34299 Wet- en regelgeving

Page 1

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

fb

Wet- en regelgeving

.v

.

Cursus


Colofon

.v

.

Uitgeverij: Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl

fb

Auteurs: Ursula Luijken, Ank van de Wiel | Fundamentaal Inhoudelijke redactie: Joanne Schaaf Titel: Wet -en regelgeving

ie

ISBN: 9789037234299 ©

Ac t

Edu’Actief b.v. 2017 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Ed

u'

Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

C

op

yr

ig

ht

Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.


Inhoud Over deze cursus

.

7

Wetten die regels stellen aan de kwaliteit van zorg

8

15

fb

Gedwongen zorg en wetgeving

.v

OriĂŤntatie

4

Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Wetten en protocollen voor veilig werken

26

29

Ac t

Wetten rondom euthanasie, abortus en orgaandonatie Wet voor mensen in detentie

21

ie

Wetten die de financiering van zorg en de indicering regelen

19

33

Wet die de zorg voor asielzoekers regelt

35

38

u'

Theoriebron Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg

Ed

Theoriebron Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) Theoriebron Overige kwaliteitswetten Theoriebron Wet Bopz

45

49

Theoriebron Wetsvoorstel Zorg en dwang

51

ht

Theoriebron Toekomstige wetgeving gedwongen zorg

54

ig

Theoriebron Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Theoriebron Wetten voor de financiering van zorg en indicering Theoriebron Wetten en protocollen voor veilig werken

yr

42

56

58

63

Theoriebron Wet voor mensen in detentie

65

69

Theoriebron Wet die de zorg voor asielzoekers regelt

71

C

op

Theoriebron Wetten rondom euthanasie, afbreking zwangerschap en orgaandonatie

3


Over deze cursus

Over deze cursus

.

Inleiding

Ed

u'

Ac t

ie

fb

.v

Om de Nederlandse gezondheidszorg verantwoord en betaalbaar te houden, zijn er wetten en regels nodig. De theorie van deze cursus gaat over wetgeving met betrekking tot de positie van de cliënt, kwaliteitszorg, financiering, meldcode bij mishandeling en wetten rondom sterven en dood. Het is belangrijk dat je weet wat de rechten van de cliënt zijn, maar ook wat je eigen rechten en plichten zijn en wat je mening is over onderwerpen als euthanasie.

Weet wat de rechten van je cliënt zijn.

ht

Leerdoelen

Je kunt de hoofdlijnen benoemen van de wetten die regels stellen aan de kwaliteit van zorg en je kunt kennis van deze wetten toepassen in beroepssituaties. Je kunt de hoofdlijnen benoemen van de wetten die gedwongen zorg regelen en je kunt kennis van deze wetten toepassen in beroepssituaties. Je kunt de hoofdlijnen benoemen van de Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en de meldcode toepassen in een beroepssituatie. Je kunt de hoofdlijnen benoemen van de wetten die de financiering van zorg en de indicering regelen en je kunt kennis van deze wetten toepassen in beroepssituaties. Je kunt de hoofdlijnen benoemen van de wetten rondom veiligheid in het werk en je kunt kennis van deze wetten toepassen in beroepssituaties. Je kunt de hoofdlijnen van een aantal specifieke wetten benoemen en je kunt kennis van deze wetten toepassen in beroepssituaties.

ig

• •

yr

• •

C

op

4


Over deze cursus

Beoordeling

.

Aan het eind van de cursus wordt je parate kennis beoordeeld met een toets. Je praktische beheersing van de leerdoelen wordt getoetst aan de hand van twee beroepsproducten. Deze worden op verschillende punten beoordeeld: op inhoud (producteisen) en op uitvoering (processtappen). Andere belangrijke punten bij de beoordeling zijn: actieve deelname aan de lessen en nette uitwerking van de opdrachten in correct Nederlands. Je vindt ze bij elkaar in het beoordelingsformulier.

fb

.v

Beoordelingsformulier <

Planning

ie

Een beroepsproduct maken kost tijd. Daarom moet je dit goed plannen. Lees eerst de opdracht van het beroepsproduct goed door en vul daarna het planningsformulier in. Neem ook de andere opdrachten van deze cursus op in je totale planning. Zo voorkom je dat je in tijdnood komt.

Ac t

Planningsformulier <

Verdieping

u'

Beroepsproduct 1: Rechten van de cliënt In deze cursus is onder andere de wetgeving met betrekking tot de rechten van de cliënt aan bod gekomen. Het doel van dit beroepsproduct is om je opgedane kennis over de weten regelgeving, met als onderwerp de rechten van de cliënt, om te zetten in een overzichtelijk schema. Je maakt een schematisch overzicht waarin naar voren komt welke recht(en) van de cliënt bij welke wet aan bod zijn gekomen. Dit overzicht kan je ook helpen bij het leren voor de toets. Zorg dat het schematische overzicht ook voor cliënten begrijpelijk is en er aantrekkelijk uitziet.

ht

Werkmodel STARRT-methode <

Maak de Verdieping Wet- en regelgeving als je dieper wilt ingaan op deze materie.

Ed

Verdieping Weten regelgeving <

ig

Stappen

Plan een datum waarop je het beroepsproduct inlevert. Vul deze datum in op je planningsformulier. Bestudeer de theoriebronnen. Zet het overzicht in een duidelijk schema, bijvoorbeeld in Word. Maak in het overzicht gebruik van ondersteunende beelden. Zorg dat het schematische overzicht ook voor cliënten begrijpelijk is en dat het er aantrekkelijk uitziet, zodat je het eventueel als voorlichtingsmateriaal zou kunnen gebruiken. Lever het schematische overzicht in bij de docent. Evalueer de activiteit. Schrijf een reflectieverslag (gebruik het Werkmodel STARRT-methode).

C

op

yr

• • • • •

• • •

Laat elke processtap goedkeuren door je docent voordat je begint aan de volgende processtap.

5


Over deze cursus

Beroepsproduct 2: Folder

.

In deze cursus doe je kennis op over de plichten van de zorgaanbieder. Het doel van dit beroepsproduct is je kennis over de plichten van de zorgaanbieder om te zetten in een folder, zodat je je kennis kunt overbrengen op anderen. Maak in tweetallen een voorlichtingsfolder waarin naar voren komt welke plicht van de zorgaanbieder bij welke wet aan bod is gekomen.

.v

Werkmodel STARRT-methode <

ie

• • • • • • •

Plan een datum waarop je het beroepsproduct inlevert. Vul deze datum in op je planningsformulier. Maak een planning en een taakverdeling. Bestudeer de theoriebronnen. Maak samen de folder. Zorg dat de folder er aantrekkelijk uitziet en ondersteund is met beeldmateriaal. Lever de folder in bij de docent. Evalueer de activiteit. Schrijf een reflectieverslag (gebruik het Werkmodel STARRT-methode).

Ac t

fb

Stappen

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Laat elke processtap goedkeuren door je docent voordat je begint aan de volgende processtap.

6


OriĂŤntatie

OriĂŤntatie Opdracht 1

Wat weet je al?

fb

.v

.

In deze cursus wordt de wet- en regelgeving besproken die je kunt tegenkomen in je beroepspraktijk. a. Welke wetten die te maken hebben met de zorg ken je al?

Opdracht 2

Ac t

ie

b. Als je zelf een wet zou mogen bedenken om de zorg te verbeteren, waar zou deze dan over gaan?

Kennis- estafette

Ed

u'

Jullie worden ingedeeld in groepjes. Ieder groepje krijgt een groot blad met daarop een woord dat te maken heeft met het onderwerp van de les. Je hebt drie minuten de tijd om om de beurt een woord/feit over het onderwerp op te schrijven (scheldwoorden/schuttingtaal mag niet). Na de drie minuten worden de resultaten van alle groepjes naast elkaar gelegd en vergeleken. Een groepje krijgt een punt als er een onderwerp op hun blad staat dat niet voorkomt bij de andere groepen en wel te maken heeft met het onderwerp. Het groepje met de meeste punten krijgt een beloning.

ht

a. Wist je al veel van het onderwerp af?

C

op

yr

ig

b. Welke nieuwe dingen heb je erbij geleerd?

7


Wetten die regels stellen aan de kwaliteit van zorg

.

Wetten die regels stellen aan de kwaliteit van zorg

fb

.v

In Nederland zijn verschillende wetten die regels stellen aan de kwaliteit van zorg. De belangrijkste zijn de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg, de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst, de Wet bescherming persoonsgegevens en de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen. Deze wetten zeggen iets over de rechten en plichten van hulpverleners en cliënten.

• •

Opdracht 1

Wel/niet Wet BIG?

Lees Theoriebron Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg en de casus over mevrouw De Hoog. Beantwoord dan de vragen.

Mevrouw De Hoog

ht

Theoriebron Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg <

Ed

• •

Ac t

Je kunt de hoofdlijnen benoemen van de wetten die regels stellen aan de kwaliteit van zorg en je kunt kennis van deze wetten toepassen in beroepssituaties. Je kunt kort uitleggen wat de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (BIG) inhoudt. Je kunt kort uitleggen wat de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) inhoudt. Je kunt kort uitleggen wat de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) inhoudt. Je kunt kort uitleggen wat de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) inhoudt. Je kunt kort uitleggen wat de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (Wmcz) inhoudt.

u'

ie

Leerdoelen

C

op

yr

ig

Mevrouw De Hoog heeft een week geleden een TUR-Blaas gehad. Dit is een kijkoperatie waarbij via de plasbuis de blaas wordt bekeken. Bij mevrouw De Hoog is er een poliep verwijderd. Deze poliep wordt nu in het laboratorium onderzocht op eventuele kwaadaardige cellen. Mevrouw heeft na de operatie een tijdelijke katheter gekregen. Nu meldt zij zich op de polikliniek met blaaskramp en een katheter die niet goed af loopt. De katheter wordt door de arts gespoeld en loopt weer goed af. Er zat waarschijnlijk een oud bloedstolsel in de weg. De echtgenoot van mevrouw De Hoog krijgt nu de opdracht om de blaas dagelijks te spoelen. De arts legt dit een keer uit en geeft recepten mee aan familie De Hoog.

8

a. Valt deze handeling, het thuis spoelen van de blaas, onder de Wet BIG? Waarom wel of waarom niet?


Wetten die regels stellen aan de kwaliteit van zorg

fb

.v

.

b. Wanneer is meneer De Hoog bevoegd en bekwaam om de blaas van mevrouw De Hoog te spoelen?

Ac t

ie

c. Op welke moeilijkheden zou meneer De Hoog nog kunnen stuiten?

Vorm groepjes van drie of vier. Elke groep maakt een lijst met alle voorbehouden handelingen die onder de Wet BIG vallen. Deze handelingen zoek je op in de theorie en/of op het internet. Je omschrijft bij elke voorbehouden handeling wat deze inhoudt, wie de handeling mag uitvoeren en waarom. De opdracht wordt klassikaal door de docent nabesproken.

ig

Theoriebron Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg <

Voorbehouden handelingen binnen de Wet BIG

ht

Opdracht 2

Ed

u'

d. Je krijgt de opdracht van de arts om een blaas te spoelen. Je hebt deze handeling alleen niet binnen je opleiding gehad. Wat doe je?

Voorschrijfbevoegdheid

yr

Opdracht 3

C

op

Zoek op internet op wat ‘voorschrijfbevoegdheid’ inhoudt. a. Wat houdt voorschrijfbevoegdheid in? Leg uit.

b. Geef een praktijkvoorbeeld

9


Wetten die regels stellen aan de kwaliteit van zorg

Opdracht 4

Aannemen en uitvoeren van een opdracht

Meneer van den Berg

fb

Lees Theoriebron Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg en de casus over meneer Van den Berg. Vorm groepjes van twee en beantwoord samen de vragen. Bespreek de opdracht klassikaal na met de docent.

ie

Theoriebron Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg <

.v

.

c. Wie heeft deze voorschrijfbevoegdheid? Verklaar je antwoord.

Ac t

Je werkt als hulpverlener in een woon-zorgcentrum. Meneer Van den Berg woont hier al enkele jaren. Hij kon door zijn ernstige COPD niet meer uit de voeten in zijn eigen huis. Nu heeft meneer een ernstige longontsteking opgelopen en zal hij op korte termijn overlijden. De huisarts komt bij meneer Van den Berg kijken, omdat hij aanhoudend kortademig blijft. Hij schrijft morfine in subcutane injecties voor en vraagt jou deze toe te dienen. Dit is een voorbehouden handeling.

ht

Ed

u'

a. Mag je als hulpverlener een subcutane injectie geven aan meneer Van den Berg? Dus: mag je de opdracht aannemen en uitvoeren? Leg je antwoord uit.

yr

ig

b. Wat zou jij doen als je in de schoenen stond van de hulpverlener uit de casus?

C

op

c. Wanneer zou je binnen deze casus bekwaam zijn als hulpverlener om de handeling uit te mogen voeren? Verklaar je antwoord.

10


Wetten die regels stellen aan de kwaliteit van zorg

Opdracht 5

.v

.

d. Wanneer ben je bevoegd om een subcutane injectie te geven aan een cliënt?

Bevoegd en bekwaam?

fb

Lees Theoriebron Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg en geef van elke zin aan of deze juist of niet juist is.

Theoriebron Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg <

ie

a. Je bent bekwaam om een handeling uit te voeren als deze binnen de opleiding behandeld is. JUIST / NIET JUIST

Ac t

b. Je moet bekend zijn met de complicaties voordat je een handeling in de beroepspraktijk mag uitvoeren. JUIST / NIET JUIST c. Je mag zuurstof geven aan een cliënt als je deze benauwd over vindt komen. JUIST / NIET JUIST

Ed

u'

d. Je hebt ruim een half jaar geen sondevoeding toegediend. Je bent dan nog wel bekwaam om dit toe te dienen bij een cliënt. JUIST / NIET JUIST e. Je geeft op regelmatige basis subcutane injecties aan cliënten. Dit maakt je niet bevoegd. JUIST / NIET JUIST

Gebruik Theoriebron Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg bij het maken van het stappenplan. • •

Werk met drie medestudenten deze opdracht uit. Maak een stappenplan met als onderwerp: het aannemen en uitvoeren van een opdracht door een niet-zelfstandig bevoegde zorgverlener. Jullie mogen een stappenplan via PowerPoint, Word of op een andere creatieve manier maken. Presenteer jullie stappenplan. De docent en medestudenten geven hier feedback op.

ig

Theoriebron Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg <

Stappenplan Het aannemen van een opdracht

ht

Opdracht 6

yr

C

op

11


Wetten die regels stellen aan de kwaliteit van zorg

Opdracht 7

Tuchtrecht Lees Theoriebron Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg en de casus over meneer Van den Berg. Beantwoord daarna de vraag.

Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg <

.v

.

Meneer Van den Berg

fb

Meneer Van den Berg is bekend met een ernstige vorm van COPD. Hij heeft een longontsteking opgelopen. Op advies van de huisarts is er gestart met subcutane morfine-injecties. Dit heeft weinig tot geen effect. Meneer blijft aanhoudend benauwd. De huisarts besluit over te gaan op een continue morfinepomp. Jij hebt de volgende dag nachtdienst met een collega-verzorgende-IG/begeleider. Meneer Van den Berg belt halverwege de nacht dat hij zo benauwd is.

Verplichtingen van de zorgaanbieder

u'

Opdracht 8

Ac t

ie

Stel, je verhoogt de dosis van de morfinepomp zonder contact op te nemen met de huisarts. Kun je als hulpverlener dan voor de tuchtrechter gedaagd worden? Onderbouw je antwoord.

