U
itg
ev
er
ij
Ed
u' Ac
tie
Interdisciplinair samenwerken
fb .v
.
Training
Colofon Auteur: Erica Huppelschoten Inhoudelijke redactie: Floortje Vissers Bron: Olga Dmitrieva/Shutterstock.com. Titel: Factor-E Welzijn - Interdisciplinair samenwerken ISBN: 978 90 3723 480 0 Edu’Actief b.v. 2018
tie
©
fb .v
.
Uitgeverij: Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl
u' Ac
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Ed
Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.
U
itg
ev
er
ij
Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.
Inhoud Over deze training
.
7
Niveaus van en soorten samenwerking Regels en vaardigheden
9
13
Inhouds- en betrekkingsniveau
20
23
tie
Samen een plan uitvoeren 25
Feedback ontvangen
32
Reflecteren
u' Ac
Feedback geven
fb .v
OriĂŤntatie
4
38
Theoriebron Samenwerken
40
Theoriebron Communicatie in een team
43
45
U
itg
ev
er
ij
Ed
Theoriebron Feedback geven en ontvangen
3
Over deze training
Over deze training
u' Ac
tie
fb .v
.
In deze training ga je oefenen met samenwerken. Je leert op welke niveaus je kunt samenwerken en welke soorten samenwerking er zijn. Ook leer je wat je zelf kunt doen om goed samen te werken, hoe je draagvlak kunt creëren en hoe je feedback geeft en ontvangt.
Samenwerken met klasgenoten.
Leerdoelen
• •
er
ij
•
Je kunt niveaus van en soorten samenwerking beschrijven. Je kunt de regels voor samenwerking en de samenwerkingsvaardigheden benoemen en toepassen. Je kunt inspelen op interacties op inhouds- en betrekkingsniveau. Je kunt draagvlak creëren voor jouw eigen plan/voorstel en alternatieve ideeën bespreekbaar maken. Je kunt in samenwerkingsverbanden op een goede manier feedback of kritiek geven en ontvangen.
Ed
• •
Beoordeling Je wordt op verschillende punten beoordeeld. Deze punten kun je in het beoordelingsformulier terugvinden. De volgende punten zijn belangrijk bij de beoordeling. • Je kunt de samenwerkvaardigheden en -regels goed toepassen. • Je kunt op een correcte manier feedback geven en ontvangen. • Je doet actief mee aan de lessen.
ev
U
itg
Beoordelingsformulier <
Planningsformulier <
4
Planning Aan het eind van de training moet je een demonstratie uitvoeren. Plan deze demonstratie tijdig in. Lees eerst de demonstratie goed door en vul daarna het planningsformulier in. Neem ook de andere oefeningen van deze training op in je totale planning. Zo voorkom je dat je in tijdnood komt. • Je voldoet aan de voorwaarden bij de oefeningen en bij de demonstratie: correcte kleding en goede persoonlijke verzorging. • Je hebt alle voorbereidende opdrachten gemaakt.
Over deze training
Demonstratie: Samenwerken binnen en buiten het team
.
Casus
fb .v
Werkmodel Samenwerken en feedback <
Het wijkcentrum in de stad gaat verbouwen. Het is nu een grote zaal met daarbij een keuken, toiletten en vier voorraadhokken. De gemeente wil in plaats van één grote ruimte drie grote ruimtes maken. Het pand wordt dus een stuk groter. De vraag is alleen hoe die ruimtes moeten worden ingericht.
Voorbereiding
u' Ac
tie
Op dit moment wordt het wijkcentrum dagelijks gebruikt door een peuterspeelzaal ('s ochtends), een activiteitenmiddag voor lichamelijk gehandicapten, de ouderenbond (die daar elke avond samen kookt en eet), en een jongerenclub (voor filmavonden en disco's). Nu moet elke groep steeds alles opruimen als ze klaar zijn. Als er meer ruimtes zijn, hoeft dat niet steeds. Maar er zijn meer groepen dan ruimtes. Er moet dus een plan komen voor de inrichting.
er
ij
Ed
Voor deze demonstratie zijn acht studenten nodig. Elke student heeft een rol: twee zijn jongerenwerker, twee zijn ouderenwerker, twee zijn medewerker peuterspeelzaal en twee zijn gehandicaptenbegeleider. Verdeel deze rollen onderling. De studenten met dezelfde rol gaan in tweetallen bij elkaar zitten. Zij maken een voorstel voor de inrichting van één zaal die voor hun doelgroep ideaal is. Besteed hier maximaal 15 minuten aan. Bij de uitvoering gaan vier studenten vergaderen. Elk met een ander rol. Spreek af welke vier studenten eerst gaan vergaderen en welke vier studenten eerst observeren. Gebruik hiervoor het Werkmodel Samenwerken en feedback. Elke observant observeert één student. De observanten spreken onderling af wie welke student observeert.
Uitvoering
U
itg
ev
Een jongerenwerker, ouderenwerker, medewerker van de peuterspeelzaal en gehandicaptenbegeleider gaan bij elkaar zitten met de voorstellen die ze gemaakt hebben bij de voorbereiding. Ze moeten overleggen om tot een gezamenlijk eindvoorstel te komen. Hier hebben ze maximaal 30 minuten voor. De studenten die hebben vergaderd, geven elkaar feedback op de samenwerking. Elke student geeft de student die rechts van hem/haar zat feedback op twee punten. De ander reageert hier kort op. Na het uitwisselen van de feedback gaan de observanten vergaderen en de anderen studenten observeren. Aan het eind ontvangt iedereen het voor hem/haar ingevulde Werkmodel Samenwerken en feedback.
5
Over deze training
Controle Heb je een keer vergaderd en een keer geobserveerd? Heb je na de vergadering feedback gegeven en ontvangen? Heb je bij het observeren het werkmodel Samenwerken en feedback ingevuld? Het je het ingevulde werkmodel aan de betreffende student gegeven?
.
• • • •
U
itg
ev
er
ij
Ed
u' Ac
tie
fb .v
Plan voor jezelf een datum waarop je de demonstratie gaat uitvoeren. Vul deze in op het planningsformulier.
6
OriĂŤntatie
OriĂŤntatie Oefening 1
Samenwerken
ev
er
ij
Ed
u' Ac
tie
fb .v
.
Tijdens je opleidig heb je vast al eens samengewerkt. Beschrijf in minstens tachtig woorden hoe dat ging. Wat deed jij en wat deden je klasgenoten? Wat ging goed en wat kon beter in de samenwerking?
Oefening 2
Feedback ontvangen
U
itg
Van welke docent, collega of medestudent heb jij wel eens heel goede feedback gekregen? Wat was daar zo goed aan? Beschrijf hoe hij/zij die feedback gaf.
7
OriĂŤntatie
Oefening 3
Draagvlak
U
itg
ev
er
ij
Ed
u' Ac
tie
fb .v
.
Wanneer had jij voor het laatst een goed idee waar je je vrienden, klasgenoten, familie of collega's van probeerde te overtuigen? Beschrijf wat dat idee inhield, hoe je de anderen probeerde te overtuigen en waarom dat volgens jou wel of niet lukte.
8
Niveaus van en soorten samenwerking
.
Niveaus van en soorten samenwerking
fb .v
Inleiding
Samenwerken kan op veel manieren. Je kunt heel intensief samenwerken, maar ook alleen af en toe overleggen. Je kunt met bekenden samenwerken, maar ook met vreemden. Als je verschillende manieren van samenwerken kent, kun je beter bedenken hoe je een samenwerking aanpakt.
tie
Leerdoelen
Oefening 4
Cirkels
Lees de Theoriebron Samenwerken.
Teken drie cirkels: eerst een kleine cirkel in het midden, een iets grotere cirkel daaromheen en als laatste de grootste cirkel daaromheen. Noteer in de binnenste cirkel 'Micro', in de middelste 'Meso' en in de grote 'Macro'.
Ed
Theoriebron Samenwerken <
u' Ac
Je kunt: • de begrippen micro-, meso- en macroniveau uitleggen en toepassen • de begrippen multi-, inter- en transdisiciplinair samenwerken uitleggen en toepassen.
er
ij
Zet nu de volgende mensen of instanties op de juiste plaats: • collega's van je eigen afdeling • cliënten • familie van cliënten • collega's van andere locaties • de directie • de overheid • stagiairs.
Micro/meso/macro
ev
Oefening 5
U
itg
Kies bij elk van de volgende voorbeelden of het een samenwerking op micro-, meso- of macroniveau is. a. Een ervaren verpleegkundige wordt uitgenodigd om over haar ervaringen te vertellen op het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Microniveau Mesoniveau Macroniveau b. Een jongerenwerker bedenkt, samen met jongeren, hoe ze meer jongeren naar de filmavonden in het jongerencentrum kunnen krijgen. Microniveau Mesoniveau Macroniveau
9
Niveaus van en soorten samenwerking
Oefening 6
fb .v
.
c. Een medewerker in een verzorgingshuis overlegt met de dochter van een bewoner over de verzorging van de bewoner. Microniveau Mesoniveau Macroniveau d. Een caissière vraagt een collega om hulp bij het instellen van de nieuwe kassa's. Microniveau Mesoniveau Macroniveau
Beslissen over micro/macro/meso
Theoriebron Samenwerken <
Samenwerkbegrippen verbinden
Bekijk de begrippen hierna. Bedenk met zijn tweeën welke begrippen bij de termen multidisciplinair, interdisciplinair en transdisciplinair horen. Let op: sommige begrippen kunnen bij meerdere termen horen. • • • •
gedeeld doel eigen doel taken praktisch verdelen taken naar opleiding verdelen.
