door antwoord te geven (in je doen en laten) op de volgende vragen en anders te kijken, anders te denken en anders te doen: • Blijf je bij me (cliënt) staan, ook als je me soms niet begrijpt? • Kun je mij duidelijkheid en veiligheid bieden? • Wil je naar me kijken, luisteren en invoelen wat mijn zorgvraag is? • Kun je mijn dag structureren en overzichtelijk maken? • Wijs je me niet af als er soms een conflict is?
U
itg
ev
Niet doen!
48
Er zijn ook valkuilen in het werken met cliënten met moeilijk verstaanbaar gedrag. Soms is het gedrag enorm aangrijpend, intimiderend of ronduit schokkend (ernstige automutilatie, waarbij soms het bloed langs de tanden stroomt). Omdat het werken in de gehandicaptenzorg mensenwerk is en blijft, doet dat wat met je. Daarom is het belangrijk om de volgende handreikingen in het oog te houden: • Koppel het gedrag of de gevolgen los van je eigen emoties. • Maak emoties en gevoelens niet persoonlijk. Het gaat namelijk niet om jou als persoon, de cliënt heeft moeilijk verstaanbaar gedrag. • Reageer affectief-neutraal bij de uitingen van het probleemgedrag (bijvoorbeeld bij automutilatie of woede). • Het klinkt misschien een beetje vreemd, maar wordt GEEN vriendje met de cliënt. Wil dit ook gewoon niet zijn. PUNT. Hij vraagt om een professional. Jij bent een professional, wees dus ook professioneel. (Dit is écht een veelvoorkomend probleem, waarbij cliënten een duidelijke voorkeur hebben voor bepaalde hulpverleners. Dat streelt het ego toch
Theoriebron Begeleiding bij MVG
vaak een beetje van die hulpverlener. Maar het maakt het werken met die cliënt voor je collega's soms of zelfs bijna onmogelijk. Wees je daarvan goed bewust.)
Middelen en Maatregelen
fb .v
.
In noodsituaties (levensgevaarlijke situaties) en bij niet-vrijwillige opname mag er gebruikgemaakt worden van M&M's, oftewel middelen en maatregelen. Het is een uiterste redmiddel en daar moet zorgvuldig mee worden omgegaan. Middelen en maatregelen zijn separatie (afzondering), fixatie, medicatie of toediening van vocht/voedsel. Dat is dus ook het gebruik van een rolstoelgordel die een cliënt niet zelfstandig open kan krijgen (fixatie).
tie
Middelen en maatregelen worden pas toegepast als er geen andere mogelijkheden meer zijn en er direct gevaar is voor de cliënt en/of zijn omgeving. Bij gebruik ervan in een noodsituatie moet er melding van worden gedaan en volgt er een spoedoverleg met betrokkenen. Bij niet-vrijwillige opname moeten middelen en maatregelen vastgelegd zijn in het ondersteuningsplan. De M&M's worden dan elk jaar geëvalueerd tijdens de ondersteuningsplanbespreking.
u' Ac
Tips bij grensoverschrijdend gedrag
U
itg
ev
er
ij
Ed
Om grensoverschrijdend gedrag bij mensen met een verstandelijke beperking te verminderen zijn er de volgende handreikingen: • Erken dat cliënten met een beperking risico's lopen (Uit onderzoek van Fitzsimons, 2009). Er is altijd kans op schade en/of letsel, voor zowel de cliënt, de hulpverlener als materiaal. • Realiseer je dat grensoverschrijdend gedrag in veel vormen voorkomt. Er is veel aandacht voor seksueel grensoverschrijdend gedrag, maar er zijn meer vormen zoals fysieke agressie, verbaal geweld en weigeren van medicatie. • Weet dat het overal kan voorkomen. Wees daarvan bewust. En het is NIET normaal, dus ga het ook niet normaal vinden. • Kijk en luister goed naar je cliënten. Het kan een verklaring zijn voor het probleemgedrag. Als je het mist, gaat het dus door. • Vaak zijn er meerdere factoren die meespelen. En ook meerdere personen betrokken bij grensoverschrijdend gedrag. Houd daar rekening mee. • Verminder machtsverschillen. Dit ligt vaak aan de basis van grensoverschrijdend gedrag. Daarom ligt de nadruk ook op eigen regie in de verschillende methodieken. • Maak grensoverschrijdend gedrag bespreekbaar. Het is een taboe, maar het taboe moet doorbroken worden.
49
Theoriebron Overleggen, samenwerking en reflectie bij MVG
fb .v
.
Theoriebron Overleggen, samenwerking en reflectie bij MVG Inleiding
er
ij
Ed
u' Ac
tie
Overleggen, samenwerken en reflectie is gewoonweg noodzakelijk in het werken met cliënten met een verstandelijke beperking en probleemgedrag. Je staat er namelijk niet alleen voor. Gelukkig maar. Je mag het samen met collega's, andere disciplines en ook ouders en familieleden doen. Daarvoor is wel overleg, samenwerking, goede communicatie en ook (zelf)reflectie nodig.
