Bladerboekje 33896 Opvoeden zonder vooroordelen

Page 1

fb .v

.

Training

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

Opvoeden zonder vooroordelen


Auteur: Janien Leeuwerke Inhoudelijke redactie: Napona Smid Titel: Training Opvoeden zonder vooroordelen

tie

ISBN: 9789037233896

fb .v

Uitgeverij: Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl

.

Colofon

©

u' Ac

Edu’Actief b.v. 2018 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Ed

Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

U

itg

ev

er

ij

Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.


Inhoudsopgave Over deze training

9

Selffulfilling prophecy en vooroordelen Jouw vooroordelen aanpakken

13

16

Vooroordelen tussen kinderen verminderen Reflecteren

fb .v

Vooroordelen

.

7

23

Theoriebron Vooroordelen

24

20

tie

OriĂŤntatie

4

27

u' Ac

Theoriebron Selffulfilling prophecy en vooroordelen Theoriebron Jouw vooroordelen aanpakken

30

33

U

itg

ev

er

ij

Ed

Theoriebron Vooroordelen tussen kinderen verminderen

3


Over deze training

Over deze training

.

Inleiding

Ed

u' Ac

tie

fb .v

De kern van deze training is bewustwording van het hebben van vooroordelen. We hebben ze allemaal en het is belangrijk om de vooroordelen te herkennen en bespreekbaar te maken. Op de werkplek, in de schoolklas en in het sportteam kan sprake zijn van een grote etnische diversiteit. Er zijn verschillen in geloof, seksuele geaardheid, uiterlijk en leeftijd. Diversiteit zou kunnen leiden tot meer tolerantie. Meer contact met verschillende soorten mensen zou kunnen zorgen voor minder vooroordelen. Door samen te leven en te werken, leer je elkaar beter kennen en begrijpen. En kun je je beter inleven in een ander. In deze training leer je wat vooroordelen zijn, je gaat aan de slag met je eigen vooroordelen en je leert hoe je vooroordelen tussen kinderen kunt verminderen.

Diversiteit van mensen kan leiden tot vooroordelen.

ij

Leerdoelen

Je herkent vooroordelen en kunt de gevolgen ervan benoemen. Je herkent je eigen vooroordelen en een selffulfilling prophecy. Je kunt je eigen vooroordelen aanpakken. Je kunt vooroordelen tussen kinderen helpen verminderen.

ev

er

• • • •

Beoordeling

U

itg

Beoordelingsformulier <

4

Je wordt op verschillende punten beoordeeld. Deze punten kun je in het beoordelingsformulier terugvinden. De volgende punten zijn belangrijk bij de beoordeling. • Je doet actief mee aan de lessen. • Je voldoet aan de voorwaarden bij de oefeningen en bij de demonstratie: correcte kleding, goede persoonlijke verzorging, geen sieraden.


Over deze training

Planning Aan het einde van de training moet je een demonstratie uitvoeren. Plan deze demonstratie tijdig in. Lees eerste de demonstratie goed door en vul daarna het planningsformulier in. Neem ook de andere oefeningen van deze training op in je totale planning. Zo voorkom je dat je in tijdnood komt.

fb .v

.

Planningsformulier <

Oefening Demonstratie: Interview en adviesverslag

tie

Casus

Voorbereiding

u' Ac

Je weet dat iedereen vooroordelen heeft. Voor jou is het van belang dat jij je bewust wordt van je eigen vooroordelen en dat je de vooroordelen tussen de kinderen kunnen verminderen. Je gaat daarom op zoek naar twee personen die werken met groepen kinderen. Deze twee ga jij interviewen.

er

ij

Ed

Je zoekt twee mensen die werken met groepen kinderen. Je vraagt of je een interview mag houden over vooroordelen en je geeft aan dat je achteraf met een adviesverslag komt. Je bereidt de interviews voor. Tijdens het interview is het handig wanneer jij een uitleg kunt geven over vooroordelen en de selffulfilling prophecy. Zorg dat je deze uitleg goed kunt geven. Schrijf de uitleg op. Daarnaast stel je van tevoren interviewvragen op. Ook deze noteer je. Onderwerpen van het interview zijn: • de vooroordelen van de geïnterviewde persoon • het herkennen van verschillen en overeenkomsten • de manier waarop met jongens- en meisjesspeelgoed wordt omgegaan • hoe wordt omgegaan met kinderen die tegen de vooroordelen ingaan • of de persoon zijn of haar eigen vooroordelen kan loslaten.

Uitvoering

U

itg

ev

Je houdt de interviews. Tip: Vraag steeds naar voorbeelden tijdens elk interview. Daar kun je vaak veel informatie uit halen. In ieder geval is doorvragen handig. Na de twee interviews stel je een adviesverslag op aan de hand van de theorie van de training. Stuur het verslag op naar de geïnterviewde persoon. Het verslag mag ook een filmpje zijn met jouw advies. Zorg ervoor dat je minstens drie adviezen geeft.

5


Over deze training

Reflectie

fb .v

.

Na het eerste interview stel je jezelf de volgende vragen en je noteert de antwoorden: • Hoe ging de uitleg? Wat ging goed wat kon beter? • Hoe waren mijn interviewvragen? Wat ging goed en wat kon beter? • Hoe vind ik het adviesverslag? Wat ging goed en wat kon beter? • Welke verbeterpunten neem ik mee voor het tweede interview? Noem er minstens twee. Na het tweede interview reflecteer je opnieuw op de vragen en op de verbeterpunten van het eerste of tweede interview.

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

Plan een datum waarop je de demonstratie gaat uitvoeren. Vul deze datum in op je planningsformulier.

6


Oriëntatie

Oriëntatie

.

