fb .v
.
Training
U
itg
ev
er
ij
Ed
u' Ac
tie
Methodisch verzamelen van informatie
Auteur: Nienke Koopman Inhoudelijke redactie: Floortje Vissers Titel: Methodisch verzamelen van informatie
tie
ISBN: 978 90 3723 601 9
fb .v
Uitgeverij: Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl
.
Colofon
©
u' Ac
Edu’Actief b.v. 2018 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Ed
Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.
U
itg
ev
er
ij
Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.
Over deze training
Over deze training
.
Inleiding
u' Ac
tie
fb .v
In deze training bouw je kennis op over het methodisch verzamelen van gegevens en over enquêteren. Je maakt kennis met verschillende methoden om gegevens te verzamelen en te analyseren. Daarnaast leer je hoe je informatie kunt ordenen en samenvatten. En hoe je een enquête kunt opstellen en afnemen.
Ed
Het houden van een enquête is een manier van gegevens verzamelen.
Leerdoelen
ev
er
ij
• Je hebt kennis over het verzamelen van gegevens en van methoden om gegevens te verzamelen. • Je kunt verschillende methoden toepassen om gegevens te verzamelen en te analyseren. • Je kunt ICT-vaardigheden toepassen om de gevonden informatie te ordenen en samen te vatten. • Je hebt kennis van enquêteren. • Je kunt een enquête opstellen en afnemen.
itg
Beoordeling
U
Beoordelingsformulier <
Je wordt op verschillende punten beoordeeld. Deze punten kun je in het beoordelingsformulier terugvinden. De volgende punten zijn belangrijk bij de beoordeling: • Je doet actief mee aan de lessen. • Je hebt een evenredige bijdrage geleverd aan de uitvoering van de groepsopdrachten. • Je hebt alle opdrachten en oefeningen uitgevoerd. • Je mondelinge taalgebruik was net en correct. • Je past communicatieve vaardigheden en theoretische kennis toe bij de demonstratie.
3
Over deze training
Planning Aan het einde van de training voer je een demonstratie uit. Plan deze demonstratie op tijd in. Lees eerst de demonstratie goed door en vul daarna het planningsformulier in. Neem ook de andere oefeningen van deze training op in je totale planning. Zo voorkom je dat je in tijdnood komt.
Demonstratie 1: Interview (2) Casus
fb .v
.
Planningsformulier <
• • • •
Werkmodel Voorbeeld onderzoek <
Maak een planning. Beschrijf de organisatie waarvoor jullie werken en de doelgroep. Maak een afspraak met de doelgroep voor het interview. Bereid het interview voor.
In tweetallen bereiden jullie een interview voor en voeren deze uit. Zorg ervoor dat jullie met minimaal vijf verschillende personen een interview houden.
ij
Voor het analyseren en verwerken van de gegevens maken jullie gebruik van een computerprogramma zoals Excel. Maak een samenvatting van de informatie die bruikbaar is in de beroepspraktijk. Plan een datum waarop je de demonstratie gaat uitvoeren. Vul deze datum in op je planningsformulier.
er
Werkmodel Samenvatting schrijven <
Ed
Uitvoering Werkmodel Een interview houden <
u' Ac
Voorbereiding
tie
Jullie werken binnen een organisatie met een zelf gekozen doelgroep. Jullie leidinggevende heeft gevraagd om een interview te houden over een onderwerp dat gaat over jullie doelgroep. Jullie interviewen bijvoorbeeld jongeren over de criminaliteit in de wijk.
ev
Eisen
U
itg
• •
4
•
Het interview houd je met minimaal vijf verschillende personen. Voor het analyseren en verwerken van de gegevens maak je gebruik van een computerprogramma. Van de belangrijkste informatie maak je een samenvatting die bruikbaar is in de beroepspraktijk.
Processtappen • • • • • •
Maak een planning. Beschrijf de organisatie waarvoor jullie werken en de doelgroep. Maak een afspraak met de doelgroep voor het interview. Bereid het interview voor en voer het uit. Analyseer en verwerk de gegevens. Maak een samenvatting.
Over deze training
Demonstratie 2: Enquête (2) Casus
fb .v
.
Jullie werken binnen een organisatie met een zelf gekozen doelgroep. Jullie leidinggevende heeft gevraagd om meer informatie te verzamelen over een onderwerp dat gaat over jullie doelgroep. Jullie werken bijvoorbeeld in een wijkcentrum en willen van de buurtbewoners meer weten over de tevredenheid in de wijk. Voor het verzamelen van de informatie houden jullie een enquête. De uitkomsten van het onderzoek presenteren jullie aan jullie collega’s.
Voorbereiding
Maak een planning. Beschrijf de organisatie waarvoor jullie werken en de doelgroep. Maak een afspraak met de doelgroep voor de enquête. Bereid de enquête voor.
De uitkomsten van een onderzoek kun je schematisch weergeven, bijvoorbeeld in een grafiek.
U
itg
ev
er
ij
Ed
u' Ac
tie
• • • •
Werkmodel Voorbeeld onderzoek <
5
Over deze training
Uitvoering In tweetallen bereiden jullie een enquête voor en voeren deze uit. Zorg ervoor dat jullie minimaal tien verschillende personen de enquête laten invullen. Maak voor het analyseren en verwerken van de gegevens gebruik van een computerprogramma zoals Excel. Jullie presenteren het proces van jullie onderzoek en de uitkomsten aan de groep. Maak voor de presentatie gebruik van een programma zoals PowerPoint of Prezi.
Werkmodel Presenteren <
Demonstratie Eisen
•
De enquête houd je onder minimaal tien verschillende personen. Voor het analyseren en verwerken van de gegevens gebruik je een computerprogramma. Het proces (hoe is de uitvoering gegaan) en de uitkomsten (de resultaten) van het onderzoek presenteer je aan de groep. Voor de presentatie gebruik je een programma zoals PowerPoint of Prezi.
tie
• • •
u' Ac
Processtappen • • • • •
fb .v
.
Werkmodel Vragen zonder antwoord <
Maak een planning. Beschrijf de organisatie waarvoor jullie werken en de doelgroep. Maak een afspraak met de doelgroep voor de enquête. Bereid de enquête voor en voer deze uit. Presenteer het proces en de uitkomsten van het onderzoek aan de groep.
U
itg
ev
er
ij
Ed
Plan een datum waarop je de demonstratie gaat uitvoeren. Vul deze datum in op je planningsformulier.
6
Oriëntatie
Oriëntatie Oefening 1
Ik denk aan…
fb .v
.
Op het bord staat het onderwerp ‘Methodisch gegevens verzamelen’. De docent stelt de studenten om de beurt de vraag waar ze aan denken bij het onderwerp. De studenten antwoorden: Bij het onderwerp ‘Methodisch gegevens verzamelen’ denk ik aan …
De docent zet de antwoorden in steekwoorden op het bord. De docent vult de antwoorden van de studenten aan.
