9789037233780 ontwikkelen van een activiteitenprogramma themaweek

Page 1

fb .v

.

Project

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

Ontwikkelen van een activiteitenprogramma/ themaweek


Auteur: Anne Haselberg Inhoudelijke redactie: Napona Smid

fb .v

Uitgeverij: Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl

.

Colofon

Titel: Ontwikkelen van een activiteitenprogramma/themaweek

tie

ISBN: 978 90 3723 378 0 ©

u' Ac

Edu’Actief b.v. 2018 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Ed

Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

U

itg

ev

er

ij

Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.


4

Vooronderzoek

12

Ontwerpfase

14

Voorbereidingsfase Realisatiefase

16 17

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

Oplevering

15

fb .v

Over dit project

.

Inhoudsopgave

3


Over dit project

Over dit project

.

Inleiding

Ed

u' Ac

tie

fb .v

Het ontwerpen en organiseren van activiteiten voor kinderen is een belangrijk onderdeel van je werk. Een activiteit is een goed middel om de ontwikkeling van kinderen te stimuleren. Ook is het belangrijk om aan te sluiten bij de zone van naaste ontwikkeling van een kind. Jullie gaan een gevarieerd activiteitenprogramma voor een themaweek maken. Tijdens het ontwerpen van de activiteiten houden jullie zowel rekening met een groep kinderen als met individuele kinderen.

Tijdens het aanbieden van een activiteit kun je een kind stimuleren in zijn of haar ontwikkeling.

ij

Leerdoelen

U

itg

ev

er

Je kunt: • een activiteitenprogramma ontwerpen voor een themaweek • de verschillende ontwikkelingsgebieden (lichamelijk, cognitief, sociaal-emotioneel, expressie, spel en moreel) integreren in de activiteiten • met een activiteit aansluiten bij de zone van naaste ontwikkeling (Vygotsky) • activiteiten uitwerken aan de hand van het Werkmodel Activiteitenplan • activiteiten ontwerpen en aanpassen aan de doelgroep • activiteiten ontwerpen en aanpassen op individuele kinderen • activiteiten voorbereiden en geven aan een groep kinderen • de themaweek op een manier presenteren die pedagogisch medewerkers, onderwijsassistenten, leerkrachten en kinderen aanspreekt.

4

Niveau 4: • Je kunt een activiteit ontwerpen waar twee verschillende doelgroepen elkaar ontmoeten en samen de activiteit doen.


fb .v

.

Over dit project

u' Ac

Projectbeschrijving

tie

Bij het ontwerpen van een activiteitenprogramma moet je je keuzes voor de activiteiten goed kunnen verantwoorden.

Casus

Ed

Brede school De Parel Brede school De Parel heeft drie vestigingen verdeeld over de stad. In elke vestiging van de brede school zitten een basisschool, een buitenschoolse opvang en een kinderdagverblijf. Ontwikkelingsstimulering is een belangrijk onderdeel binnen De Parel. De visie is dat kinderen zich door spel, activiteiten en lessen optimaal ontwikkelen tot een schitterende Parel vol met talenten en mogelijkheden. Ieder team vult dit op zijn eigen manier in. Binnen iedere vestiging wordt er nauw samengewerkt tussen de verschillende organisaties. De samenwerking tussen de verschillende vestigen staat momenteel op een laag pitje.

U

itg

ev

er

ij

De overkoepelend directeur krijgt de laatste tijd veel klachten van ouders dat er een te groot verschil is in het aanbod van activiteiten tussen de verschillende vestigingen. Binnen De Parel wordt er enthousiast aan verschillende themaweken gewerkt. Ze sluiten graag aan bij landelijke themaweken omdat deze thema’s bij de kinderen bekend zijn. Elk team werkt het thema op eigen wijze uit waardoor er veel verschillen ontstaan. Na een gesprek met de verschillende teams komt het volgende naar voren. Bij de locatie van De Parel aan het Julianaplantsoen zijn er veel activiteiten en uitjes gepland voor de basisschool, de buitenschoolse opvang en het kinderdagverblijf. Het team is van mening dat veel nieuwe ervaringen bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen. Bij de locatie aan het Kasteelplein is het aanbod van activiteiten en uitjes een stuk minder uitgebreid. Het team merkt dat de kinderen vooral behoefte hebben aan regelmaat en structuur. In het activiteitenprogramma zorgen uitjes juist voor onrust. Het team is van mening dat kinderen in hun vrije tijd veel meer leren als zij zelf kunnen kiezen wat zij willen ontdekken en leren. Ze kijken echt naar het individu. Bij de locatie aan de Lindestraat ligt het aanbod van activiteiten en uitjes tussen de andere locaties in. Het team biedt de kinderen wel een uitgebreid activiteitenaanbod waar ruimte is voor verschillende en uitdagende activiteiten. Uitjes zijn er een stuk minder. Ze plannen wel eens een uitje, maar zij vinden het ook wel een hele operatie. Je moet aan veel dingen denken als je met een groep kinderen op pad gaat.

