33940 Oriëntatie op de dienstverlening in de VVT

Page 1

.v

.

Cursus

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

fb

OriĂŤntatie op de dienstverlening in de VVT


Colofon

.v

.

Uitgeverij: Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl

fb

Auteur: Joke Christiaans Inhoudelijke redactie: Babke Brüll Titel: Oriëntatie op de dienstverlening in de VVT

ie

ISBN: 9789037233940 ©

Ac t

Edu’Actief b.v. 2017 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Ed

u'

Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

C

op

yr

ig

ht

Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.


Inhoud Over deze cursus

8

De visie op zorg in de VVT De zorg organiseren

15

Actuele ontwikkelingen Werken in de VVT

11

fb

Instellingen in de VVT

.v

.

7

19

ie

OriĂŤntatie

4

24 27

Ac t

Theoriebron Instellingen in de VVT

Theoriebron De visie op zorg in de VVT Theoriebron De zorg organiseren

30

32

34

u'

Theoriebron Actuele ontwikkelingen 37

C

op

yr

ig

ht

Ed

Theoriebron Werken in de VVT

3


Over deze cursus

Over deze cursus

.

Inleiding

Ed

u'

Ac t

ie

fb

.v

In deze cursus leer je de werkgebieden in de VVT kennen. Je maakt kennis met de verschillende instellingen en je verdiept je in de geschiedenis van de VVT. Je leert ook iets over de toekomstverwachtingen.

C

op

yr

ig

ht

In de VVT kom je vaak oudere zorgvragers tegen.

4

Je biedt regelmatig ondersteuning bij de mobiliteit.


Over deze cursus

Leerdoelen

fb

.v

.

De leerdoelen van deze cursus zijn: • Je kunt benoemen welke soorten instellingen behoren tot de VVT-sector en voor welke cliënten de VVT-sector bedoeld is. • Je kunt de visie op VVT-zorg en de ontwikkeling van de VVT-sector in verleden, heden en toekomst beschrijven. • Je kunt uitleggen hoe de zorg aan cliënten in de VVT-sector georganiseerd wordt. • Je kunt actuele ontwikkelingen in de VVT-zorg beschrijven. • Je kunt actuele knelpunten in de VVT-zorg beschrijven. • Je kunt vertellen wat werken in VVT inhoudt.

Ac t

Aan het eind van de cursus wordt je parate kennis beoordeeld met een toets. Je praktische beheersing van de leerdoelen wordt getoetst aan de hand van een beroepsproduct. Dit wordt op verschillende punten beoordeeld: op inhoud (producteisen) en op de uitvoering (processtappen). Andere belangrijke punten bij de beoordeling zijn: actieve deelname aan de lessen, nette uitwerking van de opdrachten in correct Nederlands. Je vindt ze bij elkaar in het beoordelingsformulier.

Planning

Een beroepsproduct maken kost tijd. Daarom moet je dit goed plannen. Lees eerst de opdracht van het beroepsproduct goed door en vul daarna het planningsformulier in. Neem ook de andere opdrachten van deze cursus op in je totale planning. Zo voorkom je dat je in tijdnood komt.

Ed

Planningsformulier <

u'

Beoordelingsformulier <

ie

Beoordeling

In een groepje van vier schrijven jullie een verhaal waarin een situatie wordt beschreven zoals die zich in het jaar 2040 zou kunnen voordoen. In de casus gaat het over een van de volgende onderwerpen: • organisatie van de VVT-zorg • de cliënten die gebruikmaken van VVT-zorg • de mensen die werkzaam zijn in de VVT-zorg • de hulpmiddelen die gebruikt kunnen worden.

C

op

yr

ig

Werkmodel Storytelling <

ht

Beroepsproduct: De toekomst van de VVT (4)

Voor het uitwerken van de casus maken jullie gebruik van Werkmodel Storytelling. De techniek storytelling houdt in: • Het verhaal heeft een begin, midden en einde. • Het verhaal bevat een of meer hoofdpersonen en een verhaallijn met daarin een conflict of gedragsprobleem dat actie van de hulpverlener nodig maakt. • Het verhaal is waargebeurd. • Het verhaal is prikkelend en roept emotie of discussie op. Plan voor jezelf een datum waarop je dit beroepsproduct inlevert. Vul deze datum in op je planningsformulier.

5


Over deze cursus

Eisen aan de uitvoering – –

Maak een planning. Gebruik de criteria van het beoordelingsformulier.

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

fb

.v

.

Laat elke processtap goedkeuren door je docent voordat je begint aan de volgende processtap.

6


Oriëntatie

Oriëntatie Opdracht 1

Boodschappenlijstje

Bingo

Ac t

Opdracht 2

ie

fb

.v

.

Jullie worden ingedeeld in groepjes. Ieder groepje krijgt een groot vel papier met daarop het woord VVT. Je hebt 3 minuten de tijd om om de beurt een woord/feit over het onderwerp te schrijven (scheldwoorden/schuttingtaal mag niet). Na deze 3 minuten worden de resultaten van iedere groep naast elkaar gelegd en vergeleken. Een groepje krijgt een punt als er een onderwerp op het blad staat dat niet voorkomt bij de andere groepjes en dat wel te maken heeft met VVT. Het groepje met de meeste punten hoeft vandaag niet op te ruimen. Wist je al veel van het onderwerp af? Welke nieuwe dingen heb je erbij geleerd?

ht

Ed

u'

Er staan vijftien moeilijke woorden op het bord die met het onderwerp van de les te maken hebben. Maak een bingoblaadje met negen vakken:

yr

ig

Schrijf in willekeurige volgorde in ieder vak een woord van het bord. Geef jouw blaadje aan je buurman links. De docent geeft nu een uitleg van een woord zonder dat woord te noemen. Als het woord voorkomt op het blaadje dat voor je ligt, streep je het door. Zodra je alle woorden hebt doorgestreept, roep je BINGO. Alle woorden die nog niet genoemd zijn, worden kort besproken.

C

op

Opdracht 3

Puntje, puntje, puntje Twee leerlingen gaan buiten op de gang staan. De overige leerlingen kiezen een werkwoord dat te maken heeft met het onderwerp ‘werken in de VVT’. De twee leerlingen mogen weer binnenkomen en krijgen 5 minuten de tijd om door het stellen van gesloten vragen achter het werkwoord te komen. Ze mogen drie keer naar het werkwoord raden; als ze het dan nog niet goed hebben, moeten ze het werkwoord uitbeelden en gaan zitten. Als ze het werkwoord geraden hebben, wijzen zij de volgende twee leerlingen aan die buiten op de gang moeten gaan staan, zodat het spel zich kan herhalen.

7


Instellingen in de VVT

Instellingen in de VVT

.

Inleiding

Ed

u'

Ac t

ie

fb

.v

De VVT is een verzamelbegrip voor een aantal verschillende instellingen en evenzovele cliënten. Met deze opdrachten leer je die verschillen kennen en ontdek je waar de verschillende cliënten kunnen wonen en welk type zorg daar geboden wordt.

De entree van een verpleeghuis.

ht

Leerdoelen

yr

ig

Je kunt: • de verschillende soorten instellingen onderscheiden • benoemen welk type zorg hier geboden wordt • de verschillende soorten cliënten onderscheiden.

C

op

Opdracht 1

8

De collage Je maakt een collage over de verschillende soorten instellingen binnen de VVT. In je collage wordt duidelijk wat de verschillen en overeenkomsten tussen de instellingen zijn en welke cliënten je in die instellingen kunt aantreffen.