Ed
Oefening 7
u' Ac
tie
Werk samen met een medestudent en verdeel de taken: Een van jullie bedenkt een situatie waarin je het best op microniveau kunt samenwerken. De ander bedenkt een situatie waarin je het best op mesoniveau kunt samenwerken. Bespreek de situaties. Hebben jullie twee goede voorbeelden bedacht? Leg uit waarom wel of niet.
Soort samenwerking
er
ij
Multidisciplinair
Doel
ev
Interdisciplinair
U
itg
Transdisciplinair
10
Taakverdeling
Niveaus van en soorten samenwerking
Oefening 8
Manieren van samenwerken
fb .v
.
Geef hierna aan of het een voorbeeld is van multidisciplinair, interdisciplinair of transdisciplinair samenwerken. Geef ook aan waarom je dat denkt. a. In een wijkcentrum hebben de conciërge, de activiteitencoördinator en de kok wekelijks overleg. Ze bespreken de activiteiten van de komende week, zodat de kok weet wanneer hij voor grote groepen moet koken en de conciërge weet wanneer er veel mensen aanwezig zijn.
tie
b. Een caissière, vakkenvuller, medewerker van de broodafdeling en de supermarktmanager hebben een vergadering. Ze willen de winkel gezelliger inrichten. Ze spreken af dat de caissière, de vakkenvuller en de medewerker van de broodafdeling volgende week met ideeën komen hoe hun deel van de winkel leuker kan worden ingericht.
Ed
u' Ac
c. In een opvanghuis overleggen de sociaal werker, de psycholoog en de pedagogisch medewerker over de begeleiding van de uit huis geplaatste kinderen. Ze willen in de middag een extra activiteit aanbieden, waarbij de kinderen sociaal, pedagogisch of psychisch worden geholpen. Ze besluiten dat de sociaal werker op maandag en woensdag iets met de kinderen doet, de psycholoog op dinsdag en vrijdag en de pedagogisch medewerker op donderdag en zaterdag. Alle drie bedenken ze activiteiten vanuit de eigen kennis en opleiding.
U
itg
ev
er
ij
d. Op een school is er leerlingoverleg: de vader van de leerling, de mentor, de zorgcoördinator en de intern begeleider zijn aanwezig om te bespreken hoe ze de leerling kunnen helpen. Daarna worden de taken verdeeld. Het blijkt het best uit te komen als de mentor de zorg coördineert, de zorgcoördinator wekelijks een gesprek met de leerling voert en de intern begeleider en de vader om en om helpen met het huiswerk. De zorgcoördinator zal de mentor tips geven voor het coördineren van de zorg.
Multi-, inter- of transdisciplinair werken?
11
Niveaus van en soorten samenwerking
Oefening 9
Beslissen over multi-/inter-/transdisciplinair werken
.
Maak tweetallen en bedenk samen drie voorbeelden. Een voorbeeld wanneer je het best multidisciplinair kunt samenwerken, een voorbeeld wanneer je het best interdisciplinair kunt samenwerken en een voorbeeld wanneer je het best transdisciplinair kunt samenwerken. Leg ook uit waarom.
fb .v
Multidisciplinair:
U
itg
ev
er
u' Ac
ij
Ed
Transdisciplinair:
tie
Interdisciplinair:
12
Regels en vaardigheden
Regels en vaardigheden
.
Inleiding
fb .v
Om goed samen te werken moet je aan veel dingen denken. Er zijn acht regels die daarbij als basis gelden. Daarnaast kun je de zeven samenwerkingsvaardigheden gebruiken.
Leerdoelen
Theoriebron Samenwerken <
Mindmap samenwerkregels
Lees de Theoriebron Samenwerken. Maak in tweetallen een mindmap over samenwerken via Coggle. Noteer daarin de acht regels voor samenwerken en voeg zelf bij elke regel minstens één voorbeeld en één tip toe.
Website Coggle <
Nicole werkt samen
Ed
Oefening 11
u' Ac
Oefening 10
tie
Je kunt: • de regels voor een goede samenwerking benoemen en toepassen • de vaardigheden voor een goede samenwerking benoemen en toepassen.
Nicole overlegt met haar studiegenoten over een opdracht. Aan het eind van het overleg stuurt Nicole iedereen een mailtje met wat er voor volgende week af moet zijn en wie welk deel doet.
er
ij
Welke samenwerkregel voert Nicole goed uit?
Oefening 12
Tim en Yoeri werken samen
U
itg
ev
Tim en Yoeri maken een verslag. Ze hebben besproken wie wat gaat doen. Over tien dagen moet het verslag af zijn. Ze spreken af dat ze over negen dagen weer met elkaar overleggen. Welke samenwerkregel voeren zij niet goed uit?
Oefening 13
Marian werkt samen Als Jeffrey, Marian en Sylvia samen bezig zijn aan een opdracht zegt Marian opeens: 'Sylvia, ik vind het vervelend dat jij steeds op je telefoon zit. Jeffrey en ik doen bijna alles.' Sylvia stopt daarom haar telefoon weg. Welke samenwerkregel voert Marian goed uit?
13
Oefening 14
u' Ac
Samen geconcentreerd aan het werk.
tie
fb .v
.
Regels en vaardigheden
Top vijf samenwerkregels
er
ij
Ed
Welke samenwerkregels vinden jullie het belangrijkst? Maak een top 5, schrijf deze op en leg jullie keuzes uit.
Een team vormen
U
itg
ev
Oefening 15
14
Je gaat een begeleidingsteam vormen voor de begeleiding van een oudere mevrouw die thuis woont. Ze is eenzaam en zou graag ĂŠĂŠn keer per week iets leuks doen, naar een museum bijvoorbeeld. Daarnaast heeft ze drie dagdelen per week hulp nodig bij het schoonmaken van haar huis. Ook moet ze wekelijks naar de dokter, maar ze durft niet meer alleen met de bus. Het is een half uur reizen naar de dokter. Voorbereiding Maak groepjes van vier. Bedenk samen wat het begeleidingsteam moet doen en hoeveel tijd elke taak kost. Iedereen noteert daarna voor zichzelf: Welke taken lijken je leuk? En in welke taken ben je goed? Uitvoering Verdeel de taken over de teamleden.
Regels en vaardigheden
.
Reflectie a. Hoe ging het verdelen van de taken?
fb .v
b. Heeft iedereen ongeveer evenveel taken gekregen?
Oefening 16
Extern een team vormen
tie
c. Heeft iedereen ongeveer evenveel taken gekregen die hen leuk leken?
u' Ac
Je hebt voor een cliënt hulp nodig van iemand bij een andere organisatie. Je hebt via een collega de naam van Tanja van Doesburg gekregen en haar e-mailadres, want zij zou jou goed kunnen helpen met je cliënt. Je wilt haar vragen of ze de komende drie maanden in het begeleidingsteam van je cliënt wil plaatsnemen. Ze moet dan wekelijks een uur bij de cliënt langsgaan en elke twee weken bij een overleg met het team aanwezig zijn.
Ed
Voorbereiding Bedenk welke informatie er in de e-mail moet staan.
Uitvoering Schrijf een eerste versie van je e-mail. Deze moet minstens vijftig woorden lang zijn. Lees je e-mail nogmaals en verbeter eventuele spelfouten en onduidelijke zinnen.
er
ij
Reflectie a. Wat is het verschil tussen mondeling een team vormen en schriftelijk een team vormen?
U
itg
ev
b. Wat is het verschil tussen een team vormen met bekenden en een team vormen met onbekenden?
15
Regels en vaardigheden
Oefening 17 Website Plastelina <
Overleggen en beslissen
Het raadsel van de wolf, de kool en het schaap
u' Ac
tie
fb .v
.
Een oude man heeft een wolf, een schaap en een kool. Hij wil een rivier oversteken met de twee dieren en de kool. Er is een bootje, maar daar kan slechts één dier of ding tegelijk in. Echter, als hij de wolf en het schaap alleen achterlaat, eet de wolf het schaap op. Als hij het schaap en de kool alleen achterlaat, eet het schaap de kool op. Hoe kan de oude man met de dieren en de kool de rivier oversteken zonder dat er ongelukken gebeuren?
Ed
Uitvoering Lees het raadsel van 'De wolf, de kool en het schaap'. Overleg in viertallen over de oplossing van dit raadsel. Gebruik de website van Plastelina om verschillende mogelijkheden uit te proberen.
U
itg
ev
er
ij
a. Noteer als team één mogelijke oplossing van het raadsel.
16
Reflectie b. Hebben jullie de samenwerkregel 'Neem samen de belangrijke beslissingen' goed uitgevoerd? Of bepaalde één iemand wat jullie online uitprobeerden en wat het antwoord werd?
Regels en vaardigheden
Oefening 18
Beslissingen nemen Werk in viertallen. Jullie gaan vergaderen over de onderwerpen A, B en C.
fb .v
.