Rondpraat
tie
Oefening 2
Ed
u' Ac
Ga met vier studenten bij elkaar aan tafel zitten. Leg een groot papier in het midden van de tafel. Teken een groot vierkant in het midden van het papier en verdeel de rest van het blad in vier vakken zoals het voorbeeld in de afbeelding. Zorg ervoor dat iedereen een pen of potlood heeft.
er
ij
Iedereen schrijft in het vak belangrijke punten die volgens hem of haar horen bij het onderwerp ‘Enquêteren’. De lijstjes van iedere student worden in het groepje besproken. Na afloop schrijven jullie in het vak in het midden de belangrijkste punten en de overeenkomsten.
ev
a. Welke woorden heb jij opgeschreven?
U
itg
b. Welke woorden hebben jullie in het midden genoteerd?
Oefening 3
Stelling (hele groep) In groepjes van vier studenten bedenken jullie een stelling over het onderwerp van deze training. Bijvoorbeeld: ‘Een enquête houden is de beste manier om betrouwbare informatie te krijgen van leden van een groep’. In de groep gaan jullie met elkaar in discussie over de stellingen. Om de beurt presenteert ieder groepje de stelling. Het groepje dat de stelling presenteert leidt de discussie. Zorg ervoor dat de studenten elkaar uit laten praten en dat iedereen aan de beurt komt.
7
Methodisch gegevens verzamelen
.
Methodisch gegevens verzamelen
fb .v
Inleiding
Wanneer je gegevens wilt verzamelen, kun je dit op verschillende manieren doen. Je kunt hiervoor verschillende methoden gebruiken. De methode die je kiest hangt af van het doel dat je wilt bereiken.
Oefening 4
Methodisch gegevens verzamelen
Lees in de theoriebron de informatie over methodisch gegevens verzamelen en beantwoord de vragen. a. Wat betekent methodisch gegevens verzamelen?
Ed
Theoriebron Methodisch gegevens verzamelen <
u' Ac
tie
Je kunt • uitleggen wat methodisch gegevens verzamelen inhoudt. • verschillende methoden benoemen om gegevens te verzamelen. • het verschil uitleggen tussen kwantitatieve- en kwalitatieve gegevens.
er
ij
b. Wat zijn jouw eigen ervaringen met het methodisch verzamelen van gegevens?
Oefening 5
Wat wil ik leren?
ev
Wat weet je allemaal al over ‘methodisch gegevens verzamelen’ en wat wil je nog graag leren?
U
itg
Methodisch gegevens verzamelen
8
Dit weet ik al:
Dit wil ik leren:
Methodisch gegevens verzamelen
Oefening 6 Website Prezi <
Gegevens verzamelen Jullie gaan op internet op zoek naar informatie over het methodisch verzamelen van gegevens in de beroepspraktijk. Met behulp van Prezi maken jullie een presentatie over het methodisch verzamelen van gegevens in de beroepspraktijk.
fb .v
.
a. Welke informatie hebben jullie gevonden?
tie
b. Welke informatie vinden jullie het belangrijkste? Leg het antwoord uit.
Jullie laten de presentatie zien aan de groep. De groep geeft jullie feedback met een tip (verbeterpunt) en een top (compliment).
u' Ac
c. Welke ‘tip’ hebben jullie gekregen?
Ed
d. Wat vind je daarvan? Leg het antwoord uit.
e. Welke ‘top’ hebben jullie gekregen?
er
ij
f. Wat vind je daarvan? Leg het antwoord uit.
Mindmap
ev
Oefening 7
U
itg
Website Coggle <
Oefening 8
Theoriebron Methodisch gegevens verzamelen <
Jullie maken een mindmap over ‘methoden om gegevens te verzamelen’. De mindmap mag op papier gemaakt worden of digitaal met Coggle. Bespreek wat jullie allemaal weten over ‘methoden om gegevens te verzamelen’. Schrijf alle informatie op en maak gebruik van zowel woorden als afbeeldingen. Presenteer jullie mindmap aan de groep. In de groep worden alle mindmaps besproken. Vul jullie mindmap aan met nieuwe informatie.
Methoden Lees in de theoriebron de informatie over methodisch gegevens verzamelen en beantwoord de vragen. a. Geef drie voorbeelden van methoden die je kunt gebruiken om gegevens te verzamelen.
9
Methodisch gegevens verzamelen
Oefening 9
fb .v
c. Wat zijn jouw eigen negatieve ervaringen met deze methoden?
.
b. Wat zijn jouw eigen positieve ervaringen met deze methoden?
Methoden beroepspraktijk
u' Ac
tie
a. Beschrijf drie verschillende situaties uit de beroepspraktijk met een daarbij passende methode om gegevens te verzamelen. Beargumenteer waarom jullie voor deze methode gekozen hebben.
Bespreek de methoden die jullie gekozen hebben met een ander tweetal en geef elkaar feedback.
Ed
b. Welke feedback hebben jullie ontvangen?
er
ij
c. Wat vind je daarvan? Leg het antwoord uit.
Oefening 10
Lees in de theoriebron de informatie over kwantitatieve- en kwalitatieve gegevens en beantwoorden de vragen.
U
itg
ev
Theoriebron Methodisch gegevens verzamelen <
Kwantitatieve en kwalitatieve gegevens
10
a. Wat bedoelen we met kwalitatieve gegevens?
b. Wat zijn kwantitatieve gegevens?
c. Leeftijd, geslacht en lengte zijn voorbeelden van kwalitatieve / kwantitatieve gegevens.
Methodisch gegevens verzamelen
Oefening 11
Beroepspraktijk Beschrijf een situatie uit de beroepspraktijk waarin met een doel gegevens verzameld worden.
fb .v
.
a. Welk doel hebben jullie geformuleerd?
tie
b. Beschrijf de situatie.
Ed
u' Ac
c. Beargumenteer waarom jullie in deze situatie juist zouden kiezen voor het verzamelen van kwantitatieve gegevens of voor kwalitatieve gegevens.
ij
d. Bespreek de situatie met een ander tweetal en geef elkaar feedback. Welke feedback hebben jullie ontvangen?
U
itg
ev
er
e. Wat vind je daarvan? Leg het antwoord uit.
11
Methoden toepassen
Methoden toepassen
.
Inleiding
fb .v
Voor het verzamelen van informatie kun je verschillende methoden gebruiken zoals interviewen en observeren. De gegevens die je verzamelt, verzamel je met een doel. De keuze voor een methode kan daarom per situatie verschillen.
Werkmodel Observatieformulier <
In deze oefening ga je aan de slag met observeren in de praktijk.
u' Ac
Theoriebron Methoden toepassen <
Observeren
Voorbereiding • Maak groepjes van twee studenten. • Zorg ervoor dat jullie een pen en papier hebben. • Lees in de theoriebron de informatie over het toepassen van methoden. Uitvoering • Kies een doelgroep voor het uitvoeren van een observatie. Zorg ervoor dat je de doelgroep kunt observeren tijdens een activiteit. Bijvoorbeeld twee kinderen die steeds ruzie hebben tijdens het buitenspelen bij de buitenschoolse opvang.
Ed
Oefening 12
tie
Je kunt • een situatie in de beroepspraktijk observeren. • de gegevens van een methodische observatie analyseren. • in de beroepspraktijk een interview afnemen. • de gegevens van een interview analyseren.
er
ij
a. Welke doelgroep hebben jullie gekozen? Beschrijf de doelgroep zo uitgebreid mogelijk.
ev
b. Waarom hebben jullie voor deze doelgroep gekozen?