Lees in Theoriebron Overige kwaliteitswetten het gedeelte over de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz). Lees dan de opdracht door. Op de plekken waar de cijfers staan, vul jij het goede antwoord in.

Ed

Theoriebron Overige kwaliteitswetten <

a. De cliënt kan zorgaanbieders met elkaar vergelijken door de (1)

die de

zorgaanbieders verplicht zijn te geven met elkaar te vergelijken. .

ht

b. Als de zorgaanbieder een fout maakt, moet dit (2)

c. Als je gaat solliciteren op een vacature als hulpverlener, moet je naast je cv altijd een (3) kunnen laten zien.

ig

d. De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) moet op de hoogte worden gebracht in het .

yr

geval van (4)

Opdracht 9

C

op

Theoriebron Overige kwaliteitswetten <

12

Reflectieverslag Wkkgz – het aannemen van een opdracht Bestudeer in Theoriebron Overige kwaliteitswetten het onderdeel Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz). Schrijf een reflectieverslag naar aanleiding van de theorie over de Wkkgz. Het verslag is minimaal één A4'tje lang. In je verslag moet het volgende aan bod komen: • Was je al bekend met de wet over kwaliteit, klachten en geschillen in de gezondheidszorg? • Zo ja, waardoor? Leg uit. • Ben je in de beroepspraktijk weleens in aanraking geweest met deze wet? Of misschien een collega of medestudent? Bespreek de casus in je verslag. • Benoem twee voorbeelden van gevallen waardoor je als hulpverlener in aanraking kunt komen met de Wkkgz. Onderbouw je antwoord.


Wetten die regels stellen aan de kwaliteit van zorg

Opdracht 10

Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) – wat weet je al? Maak bij deze opdracht gebruik van Theoriebron Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO).

Theoriebron Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) <

.v

.

Vorm groepjes van vier. Vul samen Werkmodel Speeddate in over het onderwerp WGBO. Hieruit komt naar voren waar jullie nog vragen over hebben en wat jullie als groep al weten. Zorg dat iedereen een eigen ingevulde kopie heeft.

fb

Maak nu nieuwe groepjes van vier, waarbij iedereen van het oude groepje in een andere groep komt. In het nieuwe groepje stel je de vragen die op je Werkmodel Speeddate staan en beantwoord je, als je dat kunt, de vragen die anderen op hun Werkmodel Speeddate hebben staan. Het doel is om op deze manier antwoorden te vinden op de vragen die jullie nog hadden.

Werkmodel Speeddate <

Lees Theoriebron Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO).

Rechten cliënt

u'

Vul de tabellen Rechten cliënt en Plichten zorgaanbieder in.

yr

ig

ht

Ed

Theoriebron Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) <

Rechten van de cliënt tegenover plichten van de zorgaanbieder

Ac t

Opdracht 11

ie

De antwoorden op vragen die overblijven, zoek je op met behulp van het internet.

C

op

Plichten zorgaanbieder

13


Wetten die regels stellen aan de kwaliteit van zorg

Opdracht 12

Poster Rechten cliënt binnen de WGBO Gebruik voor deze opdracht Theoriebron Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO).

Theoriebron Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) <

Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) - rechten en plichten

fb

Opdracht 13

.v

.

Vorm groepjes van vier. Elk groepje studenten maakt een poster voor de cliënten in de Nederlandse gezondheidszorg over hun rechten met betrekking tot de wet WGBO. De poster wordt na afloop klassikaal uitgelegd door de studenten.

Lees het gedeelte over de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) in Theoriebron Overige kwaliteitswetten.

Theoriebron Overige kwaliteitswetten <

ie

Inventariseer in groepjes van vier wat de rechten van cliënten en plichten van de zorgaanbieder zijn en vul dit in in de tabel. Plichten zorgaanbieder

ht

Ed

u'

Ac t

Rechten cliënt

Opdracht 14

Lees in Theoriebron Overige kwaliteitswetten het gedeelte over de Wet medezeggenschap cliënten zorginstelling (Wmcz).

ig

Theoriebron Overige kwaliteitswetten <

Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen

yr

Vul de juiste woorden in op de open plekken. De Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (Wmcz) verplicht de

C

op

om een

op te richten.

Op deze manier wil de overheid dat de inspraak hebben in de beleidsvoering.

De volgende personen kunnen deel uitmaken van een cliëntenraad: cliënten, familie van cliënten,

.

Om zijn taak goed uit te kunnen voeren, heeft de cliëntenraad recht op van de zorginstelling. De

is verplicht om eens in de zoveel tijd te vergaderen met de cliëntenraad.

Het advies van de cliëntenraad wordt meegenomen in de

14

binnen een zorginstelling meer

.


Gedwongen zorg en wetgeving

.

Gedwongen zorg en wetgeving

.v

Inleiding

Ed

u'

Ac t

ie

fb

De combinatie van zorg en dwang is altijd lastig. Er wordt al snel verontwaardigd gereageerd op beelden van cliënten die tegen hun wil worden opgenomen. Het is dan ook belangrijk dat hiervoor zorgvuldige wetgeving is opgesteld en dat je als hulpverlener daarvan op de hoogte bent. Het uitgangspunt is altijd dat dwang een allerlaatste middel is om cliënten optimale en veilige zorg te bieden.

ht

De rechter of de burgemeester beslist over een gedwongen opname.

Leerdoelen

Je kunt de hoofdlijnen benoemen van de wetten die gedwongen zorg regelen en je kunt kennis van deze wetten toepassen in beroepssituaties. Je kunt kort uitleggen wat de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Bopz) inhoudt. Je kunt kort uitleggen wat het Wetsvoorstel Zorg en dwang inhoudt. Je kunt kort uitleggen wat de Wet verplichte ggz inhoudt.

ig

• •

C

op

yr

• •

15


Gedwongen zorg en wetgeving

Opdracht 1

Vraag en antwoord over de Wet Bopz Lees Theoriebron Wet Bopz.

Theoriebron Wet Bopz <

fb

.v

.

Vorm groepjes van vier studenten. Maak vijf vragen naar aanleiding van Theoriebron Wet Bopz. Drie vragen hiervan moeten multiple choice zijn. De andere twee vragen moeten open vragen zijn. Maak er een antwoordmodel bij. Lever na ongeveer veertig minuten de opdracht in bij de docent. De docent kijkt de opdracht na en geeft de opdracht aan een willekeurig ander groepje. Maak de opdrachten die jullie van de docent gekregen hebben.

Opdracht 2

Ac t

u'

Wetsvoorstel Zorg en dwang

Ed

Opdracht 3

Lees Theoriebron Toekomstige wetgeving gedwongen zorg en Theoriebron Wetsvoorstel Zorg en dwang en beantwoord de multiplechoicevragen.

ht

a. Het Wetsvoorstel Zorg en dwang richt zich op: mensen met dementie mensen met dementie of een verstandelijke beperking mensen met psychiatrische aandoeningen mensen met aangeboren afwijkingen

b. Wat moet er eerst gebeuren voordat het Wetsvoorstel Zorg en dwang een wet kan worden? Het voorstel moet worden goedgekeurd door de Eerste Kamer. Het voorstel moet worden uitgeprobeerd. Er moet eerst over worden gestemd in een referendum.

C

op

yr

ig

Theoriebron Toekomstige wetgeving gedwongen zorg <

Sfeerkaart rol hulpverlener met betrekking tot de Wet Bopz

Maak in groepjes van vier een sfeerkaart over de rol van de hulpverlener met betrekking tot de Wet Bopz. Welke houding moet de hulpverlener aannemen? Wat zijn volgens jullie goede gedragseigenschappen? Niks is fout. Geef een eigen invulling aan de opdracht! Maak hierbij gebruik van Theoriebron Wet Bopz. Jullie krijgen een uur voor de opdracht. Na afloop van dit uur worden de sfeerkaarten voor de klas gepresenteerd. De docent zal hierbij verdiepende vragen stellen. Klassikaal wordt de beste sfeerkaart gekozen.

Theoriebron Wet Bopz <

Theoriebron Wetsvoorstel Zorg en dwang <

ie

De opdrachten worden ten slotte klassikaal nabesproken. Hierbij wordt besproken welk groepje de moeilijkste vraag heeft gemaakt en welk groepje de meest originele.

16

c. Wat is het verschil tussen de Wet Bopz en het Wetsvoorstel Zorg en dwang? De Wet Bopz is alleen voor cliënten met een verstandelijke beperking. De Wet Bopz is vooral voor cliënten in een psychiatrisch ziekenhuis. De Wet Bopz is alleen voor mensen met dementie. d. Wat is er in het Wetsvoorstel Zorg en dwang vastgelegd over de zorg en het zorgplan? dat niet alle zorg die cliënten krijgen in het zorgplan hoeft te staan dat cliënten niet langer hoeven in te stemmen met de zorg die is opgenomen in het zorgplan dat cliënten alleen die zorg krijgen die in het zorgplan is opgenomen en waar de cliënt mee instemt


Gedwongen zorg en wetgeving

Opdracht 4

Woordspin Wetsvoorstel Verplichte geestelijke gezondheidszorg Maak een woordspin over het Wetsvoorstel Verplichte geestelijke gezondheidszorg, voordat je de Theoriebron daarover gaat lezen. Noteer na afloop de vragen die bij je opkomen naar aanleiding van het invullen van de woordspin. Maak gebruik van Werkmodel Woordspin. Wat is je nog onduidelijk over het wetsvoorstel? Wat zou je graag nog willen weten/leren? Lees na het maken van de woordspin Theoriebron Toekomstige wetgeving gedwongen zorg en beantwoord je eigen vragen. Noteer onduidelijkheden en vragen die je daarna nog hebt. Deze zullen klassikaal worden nabesproken.

Werkmodel Woordspin <

Opdracht 5

ie

Lees Theoriebron Toekomstige wetgeving gedwongen zorg.

a. Welke wet wordt vervangen door het Wetsvoorstel Verplichte geestelijke gezondheidszorg?

Ac t

Theoriebron Toekomstige wetgeving gedwongen zorg <

Wetsvoorstel Verplichte geestelijke gezondheidszorg

fb

.v

.

Theoriebron Toekomstige wetgeving gedwongen zorg <

u'

b. Wat is het doel van deze nieuwe wet?

Ed

c. Wat is het belangrijkste verschil tussen deze wet en bestaande wetten?

ig

ht

d. Wat zijn de kernpunten van het Wetsvoorstel Verplichte geestelijke gezondheidszorg?

f. In het Wetsvoorstel Verplichte geestelijke gezondheidszorg worden verschillende rechten van de cliënt genoemd. Welke zijn dat? Noteer er ten minste drie.

C

op

yr

e. Wat houdt het begrip ‘verplichte zorg op maat’ in?

17


Gedwongen zorg en wetgeving

Opdracht 6

Er zijn zowel voor- als tegenstanders van het Wetsvoorstel Verplichte geestelijke gezondheidszorg. Sommige mensen vinden dat dwang in de zorg daar eindelijk goed mee geregeld is, maar anderen spreken er schande van. Om te lezen over deze laatste mening open je het Artikel ‘Basale burgerrechten in de knel door nieuwe wet’.

.

Artikel Basale burgerrechten in de knel door nieuwe wet <

.v

Vorm groepjes van vier. Zoek op internet zo veel mogelijk informatie van voor- en tegenstanders van het Wetsvoorstel Verplichte geestelijke gezondheidszorg. Bespreek eerst met je groepje wat jullie zelf van het Wetsvoorstel Verplichte geestelijke gezondheidszorg vinden. Probeer de verschillende meningen vast te leggen in beeld en filmpjes, en verwerk het geheel in Prezi. Presenteer dit aan de klas.

Middelen en maatregelen

Ac t

Opdracht 7

ie

fb

Website Prezi <

Lees Theoriebron Wet Bopz en maak de zinnen compleet met de juiste informatie. Middelen en maatregelen zijn ingrepen om

.

Het gaat hierbij om situaties die

.

u'

Theoriebron Wet Bopz <

Presentatie Wetsvoorstel Verplichte geestelijke gezondheidszorg

Ed

De vijf middelen en maatregelen zijn:

De aanleiding voor middelen en maatregelen is:

.

Middelen en maatregelen zijn alleen mogelijk tijdens

.

C

op

yr

ig

ht

Ze mogen maximaal

18

.

duren.


Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

.v

.

Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

fb

Inleiding

ie

Als je vermoedt dat er sprake is van mishandeling of huiselijk geweld, moet je hier verplicht actie op ondernemen. In de Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is een meldrecht voor huiselijk geweld opgenomen. Dit stelt je in staat om, ondanks het beroepsgeheim, een vermoeden van huiselijk geweld te melden bij Veilig Thuis.

• •

Bestudeer Theoriebron Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Beantwoord de vragen.

ht

a. Noem de vijf punten die in de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling naar voren moeten komen.

yr

ig

Theoriebron Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling <

Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Ed

Opdracht 1

Je kunt de hoofdlijnen benoemen van de Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en de meldcode toepassen in een beroepssituatie. Je kunt kort uitleggen wat de Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling inhoudt. Je kunt aangeven hoe je de meldcode kunt toepassen in bepaalde situaties.

u'

Ac t

Leerdoelen

C

op

b. Noem twee punten die de zorgaanbieder/zorginstelling naast de meldcode nog meer moet regelen.

c. Noem drie sectoren waarin deze wet van kracht is.

19


Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

d. Is een hulpverlener verplicht een verdenking van huiselijk geweld of mishandeling te melden?

.v

Bestudeer Theoriebron Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Kies het juiste antwoord in de zinnen:

fb

a. De zorgorganisatie kan gebruikmaken van het basismodel van de Nederlandse overheid / instelling, om een meldcode / melding huiselijk geweld en (kinder)mishandeling op te stellen. b. Elke organisatie is verplicht / wordt geadviseerd om een meldcode te gebruiken in de beroepspraktijk.

ie

Theoriebron Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling <

De meldcode in vogelvlucht

.

Opdracht 2

Ac t

c. Het gebruik van een meldcode wordt gecontroleerd door: Jeugdzorg Raad voor de Kinderbescherming, inspectie voor de veiligheid Inspectie voor de Gezondheidszorg Onderwijsinspectie Politie

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

d. Welke drie zaken moet de zorgorganisatie regelen, naast het opstellen van een meldcode?

20


Wetten die de financiering van zorg en de indicering regelen

.v

.

Wetten die de financiering van zorg en de indicering regelen

fb

Inleiding

ht

Ed

u'

Ac t

ie

Om kosten te besparen in de zorg zijn er enkele nieuwe wetten in het leven geroepen. Volgens deze wetten moeten cliënten zelf eerder een bijdrage leveren aan de zorg door het inschakelen van familie en naasten, en worden ze minder snel opgenomen in de intramurale zorg. De belangrijkste wetten zijn: • de Zorgverzekeringswet • de Wet maatschappelijke ondersteuning • de Wet langdurige zorg.

ig

Cliënten kunnen langer thuis wonen met hulp van anderen.

yr

Leerdoelen

C

op

Opdracht 1

Theoriebron Wetten voor de financiering van zorg en indicering <

• • •

Je kunt de hoofdlijnen benoemen van de wetten die de financiering van zorg en de indicering regelen en je kunt kennis van deze wetten toepassen in beroepssituaties. Je kunt kort uitleggen wat de Zorgverzekeringswet inhoudt. Je kunt kort uitleggen wat de Wet maatschappelijke ondersteuning inhoudt. Je kunt kort uitleggen wat de Wet langdurige zorg inhoudt.