5


Over dit project

fb .v

Kinderen uit de dreumesgroep:

.

De kinderdagverblijven Kinderdagverblijven zijn voor kinderen van 0–4 jaar. De kinderdagverblijven zijn geopend van 07.30 tot 18.00 uur. De teams zijn gecertificeerd voor VVE. De kinderen zitten verdeeld over horizontale groepen. Zo is er bij ieder kinderdagverblijf een babygroep, een dreumesgroep en een peutergroep. Maak alvast kennis met een aantal jonge bezoekers van de kinderdagverblijven.

tie

Sela Sela van 14 maanden zit op een speelkleed te spelen. Het liefst speelt ze met muziekinstrumenten maar nu is zij druk aan het spelen met de stapelbekers. Ze probeert de bekers op te stapelen. Even later stopt zij de bekers in haar mond. Als leidster Manon haar een speelgoedring met sleutels geeft kijkt Sela eerst geboeid naar de sleutels en slaat er mee op de grond. Dan stopt ze ook de sleutels in haar mond. De moeder van Sela komt haar ophalen en ziet haar dochter op het speelkleed zitten met de sleutels in haar mond. Dan zegt ze tegen haar dochter: ‘Jij bent ook zo’n klein hongerwolfje, je wilt alles wel opeten de laatste tijd.’

Ed

u' Ac

Jacobien In de dreumesgroep zit Jacobien van 1 jaar en 10 maanden op een zitzak. Ze is omringd door boekjes en enthousiast gaat ze op zoek naar plaatjes van dieren. Jacobien is een echte dierenvriend. Ze lacht naar de dieren. ‘Die’, zegt ze, en ze wijst een dier aan. ‘Een koe’, zeg leidster Yaël enthousiast. Jacobien kijkt haar lachend aan. Na een tijdje wil Jacobien graag met de auto spelen maar deze ligt bovenop de kast. Ze neemt Yaël mee naar de kast en wijst naar de auto. ‘Wil je de auto, Jacobien?’, vraagt Yaël? Jacobien knikt hevig met haar hoofd. ‘Zeg maar auto’, zeg Yael tegen haar. Jacobien wijst naar de auto en roept: ‘Die.’ Even later zit ze trots met de auto op de grond te spelen. Maar woorden uitspreken doet ze niet of nauwelijks.

er

ij

Milo Milo van bijna 2 jaar is druk bezig met het voelbord wat aan de muur hangt. Hij vindt het ook heerlijk om creatief bezig te zijn. Vooral werkjes waar hij helemaal zijn eigen gang kan gaan. Milo legt zijn hele ziel en zaligheid in de kunstwerken. Hij kan de hele dag wel verven, plakken, scheuren en knippen. Vingerverven en met scheerschuim spelen zijn de favorieten van Milo. Vandaag hadden de leidsters andere activiteiten bedacht. Vanochtend was er een muziekles en vanmiddag een poppenspel over het thema: feest. Als Milo tegen 17.00 uur door papa wordt opgehaald begint hij echt te mopperen. Hoe kan papa nu al komen? Hij heeft nog niet eens wat moois gemaakt?

U

itg

ev

Kinderen uit de peutergroep: Nout Nout van net 3 jaar oud zit in het speelhuisje stilletjes te spelen met zijn favoriete tractor en zijn knuffel Loekie. De andere peuters dansen samen op muziek. Leidster Amina geeft aan dat Nout nog een beetje moet wennen aan de nieuwe groep. Hij zondert zich af van de groep en doet nog niet echt mee aan gezamenlijke activiteiten. Behalve als Amina de ballonnen erbij pakt. Dan komt hij voorzichtig tevoorschijn met een kleine lach op zijn gezicht. Amina geeft Nout de ruimte om aan de nieuwe groep te wennen. Zijn vorige leidster van de dreumesgroep vertelt Amina dat ze Nout wel echt in de gaten moeten houden. Op de dreumesgroep deed hij ook vaak niet mee met activiteiten. Hij was angstig voor onbekende mensen en nieuwe activiteiten. Zijn tractor was en is nog steeds zijn veilige baken. Finn In de peutergroep wordt leider Max begroet door Finn, een actief ventje van 3 jaar en 6 maanden oud. Hij popelt altijd om naar het kinderdagverblijf te gaan. Als de waterbak er staat beginnen zijn ogen te glimmen. Finn is een enthousiaste peuter. Hij kan in zijn spel