Instellingen in de VVT

Opdracht 2

Wat is wat?

Een vergelijking

Ed

Opdracht 3

.v

u'

Ac t

ie

fb

Je schrijft een kort verslag waarin je beschrijft wat men verstaat onder: • intramurale zorg • extramurale zorg • semimurale zorg • transmurale zorg. Geef bij elke vorm een voorbeeld.

.

Lees Theoriebron Instellingen in de VVT.

Theoriebron Instellingen in de VVT <

Bedenk wat de overeenkomsten en de verschillen zijn tussen het verpleeghuis, het verzorgingshuis en de thuiszorg. Breng die samen in een tabel. Je mag de volgende tabel gebruiken, maar je mag ook een eigen tabel ontwerpen. Omschrijving

Overeenkomst

Verschil

ht

Verpleeghuis

ig

Verzorgingshuis

C

op

yr

Thuiszorg

Opdracht 4

Website Prezi <

De instellingen Maak in een tweetal een presentatie waarin je laat zien welke instellingen je in de VVT kunt tegenkomen en wat zich daar precies afspeelt. Je mag voor de presentatie gebruikmaken van een digitaal hulpmiddel, zoals Prezi of PowerPoint. Presenteer aan de klas.

9


Instellingen in de VVT

Opdracht 5

Een sociale kaart

fb

.v

.

Je maakt in een groepje een sociale kaart voor de cliënten die je tegenkomt in de VVT. Een sociale kaart is een overzicht van personen/instellingen die zorg verlenen binnen een bepaald gebied. Een sociale kaart beschrijft: • de naam van de instelling/persoon • de soort instelling • in het kort de instelling/persoon • het adres van de instelling/persoon • het telefoonnummer van de instelling/persoon • de website van de instelling/persoon • het doel van de instelling/persoon • de diensten die de instelling/persoon levert • de doelgroep die gebruik kan maken van de diensten van de instelling/persoon.

Ac t

ie

a. Kies een cliënt die je zou kunnen tegenkomen binnen de VVT. Maak een korte beschrijving van deze cliënt: wat heeft hij, tegen welke problemen loopt hij aan en welke ondersteuning heeft hij nodig?

Opdracht 6

Mindmappen

u'

Maak voor deze cliënt een sociale kaart van instellingen en personen die hem zouden kunnen ondersteunen. Denk je hierbij in dat de cliënt woont in het deel van de stad of het dorp waar jij vandaan komt. b. Presenteer met je groepje de sociale kaart aan de klas.

C

op

yr

ig

ht

Ed

a. Maak een mindmap over het onderwerp VVT. Voeg hier plaatjes en foto’s aan toe, zodat het een duidelijk overzicht wordt waarmee je anderen informatie kunt geven. b. Presenteer je mindmap aan de klas. Vraag feedback.

10


De visie op zorg in de VVT

De visie op zorg in de VVT

.

Inleiding

u'

Ac t

ie

fb

.v

Als je in de VVT-sector gaat werken, moet je iets weten over het verleden, het heden en de toekomst van deze sector. De opdrachten helpen je dit helder te krijgen.

Ed

De toekomst van de VVT.

Leerdoelen

ht

Je kunt: • de algemene doelstellingen van de VVT benoemen • de geschiedenis van de VVT benoemen • de huidige situatie en de toekomst in de VVT benoemen.

Doelen 1

ig

Opdracht 1

In een tweetal maak je een presentatie met behulp van Paddlet of Prezi.

yr

Website Prezi <

C

op

Website Paddlet <

a. Maak een overzicht van de doelstellingen van de VVT-sector. Je vat dit samen in een digitale presentatie. b. Presenteer jouw overzicht aan de klas.

11


De visie op zorg in de VVT

Opdracht 2

Doelen 2 Lees Theoriebron De visie op zorg in de VVT en kies een van de doelstellingen van de VVT. Lees deze goed door.

Theoriebron De visie op zorg in de VVT <

fb

.v

.

a. Leg uit waarom je deze doelstelling hebt gekozen.

Opdracht 3

Je gaat een verhaal vertellen. Dit verhaal gaat over de geschiedenis van de VVT-zorg. Je mag een hoofdpersoon kiezen, bijvoorbeeld Florence Nightingale, maar het mag ook over een speciale gebeurtenis gaan, bijvoorbeeld de ontdekking van penicilline. Gebruik Werkmodel Storytelling. Jouw verhaal heeft een duidelijke rode draad, een begin, een middenstuk en een einde. Je sluit af met een conclusie. Je doet onderzoek voor dit verhaal en je mag gebruikmaken van internet. Let er wel op dat je een betrouwbare bron gebruikt. Je mag natuurlijk ook in gesprek gaan met ouderen die gebruikmaken van de VVT.

ht

Ed

Werkmodel Storytelling <

Opdracht 4

Interview

In een tweetal neem je een interview af.

ig

Theoriebron De visie op zorg in de VVT <

Het verhaal

a. Jullie noteren zes interviewvragen die jullie aan een ouderejaarsstudent kunnen stellen. Je vraagt naar ervaringen binnen de VVT en naar de mening van de student over de huidige situatie.

yr op

C 12

u'

Ac t

ie

b. Leg uit wat je van deze doelstelling vindt en waarom je dat vindt. Ben je het ermee eens? Kom je dit ook tegen in de stage? Wat zou je eraan willen veranderen/verbeteren?


De visie op zorg in de VVT

Opdracht 5

Ac t

ie

fb

.v

.

b. Je kiest een ouderejaarsstudent uit, bij wie je een interview afneemt. Je vat de antwoorden samen en jullie geven hier samen je mening over. Wat valt je op?

Filmen

Vorm groepjes van zes. Jullie gaan een filmpje maken. Dit doen jullie dit door voorbijgangers op straat te interviewen. Je vraagt deze mensen naar hun mening over de VVT zoals die vandaag de dag is. Vertel duidelijk dat je met een schoolopdracht bezig bent en dat je het filmmateriaal nergens anders voor gebruikt. Neem een ID-kaart van school mee, zodat je kunt bevestigen wie je bent. Eerst bedenken jullie een aantal vragen die jullie gaan stellen. Gebruik hierbij Theoriebron De visie op zorg in de VVT. Bedenk vervolgens hoe jullie het filmpje gaan opnemen, jullie verdelen de rollen. Maak een vlot lopend filmpje van het verzamelde materiaal. Presenteer je film aan de klas.

Opdracht 6

Ed

u'

Theoriebron De visie op zorg in de VVT <

De politiek in

ht

Jouw groep richt een politieke partij op: de PArtij voor de ZOrg, afgekort de PAZO. Jullie partij wil in 2030 verkiesbaar zijn en dus gaan jullie aan de slag om een goed verkiezingsprogramma samen te stellen.

C

op

yr

ig

a. Jullie stellen een verkiezingsprogramma samen waarin jullie visie op de zorg in de VVT duidelijk naar voren komt. Je draagt voorbeelden aan en verantwoordt hoe je jullie plannen wilt bekostigen.

13


De visie op zorg in de VVT

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

fb

.v

.

b. Met het verkiezingsprogramma in de hand ga je campagne voeren. Bedenk argumenten waarom mensen op jullie zouden moeten stemmen. Houd de campagne in de klas. Wie wint?

14


De zorg organiseren

De zorg organiseren

.