U
itg
c. Wat is het doel van de observatie? Zorg ervoor dat het doel SMART geformuleerd is.
12
d. Beschrijf de situatie die jullie gekozen hebben voor de observatie.
Vul het Werkmodel Observatieformulier in.
Methoden toepassen
Werkmodel Observatieformulier <
Observatie beroepspraktijk
fb .v
Oefening 13
.
Reflectie e. Hoe is de samenwerking binnen het groepje verlopen? Leg het antwoord uit.
In deze oefening ga je aan de slag met het observeren in de praktijk. Voorbereiding • Maak groepjes van twee studenten. • Zorg ervoor dat jullie beschikken over pen en papier.
tie
Uitvoering • Jullie gaan een situatie observeren in de beroepspraktijk. • Kies een doelgroep die je in de praktijk kunt observeren, bijvoorbeeld op een stageplek of op school. Zorg ervoor dat je de doelgroep kunt observeren tijdens een activiteit.
u' Ac
a. Welke doelgroep hebben jullie gekozen? Beschrijf de doelgroep zo uitgebreid mogelijk.
Ed
b. Waarom hebben jullie voor deze doelgroep gekozen?
c. Wat is de aanleiding voor de observatie?
er
ij
d. Wat is het doel van de observatie? Zorg ervoor dat het doel SMART geformuleerd is.
ev
Vul het Werkmodel Observatieformulier in. Maak tijdens de observatie aantekeningen.
U
itg
Reflectie e. Is het gelukt om een observatie uit te voeren? Leg je antwoord uit.
f. Wat was jouw aandeel tijdens het observeren?
13
Methoden toepassen
In deze oefening ga je aan de slag met het analyseren van observatiegegevens. Voorbereiding • Maak groepjes van twee studenten. • Zorg ervoor dat jullie beschikken over pen en papier. • Lees in de theoriebron de informatie over analyseren.
.
Theoriebron Methoden toepassen <
Analyseren
fb .v
Oefening 14
a. Welke doelgroep hebben jullie gekozen?
u' Ac
b. Wat is de aanleiding voor de observatie?
tie
Uitvoering • Jullie gaan een observatie analyseren. • Kies een doelgroep die je in de praktijk kunt observeren, bijvoorbeeld op een stageplek of op school. Zorg ervoor dat je de doelgroep kunt observeren tijdens een activiteit.
Ed
c. Wat is het doel van de observatie?
Vul het Werkmodel Observatieformulier in. Maak tijdens de observatie aantekeningen.
ij
De informatie die jullie gekregen hebben tijdens de observatie gaan jullie grondig onderzoeken. Orden de informatie en zorg ervoor dat alleen de informatie overblijft die jullie kan helpen om het doel van de observatie te bereiken.
ev
er
d. Welke informatie heeft jullie geholpen om het doel te bereiken?
U
itg
e. Welke informatie was achteraf gezien overbodig? Leg het antwoord uit.
14
Reflectie f. Wat heb je van deze oefening geleerd?
Methoden toepassen
Oefening 15
Observatie analyseren In deze oefening ga je aan de slag met het analyseren van observatiegegevens.
fb .v
.
Voorbereiding • Maak groepjes van twee studenten. • Zorg ervoor dat jullie beschikken over pen en papier.
tie
Uitvoering • Jullie gaan de gegevens analyseren van een observatie. • Zorg ervoor dat jullie een ingevuld observatieformulier, -schema, of ingevulde lijst hebben. • Bekijk samen de gegevens en probeer de belangrijkste informatie eruit te halen. • Beschrijf de belangrijkste gegevens zoals de hoofdpunten, de positieve punten en de verbeterpunten. • Maak een korte samenvatting van de belangrijkste informatie.
u' Ac
Reflectie a. Is het gelukt om de gegevens van een observatie te analyseren?
b. Wat was jouw aandeel tijdens maken van de analyse?
Interviewen is een manier om methodisch gegeven te verzamelen. Het interview moet goed voorbereid zijn en volgens vaststaande stappen uitgevoerd worden. In deze oefening gaan jullie hiermee aan de slag. Voorbereiding • Maak groepjes van twee studenten. • Zorg ervoor dat jullie beschikken over pen en papier. • Lees in de theoriebron en het werkmodel de informatie over interviewen.
er
Werkmodel Een interview houden <
Ed
Theoriebron Methoden toepassen <
Interviewen
ij
Oefening 16
ev
Uitvoering a. Jullie kiezen een doelgroep voor een interview en bereiden een interview voor. Welke doelgroep hebben jullie gekozen?
U
itg
b. Beschrijf de aanleiding van het interview en het doel.
c. Maak een vragenlijst voor het interview. Zorg ervoor dat de vragen goed aansluiten bij het ontwikkelingsniveau van de doelgroep. Welke vragen hebben jullie bedacht?
15
Methoden toepassen
.
Reflectie d. Is het gelukt om vragen te formuleren die aansluiten bij de doelgroep?
Oefening 17
fb .v
e. Hoe is de samenwerking binnen het groepje verlopen?
Interview beroepspraktijk
tie
Je gaat een interview voorbereiden en uitvoeren toegespitst op de praktijk van het sociaal werk.
u' Ac
Voorbereiding • Maak groepjes van twee studenten. • Zorg ervoor dat jullie beschikken over pen en papier.
Uitvoering • Jullie gaan een interview houden in de beroepspraktijk. • Kies een doelgroep die je in de praktijk kunt interviewen, bijvoorbeeld op een stageplek of op school. • Maak een afspraak voor het interview.
Ed
a. Beschrijf de doelgroep voor het interview. Welke doelgroep hebben jullie gekozen?
er
ij
b. Beschrijf de aanleiding en het doel van het interview.
U
itg
ev
c. Maak een vragenlijst voor het interview. Zorg ervoor dat de vragen goed aansluiten bij het ontwikkelingsniveau van de doelgroep. Welke vragen hebben jullie bedacht?
16
Maak tijdens het interview aantekeningen. Reflectie d. Wat was jouw aandeel tijdens het interview?
Methoden toepassen
Oefening 18
Interview analyseren
fb .v
Voorbereiding • Maak groepjes van twee studenten. • Zorg ervoor dat jullie pen en papier hebben.
.
Na het uitvoeren van een interview kan je de verkregen informatie analyseren. In deze oefening ga je hiermee aan de slag.
tie
Uitvoering • Jullie gaan gegevens analyseren van een interview. • Zorg ervoor dat jullie een ingevulde vragenlijst hebben van een interview. • Bekijk samen de gegevens en probeer de belangrijkste informatie er uit te halen. • Beschrijf de belangrijkste gegevens zoals de hoofdpunten, de positieve punten en de verbeterpunten. • Maak een korte samenvatting van het interview.
u' Ac
Reflectie a. Is het gelukt om van de belangrijkste informatie een samenvatting te maken?
U
itg
ev
er
ij
Ed
b. Hoe is de samenwerking binnen het groepje verlopen?
17
Gegevens verwerken
Gegevens verwerken
.