De Zorgverzekeringswet – vragenuurtje Lees Theoriebron Wetten voor de financiering van zorg en indicering. Maak vijf open vragen over de theorie met betrekking tot de Zorgverzekeringswet. Wissel je vragen uit met een ander en maak die vragen. Doe dit twee keer. Degene met de meeste goede antwoorden is de winnaar.

21


Wetten die de financiering van zorg en de indicering regelen

Opdracht 2

De Zorgverzekeringswet – symbolen gebruiken Lees Theoriebron Wetten voor de financiering van zorg en indicering.

Theoriebron Wetten voor de financiering van zorg en indicering <

Opdracht 3

Wet maatschappelijke ondersteuning – in de beroepspraktijk

Mevrouw Verburg

ie

Vorm tweetallen en lees Theoriebron Wetten voor de financiering van zorg en indicering. Lees dan de twee casussen over mevrouw Verburg en Jesse. Beantwoord per casus samen de vragen.

Ac t

Theoriebron Wetten voor de financiering van zorg en indicering <

fb

.v

.

Maak deze opdracht met drie medestudenten. Zoek met je groepje minstens vijf plaatjes en symbolen die volgens jullie bij de Zorgverzekeringswet passen. Maak met behulp van de plaatjes een korte presentatie en leg uit waarom jullie de plaatjes bij de Zorgverzekeringwet vinden passen.

Ed

u'

Mevrouw Verburg is een 43-jarige vrouw en alleenstaande moeder van twee jonge kinderen. De oudste is drieënhalf en de jongste anderhalf. De man van mevrouw Verburg is een jaar geleden omgekomen bij een tragisch ongeval. Mevrouw Verburg heeft ongeveer tien jaar geleden de diagnose MS gekregen. Dit is een progressieve ziekte van het centrale zenuwstelsel. Voordat de kinderen geboren waren, zijn mevrouw Verburg en haar man verhuisd naar een aangepaste woning, met onder andere een traplift. Deze woning is in de stad. Nu het oudste kind van mevrouw Verburg bijna naar school gaat, wil ze graag verhuizen naar het dorp waar ze vandaan komt. Dit vindt mevrouw Verburg een veiligere omgeving voor haar kinderen om op te groeien, en de school is op loopafstand. Nu heeft mevrouw een ‘normale’ eengezinswoning gehuurd. Deze woning is alleen (nog) niet aangepast aan haar zorgbehoefte. Mevrouw Verburg gaat naar het Wmo-loket om zorg via de gemeente aan te vragen.

yr

ig

ht

a. Heeft mevrouw Verburg recht op ondersteuning volgens de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)? Onderbouw jullie antwoord.

C

op

b. Waar heeft de cliënt dan precies recht op? Licht jullie antwoord toe.

22


Wetten die de financiering van zorg en de indicering regelen

fb

.v

.

c. Hoe kan de cliënt dit regelen? Onderbouw jullie antwoord.

Jesse

Ac t

ie

Jesse is een driejarige peuter. Hij is zowel lichamelijk als verstandelijk gehandicapt. Als Jesse niet in bed ligt, zit hij in een aangepaste stoel. Hij kan wel korte stukjes kruipen. Jesse kan last hebben van heftige driftbuien. Vooral het douchen vindt hij erg vervelend. Nu is de douchestoel waarin Jesse dagelijks gewassen wordt door de kinderthuiszorg, stuk. Dit is aanleiding voor de ouders van Jesse om naar het Wmo-loket te gaan. De ouders van Jesse willen ook graag een persoonsgebonden budget om dit soort zaken in de toekomst zelf te kunnen regelen.

ht

Ed

u'

d. Heeft Jesse recht op ondersteuning volgens de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)? Onderbouw jullie antwoord.

yr

ig

e. Waar heeft de cliënt dan precies recht op? Licht jullie antwoord toe.

C

op

f. Hoe kan de cliënt dit regelen? Onderbouw jullie antwoord.

23


Wetten die de financiering van zorg en de indicering regelen

Opdracht 4

Het persoonsgebonden budget Lees Theoriebron Wetten voor de financiering van zorg en indicering.

Theoriebron Wetten voor de financiering van zorg en indicering <

.v

.

a. Zoek op de website van de Sociale Verzekeringsbank uit hoe een aanvraag van een pgb werkt en uit welke vijf stappen de aanvraagprocedure bestaat.

fb

Website Sociale Verzekeringsbank <

u'

Ac t

ie

Website Pixton <

Opdracht 5

Wet langdurige zorg – voor wie en in welke situaties?

ht

Lees in Theoriebron Wetten voor de financiering van zorg en indicering het gedeelte over de Wet langdurige zorg (Wlz). Beantwoord dan de vragen. a. Wanneer heeft een cliënt recht op zorg vanuit de Wet langdurige zorg? Noem twee criteria. Geef bij elk criterium een voorbeeld.

C

op

yr

ig

Theoriebron Wetten voor de financiering van zorg en indicering <

Ed

b. Maak met behulp van Pixton een stripverhaal waarin uit minimaal vijf plaatjes naar voren komt hoe een cliënt een pgb kan regelen volgens de wet. Licht het stripverhaal klassikaal toe en lever het in bij de docent.

24

b. Noem twee verblijfssituaties waarin een cliënt zorg vanuit de Wet langdurige zorg kan ontvangen.


Wetten die de financiering van zorg en de indicering regelen

fb

.v

.

c. Omschrijf de drie stappen die gezet moeten worden voordat een cliĂŤnt een indicatie krijgt voor zorg vanuit de Wet langdurige zorg.

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

d. Omschrijf in je eigen woorden wat de Nederlandse overheid met de invoering van de wet wil bereiken.

25


Wetten en protocollen voor veilig werken

.

Wetten en protocollen voor veilig werken

.v

Inleiding

u'

Ac t

ie

fb

In de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) zijn wetten en regels vastgelegd die ervoor moeten zorgen dat werknemers veilig en gezond kunnen werken. Dit kan gaan om ergonomisch werken, maar ook om zaken als omgaan met gevaarlijke stoffen en omgaan met agressie. Vaak hebben organisaties ook nog eigen veiligheidsprotocollen. Zorg ervoor dat je hier goed van op de hoogte bent en dat je in een veilige omgeving werkt.

Ed

Organisaties moeten zich houden aan de Arbowet.

Leerdoelen •

ig

ht

• •

Je kunt de hoofdlijnen benoemen van de wetten rondom veiligheid in het werk en je kunt kennis van deze wetten toepassen in beroepssituaties. Je kunt kort uitleggen wat de Arbeidsomstandighedenwet inhoudt. Je kunt protocollen op het gebied van arbo toepassen.

Opdracht 1

Lees Theoriebron Wetten en protocollen voor veilig werken.

C

op

yr

Theoriebron Wetten en protocollen voor veilig werken <

Verplichtingen arbowetgeving

26

Benoem minstens vier verplichtingen die in de arbowetgeving zijn opgenomen en waar elk bedrijf zich aan moet houden.


Wetten en protocollen voor veilig werken

Opdracht 2

Risico-inventarisatie arbo Volgens de Arbowet zijn werkgevers verplicht een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) te maken. Ga naar de website Arboportaal voor meer informatie.

Website Arboportaal <

fb

.v

.

a. Waaruit moet een risico-inventarisatie en -evaluatie bestaan?

Ac t

ie

b. Beschrijf in je eigen woorden in één zin het doel van de Arbeidsomstandighedenwet.

Arbowet – rechten en plichten verzorgende-IG en begeleider

Ed

Opdracht 3

u'

c. Noem twee gevolgen van goede arbeidsomstandigheden voor de werknemer.

Vorm groepjes van vier. Bekijk op de website Arboportaal de animatie over wat je rechten en plichten zijn als hulpverlener.

Website Arboportaal <

ig

ht

Maak een overzicht van de rechten en plichten die genoemd worden in de animatie.

yr

Probeer nu bij elk recht of elke plicht een voorbeeld te bedenken en werk dit uit in een kort verslag van een half A4’tje.

C

op

Opdracht 4

Theoriebron Wetten en protocollen voor veilig werken <

Arbowet – heb je er ervaring mee? Bestudeer in Theoriebron Wetten en protocollen voor veilig werken het gedeelte over de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet). Beantwoord daarna de reflecterende vragen. a. Heb je als stagiair te maken met de Arbeidsomstandighedenwet? Verklaar je antwoord.

27


Wetten en protocollen voor veilig werken

ie

fb

.v

.

b. Noem drie voorbeelden van situaties waarbij de Arbeidsomstandighedenwet van toepassing is op jou.

Ac t

c. Heb je als stagiair dezelfde rechten als een volwaardig werknemer? Onderbouw je antwoord.

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

d. Ben je zelf weleens in aanraking geweest met deze wet? Licht je antwoord toe.

28


.v

Wetten rondom euthanasie, abortus en orgaandonatie

.

Wetten rondom euthanasie, abortus en orgaandonatie

fb

Inleiding

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

Over wetgeving die te maken heeft met onderwerpen als euthanasie, afbreking zwangerschap en orgaandonatie is altijd veel discussie. De persoonlijke mening over deze onderwerpen wordt vaak beïnvloed door geloof, levenswijze of politieke voorkeur. Het is belangrijk voor hulpverleners om de wet zorgvuldig te hanteren als ze met een van deze zaken te maken krijgen.

Wordt orgaandonatie verplicht?

yr

Leerdoelen • • •

Je kunt de hoofdlijnen van een aantal specifieke wetten benoemen en je kunt kennis van deze wetten toepassen in beroepssituaties. Je kunt kort uitleggen wat de Euthanasiewet/Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding inhoudt. Je kunt kort uitleggen wat de Wet afbreking zwangerschap inhoudt. Je kunt kort uitleggen wat de Wet op de orgaandonatie (Wod) inhoudt.

C

op

29


Wetten rondom euthanasie, abortus en orgaandonatie

Opdracht 1

Euthanasie Lees Theoriebron Wetten rondom euthanasie, afbreking zwangerschap en orgaandonatie.

Theoriebron Wetten rondom euthanasie, afbreking zwangerschap en orgaandonatie <

Beantwoord de vragen.

fb

.v

.

a. Wat is euthanasie?

Ac t

c. Welke rol speelt de cliĂŤnt zelf bij euthanasie?

ie

b. Valt hulp bij zelfdoding door een arts voor de wet ook onder euthanasie?

d. Geef aan of de beweringen over de Euthanasiewet waar of onwaar zijn.

Ed

u'

Euthanasie is strafbaar. waar / onwaar Er zijn geen uitsluitingen van straf voor de arts die de euthanasie uitvoert. waar / onwaar De arts moet de euthanasie melden aan de gemeentelijke lijkschouwer. waar / onwaar De gemeentelijke lijkschouwer stuurt de melding en alle stukken naar een regionale toetsingscommissie. waar / onwaar De rechtbank beoordeelt of de arts zorgvuldig heeft gehandeld. waar / onwaar

ht

e. Wanneer is er geen sprake van euthanasie?

Zorgvuldigheidseisen Euthanasiewet

ig

Opdracht 2

In de Euthanasiewet staat dat een arts mag meewerken aan levensbeĂŤindiging of hulp bij zelfdoding. De arts moet dan wel de zorgvuldigheidseisen uit de wet naleven. Zoek uit wat deze eisen inhouden en verwerk ze in Popplet. Presenteer de Popplet aan de klas.

op

yr

Theoriebron Wetten rondom euthanasie, afbreking zwangerschap en orgaandonatie <

C

Website Popplet <

30


Wetten rondom euthanasie, abortus en orgaandonatie

Opdracht 3

Wet afbreking zwangerschap Lees in Theoriebron Wetten rondom euthanasie, afbreking zwangerschap en orgaandonatie het gedeelte over de Wet afbreking zwangerschap (WAZ). Beantwoord de vragen.

Theoriebron Wetten rondom euthanasie, afbreking zwangerschap en orgaandonatie <

.v

.

a. Wat staat er in de Wet afbreking zwangerschap?

fb

b. Tot wanneer mag een abortus worden uitgevoerd?

Ac t

d. Wanneer gaat de verplichte bedenktijd in?

ie

c. Wanneer geldt een verplichte bedenktijd? En hoelang is die?

Vorm groepjes van vier. Je gaat een discussie voeren over abortus, met behulp van Werkmodel Discussie en het gedeelte over de Wet afbreking zwangerschap (WAZ) in Theoriebron Wetten rondom euthanasie, afbreking zwangerschap en orgaandonatie.

ht

Probeer als groep een standpunt in te nemen over de volgende stellingen: • Abortus is het recht van elke vrouw. • Abortus moet altijd mogelijk zijn, ongeacht de duur van de zwangerschap. • Hulpverleners moeten altijd meewerken aan de zorg bij een abortus, ongeacht hoe ze daar zelf over denken.

ig

Theoriebron Wetten rondom euthanasie, afbreking zwangerschap en orgaandonatie <

Discussie Wet afbreking zwangerschap

Ed

Opdracht 4

u'

e. Wat zijn de voorwaarden voor abortus voor een minderjarig meisje?

yr

Werkmodel Discussie <

Opdracht 5

C

op

Theoriebron Wetten rondom euthanasie, afbreking zwangerschap en orgaandonatie <

Wet op de orgaandonatie Lees in Theoriebron Wetten rondom euthanasie, afbreking zwangerschap en orgaandonatie het gedeelte over de Wet op de orgaandonatie (Wod). Beantwoord de vragen. a. Wat is er geregeld in de Wet op de orgaandonatie?

31


Wetten rondom euthanasie, abortus en orgaandonatie

b. Wanneer mogen artsen organen en weefsels gebruiken?

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

fb

d. Hoe oud moeten kinderen zijn om zich te kunnen registreren?

.v

.

c. Wie beslist als iemand zich niet heeft geregistreerd?

32


Wet voor mensen in detentie

.

Wet voor mensen in detentie

.v

Inleiding

ht

Ed

u'

Ac t

ie

fb

In de Penitentiaire beginselenwet uit 1999 staan de rechten en plichten voor gedetineerden. De wet heeft betrekking op verschillende detentieomstandigheden, zoals het contact met anderen of het recht op godsdienst.

ig

De Penitentiaire beginselenwet is van toepassing op mensen in detentie.

yr

Leerdoelen •

C

op

•

Opdracht 1

Theoriebron Wet voor mensen in detentie <

Je kunt de hoofdlijnen van een aantal specifieke wetten benoemen en je kunt kennis van deze wetten toepassen in beroepssituaties. Je kunt kort uitleggen wat de Penitentiaire beginselenwet (PBW) inhoudt.

Penitentiaire beginselenwet Lees Theoriebron Wet voor mensen in detentie en beantwoord de vragen. a. Wat staat er in de Penitentiaire beginselenwet?

33


Wet voor mensen in detentie

.v

c. Hoe vaak en hoelang mag een gedetineerde volgens de wet telefoneren?

.

b. Voor hoelang heeft een gedetineerde recht op bezoek?

Ac t

ie

e. Hoe vaak en hoelang mag een gedetineerde sporten?

fb

d. Wie is er verantwoordelijk voor de verstrekking van voeding, noodzakelijke kleding en schoeisel?

u'

f. Tot welke straf mag een directeur besluiten bij verstoring van de openbare orde?

Opdracht 2

In de pers wordt regelmatig kritiek geuit op de zorg in gevangenissen. Open het Artikel ‘Kritiek op medische zorg in gevangenissen’. Lees het Artikel ‘Kritiek op medische zorg in gevangenissen’ en zoek zelf vervolgens aanvullende artikelen, filmpjes en interviews die gaan over de zorg aan gedetineerden. Maak aan de hand van het materiaal dat je gevonden hebt een presentatie in Prezi over hoe jullie denken dat het gesteld is met de zorg aan gedetineerden. Verwerk ook suggesties voor verbetering. Presenteer dit aan de groep.