Inleiding

Ed

u'

Ac t

ie

fb

.v

De organisatie van de zorg is een complex geheel. Je moet deze echter wel begrijpen, anders kun je het systeem niet aan de cliënten uitleggen. Je hebt kennis nodig over wettelijke regelingen, verpleegsystemen en de organisatie van de financiering van de zorg. Je maakt hiermee kennis door de opdrachten te maken.

ht

De gemeente organiseert een deel van de zorg in de VVT.

ig

Leerdoelen

C

op

yr

Je kunt: • onderscheid maken tussen de organisatie van de verschillende typen zorginstellingen • het ZZP-/zorgprofiel-systeem uitleggen • de verschillende wijzen van zorg verlenen benoemen.

15


De zorg organiseren

Opdracht 1

Wie doet wat? Lees Theoriebron De zorg organiseren.

Theoriebron De zorg organiseren <

Wie wonen er in een verpleeghuis en wie werken er precies? Beantwoord de vragen.

ie

fb

.v

.

a. Waarom kan een verpleeghuis bepaalde cliënten wel opnemen en andere niet? Wie bepaalt dat?

In beeld

Ed

Opdracht 2

u'

Ac t

b. Welke medewerkers kun je in een verpleeghuis tegenkomen?

Laat zien hoe een instelling georganiseerd kan zijn. Kijk bijvoorbeeld welke cliënten in welk type instelling verblijven en welke medewerkers je tegenkomt in de instelling.

C

op

yr

ig

ht

a. Verzamel foto’s, plaatjes, cartoons enzovoort die verschillende organisatiewijzen laten zien en plak ze op of verzamel ze digitaal. b. Maak een beschrijving bij je collage en presenteer deze aan de groep. Vraag feedback en verwerk deze.

16


De zorg organiseren

Opdracht 3

ZZP/zorgprofiel Zoek op internet op wat het zorgzwaartepakket-systeem en zorgprofiel precies inhouden en maak hier een overzichtelijk schema van. Beantwoord daarna de vragen.

fb

.v

.

a. Wat betekent dit voor de cliënten?

Casus mevrouw Suttorp

u'

Opdracht 4

Ac t

ie

b. Wat betekent dat voor de instelling?

Ed

Lees de casus en maak de opdracht.

Mevrouw Suttorp

ht

Mevrouw Suttorp is 74 jaar en heeft vergevorderde diabetes. Ze is alleenstaand. Haar dochter en haar zus wonen binnen een straal van 3 kilometer. Ze is steeds minder goed in staat om zelfstandig te leven en een eigen huishouden te voeren. Ze is door het CIZ geïndiceerd. Gezien de beperkingen van mevrouw Suttorp krijgt ze een indicatie voor een volledig pakket: zorgzwaartepakket (ZZP) 6 voor de sector V&V.

yr

ig

a. Wat betekent het om ZZP 6 geïndiceerd te krijgen?

C

op

b. Welke mogelijkheden heeft iemand met ZZP 6?

17


De zorg organiseren

Opdracht 5

De was of de cliënt? Lees Theoriebron De zorg organiseren.

Theoriebron De zorg organiseren <

.

Je maakt in een tweetal een overzicht van de manieren waarop een instelling zorg kan verlenen: taakgericht, teamgericht, cliëntgericht, vraaggericht of aanbodgericht.

.v

a. Geef aan wat de voordelen van deze werkwijzen zijn.

fb

Taakgericht: Teamgericht:

ie

Cliëntgericht:

Ac t

Vraaggericht: Aanbodgericht:

b. Geef aan wat de nadelen van deze werkwijzen zijn.

Ed

Cliëntgericht:

u'

Taakgericht:

Teamgericht:

Vraaggericht:

ht

Aanbodgericht:

Zo moet ’t

ig

Opdracht 6

C

op

yr

Samen met een klasgenoot kies je een werkwijze uit, bijvoorbeeld cliëntgericht verzorgen of taakgericht verzorgen. Jouw klas weet niet waar het over gaat, dus schrijf je een instructie waarin je precies uitlegt hoe je op de door jullie gekozen wijze zorg moet verlenen. Voer die instructie uit in de groep.

18


Actuele ontwikkelingen

Actuele ontwikkelingen

.

Inleiding

ht

Ed

u'

Ac t

ie

fb

.v

De zorg is altijd in ontwikkeling. Het is erg belangrijk dat je die ontwikkelingen bijhoudt, anders ben je niet meer in staat om goede zorg te verlenen.

ig

In 2015 werd de Participatiewet van kracht.

Leerdoelen • • • •

het begrip participatiemaatschappij uitleggen de belangrijkste veranderingen in de wetgeving benoemen de invloed van technologie en domotica benoemen de effecten van de veroudering van de samenleving omschrijven.

En je hebt inzicht in de invloed van de multiculturele samenleving op de zorg.

C

op

yr

Je kunt:

19


Actuele ontwikkelingen

Opdracht 1

Artikel Schrijft een artikel waarin je uitlegt wat jouw mening is over de participatiemaatschappij. Gebruik hiervoor Werkmodel Artikel schrijven.

Werkmodel Artikel schrijven <

Opdracht 2

Onderzoek

ie

Zoek op internet op de zoekterm ‘participatiemaatschappij’.

fb

.v

.

Theoriebron Actuele ontwikkelingen <

u'

Ac t

a. Hoeveel bronnen vind je? Wat zeggen ze? Maak een samenvatting.

yr

ig

ht

Ed

b. Noteer de verschillen en de overeenkomsten. Zijn mensen over het algemeen positief of negatief? Verklaar waarom jij denkt dat dit zo is.

op

Opdracht 3

C

Filmpje Klokhuis Zorgrobot <

20

Robots in huis Bekijk het Filmpje ‘Klokhuis – Zorgrobot’ bij deze opdracht. Het gaat over robotica. Bediscussieer in een viertal: welke voor- en nadelen zien jullie?


Actuele ontwikkelingen

Opdracht 4

Ga naar de website Het slimste huis Alkmaar. Doe de virtuele rondleiding.

.

a. Welke hier getoonde toepassingen lijken je nuttig om mee te gaan werken? Leg uit waarom.

fb

.v

Website Het slimste huis Alkmaar <

Met een druk op de knop

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

b. Welke gevolgen denk jij dat deze toepassingen in de toekomst zullen hebben? Leg uit waarom je dat denkt.

C

op

Onze samenleving vergrijst.

21


Actuele ontwikkelingen

Opdracht 5

Het interview a. Je gaat een interview houden met iemand die 67 jaar of ouder is, over de veranderingen in de samenleving die deze persoon bewust heeft meegemaakt. Bereid het interview voor door vragen op te stellen. Vragen die je zou kunnen stellen: hoe was de zorg bijvoorbeeld geregeld toen deze persoon op de basisschool zat, hoe toen hij begon te werken en hoe nu? Welk verschillen maakte hij mee en welke invloed had dit op zijn leven? Wat vindt hij daar eigenlijk van? Laat je vragen controleren door de docent.

Ac t

ie

fb

.v

.

Theoriebron Actuele ontwikkelingen <

Opdracht 6

Vergrijzing

u'

b. Zoek in je omgeving een oudere uit van 67 jaar of ouder. Neem het interview af. Werk de antwoorden uit en presenteer ze op school.

Ed

Zoek op internet naar het begrip ‘vergrijzing’.

a. Wat bedoelen we met de zin: onze samenleving vergrijst?

yr

ig

ht

b. Hoe oud werden we gemiddeld in 1950? En in 2000? En hoe oud verwacht men dat we in 2040 zullen worden?

Opdracht 7

C

op

Theoriebron Actuele ontwikkelingen <

22

Roze ouderen Lees Theoriebron Actuele ontwikkelingen. In je werk kom je roze ouderen tegen. a. Wat zijn roze ouderen?