Inleiding
fb .v
Gegevens die je verzamelt om een doel te bereiken moet je ordenen, analyseren en samenvatten voordat je er conclusies aan kunt verbinden. Je kunt gegevens op verschillende manieren verwerken. Het is afhankelijk van de situatie welke keuzes je hier in maakt.
Theoriebron Gegevens verwerken <
Overzicht
Het is van belang dat je de verkregen informatie overzichtelijk weergeeft voordat je het kunt gaan analyseren. In deze oefening ga je hiermee aan de slag.
u' Ac
Oefening 19
tie
Je kunt • voor het analyseren van gegevens diverse ICT mogelijkheden inzetten. • verzamelde gegevens ordenen en samenvatten. • uitspraken doen over de betrouwbaarheid, validiteit en representativiteit.
Voorbereiding • Maak tweetallen en zorg ervoor dat jullie beschikken over pen en papier. • Lees de Theoriebron Gegevens verwerken.
er
ij
Ed
Uitvoering • Jullie maken een overzicht van de informatie uit een observatie of een interview. • Zorg ervoor dat jullie beschikken over een ingevuld observatieformulier of een ingevulde vragenlijst van een interview. • Bekijk samen de gegevens en probeer de belangrijkste informatie er uit te halen. • Maak gebruik van een computerprogramma zoals Word of Excel om de gegevens te verwerken. • Zorg ervoor dat de belangrijke gegevens zoals de hoofdpunten, de positieve punten en de verbeterpunten in het overzicht staan. • Wat kun je zeggen over de betrouwbaarheid, validiteit en representativiteit van de observatie of het interview? • Bekijk jullie overzicht met een ander tweetal en geef elkaar feedback. • Pas het overzicht eventueel aan naar aanleiding van de feedback.
U
itg
ev
Reflectie a. Is het gelukt om een computerprogramma in te zetten om de gegevens te verwerken?
18
b. Hoe is de samenwerking binnen het groepje verlopen?
Gegevens verwerken
Oefening 20
Jullie gaan een presentatie maken en uitvoeren over het verwerken van observatiegegevens. Voorbereiding • Maak tweetallen. • Zorg ervoor dat jullie de beschikking hebben over een computer met internetverbinding.
fb .v
.
Website Prezi <
Presentatie
Nadat de verkregen informatie overzichtelijk is weergegeven kun je gaan samenvatten. Met deze samenvatting kun je conclusies formuleren. In deze oefening ga je oefenen met het samenvatten van gegevens. Voorbereiding • Maak tweetallen. • Lees in Theoriebron Gegevens verwerken het onderdeel over het samenvatten van gegevens.
er
ij
Theoriebron Gegevens verwerken <
Samenvatting
Ed
Oefening 21
u' Ac
Reflectie Wat heb je van deze oefening geleerd?
tie
Uitvoering • Jullie gaan de gegevens van een observatie presenteren aan de groep. • Zorg ervoor dat jullie beschikken over een ingevuld observatieformulier. • Observeer een groep op een stageplek of bijvoorbeeld jullie medestudenten tijdens een activiteit. • Bekijk samen de gegevens en probeer de belangrijkste informatie er uit te halen. • Jullie maken met behulp van PowerPoint of Prezi een presentatie. • Zorg ervoor dat de belangrijke gegevens zoals de hoofdpunten, de positieve punten en de verbeterpunten duidelijk naar voren komen in de presentatie. • Jullie laten de presentatie zien in de groep. Na afloop van alle presentaties mogen alle studenten kiezen welke presentatie zij de beste vonden en beargumenteren waarom.
U
itg
ev
Uitvoering • Je maakt een samenvatting van gegevens die je verzameld hebt met een interview. • Zorg ervoor dat je een ingevulde vragenlijst van een interview hebt. Interview iemand op stage of een medestudent op school. • Maak tijdens het interview aantekeningen. • Bekijk de gegevens en probeer de belangrijkste informatie eruit te halen. • Zorg ervoor dat de belangrijke gegevens zoals de hoofdpunten, de positieve punten en de verbeterpunten duidelijk naar voren komen in de samenvatting. • Beschrijf de vervolgstappen die genomen kunnen worden. • Zorg ervoor dat de samenvatting bruikbaar is in de beroepspraktijk. • Bekijk met een ander groepje jullie samenvattingen en geef elkaar feedback. • Pas de samenvatting aan met de feedback. Reflectie a. Wat vond je lastig aan het maken van de samenvatting?
19
Gegevens verwerken
b. Heeft de feedback geholpen om een goede samenvatting te maken?
.
Het ordenen en samenvatten van de informatie is belangrijk voor de analyse. In deze oefening ga je een handleiding schrijven voor een organisatie over het ordenen en samenvatten van gegevens. Maak gebruik van de Theoriebron Gegevens verwerken. Voorbereiding â&#x20AC;˘ Maak tweetallen. â&#x20AC;˘ Zorg ervoor dat jullie de beschikking hebben over een computer of tablet met internetverbinding.
tie
Theoriebron Gegevens verwerken <
Handleiding
fb .v
Oefening 22
u' Ac
Uitvoering â&#x20AC;˘ Jullie maken een handleiding over het ordenen en samenvatten van gegevens. Bedenk een casus met daarin een beschrijving van een doelgroep en de professionals van een organisatie die met de doelgroep te werken. Zorg ervoor dat de handleiding bruikbaar is voor professionals in de beroepspraktijk en dat deze aansluit bij de organisatie. a. Welke organisatie hebben jullie gekozen?
Ed
b. Welke doelgroep hebben jullie gekozen?
c. Welke professionals zijn betrokken bij jullie doelgroep?
er
ij
d. Welke informatie over het ordenen van gegevens hebben jullie beschreven?
U
itg
ev
e. Welke informatie over het samenvatten van gegevens hebben jullie beschreven?
20
f. Print de handleiding uit en bespreek deze met een ander tweetal. Jullie geven elkaar feedback. Welke feedback hebben jullie ontvangen?
Reflectie g. Is het gelukt om een handleiding te maken die gebruikt kan worden in de beroepspraktijk?
Enquêteren
Enquêteren
.
Inleiding
Theoriebron Enquêteren <
Enquête
Lees in de theoriebron de informatie over enquêteren en beantwoord de vragen over dit onderwerp. Ook de begrippen betrouwbaarheid, validiteit en representativiteit komen aan bod.
u' Ac
Oefening 23
Je kunt de betekenis van een enquête uitleggen. Je hebt kennis van de doelen van enquêtes. Je hebt kennis van enquêtevragen. Je hebt kennis van variabelen en meetwaarden. Je hebt kennis van de betrouwbaarheid, validiteit en representativiteit van een interview of enquête.
tie
• • • • •
fb .v
Voor het verzamelen van gegevens kun je verschillende methoden gebruiken. Je kunt bijvoorbeeld een enquête houden om informatie te verkrijgen van een grote groep mensen.
Ed
a. Wat bedoelen we met een enquête?
b. Wat zijn jouw eigen ervaringen met enquêtes?
er
ij
c. Waar heb je deze ervaring opgedaan?
U
itg
ev
d. Welke problemen ben je hierbij tegengekomen?
e. Wat is de betekenis van betrouwbaarheid?
f. Wat is de betekenis van validiteit?
21
Enquêteren
g. Wat is de betekenis van representativiteit?