6


Over dit project

andere kinderen nog wel eens pijn doen. Zijn grote broer Jan van 14 jaar oud is zijn held. Jan doet aan kickboksen en dat vind Finn super interessant. In zijn spel imiteert hij soms zijn broer. Finn heeft dan niet in de gaten dat hij andere pijn doet. Max heeft Finn al een paar keer verteld dat andere kinderen dat niet leuk vinden, maar het lijkt niet tot Finn door te dringen.

tie

fb .v

.

Mira Mira van 3 jaar en 9 maanden oud zit aan een tafel te spelen. Zij is nu de oudste in de peutergroep en zij heeft erg veel zin om naar de basisschool te gaan. Mira vertelt met trots wat ze allemaal gaat doen op school. Vol enthousiasme begint ze aan een tekening voor haar toekomstige juf. Ze pakt het potlood in haar vuist vast en begint met grote uithalen op het papier te tekenen. ‘Klaar!’, roept ze en het tekenpapier staat vol met krassen. Nu wil Mira graag met de kralenplank spelen. Met heel veel geduld probeert ze de kleine kraaltjes op te pakken en op de spijkertjes te krijgen. Dat lukt niet goed, de kraaltjes rollen naast de spijkertjes en over de tafel. Dan is het geduld van Mira op en ferm duwt zij de bak met kraaltjes aan de kant. Ze duikt direct de bouwhoek in om met een glimlach op haar gezicht een grote toren van de blokken te bouwen.

u' Ac

Basisscholen en bso’s Op de basisscholen en de bso’s komen kinderen van 4–12 jaar. De basisscholen werken met een continurooster. De kinderen zijn elke dag van 8.30 tot 14.00 uur op school. Bij de bso kunnen de kinderen terecht vanaf 14.00 tot 18.00 uur. Maak alvast kennis met een aantal kinderen van de basisschool en de bso. Kinderen uit de onderbouw: 4–8 jaar

ij

Ed

Menno In groep 2 zit Menno. Hij is nu 5 jaar en 7 maanden oud. Hij doet een opdracht met het tellen van grote kralen. En dat vindt Menno best lastig. ‘1, 2, 4, 3’, telt Menno hardop. Pieter die naast hem zit proest het uit: ‘Zo moet je toch niet tellen!’ Menno begint opnieuw: ‘1, 2, 4, 3, 5, 7.’ Pieter roept: ‘Je doet het helemaal fout, het is: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10!’ Menno kijkt beteuterd naar de kralen die hij moet tellen. ‘Het lukt mij niet’, zegt hij zachtjes. Zijn ogen dwalen af naar de zandtafel die nu helemaal vol zit met allerlei spullen van de herfst en zijn ogen beginnen te glimmen.

U

itg

ev

er

Dex Achterin de zit klas Dex (6 jaar en 2 maanden). Hij is niet echt opvallend in de groep en gaat stilletjes zijn gang. Zijn vrienden zijn in de klas veel meer aanwezig. Dex kijkt veel naar wat anderen doen. Hij mengt zich weinig in gesprekken, maar hij geniet en lacht wel om de grapjes die klasgenootjes maken. Vandaag is er een kringgesprek. Een aantal kinderen mag vertellen wat zij het weekend beleefd hebben. Dex zou maar wat graag vertellen over de viswedstrijd die hij zaterdag heeft gewonnen. Tijdens het kringgesprek steekt Dex verlegen zijn vinger op, maar juf Marije ziet het niet. Zij is veel te druk om de enthousiaste vertellers naar elkaar te laten luisteren. Dan probeert Dex het nog te vertellen door ook wat te zeggen. Maar zijn klasgenoten hebben zo veel kabaal dat hij er niet bovenuit komt. Het is nu negen uur, de hoogste tijd om te gaan rekenen en stilletjes gaat Dex aan zijn tafel zitten. Fiep Tijdens het speelkwartier kijkt Fiep (7 jaar en 2 maanden) speurend over het speelplein. Fiep houdt erg van klimmen en klauteren in het klimrek. Onderwijsassistent Nema houdt het onzekere meisje goed in de gaten. Fiep wil heel graag aardig gevonden worden en dat hebben haar klasgenoten in de gaten. Als anderen haar vragen om iets te doen dan doet Fiep dat. Fiep doet alles voor anderen om hen maar te plezieren. Of het nu goed of slecht is. Laatst heeft ze stiekem een vel met stickers uit het magazijn gepakt omdat Rosa dat haar

7


Over dit project

gevraagd had. Toen haar juf haar betrapte en vroeg waarom ze dat deed zei ze met een grote lach: ‘Rosa wilde dat ik dat deed, juf.’ Het besef dat het echt niet goed was wat ze deed leek eigenlijk niet aanwezig. Kinderen uit de bovenbouw: 8 – 12 jaar

fb .v

.