C

op

yr

ig

Website Prezi <

Presentatie Kritiek op zorg aan gevangenen

ht

Artikel Kritiek op medische zorg in gevangenissen <

Ed

g. Hoelang mag deze straf duren?

34


Wet die de zorg voor asielzoekers regelt

.

Wet die de zorg voor asielzoekers regelt

.v

Inleiding

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

fb

Asielzoekers die verblijven in de centrale opvang van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers hebben recht op gezondheidszorg. Het gaat hier om een complexe groep cliënten met vaak meervoudige problemen. Met name door de grote toename van asielzoekers in de afgelopen jaren staat goede zorg voor asielzoekers onder druk. Het vraagt van jou als hulpverlener om een empathische houding en kennis van zaken over wat wel en niet is geregeld in de hiervoor bedoelde wetgeving.

yr

Kinderen in een asielopvang.

Leerdoelen •

Je kunt de hoofdlijnen van een aantal specifieke wetten benoemen en je kunt kennis van deze wetten toepassen in beroepssituaties. Je kunt kort uitleggen wat de Regeling Zorg Asielzoekers (RZA) inhoudt.

C

op

35


Wet die de zorg voor asielzoekers regelt

Opdracht 1

Regeling Zorg Asielzoekers (RZA) 2017 Lees in de Regeling Zorg Asielzoekers 2017 de praktische informatie en de voorwaarden die geldig zijn sinds 1 januari 2017. Beantwoord de vragen.

Theoriebron Wet die de zorg voor asielzoekers regelt <

.v

.

a. Wie kunnen asielzoekers bellen als ze ziek zijn?

Ac t

ie

c. Naar welke zorgaanbieder kunnen asielzoekers gaan?

fb

b. Welke hulpverleners kunnen asielzoekers aantreffen in een Gezondheidscentrum Asielzoekers?

Regeling Zorg Asielzoekers 2017 <

u'

d. Welke twee mogelijkheden hebben asielzoekers als ze vragen hebben over hun gezondheid of over ziekte?

Opdracht 2

Haalbaarheid medische zorg asielzoekers Door de grote toename van het aantal asielzoekers is de medische zorg onder druk komen te staan. De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft zich hier ook mee beziggehouden. Open het Artikel ‘Medische zorg asielzoekers onder druk door grote instroom’.

ht

Theoriebron Wet die de zorg voor asielzoekers regelt <

Ed

e. Wat moeten asielzoekers meenemen als ze naar een zorgaanbieder gaan?

Lees het artikel en beantwoord dan de vragen over medische zorg aan asielzoekers.

ig

a. Welke organisaties zijn tot nu betrokken bij de medische zorg aan asielzoekers?

C

op

yr

Artikel Medische zorg asielzoekers onder druk door grote instroom <

36

b. Wie houdt toezicht op de medische zorg aan asielzoekers?

c. Welke verbeteringen werden doorgevoerd na bezoeken en ketenpartner-overleggen in 2016?


Wet die de zorg voor asielzoekers regelt

Opdracht 3

.

Vorm groepjes van vier. Maak met behulp van Moviemaker, Prezi of Powerpoint verschillende filmpjes of slideshows die samen een goed beeld geven van hoe de zorg voor asielzoekers eruitziet. Presenteer dit aan de groep.

.v

Theoriebron Wet die de zorg voor asielzoekers regelt <

Zorg voor asielzoekers in beeld

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

fb

Website Prezi <

37


Theoriebron Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg

.v

.

Theoriebron Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg

fb

Inleiding

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

De belangrijkste wet die de deskundigheid van het personeel in de gezondheidszorg waarborgt, is de Wet BIG. Deze Wet BIG werd in 1993 geïntroduceerd. In de wet staan het deskundigheidsgebied en de opleidingseisen van het beroep beschreven. De Wet BIG bestaat uit de volgende hoofdpunten: • registratie en titelbescherming • voorbehouden handelingen • kwaliteit van de beroepsuitoefening • tuchtrecht.

yr

Voor enkele beroepen binnen de Nederlandse gezondheidszorg is registratie nodig in het BIG-register, dat onder de Wet BIG valt.

C

op

Registratie en titelbescherming

38

Er zijn verschillende beroepen binnen de Nederlandse gezondheidszorg die onder de Wet BIG vallen. Degenen die deze beroepen uitoefenen, moeten zich na het behalen van hun diploma registreren in het BIG-register. Het gaat om de volgende beroepen: artsen, apothekers, fysiotherapeuten, gezondheidszorgpsychologen, psychotherapeuten, tandartsen, verloskundigen en verpleegkundigen. Als de registratie voltooid is, mogen zij een wettelijk geregistreerde beroepstitel voeren. Er staan meer dan 340.000 zorgverleners in het BIG-register. Na vijf jaar moet een herregistratie plaatsvinden. Er zijn twee criteria voor het herregistreren: de scholingseis of de werkervaringseis. De zorgverlener moet in vijf jaar tijd minimaal 2080 uur in zijn beroep werkzaam zijn geweest. Als de zorgverlener dit urenaantal niet haalt, is de scholingseis van kracht. De zorgverlener moet dan een landelijk examen afleggen om voor herregistratie in aanmerking te komen.


Theoriebron Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg

Voorbehouden handelingen

u'

Ac t

ie

fb

.v

.

Het uitgangspunt van de Wet BIG is dat zorgverleners in principe vrij mogen handelen binnen de taken van hun beroepsuitoefening. Deze vrijheid geldt niet voor alle handelingen. Handelingen die onaanvaardbare risico’s voor de gezondheid van de cliënt met zich mee kunnen brengen als ze door ondeskundig handelen worden uitgevoerd, zijn voorbehouden. Dit zijn de voorbehouden handelingen: • chirurgische handelingen, zoals het uitvoeren van een operatie • verloskundige handelingen • endoscopieën • katheterisaties • injecties • puncties • narcose • gebruik van radioactieve stoffen of toestellen die ioniserende stralen uitzenden • cardioversie, het reguleren van de hartslag door middel van medicatie of een shock • defibrillatie • elektroconvulsieve therapie • steenvergruizing voor geneeskundig doeleinde • handelingen ten aanzien van geslachtscellen en embryo's, gericht op het anders dan op natuurlijke wijze tot stand brengen van een zwangerschap • voorschrijven van medicatie op recept.

Ed

Bevoegdheidsregeling

ht

De Wet BIG maakt onderscheid tussen zorgverleners die zelfstandig bevoegd zijn en zorgverleners die niet-zelfstandig bevoegd zijn om voorbehouden handelingen uit te voeren. Wie niet-zelfstandig bevoegd is, mag in opdracht van een zelfstandig bevoegde (meestal een arts of verloskundige) en onder bepaalde voorwaarden een voorbehouden handeling uitvoeren. De bevoegdheidsregeling voor voorbehouden handelingen geldt voor iedereen die beroepsmatig in de Nederlandse gezondheidszorg werkt.

ig

Een uitzondering op de bevoegdheidsregeling vormen cliënten en hun familieleden. Een diabetespatiënt bijvoorbeeld mag bij zichzelf insuline inspuiten en ouders mogen een sonde inbrengen bij hun kind. Een andere uitzondering is het beroepsmatig handelen in medische noodsituaties.

C

op

yr

Opdrachtgever en opdrachtnemer Als een zorgverlener in opdracht van een zelfstandig bevoegde een voorbehouden handeling uitvoert, stelt de Wet BIG voorwaarden aan zowel de opdrachtgever als de opdrachtnemer. Een zelfstandig bevoegde (arts, tandarts of verloskundige) mag alleen opdrachten geven als hij: • deskundig en bekwaam is tot het stellen van de indicatie • aanwijzingen geeft en ervoor zorgt dat toezicht en tussenkomst mogelijk zijn • vaststelt dat de opdrachtnemer bekwaam is om de voorbehouden handeling uit te voeren. De opdrachtnemer moet ook aan een aantal voorwaarden voldoen, namelijk: • alleen handelen in opdracht van de zelfstandig bevoegde • volgens de gegeven aanwijzingen handelen • eerst vaststellen dat hij bekwaam is om de voorbehouden handeling uit te voeren.

39


Theoriebron Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg

Bevoegd en bekwaam

.v

fb

Je bent bekwaam als je: • bevoegd bent • de juiste vaardigheden beheerst om de handeling uit te voeren • je verdiept hebt in de situatie waarin je de handeling moet uitvoeren.

.

Een hulpverlener is bevoegd voor een handeling als hij daarvoor een opleiding gevolgd heeft. Je weet op basis van de opleiding wat de handeling inhoudt, wat de risico’s zijn en wat je moet doen bij eventuele incidenten.

Om bekwaam te blijven moet je de handeling regelmatig uitvoeren en regelmatig bijscholing volgen.

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

De voorbehouden handeling hoeft niet in de beroepsopleiding aangeleerd te zijn. Het je eigen maken van een (voorbehouden) handeling leer je in de beroepspraktijk. Als je de opdracht krijgt om een voorbehouden handeling uit te voeren, moet je je bekwaamheid op dat gebied zelf beoordelen.

C

op

yr

De opdracht aannemen en uitvoeren

40

Je mag een voorbehouden handeling alleen uitvoeren als je daartoe een opdracht gekregen hebt van een zelfstandig bevoegde (vaak een arts of verloskundige) en als je bekwaam bent om de handeling uit te voeren. Bovendien moet de opdracht de volgende elementen bevatten: • naam cliënt • handeling • aantal keren dat de handeling verricht moet worden • tijdstip handeling • naam en paraaf opdrachtgever • datum en tijd van de opdracht. In een acute situatie kan het voorkomen dat je een opdracht tot een voorbehouden handeling telefonisch aanneemt. In dat geval schrijf je zelf de opdracht op, herhaal je de opdracht om te controleren of je alles goed begrepen hebt en vraag je de arts of verloskundige zo spoedig


Theoriebron Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg

mogelijk zijn handtekening bij de opdracht te zetten. Deze situatie zal echter bijna niet meer voorkomen, omdat steeds meer instellingen werken met een digitaal cliëntendossier en dus op afstand de opdracht in het dossier kunnen zetten.

.v

.

Tuchtrecht

Ac t

ie

fb

De beroepsbeoefenaars binnen de Nederlandse gezondheidszorg die zich moeten laten registreren in het BIG-register vallen onder het tuchtrecht. Het doel van het tuchtrecht is de kwaliteit van de beroepsuitoefening te waarborgen. Een zorginstelling, de Inspectie voor de Gezondheidszorg, een cliënt of zijn familie kunnen een klacht indienen bij het tuchtcollege. De klacht wordt eerst schriftelijk onderzocht. De tuchtrechter kan verschillende maatregelen opleggen: • doorhaling van de beroepsbeoefenaar in het BIG-register • schorsing, ontzegging uit het BIG-register voor een jaar • waarschuwing • geldboete.

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Sinds 2012 wordt een tuchtmaatregel ook genoteerd in het BIG-register, behalve in het geval van een waarschuwing. Het BIG-register is openbaar, dus dit kan negatief uitpakken voor de betreffende zorgverlener.

41


Theoriebron Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO)

fb

.v

.

Theoriebron Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO)

ie

Inleiding

ig

ht

Ed

u'

Ac t

De Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) beschrijft de rechten en plichten van cliënten in de zorg. De WGBO is van belang voor iedereen die met medische zorg te maken krijgt. Wanneer een arts een patiënt gaat onderzoeken of behandelen, is er sprake van een geneeskundige behandelingsovereenkomst.

De arts mag de cliënt pas gaan behandelen als deze toestemming heeft gegeven voor de behandelingsovereenkomst.

C

op

yr

Doelstelling van de WGBO

42

De wet is bedoeld om de positie te versterken van cliënten die medische zorg nodig hebben. De WGBO regelt: • recht op informatie over de medische situatie • toestemming voor een medische behandeling • inzage in het medisch dossier • recht op privacy en geheimhouding van medische gegevens (beroepsgeheim) • recht op vrije artsenkeuze • vertegenwoordiging van cliënten die niet zelf kunnen beslissen.


Theoriebron Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO)

Recht op informatie over de medische situatie

.v

.

Een behandelaar moet in eenvoudige woorden vertellen wat iemand heeft en welke behandeling hij voorstelt. Daarbij komt aan de orde: • het doel van de behandeling (welk resultaat kan iemand verwachten?) • de duur van de behandeling • de kans dat de behandeling slaagt • of er risico's zijn bij een behandeling, bijvoorbeeld bijwerkingen bij medicijnen.

Ac t

ie

fb

De behandelaar moet ook vertellen of er andere behandelingen mogelijk zijn. Als een cliënt niet alles wil weten, kan hij dat aangeven. Als een behandelaar denkt dat informatie schadelijk voor iemand is, mag hij deze achterhouden. De behandelaar moet hierover altijd eerst overleggen met een andere zorgverlener. Als iemand wilsonbekwaam is voor medische beslissingen, moet de behandelaar toch zo goed mogelijk informatie over de medische situatie geven. Omdat een (wettelijk) vertegenwoordiger toestemming moet geven voor een eventuele medische behandeling, zal de behandelaar de situatie ook met de vertegenwoordiger bespreken.

Toestemming voor een medische behandeling

ig

ht

Ed

u'

Een medische behandeling is alleen mogelijk als de cliënt er toestemming voor geeft. Cliënten mogen een behandeling dus weigeren. Alleen in een onhoudbare situatie is een gedwongen behandeling soms toegestaan. Een behandeling begint pas als de cliënt heeft ingestemd met het behandelplan. Als een cliënt het niet eens is met (een deel van) de behandeling, zal de behandelaar samen met de cliënt zoeken naar een andere behandeling. Is deze andere behandeling er niet? Dan kan hij de cliënt doorverwijzen naar een andere behandelaar. Tijdens een gedwongen opname kan de cliënt zijn toestemming niet altijd intrekken. Als er sprake is van gevaar of als hij zonder behandeling te lang opgenomen moet blijven, mag de behandelaar de cliënt dwingen om de behandeling door te zetten. Er is dan sprake van een dwangbehandeling. Als een cliënt wilsonbekwaam is, zal de behandelaar de wettelijk vertegenwoordiger, partner of naaste om toestemming vragen.

Inzage in het medisch dossier

C

op

yr

Cliënten hebben het recht om hun eigen medisch dossier in te zien. Dit geldt voor volwassenen en voor kinderen vanaf twaalf jaar. De cliënt kan aan de zorgverlener of iemand van de zorginstelling inzage in het dossier vragen. Dat kan mondeling of schriftelijk. De zorgverlener hoeft niet het hele dossier te geven. Iemand krijgt alleen de gegevens te zien die over hemzelf gaan, zoals uitslagen van onderzoeken en operatieverslagen. Familieleden mogen het dossier alleen bekijken als een cliënt daarvoor schriftelijk toestemming geeft. Ouders of wettelijk vertegenwoordigers van kinderen tot twaalf jaar mogen het dossier van hun kind altijd inzien. Een zorgverlener mag een cliënt alleen inzage in het eigen dossier weigeren als het de privacy van een ander schaadt.

43


Theoriebron Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO)

Recht op privacy en geheimhouding

fb

.v

.

Zorgverleners moeten medische gegevens bijhouden in een medisch dossier. De gegevens vallen onder het medisch beroepsgeheim: de zorgverlener heeft een geheimhoudingsplicht. Het medisch beroepsgeheim geldt voor: • artsen • tandartsen • apothekers • gezondheidszorgpsychologen • psychotherapeuten • fysiotherapeuten • verloskundigen • verpleegkundigen.