Bekijk een van de twee filmpjes. Bespreek met elkaar dat: iedereen ziet wat hij wil zien.

fb .v

Filmpje Selective Attention Test <

Iedereen ziet wat hij wil zien

Filmpje 10 BEST Optical Illusions That Will Blow Your Mind <

Puntje, puntje, puntje • • •

Ed

Twee leerlingen gaan buiten op de gang staan. De overige leerlingen kiezen een werkwoord dat te maken heeft met het onderwerp van deze les. De twee leerlingen mogen weer binnenkomen en krijgen vijf minuten de tijd om met het stellen van gesloten vragen achter het werkwoord te komen. Ze mogen drie keer naar het werkwoord raden. Als ze het dan nog niet goed hebben, moeten ze het werkwoord uitbeelden en gaan zitten. Als ze het werkwoord geraden hebben, wijzen zij de volgende twee leerlingen aan die buiten de klas gaan staan zodat het spel opnieuw gespeeld kan worden. (Anders wijst de docent twee andere leerlingen aan.)

u' Ac

Oefening 2

tie

Oefening 1

Vragen over de opdracht:

er

ij

a. Was het moeilijk om werkwoorden bij het lesonderwerp te bedenken?

ev

b. Werden de werkwoorden geraden?

U

itg

c. Zaten er werkwoorden tussen die jij niet kende?

Voor als je vragen moest stellen: d. Kon je voldoende gesloten vragen bedenken?

7


OriĂŤntatie

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

fb .v

.

e. Had je een bepaalde strategie bedacht om zo snel mogelijk het antwoord te vinden?

8


Vooroordelen

Vooroordelen

.

Inleiding

Leerdoelen •

fb .v

Een vooroordeel is een mening die mensen in hun hoofd hebben over andere mensen of groepen mensen, zonder dat zij weten of hun mening klopt met de feiten. Er zijn vooroordelen in allerlei soorten en maten. Ontdek ze en vorm je mening over ‘anders zijn’.

Je herkent vooroordelen en kunt de gevolgen ervan benoemen.

Filmpje Multiculturele samenleving: 5. Vooroordelen en stereotypen <

Bekijk het Filmpje Multiculturele samenleving: 5. Vooroordelen en stereotypen. a. Welke informatie uit het filmpje is nieuw voor jou?

Ed

Theoriebron Vooroordelen <

Wat zijn vooroordelen?

b. In het filmpje en de theorie worden voorbeelden van vooroordelen en stereotypen genoemd. Bedenk zelf vijf vooroordelen.

ij

Oefening 3

u' Ac

tie

Subdoelen: • Je kunt vooroordelen herkennen. • Je weet waarom mensen vooroordelen hebben. • Je kunt veranderingen in vooroordelen herkennen. • Je kunt de gevolgen van vooroordelen benoemen. • Je kunt benoemen wat 'anders' is.

er

1. 2. 3.

ev

4.

c. Bedenk nog drie stereotypen daarbij. 1. 2. 3.

U

itg

5.

9


Vooroordelen

Werk in groepjes van 4 tot 6 personen. Twee personen beelden een vooroordeel uit, de anderen proberen te raden om welk vooroordeel het gaat.

a. Bij de vorige opdracht heb je zelf vooroordelen bedacht. Wat zouden redenen kunnen zijn om deze vooroordelen te hebben?

Ed

Theoriebron Vooroordelen <

Waarom hebben mensen vooroordelen?

u' Ac

Oefening 4

tie

e. Hoe komt dat denk je?

fb .v

.

d. Welke vooroordelen zijn makkelijk te raden en welke zijn moeilijk om te raden?

er

ij

b. Vergelijk jouw antwoord met die van medestudenten. Welke redenen komen het meeste voor?

Veranderende vooroordelen In liedjes, films en series komen regelmatig vooroordelen voor, bijvoorbeeld over jongens en meisjes. Ontdek minstens twee vooroordelen uit deze media. Je kunt onderstaande opties gebruiken of zelf op zoek gaan. • 'Not a pretty girl' van Ani Difranco (muziek) • 'Just a girl' van No Doubt (muziek) • Billy Elliot (film) • Bend it like Beckham (film) • Friends (serie) seizoen 3 aflevering 52 'The one with the Metaphorical Tunnel'.

ev

Oefening 5

U

itg

Theoriebron Vooroordelen <

10


Vooroordelen

fb .v

.

a. Welke vooroordelen heb jij ontdekt?

Oefening 6

Gevolgen van vooroordelen

a. Noem vier mogelijke gevolgen van vooroordelen.

ij

Ed

Theoriebron Vooroordelen <

u' Ac

tie

b. Heb jij nu andere vooroordelen dan vroeger? Hebben de media invloed op jouw vooroordelen? Noem eens twee voorbeelden.

ev

er

b. Heb jij zelf of heeft een familielid wel eens last gehad van vooroordelen? Had dit gevolgen? Zo ja, welke?

itg

Oefening 7

a. Wat is jouw mening over de stelling: Wees jezelf, er zijn zo veel anderen. Zijn er grenzen aan ‘jezelf zijn’?

U

Theoriebron Vooroordelen <

Wat is anders?

11


Vooroordelen

Ga met elkaar in discussie hierover.

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

fb .v

.

b. Is jouw mening veranderd door de discussie in de groep of door de theorie? Zo ja, wat is er veranderd?

12


Selffulfilling prophecy en vooroordelen

.

Selffulfilling prophecy en vooroordelen

fb .v

Inleiding

“Of je nou denkt dat je het kunt of niet kunt, je hebt gelijk” (Henry Ford). Onze verwachtingen komen vaak uit. Welke verwachtingen en vooroordelen heb jij over jezelf en anderen?

Leerdoelen

Je weet wat jouw vooroordelen zijn en hoe je ermee kunt omgaan.

tie

Theoriebron Selffulfilling prophecy en vooroordelen <

Selffulfilling prophecy

a. Omschrijf in je eigen woorden wat een selffulfilling prophecy is.