Actuele ontwikkelingen

Lees Theoriebron Actuele ontwikkelingen.

ie

Tegenwoordig kom je in de VVT steeds vaker mensen uit andere culturen tegen.

a. Zoek uit waar je in de verzorging rekening mee moet houden als je iemand verzorgt met een moslimachtergrond. Beschrijf dit.

u'

Ac t

Theoriebron Actuele ontwikkelingen <

Multiculti

fb

Opdracht 8

.v

.

b. Waarom is het zo belangrijk om deze groep apart te benoemen?

C

op

yr

ig

ht

Ed

b. Zoek uit waar je in de verzorging rekening mee moet houden als je iemand verzorgt met een hindoestaanse achtergrond.

23


Werken in de VVT

Werken in de VVT

.

Inleiding

Ed

u'

Ac t

ie

fb

.v

Als hulpverlener heb je straks een heel specifieke rol en taak op de afdeling of in de thuiszorg. Jij weet zelf welke dat is, maar ook jouw omgeving verwacht dit van jou. Met de opdrachten oefen je welke rollen, taken, functie en positie dit zijn.

De beroepscode geeft aan hoe een hulpverlener zich moet gedragen.

Leerdoelen

ig

ht

Je kunt: • vertellen wat het verschil in functie is tussen een verzorgende-IG en een medewerker maatschappelijke zorg • vertellen wat er van jou verwacht wordt in de verschillende werkvelden binnen de VVT.

In beeld brengen

yr

Opdracht 1

C

op

Website GoAnimate <

24

Kies zelf een digitale animatietool van internet of gebruik de website GoAnimate. Zoek een overzicht van alle rollen die jij in je toekomstige beroep binnen de VVT kunt vervullen en maak hiermee een animatiefilmpje dat maximaal twee minuten duurt. Presenteer je animatie klassikaal aan elkaar.


Werken in de VVT

Opdracht 2

Taken verdelen Lees Theoriebron Werken in de VVT. Beantwoord dan de vragen.

Theoriebron Werken in de VVT <

Welke taken passen bij jou?

ie

fb

.v

.

a. Onderzoek welke taken een verzorgende-IG heeft en welke taken een medewerker maatschappelijke zorg allemaal kan uitvoeren. Maak hier een overzicht van.

u'

Ac t

b. Kies twee taken uit die je erg leuk lijken. Vertel waarom deze taken jou zo leuk lijken en hoe jij ze zou uitvoeren.

ig

ht

Ed

c. Wat spreekt je meer aan: werken als verzorgende-IG of als medewerker maatschappelijke zorg in de VVT? Motiveer je antwoord.

Opdracht 3

Zoek in de Theoriebron en op het internet naar informatie over de taken en de positie van een begeleider (verzorgende-IG of medewerker maatschappelijke zorg) in kleinschalig wonen. Schrijf op een apart vel papier zo overzichtelijk mogelijk op waar je de begeleider tegenkomt binnen een organisatie en welke rollen en verantwoordelijkheden deze heeft. Ga in drietallen uiteen. Geef de uitwerkingen door aan elkaar en schrijf onder de uitwerking van de ander wat je er goed aan vindt en wat je eraan mist. Wat vind je van de feedback die jij hebt gekregen?

C

op

yr

Theoriebron Werken in de VVT <

Hulpverlener VVT kleinschalig wonen

25


Werken in de VVT

Opdracht 4

Vacature hulpverlener VVT Zoek een vacature in kleinschalig wonen VVT, waarvoor je na het behalen van je opleiding in aanmerking zou komen.

fb

.v

.

a. Wat vind je van deze vacature? Zou jij solliciteren op deze functie? Waarom wel of niet?

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

b. Stel een vacature op van een hulpverlener VVT in kleinschalig wonen. Kies voor een functie die past bij de opleiding die je volgt. Zorg dat je de functie zo omschrijft dat je er zelf zou willen werken.

26


Theoriebron Instellingen in de VVT

.

Theoriebron Instellingen in de VVT

.v

Inleiding

Ac t

Het verpleeghuis

ie

fb

De VVT is een verzamelnaam voor verschillende instellingen die verschillende soorten zorg bieden aan verschillende soorten cliĂŤnten. De afkorting staat voor Verpleging, Verzorging en Thuiszorg. Waar iemand het best op zijn plaats is, de beste zorg krijgt, is afhankelijk van wat er precies met die persoon aan de hand is. In deze theoriebron maak je kennis met deze instellingen en leer je wat hun doelstelling is.

ht

Ed

u'

Een verpleeghuis is een instelling voor mensen die verpleging nodig hebben, maar niet in het ziekenhuis hoeven te zijn. Dat zijn bijvoorbeeld mensen die moeten revalideren na een operatie of moeten leren omgaan met injecties, katheters of sondes. Een verpleeghuis is ook geschikt voor mensen die vanwege ouderdomsaandoeningen, zoals dementie, niet meer thuis kunnen wonen en verpleegd moeten worden. Er bestaan verschillende soorten verpleeghuizen. Sommige richten zich op mensen met dementie: de psychogeriatrische verpleeghuizen oftewel pg-huizen. Andere verpleeghuizen richten zich op mensen met lichamelijke aandoeningen of revalidatie. Deze huizen noem je somatische verpleeghuizen. Ten slotte zijn er ook verpleeghuizen waar mensen met dementie en mensen met lichamelijke aandoeningen wonen. In een verpleeghuis werken onder anderen helpenden, verzorgenden, medewerkers maatschappelijke zorg en verpleegkundigen. Zij werken samen met de specialist ouderengeneeskunde, de fysiotherapeut, de ergotherapeut en de logopedist. De specialist ouderengeneeskunde neemt de taken van de huisarts over zodra mensen worden opgenomen.

ig

Het woon-zorgcentrum

C

op

yr

Het woon-zorgcentrum heeft al heel veel verschillende namen gehad. Vroeger heette het bijvoorbeeld een bejaardenhuis, een rusthuis, een gasthuis. Sinds 2008 is de officiĂŤle naam het woon-zorgcomplex, afgekort tot WOZOCO. We noemen deze vorm echter ook nog het verzorgingshuis. Een woon-zorgcentrum is bedoeld voor mensen die niet meer zelfstandig kunnen wonen, maar die geen verpleging nodig hebben. Wanneer mensen de juiste indicatie hebben, kunnen ze in aanmerking komen voor een kamer in een woon-zorgcentrum. Je moet dan denken aan oudere mensen met lichamelijke aandoeningen, zoals een halfzijdige verlamming. In een woon-zorgcentrum werken zorghulpen, helpenden, verzorgenden, medewerkers maatschappelijke zorg en verpleegkundigen. Verder zijn er een facilitaire dienst en een restaurant. Bewoners houden vaak hun eigen huisarts en specialisten, maar er is ook een specialist ouderengeneeskunde aan het woon-zorgcentrum verbonden. Een woon-zorgcentrum heeft geen gesloten afdelingen. Bij gesloten afdelingen gaat het om verpleeghuiszorg. Het komt wel voor dat er in het woon-zorgcentrum een verpleeghuisafdeling wordt opgezet.

27


Theoriebron Instellingen in de VVT

De thuiszorg

ie

fb

.v

.