Owen In groep 5 mogen de kinderen op vrijdagmiddag het laatste half uur spelletjes doen uit de spelletjeskast. Owen (8 jaar en 8 maanden) zit aan zijn tafeltje en hij heeft zoals altijd een spel gepakt dat hij in zijn eentje kan doen. Geconcentreerd is hij bezig met zijn spel. Johan komt hem vragen of hij meedoet met het spel mens-erger-je-niet. Owen schudt zijn hoofd: ‘Nee, ik doe dit al’, zegt hij zacht. ‘Jammer’, zegt Johan en hij loopt verder richting meester Mark. Dan vraagt hij: ‘Meester, waarom doet Owen eigenlijk nooit met ons mee?’

u' Ac

tie

Jans Op het schoolplein doet groep 6 een gymles. Meester Joris legt allerlei spelletjes uit met het thema evenwicht en behendigheid. Jans kijkt geboeid naar wat haar meester allemaal voordoet. Dan is het tijd om in drietallen aan het werk te gaan. Jans (9 jaar en 4 maanden) doet zo haar best, maar de oefeningen lukken niet. Ze verliest steeds haar evenwicht en valt om. De bewegingen die zij maakt zijn te grof voor de behendigheidsspelletjes waardoor het haar niet lukt. Haar twee groepsgenootjes merken al gauw dat een oefening samen met Jans toch mislukt en laten haar links liggen. Gisteren vroegen ze Jans nog om hulp bij de biologieles. Jans weet namelijk bijna alles van de sterren en het heelal. En nu helpen ze haar niet eens. Meester Joris is druk met het begeleiden van de kinderen tijdens het maken van een levende piramide. Hij heeft geen oog voor Jans die nu verloren op het schoolplein staat.

er

ij

Ed

Ali Groep 8 oefent voor de eindmusical. Het gaat over een groep jongens en meiden die op een dansschool zitten. Ali van 12 jaar en echt een taaltalent, vertoont tijdens alle oefensessies negatief gedrag. Als Juf Ella hem apart neemt en aanspreekt op zijn storende gedrag, komt het hoge woord eruit. Ali heeft helemaal geen zin in de musical. Hij, de stoere Ali, zal straks een beetje gaan staan zingen en dansen voor een zaal met mensen. Als zijn grote broers komen kijken, dan staat hij echt mega voor schut! Op de vraag van juf Ella of hij niet van zingen en dansen houdt en liever een andere taak heeft bij de musical kleurt Ali een beetje rood. ‘Ja nou’, stamelt hij, ‘ik vind zingen en dansen wel erg leuk! Maar ik sta dan enorm voor schut, toch?’

U

itg

ev

Opdrachtgever

8

Jullie opdrachtgever is Benjamin Bos, overkoepelend directeur van brede school De Parel, Benjamin Bos, ziet het als zijn missie om van de verschillende vestigingen een eenheid maken. Er zijn volgens hem binnen de organisatie te grote verschillen in werkwijze en opvattingen te zien. Daarnaast wil hij graag zijn medewerkers inspireren. Jullie docent/begeleider vertegenwoordigt in dit project de opdrachtgever.

Projectopdracht Het eerste probleem dat Benjamin Bos oppakt zijn de vele klachten van de ouders. Hij wil daarom werk maken van het grote verschil in aanbod van activiteiten en uitjes. Benjamin Bos wil tijdens de themaweken een gezamenlijk activiteitenprogramma introduceren dat geldt voor alle vestigingen van brede school De Parel. Daarvoor vraagt hij jullie hulp.


Over dit project

fb .v

.