Ed

Oefening 8

u' Ac

Subdoelen: • Je weet wat bedoeld wordt met selffulfilling prophecy. • Je herkent een selffulfilling prophecy. • Je kunt jouw vooroordelen over jezelf herkennen. • Je kunt jouw vooroordelen over anderen herkennen.

ij

Casus 1

ev

er

Sommige mensen zijn bijgelovig. Stel, Linda gelooft dat een zwarte kat ongeluk brengt. Ze is dan ook niet verbaasd dat ze op haar werk een negatief bericht ontvangt op de dag dat ze ’s ochtends een zwarte kat heeft gezien. Ze zegt: ‘Zie je wel, ik wist dat er iets mis zou gaan vandaag.’

U

itg

b. Lees casus 1. Is er sprake van een selffulfilling prophecy? Waarom wel/niet?

13


Selffulfilling prophecy en vooroordelen

Casus 2

Voorbeelden van selffulfilling prophecy’s

tie

Oefening 9

fb .v

c. Lees casus 2. Is dit een selffulfilling prophecy? Waarom wel/niet.

.

Marco heeft vaak pech. Die dag gooit hij ’s ochtends zijn kop koffie omver. Hij zegt: ‘Dat gebeurt mij nou altijd!’

u' Ac

a. Welke verwachtingen heb jij over jezelf die wel eens een selffulfilling prophecy zouden kunnen worden? Noem er minstens twee.

er

ij

Ed

b. Wat voor verwachtingen had of heb jij op je (vorige) stageplek van de kinderen? Zouden deze kunnen leiden tot selffulfilling prophecy’s?

Oefening 10

a. Welke vooroordelen heb jij over anderen? Noem er vier.

U

itg

ev

Theoriebron Selffulfilling prophecy en vooroordelen <

Vooroordelen over een ander

14


Selffulfilling prophecy en vooroordelen

a. Welke vooroordelen heb jij over jezelf? Noem er drie.

Ed

u' Ac

Theoriebron Selffulfilling prophecy en vooroordelen <

Vooroordelen over jezelf

tie

Oefening 11

fb .v

.

b. Ga bij twee van deze vooroordelen eens na of ze kloppen, bijvoorbeeld door ernaar te vragen. Noteer hier het antwoord.

c. Welke vooroordelen over jezelf of over anderen wil jij het liefste veranderen? Noem er twee. Welke andere gedachte/verwachting kun je ervoor in de plaats zetten? Noteer de doelen die jij jezelf stelt in een online leeromgeving, zodat je later kunt kijken of jouw vooroordelen zijn veranderd.

U

itg

ev

er

ij

b. Vraag eens aan een paar medestudenten of zij de vooroordelen die jij over jezelf hebt herkennen. Denk er zelf ook nog eens goed over na. Zijn de vooroordelen die jij hebt over jezelf juist?

15


Jouw vooroordelen aanpakken

Inleiding

fb .v

.

Jouw vooroordelen aanpakken

Leerdoelen •

Je kunt jouw vooroordelen veranderen.

tie

Je hebt al ontdekt wat jouw vooroordelen zijn. Nu zoek je uit hoe je deze vooroordelen het beste kunt aanpakken.

Noem bij de volgende stellingen een positieve gedachte en een negatieve. Stelling 1: De auto wil niet starten. a. Positief:

ij

Theoriebron Jouw vooroordelen aanpakken <

Positief denken

Ed

Oefening 12

u' Ac

Subdoelen: • Je kunt positief denken. • Je kunt mensen het voordeel van de twijfel geven. • Je kunt anderen begrijpen, zodat je zelf ook eerder begrepen wordt. • Je kunt het gedrag van kinderen accepteren. • Je kent de taal van acceptatie.

ev

er

b. Negatief:

Stelling 2: Je bent vrijgezel en je bent uitgenodigd op een feestje.

U

itg

c. Positief:

16

d. Negatief:


Jouw vooroordelen aanpakken

Theoriebron Jouw vooroordelen aanpakken <

Het voordeel van de twijfel

a. Geef iemand het voordeel van de twijfel. Vervang negatieve interpretaties door positieve wanneer je de motivatie van de ander niet kent (en dat is bijna altijd het geval). Gebruik daarvoor de tabel uit de theorie. Vul drie situaties of gebeurtenissen in. Je weet niet de reden waarom

Automatische conclusie

Voordeel van de twijfel

ij

Ed

u' Ac

De situatie of gebeurtenis

tie

Oefening 13

fb .v

.

e. Let de komende week eens op. Welke negatieve gedachten heb jij? Welke positieve gedachten zou je daarvoor in de plaats kunnen zetten? Noem er twee.

itg

ev

er

b. Ga, waar mogelijk, na wat de motivatie van de ander was. Was er inderdaad sprake van een misverstand?

Oefening 14

U

Theoriebron Jouw vooroordelen aanpakken <

Anderen begrijpen a. Jullie gaan ĂŠcht luisteren naar elkaar. Maak in een groepje van drie een observatielijstje aan de hand van de theorie. Op welke punten kan de observator letten wanneer hij wil zien of zijn medestudent ĂŠcht luistert?

17


Jouw vooroordelen aanpakken

Oefening 15

fb .v

.

b. Nu ga je in groepjes van drie oefenen met ‘echt luisteren’. Eén persoon is verteller. Hij vertelt bijvoorbeeld over een situatie waarin hij boos was. De ander is luisteraar en probeert goed te luisteren. De derde persoon is observator en gebruikt de observatielijst. Wat ging er bij jou als luisteraar goed en wat kun je nog verbeteren?