Ac t

ie

Andere hulpverleners en medewerkers van zorginstellingen vallen niet onder het medisch beroepsgeheim. Maar zorginstellingen hebben wel een zorgplicht om de gegevens te beschermen. Andere hulpverleners kunnen ook een geheimhoudingsplicht hebben. Die staat dan in hun beroepscode. Dit geldt bijvoorbeeld voor verzorgenden. Het medisch beroepsgeheim geldt ook in het geval van cliënten die wilsonbekwaam zijn en het vervalt niet bij het overlijden van een cliënt.

u'

Recht op vrije artsenkeuze

ht

Ed

Cliënten kunnen zelf kiezen door welke arts ze behandeld worden. In de praktijk zijn er soms wel belemmeringen bij die vrije keuze. Er kunnen allerlei redenen zijn om over te stappen naar een andere behandelaar. Bijvoorbeeld als het niet goed klikt met de behandelaar of als iemand niet (meer) verder komt met de behandeling. Het is ook mogelijk dat een cliënt het niet eens is met de behandeling. In een aantal gevallen is de vrije artsenkeuze beperkt door wachtlijsten of door afspraken met behandelaars en zorgverzekeraars.

ig

Vertegenwoordiging van cliënten die niet zelf kunnen beslissen

C

op

yr

Een wilsonbekwame cliënt heeft een (wettelijk) vertegenwoordiger die de beslissingen neemt op het gebied waarop de cliënt wilsonbekwaam is. Vindt de arts dat de cliënt wilsonbekwaam is, dan moet hij dit aan de cliënt vertellen en in het dossier opnemen. Als hij de cliënt wil behandelen, moet hij ook toestemming vragen aan een wettelijk vertegenwoordiger. Een wettelijk vertegenwoordiger is iemand die voor een cliënt mag optreden en beslissen. De vertegenwoordiger moet de cliënt hierbij wel zo veel mogelijk betrekken. Ook de arts moet de cliënt zo veel mogelijk blijven betrekken bij het nemen van beslissingen. Volgens de WGBO kunnen de volgende personen vertegenwoordiger zijn: • curator/mentor (benoemd door de rechter) • schriftelijk gemachtigde (benoemd door de cliënt zelf in een schriftelijke verklaring) • echtgenoot, geregistreerd partner of andere levensgezel van de cliënt (niet benoemd, vrijwillig) • ouder, kind, broer of zus (niet benoemd, vrijwillig). De volgorde van deze opsomming is van belang: eerst moet de arts kijken of er een mentor of curator is. Is deze er niet? Dan kijkt hij of er een schriftelijke gemachtigde is.

44


Theoriebron Overige kwaliteitswetten

.

Theoriebron Overige kwaliteitswetten

.v

Inleiding

ie

fb

Er zijn verschillende wetten die bedoeld zijn om de kwaliteit van de zorg in Nederland te waarborgen, zoals: Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (BIG), Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO), Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz), Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) en Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (Wmcz). Sommige van deze wetten richten zich meer op de hulpverlener en andere op de cliënt die hulp krijgt.

Ac t

Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz)

ht

Ed

u'

De Nederlandse overheid vindt het belangrijk dat elke inwoner van ons land toegang heeft tot goede zorg. Daarom heeft de overheid wettelijk vastgelegd wat goede zorg precies inhoudt en wat er moet gebeuren als mensen een klacht hebben over de zorg. Dit staat in de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz). Uit onderzoek blijkt dat mensen niet altijd tevreden zijn over de manier waarop zorgverleners hun klacht afhandelen: de afhandeling van een klacht duurt lang en gebeurt op een onpersoonlijke manier. Mensen willen zich gehoord voelen en ze willen voorkomen dat anderen in de toekomst hetzelfde overkomt. Zorgverleners leren van klachten en ongewenste gebeurtenissen in de zorg. Doel van de Wkkgz is dan ook: openheid over klachten en ongewenste gebeurtenissen en ervan leren om zo gezamenlijk de zorg te verbeteren.

ig

Wat regelt de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg?

C

op

yr

De wet regelt: • betere en snelle aanpak van klachten Mensen kunnen gratis terecht bij de klachtenfunctionaris van de zorgaanbieder. Een goed gesprek tussen de cliënt en de zorgverlener blijkt vaak de beste oplossing. Als een gesprek niet helpt, kan de cliënt een rechtszaak aanspannen of naar een onafhankelijke geschilleninstantie gaan. • veilig kunnen melden van incidenten door hulpverleners Zorgaanbieders moeten een interne werkwijze hebben die dit regelt en moeten elk voorval met elkaar bespreken om ervan te leren. Op deze manier kunnen ze samen de zorg verbeteren. • sterkere positie van cliënt De cliënt heeft het recht op goede informatie als er in de zorgverlening iets mis is gegaan. De zorgaanbieder moet zo'n fout met de cliënt bespreken en het voorval in het cliëntendossier opnemen. • uitbreiding meldplicht zorgaanbieders Zorgaanbieders moeten alle vormen van geweld in de zorgrelatie melden aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg, evenals ontslag van een zorgverlener bij ernstig disfunctioneren.

45


u'

Bespreek voorvallen met elkaar.

Ac t

ie

fb

.v

.

Theoriebron Overige kwaliteitswetten

Ed

Toepassing in de beroepspraktijk

ig

ht

Als hulpverlener werk je in de meeste gevallen voor een werkgever, de zorgaanbieder. In de Wkkgz zijn een aantal zaken vastgelegd waaraan een zorgaanbieder zich moet houden. Enkele van deze plichten zijn van toepassing op jou als werknemer. De Nederlandse overheid verplicht elke zorgaanbieder om intern een veilige methode te ontwikkelen voor het melden van incidenten door werknemers. Het is de bedoeling dat deze incidenten worden uitgezocht en nabesproken, zodat alle betrokkenen er wat van kunnen leren. Elke zorgaanbieder moet intern werken aan een systeem waarbij de klacht binnen zes weken behandeld wordt. Als hulpverlener moet je hierover geïnformeerd worden, zodat je de cliënt hiernaar kunt verwijzen.

C

op

yr

Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp)

46

Cliënten hebben het recht te weten waarom en hoe een organisatie de persoonsgegevens gebruikt. In de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) staat wat er wel en niet is toegestaan met iemands gegevens. De Autoriteit Persoonsgegevens controleert of een organisatie zich aan de wet houdt. Het kan voorkomen dat persoonsgegevens gestolen worden, bijvoorbeeld door een aanval van hackers op het netwerk. Ook kunnen gegevens op straat komen te liggen door een menselijke of technische fout. In zulke gevallen is het belangrijk dat dit zo snel mogelijk bekend wordt. Organisaties mogen persoonsgegevens alleen aan anderen doorgeven als daar een goede reden voor is, zoals bij een dringende medische noodzaak. In alle andere gevallen moet er toestemming zijn van de cliënt. Een organisatie moet altijd het belang en de rechten van de cliënt afwegen tegen het belang van de organisatie. Als er verkeerd wordt omgegaan met persoonsgegevens, kan dit gemeld worden bij de Autoriteit Persoonsgegevens.


Theoriebron Overige kwaliteitswetten

Verzamelen van persoonsgegevens door organisaties

fb

.v

.

Organisaties mogen niet meer persoonsgegevens verzamelen dan nodig is voor het doel van de organisatie, maar ook niet minder als dat tot onvolledige informatie leidt. Wel mogen organisaties gegevens verwerken voor meerdere doelen tegelijkertijd. Die doelen moeten ze vooraf goed beschrijven. Organisaties moeten in sommige gevallen het verwerken van persoonsgegevens melden bij de Autoriteit Persoonsgegevens. De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) verzamelen persoonsgegevens voor de uitvoering van hun taken. Hiermee kun je te maken krijgen als je werkt met vluchtelingen en mensen die asiel aanvragen.

Aanvragen van geheimhouding

Ac t

ie

Cliënten kunnen de gemeente vragen om gegevens uit de Basisregistratie Personen (BRP) niet door te geven. Deze gegevens blijven dan geheim voor bepaalde niet-overheidsinstanties. Dit is bijvoorbeeld nodig als iemand in een blijf-van-mijn-lijfhuis verblijft. De geheimhouding geldt voor alle gegevens uit de BRP. Een cliënt kan alleen voor zichzelf en voor minderjarige kinderen geheimhouding aanvragen. Als een kind meerderjarig is, moet het zelf geheimhouding aanvragen. Iemand hoeft bij het verzoek niet te vertellen waarom geheimhouding wordt aangevraagd.

Ed

u'

Wet medezeggenschap cliënten zorginstelling (Wmcz)

ig

ht

De Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (Wmcz) regelt de medezeggenschap van cliënten van zorginstellingen met als doel de kwaliteit van de zorg te verbeteren. Deze medezeggenschap beperkt zich in feite tot een adviesrecht, dus meebeslissen is niet aan de orde. De wet beschrijft een aantal adviesbevoegdheden voor cliëntenraden. De cliëntenraad in een zorginstelling behartigt de gemeenschappelijke belangen van de cliënten. In de cliëntenraad zitten cliënten, maar ook familieleden van cliënten. Het bestuur van een zorginstelling moet bij beslissingen rekening houden met het advies van de cliëntenraad.

Rechten cliëntenraad

C

op

yr

Om goed te kunnen functioneren heeft een cliëntenraad een aantal rechten. Dat zijn: • recht op informatie De zorginstelling moet de cliëntenraad alle informatie geven die deze voor zijn taak nodig heeft. • recht op overleg De cliëntenraad overlegt regelmatig met de directie over het beleid van de instelling. • recht om te adviseren De cliëntenraad mag gevraagd en ongevraagd de directie adviseren. • recht van enquête Een zorginstelling die een stichting of een vereniging is, moet cliëntvertegenwoordigers het recht van enquête geven. • recht op beïnvloeden bestuur De cliëntenraad kan invloed uitoefenen op de samenstelling van het bestuur of de raad van toezicht en mag ten minste één persoon voordragen ter benoeming als lid van de raad van toezicht.

47


Theoriebron Overige kwaliteitswetten

Zorginstellingen met verplichte cliëntenraad Instellingen voor gezondheidszorg, maatschappelijke zorg of verslavingszorg moeten een cliëntenraad hebben. Dit geldt bijvoorbeeld voor: • algemene ziekenhuizen • psychiatrische ziekenhuizen • instellingen voor geestelijke gezondheidszorg (ggz) • instellingen voor mensen met een lichamelijke en verstandelijke beperking • verzorgingshuizen en verpleeghuizen • andere instellingen die zorg leveren op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz).

fb

.v

.

Website CIBG <

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

Deze laatste kun je vinden op de Website CIBG via ‘Toegelaten instelling zoeken’. Het CIBG bepaalt of een instelling aan de wettelijke eisen voldoet. Het CIBG is een uitvoeringsorganisatie van het Nederlandse ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, het voert overheidsbeleid uit.

48


Theoriebron Wet Bopz

Theoriebron Wet Bopz

.

Inleiding

fb

.v

De Wet Bopz beschermt de rechten van cliënten die te maken krijgen met dwang in de zorg. In de Wet Bopz staat wat de rechten van patiënten zijn tijdens een onvrijwillige opname in een psychiatrische instelling.

ht

Ed

u'

Ac t

ie

De Wet Bopz geldt voor: • gedwongen opnamen en behandelingen in de psychiatrie • de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking • de psychogeriatrie (ouderenzorg voor mensen met dementie).

ig

De Wet Bopz regelt gedwongen zorg.

C

op

yr

Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Bopz) Een belangrijk uitgangspunt bij gedwongen opnamen is ‘het afwenden van gevaar’ voor de personen zelf, anderen of hun omgeving. Alleen als dat gevaar niet op een andere manier is af te wenden dan door een opname, kan die persoon zonder zijn eigen toestemming worden opgenomen. Voor mensen met een verstandelijke beperking of psychogeriatrische aandoening geldt een specifiek gevaarscriterium, namelijk of de cliënt zichzelf buiten de inrichting kan handhaven of niet.

49


Theoriebron Wet Bopz

Rechten van de cliënt onder de Wet Bopz

Ac t

Gedwongen opname

ie

fb

.v

.

Wanneer een cliënt gedwongen wordt opgenomen in een psychiatrische zorginstelling, heeft hij recht op een behandelplan of zorgplan. Het behandelplan kan pas van start gaan als de cliënt hier toestemming voor geeft. Dit is een recht van de cliënt. Als de cliënt – bijvoorbeeld door een psychiatrische aandoening – hier geen weloverwogen beslissing in kan nemen, kan de behandelend arts een vertegenwoordiger aanwijzen. Deze vertegenwoordiger behartigt de belangen van de cliënt. Dit kan een partner of een ouder zijn. Tegen het wilsonbekwaam verklaren, het toepassen van dwangbehandeling, middelen of maatregelen of het niet uitvoeren van een behandelplan, kan iemand die gedwongen is opgenomen een klacht indienen bij het bestuur van de instelling. Als de patiënt daar niet zelf toe in staat is, kan een naaste, de wettelijk vertegenwoordiger of een medebewoner dat doen.

Ed

u'

Door een psychische aandoening kan een cliënt een gevaar vormen voor zichzelf, zijn naasten en de omgeving. Een voorbeeld is een dementerende cliënt die niet goed meer voor zichzelf kan zorgen. Deze cliënt kan bijvoorbeeld vergeten dat het eten nog op het vuur staat, of dat het gas nog aan staat. Hierdoor komen de voedingstoestand en het leven van de cliënt in gevaar. Het is ook gevaarlijk voor de buren, omdat er brand of koolmonoxidevergiftiging kan ontstaan. Als hiervoor geen passende oplossing kan worden gevonden, moet de cliënt gedwongen worden opgenomen. Er is dan geen toestemming nodig van de cliënt. De burgemeester of de rechter beslist hierover. De procedure voor gedwongen opname staat in de Wet Bopz. Dwang op grond van de Wet Bopz is alleen mogelijk in instellingen die daarvoor zijn aangewezen door het ministerie van VWS. Die instellingen hebben een Bopz-aanmerking.

ht

Dwangbehandeling

C

op

yr

ig

In een zorginstelling met een Bopz-aanmerking verblijven cliënten die dementerend zijn, een verstandelijke beperking of een psychische stoornis hebben. Ook in een instelling kan sprake zijn van gevaarlijke situaties, zoals mensen die zichzelf verwonden, agressief zijn tegen anderen of ernstige vernielingen aanrichten. Om dergelijke situaties te verminderen of af te wenden, kan een instelling bepaalde middelen of maatregelen, of dwangbehandeling toepassen. Daarvoor zijn in de wet strikte voorwaarden opgenomen.

50

De Wet Bopz schrijft voor dat in zulke situaties een dwangbehandeling toegepast mag worden. De Inspectie voor de Gezondheidszorg controleert op het naleven van de voorschriften van de wet. Probeer je als hulpverlener in te leven in de cliënten. Hun gedrag komt voort uit hun ziektebeeld. De cliënt is niet opzettelijk agressief. Wanneer je meer kennis hebt over deze ziektebeelden, zul je het vertoonde gedrag beter begrijpen. Besef dat deze cliëntencategorie net zo hard jouw zorgzaamheid nodig heeft als de andere cliënten.


Theoriebron Wetsvoorstel Zorg en dwang

.