Binnen brede school De Parel zijn zowel basisscholen, bso’s en kdv’s gevestigd. De verschillende organisaties vragen om een verschillende werkwijze en aanbod aan activiteiten. Voor je van start gaat kiezen jullie eerst voor wie jullie het activiteitenprogramma gaan maken. Binnen iedere organisatie kunnen jullie kiezen voor twee leeftijdsgroepen. Zorg dat de keuze aansluit bij jullie opleiding: • het kinderdagverblijf – de dreumesgroep (1–2 jarigen) – de peutergroep (2–4 jarigen) • de buitenschoolse opvang – 4-8 jarigen – 8–12 jarigen • de basisschool – onderbouw (4–8 jarigen) – bovenbouw (8–12 jarigen).

u' Ac

tie

Brede school De Parel sluit graag aan bij landelijke themadagen en themaweken. Jullie kunnen voor de themaweek kiezen uit de volgende thema’s: • de Kinderboekenweek • de Week van de techniek • de Nationale Sportweek • de Nationale Voorleesdagen • Koningsdag/Koningsspelen • Burendag • Modderdag.

Ed

Voor de themaweek moeten jullie een gevarieerd activiteitenprogramma ontwerpen. Ieder kind is verschillend en door te variëren in de activiteiten kun je zo veel mogelijk kinderen aanspreken. Het activiteitenprogramma moet aansluiten bij het thema en de ontwikkeling van kinderen. Dat betekent dat jullie het thema moeten vertalen naar de belevingswereld van de kinderen die tot jullie doelgroep behoren. In de ontwerpen van de activiteiten moet ontwikkelingsstimulering voorop staan. Kinderen ontwikkelen zich allemaal op hun eigen unieke wijze. Het ene kind volgt de algemene ontwikkelingslijn en een ander kind wijkt daarvan af. Het is van belang oog te hebben voor beide.

U

itg

ev

er

ij

Benjamin Bos vraagt jullie om in het activiteitenprogramma rekening te houden met de kinderen uit de casus. In de casus staan per doelgroep 3 kinderen beschreven. Jullie kijken hoe je de kinderen in hun ontwikkeling kunt stimuleren. Ontwerp per kind een activiteit waarbij je het kind stimuleert in zijn of haar ontwikkeling. Ontwerp daarnaast ook een activiteit die aansluit bij hun interesses en/of talenten. Want van succesmomenten groeien kinderen en gaan zij stralen. De leerkrachten, onderwijsassistenten en pedagogisch medewerkers van De Parel werken al een lange tijd op dezelfde manier. Benjamin Bos wil zijn medewerkers nieuwe inspiratie laten opdoen rondom de thema’s. Hij wil graag dat jullie een inspiratiemarkt organiseren waar zijn medewerkers nieuwe ideeën opdoen en de activiteitenprogramma’s in kunnen zien. Een aantal medewerkers zal een groep kinderen meenemen naar de inspiratiemarkt. De inspiratiemarkt moet dus inspirerend zijn voor medewerkers maar ook uitnodigend en leuk voor kinderen. Extra Opdracht niveau 4: Brede school De Parel werkt graag samen met welzijnsinstellingen in de buurt. Zo leren de kinderen omgaan met verschillen tussen mensen. Ook leren zij op deze manier dat iedereen uniek is. In een themaweek integreren zij bij hun activiteiten graag de bewoners van het woonzorgcentrum en de cliënten van de zorgboerderij of dagbesteding. Zorg daarom dat je in je activiteitenplan twee activiteiten opneemt waarbij dit mogelijk is. Zorg dat je één activiteit ontwerpt die samen gedaan kan worden met dementerende ouderen van het

9


Over dit project

woonzorgcentrum. En ontwerp één activiteit die samen gedaan kan worden met de cliënten van de zorgboerderij of dagbesteding. Hier komen vooral jongeren met een licht verstandelijke beperking.

Ontwerp een activiteitenprogramma voor een themaweek Jullie gaan een activiteitenprogramma ontwerpen voor een themaweek. • Maak groepen van drie studenten. • Verdeel de doelgroepen voor wie jullie het programma gaan maken. Zorg dat er binnen de klas in ieder geval voor elke doelgroep een activiteitenprogramma wordt ontworpen. • Verdeel de onderwerpen/thema’s onder de verschillende groepen zodat alle thema’s aan bod komen.

fb .v

Werkmodel Activiteitenplan activiteitenprogramma / themaweek <

.