Accepteren

u' Ac

tie

a. Je werkt bij deze opdracht met z’n tweeën. Welk lastig gedrag van kinderen probeer jij of een collega wel eens te bestrijden? Denk bijvoorbeeld aan je (vorige) stageplek. Noem elk twee voorbeelden.

Ed

b. Op welke andere manier zou je met dit gedrag kunnen omgaan?

Jouw vooroordelen aanpakken

ij

Oefening 16

U

itg

ev

er

a. Ga met elkaar in debat over de stelling ‘Nederland is vol’. Zoek eerst op internet naar verschillende meningen hierover. Vat jouw mening samen.

18


Jouw vooroordelen aanpakken

fb .v

.

b. Voer de discussie in de klas. Als je nu opnieuw naar jouw antwoorden kijkt, zitten er dan vooroordelen tussen? Heb je tijdens het debat nog andere vooroordelen gehoord?

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

c. Bedenk nog meer stellingen en zoek op internet of in boeken of de stelling juist of onjuist is.

19


Vooroordelen tussen kinderen verminderen

Inleiding

fb .v

.

Vooroordelen tussen kinderen verminderen Kinderen in een groep hebben ook vooroordelen over elkaar. Met de volgende opdrachten leer je hoe je de interactie tussen de kinderen het beste kunt bevorderen.

Leerdoelen Je kunt de vooroordelen tussen kinderen verminderen.

tie

Oefening 17

Overeenkomsten

u' Ac

Subdoelen: • Je kunt naast verschillen overeenkomsten zien. • Je kunt neutraal omgaan met speelgoed voor kinderen. • Je kunt ervoor zorgen dat kinderen elkaar beter begrijpen. • Je waardeert kinderen die tegen de vooroordelen ingaan. • Je kunt jouw vooroordelen loslaten.

er

ij

Ed

a. In de klas zijn er allerlei verschillen tussen de studenten. Bedenk er vijf. Schrijf bij elk verschil op of deze verschillen erg zijn.

U

itg

ev

b. Zoek een medestudent van wie jij denkt dat je er weinig overeenkomsten mee hebt. Zoek samen naar vijf overeenkomsten. Noteer ze hier.

20


Vooroordelen tussen kinderen verminderen

a. In de theorie kun je lezen over hoe een Zweedse speelgoedwinkel zijn reclamefolder heeft vormgegeven. Hoe staat het met de Nederlandse reclamefolders? Zoek online of in de folders thuis hoe wordt omgegaan met jongens- en meisjesspeelgoed.

fb .v

Theoriebron Vooroordelen tussen kinderen verminderen <

Jongens- en meisjesspeelgoed

.

Oefening 18

a. Bedenk vier vragen die je elkaar kunt stellen om elkaar beter te begrijpen bij een ruzie.

ij

Theoriebron Vooroordelen tussen kinderen verminderen <

Elkaar beter begrijpen

Ed

Oefening 19

u' Ac

tie

b. Bied jij vaak jongensspeelgoed aan bij jongens en meisjesspeelgoed bij meisjes, op jouw huidige of vorige stageplek bijvoorbeeld? Wat kun jij daarin nog verbeteren?

U

itg

ev

er

b. Doe nu net alsof je net ruzie hebt gehad met een medestudent. Ga in gesprek met z’n tweeÍn. Probeer nu de ruzie op te lossen door elkaar beter te begrijpen. Eerst zonder de tips uit de theorie te gebruiken en daarna met de tips. Waren er verschillen te merken? Zo ja, welke?

Oefening 20

Theoriebron Vooroordelen tussen kinderen verminderen <

Complimentjes geven a. Welke vooroordelen heb jij wel eens in gesprek met ouders? Noem er minstens twee.

21


Vooroordelen tussen kinderen verminderen

Oefening 21

Vooroordelen tussen kinderen verminderen

fb .v

.

b. Hoe zou je deze vooroordelen kunnen loslaten in een volgend gesprek? Kun je nog extra tips halen uit de theorie ?

tie

Deel goede voorbeelden van vooroordelen loslaten met elkaar. Zet goede voorbeelden van positief denken, onderscheid in jongens- en meisjesspeelgoed tegengaan, elkaar beter begrijpen, complimentjes geven en vooroordelen loslaten op een discussieforum of op een ander online forum waar je goede voorbeelden uit de klas met elkaar kunt delen. Zet er zelf minstens twee goede voorbeelden op.

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

Lees de goede voorbeelden van je klasgenoten. Welke goede voorbeelden vind jij het beste? Noem er minstens twee.

22


Reflecteren

Reflecteren

.

Bedenk een moment of situatie tijdens het werken aan de training waarvan je nu vindt dat je het in het vervolg anders zou moeten aanpakken. Kijk terug en doe dit met behulp van de STARRT-methode. Lever het reflectieverslag in bij je docent.

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

Werkmodel STARRT-methode <

Reflectie

fb .v

Oefening 22

23


Theoriebron Vooroordelen

Theoriebron Vooroordelen

.

Inleiding

tie

Wat zijn vooroordelen?

fb .v

Marten is Duits, hij heeft vast een bierbuik. Linda is een meisje, zij kan ons vast niet helpen met rekenen. Jouri komt uit Amsterdam, hij heeft vast wiet bij zich. Iedereen heeft vooroordelen. Wat zijn vooroordelen, hoe kun je ze herkennen en wat zijn de gevolgen van vooroordelen?

u' Ac

Een vooroordeel is een mening die mensen in hun hoofd hebben over andere mensen of groepen mensen, zonder dat zij weten of hun mening klopt met de feiten. Het gaat vaak over iemands uiterlijk, afkomst of religie. Wanneer je op basis hiervan al een mening over iemand hebt terwijl je die persoon eigenlijk niet eens kent, is er sprake van een vooroordeel. Vooroordeel: een oordeel vooraf. Voorbeelden van vooroordelen zijn: • Liza is een meisje, dus ze zal geen verstand hebben van computers. • Achmed is Turks, hij is waarschijnlijk crimineel. • Mark komt uit België, hij is vast dom.