Stevig staan!
ev
Stevig staan
U
itg
Stevig in je schoenen staan, is belangrijk in het werken met cliënten met probleemgedrag. Maar het is minstens zo belangrijk dat je goed samenwerkt met je collega's, familie en andere disciplines. De hele samenwerking moet stevig staan!
50
Voor een goede samenwerking is het volgende nodig: • respect voor elkaar Zonder respect is er ook geen vertrouwen. • een duidelijke communicatie Goede communicatie is een basisvoorwaarde, maar erg lastig in de praktijk. • een duidelijke rol-/taakverdeling Wie is waar verantwoordelijk voor? • een gezamenlijk doel Waar doen we het voor?
Theoriebron Overleggen, samenwerking en reflectie bij MVG
Eigen grenzen
fb .v
.
Goede communicatie is de basis. Een aantal handige aandachtspunten voor een goede communicatie op een rij: • Communiceer positief. • Wees duidelijk (assertief en niet agressief). • Luister goed en luister echt (Oordeel niet). • Wees open (vertrouwen en eerlijkheid).
Het is belangrijk om je eigen grenzen te bewaken. Het is ook noodzakelijk om je grenzen te bewaken. Bedenk daarbij dat cliënten met moeilijk verstaanbaar gedrag vaak de grenzen opzoeken en ook feilloos jouw grenzen weten te bereiken.
tie
Hoe ze het doen? - Ze doen het
u' Ac
Zelfreflectie is daarbij een basiscompetentie. Zelfreflectie is je eigen handelen bekijken, kunnen benoemen en ook kunnen verantwoorden. Waarom doe je wat je doet? Vaak reageer je vanuit een reflex, een eerste impuls op een situatie. Je denkt niet eerst na voor je doet, maar je handelt op basis van je eigen emoties, standpunten of overtuigingen. Door reflectie: • Vergroot je je zelfkennis. • Wees je je bewust van je eigen emoties in verschillende situaties. • Krijg je inzicht in je eigen handelen.
Ed
Door zelfreflectie leer je je eigen grenzen kennen en te bewaken.
Omgaan met familie
ij
De methode Driehoekskunde van Chiel Egberts tekent de relatie van de cliënt in een driehoek. De cliënt staat aan de top van de driehoek en aan de basis van de driehoek staan de ouders aan de ene kant en de hulpververleners aan de andere kant. Bekijk voor meer informatie het Filmpje De Driehoekskunde Familie, cliënt en hulpverlener.
er
Filmpje De Driehoekskunde familie, cliënt en hulpverlener. <
Een motto van Chiel Egberts is: Zorg goed voor de cliënt, maar iets beter voor de ouders.
In de praktijk is dit weleens lastig, want probleemgedrag geeft emotie bij ouders. Het is niet leuk om dat terug te lezen in de rapportage.
U
itg
ev
Voor de cliënt is moeilijk verstaanbaar gedrag problematisch, maar ook voor de ouders. Dit brengt veel emoties met zich mee, want ouders willen hun kind niet ongelukkig zien. Als hulpverlener heb jij daarin een belangrijke rol, door kennis te delen en daarover in gesprek te gaan met ouders. Investeer in de relatie met ouders door met hen samen te werken. Zorg voor een goede communicatie en heb regelmatig contact met hen. Ouders/wettelijk vertegenwoordigers kunnen ook meelezen in de dagrapportage. Jij moet dus objectief rapporteren, maar ook open en eerlijk zijn.
51
Theoriebron Overleggen, samenwerking en reflectie bij MVG
Samenwerking in de driehoek
fb .v
.
Transparante samenwerking met ouders zorgt ervoor dat je als hulpverlener meer bereikt in de zorg voor de cliënt. De loyaliteit tussen ouders en het kind is een sterke band, waar jij als hulpverlener tussenkomt. Het gaat daarom om de juiste balans van: • Verbinden: het geven van vertrouwen, attent zijn en de juiste aandacht voor de familie. • Kennen van je positie: weet je plek als hulpverlener en bewaak je grenzen. Samenwerking met ouders is gericht op samenwerken. Het klinkt zo logisch, maar zoals wel vaker is dit in de praktijk soms lastig. Het gaat om wederzijds vertrouwen en goed luisteren. Maar ook om daadkracht. Doe iets extra's. Verbind, want dat doet wonderen. Durf een tegenover* te zijn.
U
itg
ev
er
ij
Ed
u' Ac
tie
* Met een tegenover wordt bedoeld dat je er mag staan als hulpverlener, met kennis en ervaring. Je hoeft niet altijd mee te praten met ouders. Je mag kritisch zijn.
52