Theoriebron Wetsvoorstel Zorg en dwang

.v

Inleiding

Ac t

ie

fb

Het Wetsvoorstel Zorg en dwang richt zich op mensen met dementie of een verstandelijke beperking. Kern van het voorstel is dat onvrijwillige zorg mogelijk is als het gedrag van een cliënt leidt tot een ernstig nadeel voor zichzelf of anderen. Het geldt ook voor mensen die thuis of in kleinschalige woonvormen zorg krijgen. Het uitgangspunt is dat dwangmaatregelen niet thuishoren in de zorg voor ouderen en gehandicapten. Gevaarlijke situaties moeten altijd met vrijwillige zorg worden opgelost, ook bij ernstig probleemgedrag. Alleen als het echt niet anders kan, kunnen bijvoorbeeld beperkende maatregelen opgelegd worden. De regeling rondom onvrijwillige zorg is nog steeds geen wet, maar een wetsvoorstel. Dit betekent dat de Eerste Kamer het voorstel nog niet heeft goedgekeurd. Dit wetsvoorstel wordt samen met het Wetsvoorstel Verplichte geestelijke gezondheidszorg behandeld.

u'

Verschil Bopz en Wetsvoorstel Zorg en dwang

ht

Ed

Op dit moment vallen de zorgverlening en dwangbehandeling voor mensen met dementie of met een verstandelijke beperking nog onder de Wet Bopz. Maar die wet is veel meer gericht op psychiatrische behandelingen in een psychiatrisch ziekenhuis, waardoor hij onvoldoende past bij de zorg voor deze specifieke doelgroepen. Het Wetsvoorstel Zorg en dwang sluit qua termen en procedures beter aan bij mensen met dementie of met een verstandelijke beperking, waardoor ook mensen die hun wil niet (meer) kunnen uiten beschermd worden. ‘Wie zwijgt stemt toe’ kan nooit het uitgangspunt in de langdurige zorg zijn. Dus ook mensen die niet meer voor zichzelf kunnen opkomen, hebben duidelijk vastgelegde rechten. Ook voor de hulpverlener komt er door deze twee wetten meer duidelijkheid.

ig

De rol van het zorgplan

C

op

yr

In het Wetsvoorstel Zorg en dwang is vastgelegd dat cliënten alleen die zorg krijgen die in het zorgplan is opgenomen en waar de cliënt mee instemt. Maatregelen waar de cliënt niet mee instemt of waar hij zich tegen verzet, kunnen niet in het zorgplan worden opgenomen. Bij ernstig probleemgedrag moeten de hulpverleners een stappenplan doorlopen. Met het stappenplan kan de situatie van de cliënt goed worden geanalyseerd en worden alle alternatieven voor vrijwillige zorg bekeken. Ook wordt er vaak externe deskundigheid ingeschakeld. Als onvrijwillige zorg echt de enige manier is om ‘ernstig nadeel’ te voorkomen, regelt de wet dat bij de toepassing verantwoord toezicht op de cliënt moet worden gehouden. Er kan geen sprake van zijn dat een cliënt in zijn vrijheid wordt beperkt en vervolgens bijvoorbeeld alleen wordt gelaten.

51


Theoriebron Wetsvoorstel Zorg en dwang

Stappenplan

.

Het stappenplan is gericht op het voorkomen van dwang en het in beeld brengen van alle mogelijkheden voor vrijwillige zorg. Hulpverleners moeten dit stappenplan doorlopen zodra overeenstemming met een cliënt over vrijwillige zorg ontbreekt. De cliënt en zorgverantwoordelijke zijn het dan niet eens over de zorg in het zorgplan, of de cliënt verzet zich tegen de zorg in het zorgplan. Daarnaast oordeelt de zorgverantwoordelijke dat het gedrag of de situatie van de cliënt (mogelijk) leidt tot ernstig nadeel voor de cliënt.

.v

Website Dwang in de zorg <

ie

fb

Het stappenplan is uitgebreid te bekijken op de website Dwang in de zorg. De stappen bestaan uit: • Stap 1: multidisciplinair overleg (MDO) in eigen organisatie • Stap 2: MDO in eigen organisatie, waarbij deelname van arts/gedragskundige verplicht is • Stap 3: advies van externe deskundige.

Ac t

Beperking van bewegingsvrijheid

ht

Ed

u'

Volgens deze wet zijn beperkingen van bewegingsvrijheid zo ingrijpend dat ze altijd onder dwang vallen. Dit geldt voor alle vormen, waaronder fixatie, medicatie die versuffend werkt (zoals haldol) en andere maatregelen die de bewegingsvrijheid beperken. Als de vrijheid om te bewegen leidt tot ernstig nadeel, moeten hulpverleners altijd het stappenplan doorlopen, ook als de cliënt en/of de vertegenwoordiger zelf geen bezwaar heeft tegen maatregelen als fixatie of sufmakende medicatie. Zo waarborgt de wet dat hulpverleners altijd zorgvuldig blijven kijken naar andere mogelijkheden om de situatie van de cliënt te verbeteren. Wanneer een arts gedragsbeïnvloedende medicatie voorschrijft om een psychische stoornis te behandelen, is er niet automatisch sprake van onvrijwillige zorg. Als de cliënt instemt (of als de vertegenwoordiger instemt en de cliënt zich niet verzet), is het stappenplan niet vereist. Maar is er geen instemming of verzet de cliënt zich, dan moet het stappenplan gevolgd worden.

ig

Opname in een zorginstelling

C

op

yr

Het Wetsvoorstel Zorg en dwang regelt ook de opname van mensen met dementie of verstandelijke beperkingen in een zorginstelling. Dit is van toepassing voor: • cliënten die daar zelf niet over kunnen beslissen Dit wordt een opname zonder instemming, zonder verzet genoemd. • cliënten die zelf weigeren terwijl een opname wel noodzakelijk is Dit wordt een gedwongen opname via een inbewaringstelling of een rechterlijke machtiging genoemd.

52


Theoriebron Wetsvoorstel Zorg en dwang

Inbewaringstelling

ie

fb

.v

.

Een inbewaringstelling (ibs) is een spoedmaatregel voor een gedwongen opname in een zorginstelling. Een ibs is alleen mogelijk in een noodsituatie: als mensen vinden dat iemand gevaarlijk is voor zichzelf of voor anderen. Dat komt dan door ‘een stoornis van de geestelijke vermogens’, zoals de wet het omschrijft. Een ibs is een spoedmaatregel. Het gevaar is zo onmiddellijk dreigend dat de procedure voor een rechterlijke machtiging niet afgewacht kan worden. De burgemeester beslist of iemand een ibs krijgt. Hij bekijkt daarvoor de geneeskundige verklaring die een arts heeft opgesteld over de cliënt. Als de burgemeester een gedwongen opname noodzakelijk vindt, wordt de cliënt binnen 24 uur opgenomen in een instelling (een instelling met Bopz-aanmerking). De rechter beoordeelt vervolgens of de cliënt langere tijd in de instelling moet blijven.

Ac t

Rechterlijke machtiging (RM)

u'

Een rechterlijke machtiging (RM) is een beslissing van de rechter dat iemand gedwongen opgenomen moet worden (of blijven). Iedereen kan de procedure voor een RM in gang zetten. Meestal loopt dat via de huisarts of een andere arts/behandelaar. Die arts stuurt een verzoek naar de officier van justitie. Als de officier van justitie de RM ook noodzakelijk vindt, stuurt hij het verzoek door naar de rechter. De rechter is degene die beslist.

Middelen en maatregelen zijn ingrepen om in een noodsituatie gevaar af te wenden. Het gaat daarbij om situaties die niet zijn opgenomen in een behandelplan. In de praktijk wordt wel de term ‘M&M Nood’ gebruikt. Er zijn vijf middelen en maatregelen: • afzondering • separatie • fixatie • medicatie • toediening van vocht of voedsel.

ig

ht

Werkmodel Beslisschema middelen en maatregelen <

Ed

Middelen en maatregelen

C

op

yr

De aanleiding voor middelen en maatregelen is een nieuwe situatie waarover nog niets in het behandel- of zorgplan staat vermeld. Een cliënt wordt bijvoorbeeld ineens heel agressief tegen medebewoners, wat nog niet eerder is gebeurd. Het zorgteam moet dan ingrijpen, maar in het behandel- of zorgplan staat niet op welke manier dat kan. In die situatie zijn middelen en maatregelen soms de enige oplossing. Middelen en maatregelen zijn alleen mogelijk tijdens een gedwongen opname. Ze mogen maximaal zeven dagen duren. Daarna kan eventueel een dwangbehandeling starten. In Werkmodel Beslisschema middelen en maatregelen kun je lezen op welke afwegingen het inzetten van middelen en maatregelen gebaseerd wordt.

53


Theoriebron Toekomstige wetgeving gedwongen zorg

.v

.

Theoriebron Toekomstige wetgeving gedwongen zorg

fb

Inleiding

Ac t

ie

Tot nu toe werd gedwongen zorg geregeld door de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Bopz). Deze wet is vooral afgestemd op de psychiatrie. Er heerste lange tijd ontevredenheid over deze wet, niet alleen omdat er ook behoefte was aan goede wetgeving voor dwangmaatregelen buiten de psychiatrie, maar ook omdat veel tegenstanders de wet cliëntonvriendelijk vonden. Er wordt al een tijd gewerkt aan nieuwe wetgeving. Inmiddels liggen er het Wetsvoorstel Zorg en dwang en het Wetsvoorstel Verplichte geestelijke gezondheidszorg (ggz).

u'

Wetsvoorstel Verplichte geestelijke gezondheidszorg

ig

ht

Ed

De Wet Bopz wordt over enige tijd vervangen door de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. De nieuwe wet wil gedwongen behandeling van mensen met psychische problemen minder ingrijpend maken. Een belangrijk verschil is dat verplichte zorg straks ook buiten een instelling opgelegd kan worden. Dit wetsvoorstel wordt samen met het Wetsvoorstel Zorg en dwang behandeld. Onder de huidige Wet Bopz is gedwongen zorg alleen mogelijk in een psychiatrisch ziekenhuis met Bopz-aanmerking. Daardoor kan een gedwongen opname noodzakelijk zijn om iemand gedwongen te behandelen. De regeling rondom onvrijwillige zorg is nog steeds geen wet, maar een wetsvoorstel. Dit betekent dat het voorstel nog niet is goedgekeurd door de Eerste Kamer.

C

op

yr

Kernpunten van het wetsvoorstel zijn: • De verplichte zorg moet zijn afgestemd op de cliënt. • De cliënt krijgt meer rechten. • De verplichte zorg moet een laatste optie zijn. • Nazorg is een vast onderdeel van de behandeling.

54

Verplichte zorg op maat In het conceptvoorstel voor de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg staat dat verplichte zorg meer op maat gegeven moet kunnen worden, bijvoorbeeld door iemand verplichte begeleiding te geven aan huis of in een polikliniek. Nu geldt nog dat verplichte zorg alleen in een psychiatrisch ziekenhuis gegeven kan worden. Tijdens de verplichte zorg moet er steeds aandacht zijn voor de maatschappelijke participatie van de cliënt. Hij moet dus mee kunnen blijven doen in de maatschappij of alvast voorbereid worden om na de behandeling weer een leven in de samenleving op te bouwen.


Theoriebron Toekomstige wetgeving gedwongen zorg

Rechten van de cliënt

.v

.

In het wetsvoorstel staat dat de cliënt voldoende invloed moet hebben tijdens de hele periode van verplichte zorg. De cliënt krijgt meer rechten, bijvoorbeeld: • het recht om mee te praten bij een beslissing over verplichte zorg • het recht om voorkeuren aan te geven • het recht op hoger beroep tegen een rechterlijke beslissing tot verplichte zorg.

Ac t

ie

fb

Ook de familie van de cliënt krijgt meer inspraak bij de beslissing of verplichte zorg nodig is en in welke vorm verplichte zorg verleend wordt. Hierbij kan zij hulp krijgen van een familievertrouwenspersoon. Hulpverleners moeten regelmatig met de cliënt overleggen en de zorg samen evalueren. De cliënt heeft het recht om aan te geven welke zorg en behandeling zijn voorkeur hebben. Hulpverleners moeten hier zo veel mogelijk aan voldoen, tenzij de wensen van de cliënt in strijd zijn met goed hulpverlenerschap. Cliënten krijgen recht op uitleg in begrijpelijke taal. Zo nodig is een tolk beschikbaar op de hoorzitting.

Verplichte zorg is een laatste optie

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Zo veel mogelijk verplichte zorg voorkomen is een van de uitgangpunten van het wetsvoorstel, bijvoorbeeld door alternatieve zorg aan te bieden. Is er geen alternatief, dan verdient de minst ingrijpende vorm van verplichte zorg de voorkeur. De schadelijke effecten van verplichte zorg op de langere termijn zullen meer aandacht krijgen.

55


.v

fb

Theoriebron Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

.

Theoriebron Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

ie

Inleiding

Ac t

Als je vermoedt dat er sprake is van mishandeling of huiselijk geweld, moet je hier sinds juli 2013 verplicht actie op ondernemen. Het verplichte gebruik van een meldcode staat in de Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. De meldcode geldt voor de sectoren gezondheidszorg, onderwijs, kinderopvang, maatschappelijke ondersteuning, jeugdhulp en justitie.

Ed

u'

Verplichte meldcode huiselijk geweld en (kinder)mishandeling

ig

ht

Het doel van deze wet is het ondersteunen van de zorgprofessional bij het vermoeden van huiselijk geweld of (kinder)mishandeling. De wet stelt de zorgprofessional niet verplicht om de verdenking van huiselijk geweld of (kinder)mishandeling te melden. De zorgprofessional moet hier zelf een afweging in maken en de meldcode kan hierbij hulp bieden. Er is een meldrecht voor huiselijk geweld opgenomen in de wet. Dit stelt de zorgprofessional in staat om, ondanks het beroepsgeheim, een vermoeden van huiselijk geweld te melden bij Veilig Thuis. De cliĂŤnt hoeft hier geen toestemming voor te geven. Veilig Thuis is een advies- en meldpunt van de rijksoverheid. Betrokkenen kunnen hier terecht voor deskundige hulp en advies.

C

op

yr

Basismodel

56

De Nederlandse overheid heeft een basismodel huiselijk geweld en kindermishandeling ontwikkeld. Dit basismodel kan gezien worden als een hulpmiddel bij het opstellen van een meldcode. Elke zorgaanbieder of zelfstandig zorgondernemer wordt verplicht om een meldcode op te stellen voor gebruik in de dagelijkse beroepspraktijk. De wet stelt de volgende vijf stappen verplicht in de meldcode die de zorgaanbieders ontwikkelen: 1. in kaart brengen van de signalen van huiselijk geweld of mishandeling 2. overleg met een collega of met Veilig Thuis 3. gesprek aangaan met de betrokkenen 4. afweging maken met betrekking tot je vermoeden, bij twijfel Veilig Thuis raadplegen 5. beslissen: zelf hulp organiseren of melden.


Theoriebron Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Er is al een tijd een discussie om aan de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling een zesde stap toe te voegen, namelijk het verplicht melden van een vermoeden van kindermishandeling. Deze zesde stap zou alleen gelden voor professionals die zelf een hulptraject starten, zodat ze gedwongen zijn anderen op de hoogte te stellen.

.v

.

Beroepsgeheim en meldcode

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

fb

Hulpverleners die hulp, zorg, steun of een andere begeleiding bieden, hebben vaak een beroepsgeheim. Hierdoor mag de hulpverlener geen informatie over de cliënt aan anderen geven, behalve als de cliënt daarvoor toestemming geeft. De cliënt kan zich hierdoor vrij voelen om alles te vertellen. Het kan echter in het belang van de cliënt zijn als een hulpverlener vertrouwelijke gegevens uitwisselt met anderen. Daarom is in de wet over de meldcode een meldrecht voor huiselijk geweld opgenomen. Een meldrecht houdt in dat professionals met een beroepsgeheim (vermoedens van) huiselijk geweld mogen melden bij Veilig Thuis, ook zonder toestemming van de betrokkenen.