U

itg

ev

er

ij

Ed

Bijna iedereen heeft wel eens vooroordelen. Soms lijkt een vooroordeel positief, zoals: donkere mensen kunnen goed hardlopen. Dit is misschien als compliment bedoeld, maar mensen vinden het niet altijd prettig om te horen. Mensen willen liever als persoon gezien worden dan als groep. Bovendien klopt het ‘compliment’, want niet alle donkere mensen kunnen goed hardlopen.

24

Veel roddels bevatten vooroordelen.

Waarom hebben mensen vooroordelen? Er zijn meerdere redenen waarom mensen vooroordelen hebben. Vooroordelen ontstaan vaak voor een deel door een gebrek aan kennis. Doordat mensen niet volledig op de hoogte zijn, trekken ze een voorbarige conclusie. Onbekend maakt vaak onbemind.


Theoriebron Vooroordelen

Vooroordelen zijn ook een hulpmiddel om de grote stroom aan informatie die dagelijks op ons afkomt te ordenen. Het is onmogelijk om alle informatie te verwerken. In onze hersenen maken we ergens een keuze om te focussen op bepaalde informatie.

Veranderende vooroordelen

fb .v

.

Vooroordelen zijn daarnaast vaak privégedachten. Mensen gebruiken deze ideeën om zich af te zetten tegen anderen en duidelijk te maken waar zij bij willen horen. Op deze manier worden ze dus gebruikt om de eigen persoonlijkheid te laten zien.

tie

Vooroordelen zijn hardnekkig. Als een bepaalde groep eenmaal een bepaald stempel heeft gekregen, komen ze daar moeilijk weer vanaf. Via de radio, social media en de tv hoor je dagelijks vooroordelen. Denk bijvoorbeeld aan de angst voor vluchtelingen of het debat over Zwarte Piet. Zelfs in liedjes en kinderboeken zitten allerlei vooroordelen. Zo worden zigeuners bijvoorbeeld vaak geschetst als kippendieven en fantasten.

u' Ac

In kinderboeken of in andere media kan dit bedoeld zijn als grap, maar deze humor heeft nadelige gevolgen. Verder hebben de media er belang bij om verhalen uit te vergroten, zij willen een beeld of mening duidelijker naar voren laten komen en de interesse van lezers en kijkers wekken. Toch bestaan er ook vooroordelen die veranderen. Hoofddoekjes zijn nu bijvoorbeeld ‘niet-westers’ en worden soms als taboe gezien, terwijl in de jaren vijftig de autochtone Nederlandse vrouwen massaal hoofddoekjes droegen. Dat werd toen als normaal gezien.

Ed

Gevolgen van vooroordelen

ij

De gevolgen van vooroordelen kunnen positief en negatief zijn. Laten we beginnen met de positieve kant. Soms zijn vooroordelen grappig, bijvoorbeeld in reclames. Daarnaast kunnen vooroordelen orde scheppen in de enorme informatiestroom die dagelijks op ons af komt.

U

itg

ev

er

Er zijn echter meer nadelige gevolgen. Door vooroordelen worden mensen bij voorbaat in hokjes geplaatst. Van deze mensen wordt dan verwacht dat ze zich gedragen volgens de kenmerken van ‘hun’ groep. Ook kunnen vooroordelen negatieve gevolgen hebben voor de manier waarop de een met de ander omgaat. Als mensen op basis van vooroordelen worden achtergesteld, is er sprake van discriminatie. Door vooroordelen krijgen mensen soms niet de kans om te laten zien we ze zijn of wat ze kunnen. Een moeder kan bijvoorbeeld geen fulltime baan krijgen, omdat zij minder flexibel zou zijn vanwege de kinderen thuis, terwijl de vader uit het gezin hier niet op wordt aangesproken.

Wat is anders? Er zijn allerlei kenmerken op basis waarvan je als ‘anders’ bestempeld kan worden. Maar ten opzichte van wie of wat ben je dan anders? Wie beslist dat? Als je alleen op de wereld zou zijn, dan zou je je nooit ‘anders’ voelen, want er is geen vergelijkingsmateriaal. Er is dan niemand in de buurt die een oordeel kan geven over jou of een verschil kan vaststellen.

25


Theoriebron Vooroordelen

Wanneer ben je dus anders? Wanneer je in de ogen van andere mensen als ‘anders’ wordt gezien. Het is menselijk om te letten op afwijkingen. Wanneer je een filmpje bekijkt waarop één persoon gekke gezichten trekt, wordt jouw aandacht daar automatisch naartoe getrokken en zul je langer naar deze persoon kijken.

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

fb .v

.

Dit betekent dat een kind dat zich anders gedraagt in een groep het meeste opvalt. Dit hoeft op zich geen probleem te zijn, het kan gewoon geaccepteerd worden of als bijzonder, grappig of talentvol worden gezien. Het wordt echter een probleem wanneer de omgeving de afwijking niet accepteert.

26


Theoriebron Selffulfilling prophecy en vooroordelen

.

Theoriebron Selffulfilling prophecy en vooroordelen

fb .v

Inleiding

u' Ac

tie

Verhalen over onbegrip of erger van mensen op basis van hun religieuze achtergrond of bijvoorbeeld seksuele geaardheid horen we vaak. Het lijkt alsof er steeds minder verdraagzaamheid is. Om daar verandering in te brengen, is het een eerste stap om onze eigen vooroordelen te onderzoeken.

Ed

Soms is iets anders dan verwacht of kun je er op verschillende manieren naar kijken. Zijn deze mensen allemaal even lang?