Onderwerp A: Jullie doen als team mee aan een hardloopwedstrijd voor het goede doel. Bedenk samen een leuke naam voor jullie team. Onderwerp B: Voor een verslag zijn er drie mogelijke thema's: kinderverzorging, vereenzaming bij ouderen en jongerenwerk. Overleg over welk thema jullie een verslag willen maken. Onderwerp C: Jullie hebben een presentatie voorbereid. Beslis wie die presentatie gaat geven. Voorbereiding Knip van een A4-papier enkele kleine briefjes. Je moet er enkele woorden op kunnen schrijven.
tie
Uitvoering Als team moeten jullie bij elke vergadering een beslissing nemen. Overleg met elkaar en neem steeds op een andere manier de beslissing.
u' Ac
Bij A: Stem met handen opsteken over de verschillende namen die jullie hebben bedacht. Bij B: Stem door iedereen om de beurt te laten zeggen wat hij wil. Turf de antwoorden. Bij C: Laat iedereen ĂŠĂŠn naam op een briefje schrijven, dat dichtvouwen en inleveren. De voorzitter schudt de briefjes door elkaar. Daarna opent de voorzitter een voor een de briefjes en turft de namen die erop staan.
Oefening 19
Ed
Reflectie Bespreek met elkaar de voor- en nadelen van methode A, B en C. Welke methode heeft jouw voorkeur?
Sfeer in de groep
er
ij
Voorbereiding Maak viertallen. Bedenk twee dingen die je tijdens een vergadering kunt doen om te zorgen voor een goede sfeer. Wat kun je doen of zeggen?
Reflectie Zorgden de dingen die jullie vooraf hadden bedacht echt voor een betere sfeer? Welke dingen werkten het beste en welke minder goed?
U
itg
ev
Uitvoering Vergader tien minuten met het team over het organiseren van een sporttoernooi voor enkele middelbare scholen. Welke sporten kiezen jullie? Wat moet er allemaal georganiseerd worden? Tijdens het vergaderen doe je de twee dingen die je vooraf hebt opgeschreven. Je kondigt ze niet aan, maar doet ze op een handig moment.
17
Regels en vaardigheden
Oefening 20
Hoe werk jij samen? Tijdens het samenwerken moet je goed luisteren, vragen stellen, vertellen wat je vindt, accepteren dat niet alles kan, je teamgenoten helpen, delen waar je mee bezig bent en actief meedoen. Dit zijn de samenwerkvaardigheden.
fb .v
.
a. In welke vaardigheden ben jij al heel goed? Kies er minstens twee. Leg per vaardigheid uit hoe of wanneer je dit al hebt gedaan.
Oefening 21
Mirjam en Liam werken samen
tie
b. Welke vaardigheden wil jij nog beter leren? Kies er twee. Leg per vaardigheid uit wat je daar nog moeilijk aan vindt.
Oefening 22
Ed
u' Ac
Mirjam heeft beloofd om alle spullen die nodig zijn voor een demonstratie mee te nemen. Maar het is zoveel dat ze het niet allemaal in een keer kan meenemen. Liam stelt voor dat hij wat zal meenemen, zodat Mirjam niet heen en weer hoeft naar huis. Wat doet Liam goed in deze samenwerking?
Bram werkt niet samen
er
ij
Nassim heeft een bijbaan als krantenbezorger. 's Ochtends moet hij samen met zijn collega Bram alle kranten over de krantentassen van de bezorgers verdelen. Hun baas heeft dit uitgelegd. Maar Bram is vaak te laat en gaat tussendoor meestal roken. Nassim moet daarom bijna al het werk alleen doen. Wat doet Bram niet goed bij het samenwerken?
Beurten verdelen
ev
Oefening 23
U
itg
Jullie gaan als team (ongeveer vier personen) vergaderen over onderwerp A en over onderwerp B.
18
Onderwerp A: Jullie zijn medewerkers van een daklozenopvang. In de winter weten de daklozen jullie te vinden, maar in de zomer - als het erg heet is - komen ze geen water halen. Hoe gaan jullie ervoor zorgen dat de daklozen genoeg water drinken als het erg heet is? Onderwerp B: Jullie zijn medewerkers in een wijkcentrum. De gemeente wil dat jullie meer aandacht gaan besteden aan jongeren die voortijdig stoppen met school. Welke nuttige activiteiten kunnen jullie voor deze thuiszitters bedenken? Voorbereiding Zoek een voorwerp dat gemakkelijk is om door te geven, bijvoorbeeld een stressbal, een grote gum of een etui. Het mag niet scherp zijn of snel kapot gaan!
Regels en vaardigheden
.
Uitvoering Vergader tien minuten over onderwerp A en tien minuten over onderwerp B. Bij onderwerp A wijzen jullie een voorzitter aan die de beurten verdeelt. Wie de beurt krijgt, is aan het woord. De rest moet luisteren. Bij onderwerp B geven jullie een voorwerp aan elkaar door. Wie het voorwerp vast heeft, is aan het woord. De rest moet luisteren.
fb .v
Reflectie a. Hoe ging het verdelen van de beurten bij onderwerp A? Kreeg iedereen het woord of spraken sommigen veel meer? Ging het wisselen van beurten soepel?
tie
b. Hoe ging het verdelen van de beurten bij onderwerp B? Kreeg iedereen het woord of spraken sommigen veel meer? Ging het wisselen van beurten soepel?
Oefening 24
u' Ac
c. Bespreek met elkaar de voor- en nadelen van een voorzitter en van het doorgeven van een voorwerp. Welke methode zou jij kiezen?
Samen een plan maken
Ed
Voorbereiding Maak teams van vier personen. Bespreek wie eerst gaat vergaderen en wie gaat observeren.
er
ij
Uitvoering Twee van jullie gaan vergaderen. Noteer een plan van aanpak van maximaal ĂŠĂŠn A4 voor het organiseren van een activiteitenweek op een basisschool bij jullie in de stad. Bespreek wat jullie willen gaan doen en wie jullie moeten vragen om hulp/advies. Maak een tijdlijn en verdeel de taken. De andere twee groepsleden beoordelen de samenwerking.
ev
Daarna draaien jullie de rollen om. De twee beoordelaars bedenken een plan van aanpak voor het organiseren van een feestweek op een middelbare school, omdat de school honderd jaar bestaat. De andere twee groepsleden beoordelen de samenwerking.
U
itg
Bespreek daarna met elkaar hoe de samenwerking verliep. Wie paste de samenwerkregels goed toe? Welke samenwerkvaardigheden werden goed gebruikt? Reflectie a. Wat deed je goed bij het samenwerken?
b. Wat zou je nog beter kunnen doen?
19
Inhouds- en betrekkingsniveau
.
Inhouds- en betrekkingsniveau
fb .v
Inleiding
Bij het samenwerken gaat het er niet alleen om wat je zegt, maar ook hoe je het zegt. Dat noemen we respectievelijk het inhouds- en het betrekkingsniveau van wat je zegt. Door goed te letten op het betrekkingsniveau van je uitspraken kun je een samenwerking soepeler laten verlopen.
tie
Leerdoelen
Oefening 25
Inhouds- en betrekkingsniveau
Je hebt zin in een kop thee, maar geen zin om die te gaan halen. Hoe zou je dit vragen aan/zeggen tegen de volgende mensen? (Tip: het niet vragen of alleen een hint geven, mag ook). a. Je broertje:
Ed
Theoriebron Communicatie in een team <
u' Ac
Je kunt: â&#x20AC;˘ het verschil tussen inhouds- en betrekkingsniveau benoemen â&#x20AC;˘ inhouds- en betrekkingsniveau op de juiste manier toepassen.
ij
b. Een goede vriendin:
er
c. Je moeder:
ev
d. Je directe collega:
U
itg
e. Een collega die je minder goed kent:
f. Je baas:
g. De directeur van het bedrijf:
h. Koning Willem-Alexander:
20
Inhouds- en betrekkingsniveau
Oefening 26
Uitspraken verbeteren De volgende uitspraken worden soms gedaan tijdens een overleg. Verander het betrekkingsniveau, zodat het vriendelijker overkomt.
fb .v
.
a. Wees stil!
c. Jij doet ook niks!
u' Ac
d. Ik wil dat jij die taak uitvoert!
tie
b. Let eens op!
U
itg
ev
er
ij
Ed
e. Jij moet notuleren want het is jouw beurt.
Oefening 27
Wat doe jij als iemand zijn afspraken niet nakomt?
Uitspraken invullen Wat zou je kunnen zeggen in de volgende situaties om de samenwerking te verbeteren? a. Je teamgenoot is voor de derde keer zijn afspraken niet nagekomen. De rest van het team is het zat. Jij bent de voorzitter en neemt de teamgenoot even apart om het te bespreken.
21
Inhouds- en betrekkingsniveau
.
b. Je zit in een cliĂŤntoverleg. Je merkt dat een van de artsen, dokter Reimert, nogal geĂŻrriteerd is. Hij werkt op een andere locatie en blijkt daardoor veel informatie over de cliĂŤnt pas veel later te horen dan de rest van het team. Wat zou je hierover kunnen zeggen?
U
itg
ev
er
ij
Ed
u' Ac
tie
fb .v
c. Op het werk ben je met een aantal collega's aan het kletsen. Een collega doet nogal onaardig tegen een student die net bij jullie is begonnen. De collega maakt grapjes over wat de nieuwe student allemaal niet weet. Wat zou je hierover kunnen zeggen tegen die collega?
22
Samen een plan uitvoeren
Samen een plan uitvoeren
.
Inleiding
fb .v
Bij het samenwerken heb je samen een doel, maar om dat doel uit te voeren heb je een plan nodig. Vaak bedenken een of twee mensen dat plan en willen zij de rest van het team overtuigen. Dat kunnen ze doen door een enthousiaste toon en door goede argumenten.