Theoriebron Enquêteren < Website Lino <
.
Prikbord
Lees de theoriebron en ga op internet op zoek naar informatie over enquêteren in de beroepspraktijk.
fb .v
Oefening 24
Jullie maken met behulp van Lino een collage over enquêteren in de beroepspraktijk. Maak met teksten en plaatjes duidelijk hoe je enquêtes in kunt zetten in de beroepspraktijk. Jullie presenteren jullie collage aan de groep en geven elkaar feedback.
tie
a. Welke feedback hebben jullie ontvangen?
Filmpje Opnieuw onrust in wijk Veldhuizen in Ede <
Onrust in de wijk
In het nieuws komen vaak berichten voorbij over onrust in woonwijken. Bekijk het filmpje ‘Opnieuw onrust in wijk Veldhuizen in Ede’.
Ed
Oefening 25
u' Ac
b. Wat vind je daarvan? Leg het antwoord uit.
Jullie werken bij het wijkcentrum in deze wijk en willen meer te weten komen over de onrust onder de bewoners in deze wijk. Jullie willen weten of jullie iets aan de situatie kunnen doen en besluiten een enquête te houden.
er
ij
a. Wat is de doelgroep voor jullie enquête? Leg je antwoord uit.
U
itg
ev
b. Wat willen jullie precies te weten komen?
22
Enquêteren
Oefening 26
Situatie
.
Beschrijf een situatie uit de beroepspraktijk waarin een enquête ingezet kan worden om een doel te bereiken. Beargumenteer waarom jullie in deze situatie juist zouden kiezen voor een enquête. Beschrijf ook hoe je deze vorm geeft om tot een zo goed mogelijk resultaat te komen door de betrouwbaarheid, validiteit en representativiteit mee te nemen.
fb .v
a. Wat is het doel van jullie enquête?
b. Wat is de doelgroep voor jullie enquête?
u' Ac
tie
c. Beschrijf ook of jullie kwantitatieve gegevens of kwalitatieve gegevens willen verzamelen. Leg je antwoord uit.
d. Hoe houden jullie rekening met de betrouwbaarheid van de resultaten?
Ed
e. Hoe houden jullie rekening met de validiteit?
ev
er
ij
f. Hoe houden jullie rekening met de representativiteit?
Oefening 27
Lees in de theoriebron de informatie over enquêteren en het formuleren van een vraagstelling. Beschrijf voor iedere situatie het doel en een vraagstelling voor een enquête. a. Je wilt meer te weten komen over de behoefte aan naschoolse opvang in de buurt.
U
itg
Theoriebron Enquêteren <
Vraagstelling
23
Enquêteren
.
b. Je wilt meer te weten komen over de tevredenheid van werknemers in het wijkcentrum.
Lees in de theoriebron en het werkmodel de informatie over vraagsoorten.
tie
Werkmodel Vragen zonder antwoorden <
Soorten vragen
Jullie maken met behulp van Popplet een overzicht van verschillende vraagtypen. Gebruik vijf verschillende soorten vragen en maak voor iedere vraagsoort een vraag die past binnen de beroepspraktijk. Het overzicht presenteren jullie aan de groep.
Website Popplet <
Oefening 29
Vragenlijst
u' Ac
Oefening 28
fb .v
c. Je wilt meer te weten komen over jongeren en het deelnemen aan een teamsport.
Ed
Jullie bedenken vijf verschillende vragen voor een enquête. Maak gebruik van zoveel mogelijk verschillende vraagsoorten. Het onderwerp voor de enquête is: ‘Jongeren en gezonde voeding’.
ij
a. Beschrijf de doelgroep (leeftijd/achtergrond).
b. Welke vijf vragen hebben jullie bedacht?
er
1. 2.
ev
3. 4.
itg
5.
Oefening 30
U
Theoriebron Enquêteren <
24
Variabelen en meetwaarden Lees in de theoriebron de informatie over variabelen en meetwaarden en beantwoord de vragen over dit onderwerp. a. Wat bedoelen we met variabelen?
EnquĂŞteren
U
itg
ev
er
ij
Ed
u' Ac
tie
fb .v
.
b. Wat bedoelen we met meetwaarden?
25
Enquête opstellen
Enquête opstellen
.
Inleiding
Theoriebron Enquêteren <
Doel bepalen
Voordat je een enquête gaat opstellen denk je na over het doel dat je wilt bereiken met de enquête. In deze oefening ga je nadenken over het formuleren van doelen.
u' Ac
Oefening 31
tie
Je kunt • het doel van een enquête bepalen. • enquêtevragen opstellen. • een enquête op verschillende manieren afnemen. • datagegevens van een enquête beveiligen.
fb .v
Wanneer je een enquête wilt houden, is het belangrijk dat je weet welk doel je wilt bereiken. De vragen die je maakt moeten geschikt zijn voor de doelgroep en ervoor zorgen dat je het doel kunt behalen.
Voorbereiding • Maak tweetallen. • Lees in de theoriebron de informatie over enquêteren. • Kies een doelgroep en een onderwerp voor jullie enquëte.
Ed
Uitvoering
a. Welke doelgroep hebben jullie gekozen? b. Welk onderwerp hebben jullie gekozen? c. Wat willen jullie meten?
ij
d. Wat willen jullie bereiken?
er
e. Wat willen jullie doen met de resultaten?
ev
f. Jullie beschrijven het doel van de enquête. Wat is het doel van de enquête?
U
itg
Bekijk met een ander groepje jullie doelen en geef elkaar feedback. Pas het doel eventueel naar aanleiding van de feedback.
Oefening 32
Theoriebron Enquêteren <
26
Reflectie g. Wat heb je geleerd van deze oefening?
Doel enquête Het formuleren van een doel is niet altijd even gemakkelijk. Het is wel van belang bij het opstellen van een enquête. Je gaat oefenen met het formuleren van doelen.
Enquête opstellen
Voorbereiding • Maak tweetallen. • Lees in de theoriebron de informatie over enquêteren. • Bedenk een doelgroep en een onderwerp voor jullie enquëte.
.
Uitvoering
fb .v
a. Welke doelgroep hebben jullie gekozen? b. Welk onderwerp hebben jullie gekozen? c. Wat is het doel van de enquête?
d. Jullie formuleren vijf vragen die jullie aan de respondenten willen stellen tijdens de enquête. Welke vijf vragen hebben jullie bedacht? 1.
tie
2. 3. 4.
u' Ac
5.
e. Waarom zullen juist deze vragen jullie helpen om het doel van de enquête te bereiken?
Ed
Reflectie f. Hoe is de samenwerking binnen het groepje verlopen?
Een enquête bestaat uit vragen, maar hoe stel je deze vragen op? Je gaat met behulp van het Werkmodel Vragen zonder antwoorden vragen bedenken voor een fictieve enquête.
er
Theoriebron Enquêteren <
Enquêtevragen
ij
Oefening 33
ev
Voorbereiding • Maak groepjes van twee studenten. • Lees in de theoriebron en het werkmodel de informatie over vraagsoorten.