Selffulfilling prophecy

er

ij

Een selffulfilling prophecy is vrij vertaald een zichzelf vervullende voorspelling. Hiermee wordt bedoeld: je krijgt te zien waar je op rekent. Je denkt iets wat niet klopt, maar door jouw gedachten en gedrag komt de verwachting toch uit.

Jouw verwachtingen over het gedrag van een ander kunnen dus waarheid worden. Hetzelfde geldt voor verwachtingen en ideeĂŤn die jij over jezelf hebt. Het is aan jou om deze zo positief mogelijk te houden. Als je echt iets wilt, kun je namelijk vrijwel altijd een weg vinden. Als je iets niet wilt of denkt dat je het niet kan, kun je altijd een excuus vinden.

U

itg

ev

Een voorbeeld. Je hebt een kind met de diagnose autisme in jouw klas. Je denkt dat je van dit kind lage verwachtingen moet hebben, dat het bepaalde vaardigheden moeilijk zal leren en dat het voor veel ellende kan zorgen in de klas. Wanneer je als begeleider dit soort verwachtingen hebt, dan krijg je deze hoogstwaarschijnlijk vanzelf te zien. Zo’n kind wordt op deze manier niet beoordeeld op zijn gedrag, maar op jouw verwachting van zijn gedrag. Daarmee doe je het kind tekort.

27


u' Ac

Zie je een boom of twee gezichten?

tie

fb .v

.

Theoriebron Selffulfilling prophecy en vooroordelen

Voorbeelden van selffulfilling prophecy’s

Ed

Hieronder staan enkele voorbeelden van een selffulfilling prophecy. Kinderen hebben geen respect meer voor leerkrachten.

Mijn gedrag:

Ik ben strenger en harder als het gaat om respect tonen.

Reactie:

Door mijn strenge aanpak hebben de kinderen minder respect voor mij.

Bevestiging:

Zie je wel, de kinderen hebben geen respect.

er

ij

Vooroordeel:

Ik snap niks van rekenen. Ik zal er wel weer niks van kunnen.

Mijn gedrag:

Ik ga zenuwachtig naar de lessen. Als ik het even niet snap, gooi ik het bijltje erbij neer en ga ik kletsen met een vriendin.

U

itg

ev

Vooroordeel:

28

Reactie:

Doordat ik niet goed heb opgelet in de lessen en onvoldoende aantekeningen heb, maak ik de toets slecht.

Bevestiging:

Zie je wel, ik kan niet rekenen.

Vooroordeel:

Deze twee kinderen zijn slimmer dan die twee.

Mijn gedrag:

Ik heb hogere verwachtingen van de eerste twee kinderen en geef ze meer aandacht.

Reactie:

De eerste twee kinderen haalden hogere cijfers.

Bevestiging:

Zie je wel, die twee kinderen zijn slimmer.


Theoriebron Selffulfilling prophecy en vooroordelen

Vooroordelen over een ander

fb .v

.

Iedereen heeft vooroordelen. Het is gemakkelijk om je mening over een ander snel klaar te hebben. Ook jij hebt waarschijnlijk vooroordelen. Soms positief, bijvoorbeeld over een kennis, die je pas kort kent. Daarmee heb je een klik en je leent haar zomaar je auto uit. Maar ook negatief, bijvoorbeeld over vrachtwagenchauffeurs. Je ziet regelmatig vrachtwagens van de ene kant van de snelweg naar de andere kant zwalken. De chauffeur is vast met zijn mobieltje bezig. In elk geval let je extra goed op bij vrachtauto’s op de weg.

tie

Vooroordelen kunnen je soms beschermen, maar het is goed om kritisch naar jouw vooroordelen te kijken. In sommige media zijn er bijvoorbeeld veel negatieve berichten over allochtone mensen. Veel mensen praten wat dit betreft mee met anderen. Maar ze hebben zelf bijna geen contact gehad met deze mensen. Hoe kan het dan dat ze hen niet vertrouwen, bang voor ze zijn of zelfs haten? Terwijl ze ze eigenlijk niet kennen.

Vooroordelen over jezelf

u' Ac

Vooroordelen gaan vaak over andere (groepen) mensen, maar je kunt ook vooroordelen hebben over jezelf. Je denkt misschien dat je minder talentvol bent dan anderen, dat andere mensen beter zijn dan jij bent. Zo’n negatief zelfbeeld komt vaak voor. Je onderschat jezelf en laat daardoor misschien niet zien wie je echt bent en wat je allemaal kunt.

Ed

Dit soort vooroordelen - ook wel overtuigingen - over jezelf zitten vaak diep. Het zijn daardoor niet alleen gedachten die jij over jezelf hebt, maar je laat het ook zien in bijvoorbeeld je lichaamshouding, je stemgebruik en woordkeus. Andere mensen kunnen hierop reageren door jou minder serieus te nemen en dan is het cirkeltje rond. Jij denkt dan misschien: zie je wel, ik ben minder goed.

U

itg

ev

er

ij

Een feit is dat iedereen de moeite waard is. Iedereen is anders en het is juist mooi om jouw unieke kant te laten zien.

29


Theoriebron Jouw vooroordelen aanpakken

.

Theoriebron Jouw vooroordelen aanpakken

fb .v

Inleiding

Positief denken

tie

Het is soms net alsof je automatisch al vooroordelen hebt, zo snel heb je soms je mening klaar. Tijd om daar wat aan te doen. Hoe kun je nu het beste je eigen vooroordelen aanpakken?

u' Ac

Wanneer je positief of negatief denkt, heeft dat invloed op jouw gevoel en daarmee ook op jouw gedrag. Er is bijvoorbeeld iets gebeurd. Die gebeurtenis is een feit, maar jouw gedachtes daarover zijn subjectief. Iemand anders kan er anders over denken. Door jouw gedachtes maak je de situatie lastig, grappig, stressvol of interessant. Wanneer je veel negatieve gedachtes hebt, bijvoorbeeld over jezelf, raak je daar vanzelf van overtuigd. Toch kun je zelf kiezen hoe jij denkt en reageert op de gebeurtenissen. Je kunt dus ook zelf bepalen of je negatief blijft denken of dat je ook de positieve kanten kunt zien.