Leerdoelen
Je kunt door vaardigheden en houding een plan/voorstel enthousiast en overtuigend brengen.
Ed
u' Ac
tie
•
Meer en minder overtuigend Orden de volgende zinnen. Wat is het meest overtuigend en wat het minst? Zet de overtuigendste zin bovenaan.
er
Oefening 28
ij
Overtuigend?
'Maandag is de deadline. We schrijven allemaal deze week een hoofdstuk, leveren dat zaterdag in bij Petra, zij maakt er één verslag van en dan leveren we het maandag in.' 'Zullen we anders allemaal een hoofdstuk schrijven? Want dan komt het misschien op tijd af. Als jullie het goed vinden?' 'Als we allemaal een hoofdstuk schrijven, krijgen we waarschijnlijk dit verslag af voor de deadline.'
U
itg
ev
Theoriebron Communicatie in een team <
23
Samen een plan uitvoeren
Theoriebron Communicatie in een team <
Meer en minder overtuigend gedrag Orden de volgende zinnen. Welk gedrag is het meest overtuigend? Welk het minst? Zet het overtuigendste gedrag bovenaan. naar de grond kijken, heel zachtjes praten en met je vingers friemelen
rechtop staan en mensen aankijken.
Oefening 30
Enthousiast vertellen
fb .v
steeds naar je teamgenoten kijken of zij het eens zijn met wat je zegt
.
Oefening 29
tie
Voorbereiding • Zorg voor een camera of telefoon met camera om een kort filmpje te maken. • Bedenk een verhaal van twee à drie minuten om voor de camera te vertellen, bijvoorbeeld over je hobby of iets leuks wat je pas hebt gehoord of gezien.
u' Ac
Uitvoering Eén van jullie vertelt zijn verhaal voor de camera. De ander neemt het op. Zorg dat degene die vertelt helemaal in beeld is. Bekijk daarna samen het filmpje, maar zet het geluid uit. Kijk naar je houding, je handen en je gezichtsuitdrukking. Kom je enthousiast over? Zo nee, bedenk samen wat je anders kan doen en maak een nieuw filmpje. Bekijk dat daarna weer samen. Wanneer je tevreden bent over je filmpje, kunnen jullie van rol wisselen en de opdracht opnieuw uitvoeren.
U
itg
ev
er
ij
Ed
Reflectie Waarom moest je bij deze opdracht het filmpje zonder geluid bekijken? Wat is daar het nut van, denk je?
24
Feedback geven
Feedback geven
.
Inleiding
fb .v
Als je met mensen samenwerkt, zal het regelmatig nodig zijn om elkaar feedback te geven. Feedback is iets anders dan kritiek en je moet het op een goede manier vertellen. Pas als je het gedrag, gevoel en gevolg duidelijk benoemt, heeft die persoon wat aan je feedback. Dan kun je eindigen met een advies of verzoek voor een volgende keer.
Leerdoelen
Oefening 31 Theoriebron Feedback geven <
Echte feedback?
u' Ac
tie
Je kunt: • het verschil tussen feedback, kritiek en een compliment benoemen • het verschil tussen positieve en negatieve feedback benoemen • observeren om feedback te kunnen geven • op het goede moment, op een goede manier feedback geven.
Werk in tweetallen. Vraag allebei aan drie verschillende mensen om je feedback te geven. Bedenk zelf waarop je feedback wilt hebben, bijvoorbeeld op je kleding of op een verslag. Noteer precies wat iedereen zegt.
U
itg
ev
er
ij
Ed
Kijk samen kritisch naar de uitspraken. Was het echt feedback, was het kritiek of was het een compliment?
Oefening 32
De manier waarop je iets brengt, is heel belangrijk.
Feedback, kritiek of compliment Kies per zin: is dit feedback, kritiek of een compliment? a. 'Gisteren was je met een klant aan het praten, maar nam je tussendoor de telefoon op. Dat geeft de klant het idee dat hij niet belangrijk is. Daardoor zal hij volgende keer misschien naar een andere winkel gaan.' Feedback / Kritiek / Compliment
25
Feedback geven
Oefening 33
Negatieve feedback ordenen
fb .v
.
b. 'Ik zag je gisteren lopen met je nieuwe jas. Je zag er echt superstoer uit!' Feedback / Kritiek / Compliment c. 'Je legt die truien echt veel te slordig in de schappen. Je moet ze allemaal op dezelfde manier opvouwen en stapels van maximaal vijf truien maken.' Feedback / Kritiek / Compliment d. 'Ik zie dat je voor je nieuwe baan wat nieuwe kleren hebt gekocht. Daardoor zie je er een stuk netter uit. Zo nemen je nieuwe collega's je veel serieuzer.' Feedback / Kritiek / Compliment
Orden de zinnen. Wat is de beste en de minst goede manier om feedback te geven? Zet de beste manier bovenaan.
tie
'Ik hoorde je vorige week overleggen met een moeder over het later ophalen van haar kind. Zo geef je haar het idee dat dit kan. Dat geeft problemen.' 'Ik hoorde je vorige week iets zeggen tegen een ouder. Daar kreeg ik een vervelend gevoel van en ik denk ook dat het onhandige gevolgen heeft.'
Oefening 34
u' Ac
'Ik hoorde je vorige week tegen een moeder zeggen dat ze haar kind maandag wel om 18.15 uur kan ophalen. Als je dat toezegt, krijgen ouders het idee dat ze te laat mogen komen. Daardoor zullen we vaak niet om 18.00 uur, maar pas om 18.30 uur kunnen sluiten.'
Positieve feedback ordenen
Ed
Orden de zinnen. Wat is de beste en de minst goede manier om feedback te geven? Zet de beste manier bovenaan. 'De presentatie die jij vanochtend gaf over nieuwe activiteiten voor alle bewoners van dit bejaardentehuis vond ik echt fantastisch!'
ij
'Jouw presentatie van vanochtend had veel duidelijke voorbeelden. Daardoor begreep ik het erg goed. Ik denk dat we de nieuwe activiteiten daardoor snel kunnen gaan uitvoeren.'
er
'De presentatie die jij vanochtend gaf over nieuwe activiteiten vond ik erg goed. Je voorbeelden waren heel duidelijk.'
Positief of negatief?
U
itg
ev
Oefening 35
26
a. 'Als jij iets eet in het keukentje laat je vaak liggen wat je hebt gebruikt, zoals je bord en mes. Dat vind ik erg rommelig staan en andere collega's gaan daardoor ook niet opruimen. Wil je het voortaan in de vaatwasser zetten?' Positief / Negatief b. 'Ik zag dat je pas de gezamenlijke woonkamer opnieuw hebt ingericht. De bewoners geven aan het veel gezelliger te vinden. Ze zitten nu liever in de woonkamer dan in hun eigen kamer.' Positief / Negatief c. 'Ik zag je een leerling helpen met zijn huiswerk door alle sommen voor te doen. Dat vond ik niet zo professioneel, want daardoor hoefde hij zelf geen enkele som op te lossen en leert hij niks.' Positief / Negatief
Feedback geven
Veilig feedback geven
fb .v
Oefening 36
.
d. 'Na het ophalen van de post uit de postbus ga jij soms eerst andere dingen doen in plaats van de post meteen op de goede bureaus te leggen. Dat vinden de financiĂŤle mensen vervelend, want zij moeten dan wachten op de rekeningen die nog betaald moeten worden.' Positief / Negatief
Oefening 37
Ed
u' Ac
tie
In welke situatie kun je veilig feedback geven? Let op! Er zijn meerdere antwoorden mogelijk. in een een-op-een gesprek met een stagiair tijdens een afdelingsoverleg waarbij de afdelingsleider een presentatie geeft tijdens de lunchpauze met alle collega's tijdens een vergadering met je drie vaste collega's
In de juiste vorm zetten
er
ij
Zet de volgende zinnen om in feedback volgens de vorm: Gedrag, Gevoel, Gevolg. a. 'Hoe jij praat met klanten is zo onprofessioneel. Je kijkt de hele tijd op je horloge. Net alsof ze totaal onbelangrijk zijn. Denk maar niet dat die nog terugkomen.'
c. 'Echt fantastisch zoals jij je collega's hielp vandaag! Het was superdruk, dus fijn dat jij bleef toen je dienst was afgelopen. Heel collegiaal van je.'
U
itg
ev
b. 'Het is heel verwarrend dat Toine van jou wel in de gezamenlijke woonkamer huiswerk mag maken en Roos niet. Daardoor zullen ze zich er ook niet aan houden.'
27
Feedback geven
Oefening 38
Je werkt in een supermarkt als bijbaan. Daar werk je vaak samen met een wat oudere collega, Suzanne. Je vindt haar wel aardig, maar ze praat vaak te hard met de klanten. Dat leidt jou af van je werk. Je wilt hier wat over zeggen. Noteer dit op twee manieren: als kritiek en als feedback met verzoek. Gebruik voor de feedback het GGG-model (Gevoel, Gedrag, Gevolg).
Oefening 39
Reageren op een docent
fb .v
.
Theoriebron Feedback geven <
Reageren op een collega
Oefening 40
u' Ac
tie
Je hebt op school les van een docent die heel goed kan uitleggen, maar die ontzettend lang doet over nakijken. Je klasgenoten en jij moeten vaak weken wachten op jullie cijfers. Daardoor hebben jullie vaak geen zin om hard te werken in de lessen. Jullie willen hier wat over zeggen. Noteer dit op twee manieren: als kritiek en als feedback met verzoek. Gebruik voor de feedback het GGG-model.