Thuiszorg is zorg die bij de mensen thuis wordt gegeven. Dit wordt ook wel zorg zonder verblijf genoemd. Je moet dan niet alleen denken aan ouderenzorg, maar ook aan hulp bij handicaps of ziekte. In de thuiszorg noem je de mensen aan wie je zorg verleent cliënten. Thuiszorg wordt toegewezen als iemand hulp, verzorging of verpleging nodig heeft bij de persoonlijke verzorging, bij de medicijnen en/of bij het verrichten van huishoudelijke taken, of begeleiding bij bijvoorbeeld naar buiten gaan of een dokter bezoeken. Cliënten moeten een indicatie hebben om de thuiszorg vergoed te krijgen. In die indicatie staat beschreven welke hulp iemand nodig heeft, wie die hulp mag verlenen en hoeveel tijd diegene daaraan mag besteden. Een voorbeeld: voor het aantrekken van steunkousen wordt 10 minuten vergoed. Zonder indicatie kunnen cliënten gebruikmaken van particuliere thuiszorg. Dan moeten ze alles zelf betalen en is er geen vergoeding van de overheid.

Ac t

Kleinschalige woonvormen

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Kleinschalig wonen vind je in verschillende vormen terug. Er zijn kleinschalige woonvormen in woonwijken gemaakt. Daar wonen zeven à acht bewoners bij elkaar in een huis. Zij zorgen samen voor het huishouden, het eten en de boodschappen; bij de uitvoering van deze taken worden ze begeleid. Deze vorm zie je veel in de zorg voor verstandelijk gehandicapten. In de ouderenzorg ziet kleinschalig wonen er iets anders uit. In het verpleeghuis worden zelfstandige units gemaakt, van zo’n acht huisjes of kamers, die centraal liggen rondom een gemeenschappelijke woonkamer. De bewoners van deze acht huisjes vormen een leefgemeenschap en bootsen een huishouden na. De bewoners doen mee aan de dagelijkse werkzaamheden, zoals koken en afwassen. Per dag is er een verzorgende, medewerker maatschappelijke zorg of verpleegkundige die de groep begeleidt en die ondersteund wordt door vrijwilligers en huishoudelijke hulpen. Bij kleinschalig wonen wordt veel gebruikgemaakt van de mantelzorgers van de bewoners, die betrokken worden bij de zorg. In de ouderenzorg zie je dat er ook een ontwikkeling is naar kleinschalig wonen in woonwijken.

28

De woon- en eetkamer bij kleinschalig wonen in het verpleeghuis.


Theoriebron Instellingen in de VVT

Lang- en kortdurende zorg

ie

fb

.v

.

In de VVT is sprake van twee verschillende vormen van zorg. De eerste is de kortdurende zorg. Deze kom je tegen in de thuiszorg, maar ook op revalidatieafdelingen en in de dagopvang. Het betekent dat iemand maar voor korte tijd, maximaal drie maanden, een indicatie voor zorg heeft gekregen en voor die tijd verzorgd of verpleegd mag worden. Daarna wordt de indicatie opnieuw bekeken. Soms wordt de zorg dan beëindigd, omdat deze niet meer nodig is. De indicatie kan ook verlengd worden, of worden omgezet in een indicatie voor langdurende zorg. Van langdurende of chronische zorg spreek je wanneer iemand langer dan drie maanden zorg nodig heeft. Dit is vaak het geval in verpleeghuizen en woon-zorgcentra. De mensen die daar wonen, hebben langdurende zorg nodig omdat zij niet meer beter worden. Je moet dan denken aan ouderen met dementie of lichamelijke aandoeningen, die niet meer voor zichzelf kunnen zorgen en niet kunnen genezen.

Ac t

Ketenzorg

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ketenzorg is ontstaan in 2011. Hier werken verschillende aanbieders van zorg, welzijn en wonen samen om de cliënt heen. Zij zorgen er zo voor dat het voor de cliënt makkelijker is om de zorg om hem heen te organiseren. Dit gaat sneller en het kost minder geld. Een andere naam voor dit type zorg is netwerkzorg. Ketenzorg richt zich op cliënten met chronische aandoeningen, die door verschillende zorgverleners uit verschillende disciplines begeleid worden. Bij ketenzorg werken al deze professionals samen aan één gezamenlijk doel: de kwaliteit van het leven van de cliënt verbeteren. De professionals stemmen onderling hun rol en taken af en zorgen dat de anderen in de keten op de hoogte zijn van die informatie die zij nodig hebben voor hun deel van de begeleiding. De keten bestaat vaak uit een huisarts, praktijkondersteuner, specialistisch verpleegkundige, fysiotherapeut, diëtist en medisch specialist.

29


Theoriebron De visie op zorg in de VVT

.

Theoriebron De visie op zorg in de VVT

.v

Inleiding

ie

Waarom de VVT?

fb

Waar hebben we het eigenlijk over als we spreken over de sector VVT? Het is belangrijk dat je weet hoe deze sector is ontstaan, hoe hij zich heeft ontwikkeld en hoe de toekomst eruitziet. Tenslotte is dit de sector waar je binnenkort werkzaam zult zijn.

Ed

u'

Ac t

De naam VVT is een verzamelnaam voor instellingen die zich richten op de zorgverlening in een Verpleeghuis, een Verzorgingshuis en de Thuiszorg. De doelen van deze organisaties zijn verschillend, maar ze hebben ook overlappingen. Ze houden zich allemaal bezig met de zorg aan cliënten, vaak ouderen, die om welke reden dan ook niet meer voor zichzelf kunnen zorgen. Je hebt het dan bijvoorbeeld over mensen die: • moeten revalideren • een psychogeriatrische problematiek hebben, zoals dementie • chronische lichamelijke problemen hebben, zoals een halfzijdige verlamming • aan het eind van hun leven zijn gekomen en zullen overlijden. De mate waarin mensen hulp nodig hebben, bepaalt welk type zorg het best past. Als mensen hulp nodig hebben, spreek je in de VVT over een zelfzorgtekort. Deze mensen zijn in meer of mindere mate niet meer goed in staat om voor zichzelf te zorgen.

ht

Waar komt de VVT vandaan?

C

op

yr

ig

Heel vroeger werden alle zieke mensen – of ze nu oud of jong waren, of lichamelijk of geestelijk ziek – opgevangen in gasthuizen. Pas aan het eind van de 19e eeuw zorgde Florence Nightingale ervoor dat verplegen een beroep werd. Er was toen nog niet zo veel bekend over de oorzaken van aandoeningen. Uit de gasthuizen kwamen de verpleeghuizen voort. In het begin werden mensen daar vooral verzorgd, pas later ontstond het moderne verpleeghuis. De thuiszorg begon eind 19e eeuw met het kruiswerk. Na de Tweede Wereldoorlog ontstond de wijkverpleging. Het kruiswerk bestaat nog steeds en vormt samen met de wijkverpleging de thuiszorg. De thuiszorg biedt ouderenzorg, zorg aan chronisch zieken, kraamzorg, gezinszorg en verslavingszorg. Het verzorgingshuis begon als rusthuis, rond 1965. De bedoeling was dat ouderen hier een rustige oude dag konden doorbrengen, samen met mensen uit de eigen generatie. Zo hoefden kinderen niet meer belast te worden met de zorg voor hun ouders, zoals daarvoor gebruikelijk was.

30


Ac t

ie

fb

.v

.

Theoriebron De visie op zorg in de VVT

u'

Florence Nightingale maakte van verplegen een echt beroep.