Ed

Een voorbeeld. Je denkt dat je niet goed kunt koken. Als je vaak tegen jezelf zegt: ik kan niet koken, lukt het vast vaak ook niet. Deze gedachte zou je kunnen ombuigen naar: mijn familie en vrienden vinden mijn salades lekker en op internet kan ik veel makkelijke recepten vinden die lekker zijn.

ij

Het voordeel van de twijfel

U

itg

ev

er

Je kunt je vooroordelen verminderen door mensen het voordeel van de twijfel te geven. Vaak weet je niet wat de achterliggende reden waarom iemand iets doet. Je trekt dan automatische conclusies, die misschien niet kloppen. In plaats van negatieve conclusies, kun je mensen het voordeel van de twijfel gunnen. Zie de voorbeelden in de tabel:

30

De situatie of gebeurtenis

Je weet niet de reden waarom

Automatische conclusie

Voordeel van de twijfel

Ik krijg steeds minder berichten van ZoĂŤ.

Ik weet niet de reden waarom.

Ze wil m’n vriendin niet meer zijn.

Ze heeft veel nieuwe dingen aan haar hoofd, maar wil wel contact houden.

De nieuwe lerares is erg streng.

Ik weet niet de reden waarom.

Ik vind de nieuwe lerares niet aardig.

De nieuwe lerares laat weten waar de grenzen liggen. Ze kan alsnog aardig zijn.


Theoriebron Jouw vooroordelen aanpakken

Wanneer je iemand het voordeel van de twijfel geeft, betekent dit niet dat je de eventuele problemen of vragen weg moet stoppen. Het zou goed zijn om de echte reden van iemands gedrag te achterhalen.

fb .v

.

Anderen begrijpen

Wanneer je andere mensen beter begrijpt, word je zelf ook eerder begrepen. In plaats van automatisch conclusies te trekken is het beter om de echte reden van iemands gedrag te achterhalen.

tie

Ook als het gaat om vooroordelen over etniciteit, seksuele geaardheid, enzovoort is het goed om de feiten boven tafel te halen. Kloppen de gedachtes die jij hebt met de werkelijkheid? Een goede manier hiervoor is ‘kennis opdoen’. Door elkaar beter te leren kennen, kunnen vooroordelen verminderen.

Accepteren

u' Ac

Ook als je met mensen in gesprek bent, heb je vaak al snel een mening klaar. Dan luister je niet écht, maar ben je vooral gericht op het antwoord dat je zelf zal geven en hoor je vooral informatie die je verwacht te horen. Écht luisteren doe je door zelf minder te praten en open vragen te stellen met de 5 W-vragen en de Hoe-vraag. Ook is het goed om LSD (Luisteren, Samenvatten, Doorvragen) te gebruiken.

Ed

Wanneer je lastig gedrag tegenwerkt, heb je kans dat je dit gedrag alleen maar versterkt. Een voorbeeld: de kinderen klagen over de hoeveelheid huiswerk. Jij zegt dat ze niet moeten zeuren. Daardoor voelen zij zich minder begrepen en gaan ze juist nog meer mopperen. Een eerste stap is om het gedrag te accepteren. Laat ze even mopperen bijvoorbeeld.

er

ij

In de Gordon-methode zie je een verschil tussen een probleem van de ouder/begeleider en een probleem van het kind. Wanneer je als begeleider bijvoorbeeld hoofdpijn hebt en je wilt dat een kind wat minder lawaai maakt, heb jij als begeleider een probleem. Je kunt het kind dan confronteren met het gedrag en zorgen dat jouw eigen behoeften worden vervuld (minder lawaai aan je hoofd).

U

itg

ev

Wanneer het kind een probleem heeft, is het belangrijk om de verantwoordelijkheid voor het kind ook bij hem of haar te laten. Je gaat dan écht luisteren en het kind accepteren.

31


Theoriebron Jouw vooroordelen aanpakken

De taal van accepteren Er zijn verschillende manieren om een kind te laten merken dat je het accepteert.

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

fb .v

.

1. non-verbaal Met een knipoog, een aai over de bol of met een glimlach. 2. niet mengen in activiteiten Wanneer een kind bijvoorbeeld een toren aan het bouwen is, kun jij hem als begeleider zijn gang laten gaan. Het kind kan dan zijn eigen fouten maken en met zijn eigen ideeën een toren bouwen. 3. passief luisteren Je zegt alleen woordjes als ‘mm-mm’, ‘o’ en ‘ja’ en zwijgt verder. Je accepteert wat het kind vertelt, ook al vertelt het bijvoorbeeld over een scheldpartij, en moedigt aan om verder te vertellen. 4. de deur openzetten Alleen maar passief luisteren, werkt ook niet. Er zijn ook andere teksten waarmee je de deur openzet, zodat kinderen hun verhaal kunnen doen. Voorbeelden zijn: ‘Dat is interessant’, ‘Je meent het’, ‘Vertel het me maar’ en ‘Wil je erover praten?’ In deze reacties zit geen oordeel over het kind en wat het zegt verborgen.

32


Theoriebron Vooroordelen tussen kinderen verminderen

fb .v

.