Reageren op een dakloze
er
ij
Ed
Je werkt als sociaal werker in een daklozenopvang. Een dakloze die daar vaak komt, is nogal een prater. Als hij begint, houdt hij niet meer op en kom je niet gemakkelijk weg. Je merkt dat andere daklozen zich hieraan ergeren. Zelf vind je het ook best vervelend. Daarom wil je er wat over zeggen. Noteer dit op twee manieren: als kritiek en als feedback met advies. Gebruik voor de feedback het GGG-model.
Oefening 41
Observeren
ev
Om goed feedback te geven, moet je goed kunnen observeren. Je kijkt dan naar iemands gedrag: Wat doet hij? Hoe vaak doet hij iets? Hoe reageert hij op zijn omgeving?
U
itg
Voorbereiding Werk samen met een medestudent. Zoek allebei een taak voor dit vak of voor een ander vak die je minstens een kwartier lang kunt uitvoeren.
28
Uitvoering Een van jullie gaat een kwartier lang aan de slag met een taak. De ander observeert het gedrag. Na een kwartier bespreken jullie wat de observant heeft gezien: Welk gedrag heeft hij genoteerd? Heeft hij belangrijke dingen gemist volgens de taakuitvoerder? Heeft hij ook gelet op positief gedrag of alleen op negatief gedrag? Wissel daarna van rol. De observant wordt taakuitvoerder. De taakuitvoerder wordt observant. Bespreek na een kwartier weer wat de observant heeft gezien.
Feedback geven
Oefening 42
Feedback op presentatie
fb .v
.
Reflectie Vind je het moeilijk of gemakkelijk om goed te observeren? Waar komt dat door?
tie
Voorbereiding Maak groepjes van ongeveer vier personen. Zoek alle vier op internet een grappig broodjeaapverhaal. Een broodjeaapverhaal is een (grotendeels) verzonnen verhaal dat als waargebeurd wordt doorverteld. Neem het verhaal goed door, zodat je het uit je hoofd kunt navertellen.
u' Ac
Uitvoering Ga als groepje bij elkaar zitten. Vertel een voor een voor de groep jullie broodjeaapverhaal. Na elk verhaal geven de andere drie feedback. Dit kan gaan over de volgende drie dingen: de inhoud, manier van praten, lichaamstaal/houding. De persoon die feedback geeft, bepaalt zelf of hij positieve of negatieve feedback geeft. Wissel door tot iedereen heeft gepresenteerd.
Ed
Reflectie a. Werd de feedback gegeven volgens het GGG-model of was het eigenlijk kritiek of een compliment?
er
ij
b. Werd er meer negatieve feedback gegeven of meer positieve feedback? Waar komt dat door, denken jullie?
Overleggen
Voorbereiding Werk in tweetallen. Jullie gaan een overleg nabootsen tussen een familielid van een bewoner en een medewerker van het verzorgingshuis. Verdeel de rollen. Zoek daarna op internet informatie op over een verzorgingshuis bij jullie in de buurt. Bekijk samen de site, zodat jullie globaal weten wat voor verzorgingshuis het is en wat er wordt gedaan. Bedenk samen een probleem waar het familielid over wil praten. Bedenk ook wat de functie van de medewerker dan moet zijn (bijvoorbeeld manager, verpleegkundige of activiteitenbegeleider).
U
itg
ev
Oefening 43
Uitvoering Ga samen aan een tafel zitten en praat over het probleem dat jullie hebben bedacht. Probeer samen een oplossing te vinden. Bedenk dat een overleg tussen een medewerker en een familielid meestal begint met algemene beleefdheden door de medewerker, zoals koffie aanbieden en vragen of het gemakkelijk te vinden was. Daarna ga je pas het probleem bespreken. Geef elkaar na het gesprek positieve en negatieve feedback volgens het GGG-model over de uitvoering van deze opdracht.
29
Feedback geven
Oefening 44
Tekening beoordelen Voorbereiding • Maak tweetallen. • Zorg voor enkele lege A4’tjes, potloden en een gum.
fb .v
.
Reflectie Bedenk wat je volgende keer anders zou doen bij een een-op-een overleg. En wat zou je weer hetzelfde doen?
u' Ac
tie
Uitvoering Maak allebei een tekening. Dat mag van alles zijn: je kunt een stripverhaal maken, iets natekenen of een eigen tag maken. Wissel jullie tekeningen uit, zodra jullie allebei klaar zijn. Bekijk de tekening van de ander en noteer feedback volgens het GGG-model. Geef daarna de tekeningen en de feedback terug. Lees de feedback door die de ander heeft geschreven. Vraag er geen uitleg bij, lees het alleen door! Bespreek daarna wat volgens jullie de verschillen zijn tussen schriftelijk en mondeling feedback krijgen.
Oefening 45
Ed
Reflectie Wat vind jij prettiger: mondelinge of schriftelijke feedback? Kun je uitleggen waarom?
Samen iets maken
er
ij
Voorbereiding • Maak twee teams van twee personen. • Zoek samen een rustige plek op, waar weinig mensen langslopen. • Leg alle spullen die je bij je hebt op tafel: dus alle boeken, je etui, eten, drinken enzovoort.
U
itg
ev
Uitvoering Jullie gaan met jullie eigen spullen proberen een toren te bouwen. De bedoeling is dat jullie toren hoger wordt dan de toren van het andere team. Denk aan de veiligheid: bouw de toren op de grond en niet op de tafel! Gebruik geen scherpe voorwerpen in je toren! Maak de toren niet hoger dan je zelf bent! Bepaal welke toren het hoogste is, wanneer alle spullen gebruikt zijn.
30
Ga daarna met je eigen team bij elkaar zitten en bespreek hoe de samenwerking ging. Konden jullie de samenwerkvaardigheden toepassen? Welke wel en welke niet? Geef elkaar feedback volgens het GGG-model over de samenwerking. Reflectie Wat is het verschil in samenwerking tussen samen vergaderen en samen iets bouwen?
Feedback geven
Who’s the man?
Uitvoering Jullie gaan 'Who's the Man?' spelen. Dat gaat als volgt:
•
tie
ij
•
u' Ac
• • •
Je krijgt allemaal drie briefjes. Vul op elk briefje één naam in. Dat mag de naam zijn van een beroemdheid, maar ook van een docent of medestudent: als iedereen uit de groep deze persoon maar kent. Laat jouw namen aan niemand lezen! Vouw de briefjes dubbel en stop ze in de bak. Het team met de jongste speler begint. In de eerste rond pakt die een van de briefjes uit de bak en geeft een omschrijving van de persoon op het kaartje. Je mag geen namen van personen, landen of plaatsen gebruiken in je omschrijving. Je teamgenoten moeten raden wie het is. Bij een goed antwoord krijgen jullie een punt, pak je een nieuw kaartje en ga je weer omschrijven. Na dertig seconden mag het volgende team. De gewonnen kaartjes mag je houden. De beurten gaan net zo lang door tot alle kaartjes op zijn. Dan worden de punten geteld en genoteerd. Alle kaartjes gaan weer dubbelgevouwen terug in de bak. De tweede ronde werkt hetzelfde, alleen ga je nu niet meer omschrijven, maar moet je de persoon op het kaartje uitbeelden. Je krijgt als team per beurt zestig seconden. Het team met de minste punten begint. De beurten gaan net zo lang door tot alle kaartjes op zijn. Dan worden de punten geteld en genoteerd. Alle kaartjes gaan weer dubbelgevouwen terug in de bak. In de laatste ronde mag je per kaartje alleen nog maar één woord zeggen of één geluid maken. Je krijgt als team per beurt zestig seconden. Het team met de minste punten begint. De beurten gaan net zo lang door tot alle kaartjes op zijn. Dan worden de punten geteld en genoteerd. Tel daarna alle punten van de drie rondes op en bepaal welk team de winnaar is!
Ed
•
fb .v
Voorbereiding • Werk in een groepje van 9 studenten. • Maak 27 kleine briefjes. • Zorg voor een grote bak of pan om de briefjes in te doen. • Zorg voor een stopwatch (of telefoon met stopwatch) om de tijd bij te houden. • Wijs twee mensen aan die om de beurt de tijd bijhouden. • Maak drie teams van drie personen. • Wijs één iemand aan die de punten noteert.
.
Oefening 46
er
•
ev
Ga daarna met je eigen team bij elkaar zitten en bespreek hoe de samenwerking ging. Konden jullie de acht regels voor samenwerking gebruiken? Welke wel en welke niet? Geef elkaar feedback volgens het GGG-model over de samenwerking.
U
itg
Reflectie Vind jij samen een spel spelen een vorm van samenwerken? Leg uit waarom.
31
Feedback ontvangen
Feedback ontvangen
.
Inleiding
fb .v
Feedback geven is vaak makkelijker dan feedback krijgen. Toch zal ook dat laatste voorkomen als je in een team werkt. Je ontvangt bijvoorbeeld feedback als je een plan hebt voorgesteld. Door op een goede manier op die feedback te reageren en alternatieve ideeën te bespreken, kom je als team tot het beste plan.