Projectproduct

Ed

u' Ac

tie

Het activiteitenprogramma is compleet als de themaweek de volgende onderdelen bevat: • Een volledig uitgewerkt activiteitenprogramma met daarin: – een pakkende introductie of inleiding van de themaweek – tien verschillende activiteiten. Voor elke dag twee activiteiten – twee korte activiteiten die je zonder veel voorbereiding in een vrij moment kunt doen – een uitje voor één klas of groep – een gezamenlijke afsluiting. • De activiteiten moeten aansluiten bij de zes ontwikkelingsgebieden: lichamelijke ontwikkeling, cognitieve ontwikkeling, sociaal-emotionele ontwikkeling, expressieve ontwikkeling, spelontwikkeling en morele ontwikkeling. Elk ontwikkelingsgebied moet minimaal bij twee activiteiten terugkomen. • In het activiteitenprogramma worden zes activiteiten opgenomen die aansluiten bij de kinderen uit de casus (drie activiteiten die de ontwikkeling stimuleren en drie activiteiten die aansluiten bij hun talenten of interesses). De activiteit wordt geschreven voor de hele groep. De activiteit wordt niet met de kinderen uit de casus apart uitgevoerd. • Elke activiteit wordt uitgewerkt via het Werkmodel Activiteitenplan activiteitenprogramma/themaweek.

U

itg

ev

er

ij

Schrijf een onderbouwing van het activiteitenprogramma Het is belangrijk dat jullie de keuze voor de activiteiten goed kunnen onderbouwen. Jullie moeten rekening houden met de zes ontwikkelingsgebieden en ook met de kinderen uit de casus. De onderbouwing van het activiteitenprogramma is compleet als het verslag de volgende onderdelen bevat: • Schrijf per activiteit een motivatie waarom de activiteit in het activiteitenprogramma is opgenomen. Denk hierbij aan de ontwikkelingsgebieden, de algemene ontwikkeling van de doelgroep, het thema, soort activiteit enzovoort. • In de casus worden per leeftijdscategorie drie kinderen beschreven. In het ontwerp van je activiteitenprogramma houden jullie rekening met deze drie kinderen uit de casus. Jullie ontwerpen per kind: – één activiteit die de ontwikkeling van de kinderen stimuleert – één activiteit die aansluit bij de interesses van de kinderen. In totaal heb je zes activiteiten ontwikkeld voor de kinderen uit de casus. Motiveer per activiteit waarom je daarvoor gekozen hebt. • Voor de drie kinderen uit de casus heb je activiteiten ontwikkeld om hun ontwikkeling te stimuleren. Beschrijf hoe je het kind tijdens de activiteit extra kunt begeleiden en stimuleren in zijn of haar ontwikkeling. • Het literatuuronderzoek uit het vooronderzoek.

10


Over dit project

fb .v

.

Presenteer je activiteitenprogramma op een uitnodigende thematafel Jullie presenteren het activiteitenprogramma op een inspiratiemarkt voor beroepskrachten en kinderen. De uitnodigende thematafel over het activiteitenprogramma is compleet als het de volgende onderdelen bevat: • een pakkend affiche voor de themaweek dat kinderen aanspreekt • uitnodigend (spel)materiaal dat past bij de themaweek en de ontwikkeling van kinderen kan stimuleren Dit mogen zowel bestaande als eigen gemaakte materialen zijn. • een volledig voorbereide en uitgewerkte activiteit die je tijdens de markt met kinderen kunt doen of samen met anderen (voor)doet.

Beoordeling

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

Beoordelingsformulier <

11


Vooronderzoek

Vooronderzoek

tie

Werkmodel Planning <

a. Formeer een projectgroep van drie studenten en maak een samenwerkingscontract. Bepaal wat jullie moeten weten voordat je aan het project begint. b. Maak een takenlijst en een planning: wie onderzoekt wat? Hoe informeren jullie elkaar daarover? c. Voer de afspraken uit. d. Maak een verslag van het vooronderzoek en leg dit voor aan je docent. e. Neem dit verslag op in je projectplan.

.

Werkmodel Samenwerkingscontract <

Samenwerkingscontract en Plan van aanpak

fb .v

Opdracht 1

Opdracht 2

Literatuuronderzoek

u' Ac

Werkmodel Takenlijst <

Een deel van het vooronderzoek bestaat uit een literatuuronderzoek. Voordat je begint met het ontwerpen van activiteiten is het belangrijk om je goed te verdiepen in:

U

itg

ev

er

ij

Ed

a. De organisatie Bedenk waarmee je rekening moet houden als je voor de organisatie een activiteitenprogramma ontwikkelt. Denk hierbij aan de openingstijden, het dagprogramma, regels over de maximale groepsgrootte en het aantal begeleiders, de soort activiteiten dat je aan kunt bieden, algemeen geldende regels bij uitjes enzovoort. b. Ontwikkelingsgebieden Tijdens het ontwerpen van het activiteitenprogramma moet je rekening houden met de zes ontwikkelingsgebieden: lichamelijke ontwikkeling, cognitieve ontwikkeling, sociaal-emotionele ontwikkeling, expressieve ontwikkeling, spelontwikkeling en morele ontwikkeling. Beschrijf van elk van de zes ontwikkelingsgebieden kort en bondig de gemiddelde ontwikkeling van kinderen uit jullie doelgroep. Voor het kdv kies je voor dreumesen of peuters. Voor basisschool en bso kies je voor onderbouw (4-8 jarigen) of bovenbouw (groep 8–12 jarigen). c. De zone van de naaste ontwikkeling volgens Vygotksy Beschrijf wat de zone van de naaste ontwikkeling inhoudt. Wat betekent dat voor jullie activiteiten? Waar moeten jullie op letten? d. De Doelgroep Het is belangrijk om je goed te verdiepen in je doelgroep. Stel eerst vast voor wie je de activiteiten ontwikkelt. Bestudeer vervolgens de casussen van de drie kinderen uit jullie leeftijdscategorie. Koppel per kind het gedrag aan één of meer ontwikkelingsgebied(en). Zoek in de theorie of het gedrag leeftijdsadequaat is. Motiveer je antwoord. Beschrijf hoe je het kind kan stimuleren in de ontwikkeling. e. Thema/belevingswereld Zoek meer informatie over het thema dat jullie gekozen hebben. Wat hoort bij deze themaweek/themadag? Hoe beleven kinderen het thema. Verdeel je doelgroep in kleinere subgroepen om te beschrijven hoe het thema bij de belevingswereld van een kind past. • voor kdv: baby, dreumes en peuter • voor basisschool en bso: onderbouw (kleuter), middenbouw (groep 3 t/m groep 5) en bovenbouw (groep 6 t/m 8).

12


Vooronderzoek

Begin met het schrijven van het logboek door de samenwerking tot zover te beschrijven. • Hoe is het samenwerken tot nu toe verlopen? • Wat ging goed en niet goed? • Wie heeft wat gedaan? Heeft iedereen een voldoende bijdrage geleverd? • Hebben jullie duidelijke afspraken gemaakt? Hoe is dit gegaan? Houd het logboek tijdens het project goed bij. De docent gebruikt het bij de beoordeling van het project.

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

Werkmodel Logboek en Evaluatie <

Logboek

fb .v

Opdracht 3

.

f. Alleen voor Niveau 4 Zoek literatuur over activiteiten voor dementerenden en zoek literatuur over activiteiten voor met mensen met een (licht) verstandelijke beperking. Beschrijf per doelgroep waar moet je op letten bij het aanbieden/samen doen van activiteiten.

13


Ontwerpfase

Ontwerpfase Opdracht 4

Ontwerpfase

u' Ac

tie

fb .v

.

a. Ontwerp activiteitenprogramma: Tijdens de ontwerpfase maken jullie een globale planning voor de themaweek. Jullie vullen tijdens deze fase nog geen concrete activiteiten in. Eerst maken jullie een planning wat jullie inhoudelijk met de activiteiten willen bereiken. Kijk naar de eisen voor het activiteitenprogramma en zorg dat jullie deze opnemen in jullie planning. Let daarbij op de zes ontwikkelingsgebieden en de ontwikkeling van de kinderen uit de casus. Gebruik bij deze opdracht ook de informatie uit jullie literatuuronderzoek. Per activiteit beantwoord je de volgende vragen: • Wie is je specifieke doelgroep? (leeftijd/leeftijdsfase van een kind) • Welk ontwikkelingsgebied wil je stimuleren? • Wat wil je met de activiteit bereiken? Wat zijn de leerdoelen? • Welke soort activiteit moet het zijn (denk aan creatieve werkvormen, muzikale vormen, taalactiviteiten, sport enzovoort.) • De duur van de activiteit. Beantwoord bovenstaande vragen ook voor de Introductie, het uitje en de gezamenlijke afsluiting van de themaweek.

U

itg

ev

er

ij

Ed

Ontwerp voor de thematafel: Jullie gaan het activiteitenprogramma op een inspiratiemarkt presenteren. Jullie thematafel moet de medewerkers van brede school De Parel inspireren maar tegelijkertijd ook de kinderen aanspreken. Hoe ga je dat bereiken? Je weet momenteel nog niet inhoudelijk de activiteiten die je gaat doen. Brainstorm alvast over wat jullie belangrijk vinden. • Maak een globaal ontwerp voor een affiche passend bij het thema. • Maak een globale opzet voor de thematafel. Denk aan indeling, materialen e.d. b. Laat het ontwerp goedkeuren door de docent en de opdrachtgever en neem het op in je projectplan. c. Werk vervolgens het logboek bij.