Theoriebron Vooroordelen tussen kinderen verminderen Inleiding

u' Ac

tie

In een groep kinderen vinden regelmatig ruzies en pesterijen plaats. Bijvoorbeeld tussen de jongens en meisjes of tussen de sportieve en creatieve kinderen. Jij wilt graag dat de kinderen prettig met elkaar omgaan. Door veel te praten met de kinderen en uitleg te geven, maar ook goed te luisteren, leer je hen de wereld om zich heen te begrijpen. Je bevordert dan niet alleen de sociale ontwikkeling, maar tegelijkertijd de taalontwikkeling. Denk aan de interactievaardigheid ‘uitleggen en praten’.

Overeenkomsten

Ook al verschillen mensen aan de buitenkant, van binnen voelen ze vaak hetzelfde. Eigenlijk wil iedereen gelukkig worden en geaccepteerd worden door anderen. Behandel anderen daarom zoals je zelf ook behandeld wilt worden.

Ed

Pesten richt zich vaak op iemand die ‘anders’ is. Het gaat bijvoorbeeld om rood haar, grote voeten, verlegen zijn of een afwijkende neus. Niemand wil raar gevonden worden. En we zijn trouwens nu eenmaal allemaal anders, geen enkel mens is gelijk. Waardeer daarom de verschillen, vind ze interessant.

er

ij

Ga daarnaast op zoek naar overeenkomsten. Meestal zijn we gericht op verschillen en daarmee wordt de afstand tussen mensen vaak groter. Je krijgt dan bijvoorbeeld vaker wij-zij verhalen: ‘Wij eten rond zes uur ‘s avonds, zij eten veel later.’ Als je je meer op overeenkomsten richt, krijg je op een andere manier contact met iemand. Vaak ontstaat dan meer verbinding. Dit kun je kinderen ook leren.

U

itg

ev

Jongens- en meisjesspeelgoed Er zijn behoorlijk wat stereotype beelden over wat jongensspeelgoed en meisjesspeelgoed is. Betrap jij jezelf er ook wel eens op dat je poppen vaker aan meisjes geeft? Of dat je jongens sneller aan het bouwen zet? In Zweden heeft een speelgoedwinkel een folder uitgegeven waarin jongens met ‘meisjesspeelgoed’ spelen en andersom. Ze wilden af van het stereotype beeld. Ze vinden dat je kinderen niet moet uitsluiten van wat voor speelgoed dan ook. Een kind is nog niet bezig met de verschillen in geslacht, maar het beeld wordt opgelegd door reclamemakers en misschien ook door ouders en begeleiders.

33


Ook jongens kunnen met poppen spelen.

fb .v

.

Theoriebron Vooroordelen tussen kinderen verminderen

u' Ac

tie

Soms denken kinderen dat wij vinden dat ze met bepaald speelgoed wel of niet horen te spelen. Zelfs al zijn ze nog jong, dan kunnen ze dat al in de gaten hebben. De reclamefolder uit Zweden is een goed voorbeeld om dit te doorbreken. Wie weet kun jij er als begeleider van kinderen ook wat aan toevoegen.

Elkaar beter begrijpen

er

ij

Ed

Wanneer je werkt met kinderen weet je dat er regelmatig ruzies zijn. Zo kun je de kinderen helpen om elkaar beter te begrijpen: 1. Zorg dat de kinderen rustig blijven. Leer ze bijvoorbeeld om tot tien te tellen voordat ze wat zeggen bij een ruzie. 2. Stel vragen zodat ze elkaar beter kunnen begrijpen. (Oudere kinderen kunnen ook elkaar vragen stellen.) Denk hierbij aan de 5-W vragen en de Hoe-vraag. Vraag bijvoorbeeld: 'Wat is er aan de hand dat je zo boos bent?' Of: 'Waar komen die boze gevoelens vandaan?' 3. Laat de kinderen vertellen wat hun dwarszit. Door de zinnen met 'ik' te laten beginnen, wordt het minder beschuldigend. Bijvoorbeeld: 'Ik vind het vervelend dat …' of 'Ik voel me rot als je …'. 4. Probeer samen oplossingen te bedenken. Kies vervolgens een oplossing waarmee iedereen blij is.

U

itg

ev

Complimentjes geven

34

Geef kinderen die tegen een bepaald vooroordeel ingaan een complimentje. Zeg bijvoorbeeld tegen een jongen die zich heeft verkleed als een prinses: ‘Wat zie je er mooi uit!’ Of tegen een kind dat tegen pesterijen ingaat (‘Wat maakt het uit dat hij anders is.’): ‘Wauw, wat mooi gezegd.’ Geef ook eens een compliment aan iemand die je niet zo aardig vindt. Het kan namelijk zijn dat jullie in een vicieuze cirkel draaien: hij is niet aardig tegen je geweest, jij doet niet aardig terug, hij doet weer niet aardig tegen jou en vervolgens ben jij ook niet meer aardig. Doorbreek de cirkel door toch eens aardig te zijn, bijvoorbeeld met een complimentje. Probeer het goede in de persoon te zien.


Theoriebron Vooroordelen tussen kinderen verminderen

Vooroordelen loslaten Wanneer je in gesprek bent met kinderen of ouders is het goed om op je eigen vooroordelen te letten. Door je er bewust van te worden, kun je anders reageren.

fb .v

.

Er zijn bijvoorbeeld enkele Turks-Nederlandse kinderen bij jou in de groep die altijd te laat komen. Nu komen er nieuwe Turkse ouders en wil je ze, bijna, wijzen op de vaste begintijden. Het is beter om eerst af te wachten hoe het gaat. Het is niet gezegd dat de kinderen van deze ouders ook vaak te laat zullen zijn.

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

Een ander voorbeeld. Je krijgt een nieuwe jongen in de groep, Theo, het broertje van Tess. Tess was altijd erg druk en je houdt Theo daarom streng in de gaten. Maar Theo is heel anders en vindt het niet prettig dat jij hem zo in de gaten houdt.

35


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.