Leerdoelen
Oefening 47
u' Ac
•
Je kunt feedback en kritiek ontvangen met een open houding door te vragen om verduidelijking, door de ander serieus te nemen, door te bedanken voor iemands inbreng en door te vragen om reacties. Je kunt alternatieven bespreken door te vragen om voorstellen ter verbetering, door punten samen te vatten en door doelen/acties te herformuleren.
tie
•
Xandra ontvangt feedback
Ineke geeft haar medestudent Xandra feedback. Ze zegt: 'Xandra, als jij een presentatie geeft, dan kijk je over iedereen heen. Dat geeft mij het gevoel dat je ons niet zo interessant vindt.' Xandra zegt snel: 'Oké. Bedankt voor je feedback. Volgende keer zal ik proberen iedereen meer aan te kijken.'
Ed
Wat doet Xandra hier goed bij het ontvangen van de feedback? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
Patrick ontvangt feedback
ij
Oefening 48
ev
er
Tom geeft zijn collega Patrick feedback. Hij zegt: ‘Patrick, als jij vakken vult, zet je de lege dozen in het gangpad. Daardoor vind ik het er slordig uitzien en heb ik meer opruimwerk.' Patrick antwoordt: 'Oké, wat bedoel je met “meer opruimwerk”?’ Tom: 'Ik vind het slordig staan, dus ik ga dan jouw lege dozen opruimen.' Patrick: ‘Oké, ik denk dat het inderdaad wel slordig is, al die lege dozen. Ik zal erop letten.'
itg
Wat doet Patrick goed? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
U
Oefening 49
32
Nadine ontvangt feedback Nadine en Tanja zijn aan het winkelen. Nadine weet precies naar welke winkels ze wil en daar gaan ze heen. Na een tijdje zegt Tanja: 'Nadine, jij bepaalt al de hele middag waar we heen gaan, dat vind ik vervelend, want daardoor heb ik nog geen leuke kleding gevonden.' Nadine zegt: ‘Ja, maar jij vindt het toch ook leuke winkels? Of wilde je ergens anders heen?'
Feedback ontvangen
Wat doet Nadine niet goed? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
Dooddoeners
.
Oefening 50
fb .v
Dooddoeners zijn standaardzinnen die eigenlijk niet zoveel betekenen. Een bekende dooddoener is: 'We nemen het mee.' De persoon die dit zegt, zal waarschijnlijk niks doen met de gekregen feedback.
Oefening 51
Ed
u' Ac
tie
Bedenk of zoek op internet tien dooddoeners als reactie op feedback.
Reageren op feedback
Lees de hierna volgende feedback. Stel dat dit tegen jou wordt gezegd, hoe zou je dan reageren? Overleg in tweetallen en schrijf dan een gepaste reactie op.
er
ij
Je nieuwe collega zegt: 'Ik vond dat je laatst niet zo vriendelijk deed. Dat gaf mij een erg vervelend gevoel. Daardoor vind ik het niet meer zo fijn om met je samen te werken.'
ev
Reactie:
Vragen om duidelijkheid Na het geven van een presentatie zegt de docent tegen je: 'Prima gedaan, een erg goed verhaal.' Noteer drie vragen die je zou kunnen stellen om duidelijkere feedback te krijgen.
U
itg
Oefening 52
33
Feedback ontvangen
Oefening 53
Gedrag in film beoordelen Voorbereiding • Maak tweetallen. • Gebruik voor deze opdracht Werkmodel Feedback ontvangen. Uitvoering Bekijk samen het Filmpje Aan het werk. Vul het Werkmodel Feedback ontvangen in voor het gesprek tussen de leidinggevende en de medewerker. Welke feedback geeft de leidinggevende? En hoe reageert de medewerker daarop? Zeg dit niet hardop, maar vul het in op het formulier. Als jullie dat handig vinden, kun je het filmpje meerdere keren bekijken.
Filmpje Aan het werk <
fb .v
.
Werkmodel Feedback ontvangen <
tie
a. Vergelijk jullie formulieren. Wat hebben jullie hetzelfde en wat verschillend? Bespreek waar dit door komt.
Oefening 54
u' Ac
Reflectie b. Komt het gedrag van de leidinggevende en van de medewerker op jullie allebei hetzelfde over? Of is er verschil tussen jullie oordelen over de feedback?
Een plan van aanpak schrijven
Ed
Voorbereiding Je gaat een plan van een aanpak schrijven om een fictieve studiegenoot te helpen met zijn studie. Deze verzonnen studiegenoot heeft zogenaamd een leer- of gedragsprobleem.
er
ij
Uitvoering Kies een leer- of gedragsprobleem voor de verzonnen studiegenoot, zoals dyslexie, ADHD of motivatieproblemen. Zoek hierover op internet informatie op. Bedenk de overige gegevens van de studiegenoot, bijvoorbeeld: Is het een jongen of meisje? Hoe oud? Bij welke vakken heeft hij/zij een probleem? Wat is dat probleem precies? Schrijf een plan van aanpak van minstens drie pagina's om deze studiegenoot te helpen.
U
itg
ev
Gebruik de volgende opbouw: • Aanleiding Je beschrijft hier wat de reden is van dit project. Wat is het probleem? Leg hier ook kort uit wat het leer- of gedragsprobleem inhoudt. • Doelstelling Wat hoop je te gaan bereiken met dit project? • Taak Hier beschrijf je de kenmerken van de begeleiding/taak. Dus wat je globaal gaat doen, hoeveel tijd dat gaat kosten, welke tussendoelen er zijn en of er belangrijke beperkingen zijn. • Werkwijze Wie gaat wat doen? Zijn daar nog kosten aan verbonden? En hoe wordt er overlegd? • Planning Wanneer gaat wat gebeuren? Maak een overzichtelijk schema met eind- en tussendoelen. Wissel met een studiegenoot van plan van aanpak. Lees elkaars verslag door en noteer tips om het verslag beter te maken. Bespreek elkaars feedback en maak daarmee een nieuwe versie van je plan van aanpak. Maak een extra bladzijde waarop je uitlegt hoe je de gegeven feedback hebt gebruikt.
34
Feedback ontvangen
Ed
u' Ac
tie
fb .v
.
Reflectie Feedback bij een verslag geef je anders dan feedback over samenwerking. Wat zijn verschillen? Reageer je ook anders op deze feedback dan bij feedback op je gedrag?
Alternatieven bespreken
er
Oefening 55
ij
Werk je plan goed uit.
Je bent met studiegenoten aan het overleggen over het maken van een belangrijk eindverslag. Jullie hebben een ingewikkelde lay-out bedacht voor jullie verslag. Je stelt voor jouw broer te vragen om de lay-out te maken, want hij heeft daar een goed programma voor en jij kunt hem dan thuis uitleggen wat jullie willen. Jouw studiegenoten reageren als volgt:
ev
Theoriebron Communicatie in een team <
Noteer wat jij zou kunnen zeggen als reactie hierop. Denk daarbij aan de aandachtspunten bij het bespreken van alternatieven.
U
itg
A: 'Maar heeft hij daar wel tijd voor? Het moet volgende week af zijn.' B: 'Hmm, ik weet niet, moeten we hem daarvoor betalen? Anders doe ik het liever zelf.'
35
Feedback ontvangen
Oefening 56
Het schoolvoorstel Voorbereiding Maak drie teams van twee personen.
fb .v
.
Uitvoering Bedenk als tweetal een voorstel om jullie opleiding te verbeteren. Dit kan overal over gaan: de schooltijden, de vakken, het schoolgebouw enzovoort. Noteer duidelijk wat jullie precies willen veranderen en wat de voordelen daarvan zijn. Ga daarna met zijn vieren aan tafel zitten. Een tweetal presenteert hun voorstel, het andere tweetal luistert en geeft feedback op het voorstel. Wissel daarna van rol.
Verbeter vervolgens jullie voorstel op basis van de gegeven feedback. Vertel aan het andere tweetal wat jullie met hun feedback hebben gedaan.
Oefening 57
Het schoolvoorstel
u' Ac
tie
Reflectie Is jullie voorstel veel beter geworden door de feedback? Of hebben jullie alleen kleine puntjes aangepast?
Voorbereiding • Gebruik voor deze opdracht Werkmodel Feedback ontvangen. • Bedenk als tweetal een voorstel om jullie opleiding te verbeteren. Dit kan overal over gaan: de schooltijden, de vakken, het schoolgebouw enzovoort. Noteer duidelijk wat jullie precies willen veranderen en wat de voordelen daarvan zijn.
Ed
Werkmodel Feedback ontvangen <
Uitvoering Jullie hebben een voorstel geschreven. Om dat uitgevoerd te krijgen, moeten jullie draagvlak creëren bij de volgende mensen: de docenten jullie studiegenoten de opleidingsdirecteuren.
er
ij
• • •
ev
Maak een presentatie waarin jullie het voorstel presenteren. Focus vooral op de voordelen voor de verschillende groepen.
• • •
Presenteer jullie voorstel aan drie andere tweetallen. Eén tweetal speelt voor docenten, één tweetal voor studiegenoten en één tweetal voor opleidingsdirecteuren. Elk beoordelingsgroepje geeft feedback en kijkt hoe jullie daarop reageren. Elk beoordelingsgroepje vult daarna het Werkmodel Feedback ontvangen in. Wissel daarna van rol tot elk tweetal zijn voorstel heeft gepresenteerd.
Reflectie a. Vind je het moeilijk of gemakkelijk om op een goede manier te reageren op feedback?
U
itg
•
b. Zat er iemand in de groep die heel goed reageerde? Wat was daar zo goed aan?
36
Feedback ontvangen
Oefening 58
Langere tijd samenwerken
.