Ed

De VVT vandaag de dag

yr

ig

ht

In de huidige maatschappij wordt men niet zo snel opgenomen in een verzorgings- of verpleeghuis. Daar zijn verschillende redenen voor. Het is duur om mensen op te nemen en onze maatschappij vergrijst. Dat betekent dat er meer ouderen komen en dat de ouderen langer leven. In verhouding zijn er veel minder jongeren. De zorg wordt grotendeels betaald uit de sociale premies, die de werkende bevolking afdraagt. Hoe meer ouderen, hoe hoger de premies. Een andere reden is dat men heeft ontdekt dat het voor de persoon zelf veel beter is wanneer deze zo lang mogelijk zelfstandig blijft wonen. Het is beter voor het zelfbeeld en voor de zelfstandigheid wanneer mensen zo veel mogelijk zaken zelf blijven doen. Daarom blijven mensen tegenwoordig langer thuis wonen en worden veel verzorgingshuizen gesloten.

C

op

De VVT in de toekomst De toekomst van de VVT is op dit moment onzeker. We weten nog niet precies wat voor invloed alle veranderingen in de organisatie van de zorg zullen hebben. We kunnen wel voorzien dat er veel meer vraag naar de wijkverpleging zal komen en ook dat de wijkverpleging een heel andere rol zal krijgen. Dat komt doordat mensen langer thuis blijven wonen en vaker meerdere beperkingen hebben, waardoor de zorg thuis zwaarder en complexer wordt. De zorg die normaal gesproken in een verzorgings- of verpleeghuis zou worden gegeven, vindt nu thuis plaats. Dat betekent ook dat er een grotere rol is weggelegd voor de mantelzorgers. Ten slotte wonen die bij de cliĂŤnten in huis of in de buurt en zodoende hebben ze dagelijks te maken met de cliĂŤnt. Technologie kan in de toekomst ook een grotere rol gaan spelen.

31


Theoriebron De zorg organiseren

.

Theoriebron De zorg organiseren

.v

Inleiding

ie

fb

Er zijn verschillende manieren waarop de zorg georganiseerd wordt. De politiek en het ministerie regelen de voorwaarden. Instellingen vullen die zelf in en werken ze uit, zodat de medewerkers weten hoe er gewerkt moet worden. Het zorgzwaartepakket-systeem (ZZP-systeem) is een andere manier van organiseren van de zorg. Hier wordt gekeken naar de aandoeningen van de cliënt. Ten slotte kun je aan het bed ook nog op verschillende manieren zorg verlenen.

Ac t

De organisatie in het groot

ig

ht

Ed

u'

In 2006 is ons huidige zorgstelsel van start gegaan. Het bestaat uit drie onderdelen die met elkaar samenwerken: • De Zorgverzekeringswet bepaalt dat iedereen in Nederland verplicht verzekerd is op grond van een basisverzekering. Deze zorgt ervoor dat iedereen eerstelijnszorg kan ontvangen, bijvoorbeeld zorg door de huisarts. • Naast deze basisverzekering bestaan er nog twee wetten: de Wet langdurende zorg en de Wet maatschappelijke ondersteuning. Dankzij deze wetten zijn langdurig zieken verzekerd en kunnen zij gebruikmaken van ondersteuning en/of hulpmiddelen (zoals een traplift). • Ten slotte is er een aanvullende verzekering. Die is niet verplicht, maar hieruit worden wel allerlei zaken vergoed die niet worden betaald vanuit de basisverzekering, zoals fysiotherapie of acupunctuur. Zorg vanuit de Zorgverzekeringswet wordt vergoed door de zorgverzekeraars, net zoals zorg vanuit de aanvullende verzekeringen. Zorg vanuit de Wet langdurende zorg wordt vergoed door de overheid en zorg vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning door de gemeenten.

De organisatie in het klein

C

op

yr

Een zorginstelling biedt meestal meerdere vormen van zorg aan. Dat kan op de volgende manieren: • intramurale zorg Dit is zorg waarbij mensen wonen of verblijven in de instelling, voor kortere of langere tijd. Je moet dan denken aan een verzorgings- of verpleeghuis, maar ook aan tijdelijke opvang of een hospice. • extramurale zorg Dit is zorg die verleend wordt aan mensen die thuis wonen. Je moet dan denken aan de thuiszorg of gezinszorg. • semimurale zorg Bij deze vorm wonen mensen thuis, maar verblijven ze overdag in de instelling. Dit komt voor bij dagopvang. • transmurale zorg

32


Theoriebron De zorg organiseren

Het zorgzwaartepakket is een systeem waarmee bepaald wordt in welke mate iemand zorg met verblijf nodig heeft. Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) behandelt de aanvraag. Sinds 2015 spreken we niet langer over een indicatie in een zorgzwaartepakket (ZZP), maar over een indicatie in een zorgprofiel. Een zorgprofiel beschrijft de zorgbehoefte en biedt een totaalpakket aan Wlz-zorg. Voor meer informatie over Zorgprofiel en ZZP ga je naar de website van Per Saldo, de belangenvereniging van mensen met een persoonsgebonden budget.

Ac t

ie

Website Per Saldo <

fb

Het ZZP-systeem en zorgprofiel

.v

.

Bij deze vorm van zorg komt de gespecialiseerde zorg in huis, zodat een cliënt thuis kan wonen en daarbij begeleiding op maat krijgt. Denk bijvoorbeeld aan iemand die zuurstof krijgt, bij wie de longverpleegkundige thuis de zuurstoffles komt brengen en het gebruik ervan uitlegt. Deze persoon hoeft hiervoor dan niet te worden opgenomen. In de instelling zijn zowel verblijfsbedden, voor mensen die in de instelling wonen, als verhuurbedden, voor tijdelijke opvang.

Taakgericht verzorgen

ig

ht

Ed

u'

In een team bepaal je op welke manier je de zorg organiseert. Een van de manieren waarop je dat kunt doen, is door taakgerichte verpleging of verzorging. Taakgerichte verzorging betekent dat je de zorg organiseert door alle taken die op de afdeling voorkomen leidend te laten zijn. Taken zijn bijvoorbeeld het delen van de medicijnen, het wassen en aankleden van de cliënten, het verzorgen van de wonden, het begeleiden van artsenbezoek, het begeleiden van de maaltijden, de koffie en de thee, de rustmomenten op de dag, het schrijven van de rapportages, het begeleiden en organiseren van activiteiten enzovoort. Een groot voordeel van taakgerichte verzorging is dat je alle taken die op de afdeling voorkomen zo in kaart kunt brengen. Geen enkele taak blijft over en je weet zeker dat alles gedaan wordt. Een nadeel van taakgerichte verzorging is dat je niet meer uitgaat van wat de zorgvragers persoonlijk nodig hebben.

Cliëntgericht verzorgen

C

op

yr

Je kunt de zorg op de afdeling ook cliëntgericht organiseren. Deze manier betekent dat je kijkt naar de individuele behoeften van de cliënten op de afdeling en dat je daar de planning op afstemt. Een medewerker is dan bijvoorbeeld de hele dag verantwoordelijk voor de zorg aan cliënt a en b. Dat begint bij de ochtendzorg, de koffie, de maaltijd, de activiteiten, de medicijnen, wonden en bezoek aan artsen – totdat de medewerker de zorg overdraagt aan de volgende medewerker. Op deze manier kun je de zorg helemaal individueel afstemmen op de behoeften en verwachtingen van de cliënt. Dat is dan ook het grote voordeel van deze manier. Nadelen zijn er echter ook. Omdat een medewerker verantwoordelijk is voor maar een paar cliënten op de afdeling, heeft niemand meer een totaaloverzicht over alle taken en werkzaamheden die gedaan moeten worden. Een cliënt ziet in dit geval ook maar één medewerker.