U
itg
Werkmodel Vragen zonder antwoorden <
Uitvoering a. Bedenk vijf vragen voor een enquête voor kinderen over de milieuvervuiling. Maak gebruik van zoveel mogelijk verschillende vraagsoorten. 1. 2. 3. 4. 5. b. Bedenk vijf vragen voor een enquête voor buurtbewoners over de leefbaarheid in de wijk. Maak gebruik van zoveel mogelijk verschillende vraagsoorten.
27
Enquête opstellen
1. 2. 3.
.
4.
fb .v
5.
c. Bedenk vijf vragen over de veiligheid in de buurt voor een telefonische enquête. Maak gebruik van zoveel mogelijk verschillende vraagsoorten. 1. 2.
tie
3. 4. 5.
u' Ac
d. Bedenk vijf vragen voor een enquête voor jongeren over vuurwerk met oud en nieuw. Maak gebruik van zoveel mogelijk verschillende vraagsoorten. 1. 2. 3.
5.
Ed
4.
er
ij
Reflectie e. Wat was jouw aandeel bij het maken van de enquêtevragen?
Oefening 34
Enquête
ev
Een enquête kun je op verschillende manieren afnemen, denk aan de papieren variant, via een telefoongesprek of via de mail. In deze oefening gaan jullie hiermee aan de slag.
U
itg
Voorbereiding • Maak tweetallen.
28
Uitvoering Jullie houden een korte enquête en bedenken zelf hoe je deze gaat afnemen a. Hoe wordt de enquête afgenomen? Leg je antwoord uit.
Enquête opstellen
.
b. Jullie bedenken een onderwerp voor de enquête, bijvoorbeeld overlast in de wijk. Welk onderwerp hebben jullie gekozen? Leg je antwoord uit.
Oefening 35
u' Ac
Reflectie e. Wat heb je geleerd van deze oefening?
tie
fb .v
c. Maak gebruik van een computerprogramma zoals Excel om de gegevens te verwerken. d. De uitkomsten van de enquête presenteren jullie aan de groep. Wat zijn de resultaten?
Telefonische enquête
Een enquête kun je ook telefonisch afnemen. In deze oefening gaan jullie hiermee aan de slag.
Ed
Voorbereiding • Maak tweetallen.
ev
er
ij
Uitvoering a. Jullie maken een korte vragenlijst over alcoholgebruik onder studenten. Welke vragen hebben jullie bedacht?
b. Maak een korte samenvatting van de verzamelde gegevens.
U
itg
Jullie houden een telefonische enquête met een medestudent over het gebruik van alcohol. Maak aantekeningen tijdens het telefoongesprek.
29
Enquête opstellen
Respondenten
fb .v
Oefening 36
.
Reflectie c. Hoe vond je het om een telefonische enquête te houden?
Respondenten zijn mensen die deelnemen aan een onderzoek. In deze oefening gaat het over de respondenten van een enquête.
tie
Voorbereiding • Maak tweetallen. • Zorg er voor dat jullie de beschikking hebben over een computer of tablet met internetverbinding.
u' Ac
Uitvoering • Jullie gaan op internet en in boeken op zoek naar informatie over het omgaan met privacy van respondenten. • Jullie maken een plan waarmee jullie de privacy van respondenten kunnen garanderen bij het afnemen van een enquête. • Bedenk een situatie en een doelgroep voor een enquête. a. Welke situatie hebben jullie bedacht?
b. Welke doelgroep hebben jullie gekozen? c. Wat is het doel van de enquête?
Ed
Maak een plan om de privacy van respondenten te kunnen garanderen. Bespreek jullie plan met een ander tweetal en geef elkaar feedback. Pas het plan aan met de feedback die jullie hebben gekregen.
er
ij
d. Welke feedback hebben jullie ontvangen?
U
itg
ev
e. Wat vind je daarvan? Leg het antwoord uit.
Oefening 37
Website Woordwolk <
30
Reflectie f. Wat heb je geleerd van deze oefening? Leg je antwoord uit.
Beveiligen Het is belangrijk dat je informatie van respondenten vertrouwelijk behandelt. De informatie moet beveiligd zijn zodat deze niet op de verkeerde manier gebruikt kan worden.
Enquête opstellen
Voorbereiding • Maak groepjes van twee studenten. • Zorg ervoor dat jullie de beschikking hebben over een computer of tablet met internetverbinding.
fb .v
.
Uitvoering • Jullie gaan op internet op zoek naar informatie over het beveiligen van informatie van respondenten. • Jullie maken met behulp van Woordwolk een woordwolk met daarin informatie over het beveiligen van gegevens van respondenten. • Jullie presenteren de woordwolk aan de groep. Vul jullie woordwolk eventueel aan met informatie van jullie medestudenten.
u' Ac
tie
Controle a. Is het gelukt om informatie te vinden over het beveiligen van informatie van respondenten?
U
itg
ev
er
ij
Ed
Reflectie b. Wat heb je geleerd van deze oefening?
31
Reflecteren
Reflecteren Oefening 38
Reflectie op de lesstof
Kritisch en creatief denken
fb .v
u' Ac
Oefening 39
tie
b. Wat ga je in de toekomst in jouw werk gebruiken?
.
a. Wat heb je allemaal geleerd? Noem drie dingen.
a. Kom jij voor jouw mening uit als de situatie dat vraagt? Noem één voorbeeld.
Ed
b. Heb jij het uiterste uit jezelf gehaald bij de opdrachten? Noem één voorbeeld.
Samenwerken
ij
Oefening 40
U
itg
ev
er
Kan je goed met andere mensen omgaan, ook al zijn ze anders dan jij? Geef hiervan één voorbeeld.
32
Theoriebron Methodisch gegevens verzamelen
.
Theoriebron Methodisch gegevens verzamelen
fb .v
Je kunt op verschillende manieren aan informatie van mensen komen. Als je met een doel informatie wilt verzamelen, kun je dit het beste op een gestructureerde wijze doen.
Methodisch
u' Ac
tie
Methodisch gegevens verzamelen is het systematisch verzamelen met een vooraf gesteld plan. Je probeert doelgericht die informatie te krijgen die je nodig hebt. Als je bijvoorbeeld meer wilt weten over de tevredenheid van studenten over de opleiding, kun je een onderzoek doen. Van tevoren bepaal je welk doel je wilt Met een plan voorkom je chaos. behalen door bijvoorbeeld een vraagstelling te formuleren. Daarna bepaal je welke informatie hiervoor belangrijk is. En hoe je de gegevens wilt verwerken en de uitkomsten van het onderzoek wilt presenteren.
Ed
Gegevens verzamelen
ev
er
ij
Er zijn veel verschillende manieren om gegevens te verzamelen. Je kunt bijvoorbeeld een groep mensen observeren, een enquĂŞte of een interview houden. Welke manier je kiest is afhankelijk van wat je wilt weten. Het is belangrijk om van tevoren goed na te denken over de gegevens die je wilt verzamelen en hoe je deze gegevens wilt verwerken. Om meer informatie te krijgen over de kwaliteit van de naschoolse opvang kun je ouders en kinderen bijvoorbeeld een enquĂŞte in laten vullen of een interview houden. Wanneer je een interview houdt, kun je gemakkelijk doorvragen over een onderwerp waar je meer informatie over wilt hebben. Bij een vragenlijst kun je bijvoorbeeld gesloten vragen stellen, deze zijn gemakkelijker en sneller te verwerken dan open vragen. De gegevens die je verzamelt moeten jou de informatie geven die je nodig hebt om het doel te bereiken.