57


Theoriebron Wetten voor de financiering van zorg en indicering

.v

.

Theoriebron Wetten voor de financiering van zorg en indicering

fb

Inleiding

Ac t

ie

Om de kosten in de zorg te kunnen beperken, zijn er enkele wetten ingevoerd voor de financiering van de zorg. Sinds 2006 bestaat de Zorgverzekeringswet (Zvw), waarmee iedereen boven de achttien jaar een verplichte, wettelijk vastgestelde basisverzekering krijgt. Daarna kwam de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), die gemeenten een grotere rol bij de financiering toekent. Sinds 1 januari 2015 is in de Wet langdurige zorg (Wlz) vastgelegd welke cliĂŤnten nog recht hebben op langdurige zorg.

u'

Zorgverzekeringswet (Zvw)

ht

Ed

In 2006 is de Ziekenfondswet vervangen door de Zorgverzekeringswet (Zvw). Hierdoor bestaat niet langer het onderscheid tussen verzekerden bij het ziekenfonds of bij een particuliere verzekeringsmaatschappij. In plaats daarvan moet iedereen ouder dan achttien jaar verplicht een wettelijk vastgestelde basisverzekering afsluiten. Iedereen heeft wel een verplicht eigen risico. Het verplichte eigen risico geldt niet voor huisartsenzorg, verloskundige zorg, kraamzorg, gratis bevolkingsonderzoeken (zoals het borstkankeronderzoek) en de griepprik voor risicogroepen. De kosten van de zorgverzekering bestaan uit een basispremie en een inkomensafhankelijke bijdrage. De inkomensafhankelijke bijdrage wordt aan de belastingdienst betaald. In de Zorgverzekeringswet is ook opgenomen dat mensen met een laag inkomen (of zonder inkomen) recht hebben op zorgtoeslag. Of de verzekerde zorgtoeslag krijgt, en zo ja hoeveel, hangt af van het inkomen en het vermogen.

ig

Acceptatieplicht

C

op

yr

De acceptatieplicht is een onderdeel van de Zorgverzekeringswet waardoor zorgverzekeraars verplicht zijn om verzekeringsplichtigen altijd te accepteren voor de basisverzekering, ongeacht de leeftijd, de gezondheidssituatie of het geslacht. Daarnaast mag de verzekeraar op basis van deze kenmerken geen afwijkende premie vragen. De premie voor de basisverzekering is daarmee in principe voor iedereen gelijk. Zorgverzekeraars mogen wel korting bieden op de basisverzekering, maar alleen op basis van een groep mensen die zich samen verzekeren, bijvoorbeeld via de werkgever of sportvereniging.

58

Zorgplicht De zorgverzekeraars zijn verantwoordelijk voor het aanbieden van de basisverzekering en hebben een zorgplicht. Dit houdt in dat alle verzekerden toegang moeten krijgen tot betaalbare en kwalitatief goede zorg. Zorgverzekeraars moeten voldoende zorg van goede kwaliteit inkopen. Daarnaast moet deze zorg bereikbaar zijn, zeker als het gaat om spoedeisende hulp.


Theoriebron Wetten voor de financiering van zorg en indicering

.

Wanneer een zorgaanbieder, zoals een ziekenhuis, aangeeft dat er een wachtlijst is voor een bepaalde behandeling, moet de verzekeraar bemiddelen en ervoor zorgen dat de verzekerde binnen een redelijke termijn en binnen een redelijke reisafstand geholpen kan worden bij een andere zorgaanbieder. Op dit vlak zijn binnen de Zvw duidelijke normen gesteld.

.v

Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

ie

fb

De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is een wet in het kader van zorg en ondersteuning. De wet, die sinds 2007 bestaat, wordt uitgevoerd door gemeenten in Nederland en heeft als doel om burgers zo goed mogelijk in staat te stellen om deel te nemen aan de samenleving. De Wmo is vooral bedoeld voor burgers die daarin problemen ondervinden, zoals ouderen en mensen met een beperking. Gemeenten zijn volgens de Wmo verplicht om deze groepen te compenseren door het aanbieden van voorzieningen en ondersteuning, bijvoorbeeld huishoudelijke hulp of een aanpassing aan de woning.

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is een wet in het kader van zorg en ondersteuning. De wet, die sinds 2007 bestaat, wordt uitgevoerd door gemeenten in Nederland en heeft als doel om burgers zo goed mogelijk in staat te stellen om deel te nemen aan de samenleving. De Wmo is vooral bedoeld voor burgers die daarin problemen ondervinden, zoals ouderen en mensen met een beperking. Gemeenten zijn volgens de Wmo verplicht om deze groepen te compenseren door het aanbieden van voorzieningen en ondersteuning, bijvoorbeeld huishoudelijke hulp of een aanpassing aan de woning.

De Wmo heeft als doel om de zelfredzaamheid van de cliĂŤnt in zijn woongemeente te bevorderen.

59


Theoriebron Wetten voor de financiering van zorg en indicering

Wmo 2015

fb

.v

.

De Wet maatschappelijke ondersteuning is in 2015 weer aangepast. De wet regelt dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor de ondersteuning van mensen die niet zelfredzaam zijn. Gemeenten hebben extra taken gekregen, zoals het organiseren van begeleiding en dagbesteding. Huishoudelijke verzorging blijft vanaf 2015 de verantwoordelijkheid van gemeenten en wordt gefinancierd vanuit de Wmo. Gemeenten mogen voor de ondersteuning die zij bieden een eigen bijdrage vragen. Iedere gemeente organiseert de toegang tot ondersteuning op haar eigen manier. Sommige gemeenten kiezen voor het Wmo-loket. Veel gemeenten kiezen voor sociale wijkteams, waar mensen terechtkunnen met hun hulpvraag. Wat het wijkteam precies doet, verschilt per gemeente.

Ac t

Een cliënt of diens mantelzorgers kunnen hulp vragen via de gemeente. Zij kunnen zich beroepen op de Wet maatschappelijke ondersteuning. Hulp kan in natura geboden worden of via een persoonsgebonden budget (pgb). Hulp in natura is het accepteren van hulpmiddelen of een bepaalde vorm van ondersteuning. Een voorbeeld hiervan is een rolstoel, rollator of krukken in bruikleen nemen van de gemeente. Maar de gemeente kan ook een persoonsgebonden budget verstrekken. Hiermee kan de cliënt en/of de mantelzorger zelf zorg ‘inkopen’. Zij kiezen dan de vorm van hulp of ondersteuning die hen aanspreekt. Het budget wordt niet op de rekening van de cliënt gestort, maar de Sociale Verzekeringsbank zorgt voor de betaling van de zorgverleners. Ondersteuning vanuit de Wmo kan aangevraagd worden via de gemeente, maar ook via de website Regelhulp van de overheid.

Ed

u'

Website Regelhulp <

ie

Persoonsgebonden budget (pgb)

Taken gemeente

C

op

yr

ig

ht

Voor de uitvoering van de Wmo hebben gemeenten een aantal taken waarop zij zich moeten richten: • leefbaarheid en sociale samenhang bevorderen • mantelzorgers en vrijwilligers ondersteunen • deelname aan de samenleving bevorderen van mensen met een beperking of psychisch probleem • maatschappelijke opvang aanbieden • openbare geestelijke gezondheidszorg bevorderen • informatie, advies en cliëntondersteuning geven • verslavingsbeleid bevorderen • jeugdigen met problemen preventief ondersteunen.

60

Wet langdurige zorg (Wlz) De Wet langdurige zorg (Wlz) is bedoeld voor cliënten die 24 uur per dag verzorging en verpleging nodig hebben. Een voorbeeld hiervan zijn cliënten met vergevorderde dementie. Zij kunnen vergeten het gas uit te zetten, te eten of zichzelf te verzorgen. Ook is er de cliëntengroep met een ernstige verstandelijke beperking. Zij hebben hulp nodig bij het wassen, aankleden en eten (klaarmaken). Deze groep cliënten kan niet zelfstandig thuis wonen. Ook voor mantelzorgers kan het erg zwaar zijn om de zorg voor deze cliënten op zich te nemen. Zij hebben hierbij ondersteuning nodig. De zorg die deze cliëntengroep nodig heeft, wordt geregeld vanuit de Wet langdurige zorg.


Ac t

ie

fb

.v

.

Theoriebron Wetten voor de financiering van zorg en indicering

Ed

Toepassing

u'

In vogelvlucht de procedure die de cliënt die langdurige zorg en ondersteuning nodig heeft, moet doorlopen.

yr

ig

ht

De cliënten die recht hebben op zorg vanuit de Wlz moeten 24 uur per dag kunnen beschikken over verzorging of verpleging. De cliënten hebben altijd toezicht nodig, of er moet 24 uur per dag zorg beschikbaar zijn. De zorg kan in de thuissituatie van de cliënt gegeven worden, bijvoorbeeld door de thuiszorg. Als zorg thuis niet meer verantwoord is, kan het zijn dat een cliënt wordt opgenomen. Dit kan van toepassing zijn in situaties waarbij de mantelzorg overbelast is of wegvalt, bijvoorbeeld door het overlijden van een echtgenoot of dochter. In andere gevallen signaleren medewerkers van de thuiszorg dat de cliënt niet meer zonder toezicht thuis kan blijven wonen, bijvoorbeeld doordat de cliënt niet of onvoldoende eet of niet goed voor zichzelf zorgt. Dit is vooral het geval bij chronisch zieke cliënten, kwetsbare ouderen, cliënten met een verstandelijke beperking of dementerende cliënten.

C

op

Indicatiestelling In de afbeelding kun je zien welke stappen een cliënt moet doorlopen om een indicatie te krijgen voor langdurige zorg. Nadat een cliënt zich heeft gemeld, voert het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) een onderzoek uit naar de persoonlijke situatie van de cliënt. Hoofdvraag hierbij is of de cliënt 24 uur per dag zorg nodig heeft. Naasten van de cliënt worden hier ook bij betrokken. Aan de hand van de uitkomst van het onderzoek wordt wel of niet een indicatie voor zorg gegeven. Het CIZ maakt een zorgprofiel waarin de inhoud en omvang van de te leveren zorg staan omschreven. Dit wordt doorgestuurd naar een zorgkantoor, dat contact opneemt met de cliënt en/of diens naasten.

61


Theoriebron Wetten voor de financiering van zorg en indicering

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

fb

.v

.

Zij maken vervolgens afspraken over de te leveren zorg. Deze zorg kan in drie categorieën verdeeld worden: • extramuraal: zorg thuis • semimuraal: dagbehandeling, deeltijdopname, beschermd wonen • intramuraal: in een zorginstelling

62


.v

Theoriebron Wetten en protocollen voor veilig werken

.

Theoriebron Wetten en protocollen voor veilig werken

fb

Inleiding

ht

Ed

u'

Ac t

ie

Werknemers moeten veilig en gezond kunnen werken tot het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Om daarvoor te zorgen is er de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet). In deze wet staat het arbobeleid beschreven. Daarnaast zijn er ook nog andere wetten die werknemers beschermen tegen eventuele negatieve aspecten op het werk.

De werknemer ervaart meer werkplezier als deze zijn werkzaamheden in een veilige omgeving kan uitvoeren.

ig

Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet)

C

op

yr

De Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) heeft als doel een veilige werkomgeving te creëren voor alle werkende inwoners van Nederland. Als de arbeidsomstandigheden goed zijn georganiseerd, kan de werknemer beter zijn werk doen. Daarnaast heeft hij meer plezier in het werk, omdat de omstandigheden veilig zijn. Werkplezier leidt er op zijn beurt weer toe dat een werknemer langer zijn werkzaamheden kan uitvoeren. Dit zorgt weer voor een betere economie, omdat deze werknemer dan niet afhankelijk wordt van een uitkering. In de wet verplicht de Nederlandse overheid alle werkgevers om beleid op te stellen waardoor werknemers hun werkzaamheden veilig kunnen uitvoeren. Dit wordt in de wet ‘arbobeleid’ genoemd. De werkgever moet dit beleid samen met de werknemers van het bedrijf ontwikkelen.

63


Theoriebron Wetten en protocollen voor veilig werken

Arbobeleid

Ac t

ie

fb

.v

.

In de arbowetgeving zijn verplichtingen opgenomen waar werkgevers zich aan moeten houden: • het ontwikkelen en uitvoeren van arbeidsomstandighedenbeleid (arbobeleid) • zo veel mogelijk gevaren voor de gezondheid van werknemers bij de bron aanpakken • zo veel mogelijk voorkomen en beperken van eentonige en tijdgebonden arbeid • het opstellen en uitvoeren van een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) en een plan van aanpak • het voorkomen en beperken van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn • het geven van voorlichting en onderricht aan de werknemers over bijvoorbeeld persoonlijke beschermingsmiddelen, maar ook over het omgaan met agressie, geweld en seksuele intimidatie • het melden en registreren van arbeidsongevallen en beroepsziekten • het voorkomen van gevaar voor derden in verband met de arbeid die door de werknemers wordt verricht • werknemers in de gelegenheid stellen om regelmatig periodiek een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan.

Ed

Werken in de gezondheidszorg kan een grote lichamelijke belasting zijn. Het kan zijn dat je cliënten of materiaal moet verplaatsen of dat je met gevaarlijke stoffen moet werken. Ook kun je te maken krijgen met agressie, geweld en seksuele intimidatie. Als het goed is, heeft je werkgever hiervoor richtlijnen en arbobeleid opgesteld. Wat lichamelijke belasting betreft is het belangrijk dat je zo ergonomisch mogelijk werkt. Als je ergonomisch werkt, voer je je werk zo uit dat je je lichaam zo min mogelijk belast. om lichamelijke problemen te voorkomen.

ht

Website Gezond & Zeker <

u'

Arbeidsomstandighedenwet in de beroepspraktijk

ig

Om ergonomisch te werken moet je: • voorkomen dat werkzaamheden ‘te zwaar’ zijn • bronnen die fysieke belasting veroorzaken aanpakken en oplossen • gebruikmaken van de Praktijkrichtlijnen fysieke belasting.

C

op

yr

De Praktijkrichtlijnen fysieke belasting geven aan wanneer een bepaalde handeling te zwaar wordt en welk hulpmiddel je in dat geval moet gebruiken om overbelasting van je lichaam te voorkomen. Het gaat hierbij vooral om het wegnemen van de oorzaak, in plaats van het aanleren van juiste tiltechnieken. Elke branche in de zorg heeft zijn eigen praktijkrichtlijnen. De praktijkrichtlijnen zijn geautoriseerd door Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN). Je kunt een overzicht hiervan vinden op de website Gezond & Zeker.

64


Theoriebron Wetten rondom euthanasie, afbreking zwangerschap en orgaandonatie

fb

.v

.

Theoriebron Wetten rondom euthanasie, afbreking zwangerschap en orgaandonatie

ie

Inleiding

ig

ht

Ed

u'

Ac t

Er zijn verschillende wetten waarin zaken zijn vastgelegd over euthanasie, afbreking zwangerschap en orgaandonatie. Het zijn onderwerpen waarover vaak discussie is, omdat er heel verschillend over wordt gedacht. Meningen kunnen beïnvloed worden door geloof of levenswijze, zowel bij een cliënt als bij jouzelf als hulpverlener.

Orgaandonatie is vaak een lastig onderwerp.