33


Theoriebron Actuele ontwikkelingen

.

Theoriebron Actuele ontwikkelingen

.v

Inleiding

ie

fb

De zorg is altijd in beweging en er komen steeds nieuwe zaken die aandacht vragen. Zo moeten mensen steeds langer thuis blijven wonen en regelt de gemeente een heleboel zaken rondom hulpmiddelen, taxibusjes en zo verder. De cliĂŤnten van vandaag kunnen gebruikmaken van een zorg- of knuffelrobot, of ze worden thuis ondersteund door slimme technologie.

Ac t

De participatiemaatschappij

Ed

u'

In 2013 noemde koning Willem-Alexander in zijn troonrede de participatiemaatschappij. Wat wordt daarmee bedoeld? Met de participatiemaatschappij bedoelen we een samenleving waarin iedereen zelf bijdraagt wat hij kan en zo lang mogelijk de regie over zijn eigen leven blijft voeren. Dat betekent onder andere dat mensen tegenwoordig niet meer zo snel worden opgenomen in een zorginstelling. Er wordt een beroep gedaan op mantelzorgers. Mensen moeten, ook als ze niet volledig gezond zijn, nog wel in staat zijn om een bijdrage te leveren. Daar zitten een paar voordelen aan. Het is bijvoorbeeld goedkoper, omdat mensen thuis blijven wonen en dingen zelf oplossen. Een ander voordeel is dat ze meedoen, ook als hun iets mankeert. Dat is goed voor het zelfvertrouwen. Nadelen zijn er ook. Actieve burgers en mantelzorgers worden extra belast met zorgtaken, en soms ontstaan gevaarlijke situaties omdat bijvoorbeeld mensen met dementie toch niet zo goed voor zichzelf kunnen zorgen.

ht

Een knuffelrobot

C

op

yr

ig

Dat de zorg anders bekostigd wordt, kun je waarnemen op de afdelingen. In het woon-zorgcentrum zit een oude dame met een zeehond op schoot. Ze aait hem en lacht. Ze lijkt gelukkig. Er lijkt een band te ontstaan.

34


Theoriebron Actuele ontwikkelingen

fb

.v

.

Deze zeehond is niet zomaar een knuffeldier. Het is een speciaal daarvoor ontworpen knuffelrobot. De robot heet Paro en hij reageert op aanraking door te bewegen en te knorren. Paro was de eerste in zijn soort, maar inmiddels kennen we al een heleboel andersoortige zorgrobots. Uit onderzoek blijkt dat mensen het prettig vinden om contact te hebben met dieren. Vooral mensen met dementie lijken helemaal op te fleuren. Dieren helpen ook bij het leggen van contact tussen mensen. Naast Paro kennen we intussen ook de zorgrobots Zora en Alice. Zij kunnen ingezet worden als gezelschap, kunnen kleine taken uitvoeren en reageren op gesproken tekst. De verwachting is dat we in de toekomst steeds vaker gebruik gaan maken van deze technologie.

Het wakende oog

u'

Ac t

ie

Een slimme deurmat die een signaal afgeeft als een cliënt erop gaat staan, zodat men het in de gaten heeft dat hij naar buiten gaat. Een infraroodscanner die waarneemt dat een cliënt in huis in een onnatuurlijke positie is terechtgekomen; het kan zijn dat deze persoon gevallen is. Zelfbewegende gordijnen, met een druk op de knop alle elektriciteit aan- of uitzetten, de deuren afsluiten of openen, noem maar op. Dit is de ontwikkeling van de domotica. Mensen kunnen steeds langer zelfstandig wonen wanneer er allerlei technologische snufjes in huizen worden aangebracht. Die apparaten zijn dan verbonden met een centrale, een zorgcentrum, de wijkzorg of gewoon met een mantelzorger, die in geval van nood door deze domotica gewaarschuwd wordt en over kan gaan tot actie.

Ed

Veroudering in de samenleving

C

op

yr

ig

ht

Het aantal ouderen in de samenleving groeit. Naar schatting zijn in 2040 2,6 miljoen mensen 75 jaar of ouder. Dat zijn er twee keer zo veel als nu. Meer ouderen betekent dat er meer mensen zijn die AOW krijgen, en naar verhouding minder mensen (tussen de 18 en de 67; de beroepsbevolking) die dat moeten verdienen. Dat heeft natuurlijk gevolgen, want de beroepsbevolking zal meer aan premie moeten opbrengen en de uitkering zal lager worden. De overheid neemt maatregelen. Een van die maatregelen is het verhogen van de pensioenleeftijd naar 67 jaar. Omdat ouderen steeds langer thuis blijven wonen, zullen hun woningen zo moeten worden aangepast dat dit mogelijk is. Er zullen ook meer levensloopwoningen gebouwd moeten worden: woningen die zo zijn opgezet dat men er – wat er ook gebeurt – veilig kan blijven wonen. Waar de zorg zich richtte op verzorgen en verplegen, zal het in de toekomst vaker gaan over zingeving.

De mondige mantelzorger Mantelzorgers worden steeds belangrijker in de zorg en er wordt steeds meer van hen gevraagd. Waar mantelzorg vroeger een element van wederkerigheid had (dat betekent zo veel als: ik doe iets voor jou en dan doe jij iets voor mij), is daar tegenwoordig niet altijd meer sprake van. Mantelzorgers zijn meestal de naasten van een zorgvrager: de partner, kinderen, vrienden of buren die een oogje in het zeil houden en ervoor zorgen dat iemand zelfstandig kan blijven wonen. Ze worden er niet voor betaald en doen het naast hun eigen bezigheden. Dat maakt dat ze soms andere belangen hebben voor de zorgvrager dan de hulpverlening. Ook kunnen ze overbelast raken. Als hulpverlener, verzorgende of begeleider ben jij vaak degene met wie de mantelzorger in gesprek gaat, aan wie hij zijn ideeën vertelt of zijn klachten uit. Je moet je goed bewust zijn van de situatie van de mantelzorger.

35


Theoriebron Actuele ontwikkelingen

Roze ouderen

Ac t

Veel culturen in de zorg

ie

fb

.v

.

In Nederland wonen ongeveer 150.000 homoseksuele mannen en lesbische vrouwen die ouder zijn dan 65 jaar. Zo’n 38.000 van hen zijn zelfs al ouder dan 80 jaar. Deze groep ouderen krijgt – behalve met de ‘gewone’ problemen van het ouder worden – te maken met specifieke problemen die samenhangen met hun achtergrond. Zij worden met onder meer de volgende problemen geconfronteerd: • Ze hebben een grotere kans om in een sociaal isolement terecht te komen en eenzaam te worden. Het is voor hen niet altijd vanzelfsprekend dat er een sociaal netwerk om hen heen is. • Wanneer ze minder mobiel zijn, is het voor deze groep lastig om gelijkgestemden te ontmoeten, wat kan leiden tot eenzaamheid. • Als deze ouderen worden opgenomen in het verpleeghuis, komen ze vaak niet uit voor hun geaardheid omdat ze bang zijn voor buitensluiting en pestgedrag. Homoseksualiteit was voor die generatie nog een taboe.