Voorbereiding • Gebruik voor deze opdracht Werkmodel Feedback ontvangen. • Maak een team van vier personen en kies twee tijdstippen om te vergaderen. Tussen deze twee tijdstippen moet een of enkele dagen zitten.
fb .v
Uitvoering Ga met zijn vieren bij elkaar zitten voor de eerste vergadering. Jullie moeten voor jullie opleiding een terugkomdag organiseren. Hierbij komen oud-studenten aan de huidige studenten vertellen over het werk dat ze nu doen. Brainstorm met elkaar over acht mogelijke beroepen. Verdeel daarna wie met welke beroepen aan de slag gaat.
u' Ac
tie
Elk teamlid gaat op zoek naar informatie over de beroepen die hij heeft gekregen. Zoek op wat het werk precies inhoudt en zoek op LinkedIn minstens twee mensen met dit beroep die bij jullie in de buurt wonen. Tip: typ daarvoor in op google 'LinkedIn' + 'de naam van het beroep'. Maak een hand-out met in het kort de informatie over de beroepen. Noteer ook de namen van mensen die een praatje zouden kunnen houden op de terugkomdag. Print dit blad uit voor jezelf en je teamleden.
Ga een of enkele dagen later weer vergaderen. Verdeel alle hand-outs. Bespreek een voor een alle informatie. Kies vier beroepen uit en vier mensen die jullie zouden kunnen benaderen voor een terugkomdag.
Ed
Bespreek daarna met elkaar hoe de samenwerking ging. Geef elkaar om de beurt feedback en reageer daarop. Laat steeds één iemand observeren voor het invullen van het Werkmodel Feedback ontvangen.
U
itg
ev
er
ij
Reflectie Verliep de eerste vergadering anders dan de tweede vergadering? Wat waren de verschillen?
37
Reflecteren
Reflecteren Oefening 59
Reflectie op de lesstof
Kritisch en creatief denken
fb .v
u' Ac
Oefening 60
tie
b. Wat ga je in de toekomst in jouw werk gebruiken?
.
a. Wat heb je allemaal geleerd? Noem drie dingen.
a. Kom jij voor jouw mening uit als de situatie dat vraagt? Noem één voorbeeld.
Ed
b. Heb jij het uiterste uit jezelf gehaald bij de opdrachten? Noem één voorbeeld.
Zelfregulatie en zelfsturing
ij
Oefening 61
ev
er
a. Heb je een goede planning gemaakt? Geef hiervan één voorbeeld.
U
itg
b. Heb je met veel verschillende mensen teams gevormd? Geef hiervan meerdere voorbeelden.
38
Reflecteren
Oefening 62
Kun je goed met andere mensen omgaan, ook al zijn ze anders dan jij? Geef hiervan één voorbeeld.
U
itg
ev
er
ij
Ed
u' Ac
tie
fb .v
.
Werkmodel STARRT-methode <
Samenwerken
39
Theoriebron Samenwerken
Theoriebron Samenwerken
fb .v
.
Inleiding
Ed
u' Ac
tie
Samenwerken betekent: met twee of meer mensen proberen een gezamenlijk doel te bereiken. Je wilt bijvoorbeeld met een vriend(in) op vakantie en jullie proberen samen jullie ouders te overtuigen. Of een cliënt heeft veel hulp nodig en samen met een collega schrijf je hier een begeleidingsplan voor. Om te kunnen samenwerken, moet iedereen het eens zijn met het doel: gaat een sportteam voor de winst of is een gelijkspel ook goed? Ook moet duidelijk zijn hoe je als team dat doel wilt bereiken: gaat het sportteam aanvallen of proberen ze juist zo goed mogelijk te verdedigen? Als duidelijk is wat het doel is en hoe jullie dat gaan bereiken, kun je beginnen met samenwerken.
In een teamsport is samenwerking heel belangrijk.
ij
Niveaus van samenwerking
U
itg
ev
er
Samenwerken op het werk gebeurt op verschillende niveaus: op microniveau, op mesoniveau en op macroniveau. Op microniveau samenwerken doe je met directe collega's en met je cliënten. Dat zijn dus mensen die je vaak ziet tijdens het werk. Op mesoniveaus samenwerken is samenwerken met mensen die indirect met jou of je cliënt te maken hebben. Dat zijn bijvoorbeeld collega's van andere afdelingen of de familie, docenten en buren van je cliënt. Samenwerken op macroniveau is het hoogste niveau. Je werkt dan bijvoorbeeld samen met mensen van een ministerie of vakbond voor een landelijk project. Samenwerken op microniveau gaat anders dan samenwerken op macroniveau. Op microniveau ken je elkaar namelijk goed en zie je elkaar vaak. Op macroniveau niet. Daar moet je rekening mee houden bij het bepalen van het doel en de manier om dat doel te halen.
40
Soorten samenwerking In teams die een cliënt begeleiden, zitten vaak mensen met verschillende beroepen/rollen, bijvoorbeeld een psycholoog, fysiotherapeut, familielid of docent. Zij hebben dan ook allemaal andere doelen voor de begeleiding van de cliënt. Je kunt dan op verschillende manieren samenwerken: multidisciplinair, interdisciplinair of transdisciplinair.
Theoriebron Samenwerken
Belang van samenwerken
fb .v
.
Bij multidisciplinair samenwerken, probeert iedereen zijn eigen doel te bereiken. Er wordt niet echt samengewerkt, maar iedereen is bezig met zijn eigen doel en houdt elkaar op de hoogte hoe dat gaat. De docent helpt de cliënt met schoolwerk en het familielid helpt met klusjes thuis. Bij interdisciplinair samenwerken is er wel één gezamelijk doel. De taken om dat doel te bereiken zijn verdeeld. Iedereen heeft de taken die passen bij zijn achtergrond. Bij transdisciplinair werken is er ook één doel, maar lopen de taken door elkaar. Als het familielid beter thuis kan helpen met schoolwerk dan de docent op school, dan is dat geen probleem. De docent helpt dan het familielid om dit zo goed mogelijk te doen.
Het samenwerken van mensen met verschillende beroepen/rollen levert veel voordeel op:
• • •
tie
•
Bij goede samenwerking en communicatie leren mensen van elkaars expertise. De kennis en vaardigheden van alle teamleden nemen daardoor toe. De kans op fouten neemt af doordat teamleden elkaar ondersteunen en toezien op elkaars werk. De werklast wordt beter verdeeld. Niet een maar alle teamleden zijn verantwoordelijk voor de zorg aan een cliënt. Het is makkelijker om om te gaan met cliënten met complexe problemen, doordat kennis gebundeld wordt. Er is ontstaat meer begrip voor elkaars beroep/rol, waardoor onderlinge competetie afneemt, wat de hulpverlening aan een cliënt ten goede komt.
u' Ac
•
Ed
Regels voor samenwerken
Om goed te kunnen samenwerken zijn er regels voor het vormen van een team, voor overleggen en beslissen en voor de sfeer in een team.
ij
Een team vormen
U
itg
ev
er
Volg de volgende regels als je een team vormt: • Kies samen een duidelijk doel. Om goed samen te werken moet je zorgen dat iedereen het eens is met het doel. Bedenk wat jullie gaan doen en wanneer het doel bereikt is. • Vertel wat je weet en wat je kunt. Geef bij het verdelen van de taken iedereen de kans om te vertellen wat hij goed kan en graag wil doen. • Maak het team niet te groot of te klein. Bij het verdelen van de taken kun je te veel werk hebben voor het team. Vraag er dan hulp bij. Zeker als er een deadline is, kun je beter extra hulp vragen dan de deadline niet halen.
Afspraken, overleggen en beslissen Volg tijdens het samenwerken de volgende regels: • Maak duidelijke afspraken en houd je eraan. Spreek altijd duidelijk af wie iets doet en wanneer dat klaar moet zijn. Doe wat je belooft en geef het snel door als je merkt dat iets toch niet lukt. • Overleg regelmatig. De meeste teams overleggen elke week met elkaar. Bepaal samen hoe vaak overleg nodig
41
Theoriebron Samenwerken
.
•
is. Als de overleggen langer dan een uur duren, moet je waarschijnlijk vaker gaan overleggen. Neem samen de belangrijke beslissingen. Gebruik het overleg om samen beslissingen te nemen. Op die manier blijf je samen naar het doel toewerken en blijft het voor ieder teamlid leuk om mee te doen.
fb .v
De sfeer in je team
Ed
u' Ac
tie
Volg de volgende regels om de sfeer in je team goed te houden: • Vertel wat je dwarszit. Je hebt het gevoel dat jij alle rotklusjes moet doen, je vindt dat er niet genoeg naar jouw ideeën wordt geluisterd of je wordt er helemaal gek van dat een teamlid steeds te laat komt. Wat het ook is waar je mee zit, vertel het tijdens een overleg. Doe dit wel op een vriendelijke manier. Hoe eerder je vertelt wat je dwarszit, hoe kleiner de kans op ruzie. • Houd het leuk. Overleggen gaan vaak over wat niet goed gaat, wat nog niet af is en wat (nog) niet lukt. Denk eraan om tijdens het overleg elkaar ook complimenten te geven en te vertellen wat er wel goed gaat.
ij
Zorg voor een positieve sfeer in je team.
er
Samenwerkingsvaardigheden
U
itg
ev
Je kunt alleen goed samenwerken als elk teamlid zich goed inzet. Je kunt je goed inzetten door de volgende samenwerkingsvaardigheden toe te passen: 1. Luister naar je teamgenoten. Laat elkaar uitpraten en geef iedereen het woord. 2. Stel vragen als iets onduidelijk is. 3. Vertel wat jij vindt en denkt. Doe dit wel op een vriendelijke manier. 4. Accepteer dat je niet altijd je zin kunt krijgen. 5. Help je teamgenoten als je merkt dat ze hulp nodig hebben. Niet iedereen vraagt snel hulp, dus bied het aan als je denkt dat het nodig is. 6. Deel wat jij aan het doen bent en hoe dat gaat. 7. Doe actief mee tijdens elk overleg.