U
itg
Kwalitatieve- en kwantitatieve gegevens Bij het verzamelen van gegevens kun je onderscheid maken tussen kwalitatieve- en kwantitatieve gegevens. Kwalitatieve gegevens zijn bijvoorbeeld belevingen en ervaringen van mensen. Deze gegevens kun je verzamelen door een interview of observatie. Bij kwalitatief onderzoek gaat het om het verkrijgen van inzichten. Bij kwantitatieve gegevens gaat het meer om de feiten en getallen. Deze gegevens kun je analyseren om bijvoorbeeld antwoord te krijgen op een vraagstelling. Kwantitatieve gegevens kun je verzamelen door bijvoorbeeld een vragenlijst of een (telefonische) enquĂŞte. De resultaten van kwantitatief onderzoek kun je bijvoorbeeld weergeven in tabellen of grafieken.
33
dps2_36019 Methodisch verzamelen 10 BR Methoden toepassen.xml
.
Theoriebron Methoden toepassen Verschillende methoden
fb .v
Wanneer je informatie wilt verzamelen van mensen, kun je dit op verschillende manieren doen.
Observeren
u' Ac
tie
Voor het verzamelen van gegevens voor een onderzoek kun je verschillende methoden gebruiken. Bijvoorbeeld een interview, een observatie of een enquête. Het hangt van het doel van het onderzoek af welke methode je inzet. Wanneer je bijvoorbeeld meer te weten wilt komen over de tevredenheid van studenten over de opleiding kun je studenten interviewen. Dan verzamel je kwalitatieve gegevens. Je kunt ook een vragenlijst maken en de studenten een cijfer laten geven aan de opleiding, dan verzamel je kwantitatieve gegevens. Welke methode je kiest hangt af van het doel dat je wilt bereiken.
U
itg
ev
er
ij
Ed
Bij observeren bekijk je hoe iets gebeurt of hoe iemand zich gedraagt in een situatie en je beschrijft wat je ziet. Je kunt ervoor kiezen om participerend te observeren, dan neem je zelf deel aan de situatie. Bij niet-participerend observeren ben je zelf toeschouwer. Wanneer je wel in dezelfde ruimte aanwezig bent, maar niet meedoet aan een activiteit dan ben je niet geheel niet-participerend maar gedeeltelijk. Om te observeren kun je verschillende methoden gebruiken, bijvoorbeeld een observatieschema of een beoordelingsschaal. Wanneer je een doel wilt bereiken met een observatie dan is dat een gestructureerde observatie. Je bepaalt bijvoorbeeld de beginsituatie, het doel en de doelgroep en je kiest een methode. Bij ongestructureerd observeren is dit niet het geval. Met een interview kom je er snel achter wat iemand denkt.
34
Interviewen Interviews zijn geschikt om gedetailleerde informatie te verzamelen. Een interview kan bijvoorbeeld ingezet worden om informatie te krijgen over een onderwerp dat gevoelig ligt. Mensen vertellen in één-op-één gesprekken of online soms openhartiger over een onderwerp dan in een groep. Daarnaast kan een mening van iemand niet beïnvloed worden door andere mensen in een groep.
dps2_36019 Methodisch verzamelen 10 BR Methoden toepassen.xml
Een interview kun je op verschillende manieren afnemen, bijvoorbeeld telefonisch of via Skype. Dit kan tijd schelen, doordat je de deelnemers niet allemaal persoonlijk hoeft te bezoeken. Daarnaast praten sommige mensen gemakkelijker wanneer ze geen oogcontact hebben met de interviewer.
fb .v
.
Analyseren
U
itg
ev
er
ij
Ed
u' Ac
tie
Wanneer je informatie verzameld hebt kun je deze verder grondig onderzoeken, om antwoord te krijgen op een vraagstelling. Dit noemen we analyseren. Kwalitatieve gegevens bestaan meestal uit teksten. Bijvoorbeeld uitgetypte interviews of observatieverslagen. Je kunt de informatie uit interviews analyseren door de antwoorden van alle respondenten op een vraag onder elkaar te zetten. De antwoorden kun je bijvoorbeeld beoordelen op de positieve en negatieve punten die genoemd zijn. Kwantitatieve gegevens zijn meestal getallen die je op een systematische manier kunt analyseren. Je kunt de verzamelde gegevens bijvoorbeeld in een grafiek zetten en hier conclusies aan verbinden.
35
dps2_36019 Methodisch verzamelen 11 BR Gegevens verwerken.xml
.
Theoriebron Gegevens verwerken
fb .v
Nadat je informatie hebt verzameld, kan het nog een hele klus zijn om de informatie te vinden die je nodig hebt om jouw doel te bereiken.
Ordenen
u' Ac
tie
Wanneer je onderzoek doet en gegevens verzamelt, ligt er veel informatie op tafel. Meestal is maar een deel van deze informatie echt belangrijk en bruikbaar. Door de verzamelde informatie te ordenen kun je bepalen welke informatie je nodig hebt voor het einddoel. Door informatie logisch te rangschikken of gegevens te groeperen krijg je een duidelijk overzicht. Wanneer je alle informatie goed geordend hebt, kun je bijvoorbeeld kijken naar de samenhang tussen gegevens en verbanden leggen. Daarna kun je conclusies trekken en bepalen of het einddoel behaald is.
Gegevens verwerken
U
itg
ev
er
ij
Ed
Wanneer je informatie hebt verzameld moet je deze informatie nog verwerken en de gegevens interpreteren. Je geeft een eigen oordeel over de betekenis van de informatie. Bij kwalitatieve gegevens die je verzameld hebt door bijvoorbeeld interviews, kun je de gegevens categoriseren. Bijvoorbeeld de positieve punten of de verbeterpunten die studenten hebben aangegeven bij een interview over de tevredenheid over de opleiding. Als je kwantitatieve gegevens hebt verzameld door bijvoorbeeld hokjes aan te laten kruisen in een vragenlijst, kun je het aantal aangekruiste hokjes optellen. De aantallen kun je weergeven in een tabel of een grafiek.
36
Geef je resultaten overzichtelijk weer, bijvoorbeeld in een grafiek.
dps2_36019 Methodisch verzamelen 11 BR Gegevens verwerken.xml
ICT inzetten
tie
Samenvatten
fb .v
.
Voor het verwerken van gegevens kun je ICT-hulpmiddelen inzetten. Bijvoorbeeld Excel om van kwantitatieve gegevens een overzichtelijke grafiek of een cirkel- of staafdiagram te maken. De verzamelde gegevens neem je over in het programma en je kunt de vormgeving zelf aanpassen. Kwantitatieve gegevens van een onderzoek naar de tevredenheid van studenten kun je weergeven in een cirkeldiagram met een percentage voor tevreden studenten en ontevreden studenten. Of per geslacht in een staafdiagram, met bijvoorbeeld het aantal tevreden mannelijke en vrouwelijke studenten.