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Steeds meer mensen uit niet-westerse culturen worden opgenomen in Nederlandse verpleegen verzorgingshuizen. Dat betekent voor de medewerkers dat zij op de hoogte moeten zijn van de culturele gebruiken van die zorgvragers. Het huis biedt zorg en verpleging aan iedereen. Andere culturele gewoonten en gebruiken zullen een onderdeel van de dagelijkse routine moeten worden. Nu geven veel mensen aan dat ze het moeilijk vinden om hun eigen identiteit hoog te houden in de Nederlandse cultuur, zeker wanneer die afwijkt. Een voorbeeld is het vieren van het Suikerfeest, meedoen met de ramadan, het vieren van Divali of het Chinese nieuwjaar. Dat zou net zo’n onderdeel van de jaarplanning kunnen zijn als het vieren van Kerst, Pasen en Pinksteren. Voor het adopteren van gewoonten en gebruiken uit andere culturen geldt precies hetzelfde. Het is belangrijk om je daarvan bewust te zijn, zodat iedereen zich thuis voelt.

36

Chinees nieuwjaar is de belangrijkste van de Chinese feestdagen.


Theoriebron Werken in de VVT

.

Theoriebron Werken in de VVT

.v

Inleiding

ie

Werken in de VVT

fb

In de VVT neemt de hulpverlener een geheel eigen plek in, met eigen rollen, taken, functie en positie. Die is aan het veranderen, omdat de doelgroep en de gedachten over zorg aan verandering onderhevig zijn.

Ed

u'

Ac t

Van oudsher werken er in de VVT in de dagelijkse zorg voornamelijk verzorgenden-IG en worden activiteiten aangeboden door medewerkers maatschappelijke zorg, ook wel activiteitenbegeleiders genoemd. De verzorgende-IG is vaak de contactpersoon en is verantwoordelijk voor de gehele zorg rondom de cliënt. De wensen en belangen van de cliënt zijn het uitgangspunt voor het uitrollen van de dag. De medewerker maatschappelijke zorg organiseert activiteiten voor individuele cliënten en voor groepen cliënten op basis van de wensen van de cliënt. In de thuiszorg werkt dit net zo, al zie je daar dat medewerkers maatschappelijke zorg nog een kleinere rol hebben. Nu begeleiding en dagbesteding echter vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning door gemeenten georganiseerd worden, zie je hier langzaamaan verandering in ontstaan. Of deze ontwikkeling doorzet, valt nog te bezien.

Werken in kleinschalig wonen

C

op

yr

ig

ht

Er zijn steeds meer locaties voor kleinschalig wonen in de wijk, maar ook binnen de muren van grotere instellingen. Bij kleinschalig wonen is het onderscheid in taken en functies tussen verzorgenden-IG en medewerkers maatschappelijke zorg veel minder duidelijk aanwezig. De medewerkers maatschappelijke zorg ondersteunen cliënten ook bij de persoonlijke verzorging en verzorgenden-IG doen ook activiteiten met de cliënten. Dit onderscheid is kleiner, omdat er wordt geprobeerd een soort huiselijke situatie te creëren en daarbij past het niet om taakgericht te werken. In de dagelijkse omgang met cliënten zie je dus steeds minder verschil tussen de twee beroepen. Toch zijn er nog wel verschillen: een verzorgende-IG is zich vaak net wat meer bewust van de gezondheidsaspecten die bij het beroep horen en de medewerker maatschappelijke zorg is zich meer bewust van de sfeer en onderlinge relaties in de groep cliënten. Beide beroepen vullen elkaar dus mooi aan en beide medewerkers kunnen een hoop van elkaar leren als ze goed samenwerken.

37


Theoriebron Werken in de VVT

Het zorgleefplan

ie

fb

.v

.

Instellingen en thuiszorg in de VVT zijn verplicht te werken met een zorgleefplan. Een zorgleefplan helpt de cliënt zijn leven zo veel mogelijk voort te zetten zoals hij dat wil. In het zorgleefplan worden de afspraken tussen de cliënt en zorgaanbieder over de ondersteuning vastgelegd. Het is een hulpmiddel om cliënten vraaggerichte zorgverlening te bieden. De individuele wensen en de kwaliteit van leven staan centraal. Dit wordt beschreven aan de hand van vier aandachtsgebieden: • lichamelijk welbevinden • woon- en leefomstandigheden • participatie/deelname • mentaal welbevinden. Vaak is het de verantwoordelijkheid van de verzorgende-IG om samen met de cliënt en diens naasten het zorgleefplan op te stellen. Op basis van het zorgleefplan wordt ondersteuning geboden.

Ac t

Taken

Ed

u'

In de VVT heb je vaak te maken met cliënten met chronische ziekte(n) en/of lichamelijke beperking(en). Letten op de gezondheid en stimuleren van gezond gedrag vormen een belangrijk onderdeel van je werk. Doelen in de ondersteuning zijn vaak gericht op: • het behouden en vergroten van zelfstandigheid • het voorkomen van complicaties • het tijdig signaleren van veranderingen/achteruitgang • het leren omgaan met de chronische ziekte en/of lichamelijke beperking • het aanleren en gebruiken van hulpmiddelen.

ig

ht

Naast de daadwerkelijke ondersteuning die je biedt bij bijvoorbeeld de persoonlijke verzorging, is signaleren en het geven van voorlichting en advies een belangrijke taak. Door goede voorlichting en advies kunnen cliënten zelf meer en betere keuzes maken. In de VVT wordt gewerkt met een systeembenadering; dit houdt in dat niet alleen de cliënt wordt beschouwd als cliënt, maar dat ook de naastbetrokkenen van de cliënt cliënten zijn. Je onderhoudt goede contacten met de naasten van de cliënt en probeert in de ondersteuning rekening te houden met hun wensen. Je geeft naastbetrokkenen de ruimte om hun verhaal te doen en ondersteunt hen met voorlichting en adviezen over veelal praktische zaken.

C

op

yr

Opleidingen

38

De werkzaamheden van de verzorgende-IG en de medewerker maatschappelijke zorg groeien steeds meer naar elkaar toe. De verschillen in functies worden kleiner. Je ziet dit ook terug in de opleidingen: er bestaat veel overlapping tussen de twee opleidingen. Onderscheid is er natuurlijk nog wel. In de opleiding verzorgende-IG is er meer aandacht voor gezondheid en verpleegtechnische vaardigheden, terwijl er in de opleiding medewerker maatschappelijke zorg meer aandacht is voor activiteiten en begeleiding. In de zorg en maatschappelijke zorg zijn er veel instellingen die in samenwerking met een roc een opleiding ontwikkelen. Je ziet hierbij dat er vaak wordt gekozen voor een dubbele diplomering, wat inhoudt dat studenten aan deze opleiding aan het einde van hun opleiding zowel het diploma verzorgende-IG als het diploma medewerker maatschappelijke zorg krijgen.


ie

fb

.v

.

Theoriebron Werken in de VVT

Aandachtsvelder

Ac t

Injecteren mag wel door een verzorgende-IG gedaan worden, maar niet door een medewerker maatschappelijke zorg.

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

In de VVT wordt veel gewerkt met aandachtsvelders. Dit zijn collega’s die zich meer gespecialiseerd hebben op een bepaald gebied. Als je vragen hebt die liggen op het terrein van een aandachtsvelder, zijn zij de persoon om naartoe te gaan. De aandachtsvelders zorgen dat ze de ontwikkelingen binnen hun aandachtgebied bijhouden en dat collega’s ook op de hoogte blijven. De meest voorkomende aandachtsvelders-gebieden zijn: • ergonomisch werken (mobiliteit) • veiligheid (omgaan met agressie) • mondzorg • decubitus • werkbegeleiding • begeleiding van vrijwilligers. Voor de meeste van deze aandachtgebieden zijn specifieke opleidingen te volgen.

39


ht

ig

yr

op

C

u'

Ed ie

Ac t

fb

.

.v


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.