42
Theoriebron Communicatie in een team
fb .v
.
Theoriebron Communicatie in een team Inhouds- en betrekkingsniveau
ij
Ed
u' Ac
tie
Als je samenwerkt in een team, moet je overleggen. Tijdens zo'n overleg moet je goed letten op wat je zegt, maar ook op hoe je het zegt. Wat je duidelijk wilt maken, noem je het inhoudsniveau: je wilt bijvoorbeeld dat iemand het raam opendoet. Hoe je dat zegt, heet het betrekkingsniveau en daaraan kun je merken wat je band met iemand is. Tegen je kleine broertje zul je misschien zeggen: 'Doe het raam open!', maar tegen je baas zeg je: 'Zou u misschien het raam even open willen doen?' Tegen iemand die boven je staat, praat je anders op betrekkingsniveau.
er
Denk eraan hoe je iets brengt.
U
itg
ev
Als er ruzie is in een team, gaat dat vaak om het betrekkingsniveau. De voorzitter zegt bijvoorbeeld niet 'Wil jij misschien de notulen maken?', maar ‘Jij maakt de notulen vandaag.' Die persoon wil dan best notulen maken, maar niet gecommandeerd worden. Let bij het samenwerken dus op hoe je iets zegt.
Draagvlak creëren Als je met je team een doel wilt bereiken, zul je soms een goed idee hebben over wat jullie moeten gaan doen. Je kunt dan tijdens een overleg een voorstel doen. Als je een voorstel doet, wil je je teamgenoten overtuigen van je voorstel. Daardoor creëer je draagvlak. Draagvlak creëren betekent: ervoor zorgen dat mensen voor jouw voorstel zijn. Dat kan op de volgende vijf manieren: 1. door je teamgenoten te overtuigen met goede argumenten 2. door met je teamgenoten te onderhandelen over het voorstel 3. door je teamgenoten te vragen mee te denken om je voorstel nog beter te maken
43
Theoriebron Communicatie in een team
4. door ze te informeren over waarom je met dit voorstel komt en wat de gevolgen ervan zullen zijn 5. door aan te bieden om te helpen als ze iets in je voorstel lastig vinden om uit te voeren. Welke manier van draagvlak creĂŤren het beste werkt, hangt af van je voorstel en de situatie.
u' Ac
tie
fb .v
.
Om mensen te overtuigen van jouw voorstel is het belangrijk dat je het goed brengt. Vertel dus niet alleen wat je wilt gaan doen, maar noem alle voordelen van je voorstel. Let daarnaast op je stem en houding: als je achterover zit en zachtjes praat, kom je niet zo overtuigend over. Zit of sta rechtop, kijk iedereen aan en vertel enthousiast wat je voorstel is.
U
itg
ev
er
ij
Ed
Een student bereidt een voorstel voor.
44
Theoriebron Feedback geven en ontvangen
Wat is feedback?
fb .v
.
Theoriebron Feedback geven en ontvangen
Observeren
u' Ac
tie
Als je iemand feedback geeft, vertel je wat iemand doet en wat dat voor effect op jou of anderen heeft. Bijvoorbeeld: 'Doordat je te laat komt op onze afspraken, geef je mij het gevoel onbelangrijk te zijn en heb ik geen zin meer om af te spreken.' Of: 'Als je mensen een drankje brengt, maak je altijd een praatje, dat vinden de klanten prettig en daardoor blijven ze vaak langer zitten.' Feedback is iets anders dan kritiek of een compliment. Bij kritiek geef je je mening en die is negatief: 'Ik vind deze film zo slecht.' Bij een compliment geef je ook je mening, maar die is positief: 'Mijn broertje had gisteren echt superlekkere koekjes gebakken.' Bij kritiek en complimenten draait het om jouw mening. Bij feedback gaat het erom dat de ander leert hoe zijn of haar gedrag overkomt. Daarom is feedback vaak nuttiger dan kritiek of een compliment.
ij
Ed
Om goed feedback te geven, moet je goed kijken naar wat iemand doet. We noemen dat observeren. Observeren is iets anders dan gewoon kijken. Als je gewoon naar iemand kijkt, let je vaak op alles tegelijk. Bij observeren heb je een specifiek doel. Je let tijdens een presentatie bijvoorbeeld op de houding of op de manier van praten. Daarnaast probeer je bij het observeren te kijken zonder te oordelen. Je bedenkt dus niet of je iets slecht, goed, gek of leuk vindt, maar noteert alleen wat je zag of hoorde tijdens de presentatie. Later kun je feedback geven door te vertellen welk effect een bepaalde houding of manier van praten op jou had.
er
Positieve en negatieve feedback
U
itg
ev
Bij feedback denken veel mensen aan dingen die verkeerd gaan. Als je iets niet goed doet, krijg je feedback, zodat je het voortaan anders kan doen. Maar dat hoeft niet altijd zo te zijn. Als mensen je feedback geven, vertellen ze welk effect jouw gedrag heeft. We noemen het positieve feedback als iemand vertelt wat voor leuk of prettig effect jouw gedrag heeft. Dan weet je dat je daar dus vooral mee door moet gaan. We noemen het negatieve feedback als iemand vertelt wat voor vervelend effect jouw gedrag heeft. Beide vormen van feedback zijn nuttig, omdat je zo leert hoe bepaald gedrag bij anderen overkomt. Zo kun je jezelf verbeteren, maar hoor je ook wat je al goed doet.
Het GGG-model Duidelijke feedback geef je met het GGG-model: je vertelt welk Gedrag je hebt gezien, welk Gevoel dat jou geeft en welk Gevolg dat heeft. Bijvoorbeeld: 'Gisteren bleek jij heel erg achter te lopen met je taken (Gedrag), dat vond ik erg vervelend (Gevoel), want daardoor moet ik nu extra werk doen (Gevolg).' Vertel je Gevoel altijd met een ik-boodschap ('Ik vind dat vervelend') en niet als een stelling ('Dat is vervelend'). Soms gaat het er bij het Gevoel
45
Theoriebron Feedback geven en ontvangen
niet om hoe het overkomt op de feedbackgever, maar op klanten of cliënten. Als de persoon aan wie je feedback geeft, openstaat voor je feedback kun je ook nog een verzoek, advies of tip geven voor de volgende keer.
.
Veilig feedback geven
fb .v
Filmpje Aan het werk <
Ed
u' Ac
tie
Feedback geven heeft alleen zin als de persoon aan wie je het geeft ernaar wil luisteren. Daarom is het niet alleen belangrijk hoe je feedback geeft, maar ook waar en wanneer. Tijdens een vergadering met tien man is geen handig moment. Mensen voelen zich aangevallen en schieten in de verdediging. Ze luisteren dan niet echt naar de feedback. Een-op-een is meestal het handigst. Daarnaast is het slim om te vragen of iemand tijd heeft voor een feedbackgesprek. Misschien bespreekt die persoon het liever morgen, omdat hij nu druk is.
ij
Een goed moment voor feedback?
er
Feedback ontvangen Als je feedback (of kritiek) krijgt, let je op de volgende punten:
U
itg
ev
Filmpje Feedback geven en ontvangen <
46
• • •
•
Luister met een open houding. Zeg niet meteen 'Ja, maar...', maar laat de ander uitpraten en luister goed. Vraag door en zeg niet 'Oké' als je de feedback niet begrijpt. Vraag de ander wat hij precies bedoelt. Neem de ander serieus. Misschien vind je dat de persoon die feedback geeft vaak zeurt of overdrijft. Neem de feedback toch serieus, want misschien heeft hij of zij deze keer wel gelijk. Als iemand zijn feedback heeft gegeven, bedank je hem daarvoor.
Theoriebron Feedback geven en ontvangen
Verder na feedback
U
itg
ev
er
ij
Ed
u' Ac
tie
fb .v
.
Wanneer je samenwerkt in een team en bijvoorbeeld een voorstel hebt gepresenteerd, dan kun je feedback verwachten. Je kunt op verschillende manieren reageren op dergelijke feedback: • Vat alle punten van feedback samen. Dit is handig om te doen als veel verschillende mensen na elkaar feedback hebben gegeven. Je maakt een lijstje met wat je teamleden graag anders willen zien. Overleg daar samen over. • Vraag om voorstellen ter verbetering. Soms krijg je feedback waar je het mee eens bent, maar weet je niet hoe je jouw voorstel daarop kunt aanpassen. Vraag je teamgenoten dan om ideeën om je voorstel te verbeteren. • Herformuleer doelen of acties. Soms blijkt uit de feedback dat het doel van je voorstel niet haalbaar is. Je dacht een verslag van vijftig pagina's te gaan maken, maar je teamgenoten denken dat het niet meer dan dertig pagina's wordt. Dan zullen jullie in overleg het doel moeten veranderen. Vervolgens kun je je voorstel aanpassen.
47