C

op

yr

Euthanasiewet/Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding Euthanasie is in ons land vastgelegd in de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding. Deze wet wordt ook wel kortweg Euthanasiewet genoemd. Deze wet is sinds april 2002 van kracht. Bij euthanasie dient een arts dodelijke medicijnen toe aan een cliënt om een eind te maken aan ondraaglijk en uitzichtloos lijden. Ook hulp bij zelfdoding door een arts valt voor de wet onder euthanasie. De cliënt neemt dan zelf dodelijke medicijnen in. Euthanasie is alleen mogelijk op verzoek van de cliënt. Als je te maken krijgt met een euthanasieverzoek, is het belangrijk om te weten wat er volgens de wet wel en niet mag.

65


Theoriebron Wetten rondom euthanasie, afbreking zwangerschap en orgaandonatie

Hoofdpunten van de wet

ie

fb

.v

.

Dit zijn de belangrijkste punten uit de Euthanasiewet: • Euthanasie is strafbaar. • Uitsluiting van straf kan alleen als de arts de zorgvuldigheidseisen heeft nageleefd en als de arts de euthanasie heeft gemeld aan de gemeentelijke lijkschouwer. • De gemeentelijke lijkschouwer stuurt de melding en alle stukken naar een regionale toetsingscommissie. • De regionale toetsingscommissie beoordeelt of de arts zorgvuldig heeft gehandeld. • Is dat het geval, dan is daarmee de zaak afgedaan. • Als de regionale toetsingscommissie vindt dat de arts niet zorgvuldig heeft gehandeld, wordt het Openbaar Ministerie ingeschakeld. • Het Openbaar Ministerie heeft altijd de bevoegdheid om zelf een strafrechtelijk onderzoek in te stellen, ook als de procedure bij de regionale toetsingscommissie nog loopt.

Wel of geen euthanasie

u'

Ac t

Er is geen sprake van euthanasie als het gaat om ‘gewoon medisch handelen’. In de volgende situaties is er géén sprake van euthanasie, maar van een ‘natuurlijke doodsoorzaak’: • stoppen of niet starten van een behandeling die zinloos is • pijn- of symptoombestrijding • palliatieve sedatie • staken of stoppen van een behandeling op verzoek van de cliënt.

Ed

Er is wél sprake van euthanasie als op uitdrukkelijk verzoek van een cliënt zijn leven wordt beëindigd. Bij euthanasie dient de arts de dodelijke middelen toe. Een ander begrip is: hulp bij zelfdoding. Daarvan is sprake als de arts de middelen voor zelfdoding aan de cliënt levert en de cliënt ze zelf inneemt. In al deze situaties is er een niet-natuurlijke doodsoorzaak, die de arts moet melden bij de gemeentelijke lijkschouwer. Volgens een speciale procedure wordt dan getoetst of er zorgvuldig is gehandeld en rechtsvervolging uitblijft.

ht

Zorgvuldigheidseisen Euthanasiewet

C

op

yr

ig

In de Euthanasiewet staat dat een arts mag meewerken aan levensbeëindiging of hulp bij zelfdoding. Hij moet dan wel de zorgvuldigheidseisen uit de wet naleven. De wet beschrijft ook hoe de handelingen van de arts gemeld en beoordeeld moeten worden. Euthanasie en hulp bij zelfdoding zijn alleen legaal als is voldaan aan alle zes de zorgvuldigheidseisen in de Euthanasiewet. De arts moet: • ervan overtuigd zijn dat er sprake is van een vrijwillig en weloverwogen verzoek van de cliënt • ervan overtuigd zijn dat er sprake is van uitzichtloos en ondraaglijk lijden van de cliënt • de cliënt informeren over de situatie waarin deze zich bevindt en over diens vooruitzichten • met de cliënt tot de overtuiging komen dat er voor de situatie waarin deze zich bevindt geen redelijke andere oplossing is • ten minste één andere, onafhankelijke arts raadplegen, die de cliënt ziet en schriftelijk zijn oordeel geeft over de zorgvuldigheidseisen • de levensbeëindiging of hulp bij zelfdoding op medisch zorgvuldige wijze uitvoeren.

66


Theoriebron Wetten rondom euthanasie, afbreking zwangerschap en orgaandonatie

Wet afbreking zwangerschap (WAZ)

Minderjarig en abortus

Ac t

ie

fb

.v

.

Sinds 1984 is de Wet afbreking zwangerschap (WAZ) van kracht. In deze wet staat hoe de abortushulpverlening in Nederland is geregeld. Een zwangere vrouw kan ervoor kiezen om haar zwangerschap af te breken. Enkele belangrijke voorwaarden voor het afbreken van een zwangerschap die in de wet worden genoemd, zijn: • Een abortus is toegestaan tot de 24e week van de zwangerschap. • Als iemand langer dan zestien dagen over tijd is, geldt een verplichte bedenktijd van vijf dagen. • Deze verplichte bedenktijd gaat in op het moment dat een arts de zwangerschap heeft vastgesteld (dit hoeft niet de eigen huisarts te zijn). • Er moet altijd eerst een gesprek met een arts plaatsvinden. Dit kan de eigen huisarts of de arts van een abortuskliniek zijn. Deze moet nagaan of de vrouw vrijwillig en zorgvuldig een besluit heeft genomen. • Er moet sprake zijn van een noodsituatie. Dit staat beschreven in de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO).

Ed

u'

Wanneer een meisje jonger dan zestien jaar zwanger is, dan is voor een abortus toestemming nodig van de ouder(s) of voogd. Als deze toestemming niet verkregen wordt, is het mogelijk direct naar de huisarts of abortuskliniek te gaan. De arts beoordeelt dan of de jonge vrouw de gevolgen van haar keuze begrijpt. In dat geval kan er toch, zonder toestemming, een abortusbehandeling plaatsvinden. Artsen zijn niet verplicht om de ouder(s) of voogd hierover in te lichten.

Abortushulpverlening

yr

ig

ht

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) houdt toezicht op de zorgverlening rond zwangerschapsafbrekingen in abortusklinieken en ziekenhuizen. Zwangerschapsafbrekingen mogen alleen plaatsvinden in een instelling die hiervoor een vergunning heeft. In de WAZ staan voorschriften om de kwaliteit van de behandeling en een zorgvuldige besluitvorming te waarborgen. In Nederland hebben vijftien abortusklinieken en alle ziekenhuizen een vergunning voor het afbreken van een zwangerschap. Officieel is de termijn voor afbreking van een zwangerschap gesteld op 24 weken, maar artsen houden in de praktijk vaak een termijn van 22 weken aan. Dat is omdat artsen tot op twee weken nauwkeurig de duur van de zwangerschap kunnen bepalen. De termijn van 24 weken is vastgelegd in de strafwet en heeft te maken met de levensvatbaarheid van het kind buiten de baarmoeder.

C

op

Wet op de orgaandonatie (Wod) Orgaandonatie en weefseldonatie zijn geregeld in de Wet op de orgaandonatie. In deze wet staat onder meer hoe iemand zich kan registreren als donor. De donor mag ook aangeven welke organen of weefsels hij wil afstaan. Ook staat in de wet wie de organen en het weefsel kunnen ontvangen. Artsen mogen organen en weefsels alleen gebruiken als iemand daarvoor toestemming geeft en zich registreert in het Donorregister. Als iemand zich niet heeft geregistreerd, is de keuze altijd aan de nabestaanden. Kinderen jonger dan twaalf jaar mogen hun keuze niet in het Donorregister registreren. Anderen mogen dit ook niet voor hen doen.

67


Theoriebron Wetten rondom euthanasie, afbreking zwangerschap en orgaandonatie

Donatie

ie

Ook medische noodzaak en wachttijd spelen een rol.

fb

.v

.

Voordat een orgaantransplantatie plaatsvindt, zijn artsen verplicht onderzoek te doen. Zij moeten onderzoeken of het orgaan geschikt is voor transplantatie. Sinds juli 2013 mag de arts dit onderzoek ook doen voordat een cliënt overlijdt. De cliënt hoeft niet geregistreerd te zijn als donor. Blijkt het orgaan geschikt, dan kan de arts sneller toestemming vragen voor transplantatie aan de nabestaanden. Hiermee worden donatie en transplantatie van organen vaker mogelijk. De Nederlandse Transplantatie Stichting bepaalt wie voor een donororgaan of donorweefsel in aanmerking komt. Dit gebeurt op basis van medische gegevens zoals: • bloedgroep • weefseltype • lengte of gewicht van de patiënt.

Ac t

Orgaanhandel

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

De handel in organen is strafbaar. Voor orgaanhandel geldt een gevangenisstraf van maximaal een jaar of een geldboete. Transplantatie mag alleen plaatsvinden in ziekenhuizen die daarvoor een vergunning hebben. In Nederland zijn dat op dit moment alleen de academische ziekenhuizen. Omdat de wachttijd voor organen vaak lang is, proberen sommige mensen een donororgaan in het buitenland te krijgen. De Nederlandse overheid ontmoedigt deze vorm van ‘orgaantoerisme’. Mensen die in het buitenland een orgaan proberen te krijgen, betalen hier soms voor. Dit is strafbaar. Daarnaast zijn de risico’s groot voor zowel de ontvanger als de donor. Zo is de kwaliteit van de organen onzeker. Ook kunnen mensen besmet raken met virussen als hiv, of kunnen ze infecties oplopen.

68


Theoriebron Wet voor mensen in detentie

.

Theoriebron Wet voor mensen in detentie

.v

Inleiding

Ed

u'

Ac t

ie

fb

Als je in penitentiaire inrichtingen of strafinrichtingen komt te werken, heb je te maken met mensen in detentie (gevangenschap). De belangrijkste wet voor mensen in detentie is de Penitentiaire beginselenwet (PBW). In deze wet zijn de rechten en plichten voor gedetineerden vastgelegd.

Mensen in detentie hebben recht op goede zorg.

ht

Penitentiaire beginselenwet (PBW)

C

op

yr

ig

De Penitentiaire beginselenwet (PBW) is sinds 1 januari 1999 van kracht. De belangrijkste rechten en plichten uit deze wet ten aanzien van de detentieomstandigheden zijn op te delen in verschillende thema’s: • contact met anderen • persoonlijke zorg en levensbeschouwing • scholing en recreatie • strafmaatregelen.

Contact met anderen Voor contact met anderen is het volgende vastgelegd: • Een gedetineerde heeft het recht brieven en stukken per post te verzenden en te ontvangen (art. 36 PBW). • Een gedetineerde heeft het recht één uur per week bezoek te ontvangen, hoewel hier beperkingen aan kunnen worden gesteld (art. 38 PBW). • Een gedetineerde heeft het recht minimaal één keer per week tien minuten te telefoneren (art. 39 PBW).

69


Theoriebron Wet voor mensen in detentie

Persoonlijke zorg en levensbeschouwing

ie

Scholing en recreatie

fb

.v

.

Voor persoonlijke zorg en levensbeschouwing is het volgende vastgelegd: • Een gedetineerde heeft het recht zijn godsdienst of levensovertuiging, individueel of in gemeenschap met anderen, vrij te belijden en te beleven (art. 41 PBW). • Een gedetineerde heeft recht op verzorging door een aan de inrichting verbonden arts (art. 42 PBW). • De directeur moet ervoor zorgen dat aan de gedetineerde voeding, noodzakelijke kleding en schoeisel worden verstrekt. De gedetineerde heeft recht op het dragen van eigen kleding en schoeisel, tenzij die een gevaar kunnen opleveren voor de orde of de veiligheid in de inrichting (art. 44 PBW).

Ed

u'

Ac t

Voor scholing en recreatie is het volgende vastgelegd: • Een gedetineerde heeft recht op het kennis nemen van het nieuws en het wekelijks gebruikmaken van een bibliotheekvoorziening (art. 48 lid 1 PBW). • Een gedetineerde heeft recht op lichamelijke oefening en het beoefenen van sport gedurende ten minste tweemaal drie kwartier per week, voor zover zijn gezondheid zich daar niet tegen verzet (art. 48 lid 2 PBW). • Een gedetineerde heeft recht op recreatie gedurende ten minste zes uren per week (art. 49 PBW). • Een gedetineerde heeft recht op dagelijks verblijf in de buitenlucht, voor ten minste één uur (art. 49 PBW).

Strafmaatregelen

ig

ht

Voor strafmaatregelen is het volgende vastgelegd: • De directeur kan een gedetineerde bij verstoring van de openbare orde tijdens zijn bewaring direct straffen met opsluiting in een strafcel dan wel een andere verblijfsruimte voor ten hoogste twee weken, met ontzegging van bezoek voor ten hoogste vier weken (indien het feit plaatsvond in verband met bezoek van die persoon of personen) en met uitsluiting van deelname aan een of meer bepaalde activiteiten voor ten hoogste twee weken (art. 50 en 51 PBW).

C

op

yr

Toezicht

70

Elke inrichting heeft een onafhankelijke Commissie van Toezicht. Haar taken en bevoegdheden zijn vastgelegd in de Penitentiaire beginselenwet. De leden van deze commissie hebben te allen tijde toegang tot de inrichting. De commissie ziet toe op de naleving en toepassing van wetten en (huis)regels door de directeur en zijn medewerkers en rapporteert hierover. Regelmatig houdt zij spreekuur voor gedetineerden en zij doet (veelal bindende) uitspraken wanneer gedetineerden klagen over de aan hen opgelegde maatregelen.


.v

Theoriebron Wet die de zorg voor asielzoekers regelt

.

Theoriebron Wet die de zorg voor asielzoekers regelt

fb

Inleiding

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

Asielzoekers die verblijven in de centrale opvang van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) hebben, net als ieder ander, vergelijkbare toegang tot de gezondheidszorg: zij kunnen bijvoorbeeld naar de huisarts, de verloskundige of het ziekenhuis. De Regeling Zorg Asielzoekers (RZA) beschrijft de ziektekostenregeling die het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) heeft opgesteld voor asielzoekers vanaf 2009.

De zorg voor asielzoekers is vastgelegd in de RZA.

yr

Regeling Zorg Asielzoekers (RZA)

C

op

Regeling Zorg Asielzoekers 2017 <

In de Regeling Zorg Asielzoekers is een overzicht opgenomen van de zorg en diensten waar asielzoekers aanspraak op kunnen maken, met uitzondering van de zorg die is opgenomen in andere subsidieregelingen. Het verstrekkingenpakket van de RZA komt grotendeels overeen met het verstrekkingenpakket van de Zorgverzekeringswet, Wet langdurige zorg en de Jeugdwet. De asielzoeker kan ook aanspraak maken op een aantal onderdelen uit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De Regeling Zorg Asielzoekers wordt regelmatig aangepast op inhoud. De laatste versie is terug te vinden op de website. Het recht op zorg eindigt op de dag dat het recht op verstrekkingen van het COA vervalt.

71


Theoriebron Wet die de zorg voor asielzoekers regelt

Indicatie

C

op

yr

ig

ht

Ed

u'

Ac t

ie

fb

.v

.

Mensen kunnen alleen aanspraak maken op een onderzoek of een behandeling als dat echt nodig is. Om voor zorg in aanmerking te komen moet er een indicatie zijn. Iemand moet dus redelijkerwijs zijn aangewezen op de zorg. Welke zorg nodig is, wordt objectief bekeken. Die zorg moet bovendien doelmatig zijn. Iemand kan geen aanspraak maken op zorg die onnodig is, of onnodig veel kost in vergelijking met een andere zorgvorm die gelijkwaardig is gezien de indicatie en de zorgbehoefte. Voor sommige aanspraken is een indicatie vereist. De indicaties worden gebaseerd op de Regeling zorgaanspraken AWBZ zoals deze gold op 31 december 2014.

72


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.