14


Voorbereidingsfase

Voorbereidingsfase

.

a. Activiteiten kiezen Aan de hand van het ontwerp zoeken jullie naar passende activiteiten voor in het activiteitenprogramma. Op internet staan veel ideeĂŤn over de verschillende themaweken. Gebruik dit als inspiratie, maar zorg ook dat jullie zelf creatief zijn in het verzinnen of aanpassen van activiteiten. Zorg daarnaast dat jullie goed kunnen motiveren waarom jullie voor deze activiteiten kiezen. Het belangrijkste is dat de activiteiten aansluiten bij het ontwerp dat jullie gemaakt hebben. b. Variatietips voor de activiteiten De activiteit heb je voor een specifieke doelgroep gemaakt. Schrijf bij elke activiteit een paar variatietips hoe je de activiteit moeilijker of makkelijker kan maken. Zo wordt de activiteit bruikbaar voor meerdere doelgroepen/ontwikkelingsniveaus. c. Passende materialen zoeken bij het thema en de doelgroep Nu jullie de activiteiten hebben gekozen kunnen jullie alvast op zoek gaan naar materiaal voor op je thematafel en themakraam. Zorg dat het materiaal aansluit bij je activiteiten. Zorg voor voorbeelden van een creatieve activiteit of leg materiaal van een sportactiviteit neer. Laat je activiteitenprogramma tot leven komen op je thematafel. Het materiaal moet ook aansluiten bij het thema en de ontwikkeling van kinderen. d. Werk het logboek bij.

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

Werkmodel Logboek en Evaluatie <

Voorbereidingsfase

fb .v

Opdracht 5

15


Realisatiefase

Realisatiefase

.

Maak van alle activiteiten een inspirerend document waar pedagogisch medewerkers direct mee aan de slag kunnen. Zorg voor een goede beschrijving van de activiteiten en voeg daarbij eventueel benodigdheden toe als kopieerbladen, stappenplannen, kleurplaten, voorbeelden enzovoort. b. Onderbouwing van het activiteitenprogramma Het is belangrijk dat jullie kunnen onderbouwen waarom jullie voor een bepaalde activiteit gekozen hebben. 1. Maak een verslag waarin je per activiteit motiveert waarom je deze activiteit hebt opgenomen in het activiteitenprogramma. Verwerk hierin ook de introductie, het uitje en de afsluiting van de themaweek. 2. Jullie hebben zes activiteiten ontworpen met de kinderen uit de casus in jullie achterhoofd. Motiveer je keuze voor bepaalde activiteiten en beschrijf hoe je de kinderen tijdens de activiteit gaat begeleiden en stimuleren in zijn of haar ontwikkeling. Beschrijf waar je op gaat letten. c. Presentatie Een uitnodigende thematafel over het activiteitenprogramma. Jullie presenteren het activiteitenplan tijdens een inspiratiemarkt voor medewerkers en kinderen van De Parel. Dat betekent dat jullie een thematafel of themakraam inrichten die zowel inspirerend is voor medewerkers als leuk en uitdagend is voor kinderen. Zorg dat jullie aan alle eisen voor de thematafel voldoen. d. Werk het logboek bij.

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

Werkmodel Logboek en Evaluatie <

a. Het activiteitenprogramma Jullie mogen het activiteitenprogramma nu gaan uitwerken. Gebruik het werkmodel Activiteitenplan activiteitenprogramma/themaweek om de volgende onderdelen uit te werken: • de twaalf activiteiten uit het activiteitenprogramma • het uitje dat is opgenomen in je activiteitenprogramma • de introductie en de afsluiting van de themaweek.

fb .v

Werkmodel Activiteitenplan activiteitenprogramma / themaweek <

Realisatiefase

tie

Opdracht 6

16


Oplevering

Oplevering

fb .v

.

Het eindproduct ‘Het activiteitenprogramma voor een themaweek’ wordt opgeleverd tijdens een inspiratiemarkt. Hier presenteert iedere groep het activiteitenprogramma op een uitnodigende en inspirerende thematafel of themakraam. De datum voor deze inspiratiemarkt is in overleg met jullie docent.

Opdracht 8

Reflecteren

Bedenk een moment of situatie tijdens het werken aan het project waarvan je nu vindt dat je het in het vervolg anders zou moeten aanpakken. Kijk terug en doe dit met behulp van de STARRT-methode. Lever het reflectieverslag in bij je docent.

U

itg

ev

er

ij

Ed

Werkmodel STARRT-methode <

Evalueer met elkaar het project en doe hiervan verslag in het logboek.

tie

Werkmodel Logboek en Evaluatie <

Evaluatie

u' Ac

Opdracht 7

17


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.