U
itg
ev
er
ij
Ed
u' Ac
Na het afronden van een onderzoek kun je alle informatie samenvatten. Een samenvatting is een verkorte weergave van alle informatie. Deze brengt structuur aan in de hoeveelheid aan informatie en geeft een snel overzicht. In de samenvatting beschrijf je de belangrijkste resultaten van het onderzoek en de conclusies. Bij het maken van een samenvatting is het belangrijk dat je de hoofd- en bijzaken kunt scheiden en ervoor zorgt dat je niet te veel opschrijft. Het gaat alleen om de belangrijkste informatie en de bevindingen van het onderzoek. Het is belangrijk om te weten met welk doel je de samenvatting schrijft en voor wie de samenvatting bedoeld is. Je kunt bijvoorbeeld het taalgebruik in de samenvatting op de doelgroep afstemmen.
37
Theoriebron Enquêteren
Theoriebron Enquêteren
fb .v
.
Je krijgt weleens de vraag om een enquête in te vullen, bijvoorbeeld een enquête voor marktonderzoek of een enquête over je opleiding. Met een enquête probeer je bruikbare informatie van mensen te krijgen.
Enquête
u' Ac
tie
Met een enquête kun je in korte tijd snel en effectief informatie verzamelen voor uiteenlopende doelen. Een enquête kun je op verschillende manieren afnemen, bijvoorbeeld uitdelen in een groep, telefonisch, via post en internet. Een enquête houd je altijd met een doel, bijvoorbeeld antwoord krijgen op een vraagstelling. Alle vragen die niet bijdragen aan het beantwoorden van de vraagstelling zouden niet gesteld moeten worden. Daarnaast moet je ervoor zorgen dat de vragenlijst volledig is om de vraagstelling te kunnen beantwoorden. Soms is het niet haalbaar om alle personen een enquête in te laten vullen. Dan kan er een steekproef gedaan worden met een selectie uit de totale doelgroep.
Respondenten
ij
Ed
De personen van wie je informatie krijgt voor een onderzoek zijn respondenten. Het gaat dan om de personen bij wie je bijvoorbeeld een enquête afneemt of met wie je een interview houdt. Het aantal personen dat meedoet met het onderzoek noemen we respons. Het kan ook voorkomen dat je niet van alle respondenten de gevraagde informatie ontvangt, dit heet non-respons. Wanneer je na verloop van tijd nog geen reactie hebt ontvangen van een respondent, kun je een herinneringsbrief sturen.
er
Soorten vragen
U
itg
ev
Wanneer je een vragenlijst wilt opstellen kun je een keuze maken uit verschillende soorten vragen. Met open vragen geef je respondenten de vrijheid om op hun eigen manier de vragen te beantwoorden. Met gesloten vragen moeten respondenten een keuze maken uit vooraf gegeven antwoorden. Bij meer-uit-meer vragen bestaan de antwoorden uit meerdere juiste antwoorden.
38
Open vraag: Wat vind je van de kwaliteit van de opleiding? Gesloten vraag: Ben je tevreden over de kwaliteit van de opleiding? Ja/nee Bij een checklist kunnen respondenten meerdere antwoorden kiezen. Checklist: Omcirkel wat je allemaal zou willen veranderen. Je kunt meer dan één antwoord kiezen. • ICT-faciliteiten • lesmateriaal • lestijden • lokalen • pauzes • tussenuren
Theoriebron Enquêteren
Vraagstelling
fb .v
.
Een vraagstelling is een vraag waar een onderzoek antwoord op moet geven. Een goede vraagstelling heeft de vorm van een vraag en is heel precies en scherp geformuleerd. De vraagstelling heeft een korte duidelijke zin waarin het onderzoeksonderwerp benoemd wordt. Zorg ervoor dat de vraagstelling een open vraag is en geen gesloten vraag. De vraagstelling is leidend bij het opstellen van een vragenlijst.
Stelling, aanvulling en rangordening
tie
Met een stelling vraag je respondenten of ze het eens of oneens zijn met een uitspraak. Bij een aanvulvraag geef je respondenten de gelegenheid om de eigen mening aan te vullen.
u' Ac
Stelling: Ben je het eens met de volgende bewering? ‘De kwaliteit van de opleiding is onvoldoende.’ Eens/oneens Aanvulvraag: ‘Als ik iets mocht veranderen aan de opleiding, dan is het eerste wat ik verander …’ Als je meer wilt weten over de voorkeuren van respondenten, kun je gebruikmaken van rangschikking.
Ed
Rangschikking: Als je iets aan de school zou mogen veranderen, wat zou je dan het eerste willen veranderen? Geef aan met de getallen 1 tot en met 5 wat je als eerste (1) en als laatste (4) zou veranderen. de computer- en netwerkfaciliteiten
...
de inrichting van de leerpleinen
...
de inrichting van de onderwijsruimten
...
de keuken- en kantinefaciliteiten
ij
...
er
Variabelen en meetwaarden
U
itg
ev
Een vragenlijst is een manier om kenmerken van mensen te ‘meten’, je legt de kenmerken vast. De algemene kenmerken van mensen, zoals leeftijd en geslacht noemen we variabelen. De specifiekere kenmerken zoals; ‘18 jaar’ of ‘man’ noemen we meetwaarden. Bijvoorbeeld ’18 jaar’ is een meetwaarde op de variabele ‘leeftijd’. En ‘man’ is een meetwaarde op de variabele ‘geslacht’. ‘Positief’ is een meetwaarde op de variabele ‘houding tegenover de opleiding’.
Met Excel kun je gemakkelijk grafieken maken.
39
Theoriebron EnquĂŞteren
Betrouwbaarheid
fb .v
.
De betrouwbaarheid van een onderzoek heeft te maken met consequentheid en nauwkeurigheid. Bij het maken van een vragenlijst ben je afhankelijk van de respondenten die de vragenlijst invullen. Soms leest iemand een vraag niet goed of begrijpt een vraag verkeerd. Daarnaast is het belangrijk dat er voldoende respondenten zijn die de vragen beantwoorden. Naar een onderzoek over de tevredenheid in de wijk, is een interview met drie buurtbewoners niet voldoende om iets te kunnen zeggen over de hele wijk.
tie
Validiteit Validiteit heeft te maken met de manier waarop je gegevens verzamelt en of je echt meet wat je wilt weten. Het is belangrijk dat je de vragen aan de juiste personen stelt. Wanneer je een onderzoek doet naar de leefbaarheid in een buurt, dan is het belangrijk dat je alleen de mensen vraagt die in die buurt wonen. Daarnaast is het belangrijk dat de vragen het juiste antwoord opleveren. Als je bijvoorbeeld vraagt wat iemand in een situatie zou doen, vraag je dan wat diegene denkt te gaan doen of wat diegene vindt dat je zou moeten doen?
U
itg
ev
er
ij
Ed
u' Ac
Representativiteit Representativiteit heeft te maken met het selecteren van de juiste respondenten. Als je bijvoorbeeld onderzoek doet naar de tevredenheid van de studenten over de computer- en netwerkfaciliteiten op school, dan zijn de studenten uit een groep niet voldoende. Dan heb je respondenten nodig uit verschillende groepen en van verschillende leeftijden. Wanneer de respondenten representatief zijn voor de doelgroep, dan kun je aannemen dat de antwoorden de mening zijn van deze doelgroep.
40